VRA2002LNV.002
De evaluatie van de MKZ-crisis 2001 LIJST VAN VRAGEN De eerste set vragen heeft betrekking op de brief bij het rapport van de B&A-groep: 1 Waarom heeft de regering geen reactie gegeven op het boekje «besmet gebied» van het COT? Hoe beoordeelt de regering de standpunten van het COT in dit boekje? 2 Waarom zijn de verslagen van het Crisis Onderzoeksteam (COT) niet in de evaluatie meegenomen? 5 De RVV hield aanvankelijk alle informatie dossiers van de bedrijven zelf bij. Later bleek dat de RVV dit niet kon bolwerken en heeft zij het bijhouden van de dossiers uitbesteed. Het bedrijf dat de taak overnam werd geconfronteerd met een grote chaos van incomplete dossiers en moest vele zaken opnieuw uitzoeken en allerlei gegevens controleren. Waarom zag de RVV niet op tijd aankomen dat zij de gegevens niet zelf kon verwerken? Waarom is dit niet eerder uitbesteed? 7 Is er nog steeds sprake van een tekort aan RVV medewerkers? In geval er opnieuw een MKZ uitbraak zal zijn, zijn er dan genoeg medewerkers? 6 In het dossier is veelvuldig de vergelijking gemaakt met een militaire operatie. In hoeverre kan de kennis die bij defensie bestaat op het gebied van communicatie en verbindingen in «oorlogstijd» worden gebruikt bij het opschalen van de crisisorganisatie «in oorlogstijd»? 3 Waarom heeft de regering geen hogere waarde toegekend aan biologisch vee? 4 Hoe zal in de toekomst de taxatie van vee op biologische (dynamische) bedrijven worden gedaan? 8 In eerste instantie werd gedacht dat de MKZ via geïmporteerde kalveren uit Ierland ons land is binnengekomen. Naar nu blijkt waren de kalveren van het bewuste transport niet besmet. Blijft over de vraag hoe dan wel de MKZ Nederland binnen is gekomen? 9 Hoeveel ondernemers (agrarische en andere) hebben in 2001 tevergeefs een beroep gedaan op financiële hulp in de vorm van inkomensondersteuning bij gemeenten of andere instanties op grond van gederfde inkomsten? Op welke wijze kunnen de gedupeerden financiële ondersteuning vragen zonder met een vermogenstoets te worden geconfronteerd?
1
10 Ten aanzien van de afstemmingsproblemen tussen de centrale overheid en gedecentraliseerde eenheden het volgende. De verschillende burgemeesters uit de getroffen gebieden geven aan dat er behoefte is aan een groter operationeel mandaat. Is het mogelijk om een hogere mate van handelingsbevoegdheid te creëren voor de verschillende gedecentraliseerde actoren? 11 Uit een telefonische peiling gehouden door het blad Boerderij in februari van dit jaar, blijkt dat melkveehouders niet altijd even goed op de hoogte zijn van de verschillende nog steeds na te leven regels. Hoe zorgt het de regering ervoor dat de communicatie op dit punt goed blijft verlopen? Uit die peiling bleek daarnaast dat men het nut van verschillende regels ook niet inziet. Hoe denkt de regering het draagvlak voor de verschillende regels te behouden cq te versterken? 12 In de brief wordt aangegeven dat de evaluatie van de B&A groep de mogelijkheid geeft om lering te trekken voor toekomstig beleid. Waarom is er in dat kader bij de aanpassing van het beleidsdraaiboek en de totstandkoming van het handboek communicatie bij Crises LNV niet gewacht op de uitkomsten van de evaluatie van de B&A groep? Of kunnen uitkomsten uit de evaluatie nu alsnog in het beleidsdraaiboek en handboek worden verwerkt? 13 Kan de regering aangeven hoe het gesteld is met de herziening van het non-vaccinatie beleid? Hoe groot is de daadwerkelijk rol van Nederland binnen de Europese Unie wat betreft de besluitvorming rond het non-vaccinatie beleid? 14 Welke vormen van vaccinaties zullen in crisistijd worden gebruikt, zolang de herziening van het non-vaccinatie niet geregeld is? 15 Wat is op dit moment de stand van zaken rond het markervaccin? Wanneer zal dit vaccin naar verwachting op de markt komen? 16 De regering signaleert dat de steun voor het MKZ bestrijdingsbeleid gaandeweg de crisis wegvloeide, deels vanwege de aard van de bestrijdingsmaatregelen, deels vanwege de wijze waarop de crisisbestrijding verliep. Deelt de regering de mening dat, gezien er geen wezenlijke veranderingen voorzien zijn in de aard van de bestrijdingsmaatregelen, een nieuwe MKZ uitbraak in Nederland een soortgelijke zo niet sterkere maatschappelijke crisis teweeg zal brengen? Welke mogelijkheden ziet de regering om dit te voorkomen? 17 Maatschappelijke weerstand bij betrokkenen is volgens het B&A-rapport in de hand gewerkt door onvoldoende compensatie van terkortkomingen in de voorbereiding en onzorgvuldigheid in de uitvoering van de maatregelen. Heeft de regering zich in dit kader ook afgevraagd of de kern van de weerstand niet ligt in het niet accepteren van het non-vaccinatiebeleid en haar gevolgen?
