Jaargang 10, nummer 2, juni 2007
I
nhoud
Blunder belastingdienst verhinderde navordering
1
Doorbetaaldloonregeling nog tot 2008
2
Zelfstandigen- en startersaftrek 65-plussers
2
(Voor)financiering van verbouwing
3
Uitsluiting belastingschulden mogelijk van de baan
3
Verhoging minimumloon
3
De heffings- en invorderingsrente voor het derde kwartaal 2007
3
Administratieve lasten voor ondernemers dalen verder
4
Keuze FOR-dotatie hoeft niet op moment van aangifte
4
Rekenprogramma lijfrentepremieaftrek
4
Verandering fiscale regels goeddoelinstellingen
4
Koersverlies was niet aftrekbaar
5
Oprichting BV eenvoudiger en aantrekkelijker
5
Fitnessen op verschillende locaties mogelijk
5
Enkele nieuwe regels voor BTW-facturen
5
De auto van de dga en zijn gebruikelijk loon
6
Blunder belastingdienst verhinderde navordering
E
en belastinginspecteur kan ná het opleggen van een aanslag toch nog meer belastinggeld vorderen wanneer hij een ‘nieuw feit’ ontdekt. Dit is een feit dat hem niet bekend was of hem niet bekend behoorde te zijn bij het opleggen van de aanslag. Door de grootschalige automatisering bij de Belastingdienst, glipt er wel eens een foute aangifte langs de inspecteur. Ook in dat geval geldt dat de fiscus in beginsel alleen kan navorderen bij een nieuw feit. In een zaak die onlangs voor de rechter kwam, leidde dit tot een fors bedrag aan hypotheekrenteaftrek. Wat was er aan de hand? Een toentertijd 67-jarige man diende zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2001 in op een door de Belastingdienst ter beschikking gestelde diskette. Keurig op tijd, op 10 maart 2002. De man kreeg tot twee keer toe een nieuwe diskette toegestuurd omdat op de oude geen leesbaar bestand zou staan. De derde keer ging het goed. Dat wil zeggen, de diskette was eindelijk leesbaar, maar de man had aan het bedrag van de hypotheekrente de eerste drie cijfers van de hypotheekschuld toegevoegd. Dit resulteerde in een hypotheekrenteaftrek van € 3.419.635 in plaats van € 3.419.
1
Geen nieuw feit De aangifte werd bij de fiscus automatisch verwerkt en daarbij werd de fout niet opgemerkt. De aanslag inkomstenbelasting 2001 werd volgens de foutieve aangifte opgelegd. Toen de inspecteur er later alsnog achterkwam dat hier een grote fout was gemaakt, legde hij een navorderingsaanslag op. Daar was de man het niet mee eens en hij ging in beroep. De rechter besliste dat de inspecteur niet over het voor navordering vereiste nieuwe feit beschikte. De megahoge hypotheekrente aftrek vloeide voort uit een door de man –per ongeluk– foutief gedane opgave. Het hof besliste dat de inspecteur wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat de hypotheekrente fout was opgegeven. Door tijdens het regelen van de aangifte geen correctie aan te brengen, had de inspecteur een fout gemaakt waarop hij niet door middel van een navorderingsaanslag kon
Nieuwe Uitleg is een informatiebulletin voor cliënten en relaties van Broers & MacDonald Belastingadviseurs en verschijnt eens per kwartaal. In Nieuwe Uitleg wordt aandacht besteed aan actualiteiten op het gebied van fiscaal- en ondernemingsrecht.
