Tweemaandelijks Wetenschappelijk Tijdschrift voor Orthomoleculaire Voeding en Fyto. Een uitgave van de Belgische Vereniging voor Orthomoleculaire GeneeskunDe BSOM.
Belgisch tijdschrift orthomoleculaire geneeskunde
ORTHOFYTO
®
met
Selenium als chemopreventie Tumor sterft door bloedarmoede Paddestoelen tegen kanker Dong Quai : antitumoraal wapen?
thema-dossier Kanker JAARGANG 10, MEI - JUNI 2004 AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: WALTER, O. M. FACHÉ - KERKSTRAAT 101 - 9270 LAARNE
50
NIEUW
NIEUW
bij Similia N.V. (België)
GLUCA-MSM-tabletten én GLUCA-MSM-crème Gluca-MSM bevat een synergistische formule van glucosaminesulfaat en MSM (methylsulfonylmethaan). Dit zijn belangrijke precursors voor de synthese van de structurele moleculen zoals proteoglycanen, collageen en elastogeen in de gewrichten, bindweefsels, bloedvaten, het skelet, de huid en de darmmucosa. Naast de opbouwende functie hebben glucosaminesulfaat en MSM een met NSAID’s vergelijkbaar effect. Gluca-MSM is zowel in de vorm van tabletten als in crème verkrijgbaar, waardoor aandoeningen tegelijkertijd inwendig én uitwendig, lokaal behandeld kunnen worden. Recente studies hebben aangetoond, dat op de huid toegepast glucosaminesulfaat en MSM evenals oraal ingenomen producten een regeneratief effect op gewrichtsaandoeningen en de huid hebben. De speciale samenstelling van Gluca-MSM-crème garandeert een snelle opname van de werkzame stoffen door de huid. Viola tricolor-extract (driekleurig viooltje), dat bekend staat om zijn breed spectrum werking, is toegevoegd aan deze crème. Het ondersteunt het metabolisme van glucosaminesulfaat en MSM. De Gluca-MSM-tabletten bevatten tevens de cofactoren vitamine C (als ascorbylpalmitaat & calciumascorbaat) en mangaan (als orotaat) voor de synthese van collageen en proteoglycanen.
milia
Gluca-MSM-tabletten zijn verkrijgbaar in verpakkingen van 180 tabletten. Iedere tablet bevat: MSM 500 mg, glucosaminesulfaat 400 mg, ascorbylpalmitaat 10 mg, calciumascorbaat 25 mg, mangaanorotaat 6 mg (0,81 mg Mn elem.) Gluca-MSM-crème is verkrijgbaar in tubes van 100 gram en bevat : glucosaminesulfaat, MSM, Viola Tricolor vloeibaar extract, in een snel indringende, huidvriendelijke crèmebasis.
Vraag vrijblijvend onze uitvoerige orthomoleculaire compendia.
Bestel- en infolijnen : Similia N.V. (B) tel. +32 3 641 81 00 fax +32 3 641 81 10
Reynaert Research Evergemse steenweg 158, 9032 Wondelgem Tel.: 09-253 62 57 Fax: 09-253 08 50 Revolutionair microscoopsysteem voor onderzoek van levend en gestold bloed
Perfect bloedbeeld
Sterk gestoorde bloedcirculatie
LEVEND BLOEDANALYSE
Het vroegtijdig opsporen Eén vingerprik Specificaties: in enkele minuten van: en slechts twee 왎 Tot 3000x vergroting 왎 Inwendige milieuverstoringen op een professioneel videoscherm 왎 Gestoorde afweersystemen 왎 Doorlicht- en donkerveld installatie 왎 Teveel aan afvalproppen 왎 Drie verschillende uitgezochte 왎 Virulente micro-organismen objectieven 왎 Vrij radikaal schade 왎 Super S-video installatie 왎 Super gevoelige kleurencamera druppels bloed zijn voldoende. GESTOLD BLOEDANALYSE Perfect bloedbeeld
Uitgebreide support inzake interpretatie van de bloedbeelden volgens Enderlein, Naessens, Bradford en anderen. 왎
Gewaarborgde technische bijstand 왎
Toegang tot alle mogelijke bronnen inzake informatie betreffende bloedanalyses.
Deskundige begeleiding in het gebruik van de isopathische Sanum preparaten en Phönix spagyrica
Teveel aan vrij radikaal schade
Tweemaandelijks Magazine
Orthofyto ®-Orthotrends ®
In dit nummer 50 - jg 10, 2004 Publi Media BSOM-VIOW Hoofdredactie Walter O.M. Faché, Orth.Biochemicus, Secret. BSOM
Kernredactie Werner A. Faché, Dr. Med. ACAM, Pres. BSOM Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet. Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe Dr. Apr. Geert Vergote
Eindredactie Eric Ost
1. Redactioneel, welkom in het nutrigenoom tijdperk 2. Selenium, van kleurstof tot chemopreventief middel 3. Neo-angiogenese, tumor sterft door bloedarmoede
p. 248 p. 249 p. 253
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
p. 258 p. 259 p. 259 p. 260 p. 261 p. 262 p. 262 p. 264
Wetenschappelijke Adviesraad Bas Luc, LTH De Smet Hugo, Ir. Gaublomme Kris, Dr. Med. Germis Marleen, Psychologe Goossens Hubert, Apr. Hertoghe Thierry, Dr. Med. Huys Luc, Dr. Oral Implantology Jouret Paul, LTH, Voorz. BVBT Lapauw Stefaan, Dr. Med. Psychiater Mertens F., Dr. Med., Voorz. Neuraaltherapie Missiaen Erwin, Dietist Nijs Paul, Prof. Dr. Apr. UIA Pincemail J., Dr. Sc. Biomédicales (Service Cardiologie ULG.) Sadaune Philippe, Dr. Med. Vandenberghe Dirk, Prof. Dr. (UIA) Vergote Freddy, Dr. Med. Kinderarts
Secretariaat - Advertenties - Publi Media Yannick Dubrulle Larenhoeve, Kerkstraat, 101 - B 9270 Laarne Tel. 0032(0)9/369 06 42 Fax 0032(0)9/366 18 38 E-mail:
[email protected] Website: www.viow.be
Vormgeving, productie en druk
Natuurlijke antibiotica Kanker Luchtvervuiling Vitaminen Hart- en vaatziekten Alzheimer Voeding en voedingsaanvullingen Osteoporose
12. Paddestoelen, een nieuw lichtpunt tegen kanker 13. Plofkippen, meer water dan kip 14. Lycopeen is de kankercel op verschillende fronten te vlug af 15. All-round polysacchariden uit dong quai als antitumorale kandidaten 16. Fytosterolen gebruiken ceramiden als antitumoraal doelwit
p. 265 p. 268 p. 270 p. 272 p. 274
Walter O. Faché, Directeur VIOW Benedikt Laloo, Bruyneel NV, Rivierstraat, 54 B 9080 Beervelde
©Copyright 2004
ISSN 1780-3713
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotocopie of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toelating. De hoofdredacteur, de redactie, de eindredacteurs en de uitgever van de opgenomen artikelen en advertenties zijn niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van vermeende algemene medische adviezen, onjuistheden en/of onvolledigheden. Iedere auteur blijft verantwoordelijk voor de volledige inhoud van zijn artikels.
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
247
REDACTIONEEL Publi Media BSOM-VIOW
O R T H O F Y T O
REDACTIONEEL
met ORTHOTRENDS Een gids voor Orthomoleculaire preventie en Orthomoleculaire Substitutie Therapie
WELKOM
IN HET NUTRIGENOOM TIJDPERK
verschijnt 6 maal per jaar brengt u het meest uitgebreide orthomoleculaire voedingsblad voor alle gezondheidsverzorgende professionals en gezondheidsbewuste mensen. Hoe abonneren ? Betaling geldt als enige abonnering ❏ Voor België: storting van € 30 op rek. nr. FORTIS 290-0308228-80
❏ Voor Nederland: storting van € 34 op rek. nr. FORTIS Sas van Gent 637.787.749
Abonnement loopt automatisch verder indien geen schriftelijke opzegging twee maand op voorhand.
Jaarabonnementen 6 nummers België: € 30. Nederland € 34. Prijs per nummer: € 6,20 of € 7 (Nl).
Prof. Dr. Linus Pauling tweevoudig Nobelprijswinnaar
introduceerde
in 1968 voor het eerst de term “Orthomoleculair” in Science: alle stoffen, moleculen of handelingen die niet toxisch en niet vreemd aan het lichaam zijn, die het lichaam
Vroeger werd een nutriënt beschouwd als een eenvoudig bestanddeel van voeding. Voeding was banaal en had als enig doel de normale fysiologische functies van het lichaam te onderhouden. Er werd in die tijd nauwelijks aandacht besteed aan de meerwaarde die voeding te bieden had. Een dergelijke definitie van nutriënten schiet duidelijk tekort want ze hebben veel meer in hun mars. Vandaag weten we beter en beschouwen we voedingsstoffen als o.a. belangrijke bouwstenen voor moleculen die groei, vernieuwing, herstel, verdediging, expressie en onderhoud van een cel helpen ondersteunen. Een dergelijke voorstelling van nutriënten toont duidelijk aan dat voedingsstoffen kunnen inwerken op verschillende mechanismen in het lichaam. Eén belangrijke eigenschap sluit perfect aan bij het thema van deze Orthofyto, de nutriënt-genoom interactie. Het genetisch materiaal van verschillende individuen is voor 99.9% identiek. Slechts 0.1% is verschillend en dit bepaalt het fenotype (haarkleur, huidskleur, gewicht, grootte,…) en nog belangrijker de gevoeligheid van het individu voor ziekte of gezondheid. De evolutie van een gezond fenotype naar een fenotype eigen aan een chronische aandoening ontstaat als gevolg van wijzigingen in de genetische expressie van het genoom of verstoringen van de activiteit van proteïnen en enzymen. De genetische expressie wordt gewijzigd door veranderingen van de omgevingsfactoren (voeding, beweging,…). Een verminderde inname of een laag weefsel (plasma) gehalte van verschillende nutrienten is verbonden met een verhoogd risico op de ontwikkeling van kanker. Zo ligt een seleniumtekort aan de basis van verschillende vormen van kanker en veroorzaakt een tekort aan vitamine C oxidatie van DNA en chromosoombeschadiging. Door de interactie met DNA-structuren oefenen voedingsstoffen een duidelijke invloed uit op de gezondheidstoestand van een individu en vervullen ze een belangrijke rol in de preventie van verschillende ziekten. Neem DNA-methylatie als voorbeeld. DNA wordt vooral gemethyleerd in cytosine-guanine dinucleotide regio’s (CG-eilanden). Hierbij wordt een methylgroep bevestigd aan het 5’ koolstofatoom van cytosine. CG-eilanden worden vooral aangetroffen in genpromotorsegmenten, de stukjes DNA die coderen voor het startsignaal van de genexpressie. Dit maakt van methylatie een belangrijk controlemechanisme bij de regeling van de genetische expressie en het in stand houden van een ‘normaal’ genoom. U vraagt zich af hoe onze voeding tussenbeide komt? Een zinktekort leidt tot onvoldoende aanvoer van methylgroepen uit S-adenosylmethionine (SAM) waardoor een toestand van hypomethylatie ontstaat. Een tekort aan selenium leidt tot hypermethylatie van humane kankercellen van de dikke darm, een tekort aan vitamine C induceert een hypermethylatie in longkankercellen,… . Voor het in evenwicht brengen van het DNA-methylatieproces is vitamine B12 onontbeerlijk. En zo zijn er ontelbare voorbeelden!
biochemisch en fysiologisch normaal kan verwerken zonder enige schade en die op de juiste tijd met de juiste dosis biochemisch individueel dient
Het is duidelijk dat de voedingsstoffen opgenomen in de voedingsdriehoek Faché niet zomaar voeding zijn, ze kunnen je leven redden. Welkom in het nutrigenoom-tijdperk!
gegeven of geëlimineerd te worden. (verruimde betekenis uit Science 160:265-271, 1968)
248
Uw hoofdredacteur Walter OM Faché
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
SELENIUM EN KANKER
Orth. Biochem. Walter OM Faché en Dr. Apr. Geert Vergote
SELENIUM VAN
KLEURSTOF TOT CHEMOPREVENTIEF MIDDEL
T
oen Berzelius, een Zweedse scheikundige, in 1817 selenium ontdekte, heeft hij waarschijnlijk niet gedacht aan de rol die dit element zou spelen bij de bestrijding van kanker. Bovendien vond het kersverse element vooral toepassingen in de industrie (vb. kleurstof voor glas, elektronica,…). Tot de jaren vijftig werden seleniumverbindingen als giftig beschouwd maar dankzij een studie uitgevoerd door Schwarz en Foltz (1957) verkreeg selenium een meer positieve blik.
In 1996 verscheen een publicatie (Clark et al.) in de JAMA (Journal of the American Medical Association) waarbij het effect van selenium als behandeling van huidkanker werd geëvalueerd. De resultaten van deze vier en een half jaar durende studie waren opmerkelijk. Alhoewel een dosis van 200 µg selenium per dag geen verbetering van de huidaandoening opleverde, was een dergelijke dosis doeltreffend als preventie van verschillende andere vormen van kanker zoals long-, prostaat-, dikke darm- en endeldarmkanker. Het risico op kanker was bij deze patiënten significant kleiner in vergelijking met de placebo groep. Het effect van selenium was voor de auteurs van deze studie zo overtuigend dat het experiment vroegtijdig werd afgebroken om de patiënten van de placebogroep eveneens dezelfde dosis selenium toe te dienen. Talrijke publicaties met selenium in de hoofdrol zijn reeds verschenen en vandaag wordt dit spoorelement algemeen aanvaard als een essentiële voedingsstof met chemopreventieve eigenschappen.
Het werkingsmechanisme Wanneer we het werkingsmechanisme van selenium onder de loep nemen kunnen we twee verschillende wegen onderscheiden. De eerste weg is deze waarbij selenium functioneert als katalysator voor verschillende enzymen met antioxidant eigenschappen. Op de tweede weg ontmoeten we seleniummetabolieten met een antitumoraal profiel. Waar het eerste mechanisme een remmende invloed heeft op het ontstaan van kanker, veroorzaken metabolieten een inhiberend effect op de verdere ontwikkeling van kwaadaardige cellen. Selenium treffen we in onze voeding aan als zowel een organische en een anorganische molecule. Organisch selenium komt hoofdzakelijk voor als selenomethionine, selenocysteïne en seleniummethylselenocysteïne waarbij selenomethionine de hoofdrol opeist bij seleniumrijk voedsel (Yang et al. 1997). Tot de anorganische vormen van selenium behoren seleniet en selenaat.