2
18 De regering wil bij een nieuwe uitbraak onmiddellijk een fokverbod uitroepen. Is de regering in dat geval ook bereid daarvoor een schadeloosstellingsregeling in het leven te roepen? Zo nee, waarom niet? 19 Het B&A rapport geeft aan dat het belangrijk is dat men zo goed mogelijk geprepareerd is op het «worst-case» scenario. Welke praktische maatregelen zal de regering treffen om op het «worst-case» scenario te zijn voorbereid? 20 De regering benadrukt in de brief en ook in het concept-handboek het grote belang van snelle en adequate communicatie met de verschillende belanghebbenden, zoals bijvoorbeeld het landbouwbedrijfsleven. Waarom werden verschillende belanghebbende pas twee dagen van te voren uitgenodigd aanwezig te zijn bij een bijeenkomst over het nieuwe concept-draaiboek? Is de regering van mening dat deze uitnodiging op korte termijn niet echt bijdraagt aan een adequate communicatie en het serieus betrekken van het landbouwbedrijfsleven bij het tot stand te komen beleid? 22 Welk belang hecht het ministerie van LNV aan de beschikbaarheid van degelijke draaiboeken met betrekking tot MKZ mede gezien de intentie van de regering zoals aangegeven in de brief van 15 maart 2002 om geen aanvullende maatregelen voor de toekomst te treffen m.b.t. de preparatie op een MKZ-uitbraak? Hoe verhoudt zich dit tot bijvoorbeeld de mening van de voormalig SG van het ministerie van LNV die geen doorslaggevende waarde hecht aan draaiboeken als het er op aankomt een crisis te bestrijden (zie pagina 83 van het B&A-rapport)? 21 Middels het besluit over te gaan tot «protective vaccination» kan er een situatie gecreëerd worden waarin dieren wel gevaccineerd worden, maar vervolgens niet geruimd. Gezien het feit dat er nu (gevaccineerd) rundvlees uit Argentinië verkocht wordt in Nederlandse winkels, bent u bereid serieus onderzoek uit te laten voeren naar de mogelijkheden om Nederlands gevaccineerd vlees af te zetten in eigen land en andere landen onder dezelfde voorwaarden waaronder nu het Argentijnse vlees geëxporteerd wordt? 23 De regering meldt dat de veterinaire aanpak voorop blijft staan. Deze redelijk succesvolle veterinaire aanpak heeft zoals is gebleken, geleid tot grote maatschappelijke onrust. Waarom is deze maatschappelijke onrust onderschat, terwijl de Staatssecretaris van LNV in de briefwisseling met de Kamer in begin 2000 al nadrukkelijk op dit feit heeft gewezen? 24 Hoe zal naar de toekomst toe rekening worden gehouden met maatschappelijke onrust? Welke maatregelen en instrumenten zal de regering benutten wat om deze deze maatschappelijke onrust zo klein mogelijk te houden? 25 Vermindering van het maatschappelijk draagvlak voor de wijze van MKZ bestrijding werd ook in de hand gewerkt door het onvoorspelbare karakter van de strafkortingen. Bij het laatste algemeen overleg over het MKZ draaiboek heeft de regering een brief toegezegd over de kortingen die nog
3
zeer recentelijk zijn opgelegd bij boeren die al 100% uitbetaald waren; een korting die later is teruggedraaid. Deelt de regering de mening dat onderdeel van het versterken van het maatschappelijk draagvlak voor MKZ bestrijding er in zou moeten liggen het systeem van strafkortingen inzichtelijker en rechtvaardiger te maken en de kortingen door een rechter conform het strafrecht op te laten leggen? 26 Is de regering bereid een tijdslimiet in te stellen van bijvoorbeeld drie of zes maanden waarna een bedrijf zekerheid heeft dat de kortingspercentages niet meer verhoogd kunnen worden? 27 De B&A groep constateert dat onvoldoende zicht op diertransporten een belangrijke rol hebben gespeeld bij het uitbreken van MKZ in Nederland. Welke maatregelen heeft de regering reeds genomen/zal de regering nemen om meer zicht te krijgen op de vele diertransporten die Nederland aandoen? 