%EN UITGAVE VAN DE .EDERLANDSE 6ERENIGING VAN -AKELAARS s *AARGANG s NR s NOVEMBER s ZIE OOK WWWNVMNL
Het fraaie herstel van de woonbranche
2
Druten schiet te hulp met restschuldlening
3
Krimpdebat: ‘De urgentie is niet minder geworden’
6
3UZE 'EHEM MEDEOPRICHTER $E 'ROENE 'RACHTEN
‘Ik ben van oorsprong een enorme idealist’ Ze is jong (29), heeft een prachtige blonde krullenbos en is zeer bevlogen. Suze Gehem werd drie jaar geleden gevraagd door verschillende multinationals, maar ze ging toch aan de slag voor de Stichting De Groene Grachten, nadat ze via een vriendin had kennisgemaakt met Wubbo Ockels. Hij wist haar enthousiast te maken voor deze nieuwe onderneming. Het doel van De Groene Grachten is de verduurzaming van vooroorlogse panden. Niet alleen meer in de Amsterdamse grachtengordel, maar in het hele land en voor allerlei soorten panden. “Te gek, opeens zit je in de kerkenbusiness”, zegt Suze. Suze Gehem had drie jaar geleden haar ingenieurstitel van de TU Delft op zak en was net terug uit Zuid-Afrika, waar ze een onderzoeksproject in de townships had gedaan. “Ik kwam toen Wubbo Ockels tegen, die zelf in een grachtenpand in Amsterdam woonde. Het was het jaar waarin in Amsterdam ‘400 jaar grachten’ werd gevierd. Wubbo had als één van de weinigen in de grachtengordel zijn huis verduurzaamd. Hij had zonnepanelen op het dak gelegd, zijn pand geïsoleerd, ledlampen aangebracht etc. Maar om zich heen zag hij dat dat bijna niet gebeurde. Toen dacht hij: als ik nu een nieuw initiatief start, waarmee deze eeuwenoude panden verduurzaamd kunnen worden, dan kan dat vervolgens
overal in Nederland. Dat sprak mij enorm aan en toen hebben Wubbo, mijn zakenpartner Jelle Rademaker en ik een flink aantal partners om ons heen verzameld, zoals de gemeente Amsterdam, Philips, ingenieursbureaus, Stadsherstel en allerlei techneuten. Daaruit ontstond De Groene Grachten.” De Groene Grachten richtte zich eerst op vijf Stadsherstelpanden op de Nieuwe Prinsengracht achter Carré. Die werden verbeterd van energielabel G naar A. Daar ging wel eerst twee jaar onderzoek aan vooraf. “Die panden zijn super duurzaam geworden, met isolatiemateriaal, zonnepanelen en nog veel meer dingen”, zegt Suze.
De Groene Grachten heeft het afgelopen jaar zo’n dertig projecten uit het hele land onder handen genomen. “We hebben daar bijvoorbeeld advieswerk voor geleverd. Ook gaan we, als mensen dat willen, met de voeten in de modder, door de bouwbegeleiding te verzorgen. Daarmee kom je veel verder dan rapporten die ergens op de plank belanden. Iedere keer leren we weer bij. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met De Grote Kerk in Den Haag. En we hebben al een inventarisatie gemaakt voor drie kerken in Wassenaar. Opeens zit je in de kerkenbusiness. Dat is heel bijzonder.” Lees verder op pagina 3
Rubrieken Makelen in een veranderende markt 4
Faits divers
5
De eerste woning van Peter Heerschop
8
In de kantlijn: megadistributiecentrum in Zwolle
8
VOORWOORD
*AN -EERMAN VOORZITTER BRANCHEORGANISATIE ).RETAIL
Nuchter blijven bij politiek beladen onderwerp
‘Elk segment is bij ons door een diep dal gegaan’
Onlangs is in de Tweede Kamer de rijksbegroting voor Wonen en Rijksdienst behandeld. Naast een bespreking van de kabinetsplannen wordt dit vaak ook benut als een algemeen jaarlijks podium om over de woningmarkt in de brede zin en actualiteiten te spreken. Deze keer gingen de inbrengen, interrupties en beantwoordingen grotendeels over het LAATSTE DE ACTUELE ASIELINSTROOM
De woonbranche heeft zware jaren achter de rug. De consument hield tijdens de crisisjaren de hand op de knip, waardoor liefst een kwart van de omzet verloren ging. Het herstel van de WONINGMARKT IN LUIDDE ENKELE MAANDEN LATER HET HERSTEL VAN DE WOONBRANCHE IN h6OOR ZIET HET ER OOK GOED UIT MAAR WE ZIJN WEL GEBAAT BIJ EEN STABIELE SITUATIE NATIONAAL EN INTERNATIONAALv STELT *AN -EERMAN VOORZITTER VAN BRANCHEORGANISATIE ).RETAIL 6OLGENS HEM zijn ondanks de crisis niet heel veel woonzaken verdwenen. “Veel ondernemers hebben op hun vermogen ingeteerd en hebben genoegen genomen met lage inkomens.”
Ze gingen meer in het bijzonder over de asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben of krijgen. Deze zogeheten statushouders mogen op zijn minst vijf jaar in Nederland blijven. En zullen dus in ieder geval gedurende die periode ook voor vraag op de woningmarkt zorgen. Zeker in eerste instantie in de sociale huur. En wellicht later ook in de vrije huursector of op de koopmarkt, als zij op basis van hun inkomen niet meer tot de doelgroep van sociale huur behoren. Hoe je verder ook denkt over het vluchtelingenvraagstuk, om bepaalde feiten en cijfers kunnen we niet heen. Enkele weken geleden waren er al zo’n 14.000 statushouders die naar een woning zouden moeten doorstromen, maar nog altijd in een asielzoekerscentrum verblijven. De beschikbaarheid van sociale huurwoningen staat duidelijk onder druk. Dat is overigens geen nieuw fenomeen en het is niet alleen te wijten aan de instroom van immigranten. Ook in andere doelgroepen zijn ontwikkelingen zichtbaar, die tot (langere) wachtlijsten leiden. Het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe, veranderingen in de zorg, langer zelfstandig wonen, om maar wat zaken te noemen. En tegelijk weten we dat er nog honderdduizenden scheefwoners zijn; huishoudens die (in ieder geval op papier) een te hoog inkomen hebben om gebruik te mogen maken van een sociale huurwoning. Het gebrek zit hem dus niet zozeer in het aantal, als wel in de beschikbaarheid van sociale huurwoningen. Nog afgezien van het feit dat wachtlijsten deels ‘vervuild’ worden, bijvoorbeeld door mensen die al in een sociale huurwoning wonen, maar zich opnieuw inschrijven om naar een betere locatie te verhuizen. Wat ik maar wil zeggen is dat een vraagstuk als de huisvesting van statushouders in een breder perspectief geplaatst moet worden. Doen we dat niet, dan komen we niet verder dan hap-snapbeleid, met hooguit oog voor slechts een deel van de problematiek. En van hap-snapbeleid weten we dat het op de langere termijn alleen maar tot nieuwe mismatches leidt. Het is zaak dat we ook bij een politiek beladen onderwerp nuchter blijven en beleid meer samenhangend, toekomstgericht en op basis van feiten vorm geven.
Ger Hukker, voorzitter NVM
Van de Stelt meent dat winkelketens en winkeliers moeten nadenken over nieuwe concepten, die consumenten weer naar de winkels trekken. “Als trend zien we dat een bedrijf als Praxis weer naar de binnensteden trekt. Dat doen ze bijvoorbeeld in Amsterdam. Ook voor woonwinkels zien we mogelijkheden om een leuk stadsconcept neer te zetten. Ik denk dat daar kansen voor de woonbranche liggen.”
