defensiekrant
nummer 14 27 juni 2013
Twee zielen, één gedachte
3
Sensor is 'game changer' in gezichtsveld
6
‘Vanaf take-off is alles tactisch’
8
Maritiem megafestijn met koninklijk tintje
11
Vuur na aan de schenen van CV90-simulator
Foto AVDD
den helder De Marinehaven Den Helder liep op donderdag 20 juni vol met oude zeilschepen. Vier dagen lang vormden zij samen met moderne marineschepen uit Rusland, Duitsland, Engeland, België en Nederland de trekpleisters voor het megafestijn Sail Den Helder/Marinedagen. Hoewel zeer verschillend qua leeftijd en techniek, ademden beide vlootverbanden dezelfde, maritieme geest. Zeg maar: ‘twee zielen, één gedachte’. Met Koning Willem-Alexander als speciale gast, werd Sail Den Helder/Marinedagen een heugelijk evenement. Weer of geen weer. Meer hierover op pag. 8.
Nota toekomst krijgsmacht geen eenvoudige boodschap den haag Om inzicht te geven in de voortgang van de Nota over de toekomst van de Krijgsmacht, heeft minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert de Tweede Kamer dinsdag geïnformeerd over de hoofdlijnen van deze nota. Die vormt het kader voor de concrete maatregelen die zij vóór de begrotingsbehandeling in de nota presenteert.
In de brief aan de Kamer staat dat de krijgsmacht, gelet op de aanhoudend onzekere veiligheidssituatie in de wereld, onverminderd van groot belang blijft. Ook wordt gemeld dat Nederland in de toekomst een krijgsmacht nodig heeft, die inzetbaar is op alle geweldsniveaus en voor alle strategische functies. De minister schrijft dat twee uitgangspunten ten grondslag liggen aan de Nota over de toekomst van de Krijgsmacht. Ten eerste moet de Nederlandse krijgsmacht, ook in de toekomst, zo goed mogelijk omgaan met diffuse dreigingen en risico's. Ten tweede moet de krijgsmacht niet alleen nu, maar ook op langere termijn betaalbaar zijn. Beide uitgangspunten worden met elkaar
verenigd door zowel in operationeel als in financieel opzicht te streven naar duurzaamheid. De vervanging van de F-16 vraagt volgens Hennis om een zorgvuldige afweging. Het nieuwe jachtvliegtuig, dat weer zo’n veertig jaar dienst moet doen, is namelijk tevens van invloed op het politieke handelingsvermogen van toekomstige regeringen. De vervanging van de F-16 gaat in elk geval niet ten koste van andere capaciteiten van de krijgsmacht. Besloten is de vervanging volledig uit te voeren. Dit gebeurt binnen het, reeds door de vorige minister van Defensie, gereserveerde investeringsbudget van 4,5 miljard euro (uit te geven in een tijdsbestek van meer dan tien jaar)
en het exploitatiebudget van de F-16 dat 270 miljoen euro per jaar bedraagt. Van verdringing binnen het defensiebudget, of een verhoging van het totale budget, is geen sprake.
Hoewel Defensie bij bezuinigingen in dit Regeerakkoord is ontzien, wordt zij wel geraakt. Denk aan het Lenteakkoord, de BTW-verhoging, rijksbrede taakstellingen en interne herschikkingen. Het vergt ingrepen die oplopen tot 333 miljoen euro per jaar in 2018. De Nota over de toekomst van de krijgsmacht gaat in op de benodigde maatregelen om deze problemen aan te pakken. Minister Hennis zegt verder dat “het geen eenvoudige boodschap is.” Zij beseft dat er opnieuw een beroep wordt gedaan op het geduld en de loyaliteit van de defensiemedewerkers, militair en burger. “De inzet is een krijgsmacht die in zowel operationeel als financieel opzicht duurzaam is. Robuust, relevant en betaalbaar. Dit is ons aller belang."
Inhuldigingsmedaille op het uniform den haag
Defensie heeft een conceptbesluit draagvolgorde onderscheidingen ontvangen van de Kanselier der Nederlandse Orden. Op grond hiervan heeft Defensie besloten dat het vanaf nu is toegestaan de Inhuldigingsmedaille 2013 en het Elfstedenkruis te dragen op het militaire uniform.
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het nieuwe besluit Militaire Draagvolgorde Onderscheidingen. De regels omtrent beide medailles zijn hierin meegenomen. Inmiddels hebben een tiental militairen de Inhuldigingsmedaille ontvangen.
binnenland 2 defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013
Nieuwe commandant CDC
Nieuw-Guineagangers onderscheiden
utrecht Leonard Kok (49) is benoemd tot commandant hilversum De 97-jarige Charles Dibbets en vier andere oorlogsveteranen zijn onder-
van het Commando DienstenCentra. Hij volgt vice-admiraal scheiden voor hun inzet in Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Inspecteur-Generaal der Erik Kopp op die met functioneel leeftijdsontslag gaat. Kok Krijgsmacht (IGK) luitenant-generaal Ton van Ede speldde hen in Hilversum de versierselen begint op maandag 16 september. De commando-overbehorende bij de eretekens op. dracht volgt in oktober. De nieuwe commandant CDC werkte de afgelopen jaren voor de gemeente Den Haag als algemeen directeur van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Eerder was hij onder meer plaatsvervangend secretarisgeneraal bij het Ministerie van Justitie en directeur van de Directie
Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën. Kok is niet onbekend met Defensie. Hij vervulde in de periode 1988-1989 zijn dienstplicht als aspirant-reserve officier bij de Koninklijke Marechaussee.
Als soldaat der 1e klasse bij het Koninklijk Indisch Leger (KNIL) werd Dibbets door de Japanners geïnterneerd en op transport gesteld naar Thailand. Daar werkte hij als dwangarbeider aan de Birma-spoorlijn. Toen Dibbets na de Japanse capitulatie terugkeerde bij het KNIL nam hij tijdens de Politionele Acties deel aan veel militaire operaties. “Herstellend van alle ellende na de Tweede Wereldoorlog was er weinig oog voor wat u had meegemaakt in de periode dat u Nederland overzee diende”, sprak IGK Ton van Ede. Ondanks de latere erkenning en waardering voor deze oud-militairen, zijn nog steeds relatief veel veteranen niet onderscheiden, terwijl ze daar wel recht op hebben. Dibbets kreeg het Mobilisatie Oorlogskruis, het Ereteken Orde en Vrede met de gespen 1946/1947/1948 en het Demobilisatie Insigne KNIL. Korporaal Herman van Dijk ontving
het Ereteken Orde en Vrede met de gespen 1948/1949 en het Demobilisatie Insigne van de marine. Het Nieuwe-Guinea Herinneringskruis
was er voor dienstplichtig marinier Hendrikus Meijer, zeemilicien der 3e klasse Jaap Wegenaar en machinist der 1e klasse Walter Waltmans.
Militairen onthullen koninklijke banners den haag Abseilend van het Haagse stadhuis onthulden vier militairen van 11 Lucht-
Liaison ontvangt Amerikaanse onderscheiding ermelo Kolonel Mike Calmeijer Meijburg is onderschei-
den met de Joint Service Commendation Medal. Hij ontving deze Amerikaanse onderscheiding voor zijn werk bij het United States Africa Command, waar hij van februari 2010 tot mei 2013 werkte als liaison officier.
Als eerste Nederlandse liaison legde Calmeijer Meijburg een stevige basis voor het versterken van de samenwerking tussen de Verenigde Staten en Nederland. Zo nam hij onder meer het voortouw bij de integratie van Nederlandse instructeurs in het J2 militaire inlichtingenprogramma.
Dit leidde er toe dat Nederlandse instructeurs cursussen verzorgden in Rwanda en Nigeria. De Joint Service Commendation Medal is een Amerikaanse onderscheiding die toegekend wordt voor bijzondere verdiensten tijdens een joint optreden.
mobiele Brigade banners met de tekst '200 jaar’. De actie gebeurde onder toeziend oog van Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima. Het paar sloot in de Hofstad hun tour af langs de twaalf provincies, die na de troonswisseling begon.
Een erehaag luchtmobiele militairen in ceremonieel tenue, zogenoemde Grenadiers en Jagers, wachtte het Koninklijk paar in Den Haag op. Bij vertrek van WillemAlexander en Maxima rolden de militairen banners uit vanaf gebouwen rond het Spuiplein. De tekst slaat op het jubileum, maar staat ook symbool voor de historische band tussen het Koninklijk Huis, de landmacht en 11 Luchtmobiele Brigade. Het militair optreden vormt daarnaast een
voerproefje op het tweehonderdjarig jubileum van de Koninklijke Landmacht in 2014.
Residentie
Ook in het jubileumjaar zal de landmacht stilstaan bij de bijzondere relatie met het Huis van Oranje. 11 Luchtmobiele Brigade heeft zowel met het koningshuis als met Den Haag een historische band. Het Garderegiment Grenadiers en Jagers vocht in de Slag om de Residentie in de meidagen van 1940. Na zware
gevechten heroverde het regiment de vliegvelden Ypenburg en Ockenburg op Duitse luchtlandingstroepen en parachutisten. Dit voorkwam mede dat Koningin Wilhelmina en de regering gevangen werden genomen. Bij de slag sneuvelden 515 Nederlandse militairen, onder wie 208 Grenadiers en Jagers. Hangend aan gebouwen rond het Spuiplein in Den Haag onthullen landmachtmilitairen enkele banners.