“Per 1 januari 2008 is de BV van de directeurgrootaandeelhouder niet langer inhoudingsplichtig voor de loonbelasting.”
terugkomen. Het hof oordeelde dat deze fout voor rekening van de Belastingdienst moest komen. Dat de fiscus ervoor heeft gekozen om veel aangiften geautomatiseerd te regelen en er daardoor wel eens een foute aangifte tussendoor glipt, betekent niet dat de onjuiste aanslag voor rekening van de belastingplichtige mag komen. De navorderingsaanslag werd dan ook vernietigd. Voorkom ongebruikelijk samenwerkingsverband Bij een in de onderneming meewerkende partner is het altijd extra opletten. Voorkomen moet worden dat de samenwerking ‘ongebruikelijk’ is en dat de werkzaamheden hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn. De bewijslast voor de gebruikelijkheid van een samenwerkingsverband ligt bij de ondernemer. Dat kan heel lastig zijn, maar wel degelijk goed aflopen. Dit gebeurde bijvoorbeeld in een recente zaak voor de Rechtbank Breda. Het ging om een echtpaar dat samen in een vof een onderneming dreef. De vrouw claimde over het jaar 2002 de zelfstandigenaftrek, maar deze werd geweigerd door de inspecteur. Hij meende namelijk dat de uren die de vrouw in de onderneming werkte, niet voor het urencriterium in aanmerking kwamen. De zaak kwam voor de rechter. Deze stelde allereerst vast dat de vrouw en haar man
‘verbonden personen’ waren. Het was vervolgens aan de vrouw om te bewijzen dat haar werkzaamheden niet hoofdzakelijk (70% of meer) van ondersteunende aard waren en dat het niet ongebruikelijk was dat een dergelijk samenwerkingsverband dat zij had met haar man ook tussen niet-verbonden personen zou kunnen zijn aangegaan. Aannemelijk maken Op zichzelf beschouwd waren de werkzaamheden van de vrouw hoofdzakelijk van ondersteunende aard. Op het gebied van de ‘core-business’ van de vof was de vrouw namelijk maar beperkt actief en had zij niet de juiste opleiding genoten. Maar de vrouw kon volgens de rechter aannemelijk maken dat haar werkzaamheden in onderling verband zo belangrijk en (mede)beleidsbepalend waren geweest dat zij in ieder geval voor meer dan 30% van ‘meer dan ondersteunende aard’ waren. Bij dit oordeel had de rechter vooral gelet op de essentiële en zelfstandige rol die de vrouw vervulde bij de organisatie van de werkzaamheden van de vof, het personeelsbeleid en de contacten met klanten. Haar activiteiten hadden in feite te maken met het management van de onderneming en waren voor de uitoefening van de onderneming –zeker gezien de forse groei in 2002– van groot belang. Nu zij de uren die zij voor de vof werkte mocht meetellen, voldeed zij aan het
Doorbetaaldloonregeling nog tot 2008
I
n veel gevallen verricht de directeurgrootaandeelhouder via zijn holding ook werkzaamheden voor de werkmaatschappij (en). Daarbij komt het regelmatig voor dat de eigen holding het loon van de dga voor de loonheffing verantwoordt en dat de werkmaatschappij de premies werknemersverzekeringen betaalt. De werkmaatschappij betaalt het loon dan door aan de holding; dit is sinds 1 januari 2006 alleen nog toegestaan als een dga bij alle vennootschappen verzekerd is voor de
werknemersverzekeringen. Daarbij komt dat per 1 januari 2008 de bv van de dga niet langer inhoudingsplichtig is voor de loonbelasting, maar dat het loon van de dga in de inkomstenbelasting moet worden verantwoord. Dit heeft geleid tot een overgangsregeling. Deze houdt in dat toepassing van de doorbetaaldloonregeling in 2006 en 2007 alsnog wordt toegestaan, maar alleen als het doorbetalen van loon al voor 2006 plaatsvond. Bovendien moet het resultaat van de te betalen loonheffingen in dat geval in overeenstemming zijn met het resultaat van een rechtstreekse toepassing van de wettelijke regelingen. 2
Zelfstandigen- en startersaftrek 65plussers
V
anaf begin van dit jaar kunnen ook ondernemers die de leeftijd van 65 jaar al hebben bereikt, een beroep doen op de zelfstandigenaftrek en de extra verhoging voor startende ondernemers. U mag als ondernemer in de inkomstenbelasting de zelfstandigenaftrek toepassen als u aan het zogenoemde urencriterium voldoet (u besteedt ten minste 1.225 uur aan uw onderneming). De aftrek is afhankelijk van de behaalde winst en bedraagt in het jaar 2007 tussen de 4.379 en 9.028 euro. Als startende ondernemer kunt u aanspraak maken op een verhoging van de zelfstandigenaftrek. U kunt over 2007 een extra bedrag van € 2.019 aftrekken als u aan de volgende voorwaarden voldoet: • u heeft in 2007 recht op zelfstandigenaftrek; • u heeft in 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006 niet meer dan twee maal de zelfstandigenaftrek toegepast; en • u heeft in 2002, 2003, 2004, 2005 en 2006 minimaal een jaar geen onderneming gehad.