28 Welke maatregelen zijn er al op Europees niveau genomen om verspreiding van besmettelijke dierziekten via diertransporten te voorkomen? 29 Welke conclusies zijn er getrokken over de internationale diertransporten tijdens het MKZ-symposium van de EU? 30 Welke maatregelen zal de regering nemen om de I&R situatie voor kleine herkauwers te verbeteren? Wat zal het precieze tijdpad zijn van deze verbeteringsslag? Waarom was dit niet goed geregeld? 31 De B&A groep geeft aan dat Nederland door het oog van de naald is gegaan. In de brief geeft de regering aan serieus nota te nemen van die bevinding van de B&A groep. Dit blijkt volgens de regering onder meer uit de al gedane aanpassing van het beleidsdraaiboek MKZ. In welke mate kan in dit verband nadere actie van de kant van de regering worden verwacht gezien de aanbevelingen van de B&A groep? 32 In de brief wordt aangegeven dat via het concept-LNV handboek communicatie al nadruk is gelegd op het belang van adequate communicatie. In hoeverre zal verdere actie worden ondernomen om de communicatie-aspecten te verbeteren? 33 In hoeverre kan een apart beslissingmoment al gestalte krijgen mocht er op dit moment een MKZ-uitbraak komen? 34 Welke maatregelen zijn er nu van kracht om insleep en verspreiding van MKZ door toeristen en reizigers uit bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk te voorkomen? 35 Heeft de regering inmiddels bij de Europese Commissie aangedrongen op het inzichtelijk maken van alle halteplaatsen voor internationale diertransporten? Gezien de verwachting dat inzicht hierin niet snel
4
gegeven kan worden, zal er ook in bilateraal opzicht bij onze buurlanden aangedrongen worden op dit inzicht? 36 Kan de regering inzicht geven in de maatregelen die andere Europese landen nemen om een MKZ uitbraak te voorkomen en op welke wijze zij een eventuele MKZ uitbraak aan pakken? 37 Waarom gaat de regering er in de brief vanuit dat in de eerste plaats de bestrijding van MKZ een veterinaire adequate aanpak vereist? In hoeverre vragen de maatschappelijke en communicatieve aspecten net zoveel aandacht bij een MKZ-uitbraak? 51 Welke acties heeft de regering ondernomen sinds 1997 om te stimuleren dat het Animo-systeem (voor tracering internationale diertransporten) zo spoedig mogelijk in europees verband wordt aangepast? 38 Waarom is de afvoer van mest, melk en voer chaotisch verlopen gegaan op de (geruimde) bedrijven? Zijn er inmiddels maatregelen genomen? 39 Welke maatregelen gaat de regering nemen om MKZ-regelgeving sneller en duidelijker bij de belanghebbenden te krijgen? 40 Kan de regering duidelijk aangeven waarom bij een nieuwe uitbraak van MKZ het veel minder noodzakelijk zal zijn om snel opeenvolgende maatregelen te treffen? 41 Welke acties zijn ondernomen waarbij praktische opleidingen, trainingen en oefeningen van bestrijdingsmedewerkers worden verstrekt. Kan de regering nader in gaan op de inhoud van deze opleidingen, trainingen en oefeningen? Welke organisaties zijn bij de opleidingen, trainingen en oefeningen betrokken? Hoeveel mensen volgen deze opleidingen? Wie verzocht om deze opleidingen? Welk budget is hiervoor uitgetrokken? 42 In hoeverre kunnen veehouders en geïnteresseerde maatschappelijke organisaties gaan beschikken over het beleidsdraaiboek MKZ gezien het voornemen van de regering om het beleidsdraaiboek beschikbaar te stellen aan alle partijen waarmee in het totstandkomingsproces is gesproken? 43 Deelt de regering de mening dat preventieve vaccinatie zonder ruiming toegepast zou moeten worden op alle MKZ gevoelige dieren in dierentuinen en is de regering bereid het beleid daar toe aan te passen? 44 Welke beleidsmaatregelen is de regering voornemens te maken wat betreft natuurgebieden, dierentuinen?
