Vereniging van Nederlandse Gemeenten CvA-BRIEF AAN DE LEDEN fa v
1998001499
burgemeester en wethouders nummer
ons kenmerk
da turn
Lbr 98/214CvA/LOGA98/25
ARZ/806284
13 november 1998
\MPVJi3gsooiH99 nadere informatie bij
3738884 (telefoondienst ARZ)
rnnh^fWHl ;ViOÊ &"--<-' * v--w - *= P « • W 1 3 NOV. 1998 onderwerp
bezoldigingsverordening ()
samenvatting
Bijgaande voorbeeld-bezoldigingsverordening beoogt een handreiking te bieden aan gemeenten die op lokaal niveau bezig zijn met het aanpassen of moderniseren van de lokale bezoldigingsverordening, of dit m de toekomst willen doen. Wellicht ten overvloede benadrukken wij dat dit slechts een voorbeeld is van hoe een dergelijke verordening eruit zou kunnen zien.
© VNG Extra exemplaren van deze brief zijn te bestellen op nummer (070) 3738885 tegen vergoeding van f 1,- per pagina Kopiëren t b v intern gebruik door leden VNG is toegestaan
Postbus 30435
Nassaulaan 12
Tel (070)3738393
2500 GK Den Haag
2514 JS Den Haag
Fax (070)3635682
G/NGJ
Vereniging van Nederlandse Gemeenten College voor Arbeidszaken
De leden
(t.a.v. burgemeester en wethouders)
doorklesnummer
uw kenmerk
(070) 3738884
datum
13 november 1998
onderwerp
ons kenmerk
bijlage(n)
bezoldigingsverordening
ARZ/806284
3
Lbr. 98/214 CvA/LOGA 98/25
Ingevolge artikel 3 l van Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) dient op lokaal niveau een bezoldigingsregeling te worden vastgesteld. De kaders van de lokale bezoldigingsregeling worden gegeven in hoofdstuk 3 van de CAR en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO). Hoewel het tot stand brengen van een bezoldigingsverordening bij uitstek een lokale aangelegenheid is, blijkt
bij diverse gemeenten toch behoefte te bestaan aan een gemoderniseerde voorbeeld-bezoldigingsverordening (de oude versie is uit 1984), waaraan de lokale bezoldigingsregeling kan worden gespiegeld De bijgevoegde voorbeeld-bezoldigingsverordening (bijlage 1) is een voorbeeld van hoe een dergelijke verordening eruit kan zien. De toelichting op de voorbeeld-bezoldigingsverordening (bijlage 2) beoogt voornamelijk de in de verordening gemaakte keuzes toe te lichten en eventueel te relativeren door alternatieven te bieden
Indien u behoefte heeft aan ondersteuning bij het tot stand brengen van een bezoldigingsverordening op maat, kunnen wij u die bieden m de vorm van een kortdurende betaalde dienstverlening Voor informatie over kortdurende betaalde dienstverlening verwijzen wij u naar de bijgevoegde folder
Postbus 30435
Nassaulaan 12
Tel (070)3738393
2500 GK Den Haag
2514 JS Den Haag
Fax (070)3635682
(YNGJ
-2-
Wij vertrouwen erop u met de toezending van de voorbeeld-bezoldigingsverordening en toelichting een dienst te hebben bewezen COLLEGE VOOR ARBEIDSZAKEN
drs. J.C. Konjfig, secretaris
Voorbeeld-bezoldigingsverordening Burgemeester en Wethouders van
.,
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .....,
gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg
gelet op het gestelde in artikel 156 van de Gemeentewet en op het besluit van de raad dezer gemeente d d .... inzake de uitoefening van de macht van de raad door burgemeester en wethouders; BESLUITEN:
vast te stellen de navolgende verordening
Bezoldigingsverordening gemeente....... I Begripsbepalingen
Begripsbepalingen
Artikel l Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. ambtenaar: 1. de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ..... 2. de werknemer als bedoeld in artikel 2:5: l van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .......; b. salaris: het salaris, als bedoeld m artikel 3:1, tweede hd onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ........ c. uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste Hd onder o van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente ......; d. schaal:
de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ..., opgenomen in bijlage II en Ha van die regeling; e. maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal; f.
bezoldiging;
de bezoldiging als bedoeld in artikel 3.1, tweede hd onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ..... ; g.
betrekking:
de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ....; h. conversie:
de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen; i. volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikei 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .....;
j. overwerk: het overwerk als bedoeld in artikei l l, eerste lid onder l, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente.....
