Landschapsontwikkelingsplan
Duin Horst & Weide de sleutel tot uitvoering
visie (concept) maart 2011
Colofon Opdrachtgever Pact van Duivenvoorde p/a gemeente Wassenaar Postbus 499 2240 AL Wassenaar Contactpersoon Simone Diegenbach T. 06 10517169 E.
[email protected]
Deelnemende gemeenten Gemeente Wassenaar Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Voorschoten
Opdrachtnemer: Brons + partners landschapsarchitecten bv Everwijnstraat 9 4101 CE Culemborg T. 0345-534 765 F. 0345-534 736 E.
[email protected] W. www.bronsenpartners.nl Contactpersoon E. Wilms Projectnummer 917 LOP Duin Horst & Weide Copyright Brons + partners landschapsarchitecten bv, 2011 Versie 2, maart 2011 Fotografie Brons + partners landschapsarchitecten bv
2
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Inhoud 1
Inleiding
4
2 gebiedskwaliteiten
6
3 visie duin horst & weide 3.1
visie op hoofdlijnen
13
3.2
idenditeit landschap: rijk verleden leeft
19
3.3 Recreatie: ontspannen en beleven
23
3.4
Ecologie: natuurlijk verbinden
27
3.5
landbouw: hoeder van rust en ruimte
31
4 visie per deelgebied
5
12
34
4.1
duin
35
4.2
horst
36
4.3
weide
38
realisatie visie
40
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
3
1
Inleiding
Aanleiding en uitdaging landschapsontwikkelingsplan In 1958 is het gebied tussen Den Haag en Leiden aangewezen als groene bufferzone tussen deze steden. De rijksoverheid had daarmee een vooruitkijkende blik en zag in dat zij dit fraaie landschap moest beschermen tegen verstedelijking. Nu, ruim 50 jaar later blijkt dat alleen bescherming van het gebied niet voldoende is, maar dat ook een actieve ontwikkeling gewenst is, om te reageren op de recreatieve behoeften vanuit de gegroeide omringende steden. Daarbij dient de unieke en bijzondere reeks van landschappen, parallel aan de kust als uitgangspunt en biedt zij door haar diversiteit ook vele kansen. Bijna 10 jaar geleden is het pact van Duivenvoorde opgericht, waarmee het gebied als eenheid onderkend is en ook bestuurlijk een samenwerking kent. Zij heeft ook een naam gekregen; Duin Horst & Weide. De regio’s Holland Rijnland en Haaglanden raken geïnteresseerd in de vele groene functies van het gebied. Door de samenwerking in de regio heeft Duin Horst & Weide onlangs van de provincie de status van prioritair gebied gekregen. Met dit landschapsontwikkelingsplan (kortweg LOP) wil het Pact van Duivenvoorde een actieve ontwikkeling van het plangebied inzetten op basis van een goed afgewogen visie, zodat keuzes voor de toekomst duurzaam gemaakt kunnen worden. Het beleid is tot nu toe sterk conserverend van aard geweest. Dit is soms een probleem bij de uitwerking van het credo “behoud door ontwikkeling’. Het LOP zal hiervoor aanbevelingen geven.
Doelstelling landschapsontwikkelingsplan Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) geeft een onderbouwde visie op de gewenste integrale inrichting van het buitengebied van het pactgebied Duin Horst & Weide voor de volgende 10 jaar. Zij heeft daarbij twee belangrijke doelstellingen, die voortkomen uit de analyse van de gebiedskwaliteiten en de veranderende relatie tussen het gebied en haar omgeving in de laatste 50 jaar. 1. Versterken en actief ontwikkelen van de relatie stad –land; vergroten van de recreatieve toegankelijkheid en de beleving 2. Behouden en versterken van de unieke landschapsdifferentiatie De visie vormt een vervolg op het visierapport Duin, Horst & Weide ‘van rijksbufferzone tot regiopark’ uit 2007, waarin de aanzet gegeven is voor het denken in nieuwe ontwikkelingsrichtingen. Op basis van de visie worden vervolgens uitvoeringsprojecten geselecteerd. Reeds lopende projecten en ideeën worden ingekaderd binnen de doelstellingen voor het plangebied. De projecten worden opgenomen in het navolgende uitvoeringsprogramma, dat deel uit maakt van het LOP. Bij deze visie hoort het inventarisatie- en analyserapport, waarin de diverse waarden en hun problematiek beschreven zijn en ook de deelgebieden nader zijn toegelicht. Zij vormt een apart achtergronddocument bij de visie.
Afstemming organisaties voor draagvlak visie en uitvoering projecten Vele organisaties zijn reeds actief en betrokken bij ontwikkelingen of juist het behoud van waarden en kwaliteiten in het plangebied. Via diverse communicatiemomenten, zoals interviews, de velddag en ook de klankbordgroep zijn, c.q. worden deze organisaties betrokken bij de visievorming en de uitwerking van de projecten. Via deze afstemming wordt beoogd het draagvlak voor de visie en de doorvoering hiervan in de praktijk te vergroten en de projecten, waar vele partijen actief bij betrokken zijn af te stemmen op de visie. Het LOP dient uiteindelijk de sleutel te vormen voor daadwerkelijke uitvoering van de visie en de projecten.
Status Het LOP biedt een intergemeentelijke richtinggevende visie voor de gewenste ontwikkeling van het plangebied en dient als kwalitatief toetsingskader voor nieuwe ontwikkelingen. Het LOP heeft geen juridische status. Hiervoor dient een doorvertaling plaats te vinden naar bestemmingsplannen.
Opbouw visie De belangrijkste gebiedskwaliteiten, welke volgen uit de analyse zijn weergegeven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt de visie op hoofdlijnen gepresenteerd. In hoofdstuk 4 wordt de gewenste samenhang in de visie per deelgebied beschreven. De visie sluit af met hoofdstuk 5 over de realisatie van de visie.
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
5
2
gebiedskwaliteiten
Plangebied rijk aan contrasten Het unieke van het landschap in Duin Horst & Weide uit zich in een reeks van landschapstypen parallel aan de kust. Deze landschapstypen kennen ieder een eigen onstaansgeschiedenis. Zij zijn bijzonder vanwege: • De verschillen in reliëf en hoogteligging; • het open en afwisselende groene landschap met diverse vergezichten, in contrast met de omliggende grootschalige verdichte stedelijke gebieden; • de opeenvolgende reeks van bijzondere en gave landschappen; van de onbebouwde duinen, de kastelen, landgoederen, boerderijen en villawijken op de horsten en het open polderlandschap in de weiden, welke onderdeel uitmaken van het Groene Hart.
L Vo eids or c h bu en rg da
m
/
Vo o
rs ch
ot en
W as
se na
ar
Leiden
Den Haag
Zoetermeer
+23NAP
Noordzee
+35
+3 tot +5
-0.7
+0.5
-1.5
-1.5
-4.5
veenweide / polder
droogmakerij
+3
duinen
strandwallen
strandvlakte
-wal
-vlakte
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
7
Veranderende relatie stad – land De relatie tussen stad en land is in en om het plangebied de afgelopen 100 jaar sterk gewijzigd. Was er eerst sprake van een uitgestrekt buitengebied waarin afzonderlijk gelegen steden lagen, is er nu sprake van een aaneengesloten stedelijk gebied, met daarbinnen het landschap van Duin Horst & Weide. Dit gebied heeft daarom een sterkere functie gekregen als toevluchtsoord voor de stedelingen. Het biedt rust en ruimte vlak bij de woonomgeving. De vraag is echter hoe het gebied voldoende toegerust kan worden om deze behoefte aan recreatief (mede-)gebruik te vervullen en hoe dit samengaat met de bijzondere waarden van het gebied. Waarden die niet allen aan het plangebied toegekent worden. Binnen Duin Horst & Weide zijn er diverse landschappelijke structuren die het landschap verbinden met de aangrenzende steden. Het Duin, met vele wandel- en fietsmogelijkheden, strekt zich uit van Den Haag tot aan Katwijk. Het strand loopt zelfs nog door tot ver voorbij de beide steden. Binnen de Horst reikt de landgoederenstructuur van Wassenaar en de Duivenvoordecorridor tot in het stedelijk gebied van Den Haag, LiedschendamVoorburg, Voorschoten en Leiden met de N44, de Veurseweg en de Vliet als doorgaande continue aders. De Weide binnen het plangebied bestaat uit karakteristieke Hollandsche veenweidegebieden en droogmakerijen en is onderdeel van van een groter geheel, het Groene Hart.
