Jaarrekening 2013
Inhoud Voorwoord ..................................................................................................................................................... 3 Samenvatting ................................................................................................................................................. 4 2 Paragrafen ................................................................................................................................................... 5 2.1 Onderhoud kapitaalgoederen ...................................................................................................... 5 2.2 Algemene bedrijfsvoering VRZ .................................................................................................... 5 2.3 Verbonden partijen ...................................................................................................................... 9 2.4 Financiering ................................................................................................................................ 9 2.5 Weerstandsvermogen en risicomanagement............................................................................. 12 2.5.1 Beschikbare weerstandscapaciteit ............................................................................................ 12 2.5.2 Benodigde weerstandscapaciteit ............................................................................................... 12 2.5.3 Beoordeling weerstandsvermogen ............................................................................................ 13 3 Jaarrekening .............................................................................................................................................. 14 3.1 Resultaten op hoofdlijnen .......................................................................................................... 14 3.2 Taakstelling (voortgang) ............................................................................................................ 16 3.3 Resultaat en toelichting per programma .................................................................................... 20 3.3.1 Programma Veiligheid ............................................................................................................... 20 3.3.2 Programma Bevolkingszorg ...................................................................................................... 23 3.3.3 Programma GMZ ...................................................................................................................... 24 3.3.4 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ............................................................................. 26 3.4 Incidentele lasten en baten........................................................................................................ 27 3.5 Balans per 31 december ........................................................................................................... 28 3.6 Grondslagen van resultaatbepaling en waardering .................................................................... 29 3.7 Toelichting balans ..................................................................................................................... 31 3.7.1 Activa ........................................................................................................................................ 31 3.7.2 Passiva ..................................................................................................................................... 33 3.7.3 Niet uit de balans blijkende verplichtingen................................................................................. 40 3.8 Rechtmatigheid ......................................................................................................................... 41 3.9 Controle verklaring .................................................................................................................... 43 3.10 Vaststelling jaarrekening 2013 .................................................................................................. 44 Bijlagen ........................................................................................................................................................ 45 Bijlage 1 Realisatie begrote investeringen 2013............................................................................ 45 Bijlage 2 SISA ............................................................................................................................... 47 Bijlage 3 Staat van Materiële Vaste Activa 2013 ........................................................................... 48 Bijlage 4 Risicotabel...................................................................................................................... 54 Bijlage 5 Wet Normering Topinkomens ......................................................................................... 55 Bijlage 6 Lijst met afkortingen ....................................................................................................... 56
Voorwoord De jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) staan in het teken van de regionalisering van de brandweer en de taakstelling. Thema 2013 Als rode draad door de jaarstukken loopt samen sober door slim anders als thema voor geheel 2013. In het tweede halfjaar zijn we bezig geweest met de doorontwikkeling van de organisatie in de volle breedte. Dit moesten we zorgvuldig aanpakken om voldoende draagvlak te creëren. Het resultaat is dat we nu met elkaar een duidelijke en heldere structuur tot stand hebben gebracht. Taken en verantwoordelijkheden zijn omschreven en worden in de eerste helft van 2014 verder vormgegeven. Slim anders We hebben slim anders in 2013 aangepakt door het invoeren van de A3 systematiek. Deze systematiek houdt in dat we in één overzicht onze doelstellingen voor 2013 hebben weergegeven, waardoor we intern beter kunnen sturen. Onze rapportages (zoals bestuursrapportages en jaarverslag) hierover hebben we volgens deze systematiek opgesteld. Samen sober Alle bezuinigingen, die op ons afkwamen (bijvoorbeeld verlaging van de rijksbijdrage) hebben we dit jaar in de gedachte van samen sober opgelost binnen de bestaande begroting. Te meer omdat we weten dat ook gemeenten te kampen hebben met bezuinigingen. Het stellen van prioriteiten en het maken van bestuurlijke keuzes onder meer in taakuitvoering blijft daarbij van belang. Regionalisering De door het Algemeen Bestuur afgesproken gemeenschappelijke regeling is in 2013 niet meer vastgesteld. Reden is het niet akkoord gaan door enkele gemeenten met de financiële gevolgen van de verdeelsleutel die in de regeling is opgenomen. Hierdoor is in het jaar 2013 een situatie ontstaan van ‘doen alsof’ er één regionale organisatie is. Het personeel van de Stadsgewestelijke Brandweer Middelburg/Vlissingen (SGB) is per 1 januari 2014 formeel in dienst getreden van de VRZ. Hiermee eindigde de periode van ‘doen alsof’, waarbij we opmerken dat het materieel nog niet is overgedragen. Het bemiddelaartraject met betrekking tot de verdeelsleutel loopt door in 2014. Taakstelling Ook wij hebben te maken met een serieuze taakstelling. Vanaf 2013 moeten we in drie jaar tijd door anders en slimmer te werken een versobering aanbrengen om in 2016 uit te komen op het bestuurlijk vastgestelde structureel budget. Besparen op langere termijn, vergt echter wel een andere manier van denken en doen. Dit kan niet van de een op de andere dag. Daarom is soms een vernieuwing van beleid nodig om uiteindelijk nog veel grotere besparingen te kunnen realiseren. Wat ook een rol speelde was de doorontwikkeling van de organisatie. Hierdoor zijn sommige geplande structurele taakstellingen gedeeltelijk behaald of moesten gedeeltelijk worden doorgeschoven naar 2014. Een voorbeeld hiervan is Maatwerk in Brandweerzorg. In overleg met het bestuur hebben we gekozen voor een zorgvuldige aanpak, wat betekent dat de termijn waarop de taakstelling kan worden gerealiseerd pas in 2014 zal plaatsvinden. Wanneer we in deze jaarstukken spreken over ‘ vernieuwing ‘ doelen we vooral op slimmer anders organiseren en werken om verbeteringen en bezuinigingen te bewerkstelligen. We zijn erin geslaagd om 2013 af te sluiten met een positief resultaat van € 20.000.
Gerrie Ruijs Directeur Veiligheidsregio Zeeland / Regionaal Commandant
3
Samenvatting Veiligheidsregio Zeeland heeft het jaar afgesloten met voordelig saldo van € 20.000. Bij de 2e bestuursrapportage werd uitgegaan van een positief saldo van € 470.000. Het achterstallig onderhoud van voertuigen en overig materieel waren de belangrijke oorzaak van de daling van dit eerder verwachte saldo. Aan het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld het positieve saldo toe te voegen aan de algemene reserve. Deze bedraagt per 31B12B2013 € 367.000 en is voor een organisatie met een begrotingstotaal van ruim € 30 mln laag. Gezien hetgeen in de risicoparagraaf is gesteld zou een weerstandsvermogen van € 1,5 mln noodzakelijk zijn. De slogan "samen sober door slimmer anders" wordt zoveel mogelijk toegepast in de totale bedrijfsvoering van VRZ. Veiligheidsregio Zeeland heeft in 2013 de noodzakelijke bezuinigingsoperatie voortvarend ingezet . Deze operatie zal in 2014, 2015 en 2016 verder zijn beslag krijgen. In 2013 is een besparing gerealiseerd van bijna € 1.100.000. Door onder meer het project Maatwerk in brandweerzorg zal de al gerealiseerde besparing in 2014 verder worden uitgebreid. Uiteraard afhankelijk van de besluiten, die tesamen met het bestuur worden genomen. De Brede Doeluitkering, de uitkering die Veiligheidsregio Zeeland van het Rijk ontvangt, staat de komende jaren onder druk. In de Brede Doeluitkering is een bedrag opgenomen voor het compenseren van btw op de aanschaf van goederen. Dit in verband met de wetswijziging per 1 januari 2014 waardoor BTW op brandweeruitgaven voor VRZ niet langer compensabel is. Uit berekeningen is gebleken dat de compensatie niet voldoende zal zijn. Om die redenen is de komende jaren vermindering van investeringen (indien mogelijk binnen de bedrijfsvoering) noodzakelijk. In 2013 is voor ruim € 17 mln aan activa overgenomen van gemeenten. Dat is exclusief de activa van de Stadsgewestelijke brandweer. Deze laatste overname zal naar alle waarschijnlijkheid zijn beslag krijgen in 2014. Met één gemeente is VRZ nog in gesprek over de overname van bepaalde activaBonderdelen. In 2013 is voor een bedrag van € 2.490.000 aan de reserves onttrokken voor de transitie van de brandweer, de vernieuwing van de organisatie en het operationeel houden van de meldkamer. De komende jaren is nog transitiegeld benodigd om zaken slimmer anders te kunnen organiseren.
4
2 Paragrafen 2.1
Onderhoud kapitaalgoederen
VRZ heeft in 2013 13 brandweerkazernes, jonger dan 10 jaar, overgenomen van de deelnemende gemeenten. Het betreft de volgende brandweerkazernes:
Gemeente Reimerswaal Reimerswaal Borsele Borsele Hulst Sluis Veere Tholen Tholen Terneuzen Terneuzen Terneuzen Terneuzen
Post Krabbendijke Yerseke Nieuwdorp Borssele Hulst Stampershoek Serooskerke Sint-Annaland Tholen Biervliet De Koegors Mauritsfort Terneuzen Noord
Adres Westweg 42 Burenpolderweg 1 Hertenweg 63 Quistenburg 3 Globe 2 Ondernemersweg 1 Vrouwenpolderseweg 53C Veilingweg 22 Grindweg 51 Weststraat 34 Koegorsstraat 4 Mauritsfort 2 Da Costastraat 1A
Postcode 4413 EG 4401 KW 4455 TK 4450 PZ 4561 PK 4501 WG 4353 BC 4697 RR 4691 ES 4521 AA 4538 PK 4542 LA 4532 EE
Plaats Krabbendijke Yerseke Nieuwdorp Borssele Hulst Oostburg Serooskerke Sint-Annaland Tholen Biervliet Terneuzen Hoek Terneuzen
Voor alle brandweerkazernes – al dan niet in eigendom van VRZ – is een verdeling van de verantwoordelijkheid voor het onderhoud afgesproken. Het Algemeen Bestuur heeft hiervoor in 2013 een zogenaamde demarcatielijst vastgesteld. Hierbij geldt dat het (gebruiksers)onderhoud van de in de demarcatielijst onder de kolom “VRZ” opgenomen zaken voor rekening komt van VRZ. Het jaar 2013 stond in het teken van de overname van de brandweeractiva van de Zeeuwse gemeenten (exclusief Middelburg en Vlissingen). De inventaris van de brandweerkazernes en alle brandweeractiva zonder boekwaarde zijn omBniet overgegaan naar VRZ. Momenteel wordt door VRZ op basis van de staat van activa en een inventarisatie van het materieel (voertuigen, containers, boten, e.d.) en materiaal een vervangingsplan opgesteld ten behoeve van de begroting 2015 ( en vervolgens ook aanpassing van de begroting 2014). Het bestuur zal een voorstel gedaan worden om binnen de kaders van de begroting en meerjarenraming de vervangingen in te plannen. Probleem hierbij is dat er de afgelopen jaren door de gemeenten en VRZ minder is vervangen, waardoor sprake is van een vervangingsachterstand. In 2014 zal een piek aan te vervangen voertuigen ontstaan, waarvoor onvoldoende dekking is. Prioriteiten stellen zal dus aan de orde zijn. De resultaten van het project maatwerk in brandweerzorg worden hierbij meegenomen. In 2013 is gebleken dat bij de overgenomen activa van de gemeenten diverse voertuigen achterstallig onderhoud hadden. Zo is extra budget besteedt aan midlife bandenvervanging en midlife revisie van een hoogwerker.
2.2
Algemene bedrijfsvoering VRZ
De begroting en meerjarenraming van VRZ staan in het teken van de regionalisering van de brandweer en de taakstelling. Naast deze taakstelling komen er nog meer bezuinigingen, bijvoorbeeld de verlaging van de rijksbijdrage en de consequenties van de afschaffing van het BTWBcompensatiefonds voor Veiligheidsregio’s, op ons af. VRZ probeert, indien mogelijk, de oplossing hiervoor zoveel als mogelijk te vinden binnen de bestaande begrotingen. Ook gemeenten hebben met deze bezuinigingen te kampen, daar is VRZ zich terdege van bewust. Het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes onder meer in taakuitvoering is daarbij van belang.
