ECTS-fiche 1.
Identificatie
Opleiding
GMW
Module
Geïntegreerde competentieverwerving 2
Code
AD2
Lestijden
40
Studiepunten
n.v.t.
Ingeschatte totale
220
studiebelasting (in uren)1 Mogelijkheid tot
JA
aanvragen vrijstelling Vereiste aanwezigheid 100%
1 De totale studiebelasting hangt af van de kennis, inzet en ervaring van de student . De ingeschatte totale studiebelasting geeft een gemiddelde weer en wordt uitgedrukt in uren van 50 minuten. Het omvat de lesmomenten, de verwerkings-‐ en voorbereidingstijd en de evaluatiemomenten. 1
2.
Inhoud
• Thema’s waarbij inzichten en methoden uit de andere modules verwerkt worden, in verband gebracht worden met de eigen praktijk en geïntegreerd worden
• Thema’s die de individuele cursisten vanuit de eigen praktijk als leermateriaal inbrengen
• Leerstijlen en het proces van integrerend leren • Omschrijving van de module en opbouw. De leerinhouden van de module worden weergegeven in zinnen of opgesomd in punten.
In deze module vindt de eerste stage in het werkveld plaats (200 uren). Een deel van de uren wordt besteed aan gesuperviseerde praktijkbijeenkomsten, individuele gesprekken, praktijkbezoeken en evaluatiegesprekken. Het accent ligt op het ontwikkelen van persoonsgebonden competenties. Het profiel van de maatschappelijk werker is het uitgangspunt. De cursist dient inzicht te verwerven in de eigen mogelijkheden en beperkingen in functie van het profiel. Visie, theorie en methodieken worden verbonden met het functioneren in de praktijk. Van daaruit kan hij of zij persoonlijke en concrete leerdoelen en actiepunten formuleren. De cursist is verantwoordelijk voor het eigen leerproces. 3.
Draagt bij tot volgende competenties
• AC1 Denk- en redeneervaardigheid • AC3 Vermogen tot kritische reflectie • AC5 Creativiteit • AC7 Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
• AC8 Een ingesteldheid tot levenslang leren • ABC1 Teamgericht kunnen werken 2
• ABC2 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
• ABC3 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid, samenhangend met de beroepspraktijk
• BSC6 Ethisch handelen • BSC7 Reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden • BSC8 De eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep bevorderen • BSC9 De maatschappelijk werker fundeert zijn/haar professioneel handelen ethisch vanuit een attitude van zorgvuldigheid. Hij/zij heeft inzicht in de ethische aspecten van het beroep, kent de deontologische code ervan en hanteert de code als richtlijn in concrete situaties. Hij/zij is zich bewust van de dilemma’s die kunnen ontstaan in het spanningsveld tussen opvattingen van cliënten, eisen van de hulpverlenende organisaties, maatschappelijke waarden en normen en persoonlijke opvattingen van de maatschappelijk werker. Hij/zij bepaalt hierin een eigen positie en maakt gefundeerde en verantwoorde keuzes.
• BSC14 De maatschappelijk werker gaat creatief en vernieuwend met situaties om. Hij/zij evalueert zijn/haar professioneel optreden kritisch en stuurt dit handelen voortdurend bij. Hij/zij benut supervisie, intervisie en andere werkvormen ter ondersteuning van het professioneel handelen.
• BSC19 De maatschappelijk werker heeft inzicht in de basismechanismen van interactie en communicatie, zowel interpersoonlijk als in groepen, in en tussen organisaties. Hij/zij neemt deel aan, verheldert en kan leiding geven aan communicatieprocessen in cliëntsituaties, in teamverband, in organisaties en netwerken.
• BSC20 De maatschappelijk werker rapporteert op een deskundige manier, zowel mondeling als schriftelijk over het cliëntsysteem, over de gehanteerde methodiek en over zijn/haar eigen aanpak. Hij/zij toont de vaardigheid en de bereidheid om feedback te geven en te krijgen.
3
• BSC21 De maatschappelijk werker heeft de vaardigheid en is bereid om formeel en informeel samen te werken met collega’s, in teamverband, met andere hulpverleners en organisaties en met vrijwilligers. 4.
Doelstellingen
• • • • • • • •
Zichzelf als lerende kunnen positioneren in de opleidings- en praktijkcontext. De eigen praktijkcontext kunnen situeren in het bredere professionele veld. Kunnen reflecteren op concrete praktijksituaties en het eigen handelen hierin kunnen plaatsen vanuit de inzichten verworven tijdens de modules. Verschillende leerstijlen kunnen integreren in functie van de eigen groei in professioneel handelen. Kunnen reflecteren over praktijksituaties in functie van het ontwikkelen van een verantwoorde beroepshouding. Kunnen reflecteren over eigen werkervaringen om de eigen persoon als beroepskracht te leren hanteren. De invloed van de eigen persoon op het functioneren als beroepskracht onderkennen en kunnen hanteren Kunnen functioneren vanuit de samenhang denken, voelen en handelen ten opzichte van persoon, beroep en concrete werksituatie.
Zie ook opdrachtenbundel.
4
5.
Werkvormen
•
Beroepspraktijk
•
Opdrachtvormen: Individuele opdrachten: POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) werkverslag en situeringsopdracht
•
Gesuperviseerde praktijkbezoeken
•
Individuele coachingsgesprekken
•
Interactievormen: Groepssupervisie: kringgesprekken adhv de incidentmethode, verdieping competentie- en functieprofiel maatschappelijk werker
6.
Leermiddelen
n.v.t.
5
Evaluatie
7.
De afstand van de school tot de stageplaats mag maximum 35 km bedragen. Indien dit niet mogelijk is wordt er van de mentor verwacht dat hij/zij twee maal naar school komt om de stage te bespreken met de student. Dit bij de start van de stage en het einde. Dit wordt hem/haar ook alvorens de stage wordt goedgekeurd meegedeeld door de student.
Deze module is verbonden aan de module Bd3 Supervisie 1. Bd3 wordt samen met de module gevolgd. Zonder deze module is er geen supervisie mogelijk.
Totaalscore module = 100 punten
•
50 punten staan op de eigenlijke beroepspraktijk: eindevaluatiegesprek, verloop van de stage
•
50 punten staan op het schooltraject: POP + supervisie + individuele opdrachten.
De lector heeft de eindbeslissing over de punten voor de gehele module. Voor deze module is geen tweede zit mogelijk. Details: zie evaluatiecontract.
Gecombineerd onderwijs / zelfstudie opdrachten
8.
n.v.t.
Laatste wijziging
9.
28/06/2014
6