jaargang 35, nummer 4
september 2009
HET BESTUUR VERTELT Het einde van de zomer gaat al weer naderen, voor velen van ons betekent dat ook het einde van het motorseizoen. Gelukkig niet voor ons allemaal. Cees en ik gaan nog op vakantie en dit jaar mogen we weer eens lang, d.w.z. 6 weken naar Nieuw Zeeland. We gaan daar rond rijden op aldaar gehuurde Suzuki V-Stroms. We kijken er al naar uit. Als bestuurslid/voorzitter krijg ik soms wel eens te horen dat de klub (bestuur én leden) niet altijd even enthousiast reageren als er iets voor de klub georganiseerd wordt. Misschien zijn we niet allemaal van die extraverte types en zit daar een kern van waarheid in. Dat wil ik dan nu maar eens verandering in brengen. Laat ik beginnen met de familie Harmelink (Gerard en Edith), onze leden uit het Oosten van het land. Wonen van alle leden het verste weg maar komen trouw naar onze klubavonden in het Westen van het land. Om het ook eens dicht bij huis te houden organiseren zij dan maar een BBQ in Deventer. Deze wordt op de zaterdag voorafgegaan door een ritje en zondag na het ontbijt afgesloten met een rit naar het Midden van het land, waar we dan weer afscheid van elkaar nemen. Dit jaar werd de BBQ door 11 leden bezocht. Verder organiseert Gerard al jaren ons hotelweekend en daar steekt hij ieder jaar weer veel tijd in, met name waar het het uitzetten van de ritten betreft. Het is dan ook wel eens op zijn plaats om Edith en Gerard te bedanken voor alle tijd die zij in de klub steken en voor de gastvrijheid in Deventer. Dit jaar is het hotelweekend niet door Gerard georganiseerd maar hebben twee, relatief verse, leden dit op zich genomen. Meteen een leuke uitdaging, want het weekend werd verlengd van drie naar vijf dagen. Dit keer was de bestemming niet Duitsland maar Frankrijk en wel Normandië. Florentine en Marjon hebben deze klus op zich genomen en met goed gevolg. Het is geen hotelweekend geworden, maar zij hebben er voor gekozen ons onder te brengen in een aantal, aan elkaar grenzende, huisjes. Ook dit is een succes gebleken, net als trouwens het hele weekend. Dat we niet alle ritten samen hebben gereden heb ik persoonlijk niet als vervelend ervaren. Het is nu eenmaal zo dat de een iets anders wil zien en doen dan de ander en je kunt elkaar dan lekker vrij laten. Aan het eind van de dag komen we elkaar toch weer tegen op ons logeeradres en dan maken we er wel weer een leuke avond van met goed eten en drinken. Ook beide dames wil ik langs deze weg bedanken voor alle tijd en energie die zij in de organisatie gestopt hebben en ik (en waarschijnlijk de hele klub) hoop dat dit nog een vervolg gaat krijgen. Hopelijk doet het goede werk van bovengenoemde leden ook andere leden aan het denken zetten en kunnen we nog meer van deze leuke initiatieven verwachten. Ik sluit af met een oproep aan al onze leden om eens een stukje in te leveren over alle mogelijke motorperikelen die meegemaakt worden, van dagjes uit tot vakanties of het bezoeken van races, noem maar op. Alles is welkom. Astrid 1
BBQ weekend Deventer 2009 Op de terugweg van het barbecue-weekend bedenk ik mij dat ik niet zo netjes gedragen heb. Ik heb namelijk geen fluit uitgevoerd. Ik heb geen tafel gedekt, niet afgewassen, geen vlees gebakken, geen koffie gezet en niet voorop gereden. Misschien dat ik dat nog recht kan trekken door een verslag te tikken en direct na thuiskomst ga ik aan de slag. Eerst maar even een pluim uitdelen aan de organisatoren van het weekend. Alles wat we nodig hadden was aanwezig. Een barbecue, genoeg te eten en te drinken, aangenaam gezelschap en goed weer. Toch knap van Gerard en Edith dat ze tijdens de ALV al wisten dat het dit weekend goed BBQ weer zou zijn. Ze mogen het nog een keer organiseren en de datum prikken. Vrijdagmiddag begint Hugo per SMS te vragen of we misschien samen naar Deventer rijden. Hij weet me te verleiden om bij mij thuis af te spreken en dan een bakkie koffie te doen. Hoeft hij het zelf niet te zetten. Normaal krijgt Hugo bij mij cappuccino, maar ik had de melk die ochtend zelf opgemaakt en Hugo moest zichzelf behelpen met een poedertje. De koffie komt trouwens regelmatig terug. Bij aankomst in Deventer twee bakkies, tijdens de lunch in Duitsland, na het eten, bij het ontbijt en bij het afscheid. Komt dat nu omdat Gerard op koffie loopt, of is dit gewoon een Nederlands gebruik? Ik was van plan om de daytona 675 mee te nemen voor dit weekend. Maar dat ding wilde goCENSUURme niet starten. Blijkbaar moet dit apparaat zich net als de anderen uit mijn voertuigenpark zich laten gelden door er een keer mee te kappen. Zo komen de uitgaven aan reparaties dit jaar boven de begroting uit en teer ik in op mijn eigen vermogen. De enige die nog geen problemen heeft vertoond is de speed triple dus die laden we maar vol met de bagage. Het is ook eigenlijk de betere keus voor dit weekend. Binnen de deelnemers valt de die-hard sportmotor behoorlijk uit de toon en als Gerard de route uit zoekt zit er altijd wel een of ander hobbelpad tussen waar je met een sportmotor niet vrolijk van wordt.
2
Vlak na de lunch in Duitsland (wi-j bunt zowaar in Duutsland gewes) kwamen we inderdaad op een Hobbelpad met hoofdletter. En niet alleen omdat dit hobbelpad in Duitsland ligt en hobbelpad een zelfstandig naamwoord is. Het was echt hobbelen! De duopassagiers mogen blij zijn dat ze thuis gebleven waren. Na een kwartiertje hobbelen stond er dan eindelijk een bord met "Straßenschade". De voorrijder was hier zo blij mee dat hij het bord aanwees zodat iedereen het kon zien. Maar die kuil direct na het bord had hij niet gezien, zodat hij een halve meter naar beneden keilde. Gelukkig had hij op tijd zijn handen weer aan het stuur en kan een GS tegen een stootje zodat het allemaal goed ging. Het zag er echt komisch uit en het staat nog steeds op mijn netvlies. Aan het eind van de middag stoppen we nog even bij het American Motorcycle Museum in Raalte. Lappie is erg blij dat iedereen 4 euro 50 wil uitgeven om Harleys te kijken. Iedereen? Pim heeft weinig interesse en blijft buiten staan. Kan hij gelijk nog even een peukie opsteken (denk ik) want dat mag binnen vast niet. En met het lage aantal rokers binnen de club zijn de rookpauzes ook al een tijdje geleden afgeschaft. De heren Hugo, Cees en ondergetekende gaan na het museum nog even bij het nieuwe huis van Maarten kijken. Na ruim twee jaar vergunningellende wordt er nu gebouwd. Ik wil zelf wel zien hoe het er mee staat, zodat w anneer ik Maarten spreek aan het eind van de maand, ik weet waar hij het over heeft als zijn huis ter sprake komt. De andere heren gaan met Jan mee naar een kerel die nog het een en ander aan XBR onderdelen heeft. Blijkbaar heeft Jan nog niet genoeg. Terug aan de Emmastraat is het onderhand tijd voor de BBQ. De motoren worden op stal gezet naast een vracht RD's. De motorsleutels worden opgeborgen en de heren gaan aan het bier. Behalve Cees dan, want die mag dat niet van de dokter (geloof ik :-). Astrid, Florentine en Edith hebben de voorbereidingen getroffen en Pim neemt de rol van kok op zich. Josje voegt zich ook bij de groep. We hadden hem die dag nog niet gezien. Hij lag zaterdagochtend om 6 uur op bed (vanwege het werk, niet vanwege het feesten!) en vond het geen goed idee om dan om 11 uur een ritje te gaan rijden. Het was maar goed ook dat Josje er bij was want er was voor 1 persoon teveel ingekocht en daar weet hij wel raad mee. Na de BBQ nog even de benen strekken. "Waar mag het heen?" vroeg Gerard. "Even door de wijk, langs de IJssel of door de stad?". "Da's goed" zegt de rest, dus we lopen een stukje door de wijk, een stukje langs de IJssel en terug door het centrum van de stad. Op de kade staat een drie man sterke drie-akkoorden-blues-band te spelen. Met zo'n band kun je rijk worden, kijk maar naar ZZ-top. De muziek smaakt naar meer en we gaan wat dichterbij kijken. De heren 3
Jol bleven aan de weg staan want dan hadden ze beter zicht op de band. De anderen gingen naar de kade beneden want dan, ..... ja, waarom eigenlijk. Al snel (voor ons dan) werd de band afgekondigd. Blijkbaar mag je na twaalven geen muziek meer maken om de vissen in de IJssel niet te storen. De musici wisten dat dit het laatste nummer moest zijn, maar waren eigenlijk nog niet klaar. Ze rekten het dan ook zolang totdat het publiek het wel welletjes vond en ze met goed fatsoen niet meer door konden spelen. Wel erg leuk. Terug in huis gaan we verder met muziek van Hubert. Ik schrijf zijn achternaam niet op want ik weet niet hoe je het uitspreekt, laat staan hoe je het schrijft. (Von Goisern (red)). Er moeten binnen het gezelschap nog twee zieltjes gewonnen worden voor deze muziek. Eén wil er wel meer van horen, de ander houdt moedig stand. Als iedereen de volgende ochtend uit bed is, komt er een uitgebreid ontbijt op tafel. Daar voer ik ook mijn enige werkzaamheden van het weekend uit. Ik rooster het brood. Niet echt vermoeiend kan ik wel zeggen. Na het ontbijt zwaaien de familie Harmelink en Josje ons uit met een ritje van 50 km over de Veluwe. Nu begin ik ook te begrijpen hoe het komt dat de afstand die Gerard altijd noemt zo slecht overeenkomt met het resultaat op mijn teller. Gerard noemt de afstand tot het eindpunt hemelsbreed, maar rijd er vervolgens via de meest bochtige weggetjes naar toe. Mij teller overdrijft gelukkig niet echt. Na een rit van precies 26,250 km (meetmethode GH) staan we in Kootwijk bij een cafeetje waar het dertig jaar geleden ook al goed toeven was. De cappuccino is hier volgens de kenners wat slap, maar over het appelgebak hoor ik niemand klagen. Na de koffie is er nog wat gesteggel over wie met wie via welke weg waar naar toe rijdt. Uiteindelijk gaan Cees, Astrid, Pim, Florentine en Jan direct naar Zeist, maken Gerard, Edith, Josje en Lappie nog een ommetje over de Veluwe en gaan Hugo en ik via wat doorgaande wegen en de A12 naar huis. In Delft rijd ik nog even langs de supermarkt (de melk was op, weet je nog wel) en tegen drie uur 's middags duw ik de speed triple in de garage. Daarmee is voor mij het weekend afgesloten. (Met dank aan Bennie Jolink voor de achterhoekse tekst.) Bijdrage van Roy Scholten.
4
Verslag Japanreis deel 6 van Astrid en Cees. Vervolg op het verslag van Elektrooievaar 3 - 2009. Maandag 11 juli.
Gereden = 268 km.
Rob en Dafne besluiten om de gok te nemen de paspoorten niet bij de politie te laten registreren. We ontbijten dus om 07.00 uur en rijden om 08.15 uur weg. Marot is naar ons hotel gekomen om ons de stad uit te begeleiden. Korte rit over goed asfalt. Piet is ziek en wil zo snel mogelijk naar het hotel, zijn bed in. Onderweg Australiër Peter Forwood ontmoet met zijn Harley. Al vanaf februari 1996 is hij op wereldreis en hij heeft al meer dan 400.000 kilometer afgelegd. In april 1998 is hij in Nederland geweest. Ieder jaar gaat hij twee maanden terug naar Australië. Hij laat zijn motor dan achter en zoekt deze later weer op om zijn reis te vervolgen Om 14.00 uur zijn we in het hotel waar het een grote puinhoop is. Ze zijn overal tegelijk aan het renoveren en iedereen loopt iedereen in de weg. Gedoucht met ijskoud water. Na eerst wat gedronken te hebben gaan Petra, Leen, Cees en ik een stukje lopen. We komen in een park waar we bij een tentje shaslick eten. Om 17.30 uur weer terug in het hotel en even op bed gelegen. ‘s-Avonds met een paar man toch nog een restaurantje opgezocht waar ze een zeer goed werkende airco hebben. Een klein hapje gegeten en lekker zitten bomen. Dinsdag 12 juli.
Gereden 515 km.
07.00 uur ontbijt, rijstepap en pannenkoekjes met zure room. Om 08.00 uur vertrekken we voor een lange rit. Na circa 150 km. stoppen we voor thee en water. Henk geeft aan dat één van mijn zijkoffers nog al heen weer gaat. Als we kijken blijkt dat er een beugel is afgebroken. Gelukkig zit naast het café een lasser die wel even wil helpen. Na een half uurtje is het leed weer geleden en we gaan verder. Het landschap is enorm uitgebreid en vlak. Aan onze rechterhand begint een gebergte, dit is de natuurlijke grens met China, en maar zo’n 40 km. bij ons vandaan. We beseffen nu eigenlijk pas hoever we van huis zijn. Aan het eind van de middag blijkt ook het kofferrek van Piet een breuk te hebben. Ook nu is weer snel een lasser gevonden. We slapen vannacht niet in een hotel maar in een geprepareerd kamp. We worden opgewacht en moeten van de weg af een eind het veld in. Ik heb hier steeds minder moeite mee. Onze tenten staan al opgezet en ook de “keukentafel” staat al klaar. De tafel is zelfs al gedekt en er is thee, koffie en sap. Ook kaas, worsten zoutjes staan klaar. Zo wordt kamperen wel leuk. Later op de avond krijgen we nog kippensoep en rijst met saus. Als het te donker wordt om elkaar nog te zien zoeken we onze tent op.
Woensdag 13 juli.
Gereden = 348 km.
Bij de keukentent ontbijt met gebakken eieren en gebakken spek en een bakje yoghurt. Vervolgens voor de verandering weer op de motor om kilometers te maken. De hele tijd rijdt Cees achter me en zie ik hem steeds in mijn spiegel. De weg is erg hobbelig en behoorlijk vol met gaten. Opeens zie ik hem niet meer. Ik besluit even te wachten, en las hij niet komt opdagen, besluit ik om te keren en te kijken waar hij blijft. Ik rij een heel stuk terug maar zie Cees nergens. Ook als ik zeker weet dat ik op een stuk weg ben waar hij eerder nog achter mij reed, zie ik hem niet. Ik ga me nu een beetje zorgen maken. Ik keer weer en rij langzaam dezelfde weg terug en speur het talud af of Cees daar soms ligt. Misschien is hij gevallen en heeft hulp nodig. Dan komt trio Hellenique langs. Ze zien me zoeken 5
maar rijden gewoon door. Inmiddels begin ik toch wel een beetje in paniek te raken. Ik vind Cees niet en besluit door te rijden naar de volgende stop. Misschien is hij me voorbij gereden zonder dat ik dat merkte?? Ik kom daar aan en zie een aantal mensen, maar niet Cees. Dan begin ik, typisch vrouwelijk, te janken. Tonnis vertelt dan dat hij Cees heeft gezien die terug is gereden omdat hij zijn topkoffer is verloren. Ik vraag waarom hij me dat dan niet vertelde toen hij mij voorbij reed. Hij dacht dat ik ook de koffer aan het zoeken was. Ik heb verder maar niet gevraagd waarom ze niet aan het meezoeken waren. Ik drink een kop thee en besluit dan toch weer terug te rijden. Dafne, Henk en Hans gaan met me mee. Dan komt Pim aanrijden en even later gelukkig ook Cees. De koffer is niet meer gevonden maar Cees mankeert gelukkig niets. Als we allemaal weer bij elkaar zijn en wat gedronken hebben gaan we verder. Rond 16.00 uur zijn we in Semey en vinden het hotel redelijk snel. Paspoorten inleveren bij de receptie en dan: paspoort van Guus zoek. Iedereen aan het zoeken. Dafne zoekt zelfs achter de balie van de receptie. Niet gevonden, weer lichtelijk paniek. Als niemand meer weet waar te zoeken gaat Pim eens tussen zijn papieren kijken en ja hoor. Daar is het paspoort van Guus. Pim dacht dat hij bij de receptie meteen zijn paspoort had teruggekregen, maar hij heeft die van Guus meegepakt. We spreken om 20.00 uur af om wat te gaan eten. Het hotel beveelt een restaurantje aan en we gaan daar met zijn allen naartoe. Het is buiten en het is er erg druk, maar we vinden nog een plek. Ook hier zijn ze gek op karaoke. Het verschil met Nederland is alleen dat bij ons iedereen denkt te kunnen zingen en dat ook wil laten horen. Hier kunnen de mensen die zich aanmelden ook echt zingen. Het wordt erg gezellig en om 23.30 uur gaan we terug richting hotel. Bijdrage van Astrid Jol.
Schotland 2009: schapen, whisky en doedelzakken (en een klein beetje regen) Tussen al die verre reisverhalen die hier normaal gesproken staan, maakt een reis naar Schotland misschien niet zo heel veel indruk. Kees en Astrid zijn al overal geweest en zie ik nog wel een keer naar de Noordpool vertrekken als ze kans krijgen, en andere klubleden zijn al veel vaker het Kanaal overgestoken. Maar voor mij was het de eerste keer dat ik echt in Groot-Brittannië was (afgezien van een weekendje Londen), en het maakte zoveel indruk dat ik mijn Anglo-Saxische ontmaagding toch even met jullie wil delen. Engeland of Schotland op de motor stond al jaren in de planning, maar “tussen droom en daad staan wetten in de weg, en praktische bezwaren…” zoals Willem Elschot in de 19e eeuw al gedacht (en gedicht) heeft. Het waren vooral die praktische bezwaren. Als zij-instroom-pappie in een bestaand gezin wilde ik nog zo vaak mogelijk met partner en stiefdochter op vakantie, en we hebben in de afgelopen jaren nog een paar hele mooie reizen gemaakt. Met zijn drieën op de motor gaat echter niet, dus het ging vooral per huurauto, trein of vliegtuig. Dan waren mijn vakantiedagen al snel op, zeker als ik ook nog een keer met de motorklub op pad ging. Engeland stond dus een tijdje in de koelkast. Maar dit jaar zouden we dan toch met zijn tweeën op vakantie gaan (kind ging met de verkering en zijn ouders mee), dus mijn wens ging eindelijk in vervulling. Joke was er wel voor te vinden, en we kozen twee weken Schotland als bestemming uit. Ter voorbereiding maar vast zijtassen op de motor gezet, die nu dus officieel het eindstadium van ouwe-lulligheid heeft bereikt (chopper met windscherm en tassen), maar voor de trip was het een uitkomst. Eerst naar IJmuiden gereden en aan boord van de Princess of Norway gegaan. Motor vastgemaakt (wat gehannes met de riemen) en de hut bekeken. Het eten aan boord is duur en vet, maar gelukkig hebben we zelf 6
nog wat boterhammen bij, ondanks de nogal kinderachtige waarschuwing dat meegebracht voedsel in beslag zal worden genomen. Overtocht ging prima, volgende ochtend zijn we in Newcastle. We mogen snel het schip af, en ik ga voor het eerst van mijn leven links rijden. De eerste tien minuten ben ik vrij zenuwachtig, maar al snel heb ik het te pakken en tijdens de rit zal het geen problemen opleveren. Alleen rotondes zijn wat onwennig, en de Britten zijn nogal dol op rotondes. Voor de rest heeft Joke maar een paar keer “LINKS RIJDEN!” in mijn oor hoeven te schreeuwen, als ik bijvoorbeeld wat borden aan het lezen was. Wat wel helpt is dat de Engelsen en vooral Schotten uiterst beleefde en rustige verkeersdeelnemers zijn, en zeer tolerant tegenover toeristische chauffeurs. Bumperkleven als je te langzaam op een landweg rijdt doen ze bijvoorbeeld absoluut niet, ze houden netjes afstand zodat je soms niet eens in de gaten hebt dat ze eigenlijk in willen halen. De eerste bestemming is Glasgow. We hebben een hotel midden in het centrum, waarbij ik me wat zorgen maak over hoe het met de motor moet. Gelukkig blijkt er bij het hotel een gemeentelijke parkeergarage te zijn, en van de beheerder mag ik langs de slagbomen rijden en hem drie nachten binnen neerzetten zonder te betalen. Glasgow is verder een leuke en actieve stad, maar dit stuk gaat vooral over motorrijden, dus we gaan door naar het volgende hoofdstuk. Motorrijden in Schotland doe je natuurlijk in de Highlands. Ons reisbureau (Best of Britain in Delft) had Aviemore aangeraden, in de Speyside onder Inverness. Dat heeft genoeg voorzieningen en ligt vrij centraal. Daar hadden we dus een huisje gehuurd. De route gaat Glasgow uit en meteen het natuurpark rondom Loch Lomond in. We zijn nog geen half uur de stad uit of we zitten al in de prachtige natuur. Het is alleen nog wel wat druk, wat in een bocht een bijna-doodervaring oplevert als iemand aan de andere kant een inschattingsfout maakt bij het inhalen. Ik zie op twee rijstroken tegelijk een auto op me afkomen, en moet wegens het linksrijden even nadenken welke van de twee nu de gevaarlijke is. Door die extra seconde heb ik nog maar één mogelijkheid: ik kan nog net een parkeerplaats aan de linkerkant oprijden als ik een stukje door het gras ga. Dat lukt en het loopt goed af, maar Joke zal in blinde bochten voorlopig nog wat nerveus blijven. Dit is verder de enige vervelende ervaring die we hebben qua verkeersveiligheid. Na een tijdje gaan we de snelweg af om een binnendoorroute te nemen. Schotland heeft maar een paar snelwegen, die ook nog een keer niet erg recht of logisch aangelegd zijn. Tussen twee plaatsen moet je soms vreemde bochten maken of binnendoor gaan. De kleinere weggetjes zijn natuurlijk wel mooier, vooral als ze de kleinste streep op de kaart hebben. Bij Fearnan gaan we van de provinciale weg af en Schotser dan dit kan het niet: glooiende heuvels, bijna geen bomen, eindeloze uitzichten, schapen op de weg, onvergetelijk. Zo’n moment hoop je je leven lang bij je te kunnen houden. Dan komen we aan bij het schattige dorpje Trinafour aan waar we lunchen. Het plaatselijke kasteel staat in de steigers, dus we pakken de snelweg (A9) weer op. Dan komt de onontkoombare waarheid van het wisselvallige Schotse weer aan het licht: de hele dag was het prachtig weer, en toch gaat het regenen. En nog harder regenen. Dan is zo’n Schotse
7
snelweg toch wel lang, en het lijkt niet op te schieten. Rond half vijf arriveren we in Aviemore en we gooien snel onze natte spullen in het huisje. Aviemore is inderdaad goed voorzien (supermarkt op tien minuten lopen), maar wel wat toeristisch naar onze zin. Veel last hebben we daar ook niet van, we zitten op de motor of in ons huisje. We gaan een dagje luieren om uit te rusten van de natte rit, de dag erna gaan we er voor het eerst op uit. Naar het westen, naar de Speyside, de streek met de vele whiskydistilleerderijen. Eerst gaan we Brodie Castle bezoeken, wat eigenlijk meer een landhuis is (de Engelsen en Schotten gebruiken nogal snel de naam “castle”), maar wel erg mooi en met op elke kamer een hulpvaardige gids. Daarna door naar de Ben Romachdistilleerderij, die ik had uitgekozen omdat het een van de kleinste was. Het is niet druk en we krijgen een persoonlijke rondleiding met zijn tweeën. Daarna even proeven (of in mijn geval even ruiken, ik moet immers rijden) en na voorzien te zijn van een goede fles single malt voor thuis rijden we verder. De Speyside is een mooie streek, met heuvels, rivieren, dorpjes etc., een beetje Luxemburg maar dan op wat grotere schaal. De tweede dag willen we wat meer kilometers maken, en we beginnen aan een rondje rond Loch Ness, met eventueel een doorsteek naar de westkust. We vinden via de kaart een dunne wit lijntje wat een weg richting het Loch is, en na een wildrooster overgestoken te zijn rijden we zeker dertig kilometer door een Schotser dan Schots landschap van door alles verlaten kale heuvels, nog mooier dan op de reis naar Aviemore. Afgezien van de schapen is er in de weide uitzichten nergens een teken van leven of bewoning te zien. Dan bereiken we het Loch Ness, waar je aan de zuidkant prachtige uitzichten hebt. Bij het uiteinde van het meer, bij Fort Augustus, moeten we beslissen of we langs het meer teruggaan of doorsteken naar de westkust. Gezien de tijd en het dreigende weer besluiten we om de korte route naar huis te nemen. De tweede Schotse waarheid: op de kaart lijken de afstanden niet groot, maar door de smalle wegen kom je niet ver op een dag. Vanaf ons huisje zijn westelijke eilanden waarschijnlijk wel binnen een dag te bereiken zoals ons plan was, maar dat is dan wel een dag van 8 uur ’s ochtends vertrekken en 7 uur ’s avonds thuiskomen en daar hebben we (mede door het onvoorspelbare weer) niet zo’n zin in. Mijn gedroomde bezoeken aan Glen Coe en de eilanden moeten dus tot een volgende vakantie wachten. Voor vandaag blijken we een wijs besluit genomen te hebben: na een mooie rit langs de (wat meer toeristische) noordoever van Loch Ness begint het bij Inverness weer te stortregenen, zodat we het laatste uur op de motor nat doorbrengen.
8
Het wordt tijd voor een dagje wandelen, en daarvoor is het dichtbijgelegen Loch an Eilein heel geschikt: een leuke trip van zo’n drie uurtjes, en de rest van de dag relaxen. De dag daarna weer op de motor: omdat we naar het westen en noorden eerst een uur langs de intussen overbekende A9 moeten rijden besluiten we opnieuw naar het oosten te gaan, opnieuw de Speyside en Moray in. Het is wat minder extreem qua natuur en wat dichter bevolkt, maar heeft daardoor wel veel meer keus aan weggetjes. We trekken flink door en bereiken later in de dag de oostkust bij het plaatsje Lossiemouth. Van daaraf volgen we de kust en trekken via een grote cirkel terug naar het huisje. Wederom een zeer bevredigende dag. De laatste hele dag die we hebben in Aviemore begint erg grijs. We vertrekken richting het nabijgelegen natuurpark Cairngorn Mountains voor een eerste uitstapje, maar al snel begint het te regenen en het is al snel duidelijk dat dit minstens een paar uur zo zal blijven. Weer terug naar het huisje dan maar, en later op de dag nog een kleine wandeling. De laatste halte is Edinburgh, waar we allebei veel zin in hebben. We hebben tijd genoeg voor een mooie binnendoorroute, en stoppen nog bij het zeer aan te bevelen Blair Castle. In Edinburgh moet de motor vier nachten buiten staan waar ik licht nerveus van ben, maar het gaat goed. Stom toevallig vallen we in een groot festival over de Schotse cultuur (de “Gathering 2009”, een bijeenkomst van alle clans van Schotland), waar ik veel oppik en mijn quotum doedelzakmuziek en paalwerpen meer dan genoeg binnenhaal. We dwalen nog een paar dagen door de stad en onderzoeken allerlei steegjes, straatjes, café’s, restaurantjes en zijn erg te spreken over de stad, zeker nog leuker dan Glasgow. De laatste reisdag leidt van Edinburgh terug naar Newcastle, met nog een binnendoorweg en een stuk kustroute, helaas weer voorzien van een paar regenbuien. In Newcastle kennen we de gang van zaken intussen (en slaan nog wat extra eten en drinken voor op de boot in), na een wat stommelig nachtje zijn we weer thuis. In IJmuiden moet ik warempel wennen aan het rechts rijden. Naar mijn gevoel is dit nog maar een kort verslag en heb ik veel details weggelaten als mensen die we ontmoet hebben, musea die we bezocht hebben, whisky’s die ik gedronken heb, enz. enz. Om het verhaal een beetje compleet te maken wil ik dan nog twee dingen toevoegen: begin niet aan Schots bier, zelfs de “real ales” hebben vergeleken met bijvoorbeeld Belgisch bier nauwelijks smaak. Het enige bier met smaak is Guinness, en zelfs daarvan is het eerste glas vies. Maak liever gebruik van de ruime collectie uitstekende single malts die elk café klaar heeft staan voor omgerekend 2,5 tot 3 euro, een prijs waar je in Nederland bij lange na nog geen hele simpele fabriekswhisky voor krijgt. En ten tweede: van alle volken die ik tijdens mijn reizen heb ontmoet, zijn de Schotten verreweg het aardigst.
Bijdrage van Gerard Jellema.
9
In deze Elektrooievaar een speciale bijdrage van: Belangrijke telefoonnummers:
Roy Scholten Astrid Jol Gerard Jellema
Astrid: Martin: Gerard: Dita: Jan:
030-6991797 071-5223950 06-24439556 06-44164039 06-29100276
E-mail: Postadres:
[email protected] Postbus 816 2501 CV Den Haag
10