VASTGESTELD DOOR DE RAAD OP 25 mei 2011.
BELEIDSKADER
voor het
HUISHOUDELIJKE AFVAL
voor de
PERIODE 2011 - 2015
en opzet voor een
UITVOERINGSPROGRAMMA
pagina 1 van 14
INHOUDOPGAVE
1. DAAROM EEN BELEIDSKADER.
3
2. OPBOUW VAN HET BELEIDSKADER.
3
3. INPASSING IN DE GEMEENTELIJKE PLANNINGSCYCLUS.
6
4. PRESTATIEGEBIED MILIEU. Prestaties Aandachtspunten Doelstellingen en indicatoren Beleidskader prestatiegebied milieu
7
5. PRESTATIEGEBIED KOSTEN. Prestaties Aandachtspunten Doelstellingen en indicatoren Beleidskader prestatiegebied kosten
10
6. PRESTATIEGEBIED DIENSTVERLENING. Prestaties Aandachtspunten Doelstellingen en indicatoren Beleidskader prestatiegebied dienstverlening
12
7. HET VOLLEDIGE BELEIDSKADER.
13
8. JAARLIJKS UITVOERINGSPROGRAMMA.
14
Gebruikte afkortingen: SRE: LAP: GFT: OPK: KFF:
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Landelijk Afvalbeheer Plan Groente, Fruit- en Tuinafval Oud Papier en Karton Kunststof Flessen en Flacons
pagina 2 van 14
1. DAAROM EEN BELEIDSKADER.
De tijd dat afval gezien werd als een onvermijdelijk bijproduct van onze productie en consumptie ligt voor een belangrijk deel achter ons. Steeds meer realiseren we ons dat met afval behalve kostbare en schaarser wordende grondstoffen ook energie verloren gaat. Verdergaande afvalscheiding zal uiteindelijk leiden tot de “afvalloze stad”. Alle materialen waarvan een inwoner zich ontdoet komen terecht in een organische kringloop (energieopwekking, bodemverbetering) of in een technische kringloop (hergebruik van materialen/voorwerpen), eendachtig het cradle to cradleconcept en aansluitend op de voorkeursvolgorde voor verwerking uit het Landelijk Afvalbeheer Plan. Ook Someren wordt geconfronteerd met deze ontwikkelingen omdat het streven naar een duurzamer afvalbeheer wordt vertaald in wet- en regelgeving. En het bestuur en de inwoners hebben wensen en ambities ten aanzien van de lokale invulling. Dit betekent dat er initiatieven en beslissingen worden genomen over aanpassing van het afvalbeheer. Voor een transparante en consistente besluitvorming is het dan wenselijk om te beschikken over een toetsingskader dat de hoofdlijnen en doelstellingen van het afvalbeleid van de gemeente Someren bevat, oftewel het: “beleidskader huishoudelijk afval”. Dit beleidskader geeft richting aan het afvalbeheer in Someren in lijn met landelijk en gemeentelijk beleid en het bevat doelstellingen voor de planperiode. Uitgangspunt daarbij is het huidige prestatieniveau.
2. OPBOUW VAN HET BELEIDSKADER.
Bij de vormgeving van het (gemeentelijk) afvalbeheer wordt vaak gebruik gemaakt van de “afvaldriehoek” waarin ontwikkelingen, activiteiten en prestaties worden bezien vanuit drie prestatiegebieden:
milieu afvalscheiding verwerking
beleidskader
dienstverlening
kosten
inzamelstructuur inwonerperceptie
afvalstoffenheffing doelmatigheid
De prestatiegebieden vormen één systeem. Verandering in één gebied leidt tot verandering in de andere gebieden. Het systeem wordt beïnvloed door wettelijke, politiek/bestuurlijke en sociaal/maatschappelijke factoren die met het ambitieniveau de invulling bepalen. Per prestatiegebied komen in het beleidskader aan de orde: • prestaties; • aandachtspunten; • doelstellingen; • indicatoren.
pagina 3 van 14
Uitgangspunt bij de invulling van de prestatiegebieden is het bestaande beleidsjuridische kader ten aanzien van het afvalbeheer. Hierin worden onderscheiden het landelijk en gemeentelijk niveau en privaatrechtelijke contracten.