5
De door het algemeen bestuur vastgestelde gemeenschappelijke regeling is in 2013 niet meer vastgesteld. Reden hiervan is het niet akkoord gaan door enkele gemeenten met de financiële gevolgen van de verdeelsleutel die in de regeling is opgenomen. Het bemiddelaartraject en mogelijk aansluitend aanwijzingstraject loopt door in 2014. In het jaar 2013 is een situatie ontstaan van “doen alsof” er één regionale organisatie is. Het personeel van de Stadsgewestelijke Brandweer Middelburg/Vlissingen (SGB) is per 1 januari 2014 formeel in dienst getreden van de VRZ. Hiermee eindigt de periode van “doen alsof”. Het materieel is nog niet overgedragen. Het is de bedoeling om uiteindelijk de gemeenschappelijke regeling met terugwerkende kracht op 1 januari 2013 formeel in te laten gaan. In de 2e helft van 2013 is gewerkt aan de doorontwikkeling van de VRZ. Deze doorontwikkeling heeft invloed gehad op alle facetten van onze bedrijfsvoering. We werken toe naar een effectieve en efficiënte, op de toekomst gerichte organisatie met een heldere structuur waarbij de capaciteiten van de medewerkers optimaal worden benut. Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van ontwerpen, bouwen en verankeren. In dit kader zijn zeer veel zaken opgepakt en afgerond. Enkele belangrijke punten hieruit geven we graag aan u mee. Met het merendeel van de gemeenten zijn eind 2013 de DVO’s, bruikleenovereenkomsten e.d. afgesloten. Overdracht van gebouwen jonger dan 10 jaar en materieel heeft, indien een gemeente dit wenste, plaatsgevonden. Qua rechtmatigheid zijn veel zaken opgezet en geborgd. Niet alleen in processen en afspraken zoals het “vierBogenB principe” maar ook verankerd in diverse regelingen zoals de mandaatregeling, budgethoudersregeling en financiële verordening. Tevens zijn de kritische werkprocessen hieromtrent beschreven. Op 6 februari 2014 heeft het DB het normenkader behandeld. Het AB zal op 12 maart 2014 worden voorgesteld het normenkader, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013, vast te stellen als onderdeel van de controleverordening 2013..De accountantscontrole is limitatief gericht op dit normenkader. Voor de controle van de jaarrekening 2013 is een nieuwe accountant, Ernst & Young (EY) benoemd. E&Y adviseert VRZ nadrukkelijk de bezuinigingen te monitoren en daar waar mogelijk passende maatregelen te treffen om te zorgen dat de baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn. VRZ is hiermee in 2013 voortvarend van start gegaan wat in het overzicht taakstelling wordt toegelicht. De grootste bezuinigingen zullen pas inzichtelijk worden zodra het project maatwerk in brandweerzorg is afgerond. Daarnaast heeft VRZ beleid ten aanzien van het bepalen van weerstandsvermogen en risicomanagement vastgesteld. Het opzetten en borgen van een correcte en tijdige betaling aan beroeps en vrijwilligers heeft plaatsgevonden door inrichting van het EBHRM systeem. Met de inrichting van Corsa en implementatie op elke locatie is er meer grip gekomen op de documentenstroom van en naar externe partijen. Door de actualisering en aanpassing aan de gewijzigde wetgeving is het inkoopbeleid efficiënt en rechtmatig ingericht. Aan met name de naleving van het inkoopB en aanbestedingsbeleid is extra aandacht besteed. In het reeds genoemde Corsa wordt een contractenregister opgebouwd teneinde de doelmatigheid en rechtmatigheid van de inkopen te vergroten. Een grote slag is gemaakt door een volledige ict migratie van alle locaties naar de VRZ infrastructuur te realiseren. Dit geldt eveneens voor de inrichting en implementatie van onder meer topdesk zodat service naar 68 locaties mogelijk is geworden. De uitvoering van het plan van aanpak meldkamer en crisisorganisatie ligt voor wat betreft het onderdeel meldkamer op schema. De uitvoering van het onderdeel crisisorganisatie is later gestart en zal in 2014 verder zijn beslag krijgen. De implementatie van de Regeling Operationeel Leidinggevenden (ROL) is in het tweede halfjaar gestart en deze zal doorlopen naar 2014, dit geldt ook voor herstructurering van de sectie brandweer. De CPA is op 1B1B2013 overgedragen aan Connexxion Ambulancevervoer. Per die datum heeft Connexxion de administratieve taken rondom de vergoeding van de “witte meldkamer” overgenomen. VRZ blijft wel administratie voor de materiële zaken uitvoeren. Medio 2013 heeft het bestuur gekozen voor een andere werkwijze van de adviescommissie financiën. Deze commissie adviseert vanaf dat moment het DB en niet zoals eerst het AB. In 2014 wordt deze werkwijze geëvalueerd. Tevens is vanaf dat moment de samenstelling van de adviescommissie gewijzigd met de financieel beleidsmedewerkers van de gemeenten waarvan de burgemeesters in het DB zitting hebben. Verder heeft VRZ gekozen de A3 systematiek te hanteren om haar (jaar)doelstellingen 2013 overzichtelijk weer te geven en hierover te kunnen rapporteren. Hiervoor verwijzen wij u naar het jaarverslag.
6
Formatie en bezetting e
In 2013 is er sprake van lagere personeelslasten dan oorspronkelijk begroot. In de 2 bestuursrapportage 2013 is hiervoor de raming 2013 van de personeelslasten al naar beneden bijgesteld. De lagere bezetting komt mede door het in juni 2013 vaststellen van de begroting 2013, waarna de werving pas kon worden gestart. Het was daarna vervolgens niet altijd eenvoudig om geschikte kandidaten te vinden. Een aantal van de vacatures lopen nog door naar 2014. VRZ heeft ultimo 2013 een vastgestelde formatie van 213,86 fte.
Raet Beaufort, peildatum 31-12-2013
1
2 3 4
Veiligheid
Formatie
Bezetting VRZ
198,97
179,01
1.1
Risicobeheersing
37,70
36,20
1.2
Incidentbestrijding
28,00
25,78
1.3
Incidentbeheersing
66,80
59,47
1.4
GHOR
7,47
6,47
1.5
Directie, management en control
6,71
5,17
1.6
Projecten
0,00
0,00
1.7
Bedrijfsvoering
52,29
45,92
Bevolkingszorg GMZ Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
2,00 12,89 0,00
2,00 14,17 0,00
213,86
195,17
Verschil formatie en bezetting
18,69
Overzicht is inclusief SGB, exclusief bovenforma>even, exclusief externen
In de oorspronkelijke begroting was een formatie 2013 opgenomen van 214,36. In de loop van 2013 is de formatie lager geworden en hebben binnen de vastgestelde formatie kleinere verschuivingen van functies plaatsgevonden, waaronder 3 fte huismeester van incidentbeheersing naar bedrijfsvoering. Dit om de formatie meer te doen aansluiten aan de praktijk. Bovenformatieven Naast de aangegeven formatie was er op 1B1B2013 nog een bovenformativiteit van 10,0 fte. De volgende maatregelen zijn genomen B Er is 1 fte gedetacheerd bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), voorlopig tot en met 31 december 2013. Deze detacheringovereenkomst is per 1 januari 2014 beëindigd. B In 2013 hebben 3 fte’s een plaatsing in de organisatie gehad. B In 2013 hebben 2 fte’s ontslag genomen. Daarnaast is een aantal plaatsingen niet geslaagd. Voor 2 medewerkers (1,03 fte) geldt dat zij in 2013 bovenformatief zijn geworden en voor 2 medewerkers (1,25 fte) geldt dat zij in 2014 bovenformatief zullen worden. Ultimo 2013 drukken er nog 6,03 fte’s bovenformatieven op de begroting van de VRZ. In 2014 zal 1 fte geplaatst worden op een formatieplaats, die vrijkomt omdat een medewerker de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarnaast zal in 2014 1,11 fte en in 2016 nog 1 fte de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en uitstromen. Voor de resterende 4,17 fte (het betreft 7 medewerkers) wordt nog een oplossing gezocht.
7
Bovenformatieven Waarvan gedetacheerd Totaal
1-1-2013 31-12-2013 31-12-2014 31-12-2015 31-12-2016 10 6,03 5,17 5,17 4,17 1 1 0 0 0 9 5,03 5,17 5,17 4,17
Inhuurkosten Tegenover de lagere bezetting komen in 2013 nog hogere inhuurlasten en advieskosten om de geplande werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Daarnaast worden geen vaste aanstellingen verstrekt indien programma’s of projecten van tijdelijke aard zijn. Zo wordt bijvoorbeeld voor de meldkamer geen vast personeel meer aangenomen ivm met het opheffen op termijn van de meldkamer in Zeeland. Op deze wijze besparen we straks frictiekosten. De inhuurkosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Doel Inhuur ten laste van vacatureruimte en vervanging langdurig zieken Subtotaal inhuur ten laste van vacatureruimte en langdurig zieken
Bedrag (bruto) 770.810 770.810
Subtotaal HRM salarisadministratie
48.683 48.683
Subtotaal opleidingsinstructeurs
243.657 243.657
HRM Salarisadministratie
Opleidingsinstructeurs
Projecten Project Vernieuwen website Ondersteuning HRM (o.a implementatie Raet/Beaufort) Project migratie / ISM (o.a implemenatie TopDesk) Ondersteuning facilitaire zaken (o.a implementatie Corsa) Ondersteuning helpdesk I&A Project Bereikbaarheidskaarten en GeoBinformatie Project Harmoniseren arboBprocessen Project Maatwerk in brandweerzorg Project Externe Veiligheid Project Deltawateren Project MIRG Project CKV Project Business Intelligence Subtotaal projecten Bevolkingszorg Bevolkingszorg coördinerend gemeentesecretaris
22.226 140.705 262.113 228.147 138.877 25.368 13.975 8.890 77.185 78.883 115.604 44.300 11.450 1.167.722
30.492 Subtotaal bevolkingszorg
GMZ Beheer Meldkamer Centralisen Meldkamer Project Meldkamer
30.492 183.000 132.216 313.422
Subtotaal GMZ
628.638 32.727
Overig Subtotaal overig
32.727
Inhuur ten laste van vacatureruimte: betreft de inhuur van tijdelijk personeel voor werkzaamheden waar formatieruimte voor bestaat, maar waar in verband met de doorontwikkeling nog geen invulling aan gegeven is. HRM Salarisadministratie: betreft de uitbesteding van de salarisverwerking aan de gemeente Vlissingen. Opleidingsinstructeurs: betreft ingeleend personeel ten behoeve van de opleiding van vrijwilligers. Projecten: betreft ingehuurd personeel voor de uitvoering van diverse projecten. De incidentele lasten voor inhuur voor deze projecten worden onttrokken aan de daarvoor bestemde reserves en/of otvangen subsidies.
8
Bevolkingszorg: betreft de inhuurlasten van de coördinerend gemeentesecretaris. GMZ: betreft de inhuur van tijdelijk personeel voor werkzaamheden waar formatieruimte voor bestaat, maar waar in verband met de verzelfstandiging van de meldkamer geen invulling aan gegeven wordt. Overig: betreft inhuur niet genoemd in de overige categorieën.
De advieskosten kunnen als volgt worden gespecificeerd: Doel
Bedrag (bruto)
Doorontwikkeling VRZ Juridische advisering Fiscale advisering Visie op risicobeheersing Project Multidisciplinaire vakbekwaamheid (MOTO) Ondersteuning materieel, techniek en logistiek Project DBK Project waterongevallenbestrijding i.r.t. duiktaak Project maatwerk in brandweerzorg Plan van aanpak crisisorganisatie Visie informatiemanagement Overige advieskosten Totaal
71.441 25.007 8.092 12.825 35.750 28.263 7.552 8.443 51.867 35.260
31.557 6.246 322.303
Wet Normering Topinkomens Het normenkader rondom de ‘Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014B0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014B0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interimBfunctionarissen die geen topfunctie vervullen heeft Veiligheidsregio Zeeland gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze interim niet topfunctionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr 2014 B 0000142706 kán en hoeft Veiligheidsregio Zeeland niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim niet topfunctionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet). De gepleegde inhuur heeft niet plaatsgevonden op de posities zoals bedoeld in de wet en ten tweede heeft VRZ geen ingehuurde krachten waarbij de bezoldiging boven de wettelijke norm uitkomt. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen.
2.3
Verbonden partijen
Verbonden partijen zijn in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten gedefinieerd als privaatB of publiekrechtelijke organen waarin de provincie of gemeente (c.q. Gemeenschappelijke regeling) een bestuurlijk en financieel belang heeft. Op grond van deze definitie kan worden gesteld dat de VRZ geen verbonden partijen kent.
2.4
Financiering
De financieringsparagraaf is samen met het treasurystatuut voorgeschreven in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). De wet is per 1 januari 2001 in werking getreden. In de Wet Fido zijn kaders opgenomen ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld (kaslimiet) en het renterisico op de vaste schuld (renterisiconorm). In de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden
9
(Ruddo) zijn kaders opgenomen ter beperking van de risico’s bij het hanteren van financiële derivaten en het uitzetten van overtollige middelen. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is vastgelegd in de Uitvoeringregeling financiering decentrale overheden (Ufdo) en bedraagt voor gemeenschappelijke regelingen 8,2% van het begrotingstotaal. Voor VRZ bedraagt de limiet voor de netto vlottende schuld circa € 2.645.000.
Berekening kasgeldlimiet Omvang van de begroting op 1 januari 2013 Kasgeldlimiet in procenten van de omvang Kasgeldlimiet in bedrag Totaal vlottende schuld Ruimte
€ 32.253.000 8,20% € 2.644.746 €0 € 2.644.746
Renterisico Het renterisico wordt direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm is vastgelegd in de Uitvoeringregeling financiering decentrale overheden (Ufdo) en houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossing en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Door de norm in relatie tot de begroting te brengen, kunnen gemeenschappelijke regelingen met een vaste schuld die lager is dan het begrotingstotaal de spreidingsduur van de financiering verkorten. Als de schuld groter is dan het begrotingstotaal zal de aflossing van de schuld in de tijd worden gespreid en zal de begroting minder gevoelig worden voor renteschokken bij herfinanciering.
2014 2015 2016 2017 Renterisiconorm vaste schuld Budget Budget Budget Budget Renteherziening op vaste schuld o/g €0 €0 €0 €0 Aflossingen € 856.000 € 856.000 € 856.000 € 856.000 Renterisico € 856.000 € 856.000 € 856.000 € 856.000 Renterisconorm € 6.450.600 € 6.820.000 € 6.620.000 € 6.460.000 Ruimte onder renterisiconorm € 5.594.600 € 5.964.000 € 5.764.000 € 5.604.000 Overschrijding renterisiconorm n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t In 2013 is voor de overname van activa van de gemeenten een langlopende lening voor 10 jaar afgesloten ter waarde van € 6.000.000. In 2013 zijn zowel de kaslimiet als de rente risiconorm niet overschreden. Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF). Met de wet HOF zijn de Europese afspraken van het StabiliteitsB en Groeipact en het reeds bestaande Nederlandse budgettaire beleid vanaf 1 januari 2014 wettelijk verankerd. De Wet Hof bepaalt onder meer dat Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen een gelijkwaardige inspanning leveren bij het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Daarmee worden de tekorten van gemeenten of provincies door de Europese Commissie meegeteld bij de berekening van het begrotingstekort, dat volgens de EUBregels niet meer dan 3 procent mag bedragen. Er treedt een correctiemechanisme in werking als de macroBnorm voor het EMUBsaldo structureel (meerjarig) door de decentrale overheden (gezamenlijk) wordt overschreden. Daarna zal vervolgens eerst bestuurlijk overleg volgen over verbetermaatregelen. Maatregelen volgend uit het sluitstuk van het correctiemechanisme, waaronder de mogelijkheid tot kortingen op de decentrale overheden, zullen alleen als ultimum remedium worden ingezet. Deze maatregelen worden door het Rijk in een AMvB vastgelegd. Uitzettingen In de wet Ruddo is vastgelegd dat openbare lichamen alleen overtollige middelen voor een periode langer dan 3 maanden mogen uitzetten bij financiële ondernemingen die zijn gevestigd in een EUBlidstaat en die ten minste beschikken over een AABrating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. Er zijn in 2013 geen overtollige middelen uitgezet bij financiële ondernemingen anders dan bij de huisbankier BNG, die over een AAABrating beschikt. Het wetsvoorstel verplicht schatkistbankieren is op 15 december 2013 van kracht geworden. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden, dus ook VRZ, om hun overtollige (liquide) middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Een decentrale overheid behoudt, op basis van de wet Fido, de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten uit hoofde van de publieke taak. Deelname aan schatkistbankieren verandert
10
daar niets aan. Tegelijkertijd met de wet is een ministeriele regeling van kracht geworden. Onderdeel van die regeling is de rekeningBcourantovereenkomst die iedere decentrale overheid krijgt met de Staat der Nederlanden. De regeling bevat verder onder meer de verplichting voor decentrale overheden een tussenrekening te openen bij een of meerdere banken, zodat aan de verplichting tot deelname aan schatkistbankieren kan worden voldaan.