“De heffings- en invorderingsrente voor het derde kwartaal 2007 is vastgesteld op 5,25%.”
(Voor)financiering van een verbouwing
F
inanciert u een verbouwing eerst met eigen geld en sluit u daarvoor later alsnog een lening af? Dan kunt u de rente op deze lening toch gewoon in aftrek brengen. Dat bevestigde de hoogste rechter in ons land onlangs weer. Het ging in deze zaak om een man die in februari 1995 een woning had gekocht. In 1995 en 1996 liet hij de woning voor f 100.000 verbouwen. De kosten van deze verbouwing betaalde hij uit zijn eigen geld. Pas in 1998 verhoogde hij zijn hypotheek. De inspecteur weigerde de afrek van rente over de hypotheekverhoging. Het hof gaf de fiscus gelijk, waarna de man naar de Hoge Raad stapte.
Voorfinancieren De hoogste belastingrechter gaf de man gelijk. Een verbouwing kan worden ‘gevoorfinancierd’ met eigen geld. Eerst wordt de verbouwing uit het eigen (spaar)geld betaald, pas daarna wordt een lening afgesloten. Dit hoeft dan niet te betekenen dat een lening die later wordt afgesloten niet is aangegaan voor verbetering of onderhoud van de woning. De lening is in ieder geval een eigenwoningschuld als de woningbezitter aannemelijk maakt dat hij al bij het betalen van de verbouwingskosten de bedoeling had om die kosten uiteindelijk te financieren met een geldlening. Als de man dit kan aantonen, kan hij de rente op de achteraf afgesloten lening dus toch in aftrek brengen. Een andere rechter moet nu uit te zoeken of de man inderdaad al het doel had om de geldlening aan te gaan.
Verhoging minimumloon
P
er 1 juli aanstaande gaat het minimumloon omhoog. Het wettelijk bruto minimumloon voor werknemers die fulltime werken en ouder zijn dan 23 jaar bedraagt dan € 1.317 per maand, € 303,90 per week of € 60,78 per dag. In de periode 1 januari 2007 tot 1 juli 2007 bedroeg het bruto minimumloon € 1.300,80 per maand.
De heffings- en invorderingsrente voor het derde kwartaal 2007
Uitsluiting belastingschulden mogelijk van de baan
B
elastingschulden kunnen het box 3vermogen niet verminderen, zo zegt de wet. Aan de andere kant tellen ook belastingvorderingen niet mee voor bepaling van de grondslag voor box 3. Deze uitsluiting is onterecht volgens velen. De Staatssecretaris beloofde onlangs in antwoord op Kamervragen nog eens goed naar de hele regeling te kijken. Hoewel de Staatssecretaris niet toegeeft dat het uitsluiten van belastingschulden ‘onbillijk’ is, is de kans toch aanwezig dat de wet op dit punt wordt aangepast. De Staatssecretaris liet namelijk weten dat hij
bij de evaluatie van de Wet inkomstenbelasting 2001 het uitsluiten van belastingschulden nader zal bezien en eventueel tot wetswijziging zal overgaan. Daarbij gaf hij wel aan dat de bestaande goedkeuring over het tijdig (vóór 1 oktober) indienen van een verzoek om het opleggen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting, goed werkt. Ontvangt de belastingplichtige niet tijdig de verzochte (voorlopige) aanslag, dan kan hij een beroep doen op de goedkeuring en mag hij een bedrag ter grootte van de voorlopige aanslag toch alvast als schuld in box 3 in aanmerking nemen.