Bedreiging
Consumenten gaan in de toekomst nog meer via internet woonproducten kopen.
Ruim een jaar geleden kwam de ommekeer voor de woonbranche. “Halverwege 2014 zagen we dat de omzetdaling in de woonbranche tot stilstand kwam. De omzet ging in de maanden daarna zelfs stijgen”, vertelt Bert-Jan van de Stelt, branchespecialist wonen bij INretail. “Vanaf 2008 zag je bijna alleen maar minnen in de diverse woonsegmenten. Met name midden 2009 en eind 2012/begin 2013 waren dieptepunten.” INretail onderscheidt zes woonsegmenten: meubelspeciaalzaken, slaapspeciaalzaken, woningtextielwinkels, gemengde winkels, keukenzaken en parketspeciaalzaken. ‘Gemengde winkels’ zijn bijvoorbeeld de woonwarenhuizen als Leenbakker of Kwantum. “Elk segment is bij ons door een diep dal gegaan”, zegt Meerman. “Iedereen deed het slecht. Het paradoxale is wel dat er tot en met 2014 meer meters zijn bijgekomen. Dat is het rare in de markt. Maar dat heeft te maken met het feit dat het uitgeven van grond een zeer lucratieve inkomstenbron voor gemeenten was. Dat gebeurde met name aan de randen van gemeenten, omdat dit voor bedrijven goedkope meters waren. Bedrijven gingen daar naartoe, met het idee: als ik hier niet ga zitten, komt mijn collega hier terecht. Dat is allemaal ten koste gegaan van het rendement van bestaande zaken. Er ontstond een soort rat race, gedreven door gemeenten die een tekort hadden op hun begroting. De uitdaging voor de komende tijd is nu: hoe komen we van die overbodige hoeveelheid vierkante meters af? Dat is heel lastig en iedereen zit nu met de handen in het haar.”
Meubelboulevard Voorheen gingen veel kopers van meubels naar de meubelboulevard om zich te oriënteren. Maar door de opkomst van internet is de laatste jaren het belang hiervan sterk afgenomen. Meerman: “We maken ons serieus zorgen over de toekomst van de meubelboulevards. Ook de autoboulevard heeft zijn beste tijd gehad. Wat moet je nu doen met de 140 meubelboulevards die we nu nog in Nederland hebben? Dat is niet duidelijk, want de functie is weg. Het bestaan van die boulevards staat enorm ter discussie. Misschien dat je er een aantal overhoudt, maar die moeten wel iets gaan toevoegen.” Volgens Van de Stelt gaan in de toekomst nog meer consumenten via internet woonproducten kopen. “Er gaan dingen significant veranderen. Designproducten hoef je bijvoorbeeld niet te voelen. Je weet hoe die eruit zien. Woonaccessoires kunnen ook heel makkelijk via internet gekocht worden. Dat geldt ook voor designstoelen. Als er een online platform is, waar die stoelen snel beschikbaar zijn, dan trekt dat kopers aan. De gang naar de winkels zal hierdoor aanzienlijk verminderd worden. Mensen kopen nu al heel gericht en kijken niet meer rond.”
‘Veel ondernemers zijn bereid tegen een heel laag inkomen te blijven werken’ 2
Volgens Van de Stelt vormt een doe-het-zelf-bedrijf als Karwei een bedreiging voor de woonbranche. “Karwei koopt heel goed in en biedt woonproducten aan, die snel beschikbaar zijn. Consumenten hoeven dus niet lang te wachten voordat ze het product in huis krijgen. Ze stonden laatst op de Woonbeurs met een stand vol prachtige producten.” Meerman: “Je ziet branchegrenzen enorm vervagen. Er worden branches met elkaar gecombineerd, zoals mode met wonen. Of dat er een kapper in een herenmodezaak komt. Dit zijn ontwikkelingen, die je tien jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden.” Opvallend is dat veel winkels in de woonbranche de crisis hebben overleefd. “Zo’n 12 procent is tijdens de crisisjaren verdwenen”, zegt Van de Stelt. “Dat valt heel erg mee”, vult Meerman aan. “Veel ondernemers teren in. Ze hebben een eigen pand en zijn bereid tegen een heel laag inkomen te blijven werken. Ze zouden eigenlijk, vanuit bedrijfseconomisch inzicht, moeten stoppen. Maar wat dan? Wat moeten ze dan met hun pand doen, waar ook een stuk van hun pensioen in zit? Ze kunnen ook geen andere baan krijgen, omdat ze vaak al op leeftijd zijn. Ze moeten wel door. Over tien jaar is deze babyboomgeneratie weg en dan komt het accent weer op het bedrijfseconomische aspect te liggen.”
Vertrouwen Van de Stelt en Meerman zijn optimistisch over 2016, maar benadrukken wel dat alles staat of valt met het consumentenvertrouwen. “Het herstel van de huizenmarkt geeft ons vertrouwen, maar op de rest hebben we niet zoveel invloed. We leven in een periode, waarin het gevoel van de consument heel erg snel schommelt. Het blijft onrustig”, meent Meerman. “En stel nu eens voor dat over drie maanden het kabinet valt. Dat is helemaal niet onwaarschijnlijk. Dat is natuurlijk enorm slecht voor het consumentenvertrouwen. Een stabiele politieke situatie in ons land is heel belangrijk voor ons. Maar dat geldt ook voor de internationale situatie. Als er bijvoorbeeld in Irak of Iran iets misgaat, hebben we daar heel veel last van.” Jan Meerman, voorzitter INretail: “Je ziet branchegrenzen enorm vervagen.”
Vervolg van pagina 1
INTERVIEW
‘Ik ontmoette Wubbo op vrijdag en op maandag maakten we plannen’ Suze van Gehem, medeoprichter van De Groene Grachten: “Ik had een heel goede klik met Wubbo Ockels.”
)DEALIST Suze heeft allesbehalve spijt dat ze ervoor koos om De Groene Grachten op te richten, in plaats van werken voor een multinational als Ahold of Siemens. “Ik ben van oorsprong een enorme idealist. Hier kwam alles samen. Het is een stuk ondernemerschap én je droom verwezenlijken. Iets doen, waar je helemaal achter staat. Die grip, op wat ik zou gaan doen, zou ik bij een multinational niet hebben gehad. Mijn opa heeft me van jongs af aan heel erg geïnspireerd. Hij was ambassadeur in Madrid en hij heeft daar vrij abrupt zijn ambt neergelegd, omdat hij niet achter de wapenwedloop stond. Hij is zich daarna volledig voor vrede en veiligheid gaan inzetten. Van kinds af aan heeft dat mij het beeld gegeven: je kúnt helemaal voor je idealen gaan.”
We hebben een plan geschreven, naar partners gezocht en gedacht: we gaan het gewoon dóen! Wubbo heeft ons geleerd om op een positieve manier dingen in te gaan. Dan kun je zoveel bereiken. Het was een man met een aanstekelijke visie.” “We hebben besloten om de naam De Groene Grachten te houden, want daarmee is het allemaal begonnen. Inmiddels hebben we al vier projecten in Bergen op Zoom gedaan. We zijn ook actief in Zuid-Limburg, Wassenaar, Den Haag en in Weesp. In het oosten van het land gaan we nu ook aan de slag. De komende maanden werken we er hard aan om een schaalsprong te maken, naar nog meer projecten in het hele land. Als we iets meer projecten draaien, zijn we ook minder kwetsbaar. En uiteindelijk willen we graag impact maken. Zo veel mogelijk oude gebouwen duurzaam!”, aldus Suze.
Klik De Groene Grachten heeft nu zes medewerkers, allemaal twintigers, en vierde medio oktober het driejarig bestaan. De Stichting moet het nu wel doen zonder inspirator Wubbo
‘We gaan ook met de voeten in de modder aan de slag’
Duurzame Bouwvrouw 2015 Suze Gehem kreeg dit jaar de Duurzame Bouwvrouw Award 2015. Ze ontving de prijs uit handen van de voorzitter van Bouwend Nederland, Maxime Verhagen, tijdens de Dutch Green Building Week. De jury prees haar enthousiasme, idealisme en doorzettingsvermogen om oude panden te verduurzamen. De stap om los te komen van de Amsterdamse grachtengordel zag de jury als een belangrijk pluspunt. Een opvallende bekroning voor iemand die zelf geen Bouwkunde heeft gestudeerd. Suze: “Ik ben van huis uit industrieel ontwerper. Mijn vader is wel architect en mijn jongere broer heeft ook de Bouwkundefaculteit doorlopen. Ik vind het creëren en ontwerpen van dingen heel interessant. Als ontwerper leer je dat heel goed. De bouwsector is mij via mijn vader en mijn broertje met de paplepel ingegoten, maar aan de andere kant is het ook helemaal nieuw. Ik vind het fantastisch om mijn ontwerp skills in te zetten om mensen massaal aan het duurzaam wonen te krijgen.”
De Groene Menukaart
Ockels, die vorig jaar in mei overleed. “Ik heb hem op een vrijdag ontmoet en de maandag daarop begonnen we met de plannen voor De Groene Grachten. We hadden een bijzondere klik.
‘De bouwsector is mij met de paplepel ingegoten’
DRUTEN SCHIET HUIZENKOPER TE HULP MET RESTSCHULDLENING De Gelderse gemeente Druten heeft besloten om potentiële huizenkopers te hulp te schieten met een restschuldlening. Druten is de eerste gemeente in ons land die hiertoe ACTIE ONDERNEEMT 7ETHOUDER -ICHEL ,EPOUTRE $ORPSLIJST $RUTEN h7E VINDEN HET JAMMER dat we op de stoel van een bankier moeten gaan zitten, want dat is niet de bedoeling. Maar we vinden dat we dit moeten oplossen.” Ruim een miljoen huishoudens in Nederland hebben een hypothecaire lening die ‘onder water’ staat. Wanneer zij een nieuw huis willen kopen, worden zij beperkt in de financiering van de restschuld van hun oude woning. De nieuwe restschuldlening wordt als tweede hypotheek verstrekt en moet binnen 15 jaar worden afgelost. De rente hierover is fiscaal aftrekbaar. De Drutense lening bedraagt maximaal 30.000 euro voor de aankoop van een huis van maximaal 250.000 euro. “Deze lening is ontstaan op initiatief van het ministerie van Wonen. Ze hebben dit neergelegd bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Het stimuleringsfonds is met de ontwikkeling van deze lening aan de slag gegaan en heeft vervolgens aan ons gevraagd om als eerste gemeente hiermee te starten. Dit komt onder meer omdat wij ons vrij actief hebben beziggehouden met de starterslening”, zegt wethouder Lepoutre. “De hypotheekrente was zo’n anderhalf jaar geleden ook al erg laag, maar dat werd door de banken niet doorberekend aan de consumenten, de potentiële woningkopers. Toen hebben we ons ook
November 2015
al afgevraagd of we niet een actie konden beginnen om die winsten van de banken te verminderen. Vervolgens heeft het SVn gevraagd of wij een pilot met de restschuldlening wilden gaan draaien. Daar hebben we ‘ja’ op gezegd.”
Sinds vorig jaar is De Groene Menukaart (www.degroenemenukaart.nl) online. Dit is een website waarmee geïnteresseerden een duurzaam plan kunnen maken voor hun vooroorlogse woning of kantoor. Met behulp van een ‘wensenlijstje’ kan de bezoeker in één oogopslag zien hoe hij zijn pand naar eigen wens duurzaam kan maken. “Het was Wubbo’s droom om al onze onderzoeken te vertalen in De Groene Menukaart. Een praktische website voor iedereen die interesse in deze materie heeft. Anders bleef onze studie heel erg hangen in allerlei rapporten, die niemand gaat lezen. Vanaf het moment dat de website online is gegaan, krijgen we vanuit het hele land aanvragen om panden duurzaam te maken. Ook doen we diverse innovatieve projecten, zoals een prijsvraag voor innovatieve zonnepanelen op Pakhuis de Zwijger. Prachtige matzwarte dunne film zonnepanelen sieren sinds september het pakhuis. Ook openden we in oktober de deuren van onze nieuwe co-working space ‘Global Grounds@KIT’ in het Tropeninstituut. Een werkplek waar ondernemers die ‘over de grenzen’ ondernemen zich kunnen vestigen”, zegt Suze.
Risico’s Lepoutre meent dat door het huidige systeem van annuïtaire aflossing de risico’s voor de gemeente beperkt blijven. “Binnen vijf jaar is er 30.000 euro afgelost op zowel de eerste als de tweede hypothecaire lening. Er is een groot verschil met de startersleningen. Deze kopers waren niet gewend maandelijks rente en aflossing te betalen. Deze doelgroep bij de restschuldlening wel”, stelt de wethouder. Ook de gemeente Bronkhorst overweegt mensen met een ‘onderwaterhypotheek’ te helpen, maar hier moet de gemeenteraad nog akkoord gaan. Michel Lepoutre, wethouder van Druten: “We vinden het jammer dat we op de stoel van een bankier moeten gaan zitten.”
Proef Volgens Lepoutre is de restschuldlening nog steeds nodig, ondanks het feit dat het weer wat beter gaat met de woningmarkt. “Er staan nog heel veel huizen onder water. Daarom heeft de gemeenteraad van Druten geoordeeld dat die lening er per 1 oktober moest komen. Als de pilot een succes is, wordt de restschuldlening mogelijk vaker ingezet.” Het gaat in eerste instantie om een proef in de wijk Tichellande, een groene uitbreidingswijk in aanbouw. Daar wonen al zo’n 50 gezinnen, maar er wordt nog volop gebouwd. De gemeente heeft er belang bij dat de huizen in deze wijk worden verkocht en doet daarom mee aan de proef. Druten wil de wijk zo snel mogelijk af hebben. Doel is om over vijf jaar klaar te zijn.
3
SERIE
MAKELEN IN EEN VERANDERENDE MARKT )N DEZE SERIE VERTELLEN MAKELAARS OVER HOE ZE MET ONDERNEMERSCHAP INNOVATIES klantbenadering en nieuwe diensten succesvol opereren in deze veranderende markt. )N DIT TWEEÑNTWINTIGSTE DEEL EEN GESPREK MET 2ALPH ,EK VAN ,%+ MAKELAARS UIT Leiden. Zijn makelaarskantoor heeft zich helemaal gespecialiseerd in de verkoop VAN KARAKTERISTIEKE MONUMENTALE PANDEN IN ,EIDEN ,%+ MAAKT DAARBIJ GEBRUIK VAN NIEUWE EN TRADITIONELE MANIEREN OM ZIJN KLANTEN TE BENADEREN !LTIJD MET ÏÏN DOEL opvallen op een positieve manier.
Ralph Lek: “Een gezonde ontwikkeling is dat men bij de financiering van een woning steeds vaker eigen middelen aanboort.”
