Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool van Amsterdam
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool van Amsterdam CROHO nr. 34405
Hobéon® Certificering BV Datum 3 november 2010 Auditteam R.J.M. van der Hoorn MBA Dr. J. van Ginniken Drs. E. van Gorp E. van der Tuuk D. de Bruijn Secretaris D.P.M. de Koning MSc
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
MANAGEMENT SAMENVATTING INTEGRAAL ADVIES ALGEMENE GEGEVENS BEOORDELINGSKADER SAMENSTELLING AUDITTEAM SAMENVATTENDE BEOORDELING
1 1 1 1 1 2
2. 2.1. 2.2.
INLEIDING FUNCTIE VAN HET RAPPORT DE AUDIT
7 7 7
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
9
4.
VORIGE ACCREDITATIE
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU
13 15
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
15 15 15 17 18 19 19 22 25 27 29 31 32 34 37 37 38 39 40 40 41 43 43 45 47 48 48 51
6.
OORDEELSCHEMA
53
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V
55
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Geraadpleegde documenten
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de hbo bacheloropleiding Communicatie, verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, crohonummer 34405 in al haar varianten en locaties te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd.
1.2.
Algemene gegevens
Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen:
Hogeschool van Amsterdam Communicatie voltijd, deeltijd en duaal Amsterdam Leeuwenburg en Amsterdam Fraijlemaborg
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport:
Hobéon Certificering b.v. 26 en 27 mei 2010 3 november 2010
1.3.
Beoordelingskader
Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003).
1.4.
Samenstelling auditteam
Het auditteam bestond uit de volgende personen: R.J.M. van der Hoorn MBA, voorzitter van het auditteam, is een van de directeuren van de Hobéon Groep en heeft binnen het hoger onderwijs ruime ervaring op het gebied van kwaliteitszorg en houdt zich onder andere bezig met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen. Dr. J. van Ginniken, vakdeskundige, is lange tijd verbonden geweest aan de afdeling Communicatiewetenschappen en de International School van de Universiteit van Amsterdam en is thans associate professor aan het Euro American Institute van de Ceram Business School. Drs. E. van Gorp, werkvelddeskundige, is hoofd Communicatie bij Kadaster, waar zij onder andere verantwoordelijk is voor de interne, externe- en marketingcommunicatie van het Kadaster. E. van der Tuuk, studentlid bezoekdag 26 mei, is vierdejaarsstudent aan de voltijdopleiding Communicatie van de Haagse Hogeschool. D. de Bruijn, studentlid bezoekdag 27 mei, is derdejaarsstudent aan de deeltijdopleiding Communicatie van de Haagse Hogeschool en is werkzaam als senior adviseur Marketing & Communicatie bij UNIT4. D.P.M. de Koning MSc, secretaris, is adviseur bij de Hobéon Groep en heeft in deze functie ervaring opgedaan met bestuurlijke vraagstukken, kwaliteitsmanagement en strategisch management.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 1
1.5.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Communicatie op de volgende overwegingen: Algemeen beeld Het auditteam trof bij de opleiding Communicatie van de Hogeschool van Amsterdam een enthousiast en kundig team met wie het auditteam inspirerende en energieke gesprekken heeft gevoerd. Een sterk punt van de opleiding is de kennisontwikkeling in en met de praktijk. De opleiding onderhoudt hiertoe goede contacten met vakgenoten en werkveld over de invulling en organisatie van de opleiding. Een ander sterk punt van de opleiding is de ontwikkelde eigen visie op het door het domein benoemde speerpunt van internationalisering en praktijkgericht onderzoek. Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De doelstellingen van de opleiding zijn afgeleid van het landelijk competentieprofiel, ontwikkeld vanuit het Landelijk Overleg Communicatie Opleidingen (LOCO) en gebaseerd op de beroepsniveauprofielen die zijn opgesteld door Logeion, de beroepsvereniging voor Communicatie. Onlangs heeft Logeion nieuwe Beroepsniveauprofielen gelanceerd. Het huidige profiel wordt vervangen door een nieuw model dat meer recht doet aan de ontwikkeling en verbreding van het vak. De nieuwe profielen sluiten bovendien beter aan bij de Europese richtlijnen (EQF) en de ontwikkelingen in het hoger onderwijs. Via het Landelijk Overleg Communicatie Opleidingen (LOCO) worden ook de landelijke competentiebeschrijvingen geactualiseerd op basis van dit nieuwe beroepsprofiel. De opleiding is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het nieuwe profiel en is op deze manier in staat om de nieuwe ontwikkelingen snel te implementeren in haar eindkwalificaties. Goed is dat de opleiding, in de ruimte die daarvoor beschikbaar is, een eigen inhoudelijke inkleuring geeft aan het profiel op de speerpunten internationalisering en praktijkgericht onderzoek. De opleiding heeft naast contacten met het LOCO, Logeion en het werkveld een onderwijsadviesraad ingesteld, waarmee zij haar eindkwalificaties en het opleidingsprogramma heeft afgestemd. De gehanteerde eindkwalificaties zijn gerelateerd aan de kernkwalificaties voor een hbo-bachelor en verbonden aan de gehanteerde beroepscompetenties van de opleiding. Sterk is dat het hbo-niveau zowel in de doelstellingen als in de toetsing van de opleiding is geoperationaliseerd. Alle facetten van onderwerp 1 “Doelstellingen Opleiding” worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp 2 Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding biedt een actueel programma en zorgt er goed voor dat studenten die kennis en vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben in de beroepspraktijk. Een groot deel van het programma is gericht op de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en vindt plaats in de beroepspraktijk. Naast de stages, de werkperiode (duaal) en het afstuderen werkt de student gedurende het programma aan diverse projecten die veel interactie met de praktijk vereisen of in samenspraak met externe opdrachtgevers worden uitgevoerd. Bij de deeltijdse en duale varianten vinden (action learning) opdrachten plaats in de praktijkcontext waarbinnen de student werkzaam is. De werkplek moet hierbij aan relevante eisen voldoen die bij (bij duaal) door middel van een werkplekscan en een werkplekbezoek worden getoetst.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 2
Naast de ontwikkeling van beroepsvaardigheden heeft de opleiding ook aandacht voor de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden. De opleiding heeft hiertoe een visie ontwikkeld voor het structureren van de onderzoekslijn in het curriculum. Relevante ontwikkelingen in de beroepspraktijk worden ingepast in het onderwijs. De opleiding maakt gebruik van gastdocenten die de band tussen het onderwijs en de beroepspraktijk actueel houden. De literatuurlijst is van goede kwaliteit, maar overwegend nationaal. Wel heeft de opleiding de intentie het Engelstalig onderwijsmateriaal verder te ontwikkelen, wat volgens het auditteam inderdaad van belang is. Ook acht het auditteam het van belang dat de opleiding de literatuurlijst uitbreidt op de vakgebieden organisatiekunde en strategisch management. De relatie doelstellingen en inhoud programma heeft het auditteam positief beoordeeld. Het programma stelt studenten in staat om de geformuleerde eindkwalificaties te behalen. Wel dient de opleiding aandacht te hebben – en dat heeft zij ook – voor de verdere ontwikkeling van internationalisering en voor de verdieping op het gebied van organisatiebrede vraagstukken in het opleidingsprogramma. De opleiding heeft bij elke module vermeld aan welke competentie wordt gewerkt en welk gedrag de student op welk niveau moet tonen met de daarbij behorende kennis, inzicht en vaardigheden. Dit toetst en beoordeelt de opleiding vervolgens op een adequate wijze met behulp van verschillende toetsvormen. Het auditteam stelt vast dat op basis van evaluaties aan verbeteringen van het toetsbeleid wordt gewerkt. De kwaliteit van de toetsen borgt de opleiding o.a. via de toetscommissie die alle toetsen vooraf bekijkt en achteraf analyseert en door scholing van docenten in het toetsen en beoordelen. Een goed punt acht het auditteam het feit dat de examencommissie goed is voorbereid op de rol die zij in het nieuwe accreditatiestelsel dient te gaan spelen. Samenhang in het programma heeft de opleiding aangebracht door de competenties door de studiejaren heen terug te laten komen in steeds complexere situaties. Horizontale samenhang komt o.a. tot uiting in de beroepstaken die ieder semester centraal staan. Verticale samenhang komt sterk naar voren in de leerlijnen die de opleiding hanteert. De samenhang wordt geborgd door het werken met leerplanschema’s, door overleg en afstemming tussen de docenten en door de bewakende rol van het CROHO-beraad. Het programma kent een reële studiebelasting, maar is studeerbaar. De opleiding zorgt er voldoende voor dat de studielast redelijk is en de studievoortgang optimaal verloopt. Dit doet zij o.a. door een evenwichtige verdeling van de stof, door duidelijke informatie en modulebeschrijvingen, door voldoende contacturen en door een goede studiebegeleiding. De opleiding hanteert duidelijke toelatingseisen en besteedt veel aandacht aan instroomactiviteiten en voorlichting voor leerlingen in het vo en mbo. De opleiding zorgt ervoor dat het onderwijs aansluit bij alle instromende studenten. Dit doet zij door aandacht te hebben voor studievaardigheden, door extra curriculaire lessen te geven op verschillende gebieden en door mogelijkheden te bieden tot het verkrijgen van vrijstellingen. Studenten en werkveld zijn tevreden over de opzet en inhoud van het programma. Onderwerp 3 Inzet van Personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De kwaliteit en kwantiteit van het docententeam staan garant voor de uitvoering van goed onderwijs. Het onderwijs wordt uitgevoerd door docenten die goed weten wat er speelt in het werkveld. Een deel van het onderwijs wordt verzorgd door freelance docenten, gastdocenten uit de praktijk en docenten met een parttime aanstelling die daarnaast nog werkzaam zijn in de voor de opleiding relevante beroepspraktijk. Ook via projecten, stage, afstuderen, het eigen netwerk van docenten en lidmaatschappen van beroepsverenigingen wordt de actualiteit van het onderwijs geborgd. De docent-studentratio is voldoende om de opleiding met de gewenste kwaliteit te kunnen verzorgen. In het resultaatverantwoordelijk team is ten slotte voldoende communicatiekennis en –kunde aanwezig. De docenten beschikken over relevante kwalificaties in vakinhoudelijk en didactisch opzicht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 3
De opleiding heeft een goed beeld van de competenties van de docenten en voert een actief scholingsbeleid. Studenten zijn tevreden over de docenten, hun (vak)deskundigheid, hun kennis van de beroepspraktijk en hun praktijkgerichtheid in de lessen. Twee van de drie facetten van onderwerp 3 “Inzet van Personeel” worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp 4 Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding is gehuisvest op twee locaties, te weten Leeuwenburg (deeltijd en duaal) en Fraijlemaborg (voltijd). Het auditteam heeft beide locaties bezocht en acht de voorzieningen meer dan toereikend. De opleiding besteedt veel tijd en aandacht aan studie(loopbaan)begeleiding. Met name in de eerste studiejaren biedt de opleiding goede ondersteuning bij het studeren en studenten waarderen dit. Het systeem van informatievoorziening werkt met verschillende instrumenten en is volgens het auditteam adequaat. Verder is er een goed systeem voor de registratie van de studievoortgang. Een facet van onderwerp 4 “Voorzieningen” wordt als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam heeft kunnen vaststellen dat de opleiding systematisch de tevredenheid van de diverse stakeholders evalueert en deze via diverse instrumenten betrekt bij de interne kwaliteitszorg. Er vinden volgens de bekende HvA-onderzoekshuissystematiek structureel evaluaties plaats. Daarnaast evalueert de opleiding ook op andere manieren de kwaliteit van het programma, het functioneren van de docenten en de organisatie van het onderwijs. Daar waar nodig treft de opleiding aantoonbaar verbetermaatregelen. Er is op diverse punten in de interne kwaliteitszorg ruimte voor verbetering. De opleiding is zich hier terdege van bewust en is daar ook ambitieus in. Verbeteringen liggen op het vlak van het tegengaan van de nonrespons bij enquêtes (evaluatiemoeheid), de terugkoppeling van genomen verbeteracties naar alle stakeholders en de monitoring van deze acties conform de PDCA-cyclus. Onderwerp 6 Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding borgt dat de studenten die afstuderen, het gewenste niveau hebben behaald. Er zijn heldere richtlijnen voor de afstudeeropdrachten, de beoordeling van de afstudeeropdrachten en de afstudeerprocedure ontwikkeld. Afstudeervoorstellen en plan van aanpak moeten voorafgaand aan de start van het afstudeertraject worden goedgekeurd. Er is altijd een tweede lezer als medebeoordelaar aanwezig en vanaf studiejaar 2010-2011 is er bij alle varianten – bij de deeltijd is dit reeds gerealiseerd – ook een extern gecommitteerde aanwezig.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 4
Het auditteam heeft een aantal afstudeerwerkstukken bekeken en vindt dat deze van voldoende niveau getuigen. Er is in een aantal werkstukken ruimte voor verbetering voor wat betreft de methodologische verantwoording, maar het auditteam verwacht met de verzwaring van de onderzoeksleerlijn in het programma in toekomstige afstudeeropdrachten op dit punt verbetering te zien. Het auditteam meent overigens dat de originaliteit en creativiteit van studenten versterkt zou kunnen worden. De opleiding brengt de rendementsgegevens jaarlijks in kaart en zorgt er o.a. door verbetermaatregelen voor dat de rendementen voldoen aan de streefcijfers.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 5
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 6
2.
INLEIDING
2.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo bacheloropleiding Communicatie, verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, Domein Economie & Management, crohonummer 34405. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd, deeltijd en duaal op de locaties Leeuwenburg en Fraijlemaborg. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest: Hobéon Beoordelingskader, versie 2009.
2.2.
De audit
De audit heeft plaatsgevonden op 26 en 27 mei 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door R.J.M. van der Hoorn MBA, Dr. J. van Ginniken, Drs. E. van Gorp, E. van der Tuuk, D. de Bruijn en D.P.M. de Koning MSc. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter R.J.M. van der Hoorn MBA werkvelddeskundige Drs. E. van Gorp vakdeskundige Dr. J. van Ginneken student – voltijd E. van der Tuuk student - deeltijd D. de Bruijn secretaris D.P.M. de Koning
vak / discipline
X X
onderwijs
kwaliteitszorg /audit X
studentperspectief
X X
X X
X
X
X
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 7
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 8
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Profiel van de opleiding De opleiding leidt studenten op tot communicatiemanager op (beginnend) strategisch niveau. Deze professional moet strategische bedrijfsdoelen kunnen vertalen naar communicatiebeleid. Om dit te kunnen, moet hij goed beseffen hoe bedrijfsprocessen werken en moet hij als (strategische) gesprekspartner kunnen meepraten met alle disciplines binnen een bedrijf, zoals Finance, HRM, Kwaliteit, Marketing & Sales, Management & Organisatie. Tevens moet hij al deze disciplines kunnen bedienen vanuit het vakgebied Communicatie. De communicatiemanager helpt organisatiedoelstellingen en/of commerciële belangen te combineren met identiteitsvragen en maatschappelijke kwesties. Vanuit deze profilering van het communicatievak legt de opleiding het accent op het strategisch denken binnen communicatiemanagement. De opleiding is economisch georiënteerd en is daarom ook gepositioneerd in het domein Economie en Management van de Hogeschool van Amsterdam. Studentenpopulatie De opleiding bestaat uit drie varianten. Per 1 oktober 2009 volgden 337 studenten de voltijdopleiding, 141 studenten de duale opleiding en 131 studenten de deeltijdopleiding. De meeste studenten zijn afkomstig van havo/vwo en mbo. Deeltijdstudenten worden geacht of een relevante werkomgeving te hebben of te beschikken over een omgeving waarin zich bepaalde kritische beroepssituaties kunnen voordoen. Blauwdruk van het programma Het programma van de opleiding bestaat uit een major deel van 210 EC en een minor deel van 30 EC. De studenten hebben de keuze uit verschillende typen minoren: een minor die direct verbonden is aan de opleiding (de verdiepingsminor voor eigen studenten); een minor die door het domein Economie & Management wordt aangeboden (de brede minor); een minor buiten het domein (de vrije minor) binnen de HvA of daarbuiten; een doorstroomminor die deel uit maakt van het doorstroomprogramma naar een universitaire masteropleiding. De minor maakt samen met de stage en het afstuderen deel uit van de profileringsfase waarin de student keuzes maakt op welke competenties hij1 zich verder wilt verbreden of verdiepen. De studieprogramma’s van de verschillende varianten komen in grote lijnen met elkaar overeen. Het eerste semester van de opleiding is de basisfase. Het inhoudelijke programma in de basisfase is voor alle opleidingen van het domein E&M gelijk en heeft een omvang van 25 EC. De resterende 5 EC worden specifiek ingevuld. Studenten leren in de basisfase de bedrijfsfuncties om later op hbo-niveau te kunnen functioneren. In de kernfase komt vervolgens de theoretische en praktische kern van het beroep aan de orde. In de profileringsfase ten slotte werken studenten, zoals hierboven is gesteld, aan de verbreding of verdieping van hun persoonlijke profiel.
