Eindrapport scholieren- en werkgeversenquêtes studentenarbeid Resultaten met betrekking tot 2011
Hilde Wynen Gerda Greunlinx Arne Kestemont
Inleiding Van april 2012 tot eind juni 2012 gaven wij onze Vlaamse jongeren tussen 15 en 21 jaar én onze Vlaamse werkgevers de kans hun mening te uiten rond het thema ‘studentenarbeid’1. Dit gebeurde via twee online enquêtes, opgesteld door de Dienst Beroepsopleiding van het Departement Onderwijs & Vorming. De enquêtes werden via diverse kanalen verspreid, o.a. via onze Vlaamse scholen. OPTIE VAK.WERK staat voor OPTellen Iedere Ervaring: VAKANTIEWERK, en is een transnationaal project, gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds. De hoofddoelstellingen van het project zijn: 1) Onderzoeken hoe we jongeren beter kunnen informeren over en sensibiliseren rond de arbeidsmarkt, en dat reeds vanaf de leeftijd van 15 à 16 jaar. 2) Een aanzet geven tot het (h)erkennen en certificeren van de competenties die jongeren tijdens vakantiewerk verwerven, met daarbij een duidelijke focus op de werkgerelateerde sociale vaardigheden. Tijdens de eerste drie maanden van het project OPTIE VAK.WERK, de zogeheten deskresearch, bleek al snel dat er over het thema studentenarbeid amper informatie te vinden was, zeker wanneer het gaat om jongeren van het secundair onderwijs. Een enquête leek dan ook de ideale manier om feedback te vragen. En met succes, niet minder dan 2.839 jongeren en 188 werkgevers namen deel! In dit rapport delen wij u onze belangrijkste bevindingen mee. Waar relevant wordt verwezen naar de SES2, uitgevoerd door de HUB in 2012. Wij wensen u veel leesgenot!
1
In deze bevraging wordt onder ‘studentenarbeid’ verstaan: alle vormen van betaalde arbeid die jongeren verrichten naast hun studie. 2 SES = Student Employment Survey (Adriaenssens Stef, Verhaest Dieter, Van den Broeck Anja, Proost Karin & Berings Dries. De miskende arbeidsmarkt? Toegang en kenmerken van deeltijds werk door Vlaamse scholieren. In HUB (Ed.), HUB Research Papers (Vol. 48, pp. 39). 3
Inhoud DEEL A: SCHOLIEREN Sociodemografische achtergrond .................................................................... 5 Cijfergegevens................................................................................................. 6 Situering van onze respondenten ....................................................................... 6 Het vinden van mijn studentenjob .................................................................... 12 Waarom een studentenjob? .............................................................................. 15 Ondertekening contract/loon ............................................................................ 16 Tevredenheid over/motivatie voor mijn studentenjob .......................................... 18 Opgedane kennis tijdens studentenjob .............................................................. 21 Informatie over studentenjobs .......................................................................... 24 Bijkomende grafieken ...................................................................................... 29 Vrij veld ......................................................................................................... 30 Belangrijke besluiten in functie van het project OPTIE VAK.WERK ................ 34
DEEL B: WERKGEVERS Situering van onze respondenten ...................................................................... 35 Tewerkstelling jobstudenten ............................................................................. 35 Selectie ......................................................................................................... 39 Takenpakket .................................................................................................. 42 Certificering/attestering ................................................................................... 43 Tevredenheid ................................................................................................. 47 Vacatures/info op school .................................................................................. 47 Vrij veld ......................................................................................................... 48 Belangrijke besluiten in functie van het project OPTIE VAK.WERK ......................... 50
4
DEEL A: SCHOLIEREN I.
Sociodemografische achtergrond:
- 45 % van de 2.839 respondenten waren jongens en 55 % meisjes. - 93 % heeft de Belgische nationaliteit en 86 % heeft Nederlands als moedertaal. - De provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen vertegenwoordigen samen 66 % van de ondervraagden (elke provincie 22 %). - Limburg en Vlaams-Brabant vertegenwoordigen elk 16 %. - De overige 2 % is verdeeld over Henegouwen, Waals-Brabant en Namen. - De helft van de ouders behaalden een diploma secundair onderwijs. - 85 % van de vaders van de totale groep respondenten werkt; van de moeders werkt 76 %. - Leeftijd van onze respondenten:
15 jaar
366
16 jaar
511
17 jaar
687
18 jaar
612
19 jaar
402
20 jaar
168
21 jaar
48
>21 jaar
45
De enquête werd digitaal ingevuld, zowel klassikaal als individueel, en werd verspreid via scholen en via sociale netwerken. De bevraging bestaat uit eenvoudige vraagjes rond het thema studentenarbeid. De resultaten die hier worden weergegeven zijn niet wetenschappelijk onderbouwd, het is geen studie, maar een pure weergave van wat de jongeren geantwoord hebben.
5
II.
Cijfergegevens:
1.
Situering van onze respondenten
Figuur 1: Ik volg les in ...
3%
2%
1%
>1%
tso aso
14%
bso
36%
1e j hoger onderwijs buso 21%
kso dbso
23%
Leertijd/Syntra
36 % van de jongeren volgden op het ogenblik van de bevraging les in het tso 23 % in het aso en 21 % in het bso. Figuur 2: Ik heb tijdens het jaar 2011 een studentenjob uitgeoefend.
