www.abvv.be
De vakbond een wereldspeler
Voor meer info : ABVV Hoogstraat 42 1000 Brussel Tel: +32 (0)2 506.82.11 Fax: +32 (0)2 506.82.29
INHOUDSTAFEL
E-mail:
[email protected] Nuttige websites: www.abvv.be; www.vlaamsabvv.be www.schoneklerenophetwerk.be www.etuc.org www.icftu.org www.ilo.org www.tuac.org Foto’s: ABVV Lay-out: ABVV © april 2003 Volledige of gedeeltelijke overname of reproductie van de tekst uit deze brochure mag alleen met duidelijke bronvermelding.
Voorwoord
3
De wereld, een syndicaal dorp
4
Globalisering: wat is dat?
5
Onze kritiek op de huidige globalisering
6
50 jaar syndicale solidariteit
8
No TINA but TIA
9
Wat leert ons de sociale geschiedenis?
10
Internationale instellingen: hervormen, niet verwerpen!
11
Naar een mondiale economische en sociale regulering
13
De vakbeweging gaat internationaal
13
Identieke vaststellingen, maar soms andere doelstellingen
14
Het syndicalisme claimt niet het monopolie van de solidariteit
15
Het belang van het nationaal en Europees niveau
16
Een democratisch en sociaal Europa als model voor
Verantwoordelijke uitgever: Mia De Vits 2
een solidaire globalisering?
17
Proxima estacion: Esperanza…
18
De vakbond, een wereldspeler De vakbeweging is internationaal uit principe, globaal uit noodzaak. In de loop van haar lange bestaan heeft zij zich steeds aangepast aan de verschillende evoluties. De globalisering is daarvan een laatste fase. Maar ondanks die veranderingen bleef de vakbeweging trouw aan haar idealen van solidariteit, vrede, democratie en rechtvaardige verdeling van de rijkdom. Jaar in jaar uit worden overal ter wereld nog steeds mannen en vrouwen vermoord, verminkt, opgesloten, afgedankt of gepest enkel en alleen omdat ze hun principes in praktijk willen brengen. De globalisering zoals die nu bestaat moet in toom gehouden worden, sociaal gereguleerd worden, zodat iedereen in degelijke omstandigheden kan leven en werken, in een kwaliteitsvolle omgeving. Dat betekent globalisering nu niet. Dat is één van de redenen waarom het ABVV deel uitmaakt van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen. Het ABVV was in 1949 trouwens één van de stichters van die vakbondsinternationale. Vandaag is het IVVV uitgegroeid tot de grootste internationale vakbond met 156 miljoen leden uit 148 landen, aangesloten bij 221 vakbonden. De vakbeweging bezit niet het monopolie van de solidariteit. Zij wil werken met respect voor de veelzijdigheid en de eigenheid van de sociale bewegingen. De domeinen waarop de strijd voor een betere wereld geleverd wordt, zijn zo talrijk en de nodige inzet zo groot dat alle krachten daarbij gebruikt kunnen worden. De globalisering mag niemand langs de kant laten staan. Niet in België, maar ook niet in de landen van het Zuiden. Als de globalisering de overgrote meerderheid van de bewoners van deze planeet in de kou laat staan, dan heeft zij geen enkele toekomst. Het ABVV werkt, met de middelen die het heeft, mee aan de opbouw van een syndicale tegenmacht om het tij te doen keren. Enerzijds in de schoot van het IVVV, om onze stem op het internationale forum te laten horen. Anderzijds in de schoot van nationale structuren waar we opkomen voor samenwerking met onze kameraden uit Afrika, Azië, Latijns-Amerika en Centraal- en OostEuropa. André Mordant
Mia De Vits
Algemeen Secretaris
Voorzitter
3
De wereld, een syndicaal dorp 209 vakbondsmensen werden vermoord of verdwenen in 2000, 8.500 anderen werden aangehouden, 3.000 verwond, meer dan 100.000 opgejaagd en 20.000 ontslagen wegens hun vakbondsactiviteiten.Het laatste jaarverslag van het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) over de schending van de vakbondsrechten in de wereld vestigt de aandacht op de prijs die mannen en vrouwen betalen, enkel en alleen omdat ze zich inzetten voor hun werkmakkers. Die feiten werden gepleegd in 140 landen, verspreid over de vijf continenten. Het vakbondsleven heeft dus duidelijk een mondiale dimensie. En de vakbeweging heeft duidelijk aandacht voor wat er in de wereld gebeurt. Wanneer het IVVV congresseert zoals in 1996 in Brussel op uitnodiging van het ABVV of in Durban (Zuid-Afrika) in 2000, dan komen de sprekers steeds weer hetzelfde verhaal vertellen, of ze nu uit Brazilië, Maleisië, Japan, Burkina Faso, Nieuw-Zeeland of Europa komen. De ernst van de situatie kan verschillen, maar overal is de vaststelling dezelfde. Die afgevaardigden hebben het allemaal over afbouw van het sociaal welzijn, de toename van de werkonzekerheid, de massale werkloosheid en de toenemende ongelijkheid. De vakbeweging blijft niet bij de pakken zitten en blijft verder werken aan haar groei, op basis van haar verleden; een verleden van sociale vooruitgang en verovering van burgerlijke en politieke rechten. De rol van Solidarnosc in Polen bij de ineenstorting van het totalitaire communisme, of de rol van de Zuid-Afrikaanse vakbond COSATU, in de schoot van het ANC, bij het stopzetten van het apartheidsregime zijn slechts twee voorbeelden die nog vers in het geheugen liggen.
