Effectenanalyse Dobbeplas 30 augustus 2011
Auteur: Gerard Boks Versie: 1.0 Status: definitief Goedgekeurd door: Sander Aukema
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 1 van 17
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................... 3
2
Dobbeplas ................................................................................................. 4 2.1 2.2
3
Locatie- en systeembeschrijving ............................................................4 Gebruiksfuncties..................................................................................5
Watersysteem ........................................................................................... 7 3.1 3.2
Blauwalgen .........................................................................................7 Zwemmersjeuk ...................................................................................8
4
Voorgestelde maatregelen........................................................................... 9
5
Analyse................................................................................................... 10 5.1 5.2 5.3
6
Bronmaatregelen ............................................................................... 10 Inrichtingsmaatregelen....................................................................... 13 Aanvullende maatregelen ................................................................... 13
Conclusie en aanbevelingen....................................................................... 15
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 2 van 17
1
Inleiding De zwemwaterkwaliteit van de Dobbeplas is zorgelijk. Afgelopen zomers is zwemmen regelmatig verboden als gevolg van het voorkomen van blauwalgen en/of wordt zwemmen ontraden als gevolg van zwemmersjeuk. Het Hoogheemraadschap van Delfland (HHD) en het Natuur & Recreatieschap Dobbeplas (DP) hebben in de afgelopen periode diverse onderzoeken en studies uitgevoerd naar de waterhuishouding en –kwaliteit van het zwemwater. Dit om meer duidelijkheid te krijgen op welke wijze het watersysteem en het beheer van de omgeving aangepast zou kunnen worden om de kans te beperken dat zwemmen in de Dobbeplas wordt ontraden danwel wordt verboden. Het HHD doet dit in haar rol van waterkwaliteitsbeheerder. Zij heeft de Dobbeplas benoemd als één van haar drie prioritaire zwemplassen. Het DP doet dit in haar rol van beheerder van de plas. De plas past binnen het gemeentelijke en provinciale recreatiebeleid. Het HHD heeft op basis van de watersysteemanalyse de verschillende maatregelen op hun bijdrage geanalyseerd en dit uitgewerkt in drie scenario’s. (Memo HHD – Dobbeplas, d.d. 31 mei 2011). Deze scenario’s bevatten een aantal bron- en effectgerichte maatregelen die moeten leiden tot een verbetering van de zwemwaterkwaliteit en beperking van de aanwezigheid van blauwalgen. In het ambtelijk overleg van 7 juni 2011 hebben het HHD en DP de voorgestelde scenario’s besproken en vastgelegd dat de twee brongerichte scenario’s verder afgewogen diende te worden. Dit rapport, Effectenanalyse Dobbeplas, is opgesteld in opdracht van het Natuur & Recreatieschap Dobbeplas en maakt de consequentie van de verschillende scenario’s duidelijk vanuit het perspectief van het DP. De uitkomsten van de analyse wordt door het DP gebruikt ter ondersteuning en verduidelijking van de bestuurlijke besluitvorming en in een later stadium voor de onderbouwing van een investeringsvoorstel.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 3 van 17
2 2.1
Dobbeplas Locatie- en systeembeschrijving De Dobbeplas is een recreatieplas en -gebied van 64 ha in de gemeente PijnakkerNootdorp, waarvan 18 ha plas. Het gebied ligt op de grens met het Bieslandse Bos en vormt samen met de De Balij, het Bieslandse Bos en het Delftse Hout een groot en gevarieerd bos- en recreatiegebied tussen Delft en Zoetermeer. Het gebied is nog niet volledig aangelegd. Voor 2013 moeten de laatste delen ingericht zijn als wandel-, speelbos en natuurlijk bos. Ook zullen de laatste ontbrekende schakels in fietsverbindingen worden aangelegd. In het korte tijdsbestek van deze opdracht is geen duidelijkheid verkregen in welke fase deze ontwikkeling is.