11
2.5
Weerstandsvermogen en risicomanagement
Binnen de private en publieke sector is sprake van toenemende aandacht voor het inzicht in en de beheersing van risico’s. Het spectrum van de Veiligheidsregio’s vormt hierop geen uitzondering. Een aantal oorzaken voor de toenemende aandacht liggen in (recente) rampen (zoals o.a. in Moerdijk en Fukushima) die hebben plaatsgevonden, kostenoverschrijdingen van grote projecten en een reeks aan schandalen. Een andere ontwikkeling is dat van Veiligheidsregio’s steeds meer wordt geëist dat zij hun doelstellingen expliciet benoemen en realiseren, terwijl ze daarbij in toenemende mate te maken krijgen met onzekerheden en budgetverminderingen. In de vergadering van het Algemeen Bestuur van 19 december 2013 is de ‘Notitie Risicomanagement en weerstandsvermogen’ vastgesteld. Hierin is het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s aangegeven. In deze notitie worden de termen risico’s, weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen zijn als volgt gedefinieerd: •
Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate VRZ in staat is om omvangrijke tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid aanzienlijk moet worden aangepast. Het gaat daarbij om de verhouding tussen de weerstandscapaciteit, ofwel de beschikbare (financiële) middelen die zonder ingrijpende beleidswijzigingen beschikbaar zijn en de risico’s.
•
Risico’s moeten in dit verband worden opgevat als reële, doch niet altijd te kwantificeren, bedreigingen die, ook nadat maximale inspanningen zijn verricht om het optreden ervan te voorkomen, of de gevolgen ervan te verminderen, kunnen leiden tot uitgaven die niet begroot zijn.
Een nuttig instrument om risico’s efficiënter en effectiever te beheersen en tegelijkertijd organisatiedoelstellingen te realiseren is risicomanagement. Het managen van risico’s geeft geen garantie dat gebeurtenissen met een negatief gevolg niet (meer) zullen optreden, maar het geeft de organisatie wel tools om zich bewust te worden en blijven van mogelijke risico’s en middels beheersmaatregelen te anticiperen op het plaatsvinden ervan. Naast de interne behoefte om risico’s in beeld te hebben en te beheersen is er ook vanuit het Rijk wetgeving opgelegd omtrent risico’s. In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) wordt in artikelen 9 en 26 gesteld dat in ieder geval in de begroting en de jaarrekening een paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing wordt opgenomen. In deze paragraaf dienen ten minste opgenomen te zijn: • • •
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; een inventarisatie van de risico's; het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's.
2.5.1 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit is in artikel 11 BBV omschreven als “de middelen en mogelijkheden waarover VRZ beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken”. Volgens de notitie weerstandsvermogen en risicomanagement wordt de beschikbare weerstandscapaciteit bepaald aan de hand van: • •
de algemene reserve(s) de post onvoorzien
2.5.2 Benodigde weerstandscapaciteit Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen moet de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet worden tegen de benodigde weerstandscapaciteit. De risico’s die VRZ loopt zijn bepalend voor de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit. Om de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen is het noodzakelijk de risico’s te voorzien van een kwantificering van zowel kans als financiële gevolgen. Een gedetailleerde berekening (zie bijlage 4) geeft aan dat het weerstandsvermogen minimaal € 1,6 mln zou moeten bedragen, waarbij rekening is gehouden met risico’s die variëren van het niet realiseren van de taakstelling tot het zich voordoen van een GRIP 4Bgebeurtenis. Een aantal risico’s is qua omvang en waarschijnlijkheid niet in te schatten. Door de maximale gevolgen van de individuele risico’s bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over het weerstandsvermogen. Immers, het is vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daarnaast zal niet ieder risico zich daadwerkelijk in de maximale omvang voordoen.
12
2.5.3 Beoordeling weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s waarover geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het is van belang te weten of er sprake is van een toereikend weerstandsvermogen. Als het risicoprofiel bekend is kan een relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s, de daarbij benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de berekening voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit Deze uitkomst wordt gegoten in de vorm van een ratio = Benodigde weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt per 31 december 2013: • •
Algemene reserve Post onvoorzien Totaal
€ 367.587 € 100.000 € 467.587
Op basis van de financieel berekende risico’s en de jaarrekening 2013 na resultaatbestemming is de ratio weerstandsvermogen: Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
= =
€ 467.587 € 1.585.989
= 0,29
Op basis van de gehanteerde normeringsystematiek door VRZ is het weerstandsvermogen van VRZ ruim onvoldoende. Het streven is de komende jaren over “voldoende” weerstandscapaciteit te beschikken. Dit betekent een normratio van 1,0 of groter. Het algemeen bestuur kan op deze normratio sturen. Wanneer deze ratio minder dan 1,0 bedraagt, is VRZ kwetsbaar en beschikt niet over voldoende weerstandscapaciteit om de resterende risico’s af te dekken. Indien dergelijke risico’s optreden zal VRZ terug naar de gemeente moeten voor dekking. In de Notitie risicomanagement en weerstandsvermogen is een maximum bepaald aan het aan te houden weerstandsvermogen. Voor wat betreft dit maximum is aangesloten bij de VZG norm en bij de BDUR. De maximale VZGBnorm luidt: “Veiligheidsregio Zeeland vormt een reserve(fonds) ten laste van de gemeentelijke bijdragen aan de uitvoeringskosten tot maximaal 10 % van de jaarlijkse apparaatskosten of van maximaal 5 % van de bijdragen van de gemeenten” en wordt hier geïnterpreteerd als 5% van de (structurele) gemeentelijke bijdragen (bron: begroting 2014). 5 % van € 23.300.000 = € 1.165.000. Dit maximum is aan de lage kant, omdat hierbij de bijdragen die vanuit het rijk worden verstrekt, de zgn. BDUR gelden, buiten beschouwing zijn gelaten. Om die reden is als maximaal weerstandsvermogen 5% van de gemeentelijke bijdragen én 5% van de BDUR gelden (5% van € 6.670.830 = € 334.000) gehanteerd. In dit geval bedraagt het totaal € 1.499.000.
13
3 Jaarrekening 3.1
Resultaten op hoofdlijnen Primitieve Begroting begroting na wijziging 2013 2013
Rekening 2013
Saldo van baten en lasten 316.000 572.189 -405.349 Lasten 000 Niet in te delen lasten -981.000 0 0 22.471.000 14.357.075 14.323.551 110 Loonbetalingen en sociale premies 210 Werkelijk betaalde rente 0 205.000 168.443 230 Afschrijvingen 4.846.000 2.887.881 2.739.437 0 3.296.940 3.028.231 300 Personeel van derden 310 Energie 0 552.000 615.878 333 Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen 0 5.000 4.386 341 Betaalde belastingen 0 25.000 34.958 343 Aankopen niet duurzame goederen en diensten 10.605.000 8.926.139 7.870.603 424 Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk) 0 0 3.027 600 Reserveringen 0 250.000 198.053 622 Overige verrekeningen van kostenplaatsen 0 356.873 234.380 Baten 210 Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen -90.000 0 0 300 Vergoeding voor personeel 0 -350.365 -552.815 0 0 -1.397 321 Huren 340 Overige goederen en diensten -6.140.000 -1.616.735 -997.218 411 Inkomensoverdrachten van het Rijk -5.382.000 -5.822.074 -5.649.767 -25.013.000 -21.967.672 -21.984.914 422 Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk) 423 Overige inkomensoverdrachten 0 -160.000 -189.409 432 Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten 0 -16.000 -16.396 0 -356.873 -234.380 622 Overige verrekeningen van kostenplaatsen Mutaties Reserves -316.000 -1.041.714 385.230 Lasten 600 Reserveringen 0 3.266.361 2.874.922 Baten 600 Reserveringen -316.000 -4.308.075 -2.489.692 -20.119 Eindtotaal 0 -469.525
Saldo
V/N
-977.538
V
0 -33.524 -36.557 -148.444 -268.709 63.878 -614 9.958 -1.055.536 3.027 -51.947 -122.493
V V V V N V N V N V V
0 -202.450 -1.397 619.517 172.307 -17.242 -29.409 -396 122.493 1.426.944
V V N N V V V N N
-391.439
V
1.818.383 449.406
N N
Resultaat op hoofdlijnen Het resultaat over 2013 bedraagt € 20.119 voordelig. In deze jaarrekening is hoofdzakelijk een programma indeling gehanteerd. De actuele begroting 2013 betreft de begroting na de 5e begrotingswijziging 2013. De belangrijkste afwijkingen in 2013 ten opzichte van de begroting 2013 worden in onderstaand overzicht op hoofdlijnen toegelicht.
Saldo na wijziging 2013
Bedrag € 469.525
V/N V
I/S I/S
Programma Veiligheid Programma Bevolkingszorg Programma GMZ Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
€ 613.617 € 4.144 € 148.303 € 20.053
N N V V
I/S I I/S I
Totaal resultaat V=Voordeel, N=Nadeel; I=Incidenteel, S=Structureel
€ 20.119
V
I/S
14
Budgettair neutrale verschillen Het overzicht van lasten en baten laat op een aantal posten verschillen zien ten opzichte van de begroting 2013. Naast het resultaat betreft het budgettair neutrale verschillen op projecten of doorbelastingsverschillen. Tegenover lagere baten staan lagere exploitatielasten. Het betreft o.a. het project MIRG en de geplande projecten ten laste van de reserves vernieuwing, transitie en meldkamer. Voor een toelichting op de projecten ten laste van de reserves wordt verwezen naar de balanstoelichting. Op hoofdlijnen laat dit het volgende beeld zien: Bedrag
V/N
I/S
B268.709 B1.677.752 B 100.000 B122.493
V V V V
I I I S
619.517 122.493
N N
I S
Lasten 600 Reserveringen
B 391.439
V
I
Baten 600 Reserveringen
1.818.383
N
I
Lasten 300 Personeel van derden 343 Aankopen niet duurzame goederen en diensten 600 Reserveringen 622 Overige verrekening van kostenplaatsen Baten 340 Overige goederen en diensten 622 Overige verrekening van kostenplaatsen Mutaties reserves
Totaal resultaat
0
Resultaatanalyse Bedrag
V/N
I/S
Risicobeheersing Preventietaken SchouwenBDuiveland
€ 105.000
N
I/S
Incidentbeheersing MidBlife vervanging banden, incl. achterstallig onderhoud Achterstallig onderhoud hoogwerker Sluis Inhaalslag kleding jeugdbrandweer Kosten oefenmaterialen levensreddend handelen Hogere onderhoudskosten brandweermaterieel Hogere brandstofkosten Lagere afschrijvingskosten Kosten MIRG
€ 95.000 € 60.000 € 45.000 € 17.000 € 75.000 € 20.000 € 148.000 € 40.000
N N N N N N V N
I I I I S S I/S I
Incidentbestrijding Lagere kosten vrijwilligers Project Digitale Bereikbaarheidskaarten licentiekosten
€ 45.000 € 30.000
V V
I/S I
Bedrijfsvoering Lagere rentekosten Hogere energiekosten Hogere kosten facilitaire dienstverlening Hogere verzekeringskosten Hogere huisvestingskosten Buitenruststraat Hogere huisvestingskosten Segeerssingel
€ 36.000 € 50.000 € 175.000 € 35.000 € 30.000 € 20.000
V N N N N N
I S S S S I
Programma Veiligheid
15
Directievoering, management en control Kosten voormalig personeel
€ 98.000
N
I
Overig
€ 7.618
N
I
Programma GMZ Lagere piketkosten Lagere onderhoudskosten verbindingsmiddelen Lagere personeelskosten
€ 25.000 € 50.000 € 73.303
V V V
S S I
Programma Bevolkingszorg Hogere inhuurkosten coördinerend gemeentesecretaris
€ 4.144
N
I
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Vrijval balansposten (nog te betalen bedragen)
€ 20.053
V
I
In hoofdstuk 3.3 wordt per programma nader ingegaan op de belangrijkste afwijkingen.
3.2
Taakstelling (voortgang)
In onderstaande tabel staan de in de herziene begroting 2013 opgenomen besparingen en wordt aangegeven wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de realisatie 2013. Actie/omschrijving
Begrote besparing 2013
Stand van realisatie
Toelichting
Directievoering Reductie formatie 0,2 Fte
0
Vanaf 2016 € 25.000.
Risicobeheersing Niet invullen formatie
€ 70.000
Gerealiseerd
Niet invullen formatie
€ 140.000
Gerealiseerd
Incidentbestrijding Reductie door Evaluatie ROLBregeling 0 Besparing door reductie ongewenste uitrukken € 12.000
Besparing door flexibele voertuigbezetting
0
Besparing door hervorming repressie Besparing door herzien alarmeringB en uitrukprocedures Besparing duiken
0 0
Vanaf 2014 € 93.000. Gerealiseerd. Het aantal OBMSBaansluitingen is al gereduceerd. Formele besluitvorming zal in 2014 plaatsvinden. B Maatwerk in brandweerzorg en pilot flexibele voertuigbezetting B Maatwerk in brandweerzorg B Vanaf 2014 € 54.000.
0
B
Maatwerk in brandweerzorg
Besparing WVD teams
€ 21.500
Het aantal WVDBteams is gereduceerd
Besparing gaspakkenteams
€ 12.000
Incidenteel Gerealiseerd in 2013, structureel vanaf 2014 Incidenteel Gerealiseerd in 2013, structureel vanaf 2014 Nog niet structureel gerealiseerd
Maatwerk in brandweerzorg, zie toelichting op de volgende bladzijde. Structurele realisatie met ingang van 2014.
Het aantal gaspakkenteams is gereduceerd. Formele besluitvorming zal in 2014 plaatsvinden.
