blijheid
beker
aanpak
n e l e p s n e t i bu dansen gemeenschapsr
f dagboekje carnaval creatie feest
tafette erlands leer es Dat ik goed Ned
oen e school grappig gr d e o g n re te is lu ed glijbaan go juf janneke hulpouders juf ts ie sf je lp hu huishoek
kinderen
kleien
kinderraad
feestjes
filmpjes
gezelligheid
gezellig
uimte
bouwhoek
boeken
gruiten
gym
kerstmis klimrek n e r u le k in le k leerzaam leraren kapla
g n i r k n e l e s t knu leren les leuke leraren
kieskast
koor
leuk
leuke groep
n e t h c a r k r e le e k leu leuke school
lezen
n ve kinderen lope lieve directeur lie
er leo moo meester meest
ok mama zat hier o
ooie oude scho mooi gebouw m uw bo ge d ou i en
oude school nieuwe school
leuk e klas
ol Naar IVN
pauze t ij b t n o s a a p f lij rb ove
pennen
projecten regels
plezier en m a s n e s s lo p o ruzies schoolvakken is e lr o o h sc school schrijven schoolzwemmen
perfectste scho
praten podiumkunsten
ol ooit
rekenen
choolvoetbal s Een wolk van woorden
sfeer sinterklaas
slotdag
s spelling spelen spelletje
taal tafel ffe school supertokunnen l o o Wanneer we een waardering willen geven voor iets, in dit geval De Zevensprong, we dat doen door een cijfer h c s e k u e rl e stoel sup te geven. Van 1sptot 10 Ofee weld werken met ‘kwalificaties’, zoals op De Zevensprong gebeurt, van ‘goed’ tot sportief standb anbijvoorbeeld. onta el-mogen veel plezier ve ‘zeer onvoldoende’.
l etsen tonee to n e n e k Maar als we detekinderen niet veel. te een waardering te geven voor hun school, zegtvedatrja chniek vragen ar dag id e h ig il e uitdrukking te brengen wat ze van hun school denken. Die areen woordvtot Daarom hebbenvwe hen tig jamet ergevraagd e pa uze d in l a woorden hebben we in een zogenaamde Woordwolk bij lelkaar gezet. Hoe groter hetewoord in de wolk, hoe vaker het tb e o v ba voet enkleiner ervhoe t v door de kinderenvegenoemd ises en, logisch, hoe minder vaak. Hoe kinderen zich voelen op school, kun je dus rjaardagsfe
vrienden werken
zonder moeite bekijken in de wolk. vrolijk zeer positief is en daarmee raken we dan meteen aan de sfeer op school. In Het zal daarbij opvallenaa dat de waardering vreedz m spoor woord alle artikelen in dit blad wordt de goede sfeer in alle toonaarden bezongen en de woordwolk kjesdat dit niet uit de oezien werkblaat en m em zw lucht gegrepen is. Kinderen spreken immers de waarheid zoals we weten uit het oude spreekwoord. Ben Bongaards
g n i t i u l s k e e w werken zelfstandig
zwemmen
zandbak
Inhoudsopgave Een wolk van woorden
2
Fotocollage
4
Hello Goodbye
5
De kool en de geit; EK’88 en de speurtocht
6
Rode draad 40 jaar - Lekker sfeertje
7
Van leesmoeder tot Leeskanjerclub
10
Schoolvoetbal met trainer Jan Schaap
11
De slang – velletjes verloren en vernieuwd
14
“Een slotdag moet gewoon móói zijn!”
16
“De kinderen vermaakten zich prima”
21
“Schoolartsen van nu zien de kinderen niet meer”
22
Gesprek met Mieke van Maanen, schoolarts en jeugdarts Het gebouw in een drieluik
24
“De Zevensprong is van meet af aan de school van kinderen en ouders”
26
Gesprek met Rob Ziekman, de eerste directeur van De Zevensprong ‘Elf gouden jaren op de Zevensprong van 1981 – 1992’
28
Meneer Coos
30
Gekookte aardappelen en kip
31
Een ouder en buurman van het eerste uur
33
Netwerk van dierbare herinneringen
34
Colofon
35
Fotocollage
Hello goodbye In uw handen heeft u ons jubileummagazine. In deze uitgave hebben wij het Zevensprongverhaal vanuit verschillende invalshoeken aan het papier toevertrouwd. De Zevensprong bestaat inmiddels 40 jaar. Het thema dat we voor de activiteiten hebben gekozen is; “hello Goodbye”. We nemen afscheid van het schoolgebouw dat in de zomervakantie gesloopt zal worden en kijken uit naar de nieuwe school. Net zoals een slang zijn huid afgooit en weer een nieuw velletje krijgt. Dit is een periode van afscheid nemen. Ik merk dat veel collega’s, ouders en kinderen de behoefte hebben om herinneringen te delen. Het is goed om de geschiedenis van de school te kennen, dat helpt de school van nu beter te begrijpen en hierop verder te bouwen. Dit magazine ontlokt hopelijk het delen van nog meer verhalen aan elkaar. Op 26-27-28 mei 2014 vieren we ons jubileum. Het programma van deze driedaagse ziet er als volgt uit:
26
mei
Feestelijke opening Sport- en speldag op school en in de wijk
27
Schoolreis naar Toverland
mei
28
mei
28
mei
Maken van een Lipdub (soort van videoclip) met de hele school
‘s avonds schoolfeest en reünie
Maar daar blijft het niet bij, want de kinderen gaan samen met 4 kunstenaars het schoolgebouw tot kunstobject verheffen. Tevens wordt de school een museumbelevenis, waarbij op de laatste avond iedereen tijdens het feestgedruis onderdeel is van het museumslotstuk door in deze bijzondere ambiance met elkaar verhalen op te diepen en te delen. Veel plezier allemaal!
Wim Spijkerboer
Directeur Zevensprong
De kool en de geit EK’88 en de speurtocht Het was zaterdag 18 juni 1988 en groep acht van De Zevensprong was onder leiding van Pieter op kamp bij de kampeerboerderij van boer Piet in St Anthonis. Het was de eerste keer dat de gebruikelijke speurtocht niet te voet werd afgelegd, maar op de fiets: Pieter had de tocht uitgezet en wij collega’s waren er bij om alles goed te laten verlopen. En we waren controlepost. Coos en Jan waren met de auto samen met Mariëtte en Wilma Jansen. Ik, Frans Hendriks, was met de fiets, samen met Pieter en de kinderen van groep acht. Tot zover was er niets bijzonders aan de hand. Echter… op deze zaterdag speelde het Nederlands elftal tegen Ierland om het Europees kampioenschap en… Nederland, dus ‘wij’… moesten de wedstrijd winnen, om door te kunnen naar de volgende ronde! Natuurlijk wisten we dat allemaal en ook dat de wedstrijd ’s middags werd gespeeld en dus zou samenvallen met de speurtocht! Daarom hadden wij afgesproken dat iemand de wedstrijd zou opnemen en de band vervolgens naar het kamp zou brengen. Op die manier konden wij ’s avonds toch gezellig naar de wedstrijd kijken. Niemand zou de uitslag dan al weten, laat staan verraden, en dat kon ook niet want wij waren toch bezig met de speurtocht… Ja toch?!! De kinderen, goedgelovig als ze zijn, hadden zich bij de gang van zaken neergelegd en dus werd er fanatiek gefietst en gespeurd en niemand had het nog over het voetballen! Niemand? Inderdaad, geen enkel kind. Maar hoe zat het met de leerkrachten? Hoezo? Die waren toch ook druk met de speurtocht en waren bovendien als eersten verantwoordelijk voor het geheim houden van de uitslag. Ze zouden toch zeker, ook beroepshalve, het goede voorbeeld geven? Dat wel, zeker, maar het kon natuurlijk geen toeval zijn… Coos en Jan zaten op een post die ze per auto konden bereiken… En… auto… autoradio… vul maar in… verslag… wedstrijdverslag! De twee hadden stiekem naar het wedstrijdverslag zitten luisteren. Het kan niet anders want toen ik daar aankwam op de fiets, zag ik Coos net uit de auto stappen met een gezicht als een oorwurm! Ik vroeg Coos zachtjes, achter mijn hand, hoe het erbij stond.
6
Coos trok een onnozel gezicht, alsof hij niet wist waar ik het over had en zei vervolgens: ‘Het staat nog steeds nul – nul, maar mondje dicht!’ De speurtocht was afgelopen. Pieter ging met de kinderen door de bossen terug naar de boerderij en Coos, Jan, Mariëtte en Wilma stapten in de auto. Pieter vroeg mij of ik met hem meereed….! Nee, zei ik, ik ga over de grote weg dat lijkt me toch korter… Korter? Ik hoopte natuurlijk ergens een café met een T.V. te treffen. Of desnoods een koe in een oranje T-shirt met dansende boeren om zich heen! Helaas het mocht niet zo zijn: Mijn kortere weg bleek een omweg van een kilometer of tien. Ik zag geen kip. En ik hoorde niks; het was doodstil, er was geen café, geen mens op straat. Zo kwam ik uiteindelijk in een doodstil St. Anthonis waar ook niks te zien was, niemand op straat… Of toch wel… Eén auto reed stapvoets, de ramen aan beide kanten open. De armen en benen van mijn collega’s staken er uit en….er was geluid: ‘Holé, holé, holéééé!!!!!’ Wim Kieft, we houden nog steeds van hem, had in de 82e minuut het winnende doelpunt gescoord en Coos had al die tijd rondgereden om vooral maar niks van de wedstrijd te missen! Die avond bracht een ouder de videoband maar iedereen wist al dat we hadden gewonnen. De kinderen vroegen om een bosspel en zo werd het toch nog een spannende avond... Holé! Frans Hendriks Oud-leerkracht
De
kool en de geit ;
EK’88
en de speurtocht
Rode draad 40 jaar
Lekker sfeertje
Iedere leerkracht en opvoeder weet dat in een inspirerende en warme omgeving een kind zich beter kan ontwikkelen. Het team van de Zevensprong was al van meet af aan gericht op het scheppen van een klimaat waarin alle kinderen zich gezien en gewaardeerd konden voelen. Oud-leerlingen geven aan dat ze hun basisschooltijd als heel gezellig hebben ervaren en de vele inschrijvingen van kinderen van oud-Zevensprongers onderstrepen dit. Na zoveel voorbijgaande jaren wordt het steeds moeilijker om te benoemen waar dat ‘lekkere sfeertje’ vandaan komt maar toch zullen we in dit artikel een poging wagen. Verder zullen wij u meenemen in de ontwikkelingen die de school heeft doorgemaakt om binnen een veranderende context een goed pedagogisch klimaat in stand te houden en verder te professionaliseren.
