DE WOORDEN HOREN EN DE WERKEN DOEN
Preek van Martijn Piet d.d. 21 oktober 2007
Preek 6 – De sleutel tot volharding Dit is de laatste studie in een serie van zes met de titel “De woorden horen en de werken doen”. Toch hoop ik niet dat we met deze laatste studie dit thema afsluiten. Integendeel! Ik zou juist deze laatste studie willen gebruiken om u aan te sporen om te volharden in het doen van de werken van het Koninkrijk. Om een levensstijl te ontwikkelen van horen naar de stem van de vader en daarop te handelen in gehoorzaamheid. Om te kijken naar wat God aan het doen is en onze hand in Zijn hand te leggen. Hij heeft ons in Zijn naam autoriteit en gezag geven om de werken van het koninkrijk te doen. Dat is geen geloof, geen religie, maar een realiteit. De realiteit is dat Jezus koning is en dat alle machten en krachten aan Hem onderworpen zijn. Dat is het goede nieuws waarvan wij de verkondigers en de levende getuigen mogen zijn. Zoals een heraut aankondigt dat een keizer een belangrijke overwinning heeft behaald, zo hebben wij een taak als ambassadeur en profeet van God om bekend te maken „er is een overwinnaar, een koning onder wiens zorg en bescherming jij mag leven.‟ Wij mogen mensen bijstaan op hun weg uit de gebondenheid in satans koninkrijk, naar de vreugdevolle vrijheid van Gods heerschappij. Een aankondiging van een andere koning en van een ander koninkrijk verloopt niet zonder slag of stoot. In zekere zin lijkt onze rol op die van Mozes in zijn dagen. Mozes ging naar de farao van Egypte met de woorden: “Dit zegt de Heer, de God van Israël: Laat mijn volk gaan”. Zo staan wij met dezelfde boodschap tegenover de geestelijke „farao‟s‟ die mensen in gevangenschap willen houden. De Israëlieten zelf hadden aanvankelijk weinig verwachting van de pogingen van Mozes om de farao te vermurwen om hen te laten gaan, totdat God zich begon te manifesteren met tekenen en wonderen. Kun je je voorstellen dat hoop en geloof begonnen te groeien in de harten van de Israëlieten, ondanks dat de farao aanvankelijk zijn hart verhardde? Uiteindelijk moest de farao wel instemmen en het volk laten gaan. De manifestaties van Gods aanwezigheid gaven hoop en geloof in een uitzichtloze situatie. Dat gebeurde ook bij de Israëlieten ten tijde van Jezus, toen ze Zijn boodschap hoorde en vooral toen ze de wonderen zagen die voor hun ogen gebeurden. Toen de verlamde man opsprong, sprong ook de sinds lang sluimerende hoop op in de harten van mensen. Als Jezus bevrijding kon geven van lichamelijke verlamming, zou het tijdperk van de beloofde bevrijding die alle dimensies van het leven omvat, zeker binnen bereik komen. Daarom moeten wij ook bidden met mensen, opdat ze ervaringen met God zullen hebben. Zodat ze gaan ervaren dat het Koninkrijk van God gekomen is. We moeten mensen vertellen dat de invloed van satan niet zo sterk en allesoverheersend is en dat er hoop is voor hun situatie. Iedere keer als wij een demon uitwerpen of bidden voor een lichamelijke aandoening of innerlijke verwonding, leggen we deze geloofsbelijdenis af: de heerschappij van God is gekomen en zál nog komen in al zijn volheid. De poorten van de hel zullen de vervulling ervan niet verhinderen! Elke keer als een lichaam wordt genezen en een leven wordt bevrijd, wordt de wanhoop waarmee satan de mensen betovert een beetje minder.
1
DE WOORDEN HOREN EN DE WERKEN DOEN
Daarom moeten we het blijven verkondigen, blijven proclameren en blijven bidden. En als je de uitwerking daarvan vandaag nog niet heb gezien, dan misschien morgen of overmorgen, maar blijf bidden. Als je niet meer uit geloof kan bidden, bid dan uit hoop. En als je geen hoop meer heb, blijf dan bidden uit principe. Houd vast aan de beloften van Gods woord.