33% Ja
Neen 67%
67 % van de respondenten heeft studentenarbeid verricht. Uit de SES van de HUB blijkt dat 60,2 % van hun respondenten een ‘vorm van werken’ deed. De arbeidsparticipatie van studenten in Vlaanderen is dus toch wel groot. De belangrijkste redenen waarom jongeren GEEN studentenjob uitoefenen, zijn:
te jong (<15 jaar) of vinden geen studentenjob als 15-jarige, 6
spenderen vrije tijd liever anders (vb. hobby’s, reizen,…),
geen motivatie (moeilijke zoektocht naar werk, geen behoefte aan extra geld, …),
vinden geen job.
De volgende figuren en gegevens hebben enkel betrekking op de jongeren die aangaven dat zij in 2011 effectief een studentenjob uitoefenden (67 % van alle deelnemers). Figuur 3: Verband tussen aso/tso/bso en het uitoefenen van een studentenjob in 2011
80 70 60 50 aso Procent 40
tso bso
30 20 10 0 Ja
Neen
Opmerking: Uit deze grafiek mogen we niet besluiten dat meer tso’ers dan aso’ers of bso’ers een studentenjob uitoefenen. Deze resultaten worden misschien wel beïnvloed door het totaal aantal respondenten uit de verschillende onderwijsvormen. Van de aso’ers die deelnamen, oefent de helft een vakantiejob uit, terwijl dat voor tso en bso beduidend hoger ligt.
Uit de onderzoekspaper van de HUB blijkt dat bso-scholieren het vaakst participeren, aso-leerlingen het minst, en scholieren uit het tso zitten tussen deze twee.
7
Figuur 4: Mijn studentenjob sluit aan bij de studierichting die ik volg. Alle respondenten
15% Sluit volledig aan bij studierichting
22%
Heeft een beetje te maken met studierichting Heeft helemaal niets te maken met studierichting
63%
aso/tso/bso 90 80 70 60 50 Procent
aso
40
tso
30
bso
20 10 0 Sluit volledig aan bij studierichting
Heeft een beetje te maken met studierichting
Heeft helemaal niets te maken met studierichting
Vooral de jongeren uit het aso oefenen een studentenjob uit die totaal niet in de lijn van hun opleiding ligt.
8
Figuur 5: Ik heb een studentenjob uitgeoefend in …
Administratie Bank/Verzekeringen Bouw Gezondheidszorg Horeca Industrie/Handel/Transport Informatie-/Communicatietechnologie Marketing Monitor, vrijwilligerswerk Overheid Rechtswezen Schoonmaak Andere 0
5
10
15
20
25
Percentage
Onder de rubriek ‘Andere’ vermelden de respondenten alle activiteiten verbonden aan verkoop (slagerij, bakkerij, supermarkten, …). De tweede grootste sector is de horeca. Samen vertegenwoordigen zij 44 % van de studentenjobs. Dit heeft wellicht te maken met de mogelijkheid tot avond- en weekendwerk (zie figuur 6). Ook uit het SES-onderzoek blijkt dat de horeca en de detailhandel de belangrijkste sectoren van tewerkstelling zijn. Figuur 6: Ik werkte tijdens …
Opmerking: Eén vijfde van de jongeren die tijdens de schoolvakantie werkten, deed dit gedurende een periode van vier weken. 9
Figuur 7: “De beroepsactiviteit van mijn ouders is …” en “Ik heb tijdens het jaar 2011 een studentenjob uitgeoefend”. werkende student
niet-werkende student
Kinderen van werkende ouders oefenen vaker een studentenjob uit dan andere. Figuur 8: “Het hoogste opleidingsniveau dat mijn ouders hebben behaald” en “Ik heb tijdens het jaar 2011 een studentenjob uitgeoefend”. werkende student
niet-werkende student
10
Het opleidingsniveau van de ouders heeft geen bepalende invloed op het al dan niet uitoefenen van een studentenjob. In de onderzoekspaper SES vinden we ook nog andere relevante aspecten die invloed hebben op het al of niet uitoefenen van studentenarbeid, zoals: geslacht, etnische achtergrond, studieresultaten, ouderlijke arbeidsmarktpositie en onderwijskenmerken.
11
2.
Het vinden van mijn studentenjob
Figuur 9: Ik vond mijn studentenjob via …
Ouders Vrienden of kennissen Spontane sollicitatie Andere familieleden Uitzendkantoor Procent
Jobsites School Website van bedrijf VDAB Krant
0
5
10
15
20
25
Ouders, vrienden en kennissen blijken het belangrijkste kanaal te zijn bij de zoektocht naar een studentenjob. Opvallend is dat de school een meer prominente rol inneemt als kanaal bij het zoeken naar een studentenjob wanneer het gaat over studenten uit het bso, dit in tegenstelling tot het aso en tso (zie figuur 10). Figuur 10: Kanaal/aso-tso-bso 30 25 20 Procent 15
10 5
aso
0
tso bso
12
Figuur 11: “Het hoogste opleidingsniveau dat mijn ouders hebben behaald” en “Ik vond een studentenjob via …”
Vader 30 25 20 Procent 15
10 Basisonderwijs
5
Secundair onderwijs
0
Hoger onderwijs/Universiteit
Moeder 30 25 20 Procent 15
10 5
0
Basisonderwijs Secundair onderwijs Hoger onderwijs/Universiteit
Het opleidingsniveau van de ouders heeft geen significante invloed op de kanalen voor het vinden van een studentenjob.
13
Figuur 12: Ik vond het makkelijk/moeilijk om een studentenjob te vinden. Gemiddelde waarde voor alle respondenten: 2.66 Leeftijd in jaren 15 16 17 18 19 20
1 = heel makkelijk 42 97 137 161 83 34
2 35 82 134 131 100 38
3 40 94 158 137 108 47
4 33 71 110 100 65 20
5 = heel moeilijk 39 56 61 38 20 12
Per leeftijd:
Hieruit blijkt dat het voor alle respondenten noch makkelijk noch moeilijk was om een studentenjob te vinden. 14
3.