8
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
1900
2000
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
9
1
1
STRAND
2
DUINEN
4 2
3 LANDGOEDEREN- 4
KLEINSCHALIG
ZONE
POLDERLAND-
WASSENAAR
SCHAP
3 5 6
7
8
9
Ruimtelijke kwaliteiten Het landschap van Duin Horst & Weide laat zich typeren in negen deelgebieden.
10
• Smalle strook open(bare) ruimte • Bebouwing concentreert zich bij strandopgangen • Seizoensgebonden recreatie • Geen kernen aan zee • Onbegrensd zicht
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Ruimtelijke kwaliteiten • Reliëfrijk landschap • Verspreid liggende duinontginningen • Hoge archeologische waarde en zeer hoge verwachtingswaarden (o.a. verstoven nederzettingen) • Samenhangende restanten van de Atlantikwall • Afwisseling tussen zeer open en zeer besloten ruimten • Systeem van drinkwaterinfiltratie • Uitgebreid netwerk van recreatieve verbindingen
Ruimtelijke kwaliteiten
Ruimtelijke kwaliteiten
• Lommerrijk landschap bestaande uit landgoederen, buitenplaatsen, bossen, parken en villawijken • Delen van de Atlantikwall liggen in de binnenduinrand • Historisch patronen parallel aan de kustlijn van strandwallen, vaarsloten en weteringen, wegen en boerderijlinten • Zichtlijnen vanuit de landgoederen op markeringspunten in de omgeving en het omringende landschap • Hoge archeologische verwachtingswaarde
• Kleinschalig open polderlandschap in het stroomgebied van de Oude Rijn • Beplanting concentreert zich langs wegen en erven • Delen van de Atlantikwall en het voormalig militair vliegveld Valkenburg • Hoofdstructuur bepaald door aanwezige wateringen • Afwisselend landschap door variatie in grondgebruik • Historische boerderijen en bollenschuren • Molens • Hoge archeologische verwachtingswaarde • Markante overgang naar de duinen
Brons + partners landschapsarchitecten bv
5 STRANDVLAKTE 6 VEENWATERING
Ruimtelijke kwaliteiten • Lager gelegen open weidegebied in contrast met verdichte omgeving • Ontginningspatroon en slotenpatroon haaks op de strandwal • Historisch patroon van wegen en wateringen parallel aan de kustlijn • Landscheiding als historische grens tussen Hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland • Extensieve recreatie (m.n. routes) • Enige archeologische verwachtingswaarde • Belangrijk weidevogelgebied
DUIVENVOORDE CORRIDOR
Ruimtelijke kwaliteiten • Hoger gelegen strandwallen en lager gelegen strandvlakten parallel aan de kustlijn wisselen elkaar af • Afwisselend landschapsbeeld door coulissenlandschap van landgoederen en het open weidegebied • Vliet als hoofdader van de waterstaatkundige structuren • Zichtlijnen vanuit de landgoederen op markeringspunten in de omgeving en het omringende landschap • Hoge archeologische verwachtingswaarde
7 PLASSENGEBIED dE vLIETLANDEN
Ruimtelijke kwaliteiten • Afwisselend beeld; open plassen omringd door brede beplantingsstrook • Veel recreatiemogelijkheden: zonnen, varen, wandelen, fietsen, spelen
8
HOLLANDS
9DROOGMAKERiJEn
VEENWEIDE
LANDSCHAP
GEBIED
STOMPWIJK
Ruimtelijke kwaliteiten • Open landschap • Langgerekte smalle verkaveling • Dominante waterhuishoudkundige structuur • Hoge ligging
Ruimtelijke kwaliteiten • Groot open gebied • Lager gelegen weidegebied omringd door ringdijk en hoog gelegen ringsloot • Doorsnijding van de polder door Middenweg met bomenlaan • Patroon van hooggelegen bebouwingslinten langs ringvaarten en wegen (Wilsveen, Voorweg, Stompwijk) van historische boerderijen • Landscheiding als historische grens tussen Hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland • Dijken, molens en gemalen
11
3
visie Duin Horst & Weide
3.1 Visie op hoofdlijnen Integraal ontwikkelen plangebied Voor het plangebied is het van wezenlijk belang een goede balans te vinden tussen enerzijds de landschappelijke rijkdom en de grote diversiteit aan landschappelijke, cultuurhistorische, ecologische en agrarische kwaliteiten en anderzijds de wens om invulling te geven aan een sterkere relatie tussen stad en land.
Identiteit plangebied als uitgangspunt Een sterke relatie tussen stad en land vraagt om: • Een ontsluiting voor diverse typen recreanten met een goede aansluitingen op de steden en • De beleving mogelijk te maken van de verschillende landschapstypen; °° struinen door het uitgestrekte natuurlandschap van de duinen, °° beleven van de cultuurhistorisch rijke landgoederen met bossen, weides en lanen, landhuizen en oude boerderijen op de horsten, Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
13
°° genieten van de rust en ruimte van het open agrarische weidelandschap met de karakteristieke weteringen, sloten en weidevogels, °° beoefenen van specifieke recreatievormen in daartoe ingerichte gebieden, zoals de Vlietlanden en de golfterreinen.
Versterken relatie gebruiker, gebiedskwaliteiten en functies
1. Uitgestrekte natuur in de duinen optimaliseren met andere functies De duinen vormen al eeuwenlang een belangrijke kustbescherming en hebben een belangrijke functie voor de drinkwaterwinning. Daarnaast zijn de natuurwaarden van de duinen evident, evenals de recreatieve waarden. De opgaven liggen hier vooral in de onderlinge afstemming en optimalisering van de diverse functies.
Het huidige landschap biedt een prachtig palet aan verschillende landschappen en kwaliteiten, welke ruimte bieden aan diverse vormen van recreatie. Er liggen kansen om het recreatieve netwerk te verbeteren en de beleving van de natuur, de rijke cultuurhistorie van het gebied en de kennis van het boerenbedrijf te vergroten. Indien de band tussen de stedeling en de functies in het gebied sterker wordt, zal zij ook meer waardering krijgen voor deze functies. Deze algemene waardering is noodzakelijk voor een langdurig behoud van dit gebied.
bieden reeds recreatieve mogelijkheden, zoals de landgoederenroute en de wandelmogelijkheden rond de Horsten en kasteel Duivenvoorde. Er liggen echter nog veel potenties voor een meer samenhangend recreatief gebruik van de landgoederen. De combinatie met het versterken van de recreatieve en toeristische waarde en hieraan gerelateerde inkomsten ligt dan ook voor de hand. De historische boerderijen voldoen niet altijd aan de functionele eisen van deze tijd. Daarnaast zijn zij relatief onbekend. Er liggen kansen om de beleving van deze boerderijlinten te vergroten.
Ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor duurzame en sterke functies Voor de diverse functies in het gebied zijn ontwikkelingsmogelijkheden nodig om duurzaam voort te kunnen bestaan. Gezien de beperkte ruimte en de verschillende doelstellingen is een integrale kijk op de functies gewenst. Door het afwegen van de juiste keuzes en het kiezen voor slimme combinaties, kunnen verschillende functies elkaar versterken. De belangrijkste keuzen zijn zichtbaar gemaakt in deze visie op hoofdlijnen.
