Activiteitenverslag 2013
fiscaliteit
onderzoek en ontwikkeling
netwerking onderwijs raadgeving diensten aanwerving
buitenlandse handel
overleg
invloed
investering
onderwijs expertise duurzaamheid
maatschappelijke
economie
maatschappelijke tewerkstelling verantwoordelijkheid
internationale export handel relaties groei analyses
beroepsleven
evenementen
membership bestuur
milieu
certificering toekenning van label partnerschappen ideeën formaliteiten ledenbestand
industrie
resultaten
Grootstedelijk Brussel winst partnerschappen vertegenwoordiging raadgeving groei
Blue Economy
verse ideeën
TOT
€125 KORTING OP UW
DIENSTENCHEQUES !*
Welcome to the Family !
Daoust Dienstencheques biedt tot € 125* korting per jaar aan het personeel van bedrijven die lid zijn van BECI! Als pionier van Dienstencheques sinds 2003, stelt Daoust dagelijks 13.000 klanten tevreden dankzij meer dan 3.200 huishoudhulpen! U vindt de details van ons aanbod op www.daoust.be/beci
www.daoust.be Aalst - Antwerpen - Blankenberge - Brugge - Brussel - Charleroi - Eupen - Gembloux - Gent - Hasselt - Huy - Knokke - Kortrijk La Louvière - Liège Marche-en-Famenne - Mons - Namur - Nieuwpoort - Nivelles - Oostende - Sint-Niklaas - Verviers - Wavre INTERIM - SELECTION - OUTPLACEMENT - DIENSTENCHEQUES - PUBLIC SECTOR - JOB ACADEMY
* € 0,25 korting per gepresteerd uur en in volgorde van betaling (maximum 500 dienstencheques per jaar (500 x € 0,25= € 125)). Aanbieding 1 jaar geldig en voorbehouden aan nieuwe klanten. De korting zal worden teruggestort op het eind van de aanbieding en wordt berekend op basis van het aantal ontvangen dienstencheques op naam van de medewerker. Daoust nv, Louizapoortgalerij 203/5, 1050 Brussel, tel. 02/513.14.14, email :
[email protected], www.daoust.be Erkenningen voor de 3 regio’s: Wallonië : W.INT/SO/RS/RE.22, Vlaanderen : VG.163.BUOP, Brussel : B-AA05.034. Erkenningsnummer Dienstencheques : 40063.
BECI
| editoriaal
Onmiskenbaar uw beste vertegenwoordiger in Brussel België verandert en laat zijn zesde Staatshervorming van stapel lopen. Die geeft aanleiding tot de breedste regionalisering die wij ooit hebben meegemaakt en de overdracht van talrijke bevoegdheden, die onder andere betrekking hebben op werkgevers, werknemers en werkzoekenden. Meer dan ooit zal Brussel, met zijn economische troeven, internationaal imago maar ook zwakke punten, zijn toekomst in eigen hand hebben. Nu al wordt het duidelijk dat Brussel de voornaamste inzet wordt van de verkiezingen, in mei volgend jaar. Wij zijn de mening toegedaan dat we deze kans moeten aangrijpen om de positionering van ons Gewest te verstevigen, haar werking te verbeteren en haar ontwikkeling ten voordele van alle Brusselaars extra te ondersteunen. BECI heeft trouwens een aantal voorstellen klaar.
n Olivier Willocx
In dit vernieuwde België is ook de rol van BECI aan verandering toe. Eind 2012 kwamen de werkgeversorganisaties tot de eensluidende vaststelling dat het sociaal-overlegmodel een opfrisbeurt nodig had en meer integratie en coördinatie verdiende. BECI zet zich hier volledig voor in. Het proces maakte trouwens al doorbraken met de andere sociale partners mogelijk; denken wij maar aan het gemeenschappelijk arbeiders/bediendenstatuut, waarvoor al tientallen jaren lang vergeefs een oplossing werd gezocht. Ook in Brussel werd het overlegmodel nog versterkt na de sociale top die de nieuwe Minister-President in mei jl. had samengeroepen.. BECI wordt, als vanzelfsprekende vertegenwoordiger van de in Brussel actieve ondernemingen, een essentiële en onmiskenbare speler in dit overleg. Dankzij onze verschillende entiteiten – het Verbond van Ondernemingen te Brussel, de Kamer van Koophandel en Industrie en IZEO – , de nauwe relaties met onze leden en de vele diensten die wij hun aanbieden, kennen wij het Brussels ondernemerschap door en door: bedrijven van groot naar klein tot eenmanszaken en in alle verschillende sectoren. Uw mening is de brandstof voor onze acties en wordt weergegeven in onze barometer, waarover later meer in dit jaarverslag. Omdat wij weten wat ondernemingen echt verwachten, zijn wij niet alleen in staat om advies en nuttige diensten te verlenen, maar ook om hun belangen te behartigen, nieuwe voorstellen te ontwikkelen en ervoor op te komen. BECI neemt zijn verantwoordelijkheden ernstig op en werkt constructief mee daar waar actie nuttig kan zijn, via een dertigtal mandaten waar BECI de leden vertegenwoordigt.. Onze jaarlijkse enquête bevestigt dat wij goed bezig zijn: 82% van onze leden verklaren dat ze tevreden of zeer tevreden zijn met de manier waarop BECI hun belangen behartigt. Daar zijn we trots op. Dank voor uw vertrouwen!
1
BECI
| inhoud
Inhoud 1 4
Mission statement: Ambitie voor Brussel
8
Opiniepeiling 2013: Wat Brusselse bedrijven wensen
10
Cijfers over Brussel
12
Economie: Ondernemen in Brussel, graag of liever niet?
14
Opleiding: Jongeren in contact met het bedrijfsleven
17
Mobiliteit: Brussel in beweging zetten
19
Internationaal: Grenzeloze mogelijkheden
23
Brussels Metropolitan: Tussentijdse evaluatie
24
Jean-Claude Daoust, Voorzitter van BECI: “Brussel heeft al veel weg afgelegd”
28
Blue Economy: verse ideën
29
De andere opvattingen van de Blue Economy
32
Welke ‘blue economy’ voor Brussel?
34
2
Edito: BECI, onmiskenbaar uw beste vertegenwoordiger in Brussel
Brian Gardner (The Economist): “Brussel op weg naar duurzaamheid“
36
ResilieNtWEB: natuur als inspiratiebron voor de bedrijfswereld
39
Brussels Waste Network, voor een betere beheersing van afval
42
Foto’s van het BECI jaar 2012-2013
44
Who’s who: BECI team
Activiteitenverslag 2013 Verantwoordelijke uitgever Olivier Willocx
[email protected] Louizalaan 500 1050 Brussel T +32 2 648 50 02 F +32 2 640 93 28 www.beci.be Redactie Media Coördinator Emmanuel Robert
[email protected] Productie Opmaak Isabelle André
[email protected] Druk DB Print Vertaling : Litteris Fotos: Reporters, behalve anders aangegeven Publiciteit Véronique Legein
[email protected] Geneviève N. Juste
[email protected]
Onze samenwerking met het Europees Investeringsfonds Makkelijker toegang tot startkapitaal voor een vlotte start van uw zaak.
U start een zaak? Dat treft: dat doen wij ook. Elke dag opnieuw en in uw buurt. Onze lokale specialist Business Banking geeft u onderbouwd advies en biedt u begeleiding op maat. Bovendien vertelt hij u meer over het Europees Investeringsfonds.
De garantie van dat fonds kan ervoor zorgen dat u zelf minder waarborgen moet aanbrengen of dat u een korting op uw krediet geniet. Geïnteresseerd? Contacteer uw lokale specialist Business Banking of surf naar belfius.be/starters.
De financiering geniet een garantie verleend binnen het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie van de Europese Unie. Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCCBEBB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – FSMA nr. 19649 A.
BECI
| mission statement
Ambitie voor Brussel
n Olivier Willocx, Gedelegeerd Bestuurder, en Joëlle Evenepoel, Secretaris Generaal, BECI.
In zes jaar tijd slaagde BECI erin naam te maken als een achtenswaardige en gezaghebbende opinieleider in elk sociaal en economisch debat in Brussel. Met de nieuwe staatshervorming, die beslissingen en bevoegdheden nog meer naar de Gewesten doorschuift, wint Brussel nog aan belang – en wij dus ook. BECI moet zich aan dit nieuwe gegeven aanpassen, want deze buitenkans gaan wij maximaal benutten. Onze structuren zullen ons daarbij helpen. BECI ontstond in de herfst 2007 uit een alliantie tussen het VOB (Verbond van Ondernemingen te Brussel) en de KHNB (de Kamer van Handel en Nijverheid van Brussel). Sinds verle den jaar vervoegde IZEO het VOB en de KHNB. Dit nieuwe orgaan komt op voor de belangen van zelfstandigen, vrije beroepen en bedrijfsleiders van Brusselse KMO’s. Deze drie instanties werken nu samen onder hetzelfde dak en logo maar bewaren hun eigenheid, rol, specifieke kennis van zaken en bevoegdheden. Dankzij de toenadering staan ze alle drie sterker om eenzelfde doelstelling na te streven: de ondersteuning van het Brusselse ondernemerschap. Het VOB treedt op als een gewichtige sociale partner die deelneemt aan alle overlegorganen waar zijn stem door slaggevend kan zijn. De KHNB biedt, naast een sterk netwerk van internationale contacten, een brede waaier diensten die specifiek ter ondersteuning van de ondernemingen werden ontworpen. BECI put zijn slagkracht uit deze synergie en zijn rijkdom uit de verscheidenheid. Daar hebben onze leden alle baat bij, ongeacht hun omvang of activiteit.
Naar de stem van BECI wordt geluisterd Samen staan we sterker om de Brusselse ondernemingen te vertegenwoordigen en hun belangen te verdedigen. Via het VOB onderhandelt BECI rechtstreeks met de regering en de andere sociale partners binnen het voornaamste Brussels so ciaal-economisch overlegorgaan, de Economische en S ociale
4
Advies: antwoorden op vragen • 965 adviesverleningen op juridisch en fiscaal vlak (uitgezonderd de bedrijven in moeilijkheden) • 1430 adviesverleningen aan starters • 1519 adviesverleningen in juridische en sociale materies
Opleiding en seminars: de sleutels tot succes • 56 opleidingen • 726 deelnemers aan 65 opleidingsdagen • 696 deelnemers aan 29 seminars over de sociale wetgeving
Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ESRBHG), waarvan BECI trouwens momenteel het voorzitterschap uit oefent. Globaal neemt BECI actief deel aan het sociaal-economisch leven van Brussel via bestuursmandaten of vertegenwoor digingen binnen een dertigtal organisaties. Op economisch vlak is BECI onder andere vertegenwoordigd in de Geweste lijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdste delijk Gewest (GOMB), de Haven van Brussel of het Brussels Agentschap voor de Onderneming (BAO). Wat de tewerk
BECI
| mission statement
IZEO DE SPREEKBUIS VAN DE ZELFSTANDIGEN
VOB
stelling betreft, oefent BECI o.a. mandaten uit binnen Actiris en Bruxelles Formation. BECI is DE SOCIALE ook de hoofdspeler van de sociale promotie PARTNER – in Brussel, via de KHNB als oprichter van de OVERLEG EPFC, van de Fondation 9 en van VTI. Deze drie instellingen, waarvan twee Franstalige en EN ADVIES een Nederlandstalige, beheren samen meer dan 20.000 ingeschrevenen. VERTEGENWOORBECI selecteert al deze mandaten zorgvuldig DIGING VAN DE KMO’S en stuurt er zijn beste vertegenwoordigers EN DIENSTEN AAN DE naartoe. Ze voert deze mandaten actief en ONDERNEMINGEN constructief uit, met zin voor leiderschap. Wij beperken ons in geen geval tot het uiten van meningen of eisen: wij komen op met oplossingen die de expertise van ons ken niscentrum inroepen. Onze analyses in ver scheidene domeinen van de gewestelijke be voegdheden – zoals mobiliteit, tewerkstelling en stedenbouwkunde (daarover meer in dit verslag) – worden bedrijven”, aldus Joëlle Evenepoel, Secretaris-Generaal van gewaardeerd voor hun kwaliteit en hoe langer hoe meer in BECI. “De KHNB adviseert de onderneming in oprichting, overweging genomen. steunt haar in haar ontwikkeling en laat ze nooit in de steek als moeilijkheden zich voordoen. Vooral aan dit laatste heb Een economische partner ben wij in de jongste jaren veel aandacht en energie besteed. De KHNB, het tweede stichtend lid van BECI, vertegenwoor Dit is een verantwoorde aanpak in crisistijd. Wij begeleiden digt de KMO’s. Ze speelt bovendien een economische rol, ook de beginnende ondernemers. In Brussel bestaat er een met een uitgebreide dienstverlening aan de bedrijfswereld: dynamiek eigen aan grootstedelijke gebieden: het aantal juridisch, sociaal en financieel advies, begeleiding van starters, creaties van bedrijven is hier maximaal. Deze dynamiek gaat seminaries en opleidingen, netwerking, begeleiding van echter gepaard met een aandeel mislukkingen, voorname ondernemingen in moeilijkheden, bemiddeling, bijstand bij lijk in kwetsbare sectoren zoals Horeca en IT. De oorzaak ligt export enz. vaak bij een ontoereikende opleiding of een tekort aan ge “In Brussel bestaat het economisch weefsel voorname zond beheer. In de praktijk stellen wij vast dat ondernemers lijk uit KMO’s. De KHNB richt zich eerst en vooral tot die die op een goede begeleiding mogen rekenen, nuttig advies krijgen en goed voorbereid zijn, meer kans maken op succes. De hulp aan de ondernemers maakt integraal deel uit van onze taak.” De voornaamste missie van een kamer van koophandel be staat erin de business to business relaties tussen de leden te bevorderen, aldus Joëlle Evenepoel. “Precies daarom hebben wij onze evenementen en netwerkingactiviteiten aanzien Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden lijk ontwikkeld. Wij moeten onze diensten echter constant (COm): bijsturen aanpassen aan de veranderende noden van onze leden en de • 709 individuele raadplegingen voor strategisch advies, voor verschuivingen op de markten. In dit opzicht verschillen wij beleidskwesties of voor algemene informatie niet van een onderneming. Wij willen nog proactiever optre • 494 juridische raadplegingen, met inbegrip van pro deo juriden door een beter inzicht in de belangen van onze klanten dische en sociale tussenkomsten en van hun werknemers, en door middel van diensten op • 315 financiële raadplegingen, met inbegrip van pro deo maat die echt met de verwachtingen overeenstemmen. Dit boekhoudkundige tussenkomsten maakt deel uit van de luistervaardigheid naar onze klanten • 199 tele-advies tussenkomsten (psychologische ondersteuning) toe, om te weten wat ze precies van ons verwachten en op welke manier wij hierop kunnen inspelen.” bMediation: geschillen beslechten Internationaal wordt deze rol als partner nog versterkt • Meer dan 75% succes bij burgerrechtelijke en commerciële door een netwerk van duizenden kamers van koophandel bemiddeling (2012 barometer) doorheen de wereld en door de deelname aan Enterprise Europe Network, met zijn 600 contactpunten in 54 landen.
KHNB
>>> p 6
5
BECI
| mission statement
>>> IZEO, voor de zelfstandigen De zelfstandigen, handelaars, ambachtslieden, vrije beroepen en kleine ondernemers zijn in Brussel bijzonder talrijk maar genoten tot voor kort geen enkele specifieke vertegenwoor diging. De oprichting van IZEO, in samenspraak met Partena, vult deze leemte op. IZEO verdedigt hun belangen met een eigen invalshoek omdat zelfstandigen met andere feiten en problemen worden geconfronteerd dan KMO’s en grote on dernemingen. IZEO kan in de uitvoering van zijn missie geluk kig rekenen op de structuren en competenties van BECI.
Voorstellen voor Brussel De economische toekomst van Europa zal zich in de steden afspelen. Vandaar de grote uitdaging van toekomst: er voor zorgen dat stedelijke bedrijven zich kunnen ontwikkelen en groeien. Brussel is in dit opzicht een troef. Als kruispunt van Europa, beslissingscentrum en internationaal merk, dyna mische grootstad en motor van de Belgische economie, ver toont Brussel alle troeven van ‘gewichtige’ steden die morgen nog aan belang zullen winnen. Tegelijk kampt Brussel met problemen eigen aan grootsteden, onder andere op het vlak van tewerkstelling en demografie. Die mogen niet worden onderschat. Met de zesde staatshervorming zal het politieke gewicht en de zelfstandigheid van de hoofdstad nog toenemen, dankzij de toegang tot nieuwe tools. Dit wordt een van de belang– rijkste dossiers van de volgende regering. “BECI moet zijn standpunt over Brussel bekendmaken”, zegt gedelegeerd bestuurder Olivier Willocx. “Wij zijn resoluut voorstander van meer verantwoordelijkheid. De bijkomende middelen die Brussel nodig heeft, moeten niet afhangen van inspan ningen op federaal niveau of in de andere Gewesten, maar van een beter beheer door de Franstalige en de Nederlands talige Brusselaars. Wat de bevoegdheden betreft, zijn wij de mening toegedaan dat het onderwijs in Brussel zelf moet worden beheerd, volgens de eigenheden van het Gewest, meer bepaald wat betreft de vereiste tweetaligheid, die ook een voorwaarde is voor tewerkstelling. De Brusselse instel lingen kunnen efficiënter worden, en moeten dus worden gestroomlijnd. Het is mogelijk de verdeling van bevoegdhe den tussen Gewest en gemeenten te verbeteren en ook de
Evenementen: relaties aanknopen • 75 evenementen • 2370 deelnemers
Brussels Job Days, om de tewerkstelling te bevorderen • 102 deelnemende bedrijven die • 1840 banen aanbieden aan • 9394 ingeschreven kandidaten
6
Export: het kan ook eenvoudiger • 13.947 certificaten van oorsprong (+ 36,5 % in 2012-2013!) • 209 ATA boekjes
Internationale relaties die nieuwe horizonten openen • 5 delegaties bij BECI ontvangen (Uruguay, Côte d’Opale, Brazilië, Marokko, Oezbekistan) • 82 buitenlandse bedrijven • Meer dan 160 contacten met Brusselse ondernemingen
Enterprise Europe Network: Europa binnen handbereik • 457 antwoorden (op vragen over de Europese reglementering, de standaarden, de toegang tot buitenlandse markten, de fiscaliteit) • 118 profielen van Brusselse bedrijven die in de ‘Partnership Opportunities Database’ worden verspreid • 231 meldingen van belangstelling van buitenlandse bedrijven voor de profielen van Brusselse ondernemingen • 174 zakelijke ontmoetingen met buitenlandse bedrijven
samenwerking met de andere Gewesten vlotter te laten ver lopen. Daar zou iedereen bij winnen.” De verschuiving van bevoegdheden naar de Gewesten zal ook BECI in zijn taak verstevigen. Dat moet worden voor bereid. “Met dit denkproces zijn we al van start gegaan”, antwoordt Olivier Willocx. “BECI wordt bij een steeds rui mere verscheidenheid van onderwerpen betrokken. In dit typisch Belgisch overlegmodel zullen wij, met de andere sociale partners, meer en meer overheidsbevoegdheden ge meenschappelijk moeten beheren – onder andere een deel van de gezinsuitkeringen, waarvoor we onze structuren moeten aanpassen. Wij willen onze missie als overheidsdienst optimaal uitvoeren. Onze prioriteiten zijn de tewerkstelling en de beroepsopleiding. In dit domein wensten wij presta tie-indicatoren. Die zijn er vandaag. Aan Actiris en Bruxelles Formation hebben wij al beheerscontracten opgelegd. Onze voorzitter Jean-Claude Daoust heeft daar persoonlijk enorm toe bijgedragen.”
