Inleiding Het hierna volgende beleidsplan voor de Erfgoedsite Tienen voor de periode 2009 – 2014 is een werkzaam document dat van het begin tot het einde begeleid werd door het consultingbureau TCN. Om geen afbreuk te doen aan de strakke systematiek opteerden we voor een presentatie die zeer nauw aanleunt bij de gevolgde werkwijze. Het resultaat is zeker geen geïsoleerd plan maar een werkstuk dat aansluiting zoekt bij de city-regiomarketing en de ontworpen speerpuntenstrategie voor Tienen. Het sluit ook aan bij het algemeen cultuurbeleidsplan voor de stad. Beide plannen worden trouwens samen voorgelegd aan de Gemeenteraad. De stuurgroep had een grote inbreng bij de tot standkoming van het document. Zij stond ook garant voor het brede draagvlak dat een erfgoedbeleid nodig heeft om te slagen. Door de keuze van de externe raadgevers werd permanent voeling gehouden met collega’s, zowel in de stad als in andere musea en met het provinciaal museumconsulentschap.
1
Evaluatie van de vorige beleidsperiode Bij ministerieel besluit van 23 mei 2000 werd aan het Stedelijk Museum “het Toreke” de erkenning verleend en de voorwaardelijke indeling bij het regionale niveau. Het ministerieel besluit van 3 september 2003 breidde de erkenning en indeling uit tot de Museumsite, bestaande uit “het Toreke” en het Suikermuseum. Aan de hand van de ingediende dossiers voor erkenning en van de geactualiseerde beleidsnota’s formuleerden de administratie (later agentschap) en de beoordelingscommissie een aantal opmerkingen die grotendeels tot de volgende items konden worden teruggebracht: • de aandacht voor het museumprofiel en de communicatie hierover • vragen aangaande een realistische invulling van de regionale aspiraties • opmerkingen aangaande het verstoorde evenwicht tussen de tentoonstelling van objecten en het aanwenden van decorstukken in de permanente tentoonstelling • de bezorgdheid om het zakelijke beleid, in het bijzonder het zoeken naar een aanvaardbaar evenwicht tussen de wetenschappelijke functies van de musea en de commerciële exploitatie De aandacht voor het gekozen museumprofiel en de communicatie hierover Aanvankelijk beperkte een erfgoedbeleid zich tot “het Toreke” dat zich ondubbelzinnig profileerde als een stedelijk museum maar met aandacht voor de regio, die omschreven werd als Oost-Brabant. Het gebrachte verhaal was dat van het dagelijkse leven van de “gewone man”, een keuze die ons deels werd ingefluisterd door voor de hand liggende beperkingen: beperkte collectie met weinig topstukken; te kleine budgettaire mogelijkheden om betere stukken aan te kopen. Aan de opening van het Suikermuseum in 2002 ging een lange voorgeschiedenis vooraf die startte in 1987 met de viering van 150 jaar Suikerraffinaderij Tienen. Het initiatief voor een suikermuseum was reeds enkele jaren eerder ontstaan in de schoot van de fabriek. Omdat de directie van oordeel was dat een museum niet behoorde tot haar bedrijfstaken werd een overeenkomst afgesloten met de stad. Zo ontstond op dezelfde site een museum dat weliswaar inhoudelijk evenzeer verankerd was in de geest van de Tienenaren, maar dat toch een totaal ander collectieprofiel vertoonde.
2
De aanwezigheid van het Stadsarchief en van het Hagelands Historisch Documentatiecentrum binnen de site brachten ons ertoe om het geheel te promoten als “Erfgoedsite Tienen”.. Het bindende element is het omgaan met erfgoed, niet alleen dat uit de stad maar ook dat uit de regio en met duidelijke accenten, die ons deels zijn ingegeven door de verschillende wettelijke en decretale regels. De aandacht voor de mensen, de dingen en hun verhalen wordt anders ingevuld voor “het Toreke” dan voor het Suikermuseum. In het eerste geval ligt de aandacht bij de mensen en de dingen uit de stad en de regio, zij het dat hun verhalen getoetst worden aan grote universele verhalen, bv. de permanente opstelling rond “Rituelen van leven en dood in de Romeinse tijd in Tienen”.De interesse voor het Romeinse verleden in Tienen is natuurlijk niet toevallig maar wel het resultaat van een gericht archeologisch beleid dat ondermeer resulteerde in de grote opgravingscampagne op het Grijpenveld van augustus 1987 tot december 2003. Het stedelijke en regionale verhaal wordt in het Suikermuseum aangevuld met het wereldwijde verhaal van de consumptie van suiker onder verschillende vormen ter gelegenheid van de sleutelmomenten uit het leven.
Vragen aangaande een realistische invulling van de regionale aspiraties De grote verwachtingen rond een regionale werking werden in de voorbije periode maar gedeeltelijk ingevuld. Het onderzoek dat in 2001 - 2002 werd uitgevoerd door I. Honore rond de mogelijkheden voor het opzetten van regionale samenwerkingsverbanden (met projecttoelagen van de Vlaamse Gemeenschap) was ondanks een duidelijke coaching, uiteindelijk te theoretisch. De grote les uit het onderzoek was drievoudig: • een samenwerking (bv. een centraal depotbeheer) overstijgt de mogelijkheden van de erfgoedsite als hier grotere infrastructuren voor nodig zijn. Om dit uit te bouwen met enige kans op slagen is de inbreng noodzakelijk van de verschillende overheden. • het onderzoek toonde aan dat de psychologische barrières rond samenwerking erg onderschat worden. De mentale band tussen het erfgoed en de lokale vereniging of gemeenschap is eerder een belemmering voor een gecentraliseerd beleid • samenwerking met de erfgoedsite en in het bijzonder met het depot lukt voor zover de beschikbare ruimte gratis aangeboden wordt aan externe erfgoedbeheerders.
3
Vooral de kennis en de expertise die in de site systematisch werd opgebouwd rond de preservatie en conservatie van objecten van organische oorsprong (textilia en papier) werd regelmatig gecommuniceerd naar andere erfgoedbeheerders. In samenwerking met de deken van de dekanaten Tienen, Hoegaarden en Linter werden verschillende infosessies georganiseerd voor de kerkfabrieken uit het gebied. In het depot worden nu ongeveer 750 kerkgewaden bewaard waarvan ca. 660 stukken geen eigendom zijn van de site. Het archeologisch onderzoek naar de Gallo-Romeinse vicusnederzetting was in de voorbije jaren een belangrijke prioriteit. Op het toekomstige industrieterrein Grijpenveld werd een zone van ca. 20 ha opgegraven. De gevolgen van de opgravingen, die van start gingen in 1998 kunnen als volgt omschreven worden: • een enorme toename van de archeologische artefacten in het depot (ca. 98.000 geïnventariseerde items). • de communicatie en de verschillende acties rond de ontsluiting van het archeologisch onderzoek zorgden ervoor dat het Gallo-Romeinse verleden van de stad een hype werd. Er ontstond een zeer breed draagvlak dat ondermeer resulteerde in de deelname en de acties rond “Monumentenstrijd”. • door de goede bewaaromstandigheden in het depot en door de voortrekkersrol die het archeologisch onderzoek speelde werd de regionale invulling extra onderstreept door de bruikleengave van de provincie Vlaams Brabant van het materiaal afkomstig van het HST-project. • een onmiddellijk resultaat van het gecreëerde draagvlak is de totstandkoming van de intergemeentelijke vereniging voor archeologie (PORTIVA) tussen de gemeenten Tienen, Hoegaarden, Linter en Glabbeek. Het evenwicht tussen de tentoonstelling van voorwerpen en het gebruik van decorelementen De eerste opmerkingen hierover werden als aandachtspunt geformuleerd door de administratie in 2000. Zij hadden vooral betrekking op de opstelling in “het Toreke” rond het thema “werken, feesten en bidden in Tienen”. Inmiddels is deze opstelling verwijderd en vervangen door de tentoonstelling “Rituelen van leven en dood in de Romeinse tijd in Tienen”. Binnen de Erfgoedsite Tienen is er een grote tegenstelling tussen de museale opstellingen in “het Toreke” en in het Suikermuseum. In het Suikermuseum is de uitwerking van het thema veel meer gericht op een actieve participatie van de bezoeker. Aan de hand van een (viertalig) audioguidesysteem gaat de bezoeker zelf op ontdekkingstocht doorheen het museum. Hierbij lopen fictie en werkelijkheid door elkaar. In “het Toreke” gaan we meestal uit van een klassieke opstelling waarbij het object centraal staat. 4
Beide visies bestaan naast elkaar en werken versterkend. Beleidsmatig streven we naar een grotere belevingswaarde van een bezoek aan de site. Het moet allemaal correct zijn maar dat staat een ludiekere aanpak zeker niet in de weg. Behalve “leren” moeten bezoekers zich ook “amuseren”; er moet een gevoel ontstaan dat er in de Erfgoedsite Tienen altijd wat te beleven valt! De bezorgdheid rond het zakelijke beleid: het evenwicht tussen commercie en wetenschap De vzw Suikermuseum Tienen werd in 1987 opgericht met als doel de inrichting van een Suikermuseum. De oorspronkelijke bedoeling om een nieuwbouwproject te realiseren werd in 1995 gewijzigd. In de plaats kwam de visie om een bestaand gebouw binnen de site te renoveren en in te richten als museum. Hierdoor ontstond een cluster die behalve“het Toreke” ook het Stadsarchief, het Hagelands Historisch Documentatiecentrum en het Suikermuseum omvatte. De volgende logische stap werd in 2002 gezet: vanaf 1 september zou de vzw Suikermuseum Tienen het volledige zakelijke en wetenschappelijke beheer toegewezen krijgen over de erfgoedsite. In een beheersovereenkomst tussen de stad en de vzw werd de bijdrage van de stad in de werkingskosten (exclusief de personeelskost die volledig ten laste bleef van de stad) bepaald op de som van de op dat ogenblik ingeschreven kredieten voor het beheer van “het Toreke”, het Stadsarchief en het Hagelands Historisch Documentatiecentrum. Dit bedrag, vermeerderd met de toelagen die voortvloeien uit de erkenning en indeling van de musea vormen de vaste inkomsten van de vzw. Dit noodzaakt ons om eigen inkomsten te genereren. De belangrijkste instroom vormen de opbrengsten uit de ticketing, op de tweede plaats komen de inkomsten uit de exploitatie van de winkel en van de cafetaria en op de derde plaats komen de bijdragen van sponsoren. In grote lijnen kunnen we stellen dat we ongeveer 40% van de eigen werkingsmiddelen moeten halen uit de exploitatie. Een scherp zakelijk beleid hoeft niet per se te betekenen dat de wetenschappelijke werkzaamheden terug geschroefd worden. Het “dagelijks” omgaan met het erfgoed is eerder een personeelsgegeven. Hier is de vzw bijna volledig afhankelijk van het gevoerde personeelsbeleid van de stad. De aanwending van bijkomende expertise kan in het nieuwe personeelsorganogram alleen als daarvoor toelagen bekomen worden. Dit noodzaakt ons om in de toekomst selectiever te zijn in de keuzes van projecten en van participaties aan grote evenementen.
5
Aanpak Onderstaande tabel schematiseert de werkwijze van het projectteam. Het hele proces werd begeleid door de stuurgroep. De deelnemers en informanten reikten de externe elementen aan voor de SWOTanalyse. In een eerste sessie werd de stuurgroep geïnformeerd door provinciale museumconsulenten en door de conservatoren van de musea in Grimbergen en Leuven. Op een tweede vergadering kreeg de stuurgroep inzicht in het cultuurbeleidsplan van de stad en in de city-regiomarketing voor Tienen. De leden van de Tiense Gidsenbond en de Vrienden van de Stedelijke Musea Tienen vzw alsook het voltallige personeel van de Erfgoedsite Tienen werden uitgebreid bevraagd. Daarnaast hielden we rekening met de enquêtes die door de stedelijke Jeugddienst en de stedelijke Sportdienst werden uitgevoerd met betrekking tot de vrijetijdsbesteding van scholieren en studenten in alle scholen van de stad. De interne elementen voor de SWOT-analyse werden aangereikt door de stuurgroep. In het rapport wordt steeds verwezen naar de elementen uit de SWOT-matrix. Hierbij worden de initialen van de engelse termen gebruikt: O = Opportunities; T = Threats; S = Strenhts; W = Weaknesses.
6
Stappenplan Stap 1 en 2: SWOT analyse 5 werksessies met de stuurgroep en met de steakholders Validatie door de Raad van Bestuur mei-juni 2007
Stap 3: Missie - visie 2 werksessies met de stuurgroep Validatie door de Raad van Bestuur juli en augustus 2007
Stap 4: Strategische prioriteiten 2 werksessies met de stuurgroep Validatie door de Raad van Bestuur september 2007
Stap 5: Projecten 2 werksessies met de stuurgroep Validatie door de Raad van Bestuur oktober 2007
Stap 6: Effecten en resultaten 1 werksessie met de stuurgroep oktober 2007
Stap 7: Meerjarenplan en budget 1 werksessie met de stuurgroep oktober 2007
Stap 8:Finalisering van het rapport Validatie door de Raad van Bestuur 5 november 2007 Validatie door de Algemene Vergadering 5 november 2007 Vallidatie door de Gemeenteraad 29 november 2007
7
Samenstelling projectteam Stuurgr oep Stuurgroep Staf Thomas archivaris-conservator, projecteigenaar, secretaris vzw Suikermuseum Tienen Annemie Scheerlinck administratief medewerkster vzw Suikermuseum Tienen Eva Vansteene commercieel medewerkster vzw Suikermuseum Tienen Lutgart Vrancken wetenschappelijk medewerkster vzw Suikermuseum Tienen Ghislain Belmans zaakvoerder ontwerpbureau Sien Fred Boffin kunstenaar en begeleider ARTO (= creatieve ateliers voor mensen met psychische problemen) Gilbert Declercq voorzitter van de Tiense Gidsenbond vzw Robert Delimont penningmeester vzw Suikermuseum Tienen André Fouyn ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van de vzw Suikermuseum Tienen Katrien Partyka schepen van cultuur, voorzitter van de Raad van Bestuur van de vzw Suikermuseum Tienen Herman Vanclooster voorzitter van de Vrienden van de Stedelijke Musea Tienen vzw
8
Mark Kempeneers educatief medewerker vzw Suikermuseum Tienen, verslaggever Bernard Lejeune consultant TCN, begeleider van het proces
Deelnemer ormant en Deelnemerss en inf informant ormanten Johan David conservator Museum voor de Oudere Technieken Grimbergen Ingrid Goyens diensthoofd juridische en economische zaken van de stad Tienen Anne Milkers museumconsulent van de provincie Limburg Rebecca Schoeters museumconsulent van de provincie Vlaams Brabant Veronique Vandekerckhove conservator Stedelijke Musea Leuven Erwin Van Dijcke cultuurbeleidscoördinator van de stad Tienen Volledige personeel van de erfgoedsite
9
SWOT -resultaten Oppor tunities – kkansen ansen Opportunities Technologie maakt de overdracht van kennis eenvoudiger • •
Via multimedia en andere technieken wordt informatie steeds makkelijker toegankelijk Mensen hebben toegang tot een brede waaier van mogelijkheden om hun informatie en ontspanningsbehoeften in te vullen
Tienen is centraal gelegen in de regio en in België •
•
•
10
O2
Tienen is centraal gelegen tussen Vlaanderen en Wallonië. Hierdoor ontstaat een hinterland met een breed en divers potentieel publiek (het verhaal van PORT) Tienen situeert zich als centrumstad in een regio gekenmerkt door een agrarisch weefsel en een matig uitgebouwde economische activiteit
Het maatschappelijk draagvlak rond erfgoedbeheer neemt toe •
O1
Via specifieke initiatieven zoals het Tumuli project, het cultuurcentrum en het Arena project toont de lokale overheid een duidelijke belangstelling (ook op financieel vlak) voor cultuur en de erfgoedsite Cultuur is tevens een belangrijk onderdeel van de speerpunten die de stad Tienen in een nieuw en attractief daglicht moeten plaatsen
O3
O4
De structurele samenwerking tussen externe erfgoedbeheerders functioneert •
•
O5
Tienen is een stad met twee snelheden waarin culturele diversiteit expliciet aanwezig is •
•
O6
De eerste stappen in de structurele samenwerking op archeologisch vlak tussen 4 gemeenten is een feit. Dit alles is decretaal verankerd met een resultaatsverbintenis op Vlaams niveau (= Portiva) De Erfgoedsite Tienen als expertisecentrum voor de omgeving
De stad Tienen telt diverse culturele entiteiten (rijken, kansarmen, allochtonen). Naast een eerder welgestelde groep van tweeverdieners is er een aanzienlijke (en stijgende) groep van kansarmen. De sociale economie neemt hierbij een belangrijke plaats in om deze groep in te schakelen in de maatschappij. Hierin nemen mensen van buiten de stad een belangrijke plaats in Tienen heeft een sterk uitgebouwd net van opvang en verzorging voor mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap
Er is een uitgebreid netwerk van partners in de regio dat het Suikermuseum ondersteunt •
• •
De interesse voor de activiteiten rond “zoet” in het algemeen en het Suikermuseum in het bijzonder is sterk aanwezig in de regio Samenwerking met diverse organisaties in Haspengouw is een actueel onderwerp. Partners zijn hierin vragende partij Subel is eveneens een actieve partner met kennis rond marketing en communicatie
11
De zakenwereld in de stad is financieel en inhoudelijk geïnteresseerd in cultuur •
•
De bedrijven in de stad zijn bereid om samen te werken met de erfgoedsite. Deze samenwerking is zowel van financiële als van logistieke aard Een aantal bedrijven wensen zich duidelijk te koppelen aan de inhoudelijke aspecten van de culturele programmatie
Wetenschappelijk onderzoek via de KU Leuven is mogelijk en kortbij •
Tienen telt veel scholen voor een totale populatie schoolgaande jeugd van ca. 5500 jongeren
De hogescholen in de streek zijn vragende partij voor samenwerking •
12
O9
Binnen PORT fungeert Tienen als een draaischijf voor verschillende erfgoedbeheerders. Zowel de georganiseerde erfgoedbeheerders (bv kerkfabrieken, heemkringen...) als de privé erfgoedbeheerders bieden ruimschoots kansen tot samenwerking
Tienen is de scholenstad voor de regio •
O8
De universiteit Leuven biedt een ruim aanbod aan onderzoeksmogelijkheden. Samenwerking behoort tot de mogelijkheden
De georganiseerde en privé erfgoedbeheerders staan open voor professionele ondersteuning •
O7
De hogescholen geven tal van impulsen en ideeën om samenwerking met de erfgoedsite te initiëren
O 10
O 11
O 12
Er is een potentieel aan vrijwilligers in het sociocultureel vereningsleven • •
O 13
Dit kan een uitgelezen bron zijn om projecten en initiatieven te ondersteunen Maatschappelijk draagvlak bij het publiek is groot
Het beleidsplan van de provincie rond regiowerking is stuwend
Threats - bedreigingen T1
De planlast en onduidelijkheid rond de erfgoedsite en de musea in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap nemen toe • •
T2
De overheid vraagt steeds meer rapporten en beleidsplannen wat het werk van de erfgoedbeheerders stelselmatig belast De onduidelijkheid inzake “gescheiden” of “geïntegreerde” aanpak voor een erfgoedsite als die van Tienen blijft bestaan. Gaat men voor 1 plan voor de site, of aparte plannen per museum?
De mentaliteit en het imago van de stad en haar bewoners zijn negatief •
•
De Tienenaar neemt zichzelf niet ernstig. Hij stelt zich sarcastisch en soms destructief op. Hij heeft gebrek aan een positieve mentaliteit en fierheid over zijn stad en de gerealiseerde projecten Het uitzicht van de stad straalt grauwheid en weinig attractiviteit uit. Waarnemers van buiten de stad, ervaren de stad niet als een levendige entiteit en …
13
Het sociale weefsel in de stad wordt gekenmerkt door een belangrijke groep kansarmen •
De kansarmoede in Tienen is bij de hoogste in Vlaanderen. Dit heeft tot gevolg dat het aanbod aan culturele activiteiten voor deze groep niet noodzakelijk hoog op haar prioriteitenlijstje staat. De invulling van een basiswelstand is voor deze burgers een prioriteit
De behandeling en afwerking van dossiers, zowel op het Vlaamse als op het federale niveau is niet altijd evident
T4
De stad legt een zware stempel op een aantal onderdelen van het erfgoedbeleid
T5
•
De Gallo-Romeinse geschiedenis in de stad wordt een dominante in het beleid
Suiker heeft een negatieve connotatie in een trend naar gezond leven • •
14
T3
Gezond leven is een trend in onze maatschappij. Suiker heeft hierin een negatieve connotatie “Het suikermuseum is het museum van de suikerfabriek”is een veel gehoord (en onterecht!) statement
T6
T7
De stad Leuven straalt een dominante houding uit inzake culturele samenwerking •
•
T8
Leuven wil als stad samenwerking aangaan maar neemt hierin een eerder dominante positie in. « Maak uw dossier op en dan zullen we zien of dit in ons beleid past » is een uitspraak die deze stelling illustreert Het weghalen van het VIOE uit Tienen
De afhankelijkheid van de subsidiestromen van de overheid neemt toe •
De herziening van het erfgoeddecreet heeft een mogelijke (negatieve) invloed op de subsidiëring
15
Strenghts – sterktes: verzamelen en bewaren We hebben een goed uitgeschreven collectieplan maar het moet geactualiseerd worden
S1
Wij zijn een erkend aanspreekpunt in de regio vooral rond de thema’s “verzamelen” en “bewaren”
S2
Wij beschikken over vrij unieke collectieonderdelen
S3
•
Archeologische collectie; textilia; ethnografische verzameling voor het Suikermuseum
Wij hebben een collectie die toegankelijk is voor een breed publiek •
De collectie is laagdrempelig maar niet te volks. Ook doodgewone dingen worden verzameld (cfr. collectieplan)
Wij beschikken over een modern depot dat een voortrekkersrol speelt in Vlaanderen
S5
Wij beschikken over een relatief grote expertise in conservatie en preservatie
S6
• •
16
S4
Dit slaat vooral op de behandeling van de verzamelingen van organische oorsprong: prenten, plannen, textilia De archeologische artefacten
Strenghts – sterktes: onderzoeken S7
Wij verrichten veel onderzoek gebaseerd op de eigen collectie en de ontsluiting van de resultaten is een prioritair item •
S8
Wij doen aan generaliserend onderzoek met een stevige wetenschappelijke onderbouw •
S9
In het onderzoek houden we rekening met de ontsluiting van de resultaten en dus met het publiek
Ons onderzoek is geen fundamenteel onderzoek. We verrichten toegepast onderzoek met een sterke wetenschappelijke onderbouw
Wij trekken externe expertise (gebaseerd op persoonlijke contacten) aan voor bepaalde domeinen •
•
Voor diverse projecten is dit systematisch de aanpak. Voor archeologie werken we multidisciplinair waarbij onderzoek wordt uitbesteed. Portiva stimuleert de samenwerking met andere gemeentes Het gaat om projecten en materies zoals WO I en WO II, archeologie
S 10
Wij hebben een uitgebouwd documentatiecentrum met ruime aandacht voor de verschillende collectieonderdelen
S 11
Wij hebben een stevige basisregistratie (inventarisatie) die elektronisch beschikbaar is
17
Strenghts – sterktes: ontsluiten en publiekswerking Wij beschikken over een uniek gelegen infrastructuur •
Het gaat om een historisch gebouw dat centraal in de stad is gelegen
Wij zijn klantvriendelijk • • •
De medewerkers doen er alles aan om het de klant zo aangenaam mogelijk te maken De dienstverlening staat hoog in het vaandel De openingsuren zijn ruim
Wij beschikken over een aantal goed uitgebouwde communicatiekanalen •
Vorm en inhoud zijn verzorgd Humor en spektakel hebben hun plaats bij de presentatie en opstelling
Wij beschikken over goed uitgebouwde technieken en methoden om met specifieke doelgroepen om te gaan •
18
S 13
S 14
Dit heeft hoofdzakelijk te maken met De Museumopener, de communicatie rond tentoonstellingen en de Erfgoeddag
Wij organiseren kwaliteitsvolle presentaties • •
S 12
Voorbeelden hiervan zijn het Moossspel voor kinderen, de meertaligheid van de audioguides, de aangepaste aanpak voor kinderen in het Suikermuseum, de opleiding van de gidsen
S 15
S 16
Strenghts – sterktes: management en organisatie S 17
Wij beschikken over een sterk en vlot inzetbaar team •
Onze medewerkers kunnen verschillende functie en opdrachten aan. Dit motiveert hen
S 18
Wij voeren een doorzichtige administratie
S 19
Wij hebben een duidelijk personeelsorganogram
S 20
Wij bieden attractieve en aangename werkomstandigheden
•
• •
S 21
Er is ruimte voor initiatief Er heerst een algemeen gevoel van zelfontplooiing
Wij beschikken over complementaire competenties binnen ons team •
S 22
De functies zijn duidelijk maar theoretisch omschreven
Wij hebben geen fundamentele expertise maar het samengaan van beschikbare competenties maakt dat we een sterk kwalitatief eindproduct opleveren
Wij verzorgen een systematische opvolging en rapportering van de resultaten •
Wij informeren onze medewerkers en partners op een systematische wijze omtrent de voortgang van de activiteiten en de behaalde resultaten
19
Weaknesses - zwaktes: verzamelen en bewaren Wij hebben een beperkte groeimarge in het depot •
Het depot wordt te klein. Uitbreiding is mogelijk naar de Gilainstraat
Wij hebben beperkte financiële middelen om topstukken aan te kopen
W2
Wij respecteren het collectieprofiel te weinig waardoor een onevenwichtige collectie ontstaat
W3
•
De invulling/respect van het profiel is niet coherent. Gevaar voor een onevenwichtige collectie
Wij hebben een infrastructuur die onvoldoende aangepast is om metalen en/of suikervoorwerpen te bewaren •
•
W4
De uitrusting en infrastructuur zijn niet afgestemd op het bewaren van dergelijke voorwerpen. Vochtigheid en warmte zijn niet aangepast
Het verzamelnetwerk is onvoldoende uitgebouwd
20
W1
W5
Het aantal partijen dat voor ons “op jacht gaat” is beperkt. Wij besteden ook te weinig aandacht aan de erkenning en begeleiding van deze partijen.
Er is onvoldoende draagvlak voor het uitwerken van sommige collectieonderdelen
W6
We hebben te weinig topstuk(ken) in de verzameling
W7
Weaknesses - zwaktes: onderzoeken W8
Wij hebben te weinig onderzoeksmogelijkheden inzake immaterieel erfgoed •
W9 W 10
Wij hebben een te kleine ploeg voor eigen onderzoek Wij worden in onze lange termijn onderzoeksprojecten doorkruist door evenementenonderzoek •
•
W 11
Onze tijd is beperkt en we maken geen ruimte vrij voor dit type van onderzoek
De organisatie van evenementen (Open Monumentendag, Hagelanddag, Week van de smaak, Monumentenstrijd) vraagt ondersteuning van onderzoek. Dit neemt medewerkers weg uit de langere termijn projecten Er is nood aan planning op langere termijn
Wij hebben geen structurele aanpak om systematisch expertise binnen te halen
21
Weaknesses - zwaktes: ontsluiten en publiekswerking Wij maken te weinig werk van duidelijke routings doorheen de opstellingen en de site • •
De bezoekers verliezen hun route in het museum. De bewijzering is onvoldoende De routings zijn soms te dwingend of onaangepast. Het wandelpatroon moet verbeterd worden
Wij beschikken over gebouwen met een aantal onvolkomenheden • •
•
22
W 16
De site is te weinig gekend. Er wordt te weinig reclame gemaakt De website is slecht
Wij voeren onderzoek dat publieksvriendelijk is maar de ontsluiting ervan is te vaktechnisch •
W 15
Er is te weinig continuïteit in de programmatie. De aandacht voor het “doodgewone” publiek is te beperkt
Wij hebben te weinig overkoepelende en globale communicatie over de site •
W 14
De educatieve cel is te beperkt. Dit kan aangevuld worden met vrijwilligers
Wij besteden te veel energie aan kortstondige evenementen en te weinig in historische projecten op lange termijn •
W 13
Het gaat om onvoldoende sanitair, airconditioning, vestiaire Het gaat om hetzij keuzes bij de bouw of onvolkomenheden die een zware investering vereisen
Wij hebben een te beperkt educatief aanbod voor het basisonderwijs •
W 12
Er wordt te weinig aandacht geschonken aan vulgarisatie
W 17
W 18
Wij publiceren te weinig consistente informatie rond de permanente collectie •
De permanente collectie wordt te weinig in de kijker geplaatst
W 19
Wij hebben een gebrek aan een specifieke educatieve ruimte
W 20
Wij besteden te veel aandacht aan de evenementen
W 21
Wij geven te weinig plaats aan het circuit rond actuele kunst in het totale museumwerk
23
Weaknesses - zwaktes: management en organisatie Wij hebben geen vakspecialisten •
Wij hebben geen fundamentele expertise in een specifiek vakgebied
Wij hebben een te beperkte commerciële slagkracht •
•
We hebben veel ideeën en plannen, maar komen onze afspraken te weinig na
Wij hebben een personeelsorganogram dat niet is aangepast aan onze noden •
24
W 25
Wij besteden voldoende aandacht aan de formele en gestructureerde communicatie maar de doorstroming naar de groep blijft problematisch. Onze interne communicatie is gestructureerd maar de doorstroming via het midmanagement werkt moeilijk
Wij doen te weinig wat we zeggen •
W 24
De exploitatie mist aan daadkracht en gericht werken. Er ontbreekt aan visie en aansturing
Wij hebben een gebrekkige doorstroming van de informatie •
W 23
Wij vermarkten onze producten en diensten te weinig waardoor de inkomstenstroom te beperkt blijft
Wij beschikken over een exploitatieteam dat aansturing en doelgerichtheid mist •
W 22
Zowel een aantal functies ontbreken (bvb fotograaf) als medewerkers met de juiste competenties
W 26
W 27
W 28
Wij beschikken over te weinig middelen om andere dan routinematige activiteiten te financieren •
W 29
Onze inkomstenstroom is voldoende om de operationele werking van de site mogelijk te maken. Wij kunnen onze exploitatiekost dekken maar hebben geen ruimte voor andere initiatieven of onderzoeksprojecten. We hebben een dringende nood aan meer bezoekers maar de impact op de werkdruk kan voor problemen zorgen
Wij zien onze interne expertise stilaan verdwijnen
25
Weerhouden S-W-O
26
O1 O2 O3 O4 O5 O6 O7 O8 O9 O10 O11 O12
Technologie maakt de overdracht van kennis eenvoudiger Tienen is centraal gelegen in de regio en in België Het maatschappelijk draagvlak rond erfgoedbeheer neemt toe De structurele samenwerking tussen externe erfgoedbeheerders functioneert Tienen is een stad met twee snelheden waarin culturele diversiteit expliciet aanwezig is Er is een uitgebreid netwerk van partners in de regio dat het Suikermuseum ondersteunt De zakenwereld in de stad biedt nieuwe financiële mogelijkheden Wetenschappelijk onderzoek via de KU Leuven is mogelijk en kortbij De georganiseerde en privé erfgoedbeheerders staan open voor professionele ondersteuning Tienen is de scholenstad voor de regio De hogescholen in de streek zijn vragende partij voor samenwerking Er is een potentieel aan vrijwilligers in het sociaal-cultureel verenigingsleven
S1 S2 S3 S4 S5 S12 S13 S14 S15 S16 S17 S21
Wij hebben een goed uitgeschreven collectieplan maar het moet geactualiseerd worden Wij zijn een erkend aanspreekpunt in de regio vooral rond de themas verzamelen en bewaren Wij beschikken over vrij unieke collectieonderdelen Wij hebben een collectie die toegankelijk is voor een breed publiek Wij beschikken over een modern depot dat een voortrekkers rol speelt in Vlaanderen Wij beschikken over een uniek gelegen infrastructuur Wij zijn klantvriendelijk Wij beschikken over een aantal goed uitgebouwde communicatiekanalen Wij organiseren kwaliteitsvolle presentaties
W1 W2 W4 W5 W6 W7 W8 W9 W10 W11 W12 W13 W15 W16 W17 W18 W19 W22 W23 W27 W29
Wij hebben een beperkte groeimarge in het depot Wij hebben beperkte financiële middelen om topstukken aan te kopen
Wij beschikken over goed uitgebouwde technieken en methoden om met specifieke doelgroepen om te gaan
Wij beschikken over een sterk en vlot inzetbaar team Wij beschikken over complementaire competenties binnen ons team
Wij hebben een infrastructuur die onvoldoende aangepast is om metalen en/of suikervoorwerpen te bewaren
Het verzamelnetwerk is onvoldoende uitgebouwd Er is onvoldoende draagvlak voor het uitwerken van sommige collectieonderdelen We hebben te weinig topstukken in de verzameling Wij hebben te weinig onderzoeksmogelijkheden inzake immaterieel erfgoed Wij hebben een te kleine ploeg voor eigen onderzoek Wij worden in onze lange termijn onderzoeksprojecten doorkruist door evenementenonderzoek Wij hebben geen structurele aanpak om systematisch expertise binnen te halen Wij maken te weinig werk van duidelijke routings doorheen de opstellingen en de site Wij beschikken over gebouwen met een aantal onvolkomenheden Wij hebben een te beperkt educatief aanbod Wij hebben te weinig overkoepelende en globale communicatie over de site Wij voeren onderzoek dat publieksvriendelijk is maar de ontsluiting ervan is te vaktechnisch Wij publiceren te weinig consistente informatie rond de permanente collectie Wij hebben een gebrek aan een specifieke educatieve ruimte Wij hebben geen vakspecialisten Wij hebben een te beperkte commerciële slagkracht Wij hebben een personeelsorganogram dat niet is aangepast aan onze noden Wij zien onze interne expertise stilaan verdwijnen
Missie / Visie
De Erfgoedsite Tienen is een inspirerende werkplaats waar wij borg staan voor het dynamisch en grenzen verleggend omgaan met het ons toevertrouwde erfgoed uit Tienen en uit de PORT-Regio. Hierbij gaan wij inventief te werk, gebruik makend van museale methoden en technieken in samenwerking met andere erfgoedbeheerders en ten dienste van een breed publiek. Bestaande oplossingen, gegroeid uit de traditie, in het omgaan met het stedelijke en regionale erfgoed moeten wij in vraag stellen, omdat we een eigentijds traject willen ontwerpen dat verankerd is in de regio en dat tevens aansluiting zoekt bij de grote universele verhalen. Binnen deze context willen wij bouwen aan een unieke en eigenzinnige collectie. Om deze opdracht gestalte te geven, beschikt de Erfgoedsite Tienen over een erfgoeddepot, het Toreke en het Suikermuseum. Als onderdeel van een integrale aanpak profiteert de erfgoedsite van de aanwezigheid van het Hagelands Historisch Documentatiecentrum en van het Stadsarchief en bevordert zij netwerking. De Erfgoedsite Tienen wordt aangestuurd door een specifieke organisatiestructuur.
27
De Erfgoedsite Tienen is een inspirerende werkplaats waar wij borg staan voor het dynamisch en grenzen verleggend omgaan met het ons toevertrouwde erfgoed uit Tienen en uit de PORT-Regio. De Erfgoedsite Tienen verwijst niet alleen naar een plaats waar met de grondstof “erfgoed” wordt gewerkt maar staat tevens voor een organisatie die een erfgoedbeleid ontwerpt en realiseert. In het centrum van de historische stad, aan de Grote Markt, in een site waarvan behalve het Toreke, het depot en het Suikermuseum, ook de Plaatselijke Openbare Bibliotheek en de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans deel van uit maken, is de erfgoedsite onderdeel van een levendige site met een grote stroom van passanten. Bovendien zijn zowel het Toreke - als oude gevangenis - en het Suikermuseum - als voormalig Vredegerecht - gebouwen met een grote symbolische betekenis in Tienen. Binnen deze context zal de erfgoedsite op een aansprekende en spraakmakende manier omgaan met het erfgoed uit de stad en haar omgeving. De onmiddellijke regionale impact is gebaseerd op de centrumfunctie die Tienen in het kader van een city- en regiomarketingplan opneemt voor de gemeenten uit Oost-Brabant die deel uitmaken van de zogeheten PORT-Regio (Plaatselijk Overleg Regio Tienen).
Hierbij gaan wij inventief te werk, gebruik makend van museale methoden en technieken in samenwerking met andere erfgoedbeheerders en ten dienste van een breed publiek. De Erfgoedsite Tienen wil allereerst het haar toevertrouwde erfgoed omstandig bevragen en dit toetsen aan ontwikkelingen die zich aftekenen in haar onmiddellijke en haar ruimere omgeving. Op basis hiervan zal zij hoogte krijgen van de tekortkomingen en lacunes in haar werkingsgebied en zo de elementen vergaren voor een aanvullend en/of corrigerend erfgoedplan. In haar werking laat zij zich fundamenteel leiden door de universele opdracht voor musea zoals deze omschreven is in de ICOMdefinitie, met inachtneming van de deontologische code voor haar medewerkers. Om haar basisopdrachten van verzamelen, bewaren, onderzoeken en ontsluiten op een aanvaardbare manier uit te oefenen zal de Erfgoedsite Tienen voldoende expertise ontwikkelen voor haar eigen werking en ook ten dienste van andere erfgoedbeheerders.
28
Het ontwikkelde beleid is fundamenteel een participatief beleid: zoveel mogelijk mensen betrekken bij en laten deelnemen aan het erfgoedverhaal is cruciaal. Daarnaast zal de Erfgoedsite Tienen bijzondere acties ondernemen voor kinderen (individueel en in schoolverband) en voor moeilijker te bereiken minderheidsgroepen zoals mensen met een fysieke of mentale handicap. Systematisch zal zij samenwerking opsporen en genereren met groepen en met mensen met een verschillende culturele achtergrond.
Bestaande oplossingen, gegroeid uit de traditie, in het omgaan met het stedelijke en regionale erfgoed moeten wij in vraag stellen omdat wij een eigentijds traject willen ontwerpen dat verankerd is in de regio en dat tevens aansluiting zoekt bij de grote universele verhalen. Een actueel erfgoedbeleid is niet zozeer gebouwd op vanzelfsprekendheden als wel op een alerte houding ten overstaan van de steeds wisselende wijze waarop de mensen, de dingen en de verhalen zich tot elkaar verhouden. Dit spanningsveld gaat de Erfgoedsite Tienen detecteren in de stad en de regio. De bevraging is zeker niet vrijblijvend maar richtinggevend voor de toekomst en zal aanleiding geven tot het maken van fundamentele keuzes. Vooral de wijze waarop het lokale verhaal gesitueerd kan worden in een bredere context zal onze aandacht gaande houden.
Om deze opdracht gestalte te geven, beschikt de Erfgoedsite Tienen over het erfgoeddepot, het Toreke en het Suikermuseum. Het huidige museumdepot speelde een voortrekkersrol in Vlaanderen zowel qua uitrusting als omwille van de regionale dimensie die er aan gegeven werd. Het depot en de opgebouwde expertise op de domeinen van conservatie en preservatie blijven een speerpunt in het erfgoedbeleid. Door afstoting van bepaalde collectieonderdelen en door herschikkingen zal het depot in de toekomst zijn regionale invulling nog beter kunnen hard maken. Bovendien is er een reële kans op uitbreiding in een vrij nabije toekomst. Als historisch gebouw bezit het Toreke een grote herkenbaarheid in Tienen en daarbuiten. Door de vernieuwde manier waarop de Erfgoedsite Tienen omspringt met erfgoed zal het Toreke zich niet zozeer profileren als een stedelijk museum in de traditionele betekenis (=een plaats waar voor langere tijd het stadsverhaal wordt verteld aan de hand van de permanente collectie) dan wel als de ontmoetingsplaats bij uitstek rond deelsaspecten van het lokale en regionale verhaal. 29
In het Suikermuseum geeft de erfgoedsite enerzijds gestalte aan een typisch Tiens en regionaal verhaal, nl.dat van de suikerbietenteelt en -industrie. Anderzijds zal het Suikermuseum zich meer en meer focussen op de rol die suiker in de meest uiteenlopende verschijningen speelt bij rituelen die nauw verbonden zijn met de sleutelmomenten uit het leven. Deze benaderingswijze is fundamenteel universeel en multicultureel. Bovendien zal in het Suikermuseum de actieve participatie van bezoekers sterk opgevoerd worden door de inbreng van ateliers rond “smaak” in de meest brede betekenis.
Als onderdeel van een integrale aanpak profiteert de Erfgoedsite Tienen van de aanwezigheid van het Hagelands Historisch Documentatiecentrum en van het Stadsarchief en bevordert zij netwerking. Binnen de erfgoedfabriek spelen het Stadsarchief en het Documentatiecentrum een cruciale rol die verder reikt dan de wettelijke bepalingen rond de bewaring van archief. Als de erfgoedfabriek expertise wil opbouwen heeft zij nood aan een specifiek instrumentarium om haar beleid en haar werking te staven. Netwerking, samenwerking en integratie in de stedelijke beleidsplanning zijn drie onontbeerlijke factoren die bijdragen tot het verwezenlijken van een breed maatschappelijk draagvlak voor de erfgoedsite. Met voor de hand liggende partners als de Vrienden van de Stedelijke Musea - Tienen, de Tiense Gidsenbond, de diensten cultuur en vrije tijd van de stad wordt permanent overlegd.
De Erfgoedsite Tienen wordt aangestuurd door een specifieke organisatiestructuur. De erfgoedsite is nu een “gemeentelijke” vzw die voor haar werking steunt op drie pijlers: de inbreng van de stad (in overdracht 215.000 Euro en het personeel); de structurele toelagen van de Vlaamse Gemeenschap en van de provincie Vlaams Brabant; de inkomsten uit de eigen exploitatie. Zowel financieel als organisatorisch wordt de erfgoedsite geleid als een en ondeelbaar geheel met een aanwezige competentie die overal en onmiddellijk inzetbaar is.
30
Strategische prioriteiten SP 1
O2 - O4 - O9/ S2/ W10 - W11 We willen een duidelijk en erkend referentiepunt in de regio zijn om op een professionele manier erfgoed te beheren Onthaalfunctie, beschikbaar zijn om expertise te verstrekken
SP 2
O1 - O10/ S4 - S14/ W2 - W7 We willen de collectie en de site actiever promoten Collectie (= roerend materieel en immaterieel), ook depot en expertise promoten
SP 3
O3 - O6/ S1 - S3 - S4/ W2 - W5 - W6 - W7 We willen bouwen aan een representatieve (=kwalitatieve en uitzonderlijke) collectie die kan leiden tot een unieke positionering
SP 4
O2 - O5/ S12/ W12 - W13 - W16 We willen de site omvormen tot een “leuke “plaats Laagdrempelig, publieksgericht, verwennen en vergroten van het doelpubliek, niet alleen leren maar ook een plezierige omgeving, herhaalbezoek uitlokken
SP 5
O12 - O7/ S12/ W23 We willen de zakenwereld en vrijwilligers actiever betrekken bij de uitbouw van de site
SP 6
O9 - O13/S 5/W1 - W4 - W29 We willen ons depot verhuren en onze expertise ter zake maken Commercieel haalbaar..? Depot vrijmaken
SP 7
O8 - O9 - O11/ S17 - S21/ W8 - W9 - (W10 - W15 - W20) W11 - W22 - W27 We willen, samen met andere studie en wetenschappelijke centra, de site uitbouwen tot een expertisecentrum Netwerking rond onderzoek, expertise op het terrein van archeologie en/of suiker, opbouwen van een braincluster, opgelet selectiviteit
SP 8
O3/ S13 - S15 - S16/ W17 - W18 - W19 We willen minstens even snel groeien als de markt Opgelet voor hypes, kwalitatief bv. de markt groeit met 20% in aantal bezoekers en wij willen dus minimaal 20% groeien
31
Verband tussen de strategische prioriteiten
32
SP 1: Referentiepunt “bewaren” We willen een duidelijk en erkend referentiepunt in de regio zijn om op een professionele manier erfgoed te bewaren. Combinaties: S2 = Wij zijn een erkend aanspreekpunt in de regio vooral rond de thema’s verzamelen en bewaren O2 = Tienen is centraal gelegen in de regio en in België O4 = De structurele samenwerking tussen externe erfgoedbeheerders functioneert O9 = De georganiseerde en privé erfgoedbeheerders staan open voor professionele ondersteuning We streven ernaar om (= operationele doelstellingen): – Onze bestaande kennis rond preservatie en conservatie ter beschikking te stellen binnen de regio – Onze kennis rond het bewaren van erfgoed van organische oorsprong (textiel, papier, suikergoed) en archeologische artefacten te verdiepen – Onze receptieve functie om textiel, papier en archeologische artefacten te bewaren, verder in te vullen (omvat eveneens SP 6) – Ons te profileren als het aanspreek- en adviespunt voor het vakkundig bewaren tijdens tentoonstellingen Opgelet (vanuit onze zwaktes): W10 = Wij worden in onze lange termijn onderzoeksprojecten doorkruist door evenementenonderzoek W11 = Wij hebben geen structurele aanpak om systematisch expertise binnen te halen Duiding: – Het huidige museumdepot speelde een voortrekkersrol in Vlaanderen zowel qua uitrusting als omwille van de regionale dimensie die er aan gegeven wordt. Het depot en de opgebouwde expertise op de domeinen van conservatie en preservatie zijn een speerpunt in het beleid. – De onmiddellijke regionale impact is gebaseerd op de centrumfunctie die Tienen opneemt binnen de gemeenten
33
SP 3: Representatieve collectie Wij willen bouwen aan een representatieve eigen collectie met oog voor zowel regionale als universele verhalen, waarbij de kwaliteit en het uitzonderlijk karakter van de objecten voorop staan. Combinaties: S1 = Wij hebben een goed uitgeschreven collectieplan maar het moet geactualiseerd worden S3 = Wij beschikken over vrij unieke collectieonderdelen S4 = Wij hebben een collectie die toegankelijk is voor een breed publiek O3 = Het maatschappelijk draagvlak rond erfgoedbeheer neemt toe O6 = Er is een uitgebreid netwerk van partners in de regio dat het Suikermuseum ondersteunt We streven ernaar om (= operationele doelstellingen): – Onze bestaande collectie opnieuw te toetsen aan haar erfgoedwaardigheid en daaraan aan te passen – Onze ethnologische collectie te ontwikkelen waarbij het accent wordt gelegd op de consumptie van suiker naar aanleiding van sleutelmomenten uit het leven – Onze archeologische collectie uit te bouwen in functie van de stadsgeschiedenis en het verhaal van de regio – Onze collectie te verbreden met nieuwe of bestaande verzameldomeinen voor zover zij over voldoende maatschappelijk draagvlak beschikken Opgelet (vanuit onze zwaktes): W2 = Wij hebben beperkte financiële middelen om topstukken aan te kopen W5 = Het verzamelnetwerk is onvoldoende uitgebouwd W6 = Er is onvoldoende draagvlak voor het uitwerken van sommige collectieonderdelen W7 = We hebben te weinig topstukken in de verzameling Duiding: – De bestaande oude collectie is voor een deel “toevallig” tot stand gekomen (vondsten uit de rioleringswerken in de stad tijdens het laatste decennium van de 19de eeuw), deels samengebract door J. Wauters volgens criteria die vandaag ter discussie staan. Een vernieuwd collectiebeleid houdt rekening met de stedelijke en de regionale context waarin de erfgoedsite zich bevindt en is een permanente evenwichtsoefening tussen het particuliere en het universele verhaal. De gemaakte keuzes moeten steeds verantwoord worden.
34
SP 7: Kenniscentrum Wij willen de site uitbouwen tot een kenniscentrum in de omgang met erfgoed, door een actieve samenwerking met wetenschappelijke centra te ontwikkelen. Combinaties: S17 = Wij beschikken over een sterk en vlot inzetbaar team S21 = Wij beschikken over complementaire competenties binnen ons team O8 = Wetenschappelijk onderzoek via de KU Leuven is mogelijk en kortbij O9 = De georganiseerde en privé erfgoedbeheerders staan open voor professionele ondersteuning O11 = De hogescholen in de streek zijn vragende partij voor samenwerking We streven ernaar om (= operationele doelstellingen): – Onze netwerken rond deelaspecten van de collectie verder te ontwikkelen – Onze kennis over het beheren van het ons toevertrouwde erfgoed te verdiepen door gerichte onderzoeksprogramma’s op te zetten – Onze competenties in de omgang met erfgoed te verhogen door vorming en/of gerichte rekrutering Opgelet (vanuit onze zwaktes): W8 = Wij hebben te weinig onderzoeksmogelijkheden inzake immaterieel erfgoed W9 = Wij hebben een te kleine ploeg voor eigen onderzoek W11 = Wij hebben geen structurele aanpak om systematisch expertise binnen te halen W22 = Wij hebben geen vakspecialisten W27 = Wij hebben een personeelsorganogram dat niet is aangepast aan onze noden Duiding: – Aan de hand van museale methoden en technieken wordt het erfgoed bevraagd. Deze bevraging vereist een reeks competenties die in de site aanwezig zijn. Samenwerking met andere kenniscentra moet een win-win situatie opleveren: verdieping van de eigen know-how tegenover de mogelijkheid voor externen om de nieuwste ontwikkelingen te toetsen aan een bestaande case.
35
SP 2: Ontsluiting erfgoed Wij willen onze wijze van omgaan met het erfgoed duidelijk communiceren. Combinaties: S4 = Wij hebben een collectie die toegankelijk is voor een breed publiek S14 = Wij beschikken over een aantal goed uitgebouwde communicatiekanalen O1 = Technologie maakt de overdracht van kennis eenvoudiger O10 = Tienen is de scholenstad voor de regio We streven ernaar om (= operationele doelstellingen): – Onze communicatie rond het beheren, bewaren en onderzoeken van erfgoed gericht te organiseren en daartoe specifieke kanalen te activeren en/of te ontwerpen – Onze acties en programma’s voor specifieke doelgroepen te ontwikkelen en ze op een spraakmakende wijze kenbaar te maken Opgelet (vanuit onze zwaktes): W2 = Wij hebben beperkte financiële middelen om topstukken aan te kopen W7 = We hebben te weinig topstukken in de verzameling Duiding: – Er is dringend behoefte aan een communicatiestrategie die de regionale aspiraties in de omgang met erfgoed kenbaar maakt. – Het erfgoedbeleid dat we ontwikkelen is fundamenteel een participatief beleid: zoveel mogelijk mensen betrekken bij
36
SP 4: “Leuke” site Wij willen de site omvormen tot een “leuke” plaats. Combinaties: S12 = Wij beschikken over een uniek gelegen infrastructuur O2 = Tienen is centraal gelegen in de regio en in België O5 = Tienen is een stad met twee snelheden waarin culturele diversiteit expliciet aanwezig is We streven ernaar om (= operationele doelstellingen): – Onze aaibaarheidsfactor te verhogen (= publiek verwennen) – Onze band met specifieke doelgroepen te versterken – Onze bezoekers aan te zetten tot herhaalbezoek Opgelet (vanuit onze zwaktes): W12 = Wij maken te weinig werk van duidelijke routings doorheen de opstellingen en de site W13 = Wij beschikken over gebouwen met een aantal onvolkomenheden W16 = Wij hebben te weinig overkoepelende en globale communicatie over de site Duiding: – Wij willen het spanningsveld tussen twee visies verkleinen: het museum als interessante plaats waar veel weetjes opgestoken worden versus het museum waar het plezierig is en waar steeds wat te beleven valt. Dit kan ondermeer door de vormgeving van de tentoonstellingen spraakmakender te maken en door het bezoekerscomfort te verhogen. Bovendien zal de erfgoedsite nog nauwere samenwerking opsporen met de toeristische dienst van de stad en met de andere partners uit de sector cultuur en vrije tijd.
37
SP 5: Mensen en middelen Wij willen de zakenwereld en de vrijwilligers actiever betrekken bij de uitbouw van de site. Combinaties: S12 = Wij beschikken over een uniek gelegen infrastructuur O7 = De zakenwereld in de stad biedt nieuwe financiële mogelijkheden O12 = Er is een potentieel aan vrijwilligers in het sociaalcultureel verenigingsleven We streven ernaar om (= operationele doelstellingen): – Onze relaties met de zakenwereld in de regio duurzaam te ontwikkelen waardoor we ten gepaste tijd op hen beroep kunnen doen om onze projecten mee te helpen realiseren – Onze belangen te laten behartigen door diverse groepen en individuen die als ambassadeurs fungeren voor de site – Onze kern van vaste vrijwilligers uit te breiden (aantal) en te verruimen (gebieden, specialismen) om ons bij te staan m.b.t. de verschillende deelaspecten van het sitebeheer Opgelet (vanuit onze zwaktes): W23 = Wij hebben een te beperkte commerciële slagkracht Duiding: – In een participatief beleid besteden wij ook aandacht aan de economische mogelijkheden van samenwerking. Een stijging van de financiële middelen moet ruimte scheppen voor een kwaliteitsvollere werking. Daartoe zijn ook mensen nodig die zowel binnen een reglementair kader als binnen een vrijwilligerskader ingeschakeld kunnen worden.
38
Projecten - eerste aanzet Vanuit de strategische prioriteiten (=SP) en de daaruit voortkomende operationele doelstellingen (=OD) worden een aantal concrete actieplannen voorgesteld. Deze zijn in de tijd gespreid over drie fasen: 1e fase = 2009 - 2010; 2e fase = 2011 - 2012; 3e fase = 2013 - 2014. Tenslotte hebben we een budgettering opgesteld die vertrekt vanuit de rekeningen 2005 en 2006 en vanuit de begrotingen 2007 en 2008. In een poging om zo realistisch mogelijk te begroten wordt uitgegaan van een groeimarge van max. 5% tegenover een stijging van de exploitatiekosten van eveneens 5%. De realisatie van een aantal operationele doelstellingen zoals OD 11, OD 31, OD 51 …is afhankelijk van de interne verschuiving van de kredieten. In het meerjarenplan hebben we enkel die acties ingeschreven die via afschrijvingen kunnen gerealiseerd worden bv. OD 32, OD 13…. Met een mogelijke tussenkomst van de verschillende overheden via projecttoelagen hebben we geen rekening gehouden in de budgettering evenmin met extra inkomsten uit sponsoring.
Onze bestaande kennis rond preservatie en conservatie ter beschikking te stellen binnen de regio Actieplan
3° fase
Indicatoren
X
OD 11
2° fase
We willen een duidelijk en erkend referentiepunt in de regio zijn om op een professionele manier erfgoed te bewaren (O2-O4-O9-S2)
Definiëren watprecies ons aanbod is Lijst Inventariseren van de behoeften van de gebruikers Lijst met de behoeften Opzetten van workshops met de erfgoedbeheerders Aantal workshops per jaar
OD 12
Onze kennis rond het bewaren van erfgoed van organische oorsprong (textiel, papier, suikergoed) en archeologische artefacten te verdiepen Actieplan
X
Inventariseren van de behoeften aan bijscholing Lijst met behoeften Bijhouden van het vormingsaanbod Opbouwen van een bestand Organisatie van interne bijscholing Deelnemen aan vormingen Registratie op de personeelsfiche
OD 13
Onze receptieve functie om textiel, papier en archeologische artefacten te bewaren, verder in te vullen (omvat eveneens SP 6) Actieplan
X
Herinrichting van een zone voor suikerbewaring en aankoop Respect budget bijkomend meubilair Ontwikkelen van specifieke informatiekanalen voor mogelijke Doeltreffendheid informatiekanalen depotgebruikers
OD 14
Ons te profileren als het aanspreek- en adviespunt voor het vakkundig bewaren tijdens tentoonstellingen
X
SP 1
Planning 1° fase
Strategische prioriteiten (SP) - Operationele doelstellingen (OD) Actieplan
39
OD 31
Onze bestaande collectie opnieuw te toetsen aan haar erfgoedwaardigheid en daaraan aan te passen Actieplan
3° fase
2° fase
Wij willen bouwen aan een representatieve eigen collectie met oog voor zowel regionale als universele verhalen, waarbij de kwaliteit en het uitzonderlijk karakter van de objecten voorop staan (O3-O6-S1-S3-S4).
1° fase
SP 3
Planning Indicatoren
X
Strategische prioriteiten (SP) - Operationele doelstellingen (OD) Actieplan
Ontwerpen van een aanvaardbare methodiek voor validatie van de Lijst van criteria collectie Communiceren naar schenkers/eigenaars Kwaliteit van de feedback Screenen van de collectie Lijst met af te stoten stukken
OD 32
Onze ethnologische collectie te ontwikkelen waarbij het accent wordt gelegd op de consumptie van suiker naar aanleiding van sleutelmomenten uit het leven Actieplan
X
Afstoten van collectiestukken Erfgoedwaardige collectie
Samenstellen van een multidisciplinair team Gemotiveerde teamleden Opsporen van netwerken en organiseren van een breed draagvlak rond nieuwe collectieitems Ontwikkelen van originele manieren van presentatie Document met presentatievormen Onderzoeken van mogelijkheden tot uitwisseling van Lijst met uitwisselingsmogelijkheden tentoonstellingen
OD 33
Onze archeologische collectie uit te bouwen in functie van de stadsgeschiedenis en het verhaal van de regio Actieplan
X
Afbakenen van de suikercollectie gekoppeld aan sleutelmomenten Relevante suikercollectie uit het leven
Opvolgen van de dossiers van Portiva (PORT-intergemeetelijke vereniging voor archeologie) Bestuderen (multidisciplinair) van de huidige collectie Screenen van nieuwe stukken Nieuwe stukken in collectie Aanscherpen van samenwerkingsverbanden Aangepaste samenwerkingsverbanden
OD 34
40
Onze collectie te verbreden met nieuwe of bestaande verzameldomeinen voor zover zij over voldoende maatschappelijk draagvlak beschikken
X
Ontwerpen van orginele duidingsmomenten rond nieuwe thema's
3° fase
Wij willen de site uitbouwen tot een kenniscentrum in de omgang met erfgoed, door een actieve samenwerking met wetenschappelijke centra te ontwikkelen (O8-O9-O11-S17-S21).
2° fase
SP 7
Planning 1° fase
Strategische prioriteiten (SP) - Operationele doelstellingen (OD) Actieplan
Indicatoren
X
OD 71 Onze netwerken rond deelaspecten van de collectie verder te ontwikkelen Actieplan
Bepalen van de deelgebieden waarover onvoldoende interne Inventaris expertise aanwezig is Aftasten van de mogelijkheden om deelonderzoeken uit te Inventaris besteden
OD 72
Onze kennis over het beheren van het ons toevertrouwde erfgoed te verdiepen door gerichte onderzoeksprogramma’s op te zetten Actieplan
X
Contacten leggen en onderhouden met potentiële netwerkpartners Aantal kwalitatieve partners
Inventariseren van mogelijke tentoonstellingsprojecten in functie Lijst met mogelijke projecten van sleutelmomenten uit het stadsleven Organiseren van de tentoonstelling "Gezichten van Tienen-2009" Gerealiseerde tentoonstelling Organiseren van de tentoonstelling "Duizend jaar Tienen-2014" Gerealiseerde tentoonstelling Voorbereiden nieuwe opstelling in het Suikermuseum-2012 Nieuwe opstelling
Onze competenties in de omgang met erfgoed te verhogen door vorming en/of gerichte rekrutering Actieplan
X
OD 73
Bepalen van de noden in functie van de projecten Aankopen van litteratuur voor de bibliotheek Respect budget Recruteren (indien nodig) via subsidiëring (projectaanvragen) Goedgekeurde en ingevulde recruteringen
Onze communicatie rond het beheren, bewaren en onderzoeken van erfgoed gericht te organiseren en daartoe specifieke kanalen te activeren en/of te ontwerpen Actieplan
3° fase
2° fase X
OD 21
Indicatoren
Restylen van de communicatie van de site Huisstijl Kiezen van de aangepaste of nieuwe kanalen Evalueren en uitwerken van het publicatiebeleid Publicatiebeleid
OD 22
Onze acties en programma’s voor specifieke doelgroepen te ontwikkelen en ze op een spraakmakende wijze kenbaar te maken Actieplan
X
SP 2
Wij willen onze wijze van omgaan met het erfgoed duidelijk communiceren (O1-O10-S4-S14).
Planning 1° fase
Strategische prioriteiten (SP) - Operationele doelstellingen (OD) Actieplan
Inventariseren van mogelijke doelgroepen Inventaris Selecteren van de doelgroepen in functie van de acties Inventaris Ontwerpen van aangepaste communicatiekanalen Ontwerpen en invullen van de communicatiecampagnes Spraakmakende campganes
41
3° fase
Wij willen de site omvormen tot een "leuke" plaats (O2-O5-S12)
1° fase
SP 4
Planning 2° fase
Strategische prioriteiten (SP) - Operationele doelstellingen (OD) Actieplan
Indicatoren
X
OD 41 Onze aaibaarheidsfactor te verhogen (= publiek verwennen) Actualiseren van de museale opstellingen Vernieuwde opstelling
Actieplan
Verbeteren van de toegankelijkheid van de opstellingen Verhogen van het bezoekerscomfort Teverdenheid van de bezoeker Organiseren van randevenementen
X
OD 42 Onze band met specifieke doelgroepen te versterken Actieplan
Vertalen van de lessen uit OD22 naar specifieke relationele acties met de doelgroepen Uitvoeren van de relationele acties Feedback van de doelgroepen
X
OD 43 Onze bezoekers aan te zetten tot herhaalbezoek
OD 51
Onze relaties met de zakenwereld in de regio duurzaam te ontwikkelen waardoor we ten gepaste tijd op hen beroep kunnen doen om onze projecten mee te helpen realiseren Actieplan
3° fase
2° fase
Wij willen de zakenwereld en de vrijwilligers actiever betrekken bij de uitbouw van de site (O7-O12S12)
Indicatoren
X
SP 5
Planning 1° fase
Strategische prioriteiten (SP) - Operationele doelstellingen (OD) Actieplan
Inventariseren van de mogelijke partners Lijst met partners Bepalen van elementen voor een duurzame samenwerking Aanbod voor de partners Voorstellen en bespreken van de samenwerkingsinitiatieven aan de partners
42
OD 52
Onze belangen te laten behartigen door diverse groepen en individuen die als ambassadeurs fungeren voor de site
X
OD 53
Onze kern van vaste vrijwilligers uit te breiden (aantal) en te verruimen (gebieden, specialismen) om ons bij te staan m.b.t. de verschillende deelaspecten van het sitebeheer
X
Afsluiten en opvolgen van de samenwerkingskkoorden Aantal partners
43
Meerjarenplanning
Uitgaven
Inkomsten
Lopende exploitatie
2006
2007
2008
2009
Tickets Cafetaria Winkel Sponsoring Subsidies Andere Financiële opbrengsten Vergoeding personeel (door stad)
49.794,00 80.101,00 52.015,00 62.227,00 340.980,00 5.192,00 277,00 -
2005
47.189,00 70.603,00 53.175,00 111.916,00 341.400,00 2.721,00 667,00 -
50.000,00 77.000,00 51.000,00 54.000,00 341.000,00 2.000,00 800,00 -
50.000,00 80.000,00 57.000,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
52.500,00 84.000,00 59.850,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
Totaal
590.586,00
627.671,00
575.800,00
583.800,00
593.150,00
Personeel Handelsgoederen Diensten en diverse goederen
139.781,00 224.084,00
133.635,00 180.855,00
138.600,00 193.600,00
138.600,00 204.150,00
145.530,00 214.357,50
Gebouwen
108.830,00
109.237,00
112.200,00
131.100,00
137.655,00
Erelonen
88.051,00
49.718,00
59.300,00
47.300,00
49.665,00
Publiciteit
20.045,00
13.889,00
13.400,00
12.750,00
13.387,50
Andere
7.158,00
8.011,00
8.700,00
13.000,00
172.954,00 23.396,00 49.065,00 50.000,00
180.400,00 21.064,00 46.234,00 50.000,00
180.000,00 20.000,00 43.600,00 -
171.857,28 21.000,00 40.295,00 -
173.534,69 21.000,00 36.852,00 -
Totaal
659.280,00
612.188,00
575.800,00
575.902,28
591.274,19
2006
2007
Projecten Inkomsten
13.650,00
Afschrijvingen Andere kosten Financiële kosten Terugbetaling stad
2005
Tickets - meerverkopen Cafetaria - meerverkopen Winkel - meerverkopen Sponsoring Subsidies
2008
2009
50.000,00 80.000,00 57.000,00 50.000,00 342.000,00
52.500,00 84.000,00 59.850,00 50.000,00 342.000,00
588.350,00
Totaal
-
-
-
579.000,00
SP 5
-
-
-
33.000,00
-
Personeel hard- en software: investeringen
33.000,00
Aankopen
OD 41
-
-
-
20.000,00
-
Personeel edu. cent.v.d. smaak: investeringen
20.000,00
Uitgaven
Aankopen
OD 32
-
-
-
12.500,00
12.500,00
Personeel aankoop collectiestukken: investeringen
12.500,00
12.500,00
Aankopen
OD 13
-
-
-
-
25.000,00
Personeel depotmeubilair: investeringen
25.000,00
Aankopen
OD 72
-
-
-
-
-
Personeel herinrichting Suikermuseum: investering Aankopen
Totaal
44
65.500,00
37.500,00
2010
2011
2012
2013
2014
55.125,00 88.200,00 62.984,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
57.881,00 92.610,00 65.984,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
60.775,00 97.240,00 69.283,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
63.813,00 102.102,00 72.747,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
67.003,00 107.207,00 76.384,00 50.000,00 342.000,00 4.000,00 800,00 -
603.109,00
613.275,00
624.098,00
635.462,00
647.394,00
152.806,00 225.075,38
160.446,00 236.329,14
168.468,00 248.145,60
176.891,00 260.552,88
185.735,00 273.580,53
144.537,75
151.764,64
159.352,87
167.320,51
175.686,54
52.148,25
54.755,66
57.493,45
60.368,12
63.386,52
14.056,88
14.759,72
15.497,70
16.272,59
17.086,22
14.332,50
15.049,13
15.801,58
16.591,66
17.421,24
173.426,61 21.000,00 33.369,00 -
168.871,14 21.000,00 32.321,00 -
140.966,58 21.000,00 39.471,00 -
132.237,89 21.000,00 43.723,00 -
132.547,63 21.000,00 37.080,00 -
605.676,99
618.967,28
618.051,18
634.404,77
649.943,16
2010
2011
2012
2013
2014
55.125,00 88.200,00 62.842,00 50.000,00 342.000,00
57.881,00 92.610,00 65.984,00 50.000,00 342.000,00
60.775,00 97.240,00 69.283,00 50.000,00 342.000,00
63.813,00 102.102,00 72.747,00 50.000,00 342.000,00
67.003,00 107.207,00 76.384,00 50.000,00 342.000,00
598.167,00
608.475,00
619.298,00
630.662,00
642.594,00
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
12.500,00
12.500,00
12.500,00
12.500,00
12.500,00
12.500,00
12.500,00
12.500,00
-
-
-
-
-
-
-
250.000,00 250.000,00
12.500,00
262.500,00
800.000,00
60XXX 61190 tot 61239 61241 tot 61570 61600 tot 61669 61670 tot 61720 63XXX 64XXX 65XXX 66XXX
12.500,00
12.500,00
-
Post in result. rekening 70709 70730 70739 74390, 74330, 74331 74350, 74340 70702, 70703, 70704, 74349 75120
800.000,00
812.500,00
12.500,00
12.500,00
45