Beide vormen (organisch, anorganisch) van selenium zijn reeds het onderwerp Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
geweest van intensief wetenschappelijk onderzoek waarbij ze geëvalueerd werden als mogelijke behandelingsmethode bij talrijke vormen van kanker. Zowel organische als anorganische vormen van selenium bezitten een vergelijkbare doeltreffendheid (Shiobara et al., 1998) maar komen op verschillende plaatsen in het metabolisatieproces terecht. Een schema waarin de verschillende metabolisatiewegen van selenium wordt beschreven vind je terug in figuur 1. Seleniet wordt door glutathion gereduceerd tot waterstofselenide (Hsieh and Ganther, 1975). Het gevormde selenide doet enerzijds dienst als precusor voor de aanmaak van selenoproteïnen (vb. selenoproteïne P) of ondergaat een stapsgewijze methylatie onder invloed van het thiol S-methyltransferase. Hierbij onstaan mono, di-, en tri-gemethyleerde vormen van selenium zoals respectievelijk methylselenol, dimethyldiselenide en het trimethylselenonium ion. Selenomethionine is het onder-
werp van verschillende metabolisatiewegen: cellen maken geen onderscheid tussen methionine en selenomethionine. Daardoor wordt in plaats van methionine dit natuurlijk seleno-aminozuur ingebouwd in verschillende lichaamseiwitten zoals albumine. Deze niet specifieke incorporatie van selenium in proteïnen is een mogelijke reden voor de dosisafhankelijke toename van selenium in weefsels na toediening van aanvullingen rijk aan selenomethionine in vergelijking met de toediening van andere vormen van selenium. Selenomethionine wordt achtereenvolgens omgezet in selenocysteïne en waterstofselenide. Selenomethionine wordt door het enzym methioninase (methionine α,γ-lyase) omgezet in methylselenol. Selenocysteïne is een andere organische seleniumbron afkomstig uit voeding of als omzettingsproduct van selenomethionine. Selenocysteïne wordt op het einde van de metabolisatieweg omgezet in waterstofselenide. In het schema komt duidelijk naar voor dat zowel anorganische als sommige organische vormen van selenium het metabolisatieproces betreden via een gemeenschap-
pelijk intermediair: waterstofselenide. Nadat waterstofselenide door het enzym selenofosfaat synthetase is omgezet in selenofosfaat wordt dit reactieproduct ingebouwd in selenoproteïnen onder de vorm van selenocysteïne, de activatiesite van de seleno-eiwitten. Seleniumrijke stoffen die de metabolisatiesnelweg betreden via ofwel de waterstofselenidepoort ofwel de methylselenoltoegang ondergaan een methylatie door het enzym thiol S-methyltransferase. Hierdoor ontstaan er verschillende gemethyleerde vormen die ofwel via de urine of via de adem worden verwijderd uit het lichaam. Deze opruimingsoperatie heeft tot doel het seleniumevenwicht in het lichaam in stand te houden. Bij dieren werd een excretie van monogemethyleerde metabolieten vastgesteld na toediening van kleine dosissen selenium. Trigemethyleerde metabolieten werden pas gedetecteerd na de consumptie van hoge seleniumdoseringen. Bereikt het gehalte van het trimethylselenonium ion zijn maximumwaarde dan wordt dimethyldiselenide via de
249
SELENIUM EN KANKER ademhaling verwijderd. Recent ontdekten Kobayashi et al. een suiker bevattende seleniummolecule (1 β-methylseleno-N-acetyl-D-galactosamine) als het hoofdbestanddeel van urinaire seleniummetabolieten. Deze suikermoleculen werden aangetroffen bij lage seleniumdoseringen.
Orth. Biochem. Walter OM Faché en Dr. Apr. Geert Vergote
weefsels kan bijgestuurd worden door het innemen van een seleniumaanvulling, de meest logische peiler b) ontspoorde cellen kunnen terug op het rechte pad gebracht worden door een combinatie van seleniumrijke proteïnen en seleniummetabolieten.
Bij seleniumdeficiëntie stimuleert de aanvulling het seleniumafhankelijke glutathionperoxidase en thioredoxinereductase. Beide enzymen fungeren als antioxidant en proberen het ontstaan van kanker in de kiem te smoren. Bij individuen met een normaal seleniumprofiel in het bloed
gevolg van een samenwerking tussen verschillende seleniummetabolieten zoals waterstofselenide (H2Se), methylselenol (CH3SeH) en selenodiglutathione (GSSeSG).
De optimale dagelijkse dosis Een optimale dosis orale seleniumaanvulling komt overeen met die hoeveelheid waarbij tekorten aan dit spoorelement worden voorkomen, de effecten maximaal zijn, het risico op het ontstaan van kanker reduceert en de kans op het ontstaan van mogelijke bijwerkingen minimaal is. De resultaten van een uitgebreide klinische studie uitgevoerd door Clark et al. (NPC studie waarbij NPC staat voor Nutrional Prevention of Cancer) geven weer welke dagelijkse inname van selenium nodig is om het lichaam een voldoende hoeveelheid aan anticarcinogene seleniummetabolieten te laten aanmaken.
De resultaten van deze gerandomizeerde, placebo gecontroleerde studie tonen aan dat een seleniumaanvulling van 200 µg/dag het risico op het ontstaan van verschillende vormen van kanker reduceert: 63% minder kans op prostaatkanker, 58% minder kans op colon-rectum kanker en 46% minder kans op longkanker.
Figuur 1. Verschillende stappen in het selenium metabolisatieproces
Wie heeft er nood aan seleniumaanvullingen? De noodzaak voor het toedienen van seleniumaanvullingen steunt op twee peilers: a) een tekort aan selenium in
250
Deze hypothesen insinueren dat het anticarcinogeen effect van selenium afhankelijk is van de dosis en de seleniumstatus van een individu. Het is duidelijk dat zowel personen met een voldoende hoeveelheid selenium in het bloed als patiënten met een seleniumdeficiëntie de positieve effecten van selenium zullen ervaren.
veroorzaken aanvullingen een toename van de hoeveelheid seleniummetabolieten. Deze stimuleren het immuunsysteem, beïnvloeden het kankermetabolisme, inhiberen de proliferatie van kankercellen, verhogen de apoptoseactiviteit en onderdrukken de tumorangiogenese. Deze cascade van anticarcinogene effecten is het
Een belangrijke kanttekening bij deze resultaten is dat bij de aanvang van dit experiment slechts zes van de 1312 deelnemers een seleniumhoeveelheid in het bloed hadden die kleiner was dan 80 ng/ml. Juist bij een dergelijke hoeveelheid selenium (80 ng/ml) is de expressie van selenoproteïnen maximaal en is het seleniumafhankelijk glutathionperoxidase volledig verzadigd met substraat. Door het toedienen van een dergelijke hoeveelheid konden de meest voorkomende vormen van kanker doeltreffend worden behandeld. Het beschermende
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
SELENIUM EN KANKER effect van een dergelijke seleniumaanvulling was het grootst bij patiënten met de laagste aanvangswaarde aan selenium in het bloed (< 106 ng/ml) en staat weergegeven in figuur 2. Deze groep patiënten vertoonde niet alleen het grootste risico op het ontstaan van kanker maar ervaarde ook het grootste beschermende effect van de seleniumaanvulling. Patiënten waarbij een aanvangswaarde van selenium groter dan 121 ng/ml werd vastgesteld vertoonden weinig positieve invloeden van de voedingsaanvulling.
Door deze vaststellingen concludeerden de auteurs van de NPC studie dat een plasmaconcentratie van 120 ng selenium/ml de optimale bescherming biedt tegen het ontstaan van kanker. Het toedienen van een seleniumaanvulling heeft dus twee streefdoelen:
Orth. Biochem. Walter OM Faché en Dr. Apr. Geert Vergote
Afhankelijk van het seleniumgehalte van de patiënt en rekening houdend met het lichaamsgewicht komt de ideale hoeveelheid in te nemen seleniumaanvulling per dag volgens de auteurs van de NPC studie overeen met 1.5 µg selenium/kg lichaamsgewicht/dag. Een orthomoleculaire richtlijn van 200-400 µg selenium kan worden geadviseerd. Bovendien bevestigen Clark et al. dat bij de inname van dergelijke seleniumhoeveelheden er geen bijwerkingen optreden.
IN SELENIUM BIOCHEMISTRY. NAT PROD •
SUPPLEMENTATION
SHORT-TERM MORBIDITY IN PRETERM
ANTIOXIDANTS. PROC NATL ACAD SCI U
NEONATES. COCHRANE DATABASE SYST
•
E. MEUILLET, S. STRATTON, D.P. CHERUKURI, A.C. GOULET, J. KAGEY,
SELENOPROTEINS AND HUMAN HEALTH:
B.
A REVIEW. PUBLIC HEALTH NUTR. 2001
CHEMOPREVENTION
APR;4(2B):593-9.
CANCER WITH SELENIUM: AN UPDATE
BURK RF, HILL KE, MOTLEY AK.
ON CURRENT CLINICAL TRIALS AND
SELENOPROTEIN METABOLISM AND
PRECLINICAL FINDINGS, JOURNAL OF
FUNCTION: EVIDENCE FOR MORE THAN
CELLULAR BIOCHEMISTRY, 91 (2004):443-
NUTR. 2003 MAY;133(5 SUPPL 1):1517S-20S.
PORTERFIELD,
M.A. OF
NELSON, PROSTATE
458. •
EL-BAYOUMY K. THE PROTECTIVE ROLE
BURK RF. SELENIUM, AN ANTIOXIDANT
OF SELENIUM ON GENETIC DAMAGE
NUTRIENT. NUTR CLIN CARE. 2002 MAR-
AND ON CANCER. MUTAT RES. 2001 APR 18;475(1-2):123-39.
APR;5(2):75-9. •
PREVENT
BROWN KM, ARTHUR JR. SELENIUM,
ONE FUNCTION FOR SELENOPROTEIN P. J •
TO
REV. 2003;(4):CD003312. •
OCT 21. •
DARLOW BA, AUSTIN NC. SELENIUM
BRASH DE, HAVRE PA. NEW CAREERS FOR S A. 2002 OCT 29;99(22):13969-71. EPUB 2002
CLARK LC, JACOBS ET. ENVIRONMENTAL
•
ELLIS DR, SALT DE. PLANTS, SELENIUM
REFERENTIES
SELENIUM AND CANCER: RISK OR
•
ADAMS WJ, BRIX KV, EDWARDS M, TEAR
PROTECTION?
LM, DEFOREST DK, FAIRBROTHER A.
BIOMARKERS PREV. 1998 OCT;7(10):847-8;
ANALYSIS OF FIELD AND LABORATORY
DISCUSSION 851-2.
FLOHE R, MAIORINO M, URSINI F.
COMBS GF JR, CLARK LC, TURNBULL BW.
SELENIUM, THE ELEMENT OF THE
THRESHOLDS FOR BIRDS. ENVIRON
AN ANALYSIS OF CANCER PREVENTION
MOON, IN LIFE ON EARTH. IUBMB LIFE.
TOXICOL CHEM. 2003 SEP;22(9):2020-9.
BY SELENIUM. BIOFACTORS. 2001;14(1-
ALAEJOS MS, DIAZ ROMERO FJ, DIAZ
4):153-9.
DATA TO DERIVE SELENIUM TOXICITY
•
ROMERO C. SELENIUM AND CANCER: SOME
NUTRITIONAL
•
•
ASPECTS.
NUTRITION. 2000 MAY;16(5):376-83.
1) verminderen van het kankerrisico door een selenium concentratie in het bloed van 120 ng/ml na te streven 2) zorgen voor een voldoende aanmaak van de anticarcinogene seleniummetabolieten
•
REP. 2002 DEC;19(6):693-718.
•
ARTHUR
JR.
SUPPLEMENTATION:
SELENIUM DOES
•
SUPPLEMENTATION HELP AND WHY? • •
•
AND HUMAN HEALTH. CURR OPIN PLANT BIOL. 2003 JUN;6(3):273-9.
EPIDEMIOL •
FLOHE L, ANDREESEN JR, BRIGELIUS-
2000 MAY;49(5):411-20. •
FLOHE L, ANDREESEN JR, BRIGELIUS-
WP.
FLOHE R, MAIORINO M, URSINI F.
CHEMOPREVENTIVE AGENTS: SELENIUM.
SELENIUM, THE ELEMENT OF THE
PHARMACOL THER. 1998 SEP;79(3):179-92.
MOON, IN LIFE ON EARTH. IUBMB LIFE.
COMBS
GF
JR,
GRAY
2000 MAY;49(5):411-20.
COMBS GF JR. CHEMOPREVENTIVE MECHANISMS OF SELENIUM. MED KLIN
SOIL
PROC NUTR SOC. 2003 MAY;62(2):393-7.
CANCER
•
GANTHER HE. SELENIUM METABOLISM
(MUNICH). 1999 OCT 15;94 SUPPL 3:18-24.
AND
COMBS GF JR. CONSIDERING THE
PREVENTION. ADV EXP MED BIOL.
BARCELOUX DG. SELENIUM. J TOXICOL
MECHANISMS OF CANCER PREVENTION
CLIN TOXICOL. 1999;37(2):145-72.
BY SELENIUM. ADV EXP MED BIOL.
BIRRINGER M, PILAWA S, FLOHE L. TRENDS
2001;492:107-17.
MECHANISMS
OF
CANCER
2001;492:119-30. •
GANTHER HE. SELENIUM METABOLISM, SELENOPROTEINS AND MECHANISMS OF
Figuur 2. Beschermende effect van een seleniumaanvulling (200 µg/dag) weergegeven in de NPC studie. RR: relatief risico: de kans op het ontwikkelen van kanker na het toedienen van de seleniumaanvulling gedeeld door de kans op het ontwikkelen van kanker bij de placebo groep met dezelfde startconcentraties aan selenium in het bloed.
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
251
SELENIUM EN KANKER
•
CANCER PREVENTION: COMPLEXITIES
TAKAYAMA H, AIMI N, SUZUKI KT.
WITH
2002. SELENOSUGARS ARE KEY AND
THIOREDOXIN
REDUCTASE.
CARCINOGENESIS. 1999 SEP;20(9):1657-66.
URINARY METABOLITES FOR SELENIUM
HAMILTON
EXCRETION WITHIN THE REQUIRED TO
KK.
SUPPLEMENTS
ANTIOXIDANT
DURING
A
SIGNIFICANCE,
PA.
SELENIUM IN BIOLOGY: FACTS AND
TOXICITY. J NUTR. 2000 JUL;130(7):1653-6.
NUTRACEUTICALS--APHARMACEUTICAL
MEDICAL PERSPECTIVES. BIOL CHEM.
VIEWPOINT: PART II. CURR OPIN CLIN
2000 SEP-OCT;381(9-10):849-64.
SIGNIFICANCE,
L.C. CLARK, G.F. COMBS JR., B.W.
TOXICOLOGY OF SELENOMETHIONINE.