R ode
draad
40
jaar
- L ekker
sfeertje
De 20ste eeuw De leerkrachten van het eerste uur geven aan dat er veel onderwijstijd besteed werd aan het uitpraten van problemen en delen van elkaars verhalen. Elke dag werd dan ook begonnen met een kringgesprek en als er iets mis ging in de pauze, kon je ervan uit gaan dat in een extra ingelast kringgesprek de kou uit de lucht werd gehaald. Hoewel de samenstelling van het team steeds veranderde, bleef het team sterk gericht op de onderlinge menselijke relatie. Bij de benoeming van nieuw personeel werd dan ook nadrukkelijk gekeken of hun kwaliteiten aansloten bij die van de school. Waarden en normen spelen in dit alles een grote rol. Op een katholieke basisschool worden deze mede, of misschien wel juist, bepaald door de levensbeschouwelijke identiteit. Het was in de beginjaren vanzelfsprekender dat er
7
overeenstemming was in normen en waarden, vanuit de gedeelde levensbeschouwelijke achtergrond van school en gezin. Voor kinderen waren de normen en waarden herkenbaar en daardoor makkelijker om zich eigen te maken. Belangrijke sfeerbepalers, die natuurlijk ook direct in verbinding staan met het bovenstaande, zijn onze weeksluitingen, onze schoolbrede slotdagen en allerlei andere activiteiten als de voorjaarsmarkt, de sport-speldagen en de vieringen. De gerichtheid op relatie, de kringgesprekken, de levensbeschouwelijke achtergrond, de weeksluitingen en vieringen, hebben er sterk aan bijgedragen dat de kinderen zich verbonden voelden met zichzelf, met elkaar en met de school. Het gevoel van verbondenheid is in de loop van de jaren bij wijze van speken in de muren van de school gaan zitten.
De 21ste eeuw De samenleving heeft de laatste decennia heel wat veranderingen ondergaan. Dit geldt ook voor de context waarin de Zevensprong zich bevindt. De school staat midden in de samenleving en krijgt dan ook te maken met spanningsvelden die door deze veranderingen worden opgeroepen. De Zevensprong heeft op eigen wijze steeds geprobeerd hier passend op in te spelen. Het team van de Zevensprong heeft, ondanks de toenemende individualisering in de samenleving, vast gehouden aan haar klassikale concept. Hierbij staat de groepsgerichte benadering voorop en wordt de groep als een oefenplaats gezien voor burgerschap en sociale ontwikkeling. Leren samenwerken en het stimuleren van hun inlevingsvermogen zijn voorbeelden van competenties die kinderen daarbij opdoen. Het vasthouden aan deze ogenschijnlijke ouderwetse benadering blijkt achteraf zeer verstandig te zijn geweest. Veel scholen hebben door hun ver doorgevoerde individuele benadering moeten constateren dat ze het overzicht kwijtraakten en dat het schoolklimaat verkilde, doordat het gevoel van verbondenheid sterk was afgenomen. Eind 20ste eeuw agendeerde minister Ritzen dan ook weer de aandacht voor normen en waarden. De overheid toetst haar scholen in haar integraal Schooltoezicht, dat sinds 1998 wordt uitgevoerd door de inspecteurs
8
van het basisonderwijs. Naast de kwaliteitszorg is het beoordelen van het pedagogisch klimaat en de sociale veiligheid van elke bezochte school een ‘hot’ item. De toenemende verantwoordingsplicht resulteerde in de begin van deze eeuw tot het meer beleidsmatig vastleggen van de wijze waarop het onderwijs georganiseerd werd. Dat gebeurde ook op de Zevensprong. Met de toenmalige directeur, Rob Hekker, heeft het team schoolregels, afspraken, routines en de daarmee samenhangende protocollen vastgelegd. En goed voorbeeld daarvan is het pestprotocol. In 2010 is de Zevensprong begonnen met de Vreedzame School. Door het gebruik van de methode ‘De Vreedzame School’ schenkt De Zevensprong structureel aandacht aan de sociaal rode draad
40
jaar
-
lekker sfeertje
emotionele competenties (zoals constructief conflicten oplossen, omgaan met boosheid, omgaan met diversiteit, empathie en verplaatsen in anderen), aan leerling-participatie en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het in stand houden van een goed pedagogisch klimaat gaat niet vanzelf. Elk teamlid op de Zevensprong wordt verwacht zich te richten op de missie, die we ons gezamenlijk ten doel hebben gesteld, namelijk: ‘Wij willen als Zevensprong een ontmoetingsplek zijn in de wijk Padbroek waar wij als onderwijsprofessionals met kinderen, ouders, kernpartners en bondgenoten ons inspannen om de ontwikkeling van ieder kind optimaal te laten verlopen… “. Van ouders en partners verwachten wij dat zij in gesprek blijven met leerkracht en school, ook als de relatie onder druk staat.
rode draad
40
jaar
-
lekker sfeertje
Voor de kinderen is het belangrijk dat school en ouders willen investeren in het bij elkaar brengen van hun beider werelden, die steeds verder uit elkaar lijken te komen liggen. De traditionele Boemerang, de ouderkamer, groepsnieuwsbrieven, oudergesprekken, koffie-uurtjes, ouderavonden, ouderparticipatie en ouderpanelavonden zijn goede mogelijkheden om de betrokkenheid van ouders bij het schoolgebeuren te vergroten. We merken dat, wanneer de ouders vaker en beter in staat zijn ‘een kijkje in de onderwijskeuken te nemen’, de relatie tussen school en gezin verbetert. Door met elkaar te communiceren, leert men elkaar beter kennen en waarderen. Als men daar gezamenlijk in slaagt, zal het pedagogisch klimaat niet alleen stimulerend en uitdagend zijn voor de kinderen maar zeker ook voor leerkrachten en ouders. En dat is alleszins de moeite waard.
9
b...
lu rc je n a k es le t to er d oe m es le n a V
geen aandacht meer hoefde te acht, dat als een kind kon lezen, er ged d wer den gele lang zo niet Nog nodig is om de ek heeft echter aangetoond dat het erzo Ond n. leze het van niek tech worden besteed aan de ite hebben met te scherpen. Zeker kinderen die moe aan en n ude erho ond te eren kind leesvaardigheid van n. Maar hoe maak je het n ondersteund worden bij het leze baa oop ooll sch hele de de uren lezen, moeten ged (nog) geen ster in zijn? lezen nou leuk voor kinderen die er l van haar tijd aan het ensprong, besteedt een groot dee Zev de op ent sist ijsas erw ond r, Soe Trudy en, onder andere met het leren a steuntje in de rug kunnen gebruik extr een die eren kind van en eleid beg lezen. d hoe het er aan eten, dus Trudy weet ook nog goe gez g pron ens Zev de op ook ben Trudy’s kinderen heb klein waren, was het heel ‘leesmoeders’. “Toen mijn kinderen van t aak gem d wer ruik geb er toe ging toen Dit gebeurde in de klas, week met een groepje kinderen las. per r kee e twe der moe als je dat normaal bestond uit vier kinderen en een ld op hun eigen niveau. Elk groep dee inge en war eren kind alle rbij waa Je hield in een schriftje bij waar je groepje lazen uit hetzelfde boekje. ‘leesmoeder’ en alle kinderen uit het te van belang was erg gezellig, maar ook een druk Het . kon er verd rna daa r kee de je gebleven was, zodat hardop liet lezen.” omdat je de kinderen om de beurt meer als leesmoeder zoveel moeder meer beschikbaar niet lang er zijn n allee niet ren; Tijden verande ste kinderen tegenwoordig de ken; ook hebben verreweg de mee wer huis ens buit er vak ds stee ze omdat der tijd erg veranderd. Ik merk dat puter. Trudy: “Kinderen zijn in de loop com of et tabl een r ove king chik bes en dit vaak kinderen te leren lezen. Kinderen vind om zijn kan del mid hulp a prim een tablet of computer een op de bank.” ook nog leuker dan met een boek schooltijd, maar de g de ‘Leeskanjerclub’; eerst onder pron ens Zev de op er is en zev of Sinds een jaar n om kinderen op een it. Deze club is in het leven geroepe vite acti olse cho ens buit als jaar e laatste twe ‘Leeskanjerclub’ wordt n lezen. Kinderen die lid zijn van de gaa te r mee en uler stim te ier man r andere zijdes bij elkaar op te tellen. Wannee week te lezen, en de gelezen blad per n kere tal aan een om d raag gev oma. Trudy: “Het clubgevoel en het gelezen, verdient het kind een dipl er een bepaald aantal bladzijdes is en leren dat lezen gevoel. De kinderen zijn enthousiast itief pos een eren kind ft gee ’s oma verdienen van dipl als je een boek niet leuk ken te praten. Het feit dat ik zeg dat boe en n leze r ove l vee r doo zijn ook leuk kan en een ander boek uit vindt, je dat boek weg moet leggen oel dat ze de regie moet zoeken, geeft kinderen het gev itief. Het belangrijkste in handen hebben en dat werkt pos de ‘Leeskanjerclub’ effect is dat de meeste kinderen bij ze meer lezen gaat lezen leuker gaan vinden en doordat l bereikt.” hun niveau omhoog. Dan is het doe
Monique Hermers
10
van leesmoeder tot leeskanjerclub
Schoolvoetbal met trainer Jan Schaap
Training in Haps, vlnr: Remco Losekoot, Maickel vd Acker, Jeroen van Hagen, Günther Robben.
De eerste speelminuten
Trainer Jan Schaap
Pieter (ten Haaf) kijkt naar een vijftal krantenknipsels over de successen en ‘de catastrofe’ van het schooljaar 1986-87 en weet met een brede grijns te vertellen dat in 1983-1984 de eerste schoolvoetbalexploten van de Zevensprong de geschiedenisboeken in zijn gegaan. Samen met Coos en Adrie organiseerde hij al in de beginjaren het voetbal voor basisschoolleerlingen zoals we dat nu nog kennen. Het waren gezellige, sportieve en recreatieve dagen waarop gevoetbald werd tegen andere basisscholen in de omgeving. Het doet deugd dat een paar simpele partijtjes voetbal jaren later nog altijd ‘zoete’ herinneringen oproepen bij voetballertjes, begeleiders, ouders en leerkrachten.