Waarom een studentenjob?
Figuur 13: Ik werk als jobstudent om … Alle respondenten: Ik wil sparen. Ik wil graag extra ervaring opdoen. Later staat dit goed op mijn cv (curriculum vitae) als ik ga solliciteren. Ik wil op vakantie kunnen gaan. Ik wil op deze manier kennismaken met een bepaalde job of sector. Anders verveel ik me toch maar tijdens de vakantie. Ik wil van zodra ik mijn loon ontvang iets kopen. Ik heb het geld nodig voor verdere studies. Het moet van mijn ouders.
70% 36% 31% 21% 20% 17% 16% 7% 6%
De belangrijkste reden voor alle respondenten om een studentenjob te doen is sparen. Er is geen significant verschil tussen de drie onderwijsvormen. Wat opvalt, is dat vooral de aso’ers aangeven dat zij ervaring willen opdoen en dat een studentenjob een mooie aanvulling van het cv is (zie figuur 13). Redenen/aso-tso-bso
80 70 60 50 Procent 40 30 20 10 0
aso tso bso
15
Figuur 14: Ik koos voor deze vakantiejob omwille van … 45 40 35 15j
30
16j
17j
25
18j
Procent
20
19j 20j
15
21j 10
>21j
5 0 Werksfeer
Nabijheid
Jobinhoud
Loon
Werkuren
Andere
Ongeacht de leeftijd blijft het loon de belangrijkste drijfveer voor een bepaalde vakantiejob.
4.
Ondertekening contract/loon
Figuur 15: Ik heb een contract ondertekend.
25% Ja Neen 75%
Driekwart van de jongeren werkt met een contract.
16
Figuur 16: Het hoogste loon dat ik tot hiertoe heb verdiend met een vakantiejob is …
3% 4% 17%
23%
>€5/u €5-8/u €8-11/u €11-14/u >€14/u
53%
De meerderheid van de jongeren verdient tussen 8 en 11 euro.
17
5.
Tevredenheid over/motivatie voor mijn studentenjob
Figuur 17: Ik ben tevreden over mijn studentenjob.
"Ik ben heel tevreden over mijn studentenjob" "Ik zou dezelfde job volgend jaar terug willen aannemen" 1200 1000 800
600 400 200 0 Volledig akkoord
Akkoord
Noch akkoord, noch niet akkoord
Niet akkoord
Helemaal niet akkoord
De meerderheid van de studenten is tevreden over zijn job en zou deze volgend jaar opnieuw willen doen. Figuur 18: Ik had meer verwacht van mijn studentenjob. 45 40 35
30 25 Procent
aso
20
tso
15
bso
10 5 0 Volledig akkoord
Akkoord
Noch akkoord, Niet akkoord Helemaal niet noch niet akkoord akkoord
De verwachtingen van de job werden ingelost. Er is bijna geen verschil tussen aso/tso/bso. 18
Figuur 19: Ik ben/was wel/niet tevreden over de taken tijdens mijn studentenjob.
3%
1%
Zeer tevreden 24%
16%
Tevreden Noch tevreden, noch ontevreden
Ontevreden 56%
Zeer ontevreden
De belangrijkste conclusie hier is wel dat 80 % van de jongeren tevreden is over zijn studentenjob. De meerderheid vindt bovendien de takenlast oké (zie figuur 20).
Figuur 20: Ik vind/vond de takenlast…
2% 4% 13% 26%
Heel zwaar Zwaar Noch zwaar, noch licht Licht Heel licht
55%
19
Figuur 21: Ik overweeg om later een job te zoeken in de sector van mijn studentenjob …
Volledig akkoord 9% 11%
36%
22%
Akkoord Noch akkoord, noch niet akkoord Niet akkoord
22%
Helemaal niet akkoord
Hier zijn de meningen nogal verdeeld: slechts 20 % zou een vaste job zoeken in dezelfde sector. Dit houdt natuurlijk ook verband met het feit dat slechts 15 % van de jongeren een job heeft die aansluit bij de gevolgde studierichting (zie figuur 4). Figuur 22: Ik zou extra gemotiveerd zijn om een studentenjob te zoeken als … “Als ik zeker zou weten dat ik een attest of certificaat kan verdienen met een studentenjob, dan zou dit een extra motivatie zijn om een studentenjob te zoeken.” "Als ik zeker zou weten dat ik tijdens mijn verdere studieloopbaan studieduurverkorting kan krijgen dankzij de ervaring die ik opdoe tijdens mijn studentenjobs, dan zou dat een extra motivatie zijn om een studentenjob te zoeken.
Uit deze grafiek blijkt duidelijk dat eender welke vorm van beloning jongeren extra zou motiveren om een studentenjob te zoeken. 20
6.