HET LANDELIJK BELEIDSJURIDISCHE KADER. • Wet milieubeheer: vormt het kader voor de regelgeving op het gebied van het afvalstoffenbeheer; een belangrijke maatstaf is de doelmatigheid van het afvalbeheer. De Wet bevat bepalingen t.a.v. het opstellen van een Landelijk Afvalstoffen Plan, stookvergunningen, voorkeursvolgorde bij de afvalverwijdering, zorgplicht, afvalstoffenverordening, afvalstoffenheffing, bevoegdheden en de rol als bevoegd gezag. • Landelijk Afvalstoffen Plan (“LAP”): bevat het algemene beleidskader en de uitwerking van dat beleid voor specifieke (categorieën van ) afvalstoffen, de sectorplannen. Het beleidskader bevat de hoofdlijnen van het afvalbeleid. Het belangrijkste element is dat het afvalbeleid moet worden omgevormd naar een materialenbeleid en dat in de komende jaren wordt ingezet op preventie. Opgenomen zijn de landelijke doelstellingen voor gescheiden inzameling en algemene uitgangspunten voor instrumenten zoals vergunningverlening en handhaving. Naast de activiteiten als afvalscheiding, inzamelen, nuttige toepassing, verbranden en storten komen ook overkoepelende onderwerpen als definities, scenario’s, monitoring en handhaving aan de orde. Tenslotte worden de uitgangspunten zoals de voorkeursvolgorde voor de afvalverwijdering en doelstellingen gepresenteerd. Gemeenten zijn verplicht bij de uitoefening van bevoegdheden m.b.t. afvalstoffen rekening te houden met het LAP.
HET GEMEENTELIJK BELEIDSJURIDISCH KADER. • Coalitieprogramma 2010 – 2014: hierin is aangegeven dat met name wordt geïnvesteerd in een veilige leefomgeving, veilig verkeer, verenigingen en vrijwilligers, de locale economie en de maatschappelijke zorg. Van een betuttelende overheid omschakelen naar een regievoerende overheid die inwoners, vrijwilligers en verenigingen meer vrijheid, zeggenschap en verantwoordelijkheid biedt. De volgende concrete activiteiten raken aan het afvalbeheer: o programma 2: Openbare orde en veiligheid: extra inzet op handhaving o.a. op vervuiling; o programma 3 & 5: Verkeer, vervoer, openbare ruimte: bij het zwerfafvalproject dorps- en wijkraden actiever betrekken met behulp van extra stimuleringsmaatregelen; o Programma 12, algemene dekkingsmiddelen: de totale lastendruk voor de burger dient laag te zijn in vergelijking met andere gemeenten. • Kadernota 2010: de nota vormt het beleidskader voor het opstellen van de programmabegroting en meerjarenbegroting voor de komende vier kalenderjaren en is de concretisering van het coalitieprogramma. • Klimaatbeleid: de “Intentieverklaring Klimaatbeleid 2008-2012” vormt de basis voor uitvoering van klimaatprojecten in de periode 2008-2012. Onder het thema “grootschalige duurzame energieopties” is bij “duurzame verwerking gemeentelijke biomassastromen” als prestatie geformuleerd dat 3% van het energieverbruik binnen de gemeentegrenzen duurzaam wordt opgewekt m.b.v. wind, biomassa, warmtekracht of warmteen koudeopslag. Nagestreefd wordt een CO2 reductie van ca. 8 kton CO2. Realisatie wordt nagestreefd door zes projecten, één daarvan betreft de duurzame verwerking van gemeentelijke biomassa, waarbij wordt aangesloten bij het Brabant brede GFT 2012 project dat in 2012 zal leiden tot een duurzamere verwerking van GFT afval dan voorheen. • Afvalstoffenverordening: de afvalstoffenverordening bevat regels omtrent het ter inzameling aanbieden aan een aangewezen inzameldienst, aan een andere inzamelaar voor afzonderlijke genoemde afvalstromen, het overdragen aan een ander en het achterlaten van afvalstoffen op een ter beschikking gestelde plaats.
pagina 4 van 14
Instrumenten in de verordening voor de uitvoering van afvalstoffenbeleid zijn: o aanwijzen van de inzameldienst; o aanwijzen van andere inzamelaars voor afzonderlijke afvalstromen; o benoemen van afzonderlijk in te zamelen afvalstoffen; o verbinden aan voorwaarden aan een vergunning/ontheffing gericht op bescherming van het milieu. o intrekken/wijzigen van vergunningen in het belang van de bescherming van het milieu; o het weigeren van een vergunning in het belang van een doelmatig beheer. • Verordening afvalstoffenheffing: de gemeenteraad kan ter bestrijding van de kosten die voor haar verbonden zijn aan het beheer van huishoudelijke afvalstoffen een heffing instellen voor degenen die feitelijk gebruik maken van een perceel waarvoor een verplichting geldt tot het inzamelen van huishoudelijk afvalstoffen. Als heffingsmaatstaf kan worden gekozen uit een heffing per perceel, naar het aantal personen per perceel, naar inzamelfrequentie, naar aantal containers, naar gewicht van aangeboden afval of uit combinaties hiervan. Bij het tarief kan onderscheid worden gemaakt naar één vast tarief per aansluiting of een vast deel aangevuld met een variabel deel dat afhankelijk is van de hoeveelheid aangeboden afval. Tariefdifferentiatie lijdt enerzijds tot gedragsbeïnvloeding (stimuleren preventie en hergebruik), anderzijds tot een rechtvaardige verdeling van kosten. De meest rechtvaardige vorm van tariefdifferentiatie is gebaseerd op de aangeboden kilogrammen afval. Tariefdifferentiatie kan niet door de belastingplichtige worden afgedwongen. Basis voor het vaststellen van afvalstoffenheffingen zijn de werkzaamheden voortvloeiend uit de invulling van de gemeentelijke zorgplicht voor de afvalinzameling. Alleen de kosten van activiteiten die worden verricht ter nakoming van de zorgplicht voor huishoudelijke afvalstoffen mogen in de afvalstoffenheffing worden meegenomen. De opbrengst van de heffing moet aan de zorgplicht worden besteed. Bij het vaststellen van de tarieven kan invulling worden gegeven aan beleidskeuzes, zoals het streven naar verdergaande afvalscheiding. Beleidskeuzes zijn: o mate van kostendekkendheid; o niet doorberekenen van specifieke activiteiten; o specifieke gemeentelijke omstandigheden, bijv. stedelijke versus landelijke gemeente; o de maatstaf van heffing, bijv. bedrag per perceel versus betalen naar rato van hoeveelheid afval; o het gekozen tariefstelsel, bijv. uniforme omslag van alle kosten versus betalen per afgenomen activiteit; o het opnemen van niet wettelijk verplichte vrijstellingen. • Verordening garantieprijs oud papier en karton 2007: huishoudelijk oud papier en karton (“OPK”) wordt in Someren ingezameld door verenigingen en het bedrijf Paulussen. Om deze structuur in stand te houden ontvangen de inzamelaars die zijn aangewezen in de afvalstoffenverordening een “garantieprijs” van € 0,0227/kg OPK.
PRIVAATRECHTELIJKE CONTRACTEN. De gemeente Someren heeft privaatrechtelijke contracten voor de volgende diensten: o verwerking van gft en restafval; o inzameling van huishoudelijk afval (restafval, gft, kff en klein chemisch afval); o beheer milieustraat/ OPK/ Glas; o luierinzameling; o containermanagement/milieupassen; o kledingcontainers. Na het afsluiten van een contract is het belangrijk contractmanagement toe te passen. Goed contractmanagement kenmerkt zich door continue aandacht en voortdurende wisselwerking tussen de drie betrokken niveaus: o visie/beleid: een visie op de inzameling en verwerking, de beleidsdoelstellingen en de keuzes in de verwijderingstructuur; dit staat weliswaar los van de contracten, maar leidt tot een strategie waarin contracten dienen te passen; o contract: het aanbesteden, de keuze uit de contractvormen en de organisatie van het beheer; o uitvoering: het monitoren, kostenbeheersing, kwaliteitsmetingen en administratie/registratie.
pagina 5 van 14
Toepassing van de “plan do check act” cyclus leidt tot de gewenste wisselwerking tussen de betrokken niveaus in een logisch opvolging:
3. INPASSING IN DE GEMEENTELIJKE PLANNINGSCYCLUS.
Ontwikkelingen in het afvalbeheer vragen om een periodieke actualisatie van het beleidskader. Op basis van de “plan do check act” planningscyclus worden de volgende activiteiten uitgevoerd waarmee wordt aangesloten op de vierjaarlijkse raadscyclus. Jaarlijks: • evaluatie van het afvalbeheer (onderdeel milieujaarverslag); • activiteiten benoemen (onderdeel “Plan milieu en water”; • actualisatie van de Afvalstoffenverordening (uitvoeringsbesluit) en de Verordening afvalstoffenheffing; tweejaarlijks: • onderzoek naar aan de inwonerbeleving van het afvalbeheer; vierjaarlijks: • actualiseren van het beleidskader op basis van veranderingen in het beleidsjuridisch kader
pagina 6 van 14
4. PRESTATIEGEBIED MILIEU. PRESTATIES. Totale afvalstroom. Resultaten in de afgelopen jaren laten zien dat de afvalscheiding bij huishoudens (bronscheiding) ruim 60% bedraagt waarmee wordt voldaan aan de doelstelling van het Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP) en de gemeentelijke Kadernota 2010. De hoeveelheid restafval bedraagt de afgelopen jaren gemiddeld 2.600 ton oftewel 144 kg/inwoner. Sorteeranalyses uit 2009 laten zien dat het restafval voor 68 % bestaat uit afval waarvoor een toereikende inzamelstructuur in Someren aanwezig is:
afvalstroom gft papier/karton kunststofverpakkingen glasverpakkingen textiel metaal hout steen/puin totaal
Gewichtspercentage in restafval 25 6 18 2 5 6 3 3 68
in totale restafval (ton) 477 115 344 38 95 115 57 57 1298 ton
Per afvalstroom. Voor de belangrijkste afvalstromen bestaan inschattingen van de hoeveelheden die in huishoudens ontstaan. Tevens kan een vergelijk worden gemaakt met de resultaten van de “beste SRE gemeente”.
afvalstroom
Gft papier/karton glasverpakkingen kunststofverpakkingen Textiel klein gevaarlijk afval Metalen Totaal afval incl. restafval waarvan gescheiden
potentieel beschikbaar (kg/inw)
ingezameld in Someren (kg/inw)
beste regiogemeente (kg/inw)
205 130 33 45 10 2 10 695
56 (29%) 112 (86%) 24 (73%) 13 (29%) 5 (50%) 5 (250%) 3 (30%) 362 218 (60%)
228 (111%) 93 (72%) 27 (80%) 15 (33%) 7 (70%) 2 (100%) 7 (70%) 456 379 (83%)
Uit de sorteeranalyse en het overzicht blijkt dat: • de scheiding van GFT en kunststofverpakkingen laag is ondanks de toereikende inzamelstructuur; • dit geldt ogenschijnlijk ook voor textiel, maar hiervoor geldt dat een (groot?) deel wordt ingezameld zonder vergunning waarvan de resultaten niet bekend zijn; Verwerking. De verwerking van het huishoudelijke afval voldoet aan de doelstellingen van het LAP.
Klimaateffect. Als resultaat van het GFT 2012 project zal per medio 2012 een duurzamere verwerking van gft-afval starten door toepassing van een aanvullende vergistingstap in het composteringproces. Hiermee wordt een jaarlijkse reductie van 300 ton CO2 bereikt.
pagina 7 van 14
AANDACHTSPUNTEN. De gescheiden inzameling van GFT en kunststofverpakkingen is laag ondanks dat hiervoor een adequate inzamelstructuur aanwezig is. Verbetering zal daarom vooral gebaseerd moeten zijn op gedragsverandering, te bereiken door een gerichte communicatie over mogelijkheden voor en gevolgen van een beter scheidingsgedrag en door sterkere financiële prikkels (intensivering diftar). Dit geldt ogenschijnlijk ook voor textiel, maar hiervoor geldt dat een (groot?) deel wordt ingezameld zonder vergunning waarvan de resultaten niet bekend zijn. Deze hoeveelheden en de wijze van verwerking dienen in beeld te worden gebracht. Tevens dient een standpunt te worden ingenomen betreffende de niet vergunde inzamelactiviteiten. De sorteeranalyse laat zien dat het restafval een behoorlijke hoeveelheid gft, kunststofverpakkingen, papier en metalen bevat. De inwoners moet helder worden uitgelegd waarom verbetering van de afvalscheiding gewenst is en wat de consequenties zijn. Bij contractvernieuwingen dienen mogelijkheden (flexibiliteit) te worden voorzien om te komen tot verdergaande afvalscheiding. De huidige verwerking van het huishoudelijk afval voldoet aan de minimumstandaarden uit het LAP. Verbeteringen zijn mogelijk door bij contractvernieuwing stappen omhoog te zetten op de Ladder van Lansink: verschuiving van recycling naar hergebruik en verbranden als vorm van verwijdering vervangen door verbranden als vorm van nuttige toepassing. De wijze van verwerking dient in de aanbestedingen te worden meegenomen. Verbetering van de afvalscheiding heeft een positief effect op de CO2 emissie. Deze verbetering moet onderdeel gaan uitmaken van de klimaatprestatie van Someren.
DOELSTELLINGEN EN INDICATOREN. Verdergaande afvalscheiding zal uiteindelijk leiden tot de “afvalloze stad”. Alle materialen waarvan een inwoner zich ontdoet komen terecht in een biologische kringloop (energieopwekking, bodemverbetering) of in een technische kringloop (hergebruik van materialen/voorwerpen), eendachtig het cradle to cradleconcept en aansluitend op de voorkeursvolgorde bij verwerking uit het Landelijk Afvalbeheer Plan. Naast deze schets van de (verre?) toekomst is het zaak voor de korte termijn concrete en realistische doelstelling te formuleren. Voor de afzonderlijke afvalstromen wordt op het prestatiegebied MILIEU in de periode 2010 – 20104 nagestreefd aan te sluiten bij de (scheidings)resultaten van de “beste SRE gemeente in dezelfde stedelijkheidsklasse”, dan wel het landelijk gemiddelde van dezelfde stedelijkheidsklasse. Voor de diverse afvalstromen betekent dit de onderstaande indicatoren en doelstellingen voor de planperiode van dit beleidskader. Als doelstellingen voor de verwerking wordt aangesloten bij de minimum verwerkingsstandaarden uit het LAP.
afvalstroom bronscheiding
doelstellingen voor verwerking
restafval
max. 75 kg/inw
verbranden als verwijdering; nuttige toepassing verdient de voorkeur
gft-afval
200 kg/inw
composteren tbv materiaalhergebruik en vergisten met gebruik van het gevormde
oud papier/karton
115 kg/inw
biogas als brandstof nuttige toepassing als materiaalhergebruik; indien ongeschikt verbranden als verwijdering glasverpakkingen
30 kg/inw
nuttige toepassing als materiaalhergebruik
kunststof
21 kg/inw
nuttige toepassing als materiaalhergebruik; indien ongeschikt verbranden als
verpakkingen textiel
verwijdering 7 kg/inw
nuttige toepassing als materiaalhergebruik; indien ongeschikt verbranden als verwijdering
metalen
7 kg/inw
nuttige toepassing als materiaalhergebruik
KGA
5 kg/inw
verbranden als verwijdering
pagina 8 van 14
BELEIDSKADER PRESTATIEGEBIED MILIEU. Het beleidskader bevat de uitgangspunten om ontwikkelingen in het afvalbeheer te starten (eigen initiatief) of te toetsen (initiatief derden). Voor het prestatiegebied MILIEU zijn dit: 1. Het landelijke en gemeentelijke beleidjuridische kader vormen de basis voor de uitgangspunten. 2. Aanpassingen in het afvalbeheer zijn gericht op realisatie van de hiervoor genoemde doelstellingen, prioriteit hebben de afvalstromen in de volgorde: gft, kunststofverpakkingen, papier/karton/kartonnen drankverpakkingen en textiel. 3. Verbetering van afvalscheiding wordt nagestreefd door in te zetten op: • motivatie (belangstelling voor scheidingsgedrag), capaciteit (eigen mogelijkheden om afval te scheiden) en gelegenheid (externe stimulerende factoren) en daarbij rekening te houden met de wensen van de inwoners; • heldere uitleg aan de inwoners waartoe verdergaande afvalscheiding kan leiden; • sterkere financiële prikkels door verdergaande differentiatie van ledigingtarieven waarbij gescheiden stromen minder en ongescheiden stromen meer belast worden; • toezicht op de juiste wijze van aanbieden van huishoudelijk afval met de nadruk op bewustwording. 4. Bij contractvernieuwing: • wordt bij de verwerking verschuiving van recycling naar hergebruik nagestreefd en verbranden als vorm van verwijdering vervangen door verbranden als vorm van nuttige toepassing; • wordt rekening gehouden met mogelijkheden voor verdergaande afvalscheiding (flexibiliteit). 5. Om de uitvoering van het afvalbeleid te bevorderen is het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen alleen toegestaan in overeenstemming met de afvalstoffenverordening; tegen afwijkingen wordt handhavend opgetreden; 6. Bij de (gemeenschappelijke) inzameling van huishoudelijk afval bij appartement- en verzorgingstehuizen wordt in redelijkheid de navolging van het gemeentelijk afvalbeleid nagestreefd.
pagina 9 van 14
5. PRESTATIEGEBIED KOSTEN. PRESTATIES. Uit de meest recente cijfers blijkt dat in 2009: • de inwoners van Someren gemiddeld € 165,-/huishouden betaalden aan afvalheffingen, bestaande uit een vaste bijdrage per huishouden en bijdragen per soort aanbieding. • in Brabant dit gemiddeld € 250,-/huishouden was; • in Nederland het gemiddelde ligt op € 252,-
AANDACHTSPUNTEN. Afvalscheiding krijgt een sterke impuls door een verdergaande toepassing van diftar. Verhoging van het tarief voor het aanbieden van restafval met gelijktijdige verlaging van het gft-tarief leidt tot een beter scheidingsgedrag. Momenteel zijn de verschillen gering: 140 liter HRA = € 5,41; 140 liter GFT = € 4,58. Ook verdergaande tariefdifferentiatie op de milieustraat kan bijdragen aan verbetering van de afvalscheiding. Uitgangspunt hierbij is dat de gemiddelde afvalstoffenheffing gedurende de planperiode niet meer stijgt dan de CBS-prijsindex voor huishoudens. Someren kent een aantal appartement- en verzorgingstehuizen waar de afvalinzameling in eigen beheer wordt uitgevoerd. In deze gevallen moet duidelijkheid en transparantie worden gegeven over het al dan niet opleggen van een afvalstoffenheffing. Kostenreductie is o.a. te realiseren door afvalscheiding en nuttige toepassing van afvalstoffen. Dit is veelal goedkoper dan het verwijderen van integraal afgegeven afvalstoffen. De kostenvoordelen zitten niet in het inzamelingsdeel (gescheiden inzameling is in veel gevallen duurder) maar in het verwerkingsdeel. Afvalscheiding loont vooral door het terugdringen van de ‘dure’ hoeveelheid restafval. Voor gescheiden ingezameld afval wordt in een aantal gevallen netto een vergoeding ontvangen. Eén en ander wordt duidelijk uit onderstaand overzicht dat is gebaseerd op de sorteeranalyse en de tarieven per afvalstroom. afvalstroom
gft Papier/karton kunststofverpakkingen glasverpakkingen textiel hout steen/puin totaal verwerking als restafval
in restafval (ton) 477 115 344 38 95 57 57 1183 1183
Verwerkingskosten per ton (€ incl. BTW)
Verwerkingskosten totaal (€ incl. BTW)
65,-/- 100,-/- 475,-/- 13,-/- 66,28,5,-
31.220,-/- 11.506,-/- 163.400,-/- 482,-/- 6.314,1526,292,-/- 148.664,200.838
169.77
Met het volledig gescheiden inzamelen van deze afvalstromen is indicatief een kostenreductie in de verwerking van € 350.000,- haalbaar. Hiertegenover staan wel (beperkte) hogere kosten voor de inzameling waarvoor de structuur aanwezig is. Bij de GFT inzameling kan de frequentie in de wintermaanden worden teruggebracht met gelijktijdige invoering van gratis aanbieding op de milieustraat. Daarnaast kan bekeken worden of de huidige wijze van inzamelen in het buitengebied doelmatiger uitgevoerd kan worden. Afvalcontracten dienen actief te worden beheerd zodat er een actueel overzicht van de lopende contracten is met de mogelijkheden van bijstelling, in het bijzonder t.a.v. performance afspraken, looptijd en tariefaanpassingen. Het VNG heeft een “ model kostenonderbouwing afvalstoffenheffing” opgesteld. Dit model zorgt voor een eenduidige, uniforme en transparante onderbouwing van de afvalstoffenheffing. De activiteiten die de gemeente verricht voor het nakomen van de zorgplicht worden gestandaardiseerd waardoor de uitkomsten goed vergelijkbaar zijn. Dit model is nog niet ingevoerd. pagina 10 van 14
DOELSTELLINGEN EN INDICATOREN. Doelstelling voor het prestatiegebied KOSTEN is dat de afvalstoffenheffing in de planperiode, uitgezonderd niet te beïnvloeden externe factoren, niet meer stijgt dan met het CBS prijsindexcijfer voor huishoudens. Vergelijking van de opbouw van de heffingen in andere gemeenten kan inzicht geven of het afvalbeheer doelmatig wordt uitgevoerd. Invoering van het VNG model vergemakkelijkt de vergelijking met andere gemeenten. Als indicator voor het prestatiegebied KOSTEN wordt de hoogte van de afvalstoffenheffing gehanteerd, te onderscheiden in een vast en in een variabel deel.
BELEIDSKADER PRESTATIEGEBIED KOSTEN. Het beleidskader bevat de uitgangspunten om de ontwikkelingen in het afvalbeheer te starten (eigen initiatief) of te toetsen (initiatief derden). Voor het prestatiegebied KOSTEN zijn dit:
1. Het landelijke en gemeentelijke beleidjuridische kader vormen de basis voor de uitgangspunten. 2. Kostenbeheersing is gericht op realisatie van de hiervoor genoemde doelstellingen. 3. De kosten voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen worden volledig onder de afvalstoffenheffingen gebracht, waaronder mede de omzetbelasting wordt verstaan. 4. Afvalscheiding wordt mede bevorderd met financiële prikkels door verdergaande differentiatie van tarieven waarbij gescheiden stromen minder en ongescheiden stromen meer belast worden. 5. De afvalstoffenheffing stijgt in de planperiode, uitgezonderd niet te beïnvloeden externe factoren, niet meer dan met de CBS prijsindexcijfer voor huishoudens.
pagina 11 van 14
6. PRESTATIEGEBIED DIENSTVERLENING. PRESTATIES. Inzamelstructuur. Naast de huis-aan-huis inzameling van gft, (grof) restafval, textiel, papier/karton en kunststofverpakkingen zijn er brengvoorzieningen (containers) in de openbare ruimte voor glas en textiel en kan papier/karton worden afgegeven bij de fa. Paulussen. Op de milieustraat kan op drie middagen en op zaterdag afval, gescheiden in 27 stromen, worden afgegeven. Deze inzamelstructuur wordt toereikend geacht voor de realisatie van een hoge mate van afvalscheiding al zijn optimalisaties natuurlijk mogelijk. En het is aan de inwoners om aan te geven hoe zij de inzamelstructuur ervaren! Verenigingen zijn intensief betrokken bij de huis-aan-huis inzameling van oud papier en textiel en ontvangen hiervoor een vergoeding, bij papier van de gemeente en bij textiel van de stichting ONA in Asten. Klachten. Inwoners dienen klachten over de huisvuilinzameling door Sita te melden bij het Milieu Informatie Centrum. Uit de klachtenrapportage over 2010 blijkt dat: • in totaal 399 klachten/meldingen zijn ingediend; • 29 klachten betroffen een onvolledige lediging; • 319 klachten betroffen het niet ledigen; Ook worden klachten direct bij de gemeente gemeld. Het betreft dan vooral klachten over het niet of onvolledig ledigen. Het gaat daarbij over ± 25 klachten per jaar. Inwoneronderzoek. Een belangrijke conditie om inwoners te motiveren hun afval gescheiden in te leveren betreft de tevredenheid over de dienstverlening door de gemeente. Welke wensen leven er en wat motiveert tot verbeterd scheidingsgedrag? Hierover zijn landelijke onderzoeksresultaten beschikbaar. Het zelf uitvoeren van een inwonertevredenheidsonderzoek geeft echter de mogelijkheid in te spelen op lokale omstandigheden en te communiceren over de zin van afvalscheiding. Een dergelijk onderzoek is niet uitgevoerd. Voorgesteld wordt dit tweejaarlijks in te voeren. AANDACHTSPUNTEN. Uitvoeren van een tweejaarlijks onderzoek naar de inwonertevredenheid over de inzameling van huishoudelijk afval. Opnemen van werkbare performance afspraken in afvalcontracten. Inzet van verenigingen en lokale bedrijven bij de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval. DOELSTELLINGEN EN INDICATOREN. Doelstelling t.a.v. dienstverlening is dat de inwoners de inzamelstructuur ervaren als een stimulans voor een beter scheidingsgedrag. Indicator voor deze doelstelling is een waardering voor de inzamelstructuur door de inwoners van “ ruim voldoende tot goed (score 7 – 8)”. BELEIDSKADER PRESTATIEGEBIED DIENSTVERLENING. Het beleidskader bevat de uitgangspunten om ontwikkelingen in het afvalbeheer te starten (eigen initiatief) of te toetsen (initiatief derden). Voor het prestatiegebied DIENSTVERLENING zijn dit: 1. Het landelijke en gemeentelijke beleidjuridische kader vormen de basis voor de uitgangspunten. 2. Aanpassingen in de dienstverlening zijn gericht op realisatie van de hiervoor genoemde doelstellingen. 3. Bij de inzameling en (voor)verwerking van huishoudelijk afval wordt de inzet van het lokale verenigings- en bedrijfsleven nagestreefd. 4. De beleving van de inwoners van het afvalbeheer en de betrokkenheid bij afvalscheiding worden periodiek onderzocht.
pagina 12 van 14
7. HET VOLLEDIGE BELEIDSKADER.
STRATEGISCHE DOELSTELLING. De strategische, kwalitatieve doelstelling voor het afvalbeheer in Someren luidt: “bij het beheer van huishoudelijk afval wordt ingezet op vermindering van het restafval, hergebruik van bruikbare voorwerpen en een duurzame verwerking van materialen tegen relatief lage kosten voor de inwoners en met een als “ruim voldoende tot goed” gewaardeerde dienstverlening”.
KADER VOOR HET PRESTATIEGEBIED MILIEU. 1. Het landelijke en gemeentelijke beleidjuridische kader vormen de basis voor de uitgangspunten. 2. Aanpassingen in het afvalbeheer zijn gericht op realisatie van de hiervoor genoemde doelstellingen, prioriteit hebben de afvalstromen in de volgorde: gft, kunststofverpakkingen, papier/karton/kartonnen drankverpakkingen en textiel. 3. Verbetering van afvalscheiding wordt nagestreefd door in te zetten op: • motivatie (belangstelling voor scheidingsgedrag), capaciteit (eigen mogelijkheden om afval te scheiden) en gelegenheid (externe stimulerende factoren) en daarbij rekening te houden met de wensen van de inwoners; • heldere uitleg aan de inwoners waartoe verdergaande afvalscheiding kan leiden • sterkere financiële prikkels door verdergaande differentiatie van tarieven waarbij gescheiden stromen minder en ongescheiden stromen meer belast worden; • toezicht op de juiste wijze van aanbieden van huishoudelijk afval met de nadruk op bewustwording. 4. Bij contractvernieuwing: • wordt bij de verwerking verschuiving van recycling naar hergebruik nagestreefd en verbranden als vorm van verwijdering vervangen door verbranden als vorm van nuttige toepassing; • wordt rekening gehouden met mogelijkheden voor verdergaande afvalscheiding (flexibiliteit). 5. Om de uitvoering van het afvalbeleid te bevorderen is het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen alleen toegestaan in overeenstemming met de afvalstoffenverordening en wordt tegen afwijkingen handhavend opgetreden. 6. Bij de (gemeenschappelijke) inzameling van huishoudelijk afval bij appartement- en verzorgingstehuizen wordt in redelijkheid de navolging van het gemeentelijk afvalbeleid nagestreefd.
KADER VOOR HET PRESTATIEGEBIED KOSTEN. 1. Het landelijke en gemeentelijke beleidjuridische kader vormen de basis voor de uitgangspunten. 2. Kostenbeheersing is gericht op realisatie van de hiervoor genoemde doelstellingen. 3. De kosten voor het beheer van huishoudelijke afvalstoffen worden volledig onder de afvalstoffenheffingen gebracht, waaronder mede de omzetbelasting wordt verstaan. 4. Afvalscheiding wordt mede bevorderd met financiële prikkels door verdergaande differentiatie van tarieven waarbij gescheiden stromen minder en ongescheiden stromen meer belast worden. 5. De afvalstoffenheffing stijgt in de planperiode, uitgezonderd niet te beïnvloeden externe factoren, niet meer dan met de CBS prijsindexcijfer voor huishoudens.
KADER VOOR HET PRESTATIEGEBIED DIENSTVERLENING.
1. Het landelijke en gemeentelijke beleidjuridische kader vormen de basis voor de uitgangspunten. 2. Aanpassingen in de dienstverlening zijn gericht op realisatie van de hiervoor genoemde doelstellingen. 3. Bij de inzameling en (voor)verwerking van huishoudelijk afval wordt de inzet van het lokale verenigings- en bedrijfsleven nagestreefd. 4. De beleving van de inwoners van het afvalbeheer en de betrokkenheid bij afvalscheiding worden periodiek onderzocht.
pagina 13 van 14
8. JAARLIJKS UITVOERINGSPROGRAMMA. Het vertrekpunt voor aanpassingen in het afvalbeheer ligt veelal bij verbeteringen op het prestatiegebied milieu. Aanpassingen op één van de drie prestatiegebieden hebben haast onvermijdelijk consequenties voor de andere twee prestatiegebieden. Bij de afweging voor aanpassingen dient daarom de invloed op de beide andere prestatiegebieden in beeld te worden gebracht. De sorteeranalyse van restafval laat zien dat verbetering van afvalscheiding mogelijk is binnen de bestaande inzamelstructuur. Door prioriteit te geven aan hierop gerichte activiteiten, kunnen middelen vrijkomen om in te zetten voor minder rendabele maatregelen dan wel voor verlaging van de afvalstoffenheffing. Door de maatregelen op te nemen in het “Plan milieu en water” maken ze deel uit van de gemeentelijke planningscyclus.
Voorbeeld van een eerste programma (2011/2012). PRIORITEITEN PRESTATIEGEBIED MILIEU • uitvoering sorteeranalyse in restafval; • verbetering van de gescheiden inzameling van GFT, kunststofverpakkingen, textiel en oud papier/karton/kartonnen drankverpakkingen; • communicatie/voorlichting over verbetering scheidingsgedrag. PRIORITEITEN PRESTATIEGEBIED KOSTEN • actualisatie verordening afvalstoffenheffing; • uitwerken verdergaande tariefdifferentiatie voor invoering in 2012. PRIORITEITEN PRESTATIEGEBIED DIENSTVERLENING • actualisatie afvalstoffenverordening; • enquête inwoners naar beleving en motivatie/draagvlak; • aanpak van de illegale textielinzameling.
pagina 14 van 14