Al in het schooljaar 1986-87 speelde een groepje jongens uit de klassen 5 en 6 (groep 7 en 8) in clubverband bij JVC-Cuijk. Dat was ‘een goede lichting’ in sportief opzicht. Aangevuld met een paar andere voetballertjes werd daarom ‘prestatief’ aan het toernooi deelgenomen en de organisatie vanuit de school vroeg twee ouders om het team te begeleiden. De vaders Peter van den Akker en Jan Schaap, respectievelijk begeleider en trainer, namen deze schone taak op zich onder algehele coördinatie van Adrie van de Ven. Jan vertelt dat hij in die jaren behalve postbode ook trainer was bij ‘Hapse Boys’ en daarnaast met heel veel plezier onze groep van aanwijzingen en bemoedigende woorden voorzag. Dat Jan
S choolvoetbal
met trainer
J an S chaap
11
nu nog altijd actief is als trainer van de D-jeugd bij Constantia (Wanroij), bewijst dat hij ervoor geknipt was. Het enthousiasme is nog altijd van zijn gezicht af te lezen.
Van Cuijk tot Zeist De schoolvoetbaltoernooien werden door het hele land georganiseerd en dus ook in Cuijk. De kampioenen van de plaatselijke toernooien troffen elkaar in de regionale wedstrijden. Voor Jan en z’n jongens betekende dit een trip naar Wilbertoord waar, u raadt het al, glansrijk gewonnen werd. Daarna stond de volgende horde op het programma, het Brabants kampioenschap in Den Bosch op 5 mei 1987. Voor de voetballertjes was het een mooie aanvulling op hun schoolprogramma. De sfeer van een toernooi, met enthousiaste klasgenoten, ouders, broers en zussen langs de lijn en het samen klaren van een klus… Het zijn geweldige ervaringen. Dat een trouwe groep fans mee reisden naar Den Bosch was dan ook geen verrassing. Daar zagen ze De Zevensprong weer de eerste prijs in ontvangst nemen en dat betekende niet minder dan dat onze school zich bij de beste tien van Nederland had geplaatst. Uiteraard moest dat gevierd worden! Terug in Cuijk volgde een zegetocht; met de beker langs scholen en klassen. Het team mocht de beker ‘even’ laten zien op de dependance maar bezocht ‘in de roes van de overwinning’ een paar adressen waar de mennekes van drinken en iets lekkers werden voorzien. Met enige vertraging kwam het zestiental uiteindelijk weer in de buurt van De Zevensprong
waar een groepsfoto gemaakt werd. Toenmalig directeur, Cees, voor wie ‘even’ niet zo lang hoefde duren als voor de voetballertjes, heeft het team tenslotte weer de schoolbanken in gedirigeerd. Maar, hoe het ook zij, van de zegetocht genieten we nog altijd na. Wat een feest! De tien beste voetballers mochten in het KNVBcentrum in Zeist in een onderling treffen de vier finaleplaatsen verdelen. Dit is het centrum waar het Nederlands elftal zijn traint. Tussen haakjes, de GPS in het hoofd van Pieter heeft toen het hele gezelschap op een dwaalspoor gezet, zo diepen we op uit de annalen.
Wat cijfers Voor geïnteresseerden nog even wat resultaten. De vier poulewedstrijden verliepen goed, drie maal winst tegen basisscholen uit Dordrecht (3-0), Sliedrecht en Katwijk aan Zee (beiden 1-0) en een 0-0 gelijkspel tegen Gouda. De kruisfinale tegen de nummer twee uit de andere poule, uit het Drentse Dalen, bepaalde wie tot de finale zou doordringen. Na een zinderende wedstrijd die in een 0-0 gelijkspel eindigde, moesten strafschoppen uiteindelijk de beslissing forceren. De Zevensprong werd winnaar. Doelman Günther Robben hield namelijk de zesde strafschop tegen en daarmee was de finaleplaats een feit. Jan Schaap weet nog hoe intens de feestvreugde in het kleedlokaal was. ‘De meesten hielden de ogen niet droog, zo blij waren ze.’ De kranten tekenden uitspraken op van de ‘vedettes’. Martijn; ‘Toen ik in Zeist liep, dacht ik, hier op dit stukje gras heeft Marco van Basten gespuugd, daarom doe
Teamfoto’s
12
S choolvoetbal
met trainer
J an S chaap
ik het nu ook’. Of Simon: ‘Je kunt je gewoon niet inhouden, wij maken nooit meer zo iets mee. Onze tegenstanders wisten zelfs niet waar Cuijk lag. Nou, dat hebben we ze even duidelijk gemaakt’. Jan Schaap zegt het zo: ‘Met de Hapse Boys ben ik kampioen geworden. Dat was prachtig, maar dit is wel zo geweldig. Met geen pen te beschrijven!’ Ook Jan’s vrouw Annie was altijd van de partij en kijkt met genoegen terug op deze leuke tijd. Na het behalen van de finale heeft Annie thuis nota bene voor de hele groep friet gebakken. ouderbetrokkenheid! Jan en Annie kennen de voetballertjes na 27 jaar nog allemaal bij naam en dat gegeven onderstreept dat het niet alleen voor ons, kinderen, een hele belevenis was maar niet minder voor de ouders. Jan zegt, ‘De een had een extra aai over zijn bol nodig, de ander moest ik een keer extra uitleggen wat de bedoeling was’. Als trainer maakte hij een mix van spelers waarbij iedereen aan de beurt kwam en zijn aandeel in het team kon leveren.
De finale Jan vertelt dat hij in deze periode drie maal met de groep trainde. Niet alleen om een aantal standaard spelsituaties en spelhervattingen te verfijnen maar vooral ook om het teamgevoel te versterken; je bent trainer of je bent het niet. Jan zegt: ‘Er is toch niks mooiers dan met zo’n groep jongens met voetbal bezig te zijn.’ Een week voor de finale kwamen we nog een keer samen op de velden van de Hapse Boys om op 17 juni 1987 voor de laatste keer naar Zeist te gaan. Was die regenachtige speeldag een voorbode? In de
laatste tactische bespreking kort voor de wedstrijd tegen de Aloysiusschool uit het Utrechtse Monster zegt Jan: ‘Vandaag luister je alleen naar mij en Peter. Niet naar de meesters, die hebben geen verstand van voetbal. En ik wil geen bleke gezichten meer zien! Weg met die zenuwen! Gewoon voetballen en mondje dicht tegen de scheids!’ De aansporing zette niet voldoende zoden aan de dijk. Na verlies in de eerste wedstrijd (1-2), werd ook de strijd om het brons uiteindelijk verloren (0-1). Vierde van Nederland bleek voor de jongens het hoogst haalbare. Een jaar later (1987-88) schopte een enigszins gewijzigd elftal het ‘slechts’ tot Brabants kampioen. Wederom een mooi resultaat, hoe dan ook.
De herinnering Wat rest, zijn mooie verhalen, krantenartikels en een heuse filmreportage. Jan heeft zijn werk met heel veel plezier gedaan en lacht nog altijd van oor tot oor als hij de oude verhalen opdiept. De avond voor ons gesprek heeft hij met Annie de vliering afgezocht naar foto’s en artikeltjes. Zonder resultaat. De documentatie is waarschijnlijk ‘geërfd’ door zijn zoon Ramon, een van de voetballers. Wel kan kan hij nog altijd met gepaste trots het geschenk laten zien waarmee zijn team hem bedankte, een medaille met de tekst: ‘Bedankt voor alles namens Team 1 Zevensprong 1987’. Jeroen van Hagen een ster van weleer
generaties
S choolvoetbal
met trainer
J an S chaap
13
De slang
velletjes verloren en vernieuwd Even terug in de tijd De Zevensprong bestaat bijna 25 jaar. Om dit te vieren worden er allerlei activiteiten georganiseerd. Als moeder van 4 kinderen, die alle vier op de Zevensprong zaten, was ik hier actief bij betrokken. Ik ben kunstenares en buiten schooltijden gaf ik cursussen bij Artiflex en was ik tijdens schooltijden actief als lees, knutsel, hulpmoeder. Door de toenmalige directeur Cees Kaaij (die veel van mijn beeldend werk kende), werd ik gevraagd of ik niet iets voor de school als aandenken van het jubileum kon maken. Ik dacht direct dat het iets moest zijn dat door de kinderen gemaakt zou zijn voor de school. Na het nodige overleg kreeg ik toestemming om hiervoor de muur van de gymzaal te gebruiken. Hier konden de leerlingen en ik namelijk een levensgroot mozaïek maken. Al eerder had ik met leerlingen van deze school een olifant gemaakt van houten pallets in het kader van een kunstproject. Deze staat symbool voor de stevige basis die leerlingen op de Zevensprong door jaren meekrijgen. De keuze voor de slang had een duidelijke reden. Een slang staat onder andere voor levenskracht en ook verliest hij, om door te groeien, zijn oude huid voor een nieuw fris velletje. Zo ook verliest de school elk jaar de achtste groepers. Hun basis is gelegd en zij verlaten deze school om naar de middelbare school te gaan. Er komen telkens weer nieuwe leerlingen bij, zo vernieuwd de school jaar in jaar uit. Doordat ik de muur van de gymzaal mocht gebruiken, kon het een erg groot kunstwerk worden. De keuze voor een mozaïek was hierdoor een logisch gevolg. Zeker ook doordat deze opzet alle leerlingen een echte, goede bijdrage konden leveren. Om dit voor elkaar te krijgen hebben alle leerlingen, van alle groepen, minstens vier verschillende tegeltjes van klei gemaakt. Ze mochten zelf weten wat er op stond 14
De
slang
–
velletjes verloren en vernieuwd
als het maar wat met school te maken had. Dat kon dus heel erg breed zijn. Alle tegeltjes kregen hierdoor een heel persoonlijk karakter, waardoor nu nog steeds veel oud-leerlingen precies hun eigen tegeltje eruit weten te halen. Door twee verschillende soorten klei te gebruiken, de boven- en de middenbouw, kon een mooi, subtiel patroon in de slang worden aangebracht. Al deze tegeltjes zijn gebakken in de steenfabriek van Milsbeek. Dit omdat ze allemaal tegelijk in de oven konden en er niet of nauwelijks kleurverschil kon ontstaan. Nadat deze tegeltjes allemaal
De
slang
–
velletjes verloren en vernieuwd
gebakken waren, zijn ze in het goede patroon tegen de muur aan gemetseld. Daarna is het geheel keurig gevoegd. Dit alles was een zeer precies en nauwkeurig werk. Inmiddels, een aantal jaren later staan mijn vier kinderen ook voor de klas en zij hebben, net als zoveel kinderen, hun velletjes verloren en vernieuwd. Zij denken nog met enige regelmaat met veel plezier terug aan hun tijd op de Zevensprong. Kitty Kengen
15
“Een slotdag moet
Frans hoeft niet lang na te denken over mijn vraag of ik hem voor het 40-jarig jubileum van De Zevensprong mag interviewen over de slotdag. ‘Ja leuk! Zullen we dan ergens in het dorp afspreken?’ Onder het genot van een kop koffie en thee vloog de tijd en zijn we zonder er erg in te hebben anderhalf uur verder. Met duidelijk plezier denkt Frans terug aan alle slotdagen die hij op De Zevensprong heeft meegemaakt. Dat zijn er veel, en allemaal met hetzelfde plezier georganiseerd. Liefde, en de passie om er samen met alle leerkrachten en kinderen ook écht iets moois van te maken.