Opgedane kennis tijdens studentenjob
Figuur 23: Ik heb veel bijgeleerd/verwachtingen …
"Ik heb het gevoel dat ik veel heb bijgeleerd"
"Ik had veel meer verwacht van mijn studentenjob"
1000 900
800 700 600 500 400 300 200 100 0 Volledig akkoord
Akkoord
Noch akkoord, noch niet akkoord
Niet akkoord
Helemaal niet akkoord
De meningen zijn hier verdeeld. De helft van de jongeren vindt dat ze iets hebben bijgeleerd, de andere helft vindt van niet. De meeste studenten hadden niet meer verwacht van hun studentenjob. Figuur 25: Verband tussen bijleren en aso/tso/bso 45 40 35
30 25 Procent
aso
20
tso
15
bso
10 5 0 Volledig akkoord
Akkoord
Noch akkoord, Niet akkoord noch niet akkoord
Helemaal niet akkoord
21
De jongeren uit aso geven minder vaak aan dan jongeren uit tso en bso dat ze iets hebben bijgeleerd. Dit houdt misschien verband met het feit dat deze laatste groep meestal een vakantiejob heeft die aansluit bij hun opleiding (zie figuur 4). Figuur 26: Ik heb rond de volgende vaardigheden iets bijgeleerd tijdens mijn studentenjob …
45 40 35 30 Procent
25 20 15 10 5 0
Uit deze grafiek blijkt duidelijk dat de jongeren qua vaardigheden heel veel hebben bijgeleerd. Hun eerste kennismaking met de arbeidsmarkt heeft dus een enorme impact op hun sociale vaardigheden. Ook uit de studie van de HUB blijkt dat jongeren aangeven dat hun studentenjob heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van vaardigheden zoals:
met andere mensen kunnen omgaan,
mijn tijd goed kunnen gebruiken,
onder tijdsdruk kunnen werken,
…
22
Figuur 27: Ik heb het gevoel dat ik veel vaktechnische kennis heb opgedaan. Alle respondenten
Opgedane vaktechnische kennis versus aso/tso/bso
aso
Ja
Neen
bso
tso
Ja
39% 61%
Neen
37%
Ja
63%
Neen
28% 72%
Uit bovenstaande grafieken blijkt dat de meerderheid vaktechnische kennis heeft opgedaan. Dit is logisch aangezien de meeste respondenten uit het tso en bso komen, (zie figuur 1). Zoals eerder aangetoond, kiezen deze jongeren meestal een studentenjob die aansluit bij hun studie (zie figuur 4).
23
7.
Informatie over studentenjobs
Figuur 28: Ik ben ervan op de hoogte dat de wetgeving rond studentenarbeid op 1 januari 2012 is gewijzigd.
29%
Ja Neen 71%
71 % van de jongeren weet dat de wetgeving is gewijzigd. Figuur 29: Ik zou het nuttig vinden om via de school informatie te krijgen over het aanbod aan studentenjobs in mijn buurt.
14%
Ja Neen
86%
De school is blijkbaar voor 86 % de ideale manier om informatie te krijgen over het aanbod aan studentenjobs.
24
Figuur 30: Ik vind wel/niet dat ik op school voldoende informatie krijg over de arbeidsmarkt. (informatie over hoe je werk kan vinden, over wat er in je contract moet staan, over je rechten en plichten als werknemer, ....)
Gemiddelde waarde voor alle respondenten: 2,59
Alle respondenten 5% 1 = Ik krijg helemaal geen informatie op school
21%
14%
2
3 4
26%
34%
5 = Ik word heel uitvoerig geïnformeerd op school
Per leeftijd 45 40
35
15j
30
16j
25
17j
Procent
18j
20
19j
15
20j
10
21j
5
>21j
0 1 = krijg geen informatie
2
3
4
5 = heel uitvoerig geïnformeerd
25
Per onderwijsvorm 45 40 35 30 Procent
25
20
aso
15
tso
10
bso
5 0 1 = Ik krijg helemaal geen informatie op school
2
3
4
5 = Ik word heel uitvoerig geïnformeerd op school
Uit alle bovenstaande grafieken blijkt dat de jongeren op school weinig of geen informatie krijgen over de arbeidsmarkt. We willen hierbij opmerken dat de materie momenteel niet tot het curriculum behoort.
26
Figuur 31: Ik zou het wel/niet nuttig vinden om via de school méér of betere informatie te krijgen over de arbeidsmarkt. (informatie over hoe je werk kan vinden, over wat er al dan niet in een contract moet staan, over je rechten en plichten als werknemer, ...)
Gemiddelde waarde voor alle respondenten: 2.59
Alle respondenten 1 = Ik vind het helemaal niet nuttig
5% 14%
27%
2 3 20%
4 5 = Ik zou dit heel graag krijgen
34%
Per leeftijd 45 40
Procent
35
15j
30
16j
25
17j 18j
20
19j
15
20j
10
21j
5
>21j
0 1 = niet nuttig
2
3
4
5 = heel graag krijgen
27
Per onderwijsvorm 40 35
30 25 aso
Procent 20
tso
15
bso
10 5 0 1 = niet nuttig
2
3
4
5 = heel graag krijgen
Bovenstaande grafieken tonen heel duidelijk aan dat de jongeren het liefst via de school de nodige informatie zouden krijgen over de arbeidsmarkt, het aanbod aan studentenjobs, hun rechten en plichten, enz. … Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen en alle onderwijsvormen.
28
8.
Bijkomende grafieken
Figuur 32: Mijn vader werkt als …
2%
7%
Geschoolde arbeider
19%
Professionele beroepen
8%
Semigeschoolde arbeider Commerciële functies
8%
Hogere administratieve beroepen 15%
Dienstverlenende functies Ongeschoolde arbeider
9%
Weet het niet Administratieve beroepen 9%
14%
Landbouwarbeider
9%
Toelichting bij de beroepscategorieën: Dienstverlenende functies (restauranthouder, politieagent, kelner, verzorger, …) Administratieve beroepen (secretaris, klerk, bibliothecaris, officemanager, ...) Professionele beroepen (dokter, onderwijzer, leraar, ingenieur, artiest, accountant, …) Commerciële functies (verkoopdirecteur, winkeleigenaar, verkoper, verzekeringsmakelaar, ...) Ongeschoolde arbeider (werkman, portier, ongeschoolde fabrieksarbeider, ...) Hogere administratieve beroepen (bankier, kaderlid, hoge functie bij overheid, ...) Geschoolde arbeider (ploegbaas, mecanicien, drukker, elektricien, ...) Semigeschoolde arbeider (metser, buschauffeur, timmerman, metaalarbeider, …) Landbouwarbeider (landbouwer, visser, tractorchauffeur, ...)
