“De Demarrage” 2008 - 2011 Uitvoeringsprogramma van het beleidskader “Dordt sport” gemeente Dordrecht
24-06-2008
1
Inhoud Managementsamenvatting
3
Hoofdstuk 1
Inleiding
5
Hoofdstuk 2
Doelen en monitor
7
Hoofdstuk 3
Trends en ontwikkelingen
9
Hoofdstuk 4
Sportieve en gezonde wijken
13
Hoofdstuk 5
Sterke sportverenigingen
19
Hoofdstuk 6
Aantrekkelijke sportaccommodaties
24
Hoofdstuk 7
Ruimte voor talent en topsport
30
Hoofdstuk 8
Aansprekende evenementen
35
Hoofdstuk 9
Financiën
39
Hoofdstuk 10
Participatie en communicatie
40
2
Managementsamenvatting Het uitvoeringsprogramma geeft voor de periode 2008-2011 invulling aan de realisatie van strategische beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in het beleidskader ‘Dordt Sport’. De centrale doelstelling van het sportbeleid is: meer Dordtenaren sporten. Om dit te realiseren worden in het uitvoeringsprogramma programmalijnen uitgezet: • sportieve en gezonde wijken; • sterke sportverenigingen; • aantrekkelijke sportaccommodaties; • ruimte voor talent en topsport; • aansprekende evenementen. Daarnaast is voor het realiseren van het sportbeleid samenwerking met ‘sponsors’ en een innovatieve aanpak nodig. De term sponsor wordt hier gebruikt in de breedste betekenis van het woord. Een sponsor committeert zich aan het sportbeleid door er een concrete bijdrage aan te leveren. De gemeente kan het sportbeleid niet alleen realiseren. Er wordt samenwerking gezocht met sponsors, zoals: scholen, verenigingen, sportbonden, bedrijfsleven, woningbouwcoöperaties, welzijnsorganisaties en andere partners. De gemeente zoekt uitdrukkelijk naar de inbreng van private (‘marktpartijen’) en semi-publieke partijen voor de realisatie en uitvoering van onderdelen voor haar sportbeleid. Het vernieuwde sportbeleid zal gefaseerd worden uitgevoerd. Sportieve en gezonde wijken We willen in Dordrecht sporten en bewegen meer nog dan nu het geval is dicht bij de Dordtenaren organiseren. Het wijkniveau is een belangrijke schaal om vraag en aanbod aan elkaar te verbinden. Onderwijs (SIS scholen) en sportverenigingen zijn daarin primaire partners. Dit betekent ondermeer het volgende: • Er zijn aantrekkelijke en uitdagende sport- en speelplekken in de buiten- en binnenruimte. • School en sportvereniging besteden samen structureel aandacht aan sport en gezondheid: ontwikkeling van de ‘satellietclub’ in de wijk. • Ouders, maar ook wijkpartners als de welzijninstelling, de GGD en de woningbouwcoöperatie worden actief betrokken en nemen verantwoordelijkheid. • De nadruk ligt op jeugd en jongeren. Het sportaanbod is gedifferentieerd en modern (action sport / E-fitzone). • Ouderen en mensen met een beperking krijgen een specifiek programma van gezonde leefstijl en sporten aangeboden. • Voortzetting bestaande projecten in de wijken (o.a. Doe effe gezond , Meedoen allochtone jeugd, Dalm). Sterke sportverenigingen We willen dat de sterke positie van de georganiseerde sport in Dordrecht gehandhaafd blijft en in bepaalde wijken verstevigt. Om dit te bereiken willen we sterke Dordtse sportverenigingen die in staat zijn om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij en behoeften van doelgroepen. We streven naar de volgende soorten sterke verenigingen: • topsportclubs; • sportverenigingen met Satellietclubs in de wijk; • sportverenigingen die (met elkaar) een modern sportaanbod aanbieden ten behoeve van een leven lang sporten (voor verschillende doelgroepen van jeugd tot ouderen); • de traditionele sportvereniging. Verenigingen die de ambitie hebben om één van de eerste drie typen sportverenigingen te zijn, staan voor stevige veranderopgaven. Deze verenigingen willen we extra ondersteunen en begeleiden. De traditionele sportvereniging krijgt een basispakket van vrijwilligersondersteuning aangeboden. Aantrekkelijke sportaccommodaties We willen in Dordrecht een aantrekkelijke, sterke, uitdagende en toegankelijke sportvoorzieningenstructuur. Actueel zijn de gemeentelijke investeringen in de binnensport. Voor de buitensport geldt dat een inhaalslag noodzakelijk is om voor een kwaliteitsverbetering te zorgen. Innovatie is nodig om de sport dichtbij (in de wijk en op de school) letterlijk en figuurlijk
3
een plek te geven in de vrijetijdsbesteding van de Dordtenaren. Het streven naar aantrekkelijke accommodaties moet er toe leiden dat: • sportieve speelplekken jeugd en jongeren binden en boeien op wijkniveau (streetsportzones); • schoolsportaccommodaties voldoen aan de eisen van de tijd en de wensen van de scholier (schoolsportplein); • verenigingshallen en sportparken de centra zijn en blijven voor de georganiseerde sport (o.a. continueren verenigingshallenplan); • de Sportboulevard het hart wordt van de Dordtse topsport (talenten en evenementen); • de openbare ruimte, daar waar mogelijk, een sportief karakter krijgt. Ruimte voor talent en topsport We willen in Dordrecht meer sportieve voorbeelden om trots op te zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamd ontwikkelde sporten die een impuls kunnen gebruiken. Ontwikkelde sporten herbergen verenigingen die aandacht hebben voor talentontwikkeling, (inter-)nationale toppers voortbrengen en wedstrijden of toernooien met (inter-)nationale uitstraling spelen. De impuls ruimte voor talent moet er toe leiden dat: • talenten zich kunnen ontwikkelen in Dordrecht; • een aantal sporten op het hoogste niveau te zien is in Dordrecht; • de stad en regio gaan genieten van sport op niveau. Dordrecht is van oudsher goed in diverse sporten. Onder andere vechtsporten, zwemmen, korfbal, (zaal-)voetbal, atletiek, volleybal, roeien en ijshockey doen of deden mee in de landelijk hoogste competities of brengen internationale talenten voort. Bij ruimte voor talent en topsport horen keuzes. Alleen een selecte groep van verenigingen en sporten gaat deelnemen aan het te ontwikkelen programma voor ruimte voor talent en topsport. De Sportboulevard moet hierbij als ontwikkel- en evenementencentrum een centrale plaats gaan krijgen. Aansprekende evenementen Dordrecht wil zich met sport op een unieke manier profileren. Enerzijds naar de eigen burgers (interne stimulans sportparticipatie) anderzijds vanuit de profilering als stad in de regio. De profilering van Dordrecht moet zich uiten door: wekelijks “Superweekend”, ofwel zichtbaarheid van wedstrijden van topclubs op het hoogste niveau; meerdere keren per jaar evenementen met een sterk stedelijke of regionale uitstraling; periodiek (inter)nationale topevenementen; Financiën De kosten van het uitvoeringsprogramma betreffen investeringen en exploitatiekosten. De dekking van de kosten komt uit de begroting van het sportbedrijf, extra gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. Het tempo en de mate waarin het uitvoeringsprogramma gerealiseerd kan worden is afhankelijk van het binnenhalen van extra gemeentelijk middelen (via de kadernota) en bijdragen van derden. In de collegeconferentie van 26 en 27 mei 2008 is besloten de claims voor de eerste twee jaar (2009 en 2010) te honoreren en daarna de totale uitvoering te bezien. De claims hebben betrekking op combinatiefuncties (11,5fte in 2009 en 2010), 4 kunstgrasvelden en formatieve versterking bij het sportbedrijf ten behoeve van het realiseren van ambities op het vlak van verenigingsondersteuning, sportevenementen en talentontwikkeling en topsport.
4
Hoofdstuk 1
Inleiding
De gemeente Dordrecht beoogt met haar sportbeleid zoveel mogelijk Dordtenaren aan het sporten en bewegen te krijgen. In het beleidskader ‘Dordt Sport’ wordt ingezet op 5 kernambities voor de periode 2007-2011: • vasthouden van hoge sportparticipatie door te investeren in jeugd en jongeren: ‘sporten dicht bij huis op school en in de wijken’; • bevorderen van participatie van ouderen en gehandicapten door sport; • optimaliseren van de kwaliteit van het sporten; • moderniseren van het sportaanbod; • promotie van stad en regio. De gemeente richt zich bij de bevordering van sport en bewegen op alle Dordtse inwoners, maar heeft in het kader van maatschappelijke doelstellingen vanuit haar sociale en welzijnsbeleid specifieke aandacht voor de doelgroepen jeugd en jongeren, ouderen ( 55+) en mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. De Raad heeft het beleidskader ‘Dordt Sport’ 2 oktober 2007 vastgesteld. Zij heeft de volgende aandachtspunten meegegeven voor het uitvoeringsprogramma: • aandacht voor inzet vrijwilligers in ondersteuning sportverenigingen; • betrekken van onderwijs en bedrijfsleven bij ondersteuning sportverenigingen en topsporters; • uitvoeringsprogramma richt zich op alle inwoners van Dordrecht waarbij jeugd, senioren en gehandicapten een specifieke plaats moeten krijgen; • aandacht voor ondersteuning talentontwikkeling, topsport en evenementen; • aandacht voor sport- en spelplekken in de wijk. Het uitvoeringsprogramma geeft voor de periode 2008-2011 invulling aan de realisatie van strategische beleidsdoelstellingen zoals geformuleerd in het beleidskader ‘Dordt Sport’. Als kapstok voor het uitvoeringsprogramma wordt metaforisch een wiel gehanteerd, het Dordt Sportwiel. De as van het wiel wordt gevormd door de centrale doelstelling van het sportbeleid: meer Dordtenaren sporten. Om dit te realiseren worden 5 programmalijnen uitgezet die de spaken van het wiel vormen: • sportieve en gezonde wijken; • sterke sportverenigingen; • aantrekkelijke sportaccommodaties; • ruimte voor talent en topsport; • aansprekende evenementen. De programmalijnen/ spaken hangen nauw met elkaar samen. Indien één van de spaken ontbreekt of niet net zo sterk is, is het wiel uit balans. Om bijvoorbeeld de programmalijn ruimte voor talent en topsport goed op de kaart te zetten, moet de breedtesport goed georganiseerd zijn. Om de breedtesport goed te organiseren zijn sterke sportverenigingen nodig waar voldoende draagvlak en capaciteit is voor bijvoorbeeld talentherkenning en –ontwikkeling. De inhoudelijke topsportambities en –keuzes moeten in verhouding staan met de (toekomstige) sportaccommodaties. Daarnaast is voor het realiseren van een goed draaiend sportwiel samenwerking met ‘sponsors’ en een innovatieve aanpak nodig. De term sponsor wordt hier gebruikt in de breedste betekenis van het woord. Een sponsor hoeft niet direct geld mee te brengen, maar committeert zich wel aan het sportbeleid door er een concrete bijdrage aan te leveren. Dat kan bijvoorbeeld menskracht zijn of door activiteiten met elkaar te organiseren. De gemeente kan het sportbeleid niet alleen realiseren. Er wordt samenwerking gezocht met sponsors, zoals: scholen, verenigingen, sportbonden, bedrijfsleven, woningbouwcoöperaties, welzijnsorganisaties en andere partners. De gemeente zoekt uitdrukkelijk naar inbreng van private (‘marktpartijen’) en semi-publieke partijen voor de realisatie en uitvoering van onderdelen van haar sportbeleid.
5
In het uitvoeringsprogramma worden per programmalijn vernieuwingen en innovaties in de sport nagestreefd. Zo willen we sportverenigingen fundamenteler en structureel in de wijken positioneren; de verenigingsondersteuning meer gericht inzetten door het soort ondersteuning te verbinden aan verschillende typen van verenigingen; de sportaccommodaties meer aan laten sluiten op de vraag van de bevolking (kwaliteit van accommodaties); topsport en talenten meer faciliteren en de inzet hiervan (als rolemodels) in de wijken en de breedtesport; en het ontwikkelen van een sportevenementenkalender waarin Dordtse sportevenementen staan opgenomen. In het uitvoeringsprogramma gaan we per programmalijn in op de samenwerking met sponsors en de wijze waarop innovatie wordt ingevuld. Figuur 1: “Het Dordt sportwiel”
Het vernieuwde sportbeleid zal gefaseerd worden uitgevoerd. Niet alle ambities worden in één keer gerealiseerd en niet alle 'sponsoren' (in de vorm van partners en locaties) zijn van meet af aan betrokken. Dit betekent dat er keuzes worden gemaakt, vooral om te bepalen waar gestart wordt. Cruciaal daarbij is de vraag: waar is al energie aanwezig? Waar kan op korte termijn gestart worden zodat er 'best practices' en 'quick wins' ontstaan voor het vervolg. De metafoor met de wielersport gaat op door de 'sponsoren' van het eerste uur te betitelen als 'koplopers'. Andere partijen worden niet 'uit de koers genomen', maar proberen vanuit de groep met 'achtervolgers' de aansluiting met de kopgroep te bewerkstelligen. Met andere woorden; deze groep krijgt in een later stadium eveneens de kans om een rol te spelen in het Dordtse sportbeleid.
6
Hoofdstuk 2
Doelen
Met het uitvoeringsprogramma wordt een bijdrage geleverd aan het bereiken van de doelstellingen uit het Meerjarenbeleidsprogramma (MJP), de programmabegroting van de gemeente, het Grotestedenbeleid (GSB) en het beleidskader ‘Dordt sport’. 2.1 Het MJP en (meerjaren)programmabegroting In het Meerjarenbeleidsprogramma (MJP) van de gemeente is opgenomen dat sport en beweging niet alleen belangrijk zijn voor fitheid en gezondheid, maar ook voor integratie en gedragsontwikkeling. Ingezet wordt op het vasthouden van jeugd bij sportverenigingen door modernisering van het sportaanbod en het actief betrekken van ouders van deze jeugd bij vrijwilligerstaken. Een speerpunt is ook om de samenwerking tussen onderwijs en sportinstellingen te versterken gericht op het activeren van jeugd. De samenwerking tussen Buurt, Onderwijs en Sport dient in de wijken Wielwijk, Krispijn, Noordflank en Staart geïntensiveerd te worden ten behoeve van kinderen van 4 tot 12 jaar; het streven daarbij is dat 60% van de kinderen uit deze wijken actief participeert aan sportactiviteiten. In de programmabegroting staan ook doelen gerelateerd aan de sport opgenomen waaraan het uitvoeringsprogramma bijdraagt. Met name de doelen ‘verbeteren van de voorzieningenstructuur’ en ‘meer Dordtenaren doen mee aan de samenleving’. 2.2 GSB In het GSB zijn doelen opgenomen over de sportparticipatie van allochtone jeugd. De doelstelling in het GSB is om de sportdeelname onder de allochtone jeugd in Dordrecht in het algemeen en de sportbeoefening in georganiseerd verband in het bijzonder te verhogen, met daarbij bijzondere aandacht voor de achterstandspositie van meisjes. Op 31 december 2009 moet: • het percentage allochtone kinderen uit groep 7 dat buiten schoolverband aan sport doet op 64,8% liggen (was 54,8% in 2006); • het percentage allochtone jongeren (12-22 jaar) dat nauwelijks aan sport doet op 28% liggen (was 38% in 2006); • het percentage allochtone jongeren (12-22 jaar) dat lid is van een sportvereniging op 37% liggen (was 32% in 2006). 2.3 Doelen beleidskader ‘Dordt sport’ In aansluiting op het MJP is de centrale doelstelling van het sportbeleid is: meer Dordtenaren sporten. Tevens wordt in het sportbeleid specifieke aandacht gelegd bij een aantal doelgroepen: jeugd, jongeren, ouderen en gehandicapten. 2.4 Doelen uitvoeringsprogramma Met het uitvoeringsprogramma wordt een substantiële bijdrage geleverd in het bereiken van de doelstellingen zoals geformuleerd in het MJP, meerjarenbegroting, het GSB en het beleidskader Dordt Sport. Per programmalijn zijn doelen geformuleerd; hieronder treft u deze in gecomprimeerde vorm. In de betreffende hoofdstukken in het uitvoeringsprogramma is dit nader uitgewerkt. Sportieve en gezonde wijken • continuering bestaande projecten zoals o.a. de kennismakingsclinics, schoolsporttoernooien , ‘Doe ff gezond’, Meedoen allochtone jeugd door sport en en action sport; • 4 satellietclubs opzetten en uitbreiden naar 8 of 12 in respectievelijk 2 of 3 wijken; • programmeringsbureau sport, cultuur en evenementen op het Leerpark voor jongeren; • realiseren van een E-fitzone; • intensivering Action sport voor jongeren.
7
Sterke sportverenigingen • uitbreiden van het basispakket verenigingondersteuning; • ontwikkelen en implementeren specifieke verenigingsondersteuning d.m.v. “clubkoerstrajecten” door inzet combinatiefuncties voor: o topsportclubs; o satellietclubs; o moderne sportvereniging. • uitvoeren impulsregeling innovatief sportaanbod. Aantrekkelijke sportaccommodaties • introductie 4 openbare streetsportzones; • onderzoek naar modernisering schoolsportaccommodaties; • continuering verenigingshallenplan; • modernisering sportparken en in sportaccommodaties (o.a. kunstgras); Ruimte • • •
voor talent en topsport ontwikkelen topclubs door inzet van combinatiefunctionaris; ontwikkeling Olympisch steunpunt; inzet van rolmodels (talenten/topsporters) in de breedtesport en wijk.
Aansprekende evenementen • ontwikkeling Dordtse sportevenementenkalender; • onderzoek particulier initiatief • ontwikkeling nieuwe sportevenementen waaronder programmering sportboulevard en Dordtse Sportevents. 2.5 Monitoring en evaluatie In samenspraak met het OCD (Onderzoekscentrum Drechtsteden) wordt een sportmonitor ontwikkeld. In de monitor wordt de sportparticipatie onder de algemene bevolking en onder specifieke groepen gevolgd. Tevens kan met de monitor per wijk en op leeftijdscategorieën de sportparticipatie worden gevolgd. De monitor start in 2008 en wordt daarna een keer in de twee jaar afgenomen. De ambities en de doelstellingen van het uitvoeringsprogramma zijn vooralsnog inhoudelijk van aard met een beperkte kwantificering. De monitor biedt mogelijkheden om de inhoudelijke doelstellingen meer te kwantificeren en effecten (en effectiviteit) te volgen. In 2010 en 2012 zal het uitvoeringsprogramma worden geëvalueerd. De evaluatie richt zich op de operationele en strategische doelstellingen van het sportbeleid, waarbij de eerste betrekkingen hebben op de voorgenomen activiteiten in het uitvoeringsprogramma (zie 2.4) en de tweede betrekking hebben op de ontwikkeling in de sportparticipatie van de algemene bevolking en specifieke groepen in het bijzonder (sportmonitor).
8
Hoofdstuk 3
Trends en ontwikkelingen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op landelijke ontwikkelingen en cijfers. Daarnaast wordt ook naar ontwikkelingen in andere steden gekeken. Dit wordt gerelateerd aan de spaken van het Dordt Sportwiel 3.1 Landelijk beleid In de nota ‘Tijd voor sport’ en het uitvoeringsprogramma ‘Samen voor sport’ heeft het kabinet haar beleid neergelegd en vertaalt in maatregelen. Het kabinet wil, net als de gemeente Dordrecht, mensen meer aan het sporten hebben. Niet alleen omdat sport leuk is, maar ook omdat sport een bijdrage levert aan maatschappelijke functies: integratie, ontmoeting, gezondheid, bijbrengen normen en waarden, tegengaan van schooluitval, enzovoorts. Het sportbeleid richt zich dus vooral op het benutten van sport voor maatschappelijke doelen. ‘Meedoen’, ‘bewegen’ en ‘presteren’ zijn de pijlers waarlangs het kabinet haar beleid invulling geeft. Kort samengevat streeft het kabinet naar het volgende: “Een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten”. Concreet zijn de kabinetsdoelen als volgt: • mensen gaan meer sporten en bewegen voor hun gezondheid; • via de sport ontmoeten meer mensen elkaar en doen mee aan maatschappelijke activiteiten; • mensen gedragen zich sportief en respecteren (spel)regels; • de topsport in Nederland wordt bevorderd als symbool voor ambitie, als bron van ontspanning en voor het nationale imago in binnen- en buitenland. De sportsector vervult hierin een belangrijke rol. Voor veel van deze doelen zijn immers een kwalitatief verantwoorde sportbeoefening en een goede sportinfrastructuur noodzakelijk. In het sportbeleid zijn dit de randvoorwaarden om de genoemde doelstellingen te realiseren. 3.2 Landelijke cijfers Bijna 60% van de Nederlanders gaat tenminste 12 keer per jaar sporten. Ons land kent ruim 28.000 sportverenigingen met gezamenlijk 4,9 miljoen leden. Bij die verenigingen zijn in totaal 1,2 miljoen vrijwilligers actief. De achterstand van vrouwen bij het sporten is de laatste decennia in een hoog tempo ingelopen. Dat geldt in mindere mate voor ouderen. De sportdeelname van allochtonen loopt zo’n 10% achter bij de autochtone bevolking. Slechts een fractie van mensen met een beperking komt aan (aangepast) sporten toe. De sportdeelname is de laatste jaren aan het veranderen. Nederlanders sporten in toenemende mate ongeorganiseerd. Er komen nieuwe sporten die zich vooral lenen voor beoefening in ongeorganiseerd verband. Het zijn sporten die gedaan kunnen worden op een moment dat het uitkomt. 3.3 Sportieve en gezonde wijken en sterke sportverenigingen In de sportieve samenleving zoals het kabinet die nastreeft, doen meer mensen dan nu regelmatig aan sport. Het kabinet signaleert dat de sportparticipatie onder bepaalde groepen achterblijft: allochtonen, mensen in achterstandwijken, gehandicapten en ouderen. De jeugd vormt een specifieke doelgroep van beleid. Sport spreekt jongeren aan. De sportparticipatie onder jongeren is hoog (80%). Stimuleren van sport onder jongeren is belangrijk. Door de hoge participatiegraad en de (potentiële) leeromgeving is sport één van de plekken waar kinderen opgroeien, opgevoed worden en hun talenten kunnen ontwikkelen. Voldoende sport en beweging in het onderwijs zorgen voor betere schoolprestaties en minder schooluitval. Sport stimuleert tot een actieve en gezonde leefstijl. In de sportvereniging kunnen jongeren al vroeg kennis maken met actieve participatie en vrijwilligerswerk. Alle reden voor het kabinet om te stimuleren dat al op jonge leeftijd de basis wordt gelegd voor een leven lang sporten en bewegen.
9
Sportverenigingen en scholen zijn belangrijke spelers. Zij zijn zowel aanbieder van sport en beweging als ook een vindplaats (met name van jongeren). Het rijk signaleert tegelijkertijd knelpunten. Veel verenigingen hebben alle energie nodig om het reguliere sportaanbod te verzorgen; voor meer (maatschappelijke) taken lijkt geen plaats. Terecht geeft het kabinet aan dat de sportsector voor deze taken wel voldoende moet zijn toegerust. Het rijk wil de komende jaren investeren in de versterking en in zekere mate ook professionalisering van sportverenigingen. Enerzijds om het reguliere sportaanbod en de vereniging ‘an sich’ te verstevigen en anderzijds om verenigingen in staat te stellen maatschappelijke taken uit te voeren. Om verenigingen levensvatbaar te houden, gezien de opkomst van het ongeorganiseerd sporten, is modernisering onontbeerlijk. Een moderne sportvereniging zoekt partners op in de maatschappij, zoals scholen en bedrijven en weet via vernieuwend (gedifferentieerd) aanbod mensen aan zich te binden. Uit het rapport van de Tijdelijke Commissie Brede Analyse naar de stand van zaken rond school en sport blijkt dat er gemiddeld twee dagen per week bewegingsonderwijs wordt gegeven: in totaal 1,5 uur per week in het primair onderwijs en 2 uur per week in het voortgezet onderwijs. Slechts 1 op de 10 scholen acht zich in staat tot het realiseren van een vijfdaags (binnenschools en naschools) sport- en beweegaanbod. In het basisonderwijs kiest een minderheid van de scholen ervoor om een vakleerkracht in te zetten voor de lessen bewegingsonderwijs. Het rijk vraagt de gemeenten aandacht te besteden aan wijken en buurten waar de sportvoorzieningen ondermaats zijn, en soms zelfs in het geheel geen sportverenigingen meer aanwezig zijn. Het rijk wil dat de gemeenten bezien hoe de sportvereniging weer actief kan worden voor en het liefst ook in de wijk; bijvoorbeeld met het oprichten van satelliet-, buurt- en schoolsportverenigingen. Om gemeenten, onderwijs en sportverenigingen in staat te stellen hun rol in de wijk vorm te geven heeft het rijk eind 2007 de Impuls Brede scholen, Sport en Cultuur in het leven geroepen. Met de impuls wil het rijk 2500 combinatiefuncties realiseren. Een combinatiefunctie is een functie waarbij 1 persoon 1 werkgever heeft, maar werkzaam is binnen meerdere sectoren; deze personen zijn bijvoorbeeld een deel van de tijd werkzaam als trainer bij een sportvereniging en een deel van de werkzaamheden bij een school. Met de impuls beoogt het rijk de sportverenigingen te versterken, de brede scholen uit te breiden of te versterken en het aanbod aan sport en bewegen op en rond scholen te vergroten. Voor Dordrecht gaat het om 9 fte in 2008 met een doorgroei naar 19fte in 2012. In de tussenliggende jaren gaat het om 11,5fte. Landelijk blijken er verschillende soorten sportverenigingen te ontstaan. In steden als Utrecht en Rotterdam worden succesvolle pogingen gedaan om de sportverenigingen in de wijken actief te krijgen. Andere bekende voorbeelden van nieuw soort sportverenigingen zijn omniverenigingen met een compleet aanbod van sporten voor verschillende doelgroepen met daaraan gekoppeld diverse aanvullende producten zoals kinderopvang en huiswerkbegeleiding. Niet te vergeten zijn ook de “traditionele sportverenigingen” in een nieuw jasje. Met name in het voetbal zijn diverse voorbeelden zichtbaar van in verval geraakte clubs welke aan een nieuw leven zijn begonnen. Door o.a. het aanhalen van het vrijwilligersbeleid, investeren in de kwaliteit van het eigen “product” (professionaliseren van de wijze waarop voetbal aangeboden wordt) en duidelijk beleid te voeren op de rol van ouders ontstaan weer frisse sportbolwerken. 3.4 Aantrekkelijke accommodaties Accommodaties en ruimte zijn belangrijke randvoorwaarden voor de sportbeoefening. Het rijk signaleert voldoende accommodaties, maar uit haar zorg over de bereikbaarheid en de aansluiting bij de kwaliteitseisen van de hedendaagse gebruiker. In probleemwijken staan de sportvoorzieningen onder druk. Accommodaties verdwijnen of worden naar de rand van de stad verplaatst. Accommodaties vormen geen apart speerpunt in het landelijk beleid en worden hoofdzakelijk over gelaten aan de lokale overheid. Veel gemeenten streven naar kwaliteitsverbetering en meervoudig
10
gebruik van de (traditionele) binnen- en buitensportaccommodaties. De opkomst van nieuwe sportvormen (zoals “urban- en beachsporten”) en materialen (zoals kunstgras) werken dit streven in de hand. Vooral de opkomst van kunstgras, alleen dit jaar al worden er 200 kunstgrasvoetbalvelden aangelegd, betekent dat er veel verandert op de sportparken. Het ruimtebeslag neemt af, terwijl de bespelingsmogelijkheden toenemen. Dit maakt de sportparken interessant voor nieuwe en meer doelgroepen. De binnen- en buitensportsportaccommodaties in de grotere gemeenten zijn steeds vaker geschikt voor de beoefening van de diverse sporten op topniveau. In het land ‘versporten’ veel speelplekken in de openbare ruimte. Diverse instanties, vaak gelieerd aan voormalige topsporters (Cruyff, Krajicek), ontwikkelen concepten voor sportieve speelplekken in de wijk geschikt voor het gebruik door de buurt, het onderwijs en de sport. Vaak is daarbij ook cofinanciering mogelijk. 3.5 Ruimte voor talent en topsport Het kabinet zet de komende jaren onder andere in op topsport. Talentherkenning en talentbegeleiding zijn essentieel voor de groei en bloei van topsport. De Nederlandse sportsector zet zich in voor een top-tien notering van de beste sportlanden ter wereld. Het kabinet ondersteunt deze ambitie en maakt zich sterk voor een goed klimaat voor topsporters in Nederland. Ingezet wordt onder andere op doorlopende leerlijnen voor talenten in het onderwijs en Olympische netwerkprogramma’s. Voorzieningen worden door de Olympische Netwerken geleverd en deels gefinancierd door VWS. Het minimumpakket bestaat uit: • informatievoorziening over relevante onderwerpen; • aanbod van themabijeenkomsten, clinics en workshops; • doorverwijzing ten behoeve van een topsportmedische keuring, sportarts, sportfysiotherapie, sportdiëtist, studiebegeleiding, loopbaanbegeleiding, financiële, fiscale en juridische adviezen, studiefaciliteiten, extra trainingsruimte, huisvesting. NOC*NSF en de sportbonden werken aan een vierjaren talentontwikkelingsprogramma. De infrastructuur hiervoor uit zich via Nationale Trainingscentra (NTC) en Regionale Talentontwikkelingscentra. Het lokale beleid van verschillende grote steden is erg divers. Een belangrijk onderdeel van het topsportbeleid betreft vaak het ter beschikking stellen van ruimte voor talenttrainingen en het investeren in topsport –en evenementenaccommodaties. De 4 grote steden, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam investeren in topsport door te investeren in diverse topsportaccommodaties en topevenementen. Middelgrote steden zoals Scheveningen (beachvolleybal), Zoetermeer (watersporten), Eindhoven (zwemmen) en Apeldoorn (indooratletiek) ‘specialiseren’ zich in een tak van sport waarvoor dan ook een accommodatie wordt gerealiseerd. Vaak blijken lokale initiatieven en historisch gegroeide sporten en evenementen de meeste aandacht te krijgen vanuit de lokale overheid. In Rotterdam wordt bewust geïnvesteerd in topsportverenigingen. Afhankelijk van onder andere de potentie om de Nederlandse top te halen, wordt een bijdrage geleverd vanuit de gemeente variërend van € 10.000 tot circa € 40.000 per club. Hier staan diverse voorwaarden tegenover en ook tegenprestaties naar de breedte- en wijksport. Een evaluatie van het Rotterdamse beleid laat onder andere zien dat er een sterke behoefte is aan begeleiding van de topsportclubs bij het vormen van het technisch en sponsorbeleid. 3.6 Aansprekende evenementen Tussen de jaren 2006-2010 heeft het kabinet jaarlijks € 4,7 miljoen beloofd vrij te maken voor de organisatie van topsportevenementen. Vanaf 2007 verleent de rijksoverheid alleen financiële steun aan evenementen voor geselecteerde topsportonderdelen en die tevens deel uitmaken van de evenementenkalender van de NOC*NSF. Het betreft hier echter doorgaans evenementen van Olympisch internationaal niveau.
11
Grote steden als Rotterdam, Utrecht, Amsterdam, Eindhoven huisvesten sportevenementen die bij uitstek in het kader van citymarketing interessant zijn. De start van de Tour de France, Daviscupfinales, Championsleague duels, EK’s voetbal zijn voorbeelden van evenementen die in deze steden georganiseerd worden. De middelgrote steden (ca. 100.000 tot 150.000 inwoners) hebben een heel gedifferentieerde sportevenementenkalender. Overwegend zijn grote internationale evenementen niet voorbehouden aan deze steden, enkele uitzonderingen daar gelaten. Befaamd is natuurlijk de Nijmeegse vierdaagse. Een evenement met een enorme uitstraling dat niet “binnengehaald” hoeft te worden, maar zelf wordt georganiseerd. In veel gevallen is er sprake van een historische gegroeide evenementenkalender. Ook blijkt dat diverse topclubs in steden een bepaalde emotie teweeg brengen waardoor een uitzonderlijke toeloop van toeschouwers is. Een voorbeeld hiervan is Groningen met de basketbalplayoffs. Een stad als Alkmaar kiest nadrukkelijk voor profilering met breedtesportevenementen. Interessant is dat steeds meer steden grote evenementen koppelen aan breedtesportevenementen waardoor de spinoff voor de stad een extra dimensie krijgt. Zo organiseerde Utrecht rond het jeugd EK voetbal diverse clinics in de stad waardoor de “voetbalbeleving” onder jeugd enorm toenam. Tot slot bestaan in verschillende steden samenwerkingverbanden rond topsport en evenementen. In steden als ’s-Hertogenbosch, Rotterdam, Amsterdam zijn in de loop der jaren samenwerkingsverbanden en stichtingen ontstaan, bestaand uit topclubs, organisatoren, exploitanten en bedrijfsleven. Deze samenwerkingsverbanden richten zich op een gezamenlijke lobby naar politiek, sponsors en sportbonden. Ook gezamenlijke marketing van de topsport behoort bij de taken van deze verbanden.
12
Hoofdstuk 4
4.1
Sportieve en gezonde wijken
Wat willen we bereiken?
Sportieve en gezonde wijken bieden een aantrekkelijk, gedifferentieerd maar ook toegankelijk aanbod van sport. In een sportieve en gezonde wijk is sporten en gezond leven onderdeel van het leefpatroon van bewoners en instellingen. We willen in Dordrecht sporten en bewegen meer nog dan nu het geval is dicht bij de Dordtenaren organiseren. Een substantieel deel van de vrije tijd brengen mensen door in de eigen woonomgeving. Dit geldt vooral voor de jeugd. De jeugd is één van de specifieke doelgroepen van het sportbeleid. Voor deze groep geldt tevens dat zij een groot deel van hun tijd naar school gaan. Het wijkniveau is een belangrijke schaal om vraag en aanbod aan elkaar te verbinden. Hier bevinden zich de doelgroepen en kunnen allianties worden aangegaan met sportaanbieders en andere partners om Dordtenaren te stimuleren om meer en structureel te sporten en de doorstroom naar sportverenigingen te bevorderen. Onderwijs en sportverenigingen zijn daarin primaire partners. Dit betekent ondermeer het volgende: • Er zijn aantrekkelijke en uitdagende sport- en speelplekken in de buiten- en binnenruimte. • School en vereniging besteden samen structureel aandacht aan sport en gezondheid. • Ouders, maar ook wijkpartners als de welzijninstelling, de GGD en de woningbouwcoöperatie worden actief betrokken en nemen verantwoordelijkheid. • Het sportaanbod is gedifferentieerd en modern. De nadruk ligt op jeugd. • Ouderen en mensen met een beperking krijgen een specifiek programma van gezonde leefstijl en sporten aangeboden. Ten aanzien van de inzet van sport –en gezondheid in wijken worden keuzes gemaakt. Voorop staat dat de inzet is gericht op het verhogen van de sportparticipatie. Inzet van sport met andere doeleinden komt niet voort uit het uitvoeringsprogramma sport en zal een plaats moeten krijgen in sociale programma’s van wijken en andere beleidskaders. Samenwerkingsprojecten met onderwijs en verenigingen worden primair ingezet bij SIS-scholen in die wijken waar de sportparticipatiegraad achter blijft. Het betreft hier de wijken Staart, Noordflank, Wielwijk, Crabbehof en Krispijn. 4.2
Lokale situatie
Jeugd 4-12 jaar Er gebeurt al veel in de wijken voor verschillende doelgroepen. Voor de jeugd (4-12jaar) worden onder de noemer schoolsport sporttoernooien en clinics georganiseerd. Er worden jaarlijks circa 10 toernooien en 12 clinics georganiseerd. Schoolsport is een stedelijk project voor alle basisschoolleerlingen. De schoolsporttoernooien worden georganiseerd door de verenigingen. Sportstimulering zorgt voor de coördinatie. Zo’n 4600 kinderen deden in 2007 mee aan de toernooien. In samenwerking met sportverenigingen en commerciële sportaanbieders organiseert Sportbedrijf Dordrecht kennismakingsclinics van zowel traditionele sporten als judo, karate en wielrennen als de meer commerciële sporten als paardensport, skiën, streetdance, golf en sportklimmen' In een aantal wijken blijft de sportparticipatie ten opzichte van andere wijken achter. Dit betreft de wijken Staart, Noordflank, Wielwijk, Crabbehof en Krispijn. In deze wijken hebben de zogenaamde BOS (Buurt, Onderwijs, Sport) projecten1 tot en met 2010 een centrale rol. Vanaf 2007 worden deze projecten onder de noemer “Doe ff gezond” door de gemeente samen met de DWO en de GGD uitgevoerd. De projecten zijn gericht op 20 basisscholen en circa 5.000 kinderen. De algemene doelstelling van de projecten is: het stimuleren van een gezonde leefstijl (bewegen en gezonde voeding) onder de basisschoolleerlingen in de betreffende wijken.
1
Co-financiering vanuit ministerie van VWS
13
Jongeren 12-18 jaar De sportparticipatie onder jongeren is in verhouding tot de jeugd lager. 68% van de Dordtse jongeren sport 1 keer of vaker per maand2. Het sportaanbod voor de oudere jeugd in de wijken is momenteel nog zeer beperkt. Onder de noemer ‘Action Sport’ worden sportactiviteiten aangeboden in de wijken Dubbeldam, Stadspolders en Sterrenburg. Op vaste dagen worden sportactiviteiten aangeboden (5 dagen per week) en er wordt een aantal evenementen in de zomervakantie georganiseerd. De deelname aan de vaste activiteiten is wisselend. Op de evenementen komen circa 100-200 jongeren af. Er wordt geëxperimenteerd met nieuwe communicatievormen. Via de SMS kunnen jongeren zich aanmelden en informatie ontvangen over activiteiten. Circa 500 jongeren hebben hun mobiele nummer doorgegeven. Allochtone jeugd Voor de allochtone jeugd doet de gemeente in de periode 2007 tot en met 2010 mee in het project “Meedoen Allochtone Jeugd door Sport”. Het project richt zich op allochtone kinderen uit groep 7 en allochtone jongeren van 12 tot 22 jaar. De belangrijkste verantwoordelijkheid voor dit project ligt bij de sportverenigingen en sportbonden. De volgende takken van sport / bonden zijn betrokken: judo (JBN), atletiek (KNAU), honk- & softbal (KNBSB), gymnastiek (KNGU), krachtsport (KNKF), korfbal (KNKV), voetbal (KNVB), zwemsport (KNZB) en basketbal (NBB). In totaal 24 Dordtse verenigingen krijgen via het rijk een bijdrage om allochtone jeugd naar de sportverenigingen te krijgen. Doelstelling is om de sportparticipatie onder allochtone jeugd met 10% te laten toenemen. Ouderen Steeds meer verenigingen vinden de weg naar de doelgroep ouderen. Ongeveer 25 Dordtse sportverenigingen hebben de laatste jaren een structureel sportaanbod voor 50-plussers ontwikkeld. Het betreft een grote diversiteit aan sporten, zoals gymnastiek, meer bewegen voor ouderen, tennis, bowls, badminton, atletiek, tafeltennis, kanoën en volleybal. Via de bestaande DALM-projecten (Dordts Actief Leven Model) worden elk jaar in één bepaalde wijk circa 5.000 ouderen benaderd. Hiervan meldt ongeveer 10% zich aan voor het ondergaan van een fittest en neemt uiteindelijk 8% deel aan de kennismakingslessen. Daarnaast worden jaarlijks in samenwerking met sportverenigingen en andere sportaanbieders, twee kennismakingsmaanden voor 50-plussers georganiseerd. Dordtenaren van boven de 50 jaar worden tijdens deze maanden in de gelegenheid gesteld om tegen een zeer lage bijdrage en zonder verplichting aan diverse sportactiviteiten deel te nemen. Behoud en uitbreiding van het “ouderensportnetwerk” is onderdeel van de aanpak die moet leiden tot sportieve en gezonde wijken. Mensen met een beperking De organisatie van activiteiten voor mensen met een beperking komt via het Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden (SAD) tot stand. In het SAD hebben de volgende gemeenten de handen ineen geslagen: Alblasserdam, Dordrecht, Graafstroom, HendrikIdo-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het SAD hanteert twee instrumenten waarmee het aangepast sporten in de regio gestimuleerd en ondersteund wordt: • een regionale subsidieregeling aangepast sporten; • een consulent aangepast sporten. Via de subsidieregeling worden sportverenigingen financieel ondersteund in de extra kosten die zij moeten maken om aangepaste sportactiviteiten te kunnen aanbieden. Doel hiervan is om sportbeoefening voor mensen met een beperking betaalbaar te houden. De consulent adviseert en stimuleert sportverenigingen bij het ontwikkelen en aanbieden van aangepaste sportactiviteiten en organiseert daarnaast in samenwerking met de sportverenigingen aangepast sportevenementen. In 2008 wordt in Dordrecht de Jeugdolympiade voor inwoners met een beperking uit de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant georganiseerd.
2
Jongerenmonitor 2003
14
4.3
Afwegingen en keuzes onderliggend aan wat we gaan doen
Keuze 1: extra inzetten op jeugd en jongeren De gemeente legt de komende jaren prioriteit bij de jeugd en jongeren. De gemeente wil de sportparticipatie onder deze groepen verder vergroten. Het spreekwoordelijke ‘jong geleerd is oud gedaan’ geldt ook voor sportbeoefening. We verwachten dat het investeren in de jeugd op de langere termijn zal leiden tot een structureel hogere sportparticipatie onder de algemene bevolking. Keuze 2: inzet op jeugd in wijken met een lage sportparticipatie De extra inzet voor jeugd gaan we richten op de wijken waar de sportparticipatie laag is. Juist in deze wijken moet het sporten en bewegen gestimuleerd worden. Het betreft de wijken Staart, Noordflank, Krispijn, Wielwijk en Crabbehof. Keuze 3: het Leerpark zien we als belangrijk punt voor sportactiviteiten voor jongeren Voor de jongeren leggen we de focus op het Leerpark. Op het Leerpark komt een grote concentratie van jongeren. Dit biedt vanuit het perspectief van het verhogen van de sportparticipatie onder de oudere jeugd natuurlijk een grote kans en door de concentratie de meeste kans op rendement. Keuze 4: verenigingen structureel in de wijk De extra inzet op jeugd in de wijken wil de gemeente richten op het organiseren van meer menskracht. De gemeente wil dit echter zodanig organiseren dat de kans op structureel sporten en bewegen wordt vergroot. In de huidige projecten voor de jeugd zien we dat veel aandacht wordt besteed aan kennismaking en bewustwording. We willen de extra inzet zodanig organiseren dat hierdoor het rendement, in termen van structureel sporten en doorstroming naar sportverenigingen, wordt verhoogd. We willen bereiken dat jongeren niet alleen meedoen aan de activiteiten die nu al door het sportbedrijf en verenigingen in de wijken, op en buiten de scholen, worden aangeboden, maar dat zij ook doorstromen naar een lidmaatschap van deze verenigingen. Daarvoor moeten verenigingen meer dan nu het geval is een fundamenteel onderdeel zijn van de wijk. Verenigingen willen we hiertoe faciliteren. We willen hen in staat stellen in de wijk de brug te organiseren en te zijn tussen enerzijds de kennismaking met een sport en anderzijds het lidmaatschap van de vereniging. Keuze 5: SIS-scholen zijn primaire samenwerkingspartner voor activiteiten voor de jeugd In eerste instantie richten we ons op de SIS-scholen. Deze scholen staan in wijken waar de sportparticipatie laag is. Tevens heeft een SIS-school ervaring met buitenschoolse activiteiten en biedt in die zin een vruchtbare bodem voor de opzet van nieuwe activiteiten ten aanzien van sport en bewegen voor jeugd. Keuze 6: sportverenigingen die willen en kunnen Een vereniging hoeft niet per se al in een van de genoemde wijken (incl. het leerpark) fysiek aanwezig te zijn. Belangrijker is dat een club de energie heeft en het vermogen om te participeren in de wijk en nieuwe instroom op te vangen. Een vereniging moet echt willen (is bijvoorbeeld al actief in een wijk) en bereid zijn om naar de scholen en wijken te gaan en vice versa jongeren op het eigen sportcomplex te ontvangen en te laten instromen. De vereniging moet ook de capaciteit hebben om extra instroom op te kunnen vangen. 4.4
Waar zetten we op in?
Voortzetting bestaande projecten Het huidige aanbod wordt gecontinueerd. Dit betreft o.a. de kennismakingsclinics en schoolsporttoernooien voor alle basisscholen en de ‘Doe ff gezond’-projecten in de 5 wijken. Ook het project Meedoen allochtone jeugd door sport en het sportaanbod voor ouderen en aangepast sporten wordt gecontinueerd. Action sport wordt geïntensiveerd door inzet in meerdere wijken. Deze projecten bedienen diverse groepen in de wijken en voorzien duidelijk in een behoefte.
15
Verbeteren aansluiting wijk, onderwijs en sportvereniging: De Satellietclub De “Doe ff gezond”-projecten hebben geresulteerd in bewustwording, maar ook in intensievere samenwerking tussen scholen, GGD, DWO en de gemeente. Sport- en gezondheid onderdeel maken van het vaste leefpatroon van kinderen en ouders vraagt echter om aanvullende maatregelen. Aansluiting met de sportvereniging, betrokkenheid van ouders en de vaak beperkte fysieke sport- en spelgelegenheid in de wijk (zie ook hoofdstuk ‘aantrekkelijke accommodaties’) zijn tot op heden beperkingen in het laten beklijven van sport en bewegen in het gedrag. We constateren dat de activiteiten een belangrijke waarde hebben op het vlak van kennismaking en bewustwording. Daadwerkelijke gedragsverandering (structureel sporten) is een proces van lange adem. Om daadwerkelijk verandering van gedrag te realiseren moet sport nog fundamenteler worden ingebed. Een aantal sportverenigingen doet nu al mee aan de wijkactiviteiten. Dit zou nog structureler moeten om jongeren bijvoorbeeld door te laten stromen naar een vereniging om een levenlang sporten te bevorderen. De gemeente gaat de komende jaren extra inzetten op de jeugd via versterking van de driehoek school-sport-wijk. Als vehikel om jeugd en sport meer bij elkaar te brengen wil de gemeente de sportverenigingen en het onderwijs meer nog dan nu het geval is in positie brengen om gezamenlijke allianties aan te gaan. In twee tot drie wijken, waar de sportparticipatie nu laag is (Staart, Krispijn, Crabbehof, Noordflank en Wielwijk), worden met de SIS-scholen en sportverenigingen met behulp van de inzet van combinatiefuncties satellietclubs opgezet. De combinatiefunctionaris is een deel van de tijd trainer op de vereniging voor de jeugd en een deel van de tijd verzorgt hij/zij trainingen in de wijk via de satellietclub en geeft lessen op de school. De satellietclub is een vooruitgeschoven post van de sportvereniging in de wijk. Dit hoeft niet per definitie een fysieke post te zijn; het gaat erom dat structureel op vaste momenten trainingen in de wijk worden verzorgd. Via de satellietclubs komen sportverenigingen en scholen samen. Vanuit de satellietclub wordt door een sportspecifieke trainer een aantal weken kennismakingstrainingen verzorgd op school onder schooltijd. Op deze wijze maken leerlingen kennis met een sport en worden leerlingen gestimuleerd om lid te worden van de satellietclub. Als je lid bent van de satellietclub krijg je minimaal 1 keer per week een training in de wijk. Afhankelijk van de animo en praktische mogelijkheden kunnen eigen competities ontstaan; het streven is echter om lid te worden van de reguliere vereniging en om deel te nemen aan de reguliere competities bij de vereniging. Kinderen mogen 2 tot 3 jaar lid zijn van de satellietclub, daarna moeten ze doorstromen naar de vereniging. Of een vereniging naar de wijk komt of dat de wijk naar de vereniging gaat, is geen vaste keuze. Dit moet praktisch benaderd worden en kan per geval verschillen. Feit is wel dat de jeugd het beste in de wijk te bereiken is. Per wijk komen meerdere satellietclubs; elke satellietclub is gericht op een specifieke sport. Met elkaar vormen de satellietclubs/combinatiefunctionarissen op die wijze als het ware een ‘poule’ van specialisten in de wijk. Daardoor kan per wijk een gevarieerd aanbod aan sporten worden geboden. We willen met 4 sporten per wijk gaan werken. Een school die meedoet, kan voor de groepen 3 – 8 ureninzet krijgen van een vakleerkracht/trainer uit de satellietclubs voor de verzorging van sportlessen. Om de satellietclub te laten slagen is het belangrijk dat lokale partners ambassadeurs/sponsors worden van dit concept. Naast de primaire partners (scholen en sportverenigingen) denken wij aan de welzijnsorganisatie, woningbouwcorporatie en kinderopvang. Met partners gaan we een convenant/overeenkomst afsluiten. Naast institutionele partners zien wij ook de ouders als belangrijke partners; naast de inzet en betrokkenheid van de scholen en de sportverenigingen is ouderbetrokkenheid cruciaal in het bewegen van hun kind tot sporten. In de opzet en vormgeving van de satellietclubs zal de ouderbetrokkenheid onderdeel worden van de aanpak.
16
De koplopers zijn: • wijk: we starten in de wijk Krispijn vanwege lage sportparticipatie, laag aantal sportclubs in de wijk, aanwezigheid voldoende accommodatie (Patersweg en Koloriet) en enthousiaste scholen; • scholen: de SIS-scholen; • soort sporten: we starten met sporten die aansluiten op het curriculum van het bewegingsonderwijs en met verenigingen die deze sporten aanbieden en gelegen zijn in of om de wijk Krispijn. • voortgezet onderwijs: scholen op het Leerpark De achtervolgers zijn: • wijken: in een later stadium willen we met nog 1 of 2 wijken vervolgen (Staart, Noordflank, Wielwijk of Crabbehof) • basisscholen: SIS-scholen binnen de gekozen wijken • sporten: sporten die aansluiten op het curriculum van het bewegingsonderwijs en verenigingen die deze sporten aanbieden en gelegen zijn in of om de gekozen wijken. Stimuleren sport onder jongeren: Leerpark en uitbreiden Action Sport in wijken Een wekelijks aantrekkelijk sportaanbod voor jeugd is erg belangrijk. De ervaring van het Sportbedrijf Dordrecht leert dat ook de oudere jeugd vooral via het onderwijs te bereiken is. Een belangrijke vindplaats in Dordrecht wordt het Leerpark. Een deel van de combinatiefuncties wordt ingezet op het Leerpark. Op het Leerpark is een regiegroep ‘Jeugd’ actief. In dat kader zijn er ideeën gelanceerd om een aantrekkelijk sport- en cultuuraanbod voor jongeren op het Leerpark te organiseren. De gedachten gaan uit naar een programmeringsbureau Cultuur, Sport en Evenementen. Dit bureau organiseert activiteiten en voert deze uit voor jongeren op het Leerpark. Kansen voor een sportieve aanpak gericht op de oudere jeugd in de wijken liggen verder in de inbedding in de sociale wijkprogramma’s. Vanuit de sociale wijkprogramma’s is vraag naar sportactiviteiten voor de oudere jeugd, voornamelijk gericht op sociale activering. Action Sport zal in deze wijken worden ingezet hetgeen een intensivering van deze activiteit betekent. Realiseren E-fitzone Kinderen bewegen te weinig en zitten te veel achter de computer. De doorbraak voor het stimuleren van deze doelgroep heeft zich aangediend in de vorm van E-sport; gamen én sporten tegelijk. E-fitzone is een uniek fitnesscentrum voor interactieve beweeggames. Het centrum is inzetbaar voor kinderen met extra zorg (o.a. autistisch), naschoolse opvang, vitalgames voor 55+, maar ook vrij sporten en ouderen. Integrale toepassingen en samenwerkingen met huidige projecten en partners, evenals nieuwe partnerships met zorgverzekeraars, GGD en het bedrijfsleven moeten leiden tot een bruisend geheel en een sterke spin-off richting toekomstige ontwikkelingen. 4.5 Sponsors en innovatie Om sportieve en gezonde wijken te creëren en te behouden zal er moeten worden samengewerkt met verschillende partners in het veld. Hierbij valt te denken aan: • GGD • sportverenigingen • scholen • woningbouwcorporaties: voor het creëren van sportieve speelplekken • wijkinstellingen en wijkteams • zorgverzekeraars • bedrijfsleven De gemeente Dordrecht wil met het uitvoeringsprogramma de volgende innovaties realiseren: • realiseren van een E-fitzone; • 4 satellietclubs opzetten en uitbreiden naar 8 of 12 in respectievelijk 2 of 3 wijken; • programmeringsbureau sport, cultuur en evenementen op het Leerpark voor jongeren; • intensivering Action sport voor jongeren.
17
4.6
Wat gaan we doen?
Inzet Continueren bestaand aanbod
Realiseren E-fitzone Verbeteren aansluiting wijk, onderwijs en sportvereniging
Stimuleren sport onder oudere jeugd
Output Bestaande activiteiten voor jeugd, jongeren, allochtone jeugd, ouderen en mensen met een beperking worden geboden Realisatie E-fitzone Plan van aanpak inzet combinatiefuncties
Planning continu
Convenant/overeenkomst deelnemende partners 4 satellietclubs actief (Krispijn)
4e kwartaal 2008 4e kwartaal 2008 2012
(nog) 4 tot 8 satellietclubs actief (in 1 of 2 wijken) Programmeringsbureau sport, cultuur en evenementen op het Leerpark Uitbreiden Action Sport
2009 Juni/juli 2008
4e kwartaal 2008 2008
18
Hoofdstuk 5
5.1
Sterke sportverenigingen
Wat willen we bereiken?
Sportverenigingen ondersteunen die aanbieder zijn van sport en bewegingactiviteiten. Enerzijds om het reguliere sportaanbod en de vereniging te verstevigen en anderzijds om verenigingen in staat te stellen modern sportaanbod te realiseren.
We willen dat de sterke positie van de georganiseerde sport in Dordrecht gehandhaafd blijft en in bepaalde wijken verstevigt. Daarnaast willen we dat Dordte clubs sportend Dordrecht beter op de kaart zetten. Om dit te bereiken willen we sterke Dordtse sportverenigingen die in staat zijn om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de maatschappij en behoeften van doelgroepen. We streven naar de volgende soorten sterke verenigingen: • topsportclubs; • sportverenigingen met Satellietclubs in de wijk; • sportverenigingen die (met elkaar) een modern sportaanbod aanbieden ten behoeve van een leven lang sporten (voor verschillende doelgroepen van jeugd tot ouderen); • de traditionele sportvereniging. Verenigingen die de ambitie hebben om één van de eerste drie typen sportverenigingen te zijn, staan voor stevige veranderopgaven. Deze verenigingen willen we extra ondersteunen en begeleiden. De traditionele sportvereniging krijgt een basispakket van vrijwilligersondersteuning aangeboden. 5.2 Lokale situatie Sportverenigingen in Dordrecht hebben met elkaar circa 30.000 actieve leden. 36% van de Dordtenaren is lid van een sportvereniging (landelijk is dit 29%). De grote sporten zijn voetbal (5000 leden), tennis (3800 leden), gymnastiek (2800 leden), korfbal (1900 leden) en atletiek (1355 leden). Een sterke groei in leden wordt de laatste jaren waargenomen bij het voetbal, zaalvoetbal en hockey. Van de 113 Dordtse verenigingen hebben zo’n 20 tot 30 verenigingen een actief ledenbestand van 400 leden of meer. Deze grootste verenigingen vertegenwoordigen met elkaar circa 50-60% van alle actieve georganiseerde Dordtse sporters. Een relevant gegeven is dat het juist de grote sporten en grote verenigingen zijn die verantwoordelijk zijn voor de groei van de georganiseerde sport in de afgelopen jaren. In Dordrecht zijn diverse verenigingen bezig om zich te oriënteren op de koers van de club. Zo zoeken de sportverenigingen op sportpark Stadspolders naar mogelijkheden om elkaar te versterken. Ook zijn er al diverse verenigingen met een gevarieerd sportaanbod voor verschillende doelgroepen. Voorbeelden zijn Hercules (o.a. fitness, worstelen, atletiek), Oranje-Wit (korfbal, biljart, bowls), RCD (voetbal, tennis). Verenigingen/instellingen als Deetos (korfbal), Sportschool Muilwijk (karate), MNC/TWN (zwemmen) hebben in toenemende mate een focus op topsport. Verder nemen 17 sportverenigingen deel aan de projecten “Tijd voor Sport” die vanuit de VWS en de sportbonden zijn geïnitieerd ten behoeve van ledenwerving en behoud van met name allochtone leden. Bij de behandeling van het beleidskader Dordt Sport in de gemeenteraad is expliciet gevraagd naar een meer sluitende aanpak aangaande vrijwilligers in de sport. Uit onderzoek blijkt dat bijna 40% van de verenigingen over te weinig vrijwilligers beschikt (zowel kwantitatief als kwalitatief). Kwantitatief is er vooral een tekort op het gebied van schoonmaak, kantinediensten, organisatie van activiteiten. Het kwalitatieve tekort (onvoldoende kennis en deskundigheid) treedt vooral op bij het technische kader (training, begeleiding). Activiteiten (output) die zullen plaatsvinden: • opzet van een netwerk van bedrijven en onderwijsinstellingen die deskundigheid en arbeid kunnen leveren en daardoor vrijwilligers van sportverenigingen kunnen ondersteunen bij
19
•
hun taken. Denk aan ondersteuning bij specifieke vraagstukken als financiering, verzekeringen, bouwplannen, kantine-inkoop, opzetten website, ondersteuning in de uitvoering, enzovoorts. opzetten van het concept conform 'clubkoers.nl': sportverenigingen worden door professionals geadviseerd, begeleid en ondersteund bij het bepalen van hun koers en het organiseren van bijvoorbeeld het aantrekken van nieuwe (actieve) leden en de eigen sponsorwerving.
Dordrecht heeft al jaren een sportservicepunt. Ad hoc ondersteuning bij knelpunten, cursussen over verenigingsproblematiek en basisinformatievoorziening zijn vaste onderdelen van het productenpakket. Voor traditionele verenigingen is dit pakket een minimale invulling van de behoefte. Echter ook voor deze verenigingen geldt dat extra bestuurlijke en uitvoeringsondersteuning gewenst is. Verenigingen met specifieke ambities ten aanzien van de aansluiting met scholen, wijken of ruimte voor talent kunnen op dit moment geen ondersteuning krijgen. Besturen met ambitie verdienen ondersteuning op niveau. 5.3
Afwegingen en keuzes onderliggend aan wat we gaan doen
Keuze 1: differentiatie in typen verenigingen als vertrekpunt voor ondersteuningsaanbod We streven naar de soorten sterke verenigingen zoals weergegeven in onderstaande tabel. De omschrijvingen moeten een indicatie geven van de aard van deze verenigingen. Vanzelfsprekend kunnen verenigingen meerdere kenmerken hebben en een overlap in het type vereniging dat ze zijn. Type vereniging
Omschrijving
Topsportclub
speelt op hoogste niveau biedt sporten die qua omvang (aantal beoefenaars) en prestige (bijv. Olympische status) de moeite waard zijn is met hele jeugd actief op hoogste niveau (zie verder hoofdstuk ruimte voor talent en topsport) reguliere sportvereniging met één of meerdere satellieten in de wijk de satellietclub in de wijk verzorgt trainingen in de wijk leden van de satellietclub zijn lid van de achterliggende sportvereniging (zie verder hoofdstuk Sportieve en gezonde wijken) vereniging met aanbod van de eigen sport voor verschillende doelgroepen gericht op levenlang sport EN/OF omni-vereniging met diverse sporten voor verschillende doelgroepen
Streefaantal: 3-5 clubs
Sportvereniging met Satellietclub Streefaantal: 8-12 clubs Sportvereniging met modern sportaanbod Streefaantal: 10-15 clubs Traditionele vereniging
reguliere sportvereniging met sportaanbod intern gericht sterke sociale cohesie en vrijwilligersstructuur
Vooral het zijn van één van de eerste drie type verenigingen vraagt een extra inspanning van de sportverenigingen. Dordrecht kent 20 tot 30 sportverenigingen met een ledenbestand van 400 leden of meer. Dit is een relevant gegeven. We willen veronderstellen dat alleen deze “grotere” verenigingen de “bestuurskracht” hebben om méér te zijn dan de traditionele sportvereniging. Diverse Dordtse verenigingen hebben aangegeven zich te willen richten op een verdergaande ambitie dan “alleen” het zijn van een traditionele vereniging. Deze verenigingen zijn bij uitstek de verenigingen die kunnen zorgen voor groei van het aantal georganiseerde sporters in verschillende wijken. De traditionele verenigingen verdienen ondersteuning bij hun activiteiten waarbij behoud van ledenaantal en versterking van de vereniging de belangrijkste doelstellingen zijn.
20
Keuze 2: intensivering ondersteuning: focus op grotere clubs In de vorige paragraaf werden de grote sporten en verenigingen onder de aandacht gebracht. De grote verenigingen zijn die verantwoordelijk zijn voor de groei van de georganiseerde sport in de afgelopen jaren. Dit legitimeert intensivering op de ondersteuning van de grotere clubs. Dit wil niet zeggen dat er geen kleine clubs mogen zijn. Hier geldt wel in alle gevallen een bedrijfseconomische afweging, maar dit is voortzetting van bestaand beleid. Lage bezettingsgraden van velden, sportzalen, zwemwater moet automatisch leiden tot herschikking omdat anders de (indirecte)subsidie per lid relatief gezien te hoog wordt. Keuze 3: koplopers en achtervolgers In de hoofdstukken “Sportieve en gezonde wijken” en “Ruimte voor talent en topsport” wordt beargumenteerd dat volgens een gefaseerde aanpak respectievelijk topsportclubs en satellietclubs kunnen ontstaan. Dit geldt ook voor de sportverenigingen met een modern sportaanbod. Samenwerking en nieuwe ideeën ontstaan niet allemaal tegelijk. Het is zaak vooral aan te sluiten bij nieuwe energie en mogelijkheden. Deze kunnen variëren van nieuwe ontwikkelingen op sportparken tot de bouw van de Sportboulevard waardoor er nieuwe kansen liggen voor nieuwe samenwerkingen. De verenigingen die te maken hebben met deze ontwikkelingen worden uitgedaagd om te komen tot nieuw sportaanbod. 5.4 Waar zetten we op in? In de vorige paragraaf werd bepleit om de verschillende typen verenigingen verschillend te ondersteunen. In haar publicatie “Nederland Sportland” stelt de overkoepelende organisatie van sportbonden, NOC*NSF het volgende: Samenwerking tussen verenigingen, anders-georganiseerde sport én andere sportinitiatieven zal leiden tot aantrekkelijke lokale sportarrangementen. Verenigingen werken aan een solide organisatie onder leiding van bekwame bestuurders en betaalde professionals die vrijwilligers weer het echte vrijwilligerswerk laten doen. Met dit perspectief in het achterhoofd wordt ingezet op een basispakket en een uitgebreidere ondersteuning bij verenigingen met specifieke ambities. In onderstaand schema zijn de verschillende type verenigingen weergegeven met daarbij de ondersteuning die noodzakelijk is. Het betrekken van begeleiders, ouders en onderwijs bij de aansluiting op de vereniging is daarbij essentieel. Type vereniging Topsportclub Streefaantal: 3-5 clubs
Sportvereniging met satellietclub Streefaantal: 8-12 clubs Sportvereniging met modern sportaanbod Streefaantal: 10-15 clubs
Ondersteuning Specifieke trajecten
Basispakket voor alle verenigingen
intensieve ondersteuning van bestuur bij nieuwe koers facilitering van uitvoering door financieren professionele kracht per club
Nieuwsbrieven, cursussen, uitwisseling in het kader van diverse verenigingsvraagstukken
intensieve ondersteuning bij nieuwe koers facilitering van uitvoering door financieren professionele kracht per club intensieve ondersteuning bij nieuwe koers facilitering van uitvoering door financieren professionele kracht voor meerdere samenwerkende clubs opstart innovatie-impuls voor verenigingen met ambitieuze plannen
Professionele ondersteuning verenigingen bij reguliere vraagstukken zoals financiering, sponsoring, vrijwilligersbeleid en communicatie
Ondersteuning bij uitvoeringstaken als opknappen accommodatie, administratie en kantine met inzet van bedrijven en scholen
Traditionele sportvereniging
Basispakket Dordrecht heeft al jaren een sportservicepunt. Ad hoc ondersteuning bij knelpunten, cursussen over verenigingsproblematiek en basisinformatievoorziening zijn vaste onderdelen van het productenpakket. Voor traditionele verenigingen is dit pakket een minimale invulling van de behoefte. We willen inzetten op de volgende onderdelen:
21
• • •
Informeren: Nieuwsbrieven, cursussen, uitwisseling in het kader van diverse verenigingsvraagstukken. Kennis: Professionele ondersteuning verenigingen bij reguliere vraagstukken zoals financiering, sponsoring, vrijwilligersbeleid, communicatie. Uitvoeren: Ondersteuning bij uitvoeringstaken als opknappen accommodatie, administratie, kantine met inzet van bedrijven en scholen.
Het eerste onderdeel op het gebied van informatievoorziening bestaat al. De onderste twee ondersteuningsonderwerpen zijn nieuw. Ervaringen elders leren dat het realistisch is om met een groep bedrijven en scholen intensieve samenwerking en/of sponsorships aan te gaan waardoor dergelijke ondersteuning mogelijk is. De denkkracht van verenigingen kan versterkt worden door bijvoorbeeld studenten die onderzoek doen en professionals die een doorlichting doen en een analyse maken. De uitvoeringscapaciteit kan vergroot worden door het aanbieden van bijvoorbeeld klussendiensten en de inzet van stagiaires (maatschappelijke stages). Het basispakket is vooral bestemd voor de traditionele vereniging. Uiteraard kunnen de Andre type verenigingen ook aanspraak maken op deze vorm van ondersteuning. Specifieke trajecten: “Clubkoerstrajecten” Om de clubs te laten slagen in hun nieuwe ambities wordt intensievere ondersteuning aangeboden in de uitvoering door de inzet van een professionele kracht. Dit wordt mogelijk gemaakt via de zogenaamde combinatiefuncties. Naast de inzet van deze combinatiefunctionaris is het noodzakelijk om besturen van verenigingen te begeleiden bij de nieuwe koers: nieuwe keuzes, een andere organisatie, extra sponsoring, andersoortige communicatie en vrijwilligersbeleid zijn allemaal ingrediënten die horen bij een nieuwe koers. Die verenigingen die een nieuwe koers willen bewandelen gaan deelnemen aan een begeleidingstraject vanuit het sportservicepunt van het Sportbedrijf Dordrecht. Deze begeleiding bestaat uit koersbepaling en specifieke begeleiding op de randvoorwaarden die nodig zijn om een bepaald type vereniging te zijn. De topsportclub De professional/-combinatiefunctionaris bij de topsportclub richt zich intern op de ontwikkeling van de opleiding. Voor de andere helft van de tijd is deze professional actief op de scholen om kinderen met de top van de sport kennis te laten maken. Naast de inzet van een combinatiefunctionaris bewandelt de topsportclub een traject van koersbepaling en specifieke begeleiding samen met de betrokken sportbond op de randvoorwaarden die nodig zijn om een topsportclub te zijn. De satellietclub De professional/-combinatiefunctionaris bij de satellietclub zal bij de sportvereniging vooral een begeleidende rol vervullen. Het takenpakket bestaat uit het coördineren van de instromende jeugd uit de wijken en begeleiding van eigen trainers in de vereniging. Bij de scholen geeft deze professional bewegingsonderwijs en naschools is deze professional trainer van de satellietclub (zie ook hoofdstuk Sportieve en gezonde wijken). Naast de inzet van een combinatiefunctionaris bewandelt de satellietclub een traject van koersbepaling en specifieke begeleiding op de randvoorwaarden die nodig zijn om een club in de wijk te kunnen te zijn. De moderne sportvereniging Het ontstaan van deze vereniging willen we op twee manieren stimuleren: • inzet van een professional/-combinatiefunctionaris voor meerdere verenigingen op een sportpark; • uitzetten van een impulsregeling ‘innovatief sportaanbod’. Inzet professional Bij de moderne sportvereniging is de professional in dienst van meerdere verenigingen tegelijk. Voor deze verenigingen coördineert de professional een gezamenlijk aanbod aan scholen, bedrijven, ouderen, de wijk, enzovoorts. Onderdelen van het takenpakket zijn de coördinatie van
22
de marketing, organisatie en aansluiting naar de deelnemende verenigingen. Naast de inzet van een combinatiefunctionaris bewandelt de moderne sportvereniging een traject van koersbepaling en specifieke begeleiding op moderne sportproducten in samenwerking met de betrokken sportbond (moderne wijzen van voetbal, tennis, hockey, etc.) Impulsregeling innovatief sportaanbod We willen via een impulsregeling “innovatief sportaanbod” verenigingen de gelegenheid geven om voor de troepen uit te lopen. Aansprekende Dordtse ‘proeftuinen’ die nieuw elan in het verenigingsleven creëren kunnen een voorbeeld zijn voor andere verenigingen en het beleid van de toekomst. Deze innovators worden uitgedaagd hun plannen te presenteren. Twee jaar lang is per vereniging een bijdrage van € 5.000 tot € 10.000 beschikbaar (maximaal € 50.000 per jaar) ten behoeve van het opstarten en ontwikkelen van dit innovatieve sportaanbod. Overigens kan het hier gaan om verenigingen die al participeren in een traject met meerdere verenigingen zoals boven omschreven.
5.5 Sponsors en innovatie Om sterke sportverenigingen te creëren en te behouden zal er moeten worden samengewerkt met verschillende partners in het veld. Hierbij valt te denken aan: • sportverenigingen; • scholen, voor ledenwerving en maatschappelijke stages; • woningbouwcoöperaties, voor de spilfuncties sporten in de wijk en bij de sportvereniging; • sportbonden en sportservicepunt, ter ondersteuning van de sportverenigingen; • bedrijven, voor investeringen in de sportvereniging. De gemeente Dordrecht wil door middel van het uitvoeringsprogramma innovatief bezig zijn op de volgende punten: • ondersteuning en subsidies: deze zijn niet vrijblijvend, een clubkoers traject is verplicht; • scherpe keuzes in type verenigingen; • stimuleren van modernisering van het aanbod via een innovatie impuls; • mobiliseren van maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven bij de ondersteuning van sportverenigingen. 5.6
Wat gaan we doen?
Inzet Basispakket verenigingsondersteuning
Clubkoers
Moderne sportvereniging
Output Nieuwe opzet nieuwsbrief, programma themabijeenkomsten, informatie voorziening website Ondersteuningspakket met bedrijven en scholen gereed (kennis en uivoering) Start clubkoerstrajecten 7 verenigingen (3 topsportclubs, 4 satellietclubs) Vervolg clubkoerstrajecten
Planning 4e kwrt 2008
Inzet 3 combinatiefuncties bij moderne sportverenigingen vanaf 2012 (start 2009) Impulsregeling innovatief sportaanbod - Regeling gereed - Start bij verenigingen
2009
Mei 2009
4e kwrt 2008
2009
Sept 2008 Jan 2009
23
Hoofdstuk 6
6.1
Aantrekkelijke sportaccommodaties
Wat willen we bereiken?
“Aantrekkelijke accommodaties” vormen samen de sterke sportinfrastructuur waar de Dordtenaar sport beoefent of beleeft. Kwaliteit van sporten staat centraal. Aandacht is er voor alle facetten van de Dordtse sport: van wijksportclub tot topsportclub en van openbare ruimte tot Sportboulevard. We willen in Dordrecht een aantrekkelijke, sterke, uitdagende en toegankelijke sportvoorzieningenstructuur. Dordtenaren moeten zien dat de stad haar sporters serieus neemt en dat de kwaliteit van sporten een belangrijk uitgangspunt is. Actueel zijn de gemeentelijke investeringen in de binnensport. Voor de buitensport geldt dat een inhaalslag noodzakelijk is om voor een kwaliteitsverbetering te zorgen. Innovatie is nodig om de sport dichtbij (in de wijk en op de school) letterlijk en figuurlijk een plek te geven in de vrijetijdsbesteding van de Dordtenaren. Om de sport aan te laten sluiten op de omgeving is het noodzakelijk dat vroegtijdig wordt aangehaakt bij de planontwikkeling voor de inrichting van de openbare ruimte in Dordrecht. Samenwerking met partners en andere gemeentelijke sectoren is essentieel. Het streven naar aantrekkelijke accommodaties moet er toe leiden dat: • sportieve speelplekken jeugd en jongeren binden en boeien op wijkniveau; • schoolsportaccommodaties voldoen aan de eisen van de tijd en de wensen van de scholier; • verenigingshallen en sportparken de centra zijn en blijven voor de georganiseerde sport; • de Sportboulevard het hart wordt van de Dordtse topsport (talenten en evenementen); • de openbare ruimte, daar waar mogelijk, een sportief karakter krijgt. Bij aantrekkelijke accommodaties horen keuzes. Zo komen er niet op elke hoek van de straat sportieve speelplekken, worden niet alle gymzalen ‘gepimpt’ en wordt bij investeringen in de accommodaties voor de georganiseerde sport nadrukkelijk gekeken naar het perspectief van de verenigingen en de locaties. 6.2
Lokale situatie
Sportieve speelplekken In Dordrecht zijn er circa 10 verharde basketbalveldjes, 50 onverharde trapveldjes en nog eens 6 gecombineerde, verharde basketbal- en voetbalveldjes. Het beheer en onderhoud van deze sportieve speelplekken, maar ook van de andere speelplekken in de stad is in handen van de sector Stadsbeheer. Op de genoemde sportieve speelplekken wordt geen structureel activiteitenaanbod georganiseerd. Dit gebeurt wel op het onlangs geopende Cruyff Court in de wijk Stadspolders. In Dordrecht ontbreken voldoende sportieve speelplekken die qua inrichting en materiaalgebruik geschikt zijn voor meerdere sporten en een structureel activiteitenaanbod. Schoolsportaccommodaties Dordrecht telt circa 25 gymzalen die overdag gebruikt worden door het primair en voortgezet onderwijs en in de avond- en weekenduren aan de sportverenigingen. Het voortgezet en middelbaar onderwijs maken naast de gymzalen gebruik van eigen spelzalen (dubbele gymzaal), dit zijn er vier in getal. In een aantal verenigingshallen vindt ook bewegingsonderwijs plaats. De planning van het onderwijs- en het sportgebruik in de schoolsportaccommodaties en de overige binnensportaccommodaties gebeurt te weinig integraal. Verenigingshallen Op zaalsportgebied voert Dordrecht in samenwerking met de betrokken verenigingen een uniek en in essentie goed beleid met het verenigingshallenplan (VHP). Het VHP omvat een samenwerking met 6 verenigingen en telt 5 sporthallen. Binnen het VHP ‘runnen’ verenigingen, met financiële steun van de gemeente, zelf een sporthal. Deze grote mate van zelfredzaamheid
24
maakt de exploiterende verenigingen in veel gevallen sterker. Het grote voordeel voor de gemeente is dat, doordat exploitatie en beheer volledig in handen zijn van de (vrijwilligers van de) verenigingen, de verenigingshallen voor een relatief klein bedrag op het gemeentelijk sportbudget drukken. Het VHP is succesvol en zal in aangescherpte vorm gecontinueerd worden. Het komende jaar zal er een extra verenigingshal in gebruik worden genomen. Sportparken De stad Dordrecht herbergt 11 sportparken; 3 grotere in de as van de stad, 2 grotere aan de rand van de stad en 6 kleinere in de wijken. Er worden een kleine 20 takken van sport beoefend. Voetbal (50) en korfbal (15) zijn qua veldenaantal het best vertegenwoordigd. De sportparken worden onderhouden door het Sportbedrijf Dordrecht. De opstallen zijn veelal in eigendom en beheer van de gebruikers. Op een aantal van deze sportparken wordt ook getennist. Er zijn daarnaast nog 3 specifieke tennisparken. Alle tennisterreinen worden onderhouden door de verenigingen zelf. Het is noodzakelijk om het gebruik en de staat van de sportparken onder de loep te nemen. De sportparken zijn toe aan een inhaal- en moderniseringsslag. Sportboulevard en zwembaden De gemeente Dordrecht bouwt aan een multifunctioneel overdekt sportcomplex. In 2010 moeten de sporthal met turnzaal, de ijsbaan en het zwembad onder één dak operationeel zijn. De Sportboulevard vervangt de sporthal Sterrenburg, de Drechtstedenhal en Aquapulca. Behalve in Aquapulca kan er in Dordrecht ook in De Dubbel en het Wantijbad worden gezwommen. De deuren van de Sportboulevard gaan straks natuurlijk open voor de breedtesport, maar de accommodatie is bij uitstek geschikt voor de Dordtse topsport. De inrichting van de accommodatie en de programmering van de activiteiten zal hier op worden afgestemd. Sportief karakter openbare ruimte Gelet op de waterrijke ligging van Dordrecht en de nabijheid van het recreatieschap de Hollandse Biesbosch is het in en rond de stad goed mogelijk om te sporten in de openbare ruimte (watersport, hardlopen, wandelen, fietsen, skaten en paardrijden). Op de middellange termijn zal onderzocht worden of de unieke natuurlijke en recreatieve waarden van Dordrecht prominenter gekoppeld kunnen worden aan de sport. Het recreatiebeleid biedt hiertoe aanknopingspunten. Binnen het Strategisch Groenproject 'De nieuwe Dordtse Biesbosch' worden twee recreatieve knooppunten met intensieve recreatiemogelijkheden gerealiseerd, te weten: 'Knoop in 't Land' (thematiek water met o.a. waterplas, strand, surfen, kano) en 'Sterren'/Schenkel' (thematiek sport en spel, o.a. fietsen, nordic walking, skeeleren). Op de korte termijn zullen, bijvoorbeeld bij de herinrichting van sportpark Schenkeldijk, sportparken beter aangesloten worden op de omgeving. Daarnaast zullen op de langere termijn de (nieuwe) mogelijkheden die het buitengebied van Dordrecht biedt, beter benut gaan worden voor sportieve doeleinden. 6.3
Afwegingen en keuzes onderliggend aan wat we gaan doen
Keuze 1: kwaliteit van sporten centraal De ambities van het sportbeleid realiseren we voor een groot deel in, op of rond de Dordtse sportaccommodaties. Alle spaken uit het Dordt Sportwiel stellen eisen aan de sportaccommodaties. De Dordtenaren moeten aan de accommodaties dan ook kunnen aflezen dat de stad de sport serieus neemt. Om dit te realiseren, is innovatie een sleutelbegrip. De accommodaties in Dordrecht bieden nu veelal de gelegenheid tot sporten. In de toekomst zal dit doorontwikkelen en staat de kwaliteit van sporten centraal in de sportvoorzieningen. Dit betekent dat sportaccommodaties straks eigentijdse faciliteiten bieden, uitstraling hebben en voor sport in alle facetten en voor alle doelgroepen geschikt zijn.
25
Keuze 2: toegankelijkheid sportparken verhogen Het is onhaalbaar om alle sportparken aan de rand van de stad te verplaatsen naar de wijk of andersom. Voor het overgrote deel liggen de locaties van de sportparken vast. Belangrijk is om zowel de sportparken in de wijk als aan de rand toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor meerdere doelgroepen. De introductie van kunstgras in het voetbal zal het meervoudig gebruik van de velden bevorderen. Daarnaast willen we inzetten op moderne sportvormen op en rond sportparken die ook overdag de doelgroepen uit de wijk aanspreken. Te denken valt daarbij aan beachsporten, panna-kooien en boardingvelden. Met attractieve, sportieve speelplekken willen we (buiten-)sport een plek geven in de wijken waar geen sportpark in de nabijheid ligt. Keuze 3: investeren in hardware alleen als software op orde is Investeringen in de ‘hardware’ (bijvoorbeeld een nieuwe verenigingshal, de herinrichting van een sportpark, de aanleg van een sportieve speelplek of de realisatie van de Sportboulevard) zullen hand in hand gaan met de aandacht voor de ‘software’ (bijvoorbeeld de samenwerking tussen clubs/gebruikers en de kwaliteit/diversiteit van het activiteitenaanbod/professionele activiteitenbegeleiding en -organisatie). Aanpassingen in de ‘hardware’ op sportparken of in sportaccommodaties gebeuren op locaties en bij verenigingen met perspectief. Clubs zijn goed georganiseerd en qua financiën en omvang gezond. Verenigingshallen en sportparken dienen goed ontsloten te zijn en toegankelijk voor meerdere doelgroepen. Naast de sportfaciliteiten zijn ook de bijbehorende voorzieningen (parkeren, infrastructuur, en dergelijke) in orde. Om sporten bij de vereniging toegankelijk te houden voor elke Dordtenaar wordt het beleid gehandhaafd dat de gemeente substantieel bijdraagt aan de accommodaties van de “historisch gesubsidieerde sporten”. Dit zijn de reguliere veld-, zaal- en watersporten zoals voetbal, korfbal en zwemmen waar momenteel al subsidie op de accommodaties wordt verleend. Er vindt geen uitbreiding plaats van het beleid rond subsidiëring en facilitering van accommodaties voor bestaande en nieuwe sporten. Een uitzondering hierop kan gevormd worden ten aanzien van accommodaties voor ruimte voor talent. Investering in accommodaties voor ongeorganiseerde sport is alleen mogelijk als het sporten betreft die bijvoorbeeld dankzij evenementen een wezenlijke bijdrage leveren aan de uitstraling van de stad en de regio (zie hoofdstuk aansprekende evenementen). Keuze 4: sport in planontwikkeling Het realiseren van accommodaties op stads- en wijkniveau vraagt afstemming tussen de verschillende gemeentelijke sectoren. Op projectbasis zal overleg plaatsvinden met collega’s. Bij het uitbreiden of herinrichten van wijken of het bepalen van het perspectief van een sportpark is afstemming nodig met Stadsontwikkeling. Rond het bewegingsonderwijs is samenwerking met de onderwijscollega’s van Maatschappelijke Ontwikkeling onmisbaar. De kennis en expertise van Stadsbeheer zetten wij graag in bij het streven naar sportieve speelplekken. Keuze 5: koplopers en achtervolgers Vanzelfsprekend kunnen niet alle sportaccommodaties in de stad tegelijkertijd veranderen. Nieuwe concepten moeten zich bewijzen. Een succesvolle pilot zal moeten leiden tot het “uitrollen” over de rest van de stad. De pilots starten op “plekken met energie”. Dat wil zeggen dat “sponsors” al staan te trappelen, de “software” al draait en er zicht is op middelen. Met quickwins bij de koplopers slaat de energie over naar de achtervolgers. Voor de binnensport is grondig onderzocht op welke locaties uitbreiding en renovatie gerealiseerd kunnen worden. Voor de buitensport gebeurt dit ook. Kunstgras ligt bijvoorbeeld niet in één keer bij alle voetbalverenigingen. Het risico op een desinvestering zal zoveel mogelijk worden uitgesloten. De sportparken worden aangepakt als er geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn die dit
26
in de weg staan en als de betrokken gebruikers de gemoderniseerde sportparken optimaal gaan gebruiken. 6.4
Waar zetten we op in?
Introductie streetsportzones Een goed activiteitenaanbod bepaalt in toenemende mate het succes van een sportieve speelplek. Succes in termen van de bevordering van het beweeggedrag van kinderen en de aantrekkingskracht op de doelgroep. Het TNO-rapport “Playground van de Toekomst” onderschrijft dit. Het rapport stelt verder dat een succesvolle playground schoon, opgeruimd en veilig moet zijn. De kwaliteit van de playgrounds wordt belangrijker dan de kwantiteit: uitstraling en diversiteit in de speelmogelijkheden zijn sleutelbegrippen. Op de huidige (trap-)veldjes in Dordrecht kunnen kinderen vooral voetballen en basketballen. Deze veldjes hebben niet de fysieke eigenschappen die een structureel activiteitenaanbod in meerdere sporten aan kunnen van het Sportbedrijf Dordrecht in samenwerking met de sportverenigingen. We streven dan ook naar 4 openbare streetsportzones waar sport op een uitdagende manier beoefend wordt dicht bij de wijk, de school en daar waar mogelijk de sportvereniging. Met het (bestaande) activiteitenaanbod kunnen deze plekken de bruggen gaan bouwen naar de georganiseerde sport op de sportparken of in de sportaccommodaties. De streetsportzones in Dordrecht worden gerealiseerd volgens de uitgangspunten van het speelruimtebeleid. Het streven is om de komende periode met de sector Stadsbeheer en sponsors in de stad (onderwijs, woningbouwcoöperaties en sportverenigingen) te komen tot de aanleg van vier streetsportzones. De eerste streetsportzone zal worden gerealiseerd op sportpark Patersweg en kenmerkt zich als volgt: • divers sportaanbod in moderne of verkleinde varianten (bijvoorbeeld sqinniz en 60-meter sprintbaan in plaats van tennis en atletiekbaan); • locatie waar doelgroepen een groot deel van de week terecht kunnen om “vrij’ te sporten; • locatie waar lokale sportclubs kansen zien om een satellietclub te starten; • locatie waar scholen terecht kunnen voor sportdagen of gymnastieklessen; • locatie waar nieuwe sportclubs (nieuwe sporten) kunnen ontstaan; • dagelijkse personele inzet van Sportbedrijf Dordrecht; • veel inzet van verenigingen; • reductie van de overlast voor omwonenden. Moderniseren schoolsportaccommodaties Het onderwijs is een belangrijk kanaal om invulling te geven aan de centrale doelstelling ‘meer Dordtenaren sporten’. De accommodaties waar het onderwijs gebruik van maakt, veelal gymzalen en schoolpleinen, zijn echter grotendeels al tientallen jaren hetzelfde. Terwijl de sporten moderniseren en er nieuwe varianten ontstaan, zijn die nog maar beperkt verwerkt in de inrichting van gymzalen en schoolpleinen. De huidige Dordtse schoolsportaccommodaties voldoen aan de normen, maar voor de toekomst is het van belang om als gemeente met het onderwijs te werken aan aantrekkelijkere en uitdagendere schoolsport accommodaties.
27
Het onderwijs is verantwoordelijk voor de activiteiten in de gymzalen en op de pleinen, maar de gemeente is (gedeeltelijk) verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van accommodaties voor bewegingsonderwijs en de inrichting van de schoolpleinen. Het streven is om impulsen uit de sportwereld een kans te geven. Het garanderen van de geldende normen staat daarbij centraal. Daarnaast is een integrale benadering van de binnensportaccommodaties vanuit zowel het onderwijs- als het sportgebruik noodzakelijk om een optimale spreiding en capaciteit te bereiken. Het komende jaar vindt onderzoek plaats naar de modernisering van de schoolsportaccommodaties en de integrale benadering vanuit het gebruik. In samenwerking met Maatschappelijke Ontwikkeling en Stadsbeheer en met bestaande middelen kiezen we een locatie voor het eerste sportieve schoolplein. Dit plein zal naast de mogelijkheden voor de school (buiten spelen, sportdag en gymlessen) een openbaar karakter krijgen zodat ook de buurt er gebruik van kan maken. Net als voor de streetsportzones geldt dat er structureel wordt ingezet op activiteitenbegeleiding en –organisatie door sportclubs of professionals van het Sportbedrijf Dordrecht. Continueren verenigingshallenplan In de eerder verschenen Nota Zaalsportaccommodaties staat beschreven dat het Dordtse verenigingshallenplan succesvol is. Verder toont de nota aan dat een uitbreiding van de sporthalruimte noodzakelijk is. De komende tijd zullen de aanbevelingen uit de nota worden uitgevoerd: • ontvlechting De Dijk • uitbreiding Oranje Withal • renovatie Deetoshal • aanscherping VHP-beleid Moderniseren sportparken De sportparken zijn in een aantal gevallen sterk verouderd in Dordrecht. Deze accommodaties dragen onvoldoende bij aan het creëren van sterke sportverenigingen en het waarborgen van de kwaliteit van sporten. De veroudering betreft in een aantal gevallen de sporttechnische faciliteiten (voornamelijk de ondergrond), maar ook de inrichting van de sportparken, de infrastructuur en de wijze waarop verenigingen met elkaar gebruik maken van de sportparken. Om op de sportparken adequate maatregelen te realiseren wordt de komende periode een Masterplan opgesteld dat aandacht besteedt aan: • behoefte aan sportruimte op basis van demografische ontwikkelingen, de ontwikkeling van (Dordtse) sporten, het perspectief van verenigingen en geplande stedenbouwkundige ontwikkelingen; • aantrekkelijker en toegankelijker maken van sportparken voor meerdere doelgroepen (urban-inrichting); • efficiënt gebruik van sportparken. Investeringen in de sportparken doen we niet alleen. We willen ‘packagedeals’ sluiten met andere partijen (ondermeer verenigingen) om, bijvoorbeeld bij een investering in kunstgras, verenigingen aan te sporen, eventueel via sponsoring, een pannakooi of een boardingveld te realiseren. In lijn met het Masterplan, maar eerder in de tijd plannen we de herinrichting van sportpark Schenkeldijk en de introductie van voetbalkunstgras.
28
Door de komst van het Belthurepark en de aangrenzende realisatie van 12 hectare groen gaat sportpark Schenkeldijk op de schop om ook in verkleinde vorm in de toekomst plaats te kunnen bieden aan de gebruikers. De plannen voor de herinrichting sluiten aan bij de uitgangspunten van het Masterplan. Op een zevental plaatsen in Dordrecht trainen voetbalverenigingen op zandtrainingsvelden. Dit type velden is verouderd, is weersgevoelig en heeft een beperkte capaciteit. Vanwege het feit dat deze velden aan het einde van hun technische levensduur zijn en geregeld worden ‘overbespeeld’ zijn de onderhoudslasten relatief hoog. Bij de verenigingen die deze velden in gebruik hebben, leidt dit niet alleen tot organisatorische problemen maar is ook de kwaliteit, en in sommige gevallen zelfs de veiligheid, van de sportbeoefening in het geding. De aanleg van kunstgras vormt de beste oplossing voor de geschetste problemen. De zeven zandtrainingsvelden zijn gelegen op vier sportparken. Voor één van de sportparken – Schenkeldijk – geldt dat de eerder genoemde herinrichting op stapel staat waardoor het in 2009 niet mogelijk is daar kunstgras aan te leggen. Het voorstel is dan ook om op de overige drie sportparken kunstgras aan te leggen. De vervanging van de zandtrainingsvelden in 2009 kan als noodzakelijk worden beschouwd. Eventuele verdere investeringen in kunstgras zullen in het Masterplan komen. 6.5
Sponsors en innovatie
Om ‘aantrekkelijke accommodaties’ te creëren werken we samen met: • gemeentelijke sectoren: Maatschappelijke Ontwikkeling (MO), Stadsontwikkeling (SO) en Stadsbeheer (SB); • lokale partners: sportverenigingen, scholen, woningbouwcoöperaties en wijkinstellingen; • landelijke partners: sportbonden; • bedrijfsleven: leveranciers (speeltoestellen, sportvelden, inrichting binnensportaccommodaties). Dordrecht wil met ‘aantrekkelijke accommodaties’ innoverend bezig zijn op de volgende onderdelen: • introductie streetsportzones en sportieve schoolpleinen; • modernisering gymzalen; • urban-inrichting sportparken; • moderne toepassingen op sportparken en in sportaccommodaties (o.a. kunstgras); • nadrukkelijke koppeling ‘software’ (activiteiten) aan ‘hardware’ (faciliteiten); • aansluiting van sportaccommodaties op de omgeving. 6.6
Wat gaan we doen?
Inzet Introductie streetsportzones Moderniseren schoolsportaccommodaties
Continueren verenigingshallenplan
Moderniseren sportparken
Topsportinrichting Sportboulevard Verkenning sport in de openbare ruimte
Output Aanleg locatie Patersweg (pilot) Plannen vervolg streetsportzones Aanleg sportief schoolplein (pilot) Plannen vervolg sportief schoolplein IHP-bewegingsonderwijs Onderzoek eigentijdse inrichting Ontvlechting De Dijk Uitbreiding Oranje Withal Renovatie Deetoshal Aanscherping VHP-beleid Masterplan Kunstgras (4 velden) Herinrichtingsplan Schenkeldijk Urban-inrichting Aanvullend inrichtingsplan Onderzoek (i.s.m. recreatiepartners)
Planning 1e helft 1e helft 2e helft 1e helft 1e helft 1e helft 1e helft 1e helft 1e helft 2e helft 1e helft 1e helft 1e helft 2e helft 1e helft 1e helft
2009 2009 2009 2009 2009 2009 2008 2009 2009 2008 2009 2009 2009 2009 2009 2010
29
Hoofdstuk 7
7.1
Ruimte voor talent en topsport
Wat willen we bereiken?
“Ruimte voor talent” biedt de mogelijkheid aan Dordtse talenten en topclubs om zich te ontwikkelen en eventueel door te groeien naar de (inter-)nationale topsport . We willen in Dordrecht meer sportieve voorbeelden om trots op te zijn. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zogenaamd ontwikkelde sporten die een impuls kunnen gebruiken. Ontwikkelde sporten herbergen verenigingen die aandacht hebben voor talentontwikkeling, (inter-)nationale toppers voortbrengen en wedstrijden of toernooien met (inter-)nationale uitstraling spelen. De impuls ruimte voor talent moet er toe leiden dat: • talenten zich kunnen ontwikkelen in Dordrecht; • een aantal sporten op het hoogste niveau te zien is in Dordrecht; • de stad en regio gaan genieten van sport op niveau. Dordrecht is van oudsher goed in diverse sporten. Onder andere vechtsporten, zwemmen, korfbal, (zaal-)voetbal, atletiek, volleybal, roeien en ijshockey doen of deden mee in de landelijk hoogste competities of brengen internationale talenten voort. Bij ruimte voor talent en topsport horen keuzes. Alleen een selecte groep van verenigingen en sporten gaat deelnemen aan het te ontwikkelen programma voor ruimte voor talent en topsport. De Sportboulevard moet hierbij als ontwikkel- en evenementencentrum een centrale plaats gaan krijgen. 7.2 Lokale situatie Dordtse talenten zijn op dit moment veel reistijd kwijt aan onderwijs en medische begeleiding. Er is geen lokale aanpak op het gebied van huisvesting van talenten en overige faciliteiten die eerder onder het Olympisch netwerk werden omschreven. Naast een subsidie voor jeugdige topsporters is er in tegenstelling tot sommige andere steden geen (particulier) fonds ter verdere ondersteuning van talenten. Diverse Dordtse clubs acteren al op het hoogste of één na hoogste niveau. Vaak ontbreekt het echter aan voldoende tijd en middelen om een structureel topsportbeleid te volgen. Ook de accommodatie is hierin van groot belang. De komst van de Sportboulevard in 2010 kan hiervoor een enorme impuls geven. Net als voor individuele talenten geldt voor de topclubs en hun talenten dat er geen faciliteitennetwerk aanwezig is in Dordrecht. 7.3
Afwegingen en keuzes onderliggend aan wat we gaan doen
Keuze 1: talentcentrum of talentclub Vanuit sportbonden wordt gestreefd naar trainingscentra voor talenten. Hiervoor worden aanzienlijke bijdragen vanuit de lokale overheid gevraagd. Als een talent uit de regio echter geen enkele verbinding heeft met een Dordtse club en “slechts” hier traint is de vraag wat dit bijdraagt aan de Dordtse sportambities. Keuze 2: teamsporten of individuele sporten Teamsporten op topniveau betekent elke week een aansprekend competitie-event. Individuele sporten zoals zwemmen en turnen trainen naar een moment en leiden niet tot wekelijks aansprekende wedstrijden. Anderzijds kunnen de prestaties van een individuele sporter een enorme impact hebben als voorbeeld voor de stad. Keuze 3: topclub of toptalent Dordrecht kent een aantal clubs, dat uitblinkt op het hoogste of één na hoogste niveau. Gaan we aan elke club die op het hoogste niveau acteert of een talent in de gelederen heeft ondersteuning bieden?
30
Voorgesteld wordt om op basis van de volgende criteria keuzes te maken in de ondersteuning van sporten: • sporten die zich in de Sportboulevard af (gaan) spelen (kansen/mogelijkheden); • sporten die al op het hoogste niveau actief zijn of de potentie hebben om bij de beste van Nederland te horen op seniorenniveau; • sporten die qua omvang (aantal beoefenaars) en prestige (bijvoorbeeld Olympische status) de moeite waard zijn; • sporten die op dit moment op het hoogste niveau met de jeugd actief en succesvol zijn; • voorkeur voor sporten die qua omvang een grote voedingsbodem in Dordrecht hebben; • voorkeur voor sporten die specifiek Dordts zijn of bij de nationale top van Nederland behoren; • voorkeur voor sporten die in aanmerking komen voor het organiseren van evenementen op (inter)nationaal niveau; • sporten waarvan de bonden bereid zijn mee te investeren in de vorm van begeleiding van het Dordtse initiatief, ter beschikking stellen van middelen en toezeggingen op het gebied van de organisatie en lobby rond evenementen. Niet aan alle criteria hoeft voldaan te worden, maar het gaat wel om een evenwicht in deze criteria. Uitgangspunt is dat de middelen schaars zijn en er dus slechts ruimte is voor enkele te ondersteunen initiatieven. Keuze 4: koplopers en achtervolgers Op basis van diverse gesprekken en bijeenkomsten met betrokkenen is de keuze om in zee te gaan met de koplopers of achtervolgers. De koplopers in Dordrecht zijn clubs: die concrete topsportplannen hebben; waarvan de bond heeft aangegeven te willen participeren en evenementen te willen toekennen; die ervaring hebben met sport op het hoogste niveau; die in aanmerking komen om structureel bij de beste 3 van Nederland te horen. Schematisch staat één en ander onderstaand weergegeven: Wekelijks event Draagt direct bij aan sterke verenigingen Club en team in opbouw
Periodieke impact Vaak via stichting Sneller realiseerbaar Topclub
KORFBAL
KARATE ZWEMMEN
teamsporten
individuele sporten Ondersteuning via
Olympisch steunpunt
Toptalent In bovenstaand schema staan de sporten waarin Dordrecht om verschillende redenen anders en onderscheidend kan zijn dan veel andere gemeenten en steden. Dit op basis van de eerder vermelde criteria. De sporten in het schema zijn al gearriveerd op het hoogste niveau of hebben dankzij historie en omstandigheden (accommodatie, contacten met sportbond, draagvlak binnen vereniging, etc.) de beste kansen om op korte termijn resultaten te boeken. Deze sporten vormen de groep van koplopers.
31
Sporten als turnen, kunstschaatsen, waterpolo, volleybal, zaalvoetbal en ijshockey hebben de potentie om op termijn tot de topsportclubs te horen en zijn de achtervolgers. Ten aanzien van het voetbal dient opgemerkt te worden dat de aanwezigheid van een betaald voetbalorganisatie in de stad mogelijkheden biedt voor de andere voetbalverenigingen. Bij een eventuele verplaatsing van FC Dordrecht ontstaan nieuwe inrichtingskansen voor de sportparken. Verdergaande samenwerking in de opleiding van talentvolle voetballers en bijbehorende plannen zouden in aanmerking kunnen komen 7.4 Waar zetten we op in? We willen inzetten op de ontwikkeling van enkele Dordtse sporten, waarbij een directe relatie ontstaat met aansprekende evenementen in de stad. Verder willen we een goede faciliteitenstructuur bieden voor talenten door de oprichting van een Olympisch Steunpunt (i.s.m. Rotterdam). Ontwikkelen van topclubs De ontwikkeling van enkele Dordtse sporten vraagt investeren in een beperkt aantal instellingen dat met Topsport bezig wil zijn. In eerste aanleg willen we dit doen door: • het beschikbaar stellen van een combinatiefunctionaris die een topper is in zijn sport als coach/trainer; • voorrang geven aan deze instellingen bij de verhuur van ruimten; • begeleiding van deze instellingen met een Clubkoerstraject (zie sterke sportverenigingen) gecombineerd met een traject ter versterking van de organisatie van de eigen sportinfrastructuur binnen de vereniging (door nauwe samenwerking met de sportbond). Van de topclubs wordt het volgende verwacht: • De combinatiefunctionaris is voor ongeveer de helft van zijn tijd actief op/voor scholen. Hierbij worden regelmatig toppers uit de eigen club ingezet. Het actief zijn betekent ingezet worden als coach bij diverse activiteiten van het Sportbedrijf Dordrecht op de scholen, maar ook in het geven van lessen over (top)sport; • De topclubs bieden de gelegenheid (indien van toepassing) aan talenten van andere verenigingen in de stad om periodiek een training te ondergaan; • De topclubs laten hun belangrijke events plaatsvinden in door de gemeente vast te stellen aantrekkelijke accommodaties/plaatsen; • Gezamenlijk optrekken in het organiseren van een faciliteitennetwerk voor talenten. Op termijn kan één en ander leiden tot noodzakelijke aanpassingen aan accommodaties, maar op dit moment lijkt dit niet noodzakelijk. Voorlopig wordt nog niet voorgesteld om conform Rotterdams model een vaste financiële bijdrage te geven aan de topclubs. De ontwikkeling van topclubs is een groeimodel. Gezamenlijk optrekken van de topclubs (in spe) in de ontwikkeling naar een topclub moet leiden tot het benutten van elkaars netwerk. Eén en ander zou uiteindelijk moeten leiden tot een stevige Dordtse infrastructuur voor topsport. Hierbij valt te denken aan samenwerking op het gebied van huisvesting, sportmedische ondersteuning, onderwijs, sponsoring, etc. Ontwikkelen van talenten De ondersteuning van talenten en topsporters kan een betere invulling krijgen met de komst van een Olympisch Steunpunt. In samenwerking met Rotterdam en NOC*NSF vervult het steunpunt een makelaarsfunctie bij de doorverwijzing en informatievoorziening van talenten en topsporters. De opdracht voor dit Olympisch Steunpunt is als volgt: • ontwikkeling van een faciliteitenstructuur met onder andere: o informatievoorziening over relevante topsport/talentonderwerpen; o topsportmedische keuring, sportarts, sportfysiotherapie, sportdiëtist; o een netwerk van studiebegeleiding, loopbaanbegeleiding; o advisering in financiële, fiscale en juridische zaken; • onderzoek samen met de topclubs naar mogelijkheden voor extra trainingsruimte en huisvesting;
32
• • •
onderzoek samen met het onderwijs de mogelijkheid sportvriendelijke opleidingen in Dordrecht te krijgen. onderzoek samen met de topclubs en de accommodaties naar innovatieve trainings- en faciliteiten waardoor een extra meerwaarde ontstaat om deel uit te maken van de Dordtse School of Topsports; onderzoek ombuiging sportsubsidieverordening voor andere vorm ondersteuning talenten.
Rolemodels voor breedtesport en wijk Met de inzet van rolemodels zijn al diverse ervaringen opgedaan. Zo worden de voetballers van FC Dordrecht regelmatig ingezet (ondermeer bij de opening van het Cruyff Court), is een contract afgesloten met zaalvoetbal international en playstationheld Touzani. Ook zijn het afgelopen jaar de oud profbasketballers Raymond Bottse en Henk Pieters regelmatig ingezet. Het enthousiasme en opkomst van de doelgroepen dankzij de inzet van rolemodels vraagt om meer. 7.5
Sponsors en innovatie
Om ruimte voor talent te creëren zal er moeten worden samengewerkt met verschillende partners in het veld hierbij valt te denken aan: • media • sportverenigingen en sportbonden • scholen • bedrijfsleven • kenniscentra zoals NISB, NOS&NSF • Albert Schweitzer Ziekenhuis Een specifieke samenwerking wordt aangegaan met de stichting Rotterdam Topsport. Deze stichting beschikt over een grote hoeveelheid aan expertise waarvan gebruik wordt gemaakt. De innovatie in de gekozen aanpak ligt onder andere in: • de samenwerking tussen verschillende topclubs en andere partners om te komen tot een overkoepelende voorzieningenstructuur; • de ambitie om sponsoring te creëren op de overkoepelende voorzieningenstructuur; • de nadrukkelijke relatie die met sportbonden en evenementen gelegd wordt in de toekenning en samenwerking; • de samenhang met de breedtesportactiviteiten in de wijken; • de zoektocht samen met de topclubs en de accommodaties naar innovatieve trainingsfaciliteiten waardoor een extra meerwaarde ontstaat om deel uit te maken van de Dordtse School of Topsports. De ambities binnen de spaak Ruimte voor Talent en Topsport vragen om investeringen in: • Coördinatie en begeleiding van topclubs en het Olympische Steunpunt; • De inzet van een combinatiefunctionaris met topsportontwikkeltaken bij de topclubs; • Financiële ondersteuning van talenten, faciliteiten en evenementen.
33
7.6
Wat gaan we doen?
Inzet Ontwikkelen van topclubs
Opzetten Olympisch Steunpunt
Vervolgbeleid Ruimte voor talent en topsport
Output Faciliteren van koplopers met combinatiefunctie Starten van een clubkoerstraject met de koplopers Starten van een clubkoerstraject met achtervolgers Eventueel vervolg voor achtervolgers door inzet combinatiefuncties Faciliteitenstructuur gereed Onderzoek talentvriendelijke opleidingen gereed Voorbeeld voor breedtesport en inzetten rolemodels Vaste topsportinfrastructuur in Dordrecht
Planning Zomer 2008 Sept 2008 maart 2009 Aug. 2009 Juni 2009 Juni 2009 2010
34
Hoofdstuk 8
8.1
Aansprekende evenementen
Wat willen we bereiken?
Dordrecht wil zich met sport op een unieke manier profileren. Enerzijds naar de eigen burgers (interne stimulans sportparticipatie) anderzijds vanuit de profilering als stad in de regio.
De profilering van Dordrecht moet zich uiten door: wekelijks “Superweekend”, ofwel zichtbaarheid van wedstrijden van topclubs op het hoogste niveau; meerdere keren per jaar evenementen met een sterk stedelijke of regionale uitstraling; periodiek (inter)nationale topevenementen; Dit kan vorm krijgen door: de Sportboulevard te positioneren als centrum voor topclubs, een actieve lobby aan te gaan in het binnenhalen van evenementen behorend bij de “Dordtse topsporten” en het creëren van een “Eigen” Dordts sportevenement 8.2
Lokale situatie
Evenementen in Dordrecht Huidige sportevenementen zijn de Dwars door Dordt Loop, de Netwerk Drechtstedenloop, het 3on3 Streetball, de City Tennis Tour, de Albert Schweitzerloop en de Wielerronde van Dordrecht. Ook organiseert de zwemvereniging regelmatig een grandprix en periodiek een Nederlands Kampioenschap. Daarnaast zijn er in het verleden sportevenementen gehouden zoals het eindejaarstoernooi van korfbal, de City Beach! Tour, de Skate Sensation en diverse zwem EK’s. Opvallend is het aantal loopevenementen. Met name de Drechtstedenloop is in potentie een evenement dat qua aantal lopers en toeschouwers toeloop potentie heeft. Alle overige evenementen worden ook binnen het staande evenementenbeleid beschouwd als meer lokale evenementen Evenementenbeleid In het bestaande festival- en evenementenbeleid is een vijftal stedelijke functies beschreven waaraan festivals en evenementen kunnen voldoen. Aan de hand van de hoeveelheid stedelijke functies wordt ook de hoogte van de subsidie van de evenementen bepaald. Hieronder staan de (mogelijke) stedelijke functies van een evenement beschreven: • economische spin-off; • effect op het imago van Dordrecht; • versterking van de toeristisch-recreatieve samenhang; • vergroten van de (sport)participatie van de inwoners van Dordrecht; • vergroten sociale samenhang en maatschappelijke participatie van doelgroepen. Het festival- en evenementenbeleid (2004) kent een sportmatrix met de sportevenementen ingedeeld naar niveaus. Deze matrix staat hieronder vermeld en ingevuld met sportevenementen voor het jaar 2008.
35
Sportmatrix 2008
geen
Nationaal Unieke stad
Dwars door Dordt, Netwerk Drechtstedenloop
Wielerronde van Dordrecht, Avond4daagse, Streetsoccer, 3 on 3 Streetball, City Tennis Tour, Albert Schweitzerloop
Regionaal Aantrekkelijke stad
Lokaal Basisinfrastructuur Leefbare stad
Evenementen door verenigingen 125 verenigingen hebben een enquête ontvangen over sportevenementen en de aanwezigheid van talenten binnen de vereniging. 13 verenigingen hebben aangegeven interesse te hebben in de organisatie van een evenement. Dit blijken veelal evenementen te zijn welke een plek hebben in de onderste laag van de bovenstaande piramide. Accommodaties Het zou niet realistisch zijn om te veronderstellen dat Dordrecht sportevenementen in het hoogste segment van de internationale topsport kalender (niveau championsleague, WK-zwemmen, Daviscup) kan organiseren. Hiervoor ontbreekt het al snel aan de juiste voorzieningen in sportaccommodaties, maar ook in andere voorzieningen van infrastructurele aard. Het niveau daaronder, met uitschieters naar internationale faam biedt mogelijkheden. Vanzelfsprekend geldt ook dat de beschikbaarheid van accommodaties een belangrijke rol speelt. De Sportboulevard en de Atletiekbaan zijn accommodaties welke geschikt zijn voor evenementen op respectievelijk internationaal en nationaal niveau. De toekomstige Sportboulevard biedt gelegenheid voor internationale wedstrijden korte baan en waterpolo en de ijshal kan geschikt zijn als evenementenhal voor diverse indoor sportfinales. 8.3
Overwegingen onderliggend aan wat we gaan doen
Eigen evenementen of bestaande evenementen In de sportwereld zijn de bestaande evenementen, gelieerd aan een sportbond de meest bekende evenementen (zie ook hoofdstuk 3 Trends en Ontwikkelingen). De concurrentie om deze evenementen binnen te halen is vaak groot en vergt een stevige lobby. Befaamd zijn ook de eigen evenementen die in een stad georganiseerd worden (zoals de Nijmeegse Vierdaagse). Bij het zelf organiseren is het voordeel dat de gemeente kan bepalen hoe het evenement eruit ziet, aan welke voorwaarden moet worden voldaan, de sportinfrastructuur vaststelt, enzovoorts. Ook de periodieke herhaling van het evenement is daarmee gegarandeerd.
36
Participeren of kijken Het nut en doel van een evenement kan divers zijn. De criteria die in het reguliere evenementen beleid zijn geformuleerd zijn hier van afgeleid. Evenementen die veel toeschouwers trekken, bijdragen aan het imago en de economische spinn-off van de stad zijn de echte KIJK evenementen. Evenementen die bijdragen aan de sociale samenhang en (sport)participatie zijn vooral DOEN-evenementen. De figuur in de volgende paragraaf biedt een kader waarin genoemde overwegingen een plaats krijgen. 8.4
Waar zetten we op in?
De Dordtse sportevenementenkalender De Dordtse sportevenementenkalender is beperkt. Een evenement als de Drechtstedenloop is redelijk uniek en kan zich scharen in de top 5 van de halve marathons in Nederland. Het deelnemersveld is echter nog relatief beperkt en de uitstraling eveneens. Het evenement is nog jong en de organisatie lijkt ambitieuzer te worden. Om de uitstraling van Dordrecht als sportieve stad nog meer te benadrukken zou een extra grootschalig terugkerend sportevenement een absolute meerwaarde hebben. Het is zaak om samen met de evaringen van cultuurevenementen en de Stichting Dordrecht Marketing te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een dergelijk evenement te laten ontstaan. De sportevenementkalander moet een duidelijk evenwicht hebben tussen de elementen: zelf organiseren, bestaande evenementen naar Dordrecht halen, zelf participeren en kijken. In Dordrecht willen we een sportevenementenkalender die aansluit bij de spaken van het Dordtse Sportwiel. We willen evenementen die relaties hebben met onze topsporten, een impuls geven aan de sportverenigingen en spin-off creëren in de wijken. De grotere “kijk”-evenementen kunnen enorm versterkt worden door hieraan sportstimuleringsevenementen te koppelen. Een Drechtstedenloop vooraf gegaan door diverse loopevents in de wijken, een EK-waterpolo gekoppeld aan waterpoloclinics tijdens het schoolzwemmen, gratis kaartjes voor schoolkinderen, etc. zijn daar voorbeelden van. Zelf Organiseren Eigen events: * nieuw event *Drechtstedenloop
Sportstimulering evenementen
Super Weekend (Sportblvd: Deetos/MNC/ Next Volley/ DZS
Kijken/ Imago
Doen/participatie
NK/EK/WK karate Korfbal Zwemmen Waterpolo IJssporten
Naar Dordrecht halen
37
De figuur geeft de gewenste positionering van de Aansprekende Dordtse Sportevenementenkalender weer. De pijlen weerspiegelen de relatie die gelegd moet worden tussen grote evenementen en activiteiten in de wijk. Hierdoor wordt de spinn-off van evenementen in de stad versterkt. In de matrix zijn alleen niet de diverse breedte-sport evenementen weergegeven welke reeds bestaan binnen Dordrecht. Ontwikkeling nieuwe sportevenementen Eerder werd gesteld dat de Dordtse Sportevenementenkalender relatief beperkt is. Het gros van de bestaande evenementen kan gewoon ingepast worden in het evenementenbeleid. Het komende jaar wordt samen met de Stichting Dordrecht Marketing onderzocht welke type Dordtse Sportevents haalbaar zijn, welke energie daarvoor is in de stad en wat de (financiële) consequenties zijn. Doel is om uiteindelijk rond de opening van de sportboulevard in 2010-2011 voor het eerst een dergelijk evenement te organiseren. Superweekend is vooral agendatechnisch en organisatorisch gezien een opgave waar naar toe georganiseerd wordt. In de samenwerkingsverbanden welke georganiseerd worden met de topclubs, bedrijven, exploitanten wordt als doel gesteld om in de periode 2008-2010 te komen tot: • positionering van topsport/talentsporten in Dordrecht; • sponsoring van deze sporten; • komen tot een aantrekkelijke sportkalender van grandprix, NK’s, EK’s en evt. WK’s t/m 2014. Particulier initiatief Voor alle evenementen geldt dat het particulier initiatief leidend is. Plannen, ambities moeten bij organisatoren vandaan komen. Naast de faciliterende rol ten aanzien van de accommodaties ligt er ook een faciliterende rol in samenwerking. Zo wordt in gesprekken met sportbonden en sportverenigingen over talentcentra en topclubs ingezet op garanties van de bond bij het toekennen van evenementen. Met de topsportclubs is reeds afgesproken om gezamenlijk te gaan werken aan een faciliteitenstructuur voor talenten. Een verlengstuk en vervolgstap van deze samenwerking zou kunnen zijn om gezamenlijk te werken aan het neerzetten en binnenhalen van evenementen, sponsors en marketing. Dit conform modellen in andere steden. Vanzelfsprekend in nauwe samenwerking met Stichting Dordrecht Marketing. 8.5
Partnerschap en innovatie
Om aansprekende evenementen te creëren zal er moeten worden samengewerkt met verschillende partners in het veld. Hierbij valt te denken aan: • commerciële sportaanbieders; • verenigingen en sportbonden; • evenementenorganisaties; • stichting Dordrecht Marketing • bedrijven; • media De gemeente Dordrecht wil met het uitvoeringsprogramma navolgende innovaties realiseren: • specifieke positionering Dordtse sportevenementenkalender; • koppelen van grote evenementen aan stimuleringsevenementen in de wijken; • koppeling van evenementen aan afspraken rond talentcentra. 8.6
Wat gaan we doen?
Inzet Ontwikkelen sportevenementenkalender
Output Inzicht ambities en consequenties bestaande evenementen Inzicht in potentie en coördinatie (nieuwe) eigen evenementen
Planning 1e helft 2009 2e helft 2009
38
Hoofdstuk 9
Financiën
9.1 Kosten intensiveringen De kosten van het uitvoeringsprogramma betreffen investeringen en exploitatiekosten. De dekking van de kosten komt uit de begroting van het sportbedrijf, extra gemeentelijke middelen en bijdragen van derden. Het tempo en de mate waarin het uitvoeringsprogramma gerealiseerd kan worden is afhankelijk van het realiseren van extra gemeentelijke middelen (via de kadernota 2009) en bijdragen van derden. In onderstaande tabel is een samenvatting gegeven van de (voorlopige) financiële intensivering van de sport in Dordrecht en de dekking hiervan. In de bijlage staat een uitgebreider overzicht opgenomen van de intensiveringen. In de volgende paragraaf wordt de dekking nader toegelicht. Intensiveringen3 Dekking - Kadernota 2007/2008 - Kadernota 2009 - Sponsors Saldo
2008 €429.000
2009 €1.211.000
2010 €1.225.336
2011 €882.086
2012 e.v. €1.336.836
€299.000 €130.000 0
€346.000 €344.500 €520.500 0
€455.000 €330.836 €439.500 0
€100.000 €402.786 €379.300 0
€100.000 €606.836 €630.000 0
9.2 Dekking intensiveringen De dekking van de intensiveringen is afkomstig uit drie bronnen: kadernota 2007/2008, kadernota 2009 en sponsors. In onderstaande overzichten worden deze nader toegelicht. Kadernota 2007/2008 Bij de kadernota voor 2007 en 2008 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de sport. De kadernota 2007 had betrekking op een incidenteel bedrag van in totaal € 100.000,-- voor de impulsregeling innovatief sportaanbod en een structureel bedrag van € 100.000,-- voor het verenigingshallenplan. De kadernota 2008 had betrekking op € 500.000,-- voor duale aanstellingen en € 200.000,-- voor schoolsportprojecten voor jongeren (leerpark); beide bedragen zijn incidenteel. Met de ambities van het uitvoeringsprogramma is een andere verdeling van de middelen gewenst, waarbij tevens de oorspronkelijke achterliggende doelen waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld worden gerealiseerd. Dit heeft betrekking op de bedragen uit de kadernota 2008; in het uitvoeringsprogramma zijn de combinatiefuncties (duale aanstellingen) prominent onderdeel waarvan een deel wordt ingezet voor jongeren (het leerpark). In onderstaande tabel zijn de bedragen gerelateerd aan betreffende intensiveringen van het uitvoeringsprogramma. Intensivering Basispakket verenigingsondersteuning Clubkoers Moderne sportverenigingen (impuls innovatief sportaanbod) Verenigingshallenplan Moderne sportparken (masterplan) Opzetten Olympisch steunpunt Combinatiefuncties Communicatie en sponsorwerving TOTAAL waarvan: - Kadernota 07 - Kadernota 08
2008 €29.000 €10.000 €25.000 €100.000 €60.000 €25.000 €50.000 €299.000 €125.000 €174.000
2009
2010
2011
2012 e.v.
€50.000
€25.000
€100.000
€100.000
€100.000
€100.000
€120.800 €75.000 €345.800 €150.000 €195.800
€289.200 €41.000 €455.200 €125.000 €330.200
€100.000 €100.000 -
€100.000 €100.000 -
3
Van 2010 naar 2011 dalen de intensiveringen. Dit houdt verband met intensiveringen die in de kadernotaclaim 2009 voor 2 jaar (2009/2010) zijn gehonoreerd (zie paragraaf 9.2). Van 2011 naar 2012 stijgen de intensiveringen. Dit houdt verband met de combinatiefuncties en de financiering van het rijk; in 2011 is financiering voor 11,5fte en vanaf 2012 voor 19,1fte (zie paragraaf 9.2).
39
Kadernota 2009 De extra gemeentelijke middelen lopen mee in het kadernotaproces 2009. In de collegeconferentie van 26 en 27 mei 2008 is besloten de voorstellen tot intensivering te honoreren. Voorstellen 3 en 4 (zie hieronder) zijn voor 2 jaar gehonoreerd. De voorstellen tot intensivering uit de kadernota 2009 hebben betrekking op: 1. Kunstgras: 4 kunstgrasvelden 2. Combinatiefuncties: 19,1 fte vanaf 2012 3. Formatieve versterking sportbedrijf t.b.v. ruimte voor talent en aansprekende evenementen (opzetten olympisch steunpunt en ontwikkelen sportevenementenkalender) 4. Formatieve versterking sportbedrijf t.b.v. sterke sportverenigingen (basispakket verenigingsondersteuning en clubkoers) 5. Toezicht De Dubbel voor een bedrag van €16.000,-- per jaar. Dit is in geen onderdeel van het uitvoeringsprogramma en is in onderstaande totaalbedragen buiten beschouwing gelaten. Gehonoreerde voorstellen tot intensivering kadernota 2009 (collegeconferentie 26 en 27 mei 2008) 2009 2010 2011 € 50.000 (1) € 93.336 (1) € 92.086 (1) € 46.500 (2) € 310.700 (2) € 103.500 (2) € 112.000 (3) € -- (3) € 112.000 (3) € 79.000 (4) € 79.000 (4) € -- (4) (€ 16.000 (5)) (€ 16.000 (5)) (€ 16.000 (5)) totaal: € 344.500
totaal: € 330.836
totaal: € 402.786
2012 e.v. € 90.836 (1) € 516.000 (2) € -- (3) € -- (4) (€ 16.000 (5))
totaal: € 606.836
Definitieve besluitvorming over de kadernota 2009 vindt plaats in de gemeenteraad van 8 juli 2008. Sponsors In de dekking van het uitvoeringsprogramma verwachten we ook van de partners/sponsors een bijdrage. ‘Hoofdsponsor’ is het rijk. Het rijk heeft in het kader van de impulsregeling Brede scholen, Sport en Cultuur middelen beschikbaar voor gemeenten die aan de slag willen met combinatiefuncties. Eind 2007 heeft het college van B&W een verklaring afgegeven waarin het college aangeeft in 2012 19,1fte aan combinatiefuncties te willen realiseren. Per fte draagt het rijk € 18.000,-- bij (40% van de personele kosten ad. € 45.000,--). In 2008 financiert het rijk op basis van € 45.000,--4 per fte 9,2 fte. Dat komt neer op een bedrag van € 414.000,--5. In de jaren 2009, 2010 en 2011 financiert het rijk op basis van 11,5fte en vanaf 2012 op basis van 19,1fte (het gaat dan om 40% van € 45.000,--). We verwachten in het najaar van 2008 met 7 combinatiefuncties te kunnen beginnen. In financiële termen houden we middelen over uit 2008 die we inzetten voor een deel van de dekking van de combinatiefuncties in 2009. Voor 2008 en 2009 hebben we daarmee de dekking vanuit de sponsors nagenoeg gerealiseerd. Vanaf 2010 en volgende jaren dient een deel van de dekking vanuit sponsors (onderdeel ‘overige sponsors’ in onderstaande tabel) nog gerealiseerd te worden. In het uitvoeringsprogramma is budget opgenomen voor sponsorwerving.
4
Aan de kostenkant rekenen we met een bedrag van € 60.000,-- per fte. We gaan uit van €15.000,-- aan overige kosten, hetgeen we reëel achten voor niet werkplek gebonden personeel. In 2008 en 2009 willen we als gemeente de kosten per fte tot €60.000,-- dragen (incl. bijdrage rijk). Vanaf 2010 is een bijdrage vanuit de partners nodig; de gemeente financiert dan (incl. bijdrage rijk) per fte €45.000,-- (onderdeel van de kadernotaclaim 2009); de kosten die daar boven uit komen (€15.000,--) dienen de partners te dragen. 5 Brief ministerie van BZK van 21 december 2007. In betreffende brief is het bedrag van € 414.000,-- voor 2008 opgenomen. De financiering voor 2008 en navolgende jaren vanuit het rijk vindt plaats via het gemeentefonds; in 2008 via een integratieuitkering. De mutatie voor 2008 vindt plaats via de meicirculaire.
40
Dekking sponsors Rijk Restant rijk 20086 Overige sponsors Totaal
9.3
2008 €130.000
€130.000
2009 €206.800 €284.000 €29.700 €520.500
2010 €206.800
2011 €206.800
2012 e.v. €344.000
€232.700 €439.500
€172.500 €379.300
€286.000 €630.000
Overige informatie
Het subsidiestelsel wordt op onderdelen aangepast en wordt in lijn gebracht met de strategische beleidsdoelstellingen van het beleidskader ‘Dordt sport’. De gemeente Dordrecht ontwikkelt in samenspraak met de Sportraad een nieuw sportsubsidiebeleid. De sportsubsidieverordening zal hierop worden aangepast. Dit betekent niet dat alle subsidies worden aangepast of afgeschaft. De haalbaarheid en betaalbaarheid zijn belangrijk uitgangspunten bij het onderzoek naar de verschillende subsidies. Per subsidie zal worden bezien of er mogelijkheden zijn om de subsidie meer in lijn te brengen met het nieuwe sportbeleid. Met name zal worden gekeken naar ‘subsidieregeling sportstimulering’ en de ‘kleedlokalen subsidieregeling’.
6
De bijdrage van het rijk in het kader van de combinatiefuncties in 2008 is € 414.000,--. In 2008 hebben we een onderbesteding van € 284.000,-- die meegenomen mag worden naar het volgende jaar.
41
Hoofdstuk 10
Participatie en communicatie
10.1 Stand van zaken participatie Voor de totstandkoming van het uitvoeringsprogramma is nadrukkelijk gesproken met partners uit de Dordtse Sportwereld. Naast diverse overleggen met de Sportraad en potentiële sponsors is begin 2008 een participatietraject gestart dat bestond uit drie bijeenkomsten: De Aftrap, De Tussensprint en Het Eindschot. Op 21 februari is tijdens De Aftrap het beleidskader met daarin de vijf onlosmakelijk verbonden speerpunten gepresenteerd in de vorm van het Dordt Sportwiel. Vervolgens is er op 27 maart via de expertmeeting De Tussenprint met de partners dieper ingegaan op de verschillende spaken uit het wiel. De deelnemers konden in twee workshoprondes discussiëren over de verdere invulling van de speerpunten. Met Het Eindschot is dit uitvoeringsprogramma gepresenteerd aan iedereen die tijdens de participatiebijeenkomsten een bijdrage heeft geleverd. Een volledig overzicht van het participatieproces is te lezen in bijlage 1. Via de website www.sportindordt.nl/sportwiel zijn alle partners op de hoogte gehouden van de laatste stand van zaken. Daarnaast is op de sportpagina’s in de Stem van het Weekend aandacht besteed aan de bijeenkomsten. 10.2 Communicatie rond het uitvoeringsprogramma Na het vaststellen van het uitvoeringsprogramma ligt er een belangrijke communicatieopgave. De betrokkenheid en het enthousiasme die op gang gekomen zijn na het participatietraject moeten worden vastgehouden. Met name de (potentiële) sponsors moeten blijvend betrokken worden bij de uitvoering van het beleid. In bijna alle gevallen wordt het beleid namelijk in samenwerking tussen de gemeente en sponsors uitgevoerd. Hieronder vallen: scholen, verenigingen, bedrijven, sportbonden, stichtingen en alle andere partners die zich committeren aan het sportbeleid. Het uitvoeringsprogramma loopt tot en met 2011. Om het sportbeleid levend te houden zal de gemeente jaarlijks een bijeenkomst organiseren om de stand van zaken van het sportbeleid te bespreken met alle betrokken partners. Tijdens deze bijeenkomsten staan de sponsors centraal. Zij kunnen in samenwerking met de gemeente laten zien wat er het afgelopen jaar gerealiseerd is. Voor alle sponsors wordt een sponsorplan opgesteld, waarin duidelijk wordt vastgesteld wat de sponsoring bijdraagt en wat de gemeente daarvoor teruggeeft. Een sponsor wordt in ieder geval met naam op het Dordt Sportwiel geplakt en krijgt een plekje als sponsor op de bovengenoemde website. Uiteindelijk zijn de resultaten van het uitvoeringsprogramma bedoeld voor alle Dordtenaren. De bewoners moeten goed geïnformeerd worden over de resultaten van het uitvoeringsprogramma. Dit doet de gemeente door telkens rond mijlpalen te zorgen voor goede informatie en publiciteit en samen met de betrokken sponsors naar buiten te treden. Voor het bereiken van zoveel mogelijk Dordtenaren bij activiteiten die uit het uitvoeringsprogramma voortvloeien, wordt per doelgroep een aparte communicatiestrategie opgesteld. In de reguliere communicatie over het sportbeleid wil Dordrecht de komende jaren in ieder geval de volgende middelen inzetten: - Een regelmatig terugkerende rubriek in de Stem van het Weekend over het sportbeleid. - Het Dordt Sportwiel heeft een vaste plek op de website van Dordrecht. Alle ontwikkelingen met betrekking tot het sportbeleid zijn hier te vinden. - Van het uitvoeringsprogramma wordt een compact en toegankelijk boekje gemaakt. - Digitale nieuwsbrief over sport in Dordrecht, waarop iedereen die interesse heeft zich kan abonneren. - Jaarlijkse bijeenkomst met (potentiële) sponsors en andere geïnteresseerden over de voortgang van het sportbeleid. Publiciteit rond mijlpalen zoals de aanleg van een kunstgrasveld, de opening van de E-fitzone of een nieuw Dordts sportevenement.
42
Bijlage Overzicht Financiën Uitvoeringsprogramma Sport 2008-2012 Financiën uitvoeringsprogramma "De Demarrage" samengevat Intensivering
€
2008 2009 429.000 € 1.211.000 €
2010 1.225.336 €
Totale kadernotaclaims 2007/2008 e.v. Totale kadernotaclaims 2009 e.v. Restant
€
299.000
€
130.000
455.000 € 330.836 439.500
€
346.000 € 344.500 € 520.500
€ €
2011 2012 e.v. 882.086 € 1.336.836
€
100.000 € 402.786 € 379.300
€
100.000 € 606.836 € 630.000
Bovenstaand de dekking van de sportintensivering. Het restant bedrag wordt gedekt met sponsors, fondsen en bijdragen van het rijk N.B.1 claim 2009 is excl. € 16.000 "toezicht de Dubbel" (niet weergegeven in het uitvoeringsprogramma) N.B. 2 Bij de intensivering is opgeteld: in 2008, 2009 en 2010 respectievelijk € 50.000, € 75.000 en € 41.000 t.b.v. communicatie en sponsorwerving
In onderstaande tabellen zijn de financiën per spaak nader toegelicht. Sportieve en gezonde wijken Continueren bestaand aanbod Realiseren E-fitzone verbeteren aansluiting wijk, onderwijs, sportvereniging Stimuleren sport onder oudere jeugd
2008 2009 2010 Uit bestaande begroting sportbedrijf PM PM 10 Satellietclubs in 2012 programmering Sport, Cultuur op Leerpark uitbreiden actionsport
€
€ 404.130 € 404.130 € 62.174 € 62.174 financiering uit budgetten wijkprogramma's
Sterke Sportverenigingen Basispakket verenigingsondersteuning
Clubkoers Moderne Sportvereniging
74.286
2008 nieuwe opzet nieuwsbrief, programma themabijeenkomsten, sportservicepunt, etc. ondersteuningspakket met bedrijven/scholen inzet 3 combinatiefuncties in 2012 bij moderne sportverenigingen impulsregeling innovatief sportaanbod 5-10 verenigingen
2009
2011 PM € €
€
25.000
€
62.174
€
50.000
€
25.000
€ €
2011
Uit bestaande begroting sportbedrijf € 29.000 € 89.000 € 119.000 € 10.000 € 20.000 € 20.000 62.174
PM
390.000 60.000
2010
€
2012 e.v.
2012 e.v.
PM PM €
60.000
600.000 120.000
PM PM €
180.000
Opmerking: Naast bovenvermelde financiën bedragen de sportsubsidies aan hoofdzakelijk verenigingen jaarlijks € 215.000
43
Aantrekkelijke Accommodaties Introductie Streetsportzones Moderne Schoolsportaccommodaties Continueren verenigingshallenplan Moderniseren Sportparken
Masterplan Kunstgras Herinirichting Schenkeldijk Overig
Topsportinrichting Sportboulevard Verkenning Sport in openbare ruimte
2008 2009 2010 2011 2012 e.v. PM, i.s.m. andere sectoren woningbouwcoöperaties, fondsen e.d. wordt bezien of financiering kan plaatsvinden € 100.000 € 100.000 € 100.000 € 100.000 € 100.000 € 60.000 € 50.000 € 93.336 € 92.086 € 90.836 PM PM PM PM PM Via efficiënter inrichten sportparken modernisering (masterplan) Via bestaande middelen en aanvullende sponsoring PM PM PM PM PM
Opmerking: Naast bovenvermelde financiën bedraagt de bijdrage (na aftrek van huur) aan sportvelden, sporthallen en zwembad jaarlijks ca. € 3,8 miljoen
Ruimte voor talent en topsport Ontwikkelen topclubs Opzetten Olympisch steunpunt Vervolgbeleid
inzet combinatiefuncties faciliteitenstructuur + onderzoek/opzet
2008 2009 2010 2011 € 55.714 € 186.522 € 186.522 € 180.000 € € 25.000 € 62.000 € 62.000 PM PM PM PM PM
Aansprekende evenementen Ontwikkelen sportevenementenkalender Inzicht in ambities en consequenties bestaande evenementen Inzicht in potentie en coördinatie (nieuwe eigen) evenementen Vervolgbeleid PM
2008
2009
€ PM
50.000
2010
€ PM
50.000
2011
PM PM
2012 e.v. 246.000 PM PM 2012 e.v.
PM PM
44