Incidentbeheersing Besparing technische hulpverlening
€ 66.000
16
Reductie kosten dienstkleding
€ 51.710
Incidenteel Gerealiseerd in 2013, structureel vanaf 2014 Grotendeels gerealiseerd (€ 317.000)
Reductie afschrijvingslasten (1e jaar na ingebruikname geen 50% afschrijving)
€ 375.000
Bijstellen verwacht investeringsvolume 2012 (afschrijvingen)
€ 500.000
Grotendeels gerealiseerd (€ 400.000)
Reductie piketvoertuigen Regeling Operationele leiding
€ 25.000 € 8.000 € 33.000
Incidenteel gerealiseerd in 2013, structureel vanaf 2014
Besparing keuringen hydr. Redgereedschap
€ 13.000
Incidenteel gerealiseerd
Besparing onderhoud airco in eigen beheer Besparing flexibele materialen
€ 5.000 € 20.000
Besparingen Schuimvormend middel
€ 7.500
Reductie kosten alternatief pBflex
0
Gerealiseerd Incidenteel gerealiseerd in 2013 en structureel vanaf 2014 Besparing gerealiseerd in 2013. B
Reductie kosten trainingen eigen beheer
€ 58.000
Gerealiseerd
Beleid in 2013 ingezet. Formele besluitvorming zal in 2014 plaatsvinden.
Naar verwachting zal de besparing circa € 58.000 lager zijn, onder meer doordat de correctie dit jaar nog geen betrekking heeft op activa van de SGB. Realisatie is naar verwachting € 100.000 lager. Omvang van besparing is afhankelijk van totaal investeringsvolume, waaronder over te nemen investeringen 2012 van gemeenten. Er is uit het boekjaar 2012 inderdaad voor ca. € 2,5 mln. aan (brandweer)activa overgenomen. De overname van een aantal posten op de staat van activa van één gemeente voor een bedrag van ca. € 800.000 heeft het Bestuur aangehouden. Hierover wordt later een beslissing genomen. Er worden voorlopig geen nieuwe piketvoertuigen meer aangeschaft. In 2014 wordt een nieuw vervangingsplan voor het totaal voertuigenpark opgeleverd, waarbinnen vervolgens besparing zal worden gerealiseerd. De besparing wordt in 2014 gerealiseerd door een andere werkwijze in de nieuw opgezette MTL service centers. Vulstation aangekocht De besparing is in 2014 gerealiseerd i.v.m. de opgezette MTL service centers.
Vanaf 2014 € 105.000. De kosten van de operationele trainingsweek van (hoofd)officieren van dienst zijn in 2013 incidenteel teruggebracht door met minder functionarissen en minder lang in het buitenland te oefenen en in plaats daarvan meer oefenmomenten in de eigen regio te organiseren. Ook in 2014 wordt op dezelfde wijze een incidentele reductie behaald. Op basis van de ervaringen met de andere wijze van oefenen wordt een keuze gemaakt voor de wijze waarop de taakstelling vanaf
17
Besparingen door nieuw oefenbeleid Besparingen door elektronische leeromgeving
0 0
B B
2015 structureel wordt verwerkt. Vanaf 2014 € 67.500. Vanaf 2014 € 15.000.
Besparingen exploitatie opleidingsinstituut
€ 5.000
Besparing flexibele ts opleidingskosten
€ 32.000
Structureel gerealiseerd Nog niet structureel gerealiseerd
De omvang van de besparing vloeit voort uit maatwerk in brandweerzorg.
Reductie formatie
0
B
Vanaf 2014 € 22.000.
Bedrijfsvoering Reductie formatie
0
GHOR
Vanaf 2016 € 283.440.
Bijstellen verwacht investeringsvolume 2012 (rente)
€ 125.000
Gerealiseerd
Reductie aantal facturen
0
B
Zie hiervoor toelichting onder bijstellen investeringsvolume 2012. Daarnaast speelt de beschikbaarheid van reserves en de lage marktrente hier een rol waardoor de besparing volledig is gerealiseerd. Vanaf 2016 € 20.000.
Reductie vakliteratuur
0
B
Vanaf 2014 € 24.000.
Reductie schoonmaakkosten door aanbesteding Klimaatinstallatie Meldkamer niet uitvoeren
0
B
Vanaf 2014 € 20.000.
€ 25.000
Gerealiseerd
Totaal
€ 1.571.710
Toelichting Maatwerk in brandweerzorg In april 2013 is opdracht verstrekt voor uitvoering van het project Maatwerk in Brandweerzorg. Het project beoogt naast de hervorming van de repressie in Zeeland (zodat aan WetB en Regelgeving kan worden voldaan) tevens het bereiken van een taakstellingopdracht. “Maatwerk in brandweerzorg” is een project waarin besparingen zullen worden gerealiseerd door een andere aanpak van de basisbrandweerzorg. Een van de prioriteiten omvat het opstellen van een adequaat dekkingsplan, dat voldoet aan de Wet op de Veiligheidsregio’s. Hierin zal een nieuwe spreiding van posten en introductie van andere organisatievormen worden onderzocht. Daarbij zijn zaken als aantallen hulpverleningsvoertuigen, aantallen redvoertuigen, 4Bpersoons uitruk voor specifieke incidenten, (her)verdeling van specialismen, aandacht voor grootschalig optreden allemaal componenten die een rol (kunnen) spelen in het opstellen van een geactualiseerd dekkingsplan als onderdeel van dit project. In het project is een bestuurlijke klankbordgroep voorzien, die gebruikt zal worden om periodiek de richting en voortgang te toetsen aan de bestuurlijke wensen en denkrichtingen. Dit mede omdat veel partners gemoeid zijn bij de producten die beoogd worden in het project. De stand van zaken mbt het project is aan het bestuur gepresenteerd. Uiteraard is het de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van het Bestuur om hierin de beslissingen te nemen. Indien het bestuur straks gevolgen van de geboden oplossingen uit het project Maatwerk in Brandweerzorg niet wenselijk acht, zal dit consequenties hebben voor het taakstellend budget. Dit geldt eveneens voor de effecten op de beoogde taakstelling 2014. Zorgvuldigheid ten aanzien van het proces (waaronder het creëren van draagvlak binnen de organisatie alsmede draagvlak bij de gemeenten) zorgt voor een langer tijdpad dan in eerste instantie was voorzien. Met als uitgangspunt dat besluitvorming conform verwachting plaatsvindt, zal implementatie vanaf de tweede helft 2014 zijn beslag krijgen. Door het sturen op uitgaven zijn in 2013 incidentele besparingen gerealiseerd. Kapitaallasten In verband met de gewijzigde regelgeving rondom de afschrijvingen, die in de financiële verordening van VRZ is vastgelegd, is in de herziene begroting 2013 op het programma veiligheid een stelpost opgenomen van € 375.000. In de 1e bestuursrapportage 2013 heeft een herberekening van de afschrijvingslasten plaatsgevonden (1e jaar na ingebruikname geen 50% afschrijving). De begroting 2013 is hiervoor gewijzigd. In de zomer van 2013 zijn de jaarrekeningen 2012 opgevraagd bij de deelnemende gemeenten. Nu alle staten van activa in beeld zijn is beoordeeld of de stelpost van € 500.000 lagere afschrijvingslasten en € 125.000 lagere rentelasten conform zijn gerealiseerd. Voor de overname van de (brandweer)activa is, in het kader van de
18
taakstelling, bij het opstellen van de begroting 2013 de verwachting uitgesproken dat de investeringen 2012 naar verwachting geen € 7 mln. maar € 2,5 mln. zouden bedragen. Uit de jaarrekeningen 2012 van de diverse gemeenten is gebleken dat het investeringsvolume 2012 in werkelijkheid € 3,2 mln. bedraagt in plaats van de begrote € 2,5 mln, met als gevolg een toename van de afschrijvingslasten met e e € 155.000. Deze correctie heeft in de 2 bestuursrapportage 2013 en de daaruit voortvloeiende 5 begrotingswijziging 2013 plaatsgevonden. Op de rente heeft geen correctie plaatsgevonden. De afschrijvingskosten zijn in de jaarrekening 2013 € 148.000 lager dan begroot. De informatie uit de jaarrekeningen 2012 van de gemeenten heeft als basis voor de begroting gediend. Een aantal investeringen uit de jaarrekeningen 2012 van de gemeenten zijn in 2013 niet voor overname in aanmerking gekomen, onder andere gebouwgerelateerde investeringen. Verder vindt bijvoorbeeld in 2014 een onderzoek plaats naar de staat van de bluswatervoorzieningen in de gemeenten. De resultaten van dit onderzoek zijn mede bepalend voor al dan niet overname van waterwagens door VRZ vanuit beleidsinhoudelijk en financieel perspectief bezien.
19
3.3
Resultaat en toelichting per programma
3.3.1 Programma Veiligheid Primitieve Begroting begroting na wijziging 2013 2013 1 Veiligheid Saldo van baten en lasten 000 Niet in te delen lasten 110 Loonbetalingen en sociale premies 210 Werkelijk betaalde rente 230 Afschrijvingen 300 Personeel van derden 310 Energie 333 Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen 341 Betaalde belastingen 343 Aankopen niet duurzame goederen en diensten 424 Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk) 600 Reserveringen 622 Overige verrekeningen van kostenplaatsen Baten 210 Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen 300 Vergoeding voor personeel 321 Huren 340 Overige goederen en diensten 411 Inkomensoverdrachten van het Rijk 422 Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk) 423 Overige inkomensoverdrachten 622 Overige verrekeningen van kostenplaatsen Mutaties Reserves Baten 600 Reserveringen Eindtotaal
Rekening 2013
30.512.000 26.395.488 25.733.564 -1.081.000 0 0 22.372.000 13.691.165 13.693.630 0 205.000 168.317 4.846.000 2.711.701 2.565.282 0 2.648.940 2.366.221 0 552.000 615.878 0 5.000 4.386 0 25.000 34.958 10.605.000 8.174.571 7.470.073 0 0 3.027 0 250.000 198.053 0 122.493 0
Saldo
V/N
-661.924 0 2.465 -36.683 -146.419 -282.719 63.878 -614 9.958 -704.498 3.027 -51.947 -122.493
N V V V N V N V N V V
0 -283.927 -1.397 -499.240 -44.708 -133.199 -189.409 -234.380 -2.011.721
0 -191.927 -1.397 647.275 74.366 -17.279 -29.409 122.493 1.275.541
V V N N V V N N
0 -3.287.262 -2.011.721 30.512.000 23.108.226 23.721.843
1.275.541 613.617
N N
-90.000 0 0 -6.140.000 0 0 0 0 0
0 -92.000 0 -1.146.515 -119.074 -115.920 -160.000 -356.873 -3.287.262
V
Toelichting Risicobeheersing Preventietaken gemeente Schouwen(Duiveland Begin 2014 is na overleg met de gemeente Schouwen Duiveland gebleken dat over 2013 nog uitgaven preventietaken aan VRZ werden doorbelast. De gemeente SchouwenBDuiveland heeft de brandpreventietaken niet overgedragen aan VRZ. De gemeente SchouwenBDuiveland heeft hiervoor wel het budget overgedragen aan VRZ. De personeelslasten van de preventiemedewerkers van SchouwenBDuiveland worden gedeclareerd bij VRZ. In de begroting 2013 is geen rekening gehouden met deze kosten ad € 105.000. Momenteel is VRZ in gesprek met gemeente SchouwenB Duiveland over de invulling van de preventietaken en de kosten hiervan. Incidentbeheersing Midlife vervanging banden, inclusief achterstallig onderhoud In 2013 is voor een bedrag van € 95.000 aan banden gekocht ten behoeve van de midlife vervanging van banden op tankautospuiten en andere brandweervoertuigen. Op dit gebied was bij de overgedragen voertuigen een matige tot zeer grote achterstand ontstaan. Achterstallig onderhoud hoogwerker Sluis VRZ heeft, in het kader van de regionalisering van de brandweer, een hoogwerker van de gemeente Sluis overgenomen. De gemeente Sluis had deze hoogwerker 2e hands gekocht. Deze hoogwerker bleek een reparatie van € 60.000 nodig te hebben. Deze kosten waren niet voorzien. Inhaalslag kleding jeugdbrandweer In Zeeland zijn 9 jeugdbrandweerkorpsen actief. De Jeugdbrandweer zorgt voor instroom van nieuwe vrijwilligers. De regionalisering van de brandweer biedt kansen om de Jeugdbrandweer beleidsmatig, beheertechnisch en kwalitatief
20
een belangrijke impuls te geven. Om op 1 januari 2014 als één Jeugdbrandweer Zeeland te starten is een investering (inhaalslag) gedaan, niet alleen om te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften, maar ook voor een eenduidige uitstraling. De kosten bedragen € 45.000.
Levensreddend handelen Voor het realistisch oefenen van levenreddend handelen is oefenmateriaal aangeschaft voor een bedrag van € 17.000. Onderhoudskosten materieel De onderhoudskosten van het brandweermaterieel zijn € 75.000 hoger dan begroot. Door de regionalisering van de brandweer is een vervangingsachterstand ontstaan bij de vervanging van materieel. Diverse gemeenten en VRZ hebben in afwachting van de regionalisering geen of minder vervangingsinvesteringen gedaan. In 2013 is het project Maatwerk in brandweerzorg (hervorming repressie) gestart. Medio 2014 komen de resultaten van dit project beschikbaar. Deze resultaten zijn bepalend voor het al dan niet vervangen van materieel. Hierdoor is de gemiddelde leeftijd van het materieel toegenomen met als gevolg hogere onderhoudskosten. Brandstofkosten De brandstofkosten zijn € 20.000 hoger dan begroot. Het betreft een prijseffect. Kapitaallasten (rente en afschrijving) De afschrijvingskosten zijn € 146.000 lager dan begroot; de rentekosten zijn € 36.000 lager dan begroot. In de zomer van 2013 zijn de jaarrekeningen 2012 opgevraagd bij de deelnemende gemeenten. Deze informatie heeft als basis voor de begroting gediend. Gebleken is dat, gelet op de door de werkgroep financieringsystematiek geformuleerde uitgangspunten, een aantal investeringen niet voor overname in aanmerking kwamen. Naast gebouwgerelateerde investeringen betrof het een aantal waterwagens. Incidentbestrijding Vrijwilligers In de begroting 2013 is rekening gehouden met € 3.229.000 aan kosten voor de vrijwilligers. De realisatie in 2013 bedraagt € 3.182.000. Onderdeel hiervan zijn de oefenB en uitrukvergoedingen. Er is sprake van een voordeel van € 45.000. Nadere analyse moet nog uitwijzen of hier sprake is van van een structureel of incidenteel voordeel. Project Digitale bereikbaarheidskaarten (DBK) In het project DBK is rekening gehouden met € 30.000 aan structurele kosten. Het project bevindt zich nog in de ontwikkelB en implementatiefase. De structurele kosten zijn pas van toepassing in het eerste jaar na afronding van het project. Project MIRG In de begroting 2013 was het project MIRG kostenneutraal opgenomen. VRZ levert een bijdrage aan het project in de vorm van personele inzet (salarislasten). Hiervan is 50% subsidiabel. De resterende 50% komt ten laste van het project. De kosten bedragen in 2013 € 40.000. Bedrijfsvoering Energiekosten Op de kosten van energie is er sprake van een tekort van circa € 50.000. De begroting 2013 hiervoor was grotendeels gebaseerd op de rapportage van de werkgroep financieringssystematiek, die de door de gemeenten over te dragen budgetten in beeld heeft gebracht. De werkgroep is uitgegaan van de kosten in 2010 op begrotingsbasis. De hogere kosten dan begroot worden voornamelijk veroorzaakt door een prijseffect. De energiekosten zijn met circa 20% gestegen t.o.v. 2010. Facilitaire dienstverlening Op de kosten voor facilitaire dienstverlening (schoonmaak, papier en drukwerk, porti, (gebruikers)onderhoud, beveiliging e.d.)), is er sprake van een tekort van circa € 150.000. De begroting 2013 hiervoor was eveneens grotendeels gebaseerd op de rapportage van de werkgroep financieringssystematiek. Voor deze kosten gelden ook prijseffecten, maar dan in mindere mate als bij de energiekosten (1 tot 3% per jaar). Daarnaast zijn de schoonmaakkosten voor het kantoor aan de Buitenruststraat, waar met ingang van 2013 een extra verdieping is e gehuurd, te laag ingezet. In de 2 bestuursrapportage 2013 was er nog onvoldoende zicht op de realisatie van deze kosten omdat veel gemeenten pas in de laatste maanden van 2013 hun kosten hebben doorgefactureerd aan VRZ. Verzekeringskosten
21
De verzekeringskosten zijn circa € 35.000 hoger dan begroot. De verzekeringskosten zijn gestegen o.a. door de assurantiebelasting die naar 21% is verhoogd en waarschijnlijk te laag zijn ingezet in de begroting. Op deze post was reeds in een eerdere begrotingswijzing een bedrag afgeraamd.
