De Participatiewet in Almere
Dit factsheet bevat de belangrijkste aspecten van de Participatiewet. We geven een toelichting op de belangrijkste wijzigingen, nieuwe instrumenten en voorzieningen die de wet met zich meebrengt. Ook gaan we in op de voornaamste aanpassingen aan inkomensregelingen en op de financieringsstructuur van de Participatiewet. Tot slot geven we een overzicht van de verschillende doelgroepen en de manier waarop de gemeente Almere hen begeleidt richting werk of participatie. Het grootste deel van de informatie gaat over landelijk vastgestelde aspecten van de Participatiewet. Voor lokaal beleid en behaalde resultaten verwijzen we naar de kadernota ‘Doen wat nodig is’, het beleidsplan sociaal domein ‘Almere aan zet!’ en de monitor sociaal domein.
Doelstellingen Participatiewet • Meer mensen (gedeeltelijk) aan het werk, ook degenen met een arbeidsbeperking. Een belangrijk deel van de instrumenten en voorzieningen is daar op gericht. • Meer eenduidigheid door het hebben van één overkoepelende wet voor participatie, werk en inkomen. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wajong. • Het stimuleren en mogelijk maken van lokaal maatwerk en een integrale aanpak. Gemeenten hebben kennis om in te spelen op de lokale situatie (opgave doelgroepen, arbeidsmarkt, infrastructuur, etc.) en vinden sneller de samenhang met andere thema’s (jeugd, zorg, onderwijs, etc.). • Een van de achterliggende gedachten van de Participatiewet is dat een kostenbesparing binnen het stelsel van re-integratie en inkomensvoorzieningen gerealiseerd kan worden, doordat meer mensen (gedeeltelijk) productief worden middels loonvormende arbeid.
Wat is er veranderd door invoering van de Participatiewet? • Er is geen nieuwe instroom meer in de sociale werkvoorziening. Dat betekent dat er geen nieuwe Wsw-plekken meer komen. De mensen die vóór 1 januari 2015 een Wsw-dienstverband hadden, behouden hun plek en rechten. Deze groep telde in Almere op 1 januari 2015 ongeveer 500 personen. Door geleidelijke uitstroom (onder andere vanwege pensioen) neemt deze groep langzamerhand af naar nul. Op 1 januari 2015 was er een wachtlijst voor Wsw-dienstverbanden in Almere van ongeveer 150 personen. Deze groep valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet. Dat betekent dat er voor hen geen Wsw-plek meer beschikbaar komt, maar dat de gemeente kijkt op welke manier zij wel kunnen participeren. • De wet Wajong is alleen nog toegankelijk voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikte jongeren. Het UWV bepaalt voor welke jongeren dit geldt. Jongeren die geen recht hebben op een Wajong-uitkering, vallen onder de Participatiewet (en daarmee onder verantwoordelijkheid van de gemeente) en dienen te gaan participeren naar vermogen. De groep jongeren die al vóór 1 januari 2015 Wajong heeft gekregen, behoudt haar rechten. Het UWV bekijkt voor deze groep wel in hoeverre zij toch in staat zijn om deels loonvormende arbeid te verrichten. • Door bovenstaande twee veranderingen heeft de gemeente sinds 1 januari 2015 een nieuwe doelgroep: mensen met een arbeidsbeperking. Deze groep bestaat op hoofdlijnen uit: • nieuwe instroom van mensen met een arbeidsbeperking (voornamelijk jongeren en jongvolwassenen);
• de Wsw-wachtlijst. • Om mensen met een arbeidsbeperking naar vermogen te laten werken of participeren, hebben gemeenten de beschikking over een aantal nieuwe voorzieningen en instrumenten. Deze worden verderop in dit factsheet toegelicht. • Om voldoende banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking, is er een sociaal akkoord gesloten tussen de overheid en de sociale partners (werkgevers, werknemers). Daarin is afgesproken dat er tot 2026 in totaal 125.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking, zowel bij het bedrijfsleven (100.000) als de overheid (25.000). Dit valt onder de noemer ‘banenafspraak’. • Voor de uitvoering van het sociaal akkoord zijn 35 arbeidsmarktregio’s ingesteld, met daarbinnen zogenaamde regionale werkbedrijven waarin gemeenten, UWV en de sociale partners participeren. Almere is als centrumgemeente voorzitter van het Regionaal Werkbedrijf Flevoland.
