de drijehornickels Jaargang 18 • Nummer 2 • September 2009
rijd
n
Nuene
r bev a a j 5 6
HEEMKUNDEKRING
O NS
TIJDSCHRIFT
D E D RIJEHORNICK
D E D RIJEHORNICKELS
Doelstelling en activiteiten De Drijehornick is opgericht in 1971. De naam Drijehornick is een schrijfwijze van het plaatselijke toponiem Driehurk, dat driehoek betekent. De naam symboliseert de kerkdorpen Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Deze drie plaatsen zijn het werkgebied van onze heemkundekring. De vereniging stelt zich ten doel de belangstelling voor en de kennis over de lokale geschiedenis en cultuur te vergroten en te verspreiden. Deze doelstelling resulteert onder andere in: ¾ Lezingen en excursies ¾ Heemkundige bibliotheek ¾ Werk- en studiegroepen ¾ Verzamelen van voorwerpen, foto’s, bidprentjes, documenten e.d. van cultuurhistorische waarde ¾ Publicaties ¾ Archeologisch en historisch onderzoek ¾ Heemkundig tijdschrift De Drijehornickels ¾ Inzet voor het behoud van cultuur en monumenten in Nuenen, Gerwen en Nederwetten
Naamgeving De Drijehornickels is het periodiek van de Nuenense heemkundekring De Drijehornick. De naam Drijehornickels is een samentrekking van de verenigingsnaam met het Engelse woord ‘chronicle’, dat kroniek of chronologisch verhaal betekent. Het blad verschijnt drie maal per jaar onder nummer ISSN: 13813226
Adres secretariaat Heemkundekring De Drijehornick p/a Het Klooster - Park 1 - 5671 GA Nuenen Internet: http://home.wanadoo.nl/drijehornick Lidmaatschap U kunt zich als lid opgeven bij de secretaris. Het lidmaatschap van de vereniging bedraagt per jaar: ¾ € 18 voor het eerste gezinslid ¾ € 5 voor elk volgend gezinslid De contributie kunt u overmaken op rekeningnr. 52.82.10.831 van heemkundekring De Drijehornick bij de ABN AMRO Bank onder vermelding van ‘lidmaatschap’. Bestuurssamenstelling Roland van Pareren, voorzitter Hans Korpershoek, secretaris Frits Joling, penningmeester Will van Buul, lid Ger van Erkel, lid Jacques Gerritse, lid Joop Glasbergen, lid John Parmentier, lid
040 283 1253 040 283 5836 040 283 3382 040 283 6921 040 283 2464 06 22 935928 040 283 2572 040 284 5511
Onderwerpen Artikelen over geschiedenis, archeologie, cultuur, genealogie, kunstgeschiedenis, geografie etc. van Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Kopij De redactie stelt een actieve bijdrage van de leden zeer op prijs. Minder ervaren schrijvers en onderzoekers kunnen altijd om de hulp van redactieleden vragen. Ook bijdragen van niet-leden worden zeer gewaardeerd. Kopij - bij voorkeur in MS Word - als bijlage per e-mail aan te leveren bij:
[email protected] óf
[email protected]. Redactie Tjeu Hermans Hans Korpershoek Nico Nagtegaal Roland van Pareren John Parmentier Bob de Smit Rob Verhallen Bezorging en abonnement Het blad wordt gratis bezorgd bij de leden, één exemplaar per adres. ¾ Losse nummers € 2,50 ¾ Abonnementen voor niet-leden € 12,50 per jaar (incl. verzendkosten buiten de gemeente)
De Drijehornickels
augustus 2009
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE Robert Van Klinken – Private soldier ‘He was a very good man’ door Hans Korpershoek
30
De luchtoorlog boven Nuenen door Foppe de Lang
40
Nuenen, Gerwen en Nederwetten tijdens de Tweede Wereldoorlog Een bespreking van enkele publicaties door Rob Verhallen
50
Vier Nuenense pastoors over hun parochies in de Tweede Wereldoorlog door Tjeu Hermans
55
Nu en en … niet meer door Roland van Pareren
64
Op de omslag: Het voormalige gemeentehuis aan de Berg ter gelegenheid van een Bevrijdingsdag
29
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
ROBERT VAN KLINKEN – PRIVATE SOLDIER ‘He was a very good man’ door Hans Korpershoek Onze dorpsgenoot Ton Slits is sinds zijn jeugd geïnteresseerd in hetgeen zich rond de bevrijding van Noord-Brabant in Nuenen en omgeving heeft afgespeeld. Als zesjarig jongetje heeft hij vanaf de ouderlijke boerderij aan de Vorsterdijk, Amerikaanse parachutisten zien neerdalen in het landingsgebied in Son. Ook zag hij, als hij op zijn fietsje naar de bewaarschool in het Klooster aan het Park ging, enkele maanden lang bij de boerderij van Vink aan de Eindhovenseweg1, een kapot geschoten tank liggen. Die toen gewekte belangstelling leidde er toe dat hij in 1982 lid werd van de Vereniging van Airborne-vrienden2. Op 15 juni 2005 werd een herinneringsplaquette voor gesneuvelde militairen van de Easy-compagnie van de 101ste Airborne Divisie door een delegatie van 18 veteranen van de Easy-compagnie aan het gemeentebestuur aangeboden. De plaquette werd later bij het herdenkingsmonument aan de Europalaan geplaatst. Op de plaquette was een aantal namen vermeld, waarvan er één als typisch Nederlands opviel. Het was de naam Robert van Klinken. Dat was de aanleiding voor Ton om zich te verdiepen in de geschiedenis van deze Amerikaanse paratrooper, die vrijwel op de plek waar de plaquette ligt, sneuvelde. Ton heeft over Robert van Klinken al eerder gepubliceerd3, maar heeft inmiddels meer gegevens dan destijds, met name over de van oorsprong Nederlandse familie Van Klinken en het postuum eerbetoon dat Robert van Klinken het laatste decennium heeft mogen ontvangen. De redactie van ons tijdschrift heeft op verzoek van Ton op zich genomen deze gegevens in een nieuw artikel te verwerken. Paratrooper Robert van Klinken Woensdag 20 september 1944 overlijdt Robert van Klinken aan de zware verwondingen die hij eerder die dag bij een hevig grondgevecht in Nuenen had opgelopen. Het is het einde aan het leven van de toen bijna 25-jarige Amerikaanse man, die ongeveer twee jaar daarvoor, op 27 juli 19424 werd goedgekeurd voor zijn militaire dienstplicht en zich drie weken later meldde op Fort Lewis in de staat Washington. De Verenigde Staten waren sinds december 1941 door de onverhoedse aanval van de Japanners op de marinebasis Pearl
Harbor, rechtstreeks betrokken in de Tweede Wereldoorlog. Dit is voor veel Amerikanen reden om zich al dan niet via de dienstplicht, aan te melden voor het leger, met als doel actief deel te nemen aan deze oorlog. Zo ook Robert. Hij krijgt de mogelijkheid om een speciale opleiding te volgen bij een totaal nieuw onderdeel van het Amerikaanse leger, de 101ste Airborne Divisie. Hij geeft zich daarvoor als vrijwilliger op, maar zijn persoonlijke motivatie is helaas niet bekend. Voor velen is het een uitdaging en de kans op een avontuurlijk leven. Anderen zien het als een morele plicht het vaderland te verdedigen. Maar ook de bonus van $ 50 per maand is aanlokkelijk. Het Amerika van toen is goeddeels hersteld van de grote economische crisis van de jaren ’30, maar velen hebben bittere armoede meegemaakt en er is nog steeds te weinig werk en de lonen zijn laag. Robert wordt na een uitzonderlijk zware keuring -twee van de drie aangemelde vrijwilligers wordt afgewezen- toegelaten tot de basisopleiding voor 30
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
paratrooper in Camp Toccoa in de staat Georgia. Het mag bijzonder genoemd worden dat hij wordt goedgekeurd, want het eerder genoemde keuringsrapport van 27 juli vermeldt dat Robert bijna blind is aan zijn linkeroog. Robert wordt ingedeeld bij het 506de Parachute Infantry Regiment (P.I.R.) in de Easy-company van het 2e bataljon. Deze E-compagnie wordt, door de ongelofelijk harde fysieke training van de commandant Herbert Sobel, de legendarische elite eenheid binnen het regiment. De Ecompagnie neemt deel aan de belangrijke laatste en zwaarste militaire operaties in WO II, namelijk operatie Overlord op 6 juni 1944 (D-Day), operatie Market Garden (17 september 1944) en de Slag om Bastogne tijdens het Ardennenoffensief (december 1944). Ook is de E-compagnie de eenheid die in april 1945 Hitlers adelaarsnest in Berchtesgaden als eerste bereikt en inneemt5. V-mail 14 juni 1944
Na de basisopleiding volgt Robert de opleiding voor parachutist en ontvangt op 26 december 1942 zijn diploma en krijgt het officiële insigne ‘Parachute Wing‟ opgespeld. Maar het duurt nog bijna twee jaar, een periode van niet aflatende training, voordat hij daadwerkelijk met zijn E-compagnie aan oorlogshandelingen gaat deelnemen. Onder luitenant Dick Winters, commandant van het eerste peloton, maakt hij, inmiddels Private First Class, in de nacht van 6 juni zijn eerste sprong in oorlogsgebied tijdens de grote invasie in Normandië. De compagnie
neemt vervolgens deel aan diverse gevaarlijke acties en lijdt daarbij zware verliezen. Ook Robert komt er niet ‘zonder kleerscheuren’ af en raakt gewond. Wanneer precies en onder welke omstandigheden is niet bekend, wel staat hij als ‘Wounded in action’ vermeld op de roosterlijst van 30 juni 1944. Hij wordt overgebracht naar Engeland voor herstel. Vanuit het hospitaal schrijft hij per V-mail 6 aan zijn zuster Susan en haar echtgenoot John Klinkert (de naamsgelijkenis, Van Klinken en Klinkert, is wat verwarrend), dat hij slechts een vleeswond heeft en zij zich geen zorgen hoeven te maken: „Well Johnny, I got a piece of shrapnel in my arm so they sent me back to England. My arm is O.K. as it is just a flesh wound‟. Ook schrijft hij dat hij zo snel mogelijk terug wil om zich weer bij zijn compagnie te voegen. „You know Johnny, it‟s worse back here in the hospital than it is at the front. You get thinking about your buddies you lost over there and you can‟t do anything about it. Hope they can send me back soon so I can get another crack at them‟7. Toch duurt het nog zes weken voor hij 31
De Drijehornickels
september 2009
voldoende hersteld is. Op 12 september 1944 is hij volgens de roosterlijst weer ‘present for duty’.
Robert van Klinken
compagnie van Robert als onderdeel van het 506de Regiment moet in Son landen en heeft de veel omvattende opdracht de Sonse brug op de Duitsers te veroveren, vervolgens Eindhoven vanuit het Noorden te bevrijden en contact te maken met de Britse, Schotse en Ierse grondtroepen die vanuit het zuiden de stad moeten bevrijden. De operatie slaagt en op 18 september wordt Eindhoven bevrijd. Dit gedeelte van de beoogde corridor was tot stand gekomen. Het 506de regiment wordt in Tongelre gestationeerd om vandaar verdere acties te ondernemen.
De strijd in Nuenen Op 10 september krijgt de Britse veldmaarschalk Montgomery van de geallieerde opperbevelhebber Eisenhower toestemming om een door hem uitgedachte grote militaire operatie onder de codenaam Market Garden, ten uitvoer te brengen. Het plan behelst om met grond- en luchtlandingstroepen een doorgang (corridor) in het zuidelijk deel van bezet Nederland te forceren. Daarlangs, via de weg vanaf de Belgische grens naar Eindhoven, Son, Sint-Oedenrode, Veghel, Grave en zo verder naar Nijmegen en Arnhem, zou dan een grote legermacht kunnen doorstoten naar Duitsland voor de finale eindstrijd.
Het peloton van Winters krijgt opdracht om een verkenning uit te voeren aan de oostkant van de corridor. Voor de geallieerden is het van groot belang om de corridor open te houden en deze ook een zo breed mogelijke beveiliging te geven. Een eskadron Cromwell tanks van de Britse Hussars, vergezeld van de paratroopers van Winters, gaan op 19 september via Geldrop richting Helmond. Ze krijgen onderweg aanwijzingen dat de Duitsers een aanval voorbereiden en gaan terug naar Tongelre. Dit blijkt juist te zijn, want nog die zelfde dag trekt de Duitse 107 e Pantzerbrigade onder commando van majoor Von Maltzahn
De voorbereidingen voor Operatie Market Garden zijn juist in gang als Robert zich weer meldt bij zijn peloton in Engeland. Naast grondtroepen nemen drie luchtlandingsdivisies deel, waaronder de Amerikaanse 101ste Airborne Divisie. Zondag 17 september 1944 zouden de para’s van deze divisie in de omgeving van Best, Son, Sint-Oedenrode en Veghel af springen. De E-
32
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
Hoe dit gebeurde, is in de loop van de tijd in diverse publicaties al beschreven. Op basis van archiefdocumenten, interviews met direct of indirect betrokkenen of op andere wijze, hebben onderzoekers getracht een zo goed mogelijk beeld daarvan te geven. In grote lijnen komen de beschrijvingen met elkaar overeen, maar op details zijn er verschillen. Het is om vele redenen goed dat er degelijk historisch onderzoek plaats vindt, maar geen enkele versie zal exact weergeven hoe het gevecht in werkelijkheid is verlopen. Militaire documenten uit die tijd zijn formeel en beknopt. Voor de direct betrokken militairen, voor zover ze de oorlog hebben overleefd, is dit een van de vele gevechten in die oorlog geweest. Ook is het belangrijk te beseffen dat de menselijke herinnering sommige details van een gebeurtenis laat vervagen of, in tegenstelling daarmee, met onjuistheden kleurt.
Boerderij van Vink; rechts in de gevel de herdenkingssteen [foto Cees van Keulen] vanuit Venlo via Helmond door de Beekstraat, Nuenen binnen. Deze eenheid bezet met 33 Panthertanks, 12 Sturmgeschütze en 5 compagnieën volledig uitgeruste soldaten het dorp en grendelt alle toegangswegen af. De brigade moet zorgen dat de geallieerden bij Son worden verdreven en de corridor wordt geblokkeerd.
Enkelen van de aanwezigen op dat strijdtoneel, zijn de toen 25-jarige Gijs en de bijna 13-jarige Dirk, de zoons van het gezin Vink. Op sommige momenten zijn ze ook letterlijk ooggetuigen. Iedereen, met uitzondering van Gijs, is in de keuken als geallieerde tanks uit de richting Opwetten naderen. Gijs is in de schuur en heeft de gevechten door een raampje kunnen volgen. Dirk vertelde enkele jaren geleden aan Ton Slits wat er die dag gebeurde: “‟s Morgens vroeg al, zo‟n uur of zeven, hadden de Duitsers een tank verdekt opgesteld achter de huizen van onze buren. Die stonden zo‟n 175 meter bij ons vandaan, richting Opwetten. Achter de boerderij zaten Duitsers die de weg in de gaten hielden. Rond de middag hoorden we tanks aankomen vanuit Opwetten. Dat moesten geallieerden zijn, dachten we, want de Duitsers gaven via de veldradio de afstand van die tanks door. We konden het aftellen goed horen. De Duitsers lieten de eerste tank voorbij de huizen van de buren komen. Toen die al heel dicht bij onze boerderij was, werd er geschoten. Het was meteen raak. De Engelse tank stond stil. Bij een tweede inslag vloog de koepel eraf. Er ontplofte munitie en de tank vloog in brand. Even later werd een tweede Engelse tank geraakt. Daarna werd er nog flink gevochten.”
Op woensdag 20 september krijgt luitenant Winters met zijn peloton paratroopers opdracht om samen met zestien Shermann-tanks van het Britse 44ste Royal Tank Regiment, via Opwetten naar Nuenen te gaan, om de corridor vanuit die kant te beveiligen. Zij zijn niet op de hoogte van de aanwezigheid van de Duitse pantserbrigade in Nuenen. Het detachement vertrekt rond half tien uit Tongelre en bereikt net voor de middag, rond half twaalf, het dorp vlak bij de boerderij van de familie Vink aan de Eindhovenseweg. In de buurt van deze boerderij, inmiddels gesloopt bij de aanleg van de Vallestap, staat Duits artilleriegeschut verdekt opgesteld. De familie Vink is ondanks de aanwezigheid van de Duitsers niet gevlucht. Zij bevinden zich in de boerderij en maken het treffen met de eenheid van Winters ter plekke mee. In het vuurgevecht dat letterlijk onder de ogen van de familie plaats vindt, sneuvelen enkele soldaten, zowel aan geallieerde als aan Duitse zijde. Ook Robert van Klinken komt daarbij om het leven. 33
De Drijehornickels
september 2009
Ook Gijs vertelde wat hij in de schuur meemaakte: “Op een gegeven ogenblik vluchtte een Amerikaanse militair bij ons de schuur in. Hij was in zijn linkerschouder geraakt. Hij gaf mij een dolk en maakte mij duidelijk dat ik zijn mouw moest opensnijden. Hij had verband bij zich en wilde dat ik hem verbond. Het was verband dat je snel kon uitrollen en dat je dan door te strikken vast moest maken. Plotseling hoorde hij Duitsers het erf aan de achterkant opkomen. In paniek vluchtte hij tussen de roggeschoven die daar waren opgetast. De Amerikaan heeft de hele nacht in de schuur doorgebracht en werd ‟s anderendaags door een wagen van het Rode Kruis opgehaald. In de winter, bij het dorsen, zagen we nog sporen van bloed tussen de schoven. Toen een granaat ons huis raakte - later zagen we dat die een gat van een vierkante meter in de muur had geslagen - zijn we naar buiten gerend en hebben we ons in de droge sloot bij het huis verborgen. Tegen de avond werd het stil en zijn we weer naar binnen gegaan. Toen hebben we de nacht in de schuilkelder doorgebracht. Achteraf hoorden we dat er die dag drie Britten en twee Duitsers waren gesneuveld. De twee Duitsers lagen achter onze boerderij op het erf en zijn kort daarna door de Duitse terugtrekkende tankbemanning meegenomen.”