Een grootstedelijke toekomst De staatshervorming voorziet ook de oprichting van een Grootstedelijke Gemeenschap, waar BECI naast de andere grote werkgeversverenigingen al lang naar vraagt. Een der gelijk platform is onontbeerlijk om het hoofd te bieden aan de grensoverschrijdende problemen van een gebied in volle ontwikkeling waar meer dan 2,5 miljoen mensen leven. Op die manier kan ook het potentieel van de grootstad optimaal worden benut. n
De nieuwe ECO up! Mobiliteit heruitgevonden. Volkswagen breidt het aanbod van zijn ultieme stadswagen uit met een versie op aardgas (CNG). CNG, niet te verwarren met LPG, beschikt vandaag de dag over tal van economische en ecologische voordelen. Een voorbeeld: 1 kg aardgas kost 30 tot 40% minder dan een liter diesel en dat voor hetzelfde rendement. Daarnaast zorgt de schonere verbranding van aardgas voor minder CO2-uitstoot en minder fijn stof in de lucht en laat het ook minder schadelijke stoffen achter in de motor. Met een schonere wagen in uw vloot bespaart u dus niet enkel op brandstofkosten, maar ook op uw facturen voor onderhoud. Zowel het milieu als uw budget profiteren van de nieuwe ECO up! Kom meer te weten over de nieuwe ECO up! op www.eco-up.be
2,9 KG/ 100 KM • 79 G CO2/KM Milieu-informatie (KB 19/03/2004) : www.volkswagen.be
BECI
| opiniepeiling 2013
Wat Brusselse bedrijven wensen De mening van de Brusselse ondernemers voedt de actie van BECI. Om hun belangen te behartigen en hen met raad en nuttige diensten bij te staan, moeten wij inderdaad weten waar die ondernemers zich zorgen om maken. Jaarlijks voert BECI dus een opiniepeiling in de bedrijfs wereld. In 2013 hebben wij niet alleen de leden van het VOB en de KHNB benaderd, maar ook die van IZEO, de Brusselse beweging van zelfstandigen, onze derde entiteit, die enkele maanden geleden werd opgericht. De doel groep was dus breder dan ooit en dankzij 865 antwoorden is de opiniepeiling 2013 de meest representatieve die wij ooit hebben gehad. De trends? De wil om ondanks alles te blijven investeren, maar ook duidelijke verwachtingen vanwege de onder nemers. Zij vragen dat omwille van de ernstige en aansle pende crisis alles zou worden ingezet om hun activiteiten te ontwikkelen, om rijkdom te creëren en om tewerkstelling aan te moedigen, een voorwaarde voor ieders welzijn. Onze opiniepeiling onderstreept drie grote uitdagingen: mobiliteit, fiscaliteit en onderwijs. Hiermee gaat ook een risico gepaard, dat één ondernemer op drie vermeldt: de bedrijfsverplaatsing, met alle gevolgen van dien, als de on dernemingen in Brussel geen gunstig klimaat vinden voor hun groei. n
2
Overweegt u in de 12 komende maanden aan te werven of te investeren?
1 90%
november 10 juni 11 december 11 maart 12 maart 13
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
ja
nee
ik weet het niet
Na vijf crisisjaren zijn de investeringswil en -mogelijkheden van Brusselse ondernemers zeker verzwakt, maar niet verdwenen. 56% van onze leden zijn nog van plan op korte of middellange termijn aan te werven of te investeren. Eén ondernemer op vijf begint daarover te twijfelen. En één op vijf zal niet investeren.
Welke zijn de drie onderwerpen waaraan de Brusselse regering voorrang moet geven om de ontwikkeling van de economie en de tewerkstelling te verzekeren?
Mobiliteit Vereenvoudiging van de administratieve procedures Verlaging van de regionale en gemeentelijke fiscaliteit Hulp bij investeringen Imago van Brussel als handelscentrum Steun aan de tewerkstelling Veiligheid Netheid Promotie van opleidingen Advies aan kandidaat-ondernemers Wetenschappelijk onderzoek Stadsvernieuwing Hulp aan exporteurs Inrichting van de openbare ruimte Versterking van de milieubescherming Betere informatie over tewerkstellingsmaatregelen Steun aan ACTIRIS Andere
46,2% 34,1% 31,8% 26,5% 25,5% 20,9% 17,3% 14,8% Stopzetting van steunmaatregelen 13,3% ruil voor een verlaagde fiscaliteit 12,4% 11,8% 11,1% 24% 9,1% Nee 8,6% Ja 5,4% 76% 3,6% 3,4% 4,2%
in
De mobiliteitsproblemen van Brussel zijn zeker niet nieuw maar vallen hoe langer hoe meer op. Internationale studies tonen aan dat de verkeersoverlast in de hoofdstad een van de zwaarste is in gans Europa. Het tempo waaraan de metro en het GEN worden uitgebreid of aangelegd zal de verstikking zeker niet vermijden. Nagenoeg één ondernemer op twee (46,2%) vindt dat de regering van het Gewest absolute voorrang moet geven aan de mobiliteit. De vereenvoudiging van de administratieve procedures en van de fiscaliteit zijn andere belangrijke prioriteiten voor de ondernemers. Een derde onder hen vraagt een vermindering van de gewestelijke en gemeentelijke belastingen, die investeringen en aanwervingen onmogelijk maken. Driekwart van de ondernemers zijn zelfs bereid de afschaffing van bepaalde gewestelijke steunmaatregelen in ruil voor een vermindering van de fiscale druk te aanvaarden.
8
BECI
Welke maatregelen zouden de verschillende overheidsniveaus volgens u moeten treffen (bepaal een prioriteit)?
3 70%
4
| opiniepeiling 2013
Hoe verminderen we de werkloosheid in Brussel? de kwaliteit van het onderwijs verbeteren
november 10 juni 11 december 11 maart 12 maart 13
60% 50% 40% 30%
de ondernemingen verplichten via Actiris te werken de sociale lasten op arbeid verminderen jobs creëren in functie van het profiel van de werkzoekenden
20% 10% 0%
Verlichting van sociale patronale lasten
Verlaging van Verlaging Incentives Incentives beslastingen van de voor de voor de op natuurlijke vennootschaps investeringen aanwervingen personen belasting
Andere
De verlichting van de sociale lasten is de vurigste wens van de ondernemers ten opzichte van alle overheidsinstanties. Dit vragen meer dan de helft van de ondervraagde ondernemers. De vermindering van de personenbelasting of de fiscale stimulansen voor investeringen komen veel minder aan bod.
5
Overweegt u op korte of lange termijn een deel van uw activiteiten te verplaatsen?
50% van de ondernemers vinden een vermindering van de sociale lasten onontbeerlijk om de werkloos heid te bestrijden. Ter herinnering: een derde van de jonge Brusselaars is werkloos. 40% is ook de mening toegedaan dat er aan het onderwijs moet worden gesleuteld: voor sommige beroepen is er een gebrek aan kandidaten en sommige werkgevers zoeken vergeefs naar geschoold personeel! De verplichting om alle werkaanbiedingen aan Actiris te melden, vindt echter geen genade.
6
Hoe beoordeelt u de manier waarop BECI uw belangen bij de overheid verdedigt?
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
nov 10
juni 11
Ja, in het Brussels Geweste Ja, in Wallonië Ja, in Vlaanderen
JA, IN BHG NEE
JA, BUITEN BHG (totaal) Maart 2013
dec 11
maart 12
maart 13
Ja, buiten België Nee
Een ander merkwaardig resultaat: de grote meerderheid (64%) van de bevraagden wenst in Brussel te blijven, maar een aanzienlijk deel (36%) overweegt op korte of middellange t ermijn een verhuizing. Dit is het hoogste percentage sinds 2010. En als deze ondernemers verhuizen, dan is het eerder naar het buitenland dan naar Wallonië of Vlaanderen.
Zeer tevreden (21,5%) Tevreden (66,9%) Niet tevreden (8,8%) Helemaal niet tevreden (2,8%)
BECI vertolkt deze eisen en voorstellen via zijn mandaten in meerdere overleg-, advies- en vertegenwoordigingsorganen. Dit laatste resultaat van onze enquête toont aan dat wij goed bezig zijn: nagenoeg 82% van onze leden zijn tevreden of zeer tevreden met de manier waarop BECI voor hun belangen opkomt.
9
BECI
| cijfers over het brussels hoofdstedelijk gewest
Cijfers over Brussel In de volgende bladzijden vindt u cijfermateriaal waarmee u een sociaal-economisch portret van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunt schetsen. Wij hebben hier met een dynamische stad te maken, die tot de ‘rijkste’ gewesten in Europa behoort, waarvan het economisch weefsel voornamelijk uit KMO’s bestaat en de activiteit zich voor een groot deel op diensten toespitst. Bruto binnenlands product
1
Brussel fungeert als een motor van de economie. Het gewestelijk BBP bereikt 70 miljard euro, wat in 2011 gelijk stond met 18,9% van het nationale BBP, daar waar de Brusselaars slechts 10,3% van de nationale bevolking vertegenwoordigen en het hoofdstedelijk grondgebied amper 0,5% van de oppervlakte van het land inneemt.
De 10 rijkste Europese gewesten (BBP per inw.)
Evolutie van het BBP tegen de actuele prijzen (jaarlijkse variaties, in %) 7 6
350
5
300
4
250
3 2
200 150
20
19
-2
01
8
6
4
01
20
17
-2
2
01
01
-2
-2
15
13 20
20
8 20
11
-2
01
0
6
00
20
09
-2
4
00
20
07
-2
2
00
20
05
-2
0
00
20
03
-2
8
00 -2
20
01
99
99
-1
-1 97
99 19
19
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Ile
de
we
Ge jk
eli
mb
Uitgedrukt in KKE (koopkrachteenheid) - EU27 = 100 Bron: Eurostat – gegevens van 2010
Bru s
sel
sH
oo
fds
ted
Ha
urg
mb
nd
xe
Lo
Lu
er Inn
urg Fra Gr nce on ing e Bra n tis lav a Pra a Sto g ckh olm We ne n
-2
st
0
on
50
0 -1
6
1
100
Ook wat betreft het BBP per inwoner is Brussel de derde ‘rijkste’ regio in Europa: deze waarde is meer dan dubbel zo groot als het Europese gemiddelde. Alleen Londen en het Groothertogdom Luxemburg doen beter.
Koninkrijk
De jaarlijkse evolutie van het BBP, tegen de geldende prijzen, toont duidelijk de impact van de economische crash in 2008. Het valt op dat Brussel beter de schok heeft weerstaan dan België in zijn geheel en dat zijn economie sterker heeft gereageerd. Sindsdien evolueert het BBP iets minder gunstig dan het nationale gemiddelde maar volgens het jongste verslag van de gewestelijke economische uitzichten, dat BISA in juni publiceerde, lopen de twee trends binnenkort weer gelijk. Bron: Gewestelijke economische uitzichten 2013-2018, FBP, BISA, IWEPS, SVR, juli 2013
2
Demografie
De demografische groei ligt in Brussel tweemaal zo hoog als in de rest van het land. In 1996 was de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot 960.000 inwoners teruggevallen. Ondertussen zitten we aan 1,14 miljoen, het niveau van de jaren 70, vóór het begin van de stadsvlucht. In die tijd waren er echter minder wagens in Brussel, en ook minder pendelaars. Volgens de voorspellingen van het Planbureau zou Brussel tegen 2030 meer dan 1,3 miljoen inwoners tellen. Dit betekent dat er om de drie jaar binnen de 19 gemeenten van Brussel een stad van de omvang van Groot Leuven zou ontstaan!
1600000
1400000
1200000
1000000
Bron: Planbureau
10
1991 1995 1999 2003 2007 2011 2015 2019 2023 2027 2031 2035 2039 2043 2047 2050
800000
BECI
Tewerkstelling
3
4
Niveau van de werkloosheid (FBP concept)
| cijfers over het brussels hoofdstedelijk gewest
Bedrijfstypes en indeling per sectoren Ondernemingen per activiteit (NACE-BEL 2008) Handel, hotels en restaurants (26,2%)
25 20
Bouwnijverheid (18,5%) Verhuur, banken & verzekeringen (17,5%) Vervoer en communicatie (0,3%) Overige dienstverlening (30,4%)
Brussels Hoofdstedelijk Gewest België
15 10
Metaalverwerkende industrie (0,04%) Chemische indust. & mineralen (0,03%)
5
Primaire sector (0,03%) Energie- en waterhuishouding (0,01%)
155.783 ondernemingen in totaal (operationele vennootschappen en uitsluitend hoofdkantoren)
2017
2015
2011
2013
2009
2007
2005
2001
2003
1999
1997
Zonder onbepaalde activiteiten
1995
0
Actieve bedrijven en uitsluitend sociale zetels
De werkloosheid in Brussel evolueert aan het zelfde tempo als in de rest van het land, maar blijft hoger, met een gemiddeld verschil van 5 tot 8 punten in de afgelopen 20 jaar. Vandaag neigen de cijfers naar de hoogste waarden. Volgens het BISA verslag over de economische uitzichten, zou de werkloosheid in de komende jaren geleidelijk moeten verminderen, maar minder snel dan in de rest van het Koninkrijk.
ESV/EESV (2%) Buitenlandse vennootschappen (1%)
NV (32%) Comm. VA (22%) BVBA (21%) EBVBA (11%)
Noot: de werkloosheid volgens het FPB stemt overeen met een brede interpretatie van de administratieve werkloosheid. Ook werklozen met een statuut van oudere werkloze vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende, worden bij deze cijfers gerekend.
Andere: minder dan 1%
Comm. V (4%) V.O.F. (4%)
Coöperatieve vennootschappen (2%)
Bron: Gewestelijke economische uitzichten 2013-2018, FBP, BISA, IWEPS, SVR, juli 2013
Bron: Bureau Van Dijk
Toegevoegde waarde
5
Evolutie van de toegevoegde waarde in volume in de voornaamste sectoren van activiteit, in 2011
Landbouw, bosbouw en visserij, Winning van delfstoffen (AA, BB) Verwerkende nijverheid (CC) Productie en distributie van elektriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht, Distributie van water. Afval- en afvalwaterbeheer en sanering (DD, EE) Bouwnijverheid (FF) Groothandel en detailhandel (GG) Vervoer en opslag (HH) Verschaffen van accommodatie en maaltijden (II) Informatie en communicatie (JJ) Financiële activiteiten en verzekeringen (KK) Exploitatie van en handel in onroerend goed (LL) Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten; administratieve en ondersteunende diensten (MM, NN) Openbaar bestuur (OO) Onderwijs (PP) Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (QQ) Andere dienstverlenende activiteiten (RR,SS,TT) Totaal
Weging in de totale toegevoegde waarde (in %)
Groei in volume (in %)
Bijdrage tot de groei (in pp)
Bijdrage tot het verschil met het Rijk (in pp)
Waarvan structuur (in pp)
Waarvan doelmatigheid (in pp)
0,03 3,3
30,4 3,9
0,0 0,1
-0,08 -0,29
-0,08 -0,38
0,00 0,09
4,0
-0,6
0,0
0,01
-0,05
0,06
2,7 9,7 5,2 1,8 7,8 18,6 6,3 13,8
1,1 0,4 8,2 -4,2 3,9 -2,8 1,1 5,3
0,0 0,0 0,4 -0,1 0,3 -0,5 0,1 0,7
-0,24 -0,19 0,23 -0,02 -0,02 -0,35 -0,14 0,32
-0,14 -0,05 -0,08 0,06 0,06 -0,39 -0,07 0,03
-0,10 -0,14 0,31 -0,08 -0,08 0,04 -0,08 0,29
12,2 5,8 5,2
1,2 1,1 2,4
0,2 0,1 0,1
0,11 -0,01 -0,05
0,02 -0,01 -0,05
0,09 0,00 0,01
3,4 2,0 0,1 100,0 1,4 1,4
0,02 0,04 -0,02 -0,68 -1,15 0,47
Uit deze tabel blijkt dat de economische activiteit in Brussel in 2011 is blijven groeien. De sectoren die het zwaarst in de Brusselse economie doorwegen, zijn de financiële en verzekeringsactiviteiten, gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten, administratieve en ondersteuningsdiensten, en het openbaar bestuur. Dit is kenmerkend voor een stedelijke economie gericht op diensten en een administratieve hoofdstad. In 2010-2011 zijn het echter het vervoer en de op slag die veruit de grootste bijdrage hebben geleverd aan de positieve groei van de toegevoegde waarde, terwijl de financiële sector en de Horeca achteruitgingen. Bron: ICN – BISA berekeningen • pp: percentagepunt
11
BECI
| economie
Ondernemen in Brussel: graag of liever niet?
Er zijn tal van redenen om zich als ondernemer in een stad als Brussel te vestigen: haar rol als internationale hoofdstad, haar meertaligheid en de typische dynamiek van een metropool in het hart van Europa… om maar een paar van haar troeven te noemen. Brussel is aantrekkelijk. Maar om het beste uit deze voordelen te halen, moeten ondernemingen ook gunstige condities voor hun vestiging vinden. En op dat vlak is er nog werk aan de winkel. Het Brussels Gewest beschikt over twee planning instru menten om concrete vorm te geven aan zijn visie van de stad: het Duurzaam Gewestelijk Ontwikkelingsplan (DGewOP) en het Gewestelijk Bestemmingsplan (demografisch GBP). Het eerste moet binnenkort door de regering worden goedgekeurd, het tweede is in uitvoering. Zoals het project er nu uitziet, biedt het DGewOP gunstige elementen: voor het eerst geeft het voorrang aan de inter nationale functie van Brussel en houdt het duidelijk rekening met haar metropooldimensie, over de gewestelijke grenzen heen. Men wil dus wel degelijk naar coherentie streven en hierbij het accent op good governance leggen. We kunnen niet anders dan ons hierover verheugen. Rest nog het daad werkelijk concretiseren van de goede voornemens die men heeft opgevat. Maar de luiken werkgelegenheid en econo mie van het DGewOP laten nog te wensen over: er wor den teveel prioriteiten gegeven, waarvan er veel al werden aangesneden of deel uitmaken van andere plannen; in feite blijft alles nog te wazig als het over de verantwoordelijkheden en de kalender gaat. Het demografisch GBP dat de verschillende functies van de stadswijken vastlegt (huisvesting, industrie, kantoren…) en waarmee elke stedenbouwkundige vergunning moet over een stemmen, maakt ondernemers des te ongeruster. De Brusselse Regering heeft voorzien de woongelegenheid uit te breiden over 20 % van de huidige industrieterreinen. Welnu,
12
de twee functies zijn moeilijk met elkaar te verzoenen: de omzetting van stedelijke industriezones in gemengde zones die zowel ondernemingen als woningen omvatten, riskeert de op korte termijn meest rendabele functie te bevoordelen, namelijk de huisvesting. Voor ondernemingen zouden deze terreinen te duur worden. Men kan zich ook afvragen in welke mate het relevant is om huisvesting te installeren in bepaalde zones, meer bepaald rond het kanaal, in de buurt van Seveso-bedrijven. Natuurlijk moet men de demografische uitdaging aan gaan, maar dit mag niet ten koste van de economische functie gebeuren. Het zijn immers de ondernemingen die rijkdom en voorspoed creëren, die de voorwaarde voor het welzijn van iedereen vormen: waar zullen de nieuwe inwo ners werk gaan zoeken als de ondernemingen geen plaats meer kunnen vinden om zich te vestigen en zich te ontwik kelen? Samen met andere federaties heeft BECI haar stem laten horen om een oproep tot rede te doen: het opofferen van industrieterreinen zal het werkloosheidsprobleem nog verergeren. Zou het niet beter zijn in de stad de densiteit en de herbestemming van lege gebouwen te bevorderen? De werkgevers dringen er op aan dat dan op zijn minst de verloren industrieterreinen elders, op het grondgebied van het Gewest, worden gecompenseerd. Ze vragen ook dat de exclusieve industriële functie van de industriële activiteiten polen “NAVO” in Haren en “Biestebroeck” in de kanaalzone zouden behouden blijven.