5
46 Het besluit tot het opzetten van een crisisorganisatie is pas genomen op het moment van eerste uitbraak, hierdoor is kostbare tijd verloren gegaan. Is de regering voornemens een permanente crisisorganisatie op te zetten die al voor aanvang van een crisis weet wat te doen als het zover is? 47 Hoe zal er in de toekomst worden gewerkt tussen centrale en regionale crisisstaf? Kan de regering aangeven welke middelen hij zal inzetten om de communicatie te verbeteren en de samenwerking tussen regionale en centrale crisisstaf te verbeteren? 48 Hoe is de communicatie naar het lokale medebestuur (gemeente/ provincies) geweest? Wat kan in de toekomst beter? 49 In brief wordt gesproken over verwarring tussen het crisisteam van LNV en dat van BZK-NCC, kan de regering hier nader op in gaan? Welke voorvallen hebben zich concreet voorgedaan? 50 Op welke wijze zal een «verhoging van het crisis-bewustzijn in de hele LNV-organisatie» worden bewerkstelligd? 53 In de brief staat dat de Kamer nog een evaluatierapport ontvangt vanuit het Ministerie van BZK met betrekking tot het aspect van de openbare orde en veiligheid (het bijstandsverleningsproces). Zal dit rapport nog voor het algemeen overleg beschikbaar komen? 52 Binnenkort zal worden gestart met een LNV-project dat kaders zal brengen voor Nederland wat betreft nationale en internationale dierziektebestrijding. Wanneer zal dit project van start gaan? Wie nemen deel aan het project? Welke aspecten zullen in het project aan de orde komen? Welke resultaten verwacht de regering uit dit project te halen? Is er geen overlap met de in Europa op gang gezette discussie? 54 Wat wordt precies bedoeld als het gaat om een LNV-project dat tot doel heeft de kaders te bieden voor de discussie omtrent het nationale en internationale dierziektebestrijdingsbeleid? Wanneer gaat dat project van start en wie zijn erbij betrokken? De volgende vragen hebben betrekking op het rapport van de B&A-groep: 56 Hoe is de onafhankelijkheid van het onderzoek gegarandeerd? Waren er tijdens de regiobijeenkomsten ook LNV-medewerkers aanwezig en zo ja, is daarmee de onafhankelijkheid van het onderzoek door de B&A groep niet in gevaar gebracht? Zijn er na versturing van het B&A-rapport aan het ministerie van LNV nog wijzigingen aangebracht in de tekst zoals de Kamer die heeft ontvangen? En zo ja, om welke wijzigingen ging het? 57 Waarom is er bij de beoordeling van de financieel-administratieve uitvoering alleen gekeken naar de correctheid van dossiers en de tijdigheid van de beschikbaarheid ervan en niet naar bijvoorbeeld de
6
belofte vanuit het de regering om de uitbetaling van vergoedingen te realiseren voor een bepaalde datum? 58 Welke voorbeelden kunnen worden gegeven als wordt gesproken over «vele aspecten die in de evaluatie onderbelicht zijn gebleven»? 59 Komt de interne evaluatie van de RVV beschikbaar en zo ja, krijgt de Kamer deze evaluatie nog voor het algemeen overleg? 60 Hoelang is er geprobeerd duidelijkheid te krijgen over de vraag hoe de MKZ-besmetting naar Friesland is overgeslagen? Welke opties zijn allemaal bekeken? Bestaat de mogelijkheid dat Rendac een rol heeft gespeeld? Is het bijvoorbeeld waar dat Rendac voor de besmetting in Friesland tijdelijk niet heeft kunnen werken volgens de eisen die in de hinderwet worden gesteld met betrekking tot het verwerkingsaspect van risico-materiaal in een hal waar tijdelijk geen deuren voor zaten? 61 Welke schadeposten maken onderdeel uit van de door het CPB geschatte schade van 900 miljoen euro en hoe groot zijn de diverse posten? 62 Wanneer wordt meer duidelijkheid verwacht over de vraag of maatregelen naar aanleiding van de Europese richtlijn uitputtend om minimaal zijn? 63 Er wordt aandacht gevraagd voor voortzetting van wetenschappelijk onderzoek. In hoeverre wordt rekening gehouden met de mening van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) die onlangs in het artikel «MKZ-beleid sloeg wetenschappelijk gezien nergens op» een pleidooi hield om te werken aan een samenhangend pakket wetenschappelijke studies gericht op oude en nieuw opkomende dierziekten, detectiemethodes ter ondersteuning van gevaccineerde en geïnfecteerde dieren en de ontwikkeling van veilige vaccins (De Gelderlander 23 februari 2002)? 64 Op welke criteria is binnen het maatregelenpakket van Nederland de beslissing gebaseerd om gevaccineerde dieren en producten van de dieren te vernietigen? 65 Hoe moet de opmerking «of elke andere maatregel vaststelt die hij passend acht» worden geïnterpreteerd? Binnen welke kaders kunnen andere maatregelen precies worden vastgesteld? Hoe wordt daarover dan gecommuniceerd? 66 ID-Lelystad heeft tijdens de crisis «pluimen» rond Rendac laten berekenen bij bepaalde windrichtingen om te kunnen bepalen of de besmettingen in Ee en Anjum door Rendac veroorzaakt zouden kunnen zijn. Dergelijke berekeningen zijn van belang voor de vraag hoe groot de cirkel moet zijn waarbinnen bedrijven rond een besmettingshaard op slot gaan. De in het maatregelenpakket opgenomen 1-kilometercirkel voor preventief ruimen rond een besmettingshaard, is gebaseerd op een dergelijke risicoinschatting. De B&A groep geeft aan dat hun niet bekend is in hoeverre