MAKELEN IN EEN VERANDERENDE MARKT Karakteristieke oude panden
Financieren met eigen middelen
“Hoewel ik al ruim twaalf jaar als makelaar werk, ben ik pas op 1 augustus 2011 voor mezelf begonnen. Iedereen verklaarde me destijds voor gek, zo midden in de crisis, maar ik volgde mijn droom. En dat is makelen in Leiden. Ik verkoop uitsluitend oude panden, omdat ik daar nu eenmaal gek op ben. Zelf woon ik ook in een monument. Dat zijn overigens niet alleen exclusieve, lees dure, karakteristieke panden, maar bijvoorbeeld ook kleine wevershuisjes van 150.000 euro. Mijn doelgroep is dan ook heel divers. Om die te bereiken, staan ons tegenwoordig veel mogelijkheden ter beschikking. In die zin is ons werk wel veranderd. Dan denk ik met name op het vlak van social media. Hoewel ik ook nog steeds gebruik maak van traditionele manieren, zoals adverteren. Zaak is dat je opvalt, op een positieve manier. Zo heb ik onlangs tijdens het weekend van 3 oktober (viering van Leidens ontzet, red.) een reclamevliegtuigje ingezet. Juist omdat je die steeds minder ziet, valt het weer op.
De woningmarkt in Leiden ontwikkelt zich positief. Ten opzichte van enkele jaren geleden, is er meer vertrouwen gekomen. De extra boost die ik daarbij heb gehad, is dat ik me gespecialiseerd heb in panden die mensen leuk vinden. Toen ik vier jaar geleden startte, was mijn uitgangspunt dan ook: het kan alleen maar beter worden. En dat is uitgekomen. Een beperking in de huidige markt is het feit dat het voor mensen lastiger is geworden om hun financiering rond te krijgen. Een gezonde ontwikkeling daarbij is dat men niet langer alleen uitgaat van de financiering die een bank aanbiedt, maar ook steeds vaker eigen middelen aanboort. Als mensen echt iets willen, dan komt het geld ineens via andere kanalen tevoorschijn. Bijvoorbeeld via een lening van familie of een schenkingsregeling. Wel merk ik dat de klant verandert. Zo heb ik het afgelopen jaar twee keer meegemaakt dat iemand een huis kocht en dan wat makkelijker zei: ‘ik doe het toch maar niet’. Het gentleman’s agreementgevoel neemt af vind ik. De gêne om van de koop af te zien wordt minder.
‘Zaak is dat je opvalt’
"OUWE +UIK TOPMAN HYPOTHEKENTAK $YNAMIC #REDIT
‘WE ZETTEN DE VOLGENDE STAP, DICHTER BIJ DE CONSUMENT’ Vermogensbeheerder Dynamic Credit lanceert medio november een hypotheekverstrekker, die volledig online hypotheken verstrekt. Dat is volgens de vermogensbeheerder een unicum op de hypotheekmarkt. De dienstverlening gebeurt bovendien tegen ‘zeer scherpe tarieven’, stelt Bouwe Kuik, sinds vorig jaar topman van de hypothekentak van Dynamic Credit. “Het kan helemaal online, met behulp van onze adviseurs, of het kan met je eigen ADVISEUR *E MAG KIEZENv ZEGT +UIK Dynamic Credit begeleidt nieuwe beleggers op de hypotheekmarkt en heeft een beleggingsmandaat voor het verstrekken van hypotheken. “Wij bestaan al twaalf jaar. De kennis die wij in die periode hebben vergaard op de kapitaalmarkt wordt nu gebruikt om zelf hypotheken te gaan verstrekken. We waren al betrokken bij de Woon Bewust, Goede Start en Elan-hypotheken van Hypotrust. De rol van Dynamic Credit was hierbij het beheren van
het mandaat van beleggers om het geld in de markt te zetten. Met het oprichten van onze eigen hypotheekverstrekker zetten we de volgende stap, dichter bij de consument”, stelt Bouwe Kuik.
Menselijke naam Kuik wil de naam van de nieuwe hypotheekverstrekker nog niet prijsgeven, maar geeft wel aan dat het om een eigennaam gaat. “We willen met ons hypotheekplatform aan consumenten bewijzen dat het afsluiten van een hypotheek in een online omgeving net zo persoonlijk is als dat je dat doet bij een bank. Vandaar dat we het een heel menselijke naam hebben gegeven. We hadden eerst het idee om het bijHans te noemen. Dat stond voor Hypotheken Afsluiten Nieuwe Stijl. Maar de naam Hans bleek gedeponeerd te zijn.” Via een nieuw platform van Dynamic Credit kan binnenkort geheel online hypotheken worden afgesloten.
4
LEK-pandjes Dat we continu actief zijn met alle mogelijke middelen en net dat stapje extra zetten, maakt dit makelaarskantoor denk ik bijzonder. Of het nu gaat om met led verlichte tuin- en balkonborden, flexibele openingstijden, een advertentie of het gebruik van social media. Dat brengt me meteen op een leuke anekdote. Aan de zijkant van mijn kantoor heeft de gemeente een elektriciteitshuisje geplaatst, op de plek waar een advertentie van ons kantoor hing. Daar was ik niet gelukkig mee. Dat huisje heb ik vervolgens bestickerd met mijn logo en de tekst: eLEKtriciteitshuisje. Dat is mijn manier van ondernemen: positief en opvallend. Daarnaast vallen de panden die ik aanbied op. Laatst kreeg ik te horen dat deze altijd iets bijzonders, iets karakteristieks hebben, men noemt ze zelfs ‘LEK-pandjes’. Daar ben ik heel trots op. De toekomst zie ik dan ook zonnig in. Ook hier in Leiden trekt de woningmarkt inmiddels aan, hoewel het in het segment waarin ik makel eigenlijk nooit slecht geweest is. Mijn doel is vooral zo door te gaan.”
‘Er is meer vertrouwen gekomen’
Helemaal online De klant kan bij de hypotheekverstrekker zelf kiezen hoe hij zijn hypotheek afsluit: ‘execution only’, of met adviseur. “Het kan helemaal online, met behulp van onze adviseurs, of het kan met je eigen adviseur. Je mag kiezen. We staan open voor alle klanten. Als je met je eigen adviseur komt, bijvoorbeeld iemand van De Hypotheker, dan is het niet helemaal online. Het afsluiten gebeurt dan wel helemaal in een online omgeving. Je kunt telkens realtime volgen hoe de aanvraag ervoor staat. Belangrijk is ook dat we in het proces veel sneller duidelijkheid kunnen geven. Zo weet je binnen tien minuten of je een hypotheek kunt krijgen en kun je binnen vijf dagen bij de notaris zitten. Dit biedt voordelen voor zowel kopers als verkopers.” Dat een klant zijn hypotheek via de nieuwe hypotheekverstrekker helemaal online kan afsluiten, is volgens Kuik helemaal uniek. Hypotheken van andere partijen zijn, zoals Hypotheek24, slechts deels via internet af te sluiten. Een groot voordeel is ‘het lage tarief’ voor de klant. “Het afsluiten kost bij ons 595 euro en het advies ook. Bij andere partijen moet je veel meer betalen. Het hangt ervan af hoeveel je online doet”, aldus Kuik.
Reactie ABN AMRO “Concurrentie is goed en juichen we toe. Sinds kort kunnen ABN AMROklanten online extra aflossen. Ook kunnen klanten bij dochter MoneYou via de track & trace service online op elk moment de status van hun hypotheekaanvraag volgen. Bij een andere dochter, Florius, kunnen klanten de status van hun hypotheekaanvraag online volgen via mijnFlorius. Ook kunnen zij hypotheekstukken digitaal aanleveren. Wij realiseren dus voor klanten doorlopend innovaties”, zegt woordvoerster Karen de Vries van ABN AMRO.
Daar liggen nu nog wel de grootste uitdagingen. De woningbouw is door een diep dal gegaan. De bouw van koopwoningen is sterk verminderd door de forse prijsdalingen van bestaande koopwoningen. Daar viel met de nieuwbouw niet tegenop te concurreren, waardoor de productie bijna stil viel. In de jaren tachtig
van de vorige eeuw, de vorige grote crisis in de woningmarkt, is met zeer veel subsidie de productie op peil gehouden. Die keus is nu niet gemaakt. In tegendeel, de woningcorporaties kregen in plaats van extra subsidie te maken met de verhuurderheffing. De heffing heeft de bouw van nieuwe corporatiewoningen ook nog eens
sterk verminderd. Bij invoering van de verhuurderheffing wilde niet iedereen de grote impact op de investeringen van corporaties onderkennen. De verhuurderheffing roomt een belangrijk deel van de netto kasstroom af en het was onvermijdelijk dat er daardoor ook in de corporatiesector een daling van de investeringen is ontstaan. Van twee kanten werd de woningbouw dus getroffen. Een uiterst ongelukkige samenloop van omstandigheden. Dit heeft een grote impact gehad op de productiecapaciteit in de woningbouw. Deze is verder gedaald dan wenselijk is voor het structurele productieniveau.
)NHAALSLAG NODIG
COLUMN
Ondertussen is het woningtekort opgelopen en is een inhaalslag nodig. De omvangrijke instroom van asielzoekers komt daar nog bovenop. Het zal een hele opgave worden om deze mensen van tijdelijke huisvesting te voorzien. Maar daar zal het niet bij kunnen blijven. Beter vroeg dan laat is permanente huisvesting nodig. De vraag is hoe deze enorme opgave van het inlopen van het woningtekort die tijdens de crisis is ontstaan, plus de extra behoefte door de grote instroom van asielzoekers, kan worden gerealiseerd. Het ligt voor de hand om daarvoor ook naar corporaties te kijken. De asielzoeker behoort immers tot de doelgroep van de corporatie. In de corporatiesector is het pleidooi te horen dat de verkoop van huurwoningen gestopt zou moeten worden om die woningen beschikbaar te houden voor asielzoekers.
‘Het zal een hele opgave worden om de asielzoekers van tijdelijke huisvesting te voorzien’
De ontwikkelaars verschillen bijna altijd van mening met presentatrice Sarah Beeny, zelf een professioneel projectontwikkelaar. Sarah geeft hun altijd tips, maar daar wordt niet altijd iets mee gedaan. Aan het eind van het programma, als de makelaars en de potentiële kopers op bezoek komen, blijkt vaak dat Sarah het bij het juiste eind had. Zo adviseert ze de ontwikkelaars altijd om de inrichting van het huis neutraal te
November 2015
Johan Conijn, buitengewoon hoogleraar Woningmarkt Universiteit van Amsterdam, verbonden aan de Amsterdam School of Real Estate
Dat lijkt sympathiek maar werkt averechts. Juist de verkoop van
De zusjes Natalie en Tanya kopen samen een bouwvallig huis in een dure wijk in het Engelse graafschap Dorset. Ze hebben geen enkel verstand van projectontwikkeling, maar ze willen het grote en prachtig gelegen huis toch graag omtoveren in een gewild art decohuis. Ze denken hiermee een forse slag te kunnen slaan en veel geld te verdienen. Helaas slaat met name Natalie nogal door bij de inrichting van het huis, waardoor het praktisch onverkoopbaar is. Het ziet er te excentriek uit. Bovendien komt de totale verbouwing vier keer duurder uit dan gepland.
Conflict
verkopen, gaat ook het misverstand schuil dat de woningmarkt uit hermetisch afgesloten segmenten zou bestaan. Dat is uiteraard niet het geval. De verkoop van huurwoningen genereert doorstroming en vermindert ook de druk op de goedkope huurwoningvoorraad. De woningmarkt bestaat uit communicerende vaten. Uiteindelijk gaat het erom een forse groei van de woningvoorraad te realiseren. Niet alleen in de goedkope huursector, vooral ook in de middeldure huur en de koopsector.
Averechts
DE VELE VALKUILEN VAN BEGINNENDE ‘PROJECTONTWIKKELAARS’
Dit is een casus uit de Engelse serie ‘Bouwval Gezocht’, die regelmatig op RTL8 te zien is. De bedoeling van de serie is dat de beginnende en onervaren ‘projectontwikkelaars’ met zo weinig mogelijk geld zoveel mogelijk geld binnenslepen. Ze huren een aannemer in, of gaan zelf aan de slag. De verbouwing van de ‘bouwval’ gaat zelden gesmeerd. Zo verzuimden Natalie en Tanya een bouwkundige in te huren, waarna bleek dat het dak in een slechte staat verkeerde. Met het vooraf uitvoeren van een bouwkundig onderzoek was dit probleem voorkomen.
huurwoningen is een middel voor corporaties om te kunnen investeren. Als er niet meer wordt verkocht drogen deze investeringen op. Voor een forse uitbreiding van de investeringen door corporaties is juist meer verkoop nodig en minder verhuurderheffing. Achter het pleidooi dat corporaties geen huurwoningen meer zouden moeten
FAITS DIVERS
Fascinerend hoe snel de bestaande woningmarkt is OMGESLAGEN -EDIO NOG DIEP IN DE PUT EN MEDIO al weer delen van de woningmarkt die overspannen zijn. Niet helemaal als een verrassing, maar de snelheid van het herstel is opmerkelijk. Zeker als rekening wordt gehouden met het restrictieve beleid ten aanzien van de verstrekking van woninghypotheken. Ondertussen begint ook de woningbouwmarkt weer duidelijk aan te trekken.
COLUMN
UITDAGINGEN VOOR DE WONINGBOUW
wordt beoogd en daar de hele verbouwing van het huis op af te stemmen. Sinds eind oktober is de Nederlandse versie van het programma weer bij RTL8 te zien. Peter van der Vorst is de presentator en bouwdeskundige Bob Sikkes geeft bij de verbouwing advies. De insteek van de Nederlandse versie is ongeveer hetzelfde als bij de Engelse evenknie, al hebben de verbouwers hier niet vaak een carrière als projectontwikkelaar op het oog.
houden. Het moet niet worden aangepast aan de persoonlijke smaak van de verbouwers. Bij Natalie en Tanya had deze bruikbare tip geen succes, waardoor zij met een onverkoopbaar huis blijven zitten.
Snakes De Engelse titel van het Channel 4-programma is Property Ladder. Het programma bestaat al sinds 2001. In 2009 werd deze titel veranderd in Property Snakes & Ladders. Hiermee werd aangegeven dat de ontwikkelaars moesten proberen in een dalende markt het huis te verbouwen en daarna met winst te verkopen. Ook werden er vanaf 2004 twee verbouwingen per aflevering getoond. Het bijzondere van een programma als Property Ladder is dat het veel tips bevat voor mensen die hun huis verkoopklaar willen maken, of willen verbouwen. Zo wordt de verbouwers altijd geadviseerd om goed na te denken over welke doelgroep
FAITS DIVERS 5
DEBAT
Debat over krimp
‘De urgentie rond krimp is niet minder geworden’ Zo’n zes jaar geleden stond het thema ‘krimp’ hoog op de politieke agenda. De toenmalige minister Van der Laan formeerde een Topteam Krimp om de gevolgen van de bevolkingsafname in bepaalde regio’s in kaart te brengen. Hoe staat het nu, zes jaar later, MET DE KRIMP IN ONS LAND )S HET OPLOSBAAR %N MOET ER EEN MINISTER VAN +RIMP KOMEN Over deze thema’s gingen, op initiatief van NVMagazine, Hamit Karakus, algemeen DIRECTEUR VAN KENNIS EN NETWERKORGANISATIE 0LATFORM 'ERBEN VAN $IJK VOORZITTER VAN het Herbestemmingsteam en directeur van het Vastgoedjournaal Netwerk Platform, en NVM-voorzitter Ger Hukker met elkaar in debat.