Robert van Klinken
Shermann-tank uitgeschakeld, waarbij geen slachtoffers vallen. De soldaten van de E- compagnie raken verwikkeld in een hevig grondgevecht met artillerie- en mitrailleurvuur. Op een bepaald moment ondernemen vier soldaten, David Webster, Donald Hoobler, Roy Cobb en Robert van Klinken een actie. Zij stormen door een heg om een stelling te bereiken vanwaar ze een Duitse tank zouden kunnen uitschakelen. Robert wordt getroffen door een vuurstoot van een mitrailleur en raakt zwaar gewond. Hij kan nog door Hoobler worden teruggesleept. Later op die dag overlijdt Robert van Klinken in het bijzijn van David Webster aan zijn verwondingen. De eenheid onder leiding van luitenant Winters wordt gedwongen zich terug te trekken. Na het invallen van de duisternis gaan ze terug naar het kamp in Tongelre. In totaal zijn bij de actie zes soldaten omgekomen: de twee Britten van de tankbemanning en van de Easy Compagnie behalve Robert van Klinken, ook nog William Miller, Vernon Menze en James Miller. Daarnaast zijn er negen soldaten zwaar gewond geraakt. En Nuenen is nog steeds in handen van de Duitsers. Een Amerikaan van Nederlandse afkomst Dankzij de intensieve naspeuringen die Johan van Klinken deed om alle families Van Klinken en naamgenoten in kaart te brengen10, weten we iets over de afkomst van Robert. Ongeveer 30 jaar voordat Robert wordt geboren, emigreert zijn grootvader met zijn gezin vanuit het Groningse Vlagtwedde naar Amerika. Het is niet helemaal zeker wanneer dat was, maar vermoedelijk in het jaar 1889. De emigranten zijn Johannes van Klinken (geb. 1850), zijn vrouw Zwaantje Middelveen (geb. 1855) en hun vier kinderen Albert (geb. 1878), Wolter (geb. 1880), de latere vader van Robert, Geert (geb. 1883) en Herman (geb. 1887). Johannes van Klinken werkt tot de emigratie in Groningen als arbeider in verschillende veen- en ontginningsgebieden. Het gezin is gewend om van het ene gebied naar het andere te trekken. Dat hoort bij het veenwerk. Dit en het feit dat zo’n tien jaar eerder al familie naar Amerika was geëmigreerd, maakt de beslissing om naar Ame-
Kapotgeschoten Shermann-tank aan de toenmalige Eindhovenseweg Later zijn meer details bekend geworden. Volgens het dagrapport van het 506de Regiment8 blijkt dat de leidende Shermann-tank om 12.14 uur meerdere keren geraakt wordt door artilleriegranaten en volledig wordt verwoest. Drie mannen, waaronder Danny Blair9, van de vijfkoppige Engelse bemanning weten te ontkomen, maar twee anderen worden hierbij gedood. Het zijn de korporaal Ralph Stothard en soldaat Basil Nicholls. Enige tijd later wordt een tweede 34
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
rika te verhuizen misschien wat gemakkelijker. Ze gaan waarschijnlijk via New York eerst naar Texas, maar vestigen zich definitief als pioniers in het gebied van de Rocky Mountains in de staat Washington. Daar, in Loomis, niet ver van de grens met Canada, in een ruig maar paradijselijk landschap, werken ze afhankelijk van de mogelijkheden in de land-, bos- en mijnbouw. Het echtpaar krijgt in totaal tien kinderen, zeven jongens en drie meisjes.
dat die soldaat Robert van Klinken is geweest. Die niet ongevaarlijke klus zal om een getraind en doortastend iemand als van de E-compagnie gevraagd hebben, en het valt te betwijfelen of er onder alle Amerikanen die toen in of nabij Eindhoven opereerden naast Robert nog één Gronings sprekende militair was. Zijn Gronings zal beter zijn geweest dan zijn Nederlands, want zoals bij veel geëmigreerde families zullen bij hem thuis in Amerika de huiskamergesprekken nog lange tijd in het Groninger dialect gevoerd zijn.”
Wolter trouwt in 1916 met Cora VanderCreek, ook van Nederlandse afkomst, die eveneens met haar ouders vanuit Texas naar de staat Washington zijn getrokken. Hun eerste zoon Robert wordt geboren op 31 oktober 1919 in Loomis. Ze krijgen nog een dochter Susan Jane (geb. 1922) en een zoon Gene (geb. 1934). Het gezin van Wolter en Cora verhuist van Loomis naar het nabij gelegen Twisp waar Robert acht jaar basisschool en drie jaar middelbare school volgt. Zowel Loomis als Twisp staan bekend om de mijnindustrie en Robert begint zijn werkend bestaan dan ook in de mijnen. Na enige tijd besluit hij om automonteur te worden. Hij werkt dan vanaf 1937 in vaste dienst als automonteur voor 35 dollar per week, tot hij in augustus 1942 zijn militaire dienstplicht moet vervullen. De Verenigde Staten zijn dan al sinds december 1941 betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Zo komt Robert van Klinken via de invasie op 6 juni 1944 in Normandië en de dropping in Son, uiteindelijk in Eindhoven en omgeving terecht. Voordat hij zijn laatste en voor hem fatale gevecht in Nuenen ingaat, is er een gebeurtenis in Eindhoven, waarbij Robert misschien wel betrokken is geweest. Bij een interview in het kader van het genealogisch onderzoek naar de families Van Klinken, herinnert een Nederlander, Jacob van Klinken (geb. 1922) zich, dat hij bij de bevrijding in 1944 een Amerikaanse soldaat iets in een Nederlands dialect hoort zeggen. Hier volgt de letterlijke tekst uit de genoemde genealogie. ” (JvK, red.) ... vertelde dat er bij de bevrijding van Eindhoven toen de Amerikanen al waren gearriveerd, nog geschoten werd vanuit een derde verdieping van een Philipsgebouw. Wat te doen? Een Amerikaans soldaat zei toen in onvervalst Gronings: „Wacht mor eevms. Wie hoaln heur der wel oet‟. En dat gebeurde; het handjevol Duitsers op die verdieping gaf zich meteen over. Daar achteraf over nadenkend moet je toch welhaast aannemen
Ton Slits noemt het onwaarschijnlijk dat deze Jacob van Klinken in de chaotische drukte van de bevrijding, bewust of onbewust, oog in oog heeft gestaan met een hem onbekende naamsverwant uit Amerika. Dat er toen overigens Van Klinkens in Eindhoven woonden, is wel verklaarbaar. In de veenkoloniën was sinds 1840 een belangrijke glasindustrie ontstaan, die vakspecialisten voortbracht. Philips heeft veel werknemers uit de noordelijke provincies aangetrokken, waaronder glasblazers voor de lampenproductie. De nagedachtenis aan Robert van Klinken De naam Robert van Klinken is te vinden op de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten. Een kruis in vak C, rij 8, kruisnummer 32.
Het graf van Robert van Klinken 35
De Drijehornickels
september 2009
Te midden van 8301 grafstenen van andere militairen die daar hun definitieve rustplaats hebben gekregen11. Aanvankelijk krijgt Robert een tijdelijk graf, op een terrein in Son, achter de boerderij Waterhoef. Daar leggen de Amerikanen een begraafplaats12 aan voor de gesneuvelden van Operatie Market Garden.
Robert van Klinken
27 januari 1945. Taylor geeft daarin aan dat nadere details over de omstandigheden van zijn dood en begrafenis later gegeven zullen worden via Roberts onderdeel, het eerste peloton van de E-compagnie. Althans, zo wordt er aan toegevoegd, voor zover de regels van de militaire censuur dat toelaten. Maar ook hij benadrukt de dapperheid van Roberts actie. Hoe en òf de familie later nog details heeft gekregen, is helaas niet bekend. De inmiddels tot majoor bevorderde Dick Winters, de pelotonscommandant van Robert tijdens het gebeuren in Nuenen op 20 september 1944, beantwoordt op 3 februari 2003 een brief van Charles T. Borg, waarin deze een aantal vragen stelt over Robert en de gebeurtenissen in Nuenen. Charles (bijnaam Chuck) Borg is luitenantkolonel b.d. van het Amerikaanse leger. Zijn ouders en de ouders van Robert waren met elkaar bevriend. Borg zelf was toen nog maar een kind en heeft Robert niet gekend. Later is hij in contact gekomen met Roberts familie en eveneens bevriend geraakt. Borg tracht gegevens over Roberts oorlogsverleden te achterhalen en onderneemt allerlei activiteiten om de nagedachtenis aan Robert van Klinken levend te houden. Winters bevestigt in zijn antwoord aan Borg dat in het boek Band of Brothers de omstandigheden van het gevecht in Nuenen precies zo zijn weergegeven zoals hij het zich herinnert. Hij besluit zijn brief aan Borg met „I hope this has been some help to you on your research on Robert van Klinken - a very good man!‟. Het is ook Charles Borg die het initiatief neemt om een flagfolding ceremony13 te houden.
Tijdelijke militaire begraafplaats bij Wolfswinkel in Son De strijd in Brabant gaat in alle hevigheid door en pas via een brief van 20 december 1944, wordt de familie van Robert in kennis gesteld van zijn overlijden. Kolonel R.F. Sink, de commandant van het 506de Regiment bericht kort en zakelijk hoe Robert is gesneuveld. „Tijdens een aanval van zijn compagnie stormde hij naar voren zonder acht te slaan op het vijandelijke vuur. Hij dekte met constant vuren het optrekken van zijn peloton terwijl de vijand hem uit zijn positie trachtte te verdrijven. Uiteindelijk werd hij gedood door vijandelijk mitrailleurvuur.‟ Kolonel Sink besluit zijn brief met de woorden, „Het was een groot verlies voor ons. Ik ben ervan overtuigd dat u trots zult zijn op hetgeen hij gedaan heeft en ook trots op het feit dat hij door zijn gehele peloton hoogst gewaardeerd werd.‟ De brief wordt gericht aan John Klinkert, de echtgenoot van Susan, Roberts zuster. John, als zwager, is kennelijk de contactpersoon voor Robert aan het thuisfront. Het is een formele brief in formele bewoordingen. Het is de plicht van iedere commandant van een legeronderdeel om de familie zo snel mogelijk op de hoogte te brengen. Maar onder oorlogsomstandigheden is het begrijpelijk dat dit niet altijd direct gebeurt. Ook kan een dergelijke brief niet echt persoonlijk zijn. Dat blijkt ook uit een volgend schrijven van generaal Maxwell D. Taylor, de hoogste commandant van de 101ste Airborne Divisie, van
Flagfolding ceremony met Charles Borg 36
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
Na de oorlog werd de Amerikaanse vlag met 48 sterren die de kist bedekte, naar Roberts moeder gezonden14. Dezelfde vlag wordt op 15 mei 2005 in Fort Richardson in Alaska als bijzonder eerbetoon aan Robert van Klinken ceremonieel gevouwen door een erewacht van het 1ste bataljon van het 501ste Regiment. Robert van Klinken wordt nog jaarlijks herdacht, samen met de 10.000 andere Amerikaanse militairen die op de begraafplaats in Margraten15 zijn begraven of waarvan de namen zijn vermeld als vermisten. Het zijn onder andere de mannen die sneuvelden tijdens de luchtlandings- en grondoperaties van Market Garden. Deze herdenking, Memorial Day, vindt altijd plaats op de laatste zondag van mei. Dit in aanwezigheid van tal van hoogwaardigheidsbekleders uit binnen- en buitenland. Tijdens de plechtigheid worden er kransen gelegd rond het Ereplein en brengen straaljagers een saluut door over te vliegen in de zogenaamde ‘Missing Man’ formatie. Namens de Vereniging van Airbornevrienden heeft Ton Slits in mei 2009 een krans gelegd.
Herdenkingsplaquette van de Easy-compagnie aan de Europalaan te Nuenen denkingsmonument ‘Wederopstanding is bevrijding’. Dit monument staat in de onmiddellijke omgeving waar Robert op 20 september 1944 het leven verloor.
Kranslegging door Ton Slits, Memorial Day, Margraten 2009 (foto Peter van de Wal) Deze vereniging legt ook jaarlijks, op de bevrijdingsdag van Nuenen op 21 september, een krans bij de herdenkingsplaquette van de Easycompagnie van het 101ste Airborne Divisie aan de Europalaan in Nuenen. Deze plaquette, waarop de naam van Robert van Klinken als een van de gesneuvelde paratroopers is vermeld, maakt onderdeel uit van het gemeentelijke her-
Met dank aan drs. A.M.M. Slits, die met zijn onderzoek, waarbij hij veel gegevens inclusief foto’s en andere documenten bijeenbracht, de soldaat Robert van Klinken en in hem alle bevrijders van Eindhoven en omgeving eert.
37
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
Postuum zijn aan Robert van Klinken zeven officiele militaire onderscheidingen toegekend, waaronder twee Franse en een Nederlandse en voorts nog tien herdenkingsmedailles. De Nederlandse onderscheiding werd Robert toegekend op 3 juli 200316. Deze onderscheiding, een oranjekleurig schouderkoord, is bedoeld als een blijvende herinnering aan diegenen die hebben deelgenomen aan de heldhaftige acties tijdens WO II in Nederland. De shadowbox met de onderscheidingen van Robert De militaire Amerikaanse onderscheidingen zijn: Bronze star with V: voor de actie waarin hij in Nuenen is gesneuveld. De V staat voor Valour (dapperheid) Purple Heart with Oakleaf Cluster (2nd award): één voor de verwondingen in Normandië en één voor de actie in Nuenen European-African-Middle Eastern Campaign with Bronze Arrow Head en 2 Bronze Stars: voor de parachutesprongen respectievelijk de veldslagen in Normandie (D-day) en Nederland (Market Garden) Victory Medal of World War II with Bronze Star: voor deelname in de gevechten van WO II Presidential Unit Citation Medal: onderscheiding verleent aan het regiment waartoe Robert behoorde Theater of Operations Medal with 2 Bronze arrow heads: voor de parachute aanvallen in Normandië en Nederland Good Conduct Medal De Franse onderscheidingen zijn: Croix de Guerre met Palm Fourragere: een onderscheiding voor het regiment van Robert De Nederlandse onderscheiding is: het Oranje Lanyard van het Koninklijke Nederlandse leger voor deelname aan Operatie Market Garden. De Amerikaanse vlag is na de flagfolding ceremony in 2005, samen met de shadowbox aan Roberts achternicht Gariann (geboren 1972) overhandigd. Gariann is de kleindochter van Roberts zuster Susan. 39
De Drijehornickels
september 2009
Robert van Klinken
Noten 1 2
3 4
5
6
Brief van 14 juni 1944 aan Susan, Roberts zuster en John Klinkert, zijn zwager. 8 War Diary, September 1944, sheet 22. 9 ‘Oorlogsveteraan keert na 44 jaar terug in Nuenen’, artikel in Eindhovens Dagblad, 1988. 10 Van Klinken, Families en Naamgenoten, Een genealogie van de Stichting Families van Klinken, samengesteld door Johan van Klinken, ISBN 978-90-812225-1-8, 2007 11 Robert van Klinken is vermeld in de brief van 7 maart 1984 van Netherlands American Military Cemetry and Memorial (Margraten) waarin een lijstje van in of nabij Nuenen gesneuvelde soldaten op 20 september 1944. 12 Deze begraafplaats heeft tot 1948 bestaan. Daarna zijn de lichamen overgebracht naar de Amerikaanse militaire begraafplaats Margraten. 13 Een flagfolding ceremony is een plechtigheid waarbij de Amerikaanse vlag volgens een nauwkeurig voorgeschreven ritueel in 12 stappen wordt gevouwen. Kort gezegd wordt via dit ritueel op symbolische wijze eer betoond aan waarden die in de Amerikaanse maatschappij hoog staan aangeschreven. De derde vouw staat voor het eren en herinneren van een militair die zijn leven gegeven heeft voor de verdediging van zijn land om de vrede in de wereld te bewaren. 14 Roberts vader, Wolter van Klinken, was in 1943 overleden. 15 In het Limburgse Margraten bevindt zich de enige Amerikaanse militaire begraafplaats in Nederland. 16 Brief van 3 juli 2003 van de ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in Washington DC aan luitenantkolonel b.d. Charles T. Borg. 7
Nu is dat de Europalaan nabij de kruising met Parkstraat en Vallestap. Deze vereniging, opgericht in 1963, stelt zich tot doel om de sinds de oorlog ontstane goede verstandhouding met de bevrijders van Eindhoven, met name de Amerikaanse 101ste Airborne divisie, te bewaren en te bevorderen. Deze vereniging helpt haar leden bij het onderhouden van contacten met deze oud-strijders, door het bieden van gastvrijheid aan de Airborne-veteranen die naar Nederland komen en het organiseren van goodwillreizen naar Amerika. Rond de Linde, 22 september 2005, 21 september 2006, 20 september 2007 en De Wanowan, juni 2008. Report of Physical Examination and Induction, 27th July 1942, Chelan County, Court House, Wenatchee, Washington. De geschiedenis en de rol van de Easy Company in WO II is uitgebreid beschreven in het boek Band of Brothers (1992) van Stephen Ambrose. Deze geschiedenis is later vooral algemeen bekend geworden door de gelijknamige 10-delige TV-serie die Steven Spielberg en Tom Hanks in 2001 maakten. De serie is gebaseerd op het boek van Ambrose, maar is beduidend minder waarheidsgetrouw dan het boek. V-mail was een in WO II ontwikkelde techniek voor luchtpost. Brieven, geschreven op standaardformulieren, werden op microfilm gezet en per vliegtuig verzonden. Op het dichtst bijzijnde postcentrum werden ze weer geprint voor distributie naar de geadresseerden. Behalve tijdwinst reduceerde V-mail het volume van post met 98% ten gunste van militaire goederen.
