Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica [voltijd/deeltijd/duaal] Hogeschool van Amsterdam
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica [voltijd/deeltijd/duaal] Hogeschool van Amsterdam CROHO-nummer:34404
Hobéon® Certificering BV Datum: 1 december 2010 Auditteam: Drs. W.G. van Raaijen Prof. J. Roos Dr. Ir. K.A.M. Lemmen M.J. Castelein Secretaris: Mr. T. Vis
INHOUDSOPGAVE
Deel 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1.1. Integraal advies 1.2. Samenvattende beoordeling
1 1 1 1
2.
INLEIDING
5
3. 3.1. 3.2.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING Positionering opleiding bedrijfskundige Informatica binnen de HvA De opleiding BI
7 7 7
4.
VORIGE ACCREDITATIE
11
DEEL 2 13 5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Internationalisering Facet 1.2. Niveau: Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatieresultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
13 13 13 14 15 16 17 17 20 22 24 26 28 29 31 34 34 35 37 39 39 42 42 44 46 47 47 49
6.
OORDEELSCHEMA
51
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V
55 57 61 63 71 73
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheids-verklaringen auditoren Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Geraadpleegde documenten
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, CROHO-nummer 34404 in al haar varianten en locaties te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen:
Hogeschool van Amsterdam (HvA) Bedrijfskundige Informatica (BI) voltijd, deeltijd en duaal Amsterdam Leeuwenburg en Amsterdam Fraijlemaborg
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport:
Hobéon Certificering B.V. 30 september 2010 1 december 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: drs. W.G. van Raaijen (voorzitter), lead-auditor Hobéon Certificering; Prof. J. Roos (werkvelddeskundige), zelfstandig adviseur op het gebied van informatiemanagement, oud-directeur Rijks Computer Centrum (RCC) en emeritus hoogleraar Informatiesystemen (Universiteit van Tilburg); Dr. ir. Karel Lemmen (vakdeskundige), universitair hoofddocent bij de faculteit Informatica van de Open Universiteit, vakgebied ‘informatiesystemen en bedrijfsprocessen’; M.J. Castelein (studentlid), vierdejaars student van de opleiding Bedrijfskundige aan de Informatica Haagse Hogeschool. Het auditteam werd ondersteund door mr. T. Vis als secretaris.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Bedrijfskundige Informatica op de volgende overwegingen: Algemeen beeld De opleiding Bedrijfskundige Informatica heeft een duidelijke visie ontwikkeld op het beroep van de bedrijfskundige informaticus. Zij leidt studenten op tot beroepsbeoefenaren die een brugfunctie vervullen tussen business en informatica. De opleiding heeft in de drie varianten een bewuste keuze gemaakt voor een verschillende didactische aanpak, gegeven de specifieke doelgroep per variant. Het auditteam trof een enthousiast, kundig en op onderlinge samenwerking gericht docententeam aan. Samenwerking met lectoraten en met de kenniskring binnen het domein is nog in ontwikkeling. Het auditteam ziet de samenwerking met de Onderwijs Advies Raad (OAR) en het werkveld als een sterk punt van de opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 1
Implementatie van actuele ontwikkelingen in het curriculum vinden op zorgvuldige wijze en in overleg met het werkveld plaats. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De doelstellingen van de opleiding zijn afgeleid van het landelijk competentieprofiel, ontwikkeld vanuit de HBO-I stichting, het landelijk samenwerkingsverband van ict-opleidingen en vanuit de landelijke domeincompetenties Business Administration. De opleiding heeft de samenhang tussen beide competentieprofielen op inzichtelijke wijze vastgelegd. De opleiding heeft een visie ontwikkeld op het beroep van bedrijfskundige informaticus, waarin bedrijfskundige vraagstukken centraal staan, gelet op de brugfunctie die de afgestudeerde te vervullen heeft tussen bedrijfskunde en informatica. In de uitwerking naar het programma en in de afstudeerwerkstukken ligt de nadruk vooral op vraagstukken die betrekking hebben op het raakvlak tussen bedrijfskunde en ict. Het opleidingsprofiel is inzichtelijk en gespecificeerd naar beroepshandelingen en beroepsproducten. De opleiding beschikt door de OAR over een werkend mechanisme voor een regelmatige bijstelling en actualisering van de eindkwalificaties en het opleidingsprogramma. Wel verdient een meer regionale inkleuring van de OAR aandacht. De gehanteerde eindkwalificaties zijn gerelateerd aan de kernkwalificaties voor een hbobachelor en verbonden aan de gehanteerde beroepscompetenties van de opleiding. Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding biedt een actueel programma en zorgt er goed voor dat studenten die kennis en vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben in de beroepspraktijk. Een groot deel van het programma is gericht op de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en vindt plaats in de beroepspraktijk. Naast de stages, de werkperiode (duaal) en het afstuderen, werkt de student gedurende het programma aan diverse projecten die veel interactie met de praktijk vereisen of in samenspraak met externe opdrachtgevers worden uitgevoerd. Bij de deeltijd en duale varianten vinden opdrachten plaats in de praktijkcontext waarbinnen de student werkzaam is. Naast de ontwikkeling van beroepsvaardigheden heeft de opleiding ook aandacht voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden. Ze heeft hiertoe een visie ontwikkeld voor het structureren van de onderzoekslijn in het curriculum. Samenwerking met lectoraten en de kenniskring binnen het domein Economie & Management is nog in ontwikkeling. Wel vindt incidenteel en op individuele basis samenwerking met lectoraten binnen andere domeinen plaats (bijv. het lectoraat Informatica in het domein Techniek). Het auditteam beveelt aan deze contacten te intensiveren. Relevante ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden op zorgvuldige wijze ingepast in het onderwijs. De opleiding maakt gebruik van gastdocenten die de band met de beroepspraktijk actueel houden. De literatuurlijst is actueel en relevant en bevat ook Engelstalig onderwijsmateriaal. Het auditteam is van mening dat het programma studenten in staat stelt om de geformuleerde eindkwalificaties te behalen. De opleiding bereidt studenten ook voldoende voor op een buitenlandstage of minor. Voor deeltijdstudenten is de internationale oriëntatie vervlochten in het curriculum. De opleiding geeft bij elke onderwijseenheid de relatie aan tussen de competentie waaraan wordt gewerkt en welk gedrag de student op welk niveau moet tonen met de daarbij behorende kennis, inzicht en vaardigheden. Dit toetst en beoordeelt de opleiding vervolgens op een adequate wijze met behulp van verschillende toetsvormen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 2
De kwaliteit van de toetsen borgt de opleiding o.a. via de toetscommissie die een selectie van toetsen vooraf beoordeelt en achteraf analyseert en door scholing van docenten in het toetsen en beoordelen. Wel vraagt het auditteam aandacht voor een meer uniforme weging van de scores bij de eindbeoordeling. Samenhang in het programma heeft de opleiding aangebracht door de competenties in alle studiejaren terug te laten komen in steeds complexere situaties. Horizontale samenhang komt onder andere tot uiting in de beroepstaken die ieder semester centraal staan. Verticale samenhang komt sterk naar voren in de leerlijnen die de opleiding hanteert. De samenhang wordt geborgd door het werken met leerplanschema’s, door overleg en afstemming tussen de docenten en door de bewakende rol van het CROHO-beraad. Het programma is studeerbaar en kent een reële studiebelasting. De opleiding zorgt er voldoende voor dat de studielast redelijk is en de studievoortgang optimaal verloopt. Dit doet zij o.a. door een evenwichtige spreiding van de toetsen, door duidelijke informatie en modulebeschrijvingen en door voldoende contacturen. De opleiding hanteert duidelijke toelatingseisen en besteedt veel aandacht aan instroomactiviteiten en voorlichting voor vo- en mbo-leerlingen, met name aan het beroepsbeeld van de BI’er. In alle varianten worden intakegesprekken gehouden. Aandacht voor studievaardigheden, diagnostische toetsen en mogelijkheden tot het verkrijgen van vrijstellingen dragen bij aan een goede aansluiting op het voorafgaande onderwijs. Studenten en werkveld zijn tevreden over de opzet en inhoud van het programma. Onderwerp Inzet van personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De kwaliteit en kwantiteit van het docententeam staan garant voor de uitvoering van goed onderwijs. Het onderwijs wordt uitgevoerd door docenten die kennis hebben van het werkveld en van de ontwikkelingen daarbinnen. Een deel van het onderwijs wordt verzorgd door freelance docenten, gastdocenten uit de praktijk en docenten met een parttime aanstelling, die daarnaast nog werkzaam zijn in de voor de opleiding relevante beroepspraktijk. De actualiteit van het onderwijs wordt tevens geborgd door contacten met stagebedrijven, begeleiding van afstudeerwerkstukken, het eigen netwerk van docenten en lidmaatschappen van beroepsverenigingen. De docent-studentratio is voldoende om de opleiding met de gewenste kwaliteit te kunnen verzorgen. De docenten beschikken over relevante kwalificaties in vakinhoudelijk en didactisch opzicht. De opleiding heeft een goed beeld van de competenties van de docenten en voert een actief scholingsbeleid. Het auditteam waardeert de onderlinge samenwerking van docenten door onder meer inhoudelijke afstemming en uitwisseling van ervaringen. Studenten zijn zeer tevreden over de docenten, hun (vak)deskundigheid, hun kennis van de beroepspraktijk en hun betrokkenheid. Twee van de drie facetten van onderwerp 3 ‘Inzet van Personeel’ worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel gevoegd. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding is gehuisvest op twee locaties, te weten Leeuwenburg (deeltijd en duaal) en Fraijlemaborg (voltijd). Het auditteam acht de voorzieningen meer dan toereikend. De opleiding besteedt veel tijd en aandacht aan studie(loopbaan)begeleiding. Met name in de eerste studiejaren biedt de opleiding goede ondersteuning bij het studeren en studenten waarderen dit. Het studiebegeleidingsprogramma is aangepast op de verschillende varianten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 3
Wel zou de begeleidingstijd in de afstudeerfase vanwege de daaraan gestelde verzwaarde eisen verruimd kunnen worden. Het systeem van informatievoorziening werkt met verschillende instrumenten en is volgens het auditteam adequaat. Verder is er een goed systeem voor de registratie van de studievoortgang. Eén facet van onderwerp 4 ‘Voorzieningen’ wordt als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel gevoegd. Onderwerp Interne kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding systematisch de tevredenheid van de diverse stakeholders evalueert en deze via diverse instrumenten betrekt bij de interne kwaliteitszorg. Er vinden volgens de bekende HvA-systematiek structureel evaluaties plaats. Daarnaast evalueert de opleiding ook op andere manieren de kwaliteit van het programma, het functioneren van de docenten en de organisatie van het onderwijs. Daar waar nodig treft de opleiding aantoonbaar verbetermaatregelen. Er is op diverse punten in de interne kwaliteitszorg ruimte voor verbetering. De opleiding is zich hier terdege van bewust en neemt daartoe gericht actie. Verbeteringen liggen onder andere op het vlak van het tegengaan van de non-respons bij enquêtes en de terugkoppeling van genomen verbeteracties naar alle stakeholders. Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding borgt op voldoende wijze dat de studenten die afstuderen, het gewenste niveau hebben behaald. Er zijn heldere richtlijnen voor de afstudeeropdrachten, de beoordeling van de afstudeeropdrachten en de afstudeerprocedure ontwikkeld. Afstudeervoorstellen en plan van aanpak moeten voorafgaand aan de start van het afstudeertraject worden goedgekeurd. Er is altijd een tweede lezer als medebeoordelaar aanwezig en vanaf studiejaar 2010-2011 is er bij alle varianten – bij de deeltijd is dit reeds gerealiseerd – ook een extern gecommitteerde aanwezig. Afstudeerwerkstukken worden achteraf steekproefsgewijs beoordeeld door de OAR. Het auditteam acht dit een goede bijdrage aan de borging van het eindniveau. Het auditteam heeft een aantal afstudeerwerkstukken bekeken en vindt dat deze van voldoende niveau. De onderwerpen zijn vooral gericht op de raakvlakken tussen bedrijfskunde en informatica. In een aantal werkstukken kan de methodologische verantwoording beter, maar het auditteam verwacht dat de in gang gezette ontwikkeling van de inbedding van de onderzoeksleerlijn in het programma hierin verbetering zal brengen. De opleiding analyseert de rendementsgegevens jaarlijks en treft waar mogelijk verbetermaatregelen ter verhoging van de rendementen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 4
2.
INLEIDING
Dit rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie (VBI) is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbobacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, verzorgd door Hogeschool van Amsterdam, CROHO-nummer 34404. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd, deeltijd en duaal. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003) De audit heeft plaatsgevonden op 30 september 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door drs. W.G. van Raaijen, Prof. J. Roos, Dr. Ir. K.A.M. Lemmen, M.J. Castelein en mr. T. Vis. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter drs. W.G. van Raaijen, werkvelddeskundige prof. J. Roos vakdeskundige Dr. Ir.K. A.M. Lemmen studentlid M.J. Castelein, secretaris Mr. T. Vis
vak / discipline
onderwijs x
x
x
x
x
x
kwaliteitszorg /audit x
x x
studentperspectief
x x
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 5
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 6
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
3.1.
Positionering opleiding bedrijfskundige Informatica binnen de HvA
De opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) maakt deel uit van het domein Economie & Management van de HvA. Het domein Economie & Management verzorgt veertien CROHOgeregistreerde bacheloropleidingen, met verschillende varianten (voltijd, deeltijd en duaal). De varianten van deze opleidingen zijn ondergebracht in vijf afdelingen. Op de locatie Leeuwenburg (LB) zijn dat de afdelingen voltijd Leeuwenburg, deeltijd en duaal. Op de locatie Fraijlemaborg (FMB) zijn het de afdelingen voltijd Fraijlemaborg en Internationaal. De opleiding BI wordt verzorgd op FMB (voltijd) en op LB (deeltijd en duaal). Het domein heeft de speerpunten van ‘Leren excelleren’, het instellingsplan HvA (2007-2010), vertaald naar grondslagen en prioriteiten binnen onderwijs en onderzoek. Deze punten zijn vastgelegd in de strategische nota ‘De Beste Business School (BBS)’, een meerjarig onderwijsvernieuwingstraject voor alle opleidingen binnen het domein. De opleidingsvarianten richten zich op de diverse doelgroepen die zij bedienen. De BBS-doelstellingen voor het onderwijs sluiten hierbij aan: competentiegericht onderwijs, het ontwikkelen van een helder onderwijsaanbod in een transparante organisatie, maximale talentontwikkeling, de beroepspraktijk die richting geeft aan het onderwijs (met praktijkgericht onderzoek als een van de speerpunten), internationalisering en geborgenheid in communities. Deze doelstellingen zijn op de verschillende afdelingen op eigen wijze uitgewerkt. Wel is het zo dat de varianten gemeenschappelijke uitgangspunten kennen, zoals één opleidingsprofiel dat voor alle varianten is uitgewerkt in dezelfde beroepstaken en dezelfde algemene HES-competenties, eenzelfde opleidingsstructuur van basisfase, kernfase en profileringfase, en een domeinbreed gezamenlijk eerste basissemester (Business Basics). Alle varianten werken volgens het principe van competentiegericht leren.
