Hoe nu en hoe verder met het milieubeleid in de gemeente Drimmelen?
Stand van zaken na beleidsperiode 2003-2006 en ontwikkelingen nieuwe beleidsperiode 2007-2010
Versie: 1 (augustus 2006) Afdeling Grondgebied (K.J. van der Spek)
Hoe nu en hoe verder? pagina 2 van 2
Hoe nu en hoe verder? pagina 3 van 3
Inhoudsopgave
LIJST VAN AFKORTINGEN 1
Inleiding....................................................................................................................... 5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6
Evaluatie milieubeleidsplan 2003-2006 gemeente Drimmelen............................. 6 Duurzaam inrichten Drimmelen ................................................................................... 6 De woonomgeving........................................................................................................ 6 Het buitengebied .......................................................................................................... 6 Groenbeleid .................................................................................................................. 6 Duurzame Energie ....................................................................................................... 6 Integrale handhaving en integrale veiligheid .............................................................. 7 Duurzaam beheren Drimmelen.................................................................................... 7 Bodembeheer ............................................................................................................... 7 Waterbeheer ................................................................................................................. 7 Groenbeheer ................................................................................................................ 7 Geluidbeleid ................................................................................................................. 8 Burgers en Milieu ......................................................................................................... 8 Huishoudelijk afval ....................................................................................................... 8 Een schone leefomgeving............................................................................................ 8 Bedrijven en milieu....................................................................................................... 8 Duurzaam ondernemen ............................................................................................... 8 Milieuvergunningen en meldingen............................................................................... 8 Toezicht en handhaving milieuregels .......................................................................... 9 De gemeente als bedrijf ............................................................................................... 9 Samenwerken aan een duurzaam Drimmelen ............................................................ 9 Milieucommunicatie...................................................................................................... 9 Natuur- en milieu-educatie .......................................................................................... 9 Klachtenbehandeling.................................................................................................... 9 Slotconclusie evaluatie ................................................................................................ 9
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3
Ontwikkelingen voor de beleidsperiode 2007-2010............................................. 11 Duurzaam inrichten Drimmelen ................................................................................. 11 Activiteiten beleidsperiode 2003-2006 ...................................................................... 11 Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden .......................... 12 Wensen gemeentebestuur ......................................................................................... 13 Duurzaam beheren Drimmelen.................................................................................. 14 Activiteiten beleidsperiode 2003-2006 ...................................................................... 14 Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden .......................... 14 Wensen gemeentebestuur ......................................................................................... 15 Burgers en Milieu ....................................................................................................... 15 Activiteiten beleidsperiode 2003-2006 ...................................................................... 15 Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden .......................... 15 Wensen gemeentebestuur ......................................................................................... 15 Bedrijven en Milieu..................................................................................................... 15 Activiteiten beleidsperiode 2003 ............................................................................... 15 Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden .......................... 15 Wensen gemeentebestuur ......................................................................................... 16 Samenwerken aan een duurzaam Drimmelen .......................................................... 17 Activiteiten beleidsperiode 2003-2006 ...................................................................... 17 Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden .......................... 17 Wensen gemeentebestuur ......................................................................................... 17
4
Vervolg....................................................................................................................... 18
Hoe nu en hoe verder? pagina 4 van 4
LIJST VAN AFKORTINGEN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
AMvB ANV BMO Brzo EPC GRP IBA IPPC
9. m.e.r. 10. OM 11. RIS 12. VROM
`
: : : : : : : :
: : : :
Algemene Maatregel van Bestuur Natuurgroep, afdeling Drimmelen Bestuurs- en Managementondersteuning Besluit risico’s zware ongevallen Energie Prestatie Coëfficiënt Gemeentelijk Rioleringsplan Individuele Behandeling Afvalwater Richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (Integrated Pollution Prevention and Control) milieu-effectrapportage Openbaar Ministerie Risico Inventarisatie Systeem Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
Hoe nu en hoe verder? pagina 5 van 5
1
Inleiding
Op 12 juni 2003 is het “Milieubeleidsplan 2003-2006 gemeente Drimmelen” vastgesteld. In dit plan was aangegeven wat de gemeente voornemens was te gaan doen op milieugebied in de beleidsperiode 2003-2006. Het plan is in samenwerking met diverse partners binnen en buiten de gemeentelijke organisatie tot stand gekomen. In het milieubeleidsplan 2003-2006 van de gemeente is gewerkt met 5 thema’s, namelijk: 1. Duurzaam inrichten Drimmelen; 2. Duurzaam beheren Drimmelen; 3. Burgers en Milieu; 4. Bedrijven en Milieu; 5. Samenwerken aan een duurzaam Drimmelen. Ieder thema is uitgewerkt in een aantal onderwerpen. Per onderwerp zijn de doelstelling, activiteiten en indicatoren beschreven. Eind dit jaar loopt de beleidsperiode af, hetgeen betekent dat er een nieuw milieubeleidsplan voor de periode 2007-2010 opgesteld moet worden. Het gemeentebestuur heeft aangegeven dat de insteek van het milieubeleidsplan “duurzaamheid” moet zijn en dat in het nieuwe beleidsplan aandacht besteed moet worden aan nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden (zie Coalitieprogramma “Samen realistisch vernieuwen”). Gelet hierop zal bij het nieuwe plan gewerkt gaan worden volgens dezelfde opzet als bij het milieubeleidsplan 2003-2006, dus met de genoemde 5 thema’s. Verder zal ook het nieuwe milieubeleidsplan op interactieve wijze tot stand komen, dus samen met de interne en externe doelgroepen. De opzet hiervoor zal wel soberder zijn dat bij het beleidsplan 2003-2006. Redenen hiervoor zijn de beschikbare capaciteit en de tijd die nog resteert om het nieuwe milieubeleidsplan tijdig gereed te hebben. Om het nieuwe milieubeleidsplan 2007-2010 op te kunnen stellen is het belangrijk om te weten waar we nu staan. Ofwel in hoeverre zijn de doelstellingen bereikt c.q. de activiteiten uitgevoerd, zoals deze zijn opgenomen in het milieubeleidsplan 2003-2006? Jaarlijks is er wel een milieujaarverslag opgesteld maar voor een goed overzicht is een evaluatie van de gehele beleidsperiode onontbeerlijk. Daarom is er aan de hand van het milieubeleidsplan 2003-2006 een evaluatie uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn opgenomen in dit rapport. Buiten de genoemde evaluatie zijn nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving en beleid en wensen van het gemeentebestuur een belangrijke basis voor het nieuwe milieubeleidsplan. In dit rapport zijn de belangrijkste ontwikkelingen opgenomen. Dit rapport, een samenstel van de evaluatie en een beschrijving van de ontwikkelingen, vormt een belangrijke basis voor de discussie met de betrokken doelgroepen (intern en extern) over de onderwerpen die aan bod moeten komen in het nieuwe milieubeleidsplan.
Hoe nu en hoe verder? pagina 6 van 6
2
Evaluatie milieubeleidsplan 2003-2006 gemeente Drimmelen
De betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie, ofwel diverse vakspecialisten van de afdelingen Grondgebied, Openbare Werken en Bestuurs- en Managementondersteuning hebben aan de hand van de doelstellingen, activiteiten en indicatoren uit het milieubeleidsplan 2003-2006 een evaluatie uitgevoerd. Het resultaat is in tabelvorm in bijlage 1 opgenomen. Hieronder zijn per thema en per onderwerp de belangrijkste resultaten beschreven.
2.1
Duurzaam inrichten Drimmelen
Dit thema is onderverdeeld in de onderwerpen: woonomgeving, buitengebied, groenbeleid, duurzame energie en integrale handhaving en integrale veiligheid. 2.1.1
De woonomgeving
De lopende activiteiten zoals het afgeven van aanlegvergunningen en vergunningen voor reclame-objecten loopt. Verder is er ook inbreng van het cluster milieu bij het opstellen van bestemmingsplannen en bouwplannen. Alleen de aspecten afvalverwijdering, bodem en soms geluid krijgen nog te weinig aandacht. De checklist milieu is niet opgesteld vanwege capaciteitsproblemen. Ook aan duurzaam bouwen is buiten het geven van informatie weinig aandacht besteed. Dit onderwerp had een lage prioriteit en bovendien is er geen wet- en regelgeving voorhanden waarmee duurzaam bouwen is af te dwingen. Alleen via communicatie is dit te stimuleren. 2.1.2
Het buitengebied
Voor het buitengebied geldt dat veel van de activiteiten, en daarmee dus ook de doelstelling, niet zijn gerealiseerd. De nulmeting in het kader van professionalisering van de handhaving is wel uitgevoerd en er is ook een integraal handhavingsplan, maar daarin komt het buitengebied nauwelijks aan bod. Handhaving van het buitengebied had wel een hoge prioriteit, maar vanwege beschikbare capaciteit en andere handhavingstaken met een hoge prioriteit is hier in de beleidsperiode weinig aandacht aan besteed. Bovendien moet eerst beleid inzake de aanpak worden opgesteld, alvorens overgegaan kan worden tot handhaving. In 2005 is wel gestart met een landschapsontwikkelingsplan. 2.1.3
Groenbeleid
Voor dit onderwerp is de doelstelling gerealiseerd: Groenbeleidsplan 2005-2015 “Kwaliteit in Beeld”, groenstructuurplannen voor alle kernen en inrichting-, beheer- en onderhoudsplannen. Het uitvoeren van een project erfbeplanting is overgenomen door de Agrarische Natuurvereniging (ANV Drimmelen). 2.1.4
Duurzame Energie
De doelstelling is 5% duurzame energie in 2010. Dit onderwerp loopt dus nog. De vrees bestaat echter dat de doelstelling niet gehaald wordt. Procedures om iets gerealiseerd te krijgen, lopen namelijk ontzettend lang en traag en zijn bijzonder ingewikkeld. Er zijn wel
Hoe nu en hoe verder? pagina 7 van 7
initiatieven: windmolens aan Eersteweg, onderzoek mogelijkheden biomassa en stimuleren toepassen gebouwgebonden opties door woningcorporaties, bouwbedrijven en dergelijke. 2.1.5
Integrale handhaving en integrale veiligheid
De doelstellingen voor dit onderwerp zijn gerealiseerd. In de periode 2003 –2005 is het project professionalisering van de handhaving doorlopen: nulmeting uitgevoerd, handhavingsstrategieën opgesteld, handhavingsuitvoeringsprogramma opgesteld, planmatig controleren, werken volgens handhavingsstappenplan, samenwerking met politie/OM (flankerend beleid) en bestuursrechtelijke maatregelen toepassen. Verder is er ook een integraal veiligheidsplan opgesteld. De enige doelstelling/activiteit die niet is gerealiseerd is het inventariseren (wordt in 2006 nog afgerond) en controleren van risicovolle bedrijven. Deze activiteit maakt onderdeel uit van het RIS-project. Dit project is een organisatiebreed en veelomvattend project. De coördinatie van dit project heeft nog geen plaats gekregen binnen de organisatie en binnen de huidige formatie was ook geen capaciteit aanwezig voor dit project. Het voornemen is nu om dit project onder te brengen bij de brandweer.