Huisvestingskosten De huisvestingskosten voor de Buitenruststraat zijn te laag begroot. Er is sprake van een structureel nadeel van € 30.000. Het pand aan de Segeerssingel te Middelburg wordt gehuurd van de Politie Zeeland en WestBBrabant. Van de Politie Zeeland en WestBBrabant is een afrekening servicekosten ontvangen van € 20.000. Dotatie voorziening schade voertuigen In de begroting 2013 was rekening gehouden met een storting in een voorziening schade voertuigen van € 150.000. In overleg met de accountant is besloten om het bestuur voor te stellen hiervoor een bestemmingsreserve in te stellen. Uit de te vormen reserve kan in de toekomst eventuele schade gedekt worden, aangezien de voertuigen niet meer allrisk worden verzekerd. Uit de besparing op de verzekeringpremies wordt de reserve opgebouwd. De dotatie aan de voorziening van € 150.000 is niet gedaan. Hier tegenover staat een lagere onttrekking uit de reserve vernieuwing van € 100.000. Directievoering, management en control Kosten voormalig personeel VRZ is eigenrisicodrager voor de WW. In het kader van de FLO en in verband met het beëindigen van enkele arbeidsovereenkomsten is een dotatie aan de voorziening voormalig personeel opgenomen van € 198.000. Hiervan wordt € 100.000 gedekt uit de reserve transitie. Het resultaat wordt voor een bedrag van € 98.000 nadelig beïnvloed.
22
3.3.2 Programma Bevolkingszorg Primitieve Begroting begroting na wijziging 2013 2013 2 Bevolkingszorg Saldo van baten en lasten Lasten 110 Loonbetalingen en sociale premies 300 Personeel van derden 343 Aankopen niet duurzame goederen en diensten Baten 300 Vergoeding voor personeel 340 Overige goederen en diensten 411 Inkomensoverdrachten van het Rijk 422 Inkomensoverdrachten van het overheid (niet-Rijk) Eindtotaal
Rekening 2013
Saldo
V/N
0
238.910
243.054
4.144
N
98.700 0 0
139.910 25.000 74.000
139.870 33.372 72.144
40 8.372 -1.856
V N V
0 0 0 -98.700 0
0 0 0 0 238.910
-121 -152 -2.059 0 243.054
-121 -152 -2.059 0 4.144
V V V N
Toelichting Coördinerend gemeentesecretaris Er is sprake van hogere inhuurkosten voor de coördinerend gemeentesecretaris dan begroot, deels door hogere nota’s en deels omdat de BTW op het programma Bevolkingszorg als kostenverhogend is aangemerkt. Voor de toekomst worden nadere afspraken gemaakt over inhuurkosten coördineren gemeentesecretaris.
23
3.3.3 Programma GMZ Primitieve Begroting begroting na wijziging 2013 2013 3 GMZ Saldo van baten en lasten Lasten 110 Loonbetalingen en sociale premies 210 Werkelijk betaalde rente 230 Afschrijvingen 300 Personeel van derden 343 Aankopen niet duurzame goederen en diensten 622 Overige verrekeningen van kostenplaatsen Baten 300 Vergoeding voor personeel 340 Overige goederen en diensten 411 Inkomensoverdrachten van het Rijk Mutaties Reserves Lasten 600 Reserveringen Baten 600 Reserveringen Eindtotaal
Rekening 2013
Saldo
V/N
0
1.294.543
994.837
-299.706
V
0 0 0 0 0 0
526.000 0 176.180 623.000 677.568 234.380
490.051 126 174.154 628.638 328.386 234.380
-35.949 126 -2.026 5.638 -349.182 0
V N V N V
0 0 0 0
-258.365 -370.220 -314.000 -258.752
-268.767 -386.058 -206.074 -107.349
-10.402 -15.838 107.926 -151.403
V V N N
0
762.061
370.622
-391.439
V
0 0
-1.020.813 1.035.791
-477.971 887.489
542.842 -148.303
N V
Toelichting Gemeenschappelijke meldkamer Zeeland Het voordelig resultaat van € 148.303 wordt met name veroorzaakt door lagere kosten piket (€ 25.000) en lagere onderhoudskosten voor verbindingsmiddelen (€ 50.000). Het betreft hier structureel lagere lasten. Daarnaast is er sprake van incidenteel lagere kosten voor personeel en opleidingen, bijvoorbeeld UWVBvergoedingen voor zwangerschapsverlof e.d.. Overdracht Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) aan RAV Zeeland Na vaststelling door het bestuur VRZ van het plan van aanpak meldkamer / crisisorganisatie is op nadrukkelijk aangeven van de Inspectie Gezondheidszorg de verantwoordelijkheid voor en het personeel van meldkamer ambulancezorg per 1 januari 2013 overgegaan naar RAV Zeeland. Dit is de vergunninghouder meldkamer ambulancezorg. In de begroting bij het plan van aanpak opgenomen kosten en baten zijn derhalve niet meer ten laste c.q. ten gunste gekomen van VRZ. Het plan van aanpak meldkamer is in september 2012 voor 2 jaar vastgesteld. Het AB heeft ingestemd om de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) ter grootte van € 262.061 vrij te laten vallen t.b.v. instandhouding meldkamer. Deze reserve is ontstaan doordat in de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) de voordelige of nadelige saldi van de Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) zijn verrekend. Door de overdracht van de CPA verantwoordelijkheden aan RAV Zeeland per 1B1B2013 is het doel van de reserve vervallen. Om de financiële middelen beschikbaar te houden voor de Gemeenschappelijke Meldkamer zijn de middelen van de vrijgevallen reserve RAK ad € 262.061 toegevoegd aan de Reserve Meldkamer. Landelijke meldkamer organisatie (LMO) De situatie van de meldkamer is inmiddels, mede door de landelijke ontwikkelingen, gewijzigd. Alle meldkamers komen onder landelijke sturing binnen één Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO). Begin vorig jaar werd door het Rijk uitgegaan van een start van deze organisatie in oktober 2013. Deze planning is niet gehaald en de organisatie start begin 2014. Vooruitlopend op deze ontwikkeling is, mede vanwege de herindeling van de politieregio’s, gekeken naar een gezamenlijke meldkamer voor Zeeland en Midden en West Brabant. Tijdens de gecombineerde bestuursvergadering / Veiligheidscollege van Zeeland en Midden West Brabant op 25 september 2013 heeft het bestuur ingestemd met dit voornemen, waarbij Bergen op Zoom als nieuwe huisvestingslocatie is aangewezen. De realisatie van deze nieuwbouw wordt een verantwoordelijkheid van de LMO. Plan van aanpak meldkamer Het oorspronkelijke plan van aanpak Meldkamer en Crisisorganisatie Veiligheidsregio Zeeland ging uit van een implementatietraject in 2012 en 2013. Echter, rekening houdend met een verwachte bouwtijd en inmiddels vertraagde besluitvorming in relatie tot de start van de LMO, wordt nu uitgegaan van het tot en met 2016 B of zoveel langer als noodzakelijkB in stand houden van de huidige Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt nu nog bij VRZ maar zal op enig moment overgaan naar de LMO. Hierbij zal een set afspraken rond ontvlechting en financiering gemaakt worden. Een due dillengence onderzoek maakt onderdeel uit van het overname
24
proces. Om meer duidelijkheid te hebben in de kosten van de meldkamer is een afzonderlijke begroting opgezet. Het in stand houden van de meldkamer is als project gedefinieerd, vooralsnog voor de periode tot en met 2016. Hiervoor is een begroting opgesteld, waarin een upgrade (o.a. vanwege uitgestelde vervangingen), personele kosten, huisvesting en exploitatie zijn opgenomen. Tot 2016 is, vanwege de upgrade en kunnen blijven voldoen aan wettelijke eisen, een budget noodzakelijk van 2,5 miljoen euro. De financiering hiervan is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van politie, RAV Zeeland en VRZ. De reserve meldkamer wordt hiervoor ingezet. Het projectbudget, benodigd voor het in stand houden van de meldkamer tot 2017, gaf een geprognotiseerd tekort voor VRZ in de jaren 2015 en 2016. Het projectbudget moet nu worden geactualiseerd aan de hand van de jaarrekening 2013 en de laatste ontwikkelingen ten aanzien van investeringen (o.a. lagere kosten en mogelijke effecten van recente stroomstoringen). Ook de, naar verwachting op korte termijn te verkrijgen, duidelijkheid over de wijze waarop de LMO de ontvlechting voorziet heeft mogelijk effecten. Bij de begroting 2015 zal inzichtelijk worden gemaakt of de reserve meldkamer voldoende is om de periode tot 2017 te overbruggen. Uitgangspunt hierbij is dat in principe geen beroep gedaan behoeft te worden op een extra gemeentelijke bijdrage in de jaren 2015 en 2016.
25
3.3.4 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Primitieve Begroting begroting na wijziging 2013 2013
Rekening 2013
99 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo van baten en lasten -30.196.000 -27.356.752 -27.376.805 Lasten 000 Niet in te delen lasten 100.000 0 0 Baten 340 Overige goederen en diensten 0 -100.000 -111.768 411 Inkomensoverdrachten van het Rijk -5.382.000 -5.389.000 -5.396.926 422 Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk) -24.914.000 -21.851.752 -21.851.715 432 Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten 0 -16.000 -16.396 Mutaties Reserves -316.000 2.504.300 2.504.300 Lasten 600 Reserveringen 0 2.504.300 2.504.300 Bat en 600 Reserveringen -316.000 -0 0 Eindtotaal -30.512000 -24.852.452 -24.872.505
Saldo
V/N
-20.053
V
0 -11.768 -7.926 37 -396 0
V V N V
0 0 -20.053
V
Toelichting De post onvoorzien in de primitieve begroting 2013 bedroeg € 100.000. Er zijn gedurende het jaar geen uitgaven e gedaan. Bij de 2 bestuurrapportage 2013 is de raming middels begrotingswijziging gecorrigeerd naar een onvoorzien voordeel van € 100.000. Er is sprake van een vrijval van diverse balansposten voor een bedrag van € 111.768. Het betreft reserveringen die e ultimo 2012 (nog te betalen) op de balans zijn geplaatst waarvoor in 2013 geen facturen ontvangen zijn. In de 2 bestuursrapportage 2013 was verwacht dat deze post € 100.000 zou bedragen. Omdat er daarnaast € 8.000 extra van het Rijk is ontvangen is er uiteindelijk sprake van een incidenteel voordeel van € 20.053. Gelet op de eindejaarsprognose van de VRZ in de 2e bestuursrapportage 2013 is besloten de gemeentelijke bijdrage voor het plan van aanpak Meldkamer en crisisorganisatie ad € 778.300 in 2013 niet te factureren. Deze bate is vervallen, terwijl de dotatie aan de reserve Meldkamer van € 778.300 is gehandhaafd en betaald uit eigen middelen.
26
3.4
Incidentele lasten en baten
Er is sprake van een dekking van incidentele lasten met structurele baten. Deze situatie is ontstaan door het bestaan van vacatures. Tegelijkertijd worden taken uitgevoerd met behulp van personeel van derden. De kosten voor personeel van derden worden over het algemeen als incidenteel beschouwd. De structurele kosten voor personeel van derden hebben betrekking op de kosten voor opleidingsinstructeurs voor brandweeropleidingen, medewerkers van de gemeente SchouwenBDuiveland op het terrein van preventietaken en de inhuur van een centralist bij de meldkamer.
27
3.5
Balans per 31 december
in Euro's Volg. Omschrijving no. 3.7.1 Activa
31<12<2013
31<12<2012
3.7.1.1 Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut
14.929.139
Volg. no. 3.7.2
Passiva
3.7.2.1
Vaste passiva
1.123.832
3.7.1.2 Vlottende activa Uitzettingen met een renteB typische looptijd korter dan een jaar Overige overlopende activa
Omschrijving
31<12<2012
Eigen Vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Resultaat na bestemming
367.587 4.125.816 20.119
367.587 2.114.464 1.626.121
Totaal eigen vermogen
4.513.522
4.108.172
258.782
485.613
6.000.000
137.500
10.772.304
4.731.285
9.320.450
3.276.454
871.090 1.142
1.799.141 218.892
Totaal vlottende passiva
10.192.682
5.294.487
Totaal passiva
20.964.986
10.025.772
Voorzieningen 4.176.809 432.627
31<12<2013
3.161.574 515.885 Vaste schulden
Liquide middelen
1.426.411
5.224.481
Totaal vlottende activa
6.035.847
8.901.940
Totaal vaste passiva 3.7.2.2
Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overlopende passiva met een specifiek bestedingsdoel Overige overlopende passiva
Totaal activa
20.964.986
10.025.772
28
3.6
Grondslagen van resultaatbepaling en waardering
Inleiding De verslaggeving van VRZ is opgemaakt met inachtneming van het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De administratie wordt gevoerd volgens het stelsel van baten en lasten, waarbij de volgende algemeen aanvaarde beginselen zijn gehanteerd. <
< <
Het toerekeningbeginsel De lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, dat wil zeggen dat lasten slechts in het boekjaar zijn opgenomen, indien de daarmee samenhangende tegenprestaties eveneens in dat boekjaar zijn geleverd. Het realisatiebeginsel Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Het voorzichtigheidsbeginsel Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij het voor het opmaken van de jaarrekening in beeld zijn.