Figuur 1. Dobbeplas
De Dobbeplas is een plas die in de jaren 80 over een termijn van 15 jaar is aangelegd. Het uitgegraven materiaal is vooral gebruikt om de oevers op te hogen en bestaat voornamelijk uit kleiig materiaal. De Dobbeplas is dus een relatief jonge plas. De zwemzone van de Dobbeplas, afgezet met een drijflijn, bevindt zich in de noordhoek van
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 4 van 17
de plas. Naast de zwemzone zijn een surfoever, een speel- en ligweide en diverse wandelpaden aanwezig. Het strand en het recreatiegebied worden beheerd door Groenservice Zuid-Holland, in opdracht van het Natuur & Recreatieschap Dobbeplas. Een overzichtskaart van het gebied, met daarin aangegeven de kunstwerken, is gegeven in figuur 1. Aan de oostkant van het gebied is een horecagelegenheid aanwezig met een nieuwe uitbater met plannen. De Dobbeplas is één van de drie prioritaire zwemplassen in het beheersgebied van het HHD.
2.2
Gebruiksfuncties De functionele commissie Dobbeplas heeft in 1996 het beheersplan vastgesteld (lit.4). Dit beheersplan onderscheidt drie zones. Een zone van 1. 2.
intensieve recreatie; De plas en westelijke oeverstrand attractiegebonden intensieve recreatie; het noordelijke en westelijke gebied van de plas inclusief het hondenstrand.
3.
extensieve recreatie en natuur.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 5 van 17
Deze zones zijn nu nog steeds aanwezig en lijken ook zo te functioneren. In de loop van de tijd hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan;
Het gebied is ingericht voor een bezoekersaantal van ongeveer 1.200.000 op jaarbasis. Het aantal bezoekers aan de Dobbeplas is volgens laatste inschattingen 1.400.000.
De omliggende gebieden worden en/of zijn momenteel ingericht als natuur- en/of recreatiegebied. Dit betekent dat er mogelijkheden zijn om grotere functionele recreatie-eenheden te maken waardoor de recreatiedruk wordt verspreid. Het geeft ook mogelijkheden om minder populaire beheersmaatregelen, zoals verjagen van ruiende ganzen, uit te voeren.
Het gebruik van de plas is momenteel anders dan gedacht. De activiteiten windsurfen en roeien ontbreken. De populariteit van windsurfen is momenteel minder dan toen het plan werd opgesteld en de plas is relatief klein om te surfen. Of recreatief roeien een activiteit wordt is afhankelijk van de nieuwe recreatieondernemer. Door de slechte waterkwaliteit in de zomer is het gebruik als zwemwater beperkt.
Het aangelegde hondenstrand aan de kreken functioneert erg goed. Hondenuitlaatbedrijven en particulieren maken daar graag gebruik van.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 6 van 17
3
Watersysteem De diepte van de plas is maximaal 2 tot 2,5 meter. Het totale areaal oppervlakte water is 18 ha. Ongeveer een vergelijkbaar landareaal (18 ha) watert op de plas af. Het waterpeil van de plas varieert tussen de -4,6 en -4,45 –NAP. Dit is een kunstmatig peil. In de winter voert de plas het overtollig water af en in de zomer wordt gebiedsvreemd voedselrijk water ingelaten (47.077 m3/jaar 2009). De waterbalans laat ook zien dat een lichte kwel aanwezig is (0,03 mm/dag). De waterkwaliteit in de Dobbeplas is zeer voedselrijk. Doordat meststoffen (de nutriënten stikstof en fosfor) via verschillende bronnen in het water komen krijgen blauwalgen de kans te groeien in dit stilstaande water. Daarnaast blijkt dat vanuit de verschillende bronnen juist in de zomerperiode de meststoffen beschikbaar komen. In het voorjaar en zomer (de periode dat blauwalgen groeien) zijn de concentraties van stikstof en fosfaat het 10-voudige dan in de winterperiode. De grootste bronnen van nalevering van nutriënten zijn de waterbodem, het ingelaten water en de uitwerpselen van vogels. Voor een uitgebreide omschrijving over het watersysteem van de Dobbeplas met haar krekensysteem wordt verwezen naar de in februari 2011 opgestelde watersysteemanalyse Dobbeplas (lit. 3).