29
Figuur 33: Mijn moeder werkt als …
1%
3%
3%
5%
Dienstverlenende functies
22%
Administratieve beroepen
7%
Professionele beroepen
Commerciële functies 8%
Weet het niet Ongeschoolde arbeider Hogere administratieve beroepen
9%
22%
Geschoolde arbeider Semigeschoolde arbeider
20%
III.
Landbouwarbeider
Vrij veld
Als laatste vraag van de enquête kregen de respondenten de mogelijkheid om in een ‘vrij veld’ opmerkingen of bedenkingen te formuleren. Hieronder een bloemlezing:
Het is leuk om wat bij te verdienen natuurlijk, maar eigenlijk werk ik voor mijn studies. Dat is nog moeilijker, maar omdat ik alles zelf moet betalen, besef ik ook hoe belangrijk het is om verder te studeren. Het geeft me kracht om te studeren. Ze moeten de jongeren eens bewust maken door hen eens op stage te sturen hoe zwaar het wel niet is om soms een kleine bijdrage te verdienen. Dat is dan niet om uit te gaan, maar echt om je treinabonnement of je studies te betalen.
Ik vind dat dit onderwerp niet genoeg besproken wordt. Ik wist niets van de verandering in de wetgeving, heb het nu net opgezocht. Zeker in een derde graad mag vakantiewerk grondig besproken worden.
Ik vind persoonlijk dat er meer informatie vanuit de scholen moet komen die ons toont hoe we het vlotst aan werk geraken. Via mijn stages lukte het bij mij wel makkelijk om aan een vakantiejob te geraken. Maar ik merk op dat anderen deze kansen niet krijgen omdat ze zelf geen stage doen op school en dus niet weten hoe eraan te beginnen. De stap hiervoor om zelfs tijdelijk in het werkveld te stappen is soms te groot voor hen. Het schrikt hen af. 30
Een certificaat krijgen is een heel goed idee. Ik denk dat het veel jongeren zal stimuleren om een vakantiejob te zoeken. Tevens doen ze ook ervaring op en kan dit een positieve invloed hebben op hun studiekeuze.
Er is meer nood aan creatieve, toffe studentenjobs! Ik ben zelf erg geïnteresseerd in film, acteren, theaters, enz. In die sector zijn er zo goed als geen vakantiejobs!
Ik vind
dat er meer informatie
in
scholen moet worden gegeven i.v.m.
studentenjobs.
Ik werk in de weekends, maar aangezien een dag van 3 uur ook voor een dag telt kan ik slechts een half jaar werken. Dit vind ik zeer jammer, want ik zou graag nog wat extra sparen.
Ik vind het jammer dat sommige leerkrachten de studenten die een studentenjob hebben er steeds op wijzen dat ze later nog genoeg zullen moeten werken en wanneer men eens mindere punten heeft, men direct zegt dat dit door de studentenjob komt.
Deze enquête zouden ze moeten laten invullen door alle studenten. Het is zeer belangrijk om op de hoogte te zijn.
De verschillende regels rond jobstudent <-> werkstudent zijn niet zo duidelijk.
Er moeten meer studentenjobs vrijkomen. Als je geen vader of moeder hebt die in een goed bedrijf werkt, is het moeilijk om aan een degelijke job te geraken.
Vakantiejobs zijn zeer nuttig, ook al leren ze je niet direct iets bij in het studiegebied, ze leren je wel veel zaken op andere gebieden: in team werken, stiptheid, …
De scholen en de VDAB moeten naar mijn mening meer vakkennis en informatie doorspelen aan de studenten.
Dagenlimiet omzetten in uren bepaald per sector! Is handig!
Ik vind dat er meer gegevens openbaar moeten zijn in verband met de uurlonen per sector.
Het wordt steeds moeilijker om een job te vinden. En ze verwachten mensen met ervaring, maar je moet toch ergens beginnen.
Het zou heel interessant zijn om vacatures voor studentenjobs via school te ontvangen, het aanbod is momenteel zeer klein en het wordt steeds moeilijker om een vakantiejob te vinden.
Ik vind dat er meer mensen niet meer naar het loon moeten kijken want ik verdien op speelpleinen heel weinig, wat logisch is, maar hierdoor vinden wij als animatoren als maar minder mensen om te komen werken als animator, wat spijtig is, ... 31
Een deel van mijn vakantiejob voer ik uit als straatmuzikant, als mijn eigen werkgever dus, zonder contract, zonder vast 'loon'.
Ik doe tuinbouw, ik verzorg mensen hun tuin en zorg dat alles tiptop in orde is. Mijn taken zijn bijvoorbeeld: het gras maaien, plantjes bijknippen, de tuintegels opnieuw schilderen, onkruid verdelgen en de takken van de hoge bomen bijknippen. Het is leerzaam en leuk voor later, je leert veel praktijkervaring, ook al gaat dit niet samen met mijn studierichting, maar beter een paar dingen meer kennen dan maar 1 ding.
Ik werk in de bibliotheek van Vilvoorde, ik doe het heel graag, vooral omdat ik een boekenwurm ben.
Ik zou graag willen dat de jongeren onbeperkt kunnen gaan werken. Want zo leren ze heel veel bij. Ik heb door te gaan werken heel veel geleerd over op tijd komen en organiseren ... Bovendien zou ik graag meer kunnen gaan werken dan enkel de weekends en 1 of 2 weken. Ik vind ook dat het kindergeld niet minder mag worden, omdat ik meer zou werken. Want de jongeren leren meer door te werken.