3.2.
De opleiding BI
Profilering opleiding Bedrijfskundige Informatica De opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) van de HvA leidt studenten op tot beroepsbeoefenaars die een brugfunctie vervullen door te werken op het raakvlak van business en ict, in de profit- en non-profitsector, op nationaal en internationaal niveau. De BI-afgestudeerde heeft een duidelijk begrip van mogelijkheden en ontwikkelingen op ict-gebied en van ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie. Deze ontwikkelingen moet de afgestudeerde kunnen vertalen naar organisatieveranderingen waarbij ict-toepassingen toegevoegde waarde hebben. De afgestudeerde BI’er is in staat de eisen die organisaties stellen aan ict-ondersteuning te beschrijven en de ontwikkeling en implementatie van ict-toepassingen te begeleiden. BI’ers werken voornamelijk in multidisciplinaire teams. Voor het uitvoeren van hun werk speelt communicatie en sensitiviteit ten aanzien van organisaties, groepen en individuen een belangrijker rol dan voor andere I-opleidingen. De opleiding geeft aan zich in haar profilering meer dan andere BI-bacheloropleidingen in Nederland te richten op bedrijfskunde en economie dan op informatica. De opleiding hecht veel waarde aan een profilering op de bedrijfskundige component met het oog op de brugfunctie die de afgestudeerde in de beroepsuitoefening kan vervullen. Het auditteam is van mening dat uit de door de opleiding gemaakte vergelijking met andere BI-bacheloropleidingen en uit de gesprekken tijdens de audit het beeld naar voren komt dat de opleiding zich vooral richt op de raakvlakken tussen bedrijfskunde en informatica. Ook de door het auditteam ingeziene (afstudeer)werkstukken bevestigen dit beeld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 7
Algemene karakteristieken van de opleiding De drie varianten (voltijd, deeltijd en duaal) hebben eenzelfde opleidingsprofiel met dezelfde beroepstaken en dezelfde competenties op gelijk niveau. Onderscheid is er in de didactische vormgeving van de basis- en kernfase, welke is afgestemd op de karakteristieken van de doelgroepen. Er worden binnen de varianten verschillende keuzes gemaakt met betrekking tot de volgorde, waarop de inhouden aan bod komen en ook de gebruikte literatuur verschilt. Binnen de opleiding komt de student tijdens zijn gehele studie in aanraking met de actuele beroepspraktijk. In de opleiding staan beroepstaken centraal. De opleiding heeft de opbouw van het curriculum per variant in afzonderlijke leerschema’s beschreven. De varianten zijn opgebouwd langs verschillende leerlijnen. In de voltijd- en duale variant is een onderverdeling in drie leerlijnen te onderkennen: de geïntegreerde leerlijn, de kennis- en vaardighedenleerlijn en de coachingsleerlijn. De deeltijdvariant kent alleen de geïntegreerde leerlijn. De opbouw van het voltijdcurriculum bestaat uit een gezamenlijk basissemester, gevolgd door drie kernsemesters (ICT Delivery en Beheer, Analysis and Design en Business Process Analysis). In de kernfase komt de theoretische en praktische kern van het beroep aan bod. De inhoud van deze kernsemesters is voor de duale en de deeltijdvariant gelijk, maar kan in programmering verschillen. De profileringfase bestaat uit de stage, een profileringssemester (Business Consultancy), een minor en het afstuderen. Voltijd- en duale studenten kunnen hun stage, een minor of afstuderen in het buitenland uitvoeren. Uitgangspunt van het minorenbeleid van de HvA is dat de minor moet aansluiten bij de competenties van de opleiding. Studenten hebben keuze uit minoren die direct verbonden zijn aan de opleiding. De minor ‘Business Intelligence in de praktijk’ wordt gekozen door voltijd- en duale studenten, en de minor ‘Business Intelligence’ door deeltijdstudenten. Keuze voor minoren behoeft de goedkeuring van de examencommissie. Ook is het – onder voorwaarden – mogelijk een academische minor te volgen (Premaster Programme Business Studies) die aansluiting biedt op de universitaire masteropleiding Business Studies van de UvA . De lectoraten in het domein Economie & Management zijn in ontwikkeling. De opleiding werkt incidenteel en op individuele basis (promotietrajecten) samen met lectoraten uit andere domeinen, zoals het lectoraat Informatica (domein Techniek). In het curriculum wordt aandacht besteed aan praktijkgericht onderzoek. Binnen alle semesters is sprake van een of meer beroepstaken, waar toegepast onderzoek deel van uitmaakt. In het eerste semester wordt daar in de module Business Basics door het opstellen van een ondernemingsplan vorm aan gegeven. Studieonderdelen met een relatief grote onderzoekscomponent zijn de onderdelen Business ICT Consultancy en praktijkgericht onderzoek (voltijd), Business Intelligence (duaal) en Business Process Analysis (deeltijd). Studenten ontwikkelen bij de onderdelen een onderzoeksplan en voeren praktijkonderzoeken uit. In de afstudeerfase voeren studenten zelfstandig een toegepast onderzoek uit binnen een van de BI-beroepstaken. Een meer structurele onderzoekslijn is in ontwikkeling. De implementatie van het onderwijsvernieuwingstraject BBS verschilt nog per variant. De herziene propedeuseprogramma’s en tweedejaarsprogramma’s zijn ingevoerd. Het derdejaarsprogramma voltijd is ingevoerd en vanaf september 2010 de duale variant. De vierdejaarsprogramma’s volgen daarna. In de deeltijdvariant zijn bij de start van BBS in 2006 de programma’s van alle studiejaren tegelijk geïmplementeerd. Sinds 2007 werken de voltijd- en de duale variant met hetzelfde docententeam. Hierdoor hebben docenten zicht op beide varianten en kunnen adequaat adviseren bij een eventuele overstap tussen deze varianten. Deze docenten werken op beide locaties. De deeltijdvariant werkt overwegend met freelance docenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 8
Instroom Het aantal studenten (instroom en totaal) in de opleiding voor de huidige varianten BI Fraijlemaborg voltijd, BI Leeuwenburg deeltijd en duaal over de afgelopen jaren is te zien in onderstaande tabel. Cohort
Instroom Totaal aantal studenten voltijd Deeltijd duaal voltijd deeltijd duaal 2004 21 23 28 127* 140 168 2005 27 51 32 129 183 144 2006 30 28 23 118 163 122 2007 44 43 28 114 170 120 2008 37 35 27 110 164 121 2009 50 38 24 126 163 125 * In deze tabel zijn de studentaantallen van de huidige varianten opgenomen. Er waren in 2004 127 studenten voltijd en 50 studenten deeltijd Fraijlemaborg. In het zelfevaluatierapport van BI Fraijlemaborg van 2004 staan daarom 177 studenten vermeld. De deeltijdvariant is later opgenomen in deeltijd Leeuwenburg.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 9
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 10
4.
VORIGE ACCREDITATIE
Ten tijde van de vorige accreditatie bestond de opleiding uit twee HvA-varianten: deeltijd en duaal en twee HES-varianten: voltijd en deeltijd. Het resultaat van de externe audit van deeltijd en duaal was over het algemeen positief: zeven facetten werden als goed en veertien facetten als voldoende beoordeeld. De positieve elementen bij deeltijd en duaal waren de betrokkenheid van de Onderwijs Advies Raad (OAR), de interactie met de beroepspraktijk, de wijze waarop de doelstellingen in het programma werden geconcretiseerd, de wijze waarop rekening werd gehouden met de instroom, de aansluiting van het didactisch concept bij de competenties en de praktijkgerichtheid van de docenten. De NVAO zag op onderdelen verbeterpotentieel. Het betrof het formuleren van internationaliseringsbeleid, het structureren van het relatienetwerk, de validatie en objectiviteit van assessmentmethoden, de modernisering van het ict-platform, de eigenheid van rendementssturing en het verhogen van de rendementen. Voor voltijd was het beeld anders. Vier facetten werden met goed beoordeeld, veertien met voldoende en drie met onvoldoende. Onvoldoende scoorde voltijd op de facetten beoordeling en toetsing, evaluatieresultaten en rendementen. Daarnaast werd een aantal verbetersuggesties gegeven. Voorts uitte de NVAO in een sideletter haar zorg over de dalende instroom, de toepassing van het toetsbeleid en het ontbreken van recente praktijkervaring bij docenten. De opleiding geeft aan dat inmiddels maatregelen zijn genomen met betrekking tot alle opmerkingen en onvoldoendes. In de paragrafen 2.8 (beoordeling en toetsing), 5.1 (evaluatie resultaten), 5.2 (maatregelen tot verbetering) en 6.2 (onderwijsrendement) leest u hier meer over. In het voorjaar van 2009 is een interne audit bij de opleiding uitgevoerd voor alle varianten. Uit de uitkomsten blijkt dat op bovenstaande punten van de NVAO adequaat was gereageerd. Ook vond de commissie, gesteund door het oordeel van de studenten, de docenten zeer praktijkgericht en zowel didactisch (vooral voltijd- en duale docenten) als vakinhoudelijk (alle docenten) ruim voldoende onderlegt. Zij constateerde dat de opleiding van goed niveau was en aansloot bij de beroepspraktijk. Ook waren de opleidingscommissies van de drie varianten actief en werden haar adviezen door de opleiding goed opgepakt. De commissie gaf daarnaast aanbevelingen. Eén daarvan was het zichtbaar maken van de keuze van de opleiding om zich te profileren ten opzichte van andere BI-opleidingen als Bachelor of Business Administration (BBA), naast het voldoen aan de landelijke profielbeschrijving Bachelor of ICT.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 11
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 12
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Beroepsprofiel De opleiding BI is aangesloten bij de HBO-I stichting, het landelijk samenwerkingsverband van ict-opleidingen in het hoger onderwijs. Het HBO-I-kwalificaties voor de Bachelor of ICT zijn beschreven in het beroeps- en opleidingsprofiel HBO-I (2004). Het betreft acht bouwstenen voor algemene ict-competenties en vijf bouwstenen voor de specifieke beroepscompetenties van de afzonderlijke opleidingen. In oktober 2009 is in HBO-I-verband een aangevulde en aangepaste domeinbeschrijving vastgesteld. Daarin worden de vijf bouwstenen analyseren, adviseren, ontwerpen realiseren en beheren onderscheiden in vijf architectuurlagen, te weten: gebruikersinteractie, bedrijfsprocessen, software, infrastructuur en hardware interfacing. De opleiding baseert zich voor de invulling van de I-component op de domeinbeschrijving ict. De opleiding BI van de HvA geeft aan zich meer dan andere BI-opleidingen in Nederland nadrukkelijk te profileren op de bedrijfskundige component dan op de informatica. De afgestudeerde benadert volgens de opleiding vraagstukken in deze visie niet vanuit de ictsystemen, maar vanuit businessvraagstukken (zie par. 3). Het auditteam constateert dat de opleiding hiertoe tevens aansluiting heeft gezocht bij de landelijke domeincompetenties Bachelor of Business Administration (december 2005). Afgestudeerden van de opleiding BI ontvangen de titel Bachelor of Business Administration. Het auditteam stelt vast dat de opleiding de samenhang tussen beide profielen en de te bereiken domeincompetenties op inzichtelijke wijze heeft vastgelegd. Opleidingsprofiel Het auditteam constateert dat de opleidingscompetenties zijn gebaseerd op zowel de landelijk vastgelegde profielbeschrijving van HBO-I als op de domeincompetenties Bachelor of Business Administration (BBA). De opleiding heeft in samenspraak met het bedrijfsleven en met de Onderwijs Advies Raad (OAR) vanuit beide profielen het opleidingsprofiel afgeleid in termen van acht beroepstaken die naar het oordeel van het auditteam op inzichtelijke wijze via een matrix zijn gekoppeld aan zowel de domeincompetenties BBA als aan de ict-competenties. In het opleidingsprofiel zijn de beroepstaken gespecificeerd in beroepshandelingen en beroepsproducten, en is de onderliggende basis van kennis en vaardigheden beschreven (Body of Knowledge and Skills).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 13
De beroepstaken worden aangevuld met tien competenties die voor alle afgestudeerden van het domein Economie & Management van de HvA relevant zijn (HES-competenties). Deze domeinbrede competenties liggen ten grondslag aan de beroepstaken. Het auditteam stelt vast dat de opleiding een inzichtelijk opleidingsprofiel hanteert. Beginnend beroepsbeoefenaar Van de BI-afgestudeerde wordt verwacht dat hij een brugfunctie kan vervullen tussen ict en de business. Hiertoe moet de afgestudeerde BI’er een duidelijk begrip kunnen verwerven van mogelijkheden en ontwikkelingen op ict-gebied en op ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie. Hij is in staat deze ontwikkelingen te vertalen naar organisatieveranderingen, waarbij ict-toepassingen toegevoegde waarde hebben. Functies waar de opleiding BI voor opleidt zijn onder meer functioneel beheerder, ict-projectmanager, informatieanalist, business proces analist/designer, ict-consultant en ict-architect. Uit de gesprekken tijdens de audit en uit de afstudeerwerkstukken die het auditteam heeft ingezien, komt naar het oordeel van het auditteam inderdaad het beeld naar voren dat de opleiding zich in de uitvoering richt op vraagstukken die betrekking hebben op de raakvlakken tussen bedrijfskunde en informatica. Het auditteam is van oordeel dat juist hierop ook in de voorlichting meer nadruk zou moeten liggen. Validatie door het beroepenveld Het auditteam stelt vast dat de opleiding regelmatig overlegt met het beroepenveld over de opleidingscompetenties (beroepstaken en generieke DEM-competenties). De Onderwijs Advies Raad (OAR) heeft het opleidingsprofiel positief beoordeeld. De OAR telt 15 leden die afkomstig zijn uit het werkveld. Het auditteam is van oordeel dat de samenstelling van de OAR dekkend is voor het profiel van de opleiding. Wel verdient naar het oordeel van het auditteam een meer duidelijke regionale inkleuring van de OAR aandacht. Het auditteam heeft inzage gehad in de notulen van de OAR en stelt vast dat de opleiding met de OAR een werkend mechanisme heeft om informatie te verkrijgen over de actuele ontwikkelingen in het werkveld. Het overleg met de OAR vindt tenminste tweemaal per jaar plaats. Daarnaast worden ook de stage- en werkplekbedrijven betrokken bij de curriculumontwikkeling van de opleiding. Deze informatie wordt teruggekoppeld naar de OAR.