3.1
Blauwalgen De overlast van blauwalgen (cyanobacteriën) vindt op drie manieren plaats; blauwlagen vertroebelen het water, vormen drijflagen en produceren gifstoffen. Troebelheid Net als groene algen in het plankton zorgen blauwalgen bij overmatige groei voor vertroebeling van het water. Het zwemmen in een algensoep wordt niet als plezierig ervaren. Drijflagen De drijflaag is de meest opvallende vorm van overlast: alsof een blik verf is leeggegooid. Drijflagen ontstaan doordat cyanobacteriën hun soortelijk gewicht met gasblaasjes (gasvacuolen) kunnen verkleinen tot een waarde net onder die van water. Deze verandering van het soortelijk gewicht is een cyclisch proces waardoor de algen afwisselend kunnen profiteren van relatief nutriëntrijke diepere lagen en relatief CO2 en lichtrijke oppervlakkige lagen. Al bij een milde wind worden drijflagen gemakkelijk naar de oever geblazen. Bij de Dobbeplas is het zwemstrand zodanig gelegen dat de overheersende windrichting zorgt voor een ophoping van blauwalgen aldaar. Het effect van het aan lager wal raken van de
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 7 van 17
blauwalgen is dat het cyclisch proces van zinken en drijven wordt doorbroken en dat de algen afsterven waardoor in korte tijd veel gifstoffen vrijkomen. Dit kan gepaard gaan met stankoverlast. Gifstoffen Van verschillende blauwalgen is bekend dat zij giftige stoffen (cyanotoxines) kunnen produceren. Deze toxines kunnen leiden tot sterfte van dieren. De in Nederland aanwezige blauwalgen produceren microcystines. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft de norm vastgesteld voor het gehalte aan microcystine gehalte in water 20 µg/l. Zwemmers kunnen in aanraking komen met microcystine door het inslikken van water of doordat de huid of ogen in contact komen met water. Gezondheidseffecten komen het meeste voor bij kleine kinderen, omdat deze tijdens het zwemmen veel water binnenkrijgen. De verschijnselen van blauwalgbesmetting worden zichtbaar twaalf uur nadat er is gezwommen. De klachten variëren van hoofdpijn, ernstige zwelling van de oogleden, irritatie van slijmvliezen, huidirritatie, misselijkheid, diarree tot koorts. De toxines kunnen tot lange termijnschade aan het zenuwstelsel leiden.
3.2
Zwemmersjeuk Zwemmersjeuk of Cercariën dermatitis wordt veroorzaakt door niet-humane schistosomen (parasitaire wormpjes die niet gevaarlijk zijn voor de mens maar wel een allergische reactie kunnen veroorzaken). Deze parasieten hebben verschillende levenstadia met als tussengastheer slakken en vogels in zoet water. Als het levenstadium in de slak voltooid is verlaat de parasiet de slak en vormt een drijflaag op zoek naar vogels, de volgende tussengastheer. Als er op dat moment zwemmers zijn, proberen de parasieten binnen te dringen in de menselijke huid met allergische reacties tot gevolg. In de praktijk zijn een aantal maatregelen beschikbaar die de waterbeheerder kan nemen om te zorgen dat de drijflaag van parasieten wordt voorkomen. Zorgen voor voldoende waterbeweging waardoor geen drijflaag ontstaat en in te grijpen in de slakkenpopulatie. Mede om deze reden wordt sinds 2008 waterplanten gemaaid in de buurt van de zwemzone en is zeelt uitgezet (1998) die slakken eet. De afgelopen jaren is zwemmen in de Dobbeplas al in een vroeg stadium ontraden omdat zwemmersjeuk optrad. Daarmee lijkt het verstandig om ook aandacht te geven aan de problematiek van zwemmersjeuk.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 8 van 17
4
Voorgestelde maatregelen In de watersysteemanalyse (lit. 3) is een afweging gemaakt tussen de verschillende maatregelen. Daarin staan de meest wenselijke maatregelen voor het HHD aangegeven:
Verplaatsen van de zwemzone waardoor de ophoping van blauwalgen (als gevolg van de overheersende windrichting) niet plaatsvindt op het meest kwetsbare gebied nl het zwemstrandje.