Personeelslasten Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarop uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan overlopende vakantiegeldB en verlofaanspraken e.d. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op een andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van eenmalige schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Cursussen De lasten en baten worden naar evenredigheid toegekend aan het jaar waarin ze ontstaan. Voor de cursussen die gestart zijn in september 2013 betekent dit dat 5/12 is toegerekend aan 2013 en 7/12 zal worden toegerekend aan boekjaar 2014.
29
Balans Materiële vaste activa met economisch nut De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsB of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. De aanschaffingen met een relatief geringe betekenis worden overigens in het jaar van aanschaffing direct ten laste van de exploitatierekening gebracht. De afschrijving van de activa vindt lineair plaats op basis van een volledig kalenderjaar met inachtneming van de verwachte gebruikB of nuttigheidsduur. Afschrijvingen van nieuwe investeringen vinden voor het eerst plaats in het jaar volgend op de aanschafdatum. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het begrotingsjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende activa Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De verplichtingen in het kader van FLO zijn echter tegen de contante waarde van de toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Resultaat Het saldo van de programmarekening 2013 is op de balans verantwoord onder de post “Resultaat na bestemming”. Omtrent de verdeling van dit resultaat zal het algemeen bestuur bij de vaststelling van de jaarrekening 2013 een besluit nemen.
30
3.7
Toelichting balans
3.7.1 Activa 3.7.1.1 Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut
Materiële vaste activa (in Euro's) Boekwaarde 01B01B2013 Investeringen Bijdragen van derden direct gelieerd aan een actief Afschrijvingen Saldo per 31 december 2013
Machines, apparaten, installaties
Vervoermid< delen 530.614
Overige materiële activa
Bedrijfs< gebouwen
Totaal
541.516
51.702
0
1.123.832
10.795.940
3.865.334
3.167.619
1
17.828.894
0
B1.284.150
0
0
B1.284.150
B1.521.991
B649.954
B567.492
0
B2.739.437
9.804.563
2.472.746
2.651.829
1
14.929.139
Een overzicht van het verloop van de materiële vaste activa is opgenomen in bijlage 3 “Staat van MVA VRZ 2013”. Met uitzondering van de activa van de Stadsgewestelijke brandweer is nagenoeg alle brandweeractiva van de gemeenten overgenomen. De overname van een aantal posten op de staat van activa van de brandweer van één gemeente heeft het Bestuur aangehouden. Hierover wordt later een beslissing genomen. Voor het project Deltawateren is voor een bedrag van € 1.080.308 aan materiaal aangeschaft. Dit betreft een grootvermogen dompelpomp en twee Cobra units. Op dit bedrag zijn de subsidiegelden, gelijk aan het bedrag van afschrijving, conform artikel 62, lid 2 van het BBV, in mindering gebracht.
3.7.1.2 Vlottende activa Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan een jaar Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: Vorderingen (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
3.991.602
2.341.229
185.207
696.176
4.176.809
3.037.405
Nog in rittarieven CPA te verrekenen
0
118.454
Rekening courant gemeente Vlissingen
0
5.715
4.176.809
3.161.574
Vorderingen op openbare lichamen Vorderingen nietBopenbare lichamen Totaal openb. Lich. & overige vorderingen
Totaal vorderingen
De afwikkeling van de debiteuren en overige vorderingen heeft een normaal verloop. Het saldo ultimo 2013 van de vorderingen op openbare lichamen wordt grotendeels verklaard door vorderingen op gemeenten betreffende het BTWBcompensatiefonds ( € 1.900.000), politie Zeeland ( € 571.000) en diverse gemeenten die hun (incidentele) gemeentelijke bijdrage ( € 1.180.000) nog niet hebben voldaan. Specificatie vorderingen (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
Debiteuren
1.792.090
2.530.989
Nog te ontvangen bedragen
2.384.719
506.416
Totaal vorderingen
4.176.809
3.037.405
31<12<2013
31<12<2012
Debiteuren exclusief voorziening
1.816.066
2.577.664
Voorziening dubieuze debiteuren
B23.976
B46.675
1.792.090
2.530.989
Specificatie debiteuren (in Euro's)
Debiteuren inclusief voorziening
31
De voorziening dubieuze debiteuren bestaat uit een bedrag van € 19.104 voor onderhoud aan CB2000 apparatuur die door twee gemeenten niet is voldaan. Daarnaast staat een bedrag open van € 4.800 voor een opleiding bevelvoerder, waarover een geschil met een gemeente bestaat. Deze vorderingen blijven in stand, maar vanwege de ouderdom wordt nu een voorziening getroffen. Nog in rittarieven CPA te verrekenen (in Euro's) Saldo per 31 december 2013 Af: 2013
31B12B2013 118.454 B118.454
Saldo te verrekenen in tarieven per 31B12B2013
0
Overige overlopende activa Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: Overlopende activa (in Euro's): Fietsplan
31<12<2013
31<12<2012
29.106
4.882
0
38.985
368.115
449.641
35.406
22.377
432.627
515.885
Vooruitbetaalde bedragen regionalisering Overige vooruitbetaalde bedragen Overige overlopende activa Totaal
De vooruitbetaalde bedragen bestaan voornamelijk uit kosten voor het project MIRG. De post overlopende activa bestaat voornamelijk uit vooruitbetaalde bedragen door VRZ, welke nog doorbelast moeten worden aan derden en uit posten die uiteindelijk niet voor rekening van VRZ dienen te komen. Liquide middelen Liquide middelen (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
869
808
Postbank (2x)
94.226
91.204
ABN AMRO (middelen bouwlening)
92.864
90.670
0
5.041.799
Schatkistbankieren
1.238.452
0
Totaal
1.426.411
5.224.481
Kas
BNG
Deze liquide middelen zijn vrij opneembaar.
32
3.7.2 Passiva 3.7.2.1 Vaste passiva Algemene reserve In 2013 hebben er geen mutaties plaatsgevonden Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
Beginsaldo
2.114.464
1.754.379
Bij: toevoeging
4.501.044
676.715
Af: onttrekking
B2.489.692
B316.630
Saldo per 31B12
4.125.816
2.114.464
Het Algemeen Bestuur heeft besloten om het resultaat van 2012 ( € 1.626.121) als volgt te bestemmen: Bestemming resultaat 2012 (in Euro's) Reserve aanvaardbare kosten
72.715
Reserve Meldkamer
200.000
Reserve transitie
654.602
Reserve vernieuwing
698.804
Totaal
1.626.121
ESF reserve ESF reserve (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
217.356
277.356
Bij: toevoeging
0
0
Af: onttrekking
B60.500
B60.000
Saldo per 31B12
156.856
217.356
Beginsaldo
Deze reserve is vanuit de resultaatbestemming gevormd om inzichtelijk te maken en te waarborgen dat de ontvangen gelden, zonder specifieke bestedingsverplichting, ook daadwerkelijk worden ingezet voor het brandweeronderwijs. In 2013 is een bedrag van € 60.500 onttrokken voor de kosten van brandweeropleidingen. Reserve dekking afschrijving Reserve dekking afschrijving (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
16.096
43.678
Bij: toevoeging
108.562
0
Af: onttrekking
B16.096
B27.582
Saldo per 31B12
108.562
16.096
Beginsaldo
Ten laste van het resultaat van 2010 is een reserve gevormd voor aangeschafte licenties. Deze zijn in 2010 geactiveerd en worden afgeschreven in drie jaar. Dit is in 2013 afgelopen. Echter is in 2013 een toevoeging gedaan voor de afschrijvingslasten van de investering in ICT Plan van aanpak Meldkamer. Deze investeringen worden in 3 jaar afgeschreven.
33
Reserve Vernieuwing Veiligheidsregio Zeeland Reserve Vernieuwing Veiligheidsregio Zeeland (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
1.370.714
1.311.290
Bij: toevoeging
698.804
59.424
Af: onttrekking
B788.663
0
Saldo per 31B12
1.280.855
1.370.714
Beginsaldo
Deze bestemmingsreserve is gevormd ter dekking van de lasten van vernieuwingsprojecten binnen Veiligheidsregio Zeeland, inclusief regionaliseringproces van de brandweer. De toevoeging van € 698.804 betreft een deel van het batige saldo over het jaar 2012 en is bestemd voor onvoorziene ontwikkelingen na de reorganisatie. In 2013 heeft er een onttrekking plaats gevonden voor de dekking van de lasten van de regionalisering, ad € 788.663. Reserve Transitie Reserve Transitie (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
0
0
Bij: toevoeging
2.380.602
0
Af: onttrekking
B1.111.202
0
Saldo per 31B12
1.269.400
0
Beginsaldo
Deze bestemmingsreserve is gevormd ter dekking van de lasten van de transitie van Veiligheidsregio Zeeland, inclusief regionaliseringproces van de brandweer. De incidentele middelen die van de gemeenten worden ontvangen voor het transitieproces zijn aan deze reserve toegevoegd. De toevoeging van € 2.380.602 bestaat uit een toevoeging van € 654.602 uit het batige saldo over het jaar 2012. Daarnaast is in 2013 € 1.726.000 ontvangen van de gemeenten. Ultimo 2012 resteert nog € 1.269.400 in de reserve. In 2014 en 2015 zullen ook nog incidentele middelen worden ontvangen. Na afronding van het project Maatwerk in brandweerzorg zal nader worden aangegeven waarvoor deze reserve zal worden aangewend. Reserve aanvaardbare kosten Reserve Aanvaardbare Kosten (in Euro's) Beginsaldo Bij: toevoeging saldo voorgaand jaar Af: onttrekking Saldo per 31B12
31<12<2013
31<12<2012
189.346
122.055
72.715
67.291
B262.061
0
0
189.346
De Reserve aanvaardbare kosten (RAK) betreft de batige of nadelige saldi van de Centrale Post Ambulancevervoer. De toevoeging betreft het resultaat over 2011. Het AB heeft ingestemd om de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) ter grootte van € 262.061 vrij te laten vallen t.b.v. instandhouding meldkamer. Het saldo is toegevoegd aan de reserve Meldkamer. Reserve meldkamer Reserve meldkamer (in Euro's) Saldo per 31B12
31<12<2013
31<12<2012
320.952
0
Bij: toevoeging
1.240.361
550.000
Af: onttrekking
B251.170
B229.048
Saldo per 31B12
1.310.143
320.952
De Reserve meldkamer is gevormd na een onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en de Inspectie Veiligheid en Justitie naar het functioneren van de meldkamer en de crisisbestrijdingsorganisatie. Naar aanleiding van de inspectie is er een plan van aanpak opgesteld en zijn middelen toegekend om de kwaliteit te verbeteren. De
34
toevoeging aan de reserve Meldkamer bestaat uit de resultaatbestemming 2012 ad € 200.000, uit de incidentele inwonerbijdrage ad € 778.300 en uit de vrijval van de reserve RAK ad € 262.061. Recapitulatie onttrekkingen reserves Reserve Vernieuwing Risicobeheersing Visie op risicobeheersing Digitalisering advisering: 20 Werkplekken moderniseren Percentage onterechte uitrukken reduceren Brandonderzoek: Convenant met MWB en deelname aan brandonderzoeksteam SubTotaal Risicobeheersing Incidentbeheersing Dienstkleding / uniformen Onderhoud airco voertuigen in eigen beheer Keuring kleine blusmiddelen in eigen beheer: opleiden vier personen en aanschaf materiaal Elektronische leeromgeving SubTotaal Incidentbeheersing Incidentbestrijding Hervorming repressie (Maatwerk in brandweerzorg) Exploitatie en verbeterplan Regionaal Coördinatie Centrum (RCC) Harmonisering van proces bereikbaarheidskaart en inrichting architectuur geoBinformatie (mono en Multi) Harmonisering van alle brandweerprocessen Pilot flexibele voertuigbezetting *) Onderzoek waterongevallen bestrijding en als onderdeel keuze duiktaak Harmonisering arboprocessen ‘warm’ Herzien alarmeringB en uitrukprocedures Kosten uit evaluatie ROLBregeling (tbv opleidingen MBZvl) SubTotaal Incidentbestrijding GHOR Jodiumprofylaxe Verbeterplan GHOR SubTotaal GHOR Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning en communicatie Stroomlijnen internetcommunicatie (uitloop naar 2014) HRM Inrichting, implementatie personeelsinformatiesysteem Beaufort Technische koppeling AG5 (betalingssysteem vrijwilligers) en Beaufort Teambuilding VRZ 2013 Financiën Inkoopmodule Facilitaire zaken Externe inhuur inrichting TopDesk en Corsa Inrichten van de contractenbeheermodule Corsa Begeleiding Europees aanbestedingstrajecten Eerste storting voorziening wagenpark Taxatiekosten tbv verzekering inventaris kazernes Informatisering en automatisering Tijdelijke capaciteit Informatiemanager Migratie ICT en Integraal servicemanagement (ISM) Subtotaal bedrijfsvoering Totaal onttrekkingen reserve vernieuwing
Dekking
Begroting 2013
Realisatie 2013
Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing
€ 20.000 € 30.000 € 5.000 € 5.000
€ 12.825 €0 € 5.000 € 5.000
€ 60.000
€ 22.825
Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing
€ 30.000 € 3.700 € 10.000
€ 30.000 € 3.070 €0
Vernieuwing
€ 5.000 € 48.700
€0 € 33.070
Vernieuwing Vernieuwing
€ 150.000 € 100.000
€66.257 € 46.815
Vernieuwing
€ 100.000
€ 80.949
Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing
€ 30.000 € 50.000 € 50.000
€0 €0 € 8.443
Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing
€ 40.000 € 6.000 € 60.000 € 586.000
€ 13.975 €0 € 6.447 € 222.886
Vernieuwing Vernieuwing
€ 46.000 € 90.400 € 136.400
€ 36.705 € 19.167 € 55.872
Vernieuwing
€ 220.000
€ 41.293