Internationalisering De opleiding is zich ervan bewust dat de afgestudeerde BI’er werkzaam is in een internationaal georiënteerd werkveld en schenkt derhalve aandacht aan de ontwikkeling van internationale competenties. De domeinbrede competentie ‘interculturele sensitiviteit’ is hier een voorbeeld van. De aandacht voor internationalisering in het curriculum van de opleiding vindt binnen de varianten op verschillende manieren plaats (zie facet 2.2).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 14
Facet 1.2. Niveau: Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Generieke kernkwalificaties De acht beroepstaken en tien HES-competenties (zie facet. 1.1,) vormen de basis van de opleiding. De competenties zijn domeinbreed vastgesteld en uitgewerkt in meetbare gedragsindicatoren die aangeven wat onder de betreffende competentie wordt verstaan. De opleiding heeft de vertaling van de Dublin Descriptoren en de landelijk vastgestelde hbo-kernkwalificaties naar opleidingscompetenties in een afzonderlijk document beschreven. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding erin is geslaagd deze relatie op samenhangende wijze weer te geven. Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of die beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’. Uit de relatie met de opleidingscompetenties leidt het auditteam af dat de tien generieke hbo-kwalificaties afgedekt zijn. Dublin Descriptoren Om te bepalen of de eindkwalificaties aansluiten bij internationaal geaccepteerde beschrijvingen, gebruikt de opleiding de Dublin Descriptoren als referentiekader. Kennis en inzicht Hierbinnen komen de volgende HES-competenties (zie facet 1.1.) aan de orde: Vakkundigheid, Innovatief vermogen, Resultaatgerichtheid en Ontwikkelingsgerichtheid. Toepassing kennis en inzicht Hierbinnen komen de volgende HES-competenties aan de orde: Vakkundigheid, Innovatief vermogen, Resultaatgerichtheid en Klantgerichtheid. Oordeelsvorming Hierbinnen komen de volgende HES-competenties aan de orde: Vakkundigheid, Innovatief vermogen en Resultaatgerichtheid. Communicatie Hierbinnen komen de volgende HES-competenties aan de orde: Ondernemend gedrag, Besluitvaardigheid, Communiceren, Samenwerken, Klantgerichtheid en Interculturele sensitiviteit. Leervaardigheden Hierbinnen komen de volgende HES-competenties aan de orde: Vakkundigheid, Resultaatgerichtheid, Besluitvaardigheid en Ontwikkelingsgerichtheid. Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding bestudeerd en gezien dat de competentie-elementen van de opleiding de Dublin Descriptoren afdekken. Het auditteam stelt daarom vast dat de eindkwalificaties van de opleiding beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’, zoals weergegeven in de zogeheten Dublin Descriptoren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 15
Facet 1.3. Oriëntatie hbo
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 16
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Kennisontwikkeling via vakliteratuur Het auditteam heeft tijdens de audit kennisgenomen van de literatuuroverzichten per variant. Zij stelt vast dat de gebruikte literatuur relevant en actueel is. Binnen het studieprogramma wordt ook van Engelstalige vakliteratuur gebruikgemaakt. Naast literatuur wordt gebruikgemaakt van actuele artikelen, terwijl studenten in verschillende documenten (zoals studiehandleidingen en opleidingsgidsen) worden gewezen op actuele websites Het auditteam stelt vast dat de opleiding gedurende de gehele opleiding gebruikmaakt van aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal in de vorm van beroepscases en opdrachten. Binnen de voltijdvariant worden projecten uitgevoerd die vergelijkbaar zijn met werkzaamheden van een beginnend beroepsbeoefenaar. In de duale en de deeltijdvariant werken studenten aan beroepstaken in de eigen beroepspraktijk. Kennisontwikkeling via interactie met de beroepspraktijk In de opleiding staan beroepstaken centraal. Het curriculum is zodanig opgebouwd dat studenten vanaf de start van de studie in aanraking komen met de actuele beroepspraktijk. In de voltijdvariant wordt elk semester een project uitgevoerd gericht op de beroepspraktijk. Bijvoorbeeld het project Business Process Management, waarin bedrijfsprocessen worden geanalyseerd, en het project Business ICT Consultancy, waarin een adviesopdracht wordt uitgevoerd. In de theorielessen wordt aandacht besteed aan onder ander Prince2, data- en warehousetechnieken en procesmanagement. In het derde jaar loopt de student stage bij een bedrijf of organisatie waarin hij de brugfunctie tussen ict en business kan vervullen. De duale student komt in aanraking met de beroepspraktijk door onder andere de drie werkperiodes en door de beroepsoriëntatie in het eerste jaar. De deeltijdsemesters zijn opgebouwd rond een of meerdere beroepstaken uit te voeren op de werkplek. Verder worden in de drie varianten gastcolleges verzorgd door bedrijven en organisaties (o.a. Cap Gemini, Oracle, Deloitte, Ordina, PWC). Het betreft hier vooral specialistische en actuele onderwerpen. Ook betrekt de opleiding externen als gecommitteerde bij het afstuderen en bij het afnemen van assessments. De opleiding en docenten hebben een uitgebreid netwerk en goede contacten met relevante bedrijven.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 17
Kennisontwikkeling via toegepast onderzoek In het programma is aandacht voor praktijkgericht onderzoek, zoals het opstellen van business requirements, gegevens modelleren of processen analyseren. Het programma kent een aantal onderdelen met een relatief grote onderzoekscomponent (bijv. Business Basics, Business ICT Consultancy, Business Intelligence Consultancy en Business Process Analysis). Het onderzoek is gekoppeld aan het uitvoeren van beroepstaken. In de afstudeerfase voeren studenten een toegepast onderzoek uit binnen een van de beroepstaken. In het plan van aanpak beschrijft de student de centrale vraag en deelvragen, alsmede welke onderzoeksmethode wordt toegepast. Pas na goedkeuring van het plan kan worden gestart met het afstudeerwerkstuk. Tijdens de audit kwam naar voren dat de opleiding de ontwikkeling van een meer structurele inbedding van het onderzoek in de vorm van een onderzoeksleerlijn in gang heeft gezet. Hiertoe vindt een explicitering en systematisering van al aanwezige onderzoeksvaardigheden plaats. Het auditteam heeft hiervan met waardering kennisgenomen. Het auditteam stelt vast dat de lectoraten in het domein Economie & Management nog in ontwikkeling zijn. Het aantal wordt het komende studiejaar uitgebreid. Aan het kenniscentrum DEM zijn thans vier lectoraten verbonden, die nauwelijks of geen raakvlakken kennen met de opleiding BI. In dit verband merkt het auditteam op geen signalen van de opleiding te hebben ontvangen waaruit kan worden opgemaakt dat zij actie onderneemt of zal gaan nemen in de richting van de instelling van een aan de opleiding gelieerd lectoraat. Het auditteam meent dat – gezien de brugfunctie van de opleiding – oriëntatie hierop in de rede zou liggen. Uit de gesprekken met het opleidingsmanagement en de docenten komt evenwel naar voren dat op individuele basis – met name in het kader van promotietrajecten - er wel contacten zijn met lectoraten in andere domeinen, zoals de lectoraten Sourcing en softwarekwaliteit (domein MCI) en Informatica (domein Techniek). Van structurele samenwerking is alsnog geen sprake. Het auditteam is van mening dat deze relatie met lectoraten en onderzoeksprogramma’s geïntensiveerd kan worden. Verbinding met de actuele ontwikkelingen In de OAR komt de actualiteit en de beroepsgerichtheid van het programma regelmatig aan bod, zoals de thema’s Business Intelligence, Service Oriented Architecture en Agile Software Development. De minor Business Intelligence is in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven ontwikkeld en uitgevoerd. Ook door contacten met stageverlenende bedrijven en organisaties houdt de opleiding binding met de actuele ontwikkelingen in het werkveld. Verder is een groot aantal docenten afkomstig uit de beroepspraktijk of tevens werkzaam daarin. Mede op initiatief van docenten zijn delen van het programma geactualiseerd. Voorbeelden hiervan zijn het tot stand komen van het vak Implementatie gekoppeld aan de start van de minor Business Intelligence, en de inhoudelijke inbedding in de propedeuse van XBRL. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding op goede en zorgvuldige wijze actuele ontwikkelingen in het curriculum implementeert, waarbij wordt gewaakt om te snel gehoor te geven aan trends en hypes. Ontwikkeling beroepsvaardigheden In projecten, en tijdens trainingen en opdrachten worden vaardigheden ontwikkeld. Door het werken met beroepstaken met bijbehorende beroepshandelingen en beroepsproducten stimuleert de opleiding de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van programmeervaardigheden (bijv. in het semester ICT Delivery) en onderzoeksvaardigheden (bijv. Business ICT Consultancy). Binnen het curriculum wordt ondernemerschap en ondernemend gedrag gestimuleerd. In het propedeuseproject Ondernemen wordt een ondernemingsplan opgesteld. Hierin komt ook het aanleren van ondernemingsvaardigheden aan de orde evenals in de minor Ondernemen. In de duale variant worden ter voorbereiding op de werkperiode sollicitatietrainingen verzorgd, gericht op het schrijven van sollicitatiebrieven en het onderhouden van netwerken. Binnen de duale en de deeltijdvariant staan de studenten midden in de actuele beroepspraktijk. Leren op de werkplek staat daarbij centraal.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 18
Oordeel studenten Uit de Studenttevredenheidsmonitor 2010 (STM 2010) komt naar voren dat studenten in alle varianten tevreden zijn over de aansluiting van het programma op de beroepspraktijk (voltijd en duaal score 3.6, deeltijd score 3.8). Tijdens de audit werd deze tevredenheid door de studenten nadrukkelijk bevestigd. Studenten gaven tijdens de audit aan dat de opleiding via gastdocentschappen vanaf het eerste jaar aandacht schenkt aan verduidelijking van het beroepsbeeld van de BI’er. Als voorbeeld werd genoemd het onderdeel Business Basics in het eerste propedeusesemester (voltijd en duaal).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 19
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Concretisering van de eindkwalificaties In het opleidingsprofiel zijn de opleidingsspecifieke beroepstaken en de domeinbrede competenties uitgewerkt in het leerplanschema A. Dit schema geeft de grote lijnen van het curriculum. Het gaat daarbij om de verdeling van de beroepstaken, beroepsproducten, de domeincompetenties en de Body of Knowledge and Skills (BoKS). Bij de uitwerking van het opleidingsprofiel naar het curriculum spelen de opleidingteams en het CROHO-beraad een belangrijke rol. De opleidingsteams werken het leerplanschema A uit tot een variantspecifiek schema. Hierin wordt per semester een beschrijving gegeven van de inhoud van de onderwijseenheden, inclusief het aantal EC’s, de werkvorm en de toetsvorm. Het auditteam beoordeelt deze schema’s als inzichtelijk en adequaat. Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen. Het auditteam stelt vast dat de opleiding per onderwijseenheid op inzichtelijke wijze de relatie tussen de beroepstaken, de domeincompetenties, de leerdoelen, werkvormen, toetsing, literatuur en opdrachten heeft uitgewerkt. In een competentiematrix staat per onderwijseenheid aangegeven welke domeincompetentie en welke beroepstaak aan de orde komt. De opleiding heeft de competenties uitgewerkt in drie niveaus, waarbij in toenemende complexiteit de aard van de taak en de aard van de context worden onderscheiden. Niveau 1 (basisfase): hierbij is sprake van een gestructureerde taak, waarbij bekende methoden direct kunnen worden toegepast volgens vaststaande normen binnen een bekende, eenvoudige en gestructureerde context. Niveau 2 (kernfase): hierbij is sprake van een minder gestructureerde taak, waarbij bekende methoden aan de situatie worden aangepast binnen een bekende, complexere en deels gestructureerde context. Niveau 3 (profileringfase): hierbij is sprake van een complexe en ongestructureerde taak, waarbij methoden worden verbeterd en normen aan de situatie worden aangepast binnen een onbekende, complexere en (deels) ongespecificeerde context. In voltijd en duaal worden de beroepstaken op deze wijze over de verschillende fasen opgebouwd. Voor de deeltijdvariant geldt echter dat de semesters in niveaucriteria zijn uitgewerkt. Een beroepstaak komt binnen een semester volledig aan de orde. Binnen het programma van de opleiding is 30 EC gereserveerd voor minorprogramma, waarbij studenten kunnen kiezen voor een verdiepende of verbredende minor, een vrije minor of voor een doorstroomminor. De minor dient echter aan te sluiten bij de competenties van de opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 20
Mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te behalen Het auditteam heeft het onderwijsprogramma geanalyseerd. Op grond hiervan is het auditteam van mening dat studenten indien zij het gehele programma hebben doorlopen de geformuleerde eindkwalificaties kunnen behalen. Het auditteam stelt vast dat de opbouw van het programma zodanig is dat alle competenties op een steeds hoger niveau in alle studieonderdelen aan bod komen. Ook is het auditteam van mening dat er sprake is van een juiste balans tussen de theoretische component en de praktijk. Ten aanzien van de internationale dimensie (zie facet 1.1.) merkt het auditteam op dat de opleiding studenten voorbereidt op de mogelijkheid van een buitenlandse stage, afstudeeropdracht of minor via deelname aan de HvA-brede Buitenlandmanifestatie en door de informatie in de Study Abroad Guide. De opleiding biedt per september 2012 de mogelijkheid om via een internationaal semester in het buitenland stage te lopen, een minor te volgen of af te studeren. In de programma’s worden een aantal op internationalisering gerichte activiteiten uitgevoerd, zoals een samenwerkingsproject met Tsjechische studenten (tweedejaars studenten voltijd), het aanbieden van Engels (voltijd en duaal) en de ontwikkeling van een Engelstalige minor Corporate Social Responsibility: The Next Generation, i.s.m. partners uit Turkije, Frankrijk en Engeland. Deze minor wordt onder de naam Making Corporate Sociability Work vanaf september 2011 aangeboden. Vanuit voltijd wordt de Engelstalige minor Business Process Integration aangeboden. Voor deeltijdstudenten is het niet mogelijk om gedurende een langere periode in het buitenland door te brengen. De 30 EC internationalisering is bij deze doelgroep vervlochten in het curriculum, zoals internationale casuïstiek, Engelstalige literatuur en buitenlandse gastdocenten. In het derde jaar kunnen deze studenten kiezen uit twee keuzevakken, waarvan er één (Management Consultancy) een sterk internationaal karakter heeft. Oordeel studenten Uit het STM 2010 komt naar voren dat studenten over het algemeen tevreden zijn over het onderwijsprogramma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 21