1
Overal waar ‘hij’ of ‘zijn’ staat, kan ook ‘zij’ of ‘haar’ worden gelezen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 9
De opbouw van het voltijdse curriculum is als volgt: Jaar 1
1. Ondernemingsplan
Jaar 2 Jaar 3
3. Fusie en Corporate Governance 5. Organiseren beroepsoriëntatiedagen (BOD) 7. Stage/minor
Jaar 4
2. Herpositionering en externe communicatie, Museum project en magazine 4. Reputatie en MVO (Dance4life) 6. Minor/stage 8. Afstuderen
De opbouw van het duale curriculum is als volgt: Jaar 1
1. Ondernemingsplan
Jaar 2
3. Werkperiode 1
Jaar 3
5. Werkperiode 2
Jaar 4
7. Minor
2. Communicatietaken en communicatiemanagement 4. Interne communicatie en Marketingcommunicatie 6. Corporate communicatie en Overheidscommunicatie 8. Werkperiode 3/Afstuderen
De opbouw van het deeltijdcurriculum ten slotte is: Jaar Jaar Jaar Jaar
1 2 3 4
1. 3. 5. 7.
Business Basics Marketingcommunicatie Corporate communicatie Persoonlijke Professionalisering
2. 4. 6. 8.
Communicatie Vaardigheden Interne communicatie Minor Afstuderen
Steeds meer studenten maken gebruik van de mogelijkheid om in het buitenland te studeren of stage te lopen. Over de inhoud van het curriculum stemt de opleiding regelmatig zaken af met de buitenlandse partnerinstellingen. Onderzoeksomgeving In de koppeling van het onderwijs met het bedrijfsleven spelen de lectoraten een belangrijke rol. Het domein beschikt over een kenniscentrum Economie en Management waarin vier inhoudelijk bij elkaar passende lectoraten zijn ondergebracht (Gedifferentieerd HRM, de Amsterdamse Kenniseconomie, Internationalisering (in het Economie- en Managementonderwijs) en Online ondernemen). Het kenniscentrum richt zich op kenniscreatie (toegepast onderzoek) en kennisdeling van nieuwe relevante kennis, zowel in het onderwijs als met het beroepenveld (ofwel: focus: Innovatie & Participatie). De onderzoeksprogramma’s worden gekenmerkt door de volgende in het domeinplan genoemde aspecten: Ondernemerschap Internationalisering Verbinding met de regio Innovatie Kenniscentrum en lectoraten zijn duidelijk gepositioneerd binnen het domein. Zij sluiten aan bij maatschappelijke trends en bij de behoeften van de verschillende opleidingen en kunnen beschouwd worden als een ‘aanjager’ van innovatie. De lectoren staan midden in de beroepspraktijk en fungeren op deze manier als schakel tussen de faculteit en de omgeving. Zij faciliteren de kenniscirculatie tussen en binnen opleidingen en (kunnen) worden ingezet bij de deskundigheidsbevordering van docenten. Het beleid van het domein geeft aan dat lectoren hun kennis expliciet dienen te gebruiken voor verbetering en vernieuwing van de curricula. Dit doen zij o.a. door samen met de opleidingen te bouwen aan een structurele en systematisch opgezette onderzoekslijn in de curricula waarin niveaus kunnen worden aangebracht die studenten tijdens hun studie dienen te ontwikkelen. Hier hoort ook de ontwikkeling van de minor Onderzoeksvaardigheden bij (jaar 3). Onderzoek doen wordt dus belangrijker in alle curricula.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 10
Dat heeft consequenties voor de vaardigheden van docenten en vraagt om een cultuuromslag. De lectoren spelen een belangrijke rol in de professionalisering van docenten op het gebied van onderzoeksvaardigheden. Enerzijds door docenten te begeleiden in de kenniskring; anderzijds door docenten/medewerkers deel te laten nemen aan leergangen (o.a. leren en professionaliseren) die onder de lectoraten ontwikkeld zijn.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 11
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 12
4.
VORIGE ACCREDITATIE
De vorige accreditatie vond plaats in 2005. Ten tijde van de vorige accreditatie bestond de opleiding uit twee HvA-varianten: deeltijd en duaal. Het resultaat van de externe audit was positief: achttien facetten werden met een voldoende beoordeeld en drie facetten met een goed. De NVAO zag op enkele punten ruimte voor verbetering. Zo kon het relatienetwerk van docenten beter benut en beheerd worden, kon meer gebruik worden gemaakt van diagnostische toetsen, was de beoordeling en toetsmethodiek nog niet volledig geïmplementeerd, waren de rendementen aan de lage kant en waren de streefcijfers op een te hoog aggregatieniveau geformuleerd. De opleiding heeft al deze punten opgepakt en heeft op een adequate manier verbeteracties uitgevoerd. Om het relatienetwerk van docenten beter te benutten en te beheren, is bijvoorbeeld, ondersteund door het Bureau Externe Betrekking, dit netwerk systematisch beschreven en uitgebreid. Bij de afdeling Deeltijd is in 2009 een programmamanager aangesteld om duurzame samenwerkingsrelaties met het werkveld tot stand te brengen. M.b.t. de toetspraktijk geldt dat de opleiding nu gebruik maakt van zowel summatieve als formatieve toetsen bij de uitvoering van haar competentiegerichte toetsbeleid. M.b.t. de rendementen geldt dat de opleiding verschillende rendementsbevorderende acties heeft ondernomen en dat de streefcijfers op dit moment zijn geformuleerd op afdelingsniveau (deeltijd, voltijd en duaal). Binnenkort zullen er ook Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) op opleidings- en variantniveau operationeel zijn. De voltijd kent een andere geschiedenis. Haar basis ligt in de afstudeerrichting Communicatie van de opleiding Economisch Linguïstisch van de Hogeschool voor Economische Studies (HES). Op het moment van de fusie tussen HvA en HES was Communicatie bij de HES inmiddels CROHO-geregistreerd, maar was de opleiding nog niet tot en met jaar vier geïmplementeerd. Een accreditatie heeft toen niet plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 13
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 14
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
1.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAOACCREDITATIEKADER Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Beroepsprofiel Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding zich baseert op het beroepsprofiel dat door het werkveld wordt gehanteerd. Dit profiel is in mei 2004 vastgesteld door het Landelijk Overleg Communicatie Opleidingen (LOCO). Onder meer hebben hiervoor als basis gediend de BeroepsNiveauProfielen Communicatiemanagement (BNP) van beroepsvereniging Logeion en andere vastgelegde criteria, zoals die van de VEA (Vereniging van CommunicatieAdviesbureaus). Onlangs heeft Logeion, de beroepsvereniging voor Communicatie, na afstemming met werkgevers en beroepsbeoefenaars, een nieuwe impuls gegeven aan haar BeroepsNiveauProfielen. Het huidige profiel wordt vervangen door een nieuw model dat meer recht doet aan de ontwikkeling en verbreding van het vak. De nieuwe profielen sluiten bovendien beter aan bij de Europese richtlijnen (EQF) en de ontwikkelingen in het hoger onderwijs. Het nieuwe beroepsprofiel kent zes kerntaken: analyseren, adviseren, creëren, organiseren, begeleiden en management en onderscheidt hierin zes verschillende categorieën van werk- en denkniveau. Het Landelijk Overleg Communicatie Opleidingen (LOCO) herschrijft momenteel de landelijke competentiebeschrijvingen. Het LOCO staat onder voorzitterschap van een docent van de opleiding HvA COM. (Hogeschool van Amsterdam, hierna ook wel aan te duiden als HvA en Communicatie hierna ook wel aan te duiden als COM) Opleidingsprofiel Tijdens de audit is gebleken, dat de opleiding HvA COM haar eindkwalificaties baseert op het landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel. Het opleidingsprofiel bestaat voor alle opleidingsvarianten uit vijf van het landelijk competentieprofiel afgeleide beroepstaken. Deze beroepstaken worden verder gespecificeerd in beroepshandelingen en beroepsproducten en de onderliggende basis van kennis en vaardigheden, de body of knowledge and skills. De vijf beroepstaken worden aangevuld met tien competenties die voor alle afgestudeerden van het domein Economie en Management van de Hogeschool van Amsterdam relevant zijn. Deze algemene competenties zijn in augustus 2007 gevalideerd door het werkveld en hebben m.i.v. studiejaar 2008-2009 in alle opleidingsvarianten een plaats gekregen. Alle tien competenties zijn uitgewerkt in indicatoren die weer verder zijn gespecificeerd in (gedrags)criteria. De tien domeinbrede competenties zijn de bekwaamheden die ‘onder de beroepstaken liggen’ en die de student in staat stellen de taken goed uit te voeren. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een consistent en doordacht opleidingsprofiel hanteert.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 15
De beginnende beroepsbeoefenaar De opleiding baseert haar visie op het beroep o.a. op het Trendonderzoek Communicatieberoepspraktijk 2005-2006 van de Amsterdam School of Communication Research, Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek concludeert dat de behoefte aan communicatieprofessionals die strategisch kunnen (mee) denken op directieniveau, toeneemt. Ontwikkelingen op het gebied van accountability, professionalisering, inzet van nieuwe media en verbetering van de ontvangers- en omgevingsgerichtheid, zijn belangrijk en richtinggevend voor de komende jaren. Een andere ontwikkeling volgens het onderzoek is het belang van de toenemende integratie van corporate en marketingcommunicatie. Vanuit deze trends, die in het curriculum zijn doorgevoerd, leidt de opleiding studenten op tot communicatiemanager op (beginnend) strategisch niveau in functies als communicatiemedewerker, - manager of –adviseur, accountmanager/marketingcommunicatie, PR manager, pers- of publieksvoorlichter, mediaplanner of eventmanager. De opleiding geeft aan dat studenten worden voorbereid om strategisch te kunnen denken en functioneren, maar dat zij eerst enkele jaren werkervaring nodig zullen hebben om tot het hoogste niveau te kunnen komen. Via de jaarlijkse hbo-monitor en via de contacten met het werkveld controleert de opleiding of de afgestudeerden ook terechtkomen op plekken die de opleiding beoogt. Alumni geven aan dat de opleiding voldoende basis biedt om te starten op de arbeidsmarkt. Ook zijn zij tevreden over de aansluiting tussen opleiding en het werk. Validatie door het beroepenveld Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding regelmatig met het beroepenveld overleg heeft over de opleidingscompetenties. De opleiding heeft de competenties laten vaststellen door haar Onderwijs Advies Raad (OAR). In de OAR zitten achttien vertegenwoordigers van het werkveld. Het auditteam heeft inzage gehad in de notulen van de OAR en heeft geconcludeerd dat de opleiding met de OAR een werkend mechanisme heeft om informatie te krijgen over actuele ontwikkelingen en om feedback te krijgen op haar opleidingscompetenties. Daarnaast ontvangt de opleiding signalen over het profiel en de curricula door middel van gesprekken met de praktijkbegeleiders bij stage en afstuderen. Internationale referentie De opleiding heeft aandacht voor de ontwikkeling van internationale competenties. De domeinbrede competentie ‘interculturele sensitiviteit’ is hier een voorbeeld van. De opleiding heeft haar visie op internationalisering beschreven in een addendum bij het opleidingsprofiel. In die visie staat de overbrugging van verschillen in tijd, plaats, taal, cultuur en geslacht centraal. Met andere woorden: de afgestudeerde professional moet in staat zijn het communicatievak toe te passen ongeacht tijd, plaats, cultuur en geslacht van de betrokken actoren. Het auditteam vindt het een sterk punt dat de opleiding in haar visie op internationalisering uitgaat van de beroepspraktijk van de communicatieprofessional. Om studenten deze competenties te laten verwerven, heeft de opleiding ervoor gekozen om internationalisering als rode draad door de opleiding te weven zodat herhaald aandacht wordt gegeven aan dit thema. M.b.t. de aandacht voor internationalisering in het curriculum van de opleiding verwijzen wij naar facet 2.2. Onderhoud beroeps- en opleidingsprofiel Zoals al uit vooraanstaande blijkt, zorgt de opleiding COM er samen met de andere COMopleidingen en het werkveld goed voor dat het beroeps- en opleidingsprofiel aansluit bij de eisen van de praktijk. Het auditteam heeft geconstateerd dat er veel contact is tussen de opleiding en het werkveld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 16
Facet 1.2. Niveau: bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Het auditteam heeft de eindkwalificaties van de opleiding geanalyseerd om te bepalen of deze kwalificaties beantwoorden aan het niveau ‘bachelor’. Voor de verantwoording over het hboniveau hebben alle opleidingen van de Hogeschool van Amsterdam aansluiting gezocht met de tien generieke kernkwalificaties voor de hbo-bacheloropleidingen, zoals die zijn geformuleerd door de Commissie Franssen. Zoals in facet 1.1. is aangegeven heeft de opleiding naast COM-beroepstaken ook domeinbrede competenties geformuleerd. Deze tien competenties drukken o.a. de visie uit op het bachelorniveau. De opleiding heeft de domeinbrede competenties die zij hanteert in de opleiding, gekoppeld aan de hbo-kernkwalificaties welke zij op hun beurt via een matrix weer gekoppeld heeft aan de Dublin Descriptoren. Via deze weg is er een vertaalslag gemaakt van eindkwalificaties naar Dublin Descriptoren en zorgt de opleiding ervoor dat de opleiding het bachelorniveau heeft gedefinieerd op een wijze die beantwoordt aan de Dublin Descriptoren. De opleiding sluit in haar programma daarnaast aan bij de BeroepsNiveauProfielen (zie facet 1.1). De Dublin Descriptoren en de generieke hbo-kernkwalificaties zijn hierin impliciet verwerkt. Ook dit is een waarborg van het bachelorniveau van de opleiding. Het hbo-niveau is in de doelstellingen en de toetsing van de opleiding geoperationaliseerd. Domeinbreed zijn bovendien ‘richtlijnen bachelorniveau en afstuderen’ geformuleerd en geïmplementeerd. De richtlijnen geven de kaders aan van waaruit het afstuderen wordt begeleid. Via deze richtlijnen stuurt de opleiding op niveaueisen op het gebied van: werken op strategisch werkniveau; adviseren en implementeren; uitvoeren van praktijkgericht onderzoek; aanpakken van complexe problemen; multidisciplinair werken; toepassen van actuele, internationale, wetenschappelijke inzichten. De criteria zijn terug te vinden in de afstudeerprogramma’s, de afstudeerhandleidingen en de beoordelingsformulieren van het afstuderen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 17
Facet 1.3. Oriëntatie hbo
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is o Een hbo-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een hbo-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 18
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kennisontwikkeling De HvA heeft kennisontwikkeling in en met de praktijk als een van de speerpunten gekozen die in de periode 2007-2010 specifiek aandacht krijgt. De eindkwalificaties van elke opleiding zijn dan ook zó opgesteld dat daarin steeds de beroepscontext is meegenomen. Vakliteratuur en aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal Het auditteam heeft tijdens het visitatiebezoek de boekenlijst bestudeerd en concludeert dat de opleiding gebruik maakt van vakliteratuur die relevant en up-to-date is. De opleiding maakt gebruik van standaardwerken die vrijwel iedere beroepsbeoefenaar in het betreffende veld kent en gebruikt, (recente) artikelen uit vaktijdschriften, artikelen uit tijdschriften die door de beroepsvereniging worden uitgegeven en kwalitatief goede vakpublicaties op het internet. Binnen het studieprogramma wordt vooral gebruik gemaakt van Nederlandstalige literatuur. Aandacht voor internationale en Engelstalige vakliteratuur is gewenst. Door de hele opleiding heen maakt de opleiding gebruik van studiemateriaal dat aan de beroepspraktijk is ontleend. Zo maakt de opleiding veel gebruik van actuele beroepscases en opdrachten. Binnen het voltijds programma wordt casuïstiek veelal toegepast in gesimuleerde praktijksituaties. De duale en deeltijdstudent voert opdrachten (in aangepaste vorm) in de eigen beroepspraktijk uit. De opleiding leidt studenten op tot communicatiemanager op (beginnend) strategisch niveau. Voor de vakgebieden organisatiekunde en strategisch management maakt de opleiding momenteel vooral gebruik van artikelen en casuïstiek. Het auditteam wil de opleiding meegeven om voor deze vakgebieden met name ook theoretische handboeken op de literatuurlijst te plaatsen. Interactie met de beroepspraktijk De studenten worden tijdens hun studie expliciet in contact gebracht met hun toekomstige werkveld, door contacten met het bedrijfsleven. Interactie met de beroepspraktijk in de voltijds opleiding vindt o.a. op de volgende manier plaatst: lessen van gastdocenten uit de praktijk in het eerste en tweede studiejaar; twee stages: één oriëntatiestage aan het einde van het tweede jaar en één verdiepende stage in het vierde jaar; projecten in het eerste t/m het derde jaar. De projecten lopen op qua complexiteit en verschuiven gedurende de studie van interne en/of gesimuleerde opdrachtgevers naar echte opdrachtgevers.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 19