BECI
| economie
De fiscale druk verminderen Maar er zijn nog andere voorwaarden nodig om een eco nomische activiteit te laten opbloeien. Een aantal hiervan, zoals de mobiliteit, de vorming en de fiscaliteit, baren de on dernemers het meest zorgen – zoals blijkt uit onze jaarlijkse enquête die we trouwens uitvoerig in dit verslag bekijken. Op de volgende pagina’s bespreken we heel specifiek de mo biliteit en de vorming. Op fiscaal gebied ijvert BECI voor een harmonisatie en zoekt het naar wegen om de fiscale druk te verminderen. De cijfers vertellen overduidelijk dat de fiscaliteit veel meer doorweegt op de Brusselse ondernemingen dan op ondernemingen in de andere Gewesten – en dat deze fiscale druk grotendeels te maken heeft met de gemeente belastingen, vooral inzake vastgoed. Uit een recent door Belfius gevoerd onderzoek over de gemeentefinanciën blijkt bovendien dat men meer een beroep doet op fiscale ont vangsten: de stijging van deze ontvangsten in 2013 is veel groter in het Brussels Gewest (+5,2 %) dan in Vlaanderen (+4,4 %) en vooral in Wallonië (+3,4 %). Terwijl de trend eerder neigt naar stabiliteit en zelfs een daling van de regio nale en provinciale heffingen op ondernemingen, zijn het te genwoordig de gemeenten die de fiscale druk voeden en de economische motor afremmen… Trouwens, in de context van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober laatstleden, had BECI de economische ontwik keling centraal gezet in het aan de kandidaten voorgelegde Handvest. Een Handvest met 5 punten en 15 concrete voor stellen om het leven van ondernemingen te vergemakke lijken, de werkplek van werknemers toegankelijker te maken, de fiscaliteit en de aangeboden diensten in evenwicht te brengen en de veiligheid van personen en goederen te ga randeren. “Ondernemingen zijn niet tegen belastingen,” benadrukt Jan De Brabanter, Adjunct Secretaris Generaal van BECI. “Maar ze willen wel weten wat ze aan wie be talen en waarom. Ondernemers zijn praktische mensen: ze aanvaarden dat ze mee moeten delen in de kosten wanneer ze weten dat dit de situatie zal verbeteren. Als er op korte of
n Jan De Brabanter
middellange termijn geen resultaten zijn voor ondernemin gen of voor de werkgelegenheid, dan gaan ze zich uiteraard vragen stellen.” “Wij vragen eerder om een echte strategie dan om oppor tunisme,” voegt Olivier Willocx, Gedelegeerd Bestuurder van BECI hieraan toe. “Het beleid op korte termijn geeft eerst stimulansen aan activiteiten door er subsidies aan toe te kennen, en daarna bestraft het deze activiteiten door ze te belasten zodra ze beginnen te groeien.” “De ondernemers willen weten waar ze naartoe gaan,” vervolgt Jan De Brabanter. “Vandaag slaagt een onderne ming er maar moeilijk in haar fiscale last te evalueren en weet ze totaal niet hoe deze in de tijd zal evolueren. Maar bij het opstellen van een business plan heeft men niets aan veronderstellingen. Als men niet weet hoe de fiscaliteit zal evolueren, als men geen juridische bescherming heeft, dan heeft men ook geen visie. En wie twijfelt, investeert niet. De fiscale druk en de fiscale onstabiliteit maken het risico voor een bedrijvenvlucht heel reëel. Als integendeel de fiscale voorwaarden gunstiger, zekerder zijn, dan zullen er bedrijven naar Brussel komen of er willen blijven, en zullen er uiteraard meer ontvangsten zijn.” n
4G, een noodzaak Voor de ontwikkeling van hun activiteiten hebben ondernemingen communicatiemiddelen broodnodig. Morgen – vandaag al! – zal de communicatie noodzakelijkerwijs gebeuren via de mobiele telefonie van de vierde generatie, de fameuze 4G. Met beduidend hogere overdrachtdebieten opent 4G de weg naar een snellere, vlottere communicatie, naar krachtigere applicaties die een fikse boost zullen geven aan de mogelijkheden voor het werken op afstand, voor de online handel en diensten… Nochtans wordt de ontplooiing van de 4G in Brussel afgeremd door het behoud van één van de strengste zendnormen ter wereld, die veel verder gaat dan de Europese aanbevelingen en deze van de WGO. Met alle risico’s van dien dat dit nefaste gevolgen kan hebben voor de economie, de werkgelegenheid en het internationaal imago van de hoofdstad van de EU. Ook in dit debat heeft BECI gevraagd om het gezond verstand te laten spreken. Het in juli bereikte akkoord dat de toepassing van de norm versoepelt, is alvast een stap in de goede richting. Toch zal men op lange termijn de ontwikkelingsvoorwaarden van mobiele technologieën moeten garanderen, want die zullen zeker niet stoppen bij de 4G.
13
BECI
| onderwijs en opleiding
Jongeren in contact met het bedrijfsleven
© Photo Euroskills
De paradox van Brussel? Veel tewerkstelling en tegelijk veel werkloosheid, vooral bij de jongeren. Dit is het resultaat van een structurele discrepantie tussen de scholingsniveaus van werkzoekenden en de gevraagde profielen. Deze hiaat wordt pas overbrugd als zowel onderwijs als opleidingen kwalitatief verbeteren. Brussel stelt 700.000 personen tewerk en vormt zo het dichtste tewerkstellingsgebied van het land. Het Gewest hoort qua BBP per inwoner bij de rijkste van Europa. Nochtans steeg de werkloosheid in Brussel opnieuw boven de 20% en nadert ze 30% bij de jongeren. Wij zitten ook met meer dan 2% openstaande betrekkingen. De lijst van knelpuntberoepen wordt steeds langer (Actiris meldt 71 ‘vitale functies’ waarvoor nauwelijks kandidaten worden gevonden). Wij kampen dus duidelijk met een ‘mismatch’. Hoe kan zoiets? De Brusselse economie behoort grotendeels tot de tertiaire sector en de helft van de banen vereist een diploma van het hoger onderwijs. 19% van de jonge Brusselaars tussen 18 en 24 jaar heeft echter geen dergelijk diploma en volgt geen enkele vorm van onderwijs of opleiding meer (tegen 15% in Wallonië en 12% in Vlaanderen). Op achttienjarige leeftijd hebben zij tussen één en vier jaar schoolachterstand opgelopen. 65% van de werkzoekenden hebben geen diploma van het hoger onderwijs. De hiaat tussen de scholingsniveaus die werkgevers vragen en de ontoereikende scholing van werkzoekenden verergert met de tijd. De oorzaak ligt bij het onderwijs
zelf. Volgens een recente internationale McKinsey studie is het kwaliteitsniveau van het onderwijs in de Franse gemeenschap globaal teleurstellend en vooral niet-egalitair. Bij leerlingen blijft dit gebrek aan aanpassing aan de werkelijkheid doorheen het ganse daaropvolgende beroepsleven bestaan, ondanks de tussenkomst van verscheidene scholings-, vormings- en opleidingsorganen. De snelle demografische groei vormt een bijkomende uitdaging. De bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is in 15 jaar tijd van 950.000 naar 1,14 miljoen inwoners uitgebreid. Het Planbureau schat dat de Brusselse bevolking tegen 2020 nog met meer dan 10% zal groeien en dat de trend zich voor de volgende jaren zal verderzetten. Er bestaan dus aanzienlijke behoeften op het vlak van onthaalinfrastructuren voor peuters en kleuters, en op het gebied van onderwijs en opleiding.
Opleiden in functie van een beroep Naast het demografisch probleem vraagt BECI meer overleg tussen de overheid, de scholen en de bedrijfswereld om de paradoxale situaties op de arbeidsmarkt op te lossen. Het aanleren van talen is van essentieel belang, want om in Brussel te werken is de kennis van het Frans en >>> p 16
14
MEER DAN 1.700 BRUSSELSE BEDRIJVEN HEBBEN DE WITTE RAAF OP DE KOP GETIKT
En u?
www.bruxellesformation.be
BECI
| onderwijs en opleiding
>>> het Nederlands – en soms ook het Engels – onontbeerlijk. De herwaardering van het technisch en beroepsonder wijs moeten dringend worden aangepakt. De bedrijven kampen met een schrijnend tekort aan elektromechanici, informatici en geschoolde technici. Bovendien bestaat er een behoefte aan nieuwe vormingsleergangen, onder meer in de verkoop en in ‘groene’ beroepen, waar veel tewerkstellingspotentieel bestaat. Vorming is de enige manier om de ontoereikende scholing van werkzoekenden goed te maken. In dit opzicht dient vermeld dat ook de Brusselse werkgevers jaarlijks meer dan 235.000 personen opleiden. Volgens de gegevens van de balanscentrale vertegenwoordigt dit een budget van 360 miljoen euro en een totaal van 6,5 miljoen opleidingsuren. Deze inspanning verdient op zijn minst enige erkenning.
Bereidwillige bedrijven Wij houden het niet bij wensen. Wij treden op ons niveau op om bij te dragen tot de doorbraak van zulke oplossingen. Waarschijnlijk werd de economische wereld te lang op afstand van het onderwijs gehouden. Vandaag proberen ondernemingen een bescheiden bijdrage te leveren door uiteenlopende acties zoals vrijwilligerswerk in bedrijfsverband. BECI lanceerde dit jaar een pilootproject in de sectoren van de vorming, het onderwijs en de integratie van jongeren. Dankzij de inzet van ondernemingen worden 600 dagen aangeboden voor de begeleiding van leerlingen, leraren, schooldirecties en verenigingen die bijscholingscursussen organiseren. Het is de bedoeling binnen vier jaar 10.000 dergelijke dagen te kunnen aanbieden. Bovendien richtte BECI op 20 juni jl. met de Union Wallonne des Entreprises (UWE) en vijf netten van het verplicht onderwijs in de Franse Gemeenschap een Stichting voor het Onderwijs op. De missie bestaat er hoofdzakelijk in om bruggen te bouwen tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. De Stichting tracht ook bewezen goede praktijken te veralgemenen en tussen die twee werelden nieuwe initiatieven op gang te brengen. Er bestaan al talrijke samenwerkingsvormen tussen bedrijfsfederaties of individuele ondernemingen enerzijds en scholen anderzijds maar voor alle spelers werd het ondertussen duidelijk dat zulke initiatieven verder dienen gepromoot en bekendgemaakt om een aantal hardnekkige vooroordelen tussen bedrijf en onderwijs definitief de wereld uit te helpen. Bij de concrete acties die de stichters willen promoten, hoort onder andere een beter onderwijs door middel van analyses en voorstellen, de ondersteuning van praktijken die in het onderwijs hun degelijkheid hebben bewezen, de herwaardering van het beroepsonderwijs (stages, deeltijdse contracten), de ondersteuning van initiatieven in het onderwijs van talen, de begeleiding van leerlingen
16
bij de keuze van een studierichting dankzij presentaties over carrières in ondernemingen, de promotie van ver antwoord maatschappelijk ondernemen ten aanzien van het onderwijs enz.
Een stageplatform Onlangs sloot BECI een zeer concrete samenwerkings overeenkomst met MijnStage.be voor de oprichting van een stageplatform waar werkgevers, kandidaat stagiairs en scholen elkaar kunnen vinden. Dit is ons antwoord op de oproep van de Brusselse regering die tijdens de ‘sociale top’ van mei haar voornemen had bekendgemaakt om nog voor het einde van het jaar meer dan 4000 plaatsen voor stages en beroepsopleidingen vrij te maken. In dit opzicht loopt België wat achter op zijn buurlanden. Nochtans is een stage in bedrijfsverband een schitterende scholingsmethode. De kandidaat ontdekt namelijk de werkelijkheid op het terrein, hij leert zich te harden tegen de eisen van het beroepsleven, hij went aan de verwachtingen van de werkgever, ontwikkelt een eerste praktijkervaring en vervolledigt zijn opleiding. In het beste geval mondt de stage zelfs op een eerste baan uit. Voor ondernemingen is dit de gelegenheid om kandidaten te ontdekken, ze in de praktijk te evalueren en misschien zelfs nieuwe talentvolle medewerkers aan te werven. Iedereen wint hierbij. En toch blijft het vaak moeilijk een stage te vinden. Te weinig plaatsen zijn beschikbaar en er heerst een gebrek aan middelen om vraag en aanbod met elkaar in verband te brengen. BECI en MijnStage.be lanceren nu een platform dat iedereen gratis kan raadplegen en dat werd ontworpen als een trefpunt tussen werkgevers, kandidaat stagiairs, onderwijsinstellingen en vormingscentra. Het platform maakt gebruik van de kennis van zaken en de tools van MijnStage.be, dat sinds 2008 actief is en jaarlijks meer dan 5000 kandidaten en 600 werkgevers bijstaat in hun zoektocht naar stages of stagiairs. Het platform is nu reeds online onder het BECI logo en volledig operationeel. n
BECI
| mobiliteit
Brussel in beweging zetten
Verkeersopstoppingen, stampvolle parkings, luchtvervuiling… Traag maar zeker gaat de mobiliteit in Brussel achteruit. Vandaag zorgt de verkeersoverlast voor enorm veel hinder bij de bevolking, voor de ondernemingen en voor al wie in Brussel werkt. Met zijn onlangs verschenen ‘Witboek’ wil BECI zonder vooringenomenheid bijdragen tot het debat, met een samenvatting van de feiten en innoverende voorstellen om de mobiliteit in Brussel weer op gang te krijgen. Brussel behoort vandaag tot de meest overbelaste steden van Europa – tot 30% meer verkeershinder dan in andere verge lijkbare Europese steden. Aan de gemeenschap kost dit jaarlijks tussen 240 en 510 miljoen euro aan verloren tijd, luchtvervuiling, geluidshinder, ongevallen, noem maar op. Op termijn bedreigt dit eveneens de economische gezondheid van het Gewest. De vraag blijft echter toenemen: 400.000 voertuigen (waar van meer dan de helft pendelaars) verplaatsen zich dagelijks in Brussel. Tegen 2030 zou het aantal verplaatsingen met 22% stijgen. Ondertussen is het mobiliteitsaanbod volledig verzadigd. Brussel beschikt nochtans over een hele resem gewestelijke mo biliteitsplannen: IRIS II, parkeerbeleidsplan, plannen voor fietsers, voetgangers, taxi’s, goederen en andere … Al deze plannen schijnen vooral bedoeld om het gebruik van de wagen te ontra den, maar zonder op voorhand geloofwaardige alternatieven te hebben ontwikkeld. De uitvoering van het plan IRIS II in het bijzonder blijft onvolledig, bij gebrek aan overleg met andere en titeiten en een coherente visie. Tot zover de vaststellingen. En nu de voorstellen. Die vindt u in het ‘Witboek’ dat BECIs Kenniscentrum met de hulp van de leden van de Mobiliteitshub heeft geschreven. Het laat zich onder andere inspireren door initiatieven van buitenlandse steden zoals Londen, Lyon, Bazel, München of Wenen, en door oplossingen die Belgische ondernemingen hebben voorgelegd.
1. Het GEN sneller operationeel Het GEN kan niet meer tot 2025 wachten. Drie lijnen zijn ge bruiksklaar (25 Mechelen, 36 Leuven, 96 Halle) en de treinen (95) zijn rijklaar. Ze moeten dringend in dienst worden ge steld want het pendelverkeer komt voornamelijk uit de ‘GEN zone’ en 64% van de pendelaars verplaatst zich vandaag met de wagen. Volgens hetzelfde principe zou in Brussel een BEN (Brussels Express Netwerk) moeten worden aangelegd. Sommige lijnen worden te weinig gebruikt en talrijke stations kunnen worden heropend. 2. Het aanbod van het openbaar vervoer verbeteren De frequenties en het comfort van het huidige openbaar ver voer zijn aan verbetering toe. De overgang naar een automa tische metro dient versneld. Daarna kan het aanbod worden uitgebreid door de ontwikkeling van nog meer alternatieven (Collecto, minibus, collectief vervoer met taxi’s) en door een be tere toegang van De Lijn en TEC bussen in de hoofdstad. Verder moeten enkele belangrijke uitbreidingswerken worden verricht: het MIVB netwerk tot in Zaventem, tramlijn 9 naar Jette-UZ Brussel, uitbreiding van de Noord-Zuid metro naar Schaarbeek en naar Ukkel… Ook verdient de conversie van buslijn 71 naar een tramlijn tussen de Naamse Poort en Delta dat een alternatief wordt bestudeerd, bijvoorbeeld langs de as Troon/Kroon. >>> p 18
17
BECI
| mobiliteit
>>> 3. Organisatie van de beroepsverplaatsingen Meer flexibiliteit in de werkformules en -tijden zou de vraag naar mobiliteit beter in de tijd kunnen spreiden. Te lewerk en een gemakkelijker toegang tot gedeelde kanto ren zouden de vraag doen dalen. Ten slotte kan het salaris beleid volgens het principe van het ‘cafetariaplan’ efficiënt bijdragen tot een gedragsverandering bij werknemers, onder andere dankzij de toekenning van budgetten aan allerlei alternatieven (parkings, openbaar vervoer, scooter, leasing…). 4. Vervoermiddelen delen Gedeelde voertuigen zijn nu al beschikbaar (Villo, Cambio, Zen Car enz.), maar zouden efficiënter door de overheid moeten worden gepromoot. Ondertussen is car-sharing een gemakkelijke, goedkope en eenvoudig in te stellen oplossing. Dankzij ontmoetingsplatformen als Djengo treden car-sharers gemakkelijk met elkaar in contact. De BWLKE regels zouden in de toekomst duidelijker moeten evolueren naargelang van het gebruik dat de onderne ming van de parkeergelegenheid maakt. 5. Parkeren toegelaten Zonder een waardevol alternatief heeft het geen zin duizen den parkeerplaatsen af te schaffen. Alternatieven betref fen ook het parkeren buiten de openbare weg en onder andere de ontradings- en transitparkings aan de rand van de hoofdstad. GEN stations moeten daarom de rol van ‘in termodaal platform’ gaan spelen. Het delen van bedrijfspar keergelegenheid heeft ook zijn voordelen, zowel voor de plaatselijke bevolking als voor de onderneming zelf. 6. Goederenvervoer 45% van de goederen worden op een efficiënte manier vervoerd door 10% van het vrachtverkeer. Bredere lever tijden buiten de piekuren zouden de situatie nog kunnen verbeteren. Ondertussen zitten we met 80% niet effi ciënte verplaatsingen. Moest het project van een stedelijk distributiecentrum (SDC) ooit tot stand komen, dan zou een ‘bottom-up’-oplossing zoals in Hasselt, waar alleen de vragende bedrijven deelnemen, waarschijnlijk aanbevolen zijn. Diensten met een hoge toegevoegde waarde (opslag, postdienst, vuilnisophaal enz.) zouden bedrijven motiveren aan het project deel te nemen, voor zover de financiële lasten voor ondernemingen niet de hoogte inschieten. 7. Technologie voor een betere doorstroming De ‘intelligente’ driekleurige verkeerslichten die zowat overal in Europa worden ingezet, zijn op het Brussels we gennet nog steeds niet komen opdagen. Deze achterstand zou kunnen worden gebruikt om een nog beter geïnte greerd systeem te ontwikkelen dat mobiel en geconnec teerd zou zijn om de gebruiker te begeleiden in de keuze van zijn vervoersmiddelen in functie van de verkeerslast op zijn parcours.