14
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
2. Rijk erfgoed van historische boerderijen en landgoederen laten leven De landgoederen op de horsten vormen bijzondere groene parels van dit buitengebied. Zij hebben door de eeuwen heen het streven naar integrale ruimtelijke kwaliteit altijd hoog in het vaandel staan. Ze verkeren nu in economisch opzicht in moeilijke tijden en hebben ontwikkelruimte nodig om nieuwe inkomsten te kunnen genereren. Zij Brons + partners landschapsarchitecten bv
3. Landbouwgebieden als hoeder van rust en ruimte De agrarische sector speelt een zeer belangrijke rol in het beheer van de open weidegebieden. De weidegebieden in de strandvlakte van de Veenwatering en rondom Stompwijk vormen grote aaneengesloten eenheden, welke rondom Stompwijk onderdeel uitmaken van het Groene Hart. Zij vormen sterke functies in het gebied en hebben ook een belangrijke functie als weidevogelgebied. De agrariërs onderkennen dit verband en zetten zich ook gericht in voor het behoud en de verbetering van de weidevogelstand. Een aantal van de weides vormt onderdeel van de landgoederen. De agrarische bedrijven zitten in een continu proces van aanpassing en vernieuwing. Het ene bedrijf kiest daarbij voor schaalvergroting, het andere voor verbreding, een combinatie of beëindiging van het bedrijf. De keuzes worden door de individuele eigenaren
gemaakt. Dit LOP zet in op behoud en ontwikkeling van de agrarische sector en geeft kaders aan voor verbrede landbouw, welke aansluit op de gewenste gebiedsdoelstellingen, zoals natuurontwikkeling of versterking van het recreatief gebruik in de meer kleinschalige landbouwgebieden. Speculatie van gronden met als gevolg te hoge grondprijzen dient voorkomen te worden. Versnippering van het gebied door andere functies dient via lokale herverkaveling of herinrichting vermeden te worden.
processen dient de nieuwe bebouwing het geld op te brengen voor een goede ecologische en landschappelijke inrichting van deze gebieden en de gewenste ecopassages. In de tussenliggende delen van de ecologische verbinding is aanpassing van het beheer gewenst en diverse inrichtingsmaatregelen, waaronder de zeer belangrijke ecopassages. De ketting werkt alleen als alle schakels met elkaar verbonden zijn.
4. Milieukwaliteiten via ecologische drietand verbinden Ieder landschapstype binnen Duin Horst en Weide vertegenwoordigt een specifiek milieu, gerelateerd aan de ondergrond, de inrichting en het beheer van het gebied. Het duinlandschap, de landgoedbossen en de natte weides en slootranden, zij worden ieder getypeerd door specifieke plant- en diersoorten. Rond en in het gebied zijn de steden steeds verder naar elkaar toegegroeid, waardoor de natuurlijke verbindingen tussen deze milieu’s onder druk zijn gekomen. Er ligt nu nog een kans, de verbinding tussen de diverse milieu’s van de duinen naar het Groene Hart te realiseren. Deze verbinding is in ecologisch opzicht zeer waardevol, omdat zij allerlei gradiënten doorloopt van een droog en silt duinbiotoop, naar een nat zoet veenweidebiotoop. De uitwisseling van dieren en planten kan hier dan plaats vinden, waardoor de levensvatbaarheid van de soorten wordt vergroot. Er wordt daarbij ingezet op een hoofdroute voor het ree en twee subroutes voor kleinere diersoorten. Realisatie kan op de twee meest nauwe delen plaats vinden via de voorgenomen gebiedsontwikkelingen van de Groene Buffer ten noorden van Wassenaar en de herinrichting van de Duivenvoordecorridor tussen Voorschoten en Leidschendam. Bij deze Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
15
5 Recreatieve ruggegraat met poorten en iconen. De recreatieve druk op het gebied wordt opgevangen in de randen via toegankelijke paden. Er wordt een stelsel ontwikkeld van recreateive poorten, welke recreanten van buitenaf opvangen (met auto en trein) en een overstap bieden op andere vormen van vervoer (zoals wandelen en fietsen). Deze poorten hebben goede verbindingen het gebied in en worden via het fietspad dwars op de landschapstypen met elkaar verbonden tot een ruggengraat.
16
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
17
Landschap: rijk verleden leeft Algemeen Versterken drie iconen; Meijendel, kasteel Duivenvoorde en Molendriegang als representanten van Duin Horst & Weide Behouden en versterken identiteit en beleving landschapstypen Behouden historische verkavelingspatronen Groene stadsrand Harde stadsrand
Duin Behouden en versterken duinbeplanting en -bos
Horst Herstelwerkzaamheden en ontwikkelingsmogelijkheden landgoederenstructuur Ontwikkelen nieuwe buitenplaatsen - coulissenlandschap Duivenvoorde - voormalig vliegveld Valkenburg Behouden belangrijke waterlopen (wateringen) Behouden en ontwikkelen beeldkwaliteit historische boerderijen binnen de Horsten.
Weide Behouden en ontwikkelen beeldkwaliteit (historische boerderijen) in veenweidelinten Behouden en versterken zicht of doorkijk op open gebied vanaf de weg en het spoor Behouden open landschap 18
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
3.2 Identiteit landschap: rijk verleden leeft Behouden en versterken identiteit en beleving landschapstypen Het behoud van de grote variatie in landschapstypen en het behoud en de versterking van de diverse bijbehorende ruimtelijke kwaliteiten is een belangrijk uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkeling van het plangebied. In hoofdstuk 2 zijn de belangrijkste gebiedskwaliteiten benoemd. In het achtergronddocument bij dit LOP zijn de kwaliteiten per thema en per deelgebied nader toegelicht en ook in verband gebracht met de ontstaansgeschiedenis.
Verleden als inspiratie voor nieuwe ontwikkelingen Bij nieuwe ontwikkelingen dienen telkens de bestaande waarden en de kenmerken van het landschapstype in ogenschouw genomen te worden. De geschiedenis en de daaruit voortgekomen patronen kunnen ook als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen gebruikt worden. Aandachtspunten per deelgebied zijn hieronder genoemd.
Duinen De zee, het strand en de duinen zijn zeer herkenbaar als een uitgestrekt kust- en natuurlandschap met een gevarieerd reliëf en in de duinen diverse cultuurhistorische relicten. Dit landschap is zeer herkenbaar en recreatiemogelijkheden zijn volop aanwezig. Een optimalisatie van de recreatieve functies is wenselijk in afstemming met de andere functies.
ontwikkeling is de herinrichting van het padenstelsel, de parkeerplaats en op termijn ook een theehuis rondom kasteel Duivenvoorde en in groter verband ook de herinrichting van de Duivenvoorde corridor. Paden worden op elkaar aangesloten, waardoor de recreatieve mogelijkheden aanzienlijk worden vergroot. Bij dergelijke ontwikkelingen is behoud, herstel en integratie van cultuurhistorische waarden, zoals de parkindeling, bossages, lanen, zichtlijnen en vijverpartijen in het nieuwe ontwerp een belangrijk uitgangspunt. Een dergelijke verbetering van de recreatieve samenhang en aansluiting is wenselijk in de gehele landgoederenzone, met aansluiting in zowel de noordelijke richting van Leiden, de zuidelijke richting van Den Haag, de westelijke richting via de villawijken naar de landgoederen in de binnenduinrand en de duinen en in oostelijke richting door de Duivenvoordecorridor naar de Vliet. De landgoederenzone kan een belangrijke op zich zelf staande en verbindende ruimtelijke structuur en ruggengraat vormen voor de recreatieve beleving van het plangebied.
Horsten De boerderijlinten ontstonden vanaf de 15e eeuw op de randen van de strandwallen. Zij vormen nu bijzondere lintstructuren in het landschap, vaak op enige afstand van de hoofdwegen. Zij vormen een prachtig onderdeel van de agrarische geschiedenis van dit gebied, waarvan de beleving versterkt zou kunnen worden door hierlangs wandelpaden aan te leggen of thematische wandelroutes aan te koppelen. De landgoedbossen welke zijn aangelegd rondom de 17e en 18e eeuwse buitenplaatsen bieden potenties voor een meer samenhangende ruimtelijke structuur. Voorbeeld van een gewenste
Weiden In de weidegebieden is behoud van de open ruimten een belangrijk aandachtspunt en het tegengaan van versnippering daarvan. Het zicht op deze open ruimten vanaf belangrijke wegen is waardevol en draagt bij aan de oriëntatie ten opzichte van de landschapstypen. Ook behoud van de verkaveling en behoud en herstel van belangrijke waterlopen is waardevol. Bij nieuwe ontwikkelingen dient de verkaveling als referentie herkenbaar te zijn, zoals in het ontwerp voor de Driemanspolder. De oude waterlopen bieden een fraaie aanleiding voor verbindende routes door en buiten het stedelijk gebied van Wassenaar.
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
19
Drie iconen als representanten van Duin Horst & Weide
Gezien het open landschap en het grote aantal ontwikkelingen in de linten is aandacht nodig voor de beeldkwaliteit van de lintbebouwing. Ook een bewuste keuze in de overgang van stedelijk naar landelijk gebied is hier gewenst.