Bij de duale variant en de deeltijdvariant van de opleiding HvA COM is de interactie met de beroepspraktijk reeds geborgd door de didactische aanpak van de varianten. De rode draad bij de duale opleiding wordt gevormd door de werkperiodes; bij de deeltijdopleiding zijn dit de opdrachten die de student uitvoert in de eigen werkomgeving. Hieronder beschrijven wij beide aanpakken. Deeltijd Voor deeltijd geldt dat er gewerkt wordt aan het didactische model van action learning, waarbij het leren plaatsvindt aan de hand van het verrichten van op beroepstaken gelijkende opdrachten die door de opleiding worden uitgereikt. De opdrachten betreffen het (individueel of groepsgewijs) via beroepshandelingen realiseren van beroepsproducten. Dit gebeurt voor een groot deel op of via de werkplek. Studenten kijken heel bewust welke knowhow ze nog nodig hebben en sturen op basis hiervan hun eigen competentieontwikkeling. Casuïstiek van de werkplek wordt tevens ingebracht in de opleiding. Studenten geven in de gesprekken tijdens de audit aan dat zij heel duidelijk invloed hebben op de inhoud van de verschillende blokken. Een relevante werkomgeving is wenselijk, maar niet verplicht. Het gaat erom dat de student zich in een omgeving begeeft waar zich kritische beroepssituaties kunnen voordoen. Duaal De duale variant is ingericht als een afwisseling van onderwijsperiodes en werkperiodes. In de werkperiode vindt leren plaats op de werkplek aan de hand van relevante werkervaring(en). Het eerste leerjaar is volledig ingericht als onderwijs. Het tweede t/m het vierde leerjaar zijn ingericht met afwisseling per semester van onderwijs en werken. De opleiding heeft criteria opgesteld voor de werkperioden bij de duale opleiding (Criteria werkperioden, afdeling duaal, sept 2006). Qua niveau moeten de werkplekken voldoen aan de doelstellingen van elk leerjaar. In jaar twee moet de student er uitvoerend werk kunnen verrichten. Dit niveau moet vervolgens oplopen tot strategisch georiënteerd werk in leerjaar vier. Tijdens de audit is gebleken dat er een goede controle is op het niveau van de werkplek via een werkplekscan, een werkplekbezoek, een tussentijdse evaluatie en een assessment achteraf. Toegepast onderzoek In maart 2009 is binnen de opleiding HvA COM een visie ontwikkeld voor het structureren van de onderzoekslijn in het curriculum die uitgaat van twee hoofdgedachten. Enerzijds wordt in de (project)teams telkens een complete onderzoeksopdracht gegeven, waarbij de studenten in elk project of voor een beroepsproduct het gehele proces van opdracht tot rapportage en aanbevelingen doormaken. Anderzijds wordt aangestuurd op de te hanteren vorm van onderzoek, waardoor de studenten te maken krijgen met een didactisch geordende opklimmende graad van moeilijkheid of complexiteit van onderzoeksvormen, -methoden en technieken. Belangrijk voor de opleiding is het onderscheid tussen de niveaus in de doelstelling. In de praktijk heeft een onderzoek altijd doelstellingen op twee niveaus. Het onderzoek is immers een middel om te komen tot een beleidsaanbeveling of het ontwikkelen van een strategie of het oplossen van een probleem. Deze doelstelling bepaalt in hoge mate de relevantie en de richting van het onderzoek. Daarbij wil de opleiding niet voorbijgaan aan de wens van het werkveld en de OAR dat het kunnen interpreteren van de uitkomsten van (bestaand) onderzoek, het kunnen beoordelen van de kwaliteit ervan en het kunnen omzetten in bruikbare communicatieadviezen belangrijker is voor de communicatieprofessional dan het onderzoek zelf. Het andere niveau is intrinsiek aan onderzoek, te weten het verkrijgen van informatie. Vanaf september 2010 wordt – i.s.m. de lectoren – gewerkt met een geordende, verantwoorde en inzichtelijke onderzoekslijn in de curricula van de voltijd, duale en deeltijd variant waarin niveaus kunnen worden aangebracht die studenten tijdens hun studie dienen te ontwikkelen. Hier hoort ook de ontwikkeling van de minor Onderzoeksvaardigheden (jaar 3) bij.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 20
In de koppeling van het onderwijs/onderzoek met het bedrijfsleven kunnen lectoraten een belangrijke rol spelen. Het domein E&M heeft een aantal lectoraten en dit aantal wordt het komende studiejaar uitgebreid. Het netwerk van diverse lectoren is toegankelijk voor de opleiding. Het auditteam is van mening dat de relatie met lectoraten en onderzoeksprogramma’s (nog) meer geïntensiveerd kan worden, o.a. door meer docenten lid te laten worden van een kenniskring en meer studenten hierin te betrekken. Actualiteit van het programma Het auditteam is van mening dat de opleiding er goed voor zorgt, dat het programma actueel is en blijft. Door snelle ontwikkelingen in het werkveld is vooral dat laatste van groot belang. De opleiding doet dit o.a. door: afstemming met de OAR die het werkveld van de opleiding COM vertegenwoordigt; veelvuldig formeel en informeel overleg met de praktijkbegeleiders in de stage, het afstudeertraject en/of de duale werkplek; het lectoraten die fungeren als bron van informatie over actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk; docenten die naast hun werk als docent werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Bij voltijd is dat 25%, bij deeltijd, waar veel met freelancers wordt gewerkt, is dat 100% en bij duaal 50%. Docenten hebben hun netwerk en hun werkveldcontacten in kaart gebracht, zodat deze informatie ontsloten kan worden voor een ieder binnen de opleiding. Daarnaast zijn docenten actief binnen de stagebegeleiding en begeleiding bij het afstudeertraject. Docenten proberen de actualiteit in hun lessen te integreren. contact met de collega-instellingen in binnen- en buitenland over de opzet en inhoud van het programma. Beroepsvaardigheden Het auditteam is van mening, dat de opleiding er prima voor zorgt, dat de student gedurende de studie de vereiste beroepsvaardigheden kan ontwikkelen. Door het werken met beroepstaken met bijbehorende beroepshandelingen en –producten stimuleert de opleiding reeds de ontwikkeling van beroepsvaardigheden: handelingen die representatief zijn voor de beroepspraktijk waarvoor de opleiding opleidt. Daarnaast lopen de voltijdstudenten in het tweede en vierde jaar stage, hetgeen van groot belang is voor de ontwikkeling van de noodzakelijke beroepsvaardigheden. Voor de deeltijd- en duale opleiding geldt dat studenten in direct contact staan met de actuele beroepspraktijk. Leren op de werkplek staat centraal. Belangrijk in dit verband is de constatering dat het studieprogramma de werkomgeving en de ontwikkeling van beroepstaken als een van de uitgangspunten hanteert bij de programmering van het binnenschools curriculum. Tevredenheid studenten Uit de diverse evaluaties onder studenten kwam naar voren dat de studenten tevreden waren over de mate waarin de actualiteit, praktijkgerichtheid, theoretische diepgang en onderzoek aan bod komen. Alumni geven in de hbo-monitor aan het programma actueel en voldoende in de praktijk ingebed te vinden. Ook de studenten die het auditteam sprak, waren tevreden over de inhoud van het theorie- en vaardigheidsonderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 21
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Concretisering eindkwalificaties In het opleidingsprofiel zijn de in facet 1.1. genoemde domeinbrede competenties en opleidingsspecifieke beroepstaken verder uitgewerkt. Bij de uitwerking van de doelstellingen naar het curriculum speelt het CROHO-beraad een belangrijke rol bij de actualisering van het opleidingsprofiel en bij het beheer en de actualisering van het leerplanschema A. Dit schema schetst de brede lijnen van het curriculum. Het gaat hierbij om de verdeling van beroepstaken, beroepsproducten, domeincompetenties en de Body of Knowledge and Skills (BoKS) over het gehele curriculum. De curriculumcommissie werkt vervolgens het leerplanschema A uit tot variantspecifieke leerplanschema’s B. In deze schema’s staat er per semester een beschrijving van de inhoud van de onderwijseenheden, inclusief studiepunten (EC), werkvorm en toetsvorm. Dat vindt het auditteam heel duidelijk. Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen Voor elk semester of elke onderwijseenheid is er een studiehandleiding waarin de relatie tussen de beroepstaken en de domeincompetenties, leerdoelen, werkvormen, toetsing en opdrachten zijn uitgewerkt. Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding de competenties nader heeft uitgewerkt in niveaus met vermelding van de daarbij benodigde kennis en inzicht en vaardigheden. Voorbeeld hiervan voor de beroepstaak ‘integrale benadering bedrijfsfuncties’ is: Niveau 1 (basisfase): om binnen de fictieve context van het project op hbo-startniveau te kunnen functioneren, wordt inzicht in organisaties, de markt en financiën verschaft. De student moet in staat zijn om, binnen de eenvoudige, afgebakende en gestructureerde context van het project, de inzichten toe te passen. Ook moet hij kunnen begrijpen hoe de bedrijfsfuncties zich ten opzichte van elkaar verhouden; Niveau 2 (kernfase): om binnen een realistische, deels gestructureerde context te kunnen functioneren, wordt inzicht in organisaties, de markt en financiën verondersteld. De student moet in staat zijn om te beoordelen welke plaats zijn functie heeft in die context. Ook moet hij kunnen begrijpen hoe de bedrijfsfuncties zich ten opzichte van elkaar verhouden; Niveau 3 (eindniveau/profileringsfase): om binnen een organisatie op hbo-niveau te kunnen functioneren, wordt inzicht in organisaties, de markt en financiën verondersteld. De professional moet in staat zijn om te beoordelen welke plaats zijn functie heeft in de organisatie als geheel. Ook moet hij kunnen begrijpen hoe de bedrijfsfuncties zich ten opzichte van elkaar verhouden. Beroepstaken worden bij zowel voltijd als duaal op een vergelijkbare wijze over de verschillende fasen opgebouwd. Dat geldt echter niet voor deeltijd. Daar komt een beroepstaak binnen een semester volledig aan de orde. Voor de deeltijd geldt dat de semesters in niveaucriteria zijn uitgewerkt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 22
Het programma van de opleiding bestaat uit een major deel van samen 210 EC en een minorprogramma van 30 EC, waarbij studenten kunnen kiezen voor een verdiepende of verbredende minor, een vrije minor of een doorstroomminor. Mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalen Op basis van de analyse van het onderwijsprogramma is het auditteam van mening, dat studenten wanneer zij het hele programma hebben doorlopen, de geformuleerde eindkwalificaties kunnen behalen. Alle competenties in de diverse studieonderdelen komen aan bod op een steeds hoger niveau. Het auditteam heeft evenwel een aantal op- en aanmerkingen. Het auditteam heeft tijdens de audit reeds goede voorbeelden gezien en gehoord van internationalisering in diverse studieonderdelen. Deeltijdstudenten willen niettemin meer internationale aspecten binnen het curriculum en ook de duale en voltijdstudenten zijn iets minder tevreden over de internationale gerichtheid van de opleiding en de mogelijkheid voor hen om de internationale competenties (zoals interculturele sensitiviteit) te behalen. De komende jaren zal ‘internationalisering’ meer worden opgenomen in de diverse programma’s o.a. door te werken met internationale cases en communicatievraagstukken in een internationale context. Ook worden diverse internationale minoren ontwikkeld. Zo ontwikkelt de duale opleiding de brede Engelstalige minor Corporate Social Responsibility: the next generation i.s.m. partners uit Turkije, Frankrijk en Engeland. Deze minor wordt vanaf februari 2011 aangeboden. De opleiding kiest ervoor om op onderdelen onderwijseenheden (semesters) inhoudelijk internationaler te maken, dus biedt zij internationaliseringsaspecten liefst geïntegreerd aan. Daarnaast committeert de opleiding zich aan de uitgangspunten van het domeinplan Best Business School om een specifiek semester aan internationalisering te wijden (variërend van studeren of stage lopen in het buitenland, stage lopen bij een internationale organisatie, het volgen van een internationale minor of het uitvoeren van een internationaal georiënteerde afstudeeropdracht). Voor de deeltijdstudenten is het niet opportuun om een aaneengesloten semester zich bezig te houden met internationalisering. De 30 EC internationalisering is bij deze doelgroep vervlochten in het curriculum. De afdeling Deeltijd heeft wel een internationale minor (Global Communication) vormgegeven met diverse partnerinstellingen in het buitenland. Deze gaat dit najaar lopen. Een tweede opmerking betreft de ontwikkeling van de opleiding richting strategisch communicatiemanagement. Het auditteam raadt de opleiding aan om het programma op dit vlak inhoudelijk en theoretisch (zie ook de opmerking bij facet 2.1) verder uit te diepen met speciale aandacht voor organisatiebrede vraagstukken. In de praktijk moet je als communicatieprofessional echt ‘de vraag achter de vraag’ naar boven kunnen krijgen om je strategische rol waar te maken. De strategie, zoals bedoeld in strategisch communicatiemanagement, krijgt met name ‘body’ in het eerste blok van de opleiding en dan met diverse algemene vakken die ook bij andere opleidingen worden gegeven. Het verdient de aanbeveling om het strategische deel ook in te passen in vakken als corporate in interne communicatie. Dit geldt overigens in mindere mate voor de deeltijd, waarbij zaken als missie, visie en strategie in elk semester aan bod komen en er door de studenten al snel in de opleiding op strategisch niveau advies moet worden gegeven. Een laatste opmerking betreft het niet verplicht zijn van een relevante werkomgeving bij de deeltijdstudenten. Zes van de tien domeincompetenties moeten op de werkplek worden verworven. Bij het niet hebben (of verliezen) van een relevante werkomgeving dient de student zich in ieder geval in een omgeving te bevinden waar zich kritische beroepssituaties kunnen voordoen. Zo nodig wordt hiervoor het relatienetwerk van docenten ingezet. Alhoewel het auditteam dit kan billijken, ziet het hierin wel een potentiële bedreiging voor de studievoortgang van studenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 23
Oordeel studenten Uit onderwijsevaluaties onder de studenten komt naar voren dat de studenten veel waardering hebben voor het onderwijsprogramma en over het algemeen tevreden zijn over de bijdrage van het onderwijs in de verschillende periodes aan de ontwikkeling van hun competenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 24
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Verticale samenhang Het auditteam is van mening, dat het programma een goede verticale samenhang vertoont. Alle competenties binnen de verschillende onderwijsperioden en studiefasen komen regelmatig aan bod in steeds complexere situaties en op een wijze die van de student steeds meer initiatief vraagt. De opleiding bestaat uit drie fasen: basisfase, kernfase en profileringsfase. Elke opleiding en elke variant binnen het domein E&M kent één basissemester, drie kernsemesters en vier profileringssemesters. Het inhoudelijke programma in de basisfase is voor alle opleidingen van het domein gelijk en heeft een omvang van 25 EC. De resterende 5 EC worden opleidingsspecifiek ingevuld. Dit semester vormt de basis voor alle beroepstaken, de zogeheten integrale benadering van bedrijfsfuncties. Studenten leren de bedrijfsfuncties om later op hboniveau te kunnen functioneren. In de kernfase komt de theoretische en praktische kern van het beroep aan de orde. In de profileringsfase werken studenten aan de verbreding of verdieping van hun persoonlijke profiel. Het eerste semester geeft de student een brede basis. Studenten geven tijdens de audit aan dat zij het aan de ene kant prettig vinden dat zij een zo breed mogelijk beeld van het economische domein krijgen en er voor alle vakgebieden en ondersteunende vakken de basis wordt gelegd. Aan de andere kant merken zij dat het opleidingsspecifieke karakter van de opleiding HvA COM pas na het eerste semester duidelijk herkenbaar wordt en dat vinden zij soms jammer. Al met al zien studenten de breedte van de opleiding in het eerste semester als een plus, maar de opleiding zou kunnen overwegen om de communicatieve profilering in een eerder stadium onder de aandacht te brengen. De beroepstaken zijn nu verdeeld in drie niveaus (zie ook facet 2.2). In de hernieuwde BeroepsNiveauProfielen van Logeion zijn de kerntaken onderverdeeld in zes niveaus. De opleiding geeft aan dat dit haar een nog beter handvat geeft om het niveau van de student gaandeweg vast te stellen. Een belangrijke bijdrage aan de verticale samenhang leveren de drie leerlijnen die door het hele curriculum heenlopen. Binnen de opleiding worden drie centrale leerlijnen onderscheiden: de kennis- en vaardighedenleerlijn, de geïntegreerde leerlijn en de coachingsleerlijn. Deze leerlijnen brengen ook samenhang in het curriculum (volgorde, clustering van werkvormen, aard van de inhoud). De leerlijnen zijn herkenbare en samenhangende onderdelen van het curriculum die door de opleiding heen een geleidelijke, logische opbouw kennen. De deeltijdopleiding is opgezet vanuit de geïntegreerde leerlijn. Horizontale samenhang De opleiding heeft er ook voor gezorgd dat er horizontale samenhang is in het programma. De samenhang is beschreven in het leerplanschema. Het CROHO-beraad bewaakt de afstemming en samenhang tussen de verschillende varianten. De verschillende vakgroepen dragen er door onderlinge afstemming zorg voor, dat er binnen een studiejaar een samenhangend geheel wordt geboden van taken, practica en ontwikkeling van vaardigheden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 25
Voor elke variant geldt dat ieder semester één of meerdere beroepsta(a)k(en) centraal staat(n). De samenhang binnen een semester wordt gerealiseerd doordat studenten toewerken naar het beheersen van een aantal beroepshandelingen en een of meerdere beroepsproducten maken. De inhoudelijke inkleuring van het semester is derhalve hetzelfde; de didactische inkleuring kan verschillen per variant. Bij voltijd en duaal vormen de projecten de rode draad in de curricula. Deeltijd hanteert een model waarbij per semester een beroepstaak volledig aan de orde komt. Samenhang binnen- en buitenschools programma In de voltijdse variant van de opleiding is de samenhang tussen het binnen- en buitenschools programma het duidelijkst waar te nemen tijdens de stage in het tweede en vierde jaar en tijdens het afstuderen. Studenten worden hierop voorbereid door vanaf het eerste jaar al geconfronteerd te worden met de beroepspraktijk via de gastdocentschappen, excursies, authentieke projectopdrachten en dergelijke. Bij de duale variant is de samenhang tussen het binnenschools en buitenschools programma gedurende de hele opleiding duidelijk aanwezig. De student moet het geleerde uit het binnenschools programma direct toepassen in de praktijk door middel van (beroeps)taken. Het eerste studiejaar bereidt de student voor op werkperiode één in jaar twee. Het onderwijs in het tweede semester van jaar twee bereidt deels voor op werkperiode twee in jaar drie en reflecteert deels op de werkervaring in werkperiode één. Het programma van de deeltijdopleiding is toegesneden op studenten die naast hun werk willen studeren. Kenmerkend voor de opleiding is dus dat relevant werk in een voor het beroep relevante organisatie wordt gecombineerd met het volgen van beroepsonderwijs. Omdat het studieprogramma vanuit beroepsvaardigheden is ontwikkeld, sluiten de theorie- en de praktijkcomponent van de opleiding prima op elkaar aan. Studenten over ervaren samenhang Studenten zijn tevreden over de samenhang tussen de programmaonderdelen, de aansluiting van de stage op het binnenschools curriculum en de aansluiting van de geleerde vaardigheden op de stage/het werk/de werkplek. Ook alumni waarderen in de hbo-monitor de samenhang van het opleidingsprogramma.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 26
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studielast Uit de documentatie blijkt dat de totale studiebelastingsuren van de beide opleidingsvarianten 240 EC bedraagt. Deze last is verdeeld over vier studiejaren van elk 60 EC, gelijk aan 1680 uren studie verdeeld over 42 weken. Studievoortgang Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding voldoende maatregelen treft om de studievoortgang te bevorderen. Dit gebeurt o.a. door: een vaste indeling, die de student in staat stelt de studie evenwichtig te spreiden over het studiejaar. Elk studiejaar is verdeeld in twee semesters. Elk semester heeft een studielast van 30 EC. Voor deeltijd en duaal is elk semester georganiseerd in twee blokken van tien weken met een studiebelasting van gemiddeld 15 EC per blok. Daarnaast is de studietijd evenwichtig verdeeld over contacturen, individuele opdrachten, projecten, zelfstudie, voorbereiding en het afleggen van toetsen; een heldere beschrijving per periode van alle taken in de Beschrijving Onderwijs Eenheden (bij voltijd) en in de studiehandleidingen (bij deeltijd en duaal) met de vermelding van het aantal studiebelastingsuren per taak of deeltaak; flexibiliteit in het programma: het duale programma wordt zowel in september als in februari aangeboden (het zogenaamde spiegelen), waardoor zowel voor studenten als voor de personeelsinzet een flexibel onderwijssysteem wordt gecreëerd. Bij deeltijd hebben studenten die in februari met de opleiding starten, een andere volgorde van de semesters. De colleges worden op twee avonden per week en/of op zaterdag aangeboden. Een deeltijdstudent kan ook twee semesters gelijktijdig volgen. De student kan per half jaar kiezen op welk dag(deel) hij colleges volgt; studieloopbaanbegeleiding voor elke student tijdens het ondersteunend studieloopbaanprogramma. Daarnaast is er voor elke student tijd ingeroosterd voor persoonlijke begeleiding; de mogelijkheid om bij een studieachterstand een persoonlijk studieplan (maatwerktraject) op te stellen met de studieloopbaanbegeleider; periodieke evaluatie met de studenten van het onderwijs, waarbij ondermeer wordt nagegaan of de vastgestelde studielast structureel afwijkt van de werkelijke studielast. Afwijkingen leiden tot nadere analyse en zo nodig maatregelen. Contacturen Het auditteam is van mening, dat de opleiding zorgt voor voldoende contacttijd met de studenten. Het gemiddeld aantal contacturen per week is bij voltijd in het eerste jaar 22 uur, in het tweede jaar 20 uur, in het derde jaar 18 uur en in het vierde jaar 13 uur. Het gemiddeld aantal contacturen per week voor studenten bij duaal en deeltijd bedraagt respectievelijk 16 uur en 6 uur. Bij deze varianten wordt er meer buitenschools geleerd. Voltijd hecht met name in de eerste twee jaar veel waarde aan het aanbieden van een duidelijke structuur. De student heeft bij alle projecten en ook bij een aantal vakken om deze reden aanwezigheidsplicht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 27
Studenten over studielast en studeerbaarheid Voltijdstudenten geven in evaluaties aan gemiddeld 31 uur aan hun studie te besteden; duale studenten 27,7 uur en deeltijdstudenten 19 uur. Alle studenten beoordelen de studeerbaarheid van het programma als voldoende. Desondanks geven voltijdstudenten en sommige deeltijdstudenten uit de hoofdfase tijdens panelbijeenkomsten aan dat zij meer uitdaging verlangen en behoefte hebben aan meer inhoudelijke en theoretische diepgang. Duale studenten zouden graag meer contacturen willen in het derde jaar. Het beeld dat uit evaluaties naar voren komt, komt overeen met het beeld dat door studenten werd geschetst in de gesprekken tijdens de audit. Deeltijdstudenten geven in dit gesprek tevens aan dat zij meer mogelijkheden zouden willen om tentamens te herkansen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 28
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek hbo-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Toelating De toelatingseisen zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. De opleiding heeft de toelatingseisen duidelijk vastgelegd. Ook de criteria en procedure voor toelating van studenten ouder dan 21 jaar zonder vereist diploma en buitenlandse studenten zijn helder. Instroom De instroom bij voltijd is een mix van mbo’ers, havisten en vwo’ers. Bij duaal studeren relatief veel mbo’ers met een praktische inslag die graag zo snel mogelijk hun opgedane kennis en ervaring in praktijk willen brengen en daarom kiezen voor de afwisseling tussen werk en studie. De deeltijdstudent is met een gemiddelde leeftijd van 28,5 jaar ouder en kiest bewust voor een combinatie studie en werk. Het auditteam vindt het heel goed, dat de opleiding structureel veel aandacht besteedt aan instroomactiviteiten en het helder voorlichten van studenten. Dat gebeurt HvA-breed d.m.v. het oriëntatietraject vo-hbo, waaronder twee zogenaamde havo bezoekdagen. Daarnaast via voorlichtingen, de website en vragen richting de instroomcoördinator en het bedrijfsbureau. Bij de uitvoering van een aantal van de activiteiten wordt intensief samengewerkt met vo-scholen en ROC's. Aansluiting Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding er op een prima wijze voor zorgt dat het onderwijs aansluit bij de verschillende instromende studenten. Dit doet de opleiding o.a. door: studenten in de gelegenheid te stellen om te kiezen voor verschillende varianten en daarmee voor de leerstijl en leersituatie die bij hen passen; veel aandacht te besteden aan studievaardigheden en benodigde studiehouding in het eerste studiejaar binnen het studieloopbaanprogramma; diagnostische toetsen en ‘bijspijkerprogramma’s’ aan te bieden op het gebied van Nederlands, Engels, ICT en rekenen; studenten de mogelijkheid te bieden vrijstelling te vragen voor bepaalde programmaonderdelen. De bevoegdheid tot het toekennen van vrijstellingen berust bij de examencommissie; deeltijdstudenten de mogelijk te bieden vrijstelling te vragen op basis van EVC (Erkenning van eerder/elders Verworven Competenties). Deze trajecten worden uitgevoerd door het EVC-bureau van de Hogeschool van Amsterdam, waarbij docenten van de opleiding worden betrokken. Dit centrum werkt volgens de richtlijnen van de landelijke EVC-Code en is gecertificeerd. Het deeltijdcurriculum is zo ingericht dat het mogelijk is studenten vrijstelling te geven voor een semester (beroepstaak – beroepshandelingen en –producten, competenties). Het auditteam vindt het goed, dat de examencommissie sparringpartner is van het EVC-centrum en wordt betrokken bij de strategische discussie over EVC (visie op EVC, transparantie en overdraagbaarheid van de ervaringscertificaten) deeltijdstudenten de mogelijkheid te bieden een versneld traject te volgen door het programma Persoonlijke Professionalisering (PP) en de afstudeeropdracht parallel te laten lopen aan de semesters. Hierdoor kan de student de opleiding in drie jaar afronden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 29
Duale studenten hebben eveneens de mogelijkheid om het traject te versnellen. Zij combineren dan een minor met werkperiode 2 of 3. Studenten over aansluiting vooropleiding Uit de studenttevredenheidsmonitor blijkt dat studenten van mening zijn dat de opleiding voldoende aansluit bij hun vooropleiding. De studenten die het auditteam heeft gesproken, bevestigen dit beeld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 30
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum.
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Het totale aantal studiepunten van zowel de voltijd, de deeltijd als de duale opleiding, zo blijkt uit de documentatie, bedraagt 240 EC’s en is verdeeld in een major van 210 EC’s en een minor van 30 EC’s.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 31
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Didactisch concept Het auditteam is van mening dat het onderwijsleerconcept van de opleiding voldoende in lijn is met de doelstellingen. De opleiding/de hogeschool heeft gekozen voor een competentiegericht curriculum. Zoals al onder facet 2.1. en 2.2. is beschreven, leren de studenten in de opleiding te handelen in (complexe) beroepsituaties, te oefenen in een reële context en actuele kennis, inzicht, houdingen en vaardigheden toe te passen. Voor de inrichting van het onderwijs maakt de opleiding op flexibele wijze gebruik van de indeling in leerlijnen. Werkvormen Het auditteam is van mening dat de werkvormen die de opleiding hanteert er voor zorgen dat de studenten de beoogde eindkwalificaties kunnen ontwikkelen. De diverse werkvormen die de opleiding toepast, zijn gekoppeld aan de leerdoelen en aan de verschillende leerlijnen. Dit levert een mix van werkvormen op die het actief leren ondersteunen en zorgen dat de student de verbinding tussen theorie en praktijk, tussen kennis en vaardigheden kan leggen. Voorbeelden hiervan zijn: In de geïntegreerde leerlijn: praktijkgerelateerde opdrachten die de student uitvoert in projecten of praktijkleren op de stages (voltijd), op de werkplek (duaal en deeltijd) en tijdens het uitvoeren van een afstudeeronderzoek; In de kennis- en vaardigheden leerlijn: studenten ontwikkelen de zogenoemde body of knowledge en skills via hoor-, werk- en videocolleges, computerpractica en vaardigheidstrainingen, simulatie/game, oefenopdrachten en zelfstudie; In de coachingsleerlijn: studenten geven richting aan hun eigen competentieontwikkeling via POP of Competentie Ontwikkelingsplan (COP), het portfolio, reflectieopdrachten en – verslagen en coaching door de studieloopbaanbegeleider. Werkplekleren Deeltijd De deeltijdopleiding hanteert het didactische model van action learning (zie hiervoor facet 2.1). Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding een goede afstemming heeft tussen vormgeving en inhoud. Studenten zijn actief in een leeromgeving, waarin het zelfstandige leerproces van de student centraal staat en waarbij de student de eerder verworven kennis dient te activeren om vervolgens opdrachten met succes te kunnen afronden. Dit houdt in dat het studiemateriaal, de opdrachten en de collegedagen zo zijn opgezet, dat de student het geleerde direct in zijn eigen werkomgeving kan gebruiken. Het leren in de praktijk wordt aangestuurd door het programma PP (Persoonlijk Professionaliseringstraject) en aangetoond via het portfolio. Duaal Het didactisch concept bij de duale opleiding wordt experience based learning genoemd. In het binnenschools curriculum is het onderwijs georganiseerd via de drie hierboven beschreven leerlijnen. Het project in de geïntegreerde leerlijn neemt een belangrijke plaats in: hier werken studenten in teamverband aan hun competentieontwikkeling aan de hand van de realisatie van een beroepsproduct. In het buitenschools curriculum ontwikkelen studenten competenties op de werkplek in een bepaalde beroepssituatie. Net als bij de deeltijd wordt het leren in de praktijk aangestuurd via een persoonlijk ontwikkelplan (COP) en aangetoond via het portfolio.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 32
De werkperiode begint met een reflectie op wat de student beoogt te leren, aan welke competenties hij gaat werken en hoe hij dat gaat aanpakken. De student bekleedt tijdens de werkperiode vervolgens een volwaardige functie in een organisatie. Studenten over de didactische kwaliteit van de opleiding Uit de evaluaties, waaronder de studentevredenheidsmonitor 2009, blijkt dat studenten van alle varianten de uitwerkingen van het didactisch concept en de hierbij passende werkvormen waarderen. De studenten die het auditteam heeft gesproken, bevestigen dit beeld. Zij hebben bewust gekozen voor een van de drie varianten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 33
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Relatie leerdoelen en toetsvorm Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een duidelijke relatie legt tussen de leerdoelen en de toetsvormen. Op een zo authentiek mogelijke manier moet de student aantonen de competenties te beheersen. Daarnaast heeft de opleiding een Body of Knowledge and skills vastgelegd die bepalend is voor de kennis- en performance based toetsen. In de Beschrijvingen Onderwijs Eenheden (voltijd) /studiehandleidingen (duaal en deeltijd) heeft de opleiding weergegeven op welk moment in het programma en op welk niveau de betreffende competentie wordt getoetst. Alle afdelingen (voltijd, deeltijd en duaal) werken op dit moment aan het invoeren van toetsmatrijzen. Voor alle onderdelen zullen toetsmatrijzen en beoordelingscriterialijsten worden gemaakt. Hiermee wordt duidelijker hoe de inhoudelijke leerdoelen en competenties worden getoetst en op welk niveau (Wat willen we toetsen? Hoe toetsen we dat? Wat wordt in welk vak afgetoetst? Dekken de toetsen het niveau, de beroepstaken en de competenties af?). Een speerpunt van de deeltijd is het beter expliciteren van de niveauopbouw in drie niveaus naar de toetsen. Variëteit aan toetsvormen De opleiding heeft de toetsen georganiseerd langs de leerlijnen en kiest op basis van de competenties die getoetst moeten worden, passende toetsvormen. Daarbij maakt de opleiding gebruik van een mix van toetsvormen. In de geïntegreerde leerlijn zijn er toetsen in de vorm van project- en stageverslagen, portfolio-assessments/peer en self assessments, presentaties of een beroepsproduct. Er wordt o.a. beoordeeld op de kwaliteit van het beroepsproduct, de wijze waarop gebruik is gemaakt van de kennis die studenten in relatie tot het project hebben ontwikkeld, de ingezette professionele vaardigheden en de ontwikkelde beroepshouding; In de kennis- en vaardigheden leerlijn ligt de nadruk op schriftelijke individuele toetsen (multiple choice tentamen, open-vragen tentamen, casustoets) en op practicumtoetsen (practicumopdracht, vaardigheidstoets, een mondelinge toets, een presentatie of een rollenspel): Bij de coachingleerlijn draait het om de verwerving van reflectieve vaardigheden. Gehanteerde toetsvormen in deze lijn zijn o.a. het competentieontwikkelplan (COP), self en portfolio-assessments, feedback, verantwoordings- of reflectieverslagen, voortgangsgesprekken (o.a. met de studieloopbaanbegeleider). Inzage en feedback Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding duidelijke afspraken heeft vastgelegd voor inzage en feedback. Op het tijdig bekend maken van resultaten wordt scherp gestuurd door de opleiding. Het werkveld als beoordelaar Het werkveld speelt een belangrijke rol bij het opstellen van de beoordelingscriteria voor de beroepsproducten. Bij voltijd speelt het stagebedrijf een rol bij de beoordeling (20% van het eindcijfer). Bij duaal wordt de feedback van de werkgever op de persoonlijke ontwikkeling van de student meegenomen in het portfolio.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 34