Weeksluiting Toen De Zevensprong nog maar net bestond, kwam de toenmalige directeur, Rob Ziekman, op het idee om elke week met een weeksluiting af te ronden. Elke week, u leest het goed. Ik weet nog dat Rob in het begin meteen zei: ‘En nu verwacht ik vrijdag van iedere klas een stukje.’ Dat was natuurlijk meteen ontzettend mooi. Deze weeksluitingen zijn nog altijd de basis van de slotdag. Kinderen ervaren wat het betekent om op het podium te staan.’ Aan het eind van het eerste schooljaar was er meteen al een grote voorstelling. Er werd een bestaand toneelstuk op de planken gebracht. Hoe heette het ook al weer…? Iets van ‘De tijdmachine van professor Brik’? Het 16
werd opgevoerd in de hal. Rob Ziekman dirigeerde een koortje van kinderen uit groep acht.’ Onze wijk Padbroek en dus ook de school groeiden als kool en al snel werd het praktischer om de voorstellingen aan het einde van het schooljaar in de gymzaal te houden. De kleuters deden in die dagen een soort kleutermusical en groep acht nam afscheid met een toneelstuk. Daarnaast was er een soort Oudercabaret. Frans herinnert het zich nog goed: ‘Dat was erg leuk. Ik weet nog dat ze bij het afscheid van Rob Ziekman en de kapelaan -ja, die was er toen nog, voor de godsdienstlessen- zongen van: ‘Dag Rob Ziekman, dag meneer Kapelaan, zonder jullie zal het ook wel gaan!’
E en
slotdag moet gewoon móói zijn !
gewoon móói zijn!” Schouwburg Frans vertelt: ‘De volgende directeur was Cees Kaaij. Die was van meet af aan erg enthousiast over de voorstellingen van De Zevensprong. ‘Dit moeten we in de schouwburg doen!’ En zo werd het geregeld. Cees speelde zelf ook graag een rol… Het werd ‘Peter de Kater’, ook weer een bestaand stuk over de gelaarsde kat. Frans heeft er zelf een paar liedjes bij bedacht. ‘Behalve Cees traden nog enkele leerkrachten voor het voetlicht, weet Frans te vertellen ‘Max stond op de planken, Ser, Catrien, Piet, Coos…’ ‘Of Frans zelf ook nog een rolletje gespeeld heeft?’ ‘Nee, ik speelde gitaar!’ Frans kende de technici van de Schouwburg goed. ‘Zij waren praktisch vrienden van me. Overleg vond veelal in het café plaats; daar werden de afspraken gemaakt over licht en geluid. De technici vonden het prachtig. Hoe mooier en beter licht en geluid verzorgd werd, hoe leuker zij het vonden.’
Koning van Katoren In de werkgroep van de slotdag zaten uiteraard meer mensen. Frans: ‘Dat deed ik natuurlijk niet
E en
slotdag moet gewoon móói zijn !
alleen. Petra, Lia, Adrie van de Ven, Martin de Graaf… We hebben samen ‘Koning van Katoren’ geschreven. Echt helemaal zelf naar het boek van Jan Terlouw. We waren trots als een pauw. De Vara had zelfs interesse! Daarom moesten we het na de zomervakantie nog eens opvoeren voor de mensen van de Vara. Dat was nog een hele organisatie want de oud groep-achters waren al van school en moesten onverwacht allemaal weer bij elkaar gebracht worden. Dat lukte wonderwel. Achteraf was de Vara toch niet zo enthousiast omdat het stuk veel te lang duurde, drie en een half uur…’
Glans en Glitter De eindvoorstelling was iets van de hele school. Alle leerkrachten werkten mee om de slotdag tot een succes te maken. Decors bouwen, schilderen… Frans: ‘Op een gegeven moment vonden de andere docenten dan ook: ‘Waarom doen de kinderen van onze eigen klassen niet ook gewoon mee?’ Toen werd het een verhaal van alle klassen. We kwamen op het idee om een talentenshow te doen, waarbij alle kinderen iets konden laten zien.’ De eerste
17
slotdag op die manier was de ‘Glans en Glittershow. Frans, ‘Dat was ook zo mooi! Ons decor was een wit doek van tien bij zes meter, waarop in zilveren letters ‘SHOW’ stond. De letters waren beplakt met zilveren bakjes die ze van de slager hadden gekregen. En de ‘O’ was open. Vanuit die ‘O’ konden de kinderen via een trap prachtig opkomen. Het was een hele klus om dat te maken en daar zijn veel vrije uurtjes aan besteed. Maar ja… toen waren we nog gek!’
Decors Frans lacht. ‘Tja… door alle taken die er voor leerkrachten zijn bijgekomen, kan zoiets echt niet meer. Toen vonden we dat gewoon leuk. We hebben vaker van die enorme decors gemaakt in die tijd in de schouwburg. Ik herinner me ‘Sjakie en de chocoladefabriek’. Ook zo’n spektakel! Maar ook de levensgrote ‘Indische waterlelies’ voor de slotdag ‘Een dagje Efteling’. Die lelies konden echt open en dicht. Ze waren zo groot dat de kinderen erin konden dansen. Ik herinner me ook een gigantisch doek met Jeroen Bosch-achtige schilderingen. Dat was het decor voor ‘Het land van Maas en Waal’. Niet normaal! Het was echt prachtig!’ Frans weet nog dat hij en Max ooit ’s avonds met een decorstuk bezig waren op het podium in de schouwburg en dat ze eigenlijk moesten stoppen, omdat er een film zou worden gedraaid. ‘Wij vroegen of we niet gewoon konden doorwerken, als we helemaal achter het filmdoek zouden gaan zitten. Dat kon toen dus gewoon! Wij schoven op, zij lieten het filmdoek wat zakken en het was voor mekaar! Haha! Hebben we de film gezien aan de achterkant van het doek!’ 18
Circus Tent ‘Er was destijds veel mogelijk in de Schouwburg; je mocht toen veel meer dan nu. In de tijd dat er verbouwd ging worden, konden wij ons helemaal uitleven. Ik herinner me de voorstelling ‘Circus Tent’. Dat was een feest! Alles mocht; spijkers in de muren, verf op de vloer. Het maakte niks uit! We konden ons uitleven.’ Met een vette knipoog: ‘Vermeldenswaardig is ook dat we toen Pieter ten Haaf hebben afgeschoten. Met een kanon. Een geweldige act! Pieter klom in het kanon, waarna een tweede man met een wit zakdoekje zwaaide vanuit de loop en Pieter stiekem via een luik in het podium naar het balkon achter in de zaal rende. Wij moesten aftellen van 10 naar 0 om de tijd te overbruggen. Toen het kanon werd ‘afgeschoten’, zocht het zoeklicht het balkon, en daar stond Pieter te zwaaien! Een volleerde illusionist…
Meer muziek ‘Zo hadden we ook een keer een kerstorkestje geformeerd. Echt een mooi orkestje: wat dwarsfluiten, blokfluiten en zelfs een viool… Dat bracht Cees Kaaij op het idee om ook in de slotdag meer met muziek te gaan verwerken. In dat jaar heb ik ‘Dorp zonder muziek’ geschreven, op basis van een verhaaltje van twee bladzijden. Daar moest van alles bij verzonnen worden, natuurlijk. Een heel leuk tafereel waren de kleuters; die speelden typistes op een kantoor van Adler, op de muziek van de ‘Typewriter’. Erg grappig! Heel bijzonder, dat ook de kleintjes konden meedoen aan de slotdag.’
E en
slotdag moet gewoon móói zijn !
Beleving van de hele school Frans klinkt apetrots over De Zevensprong: ‘Iedere school geeft les in rekenen, taal en lezen. Dat doen wij natuurlijk ook, maar de manier waarop wij op De Zevensprong de weeksluitingen en de slotdag vormgeven, is echt bijzonder. Het is iets van de hele school. Alle groepen doen mee en zo wordt het een belevenis van de hele school… In groep 1/2 zitten moeders kleding te maken, in groep 8 oefenen de kinderen een dans in… Tegen het eind van het schooljaar gonst de school van de activiteit. Prachtig!’ Er zijn ook steeds meer ouders gaan meehelpen met de decors. En sommige ouders speelden zelfs mee! Frans: ‘Dat gaf een voorstelling extra cachet, dat er ook volwassenen aan meespelen. Dat maakt de slotdag nog meer een feest van iedereen.’
Podium op school Omdat de schouwburg uiteindelijk te duur werd en er op den duur teveel tijd en energie gestoken moest worden in het maken van de decors -er deden ook steeds meer kinderen mee- kwam er een vast podium in de school. Dat kwam ook goed van pas voor de weeksluitingen. Die klus is geklaard door leerkrachten in de weekeinden. Er kwam ook theaterdoek voor het podium. Sindsdien vinden de weeksluitingen en de slotdag plaats op een echt podium in de school. Het podium stond in figuurlijke zin altijd al centraal in De Zevensprong; sindsdien is dat letterlijk zo!
Geheim van de slotdag Wat is het geheim van een goede slotdag? Frans vindt dat het verhaal spannend moet zijn. ‘Ook is het fijn als er liedjes in zitten ter afwisseling. Liedjes zijn ook handig om het verhaal nog een extra accent te
E en
slotdag moet gewoon móói zijn !
geven. Alle kinderen moeten het verhaal kunnen volgen. En ach… Ik ben gewoon een sentimentele teut, dus ik vind het ook altijd leuk als er iets ontroerends, iets liefs in zit. Dat is kost voor de oma’s in de zaal! Een slotdag moet gewoon móói zijn! Ook is het heel belangrijk dat leerkrachten de talenten van kinderen ontdekken en die benutten. Heb je een klas waarin veel kinderen kunnen eenwieleren, dan maak je daar een stukje mee. Mariëtte is daar heel sterk in maar alle leerkrachten besteden daar graag aandacht aan.’