39
De Drijehornickels
september 2009
Luchtoorlog boven Nuenen
LUCHTOORLOG BOVEN NUENEN door Foppe de Lang Piet Roijakkers was op maandag 31 januari 1944 ‘in de hei’, nu het gebied ten zuiden van de Prinsenweier, bezig met het uitspreiden van mest. Boven zijn hoofd was een luchtgevecht tussen Duitse en geallieerde jachtvliegtuigen aan de gang. Nadat hij eerst een oude mevrouw, die hout aan het sprokkelen was en bang was geworden, naar huis gebracht had, ging hij terug naar het veld. Het gevecht boven zijn hoofd werd steeds heviger en hij besloot achter een mesthoop te schuilen. Dat mocht niet baten. Hij werd getroffen in zijn rechter arm, zijde, heup en been. Hij strompelde naar de boerderij van Smits aan de Beekstraat, waarbij hij over de Prinsche Waterloop (de Hooidonkse Beek) is gesprongen. Dokter Wolters sr. verleende eerste hulp en liet hem per ambulance naar het Binnenziekenhuis aan de Vestdijk in Eindhoven brengen. Dit verhaal van de nu 83-jarige gildebroeder van het Sint-Annagilde Nuenen–Dorp maakte op mij een grote indruk en ik besloot hier iets meer van te achterhalen. Het bleef niet bij deze ene gebeurtenis maar leidde tot een veel uitgebreider beeld over wat zich boven onze gemeente in de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld. Uiteindelijk moeten we vaststellen dat in de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten 18 geallieerde bemanningsleden hun leven gaven voor onze vrijheid. Zeker acht en mogelijk elf bemanningsleden werden in onze gemeente krijgsgevangen genomen. Een eenzame Pool Op 28 augustus 1942 omstreeks half twee in de nacht zagen wachtmeester Karel Schiltmans en marechaussee opsporingsambtenaar Franciscus Derks dat er ten zuiden van de H. Lambertuskerk te Nederwetten in een weide langs de weg Nederwetten–Woensel een valscherm daalde. Bij nader onderzoek vonden ze in het weiland een geopende parachute, een gordel, een vliegerkap en een dameskous, vermoedelijk afkomstig van een daar gelande parachutist. Wat de bedoeling van die dameskous was, is onduidelijk. Mogelijk een souvenir van zijn vrouw of vriendin. Van Duitsers is bekend dat deze dameskousen bij zich hadden als ’Liebesgabe’.
een zwemband aangetroffen. De parachute waar de piloot op lag, vertoonde verschillende bloedvlekken. Bij fouillering werden op hem geldswaardige papieren aangetroffen. Ook bleek uit de papieren dat het hier ging om de Poolse Flight Lieutenant Antonie Władysław Kiewnarski, geboren op 26 januari 1899 in Moskou. Na een voorlopige medische behandeling door dokter Slijffers uit Nuenen liet deze de gewonde man per brancard naar het St. Elisabethsgesticht (nu Het Klooster) brengen. Daar werd hij onder bewaking van de marechaussee gesteld. Kiewnarski behoorde tot de bemanning van een Wellington bommenwerper die deel uitmaakte
Op diezelfde dag omstreeks acht uur ‘s morgens troffen wachtmeester van de marechaussee Jacob Boluijt en Gijsbertus Damen, gemeenteveldwachter en tevens onbezoldigd rijksveldwachter, in de rand van het populierenbos van Raessens langs de weg Nuenen-Nederwetten, een onbekend in donkerblauw uniform gekleed manspersoon aan. Deze was gewond aan zijn gezicht en linkerhand en hij had zijn enkel gebroken. Verder werd een openingsparachuutje, een gordel, een gelaatsstuk met slang en koppeling van vermoedelijk een zuurstofapparaat en
Flight Lt. Antonie Władysław Kiewnarski 40
De Drijehornickels
september 2009
van een Poolse bommenwerper eenheid van de RAF: het 305 (Wielkopolska) Squadron Royal Air Force, Ziemia Wielpolska (Land van GrootPolen). Deze Wellington was 27 augustus 1942 om 20.45 uur van Hernswell, Lincolnshire, vertrokken om de Henschel vliegtuigfabrieken in Kassel te bombarderen, maar het doel werd niet bereikt en ze vlogen toen naar Münster. Na beschoten te zijn door een nachtjager waren ze rond middernacht boven Eindhoven gedwongen uit het vliegtuig te springen. Dit lukte aan Kiewnarski, de navigator, en frontschutter Sgt. Frankowski. Het vliegtuig stortte in die nacht van 27 op 28 augustus rond half een neer op de huizen van Woenselsestraat 105 tot 111 in Eindhoven. Hierbij kwam een aantal burgers om het leven waaronder Petrus van Liempt, geb. 17-08-1883, Wilhelmina van Liempt-Terheijden, geb. 06-091886 en hun kinderen Catharina, geb. 17-101911 en Maria, geb. 13-10-1919. Ze woonden op Woenselsestraat 105. De nog aan boord zijnde bemanningsleden eerste piloot Kpl. Jan Pytlak, schutter Sgt. Jozef Janik en marconist Sgt. Feliks Gawlak vonden bij de crash de dood. Ze zijn begraven op de begraafplaats De Oude Toren te Woensel.
Luchtoorlog boven Nuenen
Vliegtuigcrash in de Pastoorsmast Op 29 juni 1943 stortte rond drie uur ‘s nachts een Lancaster bommenwerper neer in de Pastoorsmast. Deze Lancaster behoorde tot het 44 (Rhodesia) Squadron van de RAF, dat gelegerd was op Dunholme Lodge. Hij werd neergeschoten door Oberst Gűnter Radusch.
Oberst Gűnter Radusch In de nacht van 28 op 29 juni waren 608 vliegtuigen opgestegen met als doel Keulen. Hiervan keerden 25 toestellen niet terug; deze Lancaster was er een van. Het vliegtuig stortte neer ter hoogte van de huidige kruising Helmondweg–Smits van Oyenlaan. Een van de motoren met propeller van dit toestel kwam langs de Eeneindseweg (nu Lyndakkers) neer.
Sgt. Frankowski bereikte via Boxtel en langs de Beerze de Belgische grens. Via Achel, Hasselt, Rijkel, St.Truiden en het Meerdaalbos kwam hij in contact met een verzetsorganisatie, zodat hij uiteindelijk op 25 oktober 1942, via Frankrijk en Spanje, Engeland bereikte. Kiewnarski werd gevangen gehouden in Hirschberg Stalag III1. Hij wist samen met 75 anderen via de tunnel ’Harry’ te ontsnappen. Hitler beval ze allemaal op te sporen en neer te schieten, maar hij werd door Hermann Goering overgehaald het aantal tot 50 te beperken. Op of omstreeks 26 maart 1944 werden ze op het politiebureau in Hirschberg verhoord en vervolgens overgebracht naar de burgergevangenis in die stad. Op de ochtend van 29 maart werd een aantal van hen, waaronder Kiewnarski, met onbekende bestemming weggevoerd. Van hem werd niets meer gehoord of gezien tot op 31 maart 1944 de urn met zijn naam aankwam in het Stalag met als datum 30 maart 1944. Hij was gefusilleerd door Lux van de Gestapo in Breslau. Kiewnarski is bijgezet op de Old Garrison Cemetery in Poznan.
De bemanning bestond uit: Sgt. Charles Vernon Leslie Hulbert, piloot. Sgt. Dennis Mansell Lewis, boordwerktuigkundige, zoon van William Henry en Florence Alterton Lewis uit Shrewsbury, Shropshire. Sgt. Joshua Alan Sykes, navigator. Sgt. Arthur Tooth, navigator, zoon van William en Sarah Tooth uit Upton, Yorkshire en echtgenoot van Edith May Tooth uit South Kirby, Yorkshire. Sgt. Thomas Rees Jones, marconist en schutter, zoon van Thomas en Emma Worthing Jones uit Haedo F.C.N.F.D., Sarmiento, Buenos Aires, Argentinië. Sgt. George Albert Denney, schutter. Flight Sgt. Partrick James Galligan RAAF, schutter, zoon van John Patrick and Emma Theresa Galligan uit Cloncurry, Queensland, Australia. Deze zes Engelsen en de Australiër zijn begraven op de begraafplaats De Oude Toren te Woensel. 41
De Drijehornickels
september 2009
Neergestort Duits vliegtuig Tijdens de terugkeer van een missie naar Hull stortte in de nacht van 13 op 14 juli 1943 een Duitse Dornier neer langs de zandweg de Voort op het weiland van de familie Smits. Flight Officer Smart van het 605de Squadron had met zijn Mosquito het vliegtuig achtervolgd en neergeschoten. De piloot van de Dornier was Unteroffizier (Uffz.) Hauck. De bemanning sprong vóór het neerstorten uit het vliegtuig. Twee van hen kwamen met hun parachute neer op de begraafplaats achter de H. Clemenskerk te Nuenen en werden in de omgeving van de kerk aangetroffen. Een derde lid van de bemanning voegde zich even later bij hen. Het vierde lid van de bemanning bleek met zijn parachute terecht te zijn gekomen in een populierenbos gelegen langs de Broekdijk. Uffz. Paul Kuss en Uffz. Herbert Klop waren lichtgewond, waarvan een ter hoogte van zijn oog. Eerste hulp werd verleend door een lid van de geneeskundige dienst van de luchtbeschermingsdienst van Nuenen. Ook dokter Wolters uit Nuenen, hoofd van deze dienst, stelde zich op de hoogte. De bemanningsleden werden tijdelijk ondergebracht bij L.A. de Rooij, eveneens lid van de geneeskundige dienst. Rond vijf uur in de morgen werden ze per auto opgehaald door Duitse officieren. Het terrein, waarop het vliegtuig lag, werd door de marechaussee afgezet en bewaakt. Op 13 juli omstreeks 13.00 uur is de bewaking overgenomen door personeel van de Fliegerhorst Welschap te Eindhoven.
Luchtoorlog boven Nuenen
De omgekomen bemanningsleden waren: Flight Sgt. Gwynfryn Jones, 23 jaar, zoon van William en Susan Jones uit Rhymney, Monmouthshire. Sgt. Joseph Ballard Lamont, navigator, 23 jaar, zoon van Joseph Ballard Lamont en Margaret Reid Lamont uit Aberdeen. Sgt. Howard Hadfield, bomrichter, 23 jaar, zoon van Harry en Helen Hadfield, echtgenoot van Winifred Ilona Hadfield uit Cleveleys, Lancashire. Sgt. John McLauchlin, marconist/schutter, 29 jaar, zoon van John McLauchlan en Margaret Learmonth uit Peebles, echtgenoot van Agnes Brodie McLaughlan uit Peebles. Flight Sgt. Joseph Roderick Gerald McDonald uit Kindersley, Saskatchewan, Canada. Zij zijn op de begraafplaats De Oude Toren te Woensel begraven. Krijgsgevangenen in het Nuenens Broek In ‘Nuenense herinneringen’2 staat vermeld: 20-10-1943. De Studiegroep vermeldt dat de Duitse stad Dűren wordt aangevallen door 382 Amerikaanse bommenwerpers. Op de terugweg kwam een B-17 Fortress in het Nuenense Broek neer. De vier bemanningsleden overleefden de crash, maar werden wel krijgsgevangen gemaakt. Dit verhaal klopt volgens mij niet: - De Studiegroep Luchtoorlog (SGLO)3 geeft in de verlieslijsten van 1943 geen B-17 in Nuenen. - Ik kan geen enkele andere bron vinden, waarin deze crash wordt gemeld. - Een bemanning van vier personen is wel erg klein voor een B-17. - Er zijn in het Nuenense Broek nooit resten van een B-17 gevonden.
Een Sterling stort neer in Lieshout Squadron 620 van de RAF, waartoe deze Sterling bommenwerper behoorde, was gestationeerd op Chedburgh, Suffolk. In de nacht van 25 op 26 juli 1943 vlogen zij een missie met als doel Essen. Deze bommenwerper, de EE 906, werd beschoten door een jachtvliegtuig gevlogen door Major Sreib, die bekend stond als de vader van de Duitse nachtjagers. De Sterling stortte neer in het weiland van de familie Bekx bij Achterbosch, op korte afstand van de gemeentegrens met Nuenen. Van de zeven bemanningsleden kwamen er bij de crash vijf om het leven. Twee bemanningsleden Sgt. C .H. Mutton en Sgt. J. Daly, redden zich per parachute en werden krijgsgevangen genomen.
Wel meldt SGLO op die datum een neergestorte B-17 in Eerde gemeente Veghel. Verder vond ik op internet.4 Op die datum, in de namiddag, werd een Amerikaanse bommenwerper B 17 aangevallen door een Focke Wulf 190 met als vlieger Uffz. Zinkl. Deze Fw werd daarna aangevallen door een geallieerde jager welke de Fw zodanig beschadigde dat deze jager te Boekel (NB) neerstortte de vlieger had het toestel met zijn parachute verlaten en kwam eveneens praktisch ongedeerd te Boekel neer. De door de Fw aangevallen B17 stortte neer in Eerde, gemeente Veghel. Ik was ooggetuige van het luchtgevecht tussen de twee jagers. 42
De Drijehornickels
september 2009
Het lijkt me zeer waarschijnlijk, daar hier geen andere mogelijkheid voorhanden is, dat de vier in Nuenen gevangen genomen bemanningsleden behoorden tot de bemanning van de in Eerde neergestorte B-17.
Luchtoorlog boven Nuenen
Flight Sgt. H.C. Shepherd, piloot, ontsnapte eerst maar werd op 26 januari 1944 in Brussel gevangen genomen. Tot 22 maart 1944 zat hij in de gevangenis St. Gilles, daarna werd hij geïnterneerd in Stalag Luft 357. Sgt. J.M.C. Walker, krijgsgevangen. Flight Off. Knight, krijgsgevangen. Flight Sgt. MacGillivary, RCAF, bomrichter, ontsnapt. Sgt. S. J. Stevens, krijgsgevangen. Sgt. N.H. Mitchie, ontsnapt. Flight Sgt. S. Munns, schutter, ontsnapt.
Halifax neergestort op Olen De exacte locatie is niet bekend, zodat het vliegtuig zowel binnen de gemeente Nuenen c.a. als binnen de gemeente Son en Breugel neergestort kan zijn. Het vliegtuig behoorde tot de Royal Canadian Air Force (RCAF), squadron 428. Het was op 19 november 1943 om 16.06 vertrokken van Middleton, St. George bij Darlington, Yorkshire voor een aanval op Leverkusen. Op de terugtocht raakte het vliegtuig uit de koers en verliet zo de grote stroom bommenwerpers. Ze waren nu op zichzelf aangewezen en vlogen waarschijnlijk over de sterk verdedigde stad Aken. Een vliegtuig alleen was een gemakkelijke prooi voor de Duitse afweerkanonnen. Veel lichtflitsen en rookpluimen verschenen dus rond het vliegtuig. Ook werden veel inslagen gehoord. De piloot vroeg via de boordradio of de roeren nog op hun plaats zaten; hij had er namelijk geen controle meer over. Deze waren er nog, maar waarschijnlijk waren de bedieningsdraden stuk. Een bommenwerper kan niet landen zonder controle over zijn roeren en vroeg of laat moest het vliegtuig verlaten worden. Toen de piloot dacht dat hij de Nederlandse grens gepasseerd was, gaf hij bevel om te springen omdat ze toen nog voldoende hoogte hadden.
Flight sgt. MacGillivary Het verlaten van het vliegtuig door Stanley Munns, geboren op 15 augustus 1924, ging moeizaam. De koorden van de parachute waren verward in de bedieningskabels van het vliegtuig. Ook klemde de deur. Op het laatste moment lukte het openen door er met de onderarm stevig tegenaan te drukken. De parachutedraden haakten aan het harnas, zodat de parachute misschien niet open zou gaan. Het ging echter goed en toen de parachute zich opende, werd de lucht verlicht door een lichtflits van de explosie op het moment dat het vliegtuig de grond raakte. Hij ontsnapte dus net op tijd en maakte een perfecte landing. Munns gaf als landingsgebied Nuenen op. Na vijf en een halve week passeerde hij op 28 december 1943 de Pyreneeën. Het was de 85ste passage die door Comète via les Pyrénées was georganiseerd. Op 10 januari 1944 arriveerde hij in Gibraltar en hij kwam op 14 januari 1944 per vliegtuig aan in Whitechurch, Engeland.
De bemanning van dit vliegtuig bracht het er redelijk vanaf. Ze bestond uit:
Flight sergeant Donald Keith MacGillivary, geboren op 15 september 1921, uit Niagara Falls, Ontario, Canada gaf als landingsplaats noordwest van vliegbasis Eindhoven op. Hij landde in een heg. Op 3 januari 1944 ’s avonds passeerde hij de Spaanse grens bij Ustaritz. Het was de
Flight Sgt. S. Munns 43
De Drijehornickels
september 2009
87ste passage georganiseerd door Comète via les Pyrénées. Hij arriveerde op 11 januari 1944 in Gibraltar, waar hij zijn medebemanningslid Munns ontmoette en samen met hem naar Engeland terugreisde. Sgt. Norman H. Mitchie verbleef tot de bevrijding in een onderduikerskamp in Walcourt.
Luchtoorlog boven Nuenen
loot hiervan was de 1e Lt. Delorn L. Steiner, afkomstig uit Black Wolf, Kansas. Door een vraag te plaatsen op een Amerikaanse website ontstond er na ongeveer een jaar contact met een neef en een nicht van deze piloot. Hierbij bleek dat de familie niets over het verloop kende. Ze dachten zelfs dat hij nog enkele weken geleefd had na het neerstorten van zijn toestel. Delorn was de kleinzoon van een immigrant uit Tsjechië die getrouwd was met een Russische vrouw. Ze hadden zich als graanboeren in Black Wolf, Kansas, gevestigd. Black Wolf is nu een ’ghost town’ met één inwoner en een graansilo. In de Tweede Wereldoorlog had het zelfs een treinstation. Delorn had twee broers bij de United States Army Air Force: • Everett, geboren in 1920, was piloot op een B29. Later werd hij commandant van een F-86 squadron jachtvliegtuigen op Stewert Airforce Base, NY, en adviseur van het Pentagon. Hij bombardeerde onder andere de Ploesti olievelden in Roemenië, die zeer belangrijk waren voor de brandstofvoorziening van het Duitse leger. Later, tijdens proefvluchten voor de atoombom, vloog hij in de Pacific. Hij leeft nog als gepensioneerd kolonel en woont in Hendersonville, North Carolina. • Clayton C., geboren in 1925 en overleden in 2001, buikschutter in een B-17 bommenwerper die meedeed aan missies in Oostenrijk en Zuid Duitsland. De oorlog eindigde voor hem in Foggia, Italië.
Luchtgevecht boven Nuenen Op 31 januari 1944 vond een groot luchtgevecht plaats boven Brabant en Midden Limburg, globaal tussen Gilze-Rijen en Venlo en vooral langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo. Dit is ook het luchtgevecht waarbij Piet Roijakkers ernstig werd gewond. Bij dit luchtgevecht zijn twee Amerikaanse jagers op het grondgebied van de gemeente Nuenen neergestort. Het betreft twee Lockheed P38J Ligtnings behorend tot het U.S. Army Air Corps en wel tot de 55 Fighter Group en hiervan het 38ste Fighter squadron. Deze waren sinds 1943 gelegerd in Nuthampstead op ca. 25 kilometer ten noorden van London. De Lockheed P38J Ligtning is door de Amerikanen ontwikkeld uit het Nederlandse Fokker G1 jachtvliegtuig. Ze worden in het Nederlands ’dubbelstaarten’ genoemd. Uit verklaringen van ooggetuigen blijkt dat het luchtgevecht diepe indruk heeft gemaakt. Maar zoals sommigen zeggen, is het na 64 jaar moeilijk onderscheid te maken tussen wat men precies heeft gezien en wat men er later over heeft gehoord. Zeker is dat er een luchtgevecht heeft plaatsgevonden tussen een groot aantal Amerikaanse Lightnings en Duitse Messerschmidts en mogelijk ook Duitse Focke Wulfs met een eindstand van 7-7: zeven neergestorte Amerikaanse en zeven neergestorte Duitse toestellen. De inmiddels op 94-jarige leeftijd overleden mevrouw Van Duijnhoven uit Mierlo vertelde mij dat ten gevolge van het luchtgevecht een boerderij in de Broekstraat in Mierlo door een dubbelstaart werd beschadigd. Onzeker is welke P38 dit was. Gezien de locatie komt de bij de Collse Hoef neergestorte Lightning hiervoor het meeste in aanmerking.
Uit verhalen van ooggetuigen, vooral van de toen negen jaar oude Wim Dekkers die met zijn vader op het land bezig was, blijkt dat het vliegtuig van Steiner in een perceel heide direct ten noorden van de voormalige Helmondse Dijk is neergestort. Nu loopt hier ongeveer de Helmondweg , de A270. Het gebied heet Scheerrijten en ligt op korte afstand van de gemeentegrens en was toentertijd (volgens het procesverbaal)5 ongeveer 800 m verwijderd van de dichtstbijzijnde woning. Dekkers beschrijft dat het vliegtuig met veel lawaai laag over het aangrenzende bosperceel kwam aangevlogen. Het toestel raakte de grond waarbij het over de kop sloeg en met zijn staart omhoog bleef steken. De piloot lag er ongeveer 25 m vandaan. Het toestel stond in lichterlaaie
Prinsenweier
Op een internetforum werd vermeld dat één van de Lightnings op 31 januari rond 15.45 uur was neergestort in Nuenen, Prinschen Weide (nu het gebied ten zuiden van de Prinsenweier). De pi44
De Drijehornickels
september 2009
en hierdoor brandde ook de heide geheel af. Het proces verbaal vermeldt dat van dit vliegtuig afkomstige onderdelen over een grote oppervlakte verspreid lagen. Dekkers meldde dat het, door het exploderen van de nog aanwezige munitie, wel vuurwerk leek. Een andere ooggetuige vermoedt dat de piloot vlak voor de landing nog leefde. Hij veronderstelt namelijk dat de piloot hun boerderij nog heeft ontweken. In hun tuin is een mitrailleurband gevonden. Samen met marechaussee Derks van de post Nederwetten heeft G. Damen, groep Mierlo, post Nuenen, het terrein rond het vliegtuig afgezet en in bewaking genomen. Omstreeks 21.00 uur is de bewaking overgenomen door leden van de plaatselijke luchtbeschermingsdienst. In de namiddag van de eerste februari is de bewaking in haar geheel overgenomen door leden van de Fliegerhorst Eindhoven. Het lichaam van Steiner is eerst begraven op het kerkhof bij De Oude Toren te Woensel en daarna op de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten. In 1947 of 1948 is zijn stoffelijke overschot gerepatrieerd naar de Verenigde Staten en herbegraven in Ellsworth KS. De familie Van de Vinne uit Venlo had het graf in Margraten geadopteerd. Delorn L. Steiner is postuum gedecoreerd met het Purple Heart.
Luchtoorlog boven Nuenen
nu de Collse-Hoefdijk. Uit een forum op internet blijkt dat het vliegtuig van 1e Lt. Morris Leve (Lew) te zijn. Morris was in 1924 geboren in Brooklyn en behoorde tot hetzelfde onderdeel als Delorn L. Steiner. Morris was de zoon van Ben en Chava Leve die vanuit Ciechanowiec in Polen, vanwaar een groot aantal mensen naar Treblinka werd vervoerd en vermoord, naar de Verenigde Staten emigreerden. Uit verklaringen van twee ooggetuigen die in de directe omgeving woonden en het procesverbaal opgesteld door opperwachtmeester Jacob Bolijt blijkt, dat van het vliegtuig afkomstige onderdelen over een afstand van ongeveer 400 meter verspreid lagen. De piloot werd dood aangetroffen in de onmiddellijke omgeving van het toestel dat fel brandend in de berm naast de rijweg lag. Het stoffelijk overschot werd na telefonisch overleg met de Feldgendarmerie te Eindhoven onder politietoezicht naar de woning van de linnenfabrikant De Vries op Eeneind gebracht. Later werd Morris Leve begraven op de begraafplaats De Oude Toren en vervolgens op de Amerikaanse begraafplaats te Margraten vanwaar hij naar de Verenigde Staten is gerepatrieerd en begraven op de New Montefiore Cemetery, Famingdale, Long Island, New York. Een van de ooggetuigen heeft nu nog een stuk van de zelfdichtende rubberbescherming die rondom de brandstoftank van het vliegtuig heeft gezeten. Verdere gevolgen van de crash bij de Collse Hoef. • De 17-jarige dochter Hendrika Jacoba van kolenhandelaar Van Gerwen, Eeneind C35, die zich buiten op het erf bevond, werd door een splinter aan het rechterbeen gewond. Eerst dacht men dat het meisje door een kogel was
1e Lt. Delorn L. Steiner
In het verleden is het perceel heide door de firma Slits uit Helmond voor zandwinning verlaagd. Deze verlaging is nu nog zichtbaar door de ongeveer een meter hoge steilrand langs het aangrenzende bosperceel. Bij navraag door de heer Dekkers aan de draglinemachinist of hij iets gevonden had, antwoordde deze ontkennend. 1e Lt. Morris Leve (Lew)
Collse Hoef
Op 31 januari 1944 stortte omstreeks 15.55 uur een vliegtuig neer ter hoogte de Geldropseweg,
getroffen en ze werd daarom voor behandeling naar het ziekenhuis in Eindhoven gebracht. Na 45
De Drijehornickels
september 2009
onderzoek kon ze naar huis terugkeren. De eerste hulp werd verleend door dokter Droes uit Nuenen. Ook een andere dochter, de 18-jarige Jacoba, verwondde haar linkerarm bij haar vlucht naar binnen. • De boerderij van landbouwer Marinus Cornelis Donkers, Eeneind C30, waarmee het toestel eerst in aanraking was gekomen, werd aanzienlijk beschadigd. Uit de zuidelijke zijgevel van de schuur werd een stuk uit de muur geslagen. Vermoedelijk is hier het landingsgestel tegenaan gekomen. De dakkapellen werden vernield. De pannen van de schuur en het woonhuis waren over een lengte van ongeveer 30 meter en een breedte van 3 meter vernield. De totale schade aan de boerderij werd op 1000 gulden geraamd. • De 3-jarige Wilhelmina Donkers, die buiten de boerderij was, werd vermoedelijk door de luchtdruk tegen de grond geslagen en daarbij aan het voorhoofd en rechterhand niet levensgevaarlijk gewond. Dokter Wolters sr. verleende de eerste hulp. • Vervolgens is het vliegtuig terechtgekomen tegen de eikenbomen staande voor de boerderij van landbouwer De Vries, Eeneind C29. Drie zware eikenbomen werden hierbij vernield en zeven andere eikenbomen meer of minder beschadigd. De schade werd geraamd op 550 gulden. • Daarna is het toestel in stukken uit elkaar gevallen en is de romp neergekomen in een naast de rijweg gelegen sloot, in brand gevlogen en nagenoeg geheel uitgebrand. Een motor van het toestel kwam ongeveer 40 á 50 m verder terecht tegen de zijgevel van de woning van Van Helvoirt, fabrikant, Eeneind C37. Tengevolge hiervan werd van deze woning de zijmuur ontzet, de schoorsteen op een hoogte van twee meter geheel verbrijzeld en was het plafond in een der kamers flink beschadigd. De schade werd geraamd op 500 gulden. • Bij landbouwer Van der Linden, Eeneind C36, stonden twee stromijten met tarwe en roggestro en een mijt gedeeltelijk gevuld met ongedorste rogge in lichterlaaie. De stromijten brandden geheel uit. Hierbij ging ongeveer 5000 kg stro verloren. Doordat het windstil was, bleef de boerderij gespaard. De schade werd geschat op 155 gulden. De stromijten zijn waarschijnlijk door rondvliegende granaten of kogels in brand gevlogen.
Luchtoorlog boven Nuenen
Het terrein werd onmiddellijk afgezet en bewaakt door de politie en leden van de luchtbeschermingsdienst van Nuenen geassisteerd door leden van die dienst uit Eindhoven en Geldrop. Lancaster neergestort op Hulst Deze bommenwerper was in de nacht van 21 op 22 mei 1944 vertrokken van Waterbeach bij Cambridge met als doel Duisburg. Hij werd die nacht omstreeks half twee neergeschoten door Hauptmann Martin Drewes van III/NJG1 in het luchtgebied tussen Geldrop en Nuenen, oostzuidoost van het centrum van Eindhoven.. De Lancaster behoorde tot het 514 squadron van de RAF.
Hauptmann Martin Drewes De bemanning bestond uit: Flight Sgt. C.J. Medland, gewond, in ziekenhuis opgenomen en later krijgsgevangen gemaakt. Sgt. Anthony Ralph Sealtiel, boordwerktuigkundige, omgekomen, zoon van Maurice en Betty Sealtiel uit Sherwood Rise, Nottingham. Flight Off D. Walker, ontsnapt. Flight Sgt. L.J. Venus, ontsnapt en op 13 juli 1944 krijgsgevangen genomen. Sgt. L. Shimmons, ontsnapt. Sgt. Charles Edward Rose, schutter, omgekomen, zoon van George Edward en Ira May Rose, Fort Erie North, Ontario. Sgt. Benjamin Robert Williams, schutter, omgekomen, zoon van Thomas Hanson Williams en Mary Sophia Williams uit Brynhyfryd, Swansea. De slachtoffers werden op 26 mei 1944 begraven op de begraafplaats De Oude Toren. In 1945 werd het lichaam van Sgt. Rose overgebracht naar het Canadese oorlogskerkhof in Groesbeek. 46
De Drijehornickels
september 2009
Geen overlevenden bij crash op Wettenseind Op 22 juni 1944 stortte rond een uur ’s nachts op Wettenseind een Lancaster bommenwerper neer. Deze behoorde tot het 49 Squadron van de RAF. Hij was op 21 juni 1944 circa 23.00 uur in een formatie van 128 Lancasters en 6 Mosquito’s vertrokken van Airbase Fiskerton, Lincolnshire, voor een luchtaanval op de raffinaderij van synthetische benzine te Wesseling, een plaats aan de linker oever van de Rijn tussen Keulen en Bonn. De weersvoorspelling was dat het boven het doel helder zou zijn. Maar bij aankomst bleek dat het doel voor 100% met een lage bewolking bedekt was. Het aangeven van het doel op geringe hoogte door de Mosquito’s bleek niet mogelijk te zijn. In plaats daarvan maakte men gebruik van een radarsysteem H2S. Dit lucht-grond radarsysteem werd door de Britten gebruikt om tijdens nachtvluchten of bij slecht zicht gronddoelen op een elektronische kaart te identificeren. Op weg naar Wesseling stortte het vliegtuig neer bij het Wettenseind. De exacte locatie is niet bekend; daar wordt nog onderzoek naar gedaan door Adriaan van Zantvoort, een voormalig inwoner van Gerwen. Het vliegtuig werd boven Eindhoven op een hoogte van 4000 meter neergeschoten door Lt. Hermann Leube. De volledige bemanning kwam hierbij om het leven. Zij bestond uit: Flight Off. John Rowland Hill, piloot, 29 jaar, zoon van George William and Ammelie Maria Hill uit Holbrook, Derbyshire. Sgt. George Frederick Witty, boordwerktuigkundige, 34 jaar, zoon van George and Ethel Witty uit Hull; echtgenoot van Annie Witty uit Hull.
Luchtoorlog boven Nuenen
Flight Off. Kenneth Walton Jones, navigator, 27 jaar, zoon van Harold Walton Jones and Mina Rebecca Jones; echtgenoot van Eva Bentley Jones uit Wellington City, Nieuw-Zeeland. Sgt. Thomas Birthswistle Whewell, radiotelegrafist en schutter, 21 jaar, zoon van Clarence and Mary Ann Whewell uit Gorton, Lancashire. Sgt. Thomas Allbert Hall, schutter, 23 jaar, zoon van James and Minnie Hall uit Waterfall, Staffordshire. Flight Sgt. David Mcfarlane Forsyth Bell, bomrichter. Flight Sgt. George Frederick Wood, schutter. Uit gegevens van de New Zealand Defence Force Archives en uit contacten met zijn zoon, kleinzoon en kleindochter is er meer bekend van Kenneth Walton Jones. Hij is op 18 mei 1917 geboren in Lower Hutt. Hij ontving vervolgens onderwijs op de Hutt Valley High School en verder op het Petone Memorial Technical College en de McKenzie School of Engineering. Hij hield van hockey, atletiek en tramping, een Nieuw-Zeelandse sport waarbij men door beboste gebieden rent. Hij trouwde op 12 augustus 1939 in de Sint James Kerk in Lower Hutt met de 21-jarige Eva Bently Paulin geboren in Liverpool, Engeland. In februari 1941 kregen ze hun zoon Ian. Kenneth Jones ontving de volgende onderscheidingen: The Aircrew Europe Star. The 1939-1945 Star. The Defence Medal. The War Medal 1939-1945. The N.Z. War Medal. Piloot gearresteerd bij de Roosdonk Een proces-verbaal opgesteld door opperwachtmeester Gijsbertus Damen vermeldt dat hij op 17 juni 1944 omstreeks 5.10 uur door de burgemeester werd opgebeld. Deze deelde hem mee dat er in een weiland ten zuiden van de Broekdijk bij de Roosdonk een parachutist was aangetroffen. Damen en zijn collega wachtmeester Van Tuyl gingen naar de aangewezen plaats en troffen daar een parachutist aan wiens parachute in de prikkeldraad was blijven hangen. Door gebaren gaf deze te kennen dat hij niet kon lopen of staan. Verder bleek het een Engelsman te zijn. Omstreeks 7.00 uur verscheen de gewaarschuwde Feldgendarmerie, die na de
Flight Off. Kenneth Walton Jones 47
De Drijehornickels
september 2009
ondervraging vertelde dat de piloot Bulmer heette. Onderzoek wijst uit dat Bulmer behoorde tot de bemanning van een Halifax bommenwerper van het RAF Squadron 77. Het toestel nam in de nacht van 16 op 17 juni 1944 deel aan luchtaanval met 162 Halifaxen, 127 Lancasters en 12 Mosquito’s op de Holten olieraffinaderij in Sterkrade. De Halifax van Bulmer stortte in de Boskant bij Sint-Oedenrode neer.
Luchtoorlog boven Nuenen
om 01.45 uur te Boxtel (Nederwettensche weg). Uit de website van The Commonwealth War Graves Commission6 blijkt, dat een deel van de bemanning is begraven op de RK. begraafplaats van het Heilig Hart van Jezus te Boxtel. Twee bemanningsleden (schutters) zijn echter begraven op de begraafplaats De Oude Toren. Concluderend kan gesteld worden dat het op 8 augustus 1944 gevonden stoffelijk overschot tot de bemanning van deze Lancaster behoorde. Het betrof een Lancaster van RAF squadron 90. Dit squadron was gestationeerd op Tuddenham. Het vliegtuig was van daar op 20 juli 1944 om 23.02 uur vertrokken voor een vlucht van 147 Lancasters en 11 Mosquitos om in die nacht de Homberg Treibstofffabrik Rheinpreusen te bombarderen. Deze fabriek had een productie van 200.000 ton per jaar en was erg belangrijk voor de brandstofvoorziening van het Duitse leger.
De bemanning van dit vliegtuig bestond uit: Flight Lt. Sydney Edward Wodehouse, piloot, 24 jaar, omgekomen. Flight Off. Arthur Hanley Ford, 32 jaar, omgekomen. Sgt. Douglas Dean Roberts, boordwerktuigkundige, 21 jaar, omgekomen. Flight Sgt. J.H. Bulmer, krijgsgevangen gemaakt en in Nuenen gearresteerd. Flight Off. Jack Stewart Nott, 26 jaar, eerst ontsnapt, later op 9 juli 1944 in Tilburg ten huize van Coba Pulsjens door de Gestapo vermoord. Flight Sgt. J.W. Needham, krijgsgevangen. Sgt. Robert Cottar, schutter, omgekomen. Sgt. John Henry Brown, schutter, 20 jaar, omgekomen. De omgekomen leden van de bemanning zijn op de begraafplaats De Oude Toren begraven.
De bemanning bestond uit: Flight Sgt. William Lane, piloot, 23 jaar, Sgt. Edward John Flaherty, boordwerktuigkundige, 23 jaar. Sgt. William Norman Morgan, navigator, 21 jaar. Flight Sgt. Hugh MCbeath Brown, bommenrichter, 24 jaar, Sgt. Peter Harry Richardson, marconist, 35 jaar. Alle vijf zijn te Boxtel begraven. Sgt. Reginald Pecy Naylor, schutter, 35 jaar. Sgt. Arthur Forster Marshall, schutter, 19 jaar. Beiden zijn op de begraafplaats De Oude Toren begraven.
Geschutskoepel en lijk in het koren Opperwachtmeester Jacob Boluijt vermeldt in zijn proces-verbaal van 10 augustus 1944: „Op 9 augustus 1944 verscheen voor mij Matheus Sloots, oud 55 jaar, van beroep landbouwer, gehuwd, nationaliteit Nederlandse, wonende te Nuenen c.a., Nederwetten A49a. Hij verklaarde: “Hedenmiddag (8 aug. 1944) omstreeks 12.00 uur was ik op mijn veld bezig haver te maaien. Het perceel is gelegen ten zuiden van de openbare weg, de Nederwettenschestraat, plaatselijk bekend als Nederwetten in de gemeente Nuenen c.a. op een gegeven moment kwam ik tussen de haver op een open plek en trof aldaar een gedeelte van een vliegtuig met vier mitrailleurs, dat gedeeltelijk was verbrand. Omstreeks 13.30 uur van genoemde datum vond ik de nabijheid hiervan op bedoeld perceel een onbekend lijk dat reeds in verre staat van ontbinding verkeerde. Aan de kleding te oordelen is het vermoedelijk een Engelse of Amerikaanse piloot.”
Noodlanding in een roggeakker Op 28 juli 1944 maakte rond kwart voor twaalf in de morgen een vliegtuig een noodlanding in een akker met rogge ten zuiden van de Geldropseweg in het gebied de Heikrekel. Daar woonde toen onder andere de familie Huizing. Uit het proces-verbaal van Hendrik Windgassen, wachtmeester der marechaussee behorende tot de post Nederwetten, blijkt dat het hier gaat om een Amerikaans jachtvliegtuig. De piloot Flight Off. Walter W. Wiley uit Washington was licht gewond en meldde zich bij de dichtstbijzijnde woning op Eeneind C35 van landbouwer Wilhelmus van Gerwen. De piloot werd om 12.15 uur door de Duitsers overgenomen, krijgsgevangen gemaakt en per ambulance afgevoerd.
Het verliesregister 1939-1945 van SGLO vermeldt de crash van een Lancaster op 21 juli 1944 48
De Drijehornickels
september 2009
Het vliegtuig was een Mustang P51B en de oorzaak van de noodlanding was waarschijnlijk brandstofgebrek. Op de ene zijkant van het vliegtuig stonden twee hakenkruizen en op de andere zijde drie. Dit werd niet erg gewaardeerd door de Duitsers. Het betekende immers dat hij vijf Duitse vliegtuigen had neergeschoten. Het staartwiel was na de noodlanding door een van de omstanders, een inwoner van Eeneind, als souvenir meegenomen. Dit tot ongenoegen van de Duitsers die dreigden twee zonen van de familie De Vries mee te nemen als het wiel niet werd terug bezorgd. Het wiel werd toen de volgende dag op het gemeentehuis afgeleverd. De schade aan het perceel rogge bedroeg 50 gulden.
Luchtoorlog boven Nuenen
Op 10 maart 1949 de Distinguished Service Order (DSO). Hij overleed op 4 juli 2004
Noten: 1
Stalag Luft III was een Duits oorlogsgevangenkamp gedurende de Tweede Wereldoorlog waar gevangen genomen luchtmachtpersoneel werd vastgezet. De naam was een afkorting van 'Stammlager Luft 3' (Basiskamp Lucht 3). Het kamp is tegenwoordig toch voornamelijk bekend vanwege twee verfilmde ontsnappingen via tunnels: The Great Escape en The Wooden Horse. 2 Daamen, Jeannette, Nuenense herinneringen, Nuenen 1994. 3 Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 (SGLO), www.airwar39-45.nl Deze studiegroep houdt zich bezig met het onderzoeken, verzamelen, documenteren en het publiceren van informatie over de luchtoorlog boven Nederland tijdens de periode 1939-1945. 4 J. J. Kerkhof, Erp zie: www.bhic.nl/data/docs/erp 5 Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, archief gemeente Nuenen c.a., periode 1936-1970, inv.nr.595. Hier bevinden zich alle processen-verbaal die in dit artikel worden gebruikt. 6 Commonwealth War Graves Commission (CWGC), www.cwgc.org CWGC is een non-profit organisatie, die aandacht besteedt aan 1.700.000 mannen en vrouwen uit de Commonwealth die tijdens de twee wereldoorlogen sneuvelden.
Spitfire gecrasht in Gerwen Squadronleader Hugh Charles ’Charlie’ Trainor was op 19 september 1944, dus tijdens Market Garden, met zijn Spitfire IX op grote hoogte boven Eindhoven op patrouille. De Spitfire behoorde tot het RAF squadron 401 dat gestationeerd was op vliegveld Biggin Hill in de regio Groot-Londen. Bij het overschakelen van de extra brandstoftanks op de hoofdtank kreeg hij problemen en moest van een hoogte van ruim 7500 meter dalen tot 1200 meter. Op deze hoogte braakte de motor witte rook uit en hij moest het vliegtuig ten oosten van Eindhoven per parachute verlaten. Hij werd als vermist opgegeven. Later bleek dat hij door de Duitsers krijgsgevangen was gemaakt. Hij werd pas in april 1945 bevrijd. Volgens de SGLO stortte het vliegtuig neer in Gerwen; de exacte locatie is niet bekend. Vlak voor de bevrijding werd op Alvershool een benzinetank gevonden. Waarschijnlijk behoorde deze tot de Spitfire IX van Trainor Hij liet namelijk zijn extra benzinetanks los voordat hij met een parachute uit het vliegtuig was gesprongen dat daarna crashte. Enkele dagen later staken jongens de tank in brand. Hugo Charles Trainor was op 17 juli 1916 geboren in Charlottetown, Prince Edward Island, Canada en nam dienst op 16 februari 1940 in Moncton. Hij kwam op 6 november 1942 naar Engeland. Hij ontving de volgende onderscheidingen: Op 8 augustus 1944 het Distinguished Flying Cross (DFC). Op 9 april 1949 het DFC met balk. 49
De Drijehornickels
September 2009
50
Publicaties WO II Nuenen c.a.
De Drijehornickels
september 2009
Publicaties WO II Nuenen c.a.
NUENEN, GERWEN EN NEDERWETTEN TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG Een bespreking van enkele publicaties door Rob Verhallen Het is deze maand 65 jaar geleden dat Nuenen, Gerwen en Nederwetten bevrijd werden door geallieerde troepen. Een mooi moment om eens stilstaan bij hetgeen er in die 65 jaar geschreven is over de oorlogsjaren in onze gemeente. Omdat tegenwoordig niet alles op papier gepubliceerd wordt, maar ook veel informatie op internet staat, heb ik ook interessante websites over de Nuenense oorlogsjaren bezocht en beschreven. Het standaardwerk over WOII Wat is het eerste dat je doet als je informatie zoekt over een Nederlandse gemeente tijdens de Tweede Wereldoorlog? Je raadpleegt het 14delige standaardwerk van dr. Lou de Jong. En dan begin je met deel 13 waarin het plaatsnamenregister is opgenomen.1 Bladerend door dat register heb je het idee dat nagenoeg alle topografische namen van Nederland er in zijn opgenomen, behalve ... Nuenen. Er staan in het register wel een paar verwijzingen naar Mierlo en Geldrop en veel naar Son en Breugel, Eindhoven, Helmond en Best. Maar over Nuenen, Gerwen en Nederwetten heeft Lou de Jong niets, helemaal niets geschreven. Wat een teleurstellend begin van mijn onderzoekje! Het is wel begrijpelijk dat een dorp als Son, dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de operatie Market Garden veel vermeldingen heeft in De Jongs register, maar als je eigen dorp niet voorkomt in ‘Het Koninkrijk’, is het net of er tijdens WOII niets is gebeurd. En dat kan natuurlijk niet zo zijn.
Van later datum is Dwèrs door Nuenens verleden (1991) van Nico Nagtegaal en Harry Smits.3 Het boek gaat van de prehistorie tot wat toen het heden was. Daarin zullen toch wel herinneringen aan WOII gepubliceerd zijn? Omdat het boek niet chronologisch maar thematisch is opgebouwd en er geen register in zit, is het even zoeken. Maar na veel bladeren en lang lezen, moet ik toch concluderen dat hierin met geen woord gerept wordt over de oorlogsjaren. Zou er dan toch niets vermeldenswaard gebeurd zijn? Eveneens thematisch opgebouwd is Van Alvershool tot Zuiderklamp 4 (1977). In dit boek worden de bezetting en de bevrijding van Nuenen als aparte thema’s behandeld. Het is niet zozeer een beschouwend of chronologisch overzicht, maar meer een aaneenschakeling van citaten en anekdotes. Zo is er over de bezettingstijd een leuke anekdote opgenomen over zuster Everdini, hoofd van de H. Hartschool: Rondom haar school liet ze goudsbloemen zaaien en toen die gingen bloeien was de hele schooltuin één zee van oranje.(...) Al gauw kwam er een bevel van hogerhand de bloemen te verwijderen. Zuster Everdien volgde de opdracht letterlijk op: ze liet de meisjes de bloemen plukken en in de haren steken. Om vier uur waren Kloosterstraat en omgeving opnieuw één zee van oranje -en van gnifflelende toeschouwers (p. 109).
Boeken over de geschiedenis van Nuenen Dan maar de belangrijkste boeken over de geschiedenis van Nuenen geraadpleegd. Dat zijn er mijns inziens vier. De oudste, maar nog steeds veel geraadpleegde en geciteerde is het ‘Memoriaal’ van pastoor A.M. Frenken.2 Frenkens Memoriaal verscheen in 1948. Hij heeft er nauwelijks iets over de 20ste eeuw in geschreven, laat staan over de Tweede Wereldoorlog.
Het nieuwste standaardwerk over de geschiedenis van Nuenen is Gegeven Sint-Barbaradag van 51
De Drijehornickels
september 2009
Jean Coenen uit 2000.5 Het is niet alleen het meest recente, maar ook het meest complete boek over de geschiedenis van Nuenen. Ik heb dus goede hoop hier wel een overzicht in te vinden over de oorlogsjaren. En: bingo! Coenen heeft maar liefst een hele paragraaf gewijd aan Nuenen in oorlogstijd (pp. 309 – 319). Daarin geeft hij met name een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in die tijd. Zo beschrijft hij de terugtocht van het Nederlandse leger en de doortocht van Duitse soldaten enkele dagen na de invasie op 10 mei 1940. Oorlogshandelingen op Nuenens grondgebied zijn er tijdens de bezetting nauwelijks geweest. Wel vermeldt Coenen dat er enkele joodse burgers en vooraanstaande nationale politici in Nuenen waren ondergedoken. Bij vergissing zegt Coenen dat het PvdA-leden waren (p. 312), maar die partij is pas in 1946 opgericht. Ze zullen lid geweest zijn van SDAP, de voorloper van de PvdA, maar dat terzijde. Ook andere Nuenense verzetsactiviteiten krijgen de welverdiende aandacht van Coenen. Nog uitgebreider beschrijft hij de bevrijdingsdagen in september 1944. Zijn verhaal bevestigt wat de meesten van ons wel weten: Nuenen, Gerwen en Nederwetten zijn niet bepaald zonder slag of stoot bevrijd van de Duitsers. Zowel Duitse als geallieerde militairen zijn daarbij om het leven gekomen en ook een aantal Nuenense burgers hebben het leven moeten laten, enkelen zelfs nog eind oktober ’44, toen we dus al bevrijd waren.
Publicaties WO II Nuenen c.a.
Dat is gelukkig anders in het prachtig geïllustreerde boek Brabant bevrijd.7 Het bevat op de pagina’s 54-56 en 62-65 een uitgebreide beschrijving met kaartjes en foto's van de gevechten in en rond Nuenen, Eindhoven en Son van 18 tot 22 september 1944. De tankslag in Nuenen wordt slechts in grote lijnen beschreven. Dankzij enkele zeer duidelijke kaartjes kunnen we echter de tank- en troepenbewegingen goed volgen. Het blijft echter een militaire verhandeling die ons weinig meedeelt over de ervaringen van de gewone burgers. Herinneringen Naast deze historische en militaire overzichten van de oorlogsjaren zijn er ook enkele publicaties verschenen waarin Nuenenaren hun persoonlijke ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog beschrijven. Zo heeft de heemkundekring in 1994 het boekje Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie uitgebracht.8 Het is een uitgave ter gelegenheid van de 50-jarige bevrijding van Nuenen c.a. Hierin zijn drie ooggetuigenverslagen van de bevrijding in opgenomen. Ze zijn afkomstig van de pastoors Aldenhuijsen, Frenken en Roelofs van respectievelijk Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Ook zijn er tientallen prachtige foto’s in opgenomen. Ik heb destijds zelf meegewerkt aan de totstandkoming van het boekje en vind de verhalen, nu ik ze herlees, nog steeds indrukwekkend. De pastoors waren in staat hun emoties goed uit te drukken. Je voelt de hoop, de angst, het verdriet en de bezorgdheid die zij destijds gevoeld moeten hebben. Daarnaast krijg je ook een redelijk overzichtelijk beeld van wat er zich die dagen allemaal heeft afgespeeld.
Brabant Een heel andere categorie wordt gevormd door de boekwerken die gaan over de geschiedenis van Noord-Brabant. Het standaardwerk is natuurlijk de 3-delige uitgave Geschiedenis van NoordBrabant onder redactie van professor Van den Eerenbeemt. Deel 2 behandelt de jaren 18901945. Omdat hierin het verleden niet chronologisch, maar thematisch wordt beschreven, is het even zoeken naar artikelen die gaan over de oorlogsjaren. Zo vinden we besprekingen over de militaire aspecten (pp. 83-88), de spoorwegen (p. 125), sociale bewegingen (p. 254), het katholicisme (p. 332), cultuur en kunst (p. 395), de Brabantse identiteit (pp. 415-418) en het fascisme (p. 428-431) tijdens de oorlogsjaren in Brabant.6 Het zijn allemaal bijzondere interessante beschouwingen, maar over Nuenen wordt helaas niet gesproken.
Eveneens in 1994 verscheen van de hand van Jeanette Daamen het mooie boek Nuenense Herinneringen.9 Het is een verzameling van 24 gesprekken die deze Nuenense journaliste hield met evenzoveel oudere Nuenenaren. Veel verhalen gaan over de oorlogsjaren, die natuurlijk op een ieder die ze bewust heeft meegemaakt, onuitwisbare herinneringen hebben achtergelaten. Opvallend is dat veel geïnterviewden in het verzet zaten, of in ieder geval een daad van verzet hebben gepleegd. Met nadruk zeggen ze erbij dat het niet iets was om vreselijk trots op te zijn. Het maakt daarbij niet uit of je nu hulp gaf aan geallieerden, onderdak bood aan onderduikers, 52
De Drijehornickels
september 2009
de bezetter saboteerde of de organisatie van het verzet coördineerde: stelregel is dat je er niet over opschept. Het is dan ook de verdienste van Jeanette Daamen dat zij er in slaagt ieder zijn of haar eigen oorlogsverhaal te laten vertellen. In een bijlage geeft zij structuur aan deze anekdotes. Uitgebreide achtergrondinformatie over het Nuenense verzet, de luchtoorlog en de bevrijding plaatsen de persoonlijke verhalen in een groter historisch kader.10
Publicaties WO II Nuenen c.a.
nen en Eindhoven gepubliceerd. Zo is in 1984 zijn boek Oud-Nuenen achteraf bekeken12 gepubliceerd. Hierin zijn ook zo’n 15 pagina’s besteed aan de bevrijdingsdagen. Circa 40 foto’s brengen ons terug in de tijd, terug naar de roerige dagen van september ’44. Kapotgeschoten Duitse tanks, kaalgeschoren Nuenense collaborateurs, triomfantelijk kijkende partizanen en poserende geallieerde militairen. Alle facetten van die dagen zijn prachtig in beeld gebracht, verzameld en beschreven. Ook is er de nodige aandacht voor de burgers die, met de haven in zicht, als gevolg van de laatste gevechten op 20 en 21 september, zijn omgekomen. Er is geen ander boek waarin zoveel mooie foto’s over de Nuenense bevrijding verzameld staan. Degene die echter op zoek is naar nog meer foto’s hierover, verwijs ik naar Het waren vreeselijke dagen en Brabant bevrijd en naar het artikel van Jan van Bakel. In al deze publicaties staan foto’s die niet zijn opgenomen in het boek van Jegerings.
Tien jaar later, 2004, was wederom een herdenkingsjaar. De heemkundekring heeft toen, net als nu in 2009, het septembernummer van De Drijehornickels gewijd aan de bevrijdingsdagen. Er waren twee egodocumenten in opgenomen van Nuenenaren die hun ervaringen van september 1944 hebben opgeschreven. Het eerste document betreft de bewerkte dagboekaantekeningen van Gerwenaar Bert Sanders. In september 1944 heeft hij als 17-jarige jongen opgeschreven wat hij van 17 tot en met 22 september allemaal heeft meegemaakt. Jaren later heeft hij die aantekeningen verwerkt tot een indrukwekkend, spannend en zeer persoonlijk relaas. Het tweede document is van de hand van Jan van Bakel. Hij heeft in 2001 beschreven hoe hij als 16-jarige jongen de bevrijding van zijn woonplaats Nuenen heeft beleefd. De familie Van Bakel woonde destijds op de hoek van de Parkstraat en de Voirt. Beide ooggetuigenverslagen van de bevrijding geven een goed beeld van een spannende, angstige, maar ook hoopvolle tijd.
Websites En dan zijn er nog enkele websites waarop informatie staat over de oorlogsjaren en Bevrijdingsdagen in ons dorp. Op een enkele site staan persoonlijke herinneringen. Zo komen we op www.janvanbakel.nl Jan van Bakel weer tegen. Het is bijna volledig hetzelfde verhaal als gepubliceerd in het herdenkingsnummer van De Drijehornickels (september 2004). Degene die is geïnteresseerd in operatie Market Garden kan bij een groot aantal sites terecht. Als we een selectie moeten maken, zou ik kiezen voor:
Graag wil ik nog even het boek Het vijfde wiel van Nuenenaar Cor van Eggelen vermelden.11 Van Eggelen raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog als jongen van twaalf, dertien jaar betrokken bij de strijd aan het oostfront. Na de oorlog moet hij nog lange tijd de verschrikkingen van de Russische gevangenkampen meemaken. Het is bijna onvoorstelbaar wat Cor van Eggelen allemaal heeft meegemaakt. Het heeft weliswaar allemaal weinig met Nuenen te maken, maar onze dorpsgenoot vertelt zijn oorlogservaringen op zo’n aangrijpende manier, dat ik het niet kan nalaten dit boek toch bij de lezers van De Drijehornickels aan te raden.
www.rememberseptember44.com, www.menofeasycompany.com, www.marketgarden.com, www.historyofwar.org www.market-garden.info. Op deze sites staat ook zijdelings informatie over de bevrijding van Nuenen, al is het over het algemeen maar summiere informatie. Op de site van Omroep Brabant vinden we bij het thema Bevrijdingsdag heel wat meer gegevens over de gevechten die in september ’44 in Nuenen c.a. hebben plaatsgevonden. Voor de liefhebber zijn er ook nog geluidsfragmenten af te spelen waarin verschillende ooggetuigen en historici aan het woord komen.
Fotoboeken De onlangs overleden Nuenenaar Jan Jegerings heeft een groot aantal (foto)boeken over Nue53
De Drijehornickels
september 2009
Bevindingen Wie zich wil verdiepen in de oorlogsjaren in de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten, moet het niet hebben van de standaardwerken over de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor speelde Nuenen een te onbeduidende rol om zelfs maar in een voetnoot genoemd te worden. En hoewel er hier zware gevechten zijn geweest op met name 20 september 1944, wordt het dorp ook nauwelijks vermeld in boeken en websites die gaan over de geallieerde bevrijdingsoperatie Market Garden. Nee, dan moeten we meer op zoek gaan naar lokale geschiedschrijving. De meest uitgebreide beschrijvingen van de Nuenense oorlogsjaren vinden we dan ook in Coenens Gegeven Sint-Barbaradag en Jegerings OudNuenen achteraf bekeken. Ook vermeldenswaard zijn de themapagina’s over de bevrijding van Brabant op de website van Omroep Brabant en het prima in kaart gebrachte overzicht van de militaire tankslag op 20 september in Brabant bevrijd.
Publicaties WO II Nuenen c.a.
Noten 1
Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 13. Bijlagen / Register. (Den Haag, 1988). 2 A.M. Frenken, Memoriaal der dorpen en parochies Gerwen, Nuenen en Nederwetten. (’s-Hertogenbosch, 1948). 3 Nico Nagtegaal en Harry Smits, Dwèrs door Nuenens verleden. Herinneringen aan het oude Nuenen, Gerwen en Nederwetten. (Hapert 1991). 4 H.L.M. Smits, Van Alvershool tot Zuiderklamp. Kroniek van de gemeente Nuenen. Pp. 108-120 (Nuenen 1977). 5 Jean Coenen, Gegeven Sint-Barbaradag 1300. Een overzicht van de geschiedenis van Nuenen, Gerwen en Nederwetten. (Nuenen 2000). 6 Geschiedenis van Noord-Brabant. Deel 2: 1890-1945 Emancipatie en industrialisering. Onder redactie van prof. Dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt. (Amsterdam/Meppel 1996). 7 Jack Didden en Maarten Swarts Brabant bevrijd (Den Haag 1994). 8 Samenstelling Jan Smits en Rob Verhallen, Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie. Drie Nuenense pastoors over de bevrijding van hun woonplaats (september 1944). (Nuenen, 1994). In september 2004 is het boek in een herziene versie heruitgegeven. 9 Jeanette Daamen, Nuenense herinneringen. Een stukje Nuenense geschiedenis verteld door 24 Nuenenaren. (Nuenen 1994). 10 Zie ook de boekbespreking van mijn hand in: De Drijehornickels, jrg. 4, nr 2 (augustus 1995). 11 Cor van Eggelen, Het vijfde wiel. (Hoofddorp 2003). 12 J.C. Jegerings, Oud-Nuenen achteraf bekeken. Een fotobeeld van Oud-Nuenen over de periode 19001940 en bevrijdingsbeelden uit 1944. (Hapert 1984).
Deze magere oogst wordt echter ruimschoots aangevuld met ooggetuigenverslagen, publicaties van persoonlijke herinneringen en van gesprekken met Nuenense mensen die die tijd bewust hebben meegemaakt. In deze categorie zijn met name de uitgaven Nuenense Herinneringen van Jaenette Daamen, Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie en het themanummer 60 jaar Market Garden (beide uitgegeven door de heemkundekring) te noemen. Wat je eigenlijk nog mist is een gereconstrueerd historisch overzicht van de dagen 17 t/m 22 september 1944. Die reconstructie zou redelijk eenvoudig te maken zijn aan de hand van alle reeds gepubliceerde persoonlijke ervaringen. Misschien iets voor 2014, als we weer een volgend lustrum hopen te vieren?
54
De Drijehornickels
september 2009
Nuenense pastoors over WO II
VIER NUENENSE PASTOORS OVER HUN PAROCHIES IN DE TWEEDE WERELDOORLOG door Tjeu Hermans In september 2004 publiceerde de heemkundekring een boekje, getiteld ‘Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie’1, waarin de pastoors Wilhelmus Roelofs, Adrianus Frenken en Herman Aldenhuijsen, respectievelijk van de H. Lambertusparochie te Nederwetten, de St. Clemensparochie te Gerwen en de H. Clemensparochie te Nuenen, hun ervaringen tijdens de bevrijdingsdagen in september 1944 uitgebreid vertellen. De bronnen daarvoor waren de parochiememorialen2 van de genoemde parochies. In onderstaand artikel laten we deze pastoors weer aan het woord, maar nu over het wel en wee van hun parochies tijdens de oorlogsjaren ’40-’44, zoals ze dat in hun memorialen genoteerd hebben. We halen hun ervaringen aan die, zeer ruim opgevat, op enige manier te maken hebben met oorlogsomstandigheden of de gevolgen daarvan. Specifiek religieuze zaken komen niet aan de orde. We beginnen enkele verhalen in 1939 omdat toen al zaken gingen spelen die in de oorlogsjaren hun vervolg kregen. Nederwetten heeft in de oorlogsjaren twee pastoors gehad: Johannes Schellekens, die in 1943 met emeritaat ging en toen opgevolgd werd door Wilhelmus Roelofs3. De letterlijk aangehaalde teksten van de pastoors staan in cursief schrift. NUENEN Aantekeningen van pastoor Herman Aldenhuijsen
voorraad, gedeeltelijk op aanvoer gekocht. Dit laatste is onleverbaar wegens den oorlog van Duitschland met Polen. Dit hout moet nu op voorraad gekocht worden; de houthandelaren zijn in een paar dagen met dit hout 80% gestegen. De bisschoppelijke architect, de ZeerEw Heer H.v.Helvoort komt zien hoe we met de bouw staan. Daar alles gekocht is, behalve het bovenstaande, adviseert hij met den bouw door te gaan. Wij vreezen wel dat het totaal gegeven verlof van f. 52.000 (428.016 euro) niet toereikend zal zijn. Kapelbanken, zaalstoelen enz., alles stijgt in prijs. Thans is ‟t einde October. Alles vlot best.
1939
Dato 28 Januari ‟39 heeft ZH. Exc. Mgr. Diepen toegestaan in principe over te gaan tot de bouw van een parochiehuis. Teekeningen daarvoor en ontwerpen is opgedragen aan de heer C. de Bever (Architectenbureau Kooken Eindhoven). Dato 5 Aug. 1939 no/833 heeft Mgr. Diepen den bouw van het parochiehuis goedgekeurd. Gebouwd wordt tevens een kapel (in het huis) voor 350 à 400 kinderen om des Zondags daar de kinderen de H. Mis te laten horen, daar de parochiekerk veel te klein is (de parochie heeft momenteel ongeveer 3000 zielen) en uitbreiding van het kerkgebouw geheel wordt afgeraden. Aannemer is Jac. de Vries en Zn. Nuenen voor 40.583 gulden (334.042 euro4) . Na circa een maand bouwen, komt de algemeene mobilisatie. De nog niet aanbestede posten stijgen daarna met den dag: verwarming, waterleiding, electr. licht enz. Vooral hout. Het hout was door de aannemer gedeeltelijk op
Er volgt nu een uitgebreid verslag van Aldenhuijsen over zijn onderhandelingen met de elektriciteitsleverancier P.N.E.M. om een gunstiger elektriciteitstarief te krijgen voor alle gebouwen van de parochie, alles te meten op één elektriciteitsmeter. Toch moet hij in 1941 constateren dat maar één elektriciteitsmeter voor alle gebruikers geen bezuiniging oplevert. Het bleef maar schatten en ieder betaalde toch liever z‟n eigen verbruik. Voor ieder is in November een meter geplaatst en voortaan zal ieder betalen wat z‟n meter aangeeft; men kan dan ook eigenlijk pas bezuinigen, concludeert hij dan terecht. Hij sluit het jaar 1939 af met de mededeling: Sept. – November. Wegens de algeheele mobilisatie in55
De Drijehornickels
september 2009
Nuenense pastoors over WO II
kwartiering in huis en in het Patronaat. In het Patronaatsgebouw is tevens een cantine met leeszaal voor de militairen.
1940
Vanaf 16 December 1939 tot 5 Maart 1940 heeft de bouw van het Parochiehuis stil gelegen wegens de ongemeen strengen winter. Op 10 Mei brak de oorlog uit en nog op heden 9 September heeft Duitschland ons land bezet. Gelukkig hebben we aanstonds na aanvrage verlof gekregen den bouw van het Parochiehuis te voltooien. Toen algemeen bouwverbod kwam en aangevraagd moest worden om in bouw zijnde aanbestedingen af te werken, hadden we slechts „n 70 tal man-weken meer te werken. Daarna heeft de afwerking nog al wat tijd in beslag genomen. Er werd ook geen vaart meer gemaakt en soms zelfs geaarzeld om door te werken; vooral uit vrees voor mogelijke inkwartiering in het gebouw, zoals b.v. reeds is in het parochiehuis te Someren (eenige jaren oud). Maar zoo langzamerhand is toch ‟t een na ander afgewerkt – schilderwerk, versieringen, gordijnen enz. Vanaf einde Augustus is de conciergewoning betrokken door het gezin Willem Martens, die reeds jaren de tuinman was van de pastorie en de stoker van de kerkverwarming.
Parochiehuis, later De Vank genoemd Omdat het ondoenlijk is de kerk voldoende goed te verduisteren, wordt de grote zaal van het parochiehuis vanaf maandag 23 september gebruikt om er de H. Missen op te dragen. De kapel in het parochiehuis is daarvoor te klein.
1941
Het is thans Juli 1941. Vanaf 10 Mei 1940 zitten we in de oorlog. We hebben, wat het kerkelijk leven betreft, den winter doorgemaakt in de groote zaal van het Parochiehuis. Daar is de verduistering gemakkelijk, dank zij de vensters. Gelukkig is het Parochiehuis nog vrij gebleven van inkwartiering. Op vele andere plaatsen waren dergelijke huizen bezet, hetzij door Nederlandse militairen vóór Mei 1940, hetzij door Duitsche na dien datum. Bij opname van lokalen door de Duitschers is aanvankelijk het Parochiehuis niet bekeken, dank zij het feit dat er een Kapel is welke gebruikt wordt. Maar bij de laatste opname, vlak voor den oorlog van Duitschland met Rusland, is nu ook het Parochiehuis opgemeten en op de lijst geplaatst; alleen de kapel uitgezonderd. Nu Duitsland in vollen strijd is met Rusland, is er blijkbaar geen sprake van inkwartiering. Wat ‟t nog geven zal, weten we niet. De vraag die ons nu beangstigt is: zullen ze ons huis niet ontvolken! Was reeds eerder de vereeniging der Verkenners verboden, nu is kort geleden de Jonge Wacht5het slachtoffer geworden en in deze week de RK Werkliedenbond.
Aldenhuijsen vermeldt nu de inkomsten van de conciërge en wat die daarvoor allemaal moet doen. Hij vervolgt dan: Gisteren, 8 September is het Parochiehuis ingezegend en officieel in gebruik genomen. Echt te midden van hoogspanning. Ongeveer alle vergaderingen zijn Vrijdag verboden. Alle goederenvervoer ligt stil. Voetbalwedstrijden alle afgelast. Staat Duitschland op ‟t punt de sprong naar Engeland te wagen? Als onze openingsplechtigheid niet op de agenda stond als met “zuiver godsdienstige strekking” hadden we geen menschen mogen toelaten. ‟t Is nog juist gelukt. En daar binnen in de zaal werd er aan oorlogsrumoer niet gedacht. De Eindhovensche en Meijerijsche Courant van dinsdag 10 september geeft een uitgebreid en gedetailleerd verslag van de openingsplechtigheid: Welke hoge gasten er waren, hoe de inzegening verliep, wie de sprekers waren, een rondgang door het gebouw met een beschrijving van het interieur en exterieur. Maar, we hebben het al eens eerder gezegd: Nooit, maar dan ook nooit horen of lezen we de naam De Vank. Wij zullen die naam dan ook niet in de mond nemen!
1942 De eerste helft van 1942 staat in het teken van een grote restauratie van het interieur en exterieur van de kerk. Men heeft er al enkele jaren last van dat lappen muurverf en grote stukken stucwerk van het plafond vallen. De bisschop geeft op 26 mei toestemming om met de restauratie te beginnen, maar tijdens de eerste 56
De Drijehornickels
september 2009
werkzaamheden blijkt dat het probleem veel ernstiger is dan oorspronkelijk geschat. Hele muurstukken moeten gedraineerd en opnieuw bezet worden, ramen opnieuw in lood gezet en er moet licht in de zijbeuken worden aangelegd. Aan de buitenzijde moeten muren van de toren en het schip opnieuw gevoegd worden. Aannemer Jacques de Vries neemt het exterieur voor zijn rekening voor de som van f. 6510 (38.038 euro) en de firma H. Louwers uit Eindhoven restaureert het interieur voor f. 9240 (53.990 euro). Als er problemen komen bij de levering van materialen, lost de pastoor die op zijn ‘eigen wijze’ op. Hij verwoordt het aldus: Er is moeilijk aan kabel te komen vanwege de oorlog. Behalve geld moet er van alles worden geleverd. De firma welke ons aan kabel kan helpen, stelt zich op het standpunt: ik lever U tegen gewonen prijs goede kwaliteit kabel indien U mij tegen gewonen prijs kunt leveren goede kwaliteit sigaren, slaolie, koffie of thee, cognac enz. enz. We zijn geslaagd.
Nuenense pastoors over WO II
het Kerkbestuur doen verdwijnen: zij presenteeren om het Oud-Patronaat direkt in orde te doen brengen om zóó de gymnastische oefeningen vanuit het Parochiehuis te doen verhuizen naar het Oud-Patronaatsgebouw6. Daarnaast bieden zij aan om direkt onze parochiekerk op hun kosten zeer degelijk te laten verduisteren, zoodat wij in den winter onze diensten in de kerk kunnen blijven doen. Dit alles is geschied. Half Sept. hebben de Eerw. Paters het Parochiehuis betrokken met 3 Priesters, 12 Fraters en 3 Broeders. In welk „geleerd‟ millieu wij met dat alles verzeild zijn geraakt, moge blijken uit de hier volgende verzen, voorgedragen bij gelegenheid dat Pastoor en Kapelaans, ge-inviteerd op een souper ten hunnent, aldaar aan tafel zaten in de maand October. Aldenhuijsen plakt dit gedicht in het memoriaal. Het is een door een pater Wijnands handgeschreven Latijns loflied op de pastorale en artistieke kwaliteiten van de pastoor. We nemen het hier niet over maar komen er in een volgende Drijehornickels uitgebreid in een apart artikel op terug. Pastorie en het gesloopte patronaat
De ‘leverancier’ wist kennelijk bij wie hij voor dergelijke ‘handel’ terecht kon! Inwoning van ‘geleerd’ milieu Midden-Augustus komen de Paters Jesuiten informeeren of ze een onderdak kunnen vinden voor hun studenten. Reeds was de HoogEerw. Heer Regent van het Klein Seminarie op onderzoek geweest om huisvesting voor een gedeelte zijner studenten, wijl hun gebouw “gevorderd” was. De door hem gezonden professoren hebben het Parochiehuis bezichtigd voor dit hun doeleinde; doch wij zaten vast aan de verhuring van de groote zaal voor gymnastiek voor de lagere scholen. Toch zouden de professoren het gebouw hebben aanvaard, meenden ze later niet elders wel zoo goed te zijn geslaagd (In Son, Eersel en Erp). Toen de Paters Jezuiten daarna gekomen zijn (verjaagd uit Maastricht en Valkenburg) hebben zij aanstonds gebruik gemaakt van het aanbod ‟t Parochiehuis te mogen betrekken. Zeer coulant hebben ze de bezwaren van
Verder in de tekst wordt de toon ernstiger. Terwijl vanmorgen, 10 Dec., de klokken in de Eindhovensche torens luidden bij de begrafenis der slachtoffers, gevallen bij het Philipsbombardement op 6 Dec, arriveerde hier op het kerkplein een vrachtwagen, beladen met materiaal om onze klokken uit den toren te halen, opgevorderd voor de Duitsche Weermacht. Gelukkig mag de oude Maria-klok uit het jaar 1490 blijven hangen.
1943
Dit jaar kenmerkt zich door toenemende ellende vanwege den duur van de oorlog. Alles wordt schaars. Met kleeren en ondergoed wordt ‟t heel erg. Ik heb den tijd nog gekend dat het spek 15 à 18 cent (88 resp. 105 eurocent) 57
De Drijehornickels
september 2009
per pond kostte; thans krijgt men ‟t amper voor evenzovele guldens. Welke buitenpastoor zou er ooit aan gedacht hebben om zelf een varken te houden; thans (voor de winter 1943-44) doet zulks de pastoor in Nuenen, gelijk zoovele anderen. De boeren zullen in deze winter nog wel wat brengen, maar ze mogen maar 26 kilo per persoon voor zich behouden (verleden jaar was dit 38 kg). Met verlof van de desbetreffende instantie gaan we dus een varken opzetten. We moeten dan wel afstand doen van de “vleeschbonnen”, maar daarop krijgt men toch maar heel weinig. Sommige weken in ‟t geheel niets. ‟t Is met alles even karig. Geen kleeren, geen schoenen, geen fietsband dan op de bon …. en …. Geen bonnen, dan op heel bezonderen titel.
Nuenense pastoors over WO II
aan te komen en voor een nieuwe fiets welke vroeger f. 100 (550 euro) kostte, betaalt men nu f. 1500 (8250 euro). Fietsbanden en schoenen zijn zoo‟n weeldeartikelen dat men er niet aan behoeft te denken. Houten fietsbanden en houten schoenen (zolen met linten). Men kan geen spijker, geen naald of speld meer kopen. De armoede is natuurlijk groot – na vier jaren oorlog is alles op of versleten – en er komt heel weinig bij. Doch laat ik met deze opsomming eindigen en even beschrijven de belevenissen der laatste dagen. Verleden Zondag – 17 September – waren de berichten buitengewoon bemoedigend. Tusschen haakjes, wij hebben geen krant, geen radio, er komt of er gaat geen post, er loopt geen trein of bus. Maar we hoorden dan toch dat Nederland nu ging bevrijd worden. Den laatsten tijd is de opmarsch der Geallieerden door Noord-Frankrijk en België snel gegaan. Maastricht en Eijsden waren Zondag vrij van bezetting der Duitschers en de grens achter Valkenswaard was bereikt. Maandagmorgen een enthousiasme in de Gemeente Nuenen! De “ondergrondse actie” begon actief te worden. Ze schenen instructies gekregen te hebben door de officiële legerleiding der geallieeerden officieel erkend en gesanctioneerd te zijn. Deze ondergrondse actie werd “illegale actie” en nu worden ze “partisanen”genoemd. Partisanen Afdeling Nederland: Menschen van de Pan. Maandagmorgen was ‟t prachtweer. De berichten bleven gunstig en Nuenen, zooals we nog niet anders gekend hadden, rustig. Wel hadden we de laatste week eenige keeren voor ‟n dag Duitsche inkwartiering gehad, maar overigens was ‟t hier kalm zooals ‟t eigenlijk in alle vier de oorlogsjaren geweest was. Op den middag zagen we heel veel Engelse machines in de lucht, die den laatsen tijd vrij vliegen in deze streek want een week daarvoor zijn de Nederlandse vliegvelden door de Duitschers verlaten nadat ze de gebouwen door dynamietontploffingen hadden verwoest. We spraken af, we zouden Maandagmiddag een wandeling maken naar Nederwetten. Onze goede buurman (pastoor Roelofs van Nederwetten, red.) immers was Zondagavond niet op onzen “krans” geweest en die zou wel wat nieuws weten, want ‟t aangrenzende Son en Breugel waren vrij – zoo luidden de laatste berichten. Kapelaan Tilman zou thuis blijven en Kap. v.d. Vaart, Jos v.d. Schoor (priester gewijd dezen zomer, maar nog niet benoemd) en ik we gingen op pad. Ik ben een slecht verteller, ik heb al weer wat vergeten. Zondag was de toestand zoo spannend, dat we een bezondere opkomst hadden gevraagd voor de openbare gebeden onder ‟t Lof. Toen ‟t Lof beginnen moest, hadden we spijt de menschen opgeroepen te hebben, zoo‟n
De volgende tekst van Aldenhuijsen is reeds gepubliceerd in het boekje ‘Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie’. Omdat er veel gegevens in staan die op de oorlogsjaren en de dagen voor de bevrijding betrekking hebben, is die tekst hier toch opgenomen.
1944
Reeds dikwijls heb ik me verweten in deze oorlogsjaren niet meer in m‟n memoriale te hebben opgetekend. Maar de gedachte “‟t is toch overal zoowat het zelfde wat men beleeft” hield me ervan terug. Achteraf – vandaag is „t 20 Sept. 1944 – blijkt nu dat ik haast geen “korte opsomming” kan geven van wat we zooal meemaakten. ‟t Was vooral in den tijd van de onderduikers dat ik dit had moeten doen. Voor eenige maanden was dat op z‟n hoogste. Menschen van allerlei slag “doken onder” om niet naar Duitschland gestuurd te worden. Sommigen om hun leeftijd, anderen voor straf. Ook velen verborgen zich, bang als gijzelaars te worden opgepikt en in kampen te worden opgesloten. Er zijn nachten geweest dat hier op ‟t Heieind bijna geen man of jongeman in huis durfde blijven. Er sliepen er achteraf bij boeren, sommigen in het koren, zelfs ontdekte ik dat in het lijkenhuisje des nachts meerderen een toevlucht zochten. Naast dit is een tweede ellendige zaak: de woekerwinst. Het is zeer moeilijk een rechtvaardigen prijs in den zoogenaamden “zwarte handel” te bepalen – maar sommige gewaagde prijzen gaan alle perken van rechtvaardighied te buiten. Dat alles duur is, buiten datgenen wat men op de bonnen toegewezen krijgt, daaraan gewenden we wel langzamerhand. Maar de prijzen zijn soms fabelachtig hoog. Terwijl men nog voor vijf jaren b.v. een pond spek kocht voor nauwelijks 20 cent (110 eurocent), wordt een prijs van 20 gulden (110 euro) nu door velen gaarne betaald. Textiel is den laatsten tijd heelemaal niet 58
De Drijehornickels
september 2009
enorme vlucht van Amerikaansche of Engelsche machines was er opgestegen en bleef ook boven Nuenen circuleren dat ‟t waarlijk onveilig was vanwege het afweergeschut van waaruit ze bestookt werden. En de laatste 10 minuten voor ‟t Lof zagen vele menschen hoe geallieerde vliegtuigen trossen van parachutisten uitwierpen zoo ingeveer in of vlak achter Son. Welnu- na ‟t Lof kon ook de pastoor zelf de bekoring niet weerstaan den toren in te snellen gewapend met verrekijker. En dat kostte hem een spierverrekking in ‟t been. Dat is mijn tussenverhaal voor den tocht naar Nederwetten.
Nuenense pastoors over WO II
lege lokaal voor dat doel te gebruiken. De Eerw. Zusters uit Nuenen zouden hier de school komen doen zoals zij dat reeds eenige jaren deden te Gerwen – doch zij konden nog niet helpen bij gebrek aan krachten. Zij raadden mij aan te beginnen met eene juffrouw die daarvoor geschikt leek. Deze vond ik in Mejuffr. Elise Schellekens. Deze ontving in de maanden Oct –Nov – en Dec. eenige practische opleiding in de school te Gerwen onder leiding van Zr. Johannettie en begon de Kleuterschool te Nederwetten op 8 Jan 1940 met 30 kinderen in den leeftijd van 3 tot 6 jaar. De eerste week is Zr. Johannettie naar hier mogen komen om onze school mede opgang te brengen. Zij heeft dit op zeer lofwaardige wijze gedaan. In de maand October 1939 werden 2 of 3 vergaderingen gehouden met het Schoolbestuur onder voorzitterschap van den Pastoor. Besloten werd de school op te richten volgens de plannen van den Pastoor.
Aldenhuijsen vervolgt zijn relaas nu met de beschrijving van de avontuurlijke tocht met pastoor Roelofs naar Son die gepubliceerd is in het boekje ‘Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie’.
Wat een vlotte start lijkt met goede perspectieven, gaat later op een fiasco uitlopen. De eerste kleine perikelen dienen zich al snel aan. Met de ouders zijn 2 vergaderingen gehouden. Van sommige was er eenige obstructie, maar ten slotte konden allen zich met de oprichting eener kleuterschool verenigen. Het hoofd der Bijz. Lagere School verleende geen medewerking en zond ook zijne kinderen niet naar de Kleuterschool (H. Janssen).
NEDERWETTEN Aantekeningen van de pastoors Johannes Schellekens en Wilhelmus Roelofs De oogst uit Nederwetten is aanmerkelijk kleiner dan bij Aldenhuijsen. Om toch enig nieuws te kunnen melden, is onze omschrijving in de inleiding ‘op enige manier te maken hebben met het oorlogsgebeuren’ hier erg ruim opgevat. Het geeft wel een beeld van waar men zich in die tijd in Nederwetten druk over maakte. Pastoor Schellekens begint 1940 als volgt:
Daar wrong natuurlijk de schoen. De heer Henri Janssen was als hoofd van de bijzondere lagere school bij het hele oprichtingsgebeuren niet betrokken7. Er waren immers al twee of drie vergaderingen gehouden met het schoolbestuur onder voorzitterschap van de pastoor en er was besloten de school volgens de plannen van de pastoor op te richten. Het schoolbestuur (tevens kerkbestuur én Universiteits Comité) werd gevormd door M. Raaijmakers, M.G. Sloots8, J. Renders en M. van der Putten. Het hoofd van de school had hierin geen zitting. Verder was de kleuterjuffrouw een nicht van de pastoor. Zij bezat geen diploma’s en had bij de zusters in Gerwen drie maanden ‘meegelopen’. Begrijpelijk dat schoolhoofd Janssen zich gepasseerd voelde en geen medewerking verleende. Dat blijkt zich later te wreken. Toch worden leermiddelen en 35 stoeltjes en tafeltjes besteld. Het schoolgeld wordt vastgesteld op 10 cent (72 eurocent) per kind en per
1940
De oprichting van eene Bewaarschool of Kleuterschool. 8 Jan. 1940. Door de mobilisatie in Aug. 1939 kwam in de bestaande Bijz. Lagere School voor onbepaalden tijd een lokaal leeg. (Een kweekeling met acte, H Raaijmakers uit Breugel die aam onze school verbonden was, ontving een tijdelijke aanstelling te Breugel). Hierdoor rijpte bij mij het plan in dat lokaal een Bewaar-of Kleuterschool te beginnen. Bij informatie ter schoolinspectie ( P. Coenen te Helmond) bleek dat er geen wettelijk bezwaar was het 59
De Drijehornickels
september 2009
Nuenense pastoors over WO II
Gevolg: op 16 Mei 1942 is de Bewaarschool voorlopig stilgezet en de Bewaarschooljuffrouw is in een andere betrekking gegaan. De pastoor moppert nog wat na, vooral tegen de persoon van M. G. Sloots, die hem „de menschen zeggen‟ op de pastorie is komen mededelen. Sloots heeft het tijdens dat gesprek laten voorkomen alsof hij namens de deken en het kerkbestuur sprak. Bij nadere informatie door Schellekens blijkt dat de deken wel op de hoogte was van dat gesprek maar dat Sloots niet namens de deken sprak. Ook waren de drie andere kerkmeesters niet op de hoogte van dat gesprek zodat Schellekens concludeert: Dus als Sloots als kerkmeester is gekomen is hij zijn bevoegdheid te buiten gegaan. Men moet dus aannemen dat hij als particulier persoon gekomen is en niet in zijn kwaliteit als kerkmeester. Dat dit (het voortzetten van de bewaarschool, red.) niet kan, ligt niet aan mij Pastoor of aan de juffrouw, maar aan de kortzichtigheid en kleinzieligheid van “de menschen zeggen”. Hiermee is voor Schellekens de ‘kous van de bewaarschool’ af.
De school van Nederwetten aan de Hoekstraat week en de juffrouw ontvangt een ‘gratificatie’ (geen salaris!) van f. 3,50 (25.10 euro) per week. Alles, met goedkeuring van de bisschop, Mgr. Diepen, en betaald uit het kassaldo van de kerk.
1940 en 1941
In de jaren 1940 en 1941 is niets bijzonders gebeurd wat hier vermeld zou moeten worden. Dat is duidelijke taal van de pastoor en kunnen we verder gaan met 1942. De voorgeprogrammeerde onenigheid bij de ‘kleuterschoolkwestie’ komt dan tot een uitbarsting. In mei 1942 is het aantal leerlingen van de lagere school zodanig toegenomen dat in september een derde leerkracht ‘mag’ worden aangesteld. In januari ‘moet’ er zelfs een derde leerkracht komen. Het gevolg is dat het lokaal dat in gebruik is voor de bewaarschool moet worden teruggegeven aan de lagere school; zeg aan meester Janssen.
Zijn laatste aantekening heeft betrekking op de klokkenroof door de Duitse bezetter. Op 10/11 en 11/11 1942 werd op last der Duitse bezetting de groote St. Joseph-klok uit de toren gehaald en meegenomen. Dit geschiedde door een firma Meulenbracht? Uit Heerlen. De kleine klok, gemerkt “M” is blijven hangen. Een bewijs dat de groote St. Joseph-klok werd meegenomen is geteekend door Van der Sluis, dekenaal bouwkundig opzichter, F. Hendriks koster, en J. Schellekens Pastoor. Op de klok stond: Vocor Joseph. 1920. Tiendklok van Nederwetten. Een koperen kruisje. Diameter 78 cm, de hoogte 63 cm. Ze werd gegoten door Simons en L. Chaudard 1744.
De bewaarschool zou in tijd van nood kunnen worden voortgezet in een particulier woonhuis dat daarvoor ter beschikking was gesteld. Hiervan is echter nu niets gekomen en zal ook wel niets van komen omdat er om redenen van particuliere aard meer tegenwerking dan medewerking is (redenen van particuliere aard tegenover den Pastoor en den persoon van de Juffrouw der Bewaarschool die een nicht is van mij Pastoor)! Dorpskleinzieligheid!!!
Hier eindigt pastoor Schellekens zijn aantekeningen en vervolgt pastoor Roelofs het memoriaal.
60
De Drijehornickels
september 2009
Pastoor Roelofs krijgt snel na zijn installatie te maken met enkele naweeën uit de periode Schellekens.
Nuenense pastoors over WO II
meer daar die kettingen toch wel niet meer zullen terugkomen. Gaarne vernam het echter de mening van Uwe Hoogw. Excellentie. Op 29 juli komt het antwoord van de bisschop: Alles overwegende lijkt het ons ook het beste om geen pogingen in het werk te stellen tot terugbekoming van de gouden sieraden der Kerk, welke vermoedelijk gestolen zijn door een familielid van Pastoor Schellekens.
Pastoor Schellekens had aan Van den Broek, tuinarchitect te Boxtel, opdracht gegeven een rotstuin aan te leggen bij het H. Hartbeeld. Hij had die opdracht ingetrokken toen hij wist dat hij spoedig met emeritaat zou gaan. Van den Broek ging hiermee echter niet akkoord. Nauwelijks was Roelofs geïnstalleerd of de tuinarchitect kwam de opdracht uitvoeren niettegenstaande Pastoor en Kerkbestuur reclameerde. De rekening werd echter ingediend bij emeritus Past. Schellekens, die ze onbetaald terug zond. Daarop wendde vd Broek zich tot den Bisschop die adviseerde een minnelijke schikking met het Kerkbestuur te treffen. Daarop verlaagde vd Broek zijn nota van f. 262.50 tot f. 212.50 (1646 resp.1332 euro), waarmede het Kerkbestuur genoegen nam.
Schellekens heeft dus weinig plezier beleefd van zijn nichtje Elise en zijn neef Thieu. 3 Augustus 1944. Heden werd op last van de Duitse bezettende macht door Nederlandse beambten van de P.T.T. het telefoontoestel weggenomen, zooals dat ook elders gebeurde. In totaal zouden er in Nederland volgens de beambten 15000 in beslag genomen worden. Nog in dezelfde maand werd het toestel opnieuw geplaatst.
De volgende narigheid is van meer persoonlijke aard. Op 18 juli 1944 meldt het kerkbestuur schriftelijk aan de bisschop dat van de kerkinventaris een gouden schakelketting met kruis en een gouden kettinkje met medaillon vermist worden. In oktober 1943 waren ze nog aanwezig maar toen ze in mei 1944 weer nodig waren, bleken ze niet meer aanwezig te zijn. In die brief wordt een zekere Thieu, een neef van pastoor Schellekens en in de pastorie inwonend, er van verdacht deze sieraden te hebben gestolen. Roelofs citeert uit deze brief aan de bisschop: De Voorzitter heeft Pastoor Schellekens gevraagd waar die kettingen zich bevonden. Z. Eerw. wist het niet en verklaarde ze steeds goed opgesloten te hebben, zoodat zijn neef Thieu deze niet heeft kunnen verduisteren. Het geval is wel wat vreemd. De bewuste neef Thieu verbleef op de pastorie en was onbetrouwbaar. Hij had zijn slaapvertrek waar de genoemde kast stond terwijl de afsluiting hiervan niet zoo erg solied was. Het kerkbestuur heeft geen enkel bewijs dat die neef de kettingen heeft
Het H. Hartbeeld voor de St. Lambertuskerk Pastoor Roelofs vervolgt zijn aantekeningen nu met de beschrijving van de gebeurtenissen in september 1944. Deze zijn in het boekje ‘Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie’ opgenomen.
meegenomen, maar verdenkt hem ten sterkste. Het Kerkbestuur meent dat het misschien het beste is over deze zaak te zwijgen ter wille van Pastoor Schellekens, te 61
De Drijehornickels
september 2009
Resumerend kan men stellen dat de ‘grote oorlog’ aan Nederwetten is voorbijgegaan, maar dat men er intussen een kleine dorpse ‘burgeroorlog’ heeft uitgevochten. Tijdens de bevrijding echter heeft Nederwetten het volle pond aan oorlogsverwoestingen meegekregen.
Nuenense pastoors over WO II
Smits, Jan en Rob Verhallen, Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie, Heemkundekring De Drijehornick, Nuenen september 2004. 2 De drie memorialen zijn: • Registrum memoriale Parochiae de Nederwetten. Het is in of na 1822 door pastoor Joannes Arnoldus van Asten aangelegd en bestaat uit twee boeken. Boek 1 beslaat de jaren 1822-1939; boek 2 de jaren 1939-1944. Boek 2 bevat als aanhangsels veel afdrukken van documenten uit voorgaande jaren. • Memoriale Registrum parochiae de Nuenen. Het is in 1840 door pastoor Wilhelmus Petrus van Lent aangelegd en beslaat de jaren 1840 tot 1977. Over de jaren 1965 tot 1977 bevat het slechts zeer summiere gegevens. • Registrum Memoriale Parochiae S. Clementis in Gerwen. Op 11 jumi 1908 aangelegd door pastoor Jacobus van der Vleuten. Het beslaat de jaren ??? 3 Een beknopte levensloop van de pastoors. • Johannes Adrianus Josephus Maria Schellekens. Geboren te ’s Hertogenbosch in 1892, priester gewijd in 1918, achtereenvolgens kapelaan te Zeeland, Raamdonksveer, Helmond en rector te Helmond. Pastoor te Nederwetten van 25 maart 1938 tot zijn emeritaat op 3 maart 1944. Overleden te Son op 16 oktober 1944. • Wilhelmus Johannes Henricus Roelofs. Geboren in Sint Oedenrode in 1898, priester gewijd in 1924, achtereenvolgens kapelaan te Sint Michielsgestel, Heeze, Nijmegen en Oirschot. Van 17 maart 1944 tot zijn overlijden op 22 januari 1953 pastoor te Nederwetten. • Adrianus Maria Frenken. Geboren te Woensel in 1879, priester gewijd in 1904, achtereenvolgens kapelaan te Ewijk en Helmond. Pastoor te Gerwen van 1 april 1926 tot zijn emeritaat op 25 januari 1952. Hij overleed te Zeelst op 27 mei 1968. Pastoor Frenken was GeheimKamerheer van de paus. Vandaar droeg hij de titel monseigneur. • Hermanus Alphonsus Aldenhuijsen. Geboren te Volkel in 1885, priester gewijd in 1910, achtereenvolgens assistent te Helvoirt en kapelaan te ’s Hertogenbosch. Pastoor te Nuenen van 10 januari 1930 tot zijn emeritaat op 20 mei 1965. Hij overleed te Nuenen op 26 april 1970. 4 Voor de omrekening van toenmalige gulden naar huidige euro is in dit artikel via google gebruik gemaakt van ‘De waarde van de gulden/euro’. Hiermee kan de toenmalige waarde in gulden omgerekend worden naar de waarde in 2008 in euro. In deze omrekening is de gemiddelde inflatie over de beschouwde jaren en de omrekening van gulden in euro (1 euro voor 2,2 gulden) verwerkt. Het kan dus best zijn dat de waarde van bepaalde zaken of producten zich niet aan de gemiddelde inflatie hebben gehouden en relatief duurder of goedkoper zijn geworden. Zo is onroerend goed, zoals huizen en grond, relatief veel duurder geworden en zijn veel consumptiegoederen relatief goedkoper geworden. Het is de vraag of een gebouw als De Vank, al is het zonder sanitair en electra, nog voor 334.000 euro gebouwd kan worden. 5 Jonge Wacht. Katholieke Jeugdorganisatie voor jongens. 6 Het patronaat lag tussen de pastorie en de Aloysiusschool. Het was in 1910 gebouwd en is in 1977 afgebroken. 1
GERWEN Aantekeningen van pastoor Adrianus Frenken Was de oogst aan oorlogsinformatie bij Schellekens en Roelofs al mager, pastoor Frenken van Gerwen is met zijn aantekeningen nog veel schaarser. Hij mag tijdens zijn emeritaat het zeer bekende boek ‘Memoriaal der dorpen en parochies Gerwen, Nuenen en Nederwetten’ geschreven hebben, in het parochiememoriaal is hij zeer kort van stof en vermeldt over de jaren 1939 tot september 1944 zeer summier slechts drie feiten, minder dan een halve pagina in het memoriaal : • dat door de toename van de bevolking op zonen feestdagen een derde mis mag worden gelezen, • dat bij gelegenheid van zijn 40-jarig priesterfeest, op 28 mei 1944, Eerste Pinksterdag, tijdens de drie missen collectes werden gehouden die 3840 gulden (21.133 euro) opbrachten. Dit bedrag zou gebruikt worden voor de aanleg van een elektrische verwarming van de kerk. Hij merkt hierbij op: Moge na het einde van den huidigen oorlog de installatie voorspoedig tot stand komen! • dat hij op zondag 27 augustus het St. Petrus Liefdewerk heeft opgericht. Een paar weken later brachten de zelatricen9 447 leden aan en een geldelijk bedrag van f. 585 (3219 euro). Verder geen woord over de oorlog in het memoriaal. Zijn parochianen zijn blijkbaar guller met hun guldens dan hun pastoor met woorden. In de herfst van 1944 schrijft hij zijn herinneringen over de bevrijding van Gerwen, die wij gepubliceerd hebben in het reeds eerder genoemde boekje. 62
De Drijehornickels
7
8
9
september 2009
Henri Janssen was van 1927 tot 1963 het eerste schoolhoofd van de St. Josephschool aan de Hoekstraat. Naar hem is het Meester Janssenpad in Nederwetten genoemd. Matheus Gerardus (Thijs) Sloots (1889 – 1966) was wethouder van 1919 tot 1923 en van 1945 tot 1946. Hij was tevens lid van het kerkbestuur van Nederwetten en secretaris van de Boerenbond Nederwetten. Sloots liet in 1932 de Matheushoeve, nu Soeterbeekseweg 42, bouwen. Zelatrice (vrouwelijk voor zelateur), een vrouw, meestal geen religieuze, die zich inzet voor een vereniging met een kerkelijk of maatschappelijk doel.
63
Nuenense pastoors over WO II
De Drijehornickels
september 2009
Nu en en … niet meer
NU EN EN … NIET MEER door Roland van Pareren
Foto Roland van Pareren – 1981 De gedenksteen Bij de bevrijding van Nuenen sneuvelden op 20 september 1944 twee Engelse militairen van het ‘Bsquadron’ van het 44ste Royal Tank Regiment. De tanks van dat regiment rukten vanuit Eindhoven naar Nuenen op, samen met Amerikaanse parachutisten. Op de toenmalige Eindhovenseweg werd ter hoogte van de boerderij van Vink een Shermann-tank door de Duitsers buiten gevecht gesteld. Korporaal Ralph Stothard (28 jaar) en soldaat Basil Nicholls (21 jaar) verloren daarbij het leven. Ter herinnering hieraan werd door de familie Vink een gedenksteen in de gevel van hun boerderij aangebracht (zie ook het artikel op p. 30). De boerderij werd in 1971 gesloopt om plaats te maken voor de aanleg van de Vallestap/Europalaan. In 1980 werd de gedenksteen door de familie Vink aan de gemeente geschonken. In opdracht van de gemeente en op initiatief van het Oranjecomité, werd de gedenksteen in 1981 ingemetseld in een zuil op een grasveld aan de Europalaan, hoek Vallestap. Op 25 september 1981 werd het monumentje officieel onthuld door loco-burgemeester Jan Bisschops. Daar-mee werd die gedenkzuil het eerste herdenkingsmonumentje in Nuenen. Lang heeft het er overigens niet gestaan. Toen in 1994 het huidige herdenkingsmonument aan de andere kant van de Europalaan, hoek Parkstraat, werd gerealiseerd, werd de gedenksteen daarheen overgeplaatst en werd de zuil afgebroken. Nu resteert, naast huisnummer 144, alleen nog het grasveld 64
HET UITGEVEN VAN DIT BLAD IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR DE ONDERSTEUNING VAN ONDERSTAANDE NUENENSE ONDERNEMERS ACCOUTANTS EN BELASTINGADVISEURS VAN GASTEL EN NEIJNENS Postbus 110, 5670 AC Nuenen AUTOBEDRIJF JANSEN BV, TOYOTA-DEALER De Pinckart 10, 5674 CC Nuenen www.jansenauto.nl HOVENIERSBEDRIJF FONS LINDERS Broekdijk 1, 5674 SJ Nuenen www.fonslinders.nl JO KLOMP, MODE EN QUILTSTOFFEN Park 17, 5671 GB Nuenen VAN LIESHOUT & VAN DE GRIENDT BV, ADMINISTRATIE EN BELASTINGADVISEURS Collse Hoefdijk 16, 5674 VK Nuenen www.vanlieshoutvandegriendt.nl ART DUMAY KUNSTHANDEL, Boordseweg2a BLOEMENATELIER PARKHOF, Parkhof 1 BOEKHANDEL BRUNA, Parkstraat 13 BOEKHANDEL VAN DE MOOSDIJK BV, Parkhof 12c CAFÉ SCHAFRATH, Park 35 CROOIJMANS MANNENMODE, Parkstraat 9b DAMES- EN HERENKAPSALON ANTON VAN DE BERG, Vallestap 2 FIETSTOTAALZAAK DE CONCURRENT, Berg 10 FOTOSTUDIO BM, Emmastraat 2 FYSIO- & MANUELETHERAPIE F.J.A.L. KOOTSTRA, Weverstraat 16 HOUTHANDEL VAN HOORN, Wettenseind 2a HOVENIERSBEDRIJF LE JARDIN, Ruiterweg 1 JANSEN TAXI BV, Boord 4 JOSÉ CUYPERS MODE BV, Parkstraat 7 MEULENDIJKS SCHILDERSBEDRIJF BV, Berg 36 RISJAMO KANTOORBOEKHANDEL, Hoge Brake 66 VAN SANTVOORT MAKELAARS EN ARCHITECTEN, Berg 2-4 WIJNHANDEL-SLIJTERIJ ANDRÉ VAN LIESHOUT, Parkstraat 25a WINKELIERSVERENIGING KERNKWARTIER, Hoge Brake