Bij het afstudeertraject is de beoordeling van de werkgever in veel gevallen slechts richtinggevend voor het eindoordeel. Bij het afstuderen in juli 2011 zal er in alle varianten een gecommitteerde aanwezig zijn bij het afstudeergesprek. Bij de deeltijd is dit al gerealiseerd. Bij het afstudeertraject zal eveneens de Onderwijs Advies Raad (OAR) betrokken worden om op metaniveau feedback te geven op de praktijkgerichtheid en het niveau van de afstudeerwerkstukken. Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Het auditteam is van mening dat de opleiding de kwaliteit van het toetsen en beoordelen voldoende borgt en heeft geconstateerd, dat de opleiding de afgelopen jaren veel geïnvesteerd heeft in het verbeteren van het toetsproces. Kwaliteitsborging vindt o.a. plaats door: het houden van studie- en intervisiebijeenkomsten tussen docenten op het gebied van toetsing om ervoor te zorgen dat de toetsprocedures, richtlijnen en beoordelingscriteria op een en dezelfde manier geïnterpreteerd en gehandhaafd worden; regelmatige evaluatie van het toetsbeleid; controle op de uitvoering van de toetsing (het toetsplan) door toetscommissies; het in toenemende mate hanteren van het ‘meer ogen principe’ bij het opstellen van toetsen en bij het beoordelen van projecten, werkperiode, stage en afstuderen; de opzet en implementatie van een valide en betrouwbaar toetssysteem voor projecten. Aandachtspunt is en blijft het voorkomen van ‘meeliftgedrag’. De opleiding neemt actief maatregelen om meeliftgedrag uit te zuiveren. Zo worden in toenemende mate individuele toetselementen toegevoegd aan de groepsbeoordelingen. Studenten moeten hun individuele bijdrage aan het projectproduct en het projectproces aan kunnen tonen, bijvoorbeeld via een reflectieverslag of een logboek. Examencommissie De taken en rollen van de examencommissie zijn helder geoperationaliseerd en hun leden zijn hiervan goed op de hoogte. De examencommissie ziet toe op de naleving van het Onderwijsen Examenreglement en beslist bij onduidelijkheden en geschillen. De borging van de kwaliteit van de exameninering en toetsing heeft de Examencommissie gedelegeerd aan de toetscommissie. De laatste jaren hebben de examencommissies een steeds sterkere positie ingenomen binnen het domein E&M. De rol van de examencommissie is aangescherpt. Er heeft een merkbare ontwikkeling plaatsgevonden van reactief via nu adviserend naar straks proactief. Zo heeft de examencommissie de afstudeersyllabus, de afstudeerprocedure, de beoordelingsformulieren en enkele afstudeerwerken bestudeerd en hier advies over gegeven. De examencommissie signaleerde nog een mismatch tussen probleemstelling, de onderzoeksopzet, het daadwerkelijke onderzoek en de uiteindelijke conclusies en aanbevelingen. De opleiding heeft hier inmiddels actie op ondernomen (zie facet 6.1). Studenten over toetskwaliteit Studenten voltijd en duaal zijn matig tevreden over de toetsing. De opleiding geeft aan dat dit het gevolg is van te weinig afstemming tussen de verschillende toetsen. Bij voltijd wordt nog te vaak elk vak apart getoetst, waardoor er kans is dat toetsonderdelen elkaar overlappen. Studenten deeltijd zijn (zeer) tevreden over de toetsing. Hierop is één uitzondering: meeliften. De studenten met wie het auditteam heeft gesproken, geven inderdaad aan dat het uitzuiveren van meeliftgedrag nog verbetering behoeft. Studenten deeltijd zien wel dat de opleiding hier hard aan werkt. Zij geven aan dat zij inmiddels een college hebben gekregen over samenwerking en het nemen van je individuele verantwoordelijkheid. Ook stellen zij bij groepswerk nu een managementcontract op. Studenten geven in de gesprekken tijdens de audit verder aan dat zij de toetsen een goede afspiegeling van hun (kennis)niveau vinden en dat de toets overeenkomt met de leerstof.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 35
Ze geven tevens aan dat de informatievoorziening omtrent de toetsing adequaat geregeld is. Over het toetsen en beoordelen van de werkperiode, de stage en de afstudeeropdracht waren de studenten overwegend positief.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 36
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Achtergrond docenten in het werkveld Het auditteam heeft geconstateerd dat het onderwijs binnen de opleiding uitgevoerd wordt door docenten die goed weten wat er speelt in het werkveld. Een deel van het onderwijs wordt verzorgd door freelance docenten, gastdocenten uit de praktijk en docenten met een parttime aanstelling die daarnaast nog werkzaam zijn in de beroepspraktijk. Bij voltijd is 25% van het docentencorps nog werkzaam in de beroepspraktijk, bij deeltijd, waar veel met freelancers wordt gewerkt, is dat 100% en bij duaal 50%. Het auditteam heeft de CV’s van docenten ingezien en heeft voldoende voorbeelden gezien van docenten die een verbinding kunnen leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Veel docenten zijn actief als zelfstandig communicatieadviseur, coach/trainer, interim- of projectmanager, freelance schrijver of redacteur. Relaties met het werkveld De docenten onderhouden een relatienetwerk op hun eigen vak- of expertisegebied voor de operationalisering in de onderwijseenheden. Het auditteam vindt het een goed punt dat docenten hun netwerk en hun werkveldcontacten in kaart hebben gebracht, zodat deze informatie ontsloten kan worden voor een ieder binnen de opleiding. Het merendeel van de docenten heeft daarnaast regelmatig contact met de beroepspraktijk in de vorm van stagebegeleiding en de begeleiding van (afstudeer)projecten. Daarnaast zijn docenten lid van beroepsnetwerken (vakgroepen van Logeion, NVO2, Sietar) en nemen ze deel aan symposia of relevante (landelijke) overleggen. Ook heeft het auditteam voorbeelden gehoord van docenten die een docentstage volgden of deelnamen aan de kenniskring van het lectoraat. Het werkveld als opleider Voor de duale student zijn de praktijkbegeleider en zijn collega’s op de werkplek tevens ‘opleider’. De student sluit met de werkgever een arbeidsovereenkomst. De werkgever kan gebruik maken van fiscale voordelen. Hierover wordt hij geïnformeerd door de opleiding. De werkgever dient met de opleiding, de student en de instelling waar de student werkt, een tripartite overeenkomst te sluiten. De verbinding die deze ‘opleiders’ op de werkplek hebben met de praktijk is evident. Studenten en werkveld over werkveldkennis docenten Uit de studenttevredenheidsonderzoeken en uit onderwijsevaluaties blijkt dat de studenten tevreden tot zeer tevreden zijn over de mate waarin docenten praktijkgericht zijn en op de hoogte zijn van de beroepspraktijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 37
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers en feitelijke docent-studentratio In het gehele domein wordt per variant dezelfde docent-studentratio gehanteerd. Voor de voltijd is die ratio 1:30, voor duaal 1:33 en voor deeltijd 1:40. De onderbouwing van het afwijkende streefcijfer voor deeltijd is dat deeltijdstudenten kiezen voor de combinatie studie en werk. Het merendeel van de deeltijdstudenten is in staat (en wenst dit ook) om grotendeels zelfstandig te studeren. De opleiding had per maart 2010 bij de voltijd een docent-studentratio van 1:29 (exclusief staf), bij de duale variant van 1:30 en bij de deeltijd van 1:37. Dat vindt het auditteam voldoende om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te kunnen verzorgen. Het ziekteverzuim was minder dan 4%. De opleiding zorgt er ook voldoende voor dat de lessen bij ziekte van een docent worden overgenomen. Een efficiënte organisatie Het auditteam is van mening, dat de opleiding efficiënt is georganiseerd. De opleiding stelt de uit te voeren taken per docent jaarlijks vast in de taaktoedeling/jaartaak. Daar waar nodig wordt de taak tussentijds bijgesteld. Alleen de druk om al het werk vervolgens ook goed uit te kunnen voeren, is soms een knelpunt volgens de docenten (zie hieronder). De opleiding heeft voldoende zicht op de vraag in hoeverre de docentformatie voor de komende jaren voldoende is om het opleidingsprogramma (coördinatie, onderwijs, begeleiding) uit te voeren. De informatie voor dit inzicht haalt de opleiding onder andere uit de zogeheten vlootschouw, waarbij een beeld is gevormd over de teamsamenstelling qua geslacht, vaste en tijdelijke aanstelling, verdeling van docentfuncties, het opleidingsniveau, de didactische bevoegdheid, beroepservaring en deskundigheid. Werklast en werkdruk Het auditteam heeft vernomen, dat medewerkers ondanks de taaktoedelingssystematiek een (te) hoge werkdruk ervaren. Alle docenten zijn zeer betrokken bij de opleiding, maar in de medewerkerstevredenheidsmonitor (2009) gaf 71,4% van de voltijdmedewerkers aan de werkdruk te hoog te vinden en 68,1% van de duale medewerkers. Slechts 28,6% van de deeltijdmedewerkers ervaart een te hoge werkdruk. Deze werkdruk wordt vooral toegeschreven aan het feit dat docenten met een relatief grote aanstelling verscheidene rollen hebben en daardoor meerdere taken. De opleiding spreekt regelmatig met de docenten over de werkdruk en waar mogelijk worden verbetermaatregelen getroffen. Voorbeelden hiervan zijn o.a. het inzetten van instrumenten als de SOP-regeling en de 50+regeling, het sturen op samenwerking en het strenger bewaken van de taakurenoverzichten. Dat de beleving van de werkdruk persoonsgebonden is bleek wel tijdens de audit. De docenten die het auditteam sprak, hadden veel verschillende taken, maar zij vonden het ‘schakelen’ juist aantrekkelijk. Ze krijgen veel ondersteuning vanuit het management. Studenten over capaciteitsinzet Studenten zijn over het algemeen tevreden over de persoonlijke aandacht die zij krijgen van docenten en begeleiders en over de bereikbaarheid van de docenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 38
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Vak-, onderwijs- en organisatorische kwaliteit Uit de CV’s blijkt dat de kennis en vaardigheden van alle aspecten van de beroepsuitoefening in het team aanwezig is. Alle docenten hebben een hbo opleiding (70%) of een algemene of vakspecifieke universitaire opleiding. Vrijwel alle docenten hebben een didactische bevoegdheid. Twee docenten (duaal en deeltijd) zijn bezig met promoveren. Het domein E&M streeft ernaar dat 5% van het personeel een promotietraject volgt, dat 8% van de medewerkers een PhD heeft, dat 90% van de docenten een didactische aantekening heeft en dat 85% van de medewerkers een hbo- of wo-master heeft. Diverse docenten hebben onderzoekservaring. Aannamebeleid Het auditteam heeft kunnen constateren, dat de opleiding in haar aannamebeleid kwaliteitseisen stelt aan haar personeel en dan niet alleen in termen van opleiding en scholing (vak- en disciplinekennis), maar uitdrukkelijk in termen van onderwijskundige en/of organisatorische expertise, competenties en werkervaring. Nieuwkomers krijgen, indien nodig, een algemene cursus didactiek en worden gekoppeld aan een ervaren docent. Scholing De scholing is erop gericht dat docenten kennis hebben van de COM beroepspraktijk en van het vakoverstijgend onderwijs. Jaarlijks stelt de opleiding een didactisch en inhoudelijk scholingsplan op, waarin zowel de individuele scholingsafspraken gemaakt tijdens de functioneringsgesprekken als ook de gewenste scholing voor de organisatieontwikkeling is opgenomen. De afgelopen jaren is er veel tijd geïnvesteerd door de vakdocenten in deskundigheidsbevordering op het gebied van toetsen en beoordelen (bijvoorbeeld met de opleiding voor assessor en cursussen t.b.v. een rol in de toetscommissies). Daarnaast bezoeken docenten (internationale) congressen en houden zij de vakliteratuur bij. Borging kwaliteit personeel Binnen de opleiding spelen teamopbouw en teamontwikkeling in de betekenis van lerende organisatie een rol. Het auditteam ziet dit niet alleen vertaald in de formele teamvergaderingen, maar ook in de informele overleggen, het delen van werkruimtes en het uitnodigen van collega-docenten bij gastcolleges. De gezamenlijke map die de opleiding heeft ingericht op intranet, zorgt ervoor dat collega’s via de digitale weg kennis over nieuwe ontwikkelingen delen. Het CROHO-beraad speelt als ‘linking pin’ tussen de verschillende afdelingen een belangrijke rol bij de teamopbouw en de afstemming binnen één CROHO geregistreerde opleiding. Het auditteam ziet dat de afgelopen periode een stap voorwaarts is gemaakt m.b.t. de inhoudelijke afstemming, het uitwisselen van ervaringen en good practices en het uniformeren van gezamenlijke processen. Studenten over kwaliteit personeel Studenten zijn over het algemeen tevreden over de docenten en zijn van mening dat de docenten beschikken over voldoende didactische kwaliteiten, zo blijkt uit de verschillende evaluaties. Ook de afgestudeerden zijn tevreden over de inhoudsdeskundigheid en de didactische vaardigheden van docenten, zo blijkt uit de hbo-monitor.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 39
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: goed voor beide locaties Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Gebouw De opleiding is gehuisvest op twee locaties, te weten Leeuwenburg (deeltijd en duaal) en Fraijlemaborg (voltijd). Op beide locaties staat er een goed geoutilleerd onderwijsgebouw met onderwijsruimtes die geschikt zijn voor diverse interactieve werkvormen, collegezalen en stilteruimtes. Voor de docenten is er al naar gelang de omvang van de aanstelling, een eigen werkplek of een gedeelde werkplek beschikbaar. Er zijn op dit moment onderzoeken gaande naar de verbetering en uitbreiding van de huisvesting van de opleidingen op met name de Leeuwenburglocatie. Uitgangspunt is de schaarste aan ruimte die naar verwachting tot na de verhuizing naar de Amstelcampus zal aanhouden, op te vangen. ICT Het auditteam heeft geconstateerd dat er voldoende computers beschikbaar zijn op beide locaties waar studenten onder andere toegang hebben tot relevante softwareprogramma's en het e-learing platform BSCW. Tevens kunnen studenten van huis uit inloggen op hun digitale onderwijsomgeving. Op Leeuwenburg zijn de voorzieningen voor studenten de afgelopen jaren verbeterd (studielandschappen, draadloos netwerk, laptops). Op Fraijlemaborg is een ICT-rijke omgeving gecreëerd, met een SAP-practicum (bedrijfssimulatie), draadloos netwerk en een grote computerdichtheid. Mediatheek/ bibliotheek Beide locaties hebben een mediatheek met een uitgebreide collectie boeken, tijdschriften en cdroms. De mediatheken van de HvA werken samen en steken veel energie in het toegankelijk maken van informatie (bijvoorbeeld samenstellen themagidsen). De HvA is geabonneerd op landelijke databanken die medewerkers en studenten kunnen raadplegen. Studenten en docenten over voorzieningenniveau Studenten en docenten zijn over het algemeen tevreden over de materiële voorzieningen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 40