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Verticale samenhang De opleiding bestaat uit drie fasen: basisfase, kernfase en profileringsfase (zie ook facet 3.2.). Het inhoudelijke programma in de basisfase is voor alle opleidingen van het domein gelijk en heeft een omvang van 25 EC. De resterende 5 EC worden opleidingsspecifiek ingevuld. Dit semester vormt de basis voor alle beroepstaken, de zogeheten integrale benadering van bedrijfsfuncties. Studenten leren de bedrijfsfuncties om later op hbo-niveau te kunnen functioneren. In de kernfase komt de theoretische en praktische kern van het beroep aan de orde. In de profileringsfase werken studenten aan de verbreding of verdieping van hun persoonlijke profiel. De drie leerlijnen vormen een belangrijke bijdrage aan de verticale samenhang. Deze leerlijnen lopen door het hele curriculum heen. Binnen de opleiding (voltijd en duaal) worden drie centrale leerlijnen onderscheiden: de kennis- en vaardighedenleerlijn, de geïntegreerde leerlijn en de coachingsleerlijn. Deze leerlijnen brengen ook samenhang in het curriculum (volgorde, clustering van werkvormen, aard van de inhoud). De leerlijnen zijn herkenbare en samenhangende onderdelen van het curriculum die door de opleiding heen een geleidelijke, logische en in complexiteit toenemende opbouw kennen. De deeltijdopleiding is opgezet vanuit de geïntegreerde leerlijn. Horizontale samenhang De horizontale samenhang is beschreven in het leerplanschema. Het CROHO-beraad bewaakt de afstemming en samenhang tussen de verschillende varianten. De verschillende vakgroepen dragen er door onderlinge afstemming zorg voor, dat er binnen een studiejaar een samenhangend geheel wordt geboden van taken, practica en ontwikkeling van vaardigheden. Voor elke variant geldt dat ieder semester één of meerdere beroepstaken centraal staan. In de kernfase komen alle beroepstaken uit het opleidingsprofiel BI één of meerdere keren aan de orde. Elk semester vormt hiermee een samenhangend geheel waarin studenten toewerken naar het beheersen van een aantal beroepshandelingen en het ontwikkelen van een of meer beroepsproducten. De inhoudelijke inkleuring van het semester is derhalve hetzelfde; de didactische inkleuring kan verschillen per variant. Bij voltijd en duaal vormen de projecten de rode draad in de curricula. Deeltijd hanteert een model waarbij per semester een beroepstaak volledig aan de orde komt (zie facet 2.2.). Samenhang binnen- en buitenschools programma Studenten komen vooral met de beroepspraktijk in aanraking tijdens het buitenschool curriculum. Dit curriculum is door de varianten verschillend vormgegeven. De samenhang tussen het binnen- en buitenschoolse programma komt in de voltijdse variant vooral tijdens de stage in het eerste semester van het derde jaar en tijdens het afstuderen naar voren. De opleiding ondersteunt de student in de voorbereiding bij het vinden van een stage en bij het schrijven van zijn persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Ook ontvangen de studenten een loopbaangesprek en sollicitatietraining. De stagewerkzaamheden moeten aansluiten bij de beroepstaken, bijdragen aan de ontwikkeling van de student en meerwaarde hebben voor het stagebedrijf.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 22
Bij de duale variant is de samenhang tussen het binnenschoolse en buitenschoolse programma gedurende de hele opleiding duidelijk aanwezig, waarbij afwisselend wordt geleerd op de werkplek en op de opleiding. Het geleerde in het binnenschoolse programma wordt direct toegepast in de praktijk door middel van (beroeps)taken. De student is gedurende drie werkperioden van een halfjaar werknemer in loondienst. In de daaraan voorafgaande semesters wordt de student op zijn werkperiode voorbereid. In zijn competentieontwikkelplan (COP) geeft de student bij de start van de werkperiode aan wat zijn leerdoelen zijn. Het programma van de deeltijdopleiding is toegesneden op studenten die naast hun werk willen studeren. Competentieontwikkeling vindt zowel in de werksituatie als via opdrachten/projecten op de opleiding plaats. Er is sprake van een integratie van leren in de praktijk en het binnenschools leren. De theorie- en de praktijkcomponent van de opleiding sluiten op elkaar aan. Het afstuderen vindt geheel buitenschools plaats. Oordeel studenten Studenten zijn blijkens de STM 2010 tevreden over de samenhang tussen de programmaonderdelen en over de aansluiting van het buitenschoolse op het binnenschoolse curriculum. Ook alumni zijn blijkens de HBO-Monitor 2008 positief over de samenhang van het opleidingsprogramma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 23
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Studielast De totale studiebelastinguren van elke opleidingsvarianten bedraagt 240 EC. Deze last is verdeeld over vier studiejaren van elk 60 EC, gelijk aan 1680 uren studie verdeeld over 42 weken. In de Beschrijving Onderwijs Eenheden (BOE), in de opleidingsgids (voltijd) en in de studiehandleidingen (deeltijd en duaal) geeft de opleiding aan hoe de studielast per onderwijseenheid is opgebouwd met de vermelding van het aantal studiebelastinguren per taak of deeltaak. Uitgangspunt is een evenwichtige verdeling van de studietijd over contacturen, individuele opdrachten, projecten, zelfstudie, voorbereiding en het afleggen van toetsen. Studeerbaarheid Op grond van de door de opleiding verstrekte schriftelijke informatie en uit de gesprekken met het opleidingsmanagement en met docenten tijdens de audit stelt het auditteam vast dat de opleiding zich voldoende inspant om de studievoortgang te bevorderen. Dit gebeurt o.a. door de volgende maatregelen: De opleiding hecht veel waarde aan het aanbieden van een duidelijke structuur, vooral gedurende de eerste twee studiejaren. Elk studiejaar is verdeeld in twee semesters. Elk semester heeft een studielast van 30 EC. Voor de duale variant is elk semester georganiseerd in twee blokken van zeven weken plus drie toets-/feedbackweken met een studiebelasting van gemiddeld 15 EC per blok. Daarnaast is de studietijd evenwichtig verdeeld over contacturen, individuele opdrachten, projecten, zelfstudie, voorbereiding en het afleggen van toetsen; De deeltijdvariant kent vier toets- en feedbackmomenten per semester. Het deeltijdprogramma wordt zowel in september als in februari aangeboden, waardoor zowel voor studenten als voor de personeelsinzet een flexibel onderwijssysteem wordt gecreëerd. Bij deeltijd hebben studenten die in februari met de opleiding starten, een andere volgorde van de semesters. De colleges worden op twee avonden per week en op zaterdag aangeboden. Een deeltijdstudent kan ook twee semesters gelijktijdig volgen. Vanaf het tweede studiejaar wordt het BI-semester ieder half jaar aangeboden; De voltijd variant werkt met een aanwezigheidsplicht bij met name practica en vaardigheidstrainingen. Ter bewaking en stimulering van de studievoortgang wordt gewerkt met een niet-bindend (tussen 40-60 EC) en een bindend (< 40 EC) studieadvies; Periodieke evaluatie met de studenten van het onderwijs, waarbij onder meer wordt nagegaan of de vastgestelde studielast structureel afwijkt van de werkelijke studielast. Afwijkingen leiden tot nadere analyse en zo nodig tot maatregelen. In gesprekken met studenten tijdens de audit zijn geen studiebelemmerende factoren naar voren gekomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 24
Contacturen Het auditteam oordeelt, dat de opleiding zorgt voor voldoende contacttijd met de studenten. Het gemiddeld aantal contacturen per week is bij voltijd in het eerste jaar 21 uur, in het tweede jaar 19 uur, in het derde en vierde jaar 16 uur. Het gemiddeld aantal contacturen per week voor duale en deeltijdstudenten bedraagt respectievelijk 16 uur en 6 uur. In deze varianten wordt meer buitenschools geleerd Oordeel studenten Uit de STM 2010 blijkt dat voltijdstudenten gemiddeld 36 uur aan hun studie besteden; duale studenten 32 uur en deeltijdstudenten 21 uur. Studenten beoordelen de studeerbaarheid van het programma met een voldoende. Deze resultaten komen overeen met het beeld dat door de studenten uit alle varianten werd geschetst in de gesprekken tijdens de audit.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 25
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Toelating De toelatingseisen zijn duidelijk vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Ook de criteria en procedure voor toelating van studenten ouder dan 21 jaar zonder vereist diploma en buitenlandse studenten zijn helder. De 21+-studenten dienen een 21+-toets af te leggen. Deze toets richt zich vooral op technisch-economisch rekenen. Instroom De opleiding kent een instroom van studenten met een verschillende vooropleiding en achtergrond. Om hieraan zoveel mogelijk tegemoet te komen, wordt de opleiding in verschillende varianten met een eigen didactisch concept aangeboden. De instroom bij voltijd is een mix van mbo’ers, havisten en vwo’ers. De duale variant is vooral geschikt voor mbo’ers met een praktische inslag die graag zo snel mogelijk hun opgedane kennis en ervaring in praktijk willen brengen en daarom kiezen voor de afwisseling tussen werk en studie. Bij de deeltijdvariant stromen meer oudere studenten in met relevante werkervaring. Deze studenten kiezen bewust voor een combinatie van studie en werk. Aansluiting Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding er op een goede wijze voor zorgt dat het onderwijs aansluit bij de verschillende instromende studenten. Dit doet de opleiding o.a. door: studenten in de gelegenheid te stellen om te kiezen voor verschillende varianten en daarmee voor de leerstijl en leersituatie die bij hen en hun situatie passen; diagnostische toetsen en bijspijkerprogramma’s aan te bieden op het gebied van Nederlands, Engels en rekenvaardigheden; studenten de mogelijkheid te bieden vrijstelling te vragen voor bepaalde programmaonderdelen op grond van elders behaalde toetsresultaten. De bevoegdheid tot het toekennen van vrijstellingen berust bij de examencommissie. deeltijdstudenten de mogelijk te bieden vrijstelling te vragen op basis van EVC (Erkenning van eerder/elders Verworven Competenties). Deze trajecten worden uitgevoerd door docenten onder supervisie van het EVC-bureau van de Hogeschool van Amsterdam. Dit centrum werkt volgens de richtlijnen van de landelijke EVC-Code en is gecertificeerd. Het deeltijdcurriculum is zo ingericht dat het mogelijk is studenten vrijstelling te geven voor een semester (beroepstaak – beroepshandelingen en -producten, competenties). deeltijdstudenten de mogelijkheid te bieden een versneld traject te volgen door het programma Persoonlijke Professionalisering (PP) en de afstudeeropdracht parallel te laten lopen aan de semesters. Hierdoor kan de student de opleiding in drie jaar afronden. Duale studenten hebben eveneens de mogelijkheid om het traject te versnellen. Zij combineren dan een minor met werkperiode 2 of 3. studenten (voltijd en duaal) de mogelijkheid te bieden om met behoud van behaalde studiepunten over te stappen naar andere opleidingsvarianten binnen het domein Economie & Management (eind semester 1) of binnen het cluster Management & Organisation (eind semester 2). Aan het eind van het tweede studiejaar kan de student nog zonder tijdverlies overstappen naar een andere variant van de opleiding BI.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 26
Het doel is om via zogenoemde rotondegesprekken met de studieadviseur/studiebegeleider de juiste student op de juiste plaats te krijgen. voor mbo-studenten ICT is – in samenwerking met andere ict-opleidingen binnen de HvA – een doorstroomprogramma ontwikkeld (het zogenoemde ITO-project).
Voor de voltijd en duale variant is een projectaanvraag voor het hogeschoolbrede project ‘Sturen op Studiesucces’ (SoS) ingediend. Het doel van dit project is – naast verbeteren van studiesucces en verminderen van uitval door bijvoorbeeld nog meer gerichte intakegesprekken – onder meer een grotere instroom te bereiken die tevens recht doet aan de diversiteit van de potentiële doelgroep, alsook een beter zicht te krijgen op die instroom en de begeleiding daarop af te stemmen. Het project is met ingang van het studiejaar 2010-2011 gestart. Voorlichting De opleiding besteedt structureel veel aandacht aan instroomactiviteiten en een duidelijke voorlichting van studenten. Dat gebeurt HvA-breed d.m.v. het oriëntatietraject vo-hbo, waaronder twee zogenaamde havo-bezoekdagen, open dagen, landelijke studiebeurzen en een meeloopdag bij de opleiding voor havo-5-scholieren. Daarnaast via voorlichtingen, de website en vragen richting de instroomcoördinator en het bedrijfsbureau. Bij de uitvoering van een aantal van de activiteiten wordt intensief samengewerkt met vo-scholen en ROC's. De opleiding richt zich in haar voorlichting speciaal op de combinatie van business en ict binnen de opleiding. Het auditteam waardeert de voorlichtingsactiviteiten van de opleiding als goed en in het bijzonder de inspanningen om het beroepsbeeld van de BI’er zo duidelijk mogelijk voor aankomende studenten neer te zetten. Oordeel studenten over aansluiting vooropleiding Uit de STM 2010 blijkt dat studenten van mening zijn dat de opleiding voldoende aansluit bij hun vooropleiding. De studenten die het auditteam tijdens de audit heeft gesproken, bevestigen dit beeld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 27
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum:
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Het totale aantal studiepunten van alle opleidingsvarianten, zo blijkt uit de documentatie, bedraagt 240 EC en is verdeeld in een major van 210 EC en een minor van 30 EC.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 28
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Didactisch concept De didactische uitgangspunten zijn domeinbreed geformuleerd. Het domein leidt studenten op voor de beroepspraktijk en doet dit vanuit de HvA-onderwijsvisie: competentiegericht leren. Het auditteam stelt vast dat het onderwijsleerconcept van de opleiding in lijn is met de doelstellingen. De opleiding hanteert een competentiegericht curriculum. Studenten ontwikkelen kennis, houding en vaardigheden die zijn geënt op de beroepspraktijk. Elk semester werkt de student aan een of meer beroepstaken, waarin beroepshandelingen centraal staan (zie facet 2.1. en 2.2). Voor de inrichting van het onderwijs maakt de opleiding gebruik van een indeling in leerlijnen. Het auditteam is van oordeel dat de opleiding goed heeft nagedacht over de invulling van het didactisch concept van de verschillende varianten in een samenhangend programma. Werkvormen De opleiding maakt gebruik van een gevarieerde set van werkvormen. De diverse werkvormen die de opleiding toepast, zijn gekoppeld aan de leerdoelen en aan de verschillende leerlijnen. Dit levert naar het oordeel van het auditteam een zodanige mix van werkvormen op die het actief leren ondersteunen en zorgen dat de student de verbinding tussen theorie en praktijk, tussen kennis en vaardigheden kan leggen. Voorbeelden hiervan zijn: In de geïntegreerde leerlijn: praktijkgerelateerde opdrachten die studenten uitvoeren in projecten of praktijkleren op de stages (voltijd), op de werkplek (duaal en deeltijd) en tijdens het uitvoeren van een afstudeeronderzoek; In de kennis- en vaardighedenleerlijn: studenten ontwikkelen de zogenoemde Body of Knowledge en Skills (BoKS) via hoor-, werkcolleges, oefenopdrachten, zelfstudie en vaardigheidstrainingen zoals communicatietraining, managementvaardigheden en ict-training (o.a. programmeren, Excel); In de coachingsleerlijn: studenten geven richting aan hun eigen competentieontwikkeling via POP of COP, het portfolio, reflectieopdrachten en -verslagen en coaching door de studieloopbaanbegeleider. In de eerste twee jaar van de voltijdvariant maakt sport onderdeel uit van de coachingsfase met als doel het ontwikkelen van samenwerkingsvaardigheden en groepsgevoel. Leren op de werkplek Deeltijd In de deeltijdopleiding wordt gebruikgemaakt van de geïntegreerde leerlijn. De opleiding kent geen concentrische opbouw. Per semester komen een of meer beroepstaken op het beoogde eindniveau aan bod. Bij het leren beheersen van beroepstaken wordt veel aandacht besteed aan transfer. De student moet leren hoe te handelen indien zich situaties voordoen die niet volledig identiek zijn aan de praktijksituatie of niet overeenkomen met situaties die in de opleiding aan bod komen. Studenten zijn actief in een leeromgeving, waarin het zelfstandige leerproces van de student centraal staat en waarbij de student de eerder verworven kennis dient te activeren om vervolgens opdrachten met succes te kunnen afronden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 29