Timmermans op bezoek bij Patriotmissie Turkije adana (t) De militairen van de Patriot-missie in Turkije hebben bezoek gehad van minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans.
Op luchtmachtbasis Incirlik werd Timmermans ontvangen door Turkse, Amerikaanse en Nederlandse militaire autoriteiten. Commandant van de eenheid kolonel Peter Koning verzorgde een korte briefing over de laatste stand van zaken. Aansluitend kreeg de minister uitleg over de verschillende onderdelen en systemen van het Patriot detachement. Zo bekeek Timmermans een van de operationele Patriot vuureenheden. “Deze missie is een exemplarisch voorbeeld van de NAVO solidariteit, ik ben er trots op wat Nederlandse militairen hier doen”, zei minister Timmermans.
binnenland
defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013 3
Bekendste Defensietwitteraar Elgiraffo ziet kansen in gebruik social media
Op een bewuste manier meegaan met de tijd ermelo Een uit de hand gelopen hobby noemt de 46-jarige sergeant-majoor Marcel van Hemert van 420 Hospitaal Compagnie zijn fascinatie voor de online-wereld. De onderofficier is één van de bekendste Defensietwitteraars. Onder de naam Elgiraffo zet hij zich op een bijzondere wijze in voor de organisatie. “Every soldier a spokesman, vooral met social media. Maar dan moet je wel weten waar over je praat”. wie ik was. Grappig dat mijn echte naam minder bekend is dan mijn tweetnaam. Het was bijzonder om tijdens zo’n bijeenkomst de gezichten achter die virtuele namen te zien. Goed om met elkaar in gesprek te gaan over het fenomeen social media.”
juist nu
Wie hem googlet onder zijn eigen naam of onder de naam Elgiraffo vindt enorm veel hits. Hij is niet alleen de oprichter van de online ‘Defensie-encyclopedie’ Boekje Pienter, maar ook zichtbaar op andere virtuele fronten. Of het nu zijn reacties zijn op discussieforums of zijn posts op Facebook, Linkedin en Twitter: Van Hemert geeft zijn mening.“Privé ben ik fanatiek bezig met social media met een focus op Defensiegerelateerde onderwerpen. Mijn hobby is zogezegd een verlengstuk van mijn werk. Stiekem ben ik een beetje een workaholic. Ik houd alles in de gaten, omdat ik graag wil
weten wat er speelt bij het publiek”, vertelt hij. “Ik vind het jammer dat niet iedereen de noodzaak van onze krijgsmacht inziet. Daarom probeer ik op mijn eigen manier in gesprek te gaan met mensen en uit te leggen wat het belang is van een organisatie als Defensie.”
Elgiraffo
Niemand minder dan minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert is één van zijn vele volgers. Tijdens de Defensie Tweetup van 11 juni stelde Van Hemert zich persoonlijk aan haar voor. “Toen ik de naam Elgiraffo liet vallen, wist ze direct
Volgens Van Hemert is juist nu het gebruik van social media belangrijk. “In de tijd van de dienstplicht was iedereen welbekend met Defensie. Ieder gezin had wel iemand die in dienst zat. We komen nu in een tijd terecht waarin we die connectie kwijtraken”, legt hij uit. De onderofficier zegt dat social media de kans biedt om die herkenbaarheid weer te vergroten. “Militairen kunnen ‘Mien uit Assen’ vertellen wat ze doen en waarom het belangrijk is dat zij er zijn. Veel dingen zijn tegenwoordig een ver-van-je-bedshow, maar militairen zijn ook op allerlei nationale fronten actief en via social media kunnen we dat duidelijk maken door ons verhaal te vertellen.” Toch moet dit wel op een bewuste
Tweetup Een tweetup IRL (in real life) is een bijeenkomst die georganiseerd wordt voor een groep twitteraars. Volgers kunnen zo real life met elkaar in gesprek gaan over verschillende onderwerpen. Op 11 juni 2013 vond op het ministerie in Den Haag de eerste Tweetup van bewindsvrouw Jeanine Hennis-Plasschaert plaats. Ruim vijftig Defensietwitteraars kwamen op de bijeenkomst af. Zij kregen niet alleen de kans elkaar in het echt te ontmoeten en de minister met meer dan het maximum van 140 tekens vragen te stellen. Tweetups zorgen ervoor dat de virtuele en de fysieke wereld samenkomen.
en verantwoorde manier gebeuren. “Gebruik maken is goed, maar misbruik kan de organisatie schade toebrengen”, zegt hij. Hij doelt hiermee op zaken die de operationele veiligheid in gevaar kunnen brengen. Om dit te voorkomen, zijn vanuit de organisatie duidelijke richtlijnen opgesteld. “Het is belangrijk dat iedereen zich daaraan houdt, want militairen hebben een bijzondere taak. Bij alles wat je in dit vak doet, staat veiligheid bovenaan.”
beantwoorden van vragen. “Het is een interactief medium en werkt alleen als je er tijd insteekt.”Als ‘expert’ heeft Van Hemert voor zijn collega’s een aantal belangrijke tips. “Reageer niet uit emotie, want daar bereik je niks mee. Onderbouw je mening, leg uit, ga in gesprek. Maar vooral, praat alleen over zaken waar je verstand van hebt. Dan bereik je meer en word je ook serieus genomen.”
tips
|| tekst tlnt
De kracht van social media zit volgens de onderofficier in het
johanna van
|| waardenberg || foto hans lebbe, avdd
Sensor is ‘game changer’ in gevechtsveld 't harde Fabrikant Microflown Avisa weet het zeker. De akoestische sensor, die de herkomst van geweervuur, heli’s en mortieren detecteert, is een
regelrechte ‘game changer’. De sensor waarschuwt niet alleen, maar weet ook precies waarvandaan je wordt beschoten. Om realistische sensordata te verzamelen, heeft de producent onlangs twee gebruikerstesten uitgevoerd. Hiertoe werden zowel een Cougar-transporthelikopter als een voertuig beschoten door eigen troepen.
Voor de beproeving werden een vliegende Cougar en een onbemande Mercedes-Benz uitgerust met een prototype van de sensor. Daarnaast werden op verschillende afstanden sensoren in het veld geplaatst. Specialisten van het Kenniscentrum Wapens & Munitie (Defensie Materieel Organisatie, red.) namen vervolgens de heli en de MB met een Colt C8, een Kalashnikov, Heckler & Koch HK 417 en een .50 machinegeweer ‘onder vuur’. Door het vergaren van data kan fabrikant Microflown Avisa zijn prototype uitwerken tot een systeem dat geïntegreerd kan worden in bijvoorbeeld het zelf-
beschermingssysteem van helikopters.
potentie
De ogen van doorgunners en vliegers vormen nog altijd het enige waarschuwingssysteem voor kleinkalibervuur. Dankzij de Microflown krijgen de bemanningen in de toekomst mogelijk ook de beschikking over een set ‘oren’. De sensor, uniek op de wereld, bepaalt de richting van waaruit is geschoten. De bemanning kan daarop effectief actie ondernemen: uitwijken of terugschieten. Vlieger majoor William Scholten: "Voor infrarood-
en radargestuurde raketten hebben we al detectiemiddelen op onze helikopters, maar voor de dreiging van geweervuur bestaat geen kanten-klaar systeem. De Microflown heeft dus zeker potentie." Hoewel de test met de Cougar pas een voorzichtige verkenning is, wordt die extra paar oren voor voertuigbemanningen eerder werkelijkheid. Binnen nu en twee jaar moet het systeem mobiel zijn gemaakt om op voertuigen te plaatsen. Het onderzoek richt zich nu vooral op het wegfilteren van het geluid dat het voertuig zelf maakt. “Dankzij de sensor heb je vanaf het eerste schot
overzicht en kun je gericht handelen”, zegt projectofficier majoor Henk te Kulve. “Maar ook in het onoverzichtelijke gevecht daarna is de sensor bepalend. Door de positie af te geven van verschillende schutters, mortiervuur en helikopters, verhoogt dit inventieve middel direct de situational awareness van militairen in een konvooi. Zelfs in verstedelijkt gebied.” Volgens kolonel Harold Jacobs, hoofd afdeling Landmachtbehoeften bij de Bestuurstaf, gaat het om een ‘revolutionaire techniek met ongekende toepassingsmogelijkheden’. Jacobs: “We werken nu stap voor stap de mogelijkheden verder uit. We denken zelfs na over toepassing op een UAV. Een UAV is dan niet langer een ‘dove’ vliegende camera. Ook lijkt het mogelijk met de sensor andere onbemande vliegtuigen te detecteren. Ik ben ervan overtuigd dat dit systeem mensenlevens gaat redden. Een absolute ‘game changer’ dus.” Wegens gebrek aan financiële middelen is het voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf niet altijd makkelijk te starten met de ontwikkeling van innovatieve (militaire) producten. Sinds Microflown Avisa echter gebruik
maakt van de zogeheten Commissie Defensie Materieel Ontwikkeling (CODEMO)- regeling zijn deuren geopend die anders gesloten bleven. Dankzij die steun kan het bedrijf het prototype de komende tijd verder ontwikkelen en in de markt zetten met Defensie als ‘uithangbord’. Want ook andere landen volgen de vinding op de voet. De fabrikant kiest bewust om het veld in te gaan met de toekomstige gebruikers. Uitvinder en technisch directeur Hans-Elias de Bree: “Men wil een daadwerkelijk product kopen, geen research. Wij krijgen het vertrouwen van Defensie om zo realistisch mogelijk te testen. En de organisatie weet straks precies wat wij kunnen leveren.” De Microflown is al in gebruik als veiligheidssysteem op het artillerieschietkamp op ’t Harde. In deze setting worden de sensoren gebruikt als leermiddel om de vuursteunketen te monitoren, maar ook voor de veiligheid tijdens schietoefeningen. Daarnaast maakt het deel uit van het camerasensorsysteem Discus, dat militaire bases beveiligt. || tekst kap
marlous de ridder/
|| ingmar kooman || foto's mark van stokkom
binnenland 4 defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013
Boven Na de vrije val bepaalt de para of hij zijn valscherm ‘hoog’ of ‘laag’ opent. Dit hangt af van zijn opdracht. Rechtsboven De zuurstofploeg springt met ruim zeventig kilo aan uitrusting. Dit maakt de exit extra zwaar. Rechtsonder Het Korps Commandotroepen beschikt over twee operationele HAHO/HALO-ploegen.
