De Zwaard en Beukelaar traditie – deel 1 Door J. Clements Vertaling door D. Schops
Samen met het langzwaard als fundamenteel trainingswapen, heeft ARMA (www.thearma.org) steeds de nadruk gelegd op zwaard en beukelaar als vitaal studieonderwerp. We brengen hier een verstaanbare kijk op het systeem, zoals nooit eerder werd gepresenteerd. De besluiten die kunnen getrokken worden zijn ietwat verassend en zijn mogelijks een aanleiding voor studenten om de historische relevantie van deze schermmethode opnieuw te gaan appreciëren. Zwaard en beukelaar was een van de oudste en voortdurende systemen van de Europese schermtraditie ( 1 ). In grote mate is het echter overschaduwd door het populaire beeld van het gevecht met zwaard en schild in de middeleeuwen, en in de latere Renaissance de idee van duel met rapier en dolk. Heden ten dage krijgen enthousiastelingen en studenten van de historische Europese krijgskunsten weer respect voor deze effectieve wapencombinatie. Het resultaat is iets wat lijkt op een her-evaluatie van het familiare begrip van deze veelzijdige vechtmethode. Alhoewel zwaard en beukelaar vaak geassocieerd wordt met de vroeg 16e-eeuwse schermmethode en met het gewone volk, was het een vorm van vechten met een veel oudere traditie. Zwaard en beukelaar werd ook een soort “vechtsport”, maar het was al veel langer een krijgskunst en had zijn waarde al bewezen op het slagveld. Wat typerend is voor de beukelaar is voornamelijk zijn militair gebruik in oorlogen door soldaten en ridders. Dat de traditie langer overleefde dan deze van het gebruik der grote schilden en het uiteindelijk moest afleggen tegen rapier, gaf aanleiding tot een ietwat onjuiste erfenis. Ondanks zijn militaire waarde, is het geen verassing dat het in onbruik is geraakt voor burgerlijk duel en het volkse vechten tijdens het tijdperk van de rapier.
www.swarta.be
1/8
Maar de studie van zwaard en beukelaar heeft wat minder aandacht gekregen van historici. Aan de ene kant zijn beukelaars zo alomtegenwoordig dat ze niet veel ‘nieuws’-waarde hebben, en aan de andere kant, door de vergelijking met het 16e-eeuwse rapier, worden ze vaak gezien als bruut en ongesofisticeerd. Hoewel verschillende types van schilden werden ontwikkeld en de grote en vorm veranderde, bleven beukelaars meer consistent, zodat leerlingen en historici geen reden hadden om zich toe te leggen op de studie van zwaard en beukelaar. Een mogelijk bijkomende oorzaak voor de verminderde belangstelling is dat beukelaars geen heraldische functie diende, in tegenstelling tot schilden.
La petite defense Een beukelaar verschilt van een schild in het feit dat schilden gedragen worden met riemen om de arm terwijl de beukelaar gehouden wordt met één hand in een “vuist”greep. Het is moeilijk om de historiek van het wapen te achterhalen, omdat vaak elk type van rond schild of kleine “targe” een beukelaar wordt genoemd, ongeacht of het in de vuist werd gehouden of gedragen rond de arm ( 2 ). De beukelaar was een klein, wendbaar handgehouden schild om te weren en te stoten. Het was meestal rond en gemaakt uit metaal, soms ook uit gehard leer of lagen hout (Tarassuk & Blaire, p. 105). Beukelaars zijn dus typisch rond en hebben vaak een diameter tussen 20 en 40 cm, maar ook achthoekige, vierkante en trapeziumvormige versies zijn gekend.
www.swarta.be
2/8
Aanzienlijke variëteiten van beukelaars zijn ontwikkeld. Vaak stond in het midden een puntige piek, ook wel “umbo” (navel- van ‘umbilicus’ n.v.d. vertaler) of “boss” genaamd ( 3 ). Veel beukelaars hadden een centraal punt of enkele kleinere “tanden”. Deze punten konden aanvallend gebruikt worden, alsook voor bindingen of om het wapen van een tegenstander te verzetten. John Stow schreef in 1631 hoe het de gewoonte was om met de piek van een beukelaar (van 20 tot 30 cm) het zwaard van de tegenstander te breken of plots in te lopen en te steken. Een Engelse “Royal proclamation” van 1562 klaagt zelfs over “beukelaars met te lange pieken erop” en er is een 16e-eeuwse piek-beukelaar gevonden in een fort in Jamestown, Virginia. Sommige 16e-eeuwse beukelaars hadden ook verhoogde metalen ringen, haken of platen die het opvangen of wegstoten van klingen toeliet. Zelfs de concave (bolle) beukelaars, ostentatief ontwikkeld in de 16e eeuw om het verzetten van rapier makkelijker te maken, lijken ook voor te komen in een Franse afbeelding van 1375. Het licht en de schaduw in het kunstwerk tonen duidelijk dat de beukelaar inwaarts gerond is en geeft een verscheidenheid aan korte, spitse, stekende zwaarden die gebruikelijk waren in die tijd.