4
Globalisering: wat is dat? Het woord globalisering (sommigen zeggen mondialisering) is ons dagelijks leven binnengedrongen. Er gaat geen dag voorbij zonder dat we het ergens geschreven zien of dat we het horen. De val van de Berlijnse muur was een bevrijding voor het volk. Die val was ook de aanzet tot de eenmaking op wereldvlak van de nationale markten en tot een verspreiding van de sociale ongelijkheid. Dankzij de nieuwe technologieën werden de mogelijkheden en de snelheid van financiële transacties spectaculair vergroot. Elke dag overschrijdt het bedrag van de financiële transacties 1.500 miljard dollar. De directe investeringen van multinationals in het buitenland belopen jaarlijks meer dan 11.000 miljard dollar, terwijl het handelsverkeer rond de 7.000 miljard dollar schommelt. Een onderneming als General Motors werkt wereldwijd met 100.000 onderaannemers. Anderzijds moet de opvatting dat de globalisering vandaag almachtig is, enigszins genuanceerd worden. De globalisering is nog niet helemaal een feit. Afrika, dat meer dan een vierde van de wereldoppervlakte bestrijkt en 12% van de wereldbevolking vertegenwoordigt, is goed voor amper 1% van het handelsverkeer. Bovendien is de internationalisering van de economie geen nieuw verschijnsel. Op andere tijdstippen van onze geschiedenis kwam het al voor, bijvoorbeeld tussen 1870 en het begin van de Eerste Wereldoorlog. Nochtans is de huidige internationalisering van het handelsverkeer niet zomaar een kopie van de vorige industriële revolutie. Ze gaat immers gepaard met de ontwikkeling van een neoliberaal beleid dat steunt op deregulering, delocalisatie en privatisering. Zo komt er een geglobaliseerde economie tot stand die meer en meer aan de greep van de Staten ontsnapt en meer en meer werknemers, in het kader van de internationale concurrentie, tegen elkaar uitspeelt. Die perceptie van het einde van een wereld werd nog scherper na de aanslagen van 11 september in de VS. Het wat abstracte begrip globalisering is nooit zo duidelijk geweest. Er zijn niet alleen de geliberaliseerde markten, de vrijheid van kapitaalverkeer, van goederen en mensen, van ziekten en illegalen…Er is ook de internationalisering van gewelddadige conflicten sommigen beweren dat de 21ste eeuw pas echt begon op 11 september 2001.
5
Onze kritiek op de huidige globalisering In de moderne geschiedenis is de kloof tussen Noord en Zuid nooit zo diep geweest. De ongelijkheid – op basis van het inkomen per inwoner – tussen de zeven rijkste en de zeven armste landen is sinds 1960 spectaculair gestegen. In 1960 was de verhouding al van 1 tot 30. Op 30 jaar tijd is ze verdubbeld en in de jaren '90 werd die tendens nog versterkt. In 1997 was de verhouding al 1 tot 74!
Ongelijkheidsindex in de wereld 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1960
1990
1997
De huidige ongelijkheid is ronduit onaanvaardbaar. De 20% rijkste landen produceren 86% van de algehele rijkdom. De minst ontwikkelde landen, die een vijfde van de armste wereldbevolking vertegenwoordigen, tellen slechts mee voor 1% van de rijkdom op wereldschaal. De 200 rijkste mensen zijn erin geslaagd, tussen 1994 en 1998, hun rijkdom te verdubbelen (samen bezitten ze de ronde som van 1.000 miljard dollar). Het fortuin van de drie rijkste mensen ter wereld overschrijdt ruim het Bruto Binnenlands Product van alle minst ontwikkelde landen met hun 600 miljoen mensen! De schuld van de ontwikkelingslanden overschrijdt de 2.000 miljard.