HARDY
•
G,
HARDY
I,
BALL
•
METABOLISM
AND
ADV FOOD NUTR RES. 2003;47:73-112.
D. CHALKER, J. CHOW, D. CURTIS,
1998. EFFECTS OF DIETARY SELENIUM
J. DALEN, L. DAVIS, R. DEAL, M.
SPECIES ON SE CONCENTRATIONS IN
HSIEH HS, GANTHER HE. 1975. ACID-
DELLASEGA, R. GLOVER, G. GRAHAM,
HAIR, BLOOD, AND URINE. TOXICOL APP
VOLATILE
FORMATION
E. GROSS, J. HENDRIX, J. HERLONG, F.
GLUTATHIONE
KNIGHT, A. KRONGRAD, J. LESHER, J.
REDUCTASE. BIOCHEMISTRY 14(8):1632–
MOORE, K. PARK, J. RICE, A. ROGERS, B.
WIEMER K. THE ROLE OF WHOLE GRAINS
1636.
SANDERS, B. SCHURMAN, C. SMITH, E.
IN DISEASE PREVENTION. J AM DIET
SELENIUM BY
AM.
CONCEPTS
IN
SELENIUM
THE NUTRITIONAL PREVENTION OF
CANCER
CANCER WITH SELENIUM 1983–1993:
METASTASIS REV. 2002;21(3-4):281-9.
A
IP C. LESSONS FROM BASIC RESEARCH IN
JOURNAL OF THE AMERICAN MEDICAL
J.
NÈVE,
HUMAN
SUPPLEMENTATION
AS
•
CLINICAL
•
CONCENTRATION AND GLUTATHIONE •
SLAVIN JL, JACOBS D, MARQUART L,
ASSOC. 2001 JUL;101(7):780-5. •
STADTMANTC.SELENIUMBIOCHEMISTRY. MAMMALIAN SELENOENZYMES. ANN N Y ACAD SCI. 2000;899:399-402.
TRIAL, •
SUZUKIKT,OGRAY.METABOLICPATHWAY
ASSOCIATION 276 (1996), 1957–1963.
FOR SELENIUM IN THE BODY: SPECIATION
MONOGRAPH SELENIUM, ALTERNATIVE
BY HPLC-ICP MS WITH ENRICHED SE. FOOD ADDIT CONTAM. 2002 OCT;19(10):974-83. •
1, 2003.
ASSESSED
PEROXIDASE ACTIVITY, JOURNAL OF
RANDOMIZED
SHIOBARA Y, YOSHIDA T, SUZUKI KT.
PHARMACOL 152(2):309–314. •
MEDICINE REVIEW, VOLUME 8, NUMBER
SELENIUM
BY CHANGES IN BLOOD SELENIUM
•
SMITH, J. TAYLOR AND J. WOODWARD,
IP C, DONG Y, GANTHER HE.
NUTR. 1998 NOV;128(11):1845-54.
TAYLOR PR, PARNES HL, LIPPMAN SM.
MOSCHOS MP. SELENOPROTEIN P. CELL
SCIENCE PEELS THE ONION OF SELENIUM
MOL LIFE SCI. 2000 DEC;57(13-14):1836-45.
EFFECTSONPROSTATECARCINOGENESIS.
MOSTERT
J NATL CANCER INST. 2004 MAY 5;96(9):645-
V.
SELENOPROTEIN
7.
PROPERTIES,
BIOLOGY 9 (1995), 65–73.
REGULATION. ARCH BIOCHEM BIOPHYS.
JACKSON MJ, BROOME CS, MCARDLE F.
2000 APR 15;376(2):433-8.
MEDICINE:
MOYAD MA. SELENIUM AND VITAMIN E
CHEMOPREVENTION. MAGY ONKOL.
•
FUNCTIONS,
P:
TRACE ELEMENTS IN MEDICINE AND
MARGINAL DIETARY SELENIUM INTAKES
AND
IN THE UK: ARE THERE FUNCTIONAL
SUPPLEMENTS FOR PROSTATE CANCER:
CONSEQUENCES? J NUTR. 2003 MAY;133(5
EVIDENCE
SUPPL 1):1557S-9S. KABATA-PENDIAS A. GEOCHEMISTRY OF
•
OR
EMBELLISHMENT?
•
TOMPA A, SZENDE B. PREVENTIVE BIOMONITORING
AND
2002;46(2):147-53. EPUB 2002 AUG 29. •
VAN METRE DC, CALLAN RJ. SELENIUM
UROLOGY. 2002 APR;59(4 SUPPL 1):9-19.
AND VITAMIN E. VET CLIN NORTH AM
NEVEJ.SELENIUMASA‘NUTRACEUTICAL’:
FOOD ANIM PRACT. 2001 JUL;17(2):373-402, VII-VIII.
SELENIUM. J ENVIRON PATHOL TOXICOL
HOW TO CONCILIATE PHYSIOLOGICAL
ONCOL. 1998;17(3-4):173-7.
AND SUPRA-NUTRITIONAL EFFECTS FOR
KECK AS, FINLEY JW. CRUCIFEROUS
AN ESSENTIAL TRACE ELEMENT. CURR
OF SELENIUM IN THE ETIOLOGY AND
VEGETABLES: CANCER PROTECTIVE
OPIN CLIN NUTR METAB CARE. 2002
PREVENTION OF DISEASES. GIG SANIT.
MECHANISMS
NOV;5(6):659-63.
OF
GLUCOSINOLATE
HYDROLYSIS PRODUCTS AND SELENIUM.
•
RELATIONSHIP TO CANCER: AN UPDATE
CHEMICAL
DAGGER. BR J NUTR. 2004 JAN;91(1):11-28.
KLEIN EA, LIPPMAN SM, THOMPSON
SPECIATION: A REVIEW. J TRACE ELEM
IM, GOODMAN PJ, ALBANES D, TAYLOR
MED BIOL. 1999 DEC;13(4):193-214.
2003 MAR 08.
•
WHANGER PD. SELENOPROTEIN W:
WILKINSON S, CHODAK GW. CRITICAL REVIEW OF COMPLEMENTARY THERAPIES
RAICH PC, LU J, THOMPSON HJ, COMBS GF
FOR PROSTATE CANCER. J CLIN ONCOL.
JR. SELENIUM IN CANCER PREVENTION:
GOODMAN PJ, ALBANES D, TAYLOR PR,
CLINICAL ISSUES AND IMPLICATIONS.
YANG X, TIAN Y, HA P, GU L. 1997.
RAYMAN MP. THE IMPORTANCE OF
SELENOMETHIONINE
UROL ONCOL. 2003 JAN-FEB;21(1):59-65.
SELENIUM TO HUMAN HEALTH. LANCET.
GRAIN AND HUMAN BLOOD. J HYG RES
KLEIN EA. SELENIUM: EPIDEMIOLOGY
2000 JUL 15;356(9225):233-41.
26(2):113–116.
VITAMIN E CANCER PREVENTION TRIAL.
AND BASIC SCIENCE. J UROL. 2004
•
•
S.Y. YU, Y.J. ZHU AND W.G. LI, PROTECTIVE
•
DETERMINATION
OF
CONTENT
THE
bodem waarop deze
IN
YOUNG KJ, LEE PN. INTERVENTION
FEB;171(2 PT 2):S50-3; DISCUSSION S53.
ROLE OF SELENIUM AGAINST HEPATITIS
STUDIES ON CANCER. EUR J CANCER
KOBAYASHI Y, OGRA Y, ISHIWATA K,
B VIRUS AND PRIMARY LEVER CANCER IN
PREV. 1999 APR;8(2):91-103.
252
broccoli en knoflook (tenminste als de
2003 JUN 1;21(11):2199-210. •
CANCER INVEST. 2001;19(5):540-53.
COLTMAN C. SELECT: THE SELENIUM AND
vis, ongeraffineerde graanproducten,
DEC;57(13-14):1846-52. •
DEC;54(12):563-4.
KLEIN EA, THOMPSON IM, LIPPMAN SM,
Seleniumrijke voeding:
A REVIEW. CELL MOL LIFE SCI. 2000
PATEL JC. HUMAN HEALTH AND SELENIUM. INDIAN J MED SCI. 2000
•
WHANGER PD. SELENIUM AND ITS
AND
METABOLISM
WORLD J UROL. 2003 MAY;21(1):21-7. EPUB
•
SELENIUM
12.
•
VOLKOTRUB LP, ANDROPOVA TV. ROLE
IN
DEVELOPMENTS
VITAMIN E CANCER PREVENTION TRIAL.
•
2001 MAY-JUN;(3):57-61.]
PATCHING SG, GARDINER PH. RECENT
INTEGR CANCER THER. 2004 MAR;3(1):5-
PR, COLTMAN C. THE SELENIUM AND
•
SCHRAUZER GN. THE NUTRITIONAL
ASSOC. 1999 JUL;99(7):836-43.
SMITH
SELENIUM AND CANCER PREVENTION. J
•
AND
SELENOPROTEINS: A REVIEW. J AM DIET
DH,
CHEMOPREVENTION.
•
NUTRITIONAL
D. ABELE, R. ALLISON, J. BRADSHAW,
NEW
•
ITS
METABOLISM
TURNBULL, E. SLATE, D. ALBERTS,
•
•
OF
THE
HOLBEN
CATALYZED
•
•
REVIEW
DIVERSE ROLE OF SELENIUM WITHIN
•
•
SCI. 2000 DEC;57(13-14):1864-73. SCHRAUZER GN. SELENOMETHIONINE:
A, GARTNER R, MEYER O, FLOHE L.
NUTR METAB CARE. 2003 NOV;6(6):661-71
•
SCHRAUZER GN. ANTICARCINOGENIC EFFECTS OF SELENIUM. CELL MOL LIFE
•
USA 99(25):15932–15936.
AUG;5(4):181-2.
•
RESEARCH 56 (1997), 117–124. •
KOHRL J, BRIGELIUS-FLOHE R, BOCK
CLIN J ONCOL NURS. 2001 JUL-
•
QIDONG, BIOLOGICAL TRACE ELEMENT
LOW-TOXIC RANGE. PROC NAT ACAD SCI
CANCER
TREATMENTS: WHERE DO WE STAND?
•
Orth. Biochem. Walter OM Faché en Dr. Apr. Geert Vergote
groenten geteeld worden voldoende selenium bevat) Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
ANGIOGENESE
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
NEO-ANGIOGENESE! TUMOR
H
et remmen van de neoangiogenese - of het afblokken van de vorming van nieuwe bloedvaatjes - is pure actualiteit in het moderne kankeronderzoek. Voor kankercellen betekent dit een rem op hun voedselaanvoer. De kankercellen worden als het ware uitgehongerd. Muizen met kanker kunnen hiermee alvast zeer goed behandeld worden en mogelijk zelfs genezen. De grondlegger voor deze therapie is Dr. J. Folkman. Twee reguliere middelen die werken als een neo-angiogeneseremmer zijn endostatine en angiostatine. Beiden worden in Nederland en de V.S. uitgebreid onderzocht. Natuurlijke stoffen die de vorming van nieuwe bloedvaten remmen zijn o.a.: soja (genisteïne), groene thee, vitamine D, vitamine A, mariadistel (silymarine), haaienkraakbeen, acetylcysteïne, maretak (iscador), squalamine en mogelijk ook ksm-itake (coriolus versicolor) en melatonine.
STERFT DOOR BLOEDARMOEDE
Wat is angiogenese? Angiogenese is het biologische proces waarbij nieuwe bloedvaten gevormd worden vanuit al bestaande bloedvaten. In de vroegtijdige stadia van de embryonale ontwikkeling, ontwikkelen de eerste endotheelcellen (dit zijn gespecialiseerde cellen die de wanden van de bloedvaten bekleden) zich vanuit producerende stamcellen of angioblasten. Dit fenomeen noemt men vasculogenese. Vanuit de op die manier gevormde bloedvaten kunnen zich nieuwe haarvaten ontwikkelen tijdens de angiogenese. Angiogenese en vasculogenese zullen gelijktijdig plaatsvinden tijdens de embryonale ontwikkeling, maar vanaf het einde van de embryonale fase, zal de vorming van nieuwe bloedvaten enkel gebeuren door het proces van angiogenese. Een tumor is oorspronkelijk een ongeorganiseerde klomp cellen waarbij de kern van de klomp te weinig zuurstof krijgt. Hierdoor hopen er zich binnenin allerlei stofwisselingsafvalstoffen op. De meeste deskundigen stellen dat een tumor daarom nooit groter zou kunnen worden dan 2 mm in doorsnede (dit geldt dus ook voor uitzaaiingen). Tijdens de groei van een foetus worden er echter ‘organiserende’ stoffen gebruikt die bestaande bloedvaten laten vertakken naar bijvoorbeeld een orgaan in wording.
De tumor roept dit oude mechanisme te hulp, waardoor een gezond bloedvat in de buurt gaat vertakken en de tumormassa van nieuwe bloedvaten voorziet (neoangiogenese). Nu is er opeens afvoer van afvalstoffen en toevoer van zuurstof en brandstof mogelijk, en kan de tumor bijOrthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
gevolg in omvang toenemen. Ook kunnen losse tumorcellen via deze bloedvaten veel gemakkelijker ontsnappen (uitzaaiingen). Het verstoren van de angiogenese is volgens in vitro en in vivo onderzoek mogelijk met bijvoorbeeld genisteïne uit sojaproducten, maar ook met lichaamseigen hormoonderivaten (2-methoxy-oestrogenen) waarvan de vorming gestimuleerd wordt door de stof indol-3-carbinol uit kruisbloemige groenten.
radiotherapie en chemotherapie om kanker te bestrijden. Nu komt er een nieuw wapen bij: anti-angiogenese. Na 34 jaar onderzoek heeft professor Folkman gevonden wat hij zocht: een nieuwe generatie medicijnen tegen kanker, die zonder haaruitval en braken de tumoren kunnen stabiliseren en zelfs doen krimpen. Als ze preventief gebruikt worden, kunnen ze de tumoren klein en onschadelijk houden zodat je niet meer ziek wordt van kanker. De manier waarop Dr. Folkman
Het neo-angiogeneseproces bij een bestaande tumor
Onderzoek aan de Harvard Medical School Professor Judah Folkman, vader van de nieuwe generatie kankermedicijnen en microbioloog aan de Harvard Medical School, heeft een droom: “Ik wil van kanker een gewone ziekte maken waar je kunt mee leven. Een ziekte waar je niet van dood gaat, en waar je haar niet van uitvalt. Ik wil eveneens de behandeling van kanker minder hard en minder pijnlijk maken”. Vandaag staat hij een stap dichter bij zijn droom. We hadden al chirurgie,
kanker aanpakt, is ongebruikelijk. “Kanker verloopt eigenlijk in twee fasen”, legt de professor uit. “Eerst is er een mutatie van cellen die een tumor vormt. In de tweede fase begint de tumor te groeien en vormen zich bloedvaten waardoor de tumor zich voedt. De vorming van bloedvaten die de tumor voeden, heet angiogenese. Als de tumor blijft groeien, kan hij dodelijk worden.” De benadering van Dr. Folkman is die bloedvaten uit te schakelen. Resultaat: de tumor stabiliseert, en begint te krimpen. In sommige gevallen verdwijnt hij zelfs.
253
ANGIOGENESE Kanker breekt door wanneer de natuurlijke hoeveelheid angiogeneseremmers in ons lichaam te klein is om de groei van de tumor te stoppen Anti-angiogenese is een nieuwe methode, die in het begin met veel scepsis onthaald werd. “Toen ik in 1970 voor het eerst met de idee kwam dat de bloedvaten de sleutel waren tot de groei van de tumoren, werd ik uitgelachen. Men geloofde toen niet dat de tumoren zelf nieuwe bloedvaten vormden om zich te voeden. Toen eindelijk bewezen werd dat zich wel degelijk nieuwe bloedvaten vormden rond de tumoren, werd dat gezien als een vreemd neveneffect, een overmatige groeireactie. Niemand zag het als een oorzaak voor de groei van de tumoren. Ik heb heel wat weerstand moeten overwinnen om angiogenese te kunnen bewijzen. En vooral om te bewijzen dat angiogeneseremmers werken.” “Angiogenese stoppen is één van de natuurlijke taken van ons lichaam”,zegt Dr. Folkman. “Hoeveel angiogeneseremmers aanwezig zijn, hangt af van de plek in het lichaam, en van je genen. Sommige mensen hebben er meer dan andere. Dat verklaart waarom tumoren zich bij de ene persoon sneller ontwikkelen dan bij de andere, en waarom kanker op de ene plek van het lichaam sneller evolueert dan op een andere plek.” Dr. Folkman ontdekte verschillende angiogeneseremmers in ons bloed zoals endostatine, en angiostatine. Hij behaalde spectaculaire resultaten door de angiogeneseremmer TNP 470 te testen bij muizen: tumoren gevormd door borst-, prostaat- en darmweefsel schrompelden in elkaar. Soms verdwenen ze gewoon.
Anti-angiogenese werd onthaald als de nieuwe wondertherapie tegen kanker. Maar wonderen bestaan niet, voor-
254
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist uitgang wel. “Stap voor stap kom ik dichter bij mijn doel. Maar we zijn er nog niet”, zegt professor Folkman. “De eerste angiogeneseremmer is nu goedgekeurd voor medisch gebruik in Amerika. Het heet Avastin, en zorgt ervoor dat mensen die darmkanker hebben gemiddeld vijf maanden langer leven na radio- of chemotherapie. Darmkanker is een heel agressieve kanker, die snel groeit. Met de bestaande therapieën leef je hoogstens een maand langer. Vijf maand is dus een hele vooruitgang! Avastin wordt aanbevolen na chemo of een andere behandeling, maar kan ook preventief gebruikt worden. De andere angiogeneseremmers die zijn goedgekeurd, bestrijden huidkanker en borstkanker. Mensen die aan de tests van het middel hebben deelgenomen, nemen de angiogeneseremmers al zes jaar en hebben nog steeds geen uitzaaiingen. Er is ook geen resistentie tegen de remmers. En ze zijn ook niet giftig voor het lichaam, je haar valt er niet van uit, je botten worden er niet broos door. Je levenskwaliteit is hoog, je kunt sporten, reizen. Een neveneffect is wel hoge bloeddruk, maar dat is een probleem dat je kunt beheersen.”
gebruik van vitamine A, retinoïden (vitamine A derivaten), bètacaroteen, vitamine E, silibine (uit silymarine), gember, glycyrrhizinezuur (uit zoethout), resveratrol, uien en knoflook, visolie, olijfolie (met een hoog gehalte van het enkelvoudig onverzadigde omega-9 vetzuur, het oliezuur), polyfenolen (uit groenten en fruit) en zeker curcuma (zie tekst).
Kankerpreventie en angiogenese met curcumine (kurkuma) Oncologen noemen geïsoleerde en gestandaardiseerde curcuminoïden potentiële derde-generatie chemo-preventieve antikankerstoffen. Klinische studies op knaagdieren, en massaal epidemiologisch onderzoek laten vermoeden dat het gebruik van curcuminoïden risicopatiënten toelaat om hun levenskwaliteit op peil te houden. De kurkuma-
ingrediënten zijn immers in staat kanker op moleculair niveau af te remmen.
Wat is kurkuma? Kurkuma is een gele kleurstof (E 100) die gewonnen wordt uit de wortelstok van de ‘curcuma longa’. De plant behoort tot de gemberfamilie. Kurkuma bestaat uit verschillende curcuminoïden. Geïsoleerd en gestandaardiseerd hebben ze een sterkere werking dan het natuurlijke kurkuma alleen. Uit de kurkuma wortelstok worden drie belangrijke curcuminoïden geïsoleerd. Het gaat om curcumine, demethoxycurcumine en bisdemethoxycurcumine. De chemische structuur van curcumine werd in het begin van vorige eeuw vastgesteld. Wetenschappers begonnen vanaf de late jaren zeventig curcumine te gebruiken voor talrijke klinische studies. Uit laboratoriumen epidemiologische data blijkt dat curcumine over unieke antioxidatieve en ontstekingsremmende eigenschappen beschikt.
Voeding, arachidonzuur en angiogenese Arachidonzuur zou een sleutelstof zijn bij het ontstaan van uitzaaiingen en angiogenese. Voeding laag in arachidonzuur is dus mogelijk belangrijk. Relatief hoge concentraties arachidonzuur zitten in eidooiers, rood vlees en vooral orgaanvlees. Vette vis (zalm, paling, zalmforel en makreel) en schaal/ schelpdieren met veel gunstige omega-3 meervoudig onverzadigde vetzuren zijn relatief arm aan arachidonzuur. Sojaproducten, fruit en groenten bevatten helemaal geen arachidonzuur. Remming van het arachidonzuur-metabolisme kan verder worden verkregen door het
NADH ondersteunt chemotherapie, geeft méér energie en zorgt voor iets minder nevenwerkingen.
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
ANGIOGENESE
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist
Kurkumaplant in bloei
Het werkingsproces van curcumine bij kankerpreventie Wetenschappers die de werkingsmechanismen van curcumine in diverse biologische systemen onderzochten, stelden vast dat deze stof verschillende antitumortechnieken gebruikt (lin et al – 1994). Dat curcumine de tumorgroei op drie verschillende niveaus afremt, wordt geïllustreerd aan de hand van experimenteel geïnduceerde kanker met behulp van de carcinogene stof TPA (de phorbol ester 12O-tetradecanoylphorbol-13-acetate). Lin et al. ontdekten in 1991 dat de moleculaire actie van curcumine zowel op DNA, RNA én enzymniveau gebeurt. TPA is een vluchtige biologisch actieve stof die diverse molecu-
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
laire processen op gang brengt. Naast de inductie van een verhoogde expressie van oncogenen zoals c-jun, c-fos en c-myc, veroorzaakt TPA eveneens de inductie van enzymen die essentieel zijn voor de celproliferatie zoals het ornithine decarboxylase enzym of het PKC (Protein Kinase C, Lin et al. – 1993). TPA overactiveert tenslotte eveneens het cyclooxygenase en het lipoxygenase proces. De verhoogde expressie van alle deze genentranscripties die door TPA worden geïnduceerd is alleen maar gunstig voor het ontstaan van ontstekingen en het dereguleren van cellen waardoor tumorgroei ontwikkelingskansen krijgt.
De onderzoekers stelden vast dat curcumine er voor zorgt dat de transcriptie van de genen die essentieel zijn voor de celproliferatie in sterke
mate worden onderdrukt door de gedeeltelijke blokkering van alle voornoemde enzymen. Hierdoor wordt het ontstaan van tumorcellen sterk bemoeilijkt. Curcumine concentreert zich in eerste instantie op het plasma membraan. Het blokkeert er het PKC (Lin et al. – 1993). Bovendien remt curcumine eveneens een aantal tussenliggende PKC nucleaire proteïnefactoren zoals IkB kinase en NFkB. Tegelijkertijd wordt ook de activiteit van EGF-receptor tyrosine kinase onderdrukt (Korutla en Kumar – 1994). Dit gebeurt door de beïnvloeding van verschillende moleculaire signaaltransductiesystemen (Huang et al. – 1991). J.K. Lin en S.Y. Shiau stelden in maart 2000 vast dat, wanneer om het even welke essentiële component van een moleculaire
signaaltransductie hyperactief wordt, het gevaar bestaat dat de cel evolueert naar een ongecontroleerde vorm van proliferatie die tot de vorming van een tumor kan leiden.
Curcumine slaagt erin alle hyperactiviteitsprocessen te onderdrukken en de signaaltransductie gunstig te controleren. Daardoor behouden cellen hun normale, gezonde functie.
Waarschuwing Curcumine mag niet gebruikt worden bij ernstige leveraandoeningen. Senioren (65-plussers) moeten lagere doseringen krijgen omdat curcumine een beperkt antistollingseffect heeft op het bloed. Curcumine mag ook niet gebruikt worden bij obstructie van de galwegen aan-
255
ANGIOGENESE gezien curcumine de galafscheiding bevordert.
NADH en cellulair herstel na chemotherapie Professor Ji-Ren Zhang - Oncology Center, Zhujiang Hospital, First Military Medical University, Guangzhou, China
Kankerpatiënten worden wereldwijd geholpen door radiotherapie en chemotherapie. Door de zeer precies gerichte bestralingen en chemobehandelingen wordt een tumor geëlimineerd. De hoeveelheid gezond weefsel dat wordt geraakt is zeer minimaal maar bestaat. Daarom wordt bij om het even welke kankercelbestrijding het menselijke organisme toch sterk verzwakt. Daardoor krijgen niet verwijderde pre-cancereuze cellen de kans om terug toe te slaan. Een klinische studie doen op dit vlak is zeer moeilijk. Om die reden is het noodzakelijk radioprotectieve geneeskunde te ontwikkelen dat onderzoek verricht naar
Dirk Bogaert, Wetenschapsjournalist de door straling veroorzaakte celschade bij gezonde weefsels. NADH blijkt een uitstekende bestralingsprotector te zijn met minimale nevenwerkingen. Het co-enzym 1, NADH, speelt een cruciale rol in het energiemetabolisme en het cellulaire transport van nucleïnezuren, eiwitten en koolhydraten. Verder is gebleken dat NADH van essentieel belang is om door chemotherapie en bestralingen beschadigde cellen terug te herstellen. “We onderzochten het effect van NADH op menselijke LO2 levercellijnen. Een aantal LO2 cellen werden bestraald zonder voorafgaande toediening van NADH, andere LO2 levercellen werden vooraf beschermd met NADH.”, aldus professor Zhang. De resultaten waren duidelijk. NADH beschermt de LO2 levercellen tegen hoge bestralingsdosissen én tegen UVB stralen.
Soja (zie foto), groenten en fruit verminderen de angiogenesevorming
256
• NADH is in staat om LO2 cellen te redden van apoptose die ingezet werd door bestraling. • NADH versterkt de mitose en de DNAsynthese in met UVBstralen behandelde LO2 cellen. NADH vermindert niet alleen de expressie van p53, p21, p16 en baxproteïnen. NADH zorgt tevens voor een betere expressie van het bcl-2 eiwit. • NADH blokkeert ook de productie van intracellulaire ROS, het reduceert het vrije Ca2+ in het cytoplasma en houdt de pH-waarde neutraal. • Uit proeven op dieren was al bekend dat NADH het aantal CD4 en CD8 afweercellen drastisch verhoogt waardoor de immuniteitsfunctie sterk verbetert.
REFERENTIES • ARBISER JL, ET AL. CURCUMIN IS AN IN VIVO INHIBITOR OF ANGIOGENESIS. MOL MED 1998 JUN; 4(6): 376-83. • JEE SH, ET AL. CURCUMIN INDUCES A P53-DEPENDENT APOPTOSIS IN HUMAN BASAL CELL CARCINOMA CELLS. J INVEST DERMATOL 1998 OCT;111(4):656-61. • KORUTLA L, ET AL. INHIBITION OF LIGANDINDUCED ACTIVATION OF EPIDERMAL GROWTH FACTOR RECEPTOR TYROSINE PHOSPHORYLATION BY CURCUMIN. CARCINOGENESIS 1995 AUG;16(8):1741-5. • ZHANG F, ET AL. CURCUMIN INHIBITS CYCLOOXYGENASE2 TRANSCRIPTION IN BILE ACID PHORBOL ESTER-TREATED HUMAN GASTROINTESTINAL EPITHELIAL CELLS. CARCINOGENESIS 1999 MAR;20(3):445-51. • DORAI T, GEHANI N, KATZ A. THERAPEUTIC POTENTIAL OF CURCUMIN IN HUMAN PROSTATE CANCER. II. CURCUMIN INHIBITS TYROSINE KINASE ACTIVITY OF EPIDERMAL GROWTH FACTOR RECEPTOR AND DEPLETES THE PROTEIN. MOL UROL 2000 SPRING;4(1):1-6. • MORAGODA L, JASZEWSKI R, MAJUMDAR AP. CURCUMIN INDUCED MODULATION OF CELL CYCLE AND APOPTOSIS IN GASTRIC AND COLON CANCER CELLS. ANTICANCER RES 2001 MARAPR;21(2A):873-8. • JIANG MC, YANG-YEN HF, YEN JJ, LIN JK. CURCUMIN INDUCES APOPTOSIS IN IMMORTALIZED NIH 3T3 AND MALIGNANT CANCER CELL LINES. NUTR CANCER 1996;26(1):111-20. • HUANG MT, NEWMARK HL, FRENKEL K. INHIBITORY EFFECTS OF CURCUMIN ON TUMORIGENESIS IN MICE. J CELL BIOCHEM SUPPL 1997;27:26-34. • ELATTAR TM, VIRJI AS. THE INHIBITORY EFFECT OF CURCUMIN, GENISTEIN, QUERCETIN AND CISPLATIN ON THE GROWTH OF ORAL CANCER CELLS IN VITRO. ANTICANCER RES 2000 MAYJUN; 20(3A): 1733-8. • LIN JK, CHEN YC, HUANG YT, LIN-SHIAU SY. SUPPRESSION OF PROTEIN KINASE C AND NUCLEAR ONCOGENE EXPRESSION AS POSSIBLE MOLECULAR MECHANISMS OF CANCER CHEMOPREVENTION BY APIGENIN AND CURCUMIN. J CELL BIOCHEM SUPPL 1997; 28-29:39-48.
