De Zwaard en Beukelaar traditie – deel 2 Door J. Clements Vertaling door D. Schops
Een ridderlijk wapen Egerton Castle informeert ons in 1880 als volgt: “Een universeel gegeven van de geschiedenis is dat alle oude wapens ontstaan zijn uit de middelste klasse”. Hoewel zwaard en beukelaar vaak door historici geassocieerd wordt met voetsoldaten, boogschutters en cavalerie, is er aanzienlijk bewijs dat de combinatie gebruikt werd als ridderlijk wapen en beoefend werd in de hoogste kringen van de middeleeuwse krijg. De proloog van Chaucer vertelt ons van de molenaar: “een zwaard en beukelaar draagt hij aan zijn zijde”. Maar hij beschrijft hetzelfde bij een jonge ridder met “aan zijn zijde een zwaard en beukelaar”.
Middeleeuwse kunstwerken onthullen de alomtegenwoordigheid van ronde beukelaars. In een grafbeeltenis van een ridder (mid-13e-eeuw) in de Maldvern abdij in Worchester, Engeland, wordt een beukelaar getoond. Een afbeelding uit een manuscript van 1346 van een ridder in harnas, vechtend te voet op een brug over de Seine,
illustreert de hoofdfiguur vechtend met een zwaard en een beukelaar met pieken, terwijl een gelijkaardige afbeelding (uit de Nationale Bibliotheek van Frankrijk) een ridder toont die dezelfde wapens gebruikt in de slag van St. Omerlate in de vroege 14e eeuw (er zijn geen grotere schilden zichtbaar, gedragen om de arm). Een afbeelding over de revolutie van de Jacquirie te Frankrijk uit 1358 toont ridders die boeren doden, verscheidene met zwaard en beukelaar. Een zilveren altaarstuk uit 1376 in de Pistoia Kathedraal, Italië, toont een ridder in een typisch periodiek harnas, uitgerust met zwaard en beukelaar.
www.swarta.be
1/10
Op het altaarschilderij ‘Resurrection’, uit 1385-90 in Trebon (National Gallery, Praag) staat een ridderfiguur in maliën en verschillende harnasstukken, met zijn ijzeren bascinet open gedraaid, zittende onder de verrezen Christus, met in zijn ene hand een lang, kegelvormig zwaard in de schede, een rondeldolk aan zijn riem en in zijn andere hand een unieke ronde beukelaar met 12 golvende zijden en een uitzonderlijk grote puntige “boss”. Een schilderij uit 1440, “Three Marys at the Tomb” genaamd (in het Boymans-van Beuningen museum in Rotterdam), beeldt een zittende krijger uit, in eigentijds harnas. Hij houdt een lans vast met daarop zijn helm, zijn zwaard en beukelaar nabij. Afbeeldingen uit 1472 van ridders in harnas, gebruik makend van beukelaars met zwaarden en falchions, kunnen ook gezien worden in verscheidene illustraties van een andere editie van de kronieken van Froissart (MS 722/1196, fol.110v en MS 873/501 fol.292v in het Conde Museum, Chantilly, France). Een 15e-eeuws schilderij van handelaars in een handgemeen, toont een persoon, zittend op een bank aan een tafel, die zich voorbereidt zichzelf te verdedigen tegen een staande persoon die aanvalt met een rondeldolk. De zittende man houdt zijn eigen dolk in zijn linkerhand en een kleine beukelaar in zijn rechter (MS 297/1338.f.91v Conde Museum).
www.swarta.be
2/10
Een 13e-eeuwse codex toont jonge mannen die met zwaard en beukelaar oefenen onder het begerige oog van twee adelijke vrouwen. Een 14e-eeuws schilderij van de gevangenneming van ridder Guy de Greville, uit het kasteel d’Evreux in Frankrijk, toont een persoon in harnas die een speer vast heeft en een zwaard en beukelaar draagt. Een 14e-eeuws Psalter portretteert het bijbels gevecht tussen David en Goliath waarbij Goliath (bekeken als ridder) afgebeeld word in eigentijds harnas met zwaard en beukelaar. Een realistische 14e-eeuwse illustratie toont Henry V in een ontmoeting met zijn ridders, goed bewapende mannen uitgerust met kleine piek-beukelaars over de gevesten van hun brede zwaarden, gedragen aan hun heup (British Library MS Cotton Julius E IV). Een gelijkaardige 15e-eeuwse Frans schilderij van de slag bij Crécy in 1348 toont bewapende ridders te voet vechtend met zwaard en beukelaar en falchion en beukelaar. Een afbeelding uit een manuscript van 1469, door de Vlaamse kunstenaar Lieven van Lathem, toont een gevleugelde St. Michael in harnas, vechtend met gevleugelde demonen, met een kort puntig zwaard en een klein, in de vuist gehouden ijzeren schild. Een afbeelding uit een anoniem manuscript uit 1255 (Dyson Perrins Apocalypse, J. P. H Getty museum, MS. Ludwig III 1, fol. 20V) toont een gevecht tussen een engel en een draak, waarbij de gevleugelde serafijn een kort zwaard hanteert en een kleine gouden beukelaar.
www.swarta.be
3/10
Samen met het gebruik van langzwaard te voet, worden de ridders ook getoond uitgerust met korte zwaarden en zelfs bogen (hoewel nergens in deze of gerelateerde reeksen van schilderijen enige schilden te zien zijn). Zelf St. George wordt in 15e en 16e eeuwse schilderijen afgebeeld als een gevleugelde engel in een gouden harnas met een zwaard en beukelaar. Een schilderij uit 1452 van het laatste oordeel van Petrus Christus (in de Gemäldegaleie, Staatlide museen, Berlijn) toont niet minder dan de figuur van aartsengel Gabriël in volledig harnas, vechtend tegen demonen met zwaard en beukelaar. Een kleurrijke afbeelding uit het midden van de 15e eeuw toont Duitse ridders die oefenen in worstelen, stokvechten, steenheffen en zwaard en beukelaar. Zelf keizer Maximiliaan I wordt in Det Freydal (1500) afgebeeld in volledig harnas met zwaard en beukelaar. De Triumphzug van Maximiliaan I toont ook zijn processiewachters bewapend met zwaard, met lang blad en gesloten gevest, én beukelaar.
Zelfs tot in 1500 gebruikten ridders en gewone burgers zwaard en beukelaar. Een Azteekse afbeelding van Cortez en zijn ridders die Tenochtitlan belegeren in 1520 bvb., onthult hen in volledig harnas, bewapend met enkele zwaarden en beukelaars. Ook het befaamde juridisch duel uit 1547 tussen courtiers Jarnac en Chatstaigneraie werd uitgevochten met zwaard en beukelaar.
www.swarta.be
4/10
Een fundamenteel systeem Beukelaars zijn niet enkel wapens voor de oorlog, ze werden ook gebruikt voor essentiële schermoefeningen. Als trainingssysteem ligt de waarde van zwaard en beukelaar in de coördinatie van twee wapens, van samen aanvallen en verdedigen, en in het toepassen van verschillende afstanden en specifieke technieken van snijden en steken. Het leren van timing, inschattingsvermogen en voetwerk wordt ook overgebracht. De martiale beoefening van zwaard en beukelaar, eerst gekend als Eskirmye de Bokyle, schijnt voor het eerst ingeburgerd in de 12e eeuw. Hier twee afbeeldingen uit deze tijd (MS No. 14, E. iii., en MS No. 20. D. vi, en MS No. 14, E. iii., 13e-eeuws.)
Een laat 12e-eeuwse afbeelding van knots en beukelaar kan zelfs gevonden worden aan een bronzen deur van een Kathedraal in Trani, Italië. Rond 1178 beschreef William Fitzstephen hoe in Londen “tijdens de vakantie in de zomer de jonge mannen oefenden met beukelaars”. Het beroemde I33 manuscript lijkt te suggereren dat het gebruikt kan worden als zelfverdediging en als krijgskunst, ten minste door Monniken in Duitsland, zo vroeg als de 13e eeuw. Illustraties van wedstrijden met zwaard en beukelaar zijn afgebeeld in miniaturen van vroegen midden 14e-eeuwse manuscripten ( 1 ). De term “foyle” (ofte oefenwapen) wordt even vermeld als schermen met zwaard en beukelaar in 1200 (Ashdown, p. 316-317). De vertaling van William Caxton van het Catholicon Anglicum, een vroeg Engels-Latijns woordenboek van 1483 legt zelfs een relatie tussen de kunst van het schermen en zwaard en beukelaar: “a Bucler plaer, gladiator; a Bucler playnge, gladiatura. Swerde & ye bucler (bukiller) playnge, gladiatura”. ( 2 ) Een 15eeeuwse Venetiaanse afbeelding toont figuren opmerkelijk gelijk aan Duitse vechters van meer dan twee eeuwen ervoor. Een Spaanse bijbel van 1320 toont een eigenaardig assortiment van kanttekeningen, waarin figuren worden afgebeeld half dier, half mens, poserend of vechtend met verscheidene wapens en een aanzienlijk deel van hen met korte zwaarden en ronde beukelaars. Er zijn gevallen van het oefenen met zwaard en beukelaar die kunnen gezien worden als tijdverdrijf of een vorm van martiale sport door gewone mensen in Engeland en Noord-Italië en het was duidelijk een populaire bezigheid in Duitsland.
www.swarta.be
5/10
We weten ook dat “zwaard en beukelaar een populaire sport voor toeschouwers bleef, in het bijzonder in stedelijke gebieden tot de laat 14e eeuw” (Nicolle, Medieval Warfare, p. 252). Het systeem was ook gebruikelijk in juridische gevechten, zoals wordt vermeld in een 15e-eeuwse verklaring: “dat duellen tussen gewone burgers in Frankrijk enkel werden gevochten met de beukelaar en de baton” (Gilchrist, p. 32). In 1455 werden twee gewone burgers in Valenciennes het gebruik van de knots en beukelaar aangeleerd, met het oog op een gerechtelijk duel. De middeleeuwse traditie van zwaard en beukelaar wordt omgeschreven als martiale kamp en ook als zelfverdediging in het verhaal van Robin Hood van Anthony Munday’s: The Downfall of Robert, Earle of Huntington (c.1598): Prince John: “What meane this groome and lozell Frier, So strictly matters to inquire? Had I a sword and buckler here. You should aby these questions deare.” Frier: “Saist thou me so lad? Lend him thine. For in this bush here lyeth mine. Now will I try this newcome guest.” Scathlock: “I am his first man, Frier Tuck, And if I faile and have no lucke, Then thou with him shalt have a plucke.” Frier: “Be it so Scathlock. Holde thee lad, No better weapons can be had. The dewe doth them a little rust. But heare ye, they are tooles of trust.” Het was gemeengoed in die tijd dat het beoefenen van zwaard en beukelaar gemakkelijk kon ontaarden in een serieus handgemeen. Aylward verklaart hoe in Londen in de late 13e eeuw, de stad ’s nachts geterroriseerd werd door benden van jonge kerels, paraderend door de straat, waarbij ze hun zwaard en beukelaar tegen elkaar sloegen en vredige burgers lastig vielen om te kunnen vechten. Zelfs in 1452 klaagde een Engelse petitie dat “gret multitude of mysrewled people” anderen aanvielen en vermoorden “wyth swerd, bokeler, and dagareis”.( 3 ) Het is gekend dat de Engelse wet van 1180 schermscholen weerde uit de stad Londen en Edward I gaf het bevel (Statuta Civitatis London uit 1286) aan scholen die les gaven in Eskirmer au Buckler (of eskirmye de bokyler) om dit buiten Londen te doen, om op deze manier schurkenstreken te controleren en om te voorkomen dat crimineel gedrag geassocieerd werd met zulks gedrag ( 4 ). Dit was niet specifiek gericht tegen zwaard en beukelaar, maar tegen het geheel van het aanleren van krijgskunsten aan de burgerlijke bevolking. Want een geoefende bevolking kon dit natuurlijk gebruiken tegen de burgerlijke autoriteiten. De beperkingen waren in geen geval bedoeld om vechtkunsten te ontmoedigen in Engeland, maar om straatgevechten te voorkomen en om te verhinderen dat schurken geschoold werden in krijgskunsten, want ze konden de verantwoordelijkheid niet aan om veilig wapens te hanteren in een goede gemeenschap. www.swarta.be
6/10
Een specifieke trainingsoefening in Bergamo uit 1179 wordt ‘vechten met klein schild’ genoemd, en het suggereert training voor lichte infanterie . Dit werd gebruikelijker tijdens de 13e eeuw. Alle scholen namen deel in wat een soort van publiek vermaakt werd. Houten wapens werden gebruikt in deze pugne of gevechten. We weten ook dat rechters zware boetes oplegden aan eenieder die betrapt werd met ijzeren wapens. In de 14e eeuw monde deze oefeningen vaak uit in gevechten waaraan enkel jongelingen deelnamen. Op zich reflecteert dit het verval van de oudere milities (Nicolle, Italian Militiaman, p. 14 & 16). Burgerlijke milities, de voornaamste troepen ter dienste van middeleeuwse Italiaanse steden, bestonden vaak uit huurlingen en deze waren verondersteld geoefend te zijn in het gebruik van wapens (vooral de scuderi ofte “kleine schilden” militie). Deze middeleeuwse burgerlijke milities verminderden in de late 15e eeuw en werden vervangen door voetsoldaten met zwaard en beukelaar.
In de 16e eeuw blijft de beukelaar erkend als een noodzakelijk gereedschap van oorlog, alsook een fundamenteel systeem van zelfverdediging. Kledingboeken uit de 16e eeuw beelden stedelijke jongeren af over heel Europa die zwaard en beukelaar dragen. (Anglo, Martial Arts, p. 324, Note 111). De Bolognese meester Achille Marozzo, in zijn beroemde Opera Nova uit 1536, maakt het duidelijk dat Spada e brochiero (zwaard en beukelaar) als een fundamenteel wapen geschikt was voor oorlog en zelfverdediging. Marozzo verklaart zelfs dat hij om tijd te besparen in het omschrijven van de verschillende standen voor wapens, hij die enkel zou omschrijven in termen van enkel zwaard of zwaard en beukelaar - hiermee ogenschijnlijk implicerend dat zwaard en beukelaar een fundamenteel systeem is om te leren. Hij beeldt ook een uniek vierkante beukelaar af (spada e targe) met convex gevormde zijden om het pareren te vergemakkelijken.
www.swarta.be
7/10
De populariteit van de beukelaar kwam voornamelijk voort uit het gebruik op het slagveld. In 1558 schreef de fransman Stephen Perlin over Engeland "het is op te merken dat er puntige beukelaars gedragen worden door onderdanen, zelfs bisschoppen en prelaten … de getrouwde mannen, wanneer ze de grond bewerken, laten hun zwaard en beukelaar ... zodat in dit land iedereen wapens draagt". De editie van John Stow Annales uit 1631 meldt hoe in midden 1500 "elke onderdaan, van de basis tot zelfs de beste, een beukelaar droeg op zijn rug, welke hing aan de pareerstang of pommel van zijn zwaard, welke voor hem hing". Stow merkte ook op dat iedere smid van die tijd beukelaars verkocht (John Stow, Annales, p. 1024).( 5 ). In een gravure van een ideaal legerkampement van Leonhard Fronsperger’s “Bok of War” is een gedeelte gemarkeerd waar twee figuren zwaard en beukelaar beoefenen. Gerat Betty, een Engels militair auteur schrijft in zijn “A Discourse of Military Discipline” over de waarde van training met zwaard en beukelaar voor oorlogsvoering: “Laat hem oefenen in elk soort wapen, om zo goed als mogelijk de Janisaros Turcos te imiteren, die experten waren in wapens door hun continue beoefening ervan. En laat hen frequent zwaard en beukelaar hanteren, en vooral wens ik dat onze Ieren hetzelfde beoefenen om beter te zijn in dit soort wapen dan eender welke natie. Dit wapen is zeer belangrijk in vele gelegenheden, en vooral wanneer men dicht bij elkaar is, of om te overleven in kleine, smalle plaatsen zoals loopgraven, forten, batterijen, aanvalstuigen, ‘encamisada’ en voor andere doeleinden in oorlog, en vooral een ‘boute the cullores’ of om kleine plaatsen aan te vallen of te verdedigen.” ( 6 ) Een laat vijftiende eeuwse afbeelding door Jardin de Vertueuse (J. P. H Getty museum, MS. Ludwig XV 8, fol. 41) over het leven van Alexander toont een voorbeeld van een soldaat in maliënkolder met een kort zwaard en een kleine beukelaar aan zijn rechter heup.