Vernieuwing
€ 62.000
€ 62.000
Vernieuwing
€ 15.000
€0
Vernieuwing
€ 7.000
€ 7.000
Vernieuwing
€ 4.000
€ 4.000
Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing Vernieuwing
€ 31.000 € 30.000 € 10.000 € 100.000 € 20.000
€ 31.000 €0 € 10.000 €0 € 5.048
Vernieuwing Vernieuwing
€ 78.394 € 272.376 € 849.770 € 1.680.870
€ 31.557 € 262.112 € 454.040 € 788.663
35
*) Voor de pilot flexibele voertuigbezetting zijn wel uitgaven gedaan in 2013, maar deze worden nog gedekt uit middelen die van 6 gemeentelijke brandweerkorpsen zijn ontvangen (zie overlopende passiva met een specifiek bestedingsdoel). Reserve transitie Product Directievoering Doorontwikkeling *) SubTotaal directievoering Project formatiebeheer Personeelslasten bovenformatieven Afvloeiingskosten SubTotaal formatiebeheer Bedrijfsvoering Bestuursondersteuning en communicatie Zorgen voor continuïteit in secretariële ondersteuning *) Tijdelijke capaciteit communicatie 2013B2016 *) HRM Tijdelijke capaciteit HRM 2013B2016 *) Financiën Meerkosten inhuur Facilitaire zaken Externe inhuur Projectleider Facilitair *) Informatisering en automatisering Tijdelijke inhuur ICT *) SubTotaal Bedrijfsvoering Totaal onttrekkingen reserve transitie
Dekking
Begroting 2013
Realisatie 2013
Transitie
€ 148.372 € 148.372
€ 148.372 € 148.372
Transitie Transitie
€ 548.447 € 100.000 € 648.447
€ 475.085 € 100.000 € 575.085
Transitie
€ 35.000
€ 35.000
Transitie
€ 68.000
€ 68.000
Transitie
€ 80.167
€ 80.167
Transitie
€ 7.700
€ 7.700
Transitie
€ 58.000
€ 58.000
Transitie
€ 143.610 € 392.477 € 1.189.296
€ 138.877 € 312.622 € 1.111.202
*) Het betreft tijdelijke inhuur tot uiterlijk 1B1B2016 Reserve Meldkamer Incidentbestrijding Evaluatie piketten hoofdstructuur in enge zin (uit 2012) Actualiseren sectie brandweer (uit 2012) Verbeterplan crisisorganisatie excl. RCC (2013) SubTotaal Incidentbestrijding Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland Noodzakelijke investeringen in de meldkamer Noodzakelijke exploitatiekosten tbv de meldkamer SubTotaal Meldkamer Totaal reserve meldkamer
Dekking
Begroting 2013
Realisatie 2013
PvA crisisB organisatie PvA crisisB organisatie PvA crisisB organisatie
€ 35.000
€ 35.260
€ 45.000
€0
€ 260.500
€0
€ 340.500
€ 35.260
€ 500.000 € 258.752 € 758.752 € 1.099.252
€ 108.561 € 107.349 € 215.910 € 251.170
PvA Meldkamer PvA Meldkamer PvA Meldkamer
De uitvoering van het plan van aanpak meldkamer en crisisorganisatie ligt voor wat betreft het onderdeel meldkamer op schema. Voor een meer uitgebreide toelichting op het onderdeel meldkamer wordt verwezen naar het programma GMZ. De uitvoering van het onderdeel crisisorganisatie is later gestart en zal in 2014 zijn beslag krijgen. De implementatie van de Regeling Operationeel Leidinggevenden (ROL) is in het tweede halfjaar gestart en deze zal doorlopen naar 2014, dit geldt ook voor herstructurering van de sectie brandweer. Reserve Aanvaardbare kosten Meldkamer Vrijval reserve aanvaardbare kosten Totaal reserve aanvaardbare kosten Reserve Afschrijving Meldkamer
Dekking
Begroting 2013
Realisatie 2013
RAK
€ 262.061 € 262.061
€ 262.061 € 262.061
Dekking
Begroting 2013
Realisatie 2013
36
Afschrijvingen ICT Totaal reserve afschrijving
Afschrijvingen
€ 16.096 € 16.096
€ 16.096 € 16.096
Reserve ESF Meldkamer Dekking kosten brandweeropleidingen Totaal reserve ESF
Dekking
Begroting 2013
Realisatie 2013
ESF
€ 60.500 € 60.500
€ 60.500 € 60.500
Begroting 2013 € 1.680.870 € 1.189.296 € 1.099.252 € 262.061 € 16.096 € 60.500 € 4.308.075
Realisatie 2013 € 788.663 € 1.111.202 € 251.170 € 262.061 € 16.096 € 60.500 € 2.489.962
Totaal onttrekkingen reserves TOTAAL ONTTREKKINGEN RESERVES Reserve vernieuwing Reserve transitie Reserve meldkamer Reserve aanvaardbare kosten (RAK) Reserve afschrijvingen Reserve ESF Totaal onttrekkingen reserves Voorzieningen Voorzieningen F.L.O. Voorzieningen F.L.O. (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
Beginsaldo
82.028
139.262
toevoeging
6.223
5.570
B54.792
B62.804
0
0
33.459
82.028
aanwending vrijval Saldo per 31B12
De grondslag voor de voorziening F.L.O. (Functioneel Leeftijds Ontslag) betreft de toekomstige betalingen afgezet tegen de contante waarde. De toevoeging betreft een dotatie rente ten laste van de exploitatierekening en de aanwending van de voorziening is ter dekking van de exploitatielasten. Voorziening voormalig personeel Voorziening voormalig personeel (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
Beginsaldo
242.336
410.504
toevoeging
191.831
aanwending
B208.844
B168.168
225.323
242.336
Saldo per 31B12
Deze voorziening is gevormd ter dekking van toekomstige lasten voor voormalig medewerkers Voorziening uitbetaling verlofuren Voorziening uitbetaling verlofuren (in Euro's) Boekwaarde toevoeging aanwending Saldo per 31B12
31<12<2013
31<12<2012
161.248
0
0
161.248
B161.248
0
0
161.248
De voorziening uitbetaling verlofuren is gevormd om het stuwmeer aan verlofuren terug te brengen tot ca. 60 uur per persoon. Het betreft hier een specifieke situatie omdat per 1 januari 2013 sprake is van een reorganisatie. Met de gemeentelijke brandweerorganisaties, die per 1 januari 2013 zijn opgegaan in VRZ, is afgesproken dat zij op dezelfde
37
manier handelen zodat bij de organisatorische overdracht van zowel personeel als financieel per 1 januari 2013 met een “schone lei” kan worden begonnen. De uitbetaling is conform het sociaal statuut. Langlopende leningen Onder de vaste schulden zijn de langlopende leningen opgenomen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. Langlopende lening (in Euro's) Hoofdsom lening ABNBAMRO
3.000.000
Aflossingen tot en met 2012
B2.862.500
Aflossingen 2013
B137.500
Aangetrokken lening 2013 BNG
6.000.000
Saldo per 31B12B2013
6.000.000
Het aantrekken van een langlopende lening van € 6.000.000 hangt samen met de overname van de brandweeractiva van de gemeenten. De rentelast voor de leningen bedroeg in 2013 € 23.000.
3.7.2.2 Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar Kortlopende schulden (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
6.628.681
2.170.157
Nog te betalen bedragen
748.333
574.918
Belastingdienst, loonheffingen
488.822
417.368
Belastingdienst, omzetbelasting
132.798
1.242
62.468
0
0
112.769
Crediteuren
Belastingdienst, WGA A.B.P. Credit saldo BNG
1.230.699
Nog te betalen netto salarissen Totaal
28.649
0
9.320.450
3.276.454
Overlopende passiva met een specifiek bestedingsdoel Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangt VRZ voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Volg< no. Projectomschrijving (in Euro's) 1
Project Deltawateren
2
Regionale voorbereiding KOB
3
Centrum Kernongevallenbestr. VRZ's
4
Bevolkingszorg
5
Flexibele voertuigbezetting Totaal
01<01<2013 Toevoegingen
Vrijgevallen bedragen
31<12<13
1.629.321
250.000
1.235.334
643.987
34.747
0
0
34.747
119.074
174.365
119.074
174.365
963
8.441
963
8.441
15.036
9.550
15.036
9.550
1.799.141
442.356
1.370.407
871.090
Onder de overlopende passiva Projecten worden bijdragen van derden opgenomen waarvan de besteding gebonden is.
38
Het verloop van deze post in het boekjaar is als volgt: Project Deltawateren: In 2013 is € 250.000 ontvangen van Zeeland Seaports. De vrijval is ter dekking van de reguliere uitgaven voor het project. Regionale voorbereiding KOB: Voor de voortrekkersrol die de Veiligheidsregio Zeeland inneemt in het project Regionale Voorbereiding KOB (Kern Ongevallen Bestrijding) is ultimo 2013 nog € 34.747 niet besteed. Dit project loopt ook in 2014 nog door. Centrum Kernongevallenbestrijding VRZ’s: In de jaarrekening 2012 was geld beschikbaar van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid). Deze subsidie heeft ten doel het verbeteren van de voorbereiding door de veiligheidsregio’s op kernongevallen. Dit project loopt in 2014 door. Bevolkingszorg: In 2013 is een bedrag van € 10.500 ontvangen voor crisiscommunicatie. Hiervan is nog € 8.441 beschikbaar voor 2014. Pilot Flexibele voertuigbezetting: In 2011 is € 19.800 ontvangen van zes gemeentelijke brandweerkorpsen. Dit project loopt in 2014 nog door. In Overige overlopende passiva Overlopende passiva (in Euro's)
31<12<2013
31<12<2012
0
218.892
Overige overlopende passiva
1.142
0
Totaal
1.142
218.892
Vooruitontvangen bedragen
39
3.7.3 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Veiligheidsregio Zeeland is voor de komende jaren verbonden aan een aantal, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze verplichtingen: Niet uit de balans blijkende verplichtingen (in Euro's) Huur Segeerssingel tot 31 maart 2016, per jaar € 465.000 Huur Buitenruststraat 2e verdieping tot 31 oktober 2015, per jaar € 108.500 Huur Buitenruststraat 1e verdieping tot 20 juni 2014, per jaar € 54.000 Vakantiegeldverplichtingen Totaal
1.046.250 198.917 27.000 599.318 1.871.485
40
3.8
Rechtmatigheid
3.8.1 Beheersingsmaatregelen rechtmatigheid Ingevolge het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden dient expliciet verantwoording te worden afgelegd over de rechtmatigheid van de financiële beheershandelingen van de VRZ. De rechtmatigheid is ook expliciet onderdeel van de accountantscontrole. Het toetsingskader voor de rechtmatigheid is behalve algemene wetB en regelgeving voornamelijk de kaderstelling van het algemeen bestuur op dit onderwerp. Van belang is dat, behalve de financiële rechtmatigheid, ook de niet financiële rechtmatigheid “in control” is. Op 6 februari 2014 heeft het DB het normenkader behandeld. Het AB zal op 12 maart 2014 worden voorgesteld het normenkader vast te stellen als onderdeel van de controleverordening 2013, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. Ten tijde van het opstellen van deze jaarrekening was het normenkader nog niet vastgesteld. De accountantscontrole is limitatief gericht op dit normenkader. De door het algemeen bestuur vastgestelde gemeenschappelijke regeling is in 2013 niet meer vastgesteld. Reden hiervan is het niet akkoord gaan door enkele gemeenten met de financiële gevolgen van de verdeelsleutel die in de regeling is opgenomen. Het bemiddelaartraject en mogelijk aansluitend aanwijzingstraject lopen door in 2014. In het jaar 2013 is een situatie ontstaan van “doen alsof” er één regionale organisatie is. Het personeel van de Stadsgewestelijke Brandweer Middelburg/Vlissingen (SGB) is per 1 januari 2014 formeel in dienst getreden van de VRZ. Hiermee eindigt de periode van “doen alsof”. Het materieel is nog niet overgedragen. Het is de bedoeling om uiteindelijk de gemeenschappelijke regeling met terugwerkende kracht op 1 januari 2013 formeel in te laten gaan.
3.8.2 Begrotingsrechtmatigheid Volgens artikel 28 van het Besluit Begroting en Verantwoording dienen overschrijdingen (en onderschrijdingen) goed herkenbaar in de jaarrekening te worden opgenomen. Door het vaststellen van de jaarrekening, waarin de uitgaven wel zijn opgenomen worden desbetreffende uitgaven alsnog geautoriseerd. De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en worden nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting, via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 en via de mandaatregeling en budgethoudersregeling. Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen “in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen”.
3.8.3 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties. In het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) zijn de minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Deze zijn door VRZ overgenomen. GoedkeuringsB tolerantie
Strekking accountantsverklaring Goedkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
≤ 1%
> 1% < 3%
B
≥3%
≤ 3%
>3% < 10%
≥10%
B
Op totaalniveau van de lasten is sprake van een onderschrijding van € 1.689.014 ten opzichte van de begroting 2013 na wijziging. Onderstaand wordt per programma een analyse gemaakt op eventuele begrotingsonrechtmatigheden. Tevens wordt bepaald in hoeverre sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid die de accountant in zijn oordeel over de rechtmatigheid dient mee te nemen. Uitgangspunten hiervoor zijn vastgelegd in het controleprotocol 2013 van VRZ
41
Analyse per programma De tolerantie is door het Dagelijks bestuur op 6 februari 2014 bepaald op 1% van de totale lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves).
Op grond van de bovenstaande analyse luidt de conclusie dat de bestuurlijk vastgestelde tolerantie voor begrotingsonrechtmatigheid op het programma Bevolkingszorg is overschreden. Het concrete bedrag is echter gering in relatie tot de totale omvang van de lasten.
42
3.9
Controle verklaring
43
3.10 Vaststelling jaarrekening 2013 Dagelijks bestuur
Als (concept)jaarrekening 2013 vastgesteld en aangeboden aan het Algemeen Bestuur op 24 april 2014.
Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland,
De secretaris,
de voorzitter,
G.J.M. Ruijs
J.A.H. Lonink
Algemeen Bestuur
De jaarrekening 2013 is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland in de openbare vergadering van 26 juni 2014.