7
deze inschatting is gebaseerd op gedegen onderzoek. Kan de regering wel aangeven waarop deze inschatting is gebaseerd? In hoeverre zal de in het maatregelenpakket opgenomen 1-kilometercirkel voor preventief ruimen rond een besmettingshaard nog nader onderbouwd worden met gedegen onderzoek? Op basis van welke criteria is vorig jaar de beslissing genomen om binnen een cirkel van 1-kilometer preventief te doden? 67 In december 1997 is een MKZ-oefening gehouden en daarover is in mei 1998 en op 12 februari 1999 een evaluatierapport van het COT verschenen. Kan de Kamer met het oog het algemeen overleg de beschikking krijgen over de bedoelde rapportage uit mei 1998 en uit februari 1999? Indien de Kamer niet de beschikking krijgt over de gevraagde rapportages, wat is daarvan de reden? 68 Heeft het feit dat versie 2 van het MKZ-draaiboek nog niet klaar was, maar wel gebruikt werd naast versie 1, gevolgen gehad als het gaat om onduidelijkheden en/of tegenstrijdigheden bij de uitvoering van het beleid? 69 In hoeverre is vanuit het callcenter van de RVV contact opgenomen met individuele veehouders? Of is het initiatief met name bij de veehouder zelf gelaten? 70 Er is sprake van een evaluerend contact met gedupeerden. Is dit een onderzoek geweest? En zo ja door wie is het uitgevoerd en tot welke inzichten heeft het geleid? 71 Is er een directe relatie te leggen tussen het niet op orde zijn van vele draaiboeken m.b.t. het aspect communicatie (bv paragraaf communicatie met de sector bestaat uit twee zinnen) en de communicatie die tijdens de MKZ-crisis veel beter had gemoeten als het bijvoorbeeld gaat om het contact met individuele bedrijfshouders? En zo ja, wat wordt ermee gedaan richting de toekomst behalve het al tot stand gekomen handboek communicatie bij crises LNV? 72 Waarom is er in het draaiboek geen aandacht geschonken aan het vaccineren, terwijl dit wel onderdeel is van het maatregelenpakket? 73 Terreinbeheerders hebben deelgenomen aan de simulatie waarbij al gebleken zou zijn dat de draaiboeken niet bruikbaar waren voor de problemen waar terreinbeheerders mee geconfronteerd worden. Is dat waar en zo ja, waarom is er niks met deze informatie gedaan? 74 Wat is de stand van zaken als het gaat om de werking van het programma DIEZIES? Zal het bij het uitbreken van een eventuele crisis niet langer nodig zijn dat medewerkers onder tijdsdruk over zullen gaan tot eigen oplossingen en eigen bestanden gaan opzetten? 75 Het rapport van de B&A groep geeft aan dat de verschillende lessen die getrokken konden worden uit de varkenspestcrisis niet zijn toegepast. Het
8
gaat hierbij onder andere om een sluitende I&R registratie en het snel beschikbaar kunnen hebben van noodhuisvesting op het bedrijf. Dit heeft zich, aldus het rapport gewroken bij de uitbraak van MKZ. Waarom zijn de verschillende belangrijke aanbevelingen naar aanleiding van de varkenspest niet opgevolgd? 76 Is LASER inmiddels beter voorbereid op haar taken mocht er weer een crisis uitbreken als het gaat om dierziekten? 77 Welke pogingen hebben de regering gedaan om te stimuleren dat er een draagvlakcampagne zou komen m.b.t. het maatregelenpakket bij een MKZ-uitbraak gezien het geringe animo bij het ministerie van LNV voor deze campagne omdat het non-vaccinatiebeleid niet uit te leggen zou zijn? 78 In hoeverre is het personeel van de RVV en het ministerie van LNV op dit moment vertrouwd met de beschikbare draaiboeken? 79 Hanteert Frankrijk een ander beleid als het gaat om tracering en de bestrijding van dierziekten zoals MKZ ten opzichte van Nederland? Zo nee, waarom bemonsterden ze in Frankrijk op 7 maart 2001 dan maar tien procent van de dieren. 80 Hoe kan het dat ID-DLO op zaterdag gezegd heeft dat er 99% zekerheid bestond dat er geen MKZ in Nederland was, terwijl drie dagen later bleek dat dit wel degelijk het geval was? 81 Is de regering het ermee eens dat ook bij 1% verdenking de risico’s te groot zijn en dus alle nodige maatregelen moeten worden getroffen? 82 Waarom is het ingestelde vervoersverbod zo snel weer versoepeld? Waarom werd daarbij geen rekening gehouden met een incubatietijd van 14 dagen? 83 Is de regering het ermee eens dat de beslissing om het vervoersverbod zo snel te versoepelen onjuist was? 84 Wat is de herkomst van het virus in Oene? De getroffen boer in Oene had drie dagen voor de verdachtmaking geiten vervoerd, volgens verschillende bronnen met een auto die uit Frankrijk kwam. Klopt dit bericht? Zo ja, heeft de regering maatregelen genomen? 85 Waarom heeft de regering geen onmiddellijk verbod op vervoer van stro ingesteld? 86 Op 14 maart werd melding gemaakt van de eerste verdenking, in Oene vertoonden geiten symptomen van MKZ. De RVV heeft nagetrokken waar de kalveren op dat bedrijf vandaan kwamen (Ierland). Waarom deed de regering niet onmiddellijk onderzoek naar de transportroute van deze kalveren?
