Eenzaamheid onder ouderen Een inventarisatie van de stand van zaken en van een mogelijke aanpak in Ede (versie 31 oktober 2011) Op 3 februari 2011 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen over eenzaamheid onder ouderen. De raad vraagt in de motie hoe het gesteld is met de eenzaamheid onder ouderen, wat het bestaande beleid is en om eventueel nieuw beleid op te nemen in de WMO beleidsnota 2011. Samenvatting Uit de ouderenmonitor van de GGD blijkt dat zowel het aantal alleenstaanden als het aantal ouderen dat zich eenzaam voelt in Ede iets lager is dan in de regio. De gemeente heeft tot nu toe nog geen specifiek beleid, gericht op het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen (en andere kwetsbare groepen). Wel subsidieert zij meerdere organisaties die in algemene zin werken aan de verbetering van de kwaliteit van leven en van de zelfredzaamheid van ouderen. Meerdere beroepsgroepen komen ouderen tegen in hun werk, zonder dat zij zich specifiek richten op eenzaamheid. Voorgesteld wordt dat de gemeente afspraken maakt met SWO, dat: a) SWO de kennis bij verschillende beroepsgroepen vergroot om eenzaamheid te herkennen, b) SWO als meldpunt optreedt, daar waar anderen eenzaamheid signaleren en zelf met de oudere niet tot een bevredigende oplossing komen, c) SWO deze ouderen opzoekt en onderzoekt wat deze oudere kan helpen, d) SWO met De Medewerker en andere organisaties vrijwilligers werft om deze ouderen meerdere keren te bezoeken. 1. Hoe is het gesteld met de eenzaamheid onder ouderen in Ede? De GGD voert normaal eenmaal in de vier jaar een monitor uit onder ouderen. In 2006 was de eerste ouderenmonitor. Deze is in Ede niet afgenomen. In 2010 was de volgende ouderenmonitor. Daarmee komen voor het eerst ook gegevens beschikbaar over ouderen in Ede. Omdat de ouderenmonitor aan gaat sluiten bij een landelijke monitor, die in 2012 door het CBS uitgevoerd gaat worden, is de eerstvolgende ouderenmonitor in Ede in 2012. De GGD Gelderland Midden heeft in 2010 de 65+ monitor uitgevoerd in de regio Gelderland Midden, waaronder Ede. Met meerdere vragen is het vóórkomen van eenzaamheid nagegaan. Daaruit komen de volgende kengetallen naar voren voor Ede: Ervaren problemen (in %) – meer dan één antwoord mogelijk Heeft een probleem dat hem/haar dag en nacht bezig houdt Het probleem heeft te maken met: 1. Lichamelijke gezondheid 2. Geestelijke gezondheid 3. Zichzelf niet meer kunnen redden
man 15
vrouw 23
Ede 65-74 19
75 + 19
totaal 19
Regio totaal 20
Oost Nld totaal 19
6 2 1
9 5 1
7 4 2
8 4 1
8 4 1
9 4 2
9 4 2
1
Ervaren problemen (in %) – meer dan één antwoord mogelijk 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Zorg om partner Zorg om (klein)kinderen Overlijden van naaste Eenzaamheid Financiële zorgen Angst voor de toekomst Onveilig voelen Anders
man 4 5 4 2 1 2 0 1
vrouw 6 10 5 4 1 4 4 1
Ede 65-74 7 10 4 1 2 3 1 1
75 + 3 6 5 5 1 4 4 1
totaal 5 8 4 3 1 3 2 1
Regio totaal 7 8 5 4 2 4 2 2
Oost Nld totaal 6 7 4 4 2 4 2 1
tabel 1: het percentage ouderen dat dagelijks eenzaamheid (zie rij 7) ervaart Van de ouderen in Ede ervaart 3 % dagelijks eenzaamheid. Dit is lager dan in de regio, waar het gemiddelde uitkomt op 4%. Van de ouderen ervaren vooral de vrouwen en de ouderen boven de 75 jaar eenzaamheid. Eenzaamheid (in %) Vier categorieën van eenzaamheid niet matig ernstig zeer ernstig Hoge of lage eenzaamheidsscore Lage score Hoge score
man
vrouw
Ede 65-74
75 +
totaal
Regio totaal
Oost Nld totaal