6
De naakte cijfers op een rijtje In de ontwikkelingslanden Gezondheid • hebben 968 miljoen mensen geen directe toegang tot watertoevoer (1998) • hebben 2,4 miljard mensen geen toegang tot de sanitaire basisvoorzieningen (1998) • lijden 34 miljoen mensen aan Aids of zijn seropositief (eind 2000) • sterven jaarlijks 2,2 miljoen mensen ten gevolge van de lucht-vervuiling thuis (1996) Onderwijs • kunnen 854 miljoen mensen, waaronder 543 miljoen vrouwen, niet lezen of schrijven (2000) • gaan 325 miljoen kinderen, waaronder 183 miljoen meisjes, zelfs niet naar de lagere of middelbare school (2000) Armoede • leven 1,2 miljard mensen met minder dan 1 $ (40 BEF, 1€) per dag en 2,8 miljard mensen met minder dan 2 $ per dag (1998) Kinderen • sterven jaarlijks 11 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar aan ziekten die gemakkelijk voorkomen hadden kunnen worden (1998) • hebben 163 miljoen kinderen van minder dan vijf jaar een onvoldoende gewicht (1998) In de ontwikkelde landen van de OESO • zijn 15% van de volwassenen analfabeet (1994 -1998) • leven 130 miljoen mensen onder de armoedegrens (inkomen lager dan de helft van het mediaan inkomen) (1999) • zijn 8 miljoen mensen ondervoed (1996-1998) • lijden 1,5 miljoen mensen aan Aids of zijn seropositief (2000). Bron: United Nations Development Program, wereldrapport over de menselijke ontwikkeling 2001
7
50 jaar syndicale solidariteit Al meer dan 50 jaar proberen de werknemers een antwoord te vinden op de internationalisering van de economie en op het verschijnsel van de multinationals. Al meer dan 50 jaar probeert de vakbeweging bij diegenen die in sociale en milieuregelgeving enkel en alleen een belemmering van de vrijhandel zien, de idee ingang te doen vinden van een globalisering van de sociale rechtvaardigheid. Toen het IMF (internationaal monetair fonds) en de Wereldbank in de jaren '80 de neoliberale toer opgingen, toonde het IVVV (internationaal verbond vrije vakverenigingen) zich steeds kritischer, maar het wilde zich niet beperken tot een principieel verzet. Het wilde daarentegen zijn rol als tegenmacht en als kritisch waarnemer versterken om het beslissingsproces zoveel mogelijk te kunnen beïnvloeden. De vakbeweging verwerpt de globalisering als dusdanig niet. Globalisering kan aan de bron liggen van groei en kan bijdragen aan ontwikkeling en aan meer sociale rechtvaardigheid. We hebben al te vaak de mislukkingen met hun desastreuze gevolgen gezien voor de bevolking van landen die zich uit het internationaal handelsverkeer terugtrokken. In de 2e helft van de 20e eeuw zijn de weinige landen die uit de armoede zijn kunnen klimmen, staten die hun economie in de wereldhandel hebben ingeschakeld, zoals bepaalde Aziatische landen. Nochtans kan de vakbeweging geen voldoening nemen met die vaststelling. De vakbonden van landen uit de
De vakbonden van landen uit de derde wereld of "in overgang" helpen door mee te werken aan de vorming van hun verantwoordelijken en hun deskundigen, is een uitstekend solidariteitsinstrument. Het is een vorm van solidariteit die het ABVV bedrijft met vakbondspartners uit Afrika, Latijns-Amerika en Oost-Europa. Seminaries en studiebezoeken versterken de mogelijkheden van die organisaties en geven concreet gestalte aan een duurzame solidariteit.
derde wereld of "in overgang" helpen door mee te werken aan de vorming van hun verantwoordelijken en hun deskundigen, is een uitstekend solidariteitsinstrument. Het is een vorm van solidariteit die het ABVV bedrijft met vakbondspartners uit Afrika, Latijns-Amerika en Oost-Europa. Seminaries en studiebezoeken versterken de mogelijkheden van die organisaties en geven concreet gestalte aan een duurzame solidariteit. 8
No TINA but TIA In de gloriejaren van het Britse conservatisme had Thatcher de gewoonte aan hen die het niet eens met haar waren te zeggen: "There Is No Alternative" (Er is geen alternatief). De vakbeweging heeft die TINA-methode altijd verworpen. Zoals François Janssens, toenmalig voorzitter van het ABVV, zei op het Congres van 1994: wij zijn in staat linkse alternatieven aan te reiken om degenen die dachten dat er geen andere keuze meer was, opnieuw hoop te geven. There Is an Alternative (TIA). Er zijn altijd alternatieven. De huidige globalisering ontsnapt daar niet aan. De globalisering moet leren rekening houden met de grote sociale en leefmilieuproblemen. Momenteel is dat niet het geval. Alleen al in de afgelopen 10 jaar tonen de crisissen in Mexico, Azië, Rusland, Brazilië, Turkije en Argentinië duidelijk aan hoe zwaar de gevolgen van de financiële crisissen op de nationale economieën, op de werknemers en hun gezinnen zijn. Zo berekende de Internationale ArbeidsOrganisatie (IAO) dat alleen al de Aziatische crisis meer dan 10 miljoen werknemers hun baan kostte en voor vele anderen een verslechtering van hun arbeidsvoorwaarden meebracht. Die regio kende ook een nooit geziene toename van armoede, sociale uitsluiting, prostitutie, geweld en racisme.
Schrijven naar de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken, naar een Ambassadeur of een
Stellen dat de wereldhandel te nemen of te laten is, is een wel heel beperkende kijk op dit ingewikkelde probleem. Heel wat aspecten van de globalisering moeten ter discussie gesteld, besproken en gereguleerd worden als men schadelijke effecten ervan wil vermijden of inperken, zoals grotere armoede, belastingontwijking, witwaspraktijken of de opwarming van de aarde. Er moet niet alleen voor gezorgd worden dat de liberalisering van het handelsverkeer tot grotere welvaart leidt. Die grotere welvaart moet ook iedereen ten goede komen.
Staatshoofd om de opsluiting van een of meerdere vakbondsmensen in het buitenland aan te klagen, lijkt twee keer niks. Nochtans hebben mannen en vrouwen hun vrijheid en soms zelfs hun leven aan
Schrijven naar de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken, naar een Ambassadeur of een Staatshoofd om de opsluiting van een of meerdere vakbondsmensen in het buitenland aan te klagen, lijkt twee keer niks. Nochtans hebben mannen en vrouwen hun vrijheid en soms zelfs hun leven aan dergelijke initiatieven te danken. De "verdediging van de vakbondsrechten" is geen abstracte zaak: de militanten uit Congo, Iran, Colombia en vele andere landen voor wie het ABVV in 2001 actie gevoerd heeft, kunnen ervan getuigen.
dergelijke initiatieven te danken. De "verdediging van de vakbondsrechten" is geen abstracte zaak: de militanten uit Congo, Iran, Colombia en vele andere landen voor wie het ABVV in 2001 actie gevoerd heeft, kunnen ervan getuigen. 9
Wat leert ons de sociale geschiedenis? Het opengooien van de markten betekent winst voor de enen, verlies voor de anderen. Verscheidene decennia van opengestelde markten tonen aan dat de verdeling van de winsten, uit de liberalisering van het handelsverkeer, een veel moeilijker oplosbaar probleem bleek is dan de economische theorie daarover verkondigde. Reden ook waarom regels opgelegd moeten worden en strikt economische doelstellingen moeten samengaan meteen ander beleid inzake sociale en milieumaatregelen. Heel wat studies analyseren de huidige globalisering in het licht van de vorige industriële revolutie aan het einde van de 19e eeuw, om het uitzonderlijke karakter ervan te relativeren. Maar hoeveel doen er dezelfde oefening wanneer het om het sociale gaat? Als we de sociale geschiedenis bekijken sinds de vorige industriële revolutie, dan stellen we vast dat de arbeidersbeweging er tientallen jaren over gedaan heeft om op haar beurt van de economische vooruitgang te genieten. Hoe kunnen we vermijden dat de geschiedenis zich herhaalt? Hoe vermijden we dat de globalisering, de technologische revolutie en de reorganisatie van de werkmethodes leiden tot een loskoppeling van economische groei en sociale vooruitgang? Het is niet de grote internationale eenheidsmarkt die zal zorgen voor sociale vooruitgang en bescherming van het leefmilieu, maar wel een nieuwe politieke en sociale regulering op wereldvlak. Algerije: verwoest door Algerije: verwoest door overstromingen. Kosovo: verwoest door de oorlog. Turkije: getroffen door een aardbeving. Tegenover door de mens of de natuur veroorzaakte rampen kan een simpele daad van solidariteit (het opsturen van een financiële bijdrage, van slaapzakken….) wonderen doen. Ook hier doet het ABVV zijn duit in het zakje. Bij dergelijke rampen is het niet het moment om ideeën uit te wisselen, maar om een helpende hand te reiken.
overstromingen. Kosovo: verwoest door de oorlog. Turkije: getroffen door een aardbeving. Tegenover door de mens of de natuur veroorzaakte rampen kan een simpele daad van solidariteit (het opsturen van een financiële bijdrage, van slaapzakken….) wonderen doen. Ook hier doet het ABVV zijn duit in het zakje. Bij dergelijke rampen is het niet het moment om ideeën uit te wisselen, maar om een helpende hand te reiken.
10
Internationale instellingen: hervormen, niet verwerpen! De internationale financiële instellingen werden opgericht na de Tweede Wereldoorlog. Bedoeling was de vrede, de financiële stabiliteit en de economische groei te bevorderen. Vandaag is de paradox echter dat die financiële instellingen aan de ene kant openbare agentschappen zijn (in die zin dat hun aandeelhouders de regeringen zijn), maar aan de andere kant weinig transparant werken, met hun eigen agenda die aan elke controle ontsnapt. Zo wordt het IMF verondersteld op te treden als bewaker van de internationale financiële stabiliteit. De Wereldbank zou de landen moeten helpen bij het bepalen van ontwikkelingsstrategieën. En de WHO (wereldhandelsorganisatie) zou zich moeten bezighouden met de toepassing van de evenwichtige regels van de wereldhandel. Het IMF dringt echter drastische aanpassingsplannen op zonder daarbij rekening te houden met de brutale gevolgen voor de werkgelegenheid en de armoede. De Wereldbank ontwikkelt geen enkele globale visie en onderzoekt de situatie van elk land afzonderlijk, zonder rekening te houden met de gevolgen voor de andere landen. Als de Wereldbank Vietnam bijvoorbeeld de aanbeveling geeft om koffie of cacao te produceren, dan houdt zij in zijn berekeningen geen rekening met de catastrofale gevolgen daarvan voor een land als de Ivoorkust. Joseph Stiglitz, laureaat voor de Nobelprijs economie in 2001 en voormalig vice-voorzitter van de Wereldbank, aarzelde niet te stellen dat het beleid van de Wereldbank de crisis in Azië en de neergang van Rusland had versneld ten koste van de bevolking.Tenslotte is het zo dat de WHO bij haar opdrachten geen rekening houdt met essentiële elementen als sociale rechten, volksgezondheid of leefmilieu. Het principe waarop de architectuur van de internationale instellingen is opgebouwd, is dit van de specialisering. Elk agentschap beheert op grond van specifieke internationale akkoorden een beperkt domein: de handel voor de WHO, de financiën voor het IMF, de sociale betrekkingen voor de IAO, de gezondheid voor de WGO (wereldgezondheidsorganisatie).Tussen haakjes, voor het leefmilieu bestaat er geen internationaal agentschap! Ondanks veelvuldige oproepen tot coherentie tussen de internationale organisaties en ondanks het feit dat ze in principe allemaal, zij het in verschillende mate, deel uitmaken van het stelsel van de Verenigde Naties, zijn de onderlinge banden zwak en informeel van aard. Elk internationaal agentschap werkt op zijn eigen terrein, zonder enige coördinatie met de andere. Net alsof de ministeries op nationaal vlak elk in hun eigen hoekje zouden werken, zonder coördinatie door de regering en de Eerste Minister.