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
Noni de Tahiti MORINDA CITRIFOLIA is een struik, boom die weelderig en praktisch overal in Polynesië groeit en gekend is onder de naam NONI. Sinds enkele jaren is in het Westen de interesse in NONI gewekt, maar de vruchten en zelfs de bladeren worden al eeuwenlang in de traditionele geneeskunde in Polynesië aangewend. NONI DE TAHITI van Martera is een 100% puur sap van zongerijpte vruchten van NONI struiken die in de vruchtbare, mineraalrijke vulkanische grond van Tahiti groeien. Het Martera NONI DE TAHITI sap onderscheidt zich van ander noni sap daar het 100% puur sap is, zonder toevoeging van andere fruitsappen of smaakstoffen: zongerijpte vruchten worden in grote vaten verzameld en door de druk van de vruchten loopt het sap eruit. Dit sap wordt enkel nog gefilterd en flash gepasteuriseerd. Dus, een eenvoudig, traditioneel proces zonder veel technische bewerking. Voor het Martera NONI DE TAHITI sap worden daarenboven enkel vruchten van biologisch gecertificeerde oorsprong gebruikt. Controle door ECOCERT BE-1. NONI sap wordt op de eilanden traditioneel als een natuurlijk antibiotisch, pijnstillend en ontstekingsremmend middel gebruikt.
INDUSTRIEEL LABORATORIUM & ADVIES
Onder iedere fles zit net als bij ons voedingssupplement VIBRACELL een energieplaatje dat de trillingsenergie (uitgedrukt in Bovis eenheden) van het NONI sap verhoogt.
•VOEDING : bacteriologische en chemische analyses. •WATER : bacteriologische en chemische parameters. •SPECIALE TESTEN BACTERIOLOGIE : o.a. Legionella, sneltesten pathogenen. •SPECIALE TESTEN SCHEIKUNDE : o.a. vetzuurprofiel (GC-MS). •TOXIOLOGISCHE PARAMETERS : o.a. PCB. •KWALITEITSHANDBOEK: zelfcontrole voor zuivel. •ADVIES : algemene informatie bv wetgeving. •OMGEVINGSCONTROLES : luchtmetingen, hygiënogrammen.
ISO 17025 Erkeningsnr. 240 T
Industriezone Vlamingveld 3 • 8490 Jabbeke tel: +32(0)50/816757 • fax: +32(0)50/816759
[email protected]
Vraag naar het Martera NONI DE TAHITI sap voor een 100% puur en biologisch NONI sap van hoogstaande kwaliteit! Folders zijn te verkrijgen bij onze verdeler: SANVITA Palokestraat 89, 1080 Brussel Tel. & fax: 02 522 77 82
www.martera.com Made by: GDI nv Wolvenhofstaat 12 B-8870 Izegem T +32 51 31 36 28 E
[email protected]
Selenactiv Uniek door zijn biologische beschikbaarheid
• Selenium verbetert de immuniteit en de productie van antilichamen
• Selenium antidoteert giftige metalen zoals kwik, cadmium, thallium en zilver.
• Selenium beschermt tegen straling en kankerverwekkende stoffen.
Verkrijgbaar in apotheken in verpakkingen van 100 tabletten. Aanbevolen dosering : 2 tabletten per dag.
milia Verdeler voor België : Similia N.V. Deuzeldlaan 34-36 Tel. 03 641 81 00 Fax 03 641 81 10
Orthomoleculaire ondersteuning Inflammatie-Reuma-Botaandoeningen • Niveau 10 - 3de jaar • 24 en 25 november 2004 • van 9 u tot 17.30 u • in de congreszaal Larenhoeve Kerkstraat 101, 9270 Laarne
• Kostprijs: 300 euro met volledige cursus inbegrepen
• Aantal deelnemers is beperkt ! Schrijf snel in. Docenten : W.OM. Faché Y. Deckers, Dr. Med. Apr. Philippe Gerard De Cock Johan Dr Ph. D, B SC, D.O. Het programma kunt u aanvragen bij het VIOW. Tel: 09/3690642 Fax: 09/3661838 E-mail:
[email protected]
Overgevoeligheid voor bepaalde stoffen kan leiden tot heftige reacties van het immuunsysteem. Met name de mestcellen kunnen geprikkeld worden tot overmatige afgifte van histamine. Door bijvoorbeeld huisstofmijt, pollen, voedingsmiddelen, huidschilfers van huisdieren, schimmelsporen, geneesmiddelen, histamine, histaminevrijmakers en
Gelukkig reageert hij de laatste tijd weer heel normaal.
zonlicht. Histoplex normaliseert dat proces. Is 100% plantaardig met toevoeging van B15 en calcium. Histoplex werd door Biotics ontwikkeld in samenwerking met dokter Lasneski. Biotics versnelt het herstel. Nutramin BV, Postbus 310, 1170 AH Badhoevedorp, Tel.: +31(0)20 - 617 8282, Fax: +31(0)20 - 615 8525, E-mail:
[email protected]
Samenstelling per tablet: 600 mg Histoplex* * Histoplex is een specifiek mengsel van de volgende planten- en voedingsstoffen: Walnootblad (Juglans regia) Olijfblad (Olea europaea) Seven Barks (Hydrangea arborescens) Hesperidine (flavonoïde) Indiase gentiaan (Andrographis paniculata) Schijn-ereprijs (Picrorhiza kurroa) Oshawortel (Ligsuticum porteri) Karawatake paddestoel (Coriolus versicolor) Dimethylglycine (B15) Calciumborogluconaat Verpakking: 90 capsules
Wilt u als arts of therapeut meer weten over onze producten, maak dan een afspraak met onze vertegenwoordiger of vraag de uitvoerige informatie aan. Ook kunt u dagelijks tussen 13.00 en 14.00 uur terecht bij onze helpdesk: +31(0)20 - 617 8282. Voor België: Energetica Natura Benelux BV, Postbus 57, B-2050 Antwerpen 5, Telefoon: 03 - 7890959, Gratis fax: 0800 - 80011, Fax: 03 - 114319397.
by
• o j i b wa
Flor•Essence® vitaliseert je leven -
roeck
s electe d
de
verwijdert gifstoffen uit het lichaam
helpt
de lever bij het afbreken van giftige stoffen
•
•
•
el
•
ect u m
ab
levert belangrijke voedingsstoffen • herstelt het spijsverterings-kanaal
•
is een krachtige anti-
oxidant • verhoogt uw weerstand • draagt bij tot de celvernieuwing •
Hoe jong wilt u zich vandaag voemiddel is om uw biologische leeftijd te verlagen. Het is een bui-
Ouder worden doen we allemaal.
ten-gewoon heilzame kruidenformule getrokken uit acht ver-
Kan het zijn dat uw lichaam vlugger ouder lijkt dan uzelf of
schillende kruiden (grote klis, schapezuring, rode iep, Russische
dat u er juist langer jong blijft uitzien? Volgens de Canadese
rabarber, witte waterkers, bruinalg, gezegende distel en rode
Dokter David Wikenheiser, expert in het bepalen van de biologi-
klaverbloesem) en werd reeds 100 jaar geleden door de Ojibwa
sche leeftijd, wel. Door de toenemende vervuiling en stress zijn
Indianen gebruikt. Flor•Essence is een alles in één product en
de meesten onder ons lichamelijk minstens 15 jaar ouder dan
het gaat te werk waar het nodig is.
hun chronologische leeftijd.
Dankzij Flor•Essence wordt uw lichaam gezuiverd en gevoed
Uit onderzoek blijkt dat Flor•Essence het meest doeltreffende
en zo komt het weer in evenwicht.
Verkrijgbaar in de betere natuurvoedingswinkel of apotheek.
Bereken je biologische leeftijd op www.ojibwa-deroeck.com of bel +32 (0)52 48 43 00
OjIbwa De roeck
your health, our mission
PADDESTOELEN TEGEN KANKER
Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe
PADDESTOELEN, EEN NIEUW LICHTPUNT TEGEN KANKER HONDERDEN
WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES,
VRUCHT VAN ERNSTIG ONDERZOEK
T
ijdens onze deelname aan 16 driejaarlijkse wereldcongressen over de teelt van eetbare zwammen en hun voedingswaarde was het opvallend hoeveel aandacht er telkens weer besteed werd aan de medicinale, vooral kankerremmende, werking van sommige eetbare paddestoelen. Onze kennis over de geneeskracht van zwammen werd vooral verrijkt door een eerste wereldcongres over medicinale zwammen in september 2001 te Kiev (Oekraïne) en een tweede congres over geneeskrachtige zwammen in juli 2003 te Pattaya (Thailand). Tevens worden wij sinds 2000 driemaandelijks op de hoogte gehouden door een rijk gevuld “International Journal of Medicinal Mushrooms” uitgegeven door Prof. Dr. Solomon Wasser, gepubliceerd door het Begell House in New York. Het zou niet eerlijk zijn de mooie reeks wetenschappelijke boeken te vergeten, geschreven door gekende doctors-mycotherapeuten: Prof Lelley, Hobbs, Mori, Callot, Chang, Birkfeld, Flegg, Wasser, Stamets, Schmaus enz. Uit al deze bronnen filtreren we hier de belangrijkste aspecten die ongetwijfeld weldra zullen leiden tot een sterke evolutie van de mycotherapie waardoor het doktersvoorschrift weerom een kans krijgt op verruiming in het kader van de thans meer en meer geïntegreerde geneeskunde. Men noemt de recente zwam-of mycotherapie “De witte revolutie”, terwijl men de kruiden of fytotherapie “de groene revolutie” noemt omdat zwammen geen, en kruiden wel chlorofyl bevatten.
Veel zwammen zijn geroepen, weinigen uitverkoren voor kankertherapie. Van de ruim tweehonderdduizend schimmels zijn er ongeveer twintigduizend die men paddestoelen noemt omdat hun vruchtlichamen met het ongewapend oog kunnen beschreven en geïdentificeerd worden. Van deze 20.000 soorten zijn er slechts een veertigtal waarin minstens 700 auteurs zeer kostbare kankerwerende stoffen hebben teruggevonden. Het betreft hier steeds eetbare paddestoelen die zachtvlezig zijn (oesterzwam) ofwel harde houtzwammen (lakzwam) waarvan men thee of extracten kan bereiden. In de strijd tegen kanker komt het er steeds op aan de meest actieve moleculen te identificeren en zo mogelijk het extract ervan in gelulen te ver-
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
werken als medicament of als voedingssupplement. De gemalen vriesdroogzwammen zijn het eenvoudigst en vragen evengoed als gevriesdroogde koffiepoeder en andere, de minste administratieve zorgen. De meest bekende paddestoelen met de gewenste kankerwerende eigenschappen zijn volgens Wasser en Weis 1999: de cultuurchampignon Agaricus bisporus, de zonnechampignon Agaricus blazeï, de rupsendoder Cordyceps sinensis, het judasoor Auricularia auricula-judae, het elfenbankje Coriolus versicolor, het fluweelpootje Flammulina velutipes, de lakzwam Ganoderma lucidum, eikhaas Grifola frondosa, apekop Hericium erinaceus, shimeji Hypsizygus marmoreus, de berkeweerschijnzwam Inonotus obliquus, de zwavelzwam Laetiporus sulphureus, de shiitake Lentinus edodes, berkezwam Piptoporus betulinus, oesterzwam Pleurotus ostreatus, schermzwam Polyporus umbellatus, waaiertje Schizophyllum commune, trilzwam Tremella fuciformis, en de rijststrozwam Volvariella volvacea.
Dr. Chihara, de wereldantikankerzwampionier. Na jarenlang dubbelblind wetenschappelijk onderzoek in het “National Cancer Research Institute te Tokyo” kwam de Japanse Prof. Doctor Goro Chihara, directeur van dit kankercentrum, in 1984 naar Europa. Hij gaf aan diverse universiteiten zijn zeer relevante lezing over de positieve proefresultaten die hij bekwam bij honderden kankerpatiënten door het gebruik van lentinan, een effectief antitumor polysaccharide uit de fameuze shiitake, Lentinus edodes! Het commercieel farmaceutisch preparaat kon echter niet direct in onze Belgische geneesmiddelenlijst worden opgenomen, ook al was er ruime belangstelling te vinden voor dit natuurlijk polysaccharide “lentinan” dat in feite een complexe grote sui-
kermolecule is. De vertraagde toepassing was er dus enkel om administratieve redenen vermits de ons omringende landen hierover geen problemen maakten.
De juiste antikankermolecule versterkt het immuunsysteem Alle paddestoelen bevatten polysacchariden maar slechts enkele typen ervan komen voor tumorremming in aanwerking. Het zijn vooral de beta-glucanen die vlug vlotte verbindingen maken met eiwitten en aldus door dragereiwitten doorheen onze darmvlokken naar de lymfe en het bloed worden getransporteerd.
Eenmaal in de bloedstroom versterken de polysacchariden de witte bloedcellen, vooral onze duizenden thymus-cel-
265
PADDESTOELEN TEGEN KANKER
Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe
Polysacchariden
len, killer-cellen en macrofagen, zodat de ongewenste tumorcellen één voor één worden vernietigd. Deze uiterst belangrijke kankerceldoding resulteert stapsgewijze tot het wegkwijnen van een beginnende tumor, ook kankerpunt genoemd, tenzij de tumor - vb. door extra oestrogenen - sneller aangroeit dan dat de afweercellen de tumorcellen kunnen doden. Er is dus nog steeds een “loser” en een “winner”!
Astragalus, Canadese geelwortel, kattenklauw, olijfblad of vlierbes waarin de gewenste polysacchariden ook aanwezig zijn.
Andere antikankercomponenten uit zwammen Naast de belangrijkste immuunversterkende polysacchariden
bevatten onze eetbare zwammen ook nog tal van andere componenten die een bijdrage leveren in de kankervoorkoming en bestrijding. Het zijn moleculen met een cytostatische werking, eigenlijk een zachte vorm van chemotherapie. Deze moleculen leggen de kankercelvermenigvuldiging stil of remmen ze af, zonder meldenswaardige nevenwerkingen. Hieronder volgen enkele voorbeelden: • ABL-lectine: uit de cultuurchampignon Agaricus
bisporus; remt colorectale carcinoomcellen (Didukh et al. 2003). De afkorting ABL duidt op de afkomst: nl. een Agaricus Bisporus Lectine. • Actinon: een extract uit diverse eetbare zwammen met een efficiënte antimetastasewerking; Het onderzoek naar de precieze actieve moleculen is nog aan de gang (Feng et al. 2001). • Apoptose-stimulantia: in het elfenbankje Coriolus versicolor detecteerde men stof-
Onze afweercellen (witte bloedcellen) zijn het meest actief tijdens platte rust vermits zij bij zware dagtaken reeds heel wat andere bloedverstoorders en stressproblemen uit de weg moeten ruimen. Ook ter voorkoming van tumoruitzaaiingen blijken de betaglucanen goed werkzaam. (Van de honderden auteurs, vooral mycologen, artsen, apothekers en biologen, citeren wij hier enkel Hobbs 1996, Lelley 1997, Wasser & Weis 1999, Lees et al. 2003 en Rowan et al. 2003).