Dit houdt in dat het studiemateriaal, de opdrachten en de collegedagen zo zijn opgezet, dat de student het geleerde direct in zijn eigen werkomgeving kan gebruiken. Het leren in de praktijk wordt aangestuurd door het programma PP (Persoonlijk Professionaliseringstraject) en aangetoond via het portfolio. Duaal Het didactisch concept bij de duale opleiding wordt ‘experience based learning’ genoemd. De praktijkopdrachten bieden een leersituatie om competenties te ontwikkelen. In het binnenschools curriculum is het onderwijs georganiseerd via de drie eerder beschreven leerlijnen. Het project in de geïntegreerde leerlijn neemt een belangrijke plaats in: hier werken studenten in teamverband aan hun competentieontwikkeling aan de hand van de realisatie van een beroepsproduct. In het buitenschoolse curriculum ontwikkelen studenten competenties op de werkplek in een bepaalde beroepssituatie. De werkvormen die in deze variant worden gebruikt (o.a. praktijkopdrachten, interactieve hoor- en werkcolleges, zelfstudie, assessments en voorbereiding werkplekleren) stellen naar het oordeel van het auditteam studenten voldoende in staat om actief te werken aan beroepstaken en aan de ontwikkeling van competenties. Ook hier wordt het leren in de praktijk aangestuurd via een competentieontwikkelplan (COP) en aangetoond via het portfolio. De werkperiode begint met een reflectie op wat de student beoogt te leren, aan welke competenties hij gaat werken en hoe hij dat gaat aanpakken. Oordeel studenten Uit de evaluaties, waaronder de STM 2010, blijkt dat studenten van alle varianten tevreden zijn over de uitwerkingen van het didactische concept en de daarbij passende werkvormen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 30
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Toetsbeleid In het toetsbeleid zijn per variant zijn naar het oordeel van het auditteam de uitgangspunten beschreven voor toetsing, waaronder toetsprocedures en gehanteerde toetsvormen, taken en verantwoordelijkheden. Kader daarvoor is het Handboek toetsing en toetsbeleid DEM . De opleiding heeft de toetsorganisatie en het examenprogramma beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling. In de Beschrijvingen Onderwijs Eenheden (voltijd) en in de studiehandleidingen (duaal en deeltijd) heeft de opleiding weergegeven op welk moment in het programma de betreffende competentie wordt getoetst. Relatie leerdoelen en toetsvorm Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een duidelijke relatie legt tussen de leerdoelen en de toetsvormen. Op een zo authentiek mogelijke manier moet de student aantonen de competenties te beheersen. Daarnaast heeft de opleiding een Body of Knowledge and Skills vastgelegd die bepalend is voor de kennistoetsen. Hierbij worden met name leerdoelen op het gebied van kennen, begrijpen en toepassen van kennis getoetst. De leerdoelen zijn direct afgeleid van de beroepstaken en van de competenties uit het opleidingsprofiel. Bij de afdelingen zijn toetscommissies ingesteld. Deze werken onder verantwoordelijkheid van de centrale examencommissie. Voor alle varianten van de opleiding is een begin gemaakt met het opstellen van toetsmatrijzen en beoordelingscriterialijsten. Het auditteam heeft steekproefsgewijs kennisgenomen van een aantal toetsmatrijzen voor het eerste jaar. Deze geven een duidelijk beeld hoe de inhoudelijke leerdoelen en competenties worden getoetst en op welk niveau. De semesterverantwoordelijken van de deeltijd en docenten van de voltijd zijn geschoold in het maken van toetsmatrijzen. De praktijk van het toetsbeleid en het gebruik van toetsmatrijzen is tijdens de audit door de docenten op een overtuigende wijze toegelicht. Spreiding toetsen Het auditteam stelt op grond van de verkregen schriftelijke informatie vast dat het aantal toetsen per semester/blok voldoende is gespreid om de studievoortgang en studiemotivatie te bevorderen. Variëteit aan toetsvormen De opleiding heeft in de verschillende varianten de toetsen georganiseerd langs de leerlijnen en kiest op basis van de competenties die getoetst moeten worden, passende toetsvormen. Daarbij maakt de opleiding gebruik van een mix van toetsvormen. In de geïntegreerde leerlijn zijn er toetsen in de vorm van beroepsproduct, project- en stageverslagen, verantwoordingsverslagen, presentaties of kennistoetsen. Er wordt o.a. beoordeeld op de kwaliteit van het beroepsproduct, de wijze waarop gebruik is gemaakt van de kennis die studenten in relatie tot het project hebben ontwikkeld, de ingezette professionele vaardigheden en de ontwikkelde beroepshouding. In de kennis- en vaardighedenleerlijn wordt gebruikgemaakt van onder andere schriftelijke individuele kennistoetsen, casustoetsen, essays en vaardigheidstoetsen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 31
Bij de coachingsleerlijn draait het om de verwerving van reflectieve vaardigheden. Gehanteerde toetsvormen in deze lijn zijn o.a. het competentieontwikkelplan (COP), portfolio-assessments, feedback, verantwoordings- of reflectieverslagen en voortgangsgesprekken (o.a. met de coach of studieloopbaanbegeleider). Inzage en feedback Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding duidelijke afspraken heeft vastgelegd voor inzage en feedback. Op het tijdig bekend maken van resultaten wordt adequaat gestuurd door de opleiding. De opleiding is voornemens de feedback effectiever te organiseren. De voltijdvariant zal inzage- en feedbackmomenten ruimer inroosteren en deze koppelen aan het lesrooster. Het werkveld als beoordelaar Het werkveld speelt een belangrijke rol bij de toetsing van de stage en bij de afstudeeropdracht. Bij toetsing van de stage maakt de beoordeling van de werkgever verplicht onderdeel uit van het eindcijfer van de student. Bij beoordeling van de afstudeeropdracht geeft de werkgever voorafgaand aan het afstudeergesprek een beoordelingsadvies. In de eindbeoordeling wordt aangegeven in hoeverre het advies van het werkveld is meegenomen en beargumenteerd waarom daarvan is afgeweken. De beoordeling van de werkgever is slechts richtinggevend voor het eindoordeel. De opleiding is eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Bij het afstuderen in het studiejaar 2010-2011 zal er in alle varianten (als pilot) een gecommitteerde aanwezig zijn bij het afstudeergesprek. Bij de deeltijd is dit al gerealiseerd. Bij het afstudeertraject is vanaf het studiejaar 2009-2010 de OAR betrokken om op metaniveau achteraf feedback te geven op de praktijkgerichtheid en het niveau van de afstudeerwerkstukken. Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Het auditteam is van mening dat de opleiding de kwaliteit van het toetsen en beoordelen voldoende borgt. Kwaliteitsborging vindt o.a. plaats door: het houden van studie- en intervisiebijeenkomsten tussen docenten op het gebied van toetsing om ervoor te zorgen dat de toetsprocedures, richtlijnen en beoordelingscriteria op een en dezelfde manier geïnterpreteerd en gehandhaafd worden; regelmatige evaluatie van het toetsbeleid; controle op de uitvoering van de toetsing (het toetsplan) door toetscommissies; het in toenemende mate hanteren van het ‘meer ogen-principe’ bij het opstellen van toetsen en bij het beoordelen van projecten, werkperiode, stage en afstuderen; de opzet en implementatie van een valide en betrouwbaar toetssysteem voor projecten. Wel stelt het auditteam vast dat bij de beoordeling van de afstudeerwerkstukken door middel van een beoordelingsformulier de cijfermatige waardering van gelijke scores (v’tjes) zowel tussen de varianten als binnen één variant verschilt. Hierdoor is onvoldoende inzichtelijk hoe het cijfer tot stand komt. Het auditteam beveelt dan ook aan ten behoeve van alle varianten bij de beoordeling een duidelijke en uniforme weging aan te brengen. Het auditteam heeft in het kader van de toetsing ook een aantal afstudeerwerkstukken beoordeeld. Het auditteam vindt dat de beoordeling aansluit bij de vastgelegde criteria, waarbij de cesuur tussen de beoordeling met een vijf of een zes over het algemeen adequaat wordt gelegd. Wel dient de opleiding naar het oordeel het auditteam op dit punt scherp te blijven. Examencommissie De taken en rollen van de examencommissies zijn duidelijk geoperationaliseerd. De examencommissie ziet toe op de naleving van de Onderwijs- en Examenregeling en beslist bij onduidelijkheden en geschillen. De borging van de kwaliteit van de examinering en toetsing heeft de examencommissie gedelegeerd aan de toetscommissie. Op domeinniveau is sprake van een centrale examencommissie waarin de afdelingsexamencommissies via hun voorzitters zijn vertegenwoordigd. De opleiding BI maakt deel uit van de onderscheiden afdelingsexamencommissies.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 32
Studenten over toetskwaliteit Studenten zijn blijkens de STM 2010 matig tevreden over de toetsing. Voltijd- en duale studenten zijn ontevreden over de inspanningen van de opleiding ten aanzien van het meeliftgedrag en over de kwaliteit van de feedback. Deeltijdstudenten zijn daarover minder ontevreden. De opleiding geeft in de gesprekken tijdens de audit aan dat het voorkomen van meeliftgedrag een aandachtspunt is en blijft. De opleiding neemt actief maatregelen om meeliftgedrag tegen te gaan. Studenten moeten hun individuele bijdrage aan het projectproduct en het projectproces aan kunnen tonen, bijvoorbeeld via een reflectieverslag of een logboek. Docenten zijn alert op meeliftgedrag door bij groepsopdrachten de wederzijdse verwachtingen vast te leggen in een overeenkomst.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 33
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Docenten en beroepspraktijk Het beleid van de opleiding is erop gericht de beroepspraktijk van buiten naar binnen te halen. Het auditteam stelt op grond van de gesprekken tijdens de audit vast dat het onderwijs binnen de opleiding uitgevoerd wordt door docenten die goed op de hoogte zijn van de beroepspraktijk en van de ontwikkelingen daarbinnen. Een deel van het onderwijs wordt verzorgd door freelance docenten, gastdocenten uit de praktijk en docenten met een parttime aanstelling die daarnaast nog werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Bij voltijd heeft 25 procent van het docentencorps recente bedrijfservaring, bij deeltijd, waar veel met freelancers wordt gewerkt, is dat bijna 100 procent en bij duaal 50 procent. Het auditteam heeft de CV’s van docenten ingezien en zag voldoende voorbeelden van docenten die een verbinding kunnen leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Veel docenten zijn actief als zelfstandig managementconsultant, interim- of projectmanager of trainer/coach. Ook publiceren zij in vaktijdschriften (Automatiseringsgids, Informatie, Computable). De opleiding stuurt actief via de gesprekscyclus op de beroepsgerichtheid van docenten, door bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken, docentstages, bijwonen van conferenties (DYA architectuur 2008, Sogeti Business Intelligence 2009, HBO-I docentendag) lidmaatschap van beroepsverenigingen (zoals Nederlands Genootschap van Informatici, Vereniging voor Nederlandse Cognos Business Intelligence) en vak- en beroepsmatige scholingstrajecten. Recente werkervaring of parttime werkzaam zijn in de beroepspraktijk is een van de selectiecriteria bij het aannamebeleid. Docentennetwerk Het auditteam stelt op grond van de bestudeerde CV’s dat docenten een relatienetwerk onderhouden op hun eigen vak- of expertisegebied. Het merendeel van de docenten heeft daarnaast regelmatig en structureel contact met de beroepspraktijk in de vorm van stagebegeleiding en de begeleiding van (afstudeer)opdrachten. Oordeel studenten Uit de onderwijsevaluaties blijkt dat de studenten tevreden zijn over de mate waarin docenten praktijkgericht zijn en beschikken over actuele kennis van de beroepspraktijk. De STM 2010 laat voor de verschillende varianten een score zien van 3.1. tot 3.9. In de gesprekken met de studenten tijdens de audit kwam naar voren dat studenten uit alle varianten zeer tevreden waren over de praktijkgerichtheid en -ervaring van de docenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 34
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Streefcijfers en feitelijke docent-studentratio In het gehele domein wordt per variant dezelfde docent-studentratio gehanteerd. Voor de voltijd is die ratio 1:30, voor duaal 1:33 en voor deeltijd 1:40. De onderbouwing van het afwijkende streefcijfer voor deeltijd is dat deeltijdstudenten kiezen voor de combinatie studie en werk. Het merendeel van de deeltijdstudenten is in staat (en wenst dit ook) om grotendeels zelfstandig te studeren. De opleiding had begin 2010 bij de voltijd een docent-studentratio (exclusief staf) van 1:24, bij de duale variant van 1:36 en bij de deeltijd van 1:40. Het auditteam acht deze ratio voldoende om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te kunnen verzorgen. De opleiding zorgt er ook voldoende voor dat de lessen bij ziekte van een docent worden overgenomen. Personeelsbeleid Het managementteam van het domein stelt jaarlijks op basis van de raming van de studentenaantallen het formatiebudget van de afdeling vast. De opleiding houdt jaarlijks een zogeheten vlootschouw op grond waarvan een beeld kan worden gevormd over de teamsamenstelling qua geslacht, vaste en tijdelijke aanstelling, verdeling van docentfuncties, het opleidingsniveau, de didactische bevoegdheid, beroepservaring en deskundigheid. Mede aan de hand van deze informatie heeft de opleiding voldoende zicht op de vraag in hoeverre de docentformatie voor de komende jaren voldoende is om het opleidingsprogramma (coördinatie, onderwijs, begeleiding) uit te voeren. De opleiding legt de uit te voeren taken per docent jaarlijks vast in de taaktoedeling/jaartaak. Daar waar nodig wordt de taak tussentijds bijgesteld. Alleen de druk om al het werk vervolgens ook goed uit te kunnen voeren, is soms een knelpunt volgens de docenten (zie: ‘Werklast en werkdruk’). Het auditteam is op grond van het vorenstaande van mening, dat de opleiding efficiënt is georganiseerd. Werklast en werkdruk Het auditteam heeft kennisgenomen van de uitkomsten van de Medewerkerstevredenheidsmonitor (MTM) 2008-2009. Hieruit blijkt dat op afdelingsniveau medewerkers ondanks de taaktoedelingssystematiek een (te) hoge werkdruk ervaren. 59 procent van de voltijddocenten en 68 procent van de duale medewerkers gaf aan de werkdruk (te) hoog te vinden. Slechts 29 procent van de deeltijdmedewerkers ervaart een (te) hoge werkdruk. Deze werkdruk wordt vooral toegeschreven aan het feit dat docenten met een relatief grote aanstelling verscheidene rollen hebben en daardoor meerdere taken. De opleidingen BI voltijd en duaal streven ernaar om de werklast te verminderen door spreiding van de belasting per docent door het jaar heen en door clustering van taken (bijv. begeleiding afstuderen, actualiseren curriculuminhoud) en het beleggen daarvan bij meerdere docenten. Ook worden taakverlichtende instrumenten als de SOP-regeling en de 50+-regeling ingezet om de werkdruk te verminderen. In de gesprekken tijdens de audit gaven met name duale docenten aan dat de werkdrukbeleving vooral ging om ‘kleine kwaliteit’ (zoals lestijden, cijferregistratie en roosterperikelen), veroorzaakt door het werk op twee locaties en daardoor twee organisatorische systemen. In het algemeen beveelt het auditteam aan om aan de facilitering hiervan doorlopend aandacht te schenken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 35