9
87 Waarom werd er geen contact gezocht met de transporteurs van de kalveren? 88 Waarom zijn niet bij de eerste verdenking alle internationale dierstromen stilgelegd? 89 Hoe valt de handelswijze van de RVV te verklaren inzake de melding van nieuwe informatie op «pas» 20 maart 2001 en het niet doortastend nalopen van contactadressen? 90 Waarom werd op 20 maart na de ruiming van het bedrijf in Oene het vervoersverbod van 1:1 vervoer naar slachthuizen opgeheven en werd slechts een zeer beperkte cirkel met een straal van 3 km gehandhaafd? 91 Waarom is er vanaf 13 maart 2001 geen verslag meer beschikbaar van het MKZ-overleg (crisisstaf) bij de RVV? 92 Welke conclusie kan worden getrokken naar aanleiding van de informatie dat op het ministerie van LNV een van de sleutelfunctionarissen op veterinair gebied tegen de kortingsregeling is en aangeeft dat de regeling het traceren bemoeilijkt? Is er onder meer om deze reden bereidheid om de kortingsregeling te veranderen en kritisch onder de loep te nemen? 93 Er zijn klachten van dierenartsen over foute informatieverstrekking en over door RVV medewerkers onjuist uitgevoerde maatregelen uit het draaiboek (zo werden in Uden dierenartsen verplicht zich na terugkomst van de boerderijen te douchen maar de RVV was vergeten douches te plaatsen). Waarom beschikten de RVV medewerkers niet over een checklist waarop kon worden nagegaan of alle nodige maatregelen waren getroffen? 94 In verschillende gevallen vernamen dierenartsen via klanten of verontruste burgers dat bedrijven in hun gemeente als verdacht waren aangemerkt. Waarom werden in de van MKZ verdachte gebieden de dierenartsen niet direct door de regering ingelicht? Waarom kregen de dierenartsen en boeren op de verdachte bedrijven geen telefoonnummer voor nadere informatie? 95 Hoe heeft de regering de rol van de dierenartsen tijdens de crisis ervaren? Hoe stelden zij zich op? Wat ging er niet goed en waar ligt dat aan? 96 Waarom zijn de verslagen van het crisisberaad dat de RVV uitvoerde niet meegenomen in de evaluatie? 97 Waarom werden aangrenzende bedrijven in Kootwijkerbroek niet meteen ook geruimd? Een andere kalvermesterij en een varkensmesterij stonden er pal naast. Wat is de invloed van de burgemeester hierin geweest? Waarom moest het tot 7 april duren voor er in de omgeving tot ruiming werd overgegaan?