Nieuwe instrumenten en voorzieningen Banenafspraak Dit zijn banen in een reguliere werkomgeving (in het bedrijfsleven of bij de overheid) voor mensen met een arbeidsbeperking en een loonwaarde lager dan 80%. De gemeente compenseert de werkgever via loonkostensubsidie in het verschil tussen het salaris (op basis van het wettelijk minimumloon) dat de werknemer ontvangt en de loonwaarde die hij of zij produceert.
Beschut werk Beschut werk is er voor mensen met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn om in een reguliere werkomgeving te functioneren en die intensieve begeleiding nodig hebben. Bij beschut werk is sprake van loonvormende arbeid en een arbeidscontract. De gemeente voorziet de organisatie die het beschut werk biedt van een loonkostensubsidie en een vergoeding voor de begeleidingskosten. Loonkostensubsidie Loonkostensubsidie is een voorwaarde voor het mogelijk maken van de banenafspraak en beschutte werkplekken. De hoogte ervan is afhankelijk van iemands loonwaarde. Deze wordt door de gemeente in overleg met de werkgever vastgesteld aan de hand van een geobjectiveerde meting. Hoe lang een loonkostensubsidie doorloopt, is afhankelijk van de duur van het arbeidscontract en de eventuele ontwikkeling die een werknemer doormaakt. In principe kan een loonkostensubsidie een structureel karakter hebben. Jobcarving en jobcoaching Voor het uitvoeren van haar nieuwe rol binnen de Participatiewet zet de gemeente twee nieuwe ondersteunende diensten in. Een aantal medewerkers is daartoe opgeleid. De eerste is jobcarving: het op zo’n manier combineren van taken binnen een organisatie dat een geschikte functie ontstaat voor iemand met een arbeidsbeperking. Dit uiteraard in nauwe samenspraak met de betreffende werkgever. De tweede dienst is jobcoaching. Dit staat voor de begeleiding van een werknemer met een arbeidsbeperking tijdens het dienstverband. De duur hiervan varieert naar gelang de behoefte van de betreffende werknemer. Doelgroepregister Om in aanmerking te komen voor de banenafspraak of een beschutte werkplek, moet iemand zijn opgenomen in het doelgroepregister. Het UWV beheert dit register en toetst of iemand wordt toegelaten, onder andere aan de hand van de vraag of hij of zij in een reguliere baan kan functioneren.
No-riskpolis Dit is een regeling waarmee werkgevers verzekerd zijn voor kosten bij ziekte van een (arbeidsbeperkte) medewerker. Voor de banenafspraak en beschutte werkplekken geldt een no-riskpolis. Tegenprestatie In de Participatiewet is opgenomen dat elke gemeente bepaalde bijstandsgerechtigden moet opdragen een tegenprestatie te leveren naar vermogen. Voor de invulling en randvoorwaarden van de tegenprestatie mag lokaal maatwerk worden toegepast. Hoe een gemeente de tegenprestatie hanteert, is opgenomen in de lokale participatieverordening.
Aanpassingen aan inkomensregelingen Lagere norm alleenstaande ouders De (basis)uitkering voor alleenstaande ouders valt onder de Participatiewet lager uit dan onder de Wwb. Door mogelijke toeslagen en verhoging van onder andere het kindgebonden budget, hoeft dit niet voor iedereen een teruggang in inkomen te betekenen. De uitwerking verschilt per individu. Meer maatwerk bijzondere bijstand Onder de Participatiewet zijn er niet langer categorale voorzieningen, zoals toeslagen die betrekking hebben op een gehele groep. In plaats daarvan wordt bijzondere bijstand verstrekt op basis van individueel maatwerk. De enige categorale voorziening die blijft bestaan, is de collectieve ziektekostenverzekering voor minima. Kostendelersnorm De kostendelersnorm houdt in dat de hoogte van de bijstandsuitkering mede wordt bepaald door het aantal leden dat een huishouden telt. Dit leidt er in veel gevallen toe dat de bijstandsuitkering in meerpersoonshuishoudens naar beneden wordt bijgesteld.