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studiebegeleiding Tijdens de audit is gebleken dat de docenten in de rol van studieloopbaanbegeleider/ coach, stagebegeleider en afstudeerbegeleider goed op de hoogte zijn van de ontwikkeling van elke student en hem daarbij op een prima wijze ondersteunen/coachen. Coaches nemen deel aan trainingen op gebied van coaching. Voltijd Binnen de voltijdopleiding werken verschillende studiebegeleiders: Coach. De coach is de begeleider van de verschillende studentengroepen en dagelijks aanspreekpunt. Hij bewaakt de voortgang van de student en verwijst zo nodig door naar de studieadviseur. De coaching is gekoppeld aan de lessen Persoonlijke Ontwikkeling (PO). Studieadviseur. De studieadviseur is het eerste aanspreekpunt voor informatie en advies over planning, voortgang, problemen en vertraging van de studie van een student. De studieadviseur zelf neemt, als de studieresultaten daartoe aanleiding geven, ook contact op met de student voor een gesprek. In het eerste studiejaar is de begeleiding actief: de studieadviseur roept de student op voor een voortgangsgesprek. Studenten kunnen daarnaast zelf op ieder moment een afspraak maken met de studieadviseur. Studieadviseurs verwijzen studenten met problemen op het persoonlijke vlak naar de decaan. In het derde jaar krijgt de student vanuit de opleiding begeleiding van een stagebegeleider. Op de twee stageplekken is er een praktijkbegeleider. De stagebegeleider heeft regelmatig contact met de praktijkbegeleider over de studievoortgang van de student. In het laatste jaar coacht de afstudeerbegeleider de student bij de voortgang van het afstudeerproces en heeft de student nog een aantal individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider rondom studievoortgang en competentieontwikkeling. De afdeling Voltijd richt zich momenteel op het verbeteren van het contact gedurende de periode dat de studenten door de werkperiode en minor ‘uit beeld zijn’ door gebruik te maken van digitale communicatie. Hiervoor is een pilot gestart met studenten uit het derde jaar. Daarnaast is met het project ‘Sturen op Studiesucces’ (SoS) een start gemaakt met het aanscherpen van de Coachingsleerlijn. Dit project zal worden uitgevoerd in studiejaar 20102011. Deeltijd Studenten kunnen voor vragen en problemen met betrekking tot hun studievoortgang terecht bij de studieadviseur. Ook is er enkele uren per week een studiebegeleider actief. Gezien het karakter van onderwijs als onderwijs aan volwassenen, legt de opleiding het initiatief voor het raadplegen van de studieadviseur of –begeleider bij de student zelf (‘piepsysteem’). Er is niet, zoals bij voltijd het geval is, een aparte voorziening studieloopbaanbegeleiding (SLB). Studenten geven tijdens de audit wel aan, dat de studiebegeleider bij het behalen van twee onvoldoendes ‘aan de bel trekt’. Deeltijdstudenten ontwikkelen een deel van hun competenties tijdens het programma persoonlijke professionalisering (PP). Doel is het ontwikkelen van competenties via de werkervaring en aantonen van deze ontwikkeling via een portfolio en assessment.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 41
Dat is een inhoudelijke doelstelling. Zij worden hierin begeleid door een trainer. Deze trainer verwijst de student in voorkomende gevallen door naar de studiebegeleider of naar de decaan. Duaal Binnen duaal is studiebegeleiding vormgegeven in de coachingsleerlijn. De duale student heeft gedurende de hele studieduur dezelfde coach. In de instelling (de werkplek van de duale student) begeleidt de praktijkbegeleider de student. De coach en de praktijkbegeleider hebben regelmatig contact. In de afstudeerfase krijgt ook de duale student een afstudeerbegeleider. Studenten over de studiebegeleiding Uit de onderwijsevaluaties en de studenttevredenheidsmonitor blijkt dat studenten over het algemeen (matig) tevreden zijn over de studiebegeleiding. De opleiding signaleert een aantal knelpunten. Voltijdstudenten zien graag een intensievere coaching. De opleiding heeft hierom het aantal docenturen voor de begeleiding verhoogd. Duale studenten zien ruimte voor verbetering in de begeleiding bij het inrichten van het portfolio en de begeleiding bij de voorbereiding op de beroepspraktijk. Ook met betrekking hiertoe heeft de opleiding verbetermaatregelen getroffen. Voor deeltijdstudenten leeft het begrip studieloopbaanbegeleiding niet echt. Studenten geven tijdens de audit aan over het algemeen tevreden te zijn over de begeleiding. Wel geven studenten voltijd aan dat er bij de begeleiding bij projecten ruimte voor verbetering is en ook zouden zij iets meer duidelijkheid willen hebben waar en bij wie ze terecht kunnen voor bepaalde zaken. Informatievoorziening Studenten worden op een adequate wijze geïnformeerd over het opleidingsprogramma, de begeleiding en de studievoortgang via intranet, de digitale studiegids, BSCW (met name voor informatie tijdens projecten), het OER, de opleidingscommissie en de klassenvertegenwoordigers. Bij deeltijd en duaal wordt, sinds het studiejaar 2009-2010, gewerkt met de elektronische leeromgeving Studynet. Alle onderwijsmaterialen voor de opleidingen zijn hier terug te vinden. Via een persoonlijke inlogcode hebben studenten toegang tot de eigen studieresultaten in het studievoortgangsregistratiesysteem op intranet. De opleiding verzorgt ook regelmatig een nieuwsbrief met informatie over actuele onderwerpen. Studenten over de informatievoorziening Hoewel alle informatie aanwezig is, blijkt uit signalen van docenten en studenten dat de informatie soms nog moeilijk vindbaar is. Er zijn inmiddels maatregelen getroffen om een eenduidiger informatiestructuur op intranet aan te bieden. Studenten deeltijd geven tijdens de audit aan dat de informatievoorziening met betrekking tot het PP-traject wat hen betreft iets duidelijker mag. Een betere voorlichting hieromtrent in het eerste jaar achten zij wenselijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 42
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kwaliteitsbeleid De interne kwaliteitszorgcyclus van de opleiding volgt – volgens HvA-beleid – de jaarlijkse planning- en controlecyclus (P&C) met resultaatgericht management als besturingsfilosofie, de resultaten- en activiteitenplannen (R&A) als planningsinstrument en de domeinrapportages en afdelingsrapportages (ARAP’s) als verantwoording. In de externe kwaliteitszorgcyclus volgt de opleiding een zesjarige cyclus, die bestaat uit opeenvolgende interne audits en externe visitaties. Zo is er bij de opleiding in mei 2009 een interne audit uitgevoerd. Het auditteam is van mening dat het kwaliteitsbeleid duidelijk is beschreven. Het ‘Kwaliteitsbeleidplan Gewoon Goed’ en het ‘Kwaliteitshandboek’ bevatten het beleidskader, de opzet van de evaluatiesystematiek, de doelstellingen en streefcijfers, de evaluatieprocedures en de instrumenten waarmee geëvalueerd wordt. Het auditteam merkt hierbij wel op dat de opleiding voor bepaalde streefdoelen meer ambitie zou mogen tonen: de opleiding hanteert namelijk de ‘veilige’ streefnorm 3,0. Evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een behoorlijk aantal instrumenten ter beschikking heeft voor het evalueren van de opleiding en dat zij deze instrumenten ook regelmatig inzet. De volgende evaluaties worden o.a. gebruikt: Instroomtevredenheidsmonitor (ITM) Studenttevredenheidsmonitor (STM); Medewerkerstevredenheidsmonitor (MTM); Alumnitevredenheidsmonitor (ATM) tot 2007; HBO-monitor sinds 2008; Exit-tevredenheidsmonitor (ETM). Naast bovenstaande evaluaties gebruikt de opleiding ook een eigen aanvullende set van evaluatie-instrumenten, namelijk instrumenten voor module-, stage-, afstudeer- en minorevaluaties. Ook zijn er overlegmomenten met de stakeholders (OAR, opleidingscommissie en docententeam). Na ieder onderwijsblok worden met ondersteuning van de staf Kwaliteitszorg evaluaties uitgezet onder studenten. Bij de studenten is er een extreem hoge uitval bij de enquêtes, waardoor de betrouwbaarheid van de uitkomsten in het geding komt. De opleiding tracht de respons op de evaluaties te verhogen door de evaluatie-uitkomsten van het vorige blok bekend te maken tijdens de kick-off van het volgende blok. Hierdoor wordt eveneens zichtbaar op welke wijze is geëvalueerd en wat er met de resultaten wordt gedaan. Bij voltijd is er gestart met het invoeren van studentenpanels. Hier bespreekt de opleidingsmanager met studenten van alle leerjaren de uitkomsten van de evaluaties. Mede op advies van de Opleidingscommissie hebben de studenten duaal tijdens coachingsbijeenkomsten digitale evaluatieformulieren ingevuld om de respons te verhogen. Bij deeltijd wordt geëxperimenteerd met het klassikaal invullen van digitale evaluaties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 43
Studenten over de evaluatiepraktijk van de opleiding Uit de studenttevredenheidsmonitor blijkt dat de studenten vinden dat er voldoende evaluaties worden gehouden. De voltijdstudenten geven in de evaluaties echter een lage waardering voor het aspect kwaliteitszorg. De oorzaken kunnen worden gezocht in de hoeveelheid evaluaties (evaluatiemoeheid) en/of in de terugkoppeling van genomen verbeteracties. Beide punten zijn onder de aandacht gebracht bij de stafdienst Onderwijs & Kwaliteit. De opleiding zoekt in samenwerking met de stafdienst gericht naar oplossingen. Uit de audit bleek overigens dat de studenten van oordeel waren, dat de opleiding naar hen luisterde.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 44
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Na de evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een adequaat verbeterbeleid voert. Wanneer (uit evaluaties blijkt dat) niet aan de gestelde kwaliteitscriteria/streefnormen is voldaan of wanneer er sterke signalen vanuit studenten, docenten of het werkveld komen over gewenste verbeteringen, neemt de opleiding actie. Het verbeterbeleid van de varianten is inzichtelijk via de (afdelings)R&A-plannen. In elk van de R&A-plannen wordt een analyse gegeven van de bereikte resultaten over het voorafgaande studiejaar (mede gebaseerd op evaluatieve gegevens), worden de prioriteiten voor het betreffende studiejaar gegeven en worden de concrete acties uitgezet t.b.v. de realisatie van de prioriteiten (mede gebaseerd op kwantitatieve doelstellingen). Hieronder noemen we enkele voorbeelden van genomen/te nemen verbetermaatregelen: Naar aanleiding van de adviezen van de accreditatie in 2004 is en wordt het relatienetwerk van docenten systematisch beschreven en uitgebreid. De opleiding wordt hierbij ondersteund door het Bureau Externe Betrekkingen. Bij de afdeling Deeltijd is in 2009 een programmamanager aangesteld om duurzame samenwerkingsrelaties met het werkveld tot stand te brengen. Naar aanleiding van de adviezen van de interne auditcommissie in 2009 heeft de opleiding haar profilering beter uitgewerkt. De consequenties voor het programma zijn o.a. in termen van internationalisering en praktijkgericht onderzoek uitgewerkt. Duaal gaat, als reactie op de verbetersuggestie van de interne auditcommissie, door middel van het project Sturen op Studiesucces (SoS), onderzoek doen naar mogelijkheden om door middel van coaching en toetsing (assessments) nog beter de koppeling te kunnen maken tussen het binnen- en buitenschools curriculum. Naar aanleiding van de verzwaarde taak van de examencommissie in de Wet Hoger Onderwijs, worden in de OER 2010-2011 van de HvA, de taken en bevoegdheden van de examencommissie aangepast. Domeinbreed worden de rollen en taken van de toets- en examencommissie hiermee in lijn gebracht. Naar aanleiding van evaluatieresultaten van studentenquêtes wordt ter ondersteuning van de coachingsleerlijn bij Duaal door een werkgroep bestudeerd of het bestaande digitaal HvA portfoliosysteem geschikt is voor Duaal gebruik. Indien dit het geval is, zal dit in september 2011 zijn geïmplementeerd. Studenten en coaches zullen scholing op dit gebied krijgen. Functioneren klachtenregeling Voor meer fundamentele klachten kunnen studenten gebruikmaken van de klachtenprocedure. Studenten geven tijdens de audit aan dat ze voor ‘kleine klachten’ terecht kunnen bij de studieadviseur, de opleidingsmanager, de opleidingscoördinator of docenten. Beheer van de verbetercyclus Zoals al onder facet 5.1 is vermeld, is in het Kwaliteitshandboek duidelijk vastgelegd wie verantwoordelijk is voor een bepaald kwaliteitsgebied en ervoor zorgt dat evaluatieresultaten worden geanalyseerd, verbeteringen worden uitgevoerd en de uitvoering van de maatregelen worden gemonitord. Het auditteam heeft vastgesteld dat de opleiding de PDCA-cyclus doorloopt. Een aandachtspunt ligt bij het consistent bewaken of de ingevoerde verbetermaatregelen ook daadwerkelijk tot verbeteringen leiden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 45
Studenten en docenten over de verbeterpraktijk van de opleiding Uit de docentevaluaties blijkt dat docenten van mening zijn dat de vertaling van evaluaties naar verbetermaatregelen niet altijd te herkennen is. De stafdienst Onderwijs & Kwaliteitszorg herkent dit beeld. Zij signaleert dat evaluatieresultaten en rendementsgegevens vaak nog teveel onderwerp van gesprek zijn op managementniveau en nog te weinig op het niveau van de docent. De opleiding werkt hard (zie ook facet 5.3) aan het transparant maken van de bestaande kwaliteitscyclus. Over het algemeen vinden de studenten met wie het auditteam heeft gesproken, dat door de opleiding merkbaar gewerkt wordt aan verbeteringen die zij aangeven.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 46
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Communicatie De opleiding koppelt evaluatieresultaten en genomen verbetermaatregelen terug aan zowel docenten als studenten. De terugkoppeling geschiedt mondeling (in teambesprekingen) en schriftelijk (intranet, nieuwsbrieven). Er wordt gewerkt aan een nieuwsbrief bij voltijd om de communicatie intern te verbeteren en terugkoppeling meer zichtbaar te maken. Verder is voltijd gestart met het bespreken van verbetermogelijkheden met docenten op basis van semesterevaluaties. Deze besprekingen vinden plaats bij aanvang van elk nieuw semester. Alumni kunnen lid worden van de alumnivereniging en krijgen algemene informatie over de hogeschool via het alumniblad Hesprit. Voltijd heeft in 2009 alumni uitgenodigd bij een aantal activiteiten, zoals de beroepsoriëntatiedag. In april 2010 is er een bijeenkomst op de hogeschool georganiseerd van het VSA, Communicatie Trefpunt (vereniging van communicatieprofessionals) over strategie en commitment. Hiervoor zijn er ook communicatiealumni uitgenodigd. Het domein is bezig het alumnibeleid nader vorm te geven. Van structurele terugkoppeling van de evaluatieresultaten en verbetermaatregelen naar het beroepenveld en de alumni is (nog) geen sprake. Ook de communicatie naar studenten is nog niet altijd optimaal, zo bleek uit de gesprekken tijdens de audit. Evaluaties worden teruggekoppeld en krijgen follow-up, maar die follow-up zou beter gecommuniceerd kunnen worden, al was het maar om evaluatiemoeheid te voorkomen. Studenten en docenten over kwaliteitscultuur Uit de studentevaluaties blijkt dat de studenten kritisch zijn over de mate waarin ze met hun klachten en wensen bij de opleiding terecht kunnen. Dit beeld wordt in de gesprekken tijdens de audit genuanceerd. Studenten geven in deze gesprekken aan voldoende mogelijkheden te ervaren om problemen aan de orde te stellen. Medewerkers geven in de medewerkerstevredenheidsmonitor aan over het algemeen genoeg te worden betrokken bij de opleiding en hierover ook voldoende geïnformeerd te worden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 47
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Afsluitende toetsing Domeinbreed zijn er heldere richtlijnen ontwikkeld die het hbo-niveau van de opleidingen garandeert. Daarvan afgeleid zijn richtlijnen voor de afstudeeropdrachten, de beoordeling van de afstudeeropdrachten en de afstudeerprocedure ontwikkeld en in de afstudeerhandleidingen opgenomen. Volgens deze richtlijnen moet een afstudeeropdracht passen binnen het opleidingsprofiel Communicatie, resulteren in een beroepsproduct op strategisch/tactisch niveau (incl. beleidsadvies), van complexe aard zijn, een praktijkgericht onderzoek bevatten en worden uitgevoerd in een bedrijf (voltijd) of op de werkplek (deeltijd en duaal). De beoordelingscriteria richten zich o.a. op de probleemstelling, het plan van aanpak, het praktijkgericht onderzoek, het theoretisch kader, de innovatieve kracht, de rapportage en de verdediging. De afstudeeropdracht wordt in principe uitgevoerd tijdens het tweede semester van het vierde jaar. De afronding van werkperiode 3 (duaal) en van de Persoonlijke Professionalisering (deeltijd) maken ook deel uit van het afstuderen. Onderdeel van de procedure is dat er altijd een tweede lezer medebeoordelaar is en dat ook van een bedrijfsbegeleider of opdrachtgever een adviserend oordeel wordt gevraagd. De voltijdstudenten sluiten het afstudeertraject af met een presentatie en een verdediging. De duale studenten krijgen een portfolio-assessment van werkperiode 3 en combineren dit doorgaans met het afstudeergesprek. Deeltijdstudenten krijgen een beoordeling van hun beroepsproduct en gaan bij een voldoende op voor het portfolio-assessment van de Persoonlijke Professionalisering. Borging eindniveau Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding op voldoende wijze borgt dat elke student het gewenste eindniveau bereikt. Tijdens de gesprekken op de auditdag is het auditteam geïnformeerd over de verschillende initiatieven die binnen de opleidingsvarianten zijn ontwikkeld om het niveau te borgen en te verhogen. Aan de orde is geweest: de begeleiding, de betrokkenheid van het beroepenveld, het meer-ogen principe, één lijn in weging beoordelingscriteria en (collegiale) intervisie. Op basis hiervan heeft het auditteam geconstateerd dat de opleiding serieus werkt aan het eindniveau. Hieronder gaan we in op de hierboven genoemde initiatieven.
De begeleiding: de afstudeervoorstellen worden vooraf door de stage- & afstudeercommissie op geschiktheid en niveau beoordeeld en er vindt nog een controle plaats van het gewenste niveau van de afstudeeropdracht bij de beoordeling van het plan van aanpak door de begeleidende docent. Dat de opleiding deze controles voorafgaand aan de start van de opdracht uitvoert, vindt het auditteam goed. Daarna legt de student regelmatig concepten van zijn rapport voor aan de begeleidende docent tijdens voortgangsgesprekken. Veel deeltijdstudenten maken overigens geen gebruik van deze mogelijkheid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 48
De betrokkenheid van het beroepenveld: bij het afstuderen in juli 2011 zal er in alle varianten een gecommitteerde aanwezig zijn bij het afstudeergesprek. Bij de deeltijd is dit al gerealiseerd. Bij het afstudeertraject zal eveneens de OAR (Onderwijs Advies Raad) betrokken worden om op metaniveau feedback te geven op de praktijkgerichtheid en het niveau van de afstudeerwerkstukken. Het meer-ogen principe: met ingang van studiejaar 2010-2011 wordt voor de afstudeerfase het vierogenprincipe toegepast. Aanscherpen beoordelingskader: de richtlijnen voor het afstuderen zijn in studiejaar 20092010 nog aangepast voor voltijd. Er komt voor studiejaar 2010-2011 een nieuwe afstudeerhandleiding met aangescherpte beoordelingscriteria. Eén lijn in weging beoordelingscriteria en (collegiale)intervisie: in februari 2011 is de weging van de afstudeeropdracht van de opleidingsvarianten in lijn met elkaar. Het CROHO-beraad ziet toe op de uitvoering van deze actie. Bij minimaal vijf afstudeergesprekken zal er sprake zijn van uitwisseling van docenten van verschillende varianten om op deze manier ervaringen te delen en, indien noodzakelijk, beoordelingscriteria en weging aan te passen. Bij de deeltijd worden intervisiebijeenkomsten georganiseerd waarbij verschillende scripties zullen worden besproken. Onderzoek: de examencommissie signaleerde bij het doornemen van enkele scripties een mismatch tussen probleemstelling, de onderzoeksopzet, het daadwerkelijke onderzoek en de uiteindelijke conclusies en aanbevelingen. De opleiding zal om de borging van het afstuderen op strategisch niveau te realiseren de onderzoekslijn stevig in het curriculum implementeren. Er is een visie op onderzoek voor COM gemaakt en de onderzoeksleerlijn is in studiejaar 2009-2010 al in leerjaar 1 en 2 geïmplementeerd. Jaar 3 en 4 volgen in 20102011. Eisen die gesteld worden aan de samenhang tussen probleemstelling, onderzoek, analyse, conclusie en aanbevelingen in afstudeerrapporten, worden in afstemming met de varianten expliciet gemaakt voor alle beoordelaars en docenten gaan in studiejaar 20102011 vervolgens een workshop onderzoek volgen.
Oordeel auditteam over gerealiseerd niveau Het auditteam heeft ook zelf steekproefsgewijs een aantal afstudeerwerkstukken van de afgelopen studiejaren beoordeeld en is van mening dat de studenten hierin aantonen, dat zij zeker het hbo denkniveau hebben, dat je van een startende beroepsbeoefenaar mag verwachten. Er is door alle studenten voldaan aan de hbo-kwalificaties. In een aantal werkstukken constateert het auditteam dat er te weinig aandacht is voor de methodologische verantwoording. Daarbij gaat het met name om het ontbreken van een duidelijke theoretische onderbouwing. Studenten geven bijvoorbeeld niet altijd aan welke concepten en modellen zijn gebruikt en waarom zij hiervoor hebben gekozen. Aandacht voor het adequaat formuleren en analyseren van probleemstellingen, het koppelen van conclusies aan de onderzoeksvragen/deelvragen en het daadwerkelijk beantwoorden van de probleemstelling blijft daarnaast essentieel. Ook het gebruik van relevante literatuur is wisselend. Literatuuronderzoek zou meer aandacht mogen krijgen. Met de verzwaring van de onderzoeksleerlijn verwacht het auditteam in toekomstige afstudeeropdrachten op dit punt verbetering te zien. Aandacht voor taalgebruik en spelling blijft nodig. Het feit dat de opleiding sterk inzet op ‘taal’ in haar onderwijsprogramma, juicht het auditteam toe. Communicatiemensen die de Nederlandse (en Engelse) taal niet goed beheersen, kunnen niet uit de voeten in het communicatievak en kunnen hierdoor zelfs ongeloofwaardig overkomen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 49
Een suggestie van de kant van het auditteam voor de toekomst is dat de opleiding studenten stimuleert om meer ‘out of the box’ te denken en minder de gebaande paden te volgen. Studenten houden veelal vast aan bestaande theoretische modellen en onderzoeksmethodieken. De kans tot goede, bruikbare ideeën voor het bedrijfsleven is groter als de studenten worden gestimuleerd om originele en creatieve oplossingen te bedenken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 50
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers Per studiejaar worden streefcijfers geformuleerd en opgenomen in het R&A-plan van de opleiding. De streefcijfers voor rendement passen binnen de algemene norm van het domein Economie & Management. Er zijn streefcijfers voor de onderwijsvraagfactor, het propedeuserendement na twee jaar en het hoofdfaserendement na vier jaar. Het auditteam heeft geconstateerd, dat op domeinniveau daarnaast streefcijfers zijn vastgesteld voor het propedeuserendement na één jaar, blokrendement propedeuse en hoofdfase en het percentage uitval met propedeuse na vijf jaar. Uitkomsten Voltijd en duaal kennen een laag propedeuserendement na twee jaar (zie Bijlage II) en zitten daarmee onder de gemiddelde domeinscores van deze afdelingen. De deeltijdopleiding zit boven de gemiddelde domeinscore voor de afdeling Deeltijd. Het studiesucces na vier jaar in de hoofdfase is bij duaal en deeltijd boven het gemiddelde van het domein voor deze afdelingen en min of meer gelijk aan de gestelde streefwaarden voor 2012. Zes jaar geleden maakte de NVAO zich met name zorgen over de rendementsontwikkeling van de deeltijdopleiding. Inmiddels bevinden de scores voor deze variant zich boven de norm. Bij de voltijd ligt het studiesucces hoofdfase onder de huidige norm en is hiermee ver verwijderd van de uiteindelijke streefwaarde in 2012. Analyse en verbetermaatregelen Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding de rendementscijfers analyseert en waar nodig verbetermaatregelen treft. Het auditteam is ervan overtuigd dat de opleiding hard werkt aan verbetering van de rendementen. Enkele voorbeelden van acties zijn: Eerste oriëntatie: in de voorlichting wordt beter uiteengezet wat de opleiding inhoudt (verwachtingenmanagement). In dit kader gaat voltijd met ingang van september 2010 de intakegesprekken herinvoeren. Vanaf dat moment gaan ook de coaches elk studiejaar twee persoonlijke gesprekken per jaar met de studenten voeren. Tussentijdse oriëntatie: mocht de student niet op de ‘juiste plek’ terecht komen, dan heeft hij tijdens de propedeuse nog de mogelijkheid om zich goed te oriënteren op het volledige aanbod van economische studies binnen de HvA en om – indien gewenst – over te stappen. Via het zogenoemde rotondesysteem kunnen studenten na het eerste, tweede of vierde semester flexibel over stappen naar resp. een andere opleiding of variant binnen het gehele domein, een andere opleiding of variant binnen het cluster en een andere opleidingsvariant van eigen opleiding. In navolging van de duale en deeltijdopleiding zal ook de voltijdopleiding vanaf studiejaar 2010-2011 van start gaan met een traject om het aantal langstudeerders terug te brengen. De opleidingsmanager gaat hiertoe persoonlijk het gesprek aan met alle langstudeerders. Met extra aandacht, extra lessen en extra begeleiding wordt de groep langstudeerders (vijf jaar of langer ingeschreven) in staat gesteld om af te studeren. Daarnaast is een domeinbreed introductieprogramma voor propedeuse studenten geïmplementeerd om meer binding tussen studenten onderling te creëren (voorkomen van uitval door sociale integratie).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 51
Ook wordt er meer input gegeven aan de coaches om via studiebegeleiding tot rendementsverbeteringen te komen. Als onderdeel van het SOS-project wil de duale opleiding vanaf studiejaar 2010-2011 gaan werken met studievoortgangadviseurs. Zij adviseren de coaches bij het volgen van de studenten op leerprestaties. Tot slot wil de voltijdopleiding het uitvalpercentage minimaliseren door de stage terug te brengen naar vier dagen per week. Studenten kunnen op deze manier tijdens de vijfde dag, waarin onderwijsactiviteiten worden aangeboden, meer binding houden met de opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 52
6.
OORDEELSCHEMA hbo bacheloropleiding Communicatie Voltijd, deeltijd, duaal
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
Oordeel V2 G G G V G V G V G V G V V3 G V G V4
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
G V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
G V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement Samenvattend oordeel
V
V V V V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo bacheloropleiding Communicatie, verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, crohonummer 34405, in al haar varianten en locaties te accrediteren.
2 3 4
Extra aantekening: goed Extra aantekening: goed Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 53
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 54
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 55
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 56
BIJLAGE I Programma en gesprekspartners Locatie Fraijlemaborg – 26 mei 2010 Tijd en ruimte 08.45 – 09.00
Gesprekspartners
09.00 – 09.45
Auditoren
Auditteam
09.45 – 10.00
Onderwerpen Inloop door en ontvangst van auditteam Voorbespreking auditteam -
Kennismaking Definitieve vaststelling programma
10.00 – 11.00
Afdelingsmanagementteam + domeinvoorzitter - Ineke van der Linden, domeinvoorzitter - Dorien Nelisse, afdelingsmanager deeltijd en duaal - Gerard Dukker, afdelingsmanager voltijd F - Angeline Miedema, afdelingsmanager voltijd L
Auditteam
11.00 – 11.15
Korte pauze
Auditteam
Generiek voor het Domein E&M - Geschiedenis - Strategisch beleid, visie, missie - Marktpositie / Instroom / Toelating - Internationalisering - Innovatie - Relatie beroepenveld - Personeel / Scholing - Studiebegeleiding - Resultaten / Onderwijsrendement - Alumnibeleid Interne terugkoppeling, verificatie
11.15 – 11.45
Examencommissie - Beer van Arem, voorzitter van het presidium - Jan van den Hoff, vertegenwoordiging van de opleiding COM du - Ivo van der Werk, vertegenwoordiging van de opleiding HRM vt - Sjaak Tool, vertegenwoordiging van de opleiding BI vt - Marion Jacques, vertegenwoordiging van de opleiding BI dt
Auditteam
-
11.45 – 12.15 Lokaal 3.097
Kwaliteitszorg Irene Visser, hoofd afdeling Onderwijs & Kwaliteit Renate Teuwsen, portefeuillehouder duaal Frits Brouwer, portefeuillehouder deeltijd & internationaal Ronalda van Kemenade, portefeuillehouder voltijd F Mirjam Foekens, portefeuillehouder HRM
Auditteam I: Van der Hoorn Van Gorp Van der Tuuk
-
11.45 – 12.15 (parallel)
Auditteam II: Van Ginniken De Koning
12.15 – 13.00
Lectoren - Jesse Weltevreden, lector Online Ondernemen - Martha Meerman, lector gedifferentieerd Human Resource Management Lunch
Auditteam
Inhoud lectorschap Bijdrage lector aan (inhoud) onderwijs – toegepast onderzoek - Inbreng leden kenniskring - Innovatie - Lunch - Mogelijkheid tot presentatie van studenten
13.00 – 13.30
Rondleiding Fraijlemaborg
Auditteam I
Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorziening
13.00 – 13.30 Lokaal 4.041
Verificatie documenten COM
Auditteam II
Gelegenheid voor (een deel van) het auditteam om documentatie te verifiëren
-
Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Vrijstellingen / EVC Toetscommissie Bevoegdheden Examencommissie Kwaliteitsborging afstudeerders
Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld
-
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 57
Tijd en ruimte 13.30 – 14.15
Gesprekspartners Opleidingsmanagement COM - Marry van Straten, opleidingsmanager COM deeltijd - Desiree Simons, opleidingsmanager a.i. COM voltijd - Matty Holman, opleidingsmanager COM voltijd - Miranda Vodegel, opleidingsmanager COM duaal
Auditoren Auditteam
Onderwerpen - Strategisch beleid, visie, missie - Marktpositie / Instroom - Internationalisering - Innovatie - Kwaliteitszorg - Relatie beroepenveld - Personeelsbeleid - Resultaten / rendementen - Alumnibeleid
14.15 – 15.00
CROHO-team - Arent Muller, docent duaal en deeltijd - Jan van den Hoff, docent duaal - Christien Kintzen, docent voltijd
Auditteam
-
15.00 – 15.15
Korte pauze
Auditteam
15.15 – 16.00
Docenten voltijd - Marije Booy, docent - Stijn van Diemen, docent - Christien Kintzen, croholid, kernteamdocent, coördinator afstuderen - Michel Franken, kernteamdocent, studieadviseur, lid toetscommissie - Robert Nijhof, kernteamdocent, coach - Tom Spits, docent, lid examencommissie - Olga van Weelie, docent Studenten voltijd - Marie Louise van Dorp, 4e jaars - Nick van der Klundert, 4e jaars - Johanna Holwerda, 3e jaars - Lamya Aharouay, 3e jaars - Moustafa Himdi, 3e jaars - Ab Ludwig, 2e jaars - Thomas de Boer, 2e jaars - Rosalien Dokter 2e jaars - Robin Gunning, 1e jaars - Kiki Mossink, 1e jaars
Auditteam
16.00 – 16.45
16.45 – 17.15
17.15 – 17.30
-
Relatie beroepenveld Ontwikkelingen beroepsdomein Onderwijsontwikkeling Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Scholing
-
Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding / Toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid / Studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent Afstuderen
-
Auditteam
Afronding dag 1 met directie/management gevoerd in het visitatietraject IBL. et visitatietraject L&E. De beorodelichtsaf en dan vind je na zoaag. In de bijlage vind
Afstemming en ontwikkeling van de opleiding als geheel - Relatie beroepenveld - Ontwikkelingen beroepsdomein - Onderwijsontwikkeling - Samenhang programma - …. Interne terugkoppeling, verificatie
Auditteam
-
-
Intern overleg Bepaling voorlopige beoordeling generiek beleid Voorbereiding volgende dag Afsluitend gesprek met een terugkoppeling over het domeinbrede deel; Verbinding met de volgende dag Wellicht reservering voor pending issues op dag 2
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 58
Locatie Leeuwenburg – 27 mei 2010 Tijd 08.30 – 09.00
Gesprekspartners
Auditoren Auditteam
09.00 – 09.45
Studenten deeltijd - Arthur Alderliesten, 1e jaars - Ellen van Herpt, 2e jaars - Carlita Koningstein, 3e jaars - Sebastiaan van Zuylen, 3e jaars - Petrie groot, 3e jaars - Pauline Vogel Massee, 4e jaars
Auditteam I: Van Ginniken De Bruijn De Koning
09.00 – 09.45 (parallel) Lokaal A 11.06
Studenten duaal - Silvana Matica, 1e jaars - Najib Abaghloulin, 1e jaars - Levi Witbaard, 2e jaars - Anke de Vries, 2e jaars - Marieke Hollenberg, 2e jaars - Hilletje Hulsman, 2e jaars - Lisette de Beer, 3e jaars - Marjon Berkhoff, 3e jaars - Myrthe Metsch, 3e jaars - Wesley Luntungan, 4e jaars Korte pauze Docenten deeltijd - Monique Dijkman, docent en afstudeerconsultant - Anja Gruteke, docent en afstudeerconsultant - Peter Horsselenberg, docent en afstudeerconsultant - Arent Muller, croholid, docent en afstudeerconsultant - Arnold van Winden, docent - Randy Bundel, Trainer persoonlijke professionalisering - Janke-Neeltje Schutter, Studiebegeleider Korte pauze Docenten duaal - Jan van den Hoff, docent, croholid, assessor, coach - Monique Dijkman, docent, assessor, coach, lid toetscommissie - Arno van Doorn, docent, assessor - Peter Sep, docent, assessor, coach, projectleider SOS duaal - Anny Ploegmakers, docent, assessor, coordinator coaching - Anne Geerdink, begeleider, assessor, coach Rondleiding voorzieningen Leeuwenburg
Auditteam II: Van de Hoorn Van Gorp
09.45 – 10.00 10.00 – 10.45
10.45 – 11.00 11.00 – 11.45