18
8. Voordeel halen uit het verkeersreglement Het verkeersreglement kan voor vlottere verplaatsingen zor gen. Enkele voorbeelden: de wetgeving over winterbanden, motoren onder bepaalde voorwaarden op het trottoir laten parkeren en ze op de busrijstroken laten rijden, coherentie in de voetgangerinfrastructuren, beveiliging van het fiets verkeer in de stad. Bepaalde rijstroken voorbehouden aan specifiek weggebruik zoals car-sharing of elektrische voertui gen zou eveneens een invloed hebben op de gedragingen. Het gebruik van een rijstrook volgens het uur laten wisselen kan op sommige plaatsen overlast vermijden: bv. parkeerge legenheid in daluren die tijdens piekuren een rijvak wordt. 9. Aanpassing van de infrastructuren De werkzaamheden die binnenkort de Generaal Jacques laan zullen herinrichten, voorzien geen alternatieve route voor het autoverkeer. Ook andere invalswegen zouden nu grondig moeten worden heringericht: de Keizer Karellaan, het Meiserplein… Met een rijstrook voorbehouden aan car-sharing op de Brusselse invalswegen zou het aantal voertuigen met slechts één inzittende waarschijnlijk dalen. De Ring, die een interessante oplossing blijft voor doorgaand verkeer, zou op een intelligente manier kunnen worden verbreed, onder andere met een segmentering van de rij stroken volgens de bestemming. 10. Een intelligente fiscale aanpak De accijnzen op diesel en de belastingen op elektrische voertuigen duiden op het belang van een nieuw fiscaal beleid. Een intelligent belastingssysteem met een duidelijke visie, omschreven doelstellingen en de beschikbaarheid van haalbare alternatieven zouden de kers op de taart kun nen zijn van een intelligent mobiliteitsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het zou bovendien een bron van inkomsten betekenen voor het nieuwe mobiliteitsbeleid.
Visie, coherentie en coördinatie De mobiliteitsproblemen aanpakken zonder coherentie noch visie en zonder een perfecte coördinatie van alle spelers is gewoon niet vol te houden en zeker niet efficiënt. Het grootstedelijk gebied ver dient een coördinatie die op een geïntegreerd mobiliteitsbeleid uit mondt. Het succes van dit beleid hangt af van een degelijke plan ning en chronologie van de hulpmiddelen en de doelstellingen. Bovendien moeten de tarieven, de fiscaliteit, de vrijstellingen en de communicatie op een coherente manier worden uitgestippeld. Bazel levert in dit opzicht een interessant model. Het Eurodistrict van Bazel (ETB) is erin geslaagd een gecoördineerd mobiliteitsbe leid tussen drie verschillende landen uit te werken. De betrokken spelers hebben samen een globaal mobiliteitsplan ontwikkeld. Naast de verlenging van de lijnen van het openbaar vervoer door de staatsgrenzen heen, heeft het ETB grensoverschrijdende ta rieven opgesteld en werden transitparkings aangelegd. Om dit beleid te sturen ontstond een financieringsfonds dat voorname lijk door de inkomsten van de parkeergelegenheid in het gebied wordt gevoed. Zou dit voor ons geen inspiratiebron zijn? n
BECI
| internationaal
Grenzeloze mogelijkheden
“Kunnen jullie mij bijstaan om een verdeler in Frankrijk, Duitsland en Turkije te vinden?” “Welke Europese financieringsbron kan mij helpen mijn bedrijf te ontwikkelen?” “ Welke reglementering is van toepassing als ik mijn producten naar de Verenigde Staten wil uitvoeren?” Dit zijn enkele voorbeelden van vragen die regelmatig aan de internationale dienst van BECI worden gericht. Heel vaak ontwikkelen kleine en middelgrote ondernemingen zich echt wanneer ze internationaal gaan werken. Dit betekent natuurlijk export, maar ook partnerschap en import. Dankzij zijn vele contacten, zijn netwerk, zijn evenementenprogramma en talrijke diensten is BECI de geknipte partner om bedrijven bij deze stappen te begeleiden.
Met EEN ligt Europa binnen handbereik Enterprise Europe Network (EEN) is een Europees netwerk dat ondernemingen doorheen de Europese Unie en ook daarbuiten ondersteunt met informatie, antwoorden op vragen en de nodige omkadering tijdens de overgang naar internationale activiteiten. EEN geniet zelf de steun van de Europese Commissie en bestaat uit 600 organisaties die bedrijven in hun ontwikkelingsproces bijstaan. Deze kamers van koophandel, ontwikkelingsagentschappen e.a. stellen 3.100 mensen in 53 landen tewerk. BECI vormt samen met het BAO het contactpunt van EEN voor Brusselse ondernemingen. Dit betekent concreet dat BECI permanent in contact staat met partnerorganisaties in al deze landen om informatie op maat te verstrekken aan bedrijven die zich internationaal willen ontwikkelen en om deze bedrijven te helpen bij het opsporen van commerciële of technologische opportuniteiten. De bestaande samenwerkingsmogelijkheden worden duidelijker wanneer het bedrijf in de ‘Partnership Opportunities Database’ wordt opgenomen. In deze databank staan al 118 Brusselse ondernemingen, die verleden jaar 231 meldingen van belangstelling vanuit het buitenland hebben ontvangen. Afgelopen jaar nodigde BECI ook 29 Brusselse bedrijven op drie internationale ‘matchmaking’ evenementen uit, in België (Synergy Day), in het Groothertogdom Luxemburg (Great Region Business Days) en in Portugal (Alimentaria).
Enterprise Europe Network vergemakkelijkt bovendien de toegang van bedrijven tot financiering door de Europese Unie en wijst hun de weg in de reglementering van de Gemeenschap (nagenoeg 500 antwoorden op vragen, verleden jaar). Dankzij een constante bewaking van de Europese overheidsopdrachten zorgt BECI ervoor dat bedrijven zich over aanbestedingen in hun specifieke sector kunnen informeren.
Buitenlandse bezoekers Om de export van Brusselse ondernemingen te bevorderen, sloot BECI een partnerschap met het agentschap Brussels Invest & Export (BIE), dat afhangt van de Directie Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. >>> p 20
Boost your Export BECI heeft een pool van deskundigen in buitenlandse handel samengesteld. Deze mensen hebben een flinke ervaring met export en zijn zich verder geografisch of sectoraal gaan specialiseren, of hebben zich toegespitst op bepaalde thema’s zoals marketing, communicatie, logistiek, contracten, financiering, deelname aan aanbestedingen, internationale geldschieters enz. Met het programma Boost your Export genieten de bedrijven een geïndividualiseerde begeleiding in twee stappen om hun exportactiviteiten te ontwikkelen. De eerste stap is gratis en zonder verplichting: een deskundige bezoekt de onderneming, brengt een externe kijk op de projecten en stelt een actieplan voor. De tweede stap voorziet voor het bedrijf 5 à 10 dagen begeleiding op maat om het plan uit te voeren.
19
BECI
| internationaal
>>> In deze context onthaalt BECI regelmatig buitenlandse delegaties, die dan met Brusselse ondernemers in contact worden gebracht. Zo kreeg BECI in 2012-2013 het bezoek van dele gaties uit Uruguay, de Franse Côte d’Opale, Brazilië, Marokko en Oezbekistan. Deze vijf delegaties vertegenwoordigden 82 ondernemingen die samen 160 contacten met Brusselse bedrijven konden leggen.
BECI Customs Center In het buitenland partners, contactpersonen en tussenpersonen vinden is één zaak, maar om de export op gang te brengen, moeten bovendien heel wat formaliteiten worden volbracht: certificaten van oorsprong, ATA boekjes, legalisering van documenten, visa-aanvragen e.d. Nogmaals vergemakkelijkt BECI dit proces voor de bedrijven, door op te treden als enige gesprekspartner voor alle administratieve stappen die internationaal moeten worden gezet. Het BECI Customs Center zorgt integraal voor alle formaliteiten, in samenwerking met belangrijke partners.
Brussel als toegangspoort tot Europa Bij de internationale handel hoort eveneens de import van grondstoffen, halffabricaten, afgewerkte producten en diensten. Sinds de opening van de grenzen ontwikkelt deze activiteit zich snel, een trend die zich hoogstwaarschijnlijk zal
n Synergy Day
verderzetten. Om de import van producten en diensten in Brussel te bevorderen, heeft BECI de Brussels Import Agency (BIA) opgericht. De taak van BIA bestaat erin leveranciers en kopers met elkaar in contact te brengen. BIA richt zich voornamelijk tot in Brussel gevestigde importbedrijven om hun contacten en zoektochten naar buitenlandse partners te vergemakkelijken. Het agentschap verstrekt informatie en advies zowel aan lokale invoerders als aan buitenlandse uitvoerders, over alle vragen die hiermee in verband staan: douanerechten en accijnzen, betalingsmiddelen, contracten, wetgeving enz. “Als hoofdstad van Europa, midden in een dichtbevolkte regio waar meer dan honderd miljoen mensen zijn gevestigd, speelt Brussel een bevoorrechte rol”, aldus Sabine Soetens, International Business Development Manager bij BECI. “Wij wensen dat Brussel voor buitenlandse uitvoerders de toegangspoort tot Europa wordt.” n
Go East! East Invest werd in het kader van het oostelijk Partnerschap van de EU gelanceerd om commerciële betrekkingen met zes landen van Oost-Europa en van de Kaukasus te vergemakkelijken en hun economische ontwikkeling te bevorderen. Het project wordt gecoördineerd door Eurochambres. In dit kader werkte BECI partnerschappen uit met enerzijds de kamer van koophandel van Azerbeidzjan, en anderzijds met Kiev, de hoofdstad van Oekraïne. Het is de bedoeling beide organismen te versterken, zodat ze een betere service aan hun ondernemingen kunnen verzekeren. BECI wenst in de toekomst andere gelijkaardige internationale projecten van deze omvang te verwezenlijken, met andere landen en partners.
BECI Infrastructure Club Africa
brussel
duurzame bestemming
www.visitbrussels.be/green www.visitbrussels.be/sustainablemeetings
20
Afrika staat op de drempel van een grootschalige ontwikkeling en biedt ondernemers heel wat investeringsmogelijkheden. Bij BECI gaan voor die mensen de deuren van het ‘continent van de toekomst’ wijd open, dankzij de BECI Infrastructure Club Africa, die advies verleent om contacten te leggen met lokale bedrijven en overheden, met internationale geldschieters die in Afrika ontwikkelingsprojecten financieren (de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, het Internationaal Muntfonds, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Wereldbank…) en met ondernemers die deze markten al hebben ontdekt en daar ervaring hebben opgebouwd.
Brussel
duurzame bestemming © Sofitel
B
ijna iedereen weet intussen wel wat duurzame ontwikkeling betekent. Het begrip duurzaamheid dringt geleidelijk door in onze manieren van consumeren, bewegen, denken, reizen… Maar tussen greenwashing en echte duurzame beleidskeuzes ligt er soms nog een hele afstand. Want duurzaam toerisme, wat is dat precies? Een duurzame stad, hoe werkt die? Het aanbod in Brussel neemt voortdurend toe en wordt almaar vollediger. Je vindt er hotels die hun carbon footprint hebben verminderd, restaurants die gezonde gerechten met authentieke smaken aanbieden, musea die toegankelijk zijn voor mensen met een beperkte mobiliteit, en evenementen die meer en meer de weg van de duurzame ontwikkeling opgaan. Duurzaam toerisme, betekent ook modernere en sympathiekere manieren om de stad te beleven, te voet, per fiets, met rolschaatsen of op een Segway. En zo veel andere mooie, biologische en ethische initiatieven, ontwikkeld met eerbied voor de natuurlijke, culturele en erfgoedaspecten van de bezochte plaatsen. Een nieuwe generatie toeristen komt eraan: veeleisender, beter geïnformeerd vóór het vertrek en informatie uitwisselend op blogs en forums. Deze toeristen zijn meer dan ooit uit op buitengewone en duurzame ervaringen.
Brussel is uitgeroepen tot 1ste duurzame stad van Europa op het vlak van milieubeleid! Brussel bekleedt de 9de plaats op 30 Europese hoofdsteden, vóór Parijs en Londen, in de European Green Cities Index, een rangschikking van duurzame steden. In de categorie openbaar milieubeleid staat Brussel zelfs op de eerste plaats. Er bestaat een sterke politieke wil om van Brussel een stad te maken die het voortouw neemt in duurzaam en verantwoordelijk toerisme. De kandidatuur voor de titel ‘Europese groene hoofdstad 2015’ is hier het bewijs van. VISITBRUSSELS en de duurzame ontwikkeling VISITBRUSSELS, het communicatieagentschap voor de toeristische dienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest , heeft zich in 2010 volledig ingezet voor de duurzame ontwikkeling. Eind 2012, heeft VISITBRUSSELS officieel de bevestiging gekregen voor zijn engagement: het label ‘Ecodynamische onderneming’ (twee sterren) werd verleend aan VISITBRUSSELS voor zijn site in de Koningsstraat (BIP). VISITBRUSSELS sluit zich ook aan bij de Global Sustainable Tourism Council in het kader van een internationaal partnerschap voor de promotie van duurzame werkwijzen in het wereldwijd toerisme. Als hoofdstad van Europa moet Brussel zich profileren als een duurzame toeristische bestemming. Daarom stelt VISITBRUSSELS alles in het werk om haar partners aan te moedigen om met het milieu en de maatschappij op een meer respectvolle manier om te gaan.
Een team van professionals staat tot uw beschikking om u bij te staan bij de organisatie van duurzame evenementen: www.visitbrussels.be/sustainablemeetings www.visitbrussels.be/green
© MRBC-MBHG
HET ENGAGEMENT VOOR EEN DUURZAAM BRUSSEL • Valorisatie van de instellingen die zich onderscheiden door de kwaliteit van hun milieubeheer (ecolabels, milieucertificaten) • Gebruik van het ecolabel ‘Green Key’ voor logies en vergaderzalen : www.greenkey-brussels.be - www.cleverte.be • Aandacht voor het participatief toerisme www.brusselsgreeters.be • Toegankelijkeid voor personen met beperkte mobiliteit www.brusselvoorallen.be - www.visitbrussels.be/pbm • Gewestplan voor Duurzame Ontwikkeling www.gpdo.be • Onderschrijven van de aanbevelingen van het programma Agenda 21 Gewest: www.agendairis21.be Brussel: http://agenda21.brussel.be Een groeiend aantal accommodaties en vergaderzalen zijn gelabeld Green Key, Ecodynamische Onderneming, EMAS, Green Globe... 26.9% van de kamers in Brussel zijn gelabeld in mei 2013. GROOTSCHALIGE PROJECTEN • Gemengd project ‘duurzame stadswijk’ in Tour & Taxis voor de bouw van 1.000 tot 2.000 woningen, handelszaken, kantoren, diensten, openbare infrastructuur en de zetel van Leefmilieu Brussel. • Creatie van duurzame wijken. Dit kan zowel gaan om de transformatie van oude wijken of braakliggende zones als om de renovatie van gebouwen of het experimenteren met nieuwe samenlevingsvormen. • Stadsproject Wet. Om zowel op gewestelijk als Europees niveau het voorbeeld te geven, wil Brussel zijn expertise en zijn internationale faam op het vlak van duurzame stadsprojecten verstevigen. • Ontwikkeling en herinrichting van de Heizelvlakte met het NEOproject dat een referentie moet worden op het gebied van duurzame ontwikkeling.
EEN WERELD VAN NIEUWE PERSPECTIEVEN. Net zo makkelijk zaken doen aan de andere kant van de wereld als in de eigen straat, dat is de droom van elke ondernemer. Brussel Invest & Export biedt u persoonlijk advies, een netwerk van economische en handelsattachés op elk continent, prospectieacties en financiële steun om van uw internationale projecten een succes te maken. Ontdek een unieke bron van energie voor Brusselse bedrijven op www.brusselinvestexport.be of bel 02 800 40 00.