Het is ook moeilijker om aan werk te geraken als je niet over de Belgische nationaliteit beschikt.
Ik heb een cursus gevolgd om animator te worden op het speelplein. Hier kijk ik al erg lang naar uit. Eindelijk mag ik deze zomer mijn stage doen.
Ik vind het spijtig dat men over studentenjobs niet veel vindt waardoor het moeilijk is iets gepasts te vinden.
Ik zou graag wat meer kans en hulp krijgen of informatie verkrijgen vanwaar of wat ik allemaal van vakantiejob kan doen en krijgen.
Dat de uitzendkrachten minder gediscrimineerd worden. Een website waar alle mensen hun vacature kunnen posten. Zoals bij de VDAB maar dit voor studenten. Meer informatie krijgen op school i.v.m jobstudenten (de nieuwe regels, wetten, plichten & rechten ...)
Mijn studentenjob doe ik louter om het loon. Volgens mij is dit ook voor de meesten de motivatie. Misschien moet er wel extra op gelet worden dat wij een vakantiejob kunnen uitoefenen, aansluitend op onze studies of interesses.
Ik vind dat iedereen recht heeft op een studentenjob, het maakt niet uit van welk land je komt en of je arm of rijk bent! Door te werken zie je in hoe je ouders werken om jou te kunnen onderhouden en hoe moeilijk het wel voor hen is.
32
Mijn vakantiejob was in een rusthuis de afwas doen en de karren met eten klaarzetten voor de verdiepingen. Het was zeer zwaar werk, maar ik deed het wel graag, omdat je leert wat werken is. Het is zeker voor herhaling vatbaar.
33
IV.
Belangrijke besluiten in functie van het project OPTIE VAK.WERK
Een zeer groot deel van de studerende jongeren heeft een studentenjob en is er best tevreden mee. Het merendeel van de studenten werkt tijdens de zomervakantie. De meerderheid geeft aan dat ze heel wat bijleren. Toch vinden ze dat een aantal factoren nog beter kunnen, zoals bijvoorbeeld informatie rond regelgeving en het vinden van studentenjobs. Een taak voor onderwijs ?? De verloning speelt een grote rol, want uiteindelijk werken onze jongeren vooral voor de centjes. Toch beweren ze daarnaast ook dat ze meer gemotiveerd zouden zijn als ze op of naast de school een vorm van compensatie zouden krijgen. Voor de jongeren waarvan de studentenjob aansluit bij de studierichting zou een attestering/studieduurverkorting zeker een pluspunt zijn. Ook de erkenning van de sociale vaardigheden zou voor hen een meerwaarde betekenen. Jongeren van alle leeftijden geven aan dat ze op school weinig of geen informatie krijgen over de arbeidsmarkt, en dit in alle onderwijsvormen. In het bso zou men de informatie via het vak PAV kunnen aanbieden. Binnen het aso kan de materie aan bod komen tijdens economie - gerelateerde lessen. In België in het algemeen en Vlaanderen in het bijzonder gaat er weinig aandacht naar studentenarbeid. Buiten de studie van de HUB en die van Randstad is er geen literatuur beschikbaar over studentenarbeid.
34
DEEL B: WERKGEVERS 1.
Situering
Meer dan de helft van de bedrijven van onze respondenten situeert zich in de sectoren industrie, handel en transport. Figuur 1: Mijn bedrijf telt … werknemers.
Meer dan een kwart van de bedrijven van de respondenten telt tussen de 21 en de 50 werknemers.
2.
Tewerkstelling jobstudenten
Figuur 2: Ik heb in 2011 … jobstudenten tewerkgesteld.
67 % van de respondenten heeft in 2011 jobstudenten in dienst genomen.
35
Ik heb in 2011 géén studenten tewerkgesteld omdat … Meest gegeven antwoorden: Er is onvoldoende werk (meestal bij kleine ondernemingen). Onmogelijk door de aard van het werk (vb. risico’s, transport, …). Te duur. Er is onvoldoende tijd voor begeleiding. Figuur 3: Ik heb in 2011 jobstudenten uit het secundair onderwijs aangenomen.
Meer dan de helft van de respondenten nam jobstudenten uit het so aan. Ik neem géén studenten uit het secundair onderwijs aan omdat … Meest gegeven antwoorden: Jongere studenten beschikken niet over een rijbewijs. Oudere studenten hebben meer werkervaring. Jongere studenten beschikken niet over de nodige maturiteit. Figuur 4: Ik neem enkel studenten uit het hoger onderwijs aan.
Een kleine minderheid neemt enkel studenten uit het ho aan. 36
Figuur 5: Ik neem studenten aan tijdens …
De meeste werkgevers nemen jobstudenten aan tijdens de zomervakantie. Dit hangt samen met de redenen waarom men een jobstudent in dienst neemt (zie figuur 6). Figuur 6: Voor mij is de voornaamste reden om jobstudenten aan te nemen …
Opvangen van drukke periodes
53%
Vervanging van werknemer met vakantie
52%
Opleiden toekomstige werknemers
31%
Personeelskostenbesparing
11%
Aanleggen wervingsreserve
8%
Andere
8%
37
Figuur 7: Ik heb in het verleden al ex-jobstudenten vast aangeworven.
44%
Ja 56%
Neen
De helft van de respondenten geeft aan dat ze ex-jobstudenten een vast contract aanbieden. Figuur 8: Ik ben op de hoogte dat de wetgeving rond studentenarbeid sinds 1 januari 2012 is gewijzigd.
15%
Ja Neen
85%
85 % van de werkgevers is op de hoogte van de wijzigingen in de wet.