Een robijn uit de woestijn Veel voorstellingen zijn meer dan een keer gebruikt. Bijvoorbeeld ‘Pluk van de Petteflet’, ‘Dorp zonder muziek’, ‘Sjakie en de chocoladefabriek’, ‘Glans en Glittershow’, ‘Het spoorloze honderdje’, ‘Een dagje Efteling’… Welke slotdag Frans graag nog eens opgevoerd zou willen zien? ‘Daar hoef ik niet over na te denken: ‘Suske en Wiske en de Robijn uit de woestijn’, een van mijn favorieten. Dat was een leuke slotdag! Heel bijzonder, omdat toen veel volwassenen meededen, onder wie twee vaders. En juf Janneke als tante Sidonia. Een spannend verhaal met veel humor en veel muziek. Een koor van Wiskes zong tussendoor mooie liedjes. Ik herinner me een snoezig knuffelliedje door de kleuters toen Wiske haar Schanulleke kwijt was. Er stond toen ook een prachtige tijdmachine op het podium van professor Barabas die de personages van de een naar de andere plek kon flitsen… Het was een mooi verhaal!’ Frans herinnert zich een moeder die achteraf naar Frans toe kwam. ‘Ze had de hele bieb afgezocht naar ‘Suske en Wiske en de Robijn uit de woestijn’. Tevergeefs; het hele verhaal was door ons verzonnen!’
19
Stokje overgedragen Inmiddels is Frans een tijdje met pensioen en is het ‘slotdagstokje’ overgedragen aan Janneke. Van haar hand waren onder andere ‘Gratis voor niks’, ‘Nooit de buren bijten’, ‘Diederik uit Blik’ en ‘De Zevensprong’. Janneke was ook de regisseur. Inspiratie wordt vaak geput uit bestaande verhalen, die worden bewerkt tot een toneelstuk. Er is nog altijd veel muziek en alle klassen nemen deel met hun bijdrage. Ook dit jaar is de slotdag weer geïnspireerd op een bestaand boek, dat bijna iedereen wel zal kennen! Welk boek het is, blijft nog even geheim… Wat vindt Frans van de ‘nieuwe’ slotdagen? Hij komt immers nog elk jaar kijken. Frans vindt het nog steeds prachtig! ‘Soms zitten er wel stukjes in die ik zelf anders zou hebben gedaan, maar dat ligt voor de hand. ‘Diederik uit Blik’ vond ik erg mooi, en ik herinner me ook een geweldige scène in ‘De Zevensprong’ met een draak die door de zaal kwam. De rook kwam uit zijn snuit. Super! En.. Als ze ooit nog eens ‘Suske en Wiske’ gaan doen, wil ik met alle plezier helpen met het spelen van de liedjes! Ik heb ze allemaal nog thuis!’ Het staat genoteerd Frans! Janneke Kusters leerkracht
Teamfoto’s
20
E en
slotdag moet gewoon móói zijn !
“De kinderen vermaakten zich prima” ‘De Zevensprong was de eerste Cuijkse school waar kinderen in de middagpauze konden overblijven. Op 13 november 1984 ben ik gestart met twee buurmeisjes, Anke en Leonie Plas, twee kinderen uit Haps, Tineke en Thijs Jansen, en Joyce en Simone Lensen. Als startkapitaal kreeg ik 25 gulden van Kees Kaaij. Daarvan werden bordjes, bekers,Yogi, melk, een thermoskan voor de thee en wat knutselspullen gekocht. En, niet te vergeten, dropjes voor in de dropjespot. Het overblijflokaal was in de ‘zijsprong’, een bijgebouw naast de Zevensprong. De onkosten per kind bedroegen 2 gulden. Er waren veel vergaderingen nodig voordat het bestuur en de oudercommissie het hierover eens waren. Na een paar weken kwamen er wat meer kinderen bij. De ouders kregen er steeds meer vertrouwen in en al gauw waren er 10 tot 15 kinderen per dag. Omdat de inkomsten ook toenamen, kon ik wat meer leuke spulletjes kopen. Het voetbalspel, boekjes, puzzels, ballen… noem maar op. Ook kwam er een heerlijke ‘plofbank’ om lekker op te hangen en te lezen. De kinderen vermaakten zich prima tussen de middag en voelden zich al gauw thuis. In de wintermaanden maakte ik thuis twee kannen warme chocolademelk. Heel bijzonder was het eigen Sinterklaasfeest en
De
kinderen vermaakten zich prima
onze kerstavond. De kinderen vonden dat geweldig omdat die alleen voor de overblijvers waren. En aan het begin van de zomervakantie namen we afscheid van elkaar met een ijsje. Van verschillende scholen in Cuijk kreeg ik het verzoek om een keer te mogen komen kijken hoe wij, als eerste school in de gemeente, het overblijven geregeld hadden. Ik heb de overblijvers 13 jaar alleen begeleid en daarna is Jacqueline Ditters erbij gekomen. Er kwamen steeds meer overblijvers bij. Jacqueline en ik hebben dit werk door de jaren heen met veel plezier gedaan. Moet ook wel want anders hou je dat ook niet zolang vol. Jacqueline is uiteindelijk acht jaar overblijfmoeder geweest en ik 21 jaar. Ik kom nog altijd veel overblijvers van toen tegen. Die zijn nu inmiddels volwassen. De meesten roepen nog altijd heel uitbundig: ‘hoi overblijfmoeder’. Wij trekken daaruit de conclusie dat we het al die jaren samen goed hebben gedaan. Telkens wanneer ik langs de Zevensprong kom, denk ik met weemoed terug aan die fantastische overblijftijd en het gezellige team.’ Lia van den Hanenberg 1e overblijfmoeder van de Zevensprong
21
“Schoolartsen van nu zien de kinderen niet meer” Gesprek met Mieke van Maanen, schoolarts en jeugdarts Een paar dagen na ons gesprek belt mevrouw Mieke van Maanen me op. Ze heeft extra nagedacht over mijn vraag: ‘hoe De Zevensprong in haar geheugen gegrift staat?’’ Ze weet het nu zeker: ‘Het was in Cuijk de eerste katholieke school met leerkrachten, ouders en dus ook kinderen die nieuw in Cuijk kwamen. Er heerste een sfeer van samen die school opbouwen. Niet met iemand die van bovenaf alles wel regelt. Je voelde er echt een nieuw elan’. De Zevenspong is in die tijd een ‘nieuwe school in groei’. In een wijk die ook steeds groter wordt en steeds meer inwoners krijgt, die dus van buiten Cuijk komen. Heel bijzonder is voor haar de integratie van de kleuterschool en lagere school in één gebouw tot een basisschool. Niet alleen is dat gemakkelijk voor de schoolartsendienst; het maakt ook het contact binnen de school heel anders. De lijnen zijn korter, want in een koffiepauze zie je iedereen en is een praatje of een afspraak zo gemaakt. Ze trof een team aan waarvan ze nog weet dat ze hart voor de zaak hadden en tot haar verbazing én opluchting bleken ook de ouders zich moeiteloos aan te passen in die omstandigheden. ‘Neem bijvoorbeeld de lijsten die wij ophingen met de tijden van de afspraken. Ouders regelden onderling de wisselingen als iemand niet kon; geweldig toch!’ Uit haar mond zal ik geen onvertogen woord horen over De Zevensprong. Ze voelde zich er prettig en er was figuurlijk en letterlijk altijd plaats voor de schoolartsendienst, meestal in de tijdelijk afgestane lerarenkamer. Ze heeft in sommige andere scholen in heel wat verschillende hokjes en kamertjes haar werk moeten doen.
“Wij zagen álle kinderen” Uiteraard wil ik weten wat vooral de taak is van een schoolarts. Eigenlijk klinkt dan vooral het woord ‘preventie’ uit haar mond. In opvoedingssituaties bij opgroeiende kinderen kunnen zich problemen 22
voordoen. Het is de taak van een schoolarts om die dreigende problematiek op de sporen. Dat kan van alles zijn. Van doofheid tot gezichtsstoornissen, van hartkwalen tot ernstige zorgindicaties op geestelijk of lichamelijk gebied. Alle kinderen kwamen meerdere keren voorbij en dankzij die vroege signalering zijn waarschijnlijk veel problemen voorkomen. Mieke van Maanen weet dat zeker: ‘Wij zagen álle kinderen -gezond of niet- we hadden contact met ze en tot de start op de middelbare school altijd met een ouder erbij. Tegenwoordig is dat niet meer. Kinderen worden op school nauwelijks meer gezien door de schoolartsendienst. Die komt daar niet meer. Als ze bij het laatste bezoek aan het consultatiebureau als peuter gezond bevonden worden, ziet de schoolarts ze niet meer. Daarna, als een kind vier jaar is, volgt nu alleen nog een papieren controle, door de ouders ingevuld, en moet de schoolarts afgaan op de melding van de ouders of de school. Dat kan toch niet! Welke moeder kijkt met een deskundig oog naar de houding en de rug van haar kind? Juist in de groei onder anderen een heel belangrijk aandachtspunt. Er kunnen later veel zorgkosten bespaard worden, als een afwijking tijdig gesignaleerd wordt.’ Voor haar is het ook logisch dat álle kinderen gezien moeten worden. Mevrouw Mieke van Maanen: ‘Hoe wil je een afwijking aan een kind zien, als je niet weet hoe een gezond kind is. De tijd en de gewoontes veranderen zo snel en je kunt pas goed werk afleveren als je een totaal overzicht hebt.’ En goed werk leverde ze af. Tot op de dag vandaag
S choolartsen
van nu zien de kinderen niet meer
ontmoet ze kinderen en hun ouders van vroeger die haar verhalen vertellen over de contacten met haar én over de vele adviezen die ze gaf. ‘Ik verwees door naar speciale begeleiding voor kinderen met een motorische storing. Bij afwijkingen in gezondheid of lichaamsbouw gaf ik adviezen om aan sport te gaan doen en welke sport misschien het beste was: judo, voetballen of hockey of hoe dan ook. Wie doet dat nu nog’, vraagt ze zich af.
pels’ zijn en was ze duidelijk in haar commentaar. ‘Ik heb al die jaren met veel plezier gewerkt. Het is een mooie taak die we als jeugdartsen te vervullen hebben maar, als ik zó zou moeten werken als nu gevraagd wordt, was ik er nooit meer aan begonnen. Ik zou met de huidige regelingen en voorwaarden geen jeugdarts meer willen zijn’, zegt ze strijdvaardig. ‘Het directe contact met het kind is me heilig! Ik zou zo overgaan op een particuliere praktijk’.
“Ik zou geen schoolarts meer willen zijn”
Met genoegen kijk ik terug op mijn gesprek met mevrouw Mieke van Maanen. Een inhoudelijke en prettige ontmoeting met een vrouw die staat voor haar werk omdat ze van kinderen houdt. De Zevensprong heeft vele jaren van haar wijsheid en diensten gebruik mogen maken.