De bekendheid van een gebied wordt vaak verbonden aan een icoon, welke model staat voor het gebied. In Duin Horst en Weide is, gezien de aanwezige variëteit van het landschap, ingezet op drie iconen, die elk één van de hoofdlandschapstypen representeren. • Voor de duinen is dit Meijendel , • voor de horsten kasteel Duivenvoorde en • voor de weiden de Molendriegang Wilsveen.
Inrichting randen stedelijk gebied In de dicht beplante landschapstypen, zoals de landgoederenzone en het half open landschap worden de stadsranden niet van veraf waargenomen. Wel zullen hoge landmarks van veraf herkenbaar blijven. In deze landschapstypen is de aansluiting van groenstructuren tussen stedelijk en landelijk gebied vooral aandachtspunt. In de besloten weidegebieden tussen de horsten zou gekozen kunnen worden voor een groene rand van de stad, om hiermee de illusie van de alom gewaardeerde groene ruimte te vergroten. Belangrijk is een rommelig beeld of erg dominant beeld van de bebouwing te voorkomen, omdat de rand van de stad hiermee extra opvalt vanuit het buitengebied. In de randen, die grenzen aan het grotere en weidse Groene Hart kan wel voor harde randen gekozen worden, zodat een sterk contrast ontstaat tussen de stad en het weidse land.
de bebouwing dringt zich te veel op door de witte kleur
Deze drie iconen worden ieder ontwikkeld tot recreatieve trekpleisters voor het gebied en met elkaar verbonden door een recreatief fietspad. De iconen worden zo ingericht, dat zij bezoekers te voet en per fiets uit de omgeving goed kunnen opvangen, horeca en informatie bieden en een uitvalsbasis vormen voor zowel een kort, als ook een langer bezoek. Zij vormen trekkers voor bezoekers van verder weg en bieden daarvoor een redelijke
de groene plint is van belang voor de inkadering van de stad en de beleving van het landelijk gebied
20
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Brons + partners landschapsarchitecten bv
parkeermogelijkheid. Het bezoek per auto dient gelimiteerd te zijn, omdat het parkeren niet ten koste van de ruimtelijke kwaliteit mag gaan. Grootschalig autobezoek wordt opgevangen in parkeerplaatsen aan de rand van het plangebied in recreatieve poorten, van waaruit andere vormen van recreatief vervoer worden aangeboden.
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
21
Recreatie: ontspannen en beleven Behouden bestaande parken/recreatiegebieden Te ontwikkelen natuurgerichte recreatie Driemanspolder Entree van het duingebied Verbeteren bestaande fietspaden (inclusief dwarsroute langs iconen) Te ontwikkelen fietspaden Te ontwikkelen wandelpaden
Ontwikkelen kanoroute Bestaande en reeds geplande parkeerplaatsen tbv recreatiegebieden Ontwikkelen recreatieve poort tbv de toegankelijkheid van het buitengebied Ontwikkelen NS-station tot recreatieve poort Versterken samenhangende toegankelijkheid en beleefbaarheid landgoederenzone
22
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Brons + partners landschapsarchitecten bv
3.3 Recreatie: ontspannen en beleven Wens voor meer recreatieve ontsluiting Vanuit diverse onderzoeken is bekend dat er een grote behoefte is aan recreatiemogelijkheden dicht bij de stad. Dat geldt ook voor Duin Horst & Weide. Wandelen en fietsen op ca 10 minuten afstand van de woning blijven de meest gewenste recreatievormen, maar ook beleving van cultuurhistorie, natuur en van het agrarische leven is in trek. Er liggen reeds veel paden door het gebied. Met een goede koppeling en bewegwijzering tussen de bestaande paden kan al veel worden bereikt. Gezien de kwetsbaarheid van de bestaande waarden, vooral in het weidevogelgebied, dient zuinig te worden omgesprongen met nieuwe paden en dienen deze op de bestaande waarden en gebiedskwaliteiten te worden afgestemd.
Het fietsnetwerk kent een behoorlijk aantal routes parallel aan de landschapstypen en ook een aantal dwars er op. Hiermee is een goed netwerk ontstaan. Aandachtspunt is echter dat er weinig recreatieve fietspaden zijn, de meeste fietspaden lopen (wel vrij liggend) langs wegen. Er is behoefte aan verbetering van deze routes, qua inrichting en veilige kruisingen. Vanuit de gebiedskwaliteiten liggen er potenties voor een recreatieve fietsroute ten oosten van de landgoederenzone ter hoogte van de Horsten en in de binnenduinrand. Zij zouden een goede aanvulling vormen op de bestaande fietsroutes.
Zonering recreatie Om de recreatie in het gebied goed op te vangen is een zonering van de recreatie gewenst. Uitgangspunten voor de zonering in Duin Horst & Weide zijn: • eerste opvang stedelingen in parken, • vervolgens in de randen van Duin Horst en Weide, • opvang van bezoekers van verder af in recreatieve poorten met overstap punten vanuit de auto en de trein, • ontwikkelen recreatie passend bij landschapstypen, • ontwikkelen fiets- en wandelroute dwars op de landschapstypen, als verbinding tussen iconen, in aansluiting op recreatieve poorten. Stedelijke parken De recreatieve druk vanuit de steden ten eerste in parken en groengebieden in de steden zelf op vangen. Deze zijn doorgaans ingericht voor een hoog bezoekersaantal per m2 en ze zijn dichtbij.
Vanuit de analyse blijkt dat diverse zones goed ontsloten zijn voor wandelaars. Dit zijn de duinen, de landgoederenzone rondom de Horsten, de randen van de Vlietlanden en het buitengebied ten noorden van Stompwijk. Zij bieden ieder een andere omgeving. In de binnenduinrandzone en de overige weidegebieden zijn de wandelmogelijkheden beperkt.
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
23
dienen goede wandelverbindingen te komen met de Molendriegang Wilsveen en de beoogde recreatieve poorten.
Recreatieve toegankelijkheid randen Duin Horst & Weide Vanaf de steden is het van belang goede toegangen te bieden naar het buitengebied. Vanuit de steden is er vooral behoefte aan het maken van ommetjes om te wandelen van circa 4-5 km. Deze mogelijkheden ontbreken nu op een aantal plaatsen en dienen ontwikkeld te worden vanuit (zie ook nevenstaand kaartje): 1. Valkenburg, vanwege de aanwezigheid van het vliegveld. Met het realiseren van de nieuwe woningbouw Valkenburg en de Groene Buffer wordt invulling gegeven aan het gewenste padennetwerk. 2. De Papenwegse Polder naast de wijk Stevenshof van Leiden. Hier is een wandelmogelijkheid gewenst in afstemming met de weidevogelkwaliteiten van het gebied en in relatie met een wandelroute door de groene zone door Voorschoten. 3. De Oostvlietpolder , de Vliet en de A4 vormen knelpunten in de toegankelijkheid van deze polder en het Groene Hart vanuit Leiden. 4. De Duivenvoordecorridor; de huidige secundaire wegen en paden lopen veelal dood. Door deze te verbinden ontstaat een wandelnetwerk voor zowel Leidschendam als Voorschoten. De herinrichtingsplannen voorzien hier in. 5. De Veenzijdse Polder naast de wijk Mariahoeve in Den Haag. Een wandelmogelijkheid is gewenst in afstemming met de weidevogelkwaliteiten van het gebied. 6. De omgeving van Wilsveen vanuit Leidscheveen. Met de uitvoering van de plannen voor de Driemanspolder wordt voorzien in de ontwikkeling van aantrekkelijke wandel- en fietspaden. In aanvulling hierop 24
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Ook de stations Voorschoten, Den Haag - Mariahoeve en Den Haag hebben een functie als recreatieve poort. Hier staat de overstap van openbaar vervoer op wandelen en fietsen centraal. Den Haag Centraal en Voorschoten vormen begin- of eindpunt voor de landgoederenfietsroute. Fietsverhuur is hiervoor van belang. Den Haag- Mariahoeve vormt een uitvalsbasis voor wandelen in het gebied in combinatie met de aanleg van nieuwe paden.
