defensiekrant
nummer 10 3 mei 2013
4
Nationaal Saluut
8
Dapperheidsonderscheidingen
1o
11
Militaire bijstand ontgaat niemand tijdens troonswisseling
Een dag om nooit te vergeten amsterdam Manchetknopen blinken, schoenen zijn gepoetst en de gezichten staan strak. Duizenden militairen van alle krijgsmachtdelen waren in touw om de troonswisseling tot een onvergetelijk succes te maken. Defensie is zichtbaar, maar ook onzichtbaar in de hoofdstad aanwezig. Een terugblik op een etmaal historie. Het draait maar om één ding: een stijlvolle en waardige ceremonie neerzetten. Op en boven het IJ, bij en in het Koninklijk Paleis en de Nieuw Kerk op de Dam ; het militair ceremonieel is vol kleur, vol vaart, soms heel luidruchtig. En niemand die het ontgaat. De massale inzet van landmacht, luchtmacht, marine en vooral marechaussee geeft de dag cachet en toont de verbondenheid met het Koninklijk Huis. Die band bestaat al eeuwen. Voor de uitvoering van de troonswisseling wordt het draaiboek van 1980, de inhuldiging van Beatrix, uit de kast getrokken. Dit slechts twaalf pagina’s tellend document is achterhaald en behoeft aanpassing. Ten slotte heeft het nieuwe koningspaar de nodige wensen en ook de veiligheidsmaatregelen moeten op de schop. Met 'Apeldoorn’ en de Damschreeuwer in het achterhoofd is dat niet zo vreemd.
Kloppen
Op het Marine Etablissement Amsterdam (MEA), steunpunt in de militaire operatie, staat alles in het teken van de veiligheid. “Neem de sluizen die we hier op het terrein hebben ingericht”, vertelt algemeen regelingsofficier kolonel
Maurice Bastin. “Elke militair gaat door een scan voordat hij met een ‘schone’ bus via een beveiligde route naar de Dam mag. Maar niet voordat de deelnemers in ceremonieel tenue zijn gestoken. Kortom het is een megaoperatie.” Vanuit het Militair Actie Centrum, bemenst door zowel reserve als beroepsofficieren van 11 Luchtmobiele Brigade, ziet Bastin toe op een goed verloop van de inzet. “Het kan alleen maar honderd procent kloppen. Je krijgt maar één kans.” Hij kan het weten. Als cadetkorporaal stond Bastin 33 jaar geleden zelf voor Beatrix in de erehaag. “Zie het als een enorme eer dat je erbij mag zijn. Het is once in a lifetime.” Defensie draagt niet alleen bij aan het ceremonieel. Achter de schermen (in Amsterdam en daarbuiten) draaien militairen eveneens overuren. Afsluiting van het IJ met pontons, brandstofdistributie voor politievaartuigen, geneeskundige en verbindingstechnische ondersteuning, bewaking van het luchtruim en duikassistentie. Bastin: “Het zijn slechts enkele voorbeelden.” Commandant Militaire Middelen luitenant-kolonel Geert Nouwens: “Al onze inzet is vraag-georiënteerd. Wij
zijn ondersteunend aan de civiele autoriteiten en staan wat dat betreft onder civiel gezag. Voor ons is dit een operatie als alle anderen, maar wel één met een bijzonder oranje tintje.”
Lees meer over de militaire bijstand op pagina’s 6 en 7.
|| tekst kap
marlous de ridder
Frisian Flag: generale repetitie
Een mooi initiatief van het MRC
Dapperen gedecoreerd breda
Voor hun ‘moedig en beleidvol’ optreden in de Afghaanse provincie Uruzgan zijn vijf commando’s en drie mariniers op 17 april onderscheiden. Op het Kasteel van Breda decoreerde minister Jeanine Hennis-Plasschaert de dapperen: zes van hen kregen een Bronzen Kruis, twee een Kruis van Verdienste.
“Wie een dapperheidsonderscheiding krijgt, heeft iets uitzonderlijks gepresteerd”, sprak de minister. “Hij of zij heeft het verschil gemaakt. Op een cruciaal moment ingegrepen. Een daad van moed verricht. Maar voor de militairen die het betreft, is dat zelden het hele verhaal”, zo hield de bewindsvrouwe het besloten gezelschap voor. Zes operators ontvingen hun onderscheiding namelijk voor de gevechtsactie in 2009 waarbij korporaal Kevin van de Rijdt sneuvelde. Een medaille dus met een “dubbel gevoel”, realiseerde ze zich. Eén marinier en een commando kregen hun onderscheiding voor hun moedig optreden na twee afzonderlijke zelfmoordaanslagen. Daarbij sprongen ze met gevaar voor eigen leven in de bres voor Nederlandse en Afghaanse collega’s. Minister Hennis: “Hier staan acht Nederlandse militairen die deden wat zij zelf heel gewoon vonden. Ik zie acht Nederlandse militairen die met gevaar voor eigen leven deden wat nodig was voor hun kameraden, hun Afghaanse collega’s, de Afghaanse bevolking en de Nederlandse missie in Afghanistan.”
binnenland 2 defensiekrant nr 10 – 2 mei 2013
binnenland
defensiekrant nr 10 – 2 mei 2013 3
nationaal saluut 4 defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013
nationaal saluut
defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013 5
militaire inzet 6 defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013
‘Er mag niets misgaan, want de hele wereld kijkt mee’
De berichtgeving over 30 april werd verzorgd door kap Marlous de Ridder, Arno Marchand, elnt Wouter Helders en tlnt Johanna van Waardenberg van het Dienstencentrum Defensiemedia. Voor de fotografie tekenden sm Gerben van Es, sm Sjoerd Hilckmann, sgt Eva Klijn en Peter Bijpost van de Audiovisuele Dienst Defensie alsmede ANP/RVD, 101 CisBat en Hr.Ms. Amsterdam.
Militaire aandacht voor troonswisseling in missiegebieden Koninginnedag en de troonswisseling gaan ook in de missiegebieden niet onopgemerkt voorbij. Er zijn bijzondere vlaggenparades in onder meer Turkije en Afghanistan en een driewerf hoezee bij Somalië. In het NoordAfghaanse Mazar-e-Sharif, waar vier F-16's en ongeveer 120 militairen zijn gestationeerd, verwelkomt men de nieuwe koning ook. Verder is er in Kunduz, waar de politietrainingsmissie nog enkele maanden loopt, op gepaste wijze aandacht voor het nieuwe koningspaar en de terugtredende vorstin. In de Afghaanse hoofdstad Kabul vieren Nederlandse militairen, politiemensen, burgers en een groot aantal internationale collega´s van de International Security Assistance Force (ISAF) gezamenlijk Koninginnedag. Met een officiële vlagceremonie toont de Nederlandse gemeenschap de verbondenheid met het Koninklijk Huis. In Turkije hijsen de mannen van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando onder begeleiding van het Wilhelmus de Nederlandse driekleur met wimpel. Commandant kolonel Marcel Buis staat voor de abdicatie stil bij de verbondenheid van Defensie met het Koningshuis. Na de vlaggenparade volgt een heildronk.
“Onvoorwaardelijke steun, dat hebben we tijdens de troonswisseling laten zien. Aan het Koningshuis en de Nederlandse burger. Of het nu om het militair ceremonieel, de pontons op het IJ of beveiliging gaat; iedereen heeft bijgedragen aan een waardig en veilig verloop van de ceremonie. Het zag er gewoon strak uit. En daar ben ik trots op. Er mag niets misgaan, want de hele wereld kijkt mee. In 1980 zat ik als tweedejaars cadet op de KMA voor de televisie naar de troonswisseling te kijken. Ik had toen niet kunnen bedenken dat ik in 2013 het Rijkszwaard zou dragen. Heel bijzonder.” Commandant der Strijdkrachten generaal Tom Middendorp Wakende ogen boven Nederland
Een heildronk op de nieuwe Koning gebeurt ook aan boord van Zr.Ms. Amsterdam. Het marineschip heeft net als de andere marineschepen sinds de abdicatie, niet langer Hr. Ms voor zijn naam staan, maar Zr. Ms. Het bevoorradingsschip is weliswaar niet ingezet voor een missie, maar bevindt zich op volle zee vanwege een opwerktraject. Op de golven treedt de hele bemanning in de hangaar aan voor een zogenoemd Alle Hens. Op het eind wordt ter ere van de troonswisseling volgens traditie gejoeld. Aan boord van Zr. Ms. De Ruyter, momenteel voor de antipiraterij-missie in de wateren rond Somalië, blikt commandant kapitein luitenant-ter-zee Harold Liebregs tijdens een Alle Hens terug op de regeerperiode van Koningin Beatrix. Verder hoopt hij dat Koning Willem-Alexander het net zo goed zal doen als zijn moeder. Na een driewerf hoezee staat er voor de hele bemanning een oranje tompouce en een glaasje oranjebitter klaar. Een nieuw zogenoemd schaamkleed, voorzien van de tekst Zr. Ms. De Ruyter, siert voortaan de valreep tijdens havenbezoeken. Daar is het luchtverdedigings- en commandofregat nog niet aan toe. Na de ceremonie gaat de patrouille voor de Somalische kust gewoon weer door.
Vanaf vroeg in de ochtend tot laat in de avond is de luchtmacht extra paraat om alle luchtverkeer in Nederland en met name Amsterdam goed in de gaten te houden. Bij het AOCS in Nieuw Milligen turen gevechts-leiders naar hun scherm. In de lucht zijn drie E-3A AWACS radarvliegtuigen van de NAVO paraat. Op verzoek van de burgemeester van Amsterdam is het luchtruim van de hoofdstad op 30 april hermetisch afgesloten.“Dat is een standaard procedure die vaker wordt toegepast”, vertelt master controller majoor Jan ter Braake. Dat ‘in de gaten houden’, gebeurt in Nederland vanuit Nieuw Milligen in samenwerking met de AWACS die boven Nederland vliegt. Wij kunnen het luchtbeeld verzamelen en identificeren en vervolgens interpreteren. Normaliter doen we dat in NAVO-verband, nu samen met de Nationale Politie. Een duidelijk voorbeeld van nationale inzet van luchtmachtmiddelen.” Een paar toestellen hebben toestemming om boven Amsterdam te cirkelen, onder meer van de politie. Overig luchtvaartverkeer gaat gewoon door vanaf Schiphol, maar ook vanaf kleinere vliegveldjes in Nederland. Ter Braake: “Je wilt weten wat er vliegt en of het er mag vliegen. Daarom kijken we niet alleen met onze radar vanaf de Veluwe omhoog, maar ook met die van de AWACS naar beneden. Wij willen alles zien en weten.”
Grote trom op tijd klaar Pal voor de troonswisseling is de 64 jaar oude grote trom van de Marinierskapel der Koninklijke Marine gerestaureerd. Sergeant Richard Dols is dan ook een gelukkig mens wanneer hij het instrument tijdens het optreden op de Dam mag bespelen. De muzikant nam de gerestaureerde trom in ontvangst van gulle gever en Bronzen Kruisdrager kolonel der mariniers b.d. Hameete en vertegenwoordigers van de stichting Rotterdam en de Mariniers. Zij droegen bij in de kosten voor reparatie.
militaire inzet defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013 7
“Tijdens de abdicatie-ceremonie mochten 31 getuigen hun handtekening onder de akte zetten. Als rijksminister van Defensie was ik een van die getuigen. Een bijzondere eer. De banden tussen de Oranjes en de krijgsmacht gaan terug tot de Tachtigjarige Oorlog. De ceremoniële rol van Defensie bij de troonswisseling symboliseert de hechte verbondenheid van de Nederlandse krijgsmacht met het Koninklijk Huis. Maar ook achter de schermen van deze historische dag was Defensie actief. We leverden een belangrijke bijdrage aan de veiligheid in de stad, op en in het water en in de lucht. Een indrukwekkend visitekaartje, iets om trots op te zijn.”
Kleden voor de kroning Het is vier uur in de ochtend. De eerste militairen schuifelen vanuit hun bus naar het kleedpunt. Op het Marine Etablissement Amsterdam worden ze voor de inhuldiging één voor één in het ceremonieel tenue gestoken.
Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert Genie in de weer voor afsluiting IJ “Dit is een once in a lifetime job”, zegt groepscommandant 105 Brugcompagnie sergeant-1 Sven Strauven. Ter voorbereiding op de inhuldiging zijn de genist en zijn eenheid druk bezig om met pontons het Amsterdamse IJ af te sluiten voor de scheepvaart.
Duikinzet met oranje randje
105 B-rugcompagnie brengt in totaal 82 pontons te water. Door deze als afsluiting te gebruiken, kan het kersverse Koningspaar ongestoord een vaartocht over het IJ maken. Een dag voor de inhuldiging leggen grote hijskranen bij de Amsterdamse Vlothaven de pontons in het water. Daarna begint meteen het koppelen. Aansluitend drijven de militairen de brugdelen op naar het IJ. “Normaal gesproken gebruiken we pontons om locaties toegankelijk te maken, maar in deze opzet fungeren ze als blokkade”, vertelt Strauven. Uiteindelijk ligt er op het IJ ruim vijfhonderd meter pontons. De genisten van 105 Brugcompagnie brengen de laatste Koninginnedag op de platforms door. Moet het drijvende cordon in geval van nood worden geopend, dan zijn ze meteen paraat. Met ruim honderd genisten, 65 met materiaal afgeladen vrachtwagens en met vier dagen hard doorwerken, lukte het de landmacht ruim voor de inhuldiging op de Piet Heinkade, bij de Passenger Terminal Amsterdam twee grote loopbruggen te bouwen. “Zelfs onze doorgewinterde genisten hebben dit nooit eerder gedaan”, aldus eerste luitenant Matthijs Kiekebelt van 103 Constructiecompagnie.