Ze was niet altijd even gemakkelijk voor haar latere ‘bazen’ in de organisatie en omgeving. Die kritische houding liet ze vooral blijken als de kwaliteit van het werk van de schoolartsendienst in gevaar kwam. Ze stond en staat voor de goede zaak van haar dienst en op dat moment wilde ze best ‘de luis in de S choolartsen
van nu zien de kinderen niet meer
Herman van Rhee
23
Het gebouw in een drieluik Dassenburcht 36 ‘Cuijk heeft in nieuwe wijk zuid eerste gecombineerde kleuter- en lagere school’, kopte een plaatselijke krant in 1973. Gedoeld werd op een gebouw waar kinderen van 4 tot 12 jaar geïntegreerd onderwijs zouden gaan krijgen. Hiermee werd vooruitgelopen op de integratie van het vroegere kleuter- en lager onderwijs in de nu bekende basisschool. Met vijf personeelsleden is er in augustus ’73 van start gegaan in een gebouw dat nog rook naar de verf en dat zich bevond in een wijk die eigenlijk nog niet bestond: Padbroek moest voor het grootste gedeelte nog gebouwd worden. Dat ging snel. Met de regelmaat van de klok werden nieuwe woningen opgeleverd, kwamen nieuwe bewoners in de wijk en nieuwe kinderen op school. Na twee jaar kwam ook een openbare school in de wijk, de Harlekijn. Uniek voor die tijd was dat de samenwerking altijd optimaal was. Bij elke aanmelding werd over en weer gewezen op het bestaan van de andere school. Zelfs heeft De Zevensprong een tijdlang gebruik gemaakt van twee lokalen van De Harlekijn. Dat functioneerde perfect! Anno 2014 kleeft er een hoop nostalgie aan het
OPtimus bouw aa n IKC in Padbroek
24
oude schoolgebouw. Het gebouw barst figuurlijke en bijna letterlijk uit haar voegen van alle opgeslokte bruisende verhalen. Maar haar hart klopt nog elke dag even krachtig. De kinderen hebben als onderdeel van het jubileum het schoolgebouw met kunstenaars tot een kunstobject verheven. We staan op de vooravond van sloop van dit prachtige gebouw, maar nemen ‘het Heilige hart’ mee naar onze tijdelijke school.
Tijdelijke school aan de Jan van Cuijkstraat Het integraal kindcentrum gaat gebouwd worden op de huidige locatie van de Zevensprong. Dat betekent dat we even een ‘zijsprongetje’ moeten maken naar een andere tijdelijke plek voor de Zevensprong. In eerste instantie hadden we graag gewild dat de tijdelijke huisvesting op het ‘rode veldje’ naast de school werd geplaatst. Hier bleek echter nog nader onderzoek te moeten plaatsvinden naar stortgas. De aanpassingen die gedaan moeten worden om deze plek op een veilige manier te bebouwen, brengen zoveel kosten met zich mee dat we zijn gaan
Optimus bouw t ee IKC in Padbroe n k
H et
gebouw in een drieluik
123
zoeken naar een alternatieve locatie. Gemakkelijk was dat niet maar we hebben deze gevonden. In de zomervakantie 2014 gaan we verhuizen naar het oude ROC gebouw aan het begin van de Jan van Cuijkstraat. Een sfeervol gebouw uit de jaren 60. De nieuwbouw zal een jaar tot anderhalf jaar in beslag nemen. Daarna kunnen we het nieuwe IKC gebouw betrekken, samen met de Harlekijn en kinderopvangorganisatie Spring.
Integraal Kindcentrum terug op heilige grond In 1973 werd het vernieuwende concept van geïntegreerd onderwijs voor 4 t/m 12 jarigen neergezet in Padbroek. Na 40 jaar maken we de volgende stap door een integraal kindcentrum neer te zetten voor 0 t/m 12 jarigen. Ook vernieuwend en in haar uitwerking vooroplopend in de regio. Projectarchitect Huub Frencken heeft een prachtig ontwerp gemaakt. De integraliteit is zichtbaar doordat de klassen van de Harlekijn en de Zevensprong op leeftijdsfuncties zijn ingedeeld en tevens door elkaar zitten. Het jonge kind (groepen
H et
gebouw in een drieluik
1-3, Peuterspeelzaal, kinderdagverblijf) komt op de begane grond en de midden- en bovenbouw groepen worden gesitueerd rond leerpleinen op de eerste verdieping. Huub Frencken;”Een gebouw is altijd meer dan alleen maar een aaneenrijging van ruimtes. Achter elk gebouw steekt een gedachte ten aanzien van het beoogd gebruik, de gewenste uitstraling, de inbedding in de omgeving, de maatschappelijke betekenis en relevantie. Een gebouw vertelt een verhaal. Onze ambitie is het wezen van het gebouw te treffen en dat tot leven te brengen” Tekeningen en verslagen zijn te vinden op de website
www.ikcpadbroekcuijk.nl
25
“De Zevensprong is van meet af aan de school van kinderen en ouders” Gesprek met Rob Ziekman, de eerste directeur van De Zevensprong Het begin Als we naar de cijfers kijken, was Rob Ziekman nog geen vijf jaar directeur van De Zevensprong maar de basis die hij in die korte tijd heeft gelegd, kenmerkt nu nog steeds de school. Met vijf leerkrachten en ongeveer tachtig leerlingen begon De Zevensprong op 1 augustus 1973 in een splinternieuw gebouw in een al even splinternieuwe woonwijk van Cuijk, Padbroek. En om maar meteen een groot misverstand weg te nemen: de naam De Zevensprong heeft niets te maken met het boek van Tonke Dragt (1967). Rob weet dat zeker omdat deze naam gekozen is uit een lijst van 118 andere namen en z’n eigen vrouw Ine en een leerling, Jeroen van Baardewijk, de bedenkers waren. De reden waarom voor ‘De Zevensprong’ gekozen is, betekende meteen een boodschap voor de school zelf: zeven stappen op de basisschool – zes op de lagere school en één op de kleuterschool. Het beeld dat daarvoor tot op de dag van vandaag symbool staat, is van de toen in Cuijk woonachtige beeldhouwer Gerard Bruning (1900-‘83). Vooral dat aspect, alle kinderen vanaf vier jaar samen in één gebouw, maakte De Zevensprong uniek in Cuijk en ver daarbuiten. Dit onderwijsconcept was nieuw in die tijd en werd ook niet door iedereen even hoog gewaardeerd. Een anekdote: ‘Ik weet nog dat één van de sprekers bij de opening van de school op donderdag 22 november 1973 sprak over de opening van twee scholen, terwijl de overige zes sprekers ons juist allemaal feliciteerden met de opzet van één basisschool vanaf vier jaar’, herinnert Rob Ziekman zich.
26
De eerste directeur van de Zevensprong, Rob Ziekman
D e Z evensprong
is van meet af aan de school van kinderen en ouders
Groeischool in nieuwe wijk De nieuwe school stond in een groeiwijk, waarvan de bewoners uit het hele land kwamen om in Cuijk dankzij nieuwe industriële ontwikkelingen hun brood te verdienen. Dat gold voor bijna iedereen en ook voor de leerkrachten. Rob Ziekman zelf is geboren in Nijmegen. Tot hij in januari 1973 benoemd werd in Cuijk was hij leerkracht op een Jenaplanschool in het Twentse Enschede. ‘Vanaf die benoeming tot de opening van de school was ik, als het even kon, in Cuijk. Ik wilde de wijk zien groeien, de mensen treffen, bij de bouw van de school aanwezig zijn en daar waar het kon, zelfs nog adviezen geven over aanpassingen. Ik kreeg van het toenmalige schoolbestuur de vrijheid om de school naar eigen inzicht een gezicht te geven’, weet hij nog. Dat eigen gezicht kwam er en kreeg gestalte in de vier pijlers waarop de onderwijsvisie van De Zevensprong gebouwd is.
De vier onderwijspijlers De grondgedachte die de eerste pijler vormde, was het uitgangspunt dat op onderwijsniveau gewerkt moet worden in relatie tot de mogelijkheden van het individuele kind. ‘Dat geldt natuurlijk vooral op het niveau van taal en rekenen. In die vakken kenden we zogenaamde A, B en C taken,’ nuanceert Rob Ziekman. Alle overige vakken en activiteiten bleven voor iedereen in de klas dezelfde. Logisch is de tweede pijler van De Zevensprong. Rob Ziekman: ‘De ouderbetrokkenheid stond heel hoog op de lijst van uitgangspunten. Ingaan op vragen en opmerkingen van hen. Ze betrekken bij schoolactiviteiten. Ouders in de klas halen als ondersteuning bij lezen en handwerken. Van die betrokkenheid profiteerde de school maar ook de ouders maakten er graag gebruik van. In een nieuwe wijk, waarin veel bewoners elkaar niet of nauwelijks kenden, vormde de school van de kinderen een welkom bindmiddel. Daar troffen zij elkaar en werden vaak de eerste contacten gelegd. Vanuit het Jenaplan onderwijs nam Rob Ziekman het onderwijskundig principe ‘de Kring’ mee, de derde pijler. Iedere dag begint met een kringgesprek waarin uiteraard de nieuwtjes en verhaaltjes over van alles ter sprake komen maar waarin door de leerkracht ook maatschappelijke en actuele thema’s aan de orde worden gesteld. ‘En het bevorderde niet in het minst de spreekvaardigheid van kinderen D e Z evensprong
is van meet af aan de school van kinderen en ouders
in het openbaar’, weet de eerste directeur van De Zevensprong. De vierde pijler is ‘de weeksluiting’ of eigenlijk: ‘vieringen binnen school’. Het ging daarbij niet alleen om de vrijdagmiddagen, maar ook om de kerstviering, aandacht voor Pasen, Carnaval voor de kinderen, middagen en sportdagen door de ouders verzorgd en vaak ook activiteiten voor de ouders zelf. Voor die laatste groep waren er speciale avonden met fietstochten en feestjes’, aldus Rob Ziekman.
Twee scholen in Padbroek Veel waardering spreekt Rob Ziekman uit voor zijn te vroeg overleden collega directeur Jan Peeters van ‘De Harlekijn’, de openbare school, die twee jaar later in 1975 in de wijk Padbroek gebouwd werd. Rob Ziekman: ‘Vanaf het eerste begin was er een geweldige openheid en samenwerking. Niet op onderwijskundig terrein, daarin gingen we onze eigen weg, wel op andere, organisatorische zaken. We hebben zelfs enkele jaren twee leerkrachten in het gebouw van de Harlekijn gehad. Dat kwam ook omdat wij van elkaar wisten dat wij ouders die een kind kwamen aanmelden, consequent van elkaars school op de hoogte brachten. Onze school behoorde als katholieke school tot het bijzonder onderwijs, De Harlekijn was openbaar en de keuze voor één van de twee was aan de ouders. Er was binnen de teams geen sprake van concurrentie. Als we elkaar konden helpen, deden we dat.’