Bronmaatregel: stoppen met inlaten van water in de Dobbeplas (dat wil zeggen lagere ondergrenspeil)
Bronmaatregel: Aanpakken van de waterbodem, de grootste nalevering vindt plaats bij de bosschages aan de oostkant van de plas. Het is zaak om dit deel als eerst te baggeren.
Bronmaatregel: reduceren bladinval door periodiek (jaarlijks) oostelijke greppels te schonen om te voorkomen dat daar wederom een dikke organische laag komt te liggen. Het jaarlijks weghalen van bladeren zal dat verminderen.
Het verzoek van het HHD aan DP is een voorkeur aan te geven voor één van de twee scenario’s. Scenario 1: Brongerichte aanpak algemeen
Het baggeren van de zwemplas en natuurgedeelte, waar noodzakelijk (Delfland)
Geen water meer inlaten gedurende het zwemseizoen en toestaan grotere peilfluctuatie (Delfland)
Het zwemstrand verplaatsen of aanleggen extra zwemstrand (DP)
Jaarlijks verwijderen blad uit zwemplas (DP)
Scenario 2: Brongerichte aanpak met hydrologisch scheiden van het natuurgedeelte
Afsluiten zijarmen van zwemplas (inclusief benodigde hydraulische voorzieningen voor afvoeren wateroverschot) (Delfland)
Het baggeren van de zwemplas waar noodzakelijk is (Delfland)
Geen water meer inlaten gedurende het zwemseizoen en toestaan van een grotere peilfluctuatie (Delfland)
Het verplaatsen van het zwemstrand of aanleggen extra zwemstrand (DP)
Jaarlijks verwijderen blad uit zwemplas (DP)
Naast de hierboven genoemde maatregelen is het, in beide scenario’s, waarschijnlijk dat aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de omslag van troebel naar helder water te forceren. Een maatregel die succesvol lijkt is het doseren van Phoslock. Dit zorgt voor het (tijdelijk) vastleggen van het fosfaat.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 9 van 17
5
Analyse Beide scenario’s bevatten dezelfde maatregelen maar leggen de vraag voor aan DP “Is het acceptabel dat de plas gesplitst wordt in twee gedeelten?” en “Is DP bereidt om de voorgestelde maatregelen uit te voeren?” In paragraaf 5.1 worden de voorgestelde bronmaatregelen gewogen en wordt het effect van het splitsen van de plas op de waterkwaliteit aangegeven. In paragraaf 5.2 wordt verder ingegaan op de inrichtingmaatregel, het verplaatsen van het zwembad. In paragraaf 5.3. worden een aantal beheersmaatregelen aangegeven die de voorgestelde maatregelen ondersteunen.