Zo´n elfhonderd mannen en vrouwen van alle krijgsmachtdelen vervullen tijdens de abdicatie- en inhuldigingsceremonie verschillende functies. Van muziek maken in een fanfarekorps en het afvuren van saluutschoten, tot deelname aan de erehaag, paleiswacht, cortège of beveiliging. Allemaal krijgen ze de bij het hun regiment horende uniform en attributen uitgereikt. En allemaal worden ze streng gecontroleerd.
Duikers van de Duik- en Demonteergroep (DDG) onderzoeken diverse locaties in Amsterdam op explosieven. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) ondersteunt daarmee de Amsterdamse politie. “We controleren verschillende gebieden in Amsterdam. Als we bijzonderheden vinden, gaan we meteen over tot actie”, vertelt hoofd duikunit luitenant ter zee 1 Bernd Roelink. Samen met een aantal EOD’ers van de landmacht staat het DDG op de dag van de inhuldiging paraat. “Als er een melding binnenkomt, moeten we snel handelen. Om die reden is het belangrijk dat we gereedstaan.” Hoewel de DDG regelmatig ingezet wordt, is de ondersteuning bijzonder. Roelink: “We zijn toch een beetje trots dat wij deel mogen uitmaken van het in goede banen leiden van de troonwisseling.”
Laatste Koninginnedag Curaçao Met een Alle Hens voor de Boeg vindt op Marinebasis Parera de traditionele viering van de laatste Koninginnedag plaats. Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied brigade-generaal der mariniers Dick Swijgman blikt in zijn toespraak terug op de 33 jaren dat Koningin Beatrix het Koninkrijk en haar onderdanen op voortreffelijke wijze heeft gediend. “De Koningin is terecht afgelopen maanden alom geroemd voor de wijze waarop zij haar rol als staatshoofd, als lid van de regering en ook als Moeder van de Natie heeft vervuld. Zoals alle publieke ambtsdragers kende zij het besef van verantwoordelijkheid het ambt in alle waardigheid ongeschonden door te geven. Daarvan profiteert haar zoon, met wie we na 122 jaar weer een Koning krijgen.”
Verbindelaren minder zichtbaar De mannen en vrouwen van 101 CISbataljon (Communication & Information Systems) zijn weliswaar minder zichtbaar dan alle in prachtige uniformen gehulde collega’s. Maar de verbindelaars ontbreken tijdens de inhuldiging niet. Achter de schermen verzorgen zij op vijf plekken in de hoofdstad een reserve netwerk. Op die manier wordt onafhankelijk van providers met laptops en telefoons verbinding gemaakt. Zo ondersteunen de specialisten onder meer de meldkamer van het hoofdbureau van politie en het beleidsteam in de Stopera. Naast personeel van ‘101’ zijn ook collega’s van de stafstafcompagnie, 11 Luchtmobiele Brigade actief. De mannen brengen op meerdere locaties in de hoofdstad een FM 9000 netwerk uit dat als backup van het landelijke C2000 systeem fungeert.
KMar prominent De marechaussee vervult bij de inhuldiging een prominente en zichtbare rol. Een bijzondere taak vormt de bewaking van de zogenoemde regalia in de Nieuwe Kerk. Deze symboliseren de macht en waardigheid van de Koning en liggen op de zogeheten credenstafel.
Schiphol Vier grote, ingehuurde ‘personeelen materieelscanners’ markeren de verschillende ingangen naar het kleedpunt. Alle binnenkomende militairen worden één voor één door de beveiligingssluizen geleid. Coördinator adjudant Martin van der Meer zorgt er samen met zijn team voor dat mensen die richting De Dam en Nieuwe Kerk gaan ‘geaccrediteerd’ zijn. “Door screening vooraf en identiteitscontrole ter plaatse zorgen wij dat de juiste personen op de juiste plaats terechtkomen,” licht Van der Meer toe. “Onaangemelde personen komen niet binnen.” Ook wordt iedereen met eventuele bagage of materieel gescand. “Het is net Schiphol. Niet aangemelde wapens of andere ongeoorloofde zaken komen niet binnen,” aldus de adjudant.
binnenland 8 defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013
Dapperheidsonderscheidingen Bronzen Kruis en Kruis van Verdienste uruzgan
6 September 2009: Een gecombineerde eenheid van commando’s en mariniers verkent te voet een gebied in de buurt van Deh Rawod. Opdracht: de omvang van de Taliban bepalen. Uit voorzorg verplaatsen de twee pelotons special forces zich ieder aan een zijde van de rivier Helmand. Eenheden van de Task Force Uruzgan worden in deze streek regelmatig aangevallen. Het peloton op de westoever ligt op een gegeven moment voor op de collega’s aan de overkant en besluit te wachten op een plateau boven de rivierbedding. Op dat moment barst de hel los. Vanuit de goed beschutte greens neemt de Taliban de Nederlanders onder vuur met mortieren, raketwerpers, mitrailleurs en andere klein kaliberwapens. De mannen trekken zich meteen terug naar een quala, een ommuurde woning. Korporaal Kevin van de Rijdt ontbreekt. Zes man besluiten hem te gaan zoeken. Gedekt door gevechtshelikopters en met groot gevaar voor eigen leven verlaten ze de betrekkelijk veilige haven en keren terug naar het plateau. Hier vinden ze de zwaargewonde Kevin. Vervolgens dragen ze hem met grote moeite naar de quala. In de medevac-helikopter blijkt de korporaal aan zijn verwondingen te zijn overleden.
Sergeant der eerste klasse Jasper, Korps Commandotroepen
Kapitein Ben, Korps Commandotroepen
‘Op zo’n moment móet je wel’
‘Ik ben de laatste geweest die Kevin levend zag. We zaten met zijn tweeën op een afwachtingslocatie aan de linkerzijde van de opstelling die de ploeg had ingenomen, toen de vijand het vuur opende. Wij hebben het contact met de vijand afgebroken en gingen zo snel mogelijk richting het verzamelpunt, een soort greppel een paar honderd meter naar achteren. Ik zag kogels overal inslaan: links, rechts, tussen mijn benen, het is een wonder dat we toen niet geraakt zijn. Halverwege onze terugtocht dook Kevin achter een paar rotsblokken. Hij riep nog; “Ben! Ben! Hier dekking!”, maar ik was er al voorbij en rende door naar de greppel.
‘Had ik iets anders moeten doen?’