II Salaris
Recht op salaris Artikel 2
1
2
Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.
Gebroken tijdvakken Artikel 3 Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het
bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand. Onvolledige betrekking
Artikel 4 Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking
Salarisbedragen Artikel 5
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage Ha van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ..... Artikel 6 l De toepassing van bijlage II dan wel bijlage Ha van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ... vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3.1, derde t/m vijfde lid, van Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente ..... 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaardenngsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet. 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode. 4 Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ......, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Periodieke verhoging van het salaris Artikel 7
1. 2.
3.
Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat
4
Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na driejaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naasthogere bedrag.
Extra periodieke verhoging van het salaris
Artikel 8 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking. 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald Geen periodieke verhoging Artikel 9
l. 2 3
Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.
Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Artikel 10 l. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt: a. voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ..., het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten; b. voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ...., het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds
overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
2.
Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt in-gedeeld.
III Instrumenten van flexibele beloning Gratificatie
Artikel 11 1 Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1 28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .. worden toegekend. 2 De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal.... Groepsgratificatie Artikel 12
l.
Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan groepsgratificatie worden toegekend.
2
De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt maximaal ...
Tijdelijke persoonlijke toelage Artikel 13
1.
Aan een ambtenaar die gedurende een tijdvak van . jaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend.
2.
De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal .. gedurende ...jaar.
Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal Artikel 14
1.
2. 3.
Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente . . . worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt .... De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat
er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven. Arbeidsmarkttoelage
Artikel 15 1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend. 2 De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van driejaar. 3 De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal....... 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede hd vastgestelde
vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend Nadere regels instrumenten flexibele beloning Artikel 16 Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld m de artikelen 11 tot en met 15
Geen afbouwregeling Artikel 17 Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 11 tot en met 15
wordt geen afbouwregeling toegepast IV Overige toelagen en vergoedingen Waarnemingstoelage Artikel 18
Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1.2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente...
Overwerkvergoeding
Artikel 19 Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal , wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikei 3:2 en artikel 3:2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ...
Toelage onregelmatige dienst
Artikel 20 l. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal . en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ...., wordt een toelage toegekend op grond van artikei 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ..... 2
De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de
ambtenaar geldende salaris per uur en wel: a.
% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en
22 00 uur; b . % voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur; c. ..% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; d.
% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikei 4:2:1, derde lid, van de
Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente.. , rnet dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende
wj.....
3.
Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts
4
toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde m de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.
Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst^
Artikel 21 1 Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal.. en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld m artikel 4 l en 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente ..... ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend. 2 De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van salaris behorende bij .... en wel: a. . % voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 22.00 uur en ..% voor de uren op die dagen tussen O 00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24 00 uur; b. ..% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur en . % voor de uren op die dag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; c . % voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .... tussen 6.00 en 22 00 uur en . % voor de uren op die dagen tussen O 00 en 6 00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur. 3 De op basis van het tweede lid berekende toelage wordt verhoogd met..% over de uren waarop aan de opgedragen bereikbaarheid en beschikbaarheid een extra plaatsgebondenheid op of rond de plaats van tewerkstelling is verbonden. 4 In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt. Inconveniententoelage2
Artikel 22 1 Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware onaangename of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurende welke per kalenderjaar die arbeid is verricht een toelage toegekend. 2 Burgemeester en wethouders kunnen nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt moeten worden en in welke mate. 3 De in het eerste lid genoemde toelage bedraagt.. % van het salaris per uur, dat is afgeleid van ... Afbouwtoelage
Artikel 23 l. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien: a die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als
1 Deze bepaling is bewust in kleine letters opgenomen omdat veelal geen toelagen bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten worden toegekend op lokaal niveau Als er geen behoefte is aan deze bepaling kan artikel 21 gewoon geschrapt worden
2 Deze bepaling is bewust m kleine letters opgenomen omdat veelal geen inconvemèntentoelagen worden toegekend op lokaal niveau Als er geen behoefte is aan deze bepaling kan artikel 22 gewoon worden geschrapt
b
bedoeld m artikel 15, en de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee
jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten. In afwijking van het bepaalde m het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een
toelage - als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 - direct
voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste l O jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage - als bedoeld in artikelen 20, 21 en 22 - heeft genoten, over m een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden
Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast V Overige bepalingen Onvoorziene gevallen Artikel 24
Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.