10
98 In hoeverre bestaat er op dit moment nader onderzoek met betrekking tot de mogelijkheden om bij een eventuele nieuwe crisis dieren na vaccinatie te laten leven en de producten van die dieren een speciale behandeling te geven? 99 Kan de regering uitleggen hoe het op 7 april 2001 tot ernstige ordeverstoring heeft kunnen komen? 100 Hoe kan het dat er bij de RVV en ID-Lelystad geen enkele twijfel over de juistheid van MKZ in Kootwijkerbroek bestond en dat die heldere gedachte niet of onvoldoende overgebracht kon worden op de mensen in Kootwijkerbroek die sterk bleven twijfelen aan de juistheid van de besmetting? 101 Het hele proces van aanzuring van mest heeft volgens vele betrokkenen veel te lang geduurd. Wat is de mening van de regering hierover? Wat had daar beter gekund? 102 Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de vaststelling en uitbetaling van de melkvergoeding? 103 Hoe zal worden ingespeeld op de vier belangrijke kritiekpunten op de kortingsregeling richting de toekomst, gezien het feit dat er nu nog steeds een kortingsregeling is? 104 Wat vindt de regering van het voorstel van een LNV ambtenaar om mensen die zich niet aan de regels houden in vredestijd op te sporen en te straffen door ze een jaar lang een hogere bijdrage te laten leveren in het bestrijdingsfonds? 105 In hoeverre is inmiddels voorzien in het probleem dat «bottom up» informatie tijdens de MKZ-crisis in 2001 onvoldoende doorkwam? Zal dat bij een eventuele nieuwe crisis anders zijn? En zo ja, waar blijkt dat uit? 106 Formeel was er geen sprake van een nationale ramp volgen het B&A-rapport. Wanneer is er wel sprake van een nationale ramp? 107 Hoe heeft de regering de rol van de burgemeesters van de betrokken gemeenten ervaren? Is de beleidsruimte volgens de regering van invloed geweest op hun rol? Wat had in dit opzicht beter gekund? 108 Op welke wijze wordt overlapping tussen het domein van LNV en BZK bij dierziektebestrijding in de toekomst voorkomen? 109 Is het waar dat het basisoverleg op een gegeven moment minder belangrijk werd om te komen tot afspraken? Was er meer aandacht voor informatieoverdracht dan voor daadwerkelijk overleg?
11
110 Welke kanttekeningen zijn volgens de regering te plaatsen bij het optreden van de overheid? 111 Deelt de regering het algemene beeld dat uit de evaluatie oprijst, dat de MKZ teveel vanuit de veterinaire invalshoek is benaderd, zonder rekening te houden met de maatschappelijke impact? En de daarop volgende conclusie van het rapport dat het ministerie daardoor de zogenaamde maatschappelijke crisis zelf in de hand heeft gewerkt? Zo niet, waarom niet? 112 Is in de sociale wet- en regelgeving voldoende rekening gehouden met bijvoorbeeld de financiele gevolgen van de MKZ-crisis waar veehandelaren mee werden geconfronteerd? 113 De B&A groep stelt dat gezien de onbekendheid met de kortingsregeling de vraag gesteld kan worden hoe zinvol de kortingsregeling is geweest. Heeft de regering overwogen om de kortingsregeling niet toe te passen juist vanwege de onbekendheid onder veehouders en het feit dat er daarom weinig preventieve werking heeft kunnen zijn? 114 Hoe bevoordeeld de regering de I&R van schapen en geiten? Dit was volgens de cijfers en naar mening van de betrokkenen ver onder de maat. Waarom is daar niet strenger op toegezien? 115 Kan worden aangegeven welke instanties in het veld de systematiek van de kortingen en de hoogte ervan wel onderschrijven? 116 Is het waar dat de hoogte van de korting van een veehouder in Kootwijkerbroek niet bepaald wordt door de mate van verzet maar door de grootte van het bedrijf en de waarde van het vee? In hoeverre onderschrijft de regering in dit verband de mogelijkheid dat een boer tijdens ruiming van zijn vee tijdelijk ontoerekeningsvatbaar is? 117 Daar waar sprake is geweest van verzet, lopen daar nog onderzoeken van justitie? Zijn er al uitspraken geweest en zo ja, wat houden deze uitspraken in? 118 Wat is de reden dat de medewerkers van het LNV-crisiscentrum en de AID het minst positief beoordeeld worden? 119 Niet overal hebben RVV en AID op dezelfde wijze opgetreden. Soms werden regels en voorschriften verschillend geïnterpreteerd en kregen betrokken ondernemers de mogelijkheid om tekortkomingen (bv in de administratie) te herstellen. Kan worden aangegeven hoe vaak dit is gebeurd? Is er sprake van willekeur? Zo ja, zouden ondernemers die daardoor geconfronteerd zijn met een korting niet alsnog in aanmerking moeten komen voor kwijtschelding van (een groot deel) van de opgelegde straf?
