Delegeren naar burgers
Hoofden PMB
en de Burgerkracht Award 2015
VPNG
Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten
1
2
Delegeren naar burgers en de Burgerkracht Award 2015
3
4
VOORWOORD Tijdens het VPNG jaarcongres van begin oktober 2015 werd duidelijk dat gemeenten met veel kleine kernen veel verder zijn in het delegeren van verantwoordelijkheden naar bewoners dan middelgrote gemeenten. Wat kunnen de grotere gemeenten hiervan leren? Wijken zijn anders dan dorpskernen, denk alleen maar aan de sociale cohesie, maar er zijn zeker ook parallellen te trekken.
Op 19 november werd uitgezocht wat het succes verklaart van sommige gemeenten met dorpskernen en hoe deze principes kunnen worden toegepast op wijken. Aansluitend hierop hebben we gekeken hoe je, als projectleider of procesmanager, de lokale (ontwikkel)kracht kunt versterken. En hoe neem je het bestuur daarin mee? Welke kaders moet je creëren om maximaal de burgerkracht te versterken, zowel in het sociale als het fysieke domein? Op deze plaats bedanken we onze inspiratoren van deze dag, namelijk Ingeborg Verschuuren, Bert van Swam en Menno van der Veen. Daarnaast werd voor het eerst de VPNG Burgerkracht Award uitgereikt, een prijs om initiatieven te belonen die burgerkracht stimuleren. Onze speciale dank gaat hierbij uit naar Hugo ter Steege van het winnende initiatief, de ‘Kamer van DOEN’, en naar alle andere personen die hebben meegewerkt in de totstandkoming van deze uitgave.
BESTUUR VPNG Francois van Doesburg, afdelingsmanager Projecten, Veenendaal Jan Beverdam, hoofd afdeling Projectmanagement, Arnhem Henk Twisk, afdelingshoofd Projectmanagement, Delft Gert Bolkesteijn, hoofd Team Projecten, Hoogeveen Frank Sieuwerts, directeur intergemeentelijk Projectmanagement, Drechtsteden
Deze uitgave is een initiatief van de Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten. Kijk voor meer informatie over deze vereniging op www.vpng.nl. 5
6
MANAGEMENTSAMENVATTING
Colofon Eindredactie Toin Routers
Redactie Tijn Huberts Enrico Kraijo
Grafische vormgeving Conny Goller Uitgave Januari 2016
Mede dankzij enige druk vanuit de Rijksoverheid richting gemeenten worden er steeds meer verantwoordelijkheden bij de burger zelf gelegd. Gemeenten beseffen dat traditionele projectaanpakken vaak niet meer van deze tijd zijn. Daarom wordt er veel aan gedaan om burgers te betrekken in de beleidsvorming. Er wordt zo niet alleen meer draagvlak gecreëerd, maar ook levert het kansen op om verrassende en positieve ontwikkelingen te zien groeien. Delegeren naar burgers kan een grote kans zijn. Er wordt wel gewaarschuwd dat dit niet om foute redenen moet gebeuren.
Zo kan het gezien worden als een bezuinigingsmaatregel, terwijl de werkelijke doelen uit het oog raken. Om te weten wanneer delegeren naar burgers zinvol is en wanneer niet, komen in deze uitgave verschillende experts aan het woord. Het is duidelijk dat de rol van de gemeente er één moet zijn van faciliteren, de ruimte bieden aan initiatieven, en verbinden. Toch mag vakinhoudelijke kennis niet te veel verdwijnen. Professionals die jaren bij de gemeente hebben gewerkt, zijn van grote waarde en het is zonde die kennis niet te gebruiken. Het bieden van ruimte aan burgerinitiatieven en deze ondersteunen met specialistische vakinhoudelijke kennis zien we terug bij de Kamer van DOEN. Hierbij komen burgerinitiatieven, die een duidelijke meerwaarde hebben voor de omgeving, in aanmerking voor bijvoorbeeld ondersteuning bij het opstellen van een financieel plan. De wisselwerking tussen overheid, ondernemers en inwoners is van groot belang. Het is goed om te zien dat hier steeds meer goede voorbeelden van zijn te noemen.
7
INHOUDSOPGAVE
1. Interview met Bert van Swam 11 2. Interview met Menno van der Veen 17 3. Verslag bijeenkomst 23 4. Burgerkracht Award 27
Interview met Hugo ter Steege 28 Interview met Mieke van der Sanden 37 Interview met Désirée Meulenbroek 39
10
1. Interview met Bert van Swam
Hoe zet je je als wethouder van West Maas en Waal in om burgerkracht in de gemeente te versterken? We hebben de laatste jaren initiatieven ontplooid in het kader van leefbaarheid, en leefbaarheid in de subsidieregeling opgenomen. We zijn begonnen met het financieel belonen van burgerinitiatieven die goed passen bij de gemeente. Tegenwoordig krijgen we ieder jaar tussen de tien en zestien initiatieven binnen, waarvan we er nu vier financieel kunnen belonen.
Heb je tot nu toe positieve feedback op deze aanpak van financieel belonen gehad?
Ja, en ik denk dat dat komt doordat we het heel eenvoudig hebben gemaakt; we geven de beste initiatieven geld om zich te kunnen ontwikkelen, en laten het vervolgens aan de initiatiefnemers zelf om ook echt wat met dat geld te doen.