Mochten er geen paddestoelenpreparaten beschikbaar zijn dan kan het immuunsysteem ook tijdelijk worden versterkt door Echinacea,
266
Zwavelzwam (Laetiporus sulphureus) overgenomen uit Encyclopedie van paddestoelen Zuid Boekproducties
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
PADDESTOELEN TEGEN KANKER fen met apoptotische (zelfdoding) effecten op leukemische cellijnen (Won et al. 2003). • Aromatase-remmers: ontdekt in de cultuurchampignon Agaricus bisporus; het aromatase maakt oestrogeen uit androgeen. Aangezien een overmaat
aan oestrogenen de tumorgroei stimuleert (Didukh et al 2003), is een rem op de werking van het aromatase-enzym meer dan welkom. • ATF of “acid treated fraction”: uit de cultuurchampignon Agaricus bisporus; AFT vertoonde een tumorceldodend effect (Didukh et al. 2003). • Bioflavonoïden: uit eikhaas Grifola frondosa (maïtake); bezitten tumorremmende componenten (Schechter 1994). • Cantaxanthinen: carotenoïden uit diverse eetbare paddestoelen die ons beschermen tegen huidkanker en andere tumoren (Wasser et al. 1999).
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
• Cerevisterol: een steroide uit de zonnechampignon Agaricus blazeï, dat de groei van baarmoederhalskanker afremt (Mizuno 2002). • Cytostatica: tumorcelremmende moleculen in diverse paddestoelen (Peters 1994). • Ergosterol: is in tal van zwammen mild aanwezig en zou volgens Didukh et al. 2003 naast vit. D-vorming ook zeer actief zijn tegen sarcoma 180, Lewis longcarcinoom en tegen angiogenese (= de vorming van nieuwe bloedvaten in een kwaadaardig gezwel). • Glutamine: aanwezig in witte en bruine champignons de Paris; deze zwammen zijn neoplasma-remmers, dus werkzaam tegen ongewenste celwoekering (Alborn 1997). • Illudinen: triterpenen uit de trechterzwam Clitocybe illudens; remt de tumor-DNAreplicatie (Chang et al. 1978, Wasser et al 1999). • Lucideenzuur of lucidone: triterpenoïde uit de lakzwam Ganoderma lucidum; antitumoraal (Wasser et al. 1999). • Melaninen: bruine of zwarte polyfenolische pigmenten in sommige paddestoelen zoals in de bruine champignon de Paris met fotoprotective, DNA-beschermende, antimutagene werking (diverse auteurs o.a. Malarczyk et al. 2002). • Militarine: een nieuwe antikankermolecule uit de rupsendoder Cordyceps militaris; is het meest actief tegen kankercellijnen van de prostaat en eveneens tegen leukemie (Kim et al. 2003). • Oncoproteïne-remmers: in de oosterse hoefzwam Ganoderma tsugae; het gezuiverd extract remde duidelijk de virale baarmoederhalskanker verwekt door een oncoproteïne, een kankereiwit uit het papilloma-virus (Abdulla et al 2003). • Organisch germanium: gedetecteerd in de lakzwam Ganoderma lucidum met een werking tegen blaaskanker, Lewis-longcarcinoom en hepatoma (Chang et al.
Prof. Dr. Ir. Jozef Poppe
•
•
•
•
•
2001). PSA-remmers: uit de lakzwam Ganoderma lucidum (Hackman et al. 2003); ter verlaging van het Prostaat Specifiek Antigeen dat dus liefst zo laag mogelijk blijft. Quinonen: rozerode pigmenten uit de lamellen van de champignon de Paris (onze cultuurchampignon); deze pigmenten bezitten een potentiële Tumor-DNA remmende werking (vier publicaties o.a. Miles et al. 1997). Selenium: een sterke antioxidant met een remmende invloed op diverse chronische ziekten en kankers. (talrijke auteurs o.a. Zhu 2003). Spirolen (verwant met cerevisterol): uit de zonnechampignon Agaricus blazeï werden enkele steroide anti-baarmoederhalskanker-moleculen geïsoleerd (Didukh et al. 2003). Terpenen: uit diverse oesterzwammen; één ervan is pleurotine uit de oesterzwam dat naast zijn antibacteriële werking tevens actief is tegen kankerceldeling (GundeCimerman et al. 2001).
Er liggen nog zoveel kankerpreventieve en/ of kankergenezende componenten verscholen in de natuur. Men mag dan ook verwachten dat de klassieke geneeskunde in de komende jaren geleidelijk zal evolueren naar het gebruik van meer - door dubbelblind onderzoek bevestigde - moleculen uit paddestoelen. Natuurlijk mag men niet vergeten dat er met de groene planten eveneens nog veel onderzoek dient te gebeuren zodat uiteindelijk de zwammen, samen met de kruiden een ruime en waardevolle component worden als aanvulling bij de klassieke en orthomoleculaire geneeskunde. Denken wij hier maar even aan voorbeelden uit het verleden zoals penicilline uit de Penicillium, aan het salicylzuur uit de wilg en aan efedrine uit de Ephedra-
plant. Een harmonieus gecombineerde medicatie zou dan moeten leiden tot een meer doeltreffende integrale of geïntegreerde geneeskunde. Het zou fair zijn en ook wetenschappelijk correct om aan de recent gedetecteerde zwammoleculen een eerlijke kans te bieden als voedingsadditief of medicijn!
REFERENTIES WIJ VERWIJZEN HIER NAAR ONZE ZESTIG PAGINA’S TELLENDE PUBLICATIE EN LANGE LITERATUURLIJST IN DE VOLUMINEUZE
‘PROCEEDINGS’
VAN HET VIJFDE INTERNATIONAAL CONGRES OVER ORTHOMOLECULAI-
2003
RE GENEESKUNDE VAN EIND TE
GENT.
NUTTIGE TIPS: ENKELE PREPARATEN BAAR
VIA
ZIJN
UW
REEDS
APOTHEKER
ZWAM-
VERKRIJGBIJ
ÉÉN
ACATRIS LONDERZEEL 052.319538, BIOLIFE SINT GENESIUS-RODE 02.3803285, LAB FENIOUX BRUSSEL 02.3746264, M INAMI N UTRITION E DEGEM 03.4587954, NUTRIFYT OOSTKAMP 050.201604, (I M U G L U C A N ) NUTRISAN WILRIJK (MAITAKE GOLD 404) 03.8994676, O JIBWA /D E ROECK MOERZEKE (IMMUNOMAX) 052.484300, PHARMANEX BRAINE L’ ALLEUD 02.3851567, SIMILIA SCHOTEN (SHIITAKE COMPLEX) 03.6418101. INDIEN DRINGEND KAN UW APOTHEKER OOK IMPORTEREN VAN SOLGAR HAARLEM (PADDESTOEL VEGICAPS) WWW.SOLGAR. NL, OF VITALS AMSTERDAM (MI 7MYCLIUM IMMUNO) 020.6257298. MEN KAN OOK DIRECT SHIITAKE CONSUMEREN VAN A. VANBELLE NAZARETH 09.3857149 OF CORDYCEPS VAN E. STEVENS RUISELEDE 0474.934900. DE BELGISCHE FIRMA’S DIE QUA MYCOVAN
VOLGENDE
FIRMA’S:
PREPARATEN NOG NIET IN ONS BESTAND WAREN OPGENOMEN, GELIEVE ZICH AAN TE MELDEN OP HET NUMMER 09.3627102 (AUTEUR). RUIM 48 FIRMA’S, DUS OOK BUITEN BELGIË, ZULLEN WORDEN VERMELD IN EEN LOS ADDENDUM BIJ DE
VIOW-BISTRO-TEKST OVER “GEZOND MET PADDESTOELEN“ DIE DOORGAAT OP 4 OKTOBER E.K. TE LAARNE.
267
VOEDSELVEILIGHEID
Dr. Apr. Geert Vergote
PLOFKIPPEN MEER
WATER DAN KIP
Z
in in een mals stukje kippenvlees of mag het ook waterkip of kip verrijkt met varkens- of runderafval zijn? Het doel van dergelijke praktijken is duidelijk: kippenvlees aanbieden aan spotprijzen want water verkopen voor kippenvlees houdt de prijs laag.
De duistere kant van de voedingsindustrie Door het toevoegen van water aan kippenvlees stijgt het gewicht maar je krijgt wel minder vlees voor je geld.
Om het toegediende water door het kippenvlees te laten opnemen wordt een water/eiwitmengsel ingespoten. Meestal gaat het om dierlijke eiwitten afkomstig van runderen of varkens. Dergelijke praktijken worden vanzelfsprekend niet op het etiket vermeld. De consument vermoedt niets maar helaas bevat kippenvlees soms tot 50% toegevoegd water! Onlangs was een BBC-reportage over plofkippen het onderwerp in TerZake. De reportage toonde aan dat een deel van het geïmporteerde diepgevroren kippenvlees in het Verenigd Koninkrijk ingespoten wordt met water en eiwitten afkomstig van kippen, varkens of runderen. Hoewel sommigen beweren
268
tijken. Net hierin schuilt het grootste gevaar. Wie is er het slachtoffer, zowel de consument als de eerlijke kippenboer die met lede ogen moet toezien dat bijna niemand geïnteresseerd is in het duurdere kippenvlees van zeer goede kwaliteit.
Gevaar op BSE besmetting?
dat er met de kwaliteit van het voedsel niets aan de hand is, werd door Dhr. W. Faché in het Canvasprogramma Nachtwacht de soms povere kwaliteit van ons voedsel aan het licht gebracht. Dat er met voedsel vreemde dingen gebeuren is geen uit de lucht gegrepen stelling van Dhr. W. Faché maar wordt bevestigd door laboresultaten van consumentenorganisaties zoals Test-Aankoop en verschillende landbouworganisaties. We hoeven ons geen illusies te maken want niet alleen in het Verenigd Koninkrijk maar ook op je eigen bord kan er kippenvlees van bedenkelijke kwaliteit terechtkomen. Dit alles wekt de nodige vragen op.
De consument en de eerlijke kippenboer worden bedrogen Ongelooflijk maar waar, het toevoegen van water aan gevogelte is door de wet niet verbo-
den! De producenten van dergelijke vleeswaren moeten er alleen op letten dat de verhouding van de hoeveelheid water tot de hoeveelheid eiwitten in het vlees gerespecteerd wordt. Juridisch gezien mag de hoeveelheid water in kippenvlees niet hoger zijn dan 3,5 keer de hoeveelheid eiwitten. Wel verplicht is het vermelden van alle ingrediënten op het etiket. Door het toevoegen van het water/eiwit mengsel neemt het gewicht explosief toe (plofkippen). De aanwezigheid van water en dierlijk afval is natuurlijk geen goede publiciteit voor de fabrikant. Daarom wordt kippenvlees voor de tweede maal gemanipuleerd met als doel de opspoorbaarheid van runder- of varkensresten onmogelijk te maken. Hiervoor worden enzymen toegevoegd! Het resultaat, kippenvlees vol met water en afval waardoor de herkomst van de eiwitten (rund of varken) niet kan worden aangetoond. Dit opent de poort voor allerlei minder goed bedoelde prak-
Reeds in december 2001 werd door het Brits agentschap voor de voedselveiligheid kenbaar gemaakt dat kippenvlees afkomstig uit Nederland en België soms voorzien was van een gebrekkig etiket. Verschillende stalen van kippenvlees werden onderzocht op vreemde eiwitten. De resultaten zijn zorgwekkend. Varkenseiwitten werden in kippenvlees aangetroffen maar de aanwezigheid van deze eiwitten werd niet vermeld op het etiket. Een ander onderzoek uitgevoerd in Ierland bracht een nog meer verontrustende praktijk aan het licht. De resultaten van deze steekproef toonde aan dat rundereiwitten aan kippenvlees afkomstig uit Nederland waren toegevoegd. Dergelijke praktijken, het inspuiten van vlees met water verrijkt met dierlijke eiwitten, hebben uiteenlopende gevolgen. Vooreerst zijn er religieuze bezwaren. Varkenseiwitten toedienen aan kippenvlees en dan verkopen als varkensvrij vlees kan niet door de beugel. Alleen al uit respect voor de godsdienst van diegenen die geen varkensvlees wensen te eten. Bovendien doet het gebruik van runderslachtafval al snel het BSE-spook opduiken. BSE of gekkekoeienziekte is de afkorting van Boviene Spongiforme Encefalopathie. Het is een aandoening die voor-
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
VOEDSELVEILIGHEID komt bij runderen (Boviene) waarvan de cellen in de hersenzenuwen holtes vertonen. Bij microscopisch onderzoek vertonen de aangetaste hersenen een sponsachtig (Spongiform) uitzicht. Encefalopathie betekent hersenaandoening of afwijking van hersenweefsel.
Heel waarschijnlijk ontstaat BSE als gevolg van een verandering in een eiwit aanwezig in hersencellen. De abnormale vorm van dit eiwit krijgt de naam prion. Prionen vertonen eigenaardige kenmerken. Zo blijken prionen weerstand te bieden tegen hitte, straling, inwerking van enzymen en zijn ze ongevoelig voor chemische ontsmettingsmiddelen. In tegenstelling tot de normale eiwitvorm worden prionen niet afgebroken door de hersenen en ontstaat er opstapeling in het hersenweefsel. De symptomen van BSE kunnen bij runderen enige tijd op zich laten wachten. Vooraleer de klachten zichtbaar worden kan reeds een periode van 2 tot 18 jaar verstreken zijn. Uiterlijke kenmerken van BSE zijn hoofdzakelijk gedragsveranderingen (vb. zenuwachtig of angstig gedrag) en bewegingsmoeilijkheden (vb. regelmatig vallen). Om het risico op een BSE besmetting te voorkomen worden bepaalde weefsels van dieren niet toegelaten in de voedselketen van zowel dier als mens. Op basis van het risico op besmetting worden dierlijke weefsels en lichaamsvloeistoffen ingedeeld in verschillende klassen (Tabel 1). Hoe lager het nummer hoe hoger de kans op besmetting. Tot de weefsels met het grootste risico behoren de hersenen en het ruggenmerg van runderen. Dit is ook de reden waarom in het Verenigd Koninkrijk T-bone steaks niet meer worden geserveerd. Daar prionen zich vooral bevinden in zenuwweefsel mag je spierweefsel zoals biefstuk als veilig beschouwen. Ook de meeste vleesbereidingen zijn veilig daar deze samengesteld zijn op basis van varkensvlees. Sedert februari 1998 is alle risi-
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
Dr. Apr. Geert Vergote
comateriaal niet meer toegelaten in België. Vanaf 2000 werd een gelijkaardige maatregel van kracht in de volledige Europese Unie.
Uit dit alles kunnen we besluiten dat het behandelen van vleeswaren met water/eiwit mengsels niet Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 4
in het belang is van de consument, noch van de voedselveiligheid. Niet alleen de aanwezigheid van runderafval in kippenvlees maakt dit voedsel verdacht ook de manier waarop het water/ eiwit mengsel wordt toegediend vormt een bijkomend probleem.
Hoog risico Middelmatig risico Laag risico Verwaarloosbaar risico
Eerst wordt het diepgevroren kippenvlees ontdooid. Het watermengsel wordt ingespoten en vervolgens wordt het vlees opnieuw ingevroren. Dergelijke dooi-vries cycli zijn niet zonder gevaar. Het hoeft geen betoog, zulke bewerkingen moeten in het belang van iedereen verboden worden!
Hersenen, ruggenmerg, ogen, ruggenwervels Darmen, lymfeklieren, milt, amandelen Lever, longen, beenmerg, pancreas, zwezerik Bloed, hart, melk, nieren, spieren, serum, schildklieren, melkklieren
Tabel 1. Indeling van dierlijke produkten op basis van het risico op BSE besmetting
Het VIOW geniet geen overheidssteun en hangt aldus af van uw lidgeld
LID VIOW € 75 per jaar STEUNEND LID VIOW € 150 per jaar de voordelen kan U op onze website bekijken
www.viow.be 269
ORTHOMOLECULAIRE CHEMOPREVENTIE
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
LYCOPEEN IS DE KANKERCEL OP VERSCHILLENDE FRONTEN TE VLUG AF
D
at het lycopeengehalte in ons lichaam daalt met de leeftijd is een belastende factor voor het ontwikkelen van tumoren naarmate we ouder worden. Hoge concentraties lycopeen in het bloed correleren immers met een verlaagd risico op het ontwikkelen van verschillende soorten kankers. In epidemiologische studies correleert een verhoogde lycopeenconsumptie vooral met een verlaagd risico op het ontwikkelen van prostaat-, long- en maagkanker. Data suggereren eveneens een gunstig effect van lycopeen bij kankers van ovarium, baarmoeder, blaas, borst, pancreas, colon, rectum, slokdarm en mondholte. Deze chemopreventieve eigenschap van lycopeen wordt hoofdzakelijk toegeschreven aan een antioxidatieve capaciteit, maar er is meer…
soep, saus, …) onze voornaamste voedselbron van lycopeen. Ook watermeloen, roze pompelmoes, roze guava, abrikoos en papaja zijn niet te versmaden bronnen van lycopeen. In het bloedplasma heeft lycopeen een halfwaardetijd van 2-3 dagen. Het is er het meest voorkomende carotenoïde en door zijn lipofiele eigenschappen bevindt het zich vooral in LDL en VLDL partikels. Lycopeen wordt opgeslagen in hepatocyten (lever) en in mindere mate in miltcellen. Verder komt lycopeen ook voor in vetweefsel, testes, bijnieren en prostaat.
Aangezien wordt aangenomen dat lycopeen via de LDLreceptor wordt opgenomen in de weefsels geldt doorgaans als algemene regel dat weefsels met de grootste LDLreceptoractiviteit (lever, bijnieren, testes) ook het meeste lycopeen bevatten.
komt de helft van het lycopeen voor als cis-isomeer terwijl onze voeding vooral trans-lycopeen bevat. Of dit nu het gevolg is van een in-vivo isomerisatie of een preferentiële opname van cis-lycopeen door de darmen is nog onduidelijk. Meestal wordt voorzichtigheidshalve aangeraden om zoveel mogelijk cis-isomeren (vb. gestoofde tomaten) van lycopeen te consumeren omwille van een vermoedelijk hogere biologische beschikbaarheid van de cis-isomeren. Daar komt nog bij dat lycopeen zich in intacte voeding (vb. rauwe tomaten) in een soort matrix bevindt waardoor de absorptie wordt bemoeilijkt. Door tomaten te koken of te bewerken tot pasta/puree komt het lycopeen vrij uit de matrix en verhoogt de biobeschikbaarheid.
Direct en indirect antioxidatief effect Wanneer het lichaamseigen antioxidantenarsenaal het bombardement aan vrije radicalen in het lichaam niet langer kan opvangen en tegelijk ook de aanvoer van antioxidanten uit de voeding tekort schiet, ontstaat een toestand van oxidatieve stress. Chronische oxidatieve stress speelt een rol in de progressie en het ontstaan van kanker. Lycopeen neutraliseert rechtstreeks “singlet” zuurstof-(1O2)en peroxyl (ROO•)-radicalen. Het opvangen van peroxylradicalen stopt de lipidenperoxidatie en behoedt de vetcompartimenten voor beschadiging. Lycopeen beschermt eveneens efficiënter
Gekookte of gestoofde tomaten leveren meer
Figuur 1a. Structuur van trans-lycopeen met open ringstructuren aan de uiteinden (= lineaire keten).
lycopeen dan rauwe Lycopeen stapelt zich op in lever, milt, vetweefsel, testes, bijnieren en prostaat Lycopeen, een rood en vetoplosbaar plantaardig pigment, behoort tot de carotenoïden. Afhankelijk van rijpheid en ras bevatten tomaten 0.85-13.6 mg lycopeen/100 g. Hiermee vertegenwoordigen tomaten en afgeleide producten (sap, ketchup,
270
Lycopeen is een lineaire koolstof/waterstofketen met 2 nietgeconjugeerde en 11 geconjugeerde dubbele bindingen (fig. 1a). In verse rauwe tomaten komt lycopeen hoofdzakelijk voor als een all-trans-isomeer. Onder invloed van licht (vb. bij langdurige stockage) en warmte (vb. koken) ondergaan deze geconjugeerde bindingen een isomerisatie naar mono- en/ of poly-cis-isomeren (fig. 1b). De meest frequent geïdentificeerde isomeren van lycopeen zijn all-trans, 5-cis, 9-cis, 13cis, en 15-cis. In het plasma
Figuur 1b. De all-trans-isomeer en diverse cis-isomeren van lycopeen.
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
ORTHOMOLECULAIRE CHEMOPREVENTIE tegen waterstofperoxide (H2O2) en stikstofdioxideradicalen (NO•2) uit sigarettenrook dan β-caroteen. Een tweede manier om reactieve electrofiele stoffen uit te schakelen is via conjugatie aan vb. glutathion tijdens fase II-reacties. Lycopeenconsumptie resulteert bij knaagdieren in hogere concentraties aan gereduceerd glutathion (GSH) en een toename in het glutathion-S-transferaseenzym (GST). GST is verantwoordelijk voor de binding (=conjugatie) van glutathion aan reactieve stoffen. Op die manier beïnvloedt lycopeen onrechtstreeks de antioxidantcapaciteit in het lichaam. Daarenboven induceert lycopeen alvast bij ratten een reeks antioxidant-enzymen zoals superoxidedismutase (SOD), glutathionreductase en glutathionperoxidase.
Lycopeen onderhoudt
nemen en stimuleren eveneens de expressie van connexine 43, een gen dat codeert voor het belangrijkste eiwit van de nexusverbinding. Een herstel van de nexusverbindingen tussen kankercellen kan het maligne proces omkeren en de groei van de kankercellen afremmen.
Groeistop van kankercellen IGF-1 signaaloverdracht wordt afgeremd Een verhoogde bloedspiegel aan “Insulinelike Growth Factor” (IGF-1) voorspelt een verhoogd risico op het ontwikkelen van borst-, prostaat-, colon- en longkanker. Lycopeen interfereert met de signaaloverdracht van deze groeifactor waardoor de IGF-1-gestimuleerde groei van kankercellen wordt gereduceerd.
BESLUIT: De consumptie van lycopeenrijke groenten en fruit verlaagt het risico van het ontwikkelen van kankers van diverse oorsprong door op verschillende fronten van de carcinogenese tussen te komen. Chemopreventieve eigenschappen van lycopeen in een notendop • • • • •
Gezonde cellen communiceren met elkaar via zogenaamde nexus-verbindingen (“Gap Junctions” - GJC of “Gap Junction Communication”). Deze minuscule kanaaltjes worden gevormd door specifieke eiwitten (connexines) en laten een passage van laag-moleculaire stoffen toe (ionen, cAMP, metabolieten en signaalmoleculen). Er heerst een zeker dynamisme: de kanaaltjes kunnen even snel weer verdwijnen als ze gevormd worden. Dankzij deze nexus-verbindingen ontstaat een functionele koppeling tussen cellen waardoor celgroepen tot een grotere eenheid gaan behoren. Carcinogenese wordt gekenmerkt door een verlies aan functionele nexus-verbindingen. De tumorcel verliest het contact met naburige cellen en begint ongecontroleerd te groeien.
Lycopeen en oxidatieproducten van lycopeen laten het aantal nexusverbindingen toeOrthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
Rechtstreekse vrije radicalenvanger Onrechtstreekse antioxidant (inductie van glutathionconjugatie) Inductie van een sterkere intercellulaire communicatie Een rem op de werking van de groeifactor IGF-1 Een rem op de progressie van de celcyclus
Kennelijk leeft onder wetenschappers het idee om in plaats van het afzonderlijke lycopeen opnieuw het volledig toma-
de intercellulaire communicatie
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
Rem op de progressie van de celcyclus
tenpoeder te gebruiken in de preventie van kanker. Deze
Vooraleer een cel zich deelt (verdubbelt), ondergaat ze een aantal veranderingen waarbij ze drie stadia doorloopt: G1-fase (eiwitaanmaak), S-fase (DNAsynthese) en G2-fase (vooral energieproductie). Dit wordt de celcyclus genoemd. Lycopeen veroorzaakt een vertraagde overgang van de G1- naar de S-fase. Dit fenomeen werd ontdekt bij borstkankercellen.
van een recente studie bij ratten. In dit proefdiermodel
bedenking kwam er naar aanleiding van het resultaat
is een volledig tomatenpoeder efficiënter dan lycopeen in de preventie van prostaatkanker (Boileau et al. J Natl Cancer Inst 2003; 95:1578-86). Andere nutriënten uit de tomaat (eventueel andere carotenoïden) werken vermoedelijk synergetisch met lycopeen.
REFERENTIES
Therapeutische dosis Primaire en secundaire chemopreventie met lycopeen wordt bekomen bij dagelijkse dosissen van 6-30 mg. De literatuur citeert een dagelijkse dosis van 6 mg in de preventie van prostaatkanker, 6.5 mg in de preventie van longkanker bij niet-rokende vrouwen, 12 mg in de preventie van longkanker bij rokende mannen en 30 mg om de groei van een bestaande prostaatkanker af te remmen.
•
• •
•
•
TAPIERO H, TOWNSEND DM, TEW KD. THE ROLE OF CAROTENOIDS IN THE PREVENTION OF HUMAN PATHOLOGIES. BIOMED PHARMACOTHER 2004; 58(2):100-10. LYCOPENE MONOGRAPH. ALT MED REV 2003; 8(3):336-42. KRIS-ETHERTON PM, HECKER KD, BONANOME A, COVAL SM, BINKOSKI AE, HILPERT KF, GRIEL AE, ETHERTON TD. BIOACTIVE COMPOUNDS IN FOODS: THEIR ROLE IN THE PREVENTION OF CARDIOVASCULAR DISEASE AND CANCER. AM J MED 2002, 113:71-88. BOILEAU TWM, BOILEAU AC, ERDMAN JW. BIOAVAILABILITY OF ALL-TRANS AND CIS-ISOMERS OF LYCOPENE. EXP BIOL MED 2002; 227:914–9. GIOVANNUCCI E. TOMATOES, TOMATO-BASED PRODUCTS, LYCOPENE, AND CANCER: REVIEW OF THE EPIDEMIOLOGIC LITERATURE. J NATL CANCER INST. 1999; 91(4):317-31.
271
ORTHOMOLECULAIRE CHEMOPREVENTIE
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
ALL-ROUND POLYSACCHARIDEN UIT DONG QUAI ALS ANTITUMORALE KANDIDATEN P
lantaardige polysacchariden vormen meer en meer het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe antitumorale stoffen. Denken we maar aan polysacchariden uit de zaden van Ginkgo biloba, uit citrusvruchten (“modified citrus pectin”) of uit eetbare medicinale paddestoelen (Shiitake met het PSK of “protein bound polysaccharide”, Maitake met lentinan, …). De polysaccheriden uit de wortel van Dong Quai lijken in een eerste grondige studie gelijkaardige antitumorale eigenschappen te bezitten.
en endometriose nemen veel patiënten hun toevlucht tot deze Chinese wijsheid, ook in Europa. Er is echter weinig wetenschappelijk bewijs voor! De meeste wetenschappelijke studies hebben zich totnogtoe gericht op het belang van Dong Quai in de bescherming van het gastrointestinaal stelsel, het effect op de bloedplaatjesaggregatie en de bescherming van de lever.
Dong Quai
Antitumoraal effect
Angelica sinensis
Hét traditionele Chinese kruid voor vrouwenklachten Dong Quai (het Chinese Danggui) of Angelica sinensis kent een historisch gebruik bij klachten van gynaecologische aard. Voor moeilijk te behandelen aandoeningen zoals ovariumcysten, baarmoederfibromen
272
Chinese onderzoekers brengen het ontegensprekelijke bewijs voor het nut van Dong Quai bij kanker
Een studie met een volledige polysaccharidenmix en een onderzoek met een laag moleculair gewicht polysaccharide (< 3000 d) tonen aan dat polysacchariden uit Dong Quai een sterk antitumoral effect bezitten bij muizen met Ehrlich ascites kanker (EAC) en leukemie (L1210). Deze toediening verlengt de overlevingskansen en reduceert de vorming van buikvocht, een indicatie van tumorinhibitie in deze muismodellen.
Immuunmodulatie In vitro onderzoek plaatst Dong Quai bij de imuunstimulerende fytotherapeutica. Bestanddelen uit Dong Quai stimuleren de
lymfocyten op een aspecifieke manier. Onder invloed van een volledige polysaccharidemix uit Dong Quai vermindert het gewicht van de thymus bij muizen met sarcoma (S180). De auteurs suggereren dat dit een aanwijzing kan zijn van een Tcel-gemedieerde aanval op de tumor, maar bewijzen hebben ze er niet voor. Waarschijnlijk baseren ze zich op het feit dat eens een thymus volledig is uitgerijpt en de pool van mature T-lymfocyten is aangemaakt, het orgaan drastisch verkleint. Dit zou dan betekenen dat de polysacchariden uit Dong Quai het rijpingsproces in de thymus stimuleren, maar op basis van de huidige kennis over Dong Quai is dit soort bewering nog pure speculatie. Wat zeker is, is dat de vastgestelde reductie van de thymus duidt op immuunmodulerende eigenschappen van Dong Quai die nog verder moeten onderzocht worden!