Slotbepalingen Artikel 25
1. 2
Deze verordening treedt in werking op ....... 1998 en kan worden aangehaald als de "Bezoldigingverordening gemeente ....... 1998". De "Bezoldigingverordening ..... 19..", zoals vastgesteld op ........ en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.
Toelichting voorbeeld-bezoldigingsverordening L Algemeen De voorbeeld-bezoldigingsverordening is een gemoderniseerde versie van de oude voorbeeld-bezoldigingsverordenmg uit 1984, verzonden bij brief van 19 oktober 1984, kenmerk OPZ/7300. De modernisering van de bezoldigingsverordening behelst niet alleen technische aanpassingen (aanpassing aan de nieuwe regelgeving) en modernere begrippen, maar ook meer beleidsrijke wijzigingen. Dit laatste type wijzigingen is uiteraard het meest voor discussie vatbaar Een duidelijk voorbeeld hiervan is
paragraaf III, Instrumenten van flexibele beloning. Sommige gemeenten zullen de daar gepresenteerde instrumenten een wat structureler karakter geven, terwijl andere juist meer flexibiliteit in beloning willen brengen. Indien gemeenten niet zijn aangesloten bij de UWO, dan zullen verwijzingen naar UWO-bepalmgen aanpassing behoeven. Deze toelichting beoogt voornamelijk de m de voorbeeld-bezoldigingsregeling gemaakte keuzes toe te lichten en eventueel te relativeren door alternatieven te bieden 2. Hoofdstuksgewijs Aanhef
In de aanhef wordt ervan uitgegaan dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid tot vaststelling van
verordeningen voortvloeiend uit de CAR (en de UWO) heeft gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. Wanneer dit niet het geval is, moet in plaats van de zinsnede "Burgemeester en Wethouders van ...." de zinsnede: De raad van de gemeente .. ..staan Bovendien kan dan de zinsnede, "en op het besluit van de raad dezer gemeente d.d...... inzake de uitoefening van de macht van de raad door burgemeester en wethouders" komen te vervallen. Verwezen wordt naar artikel 3 l van "de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ...". Hier dient de benaming te staan van de CAR (en de UWO) zoals die in de gemeente gebruikt wordt. Deze benaming dient ook verder in de verordening te worden gebruikt
I Begripsbepalingen
Artikei l Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2.5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .... Niet-UWO-gemeenten moeten deze verwijzing aanpassen aan hun lokale regeling.
Opgemerkt dient te worden dat hetgeen is geregeld in onderdeel d moet worden gewijzigd, als in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bij lage II)
Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente ... Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven m het eerste lid van de bedoelde regeling [dus als omschreven in de lokale bezoldigingsverordening], alsmede het bedrag van de functioneringstoelage
en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de hoofdstukken II en III onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen Deze vallen niet onder het begrip bezoldi-
ging.
II Salaris Artikei 5
Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlagen II en Ha van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als de bijlagen II en Ua wijzigen, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening Opgemerkt dient te worden dat deze bepaling moet worden gewijzigd, als in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage II).