Commando’s doorlopen vrijeval-opleiding
Topsport boven eigen land gilze-rijen ‘Jullie zijn gek’, roep ik nog. Wetend dat ik binnen enkele minuten zélf bij de exit van de Short SC.7 Skyvan sta. Voor het eerst mag ik als
Defensieredacteur ervaren hoe het is om een vrije val te maken vanaf ruim 3,5 kilometer. En belangrijker nog, om te beseffen dat commando’s dit doen vanaf extreme hoogte, bij nacht, met zeventig kilo aan uitrusting en met een zuurstofmasker op. Daarna gaan ze achter de vijandelijke linies meteen door met hun geheime operatie.
Drie weken lang is het Brabantse luchtruim het domein van het Korps Commandotroepen (KCT). Vanaf vliegbasis Gilze-Rijen springen dagelijks veertig para’s meerdere malen uit een gehuurde Skyvan. De mannen zijn onder meer bezig met hun voortgezette vrijevalopleiding, waarbij ploegen van zes tot acht man met volle bepakking en GPSnavigatie op onbekende dropzones bij dag en nacht leren landen. Ook de zeer specialistische ‘zuurstofploeg’ traint mee. En dat is uitzonderlijk, want voor zowel de vrijevalopleiding als de High Altitude High Opening (HAHO) en de High Altitude Low Opening (HALO)-opleiding kiezen de groene baretten normaal gesproken voor het Franse Lapalisse of de Verenigde Staten. Simpel omdat het slechte weer hen daar zelden parten speelt. Door voornamelijk logistieke omstandigheden is de springperiode nu in eigen land. Het enige wat je dan kunt doen, is hopen dat de weergoden gunstig zijn gezind.
Diepte
Of het zo had moeten zijn… De lucht boven Midden-Brabant is al dagen strakblauw en niets staat mijn sprong nog in de weg. Nog op de grond gieren de zenuwen door mijn keel. Wat als ik straks nou niet durf? Commandant vrijeval-instructiegroep (Defensie Para School) adjudant Edmond stelt me gerust. Feitelijk hoef ik niets te doen, behalve mijn lichaam tijdens de val in een soort halve maan houden. Later in
het toestel, stevig vastgesnoerd aan mijn tandeminstructeur, voel ik me behoorlijk veilig. Met vijfduizend sprongen op zijn naam is Edmond een routinier. Ik had het slechter kunnen treffen. Hoewel, routine wordt het springen nooit, vertelt hij me later. “Zodra je geen enkele spanning meer voelt, moet je stoppen.” Zodra we op twaalfduizend voet (ruim 3,5 kilometer) zijn, maakt de eerste springploeg zich gereed. De instructeurs doen hun checks en de laadklep van het propellervliegtuig gaat open. ‘Wel genieten hè’, roept er nog één. En weg zijn ze, door het gapende gat naar beneden. Als laatste mogen wij.
‘Wat deze commando's doen is topsport’ Mijn handen stevig geklemd om de schouderbanden, de wind raast keihard langs het toestel. Heel even gebeurt er niets en dan vallen we naar achteren de onmetelijk lijkende diepte in.
Nauwelijks zuurstof
Voor ik het goed en wel besef dat ik val, trekt Edmond aan het valscherm. Overgeleverd aan de zwaartekracht komt de grond al gauw dichterbij. We landen netjes op één van de twintig uitgezette dropzones. Wat een onvergetelijke ervaring en wat een rush geeft zo’n vrije val. En dan te bedenken dat een parachute
voor de operators gewoon een transportmiddel is. Elke commando wordt standaard als para opgeleid. Het niveau/brevet kan verschillen. Wie goed genoeg is, kan door naar de HAHO/HALO-ploeg. Zij springen vanaf tien kilometer, waarna ze al zwevend een afstand van veertig tot zestig kilometer afleggen. Omdat er op die hoogte nauwelijks zuurstof is, wordt altijd met een draagbaar zuurstofsysteem gesprongen. Tijdens zo’n infiltratie zorgt het hoog openen van je valscherm voor een groot verrassingseffect bij de vijand. Eerste luitenant Ben weet daar alles van. In juli 2009 sprong hij in het diepste geheim met negen collega’s van special forces-eenheid Task Force 55 ’s nachts boven Afghanistan. Die zeer gewaagde operatie leverde de mannen hun ‘operationele vrije val wing’ op. Dat was sinds 1949 niet meer voorgekomen. Ben: “Het is één van de beste tactische inzetmiddelen, maar ook één met zeer hoge risico’s. Je bent maar met acht man en zeker ’s nachts zie je niks en hoop je maar dat je collega’s in jouw buurt landen. Commandanten zullen dus heel goed afwegen of HAHO/HALO-inzet de beste manier is.” Of het KCT deze inzetvorm nog in andere landen heeft toegepast, is geheim. “In onze ogen gebeurt het sowieso veel te weinig”, zegt kapitein Louis Wesselink, hoofd bureau Werving, Selectie en Communicatie desgevraagd.
Extreem gevaarlijk
Hoewel de commando’s goed getraind zijn, ligt het gevaar hoog in de lucht op de loer. Grootste vijand is zuurstofgebrek, meestal veroorzaakt door een defect. Mede vanwege de grote risico’s volgt iedere HAHO/HALO-specialist een proceduretraining bij het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) in Soesterberg, dé expert op het gebied van luchtvaartfysiologie, geneeskunde en psychologie. In een hypobare kamer, omgebouwd tot het ruim van een C-130 Hercules transportvliegtuig, leren de militairen omgaan met hun zuurstofsysteem en drills. “Een fout op dertigduizend voet kan binnen een minuut fataal zijn”, vertelt luchtvaartfysioloog eerste luitenant Hans Wittenberg. “Cru gezegd is het een mooie dood. Je hebt namelijk niet in de gaten dat je aan ‘hypoxie’ lijdt, want het maakt je heel euforisch.” Op elke vlucht gaan daarom ‘oxy supervisors’ mee en ziet het CML toe op de veiligheid van de para’s en de aircrew. Wittenberg: “Duizeligheid, tintelingen, ogen die wegdraaien: wij weten precies op welke symptomen we moeten letten. Vergis je niet. Wat deze commando’s doen is écht topsport.” Op de hoogten, waarop een fout onvergeeflijk is, wordt in Nederland niet getraind. “Vanwege het drukke luchtruim mag sowieso niet zo hoog worden gesprongen”, zegt commandant vrijeval-instructiegroep Edmond. “We springen maximaal
tot 18.000 voet, maar dat is nog steeds boven de zuurstofgrens. De mannen ervaren de zuurstofdrills en de mentale component dus net zo goed.” Alhoewel het voeten in de aarde had om drie weken lang het luchtruim te ‘claimen’, kan er dankzij een zelf gehuurd vliegtuig, goede afspraken met de luchtverkeersleiding en de medewerking van de luchtmacht toch maximaal
‘Een fout op 30.000 voet is binnen één minuut fataal’ worden getraind. En dat valt zeker niet tegen, meent Edmond. “Hier ligt de moeilijkheidsgraad vele malen hoger dan in Amerika of Frankrijk, waar de gebieden uitgestrekt zijn. De para’s krijgen nu te maken met hoofdzakelijk verstedelijking, grote boscomplexen en waterrijke gebieden. Feitelijk betekent dat precisielanden op een ‘postzegel’. De leercurve is dan ook ontzettend steil.” Korporaal-1 Jim weet het door deze springperiode zeker. Zodra er plek vrijkomt bij de exclusieve HAHO/HALO-ploeg gaat hij er helemaal voor. “Dit is het mooiste specialisme bij het KCT. Je moet het écht leuk vinden, want de opleiding is niet voor iedereen weggelegd.” || tekst
kap marlous de ridder
|| foto’s sm gerben van es, avdd
reportage
defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013 5
Dolfijn vuurt torpedo’s af tijdens firing exercise
Collega’s als doelwit LANDSKRONA (Zwe) In de kleine commandocentrale van Zr. Ms. Dolfijn focust de bemanning zich op wat komen gaat. ”Vandaag torpederen we de Evertsen en de Mercuur”, briefte commandant luitenant-ter-zee 1 Pim Hol zo juist zijn bemanning. De opvarenden van de twee oppervlakteschepen hoeven niet te vrezen voor hun leven, het gaat slechts om een oefening. In de Baltische Zee bij Zweden voert de Dolfijn een Torpedo Firing Exercise (TFX) uit. Zr. Ms. Mercuur en Zr. Ms. Evertsen fungeren daarbij als doelschip. “Dit is nou opereren in het hoogste geweldsspectrum”, slaat luitenantter-zee2OC Michiel van Dongen de spijker op de kop. De expert van het Maritime Warfare Centre houdt alles en iedereen in de gaten. Volgt de bemanning de juiste procedures en gebruikt men de beste tactieken? Van Dongen: “Die gegevens verzamelen en analyseren we. Daarna concluderen we of de bemanning en de torpedo gedaan hebben wat zij horen te doen. Ook krijgen we informatie van de oefentorpedo. In plaats van te ontploffen, slaat die alle data op.”