Rob, de goochelaar Na het vertrek van Rob bleef zijn vrouw Ine nog jarenlang leerkracht op De Zevensprong. Rob zelf was een paar weken geleden nog op school om zijn grote hobby, goochelen, aan de kinderen te tonen. ‘Weet je wat zo leuk was. Het optreden gebeurde voor de hele school tegelijk -geen kleuters en oudere kinderen gescheiden van elkaar- en er was aandacht van de eerste tot de laatste minuut!’ Zijn ogen straalden toen hij het vertelde! Herman van Rhee
27
Elf gouden jaren op de Zevensprong van 1981 – 1992 Hallo collega’s en leerlingen, Met een harde Noordoostpassaat in de rug en zit ik jullie te schrijven op het strand van ‘Donkey Beach Bonaire’. Ik geniet van onze paasvakantie. Toen ik in 1992 afscheid nam van De Zevensprong, had meneer Frans een prachtige potpourri van exotische droomliedjes voor mij geschreven. Liggend in een strandstoel en onder een heuse palmboom werden mij allerlei prachtige vooruitzichten toegewenst, waarbij die donker schone Bonairiaanse onder mijn bed wel de mooiste was. Het duurde echter enkele jaren voor dat allemaal echt uitkwam. Met die donkere schone ‘Mila’ ben ik op 6 mei alweer 15 jaar getrouwd. Waar blijft de tijd?
Mijn tijd op De Zevensprong. Na 3 jaar invalwerk zag ik het allemaal even niet meer zitten. Ik was bezig met een kroeg, opleiding fotografie, leraar tekenen en handvaardigheid en een laatste sollicitatiebrief voor een halve baan op de Zevensprong. ‘Ik werd aangenomen!’ Mijn droom kwam uit, werken op de school waar ik altijd al had willen werken. Na de ‘Kuukse kermis’ was de halve baan al verruild voor een eigen klas (2e) met drie geweldige klassenouders. Een pittige klas waar ik meteen m’n handen vol aan had. Daarna nog drie keer klas 2 op de dependance. We hadden onze eigen weeksluitingen, gymzaal en sportveld, fijne collega’s, veel gein en voetbalpraat over JVC en Vianen Vooruit met conciërge Henk, die ooit nog eens m’n stropdas afknipte. Terugkijkend mag ik concluderen dat ik in die elf jaar enorm veel ervaring heb opgedaan. Ervaring die me later op Bonaire goed van pas kwam. Lesgeven, de persoonlijke omgang met m’n leerlingen, samenwerking met collega’s, de ouders,
28
het vergaderen en het organiseren van activiteiten hebben van mij een complete leerkracht gemaakt. Extra vermelding verdienen de onvermijdelijke fietsen speurtochten met de ouders en collega’s aan het einde van het schooljaar. Geweldig in elkaar gezet door Ton Lensen en Herman van Rhee en helaas vaak met dezelfde winnaar -het kost me nu nog moeite- meneer Coos. Gelukkig mochten wij ook weleens het zoet van de overwinning proeven en een lange neus maken naar Coos en de dames die altijd weer alleen bij hem in het groepje wilden zitten. Bij de nazit in het ‘Doehuis’ bleef het niet bij twee biertjes. Ik weet niet of dat het gebeurde na afloop van zo’n ‘drankgelag’; wat ik wel weet, is, dat ik samen met conciërge Henk, op weg naar huis, in de sloot ben beland. Lachen! En wat te denken van die prachtige kampioenschappen met onze voetbalelftallen? Vele malen regionaal kampioen, twee keer Brabants Kampioen en vervolgens naar de Nederlandse kampioenschappen. Telkens weer bij de eerste vier en dan net niet eerste worden. Meneer Cees vond het allemaal maar niks. Mochten we Nederlands kampioen worden, dan moest hij de ‘platte kar’ regelen en de opvang van het team. Hij gaf liever leiding aan zijn school, daar stond hij voor. Voetbal was slechts bijzaak, maar het leverde wel fantastische PR op. Hoe vaak haalden we niet de kranten. Wij waren ‘De Zevensprong’ en we leefden De Zevensprong’. Ouders kozen voor sfeer, kwaliteit en vooral ook voor creativiteit. Die creativiteit vond altijd zijn hoogtepunt in de beroemde ‘slotdag’ aan het einde van het jaar. De voorbereidingen begonnen
E lf
gouden jaren op de
Z evensprong
Adrie van de Ven vanuit Bonaire
al vijf maanden van tevoren. De commissie boog zich over het thema en ging aan het werk om acts te bedenken. Soms werd er ook gekozen voor een boek. ‘Koning van Katoren’, ‘Sjakie en de Chocoladefabriek’ en ‘Dorp zonder muziek’ bijvoorbeeld. Onder bezielende leiding van meneer Frans, die het scenario voor z’n rekening nam. In de laatste weken werden decorstukken en grote toneeldoeken geschilderd. Ik herinner me een optreden van de klas van meneer Max, die een act opvoerde op het nummer van het ‘Land van Maas en Waal’. Dat was een van de mooiste doeken we ooit hebben gemaakt, geheel gebaseerd op taferelen uit schilderijen van Hieronymus Bosch. Het was op de Zevensprong dus altijd pieken aan het eind van het schooljaar, terwijl de normale schoolse zaken gewoon doorgingen. De sportdag, de klassenuitjes en de kampen van de groepen 8 in St.Tunnis waren altijd weer geweldig. Met als hoogtepunt het ‘zwart maken’ van de gezichten voor de bosspellen. Meneer Frans, Coos, Lia, A3 en andere collega’s stonden klaar om bovenop je te duiken, zodat je je rietje moest inleveren. De laatste schooldag was het aftellen geblazen en gingen we voor de traditionele ‘onderwijsborrel‘ naar ‘de Kansas’. Met veel alcohol werd er tot in de late uurtjes teruggekeken op het schooljaar en werd de vakantie ingeluid.
E lf
gouden jaren op de
Z evensprong
Zoals het er nu naar uitziet, zal ik helaas niet op de reünie aanwezig kunnen zijn, maar wens jullie vanaf Bonaire een geweldige feest toe. “Bedankt collega’s en leerlingen voor elf fantastische, gouden jaren”. A3 van de Ven.
29
”Een succesvolle, sfeervolle en veilige leeromgeving daar draait het om” Mij werd gevraagd als Zevenspronger met lange staat van dienst een bijdrage te leveren aan het Jubileum Magazine; een duidelijke maar zeer omvattende opdracht. ‘De Zevensprong door de jaren heen.’ Mijn eerste gedachte waren enkele vragen die ik mezelf stelde: ‘Is er veel verschil tussen de kinderen van toen en nu? Is er verschil tussen de rol van ouders toen en nu binnen het Zevenspronggebeuren? Wat was de rol van de leerkracht veertig jaar geleden en wat is die nu? En daarmee hebben we het dan ook meteen over het onderwijssysteem van toen en nu. Laten we als uitgangspunt nemen, dat de school een afspiegeling was en nog steeds is van de maatschappij en van hieruit de verschillen tussen boven genoemde groepen belichten, kinderen, ouders, docenten... Natuurlijk beginnen we dan met de belangrijkste groep in een school, ‘onze’ kinderen. In mijn beleving is ‘het kind’ in al die jaren niet of nauwelijks veranderd. Een kleuter van nu speelt bijvoorbeeld nog met even veel plezier met de bolderkar of kleuterfiets dan een kleuter van pakweg 25 jaar geleden. Het kind leert nog met evenveel enthousiasme in groep 3 lezen, schrijven en rekenen en…. het gaat nog met evenveel plezier naar school als vroeger. En nog altijd kennen we de belhamels, de kletsers, de stille ietwat teruggetrokken kinderen, de drukkere kinderen en de kinderen met lees- of rekenproblemen. Het verschil zit hem er vooral in dat een kwart eeuw geleden termen als ADHD, ADD, ODD, dyslexie, dyscalculie en autisme in het onderwijs nog niet bestonden. Ook toen werd geprobeerd deze kinderen zo goed mogelijk te begrijpen; alleen lukte dat in mindere mate dan nu het geval is. Stonden in de tachtiger en negentiger jaren creativiteit en vrijblijvendheid centraal in maatschappij en school; nu is presteren een groot goed geworden. Elke leerling dient zelfs een passend
30
onderwijsarrangement te krijgen. Zo niet, dan word je door de onderwijsinspectie op de vingers getikt met alle gevolgen van dien. De vakken rekenen en begrijpend lezen zijn leidend geworden binnen ons onderwijssysteem. Alle prestaties dienen te worden vastgelegd in onderwijsvolgsystemen. Als leerkracht dien je je steeds meer op te stellen als begeleider en coach van de kinderen. Kinderen worden al op zeer jonge leeftijd aangezet tot zelfstandig werken. En natuurlijk doen computers in de late jaren negentig hun intrede. Overal computers, digiborden en zelfs mini tablets in de klassen. Geweldige hulpmiddelen om het onderwijsaanbod op een nog hoger niveau te tillen. Dat was vroeger wel anders. Natuurlijk waren de vakken rekenen en taal vroeger ook belangrijk maar in het rooster was er toen wel meer ruimte voor vakken als muziek, tekenen, knutselen en natuurlijk de kringgesprekken. Er werden andere prioriteiten en doelen gesteld aan het onderwijs. Het was elk jaar weer een kunst om alle lees-, knutsel- en andere moeders een plek te geven binnen de organisatie. Er waren veel ouders die participeerden binnen ons ‘Zevensprongonderwijs’. Onderwijsverantwoordelijkheden werden zelfs met de ouders gedeeld. Vandaag de dag is de naam ‘ouderparticipatie’ veranderd in ‘ouderbetrokkenheid’. Ook een leuke naam maar hij duidt wel op een verschuiving in het denken. Het is gelijk gebleven, dat zowel toen als nu alles erop is gericht om onze kinderen een succesvolle, sfeervolle en veilige leeromgeving te bieden en terugkijkend stel ik vooral vast dat beide concepten daar ruimschoots in zijn geslaagd. Ik kijk terug op 37 hele mooie jaren op onze school met leuke collega’s, gezellige, goed meedenkende ouders en super kinderen. Allemaal samen zijn zij veertig jaar Zevensprong. Een hartelijke onderwijsgroet van meneer Coos
meneer
C oos
Gekookte aardappelen en kip