38
3.
Selectie
Figuur 9: Ik vind het makkelijk/moeilijk om de ‘geschikte jobstudent’ te vinden. Gemiddelde waarde: 3.04
60 50 40
Procent 30 20 10 0 1 = heel makkelijk
2
3
4
5 = heel moeilijk
De helft vindt het noch makkelijk noch moeilijk om een geschikte jobstudent te vinden. Figuur 10: Ik hou bij aanwerving rekening met opleiding.
Ja 38%
43% Neen Afhankelijk van de jobinhoud 19%
Een kleine helft van de werkgevers houdt rekening met de opleiding van de student wanneer ze hem als jobstudent aanwerven.
39
Figuur 11: Ik hou bij aanwerving rekening met werkervaring.
Ongeveer een kwart van de respondenten houdt rekening met eerder opgedane werkervaring. Figuur 12 : Ik laat studenten een vragenlijst of test invullen vóór aanwerving.
30% Ja Neen 70%
Ongeveer één op drie werkgevers werkt met een vragenlijst of test. Andere selectiecriteria:
Sollicitatiegesprek om de student te beoordelen.
Beoordeling a.h.v. cv.
Proefperiode om na te gaan of student geschikt is voor het werk.
40
Figuur 13: Ik ga op zoek naar jobstudenten via volgende kanalen …
Eigen werknemers
63%
Interimkantoor
36%
Aankondiging in scholen
20%
Affichering in eigen bedrijf
13%
Vacature op eigen website
12%
VDAB Vacature in krant Andere
10% 3% 11%
Het is vrij duidelijk dat de meeste werkgevers hun jobstudenten zoeken via hun eigen werknemers.
41
4.
Takenpakket
Figuur 14 : “Ik werk een takenpakket op maat uit” en “ Ik ben bereid een takenpakket op maat” uit te werken voor jobstudenten.
40 % van de werkgevers werkt een takenpakket uit voor de jobstudent. Méér dan 60 % is bereid om dit te doen.
42
5.
Certificering/attestering
Figuur 15: Ik hou bij de aanwerving van JOBSTUDENTEN rekening met certificaten of portfolio’s. (zoals bv. Europass, het Ervaringsbewijs of andere certificaten van Eerder of Elders Verworven Competenties).
Ja
6% 25%
Neen
Ik weet niet welke certificaten bedoeld worden of wat portfolio's zijn
69%
De grote meerderheid van de werkgevers houdt bij de aanwerving van een jobstudent geen rekening met certificaten/attesten. Bij aanwerving van vaste werknemers houdt slechts 32 % rekening met attesten/certificaten (zie figuur 16). Figuur 16: Ik hou bij de aanwerving van VASTE WERKNEMERS rekening met certificaten.
Ja
22% 32%
Neen
46%
Weet niet welke certificaten hiermee bedoeld worden
43
Figuur 17: Ik zie het nut in van bovenvermelde attesten en zou er zelf rekening mee houden bij de aanwerving van toekomstige werknemers, al dan niet als jobstudent.
Ongeveer de helft van de respondenten ziet geen nut in de vermelde attesten en houdt er dan ook bij aanwerving geen rekening mee. Ik heb bedenkingen i.v.m. het afleveren van attesten omdat: Meest gegeven antwoorden:
Studenten vragen er niet naar.
Werktijd is te beperkt om correcte beoordeling/attesten op te stellen.
Extra administratie.
Werkgever is niet op de hoogte van het bestaan van attesten.
Jobinhoud vergt geen noemenswaardige competenties (vb. bandwerk).
Werkgever ziet het nut niet in van deze attesten omdat deze steeds subjectief zijn opgesteld door de beoordelaar; verschillende werkgevers zullen verschillende eisen/criteria hebben.
44
Figuur 18: Volgende competenties kan een jongere in mijn bedrijf aanleren tijdens een studentenjob. Naast de beroepsgebonden competenties verwerft de jobstudent meestal nog heel wat andere vaardigheden, zij het soms onbewust.
Belangrijkste competenties onder ‘andere’:
Contact met klanten
Teamwork
Gebruik van verschillende talen
De respondenten geven aan dat er toch wel heel wat sociale vaardigheden aangeleerd worden tijdens een vakantiejob. 51 % is zelfs bereid om hiervoor een attest af te leveren (zie figuur 19).
45
Figuur 19: Ik ben bereid een attest af te leveren ter bevestiging dat de jobstudent een aantal sociale vaardigheden heeft verworven.
28%
Ja Neen 51% Ja, maar enkel onder heel strenge voorwaarden
21%
Figuur 20 : Ik ben bereid een attest af te leveren waarin de taakgebonden/ vaktechnische competenties worden aangeduid.
28%
Ja Neen 52%
Ja, maar enkel onder heel strenge voorwaarden 20%
52 % wil ook de vaktechnische competenties oplijsten via een attest.
46
6.
Tevredenheid
Figuur 21: Ik ben algemeen tevreden/niet tevreden over jobstudenten. (Gaat enkel over de respondenten die al een jobstudent in dienst hadden). Gemiddelde waarde voor alle respondenten: 7
Met een gemiddelde van 7 op 10 geven de werkgevers aan dat ze meer dan tevreden zijn over hun jobstudenten. 7.
Vacatures/info op school
Figuur 22: Ik zou het nuttig vinden om vacatures voor studentenarbeid via de school te kunnen aankondigen.
39%
Ja Neen 61%
61 % van de bevraagden willen hun vacatures voor studentenarbeid in de school aankondigen.
47
Figuur 23: Het lijkt mij nuttig of aangewezen om mijn bedrijf en de openstaande vacatures voor studentenarbeid persoonlijk te gaan toelichten in de scholen.