Expres mis
Explosief materiaal ontbreekt en de mannen achter de knoppen schieten voor de zekerheid expres mis. Verder verschilt het lanceren van een oefentorpedo amper van het echte werk. In de commandocentrale van de Dolfijn loopt commandant Hol rondjes langs zijn mensen achter de schermen. Zelf neemt hij regelmatig een kijkje door de periscoop om te bepalen waar zijn beoogde slachtoffers zich bevinden. Zonder zelf door hen gezien te worden, natuurlijk. Daarom mag de periscoop telkens maar een korte tijd boven water, nauwkeurig bijgehouden door een matroos op zijn klokje. Een dek lager, in de boegbuiskamer, prepareren collega’s de Mk 48 draadgeleide torpedo’s voor lancering. Het zes meter lange wapen wordt nauwkeurig geïnspecteerd op beschadigingen en oneffenheden. Secuur werken de mannen in de
boegbuiskamer volgens de procedure. “Uit de langs bakboord boven!’, roept sergeant Lantang door de wapenkamer. Zijn collega’s weten dan dat de torpedo voorwaarts de buis linksboven in gaat. Als de klep achter de torpedo dicht gaat en de luchtdruk is aangesloten, kan het vuren beginnen.
Drukgolf
Het moment van lanceren is aangebroken. Met een simpele druk op de knop stuurt de operator de torpedo richting de Evertsen. Een flinke drukgolf gaat door de gehele onderzeeboot. Stofwolkjes dwarrelen door de commandocentrale. Intussen is de torpedo op zoek naar zijn doel. Als hij dat gevonden heeft, komt hij normaal gesproken vlak daaronder tot ontploffing. Dat levert enorme opwaartse druk op, die het schip door midden moet breken. In de oefensetting schiet de torpedo
zijn doel voorbij, totdat de brandstof op is. Het handige van een oefentorpedo is dat hij na de aanval boven komt drijven, met zijn rode neus omhoog. De kans dat een Nederlandse onderzeeboot daadwerkelijk op een schip zal schieten, is klein. “Maar deze kennis moet je wel onderhouden. Als je dat niet doet, is het veel moeilijker deze vaardigheid terug te brengen”, betoogt Van Dongen. “En een torpedolancering is enorm complex, alleen al vanwege de communicatie. Voor het hele onderzeebootoptreden is deze training hartstikke nuttig.”
Mercuur
Het is vervolgens aan het torpedowerkschip Zr. Ms. Mercuur om het wapen uit het water te vissen. “Als hij eenmaal met behulp van een rubberboot aan boord is van de
Grote foto De oefentorpedo gaat de juiste lanceerbuis in. Linksonder Torpedowerkschip Zr. Ms. Mercuur haalt de torpedo uit het water. Rechtsonder Onderzeeboot Zr. Ms. Dolfijn in de Baltische Zee.
Mercuur maken wij hem helemaal schoon”, vertelt Patrick van Hoepen, gehuld in een wit pak en geel schort. “We halen de brandstofresten, de gassen en andere rommel eruit.” De Mercuur, het enige bovenwaterschip van de Onderzeedienst, is uitgerust om de vier onderzeeboten te ondersteunen bij torpedolanceringen. Het beschikt bijvoorbeeld over een aantal ‘witte ruimtes’, waar met de torpedo’s wordt gewerkt. Ze zijn wit, zodat ieder spatje vuil dat uit de torpedo drupt, opvalt. Na het schoonmaken en het uitlezen van de data, gaat de torpedo het ruim in. Bij het Marinebedrijf in Den Helder maken de specialisten de wapens klaar voor de volgende oefening. Van Hoepen: “Een torpedo is één brok techniek. Prachtig om mee te werken.” || tekst
elnt joost ploegmakers
|| foto’s sm peter van bastelaar
buitenland 6 defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013
“Vanaf take-off is alles tactisch”
C-130 vliegers tactisch getraind in Spanje zaragoza (sp) Een C-130 transportvliegtuig van 336 Squadron heeft met twee bemanningen meegedaan aan de European Air Transport Training
(EATT) in Zaragoza. Tijdens deze tactische training vergden de crews twee weken lang het uiterste van zichzelf en van hun kist. Vlieggebied was boven het dorre Spaanse heuvellandschap. En hoe doe je dat? Tactisch vliegen met een Hercules? Eerst stijg je op van luchtmachtbasis Zaragoza en op vijfhonderd voet aangekomen, zet je koers in zuidelijke richting naar een groot heuvelachtig laagvlieggebied. Daarbij maak je zoveel mogelijk gebruik van de natuurlijke dekking die de heuvels bieden. Tijdens een aantal missies word je ook geconfronteerd met aanvallen van Spaanse F-18’s en moet je met defensieve manoeuvres flink aan de bak, Vervolgens zet je koers naar de dirt strip Ablitas om een tactische nadering uit te voeren. Je zet de landing in op deze korte landingsbaan, waarna je snel, en met draaiende motoren, je lading afzet of oppikt om binnen een paar minuten weer op te stijgen. Vervolgens gaat de vlucht naar De Badenas Range. Je vliegt dan door een gebied waar Spaanse luchtverdedigers je vanaf de grond op de korrel proberen te nemen. Kom je daar ongeschonden doorheen, dan drop je je (gesimuleerde) lading pallets met vracht of parachutisten op de San Gregorio dropzone. Daarna zet je weer koers naar Zaragoza.
‘Het is waardevol dit soort dingen te oefenen’ “In essentie heb je dan alle zaken te pakken die wij hier beoefenen”, zegt majoor Coos Duinhof, commandant van het Nederlandse detachement in Zaragoza. “Voor de bemanning,
twee vliegers, een flight engineer en twee loadmasters is zo’n vlucht twee uur lang keihard werken met de volledige uitrusting aan en de helm op.”
Tactisch vliegen
“Hoewel het een internationale oefening betreft, kun je als deelnemend land in je oefendoelen prio’s aangeven”, gaat Duinhof verder. “Wij leggen dit jaar de nadruk op opereren op een dirtstrip, want die hebben we in Nederland niet. En op tactisch vliegen, oftewel laag bij de grond blijven en zorgen dat je zo onzichtbaar mogelijk bent. Dat hebben wij eigenlijk nooit echt goed beoefend. Ten eerste heb je daarvoor in Nederland niet de ruimte en ten tweede ontbreekt het materieel. Pas sinds begin dit jaar beschikken we over vier kisten. Daarvoor hadden we er maar twee en die werden continu ingezet voor uitzendingen en vluchtopdrachten Herculesvliegers kunnen over het algemeen best wel wat tactische lessen gebruiken, vindt majoor Fred Drenth, als C-130 vlieginstructeur toegevoegd aan de oefenleiding. “Zij zijn toch gewend om de snelste route van A naar B te kiezen, maar die is dus lang niet altijd de veiligste. Een weg moet je bijvoorbeeld altijd in een hoek van 90 graden kruisen. Hoe langer je er parallel aan vliegt, hoe meer kans dat je vanuit een voertuig onder vuur genomen wordt.”
Cargo airdrops
“Het droppen van vracht vanuit de lucht staat bij ons nog in de kinderschoenen”, zegt Duinhof. “Dat hebben we eigenlijk nooit in het echt gedaan.” De crews droppen tijdens de training dan ook regelmatig dummyladingen vanuit de lucht. “Dat gaat belangrijk voor ons worden, omdat het KCT zogenaamde autonome valschermen aanschafte. Deze parachutes maak je vast aan een pallet die je vervolgens vanaf grote hoogte dropt. Met behulp van een GPS systeem stuurt de parachute zichzelf naar de aangewezen plek. Het voordeel hiervan is dat wij onze hoogte en snelheid kunnen aanhouden, zodat de vijand geen idee heeft van wat er gedropt is. Doordat je niet plotseling heel laag gaat vliegen, verraad je dus niet de aanwezigheid van de eigen troepen op de grond Tijdens de EATT oefent de bemanning nog met de conventionele manier van het droppen van cargo. Loadmaster adjudant Bart Kramer: “We zetten de pallet met parachute voor de vlucht op de ramp. Zodra we boven de dropzone zijn, trekt de vlieger het toestel naar boven, wij snijden op dat moment de sjorbanden door waarna de lading het vliegtuig uit rolt en de parachute zich opent.”
Personnel airdrops
Het droppen van parachutisten wordt door de Nederlandse crews
niet beoefend in Spanje en dat heeft te maken met de veiligheid. Kramer: “Als we para’s droppen via een static line moet er in de kist een Towed Paratrooper Retriever System (TPRS) aanwezig zijn. Met dit systeem kunnen we iemand weer aan boord trekken mocht hij per ongeluk aan de lijn blijven hangen. Als je aan de lijn gaat trekken, trek je de parachu-
‘Pas sinds begin dit jaar beschikken we over vier kisten’ tist alleen maar dichter tegen het vliegtuig aan. Het TPRS tilt de parachutist eerst een stuk naar boven waarna wij hem naar binnen trekken. Hiervoor hadden wij altijd een eigen systeem. Daarbij gebruikten we spanbanden die om een spant van het vliegtuig zaten. Dat werkte prima, maar sinds de toestellen zijn gemodificeerd, kunnen we die spanten niet meer gebruiken. Er wordt nu een bestaand systeem aangekocht. Tot die tijd kunnen wij geen parachutisten aan een static line uitwerpen.
Zelfbescherming
Tijdens de EATT zijn Spaanse luchtafweereenheden beschikbaar als sparringpartners voor de vrachttoestellen en ook Spaanse F-18”s zoeken in de lucht naar langzamere transporttoestellen. Op dat moment
zijn flares en stuurmanskunst de enige verdedigingsmiddelen. “Door op het juiste moment uit te wijken en je flares te gebruiken, ben je in een C-130 zeker geen sitting duck”, beweert Duinhof. Tijdens de vorige EATT wisten hij en Drenth een kwartier lang een F-18 van zich af te houden. “In het echt zullen wij natuurlijk zelden als eerste een onveilig gebied binnenvliegen zonder bescherming van fighters. Hoewel je natuurlijk altijd een target of opportunity kunt worden. Stel dat je een tegenstander passeert op weg naar huis die nog wat brandstof en munitie overheeft. Daarom is het waardevol dit soort dingen te oefenen. “
Multifunctioneel
Oefendoelen genoeg dus voor de vrachtvliegers. Majoor Duinhof toont zich dan ook uitermate tevreden met alle mogelijkheden die de European Air Transport Training biedt. “Dit is de tweede keer dat de EATT gehouden wordt en deze oefening komt voor ons precies op het goede moment. We zitten nu wat ruimer in de kisten en dat biedt mogelijkheden om de bemanning meer te laten oefenen. Op die manier kunnen we de C-130 straks veel multifunctioneler inzetten in plaats van alleen maar spullen van A naar B vliegen.” || tekst
Kap Klaas Daane Bolier
|| foto's willem Helfferich
Linksboven Na het vliegen van een missie komt de C-130H Hercules 'Willem den Toom' teruggetaxiet naar het grote platform van Base Aérea de Zaragoza. Midden boven De complete crew wordt voor aanvang van een nieuwe missie gebrieft op de ramp van de 'Willem den Toom'. Rechtsboven Detco en SNR majoor-vlieger Coos Duinhof. Linksonder Mentor majoor-vlieger Fred Drenth. Midden onder Terwijl de bemanning zich in de cockpit klaar maakt, staat op het zonovergoten platform een van de loadmasters gereed om te assisteren bij het opstarten. Rechtsonder Het cargo drop systeem waarbij een parachute de pallet naar buiten trekt.
rubriek
defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013 7
innovatie = onze toekomst De Defensiekrant neemt enkele innovatieve projecten onder de loep. In deze aflevering de autonome valschermen waarmee de Nederlandse special forces zich in de toekomst veilig en precies kunnen laten bevoorraden.
Pientere parachute den haag Laadklep open en lossen. Het klinkt zo eenvoudig. Maar niet als je op een paar kilometer hoogte vliegt in een C-130 Hercules transportvliegtuig. Toch kan het binnenkort wel, dankzij de autonome valschermen.
Autonome valschermen
Aan een ‘static line’ dropt de C-130 zijn lading
Via gps-data stuurt de lading zichzelf naar het doelgebied
1 2 3
1 Parachute De lading landt nabij de ingevoerde coördinaten
2 Stuureenheid 3 Speciaal verpakte lading
Een airdrop: parachute eraan en gaan. Tot zover de theorie. In de praktijk komt bij een bevoorrading door de lucht heel wat meer kijken, vertelt Frank Magazzino, projectleider Autonome Valschermen bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO). “Voor een reguliere airdrop moet je al snel een gebied van een kilometer bij een kilometer afbakenen”, schetst hij. “Prima wanneer je in een groot open en makkelijk toegankelijk vlak gebied zit. Maar special forces opereren bij uitstek in moeilijk terrein.” Maar de terreingesteldheid is slechts één van de ‘uitdagingen’, vertelt
dekaatjes heten de gratis advertenties in de Defensiekrant. De tekst mag niet langer zijn dan veertig woorden en kan alleen schriftelijk of per e-mail worden ingediend. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud, noch voor de gevolgen van de plaatsing. Graag 'Dekaatje’ vermelden. Dekaatjes kunnen worden ingestuurd naar
[email protected], ovv naam,
kapitein André, commandant van de Defensie Paraschool (DPS). “Neem onze missies in Afghanistan. Vijandelijke strijders en geïmproviseerde explosieven beperken natuurlijk je bewegingsvrijheid op de grond.” Daarnaast spelen speciale operaties zich primair af onder de radar, legt de commando uit. “Heimelijke operatie? Dan wil je ook heimelijke ondersteuning. Je kunt niet even laag over komen vliegen met een transportvliegtuig om voorraden te droppen, want dan weet iedereen dat daar een operatie aan de gang is.”
adres, woonplaats eventueel telefoonnummer, onderdeel en registratienummer. Let op: de Defensiekrant wordt iedere week ook op internet gepubliceerd.
Reünie
Hupje
Voor de DPS verwerft de DMO daarom twee typen autonome valschermen van het Amerikaanse Airborne Systems: de Microfly en de Firefly. De Microfly is geschikt voor het droppen van kleine ladingen, tot zo’n 250 kilo. De Firefly kan tot zo’n 1000 kilo veilig aan de grond zetten. Het pientere van deze parachutes zit hem in de controlbox, een sturingscomputer ter grootte van een desktop-pc. Via gps-data stuurt deze de vracht naar de vooraf geprogrammeerde locatie. Een x- en een y-coördinaat, een hoogte en een windmodel, dat is al wat het systeem
Frederikkazerne te Den Haag. In 2003/ 2005 was een klein det. Ned. (onder) officieren toegevoegd aan de staf van de MNDCS in Al Hillah/Babylon. Deze zijn dus meer dan welkom. Kosten incl. barbecue en vrij gebruik bar € 30,- p.p. Opgave uiterlijk 9 sept. Inf.
[email protected]
De reünie "Multinational Division Central South" (2003-2005 Irak) wordt dit jaar in Nederland gehouden op 20 september van 18.00 - 24.00 uur in de
Regiment Huzaren van Boreel houdt ter gelegenheid van haar 200ste verjaardag een grootse reünie op zaterdag
nodig heeft om zijn weg te vinden. In de val vanuit het vrachtruim opent direct de stabilisatieparachute. Daarna ontplooit ook de hoofdparachute. Bij de Microfly beslaat deze een oppervlak van ruim 33 vierkante meter. Voor de Firefly is deze bijna 100 vierkante meter. Het parachutesysteem corrigeert zijn positie aan de hand van de gps-satellietlink. Met katrollen bedient de controlbox de stuurlijnen van de parachute. Magazzino: “Zodoende kunnen we de lading dichtbij het het doel afleveren, tot op 100 meter nauwkeurig. Het systeem maakt
21 september op de Bernhardkazerne, Amersfoort. Ontvangst vanaf 09:00 uur, Regimentsappèl om 11:00 uur en aansl. lunch, ontmoeten en vieren. Opgave s.v.p. voor 15 aug, kosten € 15,- p.p. Zie www. huzarenvanboreel.nl.
Op vrijdag 11 oktober is de jaarlijkse reünie voor ex-hofmeesters, -botteliers, -koks en -LDV pers. en actief dienend: de HoBoKo reünie. Loc.: Marine Etabl.
zelfs een ‘hupje’ zodat het pakketje niet te hardhandig landt.” De special forces zien ernaar uit om in 2014 met het systeem te gaan werken, geeft kapitein André aan. “Deze autonome valschermen zijn essentieel voor toekomstige missies. Herbevoorrading is cruciaal voor onze operaties. We kunnen nu ruim een week autonoom werken. Dankzij deze systemen rekken we dat op naar weken of zo nodig zelfs maanden.” || tekst
ingmar kooman
|| infographic mieke deurloo, avdd
A’dam. Ontvangst 10:00, einde 16:00 uur. Verzoek i.v.m. kostenbesp. uw mailadres te sturen aan
[email protected]. Opgave voor 27 augustus d.o.v. € 18.50 op giro 3220274 t.n.v. C. de Boon, OVV. HoBoKo, naam, adres, kenteken auto. Info: 072 5717025 of 033 8886763 of
[email protected]
binnenland 8 defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013
Marinedagen en Sail Den Helder trekken 330.000 bezoekers
Maritiem megafestijn met koninklijk tintje den helder Het gecombineerde, maritieme feestje Sail Den Helder/Marinedagen heeft van afgelopen donderdag tot en met zondag in totaal 330.000
mensen naar de havens van de Marinestad gelokt. Ondanks het overwegend slechte weer genoten zeer vele bezoekers van machtige, oude zeilschepen, moderne marineschepen en tal van demonstraties in de lucht, op het water en op het land. Hoewel verschillend van karakter, was de achterliggende gedachte van Sail Den Helder en de Marinedagen gelijk: mensen tonen wat het leven en werken op de woelige baren zo mooi maakte en maakt. Onbetwist hoogtepunt van Sail Den Helder/
Marinedagen vormde het bezoek van Zijne Majesteit koning WillemAlexander op donderdag. De vorst nam op de rede van Den Helder de Reversed Fleet Review af en landde even later ‘amfibisch’ in de marinehaven. Hier werd hij dolenthousiast
begroet door zo’n 30.000 marinemensen en oudgedienden die hier, mét de koning, hun Saamhorigheidsdag kwamen vieren. Buiten de marinehaven vergaapten mensen zich aan nog meer oude
zeilschepen en smulden zij, net als de bezoekende bemanningen, van optredens en van de geweldige sfeer die in de stad hing. Het spektakel kwam tot een passend einde met een Sail Out, waarbij de eerste tall ships weer het ruime sop kozen.
Ondanks het mindere weer kijkt de organisatie van Sail Den Helder en de Marinedagen terug op een zeer geslaagd festijn. || tekst LTZSD
|| foto's avdd
2OC Joost Margés
binnenland
defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013 9
Luchtmachtdagen trekken 220.000 bezoekers
Eeuwfeest op Volkel nijmegen Het Commando Luchtstrijdkrachten staat er al het hele jaar bij stil: honderd jaar militaire luchtvaart en zestig jaar Koninklijke Luchtmacht.
Op 14 en 15 juni kon het Nederlandse – en buitenlandse – publiek dit in groten getale meevieren. En dat deed ze: met zeventigduizend bezoekers op de vrijdag en honderdvijftigduizend op de zaterdag. Op beide dagen bleef tot zelfs ver in de middag de stroom bezoekers richting de vliegbasis Volkel komen.
Voor alle belangstellenden, onder wie ook reserve-kolonel Pieter van Vollenhoven en astronaut en oud- luchtmachtmilitair André Kuipers was er genoeg te zien, zowel in de lucht als op de grond. Diverse vakgebieden van de luchtmacht en de andere krijgsmachtdelen presenteerden zich op het tentoonstellingsterrein. Vooral het future-plein, waar de mogelijke toekomst van de luchtmacht was verbeeld, trok veel belangstelling. Hier presenteerde onder meer fabrikant General
Atomics zich met een RQ-9 Reaper, een voorbeeld van een onbemand vliegtuig waarmee de luchtmacht in de toekomst kan gaan vliegen. Voor de wat actievere (jonge) bezoeker ook genoeg uitdagingen op het gebied van sport of schminken in camouflagekleuren.
Vliegende Hollander
Dé trekker van het tweedaagse evenement was evenwel de static- en de vliegshow. Voor de gemiddelde bezoeker waren de vier internationale demonstratieteams favoriet:
la Patrouille de Franse, the Red Arrows, Patrouille Suisse en Frecce Tricolori. Dit Italiaanse team staat bovendien onder commando van een “halve” Nederlander. Maggiore Jan Slangen heeft een Nederlandse vader en Italiaanse moeder. “Ik ben geboren en opgegroeid in Rome, maar mijn collega’s noemen me nog altijd Olandese Volante”, de Vliegende Hollander.
Historie
De fervente luchtvaartliefhebber haalde zijn of haar hart op bij het
voorvliegen van twee Sukhoi Su-22’s, Mirage 2000’s of de Saab Viggen. Deze was midden jaren zeventig nog kandidaat om de F-104G bij de Koninklijke Luchtmacht te vervangen. De Viggen is inmiddels niet meer in operationele dienst. De keuze voor de F-16 destijds was dus een zeer goede. De F-104 was zelf ook aanwezig, zij het niet vliegend, maar als exemplaar van de Historische Vliegtuigen Volkel op de staticshow. Ook de nog oudere historie werd niet vergeten met toestellen als de
DeHavilland Dominie, Avro Anson en natuurlijk twee iconen uit de Tweede Wereldoorlog, de Spitfire en B-25 Mitchell van de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht. Zonder verleden immers geen heden, maar ook geen toekomst. Volgend jaar zijn de Luchtmachtdagen op de Vliegbasis Gilze-Rijen op 20 en 21 juni. || tekst arno
marchand
|| foto's avdd
binnenland 10 defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013
Boven Een Zuidlandse bezetter houdt zich van de domme. Rechtsboven Ook het plaatselijke café fungeerde als oefendecor. Rechtsonder De deelnemers rapporteren alle vergaarde informatie over het missiegebied en de bevolking in de database 3D ARTS.
1CIMIC bataljon oefent gespreks-, analyse- en adviesvaardigheden
“Wie is hier nou niet te vertrouwen?” nijmegen “Waar de voedselvoorraden liggen? Dat gaat jullie niets aan”, roept de burgervader gestrest. Zijn stad werd gisteren per ongeluk gebombardeerd door de Amerikanen, die nu hulp aanbieden. Heeft de burgemeester het beste voor met zijn Nijmeegse burgers of is hij belust op eigen voordeel? In het oefenscenario stellen de specialisten van het Netwerk Civil Administration van 1CIMIC bataljon alles in het werk om daar achter te komen.
“CIMIC-medewerkers zijn bruggenbouwers tussen burgers en militairen”, legt scenarioschrijver kapitein Wim Linders uit. “Ze verzamelen informatie over wat er met het land en zijn inwoners aan de hand is door met sleutelfiguren uit de samenleving te praten. Ze analyseren gegevens en adviseren vervolgens de commandant over de te nemen acties.” En dat is in het kort waar het in de oefening ‘Walcheren Market Garden’, gebaseerd op Market Garden, om draait. “De Defensiespecialisten moeten vooral goed kijken, luisteren en hun boerenverstand gebruiken. In tijden van crisis spreekt niet iedereen de waarheid.”
In puin
Tussen de dagjesmensen trekken zes groepjes van zes militairen op donderdag 3 juni door de historische binnenstad van Nijmegen. Op zoek naar sleutelfiguren die verscholen zitten in smalle pittoreske straatjes, een café en het gemeentehuis. In hun hoofd ligt de stad in puin. Doden en gewonden, plunderingen, verwoeste infrastructuur en ziektes die op de loer liggen door kapotte riolering. Die beeldbeschrijving kregen de reservisten van de oefenleiding op een briefje mee. Wat heeft de bevolking nu het hard-
ste nodig? Wie kan daarbij helpen? “We proberen een relatie aan te gaan met de mensen die we spreken en ons mogelijk kunnen helpen”, zegt oefendeelnemer majoor Bart van Leeuwen. “Tegelijkertijd proberen we informatie los te trekken.” “Goed observeren is daarbij net zo belangrijk”, vult collega majoor Hirschel Hessel aan. “In de roleplay met de burgemeester zagen wij een gehaaste en gestreste man. Hij leek zijn verantwoordelijkheid te willen nemen, maar was ook wantrouwig en gaf ons amper informatie.”
Krijgsgevangene
Verderop vinden de reserveofficieren een Zuidlandse officier in een oud-Duits parachutistenuniform op een bankje naast de kerk. “Ik houd me van de domme, tenzij ze doorvragen,” zegt scenarioschrijver Linders die tevens de Zuidlander speelt. “Dag meneer, mogen we u iets vragen?”, “Wie bitte?”. De militairen gaan doortastend te werk. De antwoorden op het vragenvuur, de opmerkelijke kleding en het gegeven dat de officier als verdachte van smokkel gemeld staat, zijn reden genoeg de man krijgsgevangene te maken. Zonder protest gehoorzaamt hij. De CIMIC-reservisten spreken later nog een arts, een
microbioloog, medewerkers van de plaatselijke energie-maatschappij, een ingenieur van de spoorwegen en een Nederlandse militair in krijgsgevangenschap.
Weetjes
Aan het einde van de dag verwerken de CIMIC’ers de vergaarde informatie in het relatief nieuwe databaseprogramma 3D ARTS. De 3D’s van Defense, Diplomacy en Development (3D), ARTS staat voor Analysis, Reports, Topics en Scenario’s. “De missie-info blijft gestructureerd bewaard en is, doordat het valt aan te vullen, vollediger en actueler dan de huidige papieren dossiers”, somt voltijd projectofficier kapitein Martin Leeuwerink op. Het twee jaar oude softwareprogramma is nog volop in ontwikkeling. Foto’s, gespreksverslagen, een analyse van de lokale politiek en economie, maar ook weetjes als de diepte en breedte van rivieren kunnen gebruikers overzichtelijk invoeren en raadplegen. Door autorisatie is zelfs interdepartementale samenwerking en actualisatie van het systeem mogelijk.
Proeven
De oefendeelnemers werken voor het eerst met de digitale database. Ritmeester René Dekker vindt het
een verademing: “Voorheen zaten we met dikke dossiers, waarin je je helemaal gek zocht naar de benodigde informatie. Nu staat alles overzichtelijk opgeslagen. Verschillende gesprekken met een organisatie of persoon kun je nu heel gemakkelijk achter elkaar zetten. Het is een redelijk recht-toe-recht-aanprogramma dat je snel onder de knie hebt. Nu ik eenmaal aan dit systeem geproefd heb, wil ik niet zonder op missie.”
verschillende groepen hun bevindingen en advies aan de commandant. En de burgemeester? Die bleek, behalve dat hij daadwerkelijk opkwam voor zijn inwoners, een handeltje te hebben met de Zuidlandse officier. De acteur evalueert: “Jullie bombarderen mijn stad en komen de dag erna doodleuk hulp aanbieden. Het is niet gek dat ik dan mijn hakken in het zand zet. Wie is hier nou niet te vertrouwen?”
verschillende groepen
|| tekst jopke
Na een lange avond gegevens invoeren en analyseren, presenteren de
rozenberg-van
|| lisdonk || foto's kpl rob van eerden, avdd
Wat doet 1CIMIC netwerk Civil Administration? Het netwerk Civil Administration van 1 Civil Military Cooperation (1CIMIC) bataljon bestaat uit veertig reserveofficieren van alle krijgsmachtdelen. Deze reservisten bezitten gespecialiseerde kennis op het gebied van openbaar bestuur, overheid, politie, justitie en (overheids) communicatie. In het dagelijks leven werken zij onder andere als bestuurskundige of jurist. Hun taken lopen uiteen van het vergroten van de politieke stabiliteit en het bevorderen van de sociaal-economische ontwikkeling tot het herstellen van de noodzakelijke infrastructuur in een missiegebied. Doel is de lokale bevolking weer snel zelfredzaam te maken. Defensie deed regelmatig een beroep op de specialisten tijdens missies in onder meer Afghanistan, Bosnië en Irak. Ook bij de huidige missie in het Noord-Afghaanse Kunduz worden reservisten voor dit netwerk ingezet.
reportage
defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013 11
Franse techniek staat voor oefenen als in het echt
Vuur na aan de schenen van CV90-simulator amersfoort Vijf CV90-voertuigen staan gebroederlijk naast elkaar op de betonnen vloer in het Tactis-gebouw op de Bernhardkazerne. Zo’n drie
maanden geleden werden ze naar binnen gereden. Niet op eigen kracht, want het gaat om de simulatorvariant van het pantserrupsvoertuig. Het complete simulatiesysteem wordt het vuur na aan de schenen gelegd, voordat de landmacht daadwerkelijk tot overname overgaat. “Deze lui geven we even een Panzerfaust”, zegt opperwachtmeester Tarkan Türkcan in de controleruimte. Met een druk op de knop beschikt een van simulatie-CV90’s ineens over het antitankwapen. Samen met collega adjudant Jan Keus geeft hij leiding aan een tactische oefening van een infanteriepeloton uit Oirschot. Natuurlijk is de uitvoering van de oefening belangrijk, maar de aandacht gaat vooral uit naar het geavanceerde computersysteem waarop de simulatoren draaien. Een legertje Franse techneuten van fabrikant Thales loopt rond om de laatste fouten die boven water komen direct op te lossen. “Wij drijven het systeem tot het uiterste”, legt Türkcan uit. “Het systeem is gekocht, maar nog niet betaald. Voordat we de rekening betalen, willen we dat er zo veel mogelijk fouten uit zijn.” Het systeem krijgt het dus flink te verduren en laat het hier en daar afweten. Wanneer het peloton van vier CV90’s wil vertrekken voor de operatie, weigert het ‘voertuig’ van de alfa-groep. De Franse techneuten trachten het defect nog te verhelpen, zonder resultaat. De oplossing voor de korte termijn is eenvoudig: de voertuigbemanning stapt uit de defecte simulator en neemt plaats in een andere. De simulator van de
CV90 is een ‘gedrieëndeelde’ versie van het voertuig; het bestaat uit drie losse compartimenten. De bestuurder, de boordschutter en de commandant hebben ieder een eigen ruimte. Net als in een echt voertuig. Onderlinge communicatie tussen de bemanningsleden vindt plaats via de interne radio. Ook dat is zoals de werkelijkheid.
Door computers geschapen
Een van de krachten van de simulator komt voor de dag tijdens het opstarten van de virtuele voertuigen. “Het is belangrijk om bij het werken met de CV90 de procedures te volgen. Dat is hier goed te oefenen”, zegt majoor Chris Lukose, commandant van de Instandhoudinggroep Tactis. “De boordschutter moet bijvoorbeeld de juiste stappen doorlopen voordat hij kan vuren. In het echt is het enige controlemiddel of iemand een treffer heeft of niet. Met dit systeem kunnen de instructeurs ook zien of de schutter de juiste procedure doorliep. Ander groot voordeel is dat een instructeur een hele groep militairen tegelijk kan opleiden in plaats van één tegelijk. Dat met behulp van een echt voertuig.” Terwijl de bemanning van de dienstweigerende simulator overstapt, zijn de drie functionerende voertuigen alvast begonnen aan hun actie in de
virtuele wereld. Even later sluit de groep van de defecte simulator aan en rijden de vier voertuigen door het door computers geschapen landschap. Onderweg naar hun doel, is het de bedoeling dat een Russisch pantservoertuig het vuur opent op de colonne. Dat doet de BMP-2 door een systeemfout echter niet. Opperwachtmeester Türkcan maakt er een notitie van in zijn laptop. Daarin komen alle fouten, waarvoor de Franse knappe koppen een oplossing voor mogen bedenken.
Kostenbesparing
De simulator is voor tactische training bij uitstek geschikt, maar ook voor de initiële opleiding. Ergens tegenaan rijden, levert namelijk geen schade op. Ook kun je alle dertien in Tactis aanwezige CV90-simulatoren aan elkaar koppelen, waardoor tot op compagniesniveau oefenen mogelijk is. De voordelen wat betreft training van de eenheden zijn groot. Lukose: “We kunnen scenario’s afstemmen op een eenheid en hun specifieke situatie. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om na een evaluatie direct terug te ‘springen’ naar een deel van een scenario en de uitvoering zonder tijdsverlies direct te herhalen.” De aanzienlijke investering van 38 miljoen euro in de simulatoren
TACTIS Tactis maakt deel uit van het SIMCEN Land, een overkoepelende organisatie met daarbij middelen zoals de CST (Command Staff Trainer), MCTC (Mobile Combat Training Centre) en de afdeling Serious Games met Virtual Battle Space 2 en Steelbeast. Op de Bernhardkazerne in Amersfoort staan dertien CV90-simulatoren. Vijf staan er vast, acht in mobiele containers. De laatste categorie kan binnen een uur klaarstaan voor transport naar bijvoorbeeld andere kazernes in Nederland. Ook kunnen de mobiele varianten gebruikt worden om ‘in te dribbelen’ voor een oefening. Dat kan dichtbij het oefenterrein gebeuren. Tactis draait op 7500 computers en de nodige software. Die bestaat uit (voor de mensen die er verstand van hebben), tien miljoen coderegels. Aanwezig zijn simulatoren voor de CV90, zijn voorganger de YPR en universele machines. Naar gelang de operatie kunnen die de identiteit van voertuigen als de Fennek, de wiellaadschop, de YPR cargo (vracht) aannemen. Ook uitgestegen personeel kan worden nagebootst. Dat alles om het scenario voor de oefenende eenheden zo echt mogelijk te maken.
moet uiteindelijk geld opleveren. Lukose: “Oefenterreinen, brandstof, transportkosten, afschrijving, schade: al die kostenposten hebben we met Tactis niet.” Opvolgend pelotonscommandant sergeant1 Joey Roossien van 17 Infanteriebataljon Garde Fuseliers ‘Prinses Irene’ uit Oirschot werkt voor de eerste keer met de CV90simulator. “Het benadert de realiteit en ik zie duidelijk de voordelen.