Het kan gezegd worden dat de veelzijdigheid van zwaard en beukelaar als vechtmethode ligt in zijn eenvoud. Als een combinatie van twee wapens is het tegelijkertijd defensief als offensief. Het bood wat bescherming tegen werpwapens en was handig om zwaardere wapens, zoals paalwapens en bijlen, te confronteren ( 4 ). Zijn kleine afmetingen maakten het behendig en snel. Gecombineerd met een goed “snijdend” zwaard of een spitse kling kon het aanvallen verzetten. Er konden stoten mee gegeven worden en het liet de gebruiker alsnog toe om met zijn eigen zwaard vrij te bewegen. Een ander voordeel van metalen beukelaars is dat, in tegen stelling tot houten schilden, de punt van het wapen der tegenstander niet blijft steken in de beukelaar en dat de rand van een kling de rand van de beukelaar niet beschadigd (alhoewel wanneer dit zou gebeuren het in het voordeel van de schilddrager zou kunnen zijn). In veel van de historische afbeeldingen van zwaard en beukelaar kan men de standen herkennen die ook in langzwaard gebruikt wordt, zoals hoog, midden, laag, naast en hangend. www.swarta.be
3/8
Een uitgebreide geschiedenis In de middeleeuwen waren beukelaars alledaags, zowel bij ridders als gewone soldaten, zelfs meer dan schilden. Een beukelaar was minder omslachtig en meer behendig dan een groot schild en makkelijker om rond te dragen of aan de riem te hangen. We weten dat vechten met zwaard en beukelaar een populaire bezigheid was in Noord-Italië, in Duitsland en in Engeland. Zoals Martin J. Austwick (een onderzoeker en beoefenaar van historisch schermen) het stelde: “De vroegste referentie naar professionele vechtinstructeurs of meesters van verdediging, zoals ze ook bekend stonden, hebben allemaal één ding gemeen: ze refereren naar scholen van zwaard en beukelaar. Voeg hieraan toe dat de vroegste vechtboeken in feite enkel gewijd zijn aan zwaard en beukelaar, dan is het waarschijnlijk dat vechten met zwaard en beukelaar de oudste overlevende martiale traditie is binnen de Westerse Krijgskunsten”. ( 5 ) De beukelaar werd voornamelijk gebruikt in Europa door de infanterie. Lichte infanterie, samengesteld uit gewone burgers gewapend met zwaard (of falchion) en beukelaar en opgelijnd achter troepen met paalwapens, werden vaak gebruikt in legers vanaf 1100 tot 1300. Vroeg middeleeuwse afbeeldingen van 650 tot 1100, tonen bijkomend beukelaars in gebruik bij de Keltische, Frankische en Byzantijnse ruiters. Donald Kagay brengt verslag uit over ordonnanties van 1363 bij de “Crown of Aragon” parlement van Monzon, welke de militaire uitrusting specificeert voor actieve troepen in de frontlinie. Licht bewapende troepen hadden nodig: een cuyrase (borstplaat) , een camisol (maliënkolder), helm, speer en een klein rond leder schild, “darga de scut” ( 6 ) genaamd. Beukelaars zijn ook gebruikelijk in middeleeuwse kunstwerken die Byzantijnse krijgers afbeelden. Deze kleine schilden zijn eigenlijk voor oorlog te paard en worden typisch zijdelings gehouden door twee riemen, in tegenstelling tot de centraal gehouden beukelaar met zijn enkelhandige greep. Maar zwaard en beukelaar was het meest effectief in het grondgevecht, zoals de Italiaanse Rotulari (c 1475). Een historicus omschrijft dit als volgt: “Er ontstond een nieuw soort infanterie bij de Italiaanse legers omdat er meer schuttingswerken werden gebruikt. Dit waren de zogenaamde zwaard en beukelaar infanterie. Er werd voor het eerst door Braccio mee geëxperimenteerd. Ze waren licht bewapend, behendig en uitgerust voor grondoffensief. Dit type was eerder al ontwikkeld in Spanje voor het vechten tegen de Moren, en het vestigen van Aragonesen in Napels in 1440 had duidelijk iets te maken met het opduiken van deze schilden in Italië” ( 7 )
www.swarta.be
4/8