5.1
Bronmaatregelen De belangrijkste sturingparameter om het ontstaan van blauwalgen te voorkomen is te zorgen dat de beschikbaarheid van fosfaat wordt beperkt (bronmaatregelen). De watersysteemanalyse Dobbeplas maakt duidelijk welke bronnen de grootste bijdrage leveren en geeft een inschatting van de effecten van de verschillende maatregelen. De huidige fosfaatbelasting van de Dobbeplas wordt veroorzaakt door de nalevering uit de waterbodem (0,75 mg/m2.jaar), vogels ontlasting (0,5 mg/m2.jaar) en het gebiedsvreemde water wat wordt ingelaten (0,2 mg/m2.jaar). De overige bronnen zijn in verhouding klein en bedragen in totaal 0,4 mg/m2.jaar. Bij een belasting beneden de 0,3 mg/m2.jaar vindt geen overmatige groei van blauwalgen plaats. Bij een belasting tussen 0,3 en 0,95 mg/m2 jaar bestaat een kans dat overmatig blauwalg ontstaat. Binnen dit bereik is het mogelijk om met beheersmaatregelen de aanwezigheid van blauwalgen te reduceren. Gezien het feit dat de huidige fosfaatbelasting 185 mg/m2.jaar bedraagt is het begrijpelijk dat jaarlijks (ook dit jaar) blauwalgen in grote hoeveelheden voorkomen en dat daardoor de zwemwaterkwaliteit niet meer aan de eisen voldoet. Zowel het HHD als het DP heeft aangegeven duurzame, brongerichte en systeemgerichte maatregelen te prevaleren boven effectgerichte maatregelen. Uit tabel 1 blijkt dat de, door het HHD voorgestelde brongerichte maatregelen leiden tot een reductie waarbij de fosfaatbelasting uitkomt op 0,95 mg/m2 jaar. Dit is binnen de range van 0,3 – 0,95 mg/m2 jaar. Dit impliceert dat na het uitvoeren van alleen de voorgestelde brongerichte maatregelen de kans reëel is dat met regelmaat blauwalgenoverlast voorkomt. Op verzoek van Balance heeft het HHD de effecten van het scheiden van de plas in een zwem- en een natuur-/recreatiegedeelte in beeld gebracht. De gedachte is dat er na scheiding twee watersystemen zijn. Per bron is vervolgens aangegeven wat het effect is van scheiden van de plas en de kreken. De resultaten zijn als laatste kolom opgenomen in tabel 1.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 10 van 17
Tabel 1; Fosfaatreductie door gebruik te maken van de verschillende maatregelen.
Baggeren Nalevering van fosfaat door de aanwezige baggerspecie (waterbodem) is de grootste component voor fasfaatbelasting. Door te baggeren vindt een reductie van 38% plaats. Het baggeren (beperken van de nalevering uit de waterbodem) is een logische, ‘no regret’ maatregel. Zij draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit en het voorkomen van overlast door blauwalgen. Uit de watersysteemanalyse blijkt echter dat effectiviteit van het baggeren (ten opzichte van de nalevering) kritisch beschouwd dient te worden. Er bestaat een gerede kans dat op sommige plekken nalevering van fosfaat uit de bodem plaatsvindt. Op die plekken moet worden overwogen om na het baggeren aanvullende maatregelen te nemen om uitspoeling van fosfaat uit de bodem naar het watersysteem te beperken (bijvoorbeeld middels Phoslock). Het al dan niet scheiden van de plas en de kreken staat los van deze maatregel.
Vogels De fosfaatbelasting van vogels wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van eenden en ganzen en bedraagt 26% van de totale jaarlijkse belasting. Dit wordt bevestigd door vogeltellingen. Verder blijkt uit observaties dat de meeste vogels met name in de kreken aanwezig zijn en dat de plas slechts sporadisch door groepen ganzen wordt bezocht. De getelde ganzen (lit. 2) zitten met name in weilanden nabij de Dobbeplas. Om deze reden vermindert, in het geval een scheiding van het watersysteem plaatsvindt, de fosfaatbelasting op de plas. In het model is daarom een herverdeling van de belasting voorgesteld (80% kreken- 20% plas). Een ondersteunende maatregel is het verminderen van de bosschages rondom de vogelkijkhut, waardoor minder luwteplekken ontstaan voor ganzen.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 11 van 17
Inlaat Totaal wordt op jaarbasis ongeveer 47.000 m3 ingelaten. Dit eutrofe water draagt voor 12% bij aan de totale P- belasting. Het isoleren van de plas heeft als effect dat meer peilfluctuaties plaatsvinden. Welk flexibel peil daarvoor het meest geschikt is, moet nader worden onderzocht. Bij een meer natuurlijke peil groeien waarschijnlijk meer helofyten langs de oevers groeien. De aanwezigheid van helofyten heeft een positief effect op de waterkwaliteit maar kan ook leiden tot meer kans op zwemmersjeuk indien het watersysteem niet stabiel is.
HondenDe bijdrage van honden aan de totale P-belasting is 6%. Door de aanwezigheid van een parkeerplaats nabij het hondenstrand worden de hondeneigenaren gestuurd richting het zuidelijk gebied van de Dobbeplas. Bij een scheiding van de plas wordt de Pbelasting door honden, met name toegerekend aan het krekengebied. In tabel 1 is een verhouding voor de P-belasting van (70% kreken- 30% plas) aangehouden. Het weren van honden in het winterseizoen rondom de plas levert een extra bijdrage aan de beperking van het fosfaatgehalte.
Overige bronnenEr zijn nog een aantal overige bronnen die een bijdrage leveren de totale P-belasting. De bron drainage is daarvan de grootste en veroorzaakt 8% van de Pbelasting en wordt veroorzaakt door nutriënten in de bodem die door middel van regenwater het oppervlaktewater inspoelen. Deze bron dient beschouwd te worden als een vast gegeven. De overige bronnen hebben een bijdrage aan de totale P-belasting en varieert van 0 tot 3%. De meeste van deze bronnen zijn moeilijk verder te beperken of dienen binnen dit kader voor feit te worden aangenomen. Bron
Bijdrage
Beïnvloedbaar
Oorzaak/Maatregel
Bladval
2%
Ja
Tijdig verzamelen bladafval, Geen bomen
Sportvisserij
3%
Ja
boven water lokaas Voeren
Huidig gebruik door vissers beperkt; lage waarde.
0%
ja
3%
ja
Niet aanwezig zijn van te voeren eenden
eendjes Recreanten
Ondanks dat wc’s aanwezig zijn, blijft het urineren in water een feit;
overige
2%
nee
Natte en droge depositie, kwel
De door het HHD voorgestelde maatregel het reduceren van bladinval door periodiek (jaarlijks) de oostelijke greppels te schonen, heeft bij scheiding van de plas géén effect op de waterkwaliteit van het zwemwater. Immers deze greppels zijn niet meer op het zwemwater aangesloten. Uit tabel 1 blijkt dat het scheiden van de plas een duidelijk toegevoegde waarde heeft om de zwemwaterkwaliteit te verbeteren. Daarmee wordt de jaarlijkse P-last bij scenario 2 gereduceerd tot ongeveer 0,6 in tegenstelling tot een P-last bij scenario 1 van ongeveer
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 12 van 17
0,95 mg/m2.jaar. Bij scenario 1 is de P-last hoog en is het twijfelachtig of de maatregelen leiden tot een adequate blauwalgenbestrijding. Bij scenario 2 is de P-last voor de plas beduidend verder teruggebracht en is het reëler te verwachten dat (eventueel met aanvullende maatregelen) de concentratie blauwalgen in de plas beperkt blijft. Een nadere watersysteemanalyse geeft meer duidelijkheid over de stabiliteit van de gescheiden watersystemen.