25%
Ja Neen 75%
Slechts een kwart van de respondenten vindt het nuttig om zijn bedrijf en de vacatures te gaan voorstellen op school.
8.
Vrij veld
Als laatste vraag van de enquête kregen de respondenten de mogelijkheid om in een ‘vrij veld’ opmerkingen of bedenkingen te formuleren. Hieronder een bloemlezing:
Er zou via de school een grondige voorbereiding/inlichting moeten gebeuren van de eerste passen en hun verantwoordelijkheid, alsook de verwachtingen van de werkgever op de werkvloer.
Ik vind dat de scholen meer aandacht moeten spenderen aan de basiseisen die wij aan onze "toekomstige" werknemers stellen zoals: stiptheid, netheid, respect, beleefdheid in omgangsvormen, luisteren en motivatie. Het werken zelf is nog altijd aan te leren op de werkplek zelf, maar de ingesteldheid moet er zijn, anders begin ik er niet aan. Iemand die de juiste ingesteldheid heeft, zal altijd een job krijgen, ook al duurt zijn opleiding misschien iets langer.
Onze ervaring met de jongeren is een gebrek aan doorzettingsvermogen en attitude. Ze haken af als ze na 1 dag lichamelijke arbeid wat stijf zijn, hebben problemen met het vroege uur. Blijkbaar laten ouders de kinderen ook snel opgeven. Er wordt niet aangedrongen om het een paar dagen vol te houden. 48
Technische opleidingen worden in het onderwijs steeds meer en meer afgevlakt naar algemene vorming. Hierdoor is een gerichte vakantiejob het ideale om te smaken wat een job eigenlijk inhoudt. Helaas zijn er veel werkgevers die een vakantiejob gebruiken voor het "vuile" en "minst aangename" werk. Er wordt eveneens
in
de
technische
scholen
te
veel
geïnvesteerd
in
interne
opleidingssystemen (eigen "duur" machinepark) i.p.v. collectief te werken met externe opleidingscentra of bedrijven. Het technisch onderwijs is te theoretisch en kmo kan nog moeilijk opleiden bij indienstneming, wegens te hoge loonkost! IBO-systeem moet dringend aangepast worden (rechten voor werkgever zijn niet evenredig met deze voor werknemer!).
Wetgeving rond verloning van studenten is veel te streng. Wij kunnen het moeilijk aan onze werknemers verkopen dat een jobstudent waar zij hun energie in steken netto méér loon heeft dan zijzelf. De grootste tegenstand tegen studenten komt dus van de werknemers.
Ik ben niet van plan nog jobstudenten aan te nemen in de toekomst. Sinds 1 januari moeten wij nu ook voor jobstudenten het minimumloon van onze sector betalen, dat is namelijk 11,27 € . Wat ik persoonlijk voor een jongere veel te hoog vind. Wij moeten met die jonge gasten van nul of zelfs onder nul vertrekken. Als je weet dat ik voor die prijs een Roemeen met 20 – 30 jaar ervaring aan het werk kan zetten. Dan is de keuze rap gemaakt. Een vergunning voor een Roemeense arbeider met een knelpuntberoep heb je binnen de week. Ik vind deze evolutie een heel spijtige zaak. Onze jeugd hangt op straat en leert niks en Oostblokkers worden geïmporteerd. Maar ik ben verplicht om daaraan mee te werken. Wij moeten wel zorgen dat we competitief blijven en zorgen dat we kunnen concurreren met China en India. Politiek en vakbond zijn geweldig goed bezig ??
In de tuinbouw (serres) werken is soms wat lastig qua temperatuur, vooral als de student dit niet gewend is. Ze zijn altijd tevreden als ze de loonfiche ontvangen (motiverend) en zijn dan meestal bereid om volgende zomervakantie terug te komen werken. Wij werken graag met een plukkaartsysteem omdat het soms moeilijk is om iedere dag van de week werk aan te bieden. Het seizoen is heel afhankelijk van het weer. De ene week veel werk, de andere week weinig. Dit systeem lukt heel goed, ze worden iedere werkdag aangemeld bij de RSZ, je kan nog altijd de werkdag aanpassen op het einde van de dag.
49
(inschrijven 's morgens voor 8 werkuren, kan binnen de 24 uren aangepast worden als het werk ten einde is om 15 u., dus i.p.v. 8 werkuren wordt het 6 werkuren; omgekeerd ook) De "flexibiliteit" van de plukkaart is voor de student een groot voordeel. Als de student graag eens een dagje vrij wil nemen, dan is dit ook geen probleem om de volgende werkdag verlof te nemen. Tenslotte is het nog altijd "vakantie" voor de studenten (kampen, reizen, ...). De student werkt soms gemiddeld 24 uur per week in het plukseizoen (trostomaten), 2 dagen 8 uur en 2 halve dagen 4 uur, nooit 38 uur per week.
9.
Belangrijke besluiten in functie van het project OPTIE VAK.WERK Van de 188 respondenten waren de meesten blij met hun jobstudent. Ze zetten ze meestal in tijdens piekperiodes en ter vervanging van eigen werknemers die met vakantie zijn. De werkgevers hebben ook geen problemen met het vinden van jobstudenten. Ze zijn ervan overtuigd dat jongeren heel wat kunnen bijleren tijdens hun studentenarbeid, zeker op het gebied van sociale vaardigheden. Iets meer dan de helft van hen is bereid een attest af te leveren dat vermeldt welke sociale vaardigheden de jongere verworven heeft. Ook de werkgevers zien, net zoals de jongeren trouwens, het belang in van een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt op school.
50