‘West Maas en Waal probeert burgers te stimuleren zelf initiatieven te nemen en de beste initiatieven te belonen met een subsidie.’
11
1. Interview met Bert van Swam Zijn er ook zaken minder naar wens verlopen?
Waar we af en toe tegenaan lopen is dat mensen het toch net niet kunnen organiseren en dat hun initiatief niet goed uit de verf komt. We hebben namelijk wel afgesproken dat na een beloning er ook binnen een jaar echt wat mee moet gebeuren. Ook is het voorgekomen dat het geld niet op de bedoelde manier wordt gebruikt, wat dan wel bij de gemeente verantwoord moet worden.
Hoe worden die zaken dan opgelost?
Het lastige van onze aanpak is dat je niet alle initiatieven kunt belonen, en dat er teleurstelling kan ontstaan. Die mensen kunnen het jaar er op dan alsnog aanspraak maken op extra geld voor hun initiatief.
Vind je ook dat een gemeente veel aan burgers kan overlaten? Op basis van initiatieven zeker, we hebben ook subsidies op het gebied van huren overgezet naar subsidies op het gebied van activiteiten. We zeggen tegen verenigingen, dat als ze actief bijdragen aan de leefbaarheid in de gemeente ze een hogere bijdrage krijgen. Je ziet dat verenigingen daardoor proberen voor een bredere doelgroep dan alleen de leden activiteiten te organiseren.
‘Ik vind het ook belangrijk dat verenigingen bijdragen aan de leefbaarheid in de gemeente.’ 12
1. Interview met Bert van Swam
Heb je het ambtelijk apparaat voor wat dit betreft ook achter je staan?
Ja, ambtelijk is het geborgd. Er wordt graag aan meegewerkt, af en toe is het alleen lastig om het in een bepaalde snelheid te doen.
Hoe vind je de balans tussen controle en loslaten?
Dat is het meest lastige aspect hiervan inderdaad. Je zou zeggen dat als je een aanvraag krijgt, je dit zou moeten kunnen beoordelen en het vervolgens vrij laten. Soms is dat lastig in het kader van rechtmatigheid. Ook vind ik dat je wel moet controleren of initiatiefnemers daadwerkelijk een subsidie nodig hebben en of ze alles uit hun eigen initiatief halen. Soms vind ik dat een initiatief te eenvoudig een subsidie heeft gekregen waarvan ik dan denk dat dat iets strakker gecontroleerd had kunnen worden, of de subsidie wel noodzakelijk is geweest.
13
1. Interview met Bert van Swam Heb je een voorbeeld van een project waar deze aanpak goed is verlopen?
We hebben een voorbeeld van iemand die een klein park in een dorp had, en die wilden dat graag omzetten in een andere functie. Ambtelijk waren er niet veel mogelijkheden om dit aan te pakken. We zouden het daarom in de toekomst in delen hebben aangepakt.
Burgers hebben zelf een initiatief ingediend, en hier subsidie voor gekregen. In overleg met de burgers heeft dit parkje een andere invulling gekregen, en zelf hebben ze dat ook uitgevoerd. We willen in de toekomst in ieder geval heel graag zo veel mogelijk burgers blijven betrekken bij het gemeentelijk beleid.
Bert van Swam aan het woord
14
1. Interview met Bert van Swam Heb je tot slot nog een tip voor andere gemeenten?
Soms is het lastig op grond van regelgeving iets toe te passen. In mijn opinie moet je dan ‘makkelijker’ denken en doen, door een pilot te starten met daarin enkele basisregels die je kunt hanteren, en gewoon van start gaan. Je ziet dan vanzelf of er voldoende animo is, en als er animo is kun je een algemene regel opstellen die zo eenvoudig mogelijk is.
Daarnaast moet je als iets niet aanslaat durven stoppen met projecten. Het moet uiteindelijk van de burger zelf komen, en als die niet komt met ideeën en initiatieven, dan houdt het op. Om de burger te bereiken en ze te wijzen op hun mogelijkheden, moet je in het kader van PR natuurlijk wel wat doen, en het zo makkelijk mogelijk maken.
15
16
2. Interview met Menno van der Veen Menno is onderzoeker en partner bij Tertium. Wij vroegen hem wat hij kan vertellen over delegeren naar burgers en de rol van gemeenten daarin?
Wij werken vanuit het perspectief wat ik de producentensamenleving noem. In die samenleving gaan we ervan uit dat mensen gelukkiger zijn en beter produceren als ze het gevoel hebben dat ze hun omgeving zelf maken. Als je als burger het idee hebt dat je huis, je werk, je sportvereniging en je buurt van jou zijn, dan ben je waarschijnlijk veel tevredener dan wanneer je het idee hebt dat dit van iemand anders is, terwijl je er zelf ook komt. Voor mij is dat altijd de toetssteen. Voegt delegeren naar burgers nou iets toe of neemt het iets af? Het voegt iets toe omdat je als burger de kans krijgt het zelf te gaan doen, en dus een betere producent van je eigen omgeving te zijn. In zo’n situatie ben ik er sterk voorstander van dat gemeenten deze ruimte bieden aan burgers. Maar aan delegeren zijn ook beperkingen verbonden. Zo zie je dat er soms zaken worden gedelegeerd –zoals nu met de drie decentralisaties –waarbij je je afvraagt of dat eigenlijk wel het doel ervan is, of dat er gewoon plat wordt bezuinigd.
‘Je moet je altijd afvragen of delegeren naar burgers een toevoeging of een beperking is. Er zijn ook voorbeelden waarin delegeren een platte bezuiniging is.’
Waar de meeste kritiek zit, is wat de rol van professionals moet zijn als mensen producent van hun eigen omgeving worden. Dan heb je dus situaties waarin die professionals ballast zijn, maar je hebt ook situaties waarin die professionals de noodzakelijke intermediairs zijn. In zijn algemeenheid ken ik heel goede voorbeelden van delegeren en minder goede voorbeelden. Vaak geldt dat hoe complexer de omgeving is, hoe vaker ik denk dat er beter wat goede professionals konden zitten. Als die namelijk weggaan, verdwijnt er ook structuur in de wijk. Terwijl het aan de andere kant heel zinvol kan zijn om groenvoorzieningen of sportverenigingen aan burgers over te laten.
17
2. Interview met Menno van der Veen Wat vind je ervan dat gemeenten de rol van facilitator steeds meer oppakken?
Ik vind eigenlijk dat facilitator een extra rol moet zijn die de gemeente ook beheerst, naast andere belangrijke rollen. Waar ik af en toe een beetje bang voor ben, is dat het faciliteren niet meer gaat omdat er te veel goede mensen weggaan of weg zijn gegaan bij gemeenten. Faciliteren is eigenlijk nog moeilijker dan uitvoeren, omdat je het niet volgens een ‘recept’ kan doen. Als je faciliteert moet je van meerdere ‘recepten’ kunnen beoordelen of deze wel of niet tot de beoogde effecten leiden. Je zou
18
willen dat elke gemeente een goede facilitator is, maar ik denk niet dat je kunt zeggen dat je vanaf nu gaat faciliteren en daarom eigenlijk niets meer zelf doet. Zeker op het gebied van duurzaamheid zie je dat mensen die jarenlang kennis hebben opgedaan, hun baan kwijt raken omdat gemeenten zeggen dat ze alleen nog faciliteren. Samenvattend zou ik zeggen dat het een goede zaak is dat gemeenten meer faciliteren, maar dat dit niet te eenzijdig mag zijn.
2. Interview met Menno van der Veen Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de rol van de ambtenaar in de toekomst?
De rol van de ambtenaar kan in mijn waarneming op twee manieren veranderen. Ten goede, omdat een kundige ambtenaar in de faciliterende rol met veel meer diverse projecten te maken krijgt, en veel meer vanuit ruimte moet denken. Dus waar zit de ruimte voor burgers om de producent van hun eigen omgeving te worden, en hoe kan de gemeente daar aan bijdragen? Om die vragen te beantwoorden heb je goede ambtenaren nodig die transities interessant vinden. Met goede ambtenaren bedoel ik vooral ambtenaren die nog steeds op hun vakgebied zitten. Negatieve veranderingen zie je helaas ook vaak genoeg. Zo kan een ambtenaar die bij wijze van spreken dertig jaar op vastgoed heeft gezeten, nu in de faciliterende rol moet springen op allerlei gebieden. Dat vind ik een bedenkelijke ontwikkeling omdat die vakinhoudelijke kennis dan van minder belang wordt.
Je ziet dat mensen op plekken terechtkomen waar ze zich niet gelukkig voelen. Je moet niet vergeten dat veel ambtenaren inhoudelijk gedreven mensen zijn. Daar wordt vaak geen recht aan gedaan. Maar dat een ambtenaar die al veertig jaar uitkeringen doet of milieuwetgeving controleert, vanuit een faciliterende rol moet werken, lijkt me wel een goede trend.
19
2. Interview met
Menno van der Veen
Hoe zou de gemeente van de toekomst er dan idealiter uitzien volgens jou? Als een panter, of een ander dier, die soms slaapt en soms heel wakker is. En dat de gemeente in staat is om directief te zijn op de plekken waar het nodig is en te faciliteren en los te laten waar het kan. De ideale gemeente weet daarin een goede balans te vinden en ook op wijk –of buurtniveau te beoordelen of men daar in staat is zelf bepaalde doelen te behalen
of dat er professionals voor nodig zijn. Dat is in een belangrijke vaardigheid, dat de bureaucratische organisatie een goede beoordelaar is van de problemen en wensen op de meest kleine schaal.
‘Als gemeente moet je een goede balans weten te vinden tussen faciliteren of juist directief handelen.’
Kun je dit ook koppelen aan het omgevingscontract waarover je wel eens spreekt? Het omgevingscontract gaat om een situatie waarin burgers geconfronteerd worden met ontwikkelingen om hen heen, en de kans krijgen om daar zelf over mee te onderhandelen. Dus bewoners kunnen in dat geval zelf eisen stellen. Als je mensen daartoe op de juiste manier specifieke vragen stelt, kan uiteindelijk iedereen dat. Er zijn vrij brede toepassingen voor een omgevingscontract, denk bijvoorbeeld aan een nieuwbouwproject of juist een krimpsituatie waar een commerciële partij oplossingen voor heeft.
20
Vanuit een sociaal perspectief hebben oplossingen alleen maar zin als daar ook meerwaarde in gecreëerd wordt voor de mensen die er omheen wonen en die mensen kunnen dat zelf het beste inschatten. Ik zou het ook mooi vinden als groepen burgers bijvoorbeeld zelf de aanbesteding zouden schrijven van het gemeentelijk en regionaal openbaar vervoer. Dan heb je het over een combinatie van meer directe invloed geven aan burgers, en de steun die nodig is van politiek en professionals.
2. Interview met
Menno van der Veen
Wat kun je tot slot gemeenten meegeven over delegeren naar burgers? Worden mensen door delegeren ook daadwerkelijk in staat gesteld een betere vormgever van hun omgeving te worden? Zo ja, dan kun je delegeren. Zo niet, moet je toch heroverwegen of je wel moet willen delegeren.
Menno van der Veen aan het woord
21
22
3. Verslag Bijeenkomst Tijdens de bijeenkomst hebben Ingeborg Verschuuren, Bert van Swam en Menno van der Veen de aanwezigen met hun presentaties van interessante input voorzien.
3.1 Presentatie Ingeborg Verschuuren Ingeborg Verschuuren, voorzitter Vereniging Kleine Kernen Noord-Barbant (VKKNB), was hoofd PMB van de gemeente Gemert-Bakel en is nu programmamanager regionale samenwerking. Daarnaast is zij de gedreven voorzitter van de VKKNB. Haar stelling is dat overregulering helpt bij het opstarten van lokale initiatieven. Het is haar ambitie om als voorzitter van de Vereniging Kleine Kernen Noord-Brabant bij te dragen aan allerlei manieren van ontwikkeling van bewonersorganisaties en bewonersinitiatieven. De oprichting Zorgkoepel Zuid Nederland is daarvan een mooi voorbeeld. Ingeborg nam ons in haar presentatie mee naar wat volgens haar de kracht is van burgerinitiatieven in kleine kernen en hoe je die als lokale overheid kunt versterken. Ook sloeg zij de brug tussen dorpskernen en wijken in een stedelijke context. Vanuit haar verleden als lid van de provinciale staten benadrukte zij de regionale kracht die kan ontstaan als bewonersinitiatieven elkaar weten te vinden. Ze is daarbij ook ingegaan op de wijze waarop je als gemeentelijk procesmanager in dit veld moet opereren.
23
3. Verslag Bijeenkomst
3.2 Presentatie Bert van Swam Bert van Swam, wethouder gemeente West Maas en Waal, is na bijna 10 jaar wethouderschap gepokt en gemazeld in het proces van burgerparticipatie. Hij werkt veel met pilots om lokale kracht te versterken. Bert keek in zijn presentatie terug op succesvolle processen met dorpskernen. Hij vertelde vanuit de praktijk waar het goed is gegaan, maar ook waar het niet zo goed liep. En hoe je dat dan vervolgens oplost. Want er zit een grens aan wat je aan burgers kunt overlaten. Of toch niet? Wat verwacht Bert van zijn projectleiders, alhoewel hij liever spreekt over procesbegeleiders? Hoe gaat hij om met de balans tussen controle en loslaten? Dat soort vragen lichtte hij toe aan de hand van de voorbeelden die ook in het interview naar voren zijn gebracht. Ook had Bert een boekje meegenomen, met de visie van West Maas en Waal voor 2030, dat mede dankzij de input van burgers tot stand is gekomen.
Visieboekje West Maas en Waal 2030
24
3. Verslag Bijeenkomst
3.3 Presentatie Menno van der Veen Menno van der Veen, onderzoeker en partner bij Tertium, ging in op de Community Benefits Agreement, een aanpak die afkomstig is uit de Verenigde Staten. Hierbij onderhandelen omwonenden en belanghebbenden rechtstreeks over de voorwaarden waaronder zij een project in hun omgeving willen steunen. Hij sprak tevens over een omgevingscontract. Deze werkwijze heeft Tertium, samen met het ministerie van Infrastructuur & Milieu en de Universiteit van Amsterdam, vertaald naar de Nederlandse situatie. In het fysieke domein is al de nodige ervaring opgedaan met deze methode. Menno verkende ook hoe deze aanpak in het sociale domein kan worden toegepast.
Naast deze presentaties werd tijdens de bijeenkomst ingegaan op een heel praktische kant van wat delegeren naar burgers op kan leveren. Zo was Hugo ter Steege uitgenodigd als spreker, in de hoedanigheid van winnaar van de Burgerkracht Award 2015 met de Kamer van DOEN. Op de volgende pagina een stuk uit het persbericht aangaande de Award.
25
26
4. Burgerkracht Award Kamer van DOEN wint Burgerkracht Award 2015 Het bestuur van de Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten (VPNG) heeft de Kamer van DOEN uit ’s-Hertogenbosch unaniem gekozen als meest innovatieve project voor het versterken van burgerkracht. Uit het juryrapport blijkt dat het bestuur vooral onder de indruk is van de manier waarop de Kamer van DOEN het beste uit twee werelden verbindt: de gemeente én sociale ondernemers met een idee dat maatschappelijke impact heeft.
De Kamer van DOEN is bewust klein gehouden. Een handjevol eigentijdse ambtenaren, sociaal ondernemers en vakspecialisten vormen de Kamer. Niet te veel papier en praten, maar vooral DOEN. Ze experimenteren met lef en door samen te werken kunnen ze innovatie in het sociale domein nog beter aanjagen. Dat doen ze door lokale maatschappelijke initiatieven van (groepen) bewoners en sociaal ondernemers te ondersteunen met advies, informatie, opleiding en zo nodig het omverwerpen van heilige huisjes.
Sociaal kapitaal De Kamer van DOEN houdt niet van stroperige procedures en de initiatiefnemers al helemaal niet. Die willen vooruit, want maatschappelijke initiatieven groeien en bloeien in de Bossche samenleving. Wat de ondersteuning van de Kamer kost? Helemaal niets. Ze vragen alleen sociaal kapitaal terug van succesvolle bewoners en ondernemers. Zo kan elke nieuwkomer met een verfrissend idee gebruikmaken van ervaring en kennis die er al is. Het netwerk van de Kamer van DOEN groeit hard. Ze presenteren hun successen op een eigen website: www.kamervandoen.nl.
27
4. Burgerkracht Award Interview met Hugo ter Steege, strategisch adviseur Mens & Ontwikkeling gemeente ‘s-Hertogenbosch, aanjager Kamer van DOEN en winnaar van de VPNG Burgerkracht Award 2015 Heb je nog reacties op de Burgerkracht Award gekregen?
Ja, zeker, hier in Den Bosch vinden we het allemaal heel leuk. Ook op andere manieren krijgen we positieve reacties door.
28
4. Burgerkracht Award Wat is er zo bijzonder aan de Kamer van DOEN dat dit initiatief heeft gewonnen?
We leggen verbindingen tussen de wereld buiten en de wereld binnen de gemeentelijke organisatie. De wereld buiten bestaat uit bewoners en vernieuwende, fris denkende sociaal ondernemers, die op een nieuwe manier naar het sociaal domein kijken. De andere kant is de gemeente, die in het sociaal domein ook van alles doet. Gemeenten zijn doorgaans wat hiërarchisch en verkokerd georganiseerd. Vanuit het verleden is dit heel begrijpelijk, maar het is nu de tijd om mee te bewegen op de veranderingen in de samenleving. De kracht van de Kamer van Doen is juist dat het deze verschillende werelden met elkaar verbindt, en er wil zijn voor allerlei initiatieven die zich in de stad ontwikkelen.
activiteiten willen houden door en voor kinderen en ouders in de buurt. Zij krijgen te maken met de gemeente, op het gebied van vergunningen. Want let wel, die vergunningen zijn er wel met een nodige reden. Denk maar aan openingstijden, de horecawet, de locatie, maatschappelijk vastgoed; ze komen op allerlei vlakken de gemeente tegen. Vanuit de gemeentelijke ‘kamerleden’ kunnen wij hen hierin goed de weg wijzen. In de Kamer van DOEN zitten ook sociaal ondernemers die die moeders uit het voorbeeld kunnen helpen met het opstellen van een goed verdienmodel. Daardoor zijn ze als het goed gaat ook niet meer subsidieafhankelijk van de gemeente.
‘De Kamer van DOEN legt verbindingen tussen de gemeente, ondernemers en inwoners.’
Je hebt bijvoorbeeld een aantal moeders die in een wijk een punt willen organiseren, waar ze koffie kunnen drinken met andere ouders en er tegelijkertijd kinderopvang is en ze ook allerlei
29
4. Burgerkracht Award Hoe is de Kamer van DOEN ontstaan?
Zowel de gemeente als sociaal ondernemers hebben hierin initiatief getoond. Zelf ben ik aanjager voor de veranderingen in het sociaal domein, en al jaren heb ik de visie dat deze veranderingen niet vanuit het stadskantoor komen maar dat die juist buiten opgehaald moeten worden. Uiteraard ben ik niet de enige die dit beeld heeft, hoor. Onze organisatie als geheel werkt volgens deze nieuwe aanpak. Ik ben begonnen met een netwerk in de stad op te zetten, bestaand uit vernieuwers in het sociaal
domein. Mensen die niet alleen praten maar ook echt doen. Die energie heb ik toen gebruikt om buiten met binnen te verbinden en ik heb gemerkt dat dat heel functioneel is. Eigenlijk hebben we een gezamenlijk projectvoorstel gemaakt. Het is dan ook op dit moment een pilot, die tot halverwege 2016 duurt. We hebben daar wel gemeentelijke financiering voor gekregen, maar ook ondernemers stoppen er zelf capaciteit in, en op die manier zijn we gewoon van start gegaan.
Waar zijn jullie tegenaan gelopen bij het opzetten van de Kamer van DOEN? We zijn tegen praktische zaken aangelopen zoals het maken van een website. Www.kamervandoen.nl is geen website van de gemeente. We willen wel laten zien dat de gemeente het ondersteunt, maar het is een website van de stad. Samen met de afdelingen communicatie en ICT hebben we gekeken hoe we bijvoorbeeld kunnen omgaan met het plaatsen van het gemeentelogo. En daar zijn we goed uitgekomen.
30
4. Burgerkracht Award Wat voor oplossing heb je daarop gevonden?
Dat is een vraag die ik dagelijks krijg. Mijn antwoord begint er altijd mee dat je moet proberen om je collega-ambtenaren te begrijpen. Want we willen het beste van twee werelden verbinden. Zij stellen niet voor niets kritische vragen, omdat zij zich aan allerlei regels houden die in het verleden om goede redenen bedacht zijn en voor een belangrijk deel ook nu nog hun waarde hebben. De kunst is elkaar te blijven uitdagen op het zien van mogelijkheden.
‘De kunst is elkaar te blijven uitdagen op het zien van mogelijkheden.’
Was het lastig om collega’s binnen de gemeente mee te krijgen in deze houding?
Ik was blij verrast door het meedenken binnen de gemeente, bijvoorbeeld een ICT-afdeling die kijkt hoe het wel kan, en een communicatieafdeling die bereid is mee te denken. Wat dat betreft heb ik weinig hinder ervaren.
31
4. Burgerkracht Award Wat is de rol van burgers in de Kamer van DOEN? Wij zien in de stad heel veel bewoners die initiatieven starten. De gemeente en sociaal ondernemers stellen vast, dat die initiatieven tegen allerlei belemmeringen aanlopen. Ze weten niet hoe ze een business plan moeten maken, hoe ze een verdienmodel op moeten
stellen, hoe ze binnen de gemeente bij de juiste persoon terecht komen, noem maar op. Dus we zagen behoeften in de stad, en dat is de reden dat er een Kamer van DOEN is. Zonder die behoeften was deze er ook niet geweest.
Wat is de rol van de gemeente?
32
Wat wij praktisch doen is het volgende. We krijgen bijvoorbeeld een vraag van een stichting die een tuin wil gaan inrichten voor dementerende ouderen, zodat ze daar nog een positieve beleving meemaken. Dat zie je tegenwoordig ook veel, dat groen wordt gekoppeld aan dementie. Of een initiatief van ouderen die in een leeg schoollokaal ook allerlei ontmoetingsactiviteiten willen houden, of die moeders met die kinderen waar ik het al over heb gehad. Die melden zich aan en
stellen hun vraag. Wij behandelen die vraag dan, als deze op het gebied is van verdienmodellen of financieringsconstructies of regelgeving binnen de gemeente. Dat pakken we op als een project, en dan maken we in dat project altijd een verbinding tussen iemand van de gemeente en een sociaal ondernemer die het vanuit een ander perspectief bekijkt. Zo’n mini team gaat dan aan de slag met een initiatief en gaat proberen vragen op een nette manier te beantwoorden zodat de initiatieven verder komen.
4. Burgerkracht Award Is het dergelijk initiatief als de Kamer van DOEN ook in andere gemeenten mogelijk? Zeker, ik zie heel veel gemeenten zoeken op het snijvlak van de samenleving en de gemeentelijke organisatie, want daar vindt dit plaats. Het is een beetje abstract wat ik nu ga zeggen, maar de samenleving organiseert zich horizontaal en die verhoudt zich wat minder goed tot een verticaal georganiseerde organisatie met veel verschillende afdelingen en expertises. Die stelt integrale vragen en zoekt daarop een antwoord. Op
dat snijvlak zit de Kamer van DOEN, waarin wij een soort macrofunctie en bemiddelingsfunctie proberen te vervullen. Ik weet zeker dat andere gemeenten in Nederland het ook graag op deze manier willen doen.
‘Een hiërarchische organisatie past niet goed bij de netwerksamenleving zoals we die nu kennen.’
Denk je dat dat ook voor kleinere gemeenten zo is? Dat denk ik wel. Kleinere gemeenten zijn denk ik iets in het voordeel omdat ze kleiner zijn. De meeste wrijving zit tussen de netwerksamenleving, integrale vragen en het geven van één antwoord vanuit verschillende afdelingen en expertises..
33
4. Burgerkracht Award
Bron: Kamervandoen.nl, ontwerp van Nanjatoebak.nl
34
4. Burgerkracht Award Heb je een soort stappenplan doorlopen om tot de Kamer van DOEN te komen? Nee, dit is gewoon samen goed nadenken en heel goed nadenken vanuit de behoeften in de stad, en niet vanuit het aanbod van de gemeente of sociaal ondernemers. Daar gaat het helemaal niet om, maar om behoeften in de stad.
Tot slot: Welke kwaliteiten heb je nodig om succesvol facilitator voor burgerinitiatieven te zijn? Ik vind het belangrijk dat mijn collega’s verder kijken dan hun eigen vakgebied. Het moeten sowieso verbinders zijn met een integrale blik. In initiatieven zit altijd wel een sociaal-, ruimtelijk,- en economisch aspect, met daarbinnen ook weer allerlei subcategorieën. Dus je moet bereid zijn als een soort accounthouder initiatieven vast te pakken en van voor tot achter mee te nemen en een coachende rol in te nemen. Dat soort ambtenaren, die tevens de houding hebben dat ‘het wél kan’, zijn gewenst. Dus het gaat om de houding en de manier van kijken.
35
36
4. Burgerkracht Award Interview met Mieke van der Sanden, stichting Oosterplas doet! Om het verhaal van Hugo uit te diepen, hebben we Mieke van der Sanden van de stichting Oosterplas Doet! gesproken, één van de klanten van de Kamer van DOEN.
Op wat voor manier bent u bij de Kamer van DOEN betrokken?
Vanuit de stichting Oosterplas doet! Wij zijn samen met nog een burgerinitiatief het eerste initiatief die door de Kamer van DOEN wordt ondersteund.
Op welke wijze krijgt u steun van de Kamer van DOEN? Inhoudelijk hebben wij als stichting niet direct extra kennis nodig, want we hebben voldoende expertise om een maatschappelijk project vorm te geven. Maar wat wij niet hebben en waar we niet sterk in zijn, zijn zaken op het financiële vlak. Zo kunnen we hulp gebruiken bij het opstellen van een financieel business plan, en de Kamer van DOEN heeft ons toen benaderd dat ze ons op
dat vlak willen en kunnen ondersteunen. We hebben gesprekken gehad waarin we ondersteund zijn, bijvoorbeeld het business canvas model is ons uitgelegd en daarmee zijn we aan de slag gegaan. Daarna zijn er vervolggesprekken geweest waarin stapje voor stapje vorderingen worden gemaakt, en we tips krijgen over onze aanpak.
37
4. Burgerkracht Award Ben je blij met de ondersteuning die geboden wordt?
We zijn zeker blij met de ondersteuning die geboden wordt. We hadden van te voren niet verwacht dat ons plan financieel nog zo ingewikkeld zou zijn, en dat we daarin zelf nog het één en ander moesten doen. Maar we hebben veel en goed advies gekregen, en huiswerkopdrachten om mee aan de slag te gaan.
Waarom denk je dat de Kamer van DOEN de Burgerkracht Award 2015 heeft gewonnen? Ik denk omdat de mensen die daar inzetten zich volledig inzetten voor burgerkracht, en het verschil zien tussen de leefwereld en de systeemwereld. Ik denk dat de Kamer van DOEN een goede vertaalslag heeft gemaakt om juist die werelden met elkaar te verbinden. Daarnaast spreekt de houding van de Kamer van DOEN erg aan. Ze zijn nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen die de stad ten goede komen en staan open om zelf te leren.
38
4. Burgerkracht Award Een ander initiatief om burgerkracht te stimuleren, en ook één van de inzenders voor de Burgerkracht Award, was de voorzieningenkaart Oss. Aan de hand van een interview met Désirée Meulenbroek, project- en procesmanager gemeente Oss, wordt dit mooie initiatief verder toegelicht.
Désirée, wat is de voorzieningenkaart Oss?
In Oss staan veel maatschappelijk voorzieningen. Door ontwikkelingen in de samenleving, verandert de behoefte aan voorzieningen ook. De gemeenteraad moet hierover beslissen. Om de Raad hierbij te helpen, gaan ambtenaren, burgers, verenigingen, professionele organisaties en ondernemers met elkaar in gesprek. Alle antwoorden en ideeën worden uiteindelijk samen op een kaart met toelichting gegeven. Deze kaart noemen we de voorzieningenkaart en geven we aan de gemeenteraad om ze te helpen bij het maken van hun keuzes.
Iedereen mag meedenken
Iedereen mag meedenken en meewerken. Betrokkenen gaan eerst in gesprek over het thema leefbaarheid en de toekomst van de maatschappelijke voorzieningen in gemeente Oss; hoe is de situatie in 2030? Ambtenaren gaan daarvoor de wijk in, maar ook digitaal wordt hierover gediscussieerd. Zo kan iedereen makkelijk meepraten, waar en wanneer het uitkomt. Als voor iedereen duidelijk is wat er wel en niet mogelijk is, wordt samen de toekomst vormgeven. De gemeente geeft hierbij de ruimte aan ideeën, initiatieven en nieuwe samenwerkingsverbanden.
39
4. Burgerkracht Award De voorzieningenkaart Oss was één van de inzendingen voor de Burgerkracht Award. Kun je uitleggen waarom jij dit initiatief hebt ingestuurd? Ik denk dat de voorzieningenkaart een goed initiatief is vanwege twee elementen. Er is een informeel element en een formeel bestuurlijk element. Het versterkt de burgerkracht omdat je op het laagste niveau burgers en ambtenaren samen een raadsadvies laat maken. Het gaat verder dan het gebruikelijke inspraak participatieproces. Wij hadden geen plan, maar een opdracht om samen tot een advies te komen. Wat je dan ziet is dat er allerlei nieuwe
initiatieven ontstaan, omdat je mensen bij elkaar brengt die elkaar normaal niet op deze manier spreken. Dat versterkt de kracht van de gemeenschap heel erg. Daarnaast leg je in bestuurlijke zin het mandaart bij burgers en niet de gemeente.
‘De voorzieningenkaart versterkt de kracht van de gemeenschap. Je legt immers mandaat bij burgers om met elkaar een raadsadvies op te stellen.’
Hoe zijn jullie erop gekomen om deze voorzieningenkaart in het leven te roepen?
40
Enerzijds heeft dat een hele platte, financiële aanleiding. Door de voorzieningenkaart zijn bijvoorbeeld beter in staat met gemeentelijk vastgoed om te gaan, en de bestemming ervan in de toekomst. Anderzijds ontwikkelt de samenleving zich sterk, waardoor er ook de noodzaak was met een nieuwe aanpak te komen. Hierdoor kunnen we beter inspelen op nieuwe ontwikkelingen en trends, zoals op het gebied van sport. Individuele sporten zoals hardlopen en wielrennen worden steeds
populairder, waardoor sportvoorzieningen ook veranderen. In plaats van op de klassieke manier hier een ambtelijk plan voor op te stellen, hebben we besloten dit in samenspraak met inwoners te doen, waardoor we nog beter toekomstige behoeften kunnen meenemen in het beleid.
‘Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met inwoners begint bij het transparant maken van data, en je als facilitator met inlevingsvermogen op te stellen.’
4. Burgerkracht Award Waar zijn jullie als gemeente tegenaan gelopen in dit proces? De eerste hindernis is verandering. Zoals je weet, gaat verandering vaak gepaard met weerstand. Hier moet je overheen komen. Dat hebben we gedaan door regelmatig met elkaar om tafel te gaan en vragen te verkennen als wat de opdracht dan precies is, wat de rol van inwoners en dorpsraden is en hoe de projectleider zich moet opstellen. Daarnaast is de vertrouwensrelatie tussen gemeente en inwoners een punt van aandacht. Al
snel wordt vanuit bewoners gedacht, dat er vast al een ambtelijk plan is. Dit hebben we aangepakt door overal transparant over te zijn. Alle cijfers en data hebben we op tafel gelegd, waardoor de inwoners konden weten wat wij ook weten. We zijn dus begonnen met feiten te geven, en daarna hebben we de ruimte geboden om opinies en gevoelens te uiten.
Ben je niet bang dat een volgende Raad en een volgend College de voorzieningenkaart niet steunen?
Nee, want we hebben dit over een coalitieperiode heen getrokken. We zijn ten tijde van de vorige coalitie begonnen, we hebben verkiezingen gehad, en we zien door de positieve reacties in de gemeente juist alleen maar dat er enthousiasme is bij de nieuwe Raad en het nieuwe College.
41
4. Burgerkracht Award Kun je wat meer vertellen over die positieve signalen die je krijgt? We hebben geëvalueerd, en daarbij iedereen die betrokken is geweest bij het proces –zowel inwoners als collega’s –gevraagd wat ze vinden van de kwaliteit van het proces, of ze zich gehoord voelen, en dat soort zaken. Daar hebben we een goede beoordeling op gehad.
‘Het is belangrijk dat we niet óver elkaar, maar mét elkaar praten.’
Wat is de rol van projectleiders in dit proces?
42
Ik ben als projectleider begonnen met één gebied en heb ‘al doende geleerd’. Nu ben ik verantwoordelijk voor een zelfsturend team van projectleiders, communicatieadviseur en junior projectleider. Ik ben zelf nog met de afronding van twee gebieden bezig, maar mijn focus ligt meer op het ondersteunen en coachen. We zijn ondertussen ook gestart om de uitvoering van de adviezen op dezelfde manier op te pakken. We hebben in Oss bewust gekozen om niet te werken met externe facilitators. We doen dit omwille van relatie en betrokkenheid. We bedenken zelf hoe we de bijeenkomsten vorm geven. In Oss kennen we een lange traditie van het
gebruiken van creatieve werkvormen. Als projectleiders/facilitators proberen we – en dat is soms lastig – niet te sturen op de inhoud en de uitkomst, maar alleen op proces. Het staat wel voorop dat je empathie hebt. Denk aan zaken als niet óver elkaar, maar mét elkaar praten, bewaken dat iedereen aan het woord komt en alle zaken die spelen benoemd worden. Als we het hebben over sportverenigingen, en er melden zich geen mensen van die sportvereniging, zorgen we ervoor dat ze aan tafel komen. Verder moet je een echt ‘mensen mens’ zijn en aanvoelen wanneer je het proces moet aanpassen en kunnen improviseren. Want één ding is zeker: het loopt altijd anders dan je vooraf verwacht!
4. Burgerkracht Award Denk je dat andere gemeenten ook met een voorzieningenkaart kunnen werken? Ik denk dat iedereen het mandaat zo laag kan neerleggen, met een open opdracht en tot raadsadvies kan komen. Daar zijn wel een paar voorwaarden aan verbonden. Eén belangrijke voorwaarde is dat het gemeentebestuur er volledig achter staat, en dat het bestuur ook afstand neemt in de periode dat mensen met elkaar bezig zijn dat raadsadvies op te stellen met ambtenaren. Je moet dit dus een tijd uit de bestuurlijke arena, en ook uit de raad houden. Een andere voorwaarde is dat je in de organisatie als projectleider de ruimte moet krijgen om te experimenteren, want zo’n proces
gaat met emotie gepaard. Je hebt het over verandering, je doet iets nieuws dus het leidt soms tot misverstanden. Daarom moet je als projectleider wel gedekt zijn. Een derde voorwaarde is dat je zo iets niet onder een strakke planning kunt doen. Als je zo’n proces ingaat en je moet sturen op tijd, gaat dit extra problemen opleveren. Je kunt van te voren ook niet berekenen hoe veel tijd er in gaat zitten, omdat iedere buurt weer een eigen dynamiek heeft en het dus in de ene wijk wat sneller kan gaan dan in de andere wijk.
43
De essentie van onze verening is de ontmoeting tussen projectprofesionals en hun leidinggevenden. Ieder jaar organiseren wij tientallen bijeenkomsten, waarin het opdoen van nieuwe inspiratie en het uitwisselen van kennis en ervaring centraal staan. Deze publicatie is de spin-off van het uitwisselen van deze kennis en ervaring. Niet alleen vind u in deze publicatie het verslag van een bijeenkomst, u kunt samenvattingen lezen van interessante achtergrond artikelen, die aansluiten op het thema en via een link naar ze ‘doorklikken’. De opgenomen interviews met de sprekers verbinden de theorie met de weerbarstige praktijk. Motor achter deze publicatiereeks zijn onze drie expertgroepen: • Gebiedsontwikkeling • Professionaliseren gemeentelijk projectmanagement • Decentralisaties in het sociale domein
We hopen u met deze publicatie te inspireren om uw kerntaak nog beter in te vullen, namelijk vanuit een krachtige project filosofie mensen en organisaties verbinden om de stad nog mooier te maken! Francois van Doesburg, Voorzitter VPNG
VPNG
Vereniging Projectmanagement Nederlandse Gemeenten
46