Lucas 10:1-11 1 Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan. 2 Hij zei tegen hen: „De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen. 3 Ga op weg, en bedenk wel: ik zend jullie als lammeren onder de wolven. 4 Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. 5 Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” 6 Als er een vredelievend mens woont, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. 7 Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. 8 En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, 9 genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.” 10 Maar als jullie een stad binnengaan waar je niet welkom bent, trek dan door de straten en zeg: 11 “Zelfs het stof van uw stad dat aan onze voeten kleeft, vegen we van ons af als aanklacht tegen u; maar bedenk wel: het koninkrijk van God is nabij!” Jezus bereidt hier 72 discipel voor op een evangelisatie actie. Vier dingen wil ik bespreken die Jezus hier aanreikt aan de discipelen, om hen voor te bereiden op wat komen gaat. 1. Jezus stuurt de discipelen erop uit in tweetallen. (vers 1) Je heb elkaar nodig. God heeft niet bedoeld dat je solistisch optreedt. Hij heeft je geplaatst in een lichaam, in een gemeente, om ook samen met andere mensen dienstbaar te zijn in Gods koninkrijk. We zijn allemaal nog leerlingen. We hebben elkaar nodig om van elkander te leren. Prediker 4:10 Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. 2. Tweeënzeventig is niet genoeg. (vers 2) De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig. De tweeënzeventig die gaan, moeten niet alleen zelf gaan, maar ook bidden dat meer mensen medearbeiders met God gaan worden. Veel mensen komen met excuses waarom ze niet of nog niet in de kracht van de Heilige Geest kunnen uitreiken naar mensen om hen heen. 3. Als lammeren onder wolven (vers 3) Het derde punt is dat Jezus de discipelen er niet op uitstuurt met een peptalk waarin Hij hen bevestigt als machtige mannen Gods, vol kracht en vuur voor dat uur, gezalfd en bekleed met autoriteit. Maar Hij vertelt hen dat ze zijn als lammeren onder wolven. Vers 3: Ga op weg, en bedenk wel: ik zend jullie als lammeren onder de wolven.
2
DE WOORDEN HOREN EN DE WERKEN DOEN
Jezus geeft aan dat hun zendingmissie niet zonder gevaar is. Lammeren hebben over het algemeen geen schijn van kans tegen wolven. En toch zendt Hij - die de goede herder is - hen er op uit. Hijzelf zal met hen zijn. Jezus waarschuwt voor het gevaar, maar verzekert hen ook van Gods bijstand en voorziening. God maakt van de lammeren geen leeuwen om de wolven te verslaan. Het is goed om daar bij stil te staan. God maakt ons niet net zo krachtig of misschien krachtiger dan wolven. Dat zouden wij eigenlijk - als we eerlijk zijn - misschien wel willen. Maar veel meer dan dat God ons kracht wil gegeven, geeft Hij ons gezag. Gezag is iets anders dan kracht. Zoals Paulus in zijn brieven al uiteenzette, lijkt onze rol op die van een ambassadeur. Ambassadeurs hebben heel weinig directe kracht, maar ze kunnen wel afhankelijk van het land dat zij vertegenwoordigen - groot gezag hebben. Neem de ambassadeur van Amerika in Nederland. Het is voor ons leger en zelfs voor onze politie een kleine operatie om de Amerikaanse ambassade te ontzetten en de ambassadeur gevangen te nemen. Als het gaat om kracht, is de ambassadeur geen partij. Zo‟n Nederlandse actie tegen een Amerikaanse ambassadeur is gemakkelijk te realiseren, de gevolgen echter zullen aanmerkelijk zijn, want de ambassadeur mag weinig kracht bezitten, zijn gezag is enorm. Hij spreekt en handelt met de volledige steun van de regering die hem gevolmachtigd heeft. Iemand die de ambassadeur kwaad doet, zal daarvan de gevolgen ondervinden. De ambassadeur heeft gezag, tenminste… zolang hij handelt en spreekt namens en volgens de richtlijnen, van het land dat hem heeft uitgestuurd. En zo is het ook met ons in Gods koninkrijk. God leent ons niet Zijn kracht om naar willekeur te gebruiken, maar geeft ons het gezag om namens Hem te spreken. Dan zal Hij handelen, tenminste wanneer ons spreken en handelen ook overeenkomt met onze opdracht. Zo functioneerde Jezus zelf ook, tijdens Zijn periode op aarde. Hij zei: “Ik kan niets van mijzelf, Ik doe alleen wat ik de Vader zie doen.” Het geheim van de lammeren onder de wolven is niet hun kracht. Zij zijn niet veilig vanwege hun kracht, maar vanwege de herder op wiens gezag zij lopen waar ze lopen. Dat betekent dat wij afhankelijk zijn. Iets dat ons niet altijd even aanspreekt. Wij voelen ons meer aangetrokken tot de functie van generaal dan van Ambassadeur. Ik weet zeker dat Paulus net zulke worstelingen had. In 2 Corinthiërs 12:7 heeft hij het over een doorn in het vlees. 