Strenger ontregime wet een objectief verdeelmodel Voorbeelden van het strengere regime onder de meenten krijgen een budget op basis Participatiewet objectiveerbare kenmerken van de zijn onder andere de tegenprestatie, de kostendelersnorm en het feit dat uitken de arbeidsmarkt. Door het objectieringsgerechtigden meer verplichtingen krijgen van de financiering, ontstaat een prikopgelegd op het vlak van solliciteren. voor gemeenten. atiebudget. Dit budget is bedoeld voor Financiering inspanningen gericht op de re-inteGemeenten ontvangen van de Rijksoverheid op nwoners richting werk of participatie. hoofdlijnen twee budgetten voor de uitvoering van vallen ook de begeleidingskosten voor de Participatiewet: et een arbeidsbeperking. De omvang • Budget inkomensdeel (BUIG). Dit budget is beintegratiebudget is de afgelopen jadoeld voor het verstrekken van de uitkeringen en fgenomen. Bovendien moet onder de voor het financieren van de loonkostensubsidies. wet vanuit dit budget ook de nieuwe Deze laatste voorziening is zowel beschikbaar an mensen met een arbeidsbeperking voor mensen met én zonder recht op een uitkeiend. Dit stelt gemeenten voor een uitring (niet-uitkeringsgerechtigden: NUG). Voor de landelijke verdeling van de BUIG is onder de
Strenger ontregime Participatiewet een objectief verdeelmodel Voorbeelden van het st wikkeld. Gemeenten krijgen een budget op basis Participatiewet van diverse objectiveerbare kenmerken van de zijn ond tatie, de kostendelersno bevolking en de arbeidsmarkt. Door het objectieringsgerechtigden mee ve karakter van de financiering, ontstaat een prikopgelegd op het vlak van kelwerking voor gemeenten. • Re-integratiebudget. Dit budget is bedoeld voor Financiering de diverse inspanningen gericht op de re-inteGemeenten ontvangen gratie van inwoners richting werk of participatie. hoofdlijnen twee budget Daaronder vallen ook de begeleidingskosten voor de Participatiewet: mensen met een arbeidsbeperking. De omvang • Budget inkomensdeel van het re-integratiebudget is de afgelopen jadoeld voor het verstrekk ren sterk afgenomen. Bovendien moet onder de voor het financieren van Participatiewet vanuit dit budget ook de nieuwe Deze laatste voorzienin doelgroep van mensen met een arbeidsbeperking voor mensen met én zo worden bediend. Dit stelt gemeenten voor een uitring (niet-uitkeringsge daging. de landelijke verdeling
De Participatiewet in Almere: blijven bestaan als tijdelijke uitkering de belangrijkste doelgroepen en n met een arbeidsverleden. ep van de gemeente voorzieningen is verbreed van rechtigden zonder arbeidsbeperking Deen situatie voor en na invoering mix van arbeidsbeperkten niet-arOnderstaande figuur geeft een overzicht van de kten. situatie vóór en na invoering van de Participatieft de gemeente ook de verant woor dewet: regen voor de Wsw-groep. ijft namens de Rijksoverheid verant-Figuur 1 voor de Wajong-groep van vóór 1 5, plus de beperktere groep van nieum in de Wajong.
De Participatiewet • De WW is blijven bestaan als tijdelijke uitkering de belangrijkste d voor mensen met een arbeidsverleden. • De doelgroep van de gemeente voorzieningen is verbreed van bijstandsgerechtigden zonder arbeidsbeperking Deen situatie voor en na in naar een mix van arbeidsbeperkten niet-arOnderstaande figuur ge beidsbeperkten. situatie vóór en na invo • Daarbij heeft de gemeente ook de verant woor dewet: lijkheid gekregen voor de Wsw-groep. • Het UWV blijft namens de Rijksoverheid verant-Figuur 1 woor delijk voor de Wajong-groep van vóór 1 janua ri 2015, plus de beperktere groep van nieuwe instroom in de Wajong.