‘Ik ben ongeschonden uit de strijd gekomen, maar ik besef dat het ook heel anders had kunnen aflopen. Nadat we onder vuur kwamen te liggen, besloten we snel af te breken. Ik kwam met vier anderen eerst in een soort kuil terecht, en we wisten daarna een stronghold te bereiken. We pakten de eerste de beste quala die we tegenkwamen. Daar kwamen we erachter dat we Kevin misten. Ik wist dat het erg gevaarlijk was om terug te gaan, maar op zo’n moment móet je wel. Met z’n zessen gingen we in een treintje terug naar het plateau waar we daarvoor lagen. Tommy en Jos vonden Kevin meteen, ik en drie anderen stonden op linie te beveiligen, zodat zij Kevin konden meenemen. Dat ging niet goed en toen heb ik hem, met hulp van een paar jongens, over mijn schouder gelegd. Met Kevin over mijn schouder ben ik, zo snel als ik kon, de steile berghelling afgerend. Dit was over een afstand van ongeveer 30 meter. Het was erg zwaar, want Kevin was een grote kerel. Terug bij de quala, hebben wij medics Kevin behandeld. We hebben als medics alles gedaan wat we konden.’
Toen ik daar aankwam lag de rest van de groep daar al in dekking. Al snel merkten we dat het vuur van drie kanten begon te komen en dus lagen we ook niet meer veilig in de greppel. We zijn toen teruggevallen op een quala beneden in de green.
Sergeant der eerste klasse Tom,, Korps Commandotroepen
‘Ik hoefde geen seconde na te denken of ik mee zou gaan’ ‘Ik heb een dubbel gevoel over deze onderscheiding. Natuurlijk ben ik er hartstikke trots op, maar ik had liever gezien dat het niet zo dramatisch was afgelopen voor Kevin, onze sniper. Hij zat net een half jaar bij de ploeg.
Sergeant der eerste klasse Jos, Korps Commandotroepen
‘Ik dacht dat ik iedereen kon redden’
Voordat we werden aangevallen, voelde ik wel dat er iets niet in de haak was. Opeens was het helemaal ‘leeg’ in het gebied. Even daarvoor was er volop leven. Daarna sloegen mortiergranaten vlakbij in. In de redelijk veilige quala zag ik bij sommige jongens de angst in
‘Wilde ik ooit nog naar mezelf in de spiegel kunnen kijken, dan móest ik terug om Kevin te zoeken. Toen we daarna onder het plateau op linie zaten om de open vlakte op te gaan en onze hoofden boven het maaiveld uit zouden steken, was ik wel even bang ja. Op het plateau vonden we Kevin redelijk snel. Ik zag hem liggen, op zijn buik. Jasper, de andere medic, en ik draaiden hem met moeite op zijn rug en deden zijn vest af. Ik zag dat hij een schotwond van de dikte van ongeveer een rijksdaalder in zijn borst had. We probeerden Kevin met drie man het plateau af te tillen, maar dat viel erg tegen. Uiteindelijk heeft Jasper hem achter op zijn rug getild en is naar beneden gerend, terug naar de quala. Daar hebben we zijn borst afgeplakt en alle andere mogelijke medische hulp gegeven, maar we wisten eigenlijk al dat het tevergeefs zou zijn. Dat viel me enorm zwaar, want ik was tot dat moment overtuigd dat ik als medic iedereen kon redden. Dat bleek helaas niet te kloppen.
Nadat ook de andere groepen zich in de quala verzameld hadden, zijn we met zes man weer naar buiten gegaan om Kevin te halen. Op weg naar boven werd er nog stevig op ons gevuurd maar ik had dat niet eens zo in de gaten. We zagen hem al snel liggen in het terrein tussen de rotsblokken waar hij dekking achter had gezocht, en de greppel. Ook hij moet zich gerealiseerd hebben dat hij van drie kanten onder vuur werd genomen en daardoor niet meer veilig zat achter die rotsen. Bij zijn sprint richting de greppel is hij toen geraakt. We hebben hem uiteindelijk onder vijandelijk vuur naar beneden weten te brengen. Ik heb nog heel vaak teruggedacht aan het moment dat hij dekking zocht en ik doorliep. Had ik iets anders moeten doen? Zeggen dat hij toch met mij mee moest komen? Maar alles ging veel te snel en daarnaast; voor hetzelfde geld had hij de juiste keuze gemaakt en zat hij hier nu het verhaal te vertellen.’
De berichtgeving over de dapperheidsonderscheidingen werd verzorgd door Ingmar Kooman, elnt Joost Ploegmakers, kap Klaas Daane Bolier en kap Marlous de Ridder. Foto’s zijn gemaakt door korporaal Rob van Eerden.
de ogen: nu is het menens. Ook voor mij was dit het eerste vuurcontact. In de quala telde ik koppen en ik wist meteen dat we Kevin misten. We moesten terug om hem te gaan zoeken. Daarover hoefde ik geen seconde na te denken. Never leave a man behind, is ons motto. Ik zou het de volgende keer zo wéér doen. Jos vond Kevin. We probeerden hem met zijn vieren, iedereen een arm of been, te dragen. Dat lukte niet. Jasper nam Kevin op zijn rug en rende naar beneden. Hij haalde mij zowat in, zo hard rende hij.’
binnenland
defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013 9
Kruis van Verdienste Korporaal-1 b.d. Jaap van het Wapen der Cavalerie
‘Alles duurt te lang op zo’n moment’ 19 januari 2007: Korporaal Jaap neemt deel aan een patrouille in Afghanistan. In de omgeving van Forward Operating Base Poentjak brengt een zelfmoordenaar zijn bomauto tot ontploffing tegen een van de voertuigen van de patrouille. Meerdere militairen raken gewond. Als Special Forces medic maakt de korporaal een eerste inschatting van de situatie van de gewonden. Op eigen initiatief en bewust van het risico dat hij daarbij loopt, verplaatst hij zich meerdere keren onder vijandelijk vuur in open terrein. Hij stuurt het aanwezige geneeskundig personeel aan en zorgt dat de gewonden gereedgemaakt worden voor evacuatie. ‘Sorkh Morgab, ik was de naam van het plaatsje eigenlijk vergeten. De sfeer is ontspannen. Tot ineens die hele grote klap. Een vuurbal. Brokstukken vliegen als een ballon omhoog. Alles gaat even in slow motion. Ik zie een auto, totaal in stukken tegen een van de twee voorste YPR’s. Er zijn gewonden, er wordt geschoten. Onze patrouille van zes voertuigen versplintert, iedereen waaiert uit. Ik ren naar de getroffen YPR. Van de auto die tegen de zijkant is gereden, resteert nauwelijks iets. In de YPR is al een combat life saver aan het werk. De mannen die bovenluiks stonden, hebben aangezichtsletsel. Ik tel twee lichtgewonden, vijf man zwaar, van wie twee liggend. Ik schreeuw naar mijn collega’s om vuursteun en sprint naar de honderd meter verderop staande Mercedes Benz van de pelotonscommandant. Ook hij heeft zware gezichtsverwondingen. Zijn bestuurder, een gewondenverzorger, is hem aan het helpen. Ik assisteer bij het maken van een infuussysteem. Mijn eerste prioriteit is nu een luchtgewondentransport aan te vragen. Na het uitsturen van de zogeheten 9-liner ben ik ‘vliegende keep’ tussen de verschillende gewonden. Verslechtert hun situatie? Moet ik bijspringen?