Studenten over capaciteitsinzet Studenten zijn over het algemeen tevreden over de persoonlijke aandacht die zij krijgen van docenten en begeleiders en over de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de docenten. Ook in de gesprekken tijdens de audit kwam dit beeld naar voren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 36
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Opleidingsniveau Het domein Economie & Management streeft ernaar dat 5 procent van het personeel een promotietraject volgt, dat 8 procent van de medewerkers gepromoveerd is, dat 90 procent van de docenten een didactische aantekening heeft en dat 85 procent van de medewerkers een hbo- of wo-master heeft. Het percentage docenten met academische achtergrond in de voltijd bedraagt 74 procent, voor de duale en deeltijdvariant is dat 66 procent. De overige docenten hebben een hbo-achtergrond. Vrijwel alle docenten hebben een didactische bevoegdheid, hetgeen ook een van de eisen is om voor een vaste aanstelling in aanmerking te komen. In de gesprekken met het opleidingsmanagement kwam naar voren dat één docent een promotietraject volgt. Uit de CV’s die het auditteam heeft ingezien, blijkt dat de kennis en vaardigheden van alle aspecten van de beroepsuitoefening in het team aanwezig is. Aannamebeleid Het auditteam heeft kunnen constateren, dat de opleiding in haar aannamebeleid kwaliteitseisen stelt aan haar personeel en dan niet alleen in termen van opleiding en scholing (vak- en disciplinekennis), maar uitdrukkelijk in termen van onderwijskundige en/of organisatorische expertise, competenties en werkervaring. Nieuwkomers dienen, indien nodig, een algemene cursus Didactiek te volgen. Ook ontvangen zij het ‘Informatieboekje nieuwe collega’s’ met voor hen alle relevante informatie over de opleiding. Het inwerken wordt in het eerste jaar gefaciliteerd in tijd. Scholing De afdeling heeft een budget voor scholing en stelt jaarlijks een scholingsplan op. Binnen de opleiding vindt individuele scholing plaats op verzoek van de docent of van het opleidingsmanagement op basis van evaluatieresultaten of functioneringsgesprekken. Daarnaast organiseert de opleiding teamscholing in casu teamstudiedagen waarop specifieke scholing aan de orde komt. Denk aan didactische onderwerpen, certificeringstrajecten voor assessoren, toetsbeleid en een digitale portfolio. Voor het studiejaar 2010-2011 wordt aandacht geschonken aan timemanagement. Voorts bezoeken docenten (internationale) congressen, houden zij de vakliteratuur bij en wonen bedrijfs- en netwerkdagen bij. In samenwerking met het centrum voor nascholing (CNA) organiseert het kenniscentrum DEM een cursus onderzoeksvaardigheden voor docenten die zelf onderzoek doen. In de cursus komen alle vaardigheden aan bod die nodig zijn om de empirische cyclus goed uit te voeren. De cursus wordt gegeven aan de hand van de eigen onderzoeksactiviteiten. Hieraan nemen ook enkele BI-docenten deel. Het auditteam heeft uit de gesprekken met docenten opgemaakt dat de opleiding de scholingswensen van docenten niet structureel vastlegt in een opleidingsscholingsplan. Het auditteam beveelt aan dat wel te doen. Borging kwaliteit personeel Binnen de opleiding spelen teamopbouw en teamontwikkeling in de betekenis van lerende organisatie een rol. De voltijd en duale variant kennen één docententeam. De deeltijdopleiding werkt veelal met freelancedocenten. In deze variant wordt nadrukkelijk aandacht geschonken aan groepsbinding. Hierbij spelen de kerndocenten een belangrijke rol.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 37
Het CROHO-beraad speelt als linking pin tussen de verschillende afdelingen een belangrijke rol bij de teamopbouw en de afstemming binnen één CROHO geregistreerde opleiding. Het auditteam heeft met waardering kennis genomen van samenwerking in teamverband door onder andere inhoudelijke afstemming, uitwisseling van ervaringen en good practices en uniformering van gezamenlijke processen. Dit geldt in het bijzonder voor het vooral uit freelancers bestaande docententeam van de deeltijdopleiding. Wel beveelt het auditteam de opleiding aan deze samenwerking en uitwisseling – mede vanuit het oogpunt van onderwijsontwikkeling –ook tussen de onderscheiden varianten verder vorm te geven. Studenten over kwaliteit personeel Studenten zijn over het algemeen tevreden over de docenten en zijn van mening dat de docenten beschikken over voldoende inhoudelijke en didactische kwaliteiten, zo blijkt uit de verschillende evaluaties. Ook de afgestudeerden zijn tevreden over de inhoudsdeskundigheid en de didactische vaardigheden van docenten, zo blijkt uit de HBO-Monitor 2008. Het auditteam stelt op grond van de gesprekken en de verstrekte informatie tijdens de audit dat de opleiding in alle varianten beschikt over (vak)inhoudelijke bekwame en zeer bij de opleiding betrokken docenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 38
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen.
Overwegingen Huisvesting De opleiding is gehuisvest op twee locaties, te weten Leeuwenburg (deeltijd en duaal) en Fraijlemaborg (voltijd). Op beide locaties staat er een goed geoutilleerd onderwijsgebouw met onderwijsruimtes die geschikt zijn voor diverse interactieve werkvormen, collegezalen en stilteruimtes. Voor de docenten is er al naar gelang de omvang van de aanstelling, een eigen werkplek of een gedeelde werkplek beschikbaar. Er zijn op dit moment onderzoeken gaande naar de verbetering en uitbreiding van de huisvesting van de opleidingen op met name de Leeuwenburg-locatie. Uitgangspunt is de schaarste aan ruimte, die naar verwachting tot na de verhuizing naar de Amstelcampus – voorzien in 2015 – zal aanhouden, op te vangen. Ict Het auditteam heeft geconstateerd dat er voldoende computers beschikbaar zijn op beide locaties waar studenten onder andere toegang hebben tot relevante softwareprogramma's en het e-learningplatform BSCW. Tevens kunnen studenten en docenten van huis uit inloggen op hun digitale onderwijsomgeving. Op Leeuwenburg zijn de voorzieningen voor studenten de afgelopen jaren verbeterd (studielandschappen, draadloos netwerk, laptops). Op Fraijlemaborg is een ict-rijke omgeving gecreëerd, met een SAP-practicum (bedrijfssimulatie), draadloos netwerk en een grote computerdichtheid. Mediatheek/ bibliotheek Beide locaties hebben een mediatheek met een uitgebreide collectie boeken, tijdschriften en cdroms. De mediatheken van de HvA werken samen en steken veel energie in het toegankelijk maken van informatie (bijvoorbeeld door het samenstellen van themagidsen). De HvA is geabonneerd op landelijke databanken die medewerkers en studenten via internet kunnen raadplegen. Studenten en docenten over voorzieningenniveau Studenten en docenten zijn blijkens de uitkomsten van het STM 2010 tevreden over de materiele voorzieningen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 39
Facet 4.2. Studiebegeleiding De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studiebegeleiding De opleiding beschikt over een studiebegeleidingsprogramma dat op de verschillende varianten is aangepast. Voltijd Binnen de voltijdopleiding werken verschillende studiebegeleiders: De studieadviseur is het eerste aanspreekpunt voor informatie en advies over planning, voortgang, problemen en vertraging van de studie van een student. De studieadviseur neemt, als de studieresultaten daartoe aanleiding geven, ook zelf contact op met de student voor een gesprek. In het eerste studiejaar is de begeleiding actief: de studieadviseur roept de student op voor een voortgangsgesprek. Studenten kunnen daarnaast zelf op ieder moment een afspraak maken met de studieadviseur. Die verwijst studenten met problemen op het persoonlijke vlak door naar de decaan. Naarmate de studie vordert, ligt het initiatief voor de gesprekken bij de student. De coach is de begeleider van de verschillende studentengroepen en dagelijks aanspreekpunt. Hij bewaakt de voortgang van de student en verwijst zo nodig door naar de studieadviseur. De coaching is gekoppeld aan de lessen Persoonlijke Ontwikkeling (PO). In het derde jaar krijgt de student vanuit de opleiding begeleiding van een stagebegeleider. Op de stageplekken is er een praktijkbegeleider. De stagebegeleider heeft regelmatig contact met de praktijkbegeleider over de studievoortgang van de student. In het laatste jaar coacht de afstudeerbegeleider de student bij de voortgang van het afstudeerproces en heeft de student nog een aantal individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider rondom studievoortgang en competentieontwikkeling. De opleiding heeft een start gemaakt met het aanscherpen van de coachingsleerlijn in het kader van het project ‘Sturen op Studiesucces’ (SoS). Het betreft hier vooral de groep langstudeerders. In de gesprekken tijdens de audit geven studenten aan dat de stagebegeleiding meer geïntensiveerd zou kunnen worden. Wel zeiden zij aan dat sinds het studiejaar 2009–2010 er sprake is van een vroegtijdig contact tussen de stagebegeleider en het stageverlenende bedrijf, wat bijdraagt aan een betere voorbereiding door de student. Deeltijd Studenten kunnen voor vragen en problemen met betrekking tot hun studievoortgang terecht bij de studieadviseur. Ook is er enkele uren per week een studiebegeleider actief. Gezien de doelgroep legt de opleiding het initiatief voor het raadplegen van de studieadviseur of -begeleider bij de student zelf. Studenten waren tijdens de audit hier tevreden over. Ook waren zij van oordeel dat studievoortgangsproblemen goed bespreekbaar zijn, waarbij docenten zich oplossingsgericht en actief opstellen. Deeltijdstudenten ontwikkelen hun competenties tijdens het programma ‘Persoonlijke Professionalisering’ (PP). Doel is het ontwikkelen van competenties via de werkervaring en het aantonen van deze ontwikkeling via een portfolio en assessment. Dat is een inhoudelijke doelstelling.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 40
Zij worden hierin begeleid door een trainer. Deze trainer verwijst de student in voorkomende gevallen door naar de studiebegeleider of naar de decaan. Duaal Binnen de duale variant is studiebegeleiding vormgegeven in de coachingsleerlijn. De duale student heeft gedurende de hele studieduur dezelfde coach. In de instelling (de werkplek van de duale student) begeleidt de praktijkbegeleider de student. In de afstudeerfase krijgt ook de duale student een afstudeerbegeleider. Begeleiding afstuderen Uit de gesprekken met docenten en studenten blijkt dat gedurende een aantal jaren de beschikbare begeleidingstijd bij afstudeerprojecten twintig uur bedraagt. Het auditteam acht dit aantal uren aan de (te) lage kant, in aanmerking genomen dat de eisen ten aanzien van het afstuderen in de afgelopen periode aanzienlijk zijn aangescherpt door onder andere de aandacht voor de onderzoekscomponent. Ook docenten gaven aan dit aan de te krappe kant te vinden. Hierdoor is nauwelijks ruimte voor locatiebezoek. Het auditteam adviseert de opleiding derhalve het aantal begeleidingsuren ten behoeve van het afstuderen te verruimen. Informatievoorziening Studenten worden op een adequate wijze geïnformeerd over het opleidingsprogramma, de begeleiding en de studievoortgang via intranet (nNET), de digitale studiegids, BSCW (met name voor informatie tijdens projecten), de OER en de opleidingscommissie. Bij deeltijd en duaal wordt, sinds het studiejaar 2009-2010, gewerkt met de elektronische leeromgeving Studynet. Alle onderwijsmaterialen voor de opleidingen zijn hier terug te vinden. Via een persoonlijke inlogcode hebben studenten toegang tot de eigen studieresultaten in het studievoortgangsregistratiesysteem op intranet (nNet). Studenten over de studiebegeleiding en informatievoorziening Uit de onderwijsevaluaties en de STM 2010 blijkt dat studenten over het algemeen tevreden zijn over de studiebegeleiding. Voor deeltijdstudenten leeft het begrip studieloopbaanbegeleiding niet echt. Wel waren zij tevreden over de begeleiding in het algemeen. In de gesprekken met deeltijdstudenten werd dit beeld bevestigd. Hoewel alle informatie aanwezig is, blijkt uit signalen van docenten en studenten dat die soms nog moeilijk vindbaar is. Het betreft hier vooral de ‘kleine kwaliteit’, zoals het tijdig aanleveren van tentamen- en roosterinformatie op intranet. Er zijn inmiddels maatregelen getroffen om een eenduidiger informatiestructuur op intranet aan te bieden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 41
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatieresultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Kwaliteitsbeleid De interne kwaliteitszorgcyclus van de opleiding volgt – volgens HvA-beleid – de jaarlijkse Planning- en Controlcyclus met resultaatgericht management als besturingsfilosofie, de resultaten- en activiteitenplannen als planningsinstrument en de domeinrapportages en afdelingsrapportages als verantwoording. In de externe kwaliteitszorgcyclus volgt de opleiding een zesjarige cyclus, die bestaat uit opeenvolgende interne audits en externe visitaties. Zo is er bij de opleiding in mei 2009 een interne audit uitgevoerd. Het auditteam is van mening dat het kwaliteitsbeleid duidelijk is beschreven. Het ‘Kwaliteitsbeleidplan Gewoon Goed’ en het ‘Kwaliteitshandboek’ bevatten het beleidskader, de opzet van de evaluatiesystematiek, de doelstellingen en streefcijfers, de evaluatieprocedures en de instrumenten waarmee geëvalueerd wordt. Op domeinniveau zijn in het domeinconvenant afspraken tussen de domeindirectie en het CvB over kritische prestatie-indicatoren en bijbehorende streefwaarden vastgesteld Evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding beschikt over een ruim aantal instrumenten voor het evalueren van de opleiding en dat zij deze instrumenten ook regelmatig inzet. De volgende evaluaties worden o.a. gebruikt: Instroomtevredenheidsmonitor (ITM) Studenttevredenheidsmonitor (STM); Medewerkerstevredenheidsmonitor (MTM); Alumnitevredenheidsmonitor (ATM) tot 2007; HBO-Monitor sinds 2008; Werkgeverstevredenheidsmonitor (WTM); Exit-tevredenheidsmonitor (ETM). Naast bovenstaande evaluaties gebruikt de opleiding ook een eigen aanvullende set van evaluatie-instrumenten, namelijk instrumenten voor module-, stage-, afstudeer- en minorevaluaties. Ook zijn er overlegmomenten met de stakeholders (OAR, opleidingscommissie en docententeam). Na ieder onderwijsblok worden met ondersteuning van de stafafdeling Onderwijs en Kwaliteit evaluaties uitgezet onder studenten. De opleiding informeert docenten en studenten via intranet over aanstaande evaluaties. Voor het verkrijgen van een zo hoog mogelijke respons onderneemt de opleiding acties via intranet, informatieborden en herinneringsmails. Ook wijzen docenten en coaches studenten op het belang van de evaluaties. Ondanks deze inspanningen bestaat bij de studenten een lage waardering voor het aspect kwaliteitszorg, waardoor de betrouwbaarheid van de uitkomsten in het geding komt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 42
De opleiding tracht de respons op de evaluaties te verhogen door de evaluatie-uitkomsten van het vorige blok bekend te maken tijdens de kick-off van het volgende blok. Hierdoor wordt eveneens zichtbaar op welke wijze is geëvalueerd en wat er met de resultaten wordt gedaan. Bij duaal en deeltijd vinden regelmatig zogenoemde focusgesprekken plaats, waarin de uitkomsten van de evaluaties worden besproken. Studenten over de evaluatiepraktijk van de opleiding Uit de STM 2010 blijkt dat de studenten vinden dat er voldoende evaluaties worden gehouden. De studenten geven in de evaluaties echter een lage waardering voor het aspect kwaliteitszorg. Vooral het onderdeel ‘informatie uitkomsten evaluaties’ scoren laag. De oorzaken kunnen worden gezocht in de hoeveelheid evaluaties en/of in de terugkoppeling van genomen verbeteracties. Beide punten zijn onder de aandacht gebracht bij de stafafdeling Onderwijs & Kwaliteit. De opleiding zoekt gericht naar oplossingen, o.a. door de opleidingscommissie hierbij te betrekken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 43