12
120 Wat betekent figuur 7.24 voor het draagvlak van het MKZ-bestrijdingsbeleid in de toekomst bij voortzetting van het huidige beleid? 121 Welke consequenties trekt de regering uit de opmerking dat de veehouders het meest moeite hebben met de opstelling van de minister van LNV en dat betrokkenen zijn opstelling onnodig grievend vonden? 122 De informatievoorziening, de communicatie, de wijze waarop met de dieren wordt omgegaan en de wijze van vaststelling van de besmetting worden sterk bekritiseerd. Welk verband hebben voornoemde zaken met het verzet tegen het MKZ-beleid? Heeft het falen van de overheid op voornoemde punten het verzet tegen het beleid niet aangewakkerd? 123 Er worden vergelijkingen gemaakt met de bezettingstijd. Was de regering tijdens de MKZ-crisis en bij het opleggen van de kortingen op de hoogte van deze impact van de crisis op de mensen en hoe heeft dit meegespeeld in het beleid? 124 Hoe is het mogelijk dat veehouders, nadat vergoedingen voor geruimd vee waren betaald en men weer nieuw vee gekocht had, kort voor Kerstmis geconfronteerd werden met de aankondiging van een hertaxatie omdat de taxatie te hoog werd gevonden? Wat is de mening van de regering hierover? 125 Hoe is bijvoorbeeld in Engeland, België, Frankrijk en Duitsland het beleid vastgesteld als het gaat om het kortingsbeleid? Zijn er EU-lidstaten waar gewerkt wordt met een beleid dat uitgaat van een boetesysteem? 126 De regering geeft in reactie op de aanbevelingen ten aanzien van de communicatie aan daar voor de toekomst sterk op in te zullen zetten. Hoe kijkt de regering in dit verband aan tegen de opmerkingen in het rapport waaruit blijkt dat met name de uitspraken van de minister van LNV ten tijde van de crisis hebben gezorgd voor veel boosheid en het afbrokkelen van draagvlak? Welke conclusie trekt de regering daar uit? 127 Hoe heeft het kunnen gebeuren dat één van de geruimde stallen in Kootwijkerbroek maar liefst 2 maanden lang ongereinigd bleef, terwijl bekend was dat dit risicovol is? 128 Waarom werd op sommige geruimde bedrijven de controle niet uitgevoerd die nodig is om het bedrijf vrij te geven? 129 Kan de regering antwoord geven op de vragen die het evaluatierapport stelt ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor een goede dossiervorming? 130 Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de regering aanvankelijk de indruk heeft laten ontstaan dat het vee in de MKZ driehoek dankzij enting wellicht
13
niet zou hoeven worden gedood? Dit heeft tot veel onnodige verwarring en weerstand (toen bleek dat het vee wel degelijk geruimd moest worden) geleid bij zowel het publiek als de getroffen veehouders. Wat is de mening van de regering hierover? 131 Is alles met de EU geregeld, wat betreft de bijdragen? Zijn deze al ontvangen? 132 De B&A groep constateert dat er risico’s zijn gelopen met de dossiervorming, die noodzakelijk zijn om de bijdragen uit Brussel te ontvangen? Welke risico’s en tekortkomingen zin er gemaakt? Welke nadelige gevolgen hebben deze omissies in de dossiervorming voor Nederland gehad/zullen er nog komen? 133 In het rapport komt op verschillende plaatsen het woord «geluk» terug. Nederland is door het oog van de naald gekropen en bij de bestrijding van de crisis is de factor geluk zwaarwegend geweest. Met deze constatering in gedachten is de vraag gerechtvaardigd met hoeveel stelligheid beweerd kan worden dat «gezien de relatief beperkte schaal en duur van de crisis de toepassing van het maatregelenpakket effectief is gebleken». Hoe is de causale relatie tussen de maatregelen en de duur en omvang van de crisis vast te stellen, wanner duidelijk is dat ook de factor geluk een grote rol heeft gespeeld? Kan de regering hier meer inzicht in geven? 134 Mede door onvoldoende zicht op de internationale dierstromen, was het niet goed mogelijk preventieve maatregelen te nemen ten aanzien van insleep van het virus. Hoe kan dit toezicht verbeterd worden? 135 In hoeverre is en zal in de toekomst rekening worden gehouden bij beleid voor dierziektebestrijding met effecten die betrekking hebben op psycho-sociale aspecten voor de betrokkenen en wordt er nog onderzoek gedaan op dit moment naar de menselijke omstandigheden en tragiek? Zo ja, wanneer wordt dat onderzoek gepubliceerd? 136 Hoe kan het dat de problemen ten aanzien van mest, melk en voer niet zijn voorzien? Ligt het niet van tevoren al voor de hand dat hierbij problemen zouden optreden? 137 Wat is de stand van zaken als het gaat om dossiervorming met betrekking de taxaties en de reactie daarop vanuit de EU? 138 Is er een financieel overzicht met alle gemaakte kosten en een verduidelijking hoe en op basis van welke financiële bronnen een en ander is betaald? 139 Welk type crisismanagement zal bij een onverhoopte volgende uitbraak van dierziekte voorrang hebben? Die van een dierziektebestrijding van LNV, of die van de rampenbestrijding van BZK-NCC. Hoe zal de afstemming tussen deze twee typen management plaatsvinden?
14
140 Als aanbeveling staat in het B&A-rapport dat LNV moet investeren in de relaties met andere organisaties om tot een gedeeld beeld te komen over de bestrijding van een onverhoopte volgende crisis. In hoeverre is dat gelukt bij de totstandkoming van het in februari toegezonden aangepaste draaiboek gezien de kritiek vanuit het veld?
15