De christelijke loopbaan Ds. C.G. Vreugdenhil – Hebreeën 12:1-2
Zingen : Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 16: 3 Hebreeën 12: 1-13 Psalm 119: 1, 17 Psalm 84: 4 Psalm 89: 8
Gemeente, het tekstwoord voor de prediking kunt u vinden in Hebreeën 12 de eerste twee verzen. We lezen daar in het Woord van de Heere: Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen alle last en de zonde, die ons lichtelijk omringt en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is, ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en de schande veracht en is gezeten aan de rechterhand van de troon van God. In dit schriftwoord onderwijst de apostel ons over: De christelijke loopbaan. Om deze loopbaan met succes te kunnen lopen zijn drie dingen nodig: 1. Alle overbodige lasten afleggen (vers 1a) 2. Met lijdzaamheid lopen (vers 1b) 3. Zien op de overste Leidsman (vers 2) Gemeente, ons leven is een reis. Iedere reis heeft een beginpunt en een eindpunt. Als we bijvoorbeeld met vakantie gaan, zijn we ons daar sterk van bewust. Soms lang van tevoren bespreek je met elkaar wat het doel zal zijn van de reis. De vraag is dan waar we onze vakantie zullen doorbrengen. Wat hebben we het soms druk met die vraag, hoewel we heus wel weten dat onze vakantie maar een tijdelijke zaak is. Welnu, als we ons nu al zo druk maken over de bestemming van onze vakantie, hoeveel te meer moeten we ons dan niet druk maken over de bestemming van onze levensreis! Iedere reis heeft een beginpunt en een eindpunt. Het beginpunt van onze levensreis ligt bij onze geboorte uit zondige ouders. We beginnen onze levensreis dus als gevallen mensen, als kinderen van Adam. Het eindpunt van onze levensreis is de eeuwigheid. Nu wordt u in dit schriftwoord de vraag gesteld: Waar wilt u straks de eeuwigheid gaan doorbrengen? De twee mogelijkheden zijn ons allen bekend. Er is een eeuwige gelukzaligheid en een eeuwige rampzaligheid. Er is een hemel en er is een hel. Van nature bewandelen wij allen de brede weg, die naar het verderf voert. Wie dus straks in de hemel wil uitkomen, moet wel bedenken dat hij dan ook in dit leven de weg naar de hemel bewandelt. Dat is de smalle weg, die naar het leven leidt. Bunyan heeft die weg genoemd: de weg van de stad Verderf naar Sion. www.prekenweb.nl
1/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
Aan het begin van die weg staat de enge poort van de wedergeboorte, de inlijving in Christus door een waar geloof. Dat heeft de Heere Jezus overduidelijk aan Nicodémus geleerd: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien. (Joh.3:3) Aan het einde van die smalle weg staat de hemelpoort, die toegang geeft tot de eeuwige heerlijkheid. De weg daartussen noemen wij de waarachtige bekering, de weg van het geloof. Over deze laatste weg spreekt hier het woord van onze tekst, als het gaat over de christelijke loopbaan. Dit beeld heeft de apostel ontleend aan de sportwereld. Tijdens de Olympische spelen, die ook vroeger al gehouden werden, had je allerlei soorten wedstrijden. De één hield van vuistvechten, de ander van discuswerpen en weer een ander van hardlopen. Het beeld van onze tekst is aan dit laatste ontleend: de loopbaan voor wedstrijden in het hardlopen. Een lange baan was daarvoor gereedgemaakt. Aan het begin van de baan was de startstreep en aan het eind van de baan de witte eindstreep met de eindpaal, waaraan de lauwerkrans voor de overwinnaar hing. En hoewel er bij zo’n wedloop meestal maar weinig deelnemers waren, was toch de baan omzoomd met duizenden toeschouwers op de tribunes, die de lopers aanmoedigden om vol te houden. Dit beeld van de renbaan wordt wel meer in de Bijbel gebruikt. In 1 Korinthe 9 vers 24 schrijft Paulus: Weet gij niet dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat één de prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij die moogt verkrijgen. En als Paulus aan het einde van zijn leven gekomen is, zegt hij, ziende op zijn naderend einde: Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden; voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen die Zijn verschijning liefgehad hebben. (2 Tim.4:7-8) Zo wordt ook hier in onze tekst het beeld van de renbaan gebruikt om de Hebreeën, die dreigden te verslappen in hun loop, op te wekken tot volharding en standvastigheid. Om die reden begint onze tekst met de woorden: Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende. Wie worden hier met die ‘wolk der getuigen’ bedoeld? Dat kunnen we lezen in het voorafgaande hoofdstuk, Hebreeën 11. Met die wolk der getuigen worden de geloofshelden uit het Oude Testament bedoeld. Zij hebben immers hetzelfde pad bewandeld, dat nu nog al Gods kinderen moeten gaan. De Kerk van alle eeuwen zal immers dezelfde weg gaan als haar Hoofd, namelijk door lijden tot heerlijkheid. Deze loopbaan is dus al bewandeld door de heiligen, vanaf het begin van de wereld. En nooit is er iemand van hen beschaamd uitgekomen. Dat is toch wel een grote troost voor de strijdende Kerk op aarde. Die wolk der getuigen is dus de triomferende Kerk in de hemel. Dus het beeld van onze tekst is als volgt: hier op aarde bevindt zich de strijdende Kerk op de loopbaan. En de geloofsgetuigen uit het Oude Testament, de triomferende Kerk in de hemel, zien als het ware bij deze wedren toe, zoals de toeschouwers op de tribunes van het stadion. Zij volgen de loop en vuren de lopers door hun voorbeeld aan om vol te houden. Zij hebben immers dezelfde loop gelopen en hebben overwonnen door de kracht van het geloof. www.prekenweb.nl
2/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
Zo getuigen de heiligen van het oude verbond nu nog, door hun getuigenis in het Woord. Zij getuigen allen dat zij door vele verdrukkingen moesten ingaan in het koninkrijk van God. Hun pad voerde vaak door donkere diepten en langs steile hoogten, maar ze hebben allen overwonnen door het bloed van het Lam. Het getal van die getuigen is zeer groot, want onze tekst zegt dat het is als een wolk die omringt. Zij getuigen allen van de vrije genade, die hen sterkte gaf voor de loop. Zij getuigen van de kracht van Christus, waardoor zij alle dingen vermochten. Zij getuigen van Zijn stervende liefde, die hen getrouw maakte tot de dood. Zij gingen vaak beangst en wenend hun weg, maar ze zijn altijd weer uitgeholpen. De strijd is gestreden, de loop is beëindigd. Ze zijn nu boven: Abraham en Sara, Noach, Jozef, Mozes, Rachab en al die anderen. Deze wolk van getuigen omringt dus de loopbaan. Zo vinden alle lopers zichzelf terug te midden van dit zalige gezelschap. De weg is vaak ruw, maar er komt een eind aan. De strijd is soms zwaar, maar de overwinning is zeker. En daarom, hoor eens, vermoeide pelgrims: de wolk der getuigen roept u als het ware toe, dat uw plaats nog open is in de heerlijkheid. Er wordt bij wijze van spreken op u gewacht. Het koor van de hemelingen kan u maar node missen om God de lof toe te zingen, die Hij zo waard is. En als er een nieuweling wordt toegebracht, is er blijdschap in de hemel, vreugde voor de engelen en de gezaligden. Gemeente, hoe is het met u? Loopt u al op deze loopbaan? Probeert u deze vraag eens eerlijk onder ogen te zien en voor uzelf te beantwoorden. Probeert u eens om nu geen uitvluchten te zoeken. Het antwoord op deze vraag is ja of nee. Hebt u die goede keus in uw leven al eens van harte mogen doen? Iedere deelnemer op de renbaan weet toch dat hij meeloopt! Welnu, zo is het ook wat betreft de christelijke loopbaan. Het begin ligt daar, waar u op de baan komt: de vernieuwing van uw hart. En het vervolg van de loop is gelegen in de vernieuwing van ons leven. Het einde ligt tenslotte bij de overwinning aan het eind van de baan. De vraag is dus: loopt u al op de christelijke loopbaan? Als meisje of jongen zeg je misschien: ‘Ik ben nog jong, het leven ligt nog voor mij.’ Maar wie heeft je dat wijsgemaakt? Weet je dan al dat je oud zult worden? Besef je dan niet dat het volgend jaar al te laat kan zijn? Wie weet de dag van zijn dood? En dat is toch ook de diepste reden niet om God te zoeken. Alsof God goed genoeg is om ons na een leven vol dienst aan de wereld op het laatste nippertje nog gauw te bekeren, zodat we toch nog in de hemel kunnen komen. Nee, jonge vrienden, zo is het niet. De Heere is niet goed genoeg voor ons sterven, maar Hij heeft recht op ons leven! Je kunt er nooit vroeg genoeg mee beginnen om je voeten op die christelijke loopbaan te zetten. Laten we maar eens gewoon blijven bij het beeld van onze tekst. Wie nemen er in de sportwereld deel aan een wedstrijd? Zijn dat oude, afgeleefde mensen, die al hun krachten al verloren hebben? Nee, integendeel! Het zijn juist jonge mensen, die gezond, sterk en krachtig zijn. Als nu de wereld de beste krachten voor haar dienst opeist, hoeveel te meer is de Heere het dan waard dat wij ons jonge leven en onze beste krachten in Zijn dienst besteden. En daarom, meisjes en jongens, zoek toch de Heere! Vergooi je leven niet in de dienst van de wereld en de zonde, maar besteed je leven in de
www.prekenweb.nl
3/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
dienst van Hem, Die in Zijn Woord zo welmenend naar je vraagt: ‘Mijn zoon,Mijn dochter, geef Mij uw hart!’ Misschien zegt iemand anders: ‘Ik ben al zo jong niet meer. Ik ben al 35, ik heb de helft van mijn leven er zeker opzitten.’ Een ander zegt: ‘Ik ben van middelbare leeftijd. Heeft het dan zin om halverwege alsnog mijn voeten te zetten op het smalle pad?’ Dacht u van niet soms? Mogelijk is daar nog een oude van dagen, die zich afvraagt hoe het dan met hem of haar moet. Gemeente, al heeft u uw beste krachten gegeven aan een leven buiten God, bedenk dan nu dat er van de arbeiders in de wijngaard geschreven staat, dat ze allen hetzelfde loon ontvangen. Ook degenen die pas halverwege de dag of bijna aan het einde begonnen zijn. Allen krijgen hetzelfde loon; genadeloon. Daarom moet u denken: beter laat dan nooit, beter laat dan té laat! De Heere heeft nog nooit een zondaar teruggestuurd, die in de nood van zijn leven de toevlucht tot Hem nam. Integendeel, Hij troost het hart dat schreiend tot Hem vlucht en is nabij de ziel die tot Hem zucht. Verder heeft onze tekst voor alle lopers op de christelijke loopbaan een indringende boodschap. Dat is immers onze eerste gedachte: 1. Alle overbodige lasten afleggen Laat ons afleggen alle last en de zonde, die ons lichtelijk omringt. De loper in een wedloop kan alleen maar snel zijn als hij zich ontdoet van alle overbodige ballast. Aan een wedloop doe je niet mee met een pak op je rug of een koffer in je hand. Zo licht mogelijk gekleed begeeft de loper zich op de renbaan. Alleen zijn eigen gewicht heeft hij bij zich. Welnu, zegt de tekst: denk aan die loper! Laat ons afleggen alle last. Natuurlijk vragen we ons af over welke lasten het hier gaat. De Bijbel zelf noemt op andere plaatsen ook deze lasten: Maar legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid, kwaadheid, lastering, vuilspreken uit uw mond. (Kol.3:8) Wij denken soms dat wij daar een ander mee kunnen benadelen, maar we benadelen daar onszelf in de eerste plaats mee. Dergelijke lasten zijn grote obstakels op de weg van het geloof. Petrus schrijft: Zo legt dan af alle kwaadheid en alle bedrog en geveinsdheid en nijdigheid en alle achterklappingen. (1 Petr.2:1) Al deze dingen zijn lasten die ons belemmeren in de loopbaan. Ons leven moet zijn: waardiglijk het Evangelie van Christus, dat wil zeggen: heilig, eerlijk en ongeveinsd, zowel jegens God als jegens onze naaste. De heiliging van ons leven is geen bijkomstigheid, maar een dure roeping. Van ons leven moet iets uitstralen van de liefde van Christus, zodat we ook anderen voor Christus winnen. Is dat ook bij u het geval, gemeente? Een stad op een berg kan niet verborgen blijven. De gemeente van Christus is een lichtend licht en een zoutend zout in de wereld. Wie zegt dat hij het geloof heeft en dat met zijn leven niet waarmaakt, al kan hij ook nog zo mooi praten, die is toch een leugenaar en in hem is de waarheid niet. Calvijn noemt bij de uitleg van deze tekst nog een aantal andere lasten: de liefde tot dit tegenwoordige leven, die ons tegenhoudt om voort te snellen naar de eindpaal. De wellusten van deze wereld. Denk eens aan David, hoe zijn zonde met Bathseba hem heeft doen struikelen op de weg van het geloof. Ook noemt Calvijn de begeerlijkheden www.prekenweb.nl
4/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
des vleses, zoals rijkdom en eer van mensen. Hoe kunnen onze bezittingen, als we er geen gelovig gebruik van maken, ons vasthechten aan deze wereld. Maar ook de wereldgelijkvormigheid is een last die ons tegenhoudt. Wie kent de begeerte niet om mee te doen met de wereld, al is het maar een beetje? Nee, gemeente, twee heren dienen kunnen we niet. Het zijn lasten die ons ophouden in onze loop. Ook vleselijke vroomheid en eigengerechtigheid kunnen een last zijn, die ons in onze loop hinderen. Wat wordt er soms geboomd over allerlei dogma’s. Verwarmt het ook ons hart en brengt het ons dichter bij God? Versnelt het onze loop in de richting van de eindstreep? Als het niet zo is, is het een last en moeten we ook die afleggen. Alle lasten moeten afgelegd worden, zegt de tekst. En dat niet in eigen kracht, maar door de kracht van Hem, Die Zijn loopbaan eindigde aan het kruis, maar dwars door de dood en de hel heen de overwinning behaalde. Wat de apostel ons hier dus leren wil, is de noodzaak van de dagelijkse bekering, de praktijk van de godzaligheid. Daar zijn immers wel eens pelgrims, die menen dat ze bepakt en bezakt naar de hemel kunnen afreizen, maar dat zal niet gaan. En daarom, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen alle last. Let wel: alle lasten moeten afgelegd worden, ook de dingen die op zichzelf nog wel geoorloofd zouden kunnen zijn, maar die ons toch blijken te hinderen op de loopbaan. We moeten bezitten als niet bezittende en leven als der wereld gekruisigd, ja, alle dingen schade en drek achten om de uitnemendheid van de kennis van Christus. Dat kan betekenen dat ogen uitgegraven moeten worden en handen afgehouwen, zelfs ons leven gehaat. Anders kunnen we Zijn discipel niet zijn. Laat ons afleggen alle last en de zonde, die ons lichtelijk omringt. De zonde, dat is hier een