VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 35 NUMMER 18 6 november 2009
Chronische pijn na borstvergroting Foto: Flip Franssen
Een kwart van de vrouwen die een borstvergroting hebben laten uitvoeren, houdt aan deze cosmetische ingreep chronische pijn over. De pijn doet het positieve effect op de kwaliteit van leven na een borstvergroting teniet. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van anesthesioloog/pijnbehandelaar Monique Steegers. ‘Vrouwen die een borstvergroting overwegen, moeten zich terdege afvragen of ze het risico op chronische pijn willen aangaan’, zegt Steegers. J o k e G ro e n e v e l d
Monique Steegers ondervroeg 265 vrouwen die een borstvergroting hebben laten uitvoeren. Maar liefst een kwart van de respondenten bleek meer dan twee jaar na de ingreep nog pijn van de operatie te ondervinden. Deze pijn had tot gevolg dat een positief effect op de kwaliteit van leven bij hen achterwege bleef. Bij de vrouwen zonder chronische pijn nam de kwaliteit van leven na de borstvergroting wel toe. Het is voor het eerst dat er onderzoek gedaan is naar de ontwikkeling van blijvende pijn als gevolg van een borstvergrotende operatie. Jaarlijks vinden er in Nederland ongeveer 3000 van deze operaties plaats. ‘Het is van groot belang dat artsen aan vrouwen die een borstvergroting overwegen, goede voorlichting
Pagina 5 Oud-geneeskundestudent dr. Hugo Tempelman krijgt prestigieuze Martin Buber-plaquette
Pagina 7 Jehova’s getuigen weigeren bloed, maar stimuleren bloedvrije geneeskunde
geven over het risico op chronische pijn na de operatie’, aldus Steegers. ‘Je moet je goed afvragen of je dat overhebt voor een cosmetische ingreep.’
Andere operaties Het hoofddoel van het promotieonderzoek van Steegers was breder: zij wilde nagaan wat de rol is van zenuwschade bij de ontwikkeling van chronische pijn na een operatie. Zij deed niet alleen onderzoek onder vrouwen die een borstvergroting hebben gehad (hierbij worden geen zenuwen beschadigd), maar ook onder patiënten na een hart- of longoperatie en na een operatie in verband met borstkanker. Bij een borstkankeroperatie moeten soms ook okselklieren verwijderd worden; zenuwschade is dan onvermijdelijk. Vrouwen die geopereerd zijn aan borstkanker zonder dat er okselklieren zijn weggenomen, hebben 23 procent kans op chronische pijn. Als er wel okselklieren verwijderd zijn, is die kans veel groter, namelijk vijftig procent. Dit verschil kan heel goed verklaard worden door pijn als gevolg van zenuwschade. Maar het betekent ook, dat de helft van de vrouwen, bij wie tijdens een operatie vanwege borstkanker de okselklieren waren weggehaald, géén blijvende pijn ondervindt. Zenuwschade kan dan ook slechts gedeeltelijk een verklaring zijn voor de chronische pijn. Ook andere, deels nog onbekende factoren spelen een rol. Steegers geeft aan dat er meer onderzoek moet komen naar de individuele verschillen in pijnverwerking na een operatie. Chronische pijn na een chirurgische ingreep is een groot probleem. Steegers is dan ook van mening dat anesthesiologen en chirurgen gezamenlijk op zoek moeten naar mogelijkheden om deze pijn zo goed mogelijk te voorkómen. Ze raadt patiënten die na een operatie pijnklachten houden, aan om daarmee naar de huisarts te gaan. ‘Chronische pijn is weliswaar moeilijk te behandelen, maar er zijn wel mogelijkheden’, zegt zij. n
Pagina 8 Vrouwen op zoek naar eigen toppositie
Pagina 16 Marcel Olde Rikkert in debat met Midas Dekkers over ouderen en bewegen. Is dat nou zo nodig?
ra d bo d e 1 8 - 2 0 0 9
inhoud 3
Onderzoek Beleid
Interview
Voor nadere info: www.paogheyendael.nl.
UNIT 4, (bijscholing) SVG
Onderwijs ‘Als ik dood ben, ga ik naar het ziekenhuis’ Radboud onthulde monument voor overledenen die hun lichaam ter beschikking stelde van de medische wetenschap. Ruim zevenhonderd nabestaanden waren aanwezig.
OVERIG
Patiëntenmarkt van 11.00-16.00 uur in de zuid corridor, tevens suiker-, cholesterol- en bloeddrukmetingen in de centrale hal.
15
Beleid
Betoog
11 november
Geert van den Brink over het voorkomen van tekorten in de zorg.
En verder...
Kunst, agenda Nieuwsladder Outreachproject, Spider award In bedrijf: Rondje Heijendaal, Preparatorium, Nijmeegs strijkkwartet, Griepprik, Smileys, Mexicaanse griep, Persoonlijk Budget Het moment Choose to move, prijzen en benoemingen Column buitenland Mensen, ingezonden PIP-nieuws Het debat: Marcel Olde Rikkert met Midas Dekkers
Reportage Het zit hen in het bloed Jehova’s getuigen weigeren bloedtransfusies, maar stimuleren daarentegen bloedvrije geneeskunde. Medici krijgen daar steeds meer belangstelling voor.
2 3 4
6 7 11 13 14 15 16
Misschien zijn ze niet echt opvallend de diermotieven die door Niel Steenbergen bij de lifthallen van de zuidcorridor in het ziekenhuis zijn aangebracht. Maar als men ze heeft gezien, ontkomt men niet meer aan hun verrassende bekoorlijkheid: steeds staan daar, in horizontale stroken, drie, vier, vijf of soms meer gelijke wezens naast elkaar maar per strook veranderend, in hun stapeling van de vloer tot aan het plafond. En zelfs hoger dan dat, want ze gaan er als het ware doorheen tot en met de bovenste verdieping. Deze horizontale stroken met diermotieven worden zo nu en dan afgelost door stroken met zich per strook repeterende plantaardige vormen. Maar of ze nu naar dieren dan wel naar planten neigen, steeds heeft de fantasie van de kunstenaar tot op zekere hoogte de vrije hand gekregen - op voorwaarde dat de referentie naar een of ander dier maar duidelijk bleef. Als geheel vormt de verzameling een rijk dierenpark van zowat 2.400 stuks, een ware schepping dus die uitdrukking geeft aan de rijkdom van het leven. De uitvoering van de figuratie gebeurt op stroken gepolijste kalksteen van een halve meter breed en vijf centimeter dik. Niel Steenbergen bewerkte het oppervlak met de beitel; zo zorgde hij voor een ruwe achtergrond terwijl de motieven zelf en de overdwarse lijnen tussen de stroken figuratie in glad gemaakte steen, eruit oplichten en een mooi contrast vormen.
Foto: Jan van Teeffelen
kunst
Niel Steenbergen, Dierglyptieken, 1966, in alle lifthallen van de zuidcorridor.
Unit 4 (bijscholing) van SVG verzorgt bij- en nascholing voor medewerkers en voor externe klanten. Informatie scholingsaanbod: www.umcn.nl/svg, kies dan Bijscholing (unit 4) en daarna Scholingen.
10 november
Vrouwen op zoek naar eigen toppositie Radboud heeft UMC Vrouwennetwerk. ‘Een toppositie kan van alles zijn: van bekwaam clinicus tot topwetenschapper. Het draait erom wat jij graag wil.’
8
8, 15 en 22 november 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 8 november, voorganger Jack de Groot, zondag 15 november, voorganger Mies Singendonk en zondag 22 november, voorganger Els Groeneveld.
PAOG-Heyendael
13
Robin Hood in de tropengeneeskunde Oud-geneeskundestudent dr. Hugo Tempelman werd samen met zijn vrouw gelauwerd met de prestigieuze Martin Buber-plaquette. Een idealist, avonturier en aartsoptimist.
7
OECUMENISCHE VIERINGEN
De trucs van de tuberkelbacil Jaarlijks een half miljoen nieuwe patiënten en bijna honderdduizend doden door tuberculose. Het UMC St Radboud werkt samen met de universiteit van Bandung om het tij te keren. Een Indonesische dubbelpromotie.
Maatwerk haalt beste in medewerker naar boven In het project Maatwerk zijn leidinggevende en medewerker actief met elkaar in dialoog. ‘Laat medewerkers zelf met ideeën komen, daar zijn ze veel trotser op.’
5
agenda
10
Deze ambachtelijke decoratie, waar ruim drie jaar aan werd gewerkt, is volkomen geïntegreerd in het gebouw en hoort bij het Radboudziekenhuis, zodanig zelfs dat men ze misschien niet eens meer opmerkt. De Commissie Beeldende Kunst heeft daarom, samen met de architect van de nieuwbouw, besloten om bij de afbraak van bedoeld bouwdeel de reliëfs van de slopershamer te redden en ze bij de lifthallen in de nieuwbouw opnieuw in te metselen. Daan Van Speybroeck
2
Scholingsavond Acute Zorgregio Oost met als thema ‘Acute Psychiatrie’. Dit thema staat ook centraal binnen de Acute Zorgregio Oost vanwege het in kaart brengen van de prehospitale keten acute psychiatrie en het doen van aanbevelingen aan het bestuurlijk Regionaal Overleg Acute Zorg. Tijd: 19.00-21.30 uur. Plaats: Auditorium (route 296). Deelname is gratis, inschrijving is echter noodzakelijk via
[email protected]. Informatie/programma: www.azo.nl.
10 t/m 13 november 20-jarig jubileum Voorlichtingscentrum in de centrale hal.
13 november NCMLS Seminar ‘Contrast gain control and cortical TrkB signaling shape visual acuity’. Spreker: dr. Christiaan Levelt, Head Research Group Molecular visual Plasticity, Netherlands Institute for Neuro science, Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences, Amsterdam. Tijd: 12.00 - 13.00 uur in de Colloquiumkamer op de 8e verdieping van het NCMLS gebouw, route 289. Informatie: www.ncmls.eu.
26 november NCMLS Seminar ‘Regulation of the development of teeth, hairs and other epidermal appendages’. Spreker: prof. Irma Thesleff, DDS, PhD. professor of Developmental Biology. Research Director Developmental Biology Program. Institute of Biotechnology, University of Helsinki, Finland. Tijd: 12.00 - 13.00 uur in de Colloquiumkamer op de 8e verdieping van het NCMLS gebouw, route 289. Informatie: www.ncmls.eu.
26 november Voorlichtingsavond “Overgang” om 19.30 uur in het Auditorium (routenummer 296). Aanmelden via secretariaat Gynaecologie, tel. 14728. Dit kan op alle dagen (m.u.v. woensdag) van 10.00 - 16.00 uur.
16 t/m 27 november UNICEF-stand in de centrale hal.
2 december Scholingsavond Acute Zorgregio Oost met als thema ‘Rampengeneeskunde’. Tijd: 19.00-21.15 uur. Plaats: Hippocrateszaal, route 77. Deelname is gratis, inschrijving is echter noodzakelijk via
[email protected] . Informatie/programma: www.azo.nl.
radbod b e l e id e 18 - 2009
nieuwsladder
Maatwerk haalt beste in medewerker naar boven In het project Maatwerk zijn leidinggevende en medewerker actief met elkaar in dialoog. Samen spreken ze af welke resultaten de medewerker wil bereiken én kijken ze of deze ambities verwezenlijkt worden. ‘Laat medewerkers zelf met ideeën komen, daar zijn ze veel trotser op.’
G ij s M u n n ich s
Sinds de zomer loopt in het UMC St Radboud het project Maatwerk: het komen tot een volwaardige dialoog tussen leidinggevende en medewerker. Dat klinkt misschien vaag, maar dat is Maatwerk juist niet. In plaats van één jaargesprek te voeren (op zijn best elk jaar), zijn bij Maatwerk medewerker en manager in “continue dialoog”. Het begint bij het planningsgesprek, waarin de medewerker samen met zijn leidinggevende bespreekt én uiteindelijk afspreekt welke doelen hij of zij wil bereiken. ‘Die moeten natuurlijk aansluiten op het bedrijfsplan van je afdeling’, zegt Peter Loozen (Concernstaf), projectleider Maatwerk. ‘Ook wordt afgesproken welke ondersteuning de leidinggevende zal bieden. Hierna blijven medewerker en leidinggevende in gesprek over de tussentijdse resultaten.’ Het proces sluit af met het evaluatie- en beoordelingsgesprek, waarin de leidinggevende en mede werker vaststellen of de gestelde doelen uiteindelijk bereikt zijn. Op die manier draagt Maatwerk concreet bij aan de doorvertaling van ‘Beter worden’ naar de individuele medewerker.
Prof. Braat en prof. Lagro-Janssen in top 100 machtigste vrouwen
De proeftuin van Maatwerk loopt tot eind 2009. Daarna wordt geëvalueerd hoe Maatwerk UMC-breed opgepakt wordt. Aan Maatwerk is ook de Radboud Kompas gekoppeld. Op deze persoonlijke intranetpagina kunnen medewerkers reflecteren op hun eigen ontwikkeling, om zo de gesprekken goed voor te bereiden. Ook noteren ze hun afspraken met de leidinggevende en de resultaten daarin. Ongeveer veertig medewerkers doen dit deel van de pilot.
De kracht van stilte
Open dag CSA voor medewerkers
De leidinggevenden en medewerkers zijn in het project gecoacht tijdens echte gesprekken. Zonodig grijpt de trainer in als het gesprek niet goed verloopt. ‘Een valkuil van veel leidinggevenden is dat ze te oplossingsgericht zijn’, zegt trainer Corina Minnaar. ‘Als een medewerker ergens mee zit, is het belangrijk eerst te achterhalen wát er precies dwarszit.’ Schalken heeft de kracht van de stilte ervaren. ‘Door stiltes te laten vallen, laat je medewerkers zelf met ideeën komen over hun werk. Daar zijn ze veel trotser op dan wanneer ik oplossingen aandraag.’
Op zaterdag 28 november van 10.00 tot 12.00 uur houdt de afdeling Centrale Sterilisatie (CSA) een open dag voor medewerkers om nader kennis te maken met de CSA. De CSA is een ondersteunende afdeling voor de klinische en poliklinische afdelingen van het UMC St Radboud. De voornaamste diensten zijn het reinigen, desinfecteren en steriliseren van medisch instrumentarium, het bevoorraden van afdelingen met steriele materialen. In het bijzonder wordt nauw samengewerkt met de OK’s. De open dag biedt een kijkje in de deels vernieuwde CSA-faciliteiten. Aanmelden kan tot uiterlijk twee weken van te voren bij E. Golsteijn, secretariaat CSA, tel. 14713,
[email protected].
Nieuwe werkplek voor vrijwilligers Sinds 2 november hebben de vrijwilligers centrale hal een andere werkplek. De werkplek achter de receptiebalie vervalt en verhuist naar een andere locatie. Er wordt een Centraal Meldpunt Vrijwilligers opgezet om vrijwilligers actief en meer flexibel in te zetten in de servicedienstverlening. Heeft u een vrijwilliger nodig om een patiënt te begeleiden naar polikliniek, onderzoeksafdeling, kapsalon etc., dan kunt u de aanvraag indienen via nummer 68263. Wanneer bezoekers/patiënten van de hoofdingang begeleiding nodig hebben, dan geeft de receptie de aanvraag door aan het Centraal Meldpunt Vrijwilligers. De mogelijkheden voor een bredere inzet van vrijwilligers worden op dit moment onderzocht. Voor alle overige vragen rondom inzet vrijwilligers, neem contact op met Joke Hoop, coördinator vrijwilligers, tel. 15328.
Actieve houding Aan de proeftuin van Maatwerk nemen zo’n tachtig tot negentig medewerkers en leidinggevenden deel, afkomstig van de afdelingen Verloskunde & Gynaecologie, Urologie, het Lab Geneeskunde en het IWOO. Een externe consultant traint ze in het voeren van de gesprekken. Momenteel hebben ze het planningsgesprek al gehad. Prof.dr. Jack Schalken, hoofd Urologisch Research Laboratorium, is erg te spreken over Maatwerk. ‘De oude jaargesprekken leidden vaak niet tot concrete acties, terwijl dat nu juist wel het geval is. Dat is de grootste winst van Maatwerk. Ik heb bijvoorbeeld afgesproken wanneer iemand een project klaar heeft. En met een andere medewerker dat hij bepaalde scholing gaat volgen.’ Maatwerk betekent dat leidinggevenden meer aansturen op resultaat; medewerkers nemen meer zelf verantwoordelijkheid voor hun werk en loopbaan. Uit een nulmeting in de proeftuin blijkt dat veel medewerkers de huidige jaargesprekken weinig inspirerend vinden. ‘Bij Maatwerk is dat anders, omdat het een actieve houding van de medewerker vraagt’, zegt Natascha Albrecht, teamleider administratie op de poli Verloskunde & Gynaecologie. ‘Als medewerker neem je zelf het heft in handen. Welke kant wil je op in je werk? Bereid je daarom goed voor op de gesprekken. Dan haal je er het beste uit, voor jezelf en je werk.’ Door Maatwerk ontstaat er een meer gelijkwaardige relatie tussen leidinggevende en medewerker, vindt administratief medewerker Ans Pfeil. ‘Ik heb geleerd duidelijker te verwoorden wat ik écht wil. Ik was geneigd terughoudend te zijn in mijn wensen. Een tip is om ook te vertellen wat je goed vindt gaan in het werk. Begin het gesprek daarmee, dan heb je een positief uitgangspunt om verder te praten over je ambities.’
Het opinieblad voor vrouwen Opzij heeft een top 100 samengesteld van de invloedrijkste vrouwen van Nederland. Tien machtige vrouwen in tien sectoren. In de top tien van de sector gezondheidszorg staan twee vrouwen uit het UMC St Radboud: prof.dr. Didi Braat van Verloskunde & Gynaecologie bekleedt de zevende positie en prof.dr. Toine Lagro van Eerstelijnsgeneeskunde staat op negen. De gehele top 100 staat op www.opzij.nl.
Nieuwe techniek voor uitstrijkjes betrouwbaar
Aan het eind van Maatwerk wordt het evaluatie- en beoordelingsgesprek gevoerd. Spannend, de baas gaat immers vertellen of je wel of niet goed presteert. ‘Als het goed is, bespreken de manager en medewerker regelmatig hoe het ervoor staat’, aldus Minnaar. ‘Zo kun je niet haalbare afspraken en verwachtingen tijdig bijsturen, en kom je bij de evaluatie en beoordeling eigenlijk nooit voor verrassingen te staan.’ n
Informatiebijeenkomst Maatwerk De proeftuin van Maatwerk loopt tot eind 2009. Het idee is dat er straks negenduizend Radboudmedewerkers mee aan de slag gaan. Hoe implementeer je dit met succes in het hele UMC? Dat begint met informeren. Op 30 november is er daarom een informatiebijeenkomst in FiftyTwoDegrees voor alle afdelingshoofden, bedrijfsleiders, directeuren, personeelsadviseurs en OR-leden over Maatwerk. Zij hebben een uitnodiging ontvangen.
Onderzoek naar dialoog Alle acht UMC’s starten met soortgelijke projecten als Maatwerk. De Universiteit van Amsterdam onderzoekt hoe het met de dialoog gesteld is in de UMC’s. Willekeurig worden medewerkers van elk UMC aangeschreven met een vragenlijst. Deze zijn inmiddels verstuurd (dus mogelijk ook naar u). Meedoen is belangrijk, voor de UMC’s én voor het wetenschappelijk onderzoek.
3
Dunnelaagcytologie, een relatief nieuwe manier om uitstrijkjes voor het onderzoek op baarmoederhalskanker te maken, is even betrouwbaar als de huidige PAP-test. Dit blijkt uit een groot onderzoek onder 90.000 vrouwen, uitgevoerd door het UMC St Radboud en het Laboratorium voor Pathologie in Eindhoven. De resultaten staan in het meest recente nummer van JAMA, het tijdschrift van de American Medical Association. De nieuwe techniek levert voordelen op voor de te onderzoeken vrouwen, voor de huisartsen die de uitstrijkjes maken en voor de laboratoria. Het volledige bericht staat op intranet, nieuws, 28 oktober.
Vatbaarheid voor schimmel infecties heeft genetische basis Er zijn twee genetische mutaties gevonden die het risico op schimmelinfecties (candidiasis) vergroten. Ze zijn onafhankelijk van elkaar ontdekt door onderzoeksgroepen van het University College London en het UMC St Radboud in Nijmegen. Beide onderzoeken zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine (29 oktober, on line), het belangrijkste wetenschappelijke tijdschrift voor medisch onderzoek. Het volledige bericht staat op intranet, nieuws, 29 oktober.
radbod e 1 8 - 2 0 0 9
Patiënt veiliger met Outreach De afgelopen twee jaar liep op de afdelingen A30 en A40 het Outreachproject dat beoogt ernstig zieke patiënten vroegtijdig te herkennen en te behandelen. Vanaf 1 november zal dit project geleidelijk over het hele ziekenhuis worden uitgerold. ‘Belangrijk daarbij is de cursus ALERT, want zonder goed onderwijs vooraf werkt het niet’, zegt anesthesioloog-intensivist Bernard Fikkers.
M ar l i e s M i e l e k amp
Er waren volgens Bernard Fikkers twee redenen om met het Outreachproject te starten. ‘Het is een kwaliteitsverbetering van de patiëntenzorg binnen het UMC St Radboud, en de overheid heeft in het Veiligheid Management Systeem (VMS) tien verbeterpunten aangegeven waarvan vroege herkenning van de ernstig zieke patiënt er één is. Als dit project eind 2010 ziekenhuisbreed is ingevoerd voldoen we aan deze eis.’ Outreach is onder andere gericht op het vroegtijdig signaleren van verslechtering van patiënten en een verbetering van de communicatie tussen verpleegkundige en
arts. Een verpleegkundige meet zes parameters die samen de Modified Early Warning Score (MEWS) vormen. Heeft de patiënt een score van drie of meer dan moet de verpleegkundige de arts waarschuwen. Die kan besluiten het Medical Emergency Team (MET) in te schakelen. Het MET bestaat uit een IC-fellow (een specialist in opleiding tot intensivist), een IC-verpleegkundige, een afdelingsverpleegkundige en een afdelingsarts. De communicatie tussen afdeling en arts verloopt volgens een vast schema (zie kader). Zowel de MEWS als het RSVP-systeem zijn vastgelegd op een handig kaartje.
Speciaal onderwijsprogramma Projecten om kritiek zieke patiënten vroegtijdig te herkennen lopen al in meerdere Nederlandse ziekenhuizen. Het UMC St Radboud onderscheidt zich door artsen en verpleegkundigen een speciaal gestructureerd onderwijsprogramma aan te bieden dat maandelijks via PAOG Heyendael zal worden gegeven: de cursus Acute Life threatening Events - Recognition and Treatment (ALERT). ‘Wij hebben deze Engelse cursus naar Nederland gehaald’,
vertelt Fikkers. ‘Want je kunt nog zo’n goed team hebben, zonder goed onderwijs vooraf werkt het niet.’ Tot nu toe is de ALERT-cursus vijf keer door twee artsen en twee verpleegkundigen gegeven en tot eind dit jaar is de cursus vol gepland. ‘Het is een multidisciplinaire cursus die een dag duurt en die artsen en verpleegkundigen gezamenlijk volgen’, legt Fikkers uit. ‘Belangrijk zijn de rollenspellen waarbij we artsen proberen de rol van de verpleegkundige te geven en omgekeerd. Zo hou je elkaar een spiegel voor en krijg je meer begrip voor elkaar.’ ‘Het was dan ook fijn om te zien dat onze cursus in het veiligheidsproject van de overheid wordt geadviseerd als scholing over vroegtijdige herkenning van kritiek zieke patiënten’, vertelt chirurg-intensivist Marion van der Kolk.
Weerstand verpleegafdeling Seniorverpleegkundige Trix Terwindt merkte dat er eerst veel weerstand tegen het Outreachproject op A30 was. ‘We hebben het al zo druk werd er gezegd, maar gaandeweg raakte iedereen overtuigd van de meerwaarde van Outreach. Verpleegkundigen vinden het vaak moeilijk om te zeggen dat zij vinden dat de arts moet komen. Met de invoering van Outreach wordt de communicatie directer en dat vraagt om een cultuurverandering. We hebben toen voorgesteld eerst te kijken hoe de pilot zou verlopen. Naarmate men meer routine kreeg, bleek het zelfs tijd te besparen!’ ‘Patiënten en familieleden voelen vaak de onrust van de verpleegkundige over een ernstig zieke patiënt’, vult van der Kolk aan. ‘Ze constateren nu dat als die handelend optreedt er ineens een heel team om het bed staat dat met elkaar communiceert en met een plan komt.’ IC-verpleegkundige Miranda Thoonsen benadrukt dat door het MET een betere samenwerking ontstaat tussen de afdeling en de IC. Van der Kolk: ‘Soms wordt door het MET op de afdeling al een behandeling ingezet die eigenlijk alleen plaatsvindt op de IC. Hoe sneller je handelt hoe beter. In een tijd van krapte aan IC-bedden is ook dat een verworvenheid.’ n
RSVP-systeem De communicatie in het Outreachproject tussen arts en verpleegkundige verloopt volgens RSVP: Reason, Story, Vital signs en Plan. De verpleegkundige stelt zich voor en benoemt het probleem, vertelt opnamedatum, opnamediagnose, relevante medische voorgeschiedenis en benoemt vitale gegevens van de patiënt. In het plan geeft de verpleegkundige aan welke actie hij of zij zou willen ondernemen en vraagt de arts naar zijn of haar voorstel. Met de invoering van Outreach wordt de communicatie directer.
Foto: Jan van Teeffelen
Spider Award
Interactief Dossier Vasculaire Zorg genomineerd ‘Het denkwerk is aan de keukentafel begonnen’, zegt internist Bas Bredie. Samen met zijn vriend Ron Leunissen, ICT-er bij de medische faculteit, hebben ze er avonden op zitten broeden. Nu dingen de participerende afdelingen met het Interactief Dossier Vasculaire Zorg (iVAZ) mee naar de Spider Award, die 5 november, bij het ter perse gaan van deze Radbode, wordt uitgereikt tijdens het ICT-zorgcongres.
In het Radboud komen patiënten met chronische hart- en vaataandoeningen op vier plaatsen binnen. Bij Neurologie, Cardiologie, Vaatchirurgie en Interne geneeskunde. Op al die plaatsen wordt met iVAZ gewerkt. Het iVAZ, dat in juni live is gegaan, bestaat uit drie onderdelen. Een patiëntendossier waarin alle gegevens van hart- en vaatpatiënten worden geregistreerd die nodig zijn voor een risicoprofiel en behandeladvies, een online vragenlijst die de patiënt kan invullen en een interactief portaal waar iedere patiënt zijn eigen dossier kan inzien en aanvullen. Aan de hand van risicoprofielen kunnen zowel de hulpverleners als patiënten in één oogopslag zien hoe
de vlag erbij hangt. Vergelijkbaar met een stoplicht, waarbij rood de gevarenzone aangeeft. Op basis daarvan krijgen zij behandeladviezen. Bij een hoge bloeddruk moet de medicatie bijvoorbeeld worden aangepast, of bij afwijkende vetwaarden en overgewicht krijgt de patiënt het advies meer te bewegen of af te vallen. Eind van het jaar wordt het interactieve deel in gebruik genomen, dan kunnen patiënten ook thuis hun dossier inzien en aanvullen. ‘Als ze bijvoorbeeld invullen dat ze vijf kilo zijn afgevallen, zien ze dat ze niet meer in het ‘rood’ staan, dat kan heel motiverend werken’, weet internist Bas Bredie. ‘Je legt de verantwoordelijkheid bij henzelf neer. Ze kunnen ook per e-mail vragen stellen. Zoals: “Ik krijg hoofdpijn van die nieuwe pillen, is dat normaal”?’
Niet op automatische piloot Hulpverleners krijgen via iVAZ behandeladviezen, bovendien weten ze van elkaar wat ze gedaan hebben, want er komt een PDF-uitdraai in het Elektronisch Patiënten Dossier. ‘Met zo’n systeem moet je er wel voor waken dat je niet op de automatische piloot gaat draaien,’ benadrukt Bredie. ‘Daarom hebben we wekelijks, met afgevaardig-
4
den van de vier betrokken afdelingen, een multidisciplinaire bespreking van de twintig tot veertig nieuwe patiënten in die periode. Circa 80 procent van de adviezen die standaard gegeven worden zijn goed, maar bij zo’n 20 procent moeten we nader kijken: die lipidenuitslagen zijn vreemd, wat is er aan de hand?’ Het systeem is samen met softwareleverancier OmnIT gebouwd en is volgens Bredie zo om te bouwen naar andere ziekenhuizen. Of naar andere groepen, zoals diabetespatiënten, een kwestie van er andere vragenlijsten aanhangen. JM
Op 10 november, in de week van de Chronisch Zieken, presenteren zich circa twintig patiëntenverenigingen in de zuidcorridor bij de hoofdingang. Belangstellenden kunnen bij de stand van het Vaatcentrum met een laptop een leefstijlvragenlijst in iVAZ invullen. Studenten gaan cholesterol- en suikerwaarden prikken en andere metingen verrichten. Bezoekers krijgen - na uitleg van een student - een iVAZ-uitdraai en een advies op maat mee naar huis.
i radbod n t e rvi e w e 18 - 2009
Robin Hood met een witte jas Oud-geneeskundestudent dr. Hugo Tempel man trok als arts naar Zuid-Afrika en bouwde in township Elandsdoorn een spraakmakend gezondheidscentrum. De kliniek geldt als hét voorbeeld voor effectieve zorg aan hiv- en aidspatiënten. Voor zijn baanbrekende werk wordt Tempelman samen met zijn vrouw op 15 november gelauwerd met de prestigieuze Martin Buber-plaquette. Gesprek met een idealist, avonturier en aartsoptimist. ‘Kan het niet? Dat zal ik je wel eens laten zien.’ pau l va n l a e r e
Ndlovu Medical Centre heet de kliniek die Hugo Tempelman vijftien jaar geleden in het Zuid-Afrikaanse Elandsdoorn uit de grond stampte. Ndlovu betekent in de Zulu-taal ‘olifant’. De naam is een knipoog naar het gelijknamige Nijmeegse studentendispuut waar Tempelman in de jaren tachtig lid van was. Het is ook een stille verwijzing naar de olifantshuid, die hij soms nodig had. Vooral toen hij begin deze eeuw de zorg voor hiv- en aidspatiënten opzette, dwars tegen de heersende politiek in. ‘President Mbeki ontkende destijds het bestaan van het virus, volkomen ridicuul. Ik werd aan alle kanten afgebrand. De bevolking wist niet meer wat ze moesten geloven. Zijn die aidsremmers nou vergif of niet? Het was heel moeilijk patiënten in ons programma te krijgen en te houden.’ Tot de eerste resultaten kwamen. ‘Mensen zagen dat hun buurman op sterven na dood was, maar na onze behandeling weer aan het werk kon. Dat maakte indruk.’ Inmiddels hebben Tempelman en zijn team zo’n vijfduizend aidspatiënten en elfduizend hiv-positieven onder hun hoede, en wordt hun model van geïntegreerde primaire gezondheidszorg alom geprezen. 15 november ontvangt hij samen met zijn vrouw Liesje op het internationale cultuur-en wetenschapsfestival EURIADE de Martin Buber-plaquette voor de bijzondere wijze waarop ze zich voor de medemens inzetten. Eerdere prijswinnaars waren onder meer de oud-presidenten Michael Gorbatsjov en Richard von Weizsäcker, de artiest Herman van Veen en de activiste tegen vrouwenbesnijdenis Waris Dirie. ‘Waanzinnig om in zo’n rijtje te staan. De prijs betekent een geweldige erkenning van ons programma, en het opent wellicht weer nieuwe deuren.’
Somalië Werken in de tropen, het idee zit er al vroeg in bij Tempelman. ‘Daarom ben ik geneeskunde gaan studeren. En ik dacht: als je écht iets wil bijdragen, moet je daar werken waar het merendeel van de bevolking geen toegang heeft tot de zorg’. Nog tijdens zijn studie geneeskunde vertrekt hij op eigen houtje naar Somalië. Met hulp van de consul slaagt hij erin het land binnen te komen, vergezeld van drie ton aan medicijnen en medisch materiaal. ‘Ik vind dat je altijd moet gaan om wat te brengen. Dat je ook wat leert is mooi meegenomen.’ Hij ontmoet een Groningse emeritus hoogleraar die daar oogartsen opleidt. ‘Alleen kon hij ze geen uitrusting geven. Daar ga ik voor zorgen, zei ik.’ Terug in Nederland haalt hij samen met de stichting MEDIC 800 duizend gulden op, waarmee de benodigde apparatuur gekocht kan worden. En vervolgens zorgt hij dat er een ziekenhuis omheen komt te staan. ‘Bouwen is een van mijn hobby’s. Ik ben daarvoor vier keer teruggegaan naar Somalië. Vandaar dat ik tien jaar over de studie heb gedaan.’ In ‘90 studeert hij af. Na een huwelijksreis dwars door Afrika arriveert hij met zijn vrouw Liesje in KwaNdebele, een van de thuislanden van Zuid-Afrika, om daar als arts te gaan werken en zijn opleiding tot tropengeneeskundige te volgen. Het blijft niet bij dokteren. Binnen een jaar is hij assistent geneesheer-directeur van het zieken-
Hugo Tempelman onderzoekt een van zijn patiënten. huis en weer een jaar later bekleedt hij een hoge post op het ministerie van gezondheidszorg. Maar dat blijkt niet zijn stiel. ‘Memo’s schuiven is niks voor mij. Ik ben een doener. Niet lullen maar poetsen.’
Bankroet Opnieuw gaat Tempelman naar een plek waar niemand heen wil. Naar Elandsdoorn, een township 200 km ten noordoosten van Johannesburg, waar 140 duizend mensen wonen. Zonder enige medische voorziening. Zijn plan: een huisartsenpraktijk beginnen. ‘Onder het Robin Hood-principe: verdienen aan de rijken, en gratis zorg voor de armen. Dat doe ik eigenlijk nog steeds.’ Iedereen verklaart hem voor gek. De verwachting is dat hij binnen een jaar bankroet of doodgeschoten is. Maar Tempelman laat zich niet afschrikken. Hij neemt een tweede hypotheek op zijn huis, koopt 40 duizend stenen, en bouwt met lokale mensen een gloednieuwe kliniek. Binnen een paar maanden na de opening kan hij de toestroom van patiënten niet meer aan en moet er een arts bij. Ook hier kijkt hij verder dan zijn doktersneus lang is. ‘Als een kind met diarree komt, kan ik dat behandelen, maar eigenlijk is het kind ondervoed. Dus heb ik een voedingscentrum opgezet. We hebben nu vier van die units. Daar zien we dagelijks tweehonderd kinderen, die we met hun moeders onderhouden.’ Om betere voeding te garanderen, begint hij met groentetuinen. En omdat er niet overal voldoende water is, komen er waterprojecten. ‘Dus elke keer geven de problemen en ongelijkheid van die maatschappij een impuls om verder te gaan. Bij mij is er geen stop.’ Tegenwoordig werken er 320 mensen in allerlei projecten die vanuit het Ndlovu centrum gestart zijn.
Stigma Hét grote probleem waar Tempelman mee geconfronteerd werd en wordt, is natuurlijk aids. Hij speelt een cruciale rol in het (gewonnen) gevecht om een betaalbare prijs voor aidsmedicijnen en begint een zorgproject voor hiv- en aidspatiënten. ‘Dankzij financiële steun van de Nederlander René Valks kon ik patiënten behandelen. Ook de gemeenschap betrekken we er bij. Want het draait niet louter om behandelen. Preventie en therapietrouw zijn net zo belangrijk. Als een van de drie factoren ontbreekt, stopt
5
de trein.’ Tempelman is zeer tegen aidsklinieken pur sang. ‘Die dragen bij aan het stigma. Bovendien hebben die patiënten van veel meer dingen last. Tuberculose, allerlei gekke infectieziekten. Of er speelt een zwangerschap. Bovendien willen we de patiënt niet zien wanneer hij ziek is, maar juist ervóór. Daarom is onze aanpak van geïntegreerde gezondheidszorg waanzinnig belangrijk. Want zo kun je hiv-geïnfecteerden vroeg ontdekken.’ ‘Voorkómen dat mensen positief worden, is natuurlijk het beste. Daarvoor hebben we ons preventieprogramma waarmee we het gedrag proberen te veranderen. Maar dat lukt niet zomaar. Dus proberen we ook hiv-positieven zo vroeg mogelijk op het spoor komen, zodat we het besmettingsgevaar kunnen indammen.’
Kopiëren Bij Ndlovu Medical Centre staan nu 2300 hiv-geïnfecteerden onder behandeling. Inmiddels is er een team van experts, betaald door de Nederlandse overheid, dat het hele zorgsysteem overplant naar andere locaties. ‘We zijn een tweede kliniek begonnen, eveneens in een gebied waar geen medisch zorg was. Daar zijn nu 2200 mensen in behandeling. Naast de patiënten die in behandeling zijn, is meer dan het dubbele in de Wellness Clinic. De derde kliniek is in aanbouw, en voor de vierde hebben we gisteren net het geld gekregen.’ ‘De situatie is nog steeds dramatisch. In Zuid-Afrika krijgen zo’n 900 duizend mensen gratis aidsremmers, maar er zijn tevens een miljoen hiv-positieve mensen zonder toegang tot medicijnen. Via het kopiëren van ons model hopen we steeds meer hiv-positieve mensen te bereiken en te behandelen.’ Sinds 2007 is Tempelman ‘visiting professor ’ aan de universiteit van Utrecht. Had je het met Nijmegen willen doen? ‘Zeker. Utrecht investeerde er echter eerder in. Maar wanneer het UMC me uitnodigt om college te geven, ga ik daar graag op in. Een van de voordelen van de universitaire contacten is dat de kennis en technieken om je programma te onderbouwen en te beoordelen binnen handbereik zijn. Onlangs zijn onze kliniekuitkomsten geëvalueerd. Daar kwamen wij even goed uit als centra in het westen. Dat hebben we in de bush toch maar mooi voor elkaar gebracht.’ n
i n b e drijf
P
P
P5
B G KAPITTELWE
P112
B
DRIEHUIZERWEG
P J. WIERLAAN
SWIETENLAAN
F. NOYONSLAAN
GERARD VAN
P13
P11 F.C. DONDERSLAAN
B
P
HEYENDAALSEWEG
N OOTEPLEI GEERT GR REINIER POSTLAAN
P
P1
B
Th .
N HOEKLAA v LEEUWEN A. v.
PHILIPS VAN LEYDENLAAN
CR A
E AN
AAN NL
ST. ANNASTRAAT
P2
RENE DESCARTESDREEF
P3
B
P
B P
Doorgaand verkeer gestremd, inrijden vanaf St. Annastraat mogelijk
P7
B
AGRICOLAPLAATS
i ERASMUSLAAN
MERCATORPAD
P
B Sportvelden ERASMUSPLEIN
SPINOZAPAD
P7
EG
AQUINO-
VA N VAN V
ZERW
STRAAT
UI DRIEH
MONTESSORILAAN
COMENIUSLAAN
Fietspad in beide richtingen (mogelijk met omleiding) THOMAS
Par Park Bra Brakk
P8
Doorgang afgesloten voor auto’s
i
P6
Repetitie
SLAAN SLA
WILLEM NUIJEN
DISVELDPAD
WUNDTLAAN
MALDEN / MOOK
P
P9
PLATOLAAN
ERASMUSLAAN
P
P110 7
P4
B
P
TOERNOOIVELD
uitsluitend gebruik van gebalsemde lichamen. De “fresh frozen bodies” komen bijvoorbeeld te pas als een chirurg nieuwe technieken wil oefenen, zoals het toepassen van endoscopie (kijkoperaties). Het UMC St Radboud heeft stevig geïnvesteerd om het Preparatorium te laten voldoen aan de moderne maatstaven. Bij de snijtafels hangen flatscreens om ondersteunende anatomische beelden te laten zien tijdens het onderwijs. Er zijn nu zestien dissectietafels. Deze zijn verrijdbaar, om zo de logistiek van de stoffelijke overschotten te verbeteren. Zestig studenten kunnen tegelijk het snijzaalpracticum volgen. ‘We willen de onderwijsruimtes ook meer inzetten voor onze UMC-specialisten, bijvoorbeeld om bepaalde operatietechnieken te oefenen’, zegt Kooloos. ‘En het is zeker onze ambitie om meer postacademisch onderwijs te gaan verzorgen.’ GM
Strijkkwartet roept reacties op
Sportvelden
Bus rijdt via Houtlaan Haltes Erasmuslaan vervallen
RIJWEG
KWEKE
HOUTLAAN
Rondje Heyendaal
Reconstructie Werkzaamheden Erasmuslaan 2 tot 13 november Vanaf 2 november is de Erasmuslaan afgesloten voor doorgaand verkeer. Alle gebouwen en afslagen aan de Erasmuslaan blijven bereikbaar, maar alleen via de St Annastraat (en niet vanaf de Heyendaalseweg). De bussen rijden vanaf dat moment om via de Houtlaan. In deze periode wordt het gedeelte van de Erasmuslaan tot aan het Mercatorpad aangepakt. Eerst wordt de riolering aangelegd. Vervolgens wordt het voetpad gemaakt, dat vóór de bibliotheek langs loopt. Fietsers kunnen via het Mercatorpad achter de bibliotheek langs naar de Heyendaalseweg toe. Fietsers die vanaf de Heyendaalseweg komen, kunnen ter hoogte van het Gymnasion oversteken. In deze periode wordt tevens het westelijke deel van de rotonde Heyendaalseweg/Erasmuslaan aangelegd. Binnenkort wordt ook gestart met de werkzaamheden aan de Philips van Leydenlaan. Het gedeelte Kapittelweg tot Geert Grooteplein zuid is als eerste aan de beurt. Het verkeer wordt via borden omgeleid. Het werk aan de Erasmuslaan en de Philips van Leydenlaan is in het voorjaar van 2010 klaar. Voor actuele informatie kunt u ook kijken op www.umcn.nl/ werkzaamheden
Anatomie
Nieuw Preparatorium geopend Per jaar komen er bij Anatomie zeventig tot tachtig lichamen binnen van mensen die hun lichaam ter beschikking hebben gesteld aan het medisch wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Op 30 oktober is het nieuwe Preparatorium op de onderverdieping van het Studiecentrum geopend. De naam Preparatorium is nieuw. Het betekent ‘daar waar geprepareerd wordt’. Hier worden de lichamen geborgen en bewerkt tot preparaten, die gebruikt worden bij het onderwijs in de snijzalen. ‘Met de naam Preparatorium voorkomen we dat men het verwart met het andere UMCmortuarium’, aldus universitair hoofddocent Jan Kooloos. De totale oppervlakte snijzalen, opslag- en bewerkingsruimtes is twee keer zo groot geworden. Er is plek om veertig tot vijftig in plaats van dertig gebalsemde lichamen te borgen. De opslag van gevroren lichamen is uitgebreid van 48 naar zestig. Het onderwijs aan studenten maakt
Onlangs repeteerde het Nijmeegs Strijkkwartet op het plein in het gebouw Vrouw en Kind. ‘We kregen erg leuke reacties van medewerkers en bezoekers die langs liepen’, vertelt de secretaris van het kwartet. Een aantal jaren geleden repeteerden wij er regelmatig. Toen wij destijds de Matthäuspassion oefenden liep een echtpaar langs van wie hun kindje zojuist was overleden. Ze hebben ons toen gevraagd of we ook op de begrafenis kwamen spelen. Dat hebben we gedaan.’ ND
Foto: Flip Franssen
Griepprik
Prik ja, griep nee’ Afgelopen maandag is voor medewerkers met direct patiëntencontact (hulp- of zorgverleners die face tot face contact hebben tijdens verpleging, verzorging, behandeling of onderzoek) de vaccinatie voor de seizoensgriep gestart. Tot en met 13 november zorgen mobiele prikposten er ook dit jaar weer voor dat u snel en gemakkelijk de griepprik kunt halen. Op elke afdeling komt een prikschema te hangen. Dit is ook te vinden op intranet. Aansluitend aan de seizoensgriep wordt in november geprikt tegen de Mexicaanse Griep (week 47/48, Mexicaanse griep 1, week 50/51 Mexicaanse griep 2). Tussen de vaccinatie tegen de seizoensgriep en Mexicaanse griep moet 2 weken zitten. Tussen de 1e en de 2e prik tegen de Mexicaanse griep 3 weken. Het Mexicaanse griepvaccin is goedgekeurd en geregistreerd. Behalve wat gevoeligheid op de injectieplaats zijn er geen belangrijke bijwerkingen. De bijwerkingen die er zijn, zijn niet anders dan die van het seizoensgriepvaccin. Toch doen veel geruchten de ronde. Op intranet is daarom aanvullende informatie van het RIVM geplaatst. Vorig jaar was de griepprikcampagne een groot succes: ruim 50 procent van de medewerkers met patiëntgebonden functies heeft zich toen laten vaccineren. Dit jaar vragen we nog meer. Met de dreiging van een pandemie, gaan we ervan uit dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en zich laat vaccineren. Ter bescherming van de patient, ter bescherming van uzelf en ten behoeve van de continuïteit van zorg tijdens het hoogtepunt van de pandemie. Alle actuele informatie over de vaccinatiecampagne is te vinden op intranet. Buiten het prikschema vindt u daar veelgestelde vragen, de campagne in de pers, nieuws en links naar nuttige sites. We hopen op een enthousiaste opkomst! ‘Prik ja, griep nee’.
Smileys
Kindvriendelijke zorg Het UMC St Radboud ontving op 15 oktober van CZ zorgverzekering drie certificaten voor de toekenning van de drie smileys van de Stichting Kind en Ziekenhuis. CZ zorgverzekeraar onderstreept met het uitreiken van de certifiFoto: Frank Muller
6
caten het belang van kindvriendelijk en gezinsgerichte zorg in een ziekenhuis. De certificaten waren voor de Kraamafdeling, de afdeling Chirurgische dagbehandeling en de Kinderafdeling. Op de foto ziet u Jayden Driessen met zijn moeder. Jayden ligt al erg lang in het ziekenhuis en moeder zegt het heel prettig te vinden dat zij kan komen wanneer ze wil en dat ze op de kamer van Jayden een thuis kan en mag maken met eigen spulletjes om het verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. MJ
Mexicaanse griep
Informatiebijeenkomst maandag 16 november De verspreiding van de Mexicaanse griep in Nederland is toegenomen, met name in het westen van het land. Er is inmiddels sprake van een lichte griepepidemie. Op alle fronten bereidt Nederland zich voor op een pandemie. Binnen het UMC St Radboud bereidt het Outbreak Management Team (OMT) het ziekenhuis voor. Afdelingen hebben continuïteitsplannen opgesteld. Hierin is uitgewerkt hoe de afdeling kan blijven functioneren, mocht 30-50 procent van het personeel uitvallen. Medewerkers kunnen hieraan een bijdrage leveren door zich te laten vaccineren. Over de rol van elke medewerker in het voorkómen van de Mexicaanse griep, de actuele stand van zaken en waarom het zo belangrijk is dat elke medewerker met een patiëntgebonden functie zich laat vaccineren, wordt op maandag 16 november 2009 een informatiebijeenkomst gehouden. De bijeenkomst vindt plaats van 16.30 - 17.30 uur, in de Lammerszaal, route 86. Alle medewerkers van het UMC St Radboud zijn van harte welkom bij deze informatiebijeenkomst.
Persoonlijk Budget
Wijziging keuze VerHoogd en Extra Persoonlijk Budget In het kader van het levensfase bewust personeelsbeleid in het UMC St Radboud, heeft een groot aantal medewerkers in 2008 een keuze gemaakt voor besteding van het VerHoogd Persoonlijk Budget (HPB) of Extra Persoonlijk Budget (EPB). Het levensfase bewust personeelsbeleid is in 2008 ingevoerd in de CAO voor de Universitaire Medische Centra (CAO-UMC). Voor het HPB komen medewerkers in aanmerking, die geboren zijn in de jaren 1958 t/m 1962. Zij hebben jaarlijks de keuze om dit budget te besteden aan: - vijftien leeftijdsuren of twee dagen voor medisch specialisten bij een fulltime aanstelling; - ontwikkeling. Voor het EPB komen medewerkers in aanmerking, die geboren zijn voor 1958. Zij hebben jaarlijks de keuze dit budget te besteden aan of: - storting in een levensloopregeling; - storting ABP Extrapensioen; - ontwikkeling; - vermindering jaaruren. Voor het jaar 2010 kan deze keuze opnieuw gemaakt worden. Daartoe kan het formulier “Wijziging Keuze Extra en verhoogd Persoonlijk Budget” gedownload worden op de Intranet onder Services ➔ Persoonlijk Budget. Dit formulier hoeft alleen ingevuld te worden als de medewerker zijn eerder gemaakte keuze wil wijzigen. Dus maakt u geen andere keuze, dan hoeft u niets te ondernemen. Bent u uw eerder gemaakte keuze vergeten, dan kunt u dit opvragen bij uw leidinggevende. Wilt u uw keuze wel wijzigen, dan moet u dit overleggen met uw leidinggevende. Het keuzeformulier dient uiterlijk 23 november 2009 worden ingediend bij uw leidinggevende. Nadere informatie hierover is te vinden op Intranet onder Services ➔ Persoonlijk Budget.
radbod e 1 8 - 2 0 0 9
het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Dit keer een verhaal van internist Bas Bredie.
Mijn moeder
Foto: Frank Muller
Vrouwen op zoek naar eigen toppositie Op dinsdagavond 20 oktober organiseerde het UMC Vrouwennetwerk DIVAS een bijeenkomst met als thema: op zoek naar je eigen toppositie. Vice-voorzitter dr. Rianne Gerritsen: ‘Een toppositie kan van alles zijn: van bekwaam clinicus tot topwetenschapper. Het draait erom wat jij graag wil.’
F e m k e va n d e n b e rg
Wat wil je en hoe denk je dat te bereiken? Een lastige vraag, vinden sommige van de circa veertig vrouwelijke specialisten die de bijeenkomst bijwonen. ‘Eigenlijk weet ik niet zo goed wat ik wil’, erkent een deelneemster. ‘Mijn wensen zijn ook afhankelijk van de levensfase waarin ik zit. Als moeder van jonge kinderen richt ik me vooral op mijn klinische werkzaamheden. Ik hoop niet dat ik er later spijt van krijg dat ik nu niet vol voor mijn carrière ga.’ ‘Ik weet wél heel goed wat ik wil’, zegt een ander, ‘maar ik durf het niet te verwoorden. Want misschien maak ik de verwachtingen niet waar.’ ‘Als je het wel uitspreekt, word je door je omgeving ondersteund’, denkt Machteld Dronkers van de Concernstaf, een van de initiators van de netwerkavond. ‘Ja, maar dan krijg ik ook het stempel dat ik ambitieus of arrogant ben. Dat houdt me tegen’, zegt de vrouw. ‘Het krabbenmand-effect’, signaleert iemand. ‘Als je omhoog klimt, halen andere vrouwen je naar beneden.’
Winterjopper Toch is het verstandig om je ambities wél kenbaar te maken, heeft Anneke Burger-Tebbens Torringa gemerkt tijdens een twintigjarige carrière binnen ABN AMRO, waar zij het schopte tot Senior Vice President. ‘Anders weten anderen ook niet wanneer je klaar bent om je comfortzone te verlaten en een nieuwe uitdaging aan te gaan.’ Twee jaar terug besloot Burger de overstap te maken naar de Delta Lloyd Groep, waar ze nu werkt als informatie manager. ‘Het voelde alsof ik een krappe bontjas verruilde voor een ruime winterjopper’, zo beschrijft ze haar switch.
Tijdens de netwerkbijeenkomst gaven de vrouwen elkaar tips: 1. Maak keuzes. Word geen ‘duizenddingendoekje’, maar focus! 2. Maak je ambities kenbaar en werk hard om ze te verwezenlijken. 3. Creëer een vrouwennetwerk en steun elkaar. 4. Vind een sponsor of mentor: iemand die hoger staat in de hiërarchie en jou wil helpen. 5. Sta niet lang stil bij fouten. 6. Claim je eigen successen. 7. Durf “nee” te zeggen. 8. Krijg jong kinderen en neem na de bevalling ouderschapsverlof op. 9. Beschouw het werk ‘hoog op de apenrots’ als een spel en speel het mee. 10. Blijf jezelf. Hoofd, hart en buik in balans.
Tot verwondering van haar voormalige baas ging Burger niet een treetje hoger op de carrièreladder. Ze zette een horizontale stap. ‘Typisch vrouwelijk’, geeft ze toe. ‘Maar ik wilde me graag verder ontwikkelen in een bepaalde richting en mezelf bewijzen in een geheel nieuwe omgeving. Die ruimte vond ik bij mijn nieuwe werkgever.’ Binnen Delta Lloyd zette Burger een onderdeel opnieuw op als eindverantwoordelijke. ‘Men ziet niet vanzelf wat voor goede dingen je doet’, vertelt ze. ‘Je moet je prestaties daarom claimen. Het draait niet alleen om resultaten, maar ook om je exposure en je impact.’
Over DIVAS DIVAS Nijmegen (DIversiteitsbevordering door Vrouwelijke Academische Specialisten Nijmegen), is opgericht door een aantal vrouwelijke medisch specialisten om de talenten van de (vrouwelijke) medici in het UMC St Radboud optimaal te benutten. Het netwerk zet zich in voor diversiteit als onderdeel van de ‘Radboudcultuur’. Het streeft naar meer gender awareness: de bewustwording van het feit dat er diversiteit bestaat in de manier waarop mannen en vrouwen zich gedragen, communiceren, beslissingen nemen, met hun ambities omgaan. Ook zet het zich in voor een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in topstafposities van medisch specialisten. DIVAS wordt hierin gesteund door de Raad van Bestuur en het Stafconvent. Meer informatie: www.vrouwennetwerkumc.nl.
Snoeihard werken Maken de aanwezigen hun prestaties zichtbaar? ’Als ik met iets interessants bezig ben, loop ik binnen bij mijn afdelingshoofd Peter van de Kerkhof om het te melden’, zegt Marieke Seyger, staflid bij Dermatologie. Lioe-Fee de Geus, waarnemend opleider bij Nucleaire geneeskunde, doet dat juist niet. ‘Een eigenschap van afdelingshoofd Wim Oyen is dat hij zelf signaleert wat er voor ieder staflid, passend bij diens fase in de loopbaan, nodig is om verder te komen.’ Desgevraagd geven Van de Kerkhof en Oyen aan de artsen op hun afdeling vooral te beoordelen op drive, passie en kwaliteit. Dus niet op sekse. Tegelijkertijd maken fulltimers, meestal mannen, meer kans om hogerop te komen, erkent Oyen. ‘Degenen die iets bereiken, mannen én vrouwen, werken allemaal snoeihard. Fulltimers hebben meer output, doen meer projecten, dus is het logisch dat ze meer CV opbouwen.’ De aanwezigen zijn zich daarvan bewust. ‘Ook de schaarse vrouwen in topposities hebben heel wat avonden en weekenden gewerkt’, constateert een deelneemster. ‘Maar dat wil ik dus niet.’ ‘Kan het anders?’, vraagt Dronkers. ‘Misschien’, hoopt iemand. ‘Op sommige afdelingen werkt van de nieuwkomers niemand meer dan tachtig procent. Ook mannen niet. Als dat de norm wordt, kun je straks wellicht ook doorgroeien als je niet méér dan fulltime werkt.’ n
7
‘Onlangs is mijn moeder opgenomen in het ziekenhuis. Na een eerste zware operatie bleek een tweede operatieve ingreep noodzakelijk. Het risico dat ze dit niet zou overleven was op dat moment heel reëel. Ik verkeerde in vertwijfeling. Namen mijn collega’s wel de goede beslissing? Mijn medische kennis speelde me parten, ik zag allerlei doemscenario’s. Moest ik dat allemaal met mijn familie delen? Zij zijn volkomen leek op medisch gebied. Wat vertel je hen dan? Ik wilde ze niet belasten, maar kon ook mijn ei niet kwijt. Voor het eerst zag ik ook van heel dichtbij wat zich op de werkvloer afspeelt en hoe dat voor patiënten en familie kan overkomen. Er voltrekt zich een proces waar je geen grip op hebt. Op een gegeven moment ging mijn moeder zienderogen achteruit. De uitslagen, bloeddruk en dergelijke, daalden snel. Ik weet uit ervaring hoe wankel het evenwicht kan zijn. Ik ken mijn moeder en zag de angst in haar ogen. Ik stond op het punt het infuus open te draaien, maar dat kon natuurlijk niet. Ik explodeerde zowat en vroeg de zaalarts: gaan jullie nog iets doen? Mijn moeder zou zo snel mogelijk naar de OK gaan en ze waren natuurlijk zorgvuldig bezig met de voorbereidingen. Maar voor mijn gevoel ging het allemaal niet snel genoeg. Wanneer zouden bij hun de alarmbellen gaan rinkelen? Ik voelde me machteloos in m’n eigen ziekenhuis. Gelukkig kwam mijn collega even meekijken en nam me mijn zorgen uit
‘Hoe vind je de balans tussen ar ts én zoon zijn?’ handen. Hij besloot in eerste instantie om vlak vóór de OK vocht en extra bloed toe te dienen. Waarom wachten op de OK, vroeg ik. Straks wordt de OK uitgesteld, wie denkt er dan nog aan extra vocht en bloed? M’n collega stemde in om meteen het infuus open te zetten en na een half uur zat mijn moeder weer rechtop. De OK werd inderdaad uitgesteld, maar is verder prima verlopen. Ik zeg niet dat het zonder mij niet goed was gegaan, want ze hielden mijn moeder echt wel in de gaten. Maar als toeschouwer, ook als je geen arts bent, is het verdomde moeilijk om af te wachten als je ziet dat iemand achteruitgaat. Je hoort te vaak: we zullen er naar kijken. Ik doe precies hetzelfde hoor. Patiënten zien telkens verschillende hulpverleners met de beste bedoelingen langskomen. Maar als patiënt en familie mis je de rode draad. Wat is men van plan? Wie is er verantwoordelijk? Iedereen doet z’n best en collega’s zijn echt heel begaan. Toch moet er één kapitein op het schip zijn die de boel in de gaten houdt, anders ga je dingen over het hoofd zien. Dat heb ik er van geleerd. Gelukkig is het tot nu toe goed verlopen met mijn moeder. Achteraf wilde mijn familie wel weten wat er allemaal aan de hand was en vooral of het nu verder goed zou gaan. Opnieuw moest ik de informatie filteren, want mijn moeder is nog niet stabiel. Sommige uitslagen zijn echt zorgelijk. Enerzijds wil je de deskundige zoon zijn waarop ze kunnen vertrouwen, anderzijds wil je de familie niet belasten met kennis die hen zorgen baart. Het is lastig om in zo’n situatie de balans te vinden tussen arts én zoon zijn’ Nelleke Dinnissen
r e portag e
Over de hele wereld zijn er zes miljoen Jehova’s getuigen, in Nederland ongeveer 30.000, en in Nijmegen vijfhonderd. Zij weigeren bloedtransfusies, maar stimuleren daarentegen bloedvrije geneeskunde. Aanvankelijk wekten Jehova’s getuigen veel weerstand bij artsen, tegenwoordig zijn er in ziekenhuizen speciale protocollen en zijn specialisten geïnteresseerd in de behandelingsstrategieën die Jehova’s getuigen zelf aanreiken. Soms is het kantje boord met de patiënt. De ene arts kan er mee leven, de andere niet. Nelleke Dinnissen
Mevrouw Kersten is bevallen en blijft hevig bloeden, omdat in de baarmoeder een stukje van de placenta is achtergebleven. Mevrouw is Jehova’s getuige en wil geen transfusie met rode bloedcellen. Het Hb-gehalte is kritiek. De arts stelt een curettage voor. Inmiddels is het Hb gedaald naar 2,7; normaal is 7,5. Bij de curettage ontdekken de artsen echter een scheur in de baarmoeder. Twee opties blijven over: het bloeden stelpen door de toevoer van het bloed naar de baarmoeder te barricaderen of een baarmoederverwijdering. Dat laatste durven de artsen bij nader inzien niet aan, omdat dit gepaard zal gaan met bloedverlies. Na de curettage blijkt de Hb-waarde nog maar 1,9 te zijn. ‘Bij een nieuwe bloeding, was het risico op overlijden groot’, vertelt Wim de Wit, lid van het ziekenhuiscontactcomité voor Jehova’s getuigen en werkzaam als verpleegkundige op de afdeling Interne Geneeskunde van het UMC St Radboud. ‘Natuurlijk vechten wij voor het leven, maar we zoeken zolang mogelijk naar bloedvrije behandelingen.’ Bij mevrouw Kersten was het kantje boord. ‘Bij een ernstig tekort aan rode bloedcellen ( een lage Hb-waarde) riskeer je een zuurstoftekort naar de hersenen, hart of andere organen’, zegt dr. Lizzy van Pampus, hematoloog afdeling Laboratorium Geneeskunde. ‘Een hartinfarct is onherstelbaar, maar zuurstoftekort naar hersenen, nieren of lever hoeft geen blijvende schade op te leveren.’ De Wit: ‘Artsen hadden bij mevrouw Kersten alles gedaan. Wat overbleef was een behandeling in de hyperbare zuurstoftank in Amsterdam. Bij aankomst bleek de Hb-waarde gestegen naar 2,6 en was de zuurstoftank niet meer nodig.’ Volgens De Wit zijn er voor verschillende ziektebeelden genoeg bloedvrije behandelingen. ‘Laatst was hier een meisje voor een niertransplantatie. Haar Hb was gedaald naar 3,5. De arts wilde bloedtransfusie geven. Het meisje (14) wilde dat absoluut niet. De arts en een psycholoog die
Het zit hen in het bloed Wim de Wit samen met een nierpatiënt die haar niertransplantatie per se zonder bloedtransfusie wilde. haar onder vier ogen spraken, concludeerden dat zij wilsbekwaam was en niet onder druk stond van de familie. Uiteindelijk bleek dat zij immuun was voor een middel dat zij kreeg. Toen ze overstapte op een ander middel steeg haar Hb zienderogen.’ De Wit en zijn collega Dirk van Rhee, voorzitter van het Ziekenhuiscontactcomité, zijn de contactpersonen voor het UMC St Radboud en hebben een keur aan informatie over bloedvrije geneeskunde. Van Rhee: ‘Wij
Prof.dr. Fred Lotgering met patiënt die Jehova's getuige is. ‘Ik bespreek met de patiënt wat zij wel en niet wil. Ik stem ook af om bij groot bloedverlies en in uiterste nood de baarmoeder te verwijderen.’
8
hebben in Brooklyn een hoofdkantoor waar we altijd informatie - wetenschappelijke publicaties - kunnen opvragen over bloedvrije behandelingen. Wij zijn 24 uur per dag bereikbaar en reiken artsen de nodige informatie aan.’
Weigering bloedtransfusie ‘Alleen vlees met zijn ziel - zijn bloed - moogt gij niet eten’, leest van Rhee voor uit de Bijbel. Maar bloed eten is toch iets anders, dan een bloedtransfusie? ‘Een geheelonthouder zal ook geen alcohol in zijn aderen laten spuiten’, antwoordt De Wit. ‘Bloed behoort Jehovah toe, hij bepaalt het gebruik van bloed. Wij weigeren alle transfusies van vol bloed plus de vier hoofdbestanddelen: rode bloedcellen, plasma, witte bloedcellen en bloedplaatjes.’ Volgens De Wit en Van Rhee grijpen veel artsen te snel naar bloed. Dr. Lizzy van Pampus ondersteunt de gedachte van Jehova’s getuigen om geen bloed te gebruiken als dat niet hoeft en te zoeken naar alternatieven . ‘Want een bloedtransfusie heeft ook nadelen: er kan per ongeluk verkeerd bloed worden gegeven of er kan een transfusiereactie optreden. Bovendien heeft niet elke patiënt last van een bloedarmoede, omdat het lichaam reserves heeft. Getallen van bloedwaardes zeggen mij niet zoveel. Bloedtransfusie geven is afhankelijk van de reserves die een patiënt heeft. Iemand met een gigantisch bloedverlies en in shock of met zuurstoftekort overweeg je al met een waarde van 6 bloed te geven, gezonde patiënten misschien pas bij 4 of nog lager. Bij een studie bestaande uit 134 Jehova’s getuigen nam pas bij een HB beneden de 3 de sterfte tengevolge van een bloedarmoede toe. Bij bloedarmoede door ijzer-, foliumzuur-, of vitamine B12-tekort is zelden een bloedtransfusie noodzakelijk. Het is dus per individu en situatie verschillend.’ In die zin vindt Van Pampus dat iedere specialist een patiënt zou moeten behandelen alsof het een Jehova’s getuige is. En benadrukt dat er ook onderlinge verschillen zijn tussen wat Jehova’s getuigen wel en niet accepteren.
radbod e 1 8 - 2 0 0 9 ook de intensivist op de IC moet niet naar een zakje bloed grijpen in een kritieke situatie.’ ‘Wil de patiënt geen bloed dan is de arts verplicht om na te vragen wat hij wel acceptabel vindt’, zegt Van Diejen. ‘De ene patiënt staat het gebruik van een cellsaver toe, de ander niet omdat het buiten het lichaam is geweest.’ Bij een cellsaver wordt bloed uit de wond opgezogen, gezuiverd en weer teruggegeven aan de patiënt. Tussen 1983 en 2007 overleden in Nederland dertig vrouwen tijdens of na de bevalling door extreem bloedverlies. Daarvan waren er zes Jehova’s getuigen. Hun dood hield direct verband met het weigeren van een bloedtransfusie. De Wit merkt op dat bloedvrije geneeskunde de laatste jaren een vlucht heeft genomen en deze cijfers niet voor deze tijd gelden. Lotgering zegt dat artsen proactief kunnen handelen en bloedverlies kunnen voorkomen als zwangere vrouwen zich op tijd melden bij Verloskunde. ‘Vrouwen hebben altijd een niet-bloedverklaring bij zich. Ik bespreek in detail wat zij wel en niet willen: wel of geen fracties van bloed. En stem ook af om in uiterste nood de baarmoeder te verwijderen. De meeste patiënten kunnen wij redden.’ De Wit: ‘Onze zusters vinden het fijn om in het Radboud te bevallen, ze voelen zich gerespecteerd en zeggen: “We worden als een VIP behandeld”.’
Uit de ouderlijke macht Bij kinderen jonger dan twaalf jaar moet een arts toestemming hebben van de ouders. ‘Blijkt een bloedtransfusie onoverkomelijk, dan kun je ouders voor dat deel via de Kinderbescherming uit de ouderlijke macht ontzetten, omdat het kind niet voor zichzelf kan opkomen’, zegt Van Diejen. ‘Want geen enkele arts zal omwille van geloof een kind laten overlijden. De Wit en Van Rhee betreuren deze regel. ‘Als zich werkelijk een levensbedreigende situatie voordoet, zijn juridische stappen niet nodig, want volgens de wet mag de arts dan zonder toestemming van ouders handelen’, aldus De Wit. ‘Ouders worden op die manier afgeschilderd als slechte ouders’, vult Van Rhee aan. ‘Natuurlijk willen zij het beste voor hun kind.’ Jullie accepteren dan stilzwijgend een bloedtransfusie? ‘Ouders zullen zich er op dat moment bij moeten neerleggen als er geen adequate behandeling is, ook niet in een ander ziekenhuis’, antwoordt De Wit.
Ontwikkeling
Foto’s: Jan van Teeffelen
De brochures van de Jehova’s getuigen staan inderdaad vol met nadelen van bloedtransfusies, zoals fouten met HIVen Hepatitus-geïnfecteerd bloed. Desalniettemin gaat een aantal wel akkoord met bloedfracties zoals stollingsfactoren. Van Rhee zegt: ‘Jehova’s getuigen weigeren de vier hoofdbestanddelen. Het al dan niet aanvaarden van kleine fracties uit de hoofdbestanddelen beslist elke Jehova’s getuige op grond van zijn geweten.’ De Wit vergelijkt het met een appeltaart: ‘Als je daar alleen de krenten van opeet, eet je geen appeltaart. Met fracties van bloed is dat net zo.’
Alle betrokken artsen moeten op tijd weten dat een patiënt Jehova’s getuige is, zodat zij hierover een standpunt kunnen innemen, zeggen Van Diejen en Lotgering. Het UMC St Radboud heeft een speciaal protocol voor de behandeling van Jehova’s getuigen. Verloskunde en Gynaecologie heeft deze toegespitst op hun eigen afdeling. Lotgering: ‘Belangrijk is dat de hele keten meedoet. Dus ook de anesthesioloog moet bereid zijn geen bloed te geven. En
Volgens Lotgering en De Wit is er veel ontwikkeling op het gebied van bloedvrije geneeskunde en artificieel bloed. ‘Deze behandelingen zijn kostenbesparend en de patiënt geneest sneller’, weet De Wit. ‘De Maartenskliniek heeft een zogenoemd bloedmanagement ingesteld om zuinig te zijn met bloed.’Als voorbeeld noemt hij het van tevoren toedienen van EPO dat de aanmaak van rode bloedcellen stimuleert. ‘Bloedmanagement blijkt miljoenen per jaar uit te sparen.’ ‘Het was voor ons aanvankelijk moeilijk om door het medisch bolwerk heen te breken, maar van lieverlee verdwijnt de scepsis en zijn artsen geïnteresseerd in bloedvrije geneeskunde’, zegt Van Rhee. ‘De deuren staan open en we worden regelmatig gevraagd om presentaties te houden.’ n De naam van mevrouw Kersten is gefingeerd.
Weerstand of respect Jehova’s getuigen ondervinden nog steeds weerstand, sommige ziekenhuizen weigeren hen zelfs te behandelen. ‘Er zijn artsen die hun persoonlijke opvattingen boven die van de patiënt stellen. Ik vind dat niet kunnen’, zegt prof. dr. Fred Lotgering van de afdeling Verloskunde en Gynaecologie. Volgens anesthesioloog dr. Dirk van Diejen ligt het bij een aantal artsen gevoelig. ‘Het stuit hen tegen de borst te zien dat een patiënt in kritieke toestand raakt, terwijl zij het eenvoudig kunnen oplossen met een zakje bloed. Alsof je met je handjes op de rug moet toekijken, wat natuurlijk niet het geval is, want er zijn andere behandelingen om de bloedwaarde op te krikken. Maar een aantal overlijdt en dat willen sommige artsen niet op hun geweten hebben. Dat is hun goed recht. Zij zijn dan wel verplicht een collegaarts te zoeken die deze patiënten wel wil behandelen.’ Liever sterven, dan bloed ontvangen. Is dat niet in strijd met de artseneed? ‘Nee, want volgens de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst heeft een arts voor elke behandeling toestemming nodig van de patiënt’, aldus Lotgering. ‘Als een patiënt geen bloed wil, mag je dat gewoon niet geven. Het lichaam is onschendbaar. Gaat de arts een behandelingsovereenkomst aan, dan moet hij de wensen van de patiënt respecteren en al zijn kunst en kunde aanwenden om het leven te redden.’
‘Ook de anesthesioloog en de intensivist moeten bereid zijn geen bloed te geven.’
9
o n d e rzo e k
Reinout van Crevel en Nina Ruslami bespreken in Bandung (Indonesië) een röntgenfoto van een tbc-patiënt.
De trucs van de tuberkelbacil Jaarlijks een half miljoen nieuwe patiënten en bijna honderdduizend doden. Na China en India is Indonesië het land met de meest dramatische tuberculose-cijfers. Het UMC St Radboud werkt samen met de universiteit van Bandung om het tij te keren. Een Indonesische dubbelpromotie aan de Radboud Universiteit bekroont het gezamenlijke tuberculoseonderzoek. Copromotor dr. Reinout van Crevel: ‘We moeten de bron aanpakken.’ P au l va n La e r e
Tuberculose in 2050 de wereld uit. Dat is het ambitieuze millenniumdoel dat bij de eeuwwisseling werd geformuleerd. Nog veertig jaar te gaan, het lijkt een ruime tijdspanne. Maar de taak is enorm. Jaarlijks worden negen miljoen mensen ziek van de tuberkelbacil. Alleen al Indonesië telt elk jaar een half miljoen nieuwe tbc-patiënten. En achter die ziektegevallen verbergt zich een immense groep met latente tuberculose. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie heeft eenderde van de wereldbevolking de bacterie onder de leden. Gelukkig ontwikkelt slechts 5-10 procent van de mensen die de bacil binnenkrijgen, de ziekte. Bij de meeste geïnfecteerden kan het immuunsysteem de bacterie in toom houden. Maar het beestje gaat niet dood; het loert op zijn kans. Die komt wanneer de afweer verzwakt is, bijvoorbeeld door ouderdom, afweeronderdrukkende medicijnen of hiv. ‘Dus we kunnen tuberculose nooit definitief verslaan, wanneer we die bron niet aanpakken’, zegt UMC-internist en tuberculosespecialist dr. Reinout van Crevel. ‘Maar de behandeling van latente tuberculose is internationaal geen prioriteit. Laten we ons eerst maar met de patiënten bezighouden, is de heersende opvatting.’
Extreem resistent Dat is zeker in de armere contreien inderdaad al lastig genoeg. Er zijn effectieve antibiotica, maar ze moeten uiteraard wel voorhanden zijn, en de patiënt dient een
‘Inmiddels duiken extreem resistente tbc-bacteriën op, die tegen meer dan vijf antibiotica opgewassen zijn’
half jaar lang trouw een heel regiment aan pillen te slikken. En wat nog erger is: de middelen helpen niet altijd afdoende, vanwege toenemende resistentie. Wereldwijd zijn er al een half miljoen mensen met een zogenaamde multidrug resistentie, en inmiddels duiken er ook extreem resistente bacteriën op die tegen meer dan vijf verschillende antibiotica opgewassen zijn. Van Crevel: ‘Patiënten met deze bacteriën zijn haast onbehandelbaar; in ZuidAfrika overleden van een serie van 53 besmette patiënten er binnen korte tijd 52.’ Die resistentie kan zich makkelijk uitbreiden. Van Crevel: ‘Op een vlucht van Zuid-Amerika naar Frankrijk zat een tb-patiënt met extreme resistentie. Men heeft toen een
10
heleboel medepassagiers intensief gevolgd, omdat ze erg beducht waren voor verspreiding.’ Het voorval illustreert dat tuberculose een mondiaal probleem is. Ooit dacht het westen dat de ziekte uit de (eigen) wereld was, maar door de komst van hiv en vooral door immigratie, is tuberculose in de westerse wereld opnieuw in beeld gekomen. Geluk bij een ongeluk is, dat daardoor ook het onderzoek naar de ziekte is opgebloeid. Het UMC St Radboud loopt daarbij voorop, en werkt hiertoe onder andere samen met het ziekenhuis en de universiteit van Bandung in Indonesië. In 2003 promoveerde Reinout van Crevel op het tuberculoseonderzoek dat hij deels in Bandung had verricht. Inmiddels zijn anderen in zijn voetsporen getreden. Zoals Rovina Ruslami en Ida Parwati, die volgende week beiden hun proefschrift verdedigen aan de Radboud Universiteit. Ida Parwati achter de microscoop.
radbod e 1 8 - 2 0 0 9 De dubbelpromotie, bijgewoond door een flinke delegatie uit Indonesië, wordt omlijst met een congres en masterclass.
Agressiever Parwati concentreerde zich op de meest bedreigende familie van tuberculose-bacteriën, het zogenaamde Beijing-genotype. Van Crevel, copromotor van beide onderzoeksters: ‘Deze soort is een stuk agressiever dan de andere, zo bleek uit ons onderzoek. Parwati vond dat deze bacterie meer patiënten fataal wordt, vaker terugkeert en ook meer longschade veroorzaakt. Misschien moeten we patiënten met deze bacterie langer of met krachtigere middelen behandelen.’ Helaas is de Beijingfamilie in opmars. Wereldwijd gaat het om 15 procent van alle ziektegevallen, in Indonesië liefst een derde. Van Crevel: ‘Wat erg interessant is: patiënten met een bepaalde genetische opmaak hadden meer kans door deze bacterie besmet te worden. Dat is een unieke vondst die wijst op een mogelijke co-evolutie van mens en tb-bacil.’ De tbc-veroorzakers verschillen, de patiënten evenzeer. Het is al lang bekend dat suikerpatiënten vatbaarder zijn voor tuberculose. Een alarmerend gegeven nu vooral in ontwikkelingslanden het aantal diabetes patiënten snel stijgt. Uit het onderzoek van Rovina (‘Nina’) Ruslami bleek dat liefst 15 procent van de Indo-
nesische tbc-patiënten diabetes type 2 heeft. Uit haar studie bleek ook dat de medicijnspiegels in de latere fase van de ziekte bij diabetici lager worden. ‘Wellicht is dan dus een hogere dosis noodzakelijk’, aldus Ruslami. Ze deed vooral onderzoek naar de opname van medicijnen, zoals van het veel gebruikte rifampicine. Door verhoging van de dosering zijn, zonder toename van bijwerkingen, hogere bloedspiegels te bereiken, achterhaalde ze. Een grote vervolgstudie moet uitwijzen of deze hogere dosering kan leiden tot een kortere behandelingsduur.
Profiteren Het tuberculose-onderzoek vaart onder de paraplu van PRIOR, een onderzoeksnetwerk, waarin het UMC St Radboud samenwerkt met academische instellingen uit Indonesië en Tanzania. PRIOR richt zich op de ‘poverty related’ ziekten aids, malaria en tuberculose. Van Crevel is overtuigd van de kracht van langdurige samenwerking op universitair niveau. ‘Het werpt op veel fronten vruchten af. Onderzoekers ginds kunnen zich ontwikkelen door fellowships van onze universiteit en omgekeerd leren onze stafleden en studenten heel veel in Indonesië. Op die manier floreert het onderzoek en dat draagt weer bij aan de bestrijding van de ziekten. Er is veel kritiek op Nederlandse ontwikkelingshulp. Maar deze academische samenwerking is een vorm van hulp die echt werkt.’ n
Ouderen uitdagen tot gezondere leefstijl Ouderen verleiden om in beweging te komen. Ze uitdagen om zich bij een kook- of wandelgroep, schaakclub of historische kring aan te sluiten. Via gebruiksvriendelijke digitale informatieobjecten op drukbezochte plaatsen als postkantoor, bieb of park kunnen ze via een touchscreen zien wat het aanbod is in hun omgeving. Dat is de filosofie achter ‘Choose to move’, bedacht door medewerkers van het UMC St Radboud en de TU Delft. Met het idee hebben ze de Dutch Open Health 2.0 Challenge gewonnen, een bedrag van 10.000 euro om het concept verder uit te werken.
Geïnspireerd op het congres ‘Experts in beweging’ zijn een aantal mensen van IQhealthcare en de TU Delft om tafel gaan zitten. ‘We hebben gebrainstormd hoe we ouderen kunnen uitdagen tot een gezondere leefstijl’, vertelt prof.dr. Ria Nijhuis. ‘Het aanbod aan bewegingsprogramma’s is groot, maar dat spreekt lang niet iedereen aan. De sociale wereld van veel ouderen wordt kleiner en dat maakt hen kwetsbaar. Dat heeft invloed op het welzijn en vervolgens zijn weerslag op gezondheid.’ Volgens Nijhuis is het een gouden greep om met mensen van de TU Delft samen te werken. ‘Dr.ir. Marieke Sonneveld is industrieel ontwerper, en richt zich op ontwerpen die aangenaam zijn en uitlokkend. Neem Hollebolle Gijs in de Efteling. Iedereen gooit het afval netjes in zijn mond. Wij hebben gebrainstormd hoe we ouderen kunnen verleiden tot een gezondere leefstijl, als basis voor een onderzoeksaanvraag die we bij ZonMw willen indienen.’
prijzen en benoemingen René Bindels De American Society of Nephrology heeft aan René Bindels, hoogleraar fysiologie in het UMC St Radboud, de Homer W. Smith-prijs toegekend. Deze prestigieuze prijs werd op 31 oktober uitgereikt tijdens het jaarlijkse niercongres in San Diego. Eerder dit jaar kreeg hij in Kyoto al de Robert F. Pitts-prijs en in New Orleans de Carl W. Gottschalkprijs. Deze hattrick aan internationale onderzoeksprijzen onderstreept de internationale toppositie van het UMC St Radboud in het nieronderzoek. De Homer Smith-prijs is de meest prestigieuze internationale prijs die jaarlijks wordt toegekend voor grensverleggend nieronderzoek.
Vincent Kirkels Op 29 oktober is dr. V.G.H.J. Kirkels uit Oss benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De uitreiking vond plaats door de locoburgemeester van Oss, de heer Jules Iding. Hij is gepromoveerd aan de Radboud Universiteit en was jarenlang verbonden aan de afdeling Klinische Genetica van het UMC St Radboud.
shops proberen we erachter te komen wat er bij hen leeft en waar ze enthousiast van raken. We zullen bij de uitwerking zowel studenten van hier als de TU Delft betrekken. We willen het plan van aanpak in februari aan ZonMw voorleggen en hopen snel daarna op twee locaties te gaan proefdraaien.’ Het onderzoeksvoorstel was er, maar het ontwerp nog niet. ‘Door de Challenge-prijsvraag hebben we het versneld uitgewerkt. Ons idee paste er precies in: verbeteringen in de zorg realiseren met behulp van moderne technologie waarbij de patiënt zelf een rol speelt. We zijn gekozen uit inzendingen van 33 teams uit zes verschillende landen. Een extra stimulans om dit concept daadwerkelijk te gaan uitwerken.’ JM Bij het voorwerk waren naast Nijhuis en Sonneveld, prof. dr. Theo van Achterberg, dr. Bart Staal van IQ Healthcare betrokken, prof.dr.Paul Hekkert en student Simon Akkaya van de TU Delft. In de categorie Technische Innovatie kreeg het Leo Kannerhuis samen met een softwarefirma een prijs voor hun Med C Support. Dat is een mobiele telefoonapplicatie, die patiënten hun medicijnen op tijd laat innemen en zo de medicatietrouw verhoogt.
Uitnodigend en gebruiksvriendelijk ‘Zo kwamen we op het idee van uitnodigende gebruiksvriendelijke digitale objecten, gekoppeld aan internet’, vertelt Nijhuis. ‘Die kunnen in principe op openbare plekken in de wijk worden geplaatst. Ze moeten ouderen uitnodigen om erop te kijken. Zo zien ze wat er in hun omgeving te doen is. Afhankelijk van hun passie of interesse kunnen ze zich daarbij aansluiten. Ze kunnen een kaartje met contactgegevens uitprinten. Wie daar handig in is, kan op internet verder kijken. Wij stellen ons voor dat actieve ouderen de verschillende communitygroepen trekken en in hun enthousiasme de inactieve ouderen meenemen. Dat levert voor iedereen winst op. Want wanneer voel je je gelukkig? Als je het gevoel hebt dat je ertoe doet, dat je nodig bent.’ Het is nog slechts een concept, maar de bedenkers willen het graag in de praktijk brengen en gaan dat breed oppakken. ‘We betrekken ouderen bij de uitwerking, zij moeten het immers gaan doen. Via interviews en work-
Op postkantoor, bieb of in het park kunnen ouderen zien wat er in hun omgeving te doen is.
11
Foto’s: Frank Muller
akkermans van elten
Akkermans Van Elten is een onafhankelijk adviseur die al meer dan 30 jaar de belangen behartigt van het UMC St Radboud en haar medewerkers op het gebied van verzekeringen, pensioenen, hypotheken en financiële dienstverlening.
Wie wil niet besparen? Loop binnen bij het FIP en laat ons uw voordeel berekenen! In uw dagelijkse werk bent u druk in de weer om zo goed mogelijk voor uw cliënten te zorgen. Uw werkgever UMC St Radboud wil graag voor haar medewerkers zorgen. Akkermans Van Elten heeft met uw werkgever een aantal collectieve financiële pakketten ontwikkeld met betrouwbare producten die u véél voordeel kunnen bieden.
Wat zijn uw voordelen? Tot 35% korting op uw privé-verzekeringen 0,2% korting op uw hypotheekrente Deze korting blijft behouden bij uit dienst treden Spaarloon Inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wij zijn er voor u! Loop binnen bij het Radboud Financieel Informatie Punt (FIP) en neem uw verzekeringspapieren en/of hypotheekbescheiden mee of bereken zelf uw voordeel op onze website.
Doe er uw voordeel mee! Laat ons uw voordeel berekenen en bespaar honderden euro’s!
www.akkermansvanelten.nl
Meer weten of maken van een afspraak? Akkermans van Elten T 0481-367077 (radboudlijn) E
[email protected]
Zelf voordeel berekenen? Website: www.akkermansvanelten.nl Gebruikersnaam: radboud Wachtwoord: voordeel
Loop binnen bij het FIP Kamer 1,04, route 526/527 Maandag 11.30 - 17.00 uur Vrijdag 09.00 - 14.00 uur
Onze website is ook bereikbaar via het intranet van het UMC St Radboud a s s u ra n t i ë n • p e n s i o e n e n • hy p o t h e ke n • f i n a n c i e e l a d v i e s
UNIEKE RESTAURANT MAAND Een speciaal 3-gangen keuzemenu voor het UMC St Radboud
€ 25,00 • Tonijnsushi met ponzu dressing, zoetzure gember en wasabi of • Zacht gegaarde polderhoen met Italiaanse spek met schuim van sjalot
• Hertenrugfilet met shiitake rijst, gebakken appel met Togarashi pepers en jus van sake of • Gebakken kabeljauw met jonge prei en parmezaan
• Tarte fine van appel met caramel of • Chocolade fondant met crème Anglaise
- Deze actie geldt van 6 november t/m 6 december 2009 - Alleen via reserveringen onder vermelding van Radboud actie. - Voor deze actie geldt een beperkte beschikbaarheid. Restaurant Chalet Brakkestein Driehuizerweg 285, 6525 PL Nijmegen E
[email protected] I www.chaletbrakkestein.nl
12
Voor reserveren: T 024 355 39 49 Dagelijks geopend vanaf 18.00 uur
radbod o n d e r w ij s e 18 - 2009
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun bijzondere ervaringen tijdens hun stages in het buitenland. Dit keer een verhaal van Marlies van Berkel. Zij zat van december 2008 tot maart 2009 in het Sengerema Designated District Hospital in Tanzania.
‘Als ik dood ben, ga ik naar het ziekenhuis’ Met Allerheiligen, op 1 november, is in het UMC St Radboud het monument onthuld voor de overledenen die hun lichaam beschikbaar hebben gesteld voor de medische wetenschap. Ruim zevenhonderd nabestaanden waren hierbij aanwezig. Deze grote opkomst geeft aan dat zij grote waarde hechten aan een plek om hun dierbare te eren.
G ij s M u n n ich s
De grens tussen leven en dood Onze laatste week in Sengerema Hospital in Tanzania is aangebroken. Ik heb ’s ochtends de visite gedaan op de kinderafdeling. ’s Middags is het rustig, dus besluiten Maartje en ik de vele zieke kinderen op te vrolijken door onze laatste ballonnen uit te gaan delen op de kinderafdeling. We lopen de kamers in waar veel bedden gevuld zijn met twee kinderen. Grote kinderogen kijken ons aan terwijl wij de eerst ballonnen opblazen. Bed na bed verschijnt er een glimlach op de gezichten van de kinderen terwijl de ballonnen een bont schouwspel vormen in combinatie met de kleurige kanga’s (doeken) die als beddengoed dienen. Terwijl we naar de tweede kamer lopen wordt ik
Jaarlijks komen in het Radboud zeventig à tachtig lichamen binnen van mensen die hun lichaam hebben geschonken aan het medisch onderwijs en onderzoek. De vader van Ceciel Rutten wist al heel lang dat hij zijn lichaam aan het UMC zou geven. ‘Mijn vader is sinds 1957 28 keer opgenomen in het ziekenhuis en moest veel operaties ondergaan’, vertelt Ceciel. ‘Thuis stond altijd de weekendtas klaar, voor het geval hij plotseling weer opgenomen moest worden. Het ziekenhuis was voor mijn vader een vertrouwde plek. Begraven of gecremeerd worden, vond hij maar niets. Hij zei altijd: “Als ik dood ben, breng je mij maar weer naar het ziekenhuis”. Hij heeft zijn lichaam ook uit dankbaarheid geschonken. Want zonder de medische wetenschap was hij al in 1957 overleden.’ Vader Rutten kreeg dankzij de geneeskunde bijna vijftig jaar verlenging. Hij overleed in april 2008. Lichaamsdonors krijgen geen urn of graf, waar nabestaanden naar toe kunnen gaan. Dit gemis ervoer Ceciel, onverwachts,
we al veertig jaar voor ons anatomieonderwijs.’ Het marmer van het kunstwerk is afkomstig van een oude snijtafel, die van 1955 tot 2006 dienst deed in de snijzalen van het UMC St Radboud. Op 1 november is het monument officieel onthuld door Rutten, in bijzijn van achthonderd mensen, onder wie ruim zevenhonderd nabestaanden. De middag, met sprekers en muziek, was een emotionele bijeenkomst voor de nabestaanden. ‘Ik heb altijd al aangevoeld dat er veel animo zou zijn voor een herdenkingsmonument’, zegt Van der Straaten. ‘Als een donor komt te overlijden, moet het lichaam binnen 24 uur bij het anatomisch instituut zijn om het goed te kunnen conserveren. Veel nabestaanden hebben daardoor nauwelijks tijd om afscheid te nemen. Een begrafenis of crematie is er niet. Dus is er ook geen plek om naar toe te gaan. Veel mensen blijven daardoor zitten met een onverwerkt rouwproces.’
Laatste wens Er zijn ook nabestaanden die wel een afscheidsdienst organiseren. Bij het overlijden van Ceciels vader was op de dag van het afscheid een dominee aanwezig om het religieuze afscheid te verzorgen. Antropologe Sophie Bolt doet onderzoek aan de Radboud Universiteit naar lichaamsdonatie en de afscheidsrituelen daarbij. Ze heeft diverse herdenkingsbijeenkomsten bijgewoond van mensen die zich beschikbaar hebben gesteld voor de weten-
‘Hadden we dit kind kunnen redden als ze eerder naar het ziekenhuis was gekomen?’ geroepen door een nurse: “Doctor, please come quick to the ICU.” Ik loop snel met haar mee naar het kleine kamertje dat dienst doet als intensive care. Er staan vier bedden langs de kant en een tafel in het midden waar de kinderen op geprikt worden. Op de tafel ligt een uitgemergeld meisje van een jaar of twee dat zo overduidelijk al overleden is dat ik me moedeloos afvraag waarom de verpleging mij niet eerder heeft geroepen. Met de hoopvolle ogen van de ouders op mij gericht pak ik mijn stethoscoop uit mijn zak, wetende dat er verder niets is wat ik kan doen. De stilte in mijn oren bevestigt wat ik al wist op het moment dat ik binnen kwam lopen. Het meisje is overleden. In mijn beste Swahili condoleer ik de ouders en dek ik het kindje toe. Ondertussen komt mijn collega Maartje binnen, de glimlach die nog om haar lippen speelt van het uitdelen van de ballonnen vervaagt als ze ziet waar ik mee bezig ben. We kijken elkaar aan, niet te lang, want in ons beider ogen springen de tranen van frustratie die we voor nu weg moeten stoppen. De steeds terugkerende vraag die in mij op komt: hadden we dit kind kunnen redden als ze eerder naar het ziekenhuis was gekomen? Even later wordt het meisje in een draagdoek op de rug van moeder getild. Samen met haar man loopt ze de afdeling af, op weg naar huis om hun dochtertje te begraven. Wederom dringt tot mij door: ondanks al onze inspanningen wordt de grens tussen leven en dood in Afrika nog onnodig vaak overschreden. Maartje en ik kijken elkaar nog eens aan en lopen vervolgens met gemengde gevoelens arm in arm de afdeling op, terug naar de ballonnen en de glimlachende kindergezichtjes die ons het verdriet voor even doen vergeten.
Ceciel Rutten:‘Ik miste een plek om tegen mijn vader te zeggen: ik blijf je herinneren en daarom ben ik hier.’ als heel intens. ‘Het overviel me toen mijn vaders verjaardag dichterbij kwam. Ik kon letterlijk nergens naar toe om mijn gevoelens te uiten. Ik bleek tóch een plek te missen waar ik tegen hem kan zeggen: “Ik blijf je herinneren, daarom ben ik hier”.’
Onverwerkt rouwproces Die plek is er nu. Het monument staat voor het Anatomisch Museum: een vuurvogel vereeuwigd in brons, tegen een marmeren achtergrond. De maker van het kunstwerk is Joop van der Straaten. Als arts-anatoom en conservator van het Anatomisch Museum werkt hij al ruim veertig jaar met de preparaten van de lichaamsdonors. Zomer 2008 liep hij Ceciel Rutten tegen het lijf. ‘Ze was bezig om voor haar vader een herdenkingsplek te creëren’, vertelt Van der Straaten. ‘Ik heb al sinds 2006 het plan voor een monument voor alle lichaamsdonors. Zij kwam met het idee om als symbool een feniks te gebruiken. Ik heb het krachtige beeld van deze vuurvogel gelijk overgenomen. Een feniks rijst op uit zijn as. Dit symboliseert de onvergankelijkheid. De beschikbaar gestelde lichamen zijn dat ook. Sommige preparaten gebruiken
13
Foto: Flip Franssen
schap. ‘Nabestaanden bedenken allerlei manieren om toch de aanwezigheid van de overledene te voelen’, vertelt Bolt. ‘Ze zetten bijvoorbeeld een grote foto van degene neer of gebruiken dierbare voorwerpen. Bij een van de diensten stond de keukentafel van de overledene opgesteld, ergens anders de grote soepkom van oma. Want oma, dat was soep. Mensen nemen zo toch op een persoonlijke manier afscheid.’ Het UMC St Radboud en het UMC Groningen zijn de enige academische centra in Nederland met een monument voor lichaamsdonoren. Dat van Groningen is bij een crematorium geplaatst. Het unieke van het monument in het Radboud is dat dit als enige in het instituut zelf staat. ‘We eren de mensen op de plek waar ze naar toe zijn gebracht’, aldus Van der Straaten. Voor Ceciel Rutten is het monument van grote betekenis. Op de overlijdensdag en de verjaardag van haar vader komt ze zeker een bloemstuk leggen. ‘Deze plek toont ook dat we voldaan hebben aan de laatste wens van vader: hem afstaan aan de wetenschap. Studenten kunnen van hem leren. De wetenschap groeit erdoor. Op die manier wilde mijn vader voortleven. En zo leeft hij ook voort.’ n
radbod e 1 8 - 2 0 0 9
mensen Riki Willems Riki Willems, hoofdanalist binnen de afdeling Pathologie, is in november 40 jaar in dienst. Nadat zij als stagiaire analist op de afdeling Farmacologie is begonnen, heeft zij na een kort verblijf op de afdeling Neurologie al snel de overstap gemaakt naar de afdeling Pathologie, waar zij vele jaren heeft gewerkt in de research. De afgelopen vijftien jaar heeft zij zich met name toegelegd op de moleculaire diagnostiek. Nadat zij zich de technieken had eigen gemaakt op de afdeling Antropogenetica, ontwikkelde zij zich snel van pionier op het lab tot een inhoudelijk sterke en enthousiasmerende aanvoerder van een club analisten. Naast deze activiteiten is zij hoofdanalist van een grote groep analisten binnen de ondersteunende technieken. Haar brede kennis van pathologische technieken, haar uitgebreide netwerk binnen het ziekenhuis, maar vooral haar toegankelijkheid, positieve blik, oplossingsgerichtheid en veranderingsgezindheid maken haar tot een zeer gewaardeerde collega, van wie we op de afdeling nog vele jaren hopen te genieten. Riki heeft haar jubileum op 5 november samen met de afdeling gevierd. Han van Krieken, hoofd van de afdeling Pathologie Marjolijn Ligtenberg, staflid afdelingen Pathologie en Antropogenetica
Helma Janssen-Wagener Per 1 oktober was Helma Janssen-Wagener 25 jaar in dienst van het Centraal Dierenlaboratorium van het UMC St Radboud. Zij is begonnen als dierverzorger en door de jaren heen gegroeid naar de functie Senior Dierverzorger. Daarnaast is Helma praktijkopleider voor Helicon en al jaren lid van de DEC (Dierexperimenten Commissie). We kennen Helma als een betrokken medewerker met een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor het welzijn van de proefdieren. Wij bedanken Helma voor haar inzet gedurende deze jaren en feliciteren haar van harte met dit jubileum. Helma heeft ervoor gekozen om haar jubileum met haar collega’s te vieren. Connie Verbaas, Operationeel Manager
Edith Nijenhuis Op zondag 1 november is Edith Nijenhuis 25 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Ze is haar loopbaan begonnen in de radiodiagnostiek waar ze in juli 1980 startte met een leerarbeidsovereenkomst. Na afronding van de opleiding tot radiodiagnostisch
laborant heeft ze een tijdje op de afdeling Radio diagnostiek gewerkt. Na een dag mee te hebben gelopen op de afdeling Radiotherapie heeft Edith per juli 1992 de overstap gemaakt naar onze afdeling. In 1995 heeft ze haar opleiding tot radiotherapeutisch laborant afgerond. In 1998 is Edith zich gaan toeleggen op het maken van bestralingsplannen. We kennen Edith als een trouwe, meedenkende en enthousiaste medewerkster, met een grote toewijding voor haar werk. Wij willen Edith feliciteren met haar 25-jarig jubileum en bedanken haar voor haar collegialiteit, inzet en betrokkenheid bij de afdeling Radiotherapie. Nico-Jan Wouters, Coördinerend laborant, Afdeling Radiotherapie
Helga de Bie Helga de Bie is 1 december 25 jaar in dienst van het Radboud. Zij heeft de interne A-opleiding op het Radboud gevolgd, waarna zij in 1988 is komen werken op afdeling Orthopedie (D10). Met veel enthousiasme en inzet voor patiëntenzorg en begeleiden van leerlingen. Daarnaast heeft zij veel Copa-taken gedaan. Sinds enkele jaren is Helga werkzaam als seniorverpleegkundige met als resultaatsgebied ‘werkbegeleiding en coaching’. Wij kennen Helga als een zeer betrokken en gedreven collega die graag de puntjes op de i zet. Zij is dan ook de drijvende kracht achter goede begeleiding van leerlingen. Wij hopen als afdeling nog lang gebruik te maken van de kwaliteiten die Helga ons biedt. Namens alle collega’s van afdeling Orthopedie Jacco van Hulst, Hoofdverpleegkundige Orthopedie Saskia Vonk, bedrijfsleidster Orthopedie Prof.dr. Rene Veth, hoofd Orthopedie
1 september jongstleden was Els Seegers 25 jaar in dienst. Zij is haar loopbaan indertijd begonnen als amanuenses Tandheelkunde. Eind jaren negentig is Els overgeplaatst naar de gebouwen van de Medische Faculteit om daar als amanuenses te ondersteunen bij de opleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen. In de loop der jaren heeft Els zich niet alleen ontwikkeld tot expert op het immer veranderde werkgebied van de audiovisuele ondersteuning in onderwijsruimten, maar meer nog is zij altijd een baken geweest in de roerige onderwijswereld. Els weet als geen ander docenten gerust te stellen en te informeren maar ook studenten van wijze raad te voorzien. Els is in al deze jaren altijd zichzelf gebleven en heeft mede daardoor een positie verworven binnen de Medische Faculteit waar menigeen jaloers op mag zijn. Ik hoop van harte dat Els haar kennis en wijsheid nog jaren blijft delen met al haar collega’s. Namens de amanuensis-medewerkers van het IWOO Mary Rutten, Hoofd Ondersteuning & Assistentie
Onlangs hebben wij met een aantal collega-vrijwilligers mogen deelnemen aan de basiscursus vrijwilligers. Een van de thema’s is gastgerichtheid. Tijdens de cursus kwam naar voren dat wij ons verbazen dat wij dagelijks ervaring opdoen met beroepskrachten, die vriendelijkheid en beleefdheid naar collega’s kennelijk niet nodig vinden. Ondanks dat wij hen beleefd en vriendelijk groeten, keurt men ons geen blik waardig. Beleefd en vriendelijk zijn is toch geen uitzonderlijk gedrag, maar eerder een gewoonte? Dit hebben we toch allemaal meegekregen in onze opvoeding! Naar onze mening zouden beroepskrachten ook in aanmerking moeten komen voor een cursus klantvriendelijkheid/collegavriendelijkheid, dat zou voor sommigen van nut kunnen zijn. We willen de vinger niet wijzen naar alle medewerkers binnen de ziekenhuisorganisatie, maar het is wel opmerkelijk dat artsen en met name de artsen in opleiding hierin opvallen. Klantenbinding doe je niet alleen, dat doe je samen met collega’s. Vrijwilligers leesmap
Johannaweg 6, Nijmegen € 795.000,- k.k.
Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `ÛiÃ
Eikenpark 7, Beuningen € 222.500,- k.k.
Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen (eindredactie), Jannie Meussen, Gijs Munnichs Aan dit nummer werkten mee: Femke van de Berg, Geert van den Brink, Marten Dooper, Flip Franssen, Joke Groeneveld, Paul van Laere, Marlies Mielekamp, Frank Muller, Piet-Hein Peeters, Daan Van Speybroeck, Jan van Teeffelen E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van BrückEngelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 20 november.
Cjdd`/Intensivprogramm Deutsch kda\Zch]ZioZa[YZXdcXZei
Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
WWW.BUITEN.NU • 024-3888958
MAKELAARDIJ
Colofon
DcYZgYdbeZa^c\hXjghjhdeVXVYZb^hX] c^kZVj BVm^bVVa+YZZacZbZgheZg\gdZe >cZZcVVciVaYV\ZcYZiVVakVVgY^\]Z^Y VVciddcWVVgkZgWZiZgZc IgV^c^c\YddgcZVgcVi^kZheZV`Zgh^c ZZcegd[Zhh^dcZaZXdciZmi EZghddca^_`ZcdebVVi 6VcigZ``Za^_`VkdcYegd\gVbbV >che^gZgZcYZdb\Zk^c\bZiXdb[dgiVWZa kZgWa^_[
Zevenheuvelenweg 75, Berg en Dal € 574.000,- k.k.
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Een klant is belangrijk maar een collega …..
Intensive English Programme
De Wuurde 61, Elst € 675.000,- k.k.
BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
Zeg er eens wat van…
Els Seegers-Willems
Volgens NEN 2767
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i
ingezonden
• TAXATIES • VASTGOEDBEHEER
Meer info? I/%')(+&+&++ :/bVVilZg`5^cid#gj#ca
www.radboudintolanguages.nl
Adviesburo van den Berk uw partner voor financiële zekerheid (sinds 1963)
Financiële planning
Praktijkfinanciering
Hypotheken
Praktijkbemiddeling
Verzekeringen
Pensioenen
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Regentessestraat 3
T. 024 - 3230731
www.vandenberk.com
6522 AM Nijmegen
F. 024 - 3601567
[email protected]
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
14
radbod opi nie e 18 - 2009
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt Ma: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Di: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Wo: 10.00 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Do: 11.30 - 14.00 uur en 15.00 - 17.00 uur Vrij: 10.00 - 14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] : Organisatie ➔ Personeels informatie punt of Services ➔ HRM
Actueel Wilt u voor uw Verhoogd of Extra Persoonlijk Budget 2010 een andere keuze maken? Hou dan de website in de gaten. Op het intranetportaal bij Services ➔ Persoonlijk budget vindt u binnenkort hoe u dit kunt doen.
Vacatures Elke dag staan de nieuwe vacatures op internet en hangt de vacatureladder bij PIP. Gebruik onze klantencomputer om vacatures te bekijken en vraag desgewenst een uitdraai. : intranetportaal ➔ organisatie ➔ vacatures
Tekorten in de zorg zijn serieuze bedreiging voor gezondheidszorg In de komende jaren zal door de vergrijzing het aantal werknemers dat stopt met werken aanzienlijk toenemen. Daarentegen zal in de gezondheidszorg een groeiende vraag zijn naar arbeidskrachten. Met onder andere een adequaat opleidingsbeleid, een betere inschatting welke specialismen en niveaus nodig zijn, verbetering van het imago van de gezondheidszorg kunnen we tekorten voorkomen. Een betoog van Geert van den Brink.
het betoog In 2003 werkte 13 procent van de beroepsbevolking in de gezondheidszorg, in 2025 zal dat percentage 22 procent moeten zijn. Bij ongewijzigd beleid zullen we in 2020 al een tekort hebben van ruim 100.000 medewerkers. Willen wij deze tekorten het hoofd kunnen bieden, dan moet het opleidingsbeleid zich richten op een periode van vijf tot tien jaar. Een gemiddelde opleiding duurt vier jaar en wanneer ontwikkeling of herstructurering van een opleiding nodig is, dan is naast de opleidingsduur ook een ontwikkeltermijn van vier tot vijf jaar noodzakelijk.
Tekor ten in kwaliteit F LE X U bent een ervaren secretaresse, met recente werkervaring bij voorkeur in een ziekenhuis? Dan kan werken via FLEX, het interne uitzendbureau, interessant voor u zijn. Kijk voor meer informatie op onze site. Bel of mail ons voor meer uitleg. ma t/m vrij 07.30-16.30 uur T (024) 361 03 03 route 534
[email protected] : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk
Tekorten worden ook veroorzaakt doordat opleidingen niet goed aansluiten bij de beroepspraktijk of omdat de opleidingen een te smalle basis hebben. Voor de grootste beroepsgroep in ons ziekenhuis namelijk de verpleegkun-
Studentenwerving Het theoretisch deel van de zorgopleidingen wordt verzorgd door de ROC’s en hogescholen. Tijdens de opleiding doorlopen de studenten ongeveer een derde van de tijd stage. Het werven voor de opleiding gebeurt hoofdzakelijk door de ROC’s en Hogescholen. De zorgopleidingen moeten daarbij ‘concurreren’ met andere opleidingen die de betreffende ROC’s en Hogescholen ook aanbieden. De zorginstellingen zelf organiseren sinds een aantal jaren wel open dagen maar de vraag is of dat genoeg is. Het imago van de gezondheidszorg onder jongeren is veelal gebaseerd op vooroordelen. Deze vooroordelen worden bevestigd door beroepskeuzetests en het imago wat de decanen van de middelbare scholen hebben van de gezondheidszorg. Zo is in een veel gebruikte beroepskeuzetest het werkwoord ‘masseren’ aanleiding om tot de keuze fysiotherapie te komen! Als ziekenhuis moeten we het specifieke en aantrekkelijke van de gezondheidszorg of meer bijzonder de ziekenhuiszorg onder de aandacht brengen van de middelbare scholieren. De noodzaak tot opleiden wordt het sterkst gevoeld wanneer zich een tekort aan personeel voordoet. Op dat moment is men vijf jaar te laat. Het verloop van personeel is bekend en de trend is redelijk te voorspellen. Daarnaast zijn andere relevante gegevens bekend en kan men tot een vrij nauwkeurige schatting komen wat de behoefte is aan de hoeveelheid nieuw op te leiden personeel. Daarbij is ruim opleiden minder schadelijk dan krap opleiden.
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Er zijn nog plaatsen beschikbaar voor: Bijeenkomst Geef RSI geen KANS - 19 november Fysieke belasting basiscursus - 19 november RSI-workshop - 26 november Traumaopvang - 10 december Harmony basis - 21 en 28 januari Jaargesprekken medewerkers - 26 januari
Voorjaar 2010 Al onze voorjaarstrainingen zijn weer gepland en staan op intranet.
Leertraject Coördineren met Resultaat Dit voorjaar start het leertraject voor coördinatoren of senior medewerkers, die inhoudelijke taken combineren met operationele aansturing. Meer informatie en de nieuwe data kunt u terugvinden op intranet. Informatie en aanmelden via : intranetportaal ➔ organisatie ➔ opleidingen ➔ opleidingsaanbod ➔ functiegericht
De inhoud van deze pagina valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
‘Bij ongewijzigd beleid zullen we in 2020 al een tekort hebben van ruim 100.000 medewerkers.’ digen zijn diverse opleidingen; op twee deskundigheidsniveaus en varianten van leren-stage en leren-werken. Vanuit zowel een MBO-opleiding als een HBO-opleiding kan men verpleegkundige worden. Het onderscheid is niet altijd helder en deze twee groepen worden nogal eens op één hoop geveegd. Vanuit de opleidingen werd het onderscheid vooral toegespitst op de beroepsoverstijgende competenties, zoals kwaliteitszorg. Echter ook in de directe patiëntenzorg - als het gaat om de complexiteit van probleemanalyse - is dit onderscheid van belang. Immers wanneer de inzet van personeel niet aansluit bij het gewenste niveau van beroepsuitoefening ontstaat ook een (kwalitatief) tekort. Een andere bedreiging zijn de zeer specifieke opleidingen die opleiden voor specifieke functies. Enerzijds maakt dat de betreffende taakstelling van het ziekenhuis kwetsbaar en anderzijds zijn de betreffende functionarissen beland in een fuikfunctie.
Opleidingsbeleid Om het tekort terug te dringen is het noodzakelijk het opleidingsbeleid uit te bouwen en op onderdelen te ontwikkelen. Het opleidingsbeleid moet zich richten op: het werven van studenten voor de zorgberoepen, het ontwikkelen van(ruim) voldoende opleidingen, het terugdringen van de uitval tijdens opleidingen en het vormgeven van een opleidingscontinuüm.
15
Foto: Flip Franssen
Terugdringen van de uit val Tijdens het eerste jaar van de meeste zorgopleiding valt zo’n 25 tot 30 procent uit. Deels komt dit doordat de studenten een onvolledig beeld hebben van het beroep. Een aantal studenten is teleurgesteld over wat het toekomstige beroep hen te bieden heeft. Daarentegen zijn de praktijkervaringen in het eerste jaar zeer beperkt omdat veel afdelingen van ziekenhuizen het begeleiden van eerstejaars zwaar vinden. Het perspectief van wat het beroep te bieden heeft dient al in het begin van het eerste studiejaar volop aandacht te krijgen.
Opleidingscontinuüm De gezondheidszorg in het algemeen en het academisch ziekenhuis in het bijzonder kan als geen andere branche een opleidingscontinuüm bieden. Dit opleidingscontinuüm moet bestaan uit een brede basisberoepsopleiding gevolgd met opleidingen en trainingen, zodat boven op de basisberoepscompetenties, specifieke competenties worden aangeboden om de betreffende beroepskracht adequaat op te leiden voor de specifieke functie. Dit opleidingscontinuüm dient maximaal horizontale en verticale carrière mogelijkheden te bieden. n
Geert van den Brink is directeur van de Radboud Zorg academie UMC St Radboud
radbod h e t d e bat e 18 - 2009
RADBODE-DEBAT
Achter de geraniums of meer bewegen? Bioloog en schrijver Midas Dekkers verzet zich tegen de druk op ouderen om meer te bewegen dan ze lief is. UMC-geriater Marcel Olde Rikkert vindt Dekkers’ standpunt zorgelijk. Een debat. P i e t- H e i n P e e t e r s
Marcel Olde Rikkert heeft in de brasserie van het Victoriahotel in Amsterdam nauwelijks de jas uitgetrokken of hij steekt van wal. ‘U lijkt me op zich een verstandig mens, maar het zal toch niet gebeuren dat u achter de geraniums gaat zitten. En dat met u, want u bent een bekend schrijver, anderen dat ook gaan doen. Dat mensen dus minder gaan bewegen, terwijl dat goed voor ze is.’ Midas Dekkers, vooroverbogen, jonge jenever bij de hand: ‘Ik verzet me inderdaad tegen de moraal van jullie medici: u moet sporten. Je moet alleen overmatig bewegen als je het lekker vindt, zeker als je oud bent.’ Olde Rikkert: ‘Alsof sporten niet goed is! Voorbeeld: als ik mensen met geheugenklachten drie keer in de week een half uur laat sporten, dan zie je dus dat het geheugen van die mensen verbetert. Sporten is goed, ook voor oudere mensen.’ Dekkers: ‘Hou toch op, daar zijn wij ouderen niet voor uitgerust. Dat is voor jonge mensen.’ Olde Rikkert: ‘Zeker niet. Het menselijk lichaam heeft een achillespees, zweetklieren, een hoofd dat we stil kunnen houden. En ouderen hebben dat ook, waarom zouden ze niet hard lopen?’ Dekkers: ‘Ga nou eens weg uit dat ziekenhuis en ga bij een weiland staan. Dan zie je lammetjes huppelen, maar een oud schaap kijkt wel link uit. Die breekt gelijk een poot.’ Olde Rikkert, verbaasd: ‘Als dieren minder spontane activiteit vertonen, dan wil dat toch niet zeggen dat mensen dat ook moeten doen? Wij mensen zijn spontane activiteiten verleerd. Waarom zouden ouderen niet gaan dansen?’ Dekkers: ‘Dansen is een menselijke variatie op de balts. Oude mensen hebben geen boodschap meer aan de balts!’ Olde Rikkert: ‘Dus wij kunnen het niet eens worden over op welk moment ik u als arts zou kunnen adviseren meer te gaan sporten of bewegen?’ Dekkers: ‘Op medische indicatie natuurlijk. Als het een bewezen therapeutisch effect heeft.’ Olde Rikkert: ‘En als ik het nou adviseer wanneer u niet ziek ben. Als het preventief is om zo tot een goede afronding van uw leven te komen?’
‘Ga nou eens bij een weiland staan. Dan zie je lammetjes huppelen, maar een oud schaap kij kt wel link uit . Die breekt gelijk een poot’ Dekkers, terwijl hij achterover leunt: ‘Ik heb de merkwaardige eigenschap dat ik zelf denk. Als ik veertig jaar geleden bij u was gekomen, had u gezegd: ‘veel eten en veel rusten’. Nu zegt u precies het tegenovergestelde. Volgens mij doe ik er verstandiger aan naar mijn eigen fysiologie te luisteren.’
Oud Die ‘fysiologie’ blijkt het belangrijkste breekpunt in de discussie tussen Olde Rikkert en Dekkers. Dekkers meent
dat leeftijd zeer veel zegt over de mogelijkheden van mensen. ‘Wij biologen denken dat het goed met je gaat als je ten eerste in goed evenwicht verkeert met je omgeving en ten tweede in harmonie bent met je leeftijd. Dan heb je de prijs gewonnen.’ Olde Rikkert, verbijsterd: ‘Je kunt toch niet zeggen “dat is normaal gedrag voor uw leeftijd” en dat voor iedereen laten gelden, dat kan echt niet meer.’ Dekkers: ‘Hoezo niet? Iemand van 7 jaar die met een stok moet lopen, is ziek. Iemand van 74 niet.’
Libelle En Midas Dekkers maakt zich zorgen dat die keuzevrijheid er steeds minder is. Gewoon oud zijn en naar die leeftijd leven, is niet meer toegestaan, meent hij. We proberen ouderdom collectief te ontkennen. Dekkers: ‘Ik zie allemaal mensen van zestig, zeg maar mijn leeftijd, die proberen vijftig te zijn. Die gooien geraniums met afschuw weg, trekken verkeerde kleren aan. Ben toch gewoon zestig, denk ik dan. Als iemand tegen mij zegt: wat zie je er jong uit, dan is dat een leugenaar. De heersende cultuur is dat je je best moet doen om minder oud te zijn als je denkt.’ Olde Rikkert: ‘Dat herken ik niet. Ik zie dit niet bij de ouderen die ik spreek.’ Dekkers: ‘Dan moet je toch echt eens de Margriet, de Libelle en de blaadjes van zorgverzekeraars gaan lezen,
Marcel Olde Rikkert vs. Midas Dekkers
Marcel Olde Rikkert: ‘Je kunt toch niet zeggen “dat is normaal gedrag voor uw leeftijd” en dat voor iedereen laten gelden, dat kan echt niet meer.’ Olde Rikkert: ‘Is iemand van 70 met een serieus gehoorprobleem dan ziek of niet? Want ziekte definieer je aan de hand van afwijkingen ten opzichte van het geheel. Iedereen van 70 heeft wel in bepaalde mate gehoorproblemen. Leeftijd is geen sleutel om te bepalen wat normaal is. Het is niet genuanceerd genoeg.’ Dekkers: ‘Als ik nu in mijn bed zou liggen, dan is dat abnormaal. Als ik 97 ben, is dat niet zo.’ Olde Rikkert: ‘Dus als 60 procent van de tachtigers ernstige artrose heeft, dan is dat normaal volgens u. Dan hoef je dus ook geen medicijnen voor te schrijven. Wanneer is medisch handelen dan gelegitimeerd?’ Dekkers, na een stilte: ‘Mijn punt is dat als je tachtig bent en je hebt artrose en je denkt dat te kunnen verbeteren door met een bal te gooien, moet je dat dan opdringen, of aanbieden zoals jullie dat noemen? Dan zeg ik “nee”. Stil zitten helpt ook tegen de pijn van artrose.’ Olde Rikkert: ‘Nogmaals, het hanteren van leeftijd als criterium is pure onzin. Als iemand moddervet is, kun je daarover adviseren. U heeft nog twintig, misschien dertig jaar te gaan, wat hebben uw keuzes voor gevolg voor de kwaliteit van dat leven?’. Dekkers: ‘Dat bepaal je voor een groot deel zelf door te luisteren naar wat je lichaam je ingeeft. Als je zeventig bent, dan moet je lekker rustig mogen zitten om een boekje te lezen.’
16
die staan er vol mee. Voel je jong! Maar je bent niet jong!’ Olde Rikkert: ‘Maar ik zie ook niet wat er mis mee is als mensen van 75 de vierdaagse gaan lopen.’ Dekkers, de armen ten hemel: ‘Dat is ziekelijk! Dat je je op die leeftijd nog de kloten moet werken. Doen ze dat uit eigen motivatie of worden ze door de maatschappij opgestookt? Zulke mensen gedragen zich zoals ze denken dat ze zich dienen te gedragen.’ Olde Rikkert: ‘Mensen mogen wel oud zijn, als ze zich maar niet beperkt voelen door het stereotype van “oud zijn”. Ook ouderen hebben keuzes.’ Dekkers en Olde Rikkert discussiëren een dik uur. Er wordt gelachen, soms geprovoceerd, er wordt scherp geluisterd. Maar aan het eind daalt het stof toch wat neer. Dekkers: ‘Ik heb een visie op ouder worden. Dat ik steeds minder te doen heb, dat ik dat steeds meer ervaar, tot stilstand kom en dat ik op een gegeven moment moe word, ga liggen en dat ze me twee dagen later vinden met de vliegen boven mijn hoofd. Zo wil ik het.’ Olde Rikkert: ‘Ik vind dat prachtig, zeker als daar bewust voor gekozen is. Maar er zijn heel weinig ouderen die dat beeld of een ander hebben kunnen ontwikkelen en daar kunnen we bij helpen.’ n