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Verbeterbeleid Op grond van de gesprekken tijdens de audit stelt het auditteam vast dat de opleiding een adequaat verbeterbeleid voert. De opleiding onderneemt actie indien uit evaluaties blijkt dat niet aan de gestelde kwaliteitscriteria/streefnormen is voldaan of wanneer er sterke signalen vanuit studenten, docenten of het werkveld komen over gewenste verbeteringen. Studenten bevestigden in de gesprekken tijdens de audit dat de opleiding serieus omgaat met hun opmerkingen. Het verbeterbeleid van de varianten is inzichtelijk via de (afdelings)R&A-plannen. In elk van de R&A-plannen wordt een analyse gegeven van de bereikte resultaten over het voorafgaande studiejaar (mede gebaseerd op evaluatieve gegevens), worden de prioriteiten voor het betreffende studiejaar gegeven en worden de concrete acties uitgezet t.b.v. de realisatie van de prioriteiten (mede gebaseerd op kwantitatieve doelstellingen). Hieronder enkele voorbeelden van genomen/te nemen verbetermaatregelen: De opleiding heeft, als reactie op de verbetersuggestie van de interne auditcommissie, de positionering van de opleiding ten opzichte van het landelijk opleidingsprofiel ICT nader geprofileerd waarbij de brugfunctie tussen bedrijfskunde en informatica meer explicieter is gemaakt (zie ook facet 1.1.) en de procedure en beoordeling van het eindniveau van de afstudeeropdrachten is verbeterd. De opleiding gaat, als reactie op de adviezen van de accreditatie in 2005, door middel van het project ‘Sturen op Studiesucces’ (SoS), onderzoek doen naar mogelijkheden om het studiesucces te verbeteren en de studie-uitval te verminderen. In reactie op de adviezen van de accreditatiecommissie in 2005 heeft de opleiding de internationale oriëntatie in het curriculum vormgegeven en is er een internationaal semester in ontwikkeling. Als reactie op de verbetersuggestie van de interne auditcommissie heeft de opleiding in de duale en deeltijdvariant de individuele leerroutes geoptimaliseerd door versnellingsmogelijkheden in te bouwen. Naar aanleiding van de evaluaties en panelgesprekken zijn een aantal inhoudelijke aanpassingen aangebracht, zoals structurele aandacht voor programmeren en voor implementatie door het onderbrengen in een apart vak. Verder is op suggestie van de opleidingscommissie de stagebegeleiding meer geïntensiveerd. Functioneren klachtenregeling Voor meer fundamentele klachten kunnen studenten gebruikmaken van de klachtenprocedure. Studenten geven tijdens de audit aan dat ze voor ‘kleine klachten’ terecht kunnen bij de studieadviseur, de opleidingsmanager of docenten. Beheer van de verbetercyclus Zoals al onder facet 5.1. is vermeld, is in het ‘Kwaliteitshandboek’ duidelijk vastgelegd wie verantwoordelijk is voor een bepaald kwaliteitsgebied en ervoor zorgt dat evaluatieresultaten worden geanalyseerd, verbeteringen worden uitgevoerd en de uitvoering van de maatregelen worden gemonitord. Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding de PDCA-cyclus doorloopt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 44
Een aandachtspunt ligt bij het consistent bewaken of de ingevoerde verbetermaatregelen ook daadwerkelijk tot verbeteringen leiden. In samenwerking met de opleidingscommissie wordt in de voltijdvariant een platform ingericht waarop evaluatieresultaten en acties worden vermeld. Oordeel studenten. Over het algemeen vinden de studenten met wie het auditteam heeft gesproken, dat door de opleiding merkbaar gewerkt wordt aan verbeteringen die zij aangeven.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 45
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen De opleiding koppelt evaluatieresultaten en genomen verbetermaatregelen terug aan zowel docenten als studenten. De terugkoppeling geschiedt mondeling (in teambesprekingen) en schriftelijk (intranet, nieuwsbrieven). Docenten kunnen het management gevraagd en ongevraagd adviseren over knelpunten. In iedere variant worden de rapportages besproken met de opleidingscommissie (OC). De OC komt viermaal per jaar bijeen met het opleidingsmanagement. Hierbij worden de evaluatieresultaten en de onderscheiden R&A-plannen besproken. De OC wijst mogelijke oorzaken van knelpunten aan en adviseert verbetermaatregelen. Uit de notulen van de OC-vergaderingen die het auditteam heeft ingezien blijkt dat de opleiding beschikt over een actieve OC. Alumni kunnen lid worden van de alumnivereniging en krijgen algemene informatie over de hogeschool via het alumniblad Hesprit. Alumni worden intensief bij de opleiding betrokken (gastdocentschappen, stage- en werkplekken). Onlangs is er een alumnicoördinator aangesteld. Het domein is bezig het alumnibeleid nader vorm te geven. Er is een alumniwebsite op LinkedIn en afstudeerders worden aangespoord zich daarbij Linkedln aan te sluiten. De opleiding overlegt ten minste tweemaal per jaar met de OAR (zie o.a. facet 1.1.). Van structurele terugkoppeling van de evaluatieresultaten en verbetermaatregelen naar het beroepenveld en de alumni is (nog) geen sprake. Evaluaties worden teruggekoppeld en krijgen follow-up, maar die follow-up zou beter gecommuniceerd kunnen worden, al was het maar om evaluatiemoeheid te voorkomen. Studenten en docenten over kwaliteitscultuur Uit de studentevaluaties blijkt dat de studenten kritisch zijn over de mate waarin ze met hun klachten en wensen bij de opleiding terechtkunnen. Uit de gesprekken tijdens de audit blijkt dat de studenten voldoende mogelijkheden ervaren om problemen aan de orde te stellen. Medewerkers geven in de Medewerkerstevredenheidsmonitor aan over het algemeen genoeg te worden betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleiding en hierover voldoende te worden geïnformeerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 46
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Afsluitende toetsing Domeinbreed zijn er heldere richtlijnen ontwikkeld die het hbo-niveau van de opleidingen garandeert. Daarvan afgeleid zijn richtlijnen voor de beoordeling van de afstudeeropdrachten ontwikkeld en is een afstudeerprocedure opgesteld. Deze richtlijnen en procedure zijn in de afstudeerhandleidingen opgenomen. De eisen die aan een afstudeeropdracht worden gesteld, zijn als volgt. Een afstudeeropdracht: past binnen het opleidingsprofiel. Vanuit BI wordt de eis gesteld dat de opdracht zowel een bedrijfskundige als een ict-gerelateerde component heeft; resulteert in een beroepsproduct op strategisch/tactisch niveau (incl. beleidsadvies); is van complexe aard; bevat een praktijkgericht onderzoek; wordt uitgevoerd in een bedrijf (voltijd) of op de werkplek (deeltijd en duaal). De beoordelingscriteria richten zich o.a. op de probleemstelling, het plan van aanpak, het praktijkgericht onderzoek, het theoretisch kader, de innovatieve kracht, de rapportage en de verdediging. De afstudeeropdracht wordt in principe uitgevoerd tijdens het tweede semester van het vierde jaar. De afronding van werkperiode 3 (duaal) en van de Persoonlijke Professionalisering (deeltijd) maken ook deel uit van het afstuderen. Onderdeel van de procedure is dat er altijd een medebeoordelaar is en dat ook van een bedrijfsbegeleider of opdrachtgever een adviserend oordeel wordt gevraagd. De voltijdstudenten sluiten het afstudeertraject af met een presentatie en een verdediging. De duale studenten krijgen een portfolio-assessment van werkperiode 3 en combineren dit doorgaans met het afstudeergesprek. Deeltijdstudenten krijgen een beoordeling van hun beroepsproduct en gaan bij een voldoende op voor het portfolio-assessment van de Persoonlijke Professionalisering. Borging eindniveau Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding op voldoende wijze borgt dat elke student het gewenste eindniveau bereikt. Deze borging vindt als volgt plaats.
De begeleiding: de afstudeervoorstellen worden vooraf door de stage- & afstudeercommissie op geschiktheid en niveau beoordeeld en er vindt nog een controle plaats van het gewenste niveau van de afstudeeropdracht bij de beoordeling van het plan van aanpak door de begeleidende docent. Daarna legt de student regelmatig concepten van zijn rapport voor aan de begeleidende docent tijdens voortgangsgesprekken. De betrokkenheid van het beroepenveld: bij de deeltijdvariant is een gecommitteerde aanwezig zijn bij het afstudeergesprek. In de voltijd- en duale variant zal dit in het studiejaar 2010-2011 worden ingevoerd. Van het studiejaar 2009-2010 worden afstudeeropdrachten steekproefsgewijs achteraf voorgelegd aan de OAR om op metaniveau feedback te geven op de praktijkgerichtheid en het niveau van de afstudeerwerkstukken. Het auditteam heeft kennisgenomen van de uitkomsten van deze beoordeling.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 47
De beoordeling is te beschouwen als kritisch opbouwend. Het auditteam acht deze wijze van beoordeling een adequate bijdrage aan de vaststelling van het eindniveau. Het ‘meer ogen-principe’: voor de afstudeerfase wordt het ‘zes ogen-principe’ toegepast. De beoordelaars functioneren in het eindgesprek als investeerders in het project. Zij hebben ieder hun eigen oordeel. Eindassessment: besloten is om vanaf het studiejaar 2010-2011 het afstudeersemester te wijzigen en onder meer de opleiding af te sluiten met een eindassessment, gekoppeld aan de afstudeeropdracht.
Oordeel auditteam over gerealiseerd niveau Het auditteam heeft voorafgaande aan de audit ook zelf steekproefsgewijs een aantal afstudeerwerkstukken van de afgelopen studiejaren beoordeeld. Hoewel deze van wisselend niveau waren, is het auditteam van mening dat de studenten hierin aantonen dat zij zeker het hbodenkniveau hebben, dat van een startende beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Wel zou naar het oordeel van het auditteam een meer uniforme en daardoor inzichtelijke weging van de beoordeling gewenst zijn (zie ook facet 2.8.). Het auditteam vindt de afstudeeronderwerpen over het algemeen actueel en bruikbaar voor de praktijk. Ze zijn vooral gericht op de raakvlakken tussen de bedrijfskundige en de ictcomponent. Deeltijdstudenten kiezen veelal voor onderwerpen die een combinatie zijn van ict en verandermanagement. De opzet van het onderzoek is in de meeste gevallen helder. De probleemstelling is in deelvragen geformuleerd. De meeste werkstukken laten een duidelijke opbouw zien en er is een duidelijke samenhang tussen probleemstelling, hoofdvraag en deelvragen. Wel zou in sommige werkstukken meer aandacht gegeven kunnen worden aan de theoretische onderbouwing en de methodologische verantwoording. Dit geldt ook voor een nadrukkelijkere aandacht voor een beschrijving van het procesverloop, waarin een duidelijke samenhang met de probleemstelling uit het plan van aanpak kan worden gelegd. Met een meer structurele inbedding van de onderzoeksleerlijn verwacht het auditteam dat in toekomstige afstudeeropdrachten op deze punten verbetering te zien zal zijn. Er wordt gebruikgemaakt van relevante literatuur. De meeste werkstukken zijn volgens het auditteam goed leesbaar, maar aandacht voor spelling en taalgebruik blijft nodig.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 48
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers Per studiejaar worden streefcijfers geformuleerd en opgenomen in het R&A-plan van de opleiding. De streefcijfers voor rendement passen binnen de algemene norm van het domein Economie & Management. Er zijn streefcijfers voor de onderwijsvraagfactor, het propedeuserendement na twee jaar en het hoofdfaserendement na vier jaar. Op domeinniveau zijn daarnaast aanvullende streefcijfers vastgesteld voor het propedeuserendement na één jaar, blokrendement propedeuse en hoofdfase, percentage uitval met propedeuse na vijf jaar en landelijke vergelijking studie-uitval na drie jaar. Uitkomsten Het auditteam stelt vast dat met name de voltijdvariant een laag propedeuserendement na twee jaar (zie Bijlage II) laat zien en daarmee onder de gemiddelde domeinscores van deze afdelingen valt. De deeltijd- en duale variant laten over het algemeen een rendement zien dat boven de gemiddelde domeinscore ligt. Uit de gesprekken met voltijdstudenten komt naar voren dat de uitval in het begin van de studie substantieel is. Deze uitval beïnvloedt het propedeuserendement in negatieve zin. Wat betreft het studiesucces na vier jaar in de hoofdfase bij voltijd stelt het auditteam vast dat sprake is van een dalende tendens: het rendement ligt ver onder het domeingemiddelde. Duaal en deeltijd laten ook een licht dalende tendens zien, waarbij met name duaal onder het de norm komt. Zes jaar geleden maakte de NVAO zich met name zorgen over de zeer lage rendementen van de deeltijdopleiding. In de afgelopen jaren bevinden de scores voor deze variant zich rondom de norm. Analyse en verbetermaatregelen Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding de rendementscijfers analyseert en waar nodig verbetermaatregelen treft. Uit de gesprekken met het opleidingsmanagement tijdens de audit komt naar voren dat de opleiding hier serieus aandacht aan schenkt. Enkele voorbeelden van acties zijn: In de voorlichting wordt helder uiteengezet wat de opleiding inhoudt (verwachtingenmanagement). Hierbij zal de nadruk liggen op het BI-profiel van de opleiding, zodat studenten die teveel zijn gericht op ict vroegtijdig een andere keuze kunnen maken. Ook wordt de begeleiding van eerstejaars studenten in het vak ‘persoonlijke ontwikkeling’ geïntensiveerd. Bij de voltijdvariant is een start gemaakt met het voeren van intakegesprekken. Mocht de student niet op de ‘juiste plek’ terechtkomen, dan heeft hij tijdens de propedeuse nog de mogelijkheid om zich goed te oriënteren op het volledige aanbod van economische studies binnen de HvA en om – indien gewenst – over te stappen. Via het zogenoemde rotondesysteem kunnen studenten na het eerste, tweede of vierde semester flexibel overstappen naar resp. een andere opleiding of variant binnen het gehele domein of binnen het cluster, of naar een andere opleidingsvariant van de eigen opleiding. Vanaf studiejaar 2011-2012 zal in het kader van het SoS-project het traject om het aantal langstudeerders (vijf jaar of langer ingeschreven) terug te brengen, worden geïntensiveerd. De studieadviseur gaat hiertoe persoonlijk het gesprek aan met alle langstudeerders. Met extra aandacht, lessen en begeleiding wordt de groep langstudeerders in staat gesteld om af te studeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 49
Daarnaast is een domeinbreed introductieprogramma voor propedeusestudenten geïmplementeerd om meer binding tussen studenten onderling te creëren (voorkomen van uitval door sociale integratie). Zo is er voor de voltijd eerstejaars van de BI-opleiding een introductieweek en zijn er voor duale studenten netwerkbijeenkomsten waarbij ouderejaarsstudenten studenten bij de voorbereiding van hun werkperiode nader infomeren. Ook wordt er meer input gegeven aan de coaches om via studiebegeleiding tot rendementsverbeteringen te komen. Als onderdeel van het SoS-project wil de voltijd- en duale variant vanaf studiejaar 2010-2011 gaan werken met gedifferentieerde begeleiding en een gedifferentieerd aanbod van deficiëntieprogramma’s.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 50
6.