5.2
Inrichtingsmaatregelen Het HHD stelt in haar memo van mei 2011 een viertal maatregelen voor. De brongerichte maatregelen “aanpakken waterbodem”, “stoppen met inlaten water”, “reduceren bladinval zijn al in paragraaf 5.1 besproken. In deze paragraaf wordt de inrichtingsmaatregel “Het verplaatsen van het zwemstrand of aanleggen extra zwemstrand ” besproken. Het huidige zwemstrand is nu in het noorden/oosten gelegen, dat is ongunstig ten opzichte van de overheersende windrichting. Blauwalgen drijven met de overheersende windrichting mee en laten daar hun toxines achter. Het zwemstrand en de ligweide voor de horecagelegenheid hebben daardoor het meest last van de blauwalgen. De belangrijkste reden om het zwemstrandje te verplaatsen, is het beperken van het risico op besmetting. Het strandje wordt met name gebruikt door jonge kinderen. Deze groep is, ondermeer doordat zij relatief veel water inslikt, de groep gebruikers met het grootste risico om in contact te komen met cytotoxines. Daarnaast is deze groep ook één van de groepen waarvan verwacht wordt dat zij het meeste gevoelig is. Het verplaatsen van het strand heeft uiteraard geen effect op de aanwezigheid van blauwalgen. Het eventueel verplaatsen van het strand zou, gezien de overheersende windrichting in westelijke richting het meest effectief zijn. Het verplaatsen van het zwemstrand in westelijke richting heeft als nadeel dat; - De afstand van het parkeerterrein tot het strand groter wordt - De afstand tot de horecavoorziening en daarmee de sanitaire voorzieningen groter wordt. Met name dit laatste punt kan leiden tot de aanleg van een extra sanitaire unit. In de quick scan verplaatsen zwemzone Dobbeplas (DP /2011-293379117/EV/) zijn de consequenties eveneens aangegeven.
5.3
Aanvullende maatregelen Het HHD en DP hebben uitgesproken dat brongerichte maatregelen prevaleren. In dat kader zijn nog aanvullende bronmaatregelen denkbaar. Naast het beperken van bladinval, kunnen dit ook zijn het beperken van honden rondom de plas, betreden van paarden in het water, plaatsen van voldoende vuilnisbakken etc. Het lijkt, gezien de kwetsbaarheid van het systeem, aan te bevelen ook deze maatregelen in te zetten.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 13 van 17
Een belangrijke oorzaak van het ontstaan van blauwalgen is de nalevering van fosfaat uit de waterbodem door zuurstofgebrek in de onderste waterlaag. Een betere menging van het water in de plas lijkt daarmee een limiterende factor voor de nalevering uit de waterbodem. Door lokale verdieping tot 5 meter, verwijdering van bosschages nabij de waterkant en verwijderen van waterplanten leidt tot stroming in de plas en een betere menging van het water. Uit de visvangstsamenstelling 2003/2004 zoals die in het rapport “Zwemwaterprofiel Dobbeplas” (lit. 5) is aangegeven blijkt dat de visstand gedomineerd wordt door karper en brasem.” De leeftijdsopbouw en de aanwezige soorten lijken een stabiel ecosysteem in de weg staan. In het rapport “Maatregelen Dobbeplas” (lit.6) wordt daarom geadviseerd om een nieuw visstandbeheerplan te maken. Het afvangen van bodemwoelende vissen zoals de brasem, verminderen van de karperstand maar ook overwegen om graskarpers uit te zetten behoren bij de mogelijke omvormingsmaatregelen. Een belangrijke praktische voorwaarde om deze maatregel uit te voeren is dat het water geïsoleerd is. Scenario 2 voldoet hieraan.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 14 van 17
6
Conclusie en aanbevelingen