‘De pijn is er in die krimpgebieden nog niet geweest’
geworden. Wat ons wel zorgen baart, is dat in heel veel van die gebieden pilotprojecten zijn opgestart, die nu geen ‘handen en voeten’ krijgen. In Groningen is begin dit jaar het pilotproject Gronings Gereedschap gestart, waarbij ook de NVM is betrokken. Gedeputeerde Marianne Besselink had hierbij een voortrekkersrol. Toen kwamen de provinciale verkiezingen en vertrok de gedeputeerde. Dit mooie project zou nu naar een volgende fase moeten gaan, maar daar zie je het nu haperen. Je hebt mensen nodig, die hun nek uitsteken. Het zit ook vaak op geld vast.” 6AN $IJK “De echte pijn, behalve op individueel niveau, is er in die krimpgebieden nog niet geweest.” Maar die pijn komt misschien pas veel later.
Staat het nog steeds op de politieke agenda? +ARAKUS “Het is niet van de agenda verdwenen, maar er is wel minder aandacht voor. Het is ook een heel ingewikkeld thema. Daarom zijn we ook een voorstander om dit in een volgend kabinet een belangrijke positie te geven. Wat ons betreft moet er hiervoor een minister komen. Je hebt te maken met een economische kant en met coöperaties, bewoners en gemeenten. Dus dat moet wel in één hand terechtkomen. Destijds hebben we ook een minister voor grootstedelijke problematiek gehad. Het vraagt de komende periode om politiek-bestuurlijke aandacht. Er moet een minister van Krimp komen, omdat de lokale politiek dit niet kan oplossen.”
Gerben van Dijk, voorzitter van het Herbestemmingsteam: “Het is de vraag of je van elke regio een economisch succes kan maken.”
Hoe hoog staat krimp op de agenda bij een organisatie als Platform31? +ARAKUS “We doen heel veel met dit onderwerp. We zijn betrokken bij experimenten in het land. Het doel hiervan is: hoe kun je krimp aanpakken en wat leren we ervan? We coördineren ook het kennisnetwerk Demografische Transitie. Dit bundelt beschikbare kennis van alle provincies en regionale kenniscentra om inzicht te krijgen in oorzaak en gevolg van krimp. Het belangrijkste is dat het economische DNA in die gebieden in stand blijft. Elke krimpregio heeft een eigen economische DNA, die nieuwe economieën en werkgelegenheid kan aantrekken. Als dat wegzakt, zie je dat het een drama wordt. Er zijn nu verschillende gebieden krimpregio geworden, zoals Noordoost Friesland en de Achterhoek. Dat is toch wel zorgelijk.”
(UKKER “Het zou ook een staatssecretaris kunnen zijn. Maar ik adopteer graag de minister van Krimp, omdat je dan in één keer sterk neerzet wat je beoogt.” 6AN $IJK “Ik ben voorstander van een minister van Krimp en van Grootstedenbeleid. Dan houd je de belangen bij elkaar. Anders loop je het risico dat andere ministers voor de grote steden gaan knokken.” Is krimp een oplosbaar probleem? +ARAKUS “Het oplossen hiervan gaat pijn doen. Oplossingen die voorhanden zijn, zoals in de grensregio’s, worden soms belemmerd. Duitsers of Belgen die in Nederland willen wonen, lopen hier tegenaan. Je moet hiervoor de regelgeving versoepelen. Ik ben er ook een voorstander van om de krimpregio’s op fiscaal gebied een uitzonderingspositie te geven. En is het oplosbaar? Ik denk het wel. Want uiteindelijk willen die mensen daar blijven wonen.”
6AN $IJK “Ja, nu voelen vooral individuen het. We zijn met het Herbestemmingsteam in het noordwesten van Friesland geweest. Dat grenst niet aan Duitsland of een andere internationale regio. De Waddenzee ligt er onder handbereik. De enige boei die ze daar hebben, is het toerisme. Waar je vroeger zag dat je voor elke functie een apart gebouw had, zie je dat die nu allemaal in één gebouw zitten. De kerk, cultureel centrum, informatiepunt en het dorpsgebouw delen nu samen één gebouw. En al die andere gebouwen staan leeg. Herbestemmen is in dit geval niet eenvoudig, want direct naast het dorpshuis staan ook drie huizen te koop. Je kunt werken aan meer instroom, maar dat heb je ook niet voor het oprapen.” +ARAKUS “De basis is gewoon economie. Punt. Je moet ervoor zorgen dat stad en platteland elkaar aanvullen. Economische dragers, zoals recreatie, natuurbeheer en voedselvoorzieningen vervullen een belangrijke rol voor de stad. Het is in het belang van de stad en van het ommeland als die economische dragers hier blijven. Dan gaat het voorzieningenniveau ook weer omhoog. Je moet ervoor zorgen dat bedrijven minder belastingen gaan betalen, als zij zich daar vestigen. Als de werkgelegenheid daar weer groeit, wordt het opnieuw aantrekkelijk om daar te gaan wonen. Ik ben ervoor dat er op dit vlak stevige maatregelen worden genomen.” 6AN $IJK “Het is wel de vraag of je van elke regio een economisch succes kan maken. Het is hierbij ook een kwestie van keuzes maken.” Hamit Karakus, directeur van Platform31: “De basis is gewoon economie. Punt.”
6AN $IJK “Een groot probleem is dat de binnenstedelijke herontwikkeling onder druk staat, omdat die mooie eengezinswoningen voor de grondexploitatie gebouwd moeten worden. Gemeenten willen geld verdienen met de kavels voor woningbouw. In Zeeland willen ze 300 woningen toevoegen, terwijl er 200 leeg staan. Ik snap het probleem van zo’n gemeente wel, maar als we hier niets aan kunnen doen, dan krijgen we letterlijk donutdorpen. Aan de randen wonen nog wel mensen, maar in de dorpskernen niet meer.” (UKKER “De uitgangspositie moet zijn dat je het uiteindelijk oplost en dat kan ook saneren zijn. Het is de afgelopen jaren niet van de agenda geweest. Niet in de krimpgebieden zelf, want daar zijn genoeg experimenten geweest. Die hebben ook extra last gehad van de economische crisis. Maar de urgentie is niet minder NVM-voorzitter Ger Hukker: “Iedereen heeft het bij krimp over Friesland, maar in de Randstad zie je ook krimpverschijnselen.”