www.swarta.be
8/10
Het zou kunnen overwogen worden dat zwaard en beukelaar ook een secundaire rol gespeeld heeft als trainingwapen, om te leren om te gaan met grotere schilden. Net zoals een kort zwaard of korte staf dat doet voor een langere. Er is echter geen concreet bewijs voor deze veronderstelling. Het is aannemelijk dat het nuttig is om te weten hoe je met een kleiner, beweeglijker, handgehouden schild moet vechten als je een groter schild hanteert, maar er zijn toch belangrijke verschillen in hoe elk type gebruikt wordt en wat ze kunnen doen. Het is zeker dat het aantal historische manuscripten over de beukelaar de manuscripten over de grotere schilden veruit overstijgt. Dit suggereert dat zwaard en beukelaar zijn eigen onafhankelijk systeem had en niet kan gezien worden als een trainingsmiddel voor iets anders. Een 15e eeuws schilderij in de Franse nationale bibliotheek toont Engelsen en Schotten vechtend in de slag om Otterburn, 1388, van Froissart's Chronicles (BNF FR 2645). We zien er zwaar bewapende troepen die gebruik maken van een verscheidenheid aan beukelaars en korte zwaarden. Een ander gelijkaardig schilderij uit 1347, toont Charles de Blois, die gevangen wordt genomen en portretteert een van de ridders die hem gevangen neemt met een klein, gekleurde beukelaar, hangend op zijn zwaard. In het algemeen waren beukelaars talrijker dan grotere schilden met ruwweg een factor 5 op 1 in 14een 15e-eeuwse kunstwerken.
www.swarta.be
9/10
Voetnoten deel 2
1
Hewitt, p. 317 als Roy. MSS. 14, E. iii. en 20, D. vi, als ook Hefner, Pt. Ii. Plaat vii. 2
Lyf of the noble and Crysten prynce, Charles the Grete vertaald uit het Frans door William Caxton en gedrukt door hem in 1485. Edt. Sidney J. H. Herrtage. Early English Text Society. Oxford University Press. London, New York, Toronto. 1880-1881. Afkomstig van het British Museum, press mark c. 10, b. 9. Herdruk in 1967. 3
Paston Letters and Papers of the Fifteenth Century, Paston family v. : facsims., map ; 24 cm. : Clarendon PressOxford 1971, p. 59. 4
“Whereas it is customary for profligates to learn the art of fencing, who are thereby emboldened to commit the most unheard-of villainies, no such school shall be kept in the city for the future”. (Castle, p. 16-17). Opmerkelijk is dat “most of the aforesaid villainies are committed by foreigners”. 5
Er wordt vaak de vraag gesteld hoe de beukelaar gedragen wordt. Middeleeuwse illustraties toont kleine beukelaars die gedragen worden aan de riem en over de pareerstang van het zwaard, met de bolle zijde naar buiten toe. Er zijn geen illustraties te vinden waarbij de bolle zijde naar binnen wordt gedragen. De beroemde “Wallace” verzameling in Londen heeft verschillende beukelaars van verschillende grootte in zijn arsenaal. Sommige van deze hebben haken in het center van hun “umbo” en andere hebben haken aan de rand. Sommige van de haken wijzen omhoog, terwijl andere naar beneden wijzen. Sommige haken zijn zeer nauw, terwijl andere dan weer veel breder zijn. Als zulke haken gebruikelijk waren om op beukelaars aan riemen te hangen, dan zou dit niet mogelijk geweest zijn voor de haken die omhoog wijzen of voor de hele brede haken. Enkel kleine beukelaars met middelmatige haken laten toe dat ze opgehangen worden aan een riem of over de pareerstang van een zwaard. Beukelaars met haken aan de rand en een piek in het midden kunnen zeker niet aan een riem gehangen worden. Deze kleinere haken zijn ontwikkeld om de smalle punten van de rapier te blokkeren. De grotere haken en deze die opwaarts wijzen zouden hiervoor niet nuttig zijn, maar zouden kunnen gebruikt worden om ’s nachts een lantaarn aan te hangen. 6
Gerat Berry, “A Discourse of military discipline”,verdeeld over drie boeken, verklaart de onderdelen en noodzakelijkheden van een soldaat, en elke officier, die behoort tot de infanterie, tot kapitein. Het laatste boek behandelt explosieven te land en ter zee, alsook verstevigingswerken. Samengesteld door kapitein, Irish at Bruxells, door de weduwe van John Mommart, 1634, p. 9.
Dit artikel werd vertaald voor de website en gepubliceerd op de website van SwArta met toestemming van John Clements. Vertaling door Detlev Schops - 2009
www.swarta.be
10/10