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
BECI
| brussels metropolitan 2008-2018
Tussentijdse evaluatie van een verenigend project Vijf jaar geleden al ging het project Brussels Metropolitan (BM) van start! Dit gebeurde op een ochtend in 2007. Ondanks de hachelijke politieke context van toen, beslisten vier interprofessionele werkgeversorganisaties – het VBO, het VOKA, de UWE en BECI – om met gebundelde krachten hun visie van een Brusselse grootstedelijke economische zone voor te stellen. Ondertussen is al heel wat gebeurd! De oorspronkelijke opzet werd vertolkt in een ‘Business Route 2018 for the Metropolitan Region’, het resultaat van het voorbereidingsen validatiewerk van talloze vertegenwoordigers van ondernemingen. Van hun kant brachten de deskundigen van Bak Basel heel wat cijfermateriaal in, en een analyse van de situatie bij het begin, vergeleken met 14 andere metropolen. Met zijn langetermijnvisie en duidelijke doelstellingen heeft Brussels Metropolitan ondertussen heel wat weg afgelegd en veel steun gekregen, onder andere van de drie Gewesten. Vandaag heeft BM meer verwezenlijkt dan Euro-Lille na vijf jaar. Halverwege het proces verdient BM dus een tussentijdse evaluatie. De missie van Brussels Metropolitan bestond uit drie basisdoelstellingen die nauw met elkaar verbonden zijn1 : • De Brusselse metropool moet het kloppend hart en het brein van Europa worden • Brussel moet zijn leiderschap in nichemarkten bevestigen (ITC, financiën, gezondheidszorg, logistiek) • Brussel moet worden gepromoot als een bruisende stad die zowel talenten als ondernemingen aantrekt. Deze drie prioriteiten gaan gepaard met duurzame ontwikkeling, een belangrijk thema van het BM project. Het is de bedoeling een werkelijk intergewestelijke samenwerking tot stand te brengen, met inbegrip van het federale niveau. De eigenheid van het project zit bovendien in zijn langetermijnvisie en de opname van het ganse grootstedelijke gebied in en rond Brussel. BM heeft heel wat acties gevoerd om deze doelstellingen te bereiken. De voorbereiding en de opvolging waren het werk van een of meerdere vertegenwoordigers van elke betrokken werkgeversorganisatie. Deze organisaties schetsten trouwens de krachtlijnen van een intergewestelijk overleg platform waar ook het federale niveau zijn plaats had. BM organiseerde talrijke verenigende evenementen zoals het jaarlijks Symposium rond politieke thema’s (de tewerk stelling, de ruimtelijke ordening en mobiliteit in 2013), evenals het intergewestelijke congres over mobiliteit, dat vandaag de situatie in gans België bestudeert en daarom afstand neemt van BM. Verder werden ook verscheidene thematische werkgroepen opgericht. Ondanks de moeilijkheden zal BM zich tijdens de tweede helft van de looptijd van het project blijven inzetten voor thema’s die in verband staan met de tewerkstelling, de
n Brussel vanuit de ruimte: het kloppende hart van een grootstedelijk gewest.
obiliteit en de internationale aantrekkingskracht. BM zal m zijn banden versterken met de bedrijven in het grootstedelijk gebied en zijn horizont verruimen door inspiratie te putten in de inspanningen die andere regio’s leverden. Het is bovendien van groot belang dat BM zijn modus operandi duidelijk uitstippelt. Sommigen zijn voorstander van een organisatie die een visie bevordert en er spelers rond verenigt. Anderen denken eerder aan een werkelijke organisator van concrete acties, met middelen die nog moeten worden gedefinieerd. De tweede helft van het project zou ook moeten uitmonden op een sterkere en meer coherente interne structuur. De werkgeversorganisaties hebben hun inzet bevestigd; het is nu nodig een eigen aanpak te ontwerpen, onder andere om vlotter te communiceren. Ten slotte is iedereen het eens dat de culturele, de sociale, de politieke en de verenigingskringen deel moeten uitmaken van het BM project om grootschaliger te werk te gaan en de vereenzelviging te bevorderen. Aan de internationale uitstraling moet intensiever worden verder gewerkt. Kortom, er is werk aan de winkel! n
Referentie: 1. www.brusselsmetropolitan.eu/docs/BusinessRoute%202018%20EN.pdf
23
BECI
| interview - jean-claude daoust, voorzitter van BECI
“Brussel heeft al een lange weg afgelegd”
Als Jean-Claude Daoust zijn mening geeft over de gang van zaken in het Gewest, dan weet hij waarover hij spreekt. Zijn deskundige opinie is het resultaat van zijn lange ervaring als bedrijfsleider en zijn doorgedreven kennis van de complexe dossiers die van ver of dichtbij te maken hebben met de Brusselse economie. Wij hadden met hem een open gesprek over enkele vaak terugkerende thema’s die de discussies voeden in de diverse politieke en economische kringen van het Gewest. BECI: Met welke vraag komen de bedrijven tegenwoordig het vaakst bij u aankloppen? De bedrijven zijn vooral vragende partij voor meer juridische helderheid en zekerheid. Bedrijven leggen hier sterk de nadruk op en ik hoor die vraag zelf steeds vaker nu de zesde staats hervorming eraan komt. Dit zal een complexe en risicovolle operatie zijn. Terwijl wij in België zelfs niet of niet meer weten
“Voor bestaande bedrijven, en nog meer voor starters of bedrijven die men wil aantrekken, is er niets ergers dan te horen krijgen dat men niet weet hoeveel dit of dat zal kosten.”
hoeveel een werknemer echt kost! Zover is het al gekomen. Het akkoord over het eenheidsstatuut van arbeiders en be dienden, een compromis van 3,5 pagina’s dat onder leiding van Monica Deconinck werd opgesteld, kan je zo vaak lezen als je wil, de conclusie is altijd dezelfde: tegen het einde van
24
het jaar volgen er in de Nationale Arbeidsraad nog belangrijke en waarschijnlijk hachelijke onderhandelingen tussen de so ciale partners vóór er een wettekst tot stand komt. Laten wij hopen dat het een duidelijke en precieze tekst wordt, zonder dubbelzinnigheden die tot nieuwe sociale conflicten kunnen leiden of die de interpretatie of uitspraak van een rechter vereisen om uiteindelijk te bepalen welke rechten de werk nemers hebben en welke lasten de bedrijven moeten dragen. De grote lijnen zijn echter uitgezet en dat is natuurlijk positief. Ook op fiscaal, sociaal en milieugebied is meer rechtsze kerheid welkom, zoals blijkt uit de overdracht van de kinder bijslag. De kinderbijslag is in zekere zin een goed voorbeeld van deze latente onzekerheid die het ondernemerschap schaadt. In Brussel zoekt de Cocom bijvoorbeeld nog naar een structuur om optimaal te functioneren, maar tegelijk heerst er al ongerustheid over de gevolgen van de toeken ning van een onvolledige enveloppe (want beperkt tot 90%, nvdr). Welke invloed zal dit hebben, niet alleen op onze egalitaire visie op kinderrechten, maar ook op de bijdragen van de bedrijven? Zal men opnieuw komen aankloppen bij
BECI
de bedrijven, die deze bijslag al financieren met 8% van hun loonmassa? Er zouden allerlei ondoordachte voorstellen uit de lucht kunnen vallen, maar erger dan dit risico, is het kli maat van onzekerheid. Er is niets ergers dan te horen krijgen dat men niet weet hoeveel dit of dat zal kosten, welke bij dragen men aan de sociale zekerheid moet leveren, hoeveel belastingen men zal moeten betalen … Dit geldt voor be staande bedrijven, maar nog meer voor starters of bedrijven die men wil aantrekken. Wat vindt u van de grote aandacht voor werkgelegenheid, werkloosheid, opleidingen en het gebrek aan competenties? Enerzijds zijn bedrijven op zoek naar bepaalde profielen, an derzijds heerst er in Brussel veel werkloosheid. Het gebrek aan competenties verhindert dat er een evenwicht tussen beide ontstaat. BECI heeft al vaak gepleit voor een hogere kwa liteit van het onderwijs. Wij stelden zelf een andere aanpak voor, door samen met de Union Wallonne des Entreprises een stichting School-Bedrijf op te richten. Het is typisch dat alle actoren toegeven dat er een nieuwe aanpak nodig is. En het is even typisch dat er op de leraren en onderwijzers, die een essentiële functie hebben en prachtig werk verrichten, geen enkele kritiek kwam. Onze voorstellen om het onderwijs te hervormen gaan niet over hen, maar over een herziening van de programma’s, intensere uitwisselingen met de bedrijfswe reld, meer mogelijkheden om bedrijfsleiders te laten deelne men aan afstudeerjury’s, enz. Toch is er ook duidelijk behoefte aan een betere basisoplei ding om jongeren toegang te bieden tot een baan waarvoor ze bepaalde competenties nodig hebben. De jeugd moet zich bovendien zelf kunnen ontplooien en kunnen openstaan voor alle kansen die geboden worden door hogere studies, aan universiteiten, hogescholen, enz. Maar als we zien dat Brusselse jongeren vaak al twintigers zijn als ze met moeite hun basisopleiding voltooien, dat ze maar één taal spreken en niet inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt door een gebrek aan kwalificaties, dan mag je toch wel van een samenlevings probleem spreken! Bedrijven moeten dan in het beste geval maar een beroep doen op pendelaars om een bepaald profiel te vinden. Dit werkt, maar het is natuurlijk niet ideaal voor Brussel. In dit opzicht valt het te betreuren dat de Franse G emeenschap niet meer middelen aan Brussel toekent. Deze stad maakt een voor België unieke demografische ontwikkeling door, met een bevolking die veel aandacht vereist (veel nieuw komers belanden in Brussel), met een hoge werkloosheid, enz. Ik vind dat de Franse Gemeenschap er ook goed aan zou doen om de opleiding en begeleiding van jonge leraren ter harte te n emen. Al te veel onder hen haken af na vijf jaar. Bovendien hebben zij meestal maar een zeer onvolledige en oppervlakkige kennis van de bedrijfswereld en komen zij weinig in contact met bedrijven. Toch leiden zij studenten op om in bedrijven te gaan werken. Daar klopt iets niet … Wat
| interview - jean-claude daoust, voorzitter van BECI
talenkennis betreft, mag volgens mij niemand zijn school traject afsluiten zonder minstens tweetalig te zijn. En dat is haalbaar, wat men daarover ook beweert. Een andere taal kennen is een must. Omgekeerd is eentaligheid een grote, zelfs onoverkomelijke hinderpaal als je een baan zoekt. Scho len weten dat, maar wat doen ze eraan? De werkloosheid in Brussel moet dalen, maar het volstaat niet dat je dat wil om het ook te laten gebeuren. Iedereen moet zijn huiswerk overdoen en het probleem anders aanpakken.
“Uit geen enkele statistische studie blijkt dat als mensen vroeger op pensioen gaan, er meer j ongeren worden aangeworven.”
Kan en moet de opleiding in bedrijven de lacunes van het onderwijs compenseren? Is dat voldoende? Bedrijven zijn verplicht om hun personeel een bepaald aan tal uren opleiding te geven. De sociale balans levert hiervan het bewijs. Maar de sociale balans weerspiegelt vooral de toestand van de formele opleiding, die aan het bedrijf wordt gefactureerd. Uit een sociale balans kan je veel minder of he lemaal niet aflezen hoe het zit met de informele opleiding: je laten begeleiden door een collega, een nieuwe software of een nieuwe machine leren gebruiken, een nieuwe werk methode aanleren, enz. Bedrijven zijn vandaag verplicht om zich continu aan te passen en dus nemen dergelijke opleidin gen een belangrijke plaats in de activiteiten van elk bedrijf in. Helaas blijkt dit te weinig uit de cijfers. Toen bij Daoust de nieuwe HR-directeur deze informele opleidingen systematisch in kaart begon te brengen, merkten wij dat wij ruimschoots aan onze wettelijke verplichtingen voldoen. Ik spoor andere bedrijven aan om hetzelfde te doen. Het is niet de taak van een bedrijf om de school te vervangen. Toch gebeurt het dat wij alfabetiseringscursussen geven aan jonge werknemers die wel over de competenties beschikken waarvoor wij ze aanwerven, zoals hulpboekhouders of tech nische beroepen … Dat is toch een teken – en ik druk mij nog zacht uit – dat er een probleem is. Bedrijfsstages lijken doeltreffend te zijn om jongeren aan het werk te zetten. Welke formule lijkt u hiervoor de beste? Ik weet niet of er een ideale formule is. Maar het is duidelijk dat de aanpak van de bedrijfsstages door de scholen moet worden herbekeken om ze doeltreffender te maken. Niet iedereen begrijpt altijd hoe belangrijk stages zijn. De hogescholen doen dit wel heel goed. Kijk maar naar SaintLouis, dat een onderscheid maakt tussen uitvoeringsstages (fotokopies maken, scannen, gegevens invoeren … ook dat >>> p 26
25
BECI
| interview - jean-claude daoust, voorzitter van BECI
>>> moet in een bedrijf gebeuren) en participatiestages, waarbij men meewerkt aan het bedrijfsproject. Dit kan zelfs in het eindwerk worden opgenomen. De soft skills, de praktijk, de bedrijfscultuur … alles wat de leerling vormt, komt aan bod en de stagemeesters begeleiden de leerlingen intensief over een voldoende lange periode om ze echt iets bij te leren. Er zijn ook richtingen die alleen te korte stages aanbieden, die bovendien worden opgesplitst over periodes die ver uit elkaar liggen. En sommige stagemeesters kennen de bedrijfswereld onvoldoende of volgen de stagiair niet op. Je krijgt ook te maken met jongeren die nog een te schoolse ingesteldheid hebben (ze komen te laat, doen alleen wat ze absoluut moe ten doen, enz.). Dat is dan tijdverlies voor iedereen en een gemiste kans.
aan de slag wilde, kreeg na de stage een contract van onbe paalde duur. Dit is een buitengewoon bewijs van de inzet van bedrijven voor jongeren en een experiment dat wordt opge merkt door andere bedrijven die ons hierover vragen stellen. Eigenlijk weten bedrijven niet waar ze terechtkunnen. BECI wil met zijn platform voorzien in die behoefte. Zouden oudere werknemers hun plaats in het beroepsleven niet moeten afstaan aan de jongeren? Is het dan niet paradoxaal dat zij nog langer zouden moeten werken? Ik wil eerst een misverstand uit de wereld helpen: uit geen enkele statistische studie blijkt dat als mensen vroeger op pensioen gaan, er meer jongeren worden aangeworven. En omgekeerd: door mensen later op pensioen te laten gaan, worden er niet minder jongeren aangeworven. Om de sociale zekerheid te financieren en rekening te hou den met de langere levensduur, moeten mensen langer wer ken, dat is gewoon wiskunde. Maar je moet de wettelijke pensioenleeftijd ook vergelijken met de gemiddelde leeftijd waarop men nu effectief op pensioen gaat en dat is onge veer 59 jaar. De impact van de pensioenmaatregelen moet dus worden gerelativeerd. Maar noodzakelijk zijn ze wel.
“Volgens mij mag niemand zijn schooltraject afsluiten zonder minstens tweetalig te zijn. En dat is haalbaar, wat men daarover ook beweert.”
Ik geef graag nog een sterk contrasterend voorbeeld: stagiairs van sommige internationale hotelscholen moeten 9 maan den stage volgen, afwisselend in de diverse afdelingen van een hotel, terwijl de stages in onze eigen hotelscholen maar één maand duren. Hoeft het dan te verwonderen dat in onze hotels vooral stagiairs uit het buitenland een plaats krijgen? Zij spreken verscheidene talen en het hotel waar ze aan de slag gaan, geeft ze een serieuze opleiding, omdat de periode lang genoeg is en de leerlingen dus ook een meerwaarde voor het hotel betekenen. Jongeren die in het buitenland werken, staan ook sterker in het leven. Tijdens hun stage worden ze geobserveerd door potentiële werkgevers en vaak is het resul taat een aanwerving. Bedrijven zijn vragende partij om stagiairs op te vangen, laat daar geen misverstand over bestaan. Kijk maar naar Audi: het bedrijf deed zelf een aanbod om 18 stagiairs een ge structureerde stage te laten volgen. Wie voldeed en bij Audi
26
Soms zegt men dat oudere werknemers hun kennis moeten overdragen, als een soort brugfunctie met de nieuwe gene ratie. Daar moet je kanttekeningen bij plaatsen. Niet iedereen kan zijn kennis op een pedagogisch verantwoorde manier doorgeven. Anderen vinden dat alles vroeger beter was, hechten te weinig belang aan de huidige waarden van het bedrijf, enz. Wie kennis kan overbrengen, moet dat doen, maar leg een bepaalde categorie mensen geen eenvormige taak op. Hoe evolueert het concept “Brussels Metropolitan”? Brussels Metropolitan is een prachtig idee dat door alle werkgeversverenigingen wordt gesteund. Het is het logische gevolg van de economische expansie van Brussel. De Brus selse realiteit overstijgt de 19 gemeenten. De hoofdstedelijke gemeenschap moet echter als maatstaf voor elke meting worden genomen, bijvoorbeeld om economische statistieken op te stellen: werkloosheid, startende bedrijven, enz. Brussels Metropolitan is in de eerste plaats een economisch concept. De politici hebben het overgenomen, maar dat was niet de bedoeling. Het is een Think Tank, een plek om na te denken, ideeën te laten botsen, actoren met elkaar in contact te brengen die elk voor zich werken, maar toch de zelfde doelstellingen nastreven binnen hetzelfde kader, zoals de MIVB en De Lijn. Er werden diverse interessante projecten gesuggereerd: een internationaal museum bouwen (kijk maar hoeveel impact een Guggenheim heeft op de econo mische ontwikkeling van een regio); Brussel als Europees rechtscentrum, een soort “single point of contact” voor alle bedrijven die zich in Europa willen vestigen; Brussel als finan
BECI
ciële draaischijf, een rol die door Luxemburg werd overge nomen; een Europees centrum voor toezicht op de banken oprichten, enz. Brussels Metropolitan is een plek om ideeën te laten opborrelen en uit te wisselen, maar niet om ze in de praktijk te brengen. En die functie vervult het initiatief goed. Tot slot nog uw algemene opinie over het Gewest? Meestal bekijken wij onszelf nogal kritisch en willen wij niet opscheppen, maar je kunt er niet omheen: het Gewest is erin geslaagd om zijn talrijke troeven uit te spelen en dat heeft ge leid tot een opmerkelijke economische ontwikkeling. B russel heeft al een lange weg afgelegd. Wij hebben ook nog heel wat voor de boeg, in een institutionele context die steeds complexer wordt en met op de achtergrond een zorgwek kende economische realiteit op wereldschaal. Maar andere steden in Europa en de wereld staan voor dezelfde uitdagin gen en boeken toch vooruitgang. Er zijn hoopvolle tekenen: onze nieuwe Brusselse leiders tonen zich daadkrachtig. Dat blijkt uit de akkoorden van Oostende en het dynamisme van mevrouw Fremault. Het moet nog bevestigd worden, maar zij lijken voorrang te geven aan onze invalshoek: de economie. Dit is volgens mij duidelijk de best mogelijke aanpak, gewoon omdat welvaart de basis is voor elke andere taak in de samen
| interview - jean-claude daoust, voorzitter van BECI
“Het Gewest is erin geslaagd om zijn talrijke troeven uit te spelen en dat heeft geleid tot een opmerkelijke economische ontwikkeling.”
leving! Maar ook omdat wij nu op dit domein in een positieve trend zitten en dat wij op ons elan moeten voortgaan. In dit opzicht zijn de aanwezigheid en activiteiten van BECI in de Economische en Sociale Raad – met Olivier Willocx als voor zitter – positieve elementen. De aanzienlijke uitdagingen die momenteel op ons afkomen (inzake demografie, mobiliteit …) zijn eenvoudiger onder controle te krijgen met een dergelijk richtsnoer. Wij mogen niet in verspreide slagorde optreden, maar moeten ons eerst concentreren op wat de rest mogelijk maakt. Die aanpak en de nieuwe bevoegdheden van het Gewest na de staatsher vorming kunnen fantastische instrumenten zijn om verder welvaart te creëren. n
Maakt uw onderneming zich op om investeringen te doen die de kwaliteit van ons milieu ten goede komen? Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt steunmaatregelen tot 80.000 € voor ten behoeve van uw “groene” projecten. Steun voor milieu-investeringen. Schakel naar een hogere versnelling. Kijk op www.brussel-economie-werk.be
27
BECI
| blue economy
De andere opvattingen van de Blue Economy De economische crisis, de evolutie van de markten, de klimaatverandering, de steeds duurdere energie, de schaarser wordende hulpbronnen, de nieuwe maatschappelijke uitdagingen… Dit alles getuigt van de diepgaande veranderingen die onze wereld ondergaat en die iedereen, met inbegrip van de ondernemers, zorgen baart. Hoe kunnen wij ons beschermen? Ons aan de veranderingen aanpassen? Hoe maken wij de correcte keuzes voor onze toekomst? Weinig generaties voor ons werden met even talrijke en aanzienlijke uitdagingen geconfronteerd. Wij zouden dit echter ook als bijzonder boeiend kunnen ervaren… Dat de wereld verandert, is geen nieuws. Doorheen de geschiedenis heeft de mens zich aan de veranderingen van zijn omgeving moeten aanpassen. Dat deed hij door te migreren, nieuw gereedschap uit te vinden, nieuwe productiemethodes te ontwikkelen en nieuwe hulpbronnen te ontginnen. Om dit te doen, heeft hij vaak zijn uitzichten in vraag moeten stellen en bestaande denkprocessen moeten omzeilen om nieuwe perspectieven te openen. In dit opzicht verschilt onze tijd niet van wat onze voorgangers meemaakten. De economische geschiedenis heeft veelvuldig aangetoond dat crisissen de creativiteit aanzwengelen, nieuwe nichemarkten openen en nieuwe businessmodellen in het leven roepen. Vele innoverende bedrijven ontstonden in crisistijd. Dit geldt onder andere voor McDonald’s en Walt Disney in de jaren 30 en voor Microsoft en Apple na de oliecrisissen. Van de firma’s die vandaag de Dow-Jones index bepalen, bestond er honderd jaar geleden slechts één, namelijk General Electric, waarvan de huidige activiteiten trouwens enorm verschillen van wat het bedrijf in 1913 bezighield. De eigenheid van de ondernemer is zijn innovatievermogen en zijn capaciteit om economische modellen te doen evolueren. De ondernemer ‘denkt verder’. Daarvan getuigt de Belg Gunter Pauli, de vader van de ‘Blue Economy’, die ook de eregast is van BECIs Annual Event.