Het leven in groep 8 bestaat uit louter hoogtepunten. Eén daarvan is het kamp. In de geschiedenis van De Zevensprong is groep 8 te gast geweest op allerlei locaties. Met de hele klas op de fiets. Weer of geen weer. In het begin namen we ons ‘overlevingspakket’ mee, gewoon, achter op je fiets. Later werden alle tassen, koffers en andere benodigdheden met een busje naar de bestemming gebracht. Dat was veel veiliger en er bezweken geen fietsen meer onder de zware last. Het kamp zorgde ook voor veel voorpret. De meester of juffrouw vertelde vooraf het een en ander van voorgaande jaren en veel kinderen hadden een broer of zus, een buurjongen of buurmeisje, die wisten hoe geweldig het was. Dat verhoogde de spanning. Hoe zou het dit jaar gaan? Zou er weer iets geks gebeuren? De verhalen maakten de kinderen lekker. Wij gingen eens op kamp naar Ledeacker en stonden ’s morgens vroeg klaar bij school. De fiets bepakt met een enorme tas afgeladen met benodigdheden en onnodige zaken. Toen de laatste instructies waren gegeven en alle ouders een dikke
G ekookte
aardappelen en kip
knuffel hadden gekregen, was er de tijd van vertrek. We zagen de ouders hun kinderen uitzwaaien tot ze helemaal uit het zicht verdwenen waren. Een weekje is een eeuwigheid als de kinderen op kamp zijn. We gingen op weg naar De Nullen 7 in Ledeacker en maakten een tussenstop bij het Oorlogsmuseum in Overloon. Daar kregen we een rondleiding en mochten daarna nog wat rondkijken. Voor de meeste kinderen kon het niet snel genoeg klaar zijn. We wilden naar de boerderij en wel zo snel mogelijk. Onderweg werd er gezellig gekletst en werd onderling afgesproken wie nu naast wie zou slapen. Meteen na aankomst werd de slaapplek in orde gemaakt; de één had dat geregeld in vijf minuten en de ander stond na een kwartier nog zijn luchtbedje op te pompen. Daarna kon het kamp echt beginnen. Eerst nog even de boel verkennen; Het sanitair? Waar gaan we eten? En dan snel naar buiten. Achter op het veldje de kampvuurplaats, bekend van de bijpassende liedjes en spannende verhalen. Iets verderop hét bos. Ik weet ook nog precies wat er de eerste avond op het menu stond, gekookte aardappelen met kip. Gek dat dit soort kleinigheidjes je bijblijven…
31
De dagen daarna hadden we een erg druk programma. Spellen in groepjes rondom de boerderij. Bijvoorbeeld op een rubberen band aan een touw droog aan de overkant van een slootje komen. Je klasgenoten over (of in!) het water trekken; wat is er grappiger dan dat! Niet iedereen redde het droog aan de overkant te komen en dat zorgde voor hilariteit alom. Ook speelden we levend Stratego in het bos en, zoals zat hoort, duurde het dan een eeuwigheid om de vlag te veroveren. In het begin was iedereen fanatiek bezig om zijn vlag te verdedigen, maar ondertussen was iedereen ook stiekem bezig het bos te verkennen voor het nachtspel. Wanneer we dan ’s avonds het bos in mochten voor ons beroemde ‘rietjes-spel’, stond iedereen stijf van zenuwen en spanning. Om beurten mochten er groepjes naar het bos, wat op zich al spannend genoeg is in het donker, en dan hoorde je ook nog gegil en geschreeuw in de verte… Je wist niet wat er precies ging gebeuren maar wist wel dat het heel spannend zou worden. Eenmaal in het bos verspreidden we ons om de pakkans kleiner te maken. En hoe verder we kwamen, hoe meer klasgenoten we terug zagen, sommigen half in shock van de schrik. Uiteraard was er ook een fuif, zoals we dat in die tijd noemden. Tafels en stoelen aan de kant, chips en limonade, discolampen en harde muziek. Er werd naar hartenlust gedanst, ook door de leraren, en bij de leerlingen werkte dat natuurlijk op de lachspieren. Kost voor de jeugd! De fietstocht terug verliep aanmerkelijk rustiger dan de heenreis. Iedereen was vermoeid en keek er naar uit om weer lekker thuis te zijn. De ouders stonden er uiteraard om ons van verre te begroeten. Een ervaring om nooit te vergeten. Nicole Letemahulu
32
G ekookte
aardappelen en kip
Een ouder en buurman van het eerste uur In februari 1973 kwamen we in Padbroek wonen, aan de Dassenburcht. De mooie bestrating van nu lag er nog niet. De toegang bestond uit zand, klei en heel veel kuilen. We konden trouwens alleen bij huis komen vanaf de Houtsnipwal via de ook nog niet verharde paden tussen de huizenblokken. De riolering was nog niet aangesloten; dat gebeurde pas na de eerste week. In die tijd gold: ‘wilt u dit huis of niet, anders is het weg’. Woongarant moest ook nog worden uitgevonden. Woonden we zelf min of meer in een huis op een bouwplaats; tegenover ons werd echt nieuwbouw gepleegd: er kwam een basisschool. Dat kwam wel erg goed uit want onze zoon werd in mei vier jaar en onze dochter twee. Die konden mooi naar de nieuwe school. Dat lukte; in oktober ongeveer was de bouw klaar en kon onze oudste naar de kleuterschool. Aan een ‘kiss-and-ride-strook’ hadden we geen behoefte; de voordeur open en hij kon zo de school in lopen. De Dassenburcht was toen nog doodlopend, dus er was nauwelijks verkeer, en de autodichtheid was
aanmerkelijk lager in die jaren. Veel buren waren ook jonge ouders of pas getrouwd en er was dus een redelijke kinderdichtheid in de straat. We hielden rekening met onverwacht overstekende jeugd. Ook onze dochter kon twee jaar daarna worden ingeschreven voor de kleuterschool. Beide kinderen hebben op De Zevensprong rustig een gedegen basis kunnen leggen voor het middelbaar onderwijs en verdere scholing. De oudste werd materiaalkundig ingenieur en de jongste doctor in de economie. Daarmee heeft ook de school zich bewezen. Bij mij werd meer dan zestig jaar terug het hoofdrekenen in mijn hoofd gestampt en het zit er nog steeds geheid in. Het wetenschappelijk werk van mijn dochter, de econome, gaat mijn pet weliswaar te boven maar als het om hoofdrekenen gaat, versla ik haar moeiteloos. Zo heeft elke tijd zijn eigen speerpunten in het onderwijs. Nu zien we zelfs dat scholen worden opgericht rond een elektronische leien-griffel. Ik hoop dat die kinderen over veertig jaar nog op papier kunnen schrijven. Hoe het ook zij: Zevensprong: van harte gefeliciteerd en blijf doorgaan op je hoge niveau!
Sjef Rensman
Teamfoto’s
E en
ouder en buurman van het eerste uur
33
Netwerk van dierbare herinneringen Als je alle belangrijke en minder belangrijke bijzaken weg denkt, is veertig jaar De Zevensprong in de eerste plaats veertig jaar leven en samenleven. Alles wat er in die lange periode gebeurd en gepresteerd is, hangt daarmee samen. Kinderen leren lezen en schrijven, rekenen, denken, spelen, voelen, fantaseren, zich uiten… Het zijn allemaal stukjes van het leven dat kinderen ontdekken, samen met elkaar en een hele groep mensen om hen heen. Andere kinderen, ouders, docenten, medewerkers vormen heel letterlijk een samenleving. Met alles wat daar bij hoort, goed en kwaad, mooi en lelijk, lief en leed. Een jubileum gaat daarom eigenlijk over mensen. Die hebben De Zevensprong gemaakt tot wat ze nu is. In die veertig jaar zijn kinderen ouders geworden die zelf soms weer kinderen op school hebben, zijn ieder jaar alle verjaardagen gevierd met speciale aandacht voor ieder meisje, iedere jongen, iedere juf en iedere meester. Ontelbare keren hebben we elkaar een lang leven toegezongen en hebben we genoten van wat we voor elkaar mochten betekenen. Maar ons leven, en ook dat van De Zevensprong, kent eveneens zijn zorgen, zijn verdriet, zijn pijn. Een kind dat ziek is, een ouder, een leerkracht. Mensen van wie we hielden en die bij ons hoorden, zijn gestorven maar blijven leven in onze herinneringen. Samen hebben we ons best gedaan om een goed plekje te geven aan alles wat bij ons leven hoort. We hebben genoten van elkaar, zijn soms heel boos geweest en hebben dat toch mooi samen opgelost. Als een kind of een leerkracht verdrietig was, zijn we samen om hen heen gaan staan om te troosten en de droefheid te delen. Soms zijn we samen heel stil geweest, omdat er een kind, een ouder of grootouder gestorven was. Op die manier is De Zevensprong niet alleen een samenleving van mensen die nu deel uit maken van de school; in onze beleving horen de mensen die weggevallen zijn er even goed bij. Ze leven voort in onze herinnering. We lachen nog een keer om alles wat we gedeeld hebben, we vertellen oude en 34
nieuwe verhalen waarin zij een plekje hebben. En, als we ons jubileum vieren, vieren we ook de jaren die zij met ons hebben gedeeld. Als we daar echt bij stil staan, merken we dat het over heel veel mensen in en rond De Zevensprong gaat; teveel om op te noemen en ook zoveel dat het ons niet lukt om ze allemaal te herinneren. Maar, dat is het mooie van samenleven, dat is ook niet nodig, want je hoeft het niet alleen te doen. Ieder van ons heeft ook zijn eigen herinneringen en koestert die. Op die manier wordt de herinnering toch levend gehouden van alle mensen die ooit samen De Zevensprong gevormd hebben. We gedenken samen alle mensen die weggevallen zijn uit het leven van de school en allemaal krijgen ze op die manier een plekje in het hart van de school. Een plekje in ons hart. Soms, als het verlies nog niet gesleten is, doet die herinnering veel pijn, maar al gauw is er bij alle verdriet ook plek voor een glimlach of zelfs een schaterlach. In ieder geval zijn we blij om deze mensen gekend te hebben en hebben we waardering voor alles wat ze voor De Zevensprong betekend hebben. Daarom is het fijn om samen te mogen vieren; op die manier blijven deze mensen leven in onze herinnering. N etwerk
van dierbare herinneringen
Colofon Hoofdredacteur: Ben Bongaards
Fotografie: Marcel Ditters
Website: http://www.zevensprongcuijk.nl
Redactie: Jacqueline Ditters Jeroen van Hagen Monique Hermers Joyce Lensen Nicole Letemahulu Herman van Rhee
Jubileumlogo: Jeannette Bielderman
Adres: Dassenburcht 36 5431 JZ Cuijk
Eindredacteur: Wim Spijkerboer Met dank aan: Coos Elbers Mariëtte Floothuis Lia van den Hanenberg Frans Hendriks Kimberley Janssen Kitty Kengen Janneke Kusters Mieke van Maanen Sjef Rensman Jan Schaap Adrie van der Ven e.a.
Vormgeving/ontwerp: Studio 024 - Wijchen www.studio024.nl Drukwerk: Media Mail Wijchen www.mediamail.nl
Telefoonnummer: 0485 - 314 521 E-mailadres:
[email protected] Twitter: @7sprongcuijk