Sergeant-majoor van de mariniers René
‘Ik zie alleen maar de ouders van Kevin voor me’ ‘Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om over die dag te praten. Tuurlijk, ik ben blij met de onderscheiding, dat zie ik als een stuk waardering voor mijn werk en daar ben ik dankbaar voor, maar verder? Als ik aan die dag denk, zie ik alleen maar de ouders van die jongen voor me, voor wie het verdriet ieder jaar groter wordt.
Misschien heeft het ook met mijn leeftijd te maken, ik ben natuurlijk wat ouder dan de meeste anderen en dan sta je toch wat anders in het leven. Ik vond er niks stoers aan en ik was gewoon bang. Ik schoot op die lui omdat ze op mij schoten, meer was het niet.’
Sergeant van de mariniers Rinie
‘Heldhaftigheid en stommiteit liggen dicht bij elkaar’ ‘Ergens in alle chaos hoor ik dat iemand ontbreekt. Aan de overzijde van de rivier hebben ze een headcount gedaan. Op zo’n moment sta je daar niet direct bij stil. Je bent behoorlijk met jezelf bezig. Een RPG knalt vijftig meter voor me in de grond, het hele grasveld blaast over me heen. Onderweg naar die quala hoor je een naam: Kevin. In de quala overleggen de teambazen. Met een paar jongens van Kevins team gaan we hem zoeken. We moeten wachten tot onze Apaches overhead zijn. Pas dan voel ik mijn hart bonzen en gaan de radertjes draaien. Dat stopt wanneer ik hoor hoe de Apaches het gebied bevuren. Via een geul moeten we een stuk steil omhoog, daarna spreiden we ons uit om te zoeken. Ruim binnen bereik van hun .50 en mortieren dus. Veel meer dan dat was ons plan niet. Ik loop als laatste. Van drie kanten worden we bestookt.
De jongens vinden Kevin al snel. Maar er is geen beginnen aan om daar iets met hem te doen. Ik geef Jasper en Tini dekking terwijl ze Kevin weghalen. Twee man steken boven een maïsveld uit. Ik vuur mijn houder erop leeg en spring terug. Met moeite krijgen we Kevin over de qualamuur, hij is loodzwaar. Jasper en Jos gaan binnen met hem aan de slag. Schotwond in de borst. Ze plakken een Asherman-ventiel, maar ik zie dat de laatste belletjes in het bloed al stoppen. “Wordt het nog wat?” vraagt Gijs, onze commandant. Ik schud alleen nee. Heldhaftigheid en stommiteit liggen dicht bij elkaar. We hebben Kevin teruggehaald, dat moest gebeuren. Maar onder deze omstandigheden hadden ook zes man extra daar kunnen liggen. Terugkijkend ben ik vooral trots. Dit bewijst: je bent brothers in arms, je laat elkaar niet achter.’
Intussen houd ik voortdurend contact met mijn eigen commandant en die van het 17de, de eenheid waarmee ik op patrouille ben. De gewondenverzorgers en ik laden alle gewonden in een YPR en brengen ze naar een provisorisch gewondennest, verder op de heuvel. Pas wanneer de Quick Reaction Force uit Poentjak arriveert, komt er iets van rust in de situatie. Achteraf hoorde ik dat tussen de klap en de medevac door een Blackhawk slechts
vijftien tot twintig minuten zat. Maar alles duurt te lang op zo’n moment. Dat ik hiervoor het Kruis van Verdienste krijg, vind ik natuurlijk heel tof, een hele eer. Maar ik was niet de enige* die ‘pleisters heeft geplakt’. Het was geen blije dag. Als ik fouten had gemaakt, zou ik met een minder positief gevoel hierop terugkijken. *Eerder zijn twee andere militairen voor hun inzet bij deze actie onderscheiden met het Kruis van Verdienste.
Kruis van Verdienste Sergeant van de mariniers Ammie Tafronti
‘Je vertrouwt op je instinct’ 21 december 2009: Ten zuiden van de vooruitgeschoven post Tabar in Uruzgan rijdt een pick-up truck van de Afghaanse politie op een bermbom. Aan Afghaanse zijde vallen drie doden en één zwaargewonde. Sergeant der mariniers Ammie Tafronti staat met zijn geweergroep op slechts vierhonderd meter afstand. Als groepscommandant maakt de sergeant onmiddellijk een inschatting van de situatie. Om bij de gewonden te komen, moet hij een gebied met bermbommen doorkruisen. Geniecapaciteit heeft hij niet. Toch besluit de groepscommandant medische hulp te bieden. Op zijn initiatief verlaten hij en zes man van zijn ploeg de veilige locatie en gaan het terrein in. Eenmaal ter plaatse zorgt Tafronti niet alleen voor de beveiliging, maar ook stuurt hij de aanwezige gewondenverzorgers aan en bereidt hij de medische evacuatie voor. ‘23 Marinierscompagnie was die dag mee voor de beveiliging van een shura, vlakbij de combat outpost Tabar. De Nederlanders wilden in die buurt een nieuwe politiepost opzetten. De shura is nog maar net afgelopen of we zien een voertuig van de Afghaanse politie de lucht in gaan. Aan de enorme explosie weet je dat het goed mis is. Het eerste wat ik denk: we moeten helpen. Niets doen betekent dat we onze geloofwaardigheid bij de Afghanen verliezen. Aan de andere kant, breng ik mijn mannen niet moedwillig in gevaar? Ik vraag toestemming aan mijn commandant en zes mariniers sluiten zich vrijwillig aan. Dat sterkt mijn beslissing. Onder dekking van de andere geweergroep zijn we, onze ogen continu gericht op de omgeving, door het terrein gaan verplaatsen. In die tijd lag de wadi in de Deh Reshan vol met bermbommen. Een paar maanden daarvoor was sergeant-majoor Mark Leijsen in hetzelfde gebied dodelijk getroffen door een IED. Ter plekke aangekomen is het een behoorlijke chaos. Her en her liggen
lichaamsdelen, geen fijne aanblik. Ik begin orde op zaken te stellen. Het is geen veilige omgeving, dus die lui moeten hier zo snel mogelijk weg, denk ik. De gewondenverzorgers doen wat ze kunnen, maar voor twee agenten is het te laat. Een derde wordt afgevoerd, maar overlijdt later alsnog. Ik sta voortdurend in contact met mijn pelotonscommandant.
We krijgen versterking en voor ik het weet is de medevac er. Vanaf het eerste moment had ik een goed gevoel bij de actie. Je vertrouwt op je instinct. We hebben laten zien dat Nederlandse mariniers voor niets terugdeinzen, daar ben ik trots op. Het is een erkenning die het hele peloton toekomt. Voor mij geldt dat ik het hogere doel altijd voor ogen heb gehouden. Uiteindelijk is die politiepost er ook gekomen.’
binnenland 10 defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013
Door een slimme indeling kon een KDC-10 van het 334 Squadron dit jaar de gevechtsvliegtuigen tijdens Frisian Flag voor het eerst zowel in de ochtend- als de middagmissie bijtanken, zoals hier bij Nederlandse en Poolse F-16’s. Rechtsonder Eén van de vier Duitse Eurofighter Typhoons die per wave meevliegen draait de baan op. Een groepje Nederlandse F-16’s wacht nog even op hun beurt. Linksonder F-16’s voeren de boventoon tijdens Frisian Flag met van voor naar achteren vijf Nederlandse, zeven Belgische en vier Poolse op het platform van het 322 Squadron.
Deelnemers voeren generale repetitie uit
Frisian Flag 2013 leeuwarden “Het is net de vijfde symfonie van Beethoven. Zo complex is deze oefening.” Projectofficier kapitein-vlieger Jos heeft zijn handen vol aan Frisian Flag. De training neemt twee weken in beslag, maar de planning vergde ruim een jaar. Elke dag worden twee missies uitgevoerd in het luchtruim van Nederland, Duitsland en Denemarken. Om zoveel mogelijk uit de internationale samenwerking te halen, zijn de deelnemers ruim van te voren met oefenen begonnen.
Leeuwarden was onlangs weer gastheer van Frisan Flag, één van de grootste internationale luchtmachtoefeningen van West-Europa. Ook dit jaar ligt de focus op samenwerking; niet alleen zoals gebruikelijk - tussen de verschillende vliegende wapensystemen, maar ook met de gevechtsleiding, de luchtverkeersleiding en op het gebied van wapeninzet. Internationale oefeningen als deze zijn nodig voor luchtverdedigingstaken en voor huidige en toekomstige missies. “Door training in internationaal verband kunnen we morgen op pad als het moet. Frisian Flag is de generale repetitie zodat we overal op voorbereid zijn.”
Internationale samenwerking Tijdens Frisian Flag kiezen per dag circa 45 gevechtsvliegtuigen het luchtruim om na ongeveer anderhalf uur weer terug te keren. Dat is niet zo lang, maar de training wordt optimaal benut. Aan elke vlucht gaat een lange voorbereiding vooraf en na afloop vindt een urenlange analyse plaats. Zo duurt het niet lang voordat alle deelnemers uit
België, Duitsland, Frankrijk, Polen en Zweden op elkaar ingespeeld zijn. Ook de sterke en zwakke punten van de vloot gevechtsvliegtuigen kennen geen geheimen meer, evenals elkaars manier van werken en communiceren. NAVO-landen werken weliswaar volgens standaardprocedures, maar vooral in het begin lopen vliegers en ondersteunend personeel tegen verschillen aan. De moeilijkheidsgraad tijdens de oefening wordt daarom geleidelijk opgebouwd. “De vliegers spreken allemaal Engels, maar iedereen legt het accent - zowel in taal als in werkwijze toch net even anders”, vertelt Jos, in het dagelijks leven werkzaam bij het 323 Tactical Training Evaluation and Standardization Squadron (TACTESS). “Je kunt alles uit boeken leren, maar praktijkervaring is essentieel om goed voorbereid te zijn op echte missies.” Aspecten van voorgaande operaties worden in Frisian Flag gecombineerd geoefend. “Tijdens het Joegoslaviëconflict hadden we te maken met vijandelijke jachtvliegtuigen en luchtafweer-
geschut. In Afghanistan bestaat ons werk vooral uit ondersteuning van grondtroepen en in Libië hielden we ons bezig met luchtverdediging of bewaking. Frisian Flag is bedoeld om het beste uit de vliegtuigen en de vliegers te halen.”
Control and Reporting Centre
Naast gevechtsvliegtuigen van het type Eurofighter levert de Duitse luchtmacht voor het eerst een mobiel Control and Reporting Centre (CRC, gevechtsleidingscentrum), dat op de vliegbasis in Leeuwarden een plekje krijgt. Vanuit het CRC, met de naam Red Hawk, communiceert de gevechtsleiding met de vliegers. Keuzes worden onder hoge tijdsdruk gemaakt. De gevechtsleider heeft het overzicht van de oefening en geeft instructies kort en krachtig door. Het mobiele CRC is zeventig meter lang en bestaat uit achttien losse containers. “Dit zijn standaard zeecontainers die makkelijk per schip, trein of vrachtwagen worden vervoerd”, vertelt de commandant van het Duitse CRC majoor Peter Karthaus. Binnen twee
weken is het CRC opgebouwd. “Dat kan veel sneller, maar voor deze oefening namen we de tijd.” Tachtig Duitse en twaalf Nederlandse militairen werken samen in Red Hawk om Frisian Flag in goede banen te leiden. “In voorgaande jaren had elk land een eigen gevechtsleiders tijdens de oefening”, vertelt kapitein Richard, normaliter gevechtsleider van het Nederlandse CRC in Nieuw Milligen. “Dit jaar was het voor het eerst mogelijk de gevechtsleiding vanaf één locatie te laten plaatsvinden.” Nu coördineert het Duitse CRC alle vliegbewegingen in het luchtruim van Nederland, Duitsland en Denemarken en dat maakt complexere oefeningen mogelijk.“Frisian Flag 2013 is wederom een geslaagde oefening,” vult kapitein Jos aan “De mogelijkheden vand eotestellen kwamen goed uit de verf en ook de uitgebreidere internationale samenwerking beviel. Dat alles vraagt om een vervolg.” || tekst tlnt
rosalien van damme
|| foto's arno marchand
Simulatie Forces Naast luchtgevechten en training in het beschermen van onder meer vrachtvliegtuigen beoefenden de deelnemers aan Frisian Flag het uitschakelen van statische en dynamische doelen. Forward Air Controllers straalden met laser gronddoelen aan, die vervolgens door de vliegers werden uitgeschakeld. Aan al die acties kwamen geen echte bommen te pas; alles was simulatie. Naast landbased forces zijn er ook opblaasbare tanks en Smokey Sams ingezet om een realistisch scenario voor de piloten te creëren. Smokey Sams zijn vuurpijlen die luchtafweer simuleren. Vliegers worden er op getraind dreigingen vanaf de grond snel te herkennen.