1
Ontwikkelen recreatie passend bij landschapstypen
2 3
4 5
6
Opvang recreanten in randen plangebied
Aanwezig
Te ontwikkelen
Ontwikkelen toegang vanuit recreatieve poorten Langs de randen van het gebied zijn goede recreatieve toegangen wenselijk, als uitvalsbasis voor bezoekers van verder weg; de recreatieve poorten van het gebied. Zij bieden een parkeerplaats, informatie over de aansluitende routes in het gebied, beschikken over horeca en fietsverhuur en zijn duidelijk herkenbaar in hun vormgeving. Uitgangspunt is drie recreatieve poorten aan de noordzijde en drie aan de zuidzijde. De routes vanuit deze poorten sluiten aan op de iconen van Duin Horst & Weide.
De verschillende landschapszones zijn voor de gebruikers herkenbare eenheden, welke ieder een andere omgeving bieden voor vormen van recreatieve beleving. • Het strand en de zee, zij vormt een unieke doorgaande openbare ruimte en is altijd toegankelijk; • de duinen bieden een groot netwerk aan wandel-, ruiter- en fietspaden, waar natuurbeleving centraal staat. Vrij struinen is (helaas) niet toegestaan. Aanvullingen voor een goede opvang van recreanten zijn gewenst. • de landgoederenzone biedt een fraai bosen weidelandschap met mogelijkheden tot natuur- en cultuurbeleving. Meer samenhang in de toegankelijkheid en de op deze thema’s gerichte informatie, ook ter plekke zijn gewenst. • de Duivencorridor vormt de oostelijke rand van de landgoederenzone met potenties voor de beleving van een fraai coulissenlandschap en mogelijkheden tot natuur- en cultuurbeleving en kasteelbezoek; • de Vlietlanden vormen een specifiek recreatielandschap met mogelijkheden voor water- en oeverrecreatie; Brons + partners landschapsarchitecten bv
• i n de weidelandschappen is vanwege het open karakter en de kwetsbaarheid van aanwezige weidevogels voor verstoring een kleinere rol weggelegd voor recreatief medegebruik. Zij lenen zich voor beleving van het open, agrarische landschap en het spotten van vogels. Laarzenpaden en beperkte toegankelijkheid geven uiting aan deze gevoeligheden; • specifiek ingerichte natte natuurgebieden, zoals de vogelplas Starrevaart, de toekomstige inrichting van de Driemanspolder en de natte weilanden in de Groene Buffer bieden plek aan natuurliefhebbers om bijzondere soorten aan te treffen.
Ontwikkelen fietsroute dwars op de landschapstypen Recreanten zullen zich bij een bezoek meestal richten op de beleving van één van de landschapszones. Om de samenhang binnen Duin Horst en Weide te vergoten is gekozen voor een verbindende dwars route . Zij maakt de doorkruising en beleving van de verschillende landschapszones mogelijk, verbindt de iconen met elkaar en heeft zijwaartse verbindingen op de recreatieve poorten vanuit de steden. Zij dient een herkenbare vormgeving te krijgen, die terugkomt in de inrichting van de recreatieve poorten en de inrichting rond de iconen.
eenheid in uitstraling recreatieve poorten Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
25
Ecologie: natuurlijk verbinden Behouden en versterken natuurwaarden duingebied in afstemming met andere functies Behouden en verbeteren weidevogelgebied (openheid, geen bebouwing, beheer, rust) Optimaliseren ecologisch beheer landgoedbossen Nieuwe natuurontwikkeling Ontwikkelen droge ecologische verbinding (ree) Ontwikkelen droge ecologische verbinding (andere doelsoorten) Ontwikkelen ecopassage (infrastructuur) Ontwikkelen kleine ecopassages Ontwikkelen natte verbindingszone
26
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Brons + partners landschapsarchitecten bv
3.4 Ecologie, natuurlijk verbinden Behouden en ontwikkelen ecologische verbindingen Voor het voortbestaan van flora en fauna is het van groot belang dat levensgemeenschappen met elkaar verbonden zijn. De soorten kunnen daardoor uitwisselen tussen de verschillende gebieden en dit bevordert gezonde en duurzame levensgemeenschappen. Er is nu nog ruimte om de zone van de duinen tot in het Groene Hart te verbinden met een hoofdroute. Voor deze verbinding is het ree als doelsoort gekozen. De ruimte dient gereserveerd te worden, nu dit nog kan. Van zones tussen de 500 en 1000m breedte is bekend dat zij functioneren als verbindingszone voor het ree. Hoe nauwer de zone is , hoe belangrijker de mogelijkheden tot dekking zijn in bossages. De verbindingszone heeft niet alleen een zogenaamde “droge”, maar ook een “natte” component, welke natte milieus met elkaar verbindt. Deze loopt min of meer parallel aan de hoofdroute en vertakt zich in het Groen Hart ook richting de Driemanspolder. Biotoop van reeën Reeën hebben een voorkeur voor een afwisselend landschap van bossen en bossages, afgewisseld met weilanden en akkers. De kwaliteit van het biotoop is afhankelijk van de hoeveelheid dekking, rust, voedsel en de grondsoort. Ze houden van boszomen, maar leven ook in parklandschappen, rietlanden en zijn zelfs in de bebouwde kom van Voorschoten gesignaleerd. Wandelaars, fietsers en andere
vormen van recreatie laten hem koud, zolang zij voorspelbaar gedrag vertonen. Loslopende honden, wandelaars buiten de paden en koeien en paarden als onderdeel van een begrazingsproject vormen een verstoring. Ecologische hoofdverbinding en subverbindingen Gezien de grote kosten die gemoeid gaan met deze ecologische verbindingen en de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet omtrent natuurontwikkeling is er gekozen voor één hoofdroute en drie subroutes; twee door de zuidelijke villabebouwing van Wassenaar naar de duinen en één door Voorschoten. Bij deze routes staan kleinere diersoorten model, zoals Hermelijn,..
Inrichting droge ecologische verbindingen In Wassenaar is reeds een onderzoek uitgevoerd naar de verbindingszone door Alterra in 2005. Nader onderzoek voor de verschillende routes dient uit te wijzen hoeveel ruimte nodig is en welke inrichting en aanvullende maatregelen wenselijk zijn. • In de open weidegebieden zullen aanvullende beplantingen als schuilgelegenheid nodig zijn, bijvoorbeeld bij de kruising met wegen of waterlopen. De beplantingen dienen het open weidevogelgebied zo min mogelijk te verstoren. • Ecopassages zijn van essentieel belang om grote wegen te kruisen. Dit kunnen voor kleinere diersoorten tunnels zijn. Voor het ree is een ecoduct optimaler, zoals in diverse plannen voorzien over de N44. Voor de twee zuidelijke routes is het op termijn een optie dat de N44 verdiept wordt aangelegd en de ecopassage op maaiveld liggen. • Bij de oversteek van grote waterlopen zoals de Vliet zijn goede in- en uitstapplaatsen langs de oevers nodig voor klein en groot wild, zodat zij uit het water op de oever kunnen komen. • In de landgoederenzone, in de twee zuidelijke routes door Wassenaar en langs het spoor kunnen hekwerken een barrière vormen. De mazen van het hek dienen groot genoeg te zijn voor kleine dieren, de hekken dienen niet hoger dan 2m te zijn, reeën kunnen er dan overheen springen. • Op veel plekken is qua tracering en inrichting afstemming noodzakelijk met de recreatieve paden door het gebied, zeker wanneer deze dicht bij elkaar liggen in smalle zones, zoals bijvoorbeeld in de Duivenvoordecorridor. • Op provinciaal is de doortrekking van de verbinding vanaf Stompwijk en de Noord AA naar het Bentwoud noodzakelijk. Deze mist momenteel. Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
27
Behouden en versterken van de natuur in de duinen en de landgoederen De duinen en de landgoederen omvatten veel bestaande natuurwaarden. Behoud en een goed beheer van de duinen en landgoedbossen met de bijbehorende biodiversiteit en milieu- en waterkwaliteit is van belang voor versterking van de natuurwaarden. Deze bestaande gebieden vormen de stapstenen in de ecologische verbindingen. Inrichting natte ecologische verbindingen De natte ecologische verbindingen bestaan uit doorlopende natuurvriendelijke oevers of stapstenen van moeras tussen de natte natuurgebieden, zoals de duinvalleien, de te ontwikkelen natte graslanden in de Groene Buffer, de natte weilanden in de strandvlakte van de Veenwatering en de verschillende gebieden rondom Stompwijk. Zij zijn smaller dan de droge verbindingen, bijvoorbeeld 10 tot 50m breed. • Ten noorden van Wassenaar ligt het stroomgebied van de Oude Rijn. Dit is een nat en laag poldergebied, waar de horsten afwezig zijn. Zij biedt restanten van de oude Tankgracht en vormt daarmee een ideale doorsteek en aanleiding voor een natte verbinding. • In de ingesloten weidegebieden dient de natte verbindingszone het historisch profiel van oude weteringen te respecteren en ligt ze bij voorkeur langs een andere waterloop.