11
De WHO, het IMF en de Wereldbank moeten dus niet zozeer verdwijnen dan wel verplicht worden rekening te houden met de normen van de andere grote internationale instellingen als de IAO of de WGO. De WHO afschaffen bijvoorbeeld, zou betekenen dat men de weg van de multilaterale akkoorden opgeeft in ruil voor bilaterale akkoorden waarbij de krachtsverhoudingen tussen Noord en Zuid nog veel sterker spelen. Men mag terecht kritiek uitoefenen op de werking van de WHO, maar men mag evenwel niet vergeten dat dankzij die instelling de VS al veroordeeld werden in geschillen met bv. de Europese Unie of Costa Rica. De Amerikaanse conservatieven beseften dit wel degelijk toen zij – althans vóór de aanslagen van 11 september – komaf wilden maken met het systeem van de WHO omdat dit geen absolute garantie biedt voor hun handelssuprematie, en daarom wilden zij het vervangen door onevenwichtige bilaterale onderhandelingen. Het inzetten van financiële middelen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking om de menselijke middelen van de vakbonden uit de derde wereld en uit landen "in overgang" te versterken, is een belangrijke hefboom van de solidariteit. Dankzij die middelen kon de Ruandese vakbond CESTRAR in 2001 een studiemaand organiseren in Kigali, om de militanten de grondbeginselen van het arbeidsrecht bij te brengen en ze te leren hoe dit te verdedigen. Zo volgden ook een dertigtal Afrikaanse vakbondsmensen een stage in Brussel. Ze keerden naar huis terug met ideeën… en een lange lijst contactpersonen van het ABVV.
Het inzetten van financiële middelen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking om de menselijke middelen van de vakbonden uit de derde wereld en uit landen "in overgang" te versterken, is een belangrijke hefboom van de solidariteit. Dankzij die middelen kon de Ruandese vakbond CESTRAR in 2001 een studiemaand organiseren in Kigali, om de militanten de grondbeginselen van het arbeidsrecht bij te brengen en ze te leren hoe dit te verdedigen. Zo volgden ook een dertigtal Afrikaanse vakbondsmensen een stage in Brussel. Ze keerden naar huis terug met ideeën… en een lange lijst contactpersonen van het ABVV. 12
Basisarbeidsnormen
Naar een mondiale economische en sociale regulering
In 1998 keurde de IAO een verklaring goed inzake de beginselen en de rechten op arbeid evenals het opvolgingsmechanisme van de fundamentele conventies.
Er bestaat dus op internationaal vlak een zwaar politiek deficit. Enkel de G7, de groep van de 7 rijkste landen, oefent een soort leiderschap t.a.v. het hele systeem uit. De vergaderingen van de G7, waarbij soms ook Rusland gevoegd wordt om de G8 te vormen, zorgen voor verwarring en verbijstering. Niet dat de leiders van de 7 rijkste landen het recht niet hebben om bijeen te komen, maar wel omdat ze beslissingen nemen die de hele planeet raken, zonder dat ze over enig mandaat van de Verenigde Naties beschikken. Die vergaderingen hebben de pretentie de wereldeconomie te sturen, ondanks hun zwakke vermogen om een effectieve bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van onze planeet te leveren.
Volgens die verklaring moeten de Lidstaten van de IAO de principes inzake de grond (of basis) rechten eerbiedigen, bevorderen en ten uitvoer brengen. Het gaat om: • het recht op vereniging en collectieve onderhandelingen (conventies 87 en 98) • de effectieve afschaffing van kinderarbeid (conventies 138 en 182) • het wegwerken van verplichte of gedwongen arbeid (conventies 29 en 105) • het wegwerken van discriminaties inzake werk en beroep (conventies 100 en 111)
De kwestie van een soort wereldregering is meteen duidelijk gesteld. Volgens de vakbeweging moeten de sociale normen en de rol van de IAO centraal in dat debat staan. Daarbij moet men twee klippen vermijden: een overdreven ambitie voor een onmiddellijke wereldoplossing enerzijds en een terugplooien op het eigen land of op Europa anderzijds. Het is de regeringsactie die binnen afzienbare tijd voor de aangepaste governancestructuren zal kunnen zorgen. En het zijn de beslissingen onder regeringen die de internationale vorm moeten uittekenen.
Eind 2000 besloot de IAO maatregelen te nemen tegen Birma en tegen de dwangarbeid in dat land. Een historisch precedent. Voor de eerste maal deed de IAO een beroep op alle organisaties van de VN en op alle regeringen, werkgevers en vakbonden – zij vormen de drie vleugels in de IAO – voor het nemen van daadwerkelijke sancties. Het ABVV en het IVVV volgen dit dossier van zeer nabij.
De vakbeweging gaat internationaal De geschiedenis van de vakbeweging is gebouwd op internationale samenwerkingsverbanden, met de bedoeling de stem van de werknemers op de internationale scène en in de Europese en internationale cenakels te laten horen. De vakbeweging is per definitie internationaal gericht en zij werkt aan haar verdere uitbouw door zich aan de globalisering aan te passen via studiewerk, informatie-uitwisseling en nieuwe organisatievormen. De jongste jaren zijn er fusies doorgevoerd die aanleiding gaven tot oprichting van de Internationale van de onderwijsbonden of recenter nog (januari 2000) tot de oprichting van UNI, die vandaag vier internationale regionale federaties van representatieve bediendevakbonden groepeert uit alle sectoren en uit de sectoren telecommunicatie, media en uitgeverijen. Alles tezamen meer dan 950 vakbonden met 15 miljoen leden in 140 landen.