2.2
Duurzaam beheren Drimmelen
Hieronder vallen de onderwerpen: bodembeheer, waterbeheer, groenbeheer en geluidbeleid. 2.2.1
Bodembeheer
De doelstelling van dit onderwerp is bereikt: er zijn bodemonderzoeken beoordeeld, er heeft informatieverstrekking plaatsgevonden, er is een databank opgezet en een bodembeheersplan opgesteld. Bij de doelstelling gaat het om een continue proces. De doelstelling blijft de komende jaren dus actueel. 2.2.2
Waterbeheer
Ook voor dit onderwerp is de doelstelling nagenoeg gerealiseerd: het beleid Individuele Behandeling Afvalwater (IBA’s) is uitgevoerd. In totaal zijn er 87 IBA’s gerealiseerd. Het integraal waterplan en de uitvoering van de beleidsuitgangspunten uit het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) worden in 2006 nog gerealiseerd. Ook voor dit onderwerp geldt dat de doelstelling ook komende jaren nog actueel blijft. 2.2.3
Groenbeheer
De doelstelling hiervoor is deels gerealiseerd: verder ontwikkelen Beheer Beleid, uitvoeren projecten op het gebied van educatie groenbeheer en het inrichten en onderhouden van stedelijk groen zijn gerealiseerd. Het uitvoeren van een chemievrije vorm van groenbeheer in de gehele gemeente daarentegen niet. In tegenstelling tot hetgeen in het milieubeleidsplan hierover was opgenomen, heeft het gemeentebestuur in 2005 besloten om onkruid op verharding alleen nog maar chemisch te verwijderen.
Hoe nu en hoe verder? pagina 8 van 8
2.2.4
Geluidbeleid
De doelstelling blijft ook de komende jaren nog actueel. Net als in de afgelopen beleidsperiode zullen, indien van toepassing, woningen met een hoge geluidsbelasting gesaneerd worden, geluidsrapporten getoetst worden en geluidsaspecten in bestemmingsplanprocedures meegenomen worden.
2.3
Burgers en Milieu
De onderwerpen huishoudelijk afval en een schone leefomgeving vallen onder dit thema. 2.3.1
Huishoudelijk afval
De doelstelling voor dit onderwerp is bereikt: de hoeveelheid ingezameld afval is ten opzichte van de situatie in 2002 verminderd. Er vindt wekelijks communicatie plaats over de afvalinzameling. Tevens verschijnt er jaarlijks een afvalkalender. Verder wordt er twee keer per jaar een afvalanalyse uitgevoerd en vindt er op basis van klachten toezicht plaats. 2.3.2
Een schone leefomgeving
Het nieuwe beleid voor de aanpak van hondenoverlast is in februari 2004 in werking getreden. Over het nieuwe beleid en de regels wordt regelmatig gecommuniceerd. Toch is uit een evaluatie, uitgevoerd laatste kwartaal 2005/eerste helft 2006, gebleken dat het beleid niet goed werkt. De afvalbakken werden het eerste half jaar, met name de eerste drie maanden, goed gebruikt. Daarna niet meer. De hondenpoep ligt er meer naast dan erin. Uit de evaluatie is gebleken dat alleen nog meer communicatie en goed toezicht daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan een vermindering van de overlast. Er is geen plan van aanpak voor het terugdringen van zwerfvuil opgesteld. Wel rijden twee voertuigen van de gemeente rond die regelmatig de kernen schoonmaken en ieder jaar wordt er een zwerfvuilactie georganiseerd. 2.4
Bedrijven en milieu
Onder dit thema vallen: duurzaam ondernemen, milieuvergunningen en meldingen, toezicht en handhaving milieuregels bij bedrijven en de gemeente als bedrijf. 2.4.1
Duurzaam ondernemen
Deze doelstelling is niet gerealiseerd. Dit onderwerp had weliswaar een lage prioriteit, maar met name de beschikbare capaciteit hiervoor is er de oorzaak voor dat de doelstelling niet is gerealiseerd. 2.4.2
Milieuvergunningen en meldingen
De doelstelling van dit onderwerp is grotendeels gerealiseerd: verlenen kwalitatief goede vergunningen, behandelen meldingen, opstellen nieuw aanvraagformulier en verbetering afstemming met andere gemeentelijke afdelingen. Vanwege capaciteitsproblemen is het actualiseren van milieuvergunningen niet actief opgepakt (had minder prioriteit). In plaats daarvan is er hierover een afspraak gemaakt met het handhavingsteam gemaakt. Als zij
Hoe nu en hoe verder? pagina 9 van 9
tijdens hun controles constateren dat een milieuvergunning verouderd is, dan wordt deze vergunning geactualiseerd. In de beleidsperiode zijn er dus nog wel milieuvergunningen geactualiseerd. 2.4.3
Toezicht en handhaving milieuregels
De doelstelling voor dit onderwerp is gerealiseerd (zie ook paragraaf 2.1.5). 2.4.4
De gemeente als bedrijf
De doelstelling is niet gerealiseerd.Voor het opstellen van een milieuzorgsysteem voor de milieustraat en de gemeentewerf was geen capaciteit beschikbaar. Door uitstel van de bouwactiviteiten en het door de projectgroep nieuwbouw niet willen betrekken van cluster milieu ten behoeve van de interne milieuzorg was inbreng van milieuzorg ten behoeve van de (ver)nieuwbouw van het gemeentehuis onmogelijk geworden.