11.45 – 12.15 11.45 – 12.15 (parallel) 12.15 – 12.30
Onderwerpen Inloop door en ontvangst van auditteam Extra gelegenheid voor (een deel van) het auditteam om documentatie te verifiëren - Informatievoorziening - Aansluiting vooropleiding / Toelating - Toetsen en beoordelen - Studiebegeleiding (incl. stages) - Studeerbaarheid / Studielast - Materiële voorzieningen - Praktijkcomponent - Afstuderen Zie hierboven
Auditteam Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie - Relatie beroepenveld - Ontwikkelingen beroepsdomein - Onderwijsontwikkeling - Samenhang programma - Toetsen en beoordelen - Internationalisering - Scholing
Auditteam Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie Zie hierboven
Auditteam I
Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorziening Gelegenheid voor het auditteam om documentatie te verifiëren Pending issues / extra verificatie documenten - Lunch - Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Verificatie documenten
Auditteam II Auditteam
12.30 – 13.30
Nader te bepalen gesprekspartners Indien van toepassing Lunch
13.30 – 14.00
Alle gesprekspartners en genodigden
Auditteam
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 60
BIJLAGE II Kwantitatieve gegevens van de opleiding aantal docenten fte
voltijd
deeltijd
duaal
10,9
2,3
3,6
aantal in vaste dienst
8
3
7
aantal freelancers (excl. gastdocenten) of tijdelijke contracten
5
5
7
44
7
23
gastdocenten
instroom (in absolute aantallen)
Propedeuse cohort voltijd
deeltijd
duaal
2004
35
19
29
2005
61
36
47
2006
90
15
46
2007
118
28
48
2008
133
35
42
Instroom (in absolute aantallen)
Hoofdfase cohort voltijd
deeltijd
duaal
2004
30
34
29
2005
25
52
28
2006
43
36
35
2007
53
22
39
2008
70
59
44
rendement propedeuse ( p na 2 jaar)
voltijd
deeltijd
duaal
cohort 2002
50,0%
38,6%
32,7%
cohort 2003
37,2%
68,8%
31,6%
cohort 2004
34,3%
89,5%
37,9%
cohort 2005
39,3%
47,2%
40,4%
cohort 2006
40,4%
66,7%
41,3%
cohort 2007
48,7%
57,1%
43,8%
totaal rendement (diploma na 4 j Hoofdfase)
voltijd
cohort 2002
deeltijd
duaal
32,1%
50,9%
cohort 2003
52,6%
35,7%
74,2%
cohort 2004
50,0%
50,0%
79,3%
cohort 2005
48,0%
50,0%
53,6%
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 61
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 62
BIJLAGE III Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen R.J.M. (Rob) van der Hoorn MBA. De heer Van der Hoorn studeerde bedrijfseconomie (HEAO) en bedrijfskunde en is sinds 1996 mede eigenaar van de Hobéon Groep. Hij is bedrijfskundig adviseur en houdt zich onder andere bezig met financieel economische vraagstukken voor hoger onderwijsinstellingen. Hij is gecertificeerd lid van de orde van organisatiekundige en organisatieadviseurs (OOA). Heer Van der Hoorn heeft, als directeur van de Hobéon Groep, een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan hbo opleidingen worden gesteld. Dr. J. (Jaap) van Ginneken Dr. Van Ginneken is media- en massapsycholoog. Tegenwoordig werkt hij parttime als associate professor aan het Euro American Institute van de Ceram Business School bij Nice. Daarnaast is hij zelfstandig spreker en auteur van twintig boeken in vijf talen en veertig edities. Eerder was Van Ginneken lang verbonden aan de afdeling Communicatiewetenschap en de International School van de Universiteit van Amsterdam. Tegenwoordig is hij spreker en schrijver. Drs. E. (Eefje) van Gorp Mevrouw Van Gorp heeft de opleiding Communicatiewetenschappen gevolgd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast heeft zij bij het SIOO verschillende opleidingen gevolgd op het gebied van organisatieverandering. Momenteel is zij Hoofd Communicatie bij het Kadaster. Zij is verantwoordelijk voor de interne, externe- en marketingcommunicatie van het Kadaster. Daarnaast is zij vanuit deze functie de eerste woordvoerder en adviseur van de Raad van Bestuur. Verder treedt zij op als gastdocent en spreker. E.E. (Elisanne) van der Tuuk Mevrouw Van der Tuuk is voltijdstudente aan de opleiding Communicatie van de Haagse Hogeschool. Ten tijde van de audit zat zij in de afrondingsfase van haar afstudeertraject waarvoor zij op de afdeling Communication & Public Affairs van Heineken Nederland heeft gewerkt. Zij heeft het vak ‘Inleiding Communicatiewetenschappen’ aan de Universiteit van Amsterdam gevolgd. Mevrouw Van der Tuuk is (hoofd)redacteur geweest van een tweetal tijdschriften voor studentenverenigingen. Zij is werkzaam als museumdocente in het Museum voor Communicatie te Den Haag. D. (Dietha) de Bruijn Mevrouw De Bruijn is deeltijdstudente aan de opleiding Communicatie van de Haagse Hogeschool. Zij heeft hiervoor de hbo bacheloropleiding Hotelmanagement afgerond aan de Hogere Hotelschool in Den Haag. Zij is werkzaam bij UNIT4 Financiële Intermediairs als senior adviseur Marketing & Communicatie waar zij onder andere de marketingcommunicatiestrategie ontwikkelt en uitvoert, het CRM-systeem verbetert en persberichten, artikelen, webteksten en andere teksten schrijft. D.P.M. (Daniëlle) de Koning, MSc Mevrouw De Koning heeft haar propedeuse behaald in de Franse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. Vervolgens heeft zij ervoor gekozen om over te stappen naar de studie Commerciële Economie (richting Internationaal Management) aan de Haarlem Business School. Tijdens deze studie heeft zij in Frankrijk gewoond, waar zij stage heeft gelopen en gestudeerd heeft aan de ESSCA (Ecole Supérieure des Sciences Commerciales d’Angers). In 2003 studeerde zij af en is zij de studie Cultuur, Organisatie en Management gaan volgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, welke zij in 2006 heeft afgerond. Haar werkterreinen binnen Hobéon zijn organisatieadvies, marktonderzoek en certificering.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 63
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 66
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 67
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 68
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 69
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 70
BIJLAGE IV
WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS
Werkwijze en beoordelingsprocedure Bij de beoordeling van de betreffende voltijd, deeltijd en duale opleidingsvariant is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De voltijd, deeltijd en duale opleidingsvariant hebben zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk opleidingsprofiel. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Communicatie op hboniveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
1
Documentanalyse
Op basis van de door opleiding aangeleverde documentatie (zie Bijlage V), heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
2
Visitatie
De visitatie was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie5, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit twee externe onafhankelijke deskundigen, twee studenten van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris, beide laatstgenoemden vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en, daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft, ook door eigen waarneming.
5
Visitatie heeft op 26 en 27 mei 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 71
De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleidingen overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 72
Extra aantekening Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: o een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;6 o een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; o een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
6
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 73
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 74
BIJLAGE V Geraadpleegde documenten
HvA/DEM brede stukken Beleid HvA 1.
Leren Excelleren, Instellingsplan van de Hogeschool van Amsterdam, 2007-2010, UvA en HvA, maart 2007
2.
Leren Excelleren, Preambule bij de instellingsplannen van de Universiteit van Amsterdam en Hogeschool van Amsterdam, 2007-2010, UvA en HvA, maart 2007 Beleid DEM
3.
De beste Business School, domeinplan economie en management, 7 september 2007
4a
De HES naar beter en best, basisdocument, maart 2007
4b
Herijking BBS, april 2010
5.
10 algemene HES Competenties, augustus 2007
6.
Notitie HES en internationalisering, sept 2008
7.
Resultaten- & Activiteitenplan 2009-2010 afdeling Onderwijs en Kwaliteit
8.
Resultaten- & Activiteitenplan Domein Economie en Management 2008
9.
Croho-beraad: taakomschrijving, jaarplanning, november 2008
10.
Reglement Opleidingsadviesraad (OAR)
11.
Notitie onderzoeksbeleid DEM, april 2010
12.
Notitie oprichting kenniscentrum Economie, februari 2009
13.
Convenant DEM, versie 1.2
14.
Visie op opleiden en toetsen in 6 pijlers, discussiestuk DEM visie op opleiden, mei 2009.
15.
Organisatie inrichting DEM, oktober 2009
16.
Beleidsplan minoren DEM, april 2010
17.
Handboek toetsing en toetsbeleid, maart 2008
18.
Onderwijs- en examenregeling 2009-2010
19.
Onderwijs- en examenregeling 2009-2010 HES bijlagen CO vt fb, dt, du
20.
Onderwijskundige kaders, Beste Business School, september 2007
21.
Organisatie, taken en bevoegdheden examencommissie HES, 2008
22.
Richtlijnen borging bachelorniveau van afstudeeropdrachten, 2009
Programma + toetsing
Resultaten (afstuderen) Personeel/Voorzieningen 23.
Notitie HRM beleid DEM, april 2010
24.
Notitie promotiebeleid DEM, oktober 2009
25.
Indelingsinstrument Docent, april 2006
26.
Kwaliteitsbeleidsplan, Gewoon Goed, DEM 2009-2013, december 2009
27.
Kwaliteitshandboek, update maart 2010
28.
HBO – monitor 2009
29.
Exittevredenheidmonitor (ETM), 2009
30.
Medewerkers-tevredenheidsmonitor (MTM), 2009
31.
Rendementscijfers afdeling P&F/Planning & Control, juli 2009
32.
Studenten-tevredenheidsmonitor (STM), rapportages CO, 2009
Kwaliteit
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 75
CO-brede stukken Profielen 33.
Het Profiel – Competentiebeschrijving HBO Communicatie. LOCO, mei 2004.
34.
Domeincompetenties en Illustraties Communications, december 2005
35.
Opleidingsprofiel hbo bachelor Communicatie, oktober 2007
43a
Addendum opleidingsprofiel: Profilering CO, november 2009
43b
Addendum opleidingsprofiel: Internationalisering, november 2009.
36.
Body of Knowledge & Skills, Sector HEO, domein Communications, versie 23 juni 2008, HBO Raad
37.
Beroepsniveauprofielen Communicatiemanagement (BNP), 2002.
38.
CROHO CO Activiteitenplan, april 2010
39.
Notulen van de Opleidingsadviesraad (OAR) CO van 2007-2008 en 2009-2010
40.
Lijst leden OAR CO 2009-2010
41.
Werkveldnotitie, maart 2010 CO
42.
Notulen landelijk overleg LOCO 2007-2010
43.
Rapportage Audit, 2009, Communicatie
Externe contacten
Kwaliteit 44.
CROHO- notulen overleg 2009 – 2010
45.
Rapportage NvAO 2006 du/dt
46.
Rapportage mini-audit afstudeeropdrachten, april 2010 CO-Voltijd Beleid
47.
Resultaten- & Activiteitenplan afdeling voltijd Fraijlemaborg 2009-2010, oktober 2009
48.
Afdelingsrapportages betreffende studiejaar 2009 –2010
49.
Resultaten- & Activiteitenplan opleiding CO voltijd Fraijlemaborg 2009-2010, oktober 2009
50.
Notulen docententeamvergaderingen CO, 2009-2010
51.
Notulen cuco-vergaderingen, 2009-2010
52.
Notulen afdelingsvergaderingen afdeling Voltijd FB, 2009-2010
53.
Opleidingsplan CO voltijd Fraijlemaborg 2009-2010
54.
Opleidingsgidsen CO Propedeuse, Hoofdfase 1, Hoofdfase 2, 2009-2010
55.
Leerplanschema’s CO voltijd Fraijlemaborg
56.
Literatuurlijst CO, studiejaar 2009-2010
57.
Beroepstaken schema per semester, november 2009
58.
Studiemateriaal (syllabi, handleidingen)
59.
Toetsbeleid afdeling voltijd Fraijlemaborg 2009-2011
60.
Toetsplan CO afdeling voltijd Fraijlemaborg
61.
Toetscommissie verslagen en agenda’s, 2009-2010
62.
Toetsen, portfolio’s en verslagen
63.
Vademecum Studiebegeleiding, maart 2007
64.
Docentenhandleiding stage, CO 2009-2010
65.
Informatie stagebedrijf, CO 2009-2010
66.
Stagesyllabus Studenten CO 2009-2010
67.
Handleiding afstudeeropdracht CO 2009-2010
68.
Overzicht afstudeeropdrachten afdeling voltijd Fraijlemaborg januari 2008 – januari 2010
69.
Curricula Vitae van docenten
70.
Informatieboekje voor nieuwe docenten afdeling voltijd Fraijlemaborg
71.
Inzetoverzicht
72.
Werk- en overlegstructuur afdeling voltijd Fraijlemalborg
73.
Scholingsplan afdeling voltijd Fraijlemabog
Programma + toetsing
Resultaten en afstuderen
Personeel
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 76
Kwaliteit 74.
Notulen opleidingscommissie CO 2009 - 2010
75.
Rapportage stage, module- en projectevaluaties 2009-2010
76.
Resultaten Stage- en Afstudeermonitor Bedrijfsbegeleider en Student CO-Deeltijd Beleid
77.
Afdelingsrapportages betreffende studiejaar 2009 –2010
78.
Resultaten- & Activiteitenplan Deeltijd 2009-2010
79.
Activiteitenplan CO deeltijd 2009-2010
80.
Opleidingsplan (incl. leerplanschema) CO Deeltijd, 2009-2010
81.
Notulen teamvergaderingen CO Deeltijd 2009-2010
82.
Beschrijving en overzicht curriculum CO 2009-2010
83.
De afstudeervariant individuele leerroute ”DEM, afdeling deeltijd februari 2010
84.
Curriculum CO deeltijd 2009-2010 met codes
85.
Introductiegids 2009-2010
86.
Handleiding EVC + bijlage zelfevaluatie CO
87.
Format studiehandleiding
88.
Literatuurlijst CO Deeltijd september semester 2009-2010
89.
Literatuurlijst CO Deeltijd februari Semester 2009-2010
90.
Procedure cijferaanlevering
91.
Handleiding afstudeeropdracht voor alle deeltijdopleidingen 2009-2010
92.
Studiehandleidingen CO 2009-2010
93.
Toetsbeleid afdeling deeltijd, april 2007
94.
Notulen toetscommissie CO Deeltijd 2009-2010
95.
Toetsen, portfolio’s en verslagen (beroepsproducten)
96.
Feedbackformulier voor gecommitteerden bij afstudeeropdracht
97.
Overzicht afstudeeropdrachten en scripties vanaf januari 2008
98.
Certificeringsbeleid assessments
99.
Curricula Vitae van docenten
100.
HRM plan Deeltijd
101.
Inzetoverzicht
102.
Charter of Behaviour’ deeltijd
103.
Notulen OC vergaderingen CO Deeltijd 2009-2010
104.
Planning onderwijsevaluaties 2009-2010
105.
Samenvatting onderwijsevaluaties 2009-2010
Programma + toetsing
Resultaten (afstuderen)
Personeel
Kwaliteit
CO-duaal Beleid 106.
Projectplan Sturen op Studiesucces, Afdeling Duaal, maart 2010.
107.
Afdelingsrapportages 2009 - 2010
108.
Activiteitenplan CO duaal 2009-2010
109.
Opleidingsplan CO Duaal 2009-2010
110.
Resultaten- & Activiteitenplan afdeling Duaal 2009-2010
111.
Notulen teamvergaderingen CO Duaal 2009-2010
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 77
Programma + toetsing 112.
Blauwdruk Duaal onderwijsmodel, interne notitie, januari 2008
113.
Leerplanschema’s CO duaal 2009-2010
114.
Criteria werkperioden duaal
115.
Format projecthandleiding
116.
Format Handleiding Theorie en Vaardigheden
117.
Handboek projectonderwijs propedeuse 2009-2010
118.
Handleiding studieloopbaanbegeleiding voor docenten
119.
Literatuurlijst, studiejaar 2009–2010
120.
Studiehandleiding afstuderen en werkperiode 3, januari 2008
121.
Studiehandleiding werkperiode 1, 2, 3 2009- 2010
122.
Studiehandleidingen per studie onderdeel (project, theorie, vaardigheden, studieloopbaanbegeleiding)
123.
Toetsbeleid duaal, september 2009
124.
Toetsprocedure duaal
125.
Toetsplan CO duaal (incl. competentie matrix)
126.
Notulen toetscommissie CO Duaal
127.
Toetsevaluatie duaal, april 2008.
128.
Toetsen, portfolio’s en verslagen (beroepsproducten)
129.
Beoordelingsformulieren afstudeeropdracht duaal/assessment co
130.
Overzicht afstudeeropdrachten vanaf januari 2008
131.
Curricula Vitae van docenten afdeling duaal
132.
HRM plan duaal 2008-2009
133.
Inzetoverzicht CO Duaal 2009-2010
134.
Charter of Behaviour’ duaal
135.
Notulen OC vergadering Duaal 2009-2010
136.
Planning onderwijsevaluaties 2009-2010
137.
Samenvatting Evaluatieresultaten 2009-2010
138.
Samenvatting Evaluatieresultaten werkperiode, januari 2010
Resultaten (afstuderen)
Personeel
Kwaliteit
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Communicatie, Hogeschool van Amsterdam, 1.0⏐ 78