13
In april 2000 lanceerde de Internationale van de onderwijsbonden een wereldcampagne voor de bestrijding van het analfabetisme. In samenwerking met een hele reeks ontwikkelings-NGO's, ijveren de Internationale van het Onderwijs en haar nationale leden bij de regeringen en de internationale instellingen voor gratis openbaar onderwijs voor alle kinderen tegen het jaar 2015.
Wereldsyndicalisme Het ABVV is stichtend lid van het grootste internationaal vakverbond, het IVVV. Als tegenstander van de overheersende invloed van de vakbonden van het communistisch blok in het Wereldvakverbond (WVV), richt het ABVV in 1949 samen met enkele andere vakbonden het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) op. Als voorvechter van het vrije syndicalisme en de internationale samenwerking is dit vandaag uitgegroeid tot het grootste internationaal vakverbond met meer dan 156 miljoen werknemers uit 221 organisaties en 148 landen. De vakcentrales van het ABVV werden al vlug lid geworden van de internationale vakbondsfederaties, de "internationale beroepssecretariaten" (IBS). Die zijn ontstaan in de laatste dertig jaar van de 19e eeuw. De meeste ervan behoren vandaag tot het IVVV. De Europese eenmaking leidde in 1973 tot de oprichting van het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV) door de Europese vakbonden aangesloten bij het IVVV (waaronder het ABVV), waartoe in 1974 ook de christelijke vakbonden van het Wereldverbond van de Arbeid (WVA) toetreden en recenter nog de vakbonden van het communistische WVV. De Syndicale Adviescommissie bij de OESO, beter bekend als TUAC (Trade Union Advisory Committee), groepeert de vakbonden uit de landen die lid zijn van dit superstudiebureau van de industrielanden. Onlangs gaven het IVVV, de IBS, het EVV en TUAC het startschot voor een project "wereldsyndicalisme" via het netwerk "Global Unions". Via zijn website www.global-unions.org biedt dit syndicaal netwerk de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen, de leden over lopende campagnes te informeren en ze naar de media te verspreiden.
In april 2000 ondertekende UNI een overeenkomst met de Spaanse onderneming Telefonica die 120.000 werknemers in een tiental landen telt. Ingevolge dit sociaal akkoord heeft het Spaanse telecombedrijf zich ertoe verbonden de sociale en de syndicale rechten, zoals vastgelegd door de IAO, te eerbiedigen en met de bij de UNI aangesloten vakbonden een dialoog aan te gaan over alle thema's die verband houden met tewerkstelling en opleiding. De Internationale Federatie van Transportarbeiders (ITF) sluit al sinds meer dan 50 jaar internationale CAO's af voor zeelui die varen onder goedkope vlag. De strijd van de ITF tegen de goedkope vlaggen is niet alleen een strijd voor de rechten van de werknemers die afhangen van de wetgeving van landen met een goedkope vlag, het is ook een strijd voor strengere veiligheidsnormen om milieurampen (zoals het vergaan van de Erika op 12 december 1999 voor de Franse kust) te voorkomen. Een van de laatste akkoorden die in 2000 ondertekend werd door ITF en de Federatie van reders handelt over de lonen, de uren en de arbeidsvoorwaarden van meer dan 100.000 zeelui op alle wereldzeeën.
Identieke vaststellingen, maar soms andere doelstellingen Om het stadium van de goede bedoelingen te overstijgen, moeten de principes ook gekoppeld worden aan werkbare oplossingen. Voor sommigen is de globalisering dé vijand, de duivel, de bron van alle kwaad die met wortel en al uitgeroeid moet worden. Dergelijke negatieve houding werkt verstarrend en leidt tot berusting en frustratie maar houdt de globalisering niet tegen! De vakbeweging heeft steeds weer gekozen voor de weg van de "realistische utopie", van toekomstprojecten die steunen op een mengeling van pragmatisme en idealisme. De vakbeweging werkt mee en neemt deel aan mondiale strategieën die in de diverse internationale instellingen uitgedokterd worden om te komen tot een wereld zonder armoede, waar alle levensnoodzakelijke behoeften bevredigd worden met eerbied voor de natuurlijke hulpbronnen en het evenwicht op aarde. Ons pragmatisme betekent helemaal niet dat we afstand doen van onze idealen.
14
Dat is het geval met onze steun aan de Tobin-taks. Die heffing is een reeds oude maar actueel gebleven eis van de vakbeweging, die echter uitgegroeid is tot een ware mythe die aan de basis ligt aan de oprichting van een hele reeks nieuwe sociale bewegingen. De doodsimpele idee van een heffing op de financiële transacties om speculatie tegen te gaan, is een factor van mobilisatie en vereniging van al diegenen die niet tevreden zijn met de huidige situatie. Maar deze terecht eis mag de andere eisen evenwel niet overschaduwen.