ri 2015
wet
Wwb-groep stroom oom arbeidsmet arbeidsvermogen 0%, inclusief Wsw-wachtlijst)
mensen met mensen met arbeidsverleden arbeidsverleden
Vanaf 1 januari 2015
Werkloosheidswet
Werkloosheidswet
Vóór 1 janu mensen mensenmet met arbeidsverleden arbeidsverleden
Werklooshei
Participatiewet Wet werk en bijstand mix arbeidsniet-arbeidsbeperkten beperkten en niet-arbeidsbeperkten
voor 1 januari 2015
e stijl % arbeidsvermogen) ep voor 1 januari
Vóór 1 januari 2015
+ SWbedrijven Wet sociale werkvoorziening
volledig en arbeidsduurzaam beperkten arbeidsbeperkten
Wet Wajong
doelgroepen: • voormalige Wwb-groep + nieuwe instroom • nieuwe instroom arbeidsbeperkten met arbeidsvermogen (minimaal 20%, inclusief mensen op Wsw-wachtlijst)
Wet werk en mix arbeidsniet-arbeidsbeperkten beperkten en niet-arbeidsbeperkten
Wet sociale
+ Wsw-groep voor 1 januari 2015 Wajong nieuwe stijl (maximaal 20% arbeidsvermogen) + Wajong-groep voor 1 januari 2015
volledig en arbeidsduurzaam beperkten arbeidsbeperkten
Wet Wajong
klein
Figuur 2
Trede 5: regulier werk met ondersteuning Deze groep werkt parttime en ontvangt aanvullend daarop een gedeeltelijke bijstandsuitkering.
afstand tot de arbeidsmarkt
Trede 4: arbeidstoeleiding Deze groep is klaar om bemiddeld te worden naar de arbeidsmarkt. Trede 3: arbeidsactivering Deze groep heeft mogelijkheden om binnen afzienbare tijd door te stromen naar betaald werk, maar moet daarvoor nog wel arbeidsritme en werknemersvaardigheden ontwikkelen.
groot
Trede 2: sociale activering Deze groep heeft mogelijkheden tot maatschappelijke participatie. Binnen deze trede vallen mensen die mantelzorg verrichten, deelnemen aan een activeringstraject of zelfstandig vrijwilligerswerk doen. Trede 1: zorg-/hulpverlening Deze groep heeft de grootste afstand tot de arbeidsmarkt en zit veelal in een hulpverleningstraject. De mogelijkheden tot re-integratie of activering zijn zeer beperkt. Sommige mensen binnen deze trede nemen deel aan een vorm van dagbesteding, al dan niet gefinancierd vanuit de Wmo.
De participatieladder In de figuur hierboven staat weergegeven hoe bijstandsgerechtigden onder de voormalige Wet werk en bijstand in treden werden ingedeeld. De indeling in treden is afhankelijk van iemands ingeschatte afstand tot de arbeidsmarkt. Deze indeling is niet statisch. Iemand kan bijvoorbeeld na verloop van tijd een ontwikkeling doormaken en daardoor stijgen naar een hogere trede. Onder de Participatiewet hanteert de gemeente nog steeds een indeling in treden die helpt
Hieronder staat weergegeven hoe de tredenindeling zich verhoudt tot de verdeling in de vier doelgroepen. De mensen zonder arbeidsbeperking bevinden zich (afhankelijk van hun afstand tot de arbeidsmarkt) in de bovenste (naar regulier werk) of onderste (maatschappelijke participatie) doelgroep. In de twee middelste doelgroepen (werken in een reguliere omgeving en werken in een Figuur 3 omgeving) bevinden zich overwegend beschutte mensen met een arbeidsbeperking.
om het juiste ondersteuningsaanbod te bepalen voor inwoners met een uitkering. Door de nieuwe doelgroep van mensen met een arbeidsbeperking zijn er echter nieuwe vormen van ondersteuning bijgekomen. Een zinnige indeling van het ondersteuningsaanbod en de bijhorende voorzieningen is die in vier verschillende doelgroepen: • naar regulier werk; • werken in een reguliere omgeving; • werken in en beschutte omgeving; • maatschappelijke participatie.
In onderstaande figuur staat een toelichting op de vier doelgroepen, inclusief een globaal overzicht welke voorzieningen de gemeente voor hen inzet.
Figuur 4
naar regulier werk Trede 5
Trede 4
Trede 3
Trede 2
werken in een reguliere omgeving Voornamelijk nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten werken in een beschutte omgeving
Trede 1 maatschappelijke participatie
wie?
welke voorzieningen?
naar regulierwerk
voormalige Wwb-groep trede 3, 4 en 5
• re-integratietrajecten en -voorzieningen • tegenprestatie
werken in een reguliere omgeving
een deel van de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten
• garantiebanen
werken in een beschutte omgeving
een deel van de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten
• beschutte werkplekken
maatschappelijke participatie
voormalige Wwb-groep trede 1 en 2
• tegenprestatie • participatie • (niet-)arbeidsmatige dagbesteding
een deel van de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten