Editie 11 www.ovam.be maart 2013
OVAM.link
afval-, bodem- en duurzaam materialenbeleid voor de professional
De OVAM werkt samen met de havens van Antwerpen, Gent en Zeebrugge. Lees er alles over op pagina 2 en 3.
Inhoud Goede vaart
Pagina 2
Vlaamse havens krijgen goed rapport voor inzameling scheepsafval
4 Een draaischijf voor
reststromen
We noemen onze aarde niet zomaar ‘de blauwe
die ingenomen wordt door havenbedrijven en -faciliteiten
planeet’: maar liefst 71 procent van het aardop-
om containers, goederen en producten aan land te brengen
pervlak is bedekt met water. Vlaanderen mag dan
en verder te distribueren naar het hinterland, zijn enorm
al een kleine regio zijn; in een geglobaliseerde
waardevol. Duurzaam bodem- en ruimtebeheer is dan ook
economie bevaren de schepen die onze zeeha-
van groot belang. Dat is precies de reden waarom Port of
vens aanlopen de hele blauwe planeet. Het afval
Zeebrugge en de OVAM in februari van dit jaar een speci-
van al die schepen wordt nog vaak gezien als een
fieke overeenkomst afsloten om duurzaam bodembeheer in
probleem. Iedereen kent de getuigenissen over de
de Zeebrugse haven te garanderen (p. 3).
plastic soep in de Stille Oceaan, of de horrorverha-
5 Nieuwe materialenmethodiek voor gebouwen
len over het slopen van afgedankte schepen in mens-
In deze editie van OVAM.link gaan we ook scheep met enkele
onterende en milieugevaarlijke omstandigheden in
innovatieve projecten en realisaties uit het Vlaamse mate-
derdewereldlanden.
rialenbeleid. Met de nieuwe materialenmethodiek voor gebouwen berekenen we weldra het materialenpeil van een ge-
6 Versnelde overdracht 7 3D-printing: transitie naar lokale productie op maat
Toch hoeft het zo niet te zijn. De Vlaamse havens en de
bouw, net zoals we dat vandaag al doen met het energiepeil
OVAM tonen dat het ook anders en duurzamer kan, zoals
voor energieverbruik (p. 5). Het verhaal over iMade toont dan
uit deze editie van OVAM.link blijkt. De Vlaamse werk-
weer hoe we binnenkort de transitie kunnen maken naar loka-
wijze met havenontvangstinstallaties voor afval werkt!
le productie op maat door de techniek van 3D-printing (p. 7).
Vandaag zamelen we drie keer meer scheepsafval in dan in 2004. De International Maritime Organization (IMO) or-
Om af te sluiten nog een uitstapje naar een andere haven.
ganiseerde eind vorig jaar een workshop in de haven van
Samen met Fost Plus en Brussels Airport start de OVAM dit
Antwerpen. Daarbij werd de Vlaamse aanpak voorgesteld
voorjaar een unieke campagne om selectieve inzameling op
als beste praktijkvoorbeeld op wereldschaal (p. 2).
de luchthaven van Zaventem te stimuleren (p. 8).
Even belangrijk voor een haven als zee en water is land en bodem. De kade waar schepen aanmeren en de ruimte
Ecodesign op school | Brussels Airport verbetert afvalinzameling
Jan Verheyen, woordvoerder
.1
Vlaamse havens krijgen goed rapport
Wereldwijd worden elke dag vijf miljoen stuks afval overboord gegooid. Scheepsafval is een probleem dat hoe dan ook internationaal bestreden moet worden. De Vlaamse werkwijze met ontvangstinstallaties snijdt alvast hout: onze havens zamelen vandaag drie keer zoveel scheepsafval in als in 2004. De International Maritime Organization (IMO) ziet die aanpak wel zitten. Midden op zee afval overboord kieperen: niemand die het
internationale gemeenschap maakt werk van het scheeps-
die incentive valt de afvalfactuur van het schip lager uit.
ziet. Het gebeurt dan ook massaal. Volgens cijfers van het
afvalprobleem. Al in 1973 werd een internationaal verdrag
Zo worden schepen aangemoedigd om hun scheepsafval aan
United Nations Environment Programme (UNEP) worden
afgesloten dat verontreiniging door schepen moest voorko-
wal achter te laten, in plaats van het in zee te lozen. En dat
wereldwijd elke dag vijf miljoen afvalstukken overboord
men. Het Marine Polution- of MARPOL-verdrag regelt de lo-
werkt: sinds de regeling in 2004 van kracht ging, verdrievou-
gegooid. In elke vierkante kilometer oceaan drijven naar
zing van olie en huishoudelijk afval door schepen. MARPOL
digde de hoeveelheid ingezameld scheepsafval.”
schatting 13.000 stukken plastic. Die lozingen zijn nefast
verplichtte de lidstaten bij het verdrag om de nodige in-
voor het mariene ecosysteem. In zee geloosde olie of over-
frastructuur uit te bouwen voor de inzameling van scheeps-
De efficiëntie van de Vlaamse regelgeving is ook de Inter-
boord gegooid afval heeft een grote impact op vogels, vissen
afval. Op 1 januari 2013 werden die internationale MARPOL-
national Maritime Organization (IMO) niet ontgaan. In no-
en andere zeedieren, en indirect ook op mensen.
regels verder aangescherpt. Waar men vroeger nog een groot
vember vorig jaar organiseerde de IMO een internationale
deel van het scheepsvuilnis overboord mocht gooien, geldt
workshop over havenontvangstinstallaties voor scheepsafval
vandaag een algemeen lozingsverbod op zee.
en ladingresten in de haven van Antwerpen. De OVAM lichtte
Plastic soep
de Vlaamse aanpak toe aan vijftig internationale experts
In het noorden van de Stille Oceaan drijft zoveel afval en plastic, dat het gebied de naam kunststofarchipel of plastic
Drie keer meer scheepsafval
uit een twintigtal landen. Gudrun Janssens: “Onze aanpak
soep kreeg. Het afval verzamelt zich hier omdat de grote
De OVAM pakt het probleem op meerdere fronten aan. De
werd door de IMO voorgesteld als beste praktijkvoorbeeld op
ringvormige zeestroom van de Stille Oceaan, de Noord-Paci-
bestrijding van zwerfvuil is in Vlaanderen al jaren een pri-
wereldschaal.”
fische Gyre, het afval naar zich toe trekt. De grootte van die
oriteit. Ook de inzameling van scheepsafval krijgt heel wat
kunststofarchipel is onbekend, maar wordt geschat tussen
aandacht. De OVAM goot het internationale MARPOL-verdrag
Chemische ramp
700.000 km en meer dan 15 miljoen km .
al eerder in de Vlaamse afvalwetgeving. In 2003 deed ze
Dat schepen hun afval steeds meer in Vlaamse havens afge-
2
2
dat ook met de EU-richtlijn voor havenontvangstinstallaties,
ven, is niet alleen een opsteker voor het leven in de ocea-
Het probleem is dat plastic niet snel afbreekt. Het valt uit
ditmaal in nauw overleg met de havens en de dienst Scheep-
nen. Ook de derdewereldlanden hebben er baat bij. Met het
elkaar in steeds kleinere stukjes, die heel lang in het milieu
vaartcontrole van de federale overheid.
afval dat schepen in hun havens droppen, weten zij door-
blijven. Vissen en kwallen houden de drijvende plasticdeel-
gaans geen blijf.
tjes verkeerdelijk voor zoöplankton en eten ze op. Zo ko-
Gudrun Janssens van de OVAM: “Elke haven moet een afval-
men de schadelijke stoffen in de voedselketen terecht. Dat
beheerplan opmaken, dat de inzameling en verwerking van
Toch is er nog werk aan de winkel. In 2010 leverde slechts
verstoort de hormoonhuishouding van vissen en kan op ter-
het scheepsafval regelt. Sinds begin dit jaar zijn de nieuwe
43 procent van de schepen die naar havens buiten de Eu-
mijn tot vergiftiging leiden. Als we vis of zeevruchten eten,
afvalbeheerplannen voor de havens van Antwerpen, Gent en
ropese Unie vertrokken vanuit Vlaamse havens, zijn afval
komen de vervuilende stoffen bovendien in ons lichaam
Zeebrugge van kracht. Daarin beschrijven de havenbedrijven
af aan de havenontvangstinstallaties. In 2006 veroorzaakte
terecht.
hoe ze omgaan met scheepsafval en hoe ze de Europese én
het schip Probo Koala nog een chemische ramp na lozing
de nieuwe MARPOL-regels integreren. Elk schip dat in een
van vierhonderd ton zwaar vervuilde afvalstoffen voor Ivoor-
Zwerfvuil
Vlaamse haven aanmeert, moet een afvalbijdrage betalen
kust. Gudrun Janssens: “Met de strengere regelgeving rond
De vervuiling op zee is afkomstig van schepen, visserij, off-
aan het havenbedrijf. Levert het schip zijn afval af aan een
scheepsafval behoren zulke praktijken hopelijk voorgoed tot
shore-industrie, maar ook van zwerfvuil op het vasteland dat
zogenaamde havenontvangstinstallatie, dan geeft het ha-
het verleden.”
via rivieren, kanalen en riolen in de zee terechtkomt. De
venbedrijf in ruil daarvoor een tegemoetkoming. Dankzij
.2 .2
voor inzameling
scheepsafval
OVAM drijft samenwerking met Vlaamse havens op Begin dit jaar kwamen de OVAM en Port of Zeebrugge overeen om voortaan nauwer samen te werken rond bodembeheer en gegevensuitwisseling. Ook met de havens van Antwerpen en Gent werkt de OVAM al meerdere jaren samen rond uiteenlopende dossiers.
> Slopen van schepen moet milieuvriendelijker Het slopen van schepen gebeurt vandaag vooral in derdewereldlanden, vaak in mensonterende en milieubelastende omstandigheden. Om die praktijken aan banden te leggen werkt de OVAM mee aan een Europese verordening rond scheepsrecy-
Op de meeste gronden in de haven van Brugge-Zeebrug-
Sensibiliseren
ge zijn private bedrijven actief. Ze mogen de terreinen
Maar de samenwerking gaat verder dan louter gegevens-
gebruiken via een concessie van het havenbedrijf, Port
uitwisseling. Henny De Baets: “De overeenkomst opent
of Zeebrugge. De haven van Zeebrugge beheert honder-
ook de deur om de havengebruikers te sensibiliseren
den gronden en wil een beter zicht krijgen op de toe-
rond de afval- en bodemproblematiek.”
stand ervan. De samenwerking past bovendien in de gebiedsgerichte
clage. Die wordt momenteel besproken door het
Clean port
aanpak die de OVAM hanteert. Ann Cuyckens van de
Europees Parlement en in de Europese Raad. Ver-
Havenvoorzitter Joachim Coens: “De bodem en de
OVAM: “Bij de sanering van vervuilde terreinen in het
wacht wordt dat de verordening in 2015 in wer-
gronden in het havengebied zijn voor ons als havenbe-
havengebied overleggen we zo goed mogelijk met het
king treedt.
stuur uiterst belangrijk. We willen ervoor zorgen dat
havenbedrijf. Door vooraf duidelijke afspraken te ma-
men er nu en in de toekomst zorgzaam mee omspringt.
ken kunnen we de sanering optimaal afstemmen op de
De haven van Zeebrugge is een clean port. Wij verkiezen
herontwikkeling van de site. Meer nog: door slim te
duurzame oplossingen en dus is ‘duurzaam’ bodembe-
saneren kunnen we de herbestemming van het terrein
heer ook iets waar wij als clean port veel belang aan
vaak versnellen.”
hechten. De samenwerking met de OVAM houdt praktisch in dat wij een inventaris van de havengronden opmaken en bijhouden. Alle mogelijke informatie, zelfs die van een ver verleden, zal gestructureerd in kaart worden gebracht. Zo kunnen we het hele havengebied in zijn totaliteit inventariseren.” Ook voor de OVAM is het van belang om een goed overzicht te hebben. Henny De Baets van de OVAM: “Dankzij die samenwerking krijgen we zicht op de bestaande infrastructuur, lopende concessies en milieuvergunningen.
>
Zo kunnen we de naleving van de bodemwetgeving veel beter opvolgen. Een eerste stap is het uitwisselen van GIS-datalagen.”
Herontwikkeling Carcoke-site
Nulonderzoeken
Het terrein van Carcoke in Zeebrugge toont de
die overeenkomst engageert om de bodemkwaliteit in
gebiedsgerichte aanpak van de OVAM. Een klei-
kaart te brengen vóór een terrein aan een nieuwe klant
ne eeuw lang was daar een cokes- en gasfabriek
in concessie gegeven wordt. Hiermee loopt de haven
gevestigd. In 1996 moest die de boeken sluiten.
van Zeebrugge vooruit op de omzetting van de Europese
De OVAM nam het terrein over. Eerst werd breed
Richtlijn Industriële Emissies. Die bepaalt dat bedrijven
overlegd met het havenbedrijf, de aannemers,
eerst de nultoestand van de bodem in een situatierap-
lokale besturen en bedrijven om de sanering zo-
port in kaart moeten brengen, voordat ze een milieu-
veel mogelijk af te stemmen op de herontwikke-
vergunningsaanvraag indienen voor bepaalde risico-
ling van het terrein. Pas dan startte de OVAM de
inrichtingen.
eigenlijke sanering op; die fungeerde als hefboom voor de herontwikkeling van de site.
Vooruitstrevend is dat de haven van Zeebrugge zich met
Henny De Baets (OVAM) en Joachim Coens (Port of Zeebrugge) ondertekenen een overeenkomst voor een duurzaam bodembeheer in de haven van Zeebrugge.
.3
Een draaischijf voor reststromen Gegeven: resten van kunststofschuim uit de auto-industrie. Gevraagd: een bouwbedrijf dat die reststroom omvormt tot hoogwaardige panelen voor de woningbouw. In de nabije toekomst leidt die zoektocht beslist tot een match, want overheid en industrie werken samen aan een Vlaams SYMBIOSE-platform. Een draaischijf voor materialen die zal instaan voor een hoogwaardige en efficiënte uitwisseling van reststromen tussen industriële sectoren. Dat grondstoffen schaarser en duurder worden, is
men doen ontstaan. Hoe meer organisaties zich achter
en van de afvalstromen die na productie overblijven.
steeds meer een economische realiteit. Bedrijven zijn
SYMBIOSE scharen, hoe groter de reikwijdte van het
Na die doorlichting kan de kmo instappen in een op-
dan ook genoodzaakt om weloverwogen met materialen
platform zal zijn.”
volgingstraject op maat. Jeroen Persyn: “Stel dat de
om te gaan. Wat voor het ene bedrijf een afvalstroom
materialenscan aantoont dat de kosten voor de grond-
is, kan een grondstof of energiebron zijn voor het ande-
SYMBIOSE brengt alle nodige expertise samen: industri-
stoffen torenhoog oplopen, dan bekijken we welke al-
re. Zo kan van aardappelresten polyethyleen gemaakt
ële knowhow, maar ook beleidskennis. Meg Scheppers
ternatieve materialen mogelijk zijn. Of nog: heeft een
worden, dat men als grondstof kan inzetten in diverse
van de OVAM: “De OVAM volgt het project actief mee
kmo veel reststromen na productie, dan gaan we na of
processen. Nog een voorbeeld: in het CORE-business-
op in de stuurgroep. We zullen bekijken hoe de nieuwe
dat materiaal niet elders nuttig kan worden ingezet of
project, in het kader van de oproep ‘Nieuw Industrieel
businessopportuniteiten meegenomen kunnen worden
doorverkocht aan een ander bedrijf.”
Beleid - Fabriek van de Toekomst’ van het Agentschap
in het beleid van de OVAM en hoe mogelijke juridische
Ondernemen, onderzoeken Centexbel, Flanders Plastic
belemmeringen weggewerkt kunnen worden. Daarnaast
Fabriek van de Toekomst
Vision, Febem en Federplast de hoogwaardige inzet van
kunnen we via de materialenscan symbioses tussen be-
Het SYMBIOSE-project past in de visie ‘Nieuw Industri-
kunststofrecyclaten. Bij dat proces zijn de chemie- en
drijven detecteren.”
eel Beleid - Fabriek van de Toekomst’ van de Vlaamse Regering. Het maakt deel uit van een portfolio van 51
textielsector, kunststofverwerkers en recyclagebedrij-
Materialenscan
projecten die na de projectoproepen ‘Fabriek van de
Hoe spoor je waardevolle reststromen efficiënt op?
Toekomst’ van het Agentschap Ondernemen zijn gese-
Het is duidelijk: de vroegere afvalstoffen zijn vandaag
Daar kan de materialenscan bij helpen. Dat nieuwe in-
lecteerd voor Vlaamse steun. Als we de toekomst van
waardevolle grondstoffen geworden voor de industrie.
strument screent bedrijven op in- en uitgaande stromen
onze industrie willen verzekeren, moeten we daar sa-
Maar waar zijn die interessante afval- en grondstoffen
en toont hen hoe ze kosten kunnen besparen door duur-
men aan werken en evolueren naar een meer groene,
te vinden? En hoe kunnen we ze efficiënt uitwisselen?
zaam met materialen om te gaan. De tool is een eerste
sociale, creatieve en innovatieve industrie. Kortom:
Er is een platform in de maak dat antwoord geeft op die
concrete actie van het Vlaams Materialenprogramma.
de Fabriek van de Toekomst. SYMBIOSE is een van de
vragen: SYMBIOSE.
Dat recente actieplan bundelt concrete afspraken tus-
belangrijke projecten die de transitie van de industrie
sen partners uit alle geledingen van de maatschappij.
mogelijk moeten maken.
ven betrokken.
Businessopportuniteiten
Het doel: tegen 2020 een nieuw soort economie lan-
Projectleider Carl Van der Auwera
ceren, waarin slim gesloten materialenkringlopen cen-
Na afloop van het pilootproject zal Vlaanderen beschik-
van essenscia: “De komende twee
traal staan. De materialenscan zal de volgende twee
ken over een permanent platform dat met zo weinig
jaar werken we samen aan een
jaar een tweehonderdtal kmo’s doorlichten.
mogelijk overheidsfinanciering opereert. Daarvoor
platform dat synergieën detec-
werken de projectpartners de komende twee jaar het
teert om industriële reststromen
Jeroen Persyn van de OVAM: “Uit studies blijkt dat 40
businessmodel uit dat het platform zo onafhankelijk
efficiënter uit te wisselen, over
procent van de kosten van kmo’s opgaat aan materia-
mogelijk moet laten werken.
de sectoren heen. In een later sta-
len. Met de materialenscan willen we bedrijven wijzen
dium moet het platform ook alle
op de winsten die ze kunnen boeken door hun afvalstro-
andere hulpbronnen uitwisselen: restwarmte, (innova-
men efficiënter te beheren. Dat doen we zowel bij indi-
tie-)infrastructuur, logistiek, reservematerialen, perso-
viduele bedrijven als collectief op bedrijventerreinen.
neel. Tijdens workshops en bedrijfsbezoeken bij bedrij-
De ontwikkeling en uitvoering van de materialenscan is
ven uit alle sectoren gaan we actief op zoek naar hoe
een gezamenlijk programma van de OVAM en het Agent-
we vraag en aanbod van grondstoffen op elkaar kunnen
schap Ondernemen.”
Carl Van der Auwera
afstemmen. We willen bedrijven prikkelen om matches
.4
te exploreren en zo nieuwe businessopportuniteiten te
Concreet zullen bedrijven bij geselecteerde adviseurs
creëren. We willen een groot en door alle stakeholders
met materiaalexpertise terechtkunnen voor een gratis
gedragen netwerk voor de uitwisseling van reststro-
analyse van de grondstoffen die het bedrijf gebruikt
Deze partners werken de volgende twee jaar aan het SYMBIOSE-project: essenscia (federatie van de chemische industrie en life sciences), FEBEM (federatie van bedrijven voor milieubeheer), de OVAM, Plan C, International Synergies (VK), Tessenderlo Chemie en Van Gansewinkel. Meer info op www.smartsymbiose.be of via
[email protected].
Nieuwe bouwmaterialenmethodiek voor gebouwen
Hoe duurzaam bouwt u? In onze huizen moeten we minder energie verbruiken, meer isoleren, spaarzaam zijn met water en milieuvriendelijke materialen gebruiken. Duurzamer bouwen en wonen heet dat. Maar welke bouwmaterialen zijn echt duurzaam? En hoe vergelijk je verschillende materiaalsoorten voor een bepaalde toepassing, zoals thermische isolatie van een buitenwand? Met de nieuwe bouwmaterialenmethodiek kunnen we straks de milieu-impact van meer dan honderd gebouwelementen meten, en met meer inzicht materialen kiezen. Of we het nu leuk vinden of niet, onze huizen hebben een im-
en productie tot aan het onderhoud, maar ook de afbraak van
pact op het milieu. Dat gaat niet alleen over energieverbruik;
gebouwelementen.”
ook de materialen waaruit een huis is opgetrokken, zijn duurlaminaatvloerafwerking? Bakstenen of betonnen draagmuren?
Gezondheid, ecosystemen en grondstoffen onder één noemer
Wat is de meest milieuvriendelijke keuze?
De milieu-impact van een gebouw laat zich voelen op vele
zaam of minder duurzaam. Ramen uit hout of pvc? Parket of
fronten: de klimaatverandering, verzuring van de bodem, waBouwmaterialen bepalen makkelijk 10 tot 30 procent van de
terverontreiniging, ozonaantasting, uitputting van de natuur-
milieukosten van een woning. En die impact zal nog groter wor-
lijke grondstoffen, fotochemische oxidantvorming, vermes-
den, omdat nieuwe en gerenoveerde gebouwen steeds minder
ting, smogvorming, toxiciteit, fijnstofvorming, landgebruik,
energie verbruiken door de strengere energierichtlijnen. Nu al
waterschaarste … Al die ‘milieu-impactcategorieën’ werden
neemt het aantal lage-energie-, passief- en nulenergiewonin-
in de methodiek opgenomen.
gen in Vlaanderen toe, met een toenemend gebruik van isolatiematerialen tot gevolg. De keuze van materialen wordt dus
Wim Debacker van VITO: “We hebben bewust voor al die im-
meer en meer bepalend voor de totale milieu-impact van
pactcategorieën gekozen. Ze zijn compatibel met de laatste
onze woning.
wijziging van de Europese norm voor duurzaamheidsevaluaties van bouwproducenten. Het is natuurlijk geen sinecure
Verstandig bouwen en wonen begint in de ontwerpfase. Bouw-
om die precieze impact voor alle vermelde categorieën te
producenten en architecten moeten de milieu-impact van
bepalen en een methode te vinden om die met elkaar te ver-
bouwmaterialen in hun ontwerpen beperken. Maar daarvoor
gelijken. Om die verschillende soorten impact te kunnen op-
moeten zij de totale impact van materialen in een specifieke
tellen, zodat een architect of bouwheer met één totaalscore
bouwtoepassing met elkaar kunnen vergelijken. Hoog tijd dus
voor een bouwelement rekening kan houden, hebben we alle
voor een goed meetinstrument, een ‘materialenpeiler’. De
milieu-impact vertaald in euro’s. Voor die monetarisatie-
OVAM gaf daarom aan de Vlaamse Instelling voor Technolo-
oefening konden we gelukkig grotendeels een beroep doen
gisch Onderzoek (VITO), de KU Leuven en het Wetenschap-
op een bestaande leidraad van de Europese Commissie.
pelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB)
De milieudata voor de diverse materialen haalden we uit
de opdracht om een bouwmaterialenmethodiek en rekentool
een Zwitserse databank, die we afstemden op de Belgische
te ontwikkelen. Daarmee kan de milieu-impact van enkele
situatie.”
elementvarianten, zoals verschillende wand-, dak- en vloerconstructies, vergeleken worden. Het onderzoek gebeurt via
Gebruiksvriendelijke tool voor architecten
een gekwantificeerde methode op basis van een levenscyclus-
Zodra de milieu-impact op gebruiksklare bouwmaterialen
analyse (LCA).
berekend was, maakte VITO verdere berekeningen tot op
“Om al die verschillende soorten milieu-impact te kunnen optellen hebben we die vertaald naar euro’s.” Wim Debacker
het niveau van het gebouwelement. Het resultaat is een
Meer Vlaams, meer Belgisch
databank met milieuprofielen van 115 vaak voorkomende
Roos Servaes van de OVAM: “De bouwsector wil meer inzicht
gebouwelementen: verschillende varianten van buiten- en
in de milieu-impact van materialen. Momenteel gebruikt
binnenmuren, platte en hellende daken, vloeren, ramen en
de sector buitenlandse evaluatiemethodieken (NIBE, Green
binnenschrijnwerk.
Guide to Specification), maar die zijn niet toereikend voor de Vlaamse of Belgische bouwscenario’s. Transportafstanden,
Philippe Van de Velde van de OVAM: “De bouwmaterialen-
productiemethoden, de energiemix en grondstoffenvoorraden
methodiek genereert heel wat inzichten voor de bouwsector
zijn vaak heel verschillend in het buitenland. Om een materi-
en is op maat van de Belgische situatie. We zijn nu druk bezig
alenmethodiek voor onze context te ontwikkelen, is een be-
aan de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke tool, zodat
palingsmethode nodig waarmee we de milieu-impact op het
architecten aan de slag kunnen voor hun eigen ontwerp. De
niveau van gebruiksklare bouwelementen kunnen berekenen.
belangrijkste verdienste van dit onderzoek is ongetwijfeld
We zijn met de Vlaamse en federale beleidsmakers en alle
dat de methodiek in nauwe samenwerking met de bouwsec-
stakeholders aan tafel gaan zitten om dat uit te klaren. Sa-
tor tot stand is gekomen. Doordat alle stakeholders mee aan
men hebben we de krijtlijnen bepaald van hoe we de milieu-
tafel zaten, staat zowat iedereen erachter. Dit onderzoek is
impact kunnen berekenen en vergelijken vanaf de ontginning
niets minder dan een mijlpaal.”
Meer info: www.ovam.be/bouwmaterialenmethodiek .5
Versnelde overdracht
Overdracht van gronden kan ook sneller In de regel mag een risicogrond pas overgedragen worden als de OVAM het bodemsaneringsproject heeft goedgekeurd. Maar soms kan de aankoop van gronden sneller gebeuren. Intercommunale Leiedal maakte dankbaar gebruik van die ‘versnelde overdracht’. Projectverantwoordelijke Stijn Vannieuwenborg getuigt. “Leiedal is het intergemeentelijke samenwerkingsverband
voorzieningen. Maar eerst moet de site gesaneerd worden.
de gemeente. Momenteel bereiden we de sloop van het voor-
van dertien gemeenten en steden in de regio Kortrijk. Wij
Bodemonderzoek had aangetoond dat de bodem zwaar ver-
malige textielbedrijf en de sanering van de site voor. We ho-
werken aan de ontwikkeling van de streek, zodat het er goed
ontreinigd was.”
pen eind dit jaar met de sloop te kunnen beginnen.”
is om te wonen, te werken en te leven.”
Bodemsaneringsproject “Een van onze taken is de uitbouw van bedrijventerreinen. Vroe-
“De procedure bepaalt dat men een risicogrond pas kan
ger werd daarbij vaak open ruimte aangesneden, maar vandaag
aankopen nadat de OVAM het bodemsaneringsproject heeft
nemen we vooral bestaande industriële sites onder handen.
goedgekeurd. Maar volgens onze plannen zou de site een
Leiedal koopt de site op, leidt de herinrichting in goede banen
nieuwe bestemming krijgen: naast industriezone wordt er
en brengt het nieuwe bedrijventerrein opnieuw op de markt.”
ruimte gemaakt voor wonen. Aangezien een bodemsaneringsproject het best wordt afgestemd op die bestemming,
Kloppend hart van Lendelede
had het weinig zin om dat nu al op te maken. Dat zou het
“Eind 2011 kocht Leiedal de site Nelca in Lendelede aan. Het
volledige project immers vertraagd hebben. De OVAM stelde
terrein van tien hectare was eigendom van de textielgroep
daarom voor om de procedure ‘versnelde overdracht’ te ge-
Dejaeghere, die in 2007 failliet ging. Sindsdien lag die uitge-
bruiken. Die regeling bepaalt dat een risicogrond overgedra-
strekte site vlak bij het centrum er verlaten en verwaarloosd
gen mag worden nadat de OVAM het beschrijvende bodem-
bij, tot grote ergernis van de omwonenden. Samen met de
onderzoek heeft goedgekeurd. We moesten voldoen aan een
gemeente Lendelede wilden we het tij doen keren en de
aantal voorwaarden: zo moesten we de OVAM schriftelijk
Nelca-site omvormen tot het nieuwe kloppende hart van het
verzekeren dat de bodem in een later stadium volgens de
dorp, waar het aangenaam wonen en werken is.”
regels van de kunst zou worden gesaneerd.”
“In een masterplan legden we vast hoe de site er in de toe-
“Dankzij de speciale procedure konden we de Nelca-site snel-
komst moet uitzien: er komt ruimte voor lokale bedrijven,
ler dan verwacht aankopen. Het masterplan is ondertussen in
in combinatie met flexibele wooneenheden en openbare
een ruimtelijk uitvoeringsplan gegoten en goedgekeurd door
“We willen de herontwikkeling van risicogronden stimuleren” In 2011 vereenvoudigde de OVAM de procedure voor de verkoop van verontreinigde risicogronden. Dat kan sindsdien gevoelig sneller. “Met die maatregel willen we de herontwikkeling van risicogronden stimuleren”, licht Patrick Ceulemans van de OVAM toe. “Tot voor kort vereiste de verkoop van een verontreinigde risicogrond een goedgekeurd bodemsaneringsproject. Maar de opmaak en goedkeuring van zo’n project nemen behoorlijk wat tijd in beslag. De OVAM wil de herontwikkeling van dergelijke gronden stimuleren. Daarom hebben we de procedure versneld. Nu kan de verkoop al plaatsvinden na een beschrijvend bodemonderzoek.”
“Niet alleen ontwerpers bepalen design” “Met de juiste tools leren designers in spe ecodesignprincipes van bij het begin toepassen”, zegt Evelyn Lafond van de OVAM. Maar naast productontwikkelaars blijken ook ingenieurs elektromechanica veel beslissingsrecht te hebben bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Hoe kunnen we ecodesign nog meer integreren bij de creatie van nieuwe producten?
Evelyn Lafond: “We werken al jaren samen met de tien
Europees netwerk voor ecodesign
grootste ontwerphogescholen van Vlaanderen. Die contacten
Vijf Europese ecodesigncentra gaan samenwerken
verlopen veelal met een beperkt aantal docenten. Hoewel zij
rond ecodesign en levenscyclusdenken. Via het
ecodesign in hun lessen integreren, betekent dat niet auto-
platform ‘European Network of Ecodesign Centres’
matisch dat eco-innovatie ook integraal deel uitmaakt van
(ENEC) willen ze hun knowhow over ecodesign uit-
het curriculum van de student. Daarom heeft de OVAM een
wisselen en verder ontwikkelen. Evelyn Lafond:
methodologie ontwikkeld die hogescholen toont hoe ze eco-
“Door samen te werken vermijden we dat we dubbel
design in alle vakken en jaargangen van de richting kunnen in-
onderzoek voeren. Maar de ambities reiken verder.
tegreren. We bekijken nu in overleg met de hogescholen welke
Met het netwerk willen we wegen op het Europese
begeleiding hiervoor ook in de toekomst aangewezen is.”
beleid rond ecodesign en eco-innovatie. ENEC zal
Jullie werken ook specifiek via de ontwerpopleidingen. Hoe dan wel?
zich in de eerste plaats richten op ecodesign voor
Evelyn Lafond van de OVAM: “Ontwerpers bepalen in grote
Ook ingenieurs hebben vaak een vinger in de pap bij het maken van een product.
mate welk en hoeveel materiaal ze gebruiken om een product
Evelyn Lafond: “Dat klopt. De OVAM liet onderzoeken wie in
te maken, hoe het verpakt wordt, enzovoort. Daarom is het
een bedrijf beslissingen neemt over de vormgeving, materiaal-
belangrijk dat we toekomstige designers van bij de start van
keuze en lancering van een product. Naast productontwikkelaars
hun opleiding de juiste handvaten aanreiken om ecodesign-
blijken vooral ingenieurs elektromechanica het design van pro-
principes toe te passen. Ecodesigndenken moet voor jonge
ducten te beïnvloeden. Daarom ontwikkelde de OVAM een op-
ontwerpers een natuurlijke reflex worden. De OVAM helpt
leidingspakket op maat voor de ingenieursopleidingen, de ‘eco-
hen daarbij. Onze website www.ecodesignlink.be biedt een
design in hoger onderwijs’-kit of EHO-kit. Zeven van de vijftien
overzicht van al onze instrumenten, kennis en tools omtrent
relevante hogescholen en universiteiten gingen al aan de slag
ecodesign. Via dat trefpunt willen we organisaties en ontwer-
met de EHO-kit. Concreet toetsten de docenten het bestaande
pers informeren en helpen bij hun werking rond ecodesign.”
curriculum in een workshop af aan de EHO-kit en bekeken ze hoe ze dat in het volledige lessenpakket kunnen integreren.”
kmo’s. Op termijn wil ENEC internationaal erkend worden als het toonaangevende platform voor ecodesign en levenscyclusdenken in kmo’s.” Een eerste wapenfeit van de samenwerking is de verspreiding van de Ecolizer 2.0 van de OVAM in 42 designcentra in Frankrijk. Deze ecodesigncentra maken deel uit van ENEC: Ecodesign Centre (Wales), Basque Ecodesign Center (Baskenland), de OVAM (Vlaanderen), Effizienz-Agentur (Noordrijn-Westfalen) en Pôle écoconception (Rhône-Alpes). Meer info vindt u op www.ecodesign-centres.org.
Op www.ecodesignlink.be kunt u de methodologie voor de integratie van ecodesign gratis downloaden. Binnenkort vindt u er ook de EHO-kit. .6
3D-printing luidt transitie in naar lokale productie op maat Quin.MGX by Bathsheba Grossman. Lamp gebouwd in 3D-printing
Is uw wasmachine stuk? Laat het wisselstuk dan lokaal produceren via digitale fabricage. Dat is niet alleen sneller, maar ook goedkoper én milieuvriendelijker dan het onderdeel van de andere kant van de wereld te laten komen. Het project iMade test dat nieuwe productiemodel uit.
menten voelen zich uniek en dat willen ze ook tonen via
3D-ontwerpen
de kleren die ze dragen en de producten die ze gebruiken.
Deel van de noodzakelijke infrastructuur is een software-
Veel bedrijven spelen daar nu al op in. Nike laat zijn klanten
platform dat de 3D-ontwerpen veilig en vlot verdeelt en ver-
bijvoorbeeld de kleur van sportschoenen en veters kiezen.
koopt. Die digitale techniek biedt heel wat voordelen: zo
Ook automerken bieden een verregaande vorm van customi-
zijn opslagplaatsen overbodig, omdat alle gegevens digitaal
satie.” Toch is dat nog maar het begin.
zijn. Crowdsourcing maakt het dan weer mogelijk om via het internet op allerlei manieren klanten, leveranciers en het
Flexibele fabrieken
brede publiek te betrekken bij het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten.
Stel: uw wasmachine is stuk. Het blijkt vandaag vaak voordeliger om een nieuw toestel te kopen dan het oude te herstel-
Al in mei 2010 voorspelde architectuurjournalist Jonathan
len. Hoe komt dat? Herstelarbeid is in Vlaanderen relatief
Bell in Wallpaper Magazine: “Iedereen wordt in de toekomst
Hasselt, januari 2012. Bij een 83-jarige vrouw wordt een vol-
duur. De productie en logistieke kosten voor het bijhouden
designer, bedenkt zijn eigen merk, of drukt een stempel op
ledige onderkaak, vervaardigd door het 3D-printen van tita-
of bestellen van individuele onderdelen van elektronische
de dingen die hij koopt.” Die mentaliteitswijziging zou wel-
niumpoeder, succesvol ingeplant. Een wereldprimeur voor
apparaten zijn ook hoog. Elmar Willems van de OVAM: “Via
eens de transitie naar een volledig nieuw en open source
Vlaanderen, die druk besproken wordt in de internationale
digital manufacturing draai je dat businessmodel volledig
businessmodel kunnen inluiden.
pers.
om: de fabrikant stelt 3D-modellen van het vereiste wisselstuk ter beschikking en laat het hier lokaal fabriceren.
In vergelijking met de ons omringende landen staat Vlaande-
Dat gebeurt in een nieuwe generatie ‘flexibele fabrieken’ of
Industriële revolutie?
ren sterk in digitale productie. Verschillende Vlaamse fabri-
dienstencentra, waar verschillende bedrijven of consumen-
Net zoals het SYMBIOSE-platform past ook iMade in de visie
kanten, zoals Materialise, LayerWise en Melotte, zijn aan de
ten hun producten maken via digitale productietechnieken,
‘Fabriek van de Toekomst’ van het Agentschap Ondernemen
slag met 3D-printing, laser cutting en additieve fabricage.
zoals 3D-printing. Die lokale productie vlak bij de consument
(zie pagina 4). iMade is een van de projecten die de transi-
Bovendien herbergt Vlaanderen ook het grootste productie-
leidt tot minder transport van materialen en producten. Ook
tie naar een meer groene, sociale, creatieve en innovatieve
centrum van Europa. Plan C, het Vlaamse Transitienetwerk
de levensduur van producten kan worden verlengd, wat een
industrie mogelijk moeten maken.
voor Duurzaam Materialenbeheer, wil op die troeven inspe-
aanzienlijke winst voor het milieu betekent.” iMade wil die technologische en industriële revolutie met-
len. Vorig najaar lanceerde het samen met negentien Vlaamse partners ‘iMade’. iMade wordt een netwerk van dien-
Hoe kunnen we die ‘productie op maat’ duurzaam inbedden
een koppelen aan een sociale en ecologische evolutie. Hoe
stencentra voor digital manufacturing. Dat is een term die
in de Vlaamse industrie? Dat bestuderen de OVAM, mate-
kunnen we die technologische innovatie inschakelen om een
begrippen als rapid prototyping, 3D-printing, digitale, cloud-
riaalproducenten, retailers, technologische bedrijven, on-
mentaliteitswijziging te faciliteren? Welke arbeidskansen
en additieve fabricage samenvat. Dat soort dienstverlening
derzoeksbureaus, partners uit de sociale economie en ont-
ontstaan er? Hoe kunnen we een ‘gadgetcultuur’ vermijden?
sluit naadloos aan bij de ambitie om duurzame productie en
werpbureaus de komende twee jaar in het project iMade.
Jan Leyssens: “Op die uitdagingen proberen we de volgende
consumptie in Vlaanderen zo concreet mogelijk te maken.
iMade onderzoekt of het technisch en economisch haalbaar is
twee jaar antwoorden te formuleren via workshops en net-
om producten en onderdelen die nu veelal in lageloonlanden
werkmomenten. Daarnaast zullen ook twee pilootprojecten
vervaardigd worden, in Vlaanderen te produceren. Elmar Wil-
de kans krijgen om te experimenteren met de nieuwste digi-
Lokale productie op maat
lems: “We verwachten daarbij veel van geavanceerde tech-
tale productietechnieken. Op termijn willen we hieruit een
Jan Leyssens van Plan C, de trekker van iMade: “Onze eco-
nieken als 3D-printing en additieve fabricage. Die kunnen
waardevol businessmodel distilleren.”
nomie evolueert van massaproductie naar een productie op
immers inspelen op lokale noden en productiecapaciteiten.
maat. Die evolutie speelt in op de stijgende vraag van con-
Maar de technologie alleen zal onvoldoende zijn; de relatie
Meer info:
sumenten naar personalisering en individualisering. Consu-
tussen producenten en afnemers is aan herziening toe.”
www.imade.be of via twitter: @iMade3D
Het Leuvense bedrijf Materialise beschikt met 80 machines over de grootste 3D-printingcapaciteit wereldwijd.
Jurk in 3D geprint bij Materialise. Ontwerp van Iris van Herpen en Julia Koerner.
Dashboard van de ‘Pininfarina Sintesi concept car’ in één stuk geprint bij Materialise
.7
Brussels Airport maakt afvalinzameling
OVAM Ecodesign Awards PRO 2012
duidelijker
Op de luchthaven van Zaventem komen straks doordacht geplaatste vuilniszakken, in de vertrouwde kleuren: blauw voor pmd, geel voor papier en karton en grijs voor restafval. Op Brussels Airport staan al enkele jaren gescheiden afval-
giers verwarrend. Sarah Van den Heuvel: “De kleuren kwa-
bakken: voor papier en karton, pmd, glas en restafval. Maar
men niet overeen met de kleuren die mensen thuis kennen.
de passagiers bleken hier niet volgens de regels van de kunst
Op de luchthaven moest pmd bijvoorbeeld in de rode vuilnis-
gebruik van te maken. Sarah Van den Heuvel van Brussels
bak, terwijl die in heel België meestal blauw is.”
Airport: “In de zakken voor pmd en papier en karton zat al te vaak afval dat er niet in thuishoorde. Daarom moesten we
Vanaf maart past Brussels Airport de bestickering, deksels
die zakken bijna altijd bij het restafval gooien.”
en plaatsing van de vuilnisbakken stapsgewijs aan. In juni zal die omschakeling grotendeels achter de rug zijn. Vanaf
Samen met de OVAM en Fost Plus onderzocht Brussels Airport
april worden de passagiers met een grootscheepse sensibi-
wat er misliep. “Om te beginnen hebben we de plaatsing
liseringsactie aangespoord om het afval selectief in te za-
van de vuilnisbakken onder de loep genomen. Daaruit bleek
melen zoals het hoort. Voor die campagne worden zoveel
dat zodra passagiers aan de gate zijn aangekomen, ze geen
mogelijk middelen ingezet: affiches in de publieke ruimtes
vuilnisbakken in hun blikveld zien staan. Een meer zichtbare
en toiletten, website, sociale media, films bij de screening
en strategische plaatsing was dus nodig.”
en acteurs die op ludieke wijze de passagiers helpen met sorteren. Het effect van de omschakeling en sensibilisering
Niet alleen de plaatsing kon beter; ook de gebruikte kleuren en informatie op de vuilnisbakken bleken voor veel passa-
zal regelmatig gemeten worden via kwaliteitsmetingen.
1
2 Op 15 januari werden de winnaars van de OVAM Ecodesign Award PRO 2012 bekendgemaakt. In de categorie ‘product op de markt’ kreeg de Beamsradiator van Studio Segers alle lof (foto 1). Die radiator is uit 100% gerecycleerd aluminium vervaardigd en levert een forse energiebesparing op. De Quinny Jett van Studio Peter Van Riet & Quinny Team gooide hoge ogen in de categorie ‘product in ontwikkeling’ (foto 2). Met het longboard kunnen jonge ouders zich makkelijk én milieuvriendelijk door hun stad verplaatsen, en samen met hun kind in het buggyzitje langs de files zoeven.
Meer weten? De OVAM is geïnteresseerd in uw vragen, opmerkingen en suggesties.
Schrijf ons via
[email protected] www.facebook/ovam.be @PersAtOVAM
Colofon Verantwoordelijke uitgever en hoofdredacteur: Jan Verheyen - Redactieraad: Patriek Casier, Sofie De Keyser, Els De Picker, Willy Sarlee, Els Van Camp, Anne Vandeputte en Stefan Van Geenhoven. Redactieadres: OVAM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen,
[email protected] - Foto’s: Vilda |Yves Adams, Port of Zeebrugge, Shutterstock, Materialise, Michael Zoeter, Fox&Freeze, OVAM - Redactie en realisatie: www.pantarein.be - Wettelijk depotnummer: D/2013/5024/03 - Oplage OVAM: 3600 ex. – De meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van de OVAM. Gegevens uit deze nieuwsbrief mag u overnemen mits de bron wordt vermeld. De OVAM en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aansprakelijkheid voor gevolgen die zouden kunnen ontstaan uit het gebruik van in deze uitgave opgenomen informatie.
.8