66 30 2 1
62 32 5 1
70 27 3 1
56 37 5 2
64 31 4 1
59 34 5 2
59 34 5 2
96 4
94 6
97 3
93 7
95 5
92 8
93 7
tabel 2: de mate waarin ouderen eenzaamheid ervaren Van de ouderen in Ede die eenzaamheid ervaren geeft 5% aan in hoge mate eenzaamheid te ervaren, terwijl dat in de regio 8% is. Ook op deze manier gemeten blijkt de ervaren eenzaamheid onder ouderen in Ede lager te zijn dan gemiddeld in de regio. De monitor laat ook zien in hoeverre ouderen alleenstaand zijn: Burgerlijke staat (in %) Gehuwd / samenwonend Ongehuwd, nooit gehuwd geweest Gescheiden Weduwe, weduwnaar
man 86 3 2 9
vrouw 60 2 4 33
Ede 65-74 82 3 5 10
75 + 60 2 2 37
totaal 72 3 3 23
Regio totaal 67 4 5 25
Oost Nld totaal 67 3 4 26
tabel 3: het percentage alleenstaande ouderen Het aantal alleenstaanden is iets lager dan in de regio: 29 tegenover 34%. Van de ouderen ervaren vooral de vrouwen en de ouderen boven de 75 jaar eenzaamheid. Omdat vrouwen en ouderen boven de 75 jaar vaker alleenstaand zijn, is het aannemelijk dat alleenstaand zijn het risico op eenzaam zijn vergroot. Conclusie: Uit de tabellen 1, 2 en 3 blijkt dat eenzaamheid en alleenstaand zijn in Ede beide iets minder voorkomen dan in de regio. 2. Wat is het bestaande beleid ten aanzien van eenzaamheid onder ouderen? De gemeente voert tot nu toe nog geen specifiek beleid rond eenzaamheid en ouderen. Wel ontvangen meerdere organisaties subsidie van de gemeente, om de kwaliteit van leven en de 2
zelfredzaamheid van ouderen op peil te houden, waaronder de Sector Welzijn Ouderen (SWO) van ICARE, de thuiszorg, het maatschappelijk werk en buurthuizen. SWO levert de volgende activiteiten aan zelfstandig wonende ouderen in Ede: a) SWO biedt maaltijden en personenalarmering aan huis. Vaak zijn een behoefte aan maaltijden aan huis en/of personenalarmering, de eerste signalen dat ouderen het zelfstandig wonen niet meer goed redden. Een medewerker van SWO komt voor de bespreking van de aanvraag op huisbezoek en kan dan ook eventuele andere vragen en problemen signaleren. b) Alle ouderen die zelfstandig wonen en 75 jaar worden krijgen in dat jaar een brief van de gemeente met het voorstel dat SWO bij hen op huisbezoek komt. Een vrijwilliger van SWO komt dan voorlichting geven. Is er meer aan de hand, dan komt daarna een ouderenadviseur om de gewenste hulp te bespreken. c) In al de wijken en dorpen houden de ouderenadviseurs van SWO wekelijks spreekuur. d) In de steunpunten en in enkele dorpshuizen biedt SWO diverse bewegingsactiviteiten en cursussen. e) SWO heeft een consulent dementie, die op huisbezoek gaat waar sprake is van beginnende dementie. f) SWO biedt een huiskamer voor dagbesteding voor mensen met beginnende dementie in het steunpunt Havezate (aan de Kerkeweg) en in Lunteren (in het gebouw van Ana Upu). Daarnaast biedt Pro Persona (de vroegere Gelderse Roos) deskundigheidsbevordering aan diverse groepen van professionals om eenzaamheid onder ouderen te herkennen. Ook de buurthuizen bieden diverse activiteiten waar ouderen op afkomen (van bingo tot computerlessen). Oorzaken van eenzaamheid Eenzaamheid onder ouderen staat niet als probleem op zich. Ouderen kennen meerdere risicofactoren, waardoor zij eenzaam kunnen worden: 1) ouderen verliezen door overlijden of verhuizing vertrouwde mensen in hun netwerk; 2) ouderen verhuizen naar een woonomgeving die voor hen onbekend is; 3) ouderen kunnen de sociale vaardigheden verliezen om contact te leggen; 4) ouderen kunnen lichamelijke gebreken