3
D
e heffings- en invorderingsrente voor het derde kwartaal 2007 is vastgesteld op 5,25%. Voor het eerste kwartaal van dit jaar bedroeg de rente nog 4,7% en voor het tweede kwartaal 5,0%. Een duidelijk stijgende lijn dus. Met deze rentestand is het raadzaam uw belastingschulden op tijd te betalen. Anders kan de rente op de schuld snel oplopen!
“Met het Rekenprogramma lijfrentepremieaftrek van de Belastingdienst, kunt u berekenen tot welk bedrag u dit jaar lijfrentepremies kunt betalen die aftrekbaar zijn.”
Rekenprogramma lijfrentepremieaftrek
O
p de website van Belastingdienst is een handig programma beschikbaar waarmee u de hoogte van de lijfrentepremieaftrek kunt berekenen. Van dit Rekenprogramma lijfrentepremieaftrek is nu ook een versie voor het jaar 2007 beschikbaar. Met dit programma kunt u berekenen tot welk bedrag u dit jaar lijfrentepremies kunt betalen die aftrekbaar zijn.
Verandering fiscale regels goeddoelinstellingen
V
anaf begin volgend jaar veranderen de fiscale regels voor goeddoelinstellingen. Een instelling moet dan een beschikking hebben van de Belastingdienst als zij gebruik wil maken van de fiscale faciliteiten. De beschikking kan vanaf juni 2007 worden aangevraagd bij de Belastingdienst/Oost Brabant/kantoor Den Bosch.
Administratieve lasten voor ondernemers dalen verder
O
nlangs heeft de ministerraad een wetsvoorstel goedgekeurd dat regelt dat ondernemers vanaf volgend jaar hun jaarrekening voor een belangrijk deel kunnen opstellen met behulp van informatie die zij ook bij de aangifte vennootschapsbelasting gebruiken. Het gaat om de informatie in de balans en winst- en verliesrekening. Het wetsvoorstel past in het streven van het kabinet om te komen tot één document voor zowel de jaarrekening als de aangifte vennootschapsbelasting. Verschillen De verschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening vloeien vooral voort uit de manier waarop de posten en de winstbepaling
worden gewaardeerd en verwerkt. Om de administratieve lasten voor deze bedrijven te verlagen wordt daarom nu expliciet mogelijk gemaakt dat zij bij het opstellen van hun commerciële jaarrekening kunnen volstaan met waardering van hun bezittingen en schulden op basis van fiscale grondslag. Het betreft een belangrijke vereenvoudiging van de jaarrekeningverplichting en de aangifte vennootschapsbelasting. Het kabinet streeft ernaar de nieuwe regels van toepassing te laten verklaren op de jaarrekening over het boekjaar 2007. De maatregel is alleen bedoeld voor kleinere bedrijven, die onder bepaalde grenzen blijven wat betreft omzet, balanstotaal en aantal werknemers. Het voorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.
Keuze FOR-dotatie hoeft niet op moment van aangifte
V
oor de meeste onderdelen op de aangifte inkomstenbelasting geldt dat u op uw aangifte kunt terugkomen zolang er nog geen definitieve aanslag is opgelegd. Daarna is het niet meer mogelijk een keuze te wijzigen. Voor de keuze om te doteren aan de fiscale oudedagsreserve (FOR) gelden echter soepelere regels. Dit blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Breda. De rechter oordeelde dat een ondernemer die vergeten was in zijn aangifte te kiezen voor de for dit alsnog kon doen nadat de aanslag al onherroepelijk vaststond. De rechtbank kwam tot dit oordeel na het bestuderen van de wetsgeschiedenis en de wettekst. Wettekst De rechtbank constateerde dat –in tegenstelling 4
tot de oude wet inkomstenbelasting van vóór 2001– nergens in de wet is opgenomen dat een ondernemer alleen op het moment van het indienen van de belastingaangifte kan kiezen om aan de oudedagsreserve te doteren. Hoewel over het vervallen van dit vereiste tijdens de behandeling van de nieuwe wet niets is gezegd, blijkt uit de letterlijke wettekst dat dotatie aan de for zelfs na het opleggen van een navorderingsaanslag alsnog mogelijk is. Hierbij merkte de rechtbank nog op dat de latere dotatie aan de for geen invloed heeft op de definitieve aanslag inkomstenbelasting, in de zin dat deze daardoor zou worden verhoogd of verminderd. Daarom kan ook niet worden gezegd dat de door de ondernemer gedane keuze onherroepelijke gevolgen heeft gehad waarop hij terugkomt door alsnog te kiezen voor doteren. De dotatie was dus toegestaan.