7 … Om te verhinderen dat ik mezelf zou verheffen, werd mij een doorn in het vlees gestoken: ik word gekweld door een engel van Satan. 8 Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem te bevrijden, 9 maar hij zei: „Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.‟ Dus laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt. 10 Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid: in beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid ben ik sterk. Wat die „doorn in het vlees‟ precies geweest is weten we niet. Theologen zijn er niet over uit. In elk geval was het iets dat hem belemmerde. Maar op zijn gebed hiervan bevrijd te worden, kreeg hij het antwoord: „Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.‟ 3
DE WOORDEN HOREN EN DE WERKEN DOEN
Paulus leerde door deze ervaring, de grote kracht van zwakheid. Want wanneer wij zwak zijn, blijven wij dicht bij de bron van onze bescherming. Het gevolg daarvan is, dat het ons nooit ontbreekt aan kracht. Paulus roemde in zijn zwakheid. Het werd een sleutel tot kracht. Want wanneer het tegenzat en hij te maken had met vervolging, werd hij niet moedeloos en gaf hij niet op; die situaties brachten hem juist dichtbij God. 4. Jezus waarschuwt de discipelen voor tegenwerking. (vers 10) De tweeënzeventig moeten Gods vrede brengen, eten wat hun wordt voorgezet, de zieken genezen en verkondigen dat het Koninkrijk van God hen heeft bereikt. Er zullen mensen en steden zijn waar ze welkom zijn, maar er zal ook oppositie zijn. Mensen zullen tegen je zeggen: „Dat is fijn voor jou, maar ik heb jouw Jezus niet nodig‟. De praktijk is soms weerbarstig. Hoe ga je daarmee om? Je had nog zo gebeden voordat je het onderwerp geloof zou aansnijden. God had je zelfs een woord gegeven voor die persoon. Paulus beleefde in zijn leven geweldige successen, maar ook tijden van wanhoop en tegenslag. Hij heeft veel mensen tot bekering zien komen, maar heeft ook meegemaakt dat hij vanwege het evangelie werd gestenigd en als dood werd achtergelaten. Misschien heb jij wel net als Paulus en net als de 72 leerlingen uit Lucas 10 je voeten geschoeid met de bereidheid om het evangelie te brengen, maar zijn je ervaringen nog niet zo spectaculair positief geweest. Jezus bereidde zijn discipelen daarop voor en gaf hen een advies: Als je schoenen – de bereidheid om het evangelie te brengen – vies en vuil zijn geworden onder een dikke laag stof van teleurstelling, schud het dan van je af en ga verder. Laat je niet ontmoedigen. Jouw taak is om gehoorzaam te zijn en het goede nieuws te brengen. Jij bent niet en kunt niet verantwoordelijk zijn voor de keuzes van anderen. Je bent niet gediskwalificeerd als ambassadeur van koning Jezus, wanneer iemand niet positief reageert op het evangelie. Schud het van je af en ga door! De tweeënzeventig gaan met deze instructies op zak op weg. Ze komen terug vol vreugde: „Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam‟ Jezus verheugt zich met hen, maar geeft ook aan waaraan zij het meeste belang moeten hechten, als Hij zegt: „Verheug je er niet over dat de geesten zich aan jullie onderwerpen, maar verheug je omdat jullie naam in de hemel is opgetekend.‟ Dit is zo belangrijk. Meetbare succes zijn er niet altijd (meteen), maar veel belangrijker is dat je naam bekend is in de hemel. Het is de vreugde over dit feit die je kracht geeft om door te gaan. Wanneer je je vreugde en voldoening zou halen uit geboekte succes, zul je er snel mee stoppen wanneer de succes er eens niet of minder zullen zijn. Laten we het stof van onze voeten schudden en ons verheugen is het feit dat wij in Christus zijn en Christus in ons. Amen!