28
de Duivenvoordecorridor tussen Voorschoten en Leidschendam. Bij deze processen dient de nieuwe bebouwing het geld op te brengen voor een goede ecologische en landschappelijke inrichting van deze gebieden en de gewenste ecopassages. In de tussenliggende delen van de ecologische verbinding is aanpassing van het beheer gewenst en diverse inrichtingsmaatregelen, waaronder de zeer belangrijke ecopassages. De schakels van de ketting dienen op termijn allemaal met elkaar verbonden te zijn. Zij kan echter stapsgewijs vanuit een streefbeeld gerealiseerd worden.
Ecologische ontwikkeling en landbouw De Ecologische Hoofdstructuur bestaat uit de bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en de ecologische verbindingen. Voor de laatste twee zal de aankoop en herinrichting van landbouwgronden noodzakelijk zijn. In deze tijden van crisis vinden vele heroverwegingen over natuurontwikkeling plaats. Duidelijkheid over de realisatie en de planning is gewenst en een afstemming van de tracering ten opzichte van de landbouwgronden. Herverkaveling en of herinrichting van aangrenzende landbouwgronden dient onderdeel te zijn van de uitvoering van de EHS. Telkens dient afgewogen te worden of de agrariërs een rol kunnen spelen in het toekomstige beheer van natuurgebieden.
Realisatie van de ecologische verbindingszones (evz’s)
Behouden en versterken kwaliteit voor weidevogels
Realisatie van de evz’s kan op de twee meest nauwe delen plaats vinden via de voorgenomen gebiedsontwikkelingen van de Groene Buffer ten noorden van Wassenaar en de herinrichting van
Het voorkomen van weidevogels is een belangrijke kwaliteit van het buitengebied. Zo dicht nabij de steden is het voorkomen van de weidevogels zoals
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
de Grutto bijzonder. Hier wordt veel waarde aan gehecht. Zij representeren een typisch Nederlandse natuurkwaliteit, horend bij het Groene Hart. Voortzetting en uitbreiding van specifiek agrarisch natuurbeheer is gewenst voor behoud van de kwaliteit van deze gebieden. Daarnaast is rust en de afwezigheid van opgaande beplanting belangrijk voor een goed biotoop. Nieuwe paden dienen zorgvuldig op deze kwaliteiten te worden afgestemd.
Brons + partners landschapsarchitecten bv
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
29
Landbouw: hoeder van rust en ruimte Ontwikkelingsmogelijkheden sterke veehouderij in nauwe afstemming met weidevogelbeheer Landbouw in kleinschalig landschap; verbrede landbouw gewenst; koppeling met natuur en recreatieve ontwikkeling Verbrede
landbouw
mogelijk;
met
behoud
en versterking van het weidevogelareaal, de landschappelijke en cultuurhistorische waarden en beeldkwaliteit Saneren verspreide kassen Herinrichten en realiseren hoge beeldkwaliteit glastuinbouw Stompwijk
30
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Brons + partners landschapsarchitecten bv
3.5 Landbouw, hoeder van rust en ruimte
worden op de erven in de meestal open omgeving. Verbreding van de agrarische bedrijven is in deze zones alleen mogelijk, indien ze de weidevogelkwaliteiten niet aantasten. Dit betekent dat de activiteiten zich vooral in de bebouwing of op het erf dienen af te spelen. De historische kwaliteit van de oude boerderijen kan daarbij een thema zijn. In de lintbebouwingen rond Stompwijk dient de ruimtelijke kwaliteit van het lint met deze verbrede functies verbeterd te worden. Er mag dus geen verrommeling optreden door bijvoorbeeld parkeren, hekken of verlichting. Maatregelen dienen met een goed erfinrichtingsplan vooraf overlegd te worden.
Landbouw in kleinschaliger (horst- en) weidegebieden Sterke veehouderij met weidevogelbeheer in grote eenheden De weidegebieden in de strandvlakte aan weerszijden van de Veenwatering en de weidegebieden rondom Stompwijk vormen grote aaneengesloten open weidegebieden. In de strandvlakte behoren deze gronden deels ook tot de landgoederen. De open weidegebieden hebben een belangrijke landbouwkundige functie voor de veehouderij. Het beheer van deze weidegebieden is tevens afgestemd op het voorkomen en het versterken van de aanwezigheid van weidevogels. Belangrijk is deze aaneengesloten open gebieden te behouden en versnippering van deze gronden te voorkomen. Het zuidelijk deel van strandvlakte met de Veenwetering heeft een functie als nat natuurgebied. In deze grote weidegebieden kan er behoefte zijn aan schaalvergroting van de agrarische bedrijven. Hieraan wordt vanuit het LOP de voorwaarde gesteld dat eventuele nieuwe stallen goed ingepast
Tussen Wassenaar en de toekomstige uitbreiding van Valkenburg ligt een kleinschalig landbouwgebied, deels gelegen op de horst (strandwal) van de Oostdorperweg met de oude boerderijen en deels gelegen in het polderlandschap van de Oude Rijn (de Ommedijksche polder). Ook in de Duivenvoordecorridor is sprake van een kleinschalig landbouwgebied, gelegen tussen de coulissen van de landgoederen en buitenplaatsen. In deze gebieden is ook in de toekomst een rol voor de landbouw (veehouderij) weggelegd, als beheerder van de weidegronden. De natte gronden hebben daarbij ook een functie als weidevogelgebied. In deze zones is verbreding van de landbouw gewenst naar andere functies, zoals natuurontwikkeling of een recreatieve ontwikkeling . Deze zones hebben een belangrijke functie als recreatief uitloopgebied. De agrarische bedrijven kunnen daarop inspelen, bijvoorbeeld door verkoop van streekproducten, bezoek van het erf, uitleg over het boerenbedrijf, bed & breakfast, een theetuin, het geven van cursussen die gerelateerd zijn aan het buiten leven,
start-en rustpunt van een wandelroute, e.d. Een goede landschappelijke inpassing van aanvullende voorzieningen, zoals parkeergelegenheid is daarbij een vereiste.
Glastuinbouw In de Duivenvoordecorridor wordt via de herinrichting ‘Gras voor Glas’ de verspreide glastuinbouwbedrijven gesaneerd. De open ruimte binnen het coulisselandschap wordt hersteld en beheerd als weidegebied. Ook in het Groene Hart rond Stompwijk wordt een aantal glastuinbouwbedrijven gesaneerd en gebundeld in het kassengebied ten westen van Stompwijk. Deze bundeling van glastuinbouw op één locatie komt de ruimtelijke kwaliteit ten goede. Het uit te breiden glastuinbouwgebied bij Stompwijk kan een moderne uitstraling krijgen, wat ook gezien mag worden en onderdeel kan zijn van het panorama uitzicht vanaf de A4. Een rustige voorgrond van riet en water en voldoende afstand van de kassen ten opzichte van de wegen kan voor een gebiedseigen hoogwaardige beeldkwaliteit zorgen, zonder de kassen weg te stoppen.