Het is mogelijk dat er bijlagen bij de verordening zijn toegevoegd betreffende vaste vergoedingen In dat geval kan de volgende zinsnede worden toegevoegd: of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage Artikel 6 In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlagen II en Ha eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3*1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente
Ook kan ervoor worden gekozen om de tekst van deze leden te verwerken in de bezoldigingsverordening. Dan zou het artikel er als volgt uitzien. Artikei 6 1 Vanaf l april 1996 zijn de bijlagen II oflla van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .
als volgt van toepassing op de ambtenaar' a
bijlage II is per l april 1996 van toepassing op die ambtenaar die ook op 31 maart 1996
reeds een salaris genoot op grond van deze bijlage, dan wel m dienst van een andere werkgever een salaris genoot op grond van bijlage II van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, tenzij op grond van het gestelde onder b, tweede gedachtestreepje,
bijlage Ha op de ambtenaar van toepassing is, b
bijlagen Ha is van toepassing op de ambtenaar die op of na I april 1996 een nieuwe betrekking m de zin van de
Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .., aanvaardt zonder direct daaraan voorafgaand een betrekking in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling te hebben vervuld, en de ambtenaar die op of na l april 1996 een nieuwe betrekking, waarbij een betrekking mede als nieuw wordt aangemerkt ingeval een bestaande aanstelling of
arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd als gevolg van een wijziging in de uit te voeren taken, in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .. . aan-
2
vaardt, direct voorafgegaan door een andere betrekking m de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, waarbij aan die nieuwe betrekking een beter salarisperspectief is verbonden. Vanaf l april 1997 geschiedt de overgang van een der schalen uit bijlage II van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente. naar een der schalen uit bijlage Ha van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente . op de navolgende wijze • a de ambtenaar met een salaris op grond van een der schalen uit bijlage II en die reeds vóór l april 1997. het maximum heeft bereikt van die schaal, en binnen die betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal, gaat per l april 1997 een salaris ontvangen op basis van het hoogste bedrag van de overeenkomende schaal ingevolge bijlage Ha; b. de ambtenaar met een salaris op grond van een der schalen uit bijlage II en die op een datum gelegen op of na l april 1997'
het maximum heeft bereikt van die schaal, en binnen zijn betrekking geen perspectief heeft op een hogere schaal op de datum van het bereiken van het maximum van de schaal, gaat met ingang van die datum een salaris ontvangen op basis van het hoogste bedrag
van de overeenkomende schaal ingevolge bijlage Ha 3
Burgemeester en wethouders bepalen.
etc (door vernummeren tweede lid en verder)
Opgemerkt dient te worden dat artikel 6 (zowel in bovenstaande vorm als m de vorm van de bezoldigingsverordening) moet worden aangepast, als in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage II). Artikel 6 en 7 In de artikelen 6 en 7 wordt vooruitgelopen op de situatie per l januari 1999, wanneer de jeugdsalaris-
sen worden afgeschaft. Derhalve zijn de bepalingen betreffende jeugdsalarissen reeds geschrapt. Artikel 7
Het vierde lid gaat in op de uitlooprangen in de schalen l tot en met 5 in de oude salarisstructuur. Deze uitlooppenodieken worden m de bij de bezoldigingsverordening toegevoegde salaristabel ook
wel eens gemarkeerd met de letter u. Als in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude
structuur, kan het vierde lid van artikei 7 worden geschrapt. Artikel 7 t/m 9
In artikel 7 t/m 9 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en het onthouden van een periodieke verhoging. In deze artikelen is gekozen voor een andere terminologie dan m het verleden: voldoende functione-
ren (artikel 7), zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking (artikel 8) en onvoldoende functioneren (artikei 9). Uiteraard zijn diverse andere terminologieën denkbaar. Zo zijn denkbare alternatieven voor voldoende functioneren: "bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver",
"naar behoren functioneren" en "gemiddeld functioneren". Het gaat er maar om een rangorde aan te brengen in de wijze van functioneren.
In het midden is overigens gelaten of de beslissing tot het toekennen van een (extra) periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, moet zijn gebaseerd op een personeelsbeoordeling. Meestal gebeurt dit bij een extra periodieke verhoging en bij het onthouden van een periodieke verhoging wel en bij een "gewone" periodieke verhoging niet. Als er een beleidslijn is omtrent het beoordelen, kan deze worden verwerkt in deze drie artikelen. Eveneens is in het midden gelaten of en aan wie de beslissingsbevoegdheid voor toekenning van een
(extra) periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, is gemandateerd. Sinds de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is delegatie van een dergelijke beslissingsbevoegdheid aan hoofden van dienst niet meer mogelijk. Mandaat - het in naam van burgemeester en wethouders
beslissen - kan wel. Op lokaal niveau is het zaak om een dergelijk mandaat schriftelijk vast te leggen. Als er niets wordt vastgelegd, ligt de beslissingsbevoegdheid gewoon bij burgemeester en wethouders Artikel 10
In dit artikel wordt de bevordenngssystematiek geregeld. Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer (zie ook
LOGA-brief van 20 december 1995, nummer Lbr. 95/259) Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou
hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag. Opgemerkt dient te worden dat deze bepaling moet worden aangepast als in de gemeente geen medewerkers meer zijn ingeschaald volgens de salaristabel van de oude structuur (bijlage II).
III Instrumenten van flexibele beloning
Artikel 11 t/m 15 In artikei 11 t/m 15 worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, groepsgratificatie, tijdelijke persoonlijke toelage en persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal Al deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden gedifferentieerd in beloning. De flexibiliteit zit in het tijdelijke karakter van deze instrumenten. Dit m tegenstelling tot het toekennen van (extra) periodieken, dat een structureel karakter heeft. Hoe flexibel deze instrumenten worden toegepast, hangt uiteraard af van het lokale beleid ten aanzien van flexibel beleid. Ook zijn andere, minder flexibele beloningsinstrumenten denkbaar, zoals vaste toelagen. Een nadeel van vaste toelagen is - naast de kosten die dit structureel met zich meebrengt dat de prikkel die van de toelage uit zou moeten gaan vermindert, zo niet verdwijnt. Van de genoemde instrumenten van flexibele beloning hebben de gratificatie en de groepsgratificatie het meest een incidenteel karakter. Meestal worden deze instrumenten meteen na de prestatie toegepast. Ook kan ervoor worden gekozen een (groot) deel van de genoemde instrumenten van flexibele beloning niet op nemen in de bezoldigingsverordening. De reden kan zijn dat de beloningsinstrumenten elders zijn geregeld (m een regeling/nota flexibele beloning) of geheel niet worden toegepast binnen de gemeente.
Net als bij artikelen 7 /m 9 zijn in artikelen 11 t/m 15 alternatieven denkbaar voor de gebruikte terminologie. Zo wordt in artikel 14 gesproken van een uitstekende individuele prestatie. Denkbare alternatieven zijn: "buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling", "buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver", "uitstekend functioneren" etc. In de artikelen 11 t/m 15 worden bewust geen maxima ingevuld in de vorm van bedragen, percentages van salaris etc., opdat iedere gemeente daar zijn eigen invulling aan kan geven. Overigens zouden betreffende leden ook kunnen vervallen en kan worden volstaan met hetgeen is geregeld in artikel 16. In de artikelen 11 t/m 15 is in het midden gelaten of de toepassing van een beloningsinstrument is gebaseerd op een beoordeling. De tijdelijke persoonlijke toelage en de persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal worden overigens veelal op een personeelsbeoordeling gebaseerd. Ook is in het midden gelaten of en aan wie de beslissingsbevoegdheid voor het toepassen van een beloningsinstrument is gemandateerd. Dit kan op lokaal niveau worden bepaald Sinds de derde tranche van de Awb is delegatie van een dergelijke beslissingsbevoegdheid aan hoofden van dienst niet meer mogelijk. Indien gewenst is dat de beslissingsbevoegdheid wordt gemandateerd, is het zaak dit schriftelijk vast te leggen. Als er niets wordt vastgelegd, ligt de beslissingsbevoegdheid gewoon bij burgemeester en wethouders. Artikel 16 Artikel 16 biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de beloningsinstrumenten. Zo is voor te stellen dat een en ander wordt uitgewerkt in een regeling of
beleidsnota omtrent flexibele beloning of beloningsdifferentiatie. Artikel 17 Artikel 17 regelt dat bij beëindiging van (een van) de instrumenten van flexibele beloning geen afbouwregeling wordt toegepast. De gedachte hierachter is dat als de ambtenaar met meer goed
functioneert, de extra beloning zonder meer komt te vervallen. IV Overige toelagen en vergoedingen Artikel 18 t/m 22
In de artikelen 18 t/m 22 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige dienst, toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en inconveniëntentoelage. Deze toelagen/vergoedingen hebben - met uitzondering van de inconveniëntentoelage - een grondslag in de CAR en/of de UWO. Indien gemeenten niet zijn aangesloten bij de UWO, dan zullen
de verwijzingen naar artikel 3:1:2, 3:2:1 en 4.2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente .... aanpassing behoeven. Het is goed denkbaar dat op lokaal niveau geen behoefte is aan een bepaling omtrent de toekenning inconveniëntentoelage, omdat niemand hiervoor m aanmerking komt Hetzelf-
de kan het geval zijn bij de toekenning van een toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst. In dat geval kan artikel 21 en/of artikel 22 worden geschrapt. In artikel 20 t/m 22 worden de percentages bewust niet nader ingevuld, omdat verschillende percentages denkbaar zijn. Op lokaal niveau moet dit worden ingevuld. In de laatste leden van artikel 20 en 21 wordt de basis gelegd voor het treffen van aanvullende of
afwijkende regelingen. Gedacht kan worden aan de situatie dat er in de functiebeschrijving en waardering reeds rekening is gehouden met het feit dat men in een bepaalde functie geregeld onregelmatig moet werken, dan wel zich geregeld bereikbaar en beschikbaar moet houden voor oproepen In die gevallen is geen toelage meer nodig. In de tekst van artikei 21 is de zinsnede "regelmatig of vrij regelmatig" opgenomen. Deze vage begrippen moeten op lokaal niveau worden ingevuld. In ieder geval moet er sprake zijn van een herhaling. Artikei 23
In artikei 23 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, de toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en de inconveniëntentoelage geregeld. Het spreekt voor zich dat wanneer artikel 21 en/of artikel 22 niet worden opgenomen in de bezoldigingsverordening, artikel 23 moet worden aangepast Er is juist voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de
betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie. Veelal is sprake van een stapsgewijze afbouw in vier jaar. het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50%, het derde jaar 25% en het vierde jaar niets meer
VERZENDFORMULIER concept d d
oktober 1998 datum bnef
.oktober 1998
opsteller
toestel
afdeling
J Wentzel
8884
ARZ
ons kenmerk
uw kenmerk
ARZ/ Sü> 6^3^
bestandsnaam
St^rayïTy**'
-QACTV\eH&DEZQLDIQ.DRI
<\ ' \ —
onderwerp
X
- -
——— ——
XecW^br
c - L \ icjcjSV 'SX^fler-^
——-————— -—————-$d<^zJ# £-7 l ^ m vV^O
bezoldigingsverordening 0
y
geadresseerde
nadere informatie bij
De leden (t a.v burgemeester en wethouders)
3738884 (telefoondienst ARZ)
omsc/jrywng
- *»c^^/^iu^at^cnE5r*tc*%*'^< -
4*«teA^i-
' l
PctdiS t^^eU^rt^iU, s*4*tA(eU <£f(*\SHs*A**v'^i
dio&s *WL&T
^efzenc//rtg
regulier opmerking opsteller afschnft aan
met bijlage
PAZ Opxféller Secretariaat
^
aantal
meï bnef
l l
Afdehs-vfcH P VIV
r%ÏM^ r t ICta ÏV-Tk/ . J 5
• V • * W a
•LO 5
i
1 3 NOV. 1998 ï^J1 \"1
• \u^«
^^iS^^^^^'S^MF'^^W^T^J^S^:^^^^ t 2 ^i opmerking CTV
bestandsnaam, CTV
g23l
9231 «t
2^Lb_
paraafafdeiingshoofd
ontv datum + tijd
IM^IO^S1 sectordirecteur
gecoüationeerd 30
JP
£ian
ter tekening afd h f d/sector h f d
i
__^CjlwtA^^-rtyW J
paraaf CTV
/^/1^