OORDEELSCHEMA Bedrijfskundige Informatica voltijd
Onderwerp / Facet 1. Doelstellingen opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatieresultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Oordeel V V V V V V V G V G V G V V1 G V G V2 G V V V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
1 2
V
V
Extra aantekening ‘goed’ Extra aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 51
Bedrijfskundige Informatica deeltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
V V V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V V G V G V G V
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
V
V
V3 G V G V4
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
G V
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatieresultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
3 4
V
V
V
Extra aantekening ‘goed’ Extra aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 52
Bedrijfskundige Informatica duaal
Onderwerp / Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor hbo
V V V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V V G V G V G V
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatieresultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
V
V
V5 G V G V6 G V V V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
V
Samenvattend oordeel
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, verzorgd door Hogeschool van Amsterdam, CROHO-nummer 34404, in al haar varianten en locaties te accrediteren.
5 6
Extra aantekening ‘goed’ Extra aantekening ‘goed’
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 53
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 54
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 55
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 56
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Programma Audit bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica Hogeschool van Amsterdam – 30 september 2010 Locatie Leeuwenborg,
Lokaal
Tijd
A.12.20
08.3009.00
A 12.20
09.0009.15
Gesprekspartners
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam
Voorbespreking
Managementteam /ontvangst Louis Bonder Voltijd Toine van den Dries Duaal Glenn Rijssel Deeltijd
Auditteam
Kennismaking Definitieve vaststelling programma
09.1510.00
Managementteam Louis Bonder Voltijd Toine van den Dries Duaal Glenn Rijssel Deeltijd
Auditteam
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld Internationalisering Lectoraat / onderzoek Personeel Deskundigheidsbevordering Studieloopbaanbegeleiding Rendementen Kwaliteitszorg Resultaten
10.0010.45
Kerndocenten/coördinatoren
Auditteam
Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Aansluiting instroom en programma Aansluitprogramma mbo Studeerbaarheid, studielast, contacturen Minoren Praktijkcomponent/stages Onderzoekscomponent Kenniscentrum Onderwijsontwikkeling Internationalisering
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
Auditteam
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Materiele voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding
Marion Jacques Deeltijd Peter Odenhoven Duaal Bert Dasselaar Voltijd
10.45– 11.00
Interne terugkoppeling
11.00– 11.45
Docenten Voltijd Dolf Hertzberger Corry Hopmans Jetty van der Meulen Sjaak Tool David van Dijk Bert Dasselaar
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 57
Lokaal
Tijd
Gesprekspartners
Auditoren
Onderwerpen
11.45– 12.30
Docenten Duaal Peter Odenhoven Ted van Gaalen Elmer Hoeksema Corry Hopmans Yolanda Hendriksen
Auditteam
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Materiele voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding
12.30– 13.00
Lunch
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
13.0013.30
Rondleiding voorzieningen
Auditteam
Bezoeken college Minor Business Intelligence
13.30– 14.00
Studenten Voltijd Ivar Vinkenborg 2e jaars Nando van Beek 2e jaars Alwin Dijkstra 1e jaars Jorge Liauw-a-Joe 3e jaars Simon Janssen 4e jaars Marvin Plugge 1e jaars Bart den Blanken 4e jaars
Auditteam
Studiebegeleiding Toetsen en beoordelen afstuderen Onderzoekscomponent Relatie eindkwalificaties en programma Resultaten / rendementen Stage Bedrijfsbegeleider
14.0014.30
Studenten Duaal Mick de Blok prop Frank Gieling prop Christiaan Verhoef 2e jaars Linda Pieron Prop 2e jaars Barry ten Veen 3e jaars Martijn Lijten 3e jaars Mohamed Akthar 4e jaars Ruben Houtenbos 4e jaars Jon Butter 4e jaars
Auditteam
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Onderzoekscomponent Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
14.3014.45
Verificatie documenten
Auditteam
Interne terugkoppeling
14.4515.30
Docenten Deeltijd Peter Laan Annet Miltenburg Marion Jacques Theo de Jager Randy Bundel Wiebe de Witte Corry Hopmans
Auditteam
Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Materiele voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding
15.3016.00
Studenten Deeltijd Allard Swart 2e jaars Cynthia Lew 3e jaars Yvonne van Baaijen 3e jaars Michelle Wester 4e jaars Edward Berendsen 4e jaars
Auditteam
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Onderzoekscomponent Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 58
Lokaal
Tijd 16.0016.45
Gesprekspartners Verificatie/Pending issues
Auditoren Auditteam
16.4517.45
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
17.4518.00
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam
Onderwerpen Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling Terugkoppeling voorlopige beoordeling
Auditteam: Drs. W.G. (Willem) van Raaijen (voorzitter, senior adviseur Hobéon Certificering) Prof. J. (Jan) Roos (werkvelddeskundige) Dr. Ir. K.A.M. (Karel) Lemmen (vakdeskundige) M.J. (Michiel) Castelein (studentlid) Mr. T. (Ton) Vis (secretaris)
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 60
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Studenten voltijd
deeltijd
duaal
126
163
125
2009
50
38
24
2008
37
35
27
2007
44
43
28
2006
30
28
23
Vooropleiding studenten
mbo-4:50%
mbo-4: 31,6%
mbo-4: 58,3%
havo: 46%
havo: 15,8%
havo: 29,2%
vwo: 2,0%
vwo: 21,1%
vwo: 12,5%
ho:-
ho:-
ho:-
overig: 2,0%
overig: 31,6%
overig:-
Aantal studenten 2009
Instroom studenten
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
19 (voltijd) 13 (duaal) 8 (deeltijd)
Aantal fte per variant (exl. Freelancers en tijdelijke contracten
4,36
0,81
3,15
Aantal fte per variant (incl. Freelancers en tijdelijke contracten
0,51
1,21
-
Docent-studentratio per variant
1:24
1:36
1:40
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk/recente beroepservaring
0/14
7/8
0/9
Aantal docenten met een masteropleiding
10 (voltijd/duaal)
8
10 (voltijd/duaal)
-
-
-
-
-
0,2
Aantal docenten met een Phd
Aantal fte in kenniskringen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 61
Rendementsgegevens Diplomarendement in aantallen en %
voltijd
deeltijd
duaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
cohort 2003
11
57,9
15
39,5
25
62,5
cohort 2004
8
53,3
10
48,0
22
66,7
cohort 2005
6
42,9
25
41,9
8
36,4
Propedeuserendement in aantallen en %
voltijd
deeltijd
duaal
aantal
%
aantal
%
aantal
%
cohort 2003
11
40,7
14
51,9
12
37,5
cohort 2004
14
66,7
15
65,2
19
71,4
cohort 2005
14
51,9
34
70,6
16
50,0
cohort 2006
9
30,0
15
53,6
14
60,9
cohort 2007
19
45,5
20
46,5
20
71,4
Contacturen Definitie: het aantal in het rooster opgenomen lesuren per week gedurende lesweken.
contacturen
voltijd
deeltijd
duaal
e
21
6
16
e
19
6
16
e
16
6
16
e
13
6
13
1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 62
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN
W. G. (Willem) van Raaijen Willem van Raaijen treedt sinds 2004 veelvuldig op als lead-auditor van auditpanels in het kader van accreditaties in het hoger onderwijs. Daardoor heeft hij een grote kennis van het hbo en het terrein van kwaliteitszorg. Van Raaijen, van oorsprong Neerlandicus, was jarenlang aan het middelbaar onderwijs verbonden als rector. Voordat hij overstapte naar Hobéon werkte hij als manager opleiding & training van een grote holding en was hij als consultant ‘public search’ werkzaam binnen de onderwijswereld, bij ministeries en gemeentes en bij organisaties die opereren op het snijvlak publiek en privaat zoals onderzoeksinstellingen en omroepen. Bij Hobéon houdt Van Raaijen zich bezig met organisatieadvies, marktonderzoek, accreditatie hoger onderwijs en certificering. Als partner heeft hij Hobéon SKO, de werkmaatschappij die persoonscertificering in uiteenlopende beroepsgroepen uitvoert, in zijn portefeuille. Prof. J. (Jan) Roos Jan Roos begon zijn loopbaan als Officier van Administratie bij de Koninklijke Marine. Binnen de Marine bekleedde hij verschillende managementfuncties op het gebied van automatisering. Vanaf 1972 was Roos directeur van het Rijks Computer Centrum (RCC). In 1990 verliet hij het RCC en werd hij benoemd tot hoogleraar Bestuurlijke Informatiekunde op een bijzondere leerstoel bij de Universiteit van Tilburg. Hij verrichte voornamelijk onderzoek naar outsourcing van IT-dienstverlening. In 1995 werd hij emeritus hoogleraar Informatiesystemen bij de Universiteit van Tilburg. Als lid van het College van Toezicht bij de opleiding BI van de HAN adviseerde hij bij het tot stand komen van de Informatica Communicatie Academie te Arnhem. Hij maakte als lid en voorzitter tot 2008 deel uit van de beroepenveldcommissie daarvan. Thans is hij onafhankelijk adviseur op het gebied van informatiemanagement. Hij publiceert regelmatig in vaktijdschriften. Dr. ir. K.A.M. (Karel) Lemmen Dr. ir. Karel Lemmen is universitair hoofddocent bij de faculteit Informatica van de Open Universiteit, vakgebied Informatiesystemen en bedrijfsprocessen. Lemmen heeft wiskunde gestudeerd aan de Technische Hochschule in Aken. Hij is sinds 1985 werkzaam bij de Open Universiteit alwaar hij in 1999 is gepromoveerd op het onderwerp Method Engineering and Information Systems Education. Hij is nauw betrokken geweest bij het opstellen van de EVC-procedure binnen de Open Universiteit, onder andere als secretaris van de Commissie voor de Examens. Zijn expertisegebied omvat informatiesystemen, databases, curricula in de Informatica, serviceoriented architecturen en bedrijfsprocessen. Op dit moment is hij tevens voorzitter van de centrale Commissie voor de Examens van de Open Universiteit. Alvorens hij ging werken bij de Open Universiteit was hij als docent werkzaam in het hbo. Lemmen is op dit moment nog verbonden aan de deeltijdopleiding Informatiemanagement van de Hogeschool Zuyd. Hij publiceert regelmatig over het vakgebied, in het bijzonder over onderwijs in de ict. M. J. (Michiel) Castelein Michiel Castelein is vierdejaarsstudent aan de opleiding Bedrijfskundige Informatica van de Haagse Hogeschool. Hij was tot voor kort lid van de opleidingscommissie. Mr. T. (Ton) Vis Ton Vis is zelfstandig adviseur op het brede terrein van het onderwijs en scholing. Hij houdt zich bezig met bestuurlijk-organisatorische en juridische vraagstukken, competentieontwikkeling, (inhoudelijke en proces-)begeleiding van projecten en accreditatievraagstukken. In zijn vorige functies was hij coördinerend secretaris hoger onderwijs en later hoofd wetenschappelijke staf, tevens plv. secretaris/directeur van de Onderwijsraad.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 63
Daarnaast vervult hij een aantal nevenfuncties, zoals vice-voorzitter van de Raad van Toezicht van een zorg- en revalidatiecentrum te Rotterdam, lid van de geschillencommissie WMO en van de Commissie van Beroep van de Besturenraad, voorzitter College van Beroep voor de Examens van de Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens en lid van de Nederlandse Vereniging Onderwijsrecht. Verder heeft hij gepubliceerd (o.a. in Thema) over accreditatie in het hoger onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 66
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 67
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 68
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 69
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 70
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en deeltijdopleidingen is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs’. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: 1 Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de door de opleiding Bedrijfskundige Informatica van de HvA aangeleverde schriftelijke informatie (zie Bijlage V). Op basis van de door opleidingen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleidingen op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
2 Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie7, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, twee studenten van een verwante tweedegraads lerarenopleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en - daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft - ook door eigen waarneming. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
7
Visitatie heeft op 30 september plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 71
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;8 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
8
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (‘Programma’) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC’s) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo-bacheloraccreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan – bijvoorbeeld – ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp ‘Programma’ een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 72
BIJLAGE V GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN
Domeincompetenties en Illustraties Bachelor of Business Administration, december 2005, HBO-raad. Bachelor of ICT, een competentiegerichte profielbeschrijving, december 2004, HBO-I Stichting. Bachelor of ICT, domeinbeschrijving, HBO-I, 2009. Opleidingsprofiel hbo-bachelor BI, maart 2010. Richtlijnen en borging bachelorniveau van afstudeeropdrachten, DEM, 2008. Leerplanschema’s A en B voor alle varianten. CV’s docenten. Literatuurlijsten van de drie varianten. Studiehandleidingen/studiegids/opleidingsgids voltijd, duaal, deeltijd. Notulen Onderwijs Advies Raad, Notulen opleidingscommissie. Notulen BVC. Onderwijs- en Examenregelingen (OER) van de opleidingsvarianten, 2009-2010, 20102011. Handleiding Werkperiode, afdeling duaal, maart 2010. Criteria Werkperioden, afdeling duaal, maart 2010. Toelichting op de Criteria Werkperioden, afdeling Duaal. Onderzoekslijn in het curriculum afdeling duaal, januari 2009. Projectplan ‘Sturen op Studiesucces’, april 2009, HvA. Project SoS BI voltijd en duaal, mei 2010. Handboek toetsing en toetsbeleid DEM, maart 2008. Toetsbeleid afdeling voltijd Fraijlemaborg, 2009-2011. Toetsbeleid afdeling duaal, september 2008. Toetsbeleid afdeling deeltijd, april 2007. Toetsprocedures duaal en voltijd (opgenomen in toetsbeleid), handleiding Toetsing deeltijd Toetsen. Notulen toetscommissies. Organisatie, taken en bevoegdheden examencommissie HES, 2008. Beschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten. Notitie HRM beleid 2010-2012, domein Economie & Management, mei 2010. Handleiding Studieloopbaanbegeleiding voor docenten algemeen. Handleiding Assessment, opleiding BI, 2009-2010. Afstudeerscripties. Stageverslagen. Afstudeerhandleidingen BI, voltijd, duaal en deeltijd, 2009-2010. Resultaten- & Activiteitenplannen 2009-2010 afdeling voltijd Fraijlemaborg, afdeling duaal, afdeling deeltijd. Studenttevredenheidsmonitor 2010. Kwaliteitsbeleidsplan Gewoon Goed, DEM 2009-2013, december 2009. Kwaliteitshandboek, DEM, update 2010.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 73