Paard en landschap Er is een toenemende trend naar het houden van paarden. Hierbij ontstaan vaak randverschijnselen van hekken, opvallende linten, drinkbakken, schuren, rijbakken, verlichting, e.d. Uitgangspunt vanuit dit LOP is dat deze voorzieningen op de erven gesitueerd dienen te zijn. Zij mogen niet de grote aaneengesloten weidegebieden versnipperen of verdichten. In de kleinschaliger landbouwgebieden in de Groene Buffer en de Duivenvoordecorridor zijn eventuele voorzieningen aan de randen in te passen, mits niet gelegen in historische zichtlijnen. 31
Landschap: rijk verleden leeft Versterken drie iconen; Meijendel, kasteel Duivenvoorde en Molendriegang als representanten van Duin Horst & Weide Herstelwerkzaamheden en ontwikkelingsmogelijkheden cultuurhistorische waarden van bestaande landgoederenstructuur Behouden historische verkavelingspatronen en belangrijke waterlopen (wateringen) Behouden en ontwikkelen beeldkwaliteit historische boerderijen op oude strandwallen Behouden en ontwikkelen beeldkwaliteit (historische boerderijen) in veenweidelinten Ontwikkelen nieuwe buitenplaatsen - coulissenlandschap Duivenvoorde - voormalig vliegveld Valkenburg Behouden en versterken zicht of doorkijk op open gebied vanaf de weg en het spoor
Recreatie: ontspannen en beleven Behouden bestaande parken/recreatiegebieden
Ecologie: natuurlijk verbinden
Landbouw: hoeder van rust en ruimte
Behouden en versterken natuurwaarden
Ontwikkelingsmogelijkheden sterke veehouderij in
duingebied in afstemming met andere functies
nauwe afstemming met weidevogelbeheer
Behouden en verbeteren weidevogelgebied
Landbouw in kleinschalig landschap Duin Horst &
(openheid, geen bebouwing, beheer, rust)
Weide; Verbrede landbouw gewenst; koppeling
Te ontwikkelen recreatiegebieden Driemanspolder Versterken samenhangende toegankelijkheid en beleefbaarheid landgoederenzone
met natuur en recreatieve ontwikkeling Combinatie landgoed met ecologische verbindingszone
Belangrijke dwarsdoorsteek fietspad (Zoetermeer-Kust)
Verbrede
landbouw
mogelijk;
met
behoud
en versterking van het weidevogelareaal, de
(reeds gepland)
Reeds geplande nieuw natuurontwikkeling
Te ontwikkelen fietspaden
Ontwikkelen droge ecologische verbinding (ree)
landschappelijke en cultuurhistorische waarden en beeldkwaliteit Herinrichten en realiseren hoge beeldkwaliteit
Te ontwikkelen wandelpaden
Ontwikkelen droge ecologische verbinding
glastuinbouw Stompwijk
(andere doelsoorten) Te ontwikkelen kanoroute Ontwikkelen ecopassage (infrastructuur) Ontwikkelen recreatieve poort tbv de toegankelijkheid van het buitengebied
Ontwikkelen natte verbindingszone
Ontwikkelen NS-station tot recreatieve poort
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
33
4
samenhang per deelgebied
34
4.1 Duin Optimaliseren zonering en beheer duinen
Benutten kwaliteiten binnenduinrandzone
De duinen vormen een voorbeeld van een zone die al langdurig meerdere functies vervult in afstemming met elkaar. De drinkwaterwinning, de natuur , de cultuurhistorische betekenis en het recreatief gebruik gaan hier hand in hand, via een zorgvuldige zonering van het gebied en een uitgekiend beheer. Vanuit meerdere kanten zijn de duinen ontsloten voor wandelaars en fietsers en ook voor ruiters. Een nog betere opvang van de recreanten in aansluiting op de zones waar ze vandaan komen is een doelstelling voor de toekomst evenals het versterken van de cultuurhistorische en natuurwaarden en de bijbehorende milieukwaliteit.
De binnenduinrand vormt een fraaie landschappelijke overgang van de meer natuurlijke duinen naar de in cultuur genomen gronden. Deze zone bezit naast ecologische potenties ook recreatieve potenties vanwege de waarneembare contrasten in reliëf, openheid, verkaveling, etc. Diverse landgoederen en andere particuliere eigendommen liggen in deze zone. Bij functieveranderingen dienen de ecologische en recreatieve potenties telkens afgewogen te worden tegen andere vormen van ruimtegebruik. Op de lange termijn is hier een doorgaande recreatieve wandelroute wenselijk, die de verschillende landgoederen met elkaar verbindt en ook aanhaakt op de duinen, het stedelijke gebied van Wassenaar en Den Haag.
Recreatieve poorten Vanaf Scheveningen en Katwijk is het strand en de duinen ontsloten voor autoverkeer via recreatieve poorten. Hier dient invulling aan gegeven te worden met de inrichting van deze gebieden en de aan te treffen voorzieningen, zoals het aanbieden van de overstap op fietsen (en wellicht voor de geoefende ruiters op paardrijden). Meijendel als icoon voor de duinen Meijendel vormt het icoon voor de duinen en wordt voor fietsers herkenbaar verbonden met de andere iconen.
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
35
4.2 Horst Betekenis boerderijen op de horsten vergroten De horsten binnen het plangebied bestaan letterlijk uit de hoger gelegen oude strandwallen. Zij wisselen af met de tussenliggende lagere en natte strandvlakten. Deze overgangen in hoogte vormden de aanleiding voor de vestiging van de oude boerderijen. De boerderijen zijn daardoor herkenbaar als fraaie lineaire structuren in het landschap, zowel bij Wassenaar als bij Voorschoten – Leidschendam. Deze boerderijen liggen vaak achter de hoofdwegen als verborgen tekenen van het verleden. Zij bieden kansen om ingezet te worden als thema voor een specifiek bezoek aan het gebied. Zowel hun historische kwaliteiten als hun agrarische betekenis in de ontginning van het gebied en in het huidig landbouwkundig gebruik kunnen hierbij een rol spelen. De agrarische natuurvereniging Santvoorde heeft reeds het initiatief genomen tot een verlichte boerderijenroute in de wintermaanden. Een mogelijkheid is een thematische boerderijenroute te ontwikkelen, waarin de unieke ligging van de historische boerderijen tot uiting komt.
Landgoederenzone ontwikkelen De landgoederen vormen een uniek ruimtelijk patroon, met een rijk historisch verleden. Zij vormen een verbindende structuur tussen de horsten van Wassenaar en Leidschendam – Voorschoten. De landgoederenfietsroute verbindt de landgoederen vanuit Den Haag met die in het plangebied.
36
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
Een aantal van de landgoederen rond de Horsten is nu redelijk goed toegankelijk voor wandelen. Een verdere uitbreiding van de wandelmogelijkheden tot een recreatief netwerk is gewenst. Door de landgoederen in Den Haag te verbinden met die in de binnenduinrandzone en verder in noordelijke richting via Zuydwyk en ook in oostelijke richting naar de omgeving van kasteel Duivenvoorde onstaat zo’n gevarieerd netwerk. Er is vanuit het gebied behoefte aan meer informatie over de landgoederen, hun landhuizen en landschappelijke bijzonderheden in een overkoepelende informatievoorziening. Er loopt reeds een initiatief vanuit het masterplan Horst en Voorde. Ook zijn er aanleidingen voor herstel van historische structuren, zoals oude zichtlijnen, lanen, waterlopen, e.d. Ook is er behoefte aan meer toegankelijkheid en publieksfuncties op de landgoederen. De landgoederen kunnen zich ontwikkelen tot recreatieve trekpleisters. Zij dienen ruimte te krijgen voor activiteiten op het landgoed, zoals rondleidingen in het landhuis en het park, (kook-) workshops, lezingen, natuurgerichte activiteiten, historische evenementen, cultuurgerichte arrangementen met dagprogramma, diner en overnachting waardoor zij enerzijds inkomsten kunnen genereren en anderzijds bijdragen aan de recreatieve mogelijkheden en faciliteiten voor het gebied. Daar waar nieuwe functies met behoud van en met respect voor de bestaande waarden mogelijk zijn dient hieraan te worden meegewerkt in het ruimtelijk beleid.
Kasteel Duivenvoorde als icoon voor de horsten Een goed voorbeeld is de het plan voor de herinrichting van de landerijen van kasteel Duivenvoorde. Met kennis van de historische situatie en geïnspireerd op historische patronen, wordt de ontsluiting van het kasteelpark verbeterd en de bereikbaarheid voor auto’s met een goede inpassing van de parkeerplaats vergroot. Tevens wordt de publieksfunctie van het kasteel vergroot. Dit kasteel zal dan ook in de toekomst als icoon gaan dienen voor de horsten.
Open houden smalle strandvlakten De van oorsprong tussenliggende smalle strandvlakten, zoals langs de Zijlwetering dienen zowel in het buitengebied als in de stedelijke omgeving van Wassenaar zo open mogelijk te blijven.