4
DE WOORDEN HOREN EN DE WERKEN DOEN
GESPREKS- EN VERWERKINGSVRAGEN Preek 6 – De sleutel tot volharding PRAAT EROVER Je heb nu zes studies gehoord en (zo mogelijk) in de praktijk gebracht.
Vertel aan de anderen in de groep wat je ervan hebt geleerd.
Neem samen de tijd om de Vader te bedanken voor Zijn genade.
Jezus stuurde de tweeënzeventig er twee aan twee op uit.
Waarom denk je dat ze in tweetallen moesten gaan?
Zou jij betrokken kunnen zijn bij een team dat zich op de één of andere manier bezighoudt met het doen van de werken van het Koninkrijk? Je kunt hierbij denken aan deelname aan: het Alphacursusteam, Prayerstation, pastorale team, nazorg en voorbedeteams (bijv. bij Baan7), Healingrooms, fakkeldragers (evangelisatie op paranormale beurzen), etc.
Ben jij wel eens geconfronteerd geweest met tegenstand die jou ervan wilde weerhouden om te volharden? Vertel welke tegenstand je hebt ervaren. Aan de hand van de metafoor van een ambassadeur werd in deze laatste studie het verschil uitgelegd tussen kracht en gezag. Kun je een andere bruikbare illustratie bedenken die dit verschil aantoont? Paulus moest leren dat in zijn zwakheid zijn kracht lag. Wanneer we zwak zijn zullen we op God bouwen in plaats van te vertrouwen op (eigen) kracht.
Kun je een situatie in gedachten nemen die nu speelt waarin je je „krachteloos‟ voelt? Vertel hier eerlijk over.
DOE HET Wanneer je te maken heb gehad met teleurstelling neem dan de stap om „het stof van je schoenen te schudden‟. Breng de situatie in gebed bij God en laat het los. Het kan goed zijn om als zichtbare handeling het figuurlijke stof letterlijk van je af te slaan. Jezus vertelt ons om niet zozeer verheugd te zijn over de successen van onze dienstbaarheid in de kracht van de Heilige Geest, maar om ons te verheugen over het feit dat je naam geschreven staat in de hemel. Meerdere malen worden we in de bijbel opgeroepen om ons te verheugen.
Doe dit en neem je voor om je deze week dagelijks te verheugen over het feit dat jouw naam bij God bekend is.
BID ERVOOR Jezus beklaagde zich erover dat er zo weinig arbeiders zijn te vinden. Hij roept de tweeënzeventig op om de Heer van de oogst te vragen om meer arbeiders. Neem tijd om te bidden voor nieuwe arbeiders, maar ook voor mensen die nu op de één of andere manier, dichtbij of ver weg, bezig zijn met het doen van de werken van het Koninkrijk. Bid dat zij zullen volharden en hun werk zich mag vermenigvuldigen. DENK EROVER NA Hoewel we nu zes studies lang bezig zijn geweest met het thema „de woorden horen en de werken doen‟, wordt de inhoud ervan pas onderdeel van ons leven door veelvuldige toepassing. Voor sommigen zijn de principes die we besproken hebben misschien nieuw. Het doel van deze serie is niet alleen meer kennis verwerven, maar ook in de praktijk van elke dag een veranderd leven te leiden. Overweeg of je de studie nog eens door moet lezen of de preken moet naluisteren, zodat je de inhoud nogmaals kunt overdenken en je bemoedigd wordt als je de stof in praktijk blijft brengen. De studies kun je als geluids- en PDF-bestand vinden op www.leg.nl onder „Download Zone‟. 5