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland,
De secretaris,
de voorzitter,
G.J.M. Ruijs
J.A.H. Lonink
44
Bijlagen Bijlage 1
Realisatie begrote investeringen 2013
Rijlabels 7001-Overname brandweervoertuigen gemeenten 7002-Overname brandweermateriaal gemeenten 7003-HV voertuig Brandweer (Hulst) 7004-C2000 Portofoons en mobilofoons (816x) 7005-ICT 7006-Helmen, bluskleding, laarzen en handschoenen 7008-Tankautospuit 2-p (2x) 7009-Tankautospuit 4-p (10x) 7010-Tankautospuit 6-p (4x) 7011-Bepakking tankautospuit 2-p (2x) 7012-Bepakking tankautospuit 4-p (10x) 7013-Bepakking tankautospuit 6-p (4x) 7014-Logistiek voertuig (3x) 7015-Haakarmvoertuig 7016-TAS Baarland/Cadzand 7017-Ademluchtcilinders (325x) 7018-Ademluchttoestellen (85x) 7019-Redgereedschap hydraulisch (9x) 7020-Springkussen 7021-Ventilatoren (18x) 7022-Waterkanon (monitoren) (12x) 7023-Chemiepakken Splash2000 (46x) 7024-Gaspakken (16x) 7025-Warmtebeeldcamera's (17x) 7026-Pagers (1400x) 7027-Explosiemeters (50x) 7030-Paxtas/AED (26x) 7034-Dompelpomp Deltawateren 7035-Cobra units Deltawateren (2x) 7036-Plan van aanpak Meldkamer 7037-Business Intelligence 7038-Dienstbus Sluis 7041-Overname diverse brandweerkazernes 7042-Volkswagen Up 2-SXF-98 7044-TAS Ovezande 7045-Kantoormeubilair 7046-Nucleaire veiligheidsmiddelen kleding 7047-Nucleaire veiligheidsmiddelen gelaatsmaskers Eindtotaal
Waarden Begroting 2013 Realisatie Verschil 9.715.000,00 9.911.147,62 -196.147,62 4.660.000,00 4.417.117,87 242.882,13 0,00 161.478,25 -161.478,25 0,00 95.222,00 -95.222,00 200.000,00 200.384,78 -384,78 6.000,00 282.448,19 -276.448,19 230.000,00 0,00 230.000,00 2.000.000,00 0,00 2.000.000,00 1.360.000,00 0,00 1.360.000,00 26.000,00 0,00 26.000,00 143.000,00 7.931,50 135.068,50 60.000,00 0,00 60.000,00 195.000,00 174.135,00 20.865,00 180.000,00 177.795,00 2.205,00 0,00 172.840,10 -172.840,10 89.375,00 88.562,50 812,50 148.750,00 0,00 148.750,00 148.500,00 172.700,00 -24.200,00 18.000,00 0,00 18.000,00 49.500,00 0,00 49.500,00 39.000,00 0,00 39.000,00 27.600,00 0,00 27.600,00 52.800,00 0,00 52.800,00 119.000,00 28.700,00 90.300,00 324.000,00 8.338,60 315.661,40 0,00 3.193,40 -3.193,40 0,00 70.210,80 -70.210,80 1.000.000,00 882.528,85 117.471,15 185.000,00 197.778,94 -12.778,94 500.000,00 108.561,38 391.438,62 50.000,00 0,00 50.000,00 0,00 48.296,40 -48.296,40 0,00 1,00 -1,00 0,00 28.288,14 -28.288,14 0,00 198.290,69 -198.290,69 0,00 34.535,31 -34.535,31 0,00 83.790,05 -83.790,05 0,00 70.776,00 -70.776,00 21.526.525,00 17.625.052,37 3.901.472,63
45
Toelichting Hoewel de totale investeringen binnen het totaal van de investeringsbegroting zijn gebleven, zijn er een aantal posten die extra toelichting vragen. Het jaar 2013 stond in het teken van de overname van brandweer activa van de Zeeuwse gemeenten, met uitzondering van de SGB. In de zomer van 2013 zijn de jaarrekeningen 2012 opgevraagd bij de deelnemende gemeenten. Bij het opstellen van de begroting 2013 is de verwachting uitgesproken dat de investeringen 2012 geen € 7 mln. maar € 2,5 mln. zouden bedragen. Deze neerwaartse bijstelling is op zijn plaats gebleken. Uit de jaarrekeningen 2012 van de diverse gemeenten is echter gebleken dat het investeringsvolume 2012 in werkelijkheid inderdaad € 2,5 mln. bedraagt Een aantal investeringen uit de jaarrekeningen 2012 van de gemeenten zijn in 2013 niet voor overname in aanmerking gekomen, onder andere gebouwgerelateerde investeringen. Verder vindt bijvoorbeeld in 2014 een onderzoek plaats naar de staat van de bluswatervoorzieningen in de gemeenten. De resultaten van dit onderzoek zijn mede bepalend voor al dan niet overname van waterwagens door VRZ vanuit beleidsinhoudelijk en financieel perspectief bezien. De overname van een aantal posten op de staat van activa van één gemeente voor een bedrag van € 0,8 mln. heeft het Bestuur aangehouden. Hierover wordt later een beslissing genomen. Een vijftal voertuigen, waaronder een HV voertuig en twee tankautospuiten zijn van gemeenten overgenomen die echter niet in de investeringsbegroting van VRZ waren opgenomen. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat de opdrachten voor de betreffende voertuigen reeds door een deelnemende gemeente waren verstrekt. Vooruitlopend op de afschaffing van het BTWBcompensatiefonds voor Veiligheidsregio’s is, met toestemming van het Bestuur, een aantal investeringen uit 2014 naar voren gehaald om zodoende een besparing van 21% te realiseren. Dit geldt voor de C2000 portofoons en mobilofoons, bluskleding, explosiemeters en paxtassen. De investeringsbudgetten 2014 worden hiervoor verlaagd. VRZ is overgegaan tot de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen benodigd in de eerste fase van een nucleair incident voor eigen personeel (brandweer en GHOR) en materiaal voor de bescherming van te evacueren burgers. Zonder de vereiste middelen zal VRZBpersoneel, na een nucleair incident, niet op kunnen treden in bedreigd/besmet gebied (zorgplicht werkgever) en kunnen ontsmettingsstations niet opereren. Met behulp van de aanschaf van de verworven persoonlijke beschermingsmiddelen wordt invulling gegeven aan de brief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie d.d. 13 juni 2013 inzake de verantwoordelijkheid van Veiligheidsregio's voor wat betreft de respons op nucleaire incidenten. Het niet realiseren van een aantal geplande investeringen heeft plaatsgevonden in afwachting van de resultaten van het project Maatwerk in brandweerzorg. Het overhevelen van een aantal geplande investeringen naar 2014 zal plaatsvinden in afstemming met het Algemeen Bestuur
46
Bijlage 2
SISA
OVERZICHT SPECIFIEKE UITKERINGEN 2013
Berichtgeverinformatie Vul hieronder de informatie in waarop deze bijlage verantwoordingsinformatie betrekking heeft. Type overheidslaag: Naam berichtgever: Berichtgevercode Rapportage
Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zeeland 0619 2013 sisa_2013_050619_Bijlage_Verantwoordingsinformatie.xls
selecteer uit lijst bijvoorbeeld: Aa en Hunze bijvoorbeeld: 1680 w ordt autom atisch ingevuld
SiSa
45 45
Gegevens contactpersoon voor het elektronisch aanleveren
Ontvanger
A2
Juridische grondslag
Nummer
V&J
Specifieke uitkering
Departement
Aanmelden of wijzigen van uw contactpersoon dient te gebeuren via eBmail bij het ministerie van BZK:
[email protected]. Na aanmelden of wijzigen ontvangt de (nieuwe) contactpersoon van het CBS per eBmail uploadgegevens. U kunt slechts 1 contactpersoon opgeven. Die kan eventueel wel een groeps eBmailadres hebben.
Brede DoelUitkering Rampenbestrijding (BDUR)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T)
Besluit veiligheidsregio's artikelen 8.3 en 8.4
Aard controle R Indicatornumm er: A2 / 01
Veiligheidsregio's
€ 5.388.662
47
Bijlage 3
Staat van Materiële Vaste Activa 2013
48
49
50
51
52
BG=Bedrijfsgebouwen VM=Vervoermiddelen MAI=Machines, apparaten en installaties OM=Overige materiële vaste activa AT=Afschrijvingstermijn
53
Bijlage 4
Risicotabel
Risico Later of niet realiseren van de taakstelling 2014 Inflatie t.o.v. het jaar ervoor (2,5%) Loonbijstellingen t.o.v. het jaar ervoor (1%) Onduidelijkheid over (verhoging van) de kosten van het nieuwe brandweeronderwijssysteem
Waarschijn lijkheid 70% 90% 50% ?
Onduidelijkheid of subsidie voor het project BEVI in de periode na 2014 nog ontvangen wordt
50%
Kans dat bijdrage voor het project Deltawateren die van de Zeeland Seaports wordt ontvangen na 2015 niet meer wordt ontvangen Waarschijnlijkheid dat herziening van het BTW-compensatiefonds, ondanks verhoging van de BDUR tot kostenverhoging zal leiden
50%
Risico’s gemoeid met het niet overdragen van brandweertaken gemeente Vlissingen en Middelburg naar VRZ (“doen-alsof”-fase, juridische kostenaspecten, los van fiscale aspecten) Het op basis van de inspectierapporten van 2012 op orde brengen van de Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland De ontwikkeling van de Landelijke Meldkamer Organisatie Invoering werkkostenregeling: Iedere organisatie krijgt hiermee te maken, maar voor VRZ laat deze zich nog extra voelen door het grote aantal vrijwilligers dat over komt. Door het overgaan van (de vergoedingen van) 1.193 vrijwilligers naar VRZ komt de afrekening van de werkkostenregeling ten laste van VRZ. Activiteiten uit ARBO Jaarplan niet (goed) gerealiseerd inclusief het niet voldoen aan alle wettelijke eisen en normen van de inspectie op het gebied van multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen en de mogelijke gevolgen daarvan na een ramp of crisis (aansprakelijkheidstelling). Uitval personeel waarbij slechts een persoon bepaalde werkzaamheden uitvoert (inhuur t.b.v. vervanging van één persoon). Het ministerie van Binnenlandse zaken kort op de BDUR (t.o.v junicirculaire 2013)
Impact Max € 477.000 Max € 140.000 Max € 180.000 ?
Benodig weerstandsvermogen 2014 € 333.900 € 126.000 € 90.000 -
70%
Vanaf 2015 Max € 115.920 Vanaf 2016 Max € 250.000 Vanaf 2018, uiteindelijk € 600.000 in 2024 Max € 250.000
€ 175.000
5%-10%
2015/2016
-
70% 90%
2015/2016 Max € 410.932
€ 369.839
25%
Max € 100.000
€ 25.000
50%
Max € 100.000
€ 50.000
90%
2% van de BDUR Max € 100.000 Max € 25.000
€ 90.000
€ 43.750
90%
-
Fiscale regelgeving niet geheel conform wettelijke eisen toepassen. Vanaf 2014 nog maar beperkte fiscale regelgeving van toepassing. GRIP 4-gebeurtenis
5-10%
Uitval ICT servers of diensten door derden Claim volgens het niet (goed/volledig) uitvoeren van de Wet Poortwachter Niet volgen van procedures inzet/aanvraag materieel/materiaal Uitval bij operationele leiding, invulling piket Niet tijdig implementeren maatregelen voortvloeiend uit “doorontwikkeling” VRZ met impact op begroting Niet adequaat overeenkomst/contractbeheer (voorbeeld: contract wat niet tijdig door VRZ wordt opgezegd, waardoor jarenlang ongewenste financiële verplichtingen ontstaan voor VRZ) Handelen in strijd met (Europese) aanbestedingsregels, met schadeclaims door benadeelde partijen als gevolg daarvan voor VRZ, zoals bij de aankoop van brandweerauto’s personeel van VRZ dat tijdens rechtmatige uitoefening van de functie gewond raakt, gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt raakt of komt te overlijden met schadeclaims van dit personeel of nabestaanden als gevolg schade aan derden, die wordt veroorzaakt door onrechtmatig of rechtmatig handelen van de brandweer, GHOR en/ of meldkamer, met schadeclaims als gevolg daarvoor voor VRZ extra bruto kosten om 365/7/24 een Calamiteiten coördinator (CaCo) op de GMK operationeel te hebben in opdracht van ministerie IVJ SGB : Afronding regionalisering en “doen alsof” vanaf jaar 2013
5-10% 5-10% 5-10% 5-10% 5-10%
5% van de kosten vrijwilligers Max € 175.000 Max € 75.000 Max € 75.000 Max € 100.000 Max € 100.000 Max € 50.000
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
60%
Max. € 400.000
€ 240.000
P.M.
P.M. TOTAAL
P.M. € 1.585.989
25%
€ 2.500
€ 7.500 € 7.500 € 10.000 € 10.000 € 5.000
54
Bijlage 5
Wet Normering Topinkomens
55
Bijlage 6
Lijst met afkortingen
ABP AMvB BDUR BEVI BNG BTW CAO CCR COO CoPI CPA DBK FPU FTE GHOR GMZ IM LPO Min BZK Min V&J NIFV NPK NVBR NZa OBMS OTO MOTO ROL ROT Sisa VNG VRO VRZ WaVe Zon Mw ROAZ LARA
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Algemene Maatregel van Bestuur Brede DoelUitkering Rampenbestrijding Besluit externe veiligheid Bank Nederlandse gemeenten Belasting toegevoegde waarde Collectieve arbeidsovereenkomst Coördinatie Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Competentie opleiding officieren Commando Plaats Incident Centrale post ambulancevervoer Digitale bereikbaarheidskaarten Flexibel pensioen en uittreden Full time equivalent Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Gemeenschappelijke meldkamer Zeeland Informatiemanagement LoonB en prijsontwikkeling Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Veiligheid en Justitie Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (Nibra) Nationaal Project Kernongevallenbestrijding Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Nederlandse Zorgautoriteit Openbaar Brandmeld Systeem (Monodisciplinair) opleiden, trainen en oefenen Multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen Regeling operationele leiding Regionaal Operationeel Team Single information single audit Vereniging Nederlandse Gemeenten Veilig repressief optreden Veiligheidsregio Zeeland Watersnood Aanpak Veiligheidsregio Nederlandse Organisatie voor Gezondheidsonderzoek en Zorginnovatie Regionaal Overleg Acute Zorg Landelijke Aanbesteding Rand Apparatuur
56