krijgen (bijvoorbeeld slecht ter been zijn, of incontinent worden) waardoor zij moeilijk tot niet meer contacten hebben met anderen; 5) ouderen kunnen geestelijk achteruit gaan, waardoor zij geen contact meer kunnen onderhouden met anderen; 6) ouderen kunnen financieel er op achteruitgaan, waardoor zij moeilijker aan bepaalde activiteiten deel kunnen nemen. Al deze factoren kunnen er toe leiden dat ouderen eenzaam worden. Daarbij zijn nog twee verschillende vormen van eenzaamheid te onderscheiden: a. Kwantitatief: ouderen missen contacten met anderen, bijvoorbeeld omdat ze moeite hebben om de stap te zetten naar een activiteit. Hier zou kunnen helpen dat iemand hen enkele keren mee neemt naar een activiteit. b. Kwalitatief: ouderen hebben alleen nog oppervlakkige contacten en zouden meer diepgang wensen in een contact. Vertrouwde contacten zijn dan weggevallen, of wonen op grote afstand. 3
Met één of twee mensen in de omgeving regelmatig een vertrouwd gesprek te kunnen voeren is dan al voldoende. Professionals De thuiszorg komt bij meerdere ouderen over de vloer, met name bij ouderen die een of meer van de hiervoor genoemde risicofactoren kennen. De thuiszorg zou zo als een van de eerste organisaties eenzaamheid onder ouderen kunnen signaleren en tijd kunnen nemen voor iets meer contact. De huidige tendens werkt dit echter tegen: - om kosten te besparen krijg je medewerkers bij de thuiszorg die lager zijn opgeleid en zo minder goed in staat zijn om eenzaamheid te signaleren; - de thuiszorgmedewerkers hebben minder tijd voor een praatje: voor elke verrichting staat een afgebakende tijd; - de thuiszorg werkt met meerdere oproepkrachten, waardoor een oudere geen band met de medewerker van thuiszorg kan opbouwen. Huisartsen en praktijkondersteuners komen veel ouderen tegen, die met allerlei lichamelijke klachten bij de huisarts komen. Ook de huisarts heeft weinig tijd en zal als eerste ingaan op de lichamelijke klacht. Niet iedere huisarts herkent achter de vraag een mogelijke aanwezigheid van eenzaamheid. En als de huisarts het al signaleert, weet hij vaak niet waar hij de oudere naar kan verwijzen. Ook de huisbezoekers van SWO zijn niet speciaal getraind om eenzaamheid te signaleren. Het maatschappelijk werk komt ook ouderen tegen die eenzaam zijn. In hun jaarverslag nemen zij dit als vraag ook op. Niet alleen ouderen, maar ook andere kwetsbare bewoners kennen de eerder genoemde risicofactoren om eenzaam te worden: mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking, chronisch zieken, mensen die werkloos zijn, mensen die de Nederlandse taal niet spreken. 3. Mogelijk nieuw beleid Participatie, de eigen verantwoordelijkheid om deel te nemen aan de samenleving, staat centraal in het gemeentelijk beleid. Ouderen en andere kwetsbare groepen kennen meerdere risicofactoren (zie bladzijde 3: oorzaken van eenzaamheid) , waardoor die participatie niet meer lukt. Deze factoren kunnen er toe leiden dat mensen eenzaam worden. Dit tast de kwaliteit van hun leven aan: naast materiële voorwaarden (inkomen, een woning) en een veilige en leefbare woonomgeving zijn het hebben van betekenisvolle sociale contacten van levensbelang voor een mens. De gemeente schept voorwaarden voor bewoners, waaronder ouderen, waarbinnen mensen sociale contacten aan kunnen gaan, zoals: - het subsidieert buurt- en dorpshuizen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, - het subsidieert activiteiten in een buurthuis zoals een open eettafel, - het subsidieert diverse organisaties waar mensen vrijwilligerswerk kunnen doen, zoals musea, het ouderenwerk,
4
- het schept in de inrichting van de woonomgeving diverse mogelijkheden waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, bijvoorbeeld bij een speelterrein, - het subsidieert diverse verenigingen (koren, scouting, enzovoort) waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. De gemeente subsidieert ook activiteiten om mensen die wat geïsoleerd leven aansluiting te laten vinden bij een activiteit, zoals: - het Alzheimercafé, - het project Thuis in Oud Zuid. Hoewel eenzaamheid in Ede iets minder voorkomt onder ouderen dan in de regio, zijn dit soort activiteiten blijkbaar nog onvoldoende om iedereen een ingang te laten vinden in het aangaan van sociale contacten. Met de overdracht vanaf 2013 van de ondersteunende begeleiding vanuit de AWBZ naar de WMO, zal naar verwachting een hele groep van kwetsbare bewoners erbij komen, die ook deze risicofactoren van eenzaamheid kennen. Gegevens over deze doelgroep zijn nog nauwelijks bekend. De gemeente overlegt nu met zorginstellingen welke vraag vanaf 2013 naar de gemeente overkomt. Uit voorgaande inventarisatie (hoofdstuk 2) blijkt dat verschillende beroepsgroepen wel in contact komen met eenzame ouderen, maar daar zelf weinig mee kunnen doen. De kennis is wel aanwezig, alsook de mogelijkheden om het aantal eenzame ouderen te verkleinen. De gemeente kan aan SWO vragen de kennis rond risicofactoren en rond het signaleren van eenzaamheid te verspreiden onder diverse beroepsgroepen 1. SWO kan ook als meldpunt optreden bij die ouderen waar professionals zelf met de oudere niet tot een oplossing kunnen komen. SWO kan (wat zij nu al doet) via huisbezoeken en het organiseren van activiteiten ouderen betrekken bij activiteiten. SWO kan ook (als nieuw beleid) in samenwerking met de Medewerker eenzame ouderen koppelen aan een vrijwilliger. 4. Mogelijke activiteiten binnen dit nieuwe beleid 1. SWO maakt met Pro Persona een signaalkaart (zowel digitaal als op papier) om signalen van eenzaamheid te kunnen signaleren. 2. De signaalkaart wordt met een korte training in handen gegeven bij alle medewerkers die beroepsmatig te maken hebben met ouderen: thuiszorg, huisartsen, de kerkelijke medewerkers en anderen. 3. Al deze professionals inventariseren (vanuit de WMO visie) samen met de oudere – op het moment dat zij een knelpunt als bijvoorbeeld eenzaamheid signaleren – wat de oudere zelf, of met een beroep op zijn of haar netwerk kan doen aan deze vraag. 4. SWO treedt op als meldpunt, waar al de professionals een signaal kunnen afgeven die eenzaamheid signaleren onder zowel ouderen als andere kwetsbare groepen, op het moment dat de oudere zelf onvoldoende in staat is om iets aan die eenzaamheid te doen.
1
Deze kennis is bij de (professionele) ouderenadviseurs van SWO al wel aanwezig, maar nog niet bij bijvoorbeeld de vrijwillige seniorenvoorlichters die op huisbezoek gaan.
5
5. SWO onderzoekt samen met de Medewerker, Welstede, de kerken, Dien je Stad, Humanitas, De Goede Buur en andere organisaties mogelijkheden om op wijkniveau vrijwilligers te vinden die ouderen kunnen bezoeken; 6. De gemeente bespreekt met diverse beroepsgroepen en organisaties (huisartsen, thuiszorg, maatschappelijk werk, wijkagenten en anderen) het onderwerp “eenzaamheid onder ouderen en andere kwetsbare groepen” en wat zij er aan kunnen doen: signaleren, bespreken, doorverwijzen.
6