Er bestaat geen twijfel over de populariteit van de beukelaar doorheen de eeuwen. Het vroeg 14e-eeuwse boek “Holkham Picture Bible” biedt illustraties van onder andere ridders te paard die gebruik maken van zwaard en lans, alsook van gewone soldaten te voet die gebruik maken van bijl, falchion, speer, kort zwaard en beukelaar. Ze staan afgebeeld tegenover personen met langzwaard. Dit kan ook gevonden worden in het hoofdstuk over geweldadige misdaden van “The State laws of King Magnus Eriksson”, Zweden. Freso’s uit 1340 van Noord-Italiaanse infanterie, vechtend met zwaard en beukelaar, kunnen gevonden worden in het kasteel van “Sabbionara at Avio” in Trento. Een laat 13e eeuwse afbeelding van Toscane toont ook infanterie met maliënkappen, enkel gewapend met zwaard en beukelaar. Een Franse afbeelding uit 1317, over de legende van St Denis, toont een militie die de koning ontmoet. Ze zijn uitgerust met een beukelaar en andere wapens (MS Fr. 2090-2. f.129r. Paris). Een uitgesneden reliëf (uit 1350), dat twee slapende Swabische wachters afbeeld, toont dat ze uitgerust zijn met zwaard en beukelaar, maliën en stukken harnasplaten (Nicolle, Arms and Armor, p. 191). Een laat 14eeeuwse tekst over astrologie bevat een kleurrijke afbeelding waarop een reeks van martiale oefeningen worden getoond, uitgevoerd in de zon, inclusief zwaard en beukelaar (C. F. Black, p. 132) www.swarta.be
5/8
Een andere illustratie uit 1300-1350 van een berenjacht toont twee jagers gewapend met zwaard en beukelaar en zwaard en mantel (Nicolle, Arms and Armor, p. 191) ( 8 ) Een Vlaamse afbeelding uit 1305 van de slag om Kortrijk beeldt verschillende Vlaamse militanten te voet af met maliënkappen en beukelaars, maar er worden geen grote schilden getoond.
In de slag bij Agincourt van 1415 is de enige verdediging voor de Engelse boogschutters een ronde beukelaar met een diameter van 30 cm. De “Bridport Muster Roll” uit 1457 toont dat veel van het gewone volk (waarvan er vijf duidelijk vrouwen zijn) uitgerust zijn met zwaard en beukelaar. En in een omschrijving door Dominic Mancini uit 1483 staat onder Richard Duke of Gloucester (de toekomstige Richard III): “het zwaard is vergezeld van een ijzeren beukelaar” (Edge, p. 128). De Spanjaarden met zwaard en beukelaar van de vroege 15e eeuw zijn gekend als de beste in deze wapenstijl. Ze waren geduchte tegenstanders op alle Europese slagvelden, zelfs tegen de befaamde Zwitserse piekeniers. Een geliefde tactiek was om dicht genoeg bij de piekeniers te komen zodat ze onder de paalwapens konder door rollen om vervolgens op te staan tussen de linies van de tegenstanders, alwaar hun kortere wapens de meeste schade konden aanrichten. In 1500 gebruikte de Spaanse
infanterie van Gonsalvo de Cordova beukelaars en korte zwaarden. Ze droegen stalen helmen, borst- en rugplaten (Oman p63). De beroemde Machiavelli schreef in zijn eigen “Arte Of Warre” uit 1521 hoe, in de slag van Barletta in 1503, de Spaanse infanterie door gebruik van zwaard en beukelaar afrekende met de Zwitserse piekeniers:
www.swarta.be
6/8
“Wanneer ze slaags geraakten, drukten de Zwitsers zo hard op hun vijand met hun pieken dat hun linie al snel open brak, maar de Spanjaarden, met hun beukelaars als bescherming, liepen makkelijk op hen in, en deden dit zo furieus dat ze de Zwitsers massaal afslachten en een volledige overwinning hadden behaald”. Machiavelli vertelt ook over de Spanjaarden die in de slag om Ravenna in 1512 de Duitsers belagen: “ze haasten zich naar de pieken, of werpten zichzelf op de grond om zo onder de punten door te slippen, zodat ze konden steken in de benen van de piekeniers. De Spanjaarden maakte zo nuttig gebruik van hun zwaarden dat geen van hun vijanden levend was gebleven, had de Franse cavalerie hen niet gered”. Dit gevecht was typisch voor vele andere die volgden, waardoor tijdens het eerste kwart van de 16e eeuw bewezen werd dat zwaard en beukelaar meer was dan enkel een meester over piekeniers. In 1618 schreef Adam van Breen een werk in Nederland over een militaire opleiding, welke in 1625 herdrukt werd als “Mars His field”: “over de oefening van wapens, waarin een levendige figuur de juiste en perfecte manier wordt getoond om om te gaan met zwaard, beukelaar en piek…” ( 9 ). Auteur Wilbur Prescott, schrijvend over de kunst van het oorlogsvoeren in het laat middeleeuws Spanje, suggereert dat de reden voor de vaardigheid van de Spanjaarden met zwaard en beukelaar in de vroeg 16e eeuw hun aanzienlijke ervaring in de laat 15e-eeuwse oorlogsvoering was, die gebaseerd was op het dichte gevecht met schilden. Het werk van Vegetius volgend (beïnvloed door de middeleeuwen en renaissance), suggereert Machiavelli zelfs dat legers hun soldaten moeten uitrusten met zwaard en beukelaar. Hun voordeel ten opzichte van pieken was de mogelijkheid van behendige vechters om in te komen langst de lange wapens. In 1583 schreef de Italiaanse militaire schrijver Cesare d’Evoli dat het kleine ronde metalen schild zijn geliefkoosde wapen was om pieken af te zetten (Anglo p. 220).