“Onlangs heeft het Kabinet voorgesteld de regels voor de BV te vereenvoudigen en onnodige belemmeringen in bestaande regelgeving weg te nemen.”
Koersverlies was niet aftrekbaar
S
tel, u koopt met geld uit uw onderneming een pakket aandelen. Is een koersverlies op deze aandelen dan aftrekbaar? Volgens de rechtspraak is dit alleen het geval als u de aandelen ‘in het kader van de normale uitoefening van uw onderneming’ heeft gekocht. Is dit niet zo, dan gaan de verliezen verloren. Onlangs stond een ondernemer voor de rechter die een eenmanszaak dreef en met banktegoeden die tot zijn ondernemingsvermogen behoorden aandelen had gekocht. Helaas kreeg ook hij in 2001 te maken met de malaise op de aandelenbeurs. Op de aangekochte aandelen leed hij in 2001 een koersverlies van ruim € 60.000. De man claimde in zijn aangifte inkomstenbelasting 2002 het koersverlies als verlies uit onderneming. Onjuist, zo vonden belastinginspecteur en rechter. Ondernemingsvermogen Voor het antwoord op de vraag of de aangekochte aandelen tot het
ondernemingsvermogen van de man behoorden, was het volgens het hof beslissend of de man de aandelen had verworven binnen het kader van de normale uitoefening van zijn onderneming. Het hof oordeelde dat binnen dit kader niet viel het investeren in aandelen voor doeleinden die aan de onderneming vreemd zijn. Een uitzondering geldt alleen als tijdelijk overtollige liquide middelen worden belegd waarbij de belegde middelen snel weer in de onderneming beschikbaar zullen zijn. Het hof besliste dat de man niet had bewezen dat de aandelen in het kader van de onderneming waren aangekocht en dat ook geen sprake was van tijdelijke overtollige geldmiddelen. De man had nog aangevoerd dat hij het geld voor zijn oudedagsvoorziening zou willen gebruiken en dat het aandelenpakket was aangehouden ter dekking van de Fiscale Oudedagsreserve. Maar dat vond het hof een privébelang. De aankoop van de aandelen vormde een onttrekking van het ondernemingsvermogen, waardoor het verlies niet in aftrek op de winst kon worden gebracht.
Oprichting BV eenvoudiger en aantrekkelijker
H
et zal in de toekomst gemakkelijker worden een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV) op te richten. Onlangs is een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd waarin het kabinet voorstelt de regels voor de BV te vereenvoudigen en onnodige belemmeringen in bestaande regelgeving weg te nemen. Dit kan het bedrijfsleven veel voordelen opleveren. Ondernemers krijgen meer vrijheid bij de inrichting van kleinere ondernemingen, joint ventures en concerns, waardoor zij beter en
sneller kunnen inspelen op veranderingen in de markt en hun concurrentiepositie kunnen versterken. Belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel is de afschaffing van het minimum van € 18.000 als startkapitaal. Ondernemers kunnen in het nieuwe systeem zelf kiezen welk bedrag zij bij de oprichting van de BV inbrengen. Dit heeft naar verwachting een gunstig economisch effect omdat het voor kleinere en startende ondernemers gemakkelijker wordt om te kiezen voor een rechtsvorm met beperkte aansprakelijkheid. Het maakt ondernemen in een BV-vorm aantrekkelijker. 5
Fitnessen op verschillende locaties mogelijk
D
e regeling voor belastingvrije vergoeding of verstrekking van bedrijfsfitness bestaat al langer, maar is de laatste tijd aantrekkelijker gemaakt. Begin dit jaar verviel al de voorwaarde dat de fitness geheel of nagenoeg geheel onder werktijd plaats moest vinden. Onlangs is de regeling nog verder versoepeld. Sluit u als werkgever een contract af met een bepaalde fitnessketen, dan kunnen uw werknemers voortaan in alle fitnessscholen van deze keten terecht. Deze versoepeling kan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007 worden toegepast. De regeling voor bedrijfsfitness kent nu dus drie mogelijkheden voor de plaats van de fitness. De werknemers kunnen belastingvrij fitnessen binnen uw bedrijfsmuren, in een door u aangewezen fitnessruimte of in alle scholen van het fitnessbedrijf waar u een contract mee heeft afgesloten.