Het ABVV verkreeg ook middelen om de Chileense landbouwarbeiders te sensibiliseren voor het gevaar van pesticiden. Samen met de
TUAC en het IVVV dringen er bij de OESO op aan om de strijd tegen de belastingparadijzen op te drijven. Op Europees vlak vecht de vakbeweging voor verdere vooruitgang inzake fiscale harmonisatie, opheffing van het bankgeheim en invoering van een drempelbelasting voor de ondernemingswinsten. Die laatste punten zijn vermoedelijk een stuk minder interessant voor de media en minder mobiliserend dan de Tobintaks, maar de verwezenlijking ervan is nochtans onontbeerlijk om het Europees sociaal model te verstevigen en te versterken. De Tobin-taks mag dan al een machtig mobilisatie- en drukkingsmiddel zijn, we moeten erover waken dat het zich niet tegen ons keert. De plechtige verklaringen van de regeerders over de noodzaak van een Tobin-taks dienen vaak alleen maar om hun gebrek aan politieke wil in de andere fiscale dossiers te verbergen.
plaatselijke vakbonden werden informatievergaderingen gehouden met vakbondsverantwoordelijken, maar er werd ook aangepast propagandamateriaal uitgewerkt en verspreid. Zonder steun van buitenaf zou dit initiatief nooit het daglicht gezien hebben.
Het syndicalisme claimt niet het monopolie van de solidariteit De vakbonden beweren niet dat ze het monopolie van de solidariteit in handen hebben. Er bestaan allianties en die moeten versterkt worden. Vele militanten van het ABVV zijn bijvoorbeeld lid van van koepelorganisaties zoals 11-11-11 of CNCD.
De campagne «Schone Kleren» (opgestart in 1995) of de
Bepaalde bewegingen, verenigingen of NGO's denken grondig na over het thema van de globalisering en spelen een onvervangbare rol in het verdedigen van de mensenrechten, van groepen zeer kwetsbare burgers, van verbruikers of van het leefmilieu. De vakbeweging heeft een strategie van allianties uitgedokterd. In België was er de campagne "Schone Kleren", de betoging van 20 mei 2001 voor de verbetering van de sociale uitkeringen en de campagne voor het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Die samenwerkingsverbanden versterken elk op hun manier de componenten van de burgermaatschappij.
campagne «Werk aan de wereld» (1997) zijn twee voorbeelden van projecten waarin NGO’s en vakbonden uit het Noorden, het Zuiden, België en andere landen samenwerken.
15
Het belang van het nationaal en Europees niveau Het internationaal syndicalisme blijven versterken, dat blijft het hoofddoel. Dit syndicalisme is ontstaan voordat er sprake was van globalisering. Het stoelde op de noodzaak van een gestructureerde en collectieve actie, met als doel de stem van de wereld van de arbeid te laten horen op de internationale scène. Het internationaal niveau versterken, betekent niet dat het nationaal en Europees syndicalisme alle macht verloren heeft om de maatschappij te veranderen. Door de internationale concurrentie hebben sommige sectoren zoals de textiel een zware tol betaald. Alleen al de laatste vijf jaar verloor de Europese sector van textiel – kleding 70.000 banen per jaar. In de komende drie jaar zou dit cijfer nog kunnen oplopen tot 100.000 als er een nieuwe liberaliseringsgolf van de handel komt. Het is namelijk zo dat de EU, om Pakistan na de aanslagen van 11 september tot de antiterroristische coalitie te doen toetreden, aanvaard heeft om zijn markt meer open te stellen voor de Pakistaanse export. Deze – door een militaire stategie ingegeven – handelsbeslissing zou in de komende drie jaar nog eens 80.000 jobs in de EU kunnen doen verdwijnen. De militaire strategie houdt zo absoluut geen enkele rekening met de situatie van de mensenrechten en de nalevin van de sociale grondrechten in Pakistan. Het welzijn van de burgers wordt in elk land nog altijd hoofdzakelijk bepaald door de resultaten van zijn economie. De meeste delocalisaties die de bedrijven in ons land treffen, gebeuren meestal naar aangrenzende landen binnen de EU en niet naar lagelononlanden in de derde wereld. Voor België betekent dit dat ons welzijn zich hoofdzakelijk op nationaal en Europees vlak afspeelt. Ongelijkheid bestaat niet alleen tussen het "Noorden" en het "Zuiden". Ook binnen elk land afzonderlijk zijn er ongelijkheden. De kloof tussen rijk en arm laat zich de laatste 20 jaar in elk land voelen. We moeten ons dus zeker afvragen op welke manier wij, zowel op wereldniveau als op Europees en nationaal niveau, de vruchten van de groei beter kunnen verdelen. Het belangrijkste probleem is dus dat van de herverdeling.
16
Een democratisch en sociaal Europa als model voor een solidaire globalisering? Het Europa van vandaag schenkt ons geen voldoening. Er is immers een democratisch en een sociaal deficit. Europa beslist met meerderheid van stemmen over alles wat deregulering en concurrentie aangaat, maar eist unanimiteit voor alles wat met solidariteit te maken heeft. De vakbeweging zegt niet "neen" aan Europa, maar wil "meer" Europa , een meer democratisch en een meer sociaal Europa. Europa vertegenwoordigt inderdaad een regionale globalisering met regulerende instellingen. Europa heeft een democratisch deficit, zowel op economisch als sociaal vlak, maar er is een potentieel aan regionale beheerste globalisatie. Europa is een politieke constructie die het meest aanleunt bij onze progressieve idealen. Europa moet zo groot en zo machtig worden dat het kan wegen op de organisatie van de wereld, op een internationale economische orde die rekening houdt met waarden als vrede, democratie, sociale rechtvaardigheid en solidariteit. Er moet dus tegelijkertijd meer Europa en een meer democratisch en een meer sociaal Europa zijn, dat als model kan dienen voor andere werelddelen en dat de principes van solidariteit in een samenwerking op wereldniveau naar voor kan brengen. Een meer politiek en een meer sociaal Europa om de globalisering beter te kunnen beheersen.