Weidefunctie voor de strandvlakten met recreatie aan randen De brede strandvlakten aan weerszijden van de Veenwetering dienen herkenbaar te blijven als weidegebied. Dit gebied is deels eigendom van de landgoederen. Zij heeft ook in de toekomst een agrarische functie, gecombineerd met een beheer afgestemd op het voorkomen van weidevogels. Het zuidelijk gedeelte kent een specifiek natuurgericht beheer van natte graslanden. Aan de randen van deze weidegebieden wordt in aansluiting op de stadsranden van Den Haag en Leiden gezocht naar een wandelmogelijkheid, die de weidevogels zo min mogelijk verstoort. Aan het fietspad dwars door het
Brons + partners landschapsarchitecten bv
gebied wordt een tweede, meer noordelijke poot ontwikkeld langs de westkant van Voorschoten richting de groene Buffer. Hiermee ontstaat een interessante dwarsdoorsteek, die de recreatieve fietsmogelijkheden aanzienlijk versterkt en de beleving van de opeenvolgende landschappen vergroot.
Groene Buffer en Duivenvoordecorridor herontwikkelen Zowel in de Duivenvoordecorridor als ook in de Groene Buffer zal de landbouw duurzaam een rol spelen. Hier opereert zij echter binnen een kleinschaliger landschap. Plaatselijk speelt hier het beheer in op het behoud van de weidevogels, natte bloemrijke graslanden en op het realiseren van de ecologische verbindingszone. Hier liggen kansen voor agrarische bedrijven om zich te verbreden met Groene Diensten of op recreatie gerichte activiteiten, gezien de ligging van deze gebieden zeer dicht bij de stedelijke randen. In de Groene Buffer wordt een recreatief netwerk van wandelen fietspaden aangelegd. Met de herinrichting van de Duivenvoordecorridor en de sanering van de glastuinbouw zal het coulissenlandschap met haar zichtlijnen worden hersteld. Diverse wandelpaden worden gerealiseerd, waardoor een netwerk van wandelpaden tot stand komt. Nieuwe bebouwing zal door haar positie en de randvoorwaarden, die gesteld zijn aan de beeldkwaliteit passen in het landschap. Thematisch is er mooi een verband te leggen in nieuwe wandelroutes tussen de buitenplaatsen die in het stedelijk gebied van Voorschoten voorkomen en vervolgens in de Duivenvoordecorridor en het stedelijk gebied van Leidschendam en Voorburg.
Ecologische verbindingszones Door zowel de bos- als ook de weidegebieden lopen de ecologische verbindingszones. De gewenste inrichting van deze zones bestaat uit een afwisselend landschap van open en besloten gebieden. De zones dienen ieder in aparte studies te worden uitgewerkt en zullen tot gewenste maatregelen leiden voor het kruisen van infrastructuur (ecopassages), aanbevelingen voor het beheer (in afstemming met de cultuurhistorische waarden van de bossen) en eventueel ook aanvullende inrichtingsmaatregelen (zoals het aanvullen van ontbrekende bosjes als dekking voor reeën).
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
37
4.3 Weide Versterken recreatieve en landschappelijke samenhang zone Vlietlanden Deze langgerekte zone vormt voor een groot deel een specifiek ingericht recreatielandschap tussen de stedelijke agglomeraties van Den Haag en Leiden. De Vliet vormt een aantrekkelijke route, zowel over water als erlangs. Het recreatiegebied de Vlietlanden faciliteert diverse vormen van wateren oeverrecreatie. Naar het zuiden toe neemt de natuurfunctie toe met de ecologische verbinding, in aansluiting op de vogelplas Starrevaart. Aan de randen van de plas kunnen meer relaties worden gelegd met de omgeving, bijvoorbeeld door het creëren van doorzichten op de omgeving, daar waar sloten verbindingen vormen. De Leidschendammerhout vormt een belangrijk recreatief uitloopgebied vlakbij Leidschendam en Voorburg. Deze zelfde functie heeft Klein Cronestein voor Leiden en Voorschoten. Ten zuiden van de plassen ligt een kleinschalig landbouwgebied in de drooggemalen Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder. Ten noorden van de plassen ligt de Oostvlietpolder met het Vlietpark. In deze polders is verbreding mogelijk richting natuur- en landschapsbeheer en versterking van de recreatieve activiteiten en recreatieve ontsluiting. Voorwaarde daarbij is dat open zichtlijnen blijven bestaan en dat inpassing plaats vindt met karakteristieke beplantingen binnen het agrarische landschap. De gehele zone langs de Vliet kan daarmee een belangrijke recreatieve 38
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
schakel vormen van de stedelijke agglomeratie naar het Groene Hart.
Droogmakerijenlandschap Stompwijk Rondom Stompwijk wordt ingezet op behoud van de open weidegebieden. Deze hebben een belangrijke agrarische functie en kennen tevens een beheer afgestemd op het voorkomen van weidevogels. Schaalvergroting behoort tot de mogelijkheden om de landbouw vitaal te houden. Eventueel nieuwe stallen dienen dan wel goed landschappelijk ingepast te worden op de erven, in de lintbebouwingen. Verbreding van agrarische bedrijven is alleen mogelijk, indien zij de weidevogelkwaliteiten niet aantasten en een bijdrage leveren aan het behoud en ontwikkeling van historische kwaliteiten en de ruimtelijke kwaliteit van de bebouwing en erven.
Glastuinbouw Ten noorden van Stompwijk zal er ruimte zijn voor concentratie van de kassen, die elders in het gebied gesaneerd worden. Geconcentreerde kassen zijn beter in te passen in het landschap en werken minder verstorend dan verspreide kassen. Voldoende afstand tot de wegen en ruime waterplassen en rietkragen met enige zorgvuldig gekozen hogere beplanting kunnen zorgen voor een hoogwaardig beeld van de kassen, vanaf de A4 en de lokale wegen.
Ecologische verbindingen Ten noorden van Stompwijk dient de ecologische verbindingszone nader vorm te krijgen. Zij kan hier deels gelijk oplopen met natte verbindingen en natte natuurgebieden (o.a. in de Groote Westeindsche
polder, nog een hooggelegen veenweidegebied tussen de droogmakerijen). Voor de droge verbinding zullen bosjes als tussenliggende stapstenen noodzakelijk zijn. Aanleiding hiervoor kan gevonden worden rond kruisingen van waterlopen en wegen. Het is zinvol de opgaande beplantingen aan de rand van de weidevogelgebieden te concentreren, om deze zo min mogelijk te verstoren. Bij de inrichting kunnen verschillen tussen het oude veenweidegebied met van oorsprong kavelgrensbeplantingen en de veelal open droogmakerijen met kleine bosjes een rol spelen. In oostelijke richting dient de ecologische verbinding naar het Bentwoud verder opgenomen te worden in de provinciale plannen. In zuidwestelijke richting ligt er een natte ecologische verbinding richting de nieuw aan te leggen waterberging en natte natuur in de Driemanspolder. Hier wordt ook een recreatief padenstelsel ontwikkeld.
Molendriegang Wilsveen als icoon voor het weidegebied De Molendriegang Wilsveen wordt ontwikkeld als icoon voor het weidegebied. Aan de rand van Leidscheveen wordt een recreatieve poort ontwikkeld met de mogelijkheid tot parkeren en fietsverhuur. Vanuit deze poort wordt een wandelroute ontwikkeld naar de molendriegang, alwaar informatie beschikbaar is over de functie en geschiedenis van deze molens. In deze omgeving is een horecapunt gewenst. Tevens wordt via de Driemanspolder een fietsroute ontwikkeld welke aansluit op de andere iconen. Van groot belang is het behoud van het open weidegebied rondom de molens en de relatie met het Groene Hart. Er dient te worden ingezet op verhoging van de beeldkwaliteit van de lintbebouwing, zeker rondom de molens. Verrommeling van de lintbebouwing is ongewenst. Brons + partners landschapsarchitecten bv
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
39
5
realisatie Visie
40
Samenwerken om opgaven te realiseren Om de doelstelling van het LOP te bereiken is samenwerking tussen de organisaties die betrokken zijn bij het gebied van groot belang. Er lopen reeds veel ideeën en initiatieven voor projecten. In de uitwerking verschillen deze, terwijl in wezen de achterliggende gedachten vaak gelijk op lopen. Samenwerking en coördinatie is nodig om werkelijk het behoud van het gebied te garanderen en zorgvuldig een aantal projecten, die bij het gebied aansluiten, uit te kunnen voeren en hier ook de nodige financiën voor te verkrijgen.
Landschapsontwikkelingsplan Duin, Horst en Weide
41