“Als de bijtelling voor de auto van de zaak onderdeel uitmaakt van het gebruikelijk loon van de dga, behoort de bijtelling niet tot het premieloon.”
De auto van de dga en zijn gebruikelijk loon
S
inds 1 januari 2006 behoort het privégebruik van een auto van de zaak tot het loon voor de loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). De bijtelling hoort echter niet tot het loon waarover premies werknemersverzekering en worden berekend. De Minister van Financiën is zich bewust van dit verschil in behandeling en de wijze waarop dit bij de directeurgrootaandeelhouder uitpakt. Daarom benadrukte hij onlangs nog eens extra dat als de bijtelling voor de auto van de zaak onderdeel uitmaakt van het gebruikelijk loon van de dga, ook in dat geval de bijtelling niet behoort tot het premieloon.
Enkele nieuwe regels voor BTW-facturen
O
nlangs zijn enkele nieuwe regels gepubliceerd over de administratieve verplichtingen en de factureringsverplichtingen op het gebied van de BTW. De belangrijkste wijzigingen die de staatssecretaris van Financiën doorvoerde, zijn de volgende: • de mogelijkheid om in plaats van de naam en het adres van de afnemer een klantennummer (of een dergelijke aanduiding) te vermelden, is vervallen. Voortaan moeten dus de volledige naamen adresgegevens van de afnemer op de factuur worden vermeld; • voor meerdere afzonderlijk verrichte leveringen en diensten kan een periodieke factuur (verzamelfactuur) worden opgemaakt. De periode waarop de factuur betrekking heeft kan niet langer dan een maand zijn. Overigens is een periodieke factuur nu ook mogelijk voor ‘ongelijksoortige’ prestaties; voorheen gold nog de voorwaarde dat het moest gaan om gelijksoortige leveringen en diensten; • de Staatssecretaris heeft expliciet in zijn
besluit genoemd dat een notarisafrekening niet als factuur kan worden aangemerkt. Een notarisakte kan wel als factuur worden aangemerkt mits deze alle gegevens bevat die op een factuur moeten worden vermeld; • voor de afronding van het bedrag aan BTW geldt de rekenkundige methode. De BTW kan per levering of dienst worden berekend en rekenkundig worden afgerond, maar een afronding op het totaalbedrag van een aantal leveringen is ook mogelijk. De afrondingsmethode geldt ook als de verschuldigde BTW wordt berekend uit een prijs inclusief BTW; • elektronische verzending van de factuur is alleen toegestaan als dit expliciet wordt aanvaard door de afnemer. De leverancier moet daarom vastleggen welke afnemers het aanbod tot elektronisch uitreiken van de factuur hebben aanvaard en voorzien in de mogelijkheid voor de afnemer om zijn ‘elektronische bereikbaarheid’ te wijzigen of te beëindigen.
Broers & MacDonald Belastingadviseurs Nieuwe Uitleg 15 2514 BP Den Haag Tel.: 070 - 36 35 800 Fax: 070 - 36 35 795 E-mail:
[email protected] Website: www.broersenmacdonald.nl
Hoewel bij het redigeren van de Nieuwe Uitleg de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie (na verloop van tijd) verouderd of niet (meer) juist is. Broers & MacDonald is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave. Overname is niet toegestaan.
6