‘Straks wil iedereen uit de provincie Groningen naar de stad Groningen toe’ 6
DEBAT
‘Nederland moet binnen Europa dit soort vraagstukken agenderen’
Moet je krimp actief gaan bevechten, met economische oplossingen of moet je die krimp op een zo goed mogelijke manier begeleiden? 6AN $IJK “Ik denk dat aanjagen niet voor elke regio de oplossing is. We kunnen dan wel in elke regio geld pompen, maar dan moet alsnog de grens open omdat we te weinig mensen hebben om een fatsoenlijk economisch programma te draaien.” (UKKER “Ik woon zelf in ’t Groene Hart. Iedereen heeft het bij krimp over Friesland, maar in de Randstad zie je ook krimpverschijnselen. Ik kan zo een aantal kernen in de Randstad noemen, waar dit ook speelt.” +ARAKUS “Steden hebben inderdaad ook last van krimp. Plaatsen als Pernis en Heijplaat kampen hier ook mee. Ik zou ervoor willen waken om het krimpvraagstuk te willen verengen tot bepaalde regio’s. Dit probleem speelt ook in de steden.” 6AN $IJK “Ik was laatst in Almere. Dat bestaat uit driekwart eengezinswoningen. Wat doe daar als je te maken hebt met een langzaam ouder wordende bevolking? Die mensen wonen in een huis met vier verdiepingen en gebruiken alleen de begane grond.” Karakus: “Wat gaat er gebeuren, als je zomaar accepteert dat er krimpregio’s ontstaan? Waar gaan de mensen naartoe? Naar de steden. En wat voor ellende heb je dan? En wat gaat dat de samenleving kosten? Ze moeten gevoed worden en aan het werk. We vinden het nu al moeilijk om de asielzoekers te huisvesten. Maar straks wil iedereen uit de provincie Groningen naar de stad Groningen toe. Wat gaat er dan gebeuren? Een stad kent ook zijn grenzen. Een grote bevolkingstoename heeft enorme sociale en economische gevolgen. Je moet flink gaan investeren. De steden zijn hier niet op berekend. Het is niet te doen.” De vele gebouwen die nu in dorpen leeg staan, wat moet je daarmee doen? Moet je die slopen? 6AN $IJK “Zoiets levert ook een lelijk beeld op. Je hebt van die dorpjes, waarbij lintbebouwing zich rond één kruispunt concentreert. Als je daar woningen gaat slopen, geeft dat een heel raar beeld. In heel veel van die dorpjes mag je niet recreatief wonen. We zouden wat makkelijker kunnen worden hiermee. Dat geeft in zo’n dorp wel een andere dynamiek. Maar voor zo’n dorp is het de keuze tussen of op de lange termijn dood gaan, of het ontstaan van nieuwe dingen.”
Vluchtelingenproblematiek en krimp Zou een oplossing voor de krimpregio’s de huisvesting van veel vluchtelingen kunnen zijn? Het mes lijkt daarmee aan twee kanten te snijden: de vluchtelingen hebben huisvesting en de bevolkingsdaling kan hierdoor worden gestuit. De deelnemers aan het krimpdebat, van links naar rechts: Ger Hukker, Gerben van Dijk en Hamit Karakus.
(UKKER De beroepsgroep, die ik vertegenwoordig, kan soms proactiever reageren. Aan de andere kant zijn we ook pragmatisch ingesteld. We zijn niet een beroepsgroep, die op voorhand wordt uitgenodigd. Daar valt nog een hele wereld te winnen. Het zou wel helpen als we een aantal creatieve oplossingen voorhanden hebben, waarbij duidelijk is wat bijvoorbeeld in de Achterhoek werkt, of in Groningen. De ambtenaar denkt dat elke vraag uniek is. Maar we kunnen hem helpen. Voor het bedenken van oplossingen kunnen blauwdrukken dienen.” +ARAKUS “In Rotterdam (Karakus is voormalig wethouder van Rotterdam, red.) gebruikte ik makelaars altijd als trekker en verbinder. Makelaars hebben een groot netwerk en veel kennis van de markt. Zij kunnen belangen aan elkaar koppelen. Dat is hun vak, makelen.”
6AN $IJK “Op dit moment zitten er 14.000 statushouders in de asielzoekerscentra, die niet naar woningen kunnen gaan. We verdelen de huisvesting van hen in ons land netjes volgens een bepaald quotum. Je zou je kunnen voorstellen dat er krimpregio’s zijn, die hun vinger opsteken en zeggen: doe ons maar wat meer.” +ARAKUS “De vraag is: hoeveel woningen staan er nu in die dorpen daadwerkelijk leeg? Dat is mij niet helemaal duidelijk. Misschien zou de NVM dat een keer kunnen uitzoeken. Je krijgt natuurlijk wel een discussie met de dorpelingen, omdat er daar een heel andere samenstelling van die gemeenschappen ontstaat. Er komt een heel andere cultuur.” (UKKER “Ik hoorde prof. Priemus laatst zeggen: je gaat toch niet in die krimpgebieden al die statushouders zetten, want die zijn kansloos op de arbeidsmarkt. Dat worden getto’s. Zet ze zo dicht mogelijk tegen de grote stad aan.” +ARAKUS “Huisvesting is een vraagstuk dat je zo kunt oplossen. Voor de voorzieningen zou het ook goed zijn. Scholen krijgen weer leerlingen. Maar die asielzoekers moeten dan wel toestemming krijgen om te gaan werken, waardoor ze geld gaan verdienen en kunnen doorstromen op de woningmarkt. Hierdoor haal je de druk van de sociale woningmarkt af.”
Negen krimpregio’s In totaal zijn er nu negen krimpregio’s in ons land: Eemsdelta, Oost-Groningen, De Marne, Parkstad Limburg, Maastricht-Mergelland, Westelijke Mijnstreek, Zeeuws-Vlaanderen, Achterhoek en Noordoost Fryslân. Naast de krimpregio’s zijn er elf anticipeergebieden, waarmee ook samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Het gaat hier om: de Kop van Noord-Holland, de Friese Waddeneilanden, Noordwest-Friesland, Zuidoost-Friesland, Oost-Drenthe, Krimpenerwaard, Hoeksche Waard, Schouwen-Duiveland, Walcheren, Noord-Limburg en Midden-Limburg. Bij een krimpregio vindt momenteel al een bevolkingsdaling plaats, terwijl bij een anticipeerregio dat in de toekomst te verwachten is. De krimpregio’s en anticipeerregio’s krijgen financiële ondersteuning van het Rijk.
+ARAKUS “Nederland wordt voorzitter van de Europese Unie en wat Nederland moet doen is om binnen Europa dit soort vraagstukken te agenderen. Ieder Europees land heeft hier belang bij, want het speelt overal. Steden groeien en ergens anders vindt krimp plaats. Je kunt niet de Duitse systematiek hier naartoe halen, want je hebt te maken met regelgeving. Ik ben ervan overtuigd dat we gezamenlijk een oplossing kunnen krijgen.” Wordt de kennis en kunde van de makelaar voldoende bij het krimpprobleem betrokken? Want die weet wat de wensen op de woningmarkt zijn. Zit de makelaar voldoende aan tafel? De krimpproblematiek moet in handen komen van een minister, zo vinden alle drie de debatdeelnemers.
‘Plaatsen als Pernis en Heijplaat hebben ook last van krimp’ November 2015
COLOFON NVMagazine is een periodieke uitgave van de Nederlandse Vereniging van Makelaars o.g. en vastgoeddeskundigen NVM. NVMagazine biedt nieuws, achtergronden en opinies uit de wereld van onroerend goed in de markten wonen, business en agrarisch & landelijk vastgoed. Uitgever NVM, Postbus 2222, 3430 DC Nieuwegein, T: 030 608 5185 Hoofdredactie Roeland Kimman (
[email protected]) Bladmanagement & eindredactie PACT Public Affairs Redactie Liesbeth Kramer, Daan Keij, Sander Schilders, Peter Westhof Fotografie Ruud Pos, VTwonen, Sicco van Grieken, Eric Veenhuyzen, PACT Vormgeving & opmaak Koos in Vorm Druk & distributie MediaCenter Rotterdam Abonnementen NVMagazine wordt toegezonden aan personen die beroepsmatig bij de vastgoedsector betrokken zijn. Aanvragen voor een (gratis) abonnement en adreswijzigingen kunnen worden gericht aan de uitgever. Overname van artikelen uitsluitend toegestaan na toestemming van de hoofdredactie.
7
SERIE
#ABARETIER ACTEUR EN SCHRIJVER 0ETER (EERSCHOP
‘Onze aankoopmakelaar was een goed klankbord’ 0ETER (EERSCHOP h)K KOCHT MIJN EERSTE WONING IN EEN APPARTEMENT OP DE BEGANE GROND MET EEN TUINTJE AAN DE ,AMARCKHOF IN !MSTERDAM )K WOONDE MIDDEN IN DE STAD EN OMDAT mijn vrouw zwanger was, zochten we iets buiten het centrum, op een plek waar je ook met kinderen kon wonen. Het aanbod was in die tijd niet groot. Als een huis te koop kwam, was het bovendien binnen een halfuur weg.