Eveneens van groot belang is het bijeenbrengen van vakbondsmensen uit conflictlanden of landen waar hevige (bijv. etnische of nationalistische) spanningen bestaan. Alleen andere vakbonden kunnen dat doen. In november 2001 lanceerde het ABVV een dergelijk programma voor de Balkan. De belangrijkste vakbonden uit Albanië, BosniëHerzegovina, Bulgarije, Kroatië, Kosovo, Montenegro, Roemenië en Servië werden rond de tafel gebracht. 17
Proxima estacion: Esperanza… De vakbeweging is per definitie internationaal. Zij is mondiaal uit noodzaak.In de loop van haar geschiedenis paste de vakbeweging zich steeds aan de veranderingen aan. Globalisering is de laatste stap. De vakbeweging heeft als antwoord een Europese, regionale, mondiale tegenmacht opgericht en uitgebouwd. Deze aanpassingen hebben echter nooit de idealen van solidariteit veranderd, wel integendeel. De rol die het ABVV en de Centrales spelen in de solidariteit Noord-Zuid en Oost-West is onvoldoende gekend: vorming van syndicalisten in Latijns-Amerika, hulp aan de informele sector in Afrika, permanente samenwerking met vrije vakverenigingen in landen van Centraal en Oost-Europa… het zijn daar maar enkele voorbeelden.Die fondsen moeten dienen om samenwerkingsprojecten met de sociale gespreekspartners uit dezelfde sectoren in het Zuiden te financieren.
Ingevolge het interprofessioneel akkoord 2001-2002, waarin de
Het syndicalisme heeft nooit het monopolie van de strijd voor vrede, democratie en rechtvaardige verdeling van de rijkdom opgeëist . Het heeft altijd nauw samengewerkt met anderen. Het ontstaan van een "burgermaatschappij" biedt dus vele mogelijkheden, onder meer van een wederzijdse versterking, met respect voor ieders identiteit.
sectoren ertoe aangespoord worden de mogelijkheden te verkennen om initiativen te ontwikkelen op het vlak van internationale samenwerking en
De globalisering moet beheerst worden. Een globalisering die de overgrote meerderheid van de bewoners van deze planeet aan de kant laat staan, heeft geen toekomst. Ons ideaal is en blijft de oprichting van een regering op wereldniveau. De idee van Jacques Delors om een "economische en sociale veiligheidsraad" binnen een hervormde UNO op te richten, kan daartoe een denkspoor zijn. Als de wereld een instrument in het leven zou kunnen roepen om een echte politieke en economische instantie te reguleren, dan zou er eindelijk werk gemaakt kunnen worden vanhet wegwerken van de ongelijkheden. Internationale instellingen moeten in die zin hervormd worden en meer openstaan voor samenwerking, met in de eerste plaats een onvoorwaardelijke eerbiediging van de basis arbeidsen leefmilieurechten.
bevordering van de fundamentele arbeidsnormen van de IAO, hebben de textiel – en de voedingssector de oprichting bedongen van een internationaal solidariteitsfonds, waarin een bijdrage van 0,005% van de loonmassa gestort wordt.
Ondanks alle tekortkomingen heeft Europa de beste troeven in handen om deze eisen op wereldniveau af te dwingen.De globalisering toont de noodzaak aan om de doeltreffendheid van een globale syndicale tegenmacht te versterken, zonder daarbij nochtans de nationale en regionale structuren te ontwrichten. België en Europa zijn uitstekend geplaatst om ongelijkheden te bestrijden.
18
Enkele interessante syndikale websites Algemeen Belgisch Vakverbond: www.abvv.be Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen: www.icftu.org Europees Verbond van Vakverenigingen: www.etuc.org Syndicale Adviescommissie bij de OESO: www.tuac.org Het wereldnetwerk van de vakbonden: www.global-unions.org Internationale Beroepssecretariaten • Internationale van de Onderwijsbonden: www.ei-ie.org • Internationale Federatie van de Metaalarbeiders: www.imfmetal.org • Internationaal Verbond van Vakverenigingen van arbeiders uit de Scheikunde en de energie, uit de mijnen en de industrie: www.icem.org • Internationale van de Openbare Diensten: www.world.psi.org • Union Network International: www.union-network.org • Internationale Federatie van arbeiders uit de Bouw en houtsector: www.ifbww.org • Internationale Federatie van de arbeiders uit Textiel, kleding en leder: www.itglwf.org • Internationale van arbeiders uit de Voeding, landbouw, hotelwezen en horeca, tabak en aanverwante takken: www.iuf.org • Internationale Federatie van Transportarbeiders: www.itf.org.uk • Internationale Federatie van Journalisten: www.cfj.org
19
ALGEMEEN BELGISCH VAKVERBOND
Waalse intergewestelijke (IW-FGTB)
vlaamse intergewestelijke
Vlaamse intergewestelijke (VLIG)
Intergewestelijke Brussel (IRB)
Algemene Centrale (AC)
Metaal (CMB)
Textiel•Kleding•Diamant Textile•Vêtement•Diamant
Textiel-Kleding-Diamant
Transport (BTB)
Voeding-Horeca-Diensten Bond Bedienden, Technici, Kaderleden (BBTK )
Algemene Centrale Openbare Diensten (ACOD) 20