Vormt de Blue Economy een uitweg voor de huidige crisissen? Misschien, maar niet noodzakelijk. Het is wel een positief model dat eerder op aanvaarding dan op verbod rust, een beroep doet op verbeelding eerder dan op conformisme en op dynamiek eerder dan op afhankelijkheid. In 2013 hebben wij nieuwe ideeën nodig, nieuwe inspiratiebronnen waarmee wij ‘out of the box’ kunnen nadenken, grenzeloos. Zoals de natuurkundige Édouard Brézin het reeds stelde, ‘heeft men de elektrische lamp niet uitgevonden om het principe van de kaars te verbeteren’. n Emmanuel Robert
28
© Olivier Bruniels
De vroegere topman van Ecover is in eigen land weinig bekend maar krijgt elders veel gehoor. Hij ontwikkelde een nieuw economisch model dat rijkdom en welzijn genereert volgens de principes van de ecosystemen waar niets verloren gaat, alles wordt verwerkt en waar elk afval de grondstof wordt van een andere productie. Dit model gebruikt de bestaande hulpbronnen zonder ze uit te putten, met een gering energieverbruik en een hoog rendement.
BECI
| blue economy
Een andere duurzame ontwikkeling
© Lift Conference by Ivo Näpflin
Voor de bescherming van onze planeet – en van onszelf – dachten we dat het concept van ‘green economy’ de perfecte oplossing bood: bio voeding, zonne-energie, biologisch afbreekbare zeep… Het nadeel is de kost. Wat slecht is voor onze gezondheid en voor het milieu is vandaag goedkoop, maar wat bevorderlijk is voor gezondheid en milieu is een dure grap. Zelfs de tegenstanders betalen: de subsidies die soms overhaast aan de wind- en zonne-energie werden uitgekeerd, komen per slot van rekening uit ieders portemonnee.
n Günter Pauli, de voormalige topman van Ecover, stond aan de wieg van het Blue Economy concept.
‘Groen’ altijd goed voor het milieu? Da’s simplistisch. Om de palmolie voor uw bio zeep te produceren, wordt het oerwoud in Sumatra neergehakt. De kleine bio kiwi zonder bestrijdingsmiddelen die uw ontbijt opfrist, reisde eerst in een vrachtvliegtuig die meerdere tonnen roetzwarte CO2 in de hemel spoot. Wanneer Gunter Pauli, de vader van de ‘blue economy’, ons vertelt dat ‘groen’ geen bijzonder snuggere aanpak is en dat het anders moet, zijn we geneigd hem gelijk te geven. Pauli wil zich onderscheiden en een concept bouwen rond een verandering van paradigma. Vandaar het begrip ‘blauwe economie’, dat verwijst naar de kleur van de hemel, van de zee en van onze planeet in de ruimte, als alternatief voor de ‘groene economie’, die het concept van duurzaamheid misbruikt, en in tegenstelling tot de huidige ‘rode economie’ die schandalig verspilt om enkele rijken nog rijker te maken.
Beginselen en basismodel Deze nieuwe vorm van economie steunt niet langer op grondstoffen waarmee productieprocessen worden opge start. Het gaat hier eerder om een integratie in, of deelname aan een ecosysteem waarvan de economische activiteit slechts een schakel vormt. De nodige hulpbronnen en de manier waarop deze worden gebruikt, moeten in het na-
bije milieu worden gevonden. De blauwe aanpak beperkt zich dus niet tot een cascadeproces van materialen waarbij het afval van de ene de grondstof voor de volgende wordt (dit is de werkwijze van de groene economie, tenminste wanneer ze aan recycling doet). De blauwe economie beoogt een niet indringerige opname van een activiteit in een lokaal ecosysteem, met gebruik van de vaak onvermoede beschikbare hulpbronnen die door observatie zullen worden ontdekt en op innoverende wijze zullen worden toegepast. Ondernemerschap vormt namelijk een essentieel bestanddeel van de blauwe e conomie. Iedereen kent ondertussen het klassieke voorbeeld dat Pauli aanhaalt: uw kopje koffie. Slechts 0,2% van het volume koffie dat u nodig hebt voor uw ochtendespresso wordt werkelijk gebruikt. Het overschot – 99,8 % – is koffiedik voor de vuilnisbak, tenzij u voorstander bent van koffiedik kijken… of van de blauwe economie. In de ‘blue economy’ wordt koffiedik ingezet voor de teelt van champignons. Het afval hiervan wordt gebruikt voor dierenvoer. En de mest van deze dieren dient om energie te produceren. Koffie is een van de grote consumptieproducten die de hoogste volumes aan afval genereren, een afval dat bovendien bijzonder slecht wordt gevaloriseerd. De handel van champignons is anderzijds in volle uitbreiding, met een omzet die nu al 20 miljard dollar overschrijdt, wat een >>> p 30
29
BECI
| blue economy
n Gerecycled glasschuim kan als teeltbodem voor hydrocultuur worden aangewend.
idee geeft van het potentieel dat daar schuilgaat. Uit de verwerking van dit afval ontstaat vandaag al voedsel, energie en tewerkstelling (meer dan 10.000 banen tot nu toe), dankzij innovatie.
Glasschuim De site van Gunter Pauli geeft een lijst van 183 innovaties, waarvan een derde volgens de auteur verwezenlijkt én winstgevend zijn. Sommige suggesties zijn inderdaad bijzonder aantrekkelijk. Neem nu glas, een markt van 100 miljard dollar per jaar. Zowel de productie als de recycling van glas zijn energieverslindend, ondanks de eindeloze herbruikbaarheid. De blauwe economie innoveert door eerst de verkeerde logica aan te vechten waarbij flessen moeten dienen om andere flessen te maken en gekleurd glas wordt ingezet om glas van dezelfde kleur te produceren. De tweede stap bestaat erin om een niet voor recycling vatbare mengeling van de wit, groen en bruin glas te verwerken tot glasschuim: het glas wordt verpulverd en verwarmd. Een injectie van CO2 genereert dan glasschuim dat tegelijk licht, sterk en goedkoop is – en bovendien een uitstekend schuurmiddel. Hiermee hebben heel wat ondernemers toegang gevonden tot de markt van de schuurmiddelen. Met een blok gerecycled glas is het bijvoorbeeld mogelijk een barbecuerooster te reinigen, oude verf te verwijderen, oppervlakten glad te maken enz. Andere ondernemingen stapten hiermee naar de markt van de bouwmaterialen, zoals een Zweedse bouwaannemer die voortaan glasblokken gebruikt voor de funderingen, muren en zelfs daken van prefab woningen. Ook de agro-voedselsector werd benaderd met een groeibodem in glasschuim voor hydrocultuur. Dit substraat kan eindeloos worden gerecycled, waardoor een dure afvalstroom wegvalt.
Bioraffinage vanuit distels Er bestaan ook projecten die de zaken meteen grootschalig aanpakken, zoals dat van ENI in Sardinië. In plaats van tegen een hoge kost bestaande installaties definitief stil te leggen, heeft ENI deze omgevormd tot een bio raffinaderij die bio-plastics, bio smeermiddelen, bio elastomeren, bio
30
onkruidverdelgers, eiwitten en dierenvoer produceert. De grondstof? De alom aanwezige… distels, die het eiland overwoekeren sinds de lokale landbouw werd verwaarloosd omdat hij volgens de Europese normen niet rendabel zou zijn.
Buldo vissen Het recept van Pauli houdt in dat men van standpunt verandert, en dus ook van business model, aan de hand van een kritische kijk op de mondialisering (volgens hem is de reïndustrialisering niet alleen mogelijk maar ook noodzakelijk – daar zijn we het mee eens) en een groot vertrouwen in het dynamisme van ondernemers. Dit leidt soms tot verrassende resultaten, zoals de heropening in Frankrijk van een scheepswerf voor de visserij! Natuurlijk worden daar geen schilderachtige trawlers gebouwd zoals die nog in de havens van Honfleur of Oostende te zien zijn, maar catamarans met moderne zeilen en zonnepanelen, uitgerust voor buldo vissen en voor de bewaring van de visvangst zonder onmiddellijke invriezing, wél door koeling waardoor energie wordt bespaard en de visvangst goed kan worden gesorteerd om de schandelijke verspilling van 70% van het volume te vermijden. Een eerste schip van een bestelling van 13 werd aan Marokko geleverd. Indonesië wenst er 150!
Vortex, hockey en golf Een vortex is een draaikolk die door de zwaartekracht ontstaat, zoals wanneer u een badkuip laat leeglopen. Het toepassingsprincipe van de vortex in het raam van de blauwe economie berust op de vaststelling dat vuil water zichzelf reinigt, zoals een rivier dit al stromend doet. De permanente draaikolken zuigen lucht in het water, wat de ontwikkeling van de goedaardige micro-organismen bevordert. Met dit proces wordt het blijkbaar mogelijk water tegen een geringe kost te behandelen. Twee Zweedse uitvinders, ingenieur Curt Hallberg en zijn collega Morten Oveson, hebben deze vaststellingen in een wiskundig model omgezet en een eenvoudig proces ontworpen om water in beweging te brengen met draaikolken, dankzij de zwaartekracht.
BECI
De eerste toepassing had betrekking op de productie van ijs. De met de hand aangedreven vortexgenerator maakt het inderdaad mogelijk tegen een lage kost kristalhelder ijs te produceren. Water bevat lucht onder de vorm van luchtbellen die niet groter zijn dan een micron. Door de verplaatsing van deze lucht die isolerend werkt, gaat het water afkoelen en bevriezen. Het ijs bevat dus geen lucht meer en is daarom kristalhelder en sterker dan gewoon ijs. Dit is perfect voor hockeyvelden, des te meer omdat de publiciteitsborden onder het ijs door de perfecte transparantie gans het seizoen zichtbaar blijven, waardoor de publiciteitsinkomsten stijgen. De meest beroemde schaatsbanen in Scandinavië hebben sindsdien voor deze technologie gekozen, waarvan de return on investment in maanden en niet langer in jaren mag worden berekend. Een golfterrein verbruikt dagelijks een aanzienlijke hoeveelheid water. Om water uit te sparen, worden producten toegevoegd, voor een snellere doordringing in de bodem en minder verdamping. Wanneer het water met een vortexmachine werd behandeld, wordt de chemische behandeling overbodig en daalt het verbruik met 20 tot 30%.
| blue economy
de in ontwikkeling kan omzetten, schaarsheid in overvloed, en de mensen gelukkig maken. Is hij een visionair of een dromer? Dat zal de toekomst uitmaken. Ondertussen verwezenlijkt Gunter Pauli sommige van zijn ideeën met succes en brengt hij een nieuwe, dynamische en kritische kijk op ons ontwikkelingsmodel, dat nog te technocratisch wordt bestuurd. Pauli is een ondernemer en heeft vertrouwen in ondernemers. Dat horen we graag. Didier Dekeyser
Gunter Pauli wordt gastspreker op de Annual Event van BECI, op 9 oktober. Inschrijvingen via www.beci.be
Meer info: http://www.zeri.org/ZERI/Home.html http://www.gunterpauli.com/Gunter_Pauli/The_Blue_Economy.html
De vortex wordt ook toegepast ter voorkoming van algen in stil water, zoals in zwembaden en waterbekkens van ondernemingen. Op die manier wordt ingrijpende chemische behandeling vermeden. Er bestaan natuurlijk toepassingsmogelijkheden in minder gespecialiseerde domeinen. Testeenheden van de vortexmachine op de Canarische eilanden hebben bewezen dat de behandeling van zeewater met een vortex eveneens de in het water opgeloste lucht ver wijdert. Meteen is ook een oplossing gevonden voor de biofilms die zich op de filtermembranen ontwikkelen en de prestaties verminderen. Tot nu toe moesten ontziltingsinstallaties om de twee weken worden stilgelegd om de membranen chemisch te reinigen, wat hun levensduur inkort. Met het nieuwe procedé daalt de energiekost per kubieke meter drinkwater van 2,4 naar 1 kilowatt/uur.
ma-vr 08:30-13:00 di 17:00-19:30 1819 is het telefoonnummer bij uitstek voor ondernemers en kandidaat-ondernemers in Brussel. Financiering, publieke steunmaatregelen, oprichtingsformaliteiten, juridisch advies, … de adviseurs van 1819 informeren de ondernemer, geven hem raad, en verwijzen ook door naar de bevoegde instellingen en personen die hem verder kunnen begeleiden bij zijn project.
Visionair of dromer? De ‘blue economy’ houdt heel wat potentieel in. Pauli beweert dat ze armoe-
www.1819.be Een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
31
BECI
| blue economy
Welke ‘blue economy’ voor Brussel? Met zijn vele beleidsniveaus, zijn (voorlopig nog) redelijke omvang en enkele tientallen vernieuwende ondernemers die de kringeconomie ter vervanging van de lineaire economie willen uittesten, zou het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnenkort het laboratorium kunnen worden van de ‘blue economy’, een andere aanpak van economische ontwikkeling die we aan de Belgische zakenman Gunter Pauli te danken hebben. De door Gunter Pauli ontwikkelde principes van de blue economy kennen een wereldwijd succes. Sinds de verschijning van de grondbeginselen van de blauwe economie in een gelijknamig boek, wordt Gunter Pauli overal gevraagd om conferenties te geven over deze nieuwe benadering van de economische ontwikkeling. Dit is voornamelijk het geval in Azië en in ontwikkelingslanden, waar zijn bezoek heel wat projecten volgens de richtlijnen van de kringeconomie op gang heeft gebracht. In Brussel slaagde de man er merkwaardig genoeg slechts onlangs in de bedrijfswereld te overtuigen. Deze trage reactie verwondert nauwelijks de eerste Brusselse woordvoerders en voorstanders van de blauwe economie. “In ontwikkelingslanden hebben de talrijke ‘blue economy’ projecten
Lampiris, dat is energie voor de Belgische economie.
25.000 bedrijven hebben het al begrepen !
Doe zoals hen! Vraag een gepersonnaliseerde offerte : www.lampirispro.be 0800 24 420
32
etrekking op de voedsellandbouw, daar waar er in ons land b vooral verwerkt voedsel wordt verbruikt en minder mensen van de voedsellandbouw afhangen”, zegt Bertrand Merckx, consultant bij Ecores. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit des te meer het geval. Merckx komt ook tot een tweede vaststelling, in verband met de valorisatie van afval: “Wanneer ze zich daarmee gaat bemoeien, stuit de kringeconomie op nagenoeg onbestaande reglementen in ontwikkelingslanden en, integendeel, op een bijzonder ontwikkelde reglementering in gebieden zoals het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. En dan is er waarschijnlijk ook nog een derde reden: de basisinvesteringen om resultaten te verkrijgen zijn in ontwikkelingslanden veel geringer.”
Plantaardige olie valoriseren of verbranden? Gaëtan Dartevelle is dezelfde mening toegedaan. Als consultant bij de firma Greenloop, beseft ook hij dat het gemakkelijker is met een schone lei te beginnen. Volgens hem zijn drie elementen noodzakelijk voor een ontwikkeling van deze stroming: “De grond, de arbeidskrachten en een relatief soepele reglementering. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar ook over het ganse Belgische grondgebied, zitten we met een zeer strenge reglementering voor afval. Eenmaal een bepaald materiaal als afval wordt bestempeld, is het bijzonder moeilijk om het als een grondstof door de wetgever te laten aanvaarden.” De verantwoordelijke van Greenloop citeert het zeer concrete geval van de KMO Chef chez soi. Deze leverancier van traiteurdiensten voor grootschalige evenementen wilde alle denkbare benaderingen uitzoeken om zijn impact op het milieu te verminderen. De onderneming had geen enkele moeite om zonnepanelen op haar dak te laten plaatsen, een fietsenrek te laten aanleggen, een systeem van carpooling uit te werken en elektrische wagens aan te kopen voor de verplaatsingen van haar verkopers. Maar toen de bedrijfsleider op het idee kwam oude frituurolie te gebruiken om een warmtekrachtkoppelingssysteem van brandstof te voorzien, hoorde hij het in Keulen donderen. Gaëtan Dartevelle: “Meteen beschouwde de voor milieu bevoegde administratie deze installatie als een verbrander van afval… En werd de vergunning geweigerd. Dit geval is in feite een première, die aanleiding geeft tot een debat om te weten of deze installatie als een verwarmingsketel of een verbrandingseenheid moet worden beschouwd.” Het project vertoont nochtans veel trekjes van de blauwe economie of kringeconomie…
BECI
| blue economy
Goede en minder goede projecten
n Bertrand Merckx
De ‘blue cafes’, elke eerste woensdag van de maand Op de moeilijke doorbraak van dergelijke projecten in Brussel reageert Charles Vanderhaegen, de Belgische ambassadeur van Gunter Pauli, met een opvallende dooddoener: “Iedereen is het eens dat een dief die minder steelt, toch nog steelt. En als hij steelt, moet hij de gevangenis in. Neem nu het geval van iemand die minder vervuilt of op maatschappelijk vlak minder schade aanricht. Die ontvangt erebetoon en prijzen en wordt overal als een voorbeeld aangeprezen.” De verantwoordelijke van ZERI Belgium (nvdr: Zero Emission Research and Initiatives) betreurt deze dubbele ethiek: “In tegenstelling tot de klassieke economie vertrekt de ‘blue economy’ van een ander paradigma, een andere benadering van onze samenleving. Deze nieuwe aanpak zorgt voor welvaart en geeft iedereen voldoende veerkracht door het delen van zowel overvloedige als zeldzame hulpbronnen.” Volgens Charles Vanderhaegen kan de blauwe economie werkelijk zaken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest veranderen als ook de wetgeving wordt gewijzigd en vanuit nieuwe paradigma’s wordt gewerkt. Overtuigde spelers dienen hier op te treden. Charles Vanderhaegen her haalde het meermaals: hij is slechts de vertegenwoordiger van ZERI in België. Hij beweert dat praktijkmensen in het veld moeten optreden om het veranderingsproces op gang te brengen in Brussel. Praktijkmensen zoals Lisa Baldi. Deze consulente boeit zich voor de blauwe economie en werkt specifiek in het domein van hernieuwbare energieën en milieu. Ze heeft beslist mensen met belangstelling voor de beginselen van de ‘blue economy’ samen te brengen en te mobiliseren om inzicht te krijgen in wat mogelijk is in een stedelijke omgeving zoals Brussel. Stilaan ontluiken verscheidene projecten. “De ‘blue cafes’ zijn er zeer recent initiatief. Ze worden sinds de maand juni elke eerste woensdag van de maand georganiseerd. De eerste twee vergaderingen gingen door in het gebouw van Mundo B en brachten een dertigtal mensen samen die rond een drankje over het thema kwamen debatteren.” Een sympathieke gelegenheid en toch nuttig: inschrijven is gratis, maar verplicht. Om vooruitgang te boeken, krijgen de deelnemers op voorhand de dagorde doorgestuurd. “Wij luisteren naar een spreker over een bepaald thema en vormen daarna meerdere werkgroepen om de beschrijving van concrete projecten verder te verfijnen”, vertelt Lisa Baldi. Naast de vergadering werd ook een Facebook pagina gecreëerd (http://www. facebook.com/BrusselsBlueCaffee). De consulente wil hieraan ook een LinkedIn pagina toevoegen evenals een website, die voorlopig in opbouw is.
Welke projecten krijgen binnenkort de goedkeuring van de voorstanders van de blue economy? Stedelijke serres? Volgens Bertrand Merckx zijn die zeker belangstelling waard, maar niet echt representatief voor de blauwe economie. “Dit is de reden waarom ik zulke voorbeelden niet aanhaal wanneer we het over de ‘blue economy’ hebben. Ook in de boeken van Gunter Pauli wordt het al gauw duidelijk dat hij aan andere oplossingen denkt om zijn model in de praktijk om te zetten.” Een ander vaak aangehaald voorbeeld dat echter niet echt overeenstemt met de principes van de blauwe economie is de vergisting van voornamelijk plantaardig afval. De voorstanders van de blauwe economie staan hier weigerachtig tegenover aangezien het proces het afval gewoon afbreekt om er energie uit terug te winnen. De creatie van innoverende business modellen en vooral de aanmaak van producten met een hoge toegevoegde waarde op basis van afval worden met meer enthousiasme ontvangen. “De teelt van champignons op koffie- of zetmeel afval leunt veel dichter aan bij het model van de blauwe economie, omdat die in feite niets met afval te maken heeft”, licht Bertrand Merckx toe. Hoeveel nieuwe banen hierdoor in Brussel zouden ontstaan? “Honderden in het Brussels H oofdstedelijk Gewest, als een aantal hindernissen worden weggewerkt en meerdere overheids en privéspelers zich mobiliseren.” Goed
n Lisa Baldi
zo, maar hoe gaan we te werk? Charles Vanderhaegen vindt dat het weinig zin zou hebben subsidiëring te vragen bij in stellingen die gefragmenteerd optreden. “Het paradigma van de blauwe economie functioneert volgens de principes van de kringeconomie, terwijl vele overheidsinstellingen nog volgens een lineaire economie werken, waar handelingen worden ge splitst”, zegt de vertegenwoordiger van ZERI in België. Bertrand Merckx nuanceert: “Overheidsdiensten zijn nuttig om zaken voldoende massa te geven. Als we te maken hebben met milieu-administraties die voor dat soort zaken open staan, is de samenwerking aanbevolen.” Hand in hand werken, dat was een ander leidmotief van Gunter Pauli... n Johan Debière
33
BECI
| blue economy
Brian Gardner, Senior Editor bij de Economist Intelligence Unit (EIU), is auteur van de recente studie die betrekking heeft op de ‘European Green City Index’ van de EIU. Wij ontmoetten hem om de balans van de duurzaamheid in Brussel te bespreken, meer bepaald wat de mobiliteit betreft.
© Siemens
Brian Gardner (The Economist): “Brussel goed op weg naar duurzaamheid“
n Brian Gardner
Brussel vernam op 14 juni dat zijn kandidatuur als ‘groene Europese hoofdstad’ bij een wedstrijd gesponsord door de Europese Commissie voor de tweede keer niet werd weerhouden. De titel wordt uitgereikt aan de stad waarvan het stedenbouwkundig beleid op duurzame ontwikkeling en de kwaliteit van het leefmilieu focust. De selectie steunt op 12 criteria, waaronder een duidelijk duurzaam stedelijk beleid, mobiliteit, de kwaliteit van de lucht, het afvalbeheer en een efficiënt gebruik van energie. BECI: Brussel slaagde er spijtig genoeg niet in de titel van “European Green Capital 2015” in de wacht te slepen. Was het volgens uw erva ring voor Brussel aangewezen zich kandidaat te stellen? BG: Zeker en vast! Brussel verdiende trouwens de titel! De stad heeft zich in de laatste twee jaar grondig verbeterd en, voor zover ik weet, gaat de trend zich verderzetten. De stad heeft effectieve beleidsmaatregelen getroffen waarmee ze groener kan worden. Deze ‘Europese hoofdstad’-prijzen zouden moeten worden ingezet om zichtbaarheid te geven aan steden die zich op een of andere manier onderscheiden. Er is voor Brussel nog wat werk aan de winkel om het niveau van Kopenhagen of Amsterdam te bereiken, maar de initiatieven van de Belgische hoofdstad, onder andere wat betreft passieve gebouwen, zijn een flinke stap vooruit om het energieverbruik te verminderen – en dat verdient erkenning. Brussel neemt een wending in de richting van duurzaamheid, met een positieve impact op een aantal problemen. Het kan beslist nog allemaal beter, maar de stad beschikt nu over het nodige beleid om die doelstellingen te bereiken. Brussel zit met een nijpend mobiliteitsprobleem zowel binnen de stad als langs de rand. Onlangs beweerde een studie dat de doorsnee Belgische automobilist jaarlijks 55 uur in verkeersopstoppingen vastzit en dat afstanden tijdens de piekuren gemiddeld 21% meer tijd in be slag nemen dan in de buurlanden. In Brussel schommelt de gemiddelde snelheid van een wagen tijdens de piekuren rond 18 km/u. Een bus rijdt dan gemiddeld 17 km/u en een tram 16,8 km/u. Rekening houdend met de beperkte financiële mogelijkheden vraagt men zich af wat de overheid kan doen om het leven van de weggebruiker op korte termijn wat te verzachten. BG: Formules zoals autodelen en fietspaden zijn slechts bijdragen tot een bredere oplossing: ze zullen in geen geval proble-
34
men als files en opstoppingen tijdens de piekuren oplossen. De enige doelmatige uitweg op lange termijn zal de weggebruiker dwingen zijn wagen thuis te laten staan. Dit in de veronder stelling dat u die mensen niet kunt overtuigen dichter bij hun werk te gaan wonen. Ik besef trouwens dat zoiets moeilijk zou zijn omdat de gemiddelde Belg aan zijn woonplaats gehecht is. Natuurlijk is het mogelijk de bestaande computerge stuurde verkeerslichten te upgraden1, maar het zou strategisch doeltreffender zijn het openbaar vervoer te verbeteren door een uitbreiding van de mogelijkheden, door een versnelling van de bestaande tram- en busdiensten, door een veralgemening van de ‘park and ride’ formules en door de ontwikkeling van bijkomende intermodale vervoeroplossingen2. Er moeten toch andere manieren bestaan om automobilisten te overtui gen het openbaar vervoer te gebruiken? BG: Natuurlijk. De meest ingrijpende manier is de tarifering van het verkeer om overlast te vermijden. Een bijzonder verreikend en succesvol voorbeeld is dat van de ‘city toll’ in Londen, waardoor dagelijks 60.000 voertuigen minder de stad binnenrijden en de jaarlijkse uitstoot met 150.000 t kon worden gereduceerd. Intelligente door Siemens ontwikkelde videosystemen analyseren beelden om nummerplaten op te nemen en die te vergelijken met een databank om na te gaan of de tol wel degelijk werd betaald. Resultaat: het verkeer in Londen verloopt 35% vlotter dan vroeger. Het gebruik van het openbaar vervoer is in Brussel tussen de jaren 2000 en 2011 met 94% gestegen. De tevredenheid van de reizigers haalt echter amper 5,4/10. Er heerst de indruk dat te veel spelers hier hun zeg hebben. Naast de openbare vervoermaatschappijen hebben de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest allemaal een vinger in de pap zodat de algemene beslissingen vaak afhangen van politiek getouwtrek. Het beste alternatief ligt waarschijnlijk bij een centraal be heer door één enkele instelling, zoals het in Parijs het geval is, maar in het huidige politieke klimaat is zoiets ondenkbaar. Bovendien gaat de toestand verergeren met de demografische groei in de nabije toekomst. Welke oplossingen zou u voorstellen om al die vuurtjes te blussen? BG: Uit ons onderzoek blijkt dat Brussel zich al flink inzet om deze problemen op te lossen, maar zoals u zelf zegt, zou een betere coördinatie of zelfs een verregaande rationalisering de meest doortastende aanpak opleveren. De overdracht van
BECI
bevoegdheden naar één enkele entiteit zou een bijzonder efficiënte ingreep zijn, maar dit zou ook veranderingen vereisen tot in de rand van Brussel, buiten de grenzen van het Gewest. Volgens wat ik begrijp van de politieke situatie in België vandaag, zou dit heel wat moeilijkheden veroorzaken, ook al is het de aangewezen oplossing. Een gedeeltelijke oplossing van de mobiliteitsproblemen zou erin bestaan de inspanningen op de voornaamste invalswegen naar en vanuit Brussel te concentreren. Of de ‘wiel- en fiets aanpak’. Zulke oplossingen werden met succes in Noord-Europa en Hongkong toegepast. Brussel groeit stilaan naar meer administratie en diensten, terwijl de indus trie die vroeger voor heel wat inkomen zorgde, ondertussen is verdwenen. Wat zou de stad volgens u moeten doen om haar toekomstige ontwikkeling te verzekeren? BG: Om te beginnen zou een tarifering van de verkeersoverlast voor Brussel een nieuwe bron van inkomsten betekenen. In Londen heeft de ‘city toll’ sinds zijn invoering al meer dan £ 100 miljoen inkomsten opgeleverd! Ik ben geen ontwikkelingsspecialist, maar ik geloof dat Brussel al heel wat correcte initiatieven heeft genomen om zijn economische toekomst te verzekeren. De stad legt zich toe op service en vormt een administratieve en service center voor de Europese Unie. De stad zal zich kunnen redden met de extra inkomsten van de organisaties die zich rond de Europese
| blue economy
instellingen vestigen. De servicegerichtheid van Brussel is zeker niet verontrustend. Zolang er mogelijkheden bestaan voor onderwijs, de creatie van tewerkstelling en een hoge levensstandaard, ben ik helemaal niet bezorgd om de verdwijning van industriële productie. In het raam van het Green City concept bestaat er een hele resem maatregelen die de groei verder kan aanzwengelen: gedeelde werkomgevingen, de invoering van strengere bouwnormen, de aanleg van fietspaden, alternatieve energiebronnen enz. Steden zijn per definitie energie-invoerders. Een vermindering van het gebruik, de ontwikkeling van lokale hulpbronnen en een verschuiving naar energiediensten moeten de stad in staat stellen een deel van het kapitaal te recupereren dat anders de lokale economie zou verlaten. n Richard Hill Notities van de redacteur : 1 De meest vooruitstrevende aanpak op dit vlak is het Duitse verkeersstroomdynamiseringssysteem Grüne Welle (“groene golf”) dat sensoren gebruikt om verkeerslichten aan te sturen. In Münster slaagde een dergelijke installatie erin het doorgaand verkeer met 15% te versnellen en de CO2 uitstoot met 1000 t per jaar te verminderen. De installatie van een dergelijk systeem is ingewikkeld en duur, maar het zamelt gegevens in over het verkeer en voorziet prioriteit voor het lokale openbaar vervoer, naast zijn verkeersregulerende functies. 2 In het Duitse Halle zijn 50% van de automobilisten nu naar de tram overgestapt sinds de invoering van deze strategie. Het systeem informeert de automobilisten over het verkeer, de beschikbaarheid van kosteloze parkeergelegenheid en het tijdstip waarop de volgende tram vertrekt.
EUROPEES CENTRUM VOOR FRUIT EN GROENTEN CENTRE EUROPÉEN DE FRUITS ET LÉGUMES
EEN CENTRUM IN HET HART VAN EUROPA
UN CENTRE AU CŒUR DE L’EUROPE
A CENTRE IN THE HEART OF EUROPE
EIN ZENTRUM IM HERZEN EUROPAS
waar invoerders-uitvoerders
où importateurs-
where importers-exporters
wo Einz- und Ausführer
fruit en groenten vanuit
exportateurs offrent fruits
offer a wide variety of
Obst und Gemüse aus der
de hele wereld aanbieden.
et légumes débarqués du
fruits and vegetables
ganzen Welt anbieten.
monde entier.
from all parts of the world.
Centre Européen de fruits et légumes s.c.r.l. / Europees Centrum voor fruit en groenten c.v.b.a. Secrétariat-placette centrale / Secretariaat-middenpleintje Quai des Usines, 112-154, Werkhuizenkaai Bruxelles-1000-Brussel, Belgique / België Tel. + 32 (2) 242 60 21 Fax + 32 (2) 245 27 27 e-mail :
[email protected]
www.cefl-ecfg.be 35
BECI
| blue economy
ResilieNtWEB: natuur en leven als inspiratiebron voor de bedrijfswereld
n Officiële lancering van het ResilieNtWEB, op 6 juni, in de Residence Palace.
BECI hoort bij de partners van het Europese ResilieNtWEB project, dat KMO’s naar een strategie van duurzame ontwikkeling wil begeleiden om hun aanpassingsvermogen in een snel veranderende wereld te boosten. Deze strategie bouwt op principes die recht streeks uit de natuur werden geput. Een Brussels en Europees project Doorheen haar lange geschiedenis heeft de natuur heel wat problemen moeten oplossen. Ze slaagde erin zware crisissen en ingrijpende omwentelingen te overwinnen en daarna herop te leven. Het leven ontwikkelde evenwichtige productiemethodes die de beschikbare hulpbronnen efficiënt gebruiken, zonder afval noch vervuiling. Zulke principes kunnen inspirerend werken voor ondernemingen die eco-innovatie, nieuwe economische modellen of nieuwe duurzaamheidsstrategieën trachten uit te denken. ResilieNtWEB ging in juni 2012 van start. Het project werd in Brussel ontworpen om bedrijven te ondersteunen bij de ontwikkeling van een strategie die hun veerkracht – het vermogen om zich aan veranderingen aan te passen – en
duurzaamheid zou bevorderen. Het BIM coördineert het project, waarbij ook zes andere organen (onder andere BECI) zijn betrokken. De financiering gebeurt Europees in het raam van het Interreg IVb programma. ResilieNtWEB is toegankelijk voor 66 KMO’s, waarvan 26 in Brussel en de andere verspreid over Groot-Brittannië, Luxemburg en het Noorden van Frankrijk. De opstartfase begon in juni met pilootbedrijven en zal 18 maanden duren. “Het project richt zich tot KMO’s, die meestal over te weinig tijd en middelen beschikken om een duurzaamheidstrategie te ontwikkelen of een m ilieuvriendelijk beleid systeem uit te werken”, zegt Laura Rebreanu, de Coördinatrice Duurzame Ontwikkeling bij BECI. “Met de hulp van deskundigen en duurzame ontwikkelingstools helpt ResilieNtWEB de bedrijven hun strategische positie te versterken. Op termijn is het de bedoeling op een bre>>> p 38
36
BECI
| blue economy
Greenloop ondersteunt deelnemers Het Brussels consultancybureau Greenloop werkt samen met Brussel Leefmilieu aan de lancering van ResilieNtWEB. Greenloop verstrekt advies in innovatie en duurzaamheid en begeleidt de ondernemingen doorheen het project. “Wij vinden dat duurzaamheid niet mag worden herleid tot een vermindering van de negatieve impact van een bedrijfsactiviteit”, aldus strategische consulent Sebastiaan de Neubourg. “In het raam van ResilieNtWEB worden ondernemingen aangezet innoverende toegevoegde waarde voor hun klanten te genereren. Dit heeft natuurlijk positieve gevolgen op sociaal en milieuvlak, maar de aanhoudende innovaties zijn eerst bedoeld om nieuwe klanten te benaderen, de kosten te drukken en de omzet te laten groeien. Tegelijk verbetert de resiliëntie en het innovatievermogen van de onderneming.” “Greenloop speelt hierin een ondersteunende rol. Wij werken samen met ondernemingen die op zoek zijn naar interessante uitzichten en daarna nieuwe projecten in die richting willen uitvoeren, met behulp van onze kennis van zaken en krachtige hulpmiddelen.” “In dit stadium wordt het project bijzonder boeiend. Een twintigtal ondernemingen neemt hieraan deel. De visie en de doelstellingen vallen duidelijk in de smaak. De deelnemers getuigen ook van veel enthousiasme om ideeën en ervaringen te delen. Wij zijn ervan overtuigd dat dit project concrete en zichtbare resultaten zal opleveren.”
Choux de Bruxelles: een project voor 3.000 m² stedelijke glastuinbouw Choux de Bruxelles is traiteur en dienstverlener bij evenementen. Duurzaamheid maakt integraal deel uit van de verschillende deelaspecten van de activiteit. Dit licht gedelegeerd bestuurder Pascal van Hamme voor ons toe: zonnepanelen op het dak van het werkhuis, frigo’s en andere apparatuur met een zeer gunstig verbruik, een duurzaam bevoorradingsbeleid dat de voorkeur geeft aan korte bevoorradingsketens, lokale leveranciers, seizoenproducten en een proactief afvalbeleid. Choux de Bruxelles heeft ResilieNtWEB vervoegd in het vooruitzicht van een ander innoverend en ambitieus project: de bouw, binnen twee jaar, van een 3000 m² grote stedelijke serre. “Het is daar niet alleen de bedoeling fruit en groenten middenin de stad te telen, maar ook evenementen te organiseren. Dit ecoconcept zal een beroep doen op speciale technieken en op de synergieën tussen de verschillende activiteiten. Vandaar het nut van ResilieNtWEB, dat in dit kader de sectoren voeding, Horeca, bouw en evenementen combineert. We stappen er naartoe om te leren en om informatie uitwisselen. Aan ons project is een didactisch luik gebonden: via ResilieNtWEB hopen wij onze verwezenlijkingen te kunnen delen en misschien elders te herhalen. Ook een van onze leveranciers heeft zich ingeschreven. Wij wensen met hem samen te zitten en te bepalen in welke mate wij onze aanpak ook aan andere partners zouden kunnen voorstellen.”
Martin’s Central Park: voor een interprofessionele benadering Evenals vele andere deelnemers aan ResilieNtWEB, heeft Martin’s Hotels voor duurzame ontwikkeling gekozen. Sinds verleden jaar is deze hotelgroep EMAS gecertificeerd. Bovendien kreeg het hotel Central Park de label ‘Driesterren Ecodynamische Onderneming’ toegekend. “Wij hebben ons serieus ingezet om ons personeel te informeren en op te leiden”, vertelt Andy Dubrai, General Manager van de Martin’s Central Park. “De resultaten lieten niet op zich wachten: in ons hotel hebben wij het gasverbruik met 22% en het waterverbruik met 15% verminderd dankzij een minieme investering die in minder dan een jaar tijd werd terugbetaald. Ook op elektriciteit gaan we serieus besparen dankzij een aanzienlijke investering in LED verlichting.” Met ResilieNtWEB zal Martin’s nog verder in die richting werken, samen met andere spelers van de waardeketen. “Het project voorziet in een partnerschap met twee andere sectoren die ons aanbelangen: de bouw en de voeding. In beide domeinen zijn er voorlopers maar wij zijn nog in een beginfase en het is niet altijd gemakkelijk leveranciers te vinden die aan onze verwachtingen beantwoorden. Wij nemen deel aan het project omwille van de interprofessionele dimensie en met de hoop hieruit veel te leren, ideeën te vinden en goede praktijken over te nemen.”
37
BECI
| blue economy
>>> dere schaal te gaan werken, dankzij de positieve inbreng van de pilootbedrijven.”
Bouw, voeding en toerisme Het programma geeft voorrang aan drie sectoren: de bouw, de voedingssector en toerisme (voornamelijk het hotelwezen), alle drie bijzonder belangrijk in Brussel en met specifieke uitzichten. De bouw van duurzame gebouwen breidt zich snel uit en gaat in steden een mooie toekomst tegemoet, onder andere met de opkomst van het concept van stadsserres. Voeding stelt heel wat mensen tewerk in Brussel en is volop in verandering om in te spelen op de consumenten, die naar meer duurzaamheid hunkeren. Ook het hotelwezen biedt tewerk stelling en is een belangrijke sector in Brussel, de eerste congresstad van Europa.
actieplan dat de voornaamste toe te passen eco-innovaties definieert. Het resultaat van deze ingrepen wordt op het einde van de startfase geëvalueerd om het actieplan bij te werken. Aan de hand van de informatie die in de loop van het project werd vergaard, kunnen deskundigen de onderneming verder bijstaan in de verbetering van de methodologie en de tools. De praktische uitwerking van dit nieuwe model vormt een creatieve bedrijfsstrategie waarvan het succes berust op collectieve intelligentie, soepelheid en een doeltreffend gebruik van de hulpmiddelen. Dit leidt ook tot de ontwikkeling en/of de toepassing van eco-innovaties om de economische doelstellingen te bereiken. n Meer info : www.resilientweb.eu
Aan deelnemende KMO’s biedt ResilieNtWEB een geïndividualiseerde zes-stappenbegeleiding. Ze begint met een ‘Quick Scan’ analyse om het profiel van het bedrijf te schetsen en aspecten te identificeren die voor verbetering vatbaar zijn. Ten tweede worden het actieveld en de te bereiken doelstellingen bepaald. Daarop volgt een
ǫ Ƥ
ǡ
Ǥ ǡ
´ǡ Ǥ͕ǡ͜;ǡ ̾͗Ǥ ƤƢ ǦǤ
Ǥ
ƤǤ
ȁǣΪ͖͗ȋ͔Ȍ͖͔͔͔͔͗͛͗ȁ̷
ƤǤ
38
BECI
| blue economy
Brussels Waste Network, voor een betere beheersing van afval
Het afvalbeleid maakt integraal deel uit van het duurzaamheidconcept. Voor ondernemingen staat afval echter gelijk met verplichtingen en kosten, hoewel ook hier ruimte bestaat voor meer doeltreffendheid, besparingen en zelfs valorisatie. Het Brussels Waste Network (BWN) ontstond uit een partnerschap tussen de privésector en de overheid. Het wordt nu door BECI gecoördineerd om bedrijven te helpen informatie in te winnen, hun ervaringen te delen en toegang te krijgen tot instrumenten voor een beter afvalbeleid. Jaarlijks produceert het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen 2 en 2,5 miljoen ton afval, waaronder slechts 20 tot 25% huishoudelijk afval. De rest, tussen 1,5 en 2 miljoen ton, resulteert grotendeels van sectoren zoals de bouw, de industrie, de kantoren en de handel. Ondernemingen dragen dus een bijzondere verantwoordelijkheid bij het beheer van dit afval, dat echter ook uitzichten biedt. Een vermindering van de afvalberg gaat trouwens meestal gepaard met meer efficiënte bedrijfsprocessen, minder verspilling van kostbare grondstoffen en lagere kosten voor ophaal, verwerking en recycling. Hier kan dus flink worden bespaard.
Afval is geld waard Sommige grondstoffen worden zeldzaam en hun prijzen stijgen. Daardoor ontstond een nieuwe kijk op afval, dat nu meer en meer als een potentiële bron van secundaire herbruikbare stoffen voor andere productiecycli wordt beschouwd. Afvalsortering wordt daarom een
elangrijke stap in de levenscyclus van producten: meer b dan 70% van het afval is namelijk voor recycling vatbaar als het aan de bron wordt gesorteerd. Dit betekent echter niet dat bedrijfsleiders altijd over de nodige technische kennis beschikken om een doordacht afvalbeleid te ontwikkelen. Des te meer omdat de bedrijfswereld in Brussel voornamelijk uit KMO’s bestaat, waarvan de menselijke en financiële middelen per definitie beperkt zijn. “We stellen eerst en vooral vast dat de wetgeving en de bestaande kanalen weinig bekend blijven”, zegt Géraldine Verwilghen, Raadgeefster Afvalbeleid bij BECI. “Voor papier en karton, glas en metalen zijn de verwerkingskanalen duidelijk en worden hoge recyclingpercentages gehaald. Voor andere types afval tast men nog in het duister. Bovendien hebben sommige types afval inderdaad een (wisselende) waarde, maar de >>> p 41
39
BECI
| blue economy
Belgacom sorteert de blikjes “Ik kwam in contact met het Brussels Waste Network via een werkgroep over afvalvermindering bij Agoria, die van meet af aan bij het project betrokken was”, vertelt Ronny Van Saarloos, Safety, Health & Environment Manager bij Belgacom. “Ontmoetingen met collega’s van de sector zijn altijd boeiend en leerrijk, al was het maar om informatie te delen en uit te maken wat op economisch en cultureel vlak in een onderneming haalbaar is. Zulke netwerken vind ik trouwens nuttiger dan een pietluttige reglementering.” Reeds in 2009 liep Belgacom van stapel met een campagne om drastisch in het papier- en kartonafval te snoeien. De resultaten mogen er zijn: dankzij verschillende acties en de inzet van zijn personeel slaagde de onderneming er in twee jaar tijd in het papierverbruik van zijn kantoren met een derde terug te schroeven. Tegelijk lanceerde Belgacom in 2012 de sortering van metalen blikjes en PET flessen. In een jaar tijd werd in de Brusselse hoofdzetel niet minder dan 13 ton teruggewonnen. “Wij trachten zoveel mogelijk te recyclen”, zegt Ronny Van Saarloos. “Een betere sortering van valoriseerbare materialen zoals metalen blikjes of plastic flessen zorgt soms voor aanzienlijke besparingen.”
MaBru onderzoekt zijn afvalstromen De vroegmarkt – de ‘buik van Brussel’, wordt soms gezegd – ontvangt maandelijks meer dan 17.000 detailhandelaars in voedingswaren die zich bij de 130 handelaars, grossisten en producenten komen bevoorraden. Tussen 8000 en 10.000 ton voedsel gaan daar wekelijks van de hand, goed voor honderden tonnen afval per jaar. Een deel van de afval die handelaars ter plaatse produceren, wordt nu al gesorteerd en gerecycled of hergebruikt. Dit betreft voornamelijk houten paletten, karton en plastic. Afval van de bezoekers wordt verbrand. “We hebben vandaag echter geen volledig en gedocumenteerd inzicht in deze afvalstroom en in zijn evolutie, zowel qua volume als samenstelling”, geeft Thierry Van Doren, Directieadjunct bij sitebeheerder MaBru, toe. Met de steun van BWN lanceerde MaBru dit jaar twee studies om de afvalstroom beter te begrijpen, verbeteringsoplossingen uit te werken en de technische en financiële haalbaarheid te analyseren. Conclusies worden tegen januari 2014 verwacht. Vooral het organisch afval uit fruit en groenten zou selectief kunnen worden opgehaald voor de productie van compost of vergisting. Ook voert MaBru een campagne bij de handelaars en de bezoekers om ze te informeren en bij een beter afvalbeleid te betrekken. “Dankzij onze deelname aan het BWN genieten wij een financiële steun van het Gewest (ongeveer 35% van de totale geraamde kost van het project) en een deskundige begeleiding via de coördinator bij BECI en het netwerk van raadgevers in afvalbeleid.”
Sodexo verspilt minder voedsel Via een werkgroep konden deelnemers aan het Brussels Waste Network in 2012 een door Sodexo beheerd restaurant bezoeken en kennismaken met de duurzame-ontwikkelingsprojecten van de groep, de Belgische marktleider in catering, met een aanwezigheid op 1200 verbruikssites. Als strategisch plan voor duurzame ontwikkeling in de 80 landen waar de groep actief is, voorziet het ‘Better Tomorrow Plan’ onder andere de verbintenis om de hoeveelheid organisch afval tegen 2015 in te krimpen. “Wij hebben een methodologie uitgewerkt en op verscheidene sites getest”, verklaart Caroline Denis, Sustainability Coordinator bij Sodexo. “Wij hebben het verlies aan voedingswaren systematisch gewogen: in de voorraden, tijdens de voorbereiding in de keukens, de onverkochte producten en de inhoud van terugkerende borden. Wij kwamen tot het besluit dat vooral de onverkochte voedings waren op het einde van de diensturen verlies veroorzaakten.” Dit wordt een van de voornaamste aandachtspunten van het programma dat voor het eerste jaar in september doorheen 120 restaurants van start gaat. Het keukenpersoneel van Sodexo wordt dan verzocht de oplossingen toe te passen om verspilling aan de bron terug te dringen. “Bovendien zijn wij op zoek naar oplossingen om voedingswaren te valoriseren, onder andere via een sociale aanpak en giften aan verenigingen, met behoud van de voedselveiligheid, uiteraard. Stroomafwaarts bekijken wij hoe de sortering en recycling van voedselafval beter kunnen, want daarvan eindigt nog een flink volume bij het ongesorteerd afval. Vooral in Brussel bestaan er vandaag weinig oplossingen voor de verwerking van organisch afval. Niet ideaal.” 40
BECI
| blue economy
>>> ndernemingen – en dan zeker de KMO’s – produceren o niet altijd voldoende volumes om ze op een rendabele manier te valoriseren. Dit probleem treft heel wat sectoren.”
Concrete resultaten Sinds zijn oprichting in 2010 helpt het Brussels Waste Network (BWN) de bedrijfswereld met informatie, projectcoördinatie en de ontwikkeling van instrumenten. Een van de voornaamste diensten van het BWN is dan ook de helpdesk, waar ondernemingen met hun vragen terecht kunnen en naar bevoegde personen of diensten worden doorverwezen. Om de twee jaar organiseert het BWN een projectoproep bij de sectorale federaties en andere bedrijfsverenigingen. Tijdens een eerste cyclus werden zeven projecten in verscheidene sectoren uitgevoerd, met de actieve deelname van 65 bedrijven. Dankzij het netwerk konden de deelnemers hun ervaringen, resultaten en beste praktijken uitwisselen en hun verwezenlijkingen met andere gelijkaardige projecten vergelijken. Dit eerste programma werd in 2012 met zeer positieve resultaten afgerond. Het zorgde voor een betere kennis van al wat afval aangaat, evenals een bewustwording en een
dieper inzicht in dit onderwerp. Enkele pilootbedrijven slaagden erin bepaalde afvalfracties met 21,8% terug te dringen terwijl recycling in sommige gevallen met meer dan 18% toenam. Verder ontwikkelde het BWN elf preventietools en afvalbeheerinstrumenten voor de Brusselse bedrijfswereld, waaronder een lijst van de afvalophalers, een tabel met de voornaamste wetsbepalingen rond deze materie en een agenda van alle evenementen die over bedrijfsafval worden georganiseerd. Deze hulpmiddelen bereiken niet alleen de deelnemende bedrijven: nagenoeg 2000 ondernemingen zullen er gebruik van kunnen maken. Ondertussen is de tweede projectcyclus van stapel gelopen. Hij zal zes nieuwe dossiers ondersteunen die betrekking hebben op Mabru (de Brusselse vroegmarkt), de grafische federatie Febelgra, de hotelvereniging BHA, het bedrijvencentrum La Lustrerie in Schaarbeek, evenals de Atria van Kuregem, Sint-Joost en Vorst. n
Meer info : www.brusselswastenetwork.eu
41
BECI
| foto’s
Foto’s van het BECI jaar
Annual Event van BECI, op 24 oktober 2012: wij houden van de Y Generation!
CEO Meeting bij de SABCA
Netwerking met een glas in de hand: de BECI Afterwork samenkomsten.
Bezoek van Eckart Cuntz, Ambassadeur van de Duitse Bondsrepubliek.
25 juni 2013: een zonnige Sixties sfeer voor de Garden Party
Op de greens van de Château de La Tournette, voor onze Golf Trophy.
42
BECI
| foto’s
2012-2013
De Brussels Jo
b Days, het vo
ornaamste jaa
rlijkse trefpun
t van werkgev
ers en kandid
aten.
Een dagje bedrijfsbezoeken bij Viangros, met Federale Minister van Economie Johan Vande Lanotte.
Lunch met Minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders.
Algemene Vergaderin g 2012: BE Daoust over CI Voorzitt handigt ee er Jean-Cla n diploma Voorzitter ude aan de heer van Mitsui Atsushi Su & Co Bene lux. do,
43
BECI
| who’s who - het BECI team
Gedelegeerd Bestuurder Olivier Willocx 02 643 78 14
[email protected]
Adjunct Secretaris Generaal Jan De Brabanter 02 643 78 39 -
[email protected]
Secretaris Generaal Joëlle Evenepoel 02 643 78 15
[email protected]
Coördinator Kenniscentrum Xavier Dehan 02 210 01 76 -
[email protected]
Management Assistant Christelle Lees 02 643 78 40
[email protected]
CO-ATA Manager Elke Teck 02 643 78 06
[email protected]
Exportformaliteiten Evelien Jonckheere 02 643 78 03
[email protected]
L O B B Y & V E RT E G E N W O O R D I G I N G
International Business Development Manager Sabine Soetens 02 643 78 12 -
[email protected]
Directeur Export, Enterprise Europe Brussels Jean-Philippe Mergen 02 210 01 77 -
[email protected]
Enterprise Europe Brussels Christine Godts 02 643 78 02
[email protected]
I N T E R N AT I O N A A L
Communication Executive Geneviève Boxus 02 563 68 51
[email protected]
Media Coördinator Emmanuel Robert 02 643 78 44
[email protected]
Publiciteitswerving Véronique Legein 02 763 18 19
[email protected]
Coördinatie/COm Fabienne Malaise 02 643 78 07
[email protected]
Juridische, sociale en fiscale kwesties Frédéric Simon 02 643 78 17 -
[email protected]
M E D I A & C O M M U N I C AT I O N
Partnerships & Business Development Manager Frederik Leloup 02 643 78 01 -
[email protected]
ADVIES
Business Relations Advisor Catherine Mertens 02 643 78 16
[email protected]
Adviseur Stéphanie Van Stichel 02 563 68 52
[email protected]
Membership Advisor Adrienn Finta 02 643 78 36
[email protected]
Marketing Executive Hélène Simoens 02 643 78 18
[email protected]
B U S I N E S S R E L AT I O N S & M E M B E R S H I P
Events Coördinator Pascale Capitaine 02 643 78 05
[email protected]
Events Assistant Caroline Coutelier 02 643 78 13
[email protected]
EVENTS 44
Events Assistant Sylvia Welleman 02 643 78 05
[email protected]
Coördinator Platform Duurzaam Ondernemen Laura Rebreanu 02 643 78 04 -
[email protected]
Juridisch Adviseur Cindy Torino 02 643 78 48
[email protected]
B U S I N E S S R E L AT I O N S & M E M B E R S H I P
Membership Christine Barthélemy 02 643 78 45
[email protected]
Assistant Myriam Michiels 02 643 78 19
[email protected]
ADVIES
Administratieve formaliteiten Brigitte van der Mensbrugghe 02 643 78 30 -
[email protected]
Adviseur Starters Mirella Zaccagnini 02 643 78 46
[email protected]
OPLEIDINGEN
Adviseur Starters Renaud Kaye 02 643 78 21
[email protected]
ADVIES
Administratieve formaliteiten Jocelyne Hincq 02 563 68 57 -
[email protected]
Ondernemingsloket Corine Clément 02 643 78 09
[email protected]
FORMALITEITEN
Bevoorrechte ligging De haven van Brussel, slechts op vijf uur varen van Antwerpen, biedt een uitzonderlijke bereikbaarheid aan de binnenvaart en de maritieme scheepvaart tot 4.500 ton. De haven ligt midden in het knooppunt van een dicht spoorwegnet en snelwegennet.
Een werktuig met hoge prestaties In de voorhaven is er een containerterminal operationeel die de vier in het havendomein aanwezige transportmodi bedient: binnenvaart, maritiem, spoor en weg. Los van de terreinen langs de waterweg, biedt de Haven van Brussel 160.000 m2 opslagruimte in het TIR-centrum.
Ten dienste van Brussel Jaarlijks meer dan 600.000 vrachtwagens minder in de stad
Brussel, havenstad in hart van Europa
Design: www.acg-bxl.be
Jaarlijks meer dan 94.000 ton CO 2 bezuinigd
Het Brusselse havendomein beschikt over een afzetmarkt van meer dan 2 miljoen inwoners en is ook economisch heel belangrijk: nagenoeg 360 ondernemingen zorgen voor zowat 12.200 jobs waarvan bijna 6.000 rechtsreeks. De jaarlijkse trafieken over de waterweg vertegenwoodigen bijna 6,4 miljoen ton goederen.
www.havenvanbrussel.be Redersplein, 6 B - 1000 Brussel - Tel.: +32 (0)2 420 67 00 - Fax: +32 (0)2 420 69 74 -
[email protected]
Uw nieuwe medewerker opleiden en kosten besparen? Dat kan, dankzij de Individuele Beroepsopleiding (IBO) U bent op zoek naar de geknipte persoon met de juiste vaardigheden? Waarom niet zelf een kandidaat naar uw behoeften kneden en tegelijkertijd financiële voordelen genieten? In een periode van 1 tot maximaal 6 maanden stoomt u een gemotiveerde werkzoekende helemaal klaar voor uw job!
Uw voordelen Tijdens de volledige duur van de opleiding betaalt u de stagiair alleen de productiviteitspremie. U kunt uw loonkosten dus verminderen met: • de RSZ-bijdragen • het eventuele vervangingsinkomen van de stagiair (werkloosheidsuitkering of leefloon)
Meer info? Actiris Tel. 02 505 79 15 www.actiris.be
[email protected]