Mijn eerste woning )N DE RUBRIEK @-IJN EERSTE WONING KOMEN bekende Nederlanders aan het woord over de aankoop van hun eerste woning. Waarom werd de woning gekocht, hoe verliep de aankoop en hoe werd de woning gefinancierd? En welk advies wil de BN’er potentiële kopers van een HUIS MEEGEVEN )N DIT TWEEÑNTWINTIGSTE deel het verhaal van cabaretier, acteur en schrijver Peter Heerschop, die zijn eerste woning in Amsterdam heeft gekocht.
alles was supermooi opgeknapt: de vloeren, de muren, mooie apparatuur. Er was duidelijk heel veel aandacht aan besteed.
Gezellig gesprek
Veel aandacht Ik heb deze woning op een heel bijzondere wijze gekocht. Naar aanleiding van een advertentie in de krant ging ik er kijken. Vanbuiten vond ik het eigenlijk helemaal niet zo’n mooi huis, maar vanbinnen was het dat beslist wel. Het was lekker licht en
Wie is Peter Heerschop? Peter Heerschop is cabaretier, acteur en schrijver. Eind jaren 80 richtte hij samen met studievrienden Joep van Deudekom en Viggo Waas cabaretgroep NUHR op. Hij werkte mee aan diverse televisieprogramma’s zoals Kopspijkers en Wat vindt Nederland? Sinds 2002 verzorgt Heerschop bovendien iedere vrijdagochtend een weekoverzicht genaamd “Lieve Marianne” (bedoeld wordt schaatsster Marianne Timmer) in het radioprogramma Evers Staat Op, op 538. Naast zijn optredens met NUHR toert Heerschop dit seizoen ook met een soloprogramma, Van horen zeggen, langs de Nederlandse theaters.
Ik bleek de vriendin van de verkoper, een actrice, te kennen. Het werd dan ook al snel een heel gezellig gesprek. Na enig rekenwerk bleek echter dat, hoe mooi we het huis ook vonden, we de vraagprijs van 250.000 gulden niet konden bieden. Omdat we wisten dat hij de vraagprijs al geboden had gekregen, gingen we er vanuit dat het huis aan ons voorbij zou gaan. De verkoper gaf hierop echter aan dat hij het huis veel liever aan ons zou verkopen, omdat wij het echt mooi vonden en de andere partij allerlei aanvullende eisen had. Zo kwamen wij voor 230.000 gulden toch in het bezit van deze woning. Zeven jaar later heb ik het huis op dezelfde manier ook weer verkocht aan een heel goede kennis.
Hopeloze romanticus Aantrekkelijk aan het kopen van een woning vind ik het feit dat kopen uiteindelijk voordeliger is dan huren. Met de huidige rentestand zeker. De afgelopen maanden ben ik hard op zoek geweest naar een huis voor mijn dochter die gaat studeren. Een lastige klus, want hier in Amsterdam wordt vaak ver boven de vraagprijs verkocht. Er ontbreekt veelal zo’n vriendelijk overleg tussen koper en verkoper. Ik ben een hopeloze romanticus en heel slecht in dit soort dingen. Daarom heb ik een aankoopmakelaar ingeschakeld. Met hem zat ik echt op één lijn, hij heeft mij gewezen op zaken waar ik op moest letten en ik heb daardoor veel van hem kunnen leren. Dat vond ik heel waardevol. Hij gaf me ook inzicht in de buurt en in huizenprijzen. In de huidige woningmarkt in Amsterdam moet je huizen op tijd zien, anders zijn ze al verkocht. Die inside information heb je beslist nodig.
IN DE KANTLIJN
‘Kopen is uiteindelijk voordeliger dan huren’
Peter Heerschop: “Als je een aantal huizen hebt bezichtigd, kom je er steeds beter achter waar je je prettig voelt.”
Goed klankbord Mensen die nu gaan kopen, zou ik willen adviseren om eerst veel huizen te gaan bekijken, zodat duidelijk wordt wat je zoekt. Als je een aantal huizen hebt bezichtigd, kom je er steeds beter achter waar je je prettig voelt. Ik heb voor mijn dochter misschien wel dertig huizen gezien. Langzamerhand besef je welk soort huis en welke buurt bij je passen. Onze makelaar kon ons daar goed bij helpen en was een goed klankbord. Want buiten gevoel moet je natuurlijk ook de feiten een rol laten spelen.”
MEGAGROOT DISTRIBUTIECENTRUM MET EEN ZEER DUURZAAM DAK Het grootste geautomatiseerde e-commerce distributiecentrum ter wereld. Dat werd eind september door webwinkel Wehkamp in Zwolle officieel in gebruik genomen. Opvallend is dat ook duurzaamheid een grote rol heeft gespeeld bij de aanleg van het megagrote CENTRUM OP HET DAK LIGGEN LIEFST ZONNEPANELEN $AT BETEKENT DAT OP HET CENTRUM HET grootste zonnepark van Nederland ligt. Koning Willem-Alexander verrichte de openingshandeling van het centrum met een bestelling via een iPad: een gift van Wehkamp aan de zestien Ronald McDonald-huizen. Die kregen allemaal kleding en huisraad bezorgd. De genodigden kregen daarna een video over de productie van dit verrassingspakket te zien. Vervolgens vloog een drone met één van de geproduceerde pakketten naar binnen en kwamen er bezorgers van DHL om het mee te nemen. Op die manier werd het nieuwe ‘same day delivery’-beleid van Wehkamp onderstreept.
Dertien voetbalvelden Met het nieuwe centrum wil Wehkamp zich namelijk bij de webshops voegen die bestelde producten nog op dezelfde dag aan huis afleveren. Dat moet dit najaar mogelijk worden. Het complex met een oppervlakte van 53.000 vierkante meter is voorzien van de nieuwste technieken. “Het gebouw beslaat liefst dertien voetbalvelden”, zei Wehkamp-CEO Gert van de Weerthof bij de opening. Binnen een half uur na plaatsing van een bestelling staat een pakketje klaar voor verzending. De investering in het centrum bedraagt 100 miljoen euro. Wehkamp is met meer dan 7 miljoen zendingen per jaar een van de grootste webwinkels van Nederland. Het nieuwe distributiecentrum vervangt het vorige in Dedemsvaart, dat sinds 1960 dienst heeft gedaan. Alle tweehonderd vaste medewerkers zijn meeverhuisd naar de nieuwe locatie.
Zonnepanelenveld Op het dak van het pand in Zwolle ligt een groot zonnepanelenveld, volgens Wehkamp het grootste van
8
Nederland. Er liggen hier 10.000 zonnepanelen. Het dak beslaat een oppervlak van 29.000 vierkante meter. Verder wordt er onder meer gebruikgemaakt van warmte-koudeopslag. De verwachting is dat het zonnepark ieder jaar zo’n 2.500 megawattuur aan elektriciteit opwekt. Dat staat gelijk aan het jaarverbruik van zevenhonderd Nederlandse gezinnen. De zonnepanelen, die alle tegelijk in gebruik zijn genomen, moeten voor 40 procent van het energieverbruik van het Zwolse distributiecentrum zorgen. De titel van ‘het grootste zonnepark van Nederland’ is het bedrijf vermoedelijk snel kwijt. Onlangs is op Ameland begonnen met de bouw van een zonnepark. Op het Waddeneiland worden uiteindelijk 23.000 zonnepanelen geïnstalleerd.