binnenland
defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013 11
Een mooi initiatief van het MRC
Eerste sportprothesedag inspireert doorn Dat een prothese geen beperking hoeft te zijn, toonden militairen en burgers tijdens de onlangs gehouden sportprothesedag. De dag, een initiatief van het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg, werd geopend met een parachutesprong door vier (oud)-militairen met een beenprothese. Hiermee lieten zij zien dat een extreme sport beoefenen nog steeds mogelijk is. Een van parachutisten is voormalig militair Rob Bakker. Hij verloor in Afghanistan zijn onderbeen tijdens een aanslag met een bermbom. Bakker: “Inmiddels heb ik zo’n vierhonderd sprongen gemaakt in een wingsuit. Je techniek is iets anders, bijvoorbeeld tijdens de landing moet ik meer gewicht zetten op mijn goede been. Maar in principe maakt het geen verschil. Ik ervaar de prothese daarom niet als een belemmering. Je kan altijd meer dan je denkt.” En juist dat is wat het Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aardenburg met de sportprothesedag beoogt. Het centrum weet als geen ander hoe belangrijk sport
voor de revalidant is en legt daar in therapieën de nadruk op. “Daarmee onderscheiden wij ons van andere revalidatiecentra”, zegt commandant MRC, luitenant-kolonel Jeroen Hulst. “We delen die kennis en ervaring graag en hopen met deze dag iedereen met een amputatie te stimuleren te gaan sporten.” Essentieel voor je eigenwaarde en het verkennen van nieuwe kansen. Zo stelt Hulst.
Zoektocht naar sponsoren
Het zijn niet alleen de militairen die met hun verhalen bewondering oogsten. Ook paralympisch topsportster ‘blade babe’ Marlou van Rhijn houdt een inspirerende lezing. Samen met haar
atletiekcoach Guido Bonsen beschrijft zij de weg naar de Olympische Spelen in Londen. Van de fysieke problemen van een ontstoken stomp tot haar zoektocht naar sponsoren. “Zorg dat je een goede prothese hebt. Accepteer niet dat hij niet lekker zit”, geeft Bonsen de zaal mee. De video’s van sportkoepel NOC* NSF illustreren vervolgens hoe de Paralympische sportploeg tot de absolute top behoort. ‘Mensen met een amputatie; er ligt een wereld voor je open. Wij zijn altijd op zoek naar ambitie’, is de boodschap dan ook.
Andere insteek
Tijdens interactieve sportclinics krijgen de deelnemers ’s middags zelf de kans
om te ervaren wat met een prothese allemaal mogelijk is. Van hardlopen, speerwerpen tot golfen en klimmen.
‘Ik hoorde alleen maar wat ik niet meer kon’ Begeleid door enthousiaste paralympische- en amateursporters, gaat voor sommigen een wereld open. Zoals voor de Brabantse Saskia van den Ouden, die door een tumor in haar botten haar linkerbeen kwijtraakte. Haar revalidatiecentrum, waar de gemiddelde leeftijd zestig plus was, stimuleerde Saskia onvoldoende om te sporten. “Ik werd in een rolstoel gezet en hoorde alleen
maar wat ik niet meer kon. Daarom vind ik dit initiatief van het MRC ook zo mooi. Zij hebben een hele andere insteek en het brengt me in contact met jonge geamputeerden.” Via de actie ‘hier met je rekening’ van radio 538 won Van den Ouden een paar snelle blades en sindsdien is ze vastbesloten: die triatlon gaat er komen. “Ik ben druk bezig met sponsoren zoeken, want je hebt drie verschillende protheses nodig. Maar thuiszitten, dat nooit.” De eerste editie op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn trok ruim tweehonderd belangstellenden. || tekst kap
marlous de ridder
|| foto's mark van stokkom, avdd
Linksboven Voormalig militair Rob Bakker vlak voor zijn landing in Doorn. Hij sprong maar liefst vierhonderd keer mét prothese (foto Jarno Cordia). Rechtsboven Sergeant-majoor van de mariniers Rob Severs demonstreert de klimtechnieken tijdens één van de clinics. Rechtsonder Ze heeft moeten knokken, maar behoort inmiddels tot de top. ‘Blade babe’ Marlou van Rhijn in actie.
en verder
12 defensiekrant nr 10 – 3 mei 2013
VeVa-opleidingen belangrijke kweekvijver tilburg Defensie wil via de opleiding Veiligheid & Vakmanschap (VeVa) technisch personeel aantrekken. Dat is zo’n serieuze zaak dat de commandanten van land- en luchtmacht onlangs een bezoek brachten aan de regionale opleidingscentra (ROC) in Tilburg en Harderwijk. “Zonder monteurs vliegt dit grijze staal geen meter”, stelde commandant luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Alexander Schnitger in de onderhoudshangar van het ROC in Tilburg. “Techneuten zijn schaars. Maar gelukkig kunnen we in samenwerking met deze scholen deze belangrijke groep jongeren voor Defensie opleiden.” De opleiding vliegtuigonderhoud bestaat al in Nederland, maar in het nieuwe schooljaar komt daar een militaire component bij.
Goede resultaten
Commandant landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif bezocht een dag later het Landstede MBO in Harderwijk. Hij complimenteerde de leerlingen met de goede resultaten. Want bij de lichtingen 2010 en 2011 slaagden alle kandidaten. 98 procent slaagde zelfs in één keer. Op de ranglijst van MBO-opleidingen, het zogenaamde JOB-Odin onderzoek, scoort VeVa zelfs als hoogste van Nederland. In de VeVa maken leerlingen kennis met de militaire basisvaardigheden, waar-
door ze beter zijn voorbereid op een baan bij de krijgsmacht. Naast vliegtuigonderhoud, biedt Defensie in samenwerking met dertig ROC’s, acht verschillende opleidingen Veiligheid & Vakmanschap. Binnen deze opleidingen vinden de leerlingen bij Defensie gegarandeerd een stageplek.
Top tien
Jaarlijks heeft Defensie vierduizend nieuwe medewerkers nodig. Van hen stroomt een groot deel binnen via VeVa. De werving loopt na een stroeve periode
steeds beter. Dat komt mede door de goede naam van Defensie. De krijgsmacht staat wederom in de top tien van aantrekkelijkste werkgevers in ons land. Bij het jaarlijkse onderzoek van de Intelligence Group onder ruim tienduizend Nederlanders eindigde het ministerie op de achtste plaats. Daarmee presenteert Defensie zich voor de aankomende VeVa-leerlingen als aantrekkelijke werkgever. || tekst tlnt
”Doorbijten tijdens de bivak” VeVa-leerling Nathalie Brooks (17)
rosalien van damme
|| foto robert koelewijn
foto SM Arnoud Schoor
“Ik zit in het eerste jaar van de vakrichting Grondoptreden en studeer voor de functie van onderofficier(niveau drie, red.). De opleiding duurt drie jaar. Afgelopen winter was de gevoelstemperatuur tijdens het bivak 25 graden onder nul. Dat was doorbijten, maar dan ben je wel super trots op jezelf als je het hebt gehaald. Ik vind de afwisseling van de opleiding heel fijn. Het leukste onderdeel is sporten en militaire lessen. De instructeurs geven ‘anders’ les. Ze hebben meer gezag dan burgerleraren en zijn vaak directer. Dat vind ik leuk, want dan leer je hoe het binnen Defensie werkt.”