Verbeterpunten zijn er ook. Zo heeft het systeem er moeite mee dat ik met mijn linkeroog kijk. Dan denkt hij dat ik continu met warmtebeeld kijk.” Heeft de sergeant na een week in de simulator de drang om in een echt voertuig te stappen? “Daarin heb ik altijd zin.”
|| tekst elnt joost ploegmakers || foto's adj eric vorstenbosch, || avdd
Linksboven Een boordschutter neemt plaats in de simulator. Rechtsboven Acties worden gemonitord en aangestuurd vanuit de contolekamers. Linksonder Wie ziet waar? Rechtsonder In het linker compartiment zit de bestuurder, in het midden de commandant. Rechts de boordschutter.
en verder
12 defensiekrant nr 14 – 27 juni 2013
Chauffeur minister na 35 jaar weg bij Defensie
Wim Constant geeft stuur uit handen den haag Een minister, rokend in een tweedehands Opel en een chauffeur die in een onbekende stad de weg moest vragen. Kom er nog maar eens om in deze tijd van antiroken, dienstvoertuigen en niet meer weg te denken satellietnavigatie. Wim Constant, de vaste bestuurder van de laatste negen ministers van Defensie, heeft het in de afgelopen 35 jaar allemaal zien veranderen. Vorige week maakte hij na ruim één miljoen dienstkilometers zijn laatste rit in functie: met minister Jeanine Hennis-Plasschaert naar de Open Dagen van de Koninklijke Luchtmacht. van een voertuig, maar meer een persoonlijk assistent en zelfs beveiliger.
Hulpmiddel
Dat Constant het tot chauffeur van een keur aan topambtenaren en ministers bij Defensie heeft gebracht, is zoals vaker louter toeval. De jonge Wim, van 27 juli 1948, had na school een paar maanden niets te doen in afwachting van zijn opleiding tot machinist op de scheepvaart. “Ik mocht komen werken in het tegelzetbedrijf van een neef. En die werkte weer voor de Rijksoverheid.” Zo was het vakwerk van de Hagenees geruime tijd te bewonderen in de toiletten in het A-gebouw. De schafttijd bracht hij in die dagen door aan een lange tafel waar ook de chauffeurs van Defensie hun boterhammetje aten of een krantje zaten te
lezen. De mooie verhalen over allerhande ritten zorgden ervoor dat Constant de scheepvaart, nog voor hij de haven was uitgevaren, al vaarwel zei. “Bij de eerste de beste vacature hapte ik toe.” Zo werd hij in 1979, de vaste chauffeur van de directeur financiën en latere minister van Defensie Pieter de Geus. “In een tweedehands Opel, zo ging dat toen.”
Snelle hap
PvdA-minister wijlen Relus ter Beek was de eerste bewindsman die Constant als vaste chauffeur diende. Een stevige roker en liefhebber van een snelle snack op weg naar zijn huis in het verre Coevorden. “Wereldvent. We zijn heel wat keren
gestopt bij die grote hamburgerketen. Ik kocht altijd één pakje sigaretten voor hem en daar moest hij dan een tijd mee doen van mij. Anders was het einde zoek.” Veel meer geheimen over de ministers die hij heeft gereden, laat Wim niet los. Het horen- zien- enzwijgen-principe is en blijft hem heilig. “Met allen heb ik een goede band gehad en het is altijd heel plezierig werken geweest bij Defensie. Ook heeft niemand zich ooit bemoeid met de wijze waarop ik deze baan heb ingevuld. Dus zal ik ook wel wat goeds hebben gedaan.” De tijden zijn in de bijna 35 jaar dat Constant achter het stuur zat, behoorlijk veranderd. De chauffeur is niet meer alleen een bestuurder
Eind jaren ’70 deden de ‘piepers’ (semafoon) hun intrede, waarmee de bewindspersoon kon worden opgeroepen. “Dan moest je elke keer als dat ding afging een telefooncel zoeken, want er was spoed bij.” Het is voor de huidige gsmgeneratie niet meer voor te stellen. Net als rijden zonder navigatie. “Ik vind dat ook de chauffeur van vandaag dat moet kunnen, de tom-tom is een hulpmiddel, maar mag nooit leidend zijn. Ook jonge bestuurders raad ik aan: als je voor het eerst ergens moet zijn, verken de route.” Die routine kwam Wim Constant eenmaal bijna duur te staan. “Ik ben natuurlijk veel in Brussel geweest en ken de weg daar op mijn duimpje. Een paar jaar geleden moest ik minister Van Middelkoop van zijn hotel naar de Nederlandse ambassade brengen. Een ritje van niks, hoogstens vijf minuten. Blijkt opeens alles afgezet vanwege een marathon. Er was echt met geen mogelijkheid te komen. Uiteindelijk is de minister dus gaan lopen en dat loste hij naderhand met een grap op, hoor. Ik heb nooit één boze blik gekregen.” Halverwege de jaren de jaren ’80 kwam de beveiliging erbij. “We kregen les van die jongens van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten. Dat begon heel eenvoudig, maar het hoort nu echt bij het vak. Constant kan putten uit een rijk scenario aan anecdotes. De lekker-
Minister Hennis-Plasschaert is de negende en laatste minister die door Wim Constant is gereden. Ze ziet hem met lede ogen gaan. "Ik vind het heel jammer nu al afscheid te moeten nemen van één van mijn beste medewerkers. Zoveel ervaring, zoveel anekdotes, maar vooral altijd goed gehumeurd, op tijd en door hem veilig weer thuis. Ik zal hem missen!"
nijen die hij en de motorrijders van de marechaussee altijd kregen van de echtgenote van minister Voorhoeve, de punctualiteit van Henk Kamp. “Als je het met hokjesgeest bekijkt, heb ik in ruim twintig jaar van geitenwollensok tot panty vervoerd.”
opa
Typerend is dat Constant in al zijn verhalen een bijrol wil spelen. Nooit op de voorgrond. Zelfs niet in zijn dagen als redelijk talentrijke ijshockeyer bij Raak IJshockey/HIJS, waarin hij vaker de aangever was dan zelf scoorde. Van zowel zijn werk als de sport heeft hij enorm genoten. “Ik ben geen dag met tegenzin in de auto gestapt, maar niemand hoeft bang te zijn dat ik me vanaf volgende week ga vervelen. De kleinkinderen, de sport. Opa gaat echt wel lekker op pad.”
|| tekst evert
brouwer
|| foto ltz2 oc joost margés
F-16 maakt 3 miljoenste foto boven Afghanistan kunduz De Nederlandse Air Task Force (ATF) heeft boven Afghanistan de drie miljoenste opname genomen met het fotoverkenningsysteem RecceLite. Dagelijks maakt het luchtmachtdetachement tienduizenden foto’s. Die worden vooral gebruikt bij routeverkenningen en het opsporen van geïmproviseerde explosieven. Commandant ATF luitenant-kolonel Marcel van Egmond is er trots op dat Nederland op die manier een
bijdrage levert aan de veiligheid van ISAF-militairen op de grond. Ons land beschikt als enige coalitiepartner in het noorden van Afghanistan over RecceLite. De ATF levert naast fotoverkenning ook close air support. ISAF-partners
verzoeken de luchtmacht regelmatig om deze bijstand. Nederlandse F-16’s opereren sinds 2002 in Afghanistan.
Nederland
Boven Nederland bewijst Reccelite eveneens zijn nut. Zo werden op verzoek van de waterschappen opnames genomen van dijken in verband met hoge waterstand. Tevens schieten F-16’s te hulp bij zoeken naar vermiste personen.
COLOFON De Defensiekrant is een tweewekelijkse uitgave van de Directie Communicatie van het Ministerie van Defensie, bestemd voor het gehele Defensiepersoneel OPLAGE 30.000 HOOFDREDACTEUR Martin Zijlstra EINDREDACTEUR André Twigt (070 - 318 69 87) BEZOEKADRES Kalvermarkt 32, Den Haag. Post kunt u sturen naar Dienstencentrum Defensiemedia POSTADRES Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC 58L E-MAIL
[email protected] DEFENSIESITE www.defensie. nl REDACTIESECRETARIAAT EN ADMINISTRATIE Marianne Beck-Bergshoeff TELEFOON (070) - 318 83 26, via het militaire net: 501, tst. 88326. ABONNEMENTEN Per jaar €13,61. Voor het buitenland €15,88. Particuliere abonnees kunnen zich opgeven bij: Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, telefoon 0900 - 226 52 63 of via www.aboland.nl. In het geval van een dienstabonnement, opgave schriftelijk bij administratie Defensiekrant. ADRESWIJZIGING Het verdient aanbeveling adreswijzigingen vroegtijdig en uitsluitend schriftelijk op te geven; het duurt enkele weken voor het nieuwe adres in het verzendbestand is opgenomen. LAYOUT Grafische Dienst, AVDD Den Haag DRUK OBT bv, Den Haag. De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken.