Gaat de Wmo het in Dordt redden? Dames en Heren, collega’s, Voordat ik met mijn verhaal begin, is het, denk ik, handig als ik u de situatie rond de Wmo in Dordrecht en omgeving schets. Dat kan ook inzicht verschaffen in de vraag die wij ons stellen: gaan we het redden met de Wmo in Dordrecht? Vanuit de al lang bestaande Dordtse Gehandicaptenraad en de Seniorenraad is al in februari 2007 de Wmo Adviesraad Dordrecht geïnstalleerd. Enkele aspirant leden waren ook in het voorbereidingstraject betrokken bij de totstandkoming van de verordening en het eerste 4‐ jaren beleidsplan. Kortom we hebben aan de wieg gestaan, sommigen zeggen nu: wij hebben ons eigen bedje kunnen spreiden daardoor. Het is verder belangrijk te weten dat de Sociale Diensten van de 6 Drechtsteden gemeenten één Sociale Dienst Drechtsteden zijn geworden. Dat betekent voor de advisering dat er naast een plaatselijke Wmo Adviesraad ook een Regionale Wmo Adviesraad Drechtsteden is, die zich alleen bezig houdt met prestatieveld 6: de individuele voorzieningen. Verder is Dordrecht als centrumgemeente verantwoordelijk voor 7, 8 en 9 voor een regio met 20 gemeenten. Wat voor vandaag ook van belang is, is te weten hoe de facilitering van de Wmo Adviesraad is geregeld en welke verwachtingen daaraan gekoppeld zijn. De burgerparticipatie, geregeld in artikelen 11 en 12 uit de Wet, wordt in onze regio uitgevoerd door Wmo Adviesraden. Dat kan op verschillende niveaus plaats vinden. Dan hebben we het over de Participatieladder: MEEBESLISSEN CO‐PRODUCEREN ADVISEREN RAADPLEGEN INFORMEREN Het niveau van participeren is afhankelijk van diverse factoren. In ieder geval spelen mee: ‐ ‐ ‐
1
Ambitie van gemeentebestuur en Adviesraad Kwaliteit van de Adviesraad: in de breedte (alle prestatievelden) én in de diepte (grote kennis, inzicht, en netwerk in een specifieke doelgroep) Faciliteiten van de Adviesraad
In Dordrecht hebben we de mogelijkheid, en we nemen die ook, tot co‐produceren. Wij hebben in 2010 een budget van € 165.000 zodat we een fulltime beleidsadviseur met secretariële ondersteuning kunnen hebben. Wij beschouwen ons als samenwerkingspartner van gemeente en maatschappelijke organisaties. Echter nadrukkelijk op afstand van de gemeente. En daar zou het wel eens kunnen gaan wringen de komende tijd! Nu we geconfronteerd worden met forse bezuinigingen, komend jaar bijvoorbeeld al 10% op de huishoudelijke hulp, wil ik nog graag eens terugkomen op een opvatting die ik in 2007 had over de Wmo. Ik heb toen uitgedragen dat er achter de ontstaansgeschiedenis van de Wet, ook een maatschappelijke visie zat. De algemene indruk was, vooral ook hier en daar politiek stevig aangezet, dat het een ordinaire bezuinigingsoperatie was. De kern van mijn verhaal was: De Wmo is niet los te zien van de ontwikkelingen in de samenleving na de jaren 40. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er vele lijnen te ontdekken. Ik noem er twee die stellig met elkaar in verband staan: 1. Van wederopbouw tot overvloedige rijkdom, leidend tot hedonisme: genot als hoogste goed; 2. Van gemeenschapszin (overigens vooral in eigen kring: de verzuiling) tot egoïsme en narcisme: de ziekelijke liefde voor zichzelf: De dikke Ikken. Er is na de economische crisis van de jaren 30, na WO II, na de watersnood in ’53 hard gewerkt om welvaart te creëren. Die groeiende welvaart heeft veel gebracht: sociale verzekeringswetten, welzijnsvoorzieningen. Sommigen zeggen de verzorgingsstaat. We betaalden belasting en daarom verwachtten we dat de overheid die samenlevingstaken zou regelen. Tegelijkertijd en misschien wel daardoor zie je de volgende ontwikkeling in de samenleving: Gemeenschapszin – roep om emancipatie – assertiviteit – individualisme – tot uiteindelijk doorgeslagen assertiviteit, egocentrisme en egoïsme. Er was nog een parallelle ontwikkeling: het democratiseringsproces, de burger moest en wilde meer betrokken worden bij het beleid. Kortom de samenleving is ingrijpend veranderd in 50 jaar. (Even tussendoor: Als u vindt dat deze schets te somber is, dan hebt u gelijk. Er zijn in dezelfde periode ook nieuwe initiatieven geweest waarin de burger zich van zijn goede kant heeft laten zien.) Ik meende dus dat de Wmo, weliswaar noodzakelijk om financiële redenen, ook voortkwam uit een opvatting dat een ongewenste maatschappelijke ontwikkeling gekeerd moest worden. De Wmo vraagt een verandering van jewelste. Niet een terugval naar de jaren 50 – 60. Zeker is dat het een operatie is van jaren, beter decennia. Misschien hebben we opnieuw 50 jaren nodig.
2
Onze samenleving is niet solidair en voelt zich niet verantwoordelijk. Onze samenleving eist betere gezondheidszorg, onderwijs, klimaat, HV 2, meer blauw op straat, enz., maar wil daar vooral niet voor betalen. Als wij een solidaire en verantwoordelijke samenleving willen, dan is dat een traject van de lange adem. Het beeld dat de Wmo er is voor de mensen met een beperking of die zorg nodig hebben, moet ook gekeerd worden. De Wmo is er voor allen, vooral ook van belang voor de mensen die ondersteuning kunnen bieden. Ik had deze lange inleiding nodig om te kunnen uitleggen hoe wij in Dordrecht als Wmo Adviesraad nu met de gemeente in gesprek zijn. Hier en nu. Waarschijnlijk is ook uw gemeentebestuur volop bezig om het nieuwe Wmo beleidsplan voor de komende 4 jaren voor te bereiden. En het zal bij u niet anders zijn dan in Dordrecht. Het komende jaar moet Dordrecht al 28 miljoen (op een begroting van 460 miljoen) bezuinigen. En de boodschap van de VNG afgelopen weekend naar het kabinet in wording laat niets aan duidelijkheid te wensen over: men vreest met grote vreze dat de nieuwe regering een groot deel van haar probleem over de schutting zal gooien: op het bordje van de gemeenten. Dat wreekt zich nu in het tempo van de beleidsontwikkeling. Ambtelijk is men al vanaf begin dit jaar bezig met het nieuwe beleidsplan. Het wordt steeds duidelijker dat vooral de financiële nood bepalend is voor de keuzes die straks gemaakt worden. Daar sta ik dan met mijn mooie verhaal over veranderende maatschappelijke opvattingen. Het nieuwe Dordtse college van B&W zegt expliciet: geen aandacht meer voor integratie en voor welzijn als collectieve voorziening. Dus geen recreatie, geen ontmoeting, geen educatie, geen langdurige ondersteuning, geen integratie. Concreet: weg met de vrouwendag, de Iftarmaaltijd, biljarten, buurtbijeenkomsten, enz. Let wel: deze laatste opsomming is nog niet hard. De onderwerpen staan met een vraagteken op de lijst. Nog zo’n onderwerp: de civil society. Wij hebben ons, op verzoek en in samenspraak met het gemeentebestuur, in de stad bezig gehouden met een poging de civil society door te ontwikkelen. Over de uitkomsten hoeven we het nu niet te hebben. Maar wat je nu ziet is dat er gestuurd wordt met geld (dat wordt namelijk weggehaald) en niet met beleid (het bevorderen van de participatie). Moet ik dus nu niet tot het inzicht komen dat alle mooie woorden die gebruikt worden niet kunnen verhullen dat het feitelijk gaat om een keiharde bezuiniging? Er dreigt dus niet zoveel over te blijven van mijn verhaal.
3
Hoe gaan wij daar nou mee om? Als co‐producenten praten wij al sinds het voorjaar mee met de ambtenaren. Zij leggen ons dilemma’s voor en wij proberen daar een opvatting over te formuleren. Ik kom dadelijk nog even terug over onze opstelling en de keuzes die we daarin hebben De gemeente staat ook niet stil. De pakketmaatregel en andere verwachte ontwikkelingen hebben het gemeentebestuur er toe gebracht pilots maatschappelijke ondersteuning te laten ontwikkelen door alle organisaties op het gebied van welzijn, zorg en wonen. Doel is (quote) “ervaring op te doen met het op een andere manier bieden van lichte ondersteuning aan mensen die dit nodig hebben”. Dit traject loopt nu en moet in de maand oktober leiden tot aanwijzing van de pilots die uitgevoerd gaan worden. Wij verwachten daarbij ook een rol te spelen. Hoe stelt de Wmo Adviesraad Dordrecht zich nu op? Er zijn natuurlijk meerdere opties. Ik noem er twee omdat wij met het daarin geschetste dilemma worstelen: ‐ ‐
Je kunt kritisch meegaan: “het is niet anders, laten we de scherpe kantjes er af zien te halen; Je kunt je frontaal verzetten met als argument dat je meedoen in de samenleving niet moet belemmeren, omdat Het tegen de wet is Het een desinvestering is, een pril bouwwerk wordt afgebroken Op termijn worden de kosten veel hoger Het een fata morgana is te stellen dat de samenleving de problemen wel zal kunnen opvangen. Het kind wordt met het badwater weggegooid, dat heeft het verleden toch voldoende aangetoond (voorbeeld: vormingswerk in het onderwijs).
Dames en heren, ik ga afronden. Gaat de Wmo het in Dordt redden? Ik ben benieuwd naar het laatste onderdeel (niet de borrel, maar daarvoor) van deze middag. Maar ik vrees, woorden als netwerken en lobbyen lezend, dat het de richting uitgaat van “meegaan, met kritische kanttekeningen”. Vooralsnog vinden wij in Dordrecht dat wij niet de problemen van het gemeentebestuur hoeven op te lossen en dat wij pal willen staan voor de mensen die de maatschappelijke ondersteuning nodig hebben om in deze samenleving te kunnen participeren. Meedoen in 4
de maatschappij is geven én ontvangen. Het lijkt er op dat het accent te sterk verlegd wordt naar het geven en voor het ontvangen moet je, ondanks de wet, niet bij de gemeente maar bij een ander zijn. Dus vooralsnog houdt ons meedenken vooral in: verzet tegen het sluiten van wijkcentra, professioneel ondersteunen en opbouwen van vrijwilligerswerk en mantelzorg is bittere noodzaak, versterken van het integrale werken in de buurten en wijken. Om de woorden van de heer van den Burg te gebruiken: het gemeentebestuur scherp houden. Misschien iets teveel de hakken in het zand. Dat zou dan bovendien wel eens kunnen leiden tot een forse aanslag op ons budget, want sommigen vinden dat ons bedje te royaal gespreid is. Maar ja, wie dan leeft die dan zorgt. Als de Wmo het maar redt, de Wmo Raad is dan bijzaak. Ik dank u voor uw aandacht, Hans de Goeij
5