Inhibitie van metastasering Metastasering (uitzaaiing) van tumoren is een meerstapsproces: adhesie aan de extracellulaire matrix (ECM), degradatie ervan, migratie er doorheen en angiogenese. Het is bekend dat polysacchariden uit de ECM (vb. proteoglycanen en glycosaminoglanen, met heparansulfaat, heparine, hyaluronzuur, …) een belangrijke rol spelen in de metastasering en groei van tumoren (zowel stimulerend als inhiberend). Polysacchariden uit planten krijgen dezelfde rol toebedeeld. Polysacchariden uit Dong Quai verhinderen de adhesie
van humane leverkankercellen (HHCC) aan commercieel verkrijgbare ECM, remmen de degradatie - door diezelfde tumorcellen - van ECM en verhinderen de migratie van deze tumorcellen doorheen membranen gecoat met ECM. Deze drie in vitro testen wijzen op het vermogen van polysacchariden uit Dong Quai om metastasering van tumoren tegen te gaan. Het effect is des te sterker naarmate de polysaccharidefractie meer uronzuur bevat. Er bestaan vermoedens dat polysacchariden ook de angiogenese bij kanker tegengaan. Deze vermoedens berusten op de vaststelling dat deze polysacchariden bij wondheling (nml. bij het herstel van maagzweren) de angiogenese doen verminderen.
Stimulatie van de hematopoiese Dong Quai stimuleert onrechtstreeks de aanmaak van bloedcellen (hematopoiese) door een verhoogde secretie van hematopoietische groeifactoren bij macrofagen, fibroblasten en lymfocyten te induceren. Kankerpatiënten ervaren vaak een zware vermoeidheid die te wijten is aan bloedarmoede (anemie). Dit tekort aan rode bloedcellen kan het gevolg zijn van ondervoeding, chemotherapie, een tumor die het beenmerg aantast, een tumor die is uitgezaaid tot in de nieren, … . In dit geval is Dong Quai van toepassing. Wees wel waakzaam! Over de interactie van Dong Quai met chemotherapeutica is weinig gekend! Over het algemeen wordt Dong Quai als een veilig fytotherapeuticum beschouwd,
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
ORTHOMOLECULAIRE CHEMOPREVENTIE het wordt al meer dan 2000 jaar gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde.
Combineer het volledige Dong Quai extract echter nooit met antistollingsmedicatie (vb. warfarine). Dong Quai versterkt de werking van deze medicijnen en kan daarom bloedingen veroorzaken. Verder kan Dong Quai eveneens fotosensitiviteit uitlokken.
BESLUIT: Dit systematisch onderzoek in muizen dat volgens de gangbare criteria voor de evaluatie van een antikankermedicijn werd opgesteld, bevestigt de antitumorale activiteit van polysacchariden uit Dong Quai (Shang et al.). Voor een pleidooi om massaal Dong Quai in te zetten in de strijd tegen kanker is het nog wat te vroeg. Maar deze eerste resultaten geven toch al aan dat Dong Quai als antikankerkandidaat
Dong Quai
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
niet langer over het hoofd mag gezien worden. Het is zelfs goed mogelijk dat de gesuggereerde inhibitie op de angiogenese in de toekomst een verklaring wordt voor het positief effect van Dong Quai op baarmoederfibromen. • Ovariumcyste: een meestal goedaardig gezwel van de eierstok. • Baarmoederfibroom: een meestal goedaardig gezwel van hoofdzakelijk spierweefsel uit de wand van de baarmoeder; een myoom is een andere benaming voor dit gezwel; een baarmoederfibroom dat buiten de baarmoeder groeit en door een steel aan de baarmoeder verbonden is, wordt een baarmoederpoliep genoemd. • Endometriose: een goedaardige woekering van functioneel baarmoederslijmvlies op plaatsen buiten de baarmoeder. • Leukemie: L1210 is een transplanteerbare kwaadaardige kanker van onrijpe lymfocyten • Sarcoma: S180 is een transplanteerbare kwaadaardige kanker van mesenchymale oorsprong (mesenchym is het weefsel waaruit steun, bind- of vaatweefsel ontstaat). • Ehrlich ascites kanker (EAC of “Ehrlich ascitic cancer”) is een weinig gedifferentieerde tumor die spontaan ontstaan is als borstkanker in muizen, maar die ook elders in het lichaam kan groeien. • EAC- en L1210-kankercellen worden in de buikholte (ip) van de muizen ingespoten, S180 in de voorpoten; EAC- en L1210- cellen groeien vrij in de buikholte en produceren hierbij buikvocht, S180 is een vaste tumor. • Extracellulaire matrix: bindweefsel dat voor de samenhang van de weefsels zorgt
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
De polysacchariden uit Dong Quai bestaan onder meer uit fucose, galactose, glucose, arabinose, rhamnose en xylose
Preliminaire antitumorale onderzoeksresultaten met polysacchariden uit Dong Quai • Antitumoraal effect in muizenmodellen (Ehrlich ascites kanker, leukemie) • Immuunmodulerend vermogen in vitro (stimulatie lymfocyten) en in vivo in muizen (reductie van de thymus) • Antimetastaseringseffect in een in vitro test met humane leverkankercellen • Afzwakking van angiogenesestimulatie bij de heling van maagzweren (patiënten met maagzweren, Ye et al.) • Inductie van een verhoogde secretie van hematopoietische groeifactoren, gunstig bij anemie (nierpatiënten, Bradley et al.)
Dong Quai
REFERENTIES •
•
•
•
•
•
SHANG P, QIAN AR, YANG TH, JIA M, MEI QB, CHO CH, ZHAO WM, CHEN ZN. EXPERIMENTAL STUDY OF ANTI-TUMOR EFFECTS OF POLYSACCHARIDES FROM ANGELICA SINENSIS. WORLD J GASTROENTEROL 2003; 9(9):1963-7. WANG Q, DING F, ZHU N, HE P, FANG Y. DETERMINATION OF THE COMPOSITIONS OF POLYSACCHARIDES FROM CHINESE HERBS BY CAPILLARY ZONE ELECTROPHORESIS WITH AMPEROMETRIC DETECTION. BIOMED CHROMATOGR 2003; 17(7):483-8. YE YN, SO HL, LIU ES, SHIN VY, CHO CH. EFFECT OF POLYSACCHARIDES FROM ANGELICA SINENSIS ON GASTRIC ULCER HEALING. LIFE SCI 2003; 72(8):925-32. WILASRUSMEE C, SIDDIQUI J, BRUCH D, WILASRUSMEE S, KITTUR S, KITTUR DS. IN VITRO IMMUNOMODULATORY EFFECTS OF HERBAL PRODUCTS. AM SURG. 2002 OCT;68(10):860-4. BRADLEY RR, CUNNIFF PJ, PEREIRA BJ, JABER BL. HEMATOPOIETIC EFFECT OF RADIX ANGELICAE SINENSIS IN A HEMODIALYSIS PATIENT. AM J KIDNEY DIS 1999 AUG;34(2):349-54. CHOY YM, LEUNG KN, CHO CS, WONG CK, PANG PK. IMMUNOPHARMACOLOGICAL STUDIES OF LOW MOLECULAR WEIGHT POLYSACCHARIDE FROM ANGELICA SINENSIS. AM J CHIN MED 1994; 22(2):137-45.
273
ORTHOMOLECULAIRE CHEMOPREVENTIE
Sofie Noppe, Msc. Biom. Wet.
FYTOSTEROLEN GEBRUIKEN CERAMIDEN ALS ANTITUMORAAL DOELWIT F
ytosterolen beschermen niet enkel tegen het ontstaan van borst-, prostaat-, maag- en slokdarmkanker, maar vanaf een dagelijkse consumptie van 122 mg behoeden ze eveneens voor baarmoederkanker, vanaf 521 mg fytosterolen per dag daalt de kans op het ontwikkelen van ovariumkanker. Dit zijn de resultaten van epidemiologische en experimentele studies. Vermoedelijk spelen fytosterolen ook een belangrijke rol in de preventie van colorectale kanker, maar data hieromtrent zijn momenteel vrij controversieel.
De chemische broertjes van cholesterol Fytosterolen zijn plantaardige tegenhangers van cholesterol. Hoewel hun absorptie-efficiëntie (2-5%) veel lager is dan die van cholesterol (60%) bezitten ze wel gelijkaardige biologische functies en chemische structuren (fig. 1). Daarom werden ze eerst en vooral bestudeerd als cholesterolverlagende nutriënten, en met succes! Een dagelijkse inname van 0.8-1 g fytosterolen doet het LDL-cholesterolgehalte in het bloed met minstens 5% dalen terwijl de kans op het ontwikkelen van een hartinfarct of een beroerte op de leeftijd van 70 jaar tezelfdertijd met 610% daalt. Men weet intussen dat fytosterolen eveneens antitumorale, antiatherogene, antiinflammatoire en antioxidatieve eigen-
274
Figuur 1. Chemische structuur van cholesterol en de meest voorkomende fytosterolen.
schappen bezitten. Bovendien verbeteren ze de symptomen van goedaardige prostaathyperplasie: een dagelijkse inname van 60 mg sitosterol gedurende 6 maanden verbetert de ongemakken tijdens het urineren en induceert een vlottere urinestroom.
nen, worden in verband gebracht met de ontwikkeling van prostaatkanker en goedaardige prostaathyperplasie. Dat fytosterolen de vorming van deze geslachtshormonen afremt, is een goede zaak.
fytosterolesters) uit de voeding op te nemen om van het gunstige effect te genieten. Een typisch westers dieet levert dagelijks 80 mg fytosterolen, het Japanse 400 mg. Zo’n 5-7 miljoen jaar geleden verorberde de mensheid echter tot 1 gram fytosterolen per dag.
De incorporatie van sitosterol in de celmembranen van humane colonkankercellen (HT-29) induceert een 50% reductie van sphingomyeline en een 8% toename van fosfatidylcholine in de fosfolipiden. Verder onderzoek bracht aan het licht dat sitosterol de sphingomyelinecyclus activeert met de vorming van ceramiden als second messengers. Deze ceramiden zijn verantwoordelijk voor het doden van de tumorcellen. Ceramiden zijn immers cytotoxisch. Ze worden ook gevormd na bestraling of bij chemotherapie. Het stimuleren van de ceramidensynthese en het afremmen van de ceramidenmetabolisatie zijn “hot topics” in huidige antikankeronderzoeken.
Sitosterol induceert de vorming van Er wordt aanbevolen om dageceramiden lijks 0.8-1 g fytosterolen (of
Hoe beschermen fytosterolen tegen kanker? Een verlaagde androgeen- en oestrogeenactiviteit Bij ratten op een fytosterolrijk dieet wordt de activiteit van het 5-α-reductase enzym in lever en prostaat tot 33-44% geremd, de activiteit van het aromataseenzym in de prostaat wordt met 55% verminderd. De respectievelijke eindproducten van beide enzymen, androgenen en oestroge-
BESLUIT: Fytosterolen volgen de allernieuwste trend in de antikankertherapieën! Fytosterolen vind je vooral in ongeraffineerde plantaardige oliën, zaden, noten en peulvruchten. Sommige studies vermelden dat
fytosterolen het gehalte aan carotenoïden in het bloed doen dalen. Andere studies dan weer niet. Vandaar de aanbeveling om toch maar voldoende voedsel te eten dat rijk is aan carotenoïden (groenten en fruit uit verschillende kleurgroepen; geel, oranje, rood, groen). Zie Voedingsdriehoek Faché! REFERENTIES • BERGER A, JONES PJ, ABUMWEIS SS. PLANT STEROLS: FACTORS AFFECTING THEIR EFFICACY AND SAFETY AS FUNCTIONAL FOOD INGREDIENTS. LIPIDS HEALTH DIS 2004; 3(1):5. • REYNOLDS CP, MAURER BJ, KOLESNICK RN. CERAMIDE SYNTHESIS AND METABOLISM AS A TARGET FOR CANCER THERAPY. CANCER LETT 2004; 206(2):169-80. • AWAD AB, FINK CS. PHYTOSTEROLS AS ANTICANCER DIETARY COMPONENTS: EVIDENCE AND MECHANISM OF ACTION. J NUTR 2000 SEP; 130(9):2127-30.
Orthofyto Jg. 10, nr. 50 - 2004
Biocure® 50+, de optimale langetermijn bescherming
Biocure® 50+ heeft een uitgebalanceerde formule van anti-oxidantia, verrijkt met hoogwaardige extracten van ginseng en ginkgo biloba voor een maximaal geheugen en een optimaal concentratievermogen.
Ontdek bij uw apotheker ook de andere bevat de formule uit de SU.VI.MAX. studie + GINKGO BILOBA + GINSENG
Biocure® Variëteiten: Biocure® Megatone , 1 tablet/dag
Biocure® Intellect, Biocure® Sport, Biocure® Vitamines, Biocure® Knoflook, Biocure® Junior
Qualiphar, Rijksweg 9, B-2880 Bornem, www.qualiphar.com
Uw apotheker, uw raadgever.
LIGNAAN RIJKE OMEGA-3 VLASZAADOLIE. Barlean’s lignaanrijke vlaszaadolie is een rijke bron van Omega-3 vetzuren en plantaardige lignanen. Een tekort aan essentiële Omega-3 vetzuren in de voeding kan uiteindelijk leiden tot en tekort aan nutriënten.
Essential Woman® : Omdat meer en meer vrouwen zich goed willen voelen en daar iets voor over hebben, is er ontzettend veel behoefte aan een voedingssupplement dat specifiek op hen is afgestemd. Essential Woman biedt een volledige aanvulling van weldoende voedingsstoffen die gericht zijn op de steeds veranderende noden van de hedendaagse vrouw.
Omega Man® : Omega Man is het voedingssupplement bij uitstek voor mannen van alle leeftijden: van de atletische twintiger tot de vitale 60-plusser. Omega Man is een ideaal uitgebalanceerde combinatie van ongeraffineerde koudgeperste vlaszaadolie (omega-3 vetzuur), pompoenzaadolie (uit de zeldzame ‘Styrian’ pompoen, rijk aan fytosterolen en vitaminen), oliezuur (omega-9 vetzuur), fosfolipiden en een volwaardig fytosterolcomplex.
Made in USA
Vlaszaad bevat het lignaan secoisolariciresinol diglucoside (SDG) dat door de bacteriën in de dikke darm wordt omgezet in de lignanen enterodiol en enterolacton. De lignanen uit vlaszaad hebben een antioxidatief vermogen zowel in een vetrijk als in een waterig milieu. Dankzij het Barlean’s Bio-Electron procédé worden de lignaanrijke vlaszaaddeeltjes in de olie behouden.
Meer info? Bel Minami Nutrition NV +32 [0] 3 458 79 54 of Oce-bio nv [0] 3 366 21 21 of surf naar www.barleans-omega3.com
MINAMI NUTRITION O M E G A - 3
T H E R A P Y