Scenario 1 en 2 verschillen slechts in één extra maatregel namelijk het scheiden van de kreken met de plas. Meest effectief om blauwalgen te voorkomen is scenario 2. Het scheiden van systemen (kreken – plas) verkleint namelijk het risico op blauwalgen. De bijdrage aan de Pbelasting door vogels en honden wordt in dat geval lager. Scenario 2 heeft een belangrijk financieel voordeel voor het HHD omdat bij afsluiting het nu niet noodzakelijk is om de kreken te baggeren. Immers de waterkwaliteitsdoelstellingen van de kreken hoeven niet te voldoen aan de zwemwaterkwaliteit. Door scheiding van functies natuur/ zwemwater is het mogelijk om de inrichting van het gebied op één functie te richten. Dit wordt gerechtvaardigd doordat de Dobbeplas momenteel een onderdeel is van een groot en gevarieerd bos- en recreatiegebied tussen Delft en Zoetermeer. Mochten de voorgestelde maatregelen niet voldoende blijken dan is, doordat functies gescheiden zijn, het in een later stadium mogelijk rigoureuzere maatregelen uit te voeren (bijvoorbeeld toepassen H2O2). Verplaatsen van het strand verkleint het risico voor contact van de meest kwetsbare groep recreanten (jonge kinderen). Het verplaatsen van het strand creëert een verdeling van de bezoekersstromen die nadelig kunnen zijn voor de aanwezige horeca. Aanbevolen wordt om de voorkeur uit te spreken om de bronmaatregelen volgens scenario 2 uit te voeren. Deze maatregelen leveren de hoogste kans op een goede waterkwaliteit. Daarnaast wordt geadviseerd om een aantal aanvullende bronmaatregelen uit te voeren (indien handhaafbaar) zoals het weren van honden en paarden in de plas, het verwijderen van de bosschages nabij de vogelkijkhut en het aanbrengen voldoende vuilnisbakken. Een en ander ondersteunt met gerichte voorlichting naar de diverse doelgroepen. Onze aanbeveling is om naast de voorgestelde maatregelen het HHD te verzoeken om een aantal complementaire maatregelen te overwegen.
Afvangen van brasem en de grote exemplaren karper zodat de Dobbeplas een meer stabiel ecosysteem wordt. Daarbij ook te overwegen om graskarpers in te zetten om de plantengroei te beperken.
Aanleggen van een aantal verdiepte delen tijdens het baggeren van de plas.
Het verplaatsen van het strand is een maatregel die in een breder kader afgewogen dient te worden en pas in overweging genomen dient te worden als de bronmaatregelen zijn uitgevoerd en tot positief effect hebben geleid. Indien de bronmaatregelen zeer succesvol blijken te zijn, is verplaatsing mogelijk niet noodzakelijk. Om in de toekomst de meerwaarde van het
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 15 van 17
verplaatsen van het strand te onderbouwen, wordt voorgesteld een extra meetpunt in te stellen waar de zwemwaterkwaliteit in de risicoperiode wordt gemonitored. Bij het uitvoeren van scenario 2 (scheiden van de plas en de kreken) ontstaan nieuwe mogelijkheden voor recreanten. Onze aanbeveling is om, mede gezien de minimale verbindingen die aanwezig zijn met de recreatie- en natuurgebieden, een nieuw inrichtingsplan te maken voor de Dobbeplas. In dit plan kunnen de verschillende varianten voor het zwemstrand worden meegenomen, maar ook een bestemming worden gegeven aan de vrijkomende baggerspecie.
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 16 van 17
Literatuur 1.
website; http://themas.stowa.nl/Themas/Cyanobacteri%c3%abn.aspx?rID=1143
2.
http://waarneming.nl/gebied/species_list/13931
3.
Tolman ,Y., Bakkum R., de Koning, J.; Watersysteemanalyse Dobbeplas, Hoogheemraadschap Delfland. febr 2011
4.
Daemen, N. Beheersplan Dobbeplas; Groenservice Zuid Holland september 1996
5.
Kuiper, M.; Zwemwaterprofiel Dobbeplas; DHV/Grontmij in opdracht van Hoogheemraadschap Delfland. December 2006
6.
Haan, M. ; Maatregelen Dobbeplas; Hoogheemraadschap Delfland. Febr.2007
Effectenanalyse Dobbeplas
Pag. 17 van 17