2.5
Samenwerken aan een duurzaam Drimmelen
Milieucommunicatie, natuur- en milieu-educatie en klachtenbehandeling vallen onder dit thema. 2.5.1
Milieucommunicatie
Het is onbekend of de doelstelling voor dit onderwerp bereikt is. Om dit te meten zijn er kengetallen nodig, die op dit moment niet voorhanden zijn. Omdat de opgenomen activiteiten in het milieubeleidsplan gerealiseerd zijn, mag aangenomen worden dat de doelstelling gerealiseerd is. De doelstelling blijft echter ook de komende jaren actueel. In de beleidsperiode is een milieucommunicatieplan (met een jaarlijks uitvoeringsprogramma) opgesteld, is er regelmatig milieu-informatie gepubliceerd en zijn er contacten onderhouden met de Madese Natuurvrienden en de scholen. 2.5.2
Natuur- en milieu-educatie
Met betrekking tot het wel of niet gerealiseerd hebben van de doelstelling geldt hetzelfde als voor milieucommunicatie. 2.5.3
Klachtenbehandeling
De doelstelling is bereikt. Het oplossingspercentage/mate van tevredenheid bedraagt 95%. De doelstelling blijft ook de komende jaren actueel.
2.6
Slotconclusie evaluatie
Uit de evaluatie blijkt dat de doelstellingen uit het milieubeleidsplan 2003-2006 grotendeels gerealiseerd zijn. De voornaamste reden voor het niet realiseren van de doelstellingen vormt de beschikbare capaciteit. Door zwangerschapsverlof, ziekte, functieverschuivingen en vacatures bleek er niet voor alle opgenomen activiteiten in het beleidsplan voldoende
Hoe nu en hoe verder? pagina 10 van 10
capaciteit beschikbaar te zijn. Er moeten dan keuzes gemaakt worden. In de verschillende milieujaarverslagen is hier uitgebreider op ingegaan.
Hoe nu en hoe verder? pagina 11 van 11
3
Ontwikkelingen voor de beleidsperiode 2007-2010
Er zullen onderwerpen uit de beleidsperiode 2003-2006 zijn die (kunnen) doorlopen in de nieuwe beleidsperiode. Verder zijn er de komende jaren ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving en beleid (landelijk, provinciaal, regionaal en lokaal) waarmee in het nieuwe milieubeleidsplan rekening moet worden gehouden. Tot slot zijn er natuurlijk nog de wensen van de gemeentelijke organisatie, en dan met name van het gemeentebestuur, waarmee rekening moet worden gehouden. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste ontwikkelingen voor de komende beleidsperiode weergegeven. Deze ontwikkelingen worden ondergebracht onder de vijf thema’s. Hierbij worden de onderwerpen uit het milieubeleidsplan 2003-2006 losgelaten, omdat deze voor de nieuwe beleidsperiode wel eens zouden kunnen veranderen. Wel wordt een onderscheid gemaakt in: activiteiten uit het milieubeleidsplan 2003-2006 die doorlopen, wet- en regelgeving en beleid andere overheden en wensen coalitie (coalitieprogramma “Samen realistisch vernieuwen”). In bijlage 2 is een uitgebreide beschrijving van een groot aantal ontwikkelingen opgenomen.
3.1
Duurzaam inrichten Drimmelen
3.1.1
Activiteiten beleidsperiode 2003-2006
Het gaat hier om: 1. Overleg clusters milieu en ruimtelijke ordening inzake inbreng milieu-aspecten in bestemmingsplannen: Dit is een activiteit die uiteraard in de nieuwe beleidsperiode doorloopt. 2. Uitvoeren overige activiteiten zoals aanlegvergunning en reclame-objecten: Dit is een wettelijk verplichte activiteit. Deze activiteit loopt daarom dus door in de komende beleidsperiode. 3. Landschapsontwikkelingsplan: Hiermee is in 2005 gestart. Als dit prioriteit krijgt, zal dit ook in het nieuwe milieubeleidsplan aandacht krijgen. 4. Groenbeleidsplan, groenstructuurplannen, inrichting-, beheer- en onderhoudsplannen: Deze plannen zijn in de beleidsperiode 2003-2006 opgesteld. Het ligt voor de hand dat deze plannen in de nieuwe beleidsperiode uitgevoerd worden. In ieder geval zal er bij bouwplannen en dergelijke rekening moeten worden gehouden met deze plannen. Het zou alleen kunnen dat deze activiteit verschuift naar het thema “duurzaam beheren Drimmelen” omdat het dan om de implementatie gaat. 5. Duurzame energie: Gelet op de doelstelling die in regionaal verband, ook door de gemeente Drimmelen, is vastgelegd, zal ook in het nieuwe milieubeleidsplan aandacht besteed moeten worden aan dit onderwerp. Het zou alleen kunnen dat er aandacht wordt geschonken aan andere vormen van duurzame energie of aan andere initiatieven (afhankelijk van de keuzes die worden gemaakt). 6. Integrale handhaving en integrale veiligheid: Ook dit loopt door in de nieuwe beleidsperiode. Het gaat dan met name om de implementatie van de nieuwe werkwijze (naar aanleiding van professionalisering van de handhaving). Wel zullen jaarlijks de uit te voeren handhavingsactiviteiten veranderen. Deze worden beschreven in het jaarlijks op te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma. De uit te voeren activiteiten zijn afhankelijk van de gestelde prioriteiten door het gemeentebestuur en de probleem- en risico-analyse. Deze zal wellicht geactualiseerd gaan worden in de nieuwe beleidsperiode. Verder zal regelmatig bezien
Hoe nu en hoe verder? pagina 12 van 12
worden of de strategieën en protocollen aangepast moeten worden. Tot slot wordt bij handhaving uiteraard de landelijke tendens gevolgd. 3.1.2
Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden
Er komt de komende beleidsperiode op het gebied van met name wet- en regelgeving nogal het een en ander af op de gemeente. De belangrijkste ontwikkelingen zijn: 1. Nieuwe Waterwet: Op basis van deze nieuwe wet krijgt de gemeente meer taken met betrekking tot de zorgplicht. Verder komt er één watervergunning. Deze vergunning zal wel afgestemd moeten worden met de omgevingsvergunning. 2. Oppervlaktewaterkwantiteit: Hierbij moet gedacht worden aan het Nationaal Bestuursakkoord Water (2003). In dit kader moeten gemeenten en waterschappen gemeentelijke waterplannen opstellen. Verder speelt het GGOR (grond- en oppervlaktewaterregime) een belangrijke rol. Hiermee worden de (kwantitatieve) doelen in een gebied vastgelegd. 3. Oppervlaktewaterkwaliteit: Van belang is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Het doel is het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in de lidstaten. Op het niet behalen van de doelstellingen staan sancties. Taken van de gemeente inzake het bereiken van deze doelstellingen: onkruidbestrijding, terugdringing overstorten en duurzaam bouwen. 4. Grondwaterkwantiteit: Hierbij moet gedacht worden aan het terugdringen van onttrekkingen in het kader van verdrogingsbestrijding, opbouwen strategische grondwatervoorraad en aan afkoppelen en infiltratie. 5. Grondwaterkwaliteit: Ook hier is de KRW bepalend. 6. Water en ruimtelijke ordening: Hierbij moet gedacht worden aan een locatiekeuzebeleid. 7. Omgevingsvergunning: Vanaf 1 januari 2008 moeten gemeenten en provincies met deze vergunning werken. De omgevingsvergunning omvat één loket (gemeente), één vergunningaanvraag, één bevoegd gezag, één procedure, één procedure voor bezwaar en beroep en één handhavend bestuursorgaan. De omgevingsvergunning omvat locatiegebonden vergunningen, indirecte lozingen en de meest voorkomende vergunningen in de verordeningen van gemeenten of provincies. De omgevingsvergunning betekent een grote inspanning van de gemeente om dit organisatorisch op 1 januari 2008 voor elkaar te hebben. 8. Luchtkwaliteit: Het Besluit Luchtkwaliteit 2005 heeft zowel gevolgen voor bouwplannen als voor milieuvergunningen. Het aspect luchtkwaliteit dient hier namelijk een vast onderdeel van uit te maken. 9. RIS (veiligheid): De aanleiding voor dit (door iedere overheidsinstantie) uit te voeren project is de vuurwerkramp in Enschede. In het vervolg moeten burgers op internet informatie over opslag van gevaarlijke stoffen en bijbehorende verkeersbewegingen kunnen raadplegen (risicokaart). De risicokaarten zijn tevens een belangrijk hulpmiddel bij de beoordeling van ruimtelijke plannen en voor de hulpverleningsdiensten. Het RIS-project is weer onderverdeeld in een aantal deelprojecten. Aan een aantal van die deelprojecten neemt ook de gemeente Drimmelen deel. 10. Wet geurhinder en veehouderij: Deze wet gaat beoordelen op welke manier geur van veehouderijstallen in de milieuvergunning moet worden beoordeeld. Deze wet komt in de plaats van de
Hoe nu en hoe verder? pagina 13 van 13
stankwet voor reconstructiegebieden en drie stankhandreikingen. De wet gaat voor heel Nederland gelden. In de nieuwe wet wordt onderscheid gemaakt tussen maximaal toegestane geurbelasting binnen en buiten de bebouwde kom en concentratie en nietconcentratie-gebieden. Daarnaast mogen gemeenten de normen variëren; gemeenten kunnen naar boven en beneden afwijken. 11. Strategische Milieu-beoordeling (SMB): Deze Europese richtlijn is bedoeld om milieu-effecten van plannen en programma’s tijdens de voorbereiding ervan in beeld te brengen in de vorm van een milieurapport. Deze procedure gaat in principe vooraf aan de m.e.r.-procedure. 12. Duurzaam bouwen: De EPC-norm (Energie Prestatie Coëfficiënt) is verlaagd, waarmee duurzaam bouwen gestimuleerd kan worden. Verder kan duurzaam bouwen een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstelling voor duurzame energie en doelstellingen op het gebied van waterbeheer. 13. Nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening: Naar verwachting treedt deze wet in 2007 in werking. Met de nieuwe wet moet duidelijker worden wie waarvoor verantwoordelijk is, moeten bestemmingsplannen geactualiseerd worden en moeten gemeenten beter toezien op de ruimtelijke ontwikkelingen (handhaving). De wet moet tot slot overzichtelijker, leesbaarder en dus eenvoudiger worden. In het kader van deze wet moet de gemeente bijvoorbeeld een structuurvisie opstellen. Beleidsdoelen uit deze visie moeten in bestemmingsplannen gerealiseerd worden. 14. Gebiedsplan Wijde Biesbosch: De afgelopen 5 jaar is de provincie samen met de relevante partners bezig geweest met een uniek plan om het buitengebied op te knappen. Voor de Wijde Biebosch is er een gebiedsplan opgesteld. Via projecten moet dit plan worden uitgevoerd. Op dit moment is men nog bezig met het uitzoeken van het kostenaspect. Voor de gemeente Drimmelen wordt bij het Gat van Ham de mogelijkheden onderzocht om van start te gaan met een ruilkavelproject. Doel hiervan is het herstellen van kreken en het versterken van de landbouwstructuur. De aanleg van het fietspad over de Bandijk is geheel afgerond en op dit moment wordt uitvoering gegeven aan een project agrarisch landschapsbeheer. 15. Integrale handhaving: In de beleidsperiode zal meer de nadruk gelegd worden op het buitengebied. 3.1.3
Wensen gemeentebestuur
De volgende onderwerpen uit het coalitieprogramma kunnen genoemd worden: 1. Handhaving: Het huidige handhavingsbeleid intensiever en daadkrachtiger voortzetten. Knelpunten in kaart brengen en hiervoor oplossingen zoeken. Verder moet het bouwtoezicht versterkt worden. 2. Openbare ruimte: Opstellen visie op inrichting en beheer openbare ruimte. Daarbij een onderscheid maken naar verschillende kwaliteitsniveaus met bijbehorende onderhoudsprogramma’s en uitvoeringskosten. Verder moet het wijkgericht werken daadkrachtig ingezet worden. 3. Verkeer en vervoer: Duurzaam veilig inrichten van wegen, gelet op luchtkwaliteit en milieu. 4. Upgrade en uitbreiding bedrijventerreinen: Revitalisering bestaande terreinen, uitbreiding zoveel mogelijk op bestaande terreinen. Uitbreiding is bedoeld voor uitplaatsing en starters. 5. Ruimtelijke Ordening: Herijking Structuurvisie+ waarbij in samenhang natuur- en landschapsbeleid, RO-beleid
Hoe nu en hoe verder? pagina 14 van 14
voor stedelijk-kernrand- en buitengebied, Wijde Biesbosch en Landgoederennotitie bekeken wordt. Verder geen windmolens bij de Zonzeelse polder, tenzij dit juridisch gezien niet afgeblazen kan worden. Tot slot onderzoek verrichten naar alternatieve energievoorzieningen.
3.2
Duurzaam beheren Drimmelen
3.2.1
Activiteiten beleidsperiode 2003-2006
Hieronder vallen: 1. Bodembeheer: Het beoordelen van bodemonderzoeken is een wettelijk verplichte taak en zal in de komende beleidsperiode voortgezet moeten worden.Dit betreft ook het verstrekken van informatie en het verrichten van bodemsaneringen in eigen beheer; 2. Waterbeheer: De wettelijk verplichte taken zoals het Gemeentelijk Rioleringsplan zullen ook in de komende beleidsperiode uitgevoerd moeten worden; 3. Groenbeheer: Het verlenen van kapvergunningen is een wettelijk verplichte taak en zal dus voortgezet worden. Verder zullen ook in de periode 2007-2010 projecten op het gebied van educatie groenbeheer uitgevoerd worden; 4. Geluid: Het gaat hier met name om wettelijk verplichte taken (sanering woningen met hoge geluidsbelasting, toetsen geluidsaspecten). Deze zullen voortgezet worden in de nieuwe beleidsperiode. 3.2.2
Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden
De enige onderwerpen die in dit kader van belang zijn: 1. Kapvergunningen: Op landelijk niveau is men aan het onderzoeken of het mogelijk is het kapvergunningensysteem af te schaffen. 2. Onkruidbestrijding: Er komt wetgeving die het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen gaat verbieden. 3. Rioleringen: Het gaat hier om wettelijk verplichte taken.Zo zal het Gemeentelijk Rioleringsplan weer geactualiseerd moeten worden. Hierbij moet de gemeente rekening houden met de basisinspanning riolering en het OAS (Optimalisatie AfvalwaterSysteem). 4. Baggerplan: De gemeente beschikt over een baggerplan. De maatregelen uit dit plan zijn echter nog niet uitgevoerd. Met betrekking tot de wateroverlast in Lage Zwaluwe kan dit echter wel zinvol zijn. Inmiddels is er op basis van dit oude baggerplan een aanvraag om subsidie uitgegaan. Met deze subsidie kan het plan geactualiseerd en uitgevoerd worden. 5. Geluid: Het is de bedoeling dat de Wet geluidhinder vernieuwd gaat worden.
Hoe nu en hoe verder? pagina 15 van 15
3.2.3
Wensen gemeentebestuur
In het coalitieprogramma is opgemerkt dat de huidige wijze van onkruidbestrijding gehandhaafd moet worden. Omdat toekomstige wetgeving voorziet in afschaffing is regelmatige evaluatie noodzakelijk.
3.3
Burgers en Milieu
3.3.1
Activiteiten beleidsperiode 2003-2006
Onder het thema “Burgers en Milieu” vallen in het milieubeleidsplan: huishoudelijk afval, hondenbeleid en aanpak zwerfvuil. Voor deze onderwerpen kan voor de nieuwe beleidsperiode wellicht wel het een en ander veranderen. 3.3.2
Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden
Deze zijn er voor dit thema niet. 3.3.3
Wensen gemeentebestuur
Hierbij gaat het om de volgende onderwerpen: 1. Evaluatie diftarsysteem: Het systeem blijft gehandhaafd, maar zal wel verder geperfectioneerd worden. Hiertoe moet het huidige systeem geëvalueerd worden, met name hoe de burger het systeem ervaart. 2. Onderzoek afschaffing hondenbelasting: Voorwaarde is wel dat de afschaffing geen extra geld mag kosten.
3.4
Bedrijven en Milieu
3.4.1
Activiteiten beleidsperiode 2003
De volgende activiteiten komen ook in de periode 2007-2010 aan de orde: 1. Milieuvergunningen en meldingen: Het afgeven van deze bescheiden is een wettelijk verplichte taak en zal ook voortgezet gaan worden. Alleen zullen ontwikkelingen in wet- en regelgeving op dit gebied voor nogal wat veranderingen leiden (zie paragraaf 3.4.2). 2. Toezicht en handhaving milieuregels bij bedrijven: Ook dit is een wettelijk verplicht taak. Alleen kunnen hierbij wel keuzes gemaakt aangaande de prioriteit van de verschillende bedrijven, regelgeving en dergelijke. 3.4.2
Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden
Het gaat dan om: 1. Omgevingsvergunning (voor toelichting, zie paragraaf 3.1.2). 2. Modernisering algemene regels Wet milieubeheer (AMvB’s): Met dit project wil VROM de praktische knelpunten die gemeenten en bedrijven met de regels ervaren oplossen, de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid verbeteren en de
Hoe nu en hoe verder? pagina 16 van 16
3.
4.
5.
6. 7.
8.
9.
administratieve lasten voor bedrijven verminderen. Alle niet-agrarische AMvB’s (Algemene Maatregelen van Bestuur) worden daarom gemoderniseerd. De agrarische AMvB’s worden samengevoegd in het Besluit landbouw. Voor de niet-agrarische bedrijven betekent dit dat in het vervolg niet meer gekeken wordt naar de branche waaronder een bedrijf valt, maar naar de activiteiten die een bedrijf verricht. IPPC: Deze richtlijn is gericht op een integrale aanpak van emissies naar de lucht, het water en de bodem in een groot aantal bedrijfstakken. De richtlijn geldt ook voor intensieve veehouderijen. Eind oktober 2007 moet voor al deze bedrijven de milieuvergunning zijn geactualiseerd en moet door de bedrijven voldaan worden aan de Europese normen. LPG-convenant: Hierin zijn afspraken vastgelegd voor het verbeteren van de veiligheid op en rond lpgtankstations. In 2010 moeten alle lpg-tankstations namelijk voldoen aan strengere veiligheidsnormen (met name in het kader van Bevi). Via dit convenant moet dit bereikt worden. Desondanks zal er altijd nog een aantal tankstations zijn die niet kunnen voldoen aan de normen. Deze moeten verplaatst worden. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi): Doel van dit besluit is zowel individuele als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Gemeenten moeten de normen uit dit Besluit naleven bij het opstellen en wijzigen van bestemmingsplannen en bij het verlenen van milieuvergunningen. Het Besluit houdt ook een sanering van bestaande bedrijven in. Omdat het Besluit gefaseerd in werking treedt, zijn de saneringstermijnen nog niet voor alle Bevibedrijven in werking getreden. Op dit moment kan alleen nog voor Brzo-bedrijven de totale saneringsverplichting worden uitgevoerd. Wet geurhinder en veehouderij: Zie toelichting bij duurzaam inrichten Drimmelen, paragraaf 3.1.2. Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij: Dit Besluit zal bepalen dat dierenverblijven, waar emissie-arme huisvestingssystemen voor beschikbaar zijn, op den duur emissie-arm moeten zijn uitgevoerd. Het Besluit bevat hiertoe maximale emissiewaarden. Habitat- en vogelrichtlijn: Beide richtlijnen beschermen bepaalde natuurgebieden. Elke lidstaat is verplicht om speciale beschermingszones vast te stellen. Voor Nederland is dit inmiddels gebeurd. Beide richtlijnen zijn in Nederland geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998. Voor de Vogelrichtlijn betekent dit dat vergunningverlening plaatsvindt via deze wet. Wet BIBOB (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur): Deze zal in de nieuwe beleidsperiode geïmplementeerd moeten worden bij de milieuvergunningverlening (en later bij de omgevingsvergunning). De implementatie is gericht op het tijdig signaleren van eventuele facilitering van criminele activiteiten en hierop actie te ondernemen.
3.4.3
Wensen gemeentebestuur
In het coalitieprogramma zijn in dit kader geen punten opgenomen. Wel is wat vermeld inzake upgrading en uitbreiding van bedrijventerreinen. Dit is echter al aan de orde gekomen in paragraaf 3.1.3.
Hoe nu en hoe verder? pagina 17 van 17
3.5
Samenwerken aan een duurzaam Drimmelen
3.5.1
Activiteiten beleidsperiode 2003-2006
Activiteiten die in de nieuwe beleidsperiode doorlopen zijn: 1. Milieucommunicatieplan en programma: Aan de hand van het nieuwe milieubeleidsplan zal er voor dezelfde periode (20072010) een milieucommunicatieplan opgesteld worden. Aan dit plan wordt jaarlijks een uitvoeringsprogramma gekoppeld. De uitvoering van de programma’s wordt jaarlijks geëvalueerd. 2. Onderhouden en uitbreiden contacten met diverse doelgroepen: De contacten met de Madese Natuurvrienden en de scholen in de gemeente zullen voortgezet worden. 3. Publiceren milieutips op de gemeentelijke website, in ’t Carillon en in de gemeentegids; 4. Natuur- en milieu-educatie: Ook in de periode 2007-2010 zullen diverse activiteiten op dit gebied uitgevoerd worden. 5. Klachtenbehandeling: Betreft een wettelijk verplichte taak, dus wordt voortgezet in de periode 2007-2010. 3.5.2
Ontwikkelingen wet- en regelgeving en beleid andere overheden
Het enige wat hier genoemd kan worden is het “Verdrag van Aarhus”. In dit verdrag zijn regels opgenomen met betrekking de openbaarheid van stukken en met betrekking tot het uit eigen initiatief openbaar maken van relevante milieu-informatie. Aan dit verdrag zal uitvoering moeten worden gegeven. 3.5.3
Wensen gemeentebestuur
Het gemeentebestuur wil intensiever inzetten op wijkgericht werken: wijkwethouders, wijkcoördinator, wijkagent, wijkopzichter, vertegenwoordiger woningbouwstichting en misschien wijkbudgetten.
Hoe nu en hoe verder? pagina 18 van 18
4
Vervolg
Dit rapport zal, zodra het bestuurlijk is vastgesteld, de basis vormen voor de discussie met de relevante interne en externe doelgroepen. Bij de relevante doelgroepen moet gedacht worden aan een vertegenwoordiging van: burgers, niet-agrarische bedrijven, agrarische bedrijven, natuur- en milieugroeperingen, gemeentelijke organisatie (zowel bestuurlijk als ambtelijk) en misschien andere overheden. Om een discussie op gang te brengen zal er een bijeenkomst met de doelgroepen georganiseerd worden. Het resultaat van die bijeenkomst zal zijn een lijst met aandachtspunten/onderwerpen op volgorde van prioriteit die aan bod moeten komen in het nieuwe milieubeleidsplan. Aan de hand van de uitkomsten van deze bijeenkomsten wordt er een concept-milieubeleidsplan en concept-uitvoeringsprogramma 2007 opgesteld. Deze beide documenten worden wederom met de doelgroepen besproken. Uiteindelijk leidt dit tot het milieubeleidsplan 2007-2010 en het Milieu-uitvoeringsprogramma 2007 die ter vaststelling zullen worden voorgelegd aan het gemeentebestuur. Vervolgens zal er jaarlijks een Milieu-uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Tevens wordt jaarlijks via een milieujaarverslag verantwoording afgelegd over de vorderingen met betrekking tot de doelstellingen en activiteiten uit het milieubeleidsplan. Tussentijds zal via monitoring de uitvoering van het milieubeleidsplan bijgehouden worden, zodat tijdig bijgestuurd kan worden indien dit nodig is.