www.swarta.be
7/8
Voetnoten deel 1 1
Het woord beukelaar is afgeleid van het oude Frans woord ‘bocle‘ wat staat voor het verbogen uitsteeksel of de ‘umbo’ op een schild. De term ‘uitsteeksel’, in het Engels ‘boss’, komt van het 12e eeuwse Frans ‘boce’ en ‘bocle’, of ‘bloca’ in het 12de – 13de eeuwse Spanje (Nicolle, Arms and Armor, p. 549). 2
De editie uit 1611 van Florio’s Italiaans-Engels woordenboek geeft Brocchiéro, broccoliéro als “een beukelaar, een doel, een schild”. Alhoewel vaak omschreven als synoniem aan de beukelaar, verschilt een targe (of targa en adarga) van de beukelaar in die zin dat ‘targe’ kleine houten schilden bedekt met leder zijn en een leren of metalen rand kunnen hebben. Sommige waren ook bedekt met metalen pieken. In tegenstelling tot beukelaars werden targe gedragen rond de arm zoals andere types van schilden. Ze waren ook eerder plat dan bol. Elizabethanen refereren naar het beoefenen van “Swords and targat”. Het woord ‘targe’ komt blijkbaar van kleine “doelen” geplaatst op doelwitten voor boogschieten. Sommige middelmatige stalen schilden van de renaissance worden vaak geklasseerd als targes of Italiaanse rondella. Alhoewel geassocieerd met de Schotten, werd de targe gebruikt doorheen heel Europa. Ze waren het populairst in de renaissance en de Schotten waren gewoon de laatste die ze gebruikt hebben. 3
Het Livy, T. Thomas 1587 Latijns-Engels woordenboek, Dictionarium Linguae Latinae et Anglican omschrijft umbo als “de bosse van een beukelaar of schild”. Thomas omschrijft Parmularius als “een beukelaar of targetmaker of hij die er zo een gebruikt” en het oud Romeinse Pelta als “een targe of beukelaar zoals een halve maan, ook een vierkante beukelaar of targe”. 4
Men heeft ook geopperd dat een voordeel van de beukelaar zijn aanpasbaarheid is. Een groot schild gedragen aan de arm kan gehaakt of getrokken worden door verscheidene types van paalwapens en bijlen, waarbij de vechter kwetserbaarder is. Een kleiner en aangenamer in de hand gehouden beukelaar kan gemakkelijker los gemaakt worden van zulke pogingen of plots losgelaten worden door de vechter. 5
http://albionacademyofarmes.org/essay1.htm 6
A Government Besieged by Conflict. Artikel geleverd door Donald Kagay op de 13de jaarlijkse Middeleeuwse en Renaissance Studie conferentie in het New College van Zuid Florida, 16 maart 2002. Pp. 34-35 7
Michael Mallet. Mercenaries and Their Masters – Warfare in Renaissance Italy. Rowman and Littlefield, Totowa, NJ, 1974, p. 155. 8
Interessant is dat de mantel de linkerarm omwikkelt op een manier die identiek en gebruikelijk is in de 16de eeuw 9
De Wapen-handelinge van schilt, spies, rapiers, en targis. Nae de nieuwe ordere, vanden...prince van Oraignien, Mauritius van Nassauw ... Door Adam van Breen in figuren ... Den Haag, Ghedruckt door H. Hondius, 1640.
Dit artikel werd vertaald voor de website en gepubliceerd op de website van SwArta met toestemming van John Clements. Vertaling door Detlev Schops - 2009
www.swarta.be
8/8