Lintjesregen Defensie
‘Een aanmoediging om betrokken te blijven’ den haag 23 mensen ontvingen op 26 april een Koninklijke onderscheiding vanwege hun verdiensten voor de krijgsmacht en de samenleving. Tien van hen kregen hun lintje uit handen van minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert op het ministerie. “Een teken van waardering en respect voor uw inzet”, volgens de bewindsvrouwe. “Ik hoop dat u de onderscheiding opvat als aanmoediging om zo betrokken te blijven.”
Ridder in de Orde van OranjeNassau, met de zwaarden
Kapitein Ernst Engelenburg, brigade recherche & informatie, Schiphol Kapitein-luitenant-ter-zee buiten dienst Gerrit van de Haar, hoofd bureau casemanagement Commando Zeestrijdkrachten Majoor der mariniers André Keim, bataljonscommandant 1 Mariniersbataljon Kapitein der mariniers Peter Lankreijer, hoofd vloot-roadshow Kapitein der mariniers R. de Jong, hoofd sb. Evenementen Kapitein-luitenant-ter-zee J. Spoelstra, projectcoördinator instandhoudingsprogramma Walrusklasse
Ridder in de Orde van OranjeNassau Luit Buurma, senior medewerker natuur, afdeling luchthavens en luchtruim van de Militaire Luchtvaart Autoriteit Marjan Groen, directeur Mariniersmuseum Rotterdam
Lid in de Orde van OranjeNassau, met de zwaarden
Luitenant-ter-zee 1 Henk van Beek, senior P&O-adviseur Mariniers Trainingscommando Adjudant der mariniers A.L.F. Broers, kazerneadjudant marinekazerne Parera Majoor Teunis Alexander van den Hul, projectleider SPEER Opleidings- en Trainingscentrum Logistiek
Kapitein Theo Vullers, planner logistiek vliegbasis Volkel Luitenant-ter-zee 1 buiten dienst J.N.H. van den Nieuwenhuijzen, voormalig plaatsvervangend commandant Koninklijke Marine Technische Opleidingen
Lid in de Orde van OranjeNassau
Jaap de Boer, medewerker multiprojectplanning en bedrijfsvoering Defensie Materieel Organisatie Mevrouw A.C.M. Davies-Herscheit, hulpverlening aan en sociale activiteiten voor Nieuw-Guineagangers Mevrouw J.J. Doornspeek-Speelman, thuisfrontcomité 11 Luchtmobiele Brigade, veteranenvereniging Grenadiers en Jagers
De heer J.C. Van Gils, Vereniging Nieuw-Guinea Militairen De heer G. Goudkade, bestuurslid landelijke vereniging Contact Oud Mariniers De heer P.G.J. Gulikers, voorzitter re-enactment vereniging Maastrichter Brigade Koninklijke Marechaussee De heer J. Kersbergen, Vrijwilliger Veteranen Vereniging Indië Militairen en Voormalig Verzet De heer P.C.J. Mensink, Korps Nationale Reserve, Comité herdenkingen/ Veteranendag Rijssen De heer R.S. Pijper, reüniecommissie 426 Bataljon Infanterie De heer J. Roodbeen, bestuurslid Vereniging Contact Oud-Mariniers, Afdeling Utrecht
Chefs d’equipe gezocht den haag
Het Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS) zoekt naar een chef d’equipe voor de militaire wielerploeg. De aanstelling gaat per september in.
De militaire wielerploeg start binnenkort de voorbereiding op het militair wereld- kampioenschap in 2014, en de Militaire Wereldspelen een jaar later. Belangstellenden sturen hun CV voor 1 juni op naar
[email protected]. Meer informatie bij de huidige chef d’equipe, luitenant-ter-zee 1ste klas ir. Jeroen Kampman. Tel. 06.65 38 09 968, email
[email protected]. Het BIMS zoekt tevens een chef d’equipe voor de militaire vrouwenvoetbalploeg. Ook deze aanstelling gaat per september in en ook deze ploeg bereidt zich de komende periode voor op het militair wereldkampioenschap en de Militaire Wereldspelen. Geïnteresseerd? Stuur je CV voor 1 juni in naar cismnl@mindef. nl. Bel met de huidige chef d’equipe, majoor Stef van de Wiel, tel. 06 10 98 35 85, email
[email protected]
COLOFON De Defensiekrant is een tweewekelijkse uitgave van de Directie Communicatie van het Ministerie van Defensie, bestemd voor het gehele Defensiepersoneel OPLAGE 30.000 HOOFDREDACTEUR Martin Zijlstra EINDREDACTEUR André Twigt (070 - 318 69 87) BEZOEKADRES Kalvermarkt 32, Den Haag. Post kunt u sturen naar Dienstencentrum Defensiemedia POSTADRES Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC 58L E-MAIL
[email protected] DEFENSIESITE www.defensie.nl REDACTIESECRETARIAAT EN ADMINISTRATIE Marianne Beck-Bergshoeff TELEFOON (070) - 318 83 26, via het militaire net: 501, tst. 88326. ABONNEMENTEN Per jaar €13,61. Voor het buitenland €15,88. Particuliere abonnees kunnen zich opgeven bij: Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, telefoon 0900 - 226 52 63 of via www.aboland.nl. In het geval van een dienstabonnement, opgave schriftelijk bij administratie Defensiekrant. ADRESWIJZIGING Het verdient aanbeveling adreswijzigingen vroegtijdig en uitsluitend schriftelijk op te geven; het duurt enkele weken voor het nieuwe adres in het verzendbestand is opgenomen. LAYOUT Grafische Dienst, AVDD Den Haag DRUK OBT bv, Den Haag. De inhoud van de artikelen in de Defensiekrant hoeft niet noodzakelijkerwijs de mening van de minister van Defensie of de krijgsmachtleiding weer te geven. Ingezonden brieven dienen betrekking te hebben op eerder in de Defensiekrant geplaatste artikelen. Zij geven uitsluitend de mening van de inzender weer en kunnen door de redactie worden bekort. Overname van artikelen of delen daarvan is alleen toegestaan met toestemming van de redactie. Aan rechtspositionele informatie kan geen recht worden ontleend. Deze informatie wordt in algemene bewoordingen en met terzijde lating van details weergegeven. Voor volledige informatie wordt verwezen naar de officiële stukken.