nadere toevoeging, of liever een nadere uitleg van de woorden ‘alle last’. Dit woord ‘zonde’ wijst vooral op de aangeboren macht van de zonde, de wortel of oorspong van alle kwaad, ook van alle zondige ballast, die menige pelgrim meedraagt. De zonde wordt hier getekend als een kleed. De oosterling droeg een lang kleed, dat, als hij het niet voldoende opbond, bij iedere stap in het lopen hinderde. Zo is de zonde een kleed dat de loper omringt en hem hindert in de wedren. Dat kleed van de zonde moet, zo vermaant de apostel, afgelegd worden. Hoe kunnen we dat kleed afleggen? Dat kleed leggen we af door te strijden tegen de zonde, door de zonde te haten en te laten. Bovenal leggen we dat kleed af door dagelijks onze toevlucht te nemen tot de verse fontein van Christus’ bloed, om door Hem gewassen en gereinigd te worden. Dat kleed van de zonde leggen we af door hoe langer hoe meer onze oude natuur te doden en in een nieuw godzalig leven te wandelen. Dat kleed leggen we af door aan te doen de Heere Jezus Christus en het vlees niet te verzorgen tot begeerlijkheden. Tenslotte zegt onze tekst dat dit kleed van de zonde ons ‘lichtelijk omringt’. Dat wil zeggen dat we licht met zonde besmet worden, dat we zo licht, zo gemakkelijk, al is het maar even, de zonde aanraken. Ik zal u dit met een voorbeeld verduidelijken. Als u in een huis komt waar de schilder net gewerkt heeft en u loopt door de kamers, al bent u net van te voren gewaarschuwd, hoe www.prekenweb.nl
5/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
licht loopt u dan toch ongemerkt te dicht langs een deurpost, met het gevolg dat er een veeg natte verf op uw mouw zit. Zo is het nu met de zonde. Hoe gemakkelijk, soms voor we er zelf erg in hebben, zijn we ermee besmet. Daarom is het ook zo nodig dat we waken en bidden, opdat we niet in verzoeking komen. Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen alle last en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is. Hoort u de aansporende wijs van onze tekst: Laat ons! Laten we dat toch doen! U zult dat moeten doen, om straks aan het eind van de loopbaan de krans der overwinning in ontvangst te kunnen nemen. Laat ons met lijdzaamheid lopen. Hierover gaat het in onze tweede hoofdgedachte: 2. Met lijdzaamheid lopen Lijdzaamheid, wat is dat? In ieder geval niet hetzelfde als lijdelijkheid. Lijdelijkheid is min of meer onverschillig afwachten, zo op de manier van ‘God moet het doen en dan zullen we wel zien of dat gebeurt’. Lijdelijkheid is zonde. Lijdelijkheid is geestelijke luiheid. Lijdzaamheid is een hoge activiteit. Lijdzaamheid is niet afwachten, maar verwachten. Lijdzaamheid is geduldig en volhardend bezig zijn voor Gods aangezicht. Niet alleen wat betreft het dragen van het kruis, maar ook in het verwachten van het toekomstig heil. Lijdzaamheid is dus geen achteloosheid of onverschilligheid, maar lijdzaamheid is een vrucht van het geloof. Het is het uithoudingsvermogen van het geloof om te dragen en te volharden. En wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden, die zal aan het eind van de baan de overwinning behalen. Die lijdzaamheid is noodzakelijk, want vele zijn de tegenspoeden van de rechtvaardigen. De weg van een christen voert nu eenmaal door de woestijn. Daarom is die lijdzaamheid nodig. Lijdzaamheid betekent gewilligheid en onderworpenheid in al het lijden dat de Heere aan ons oplegt. Lijdzaamheid betekent: je buigen onder Zijn wil, omdat je weet dat Hij geen lasten oplegt, die te zwaar zijn om te dragen. Integendeel, lees maar eens in het vijfde en zesde vers van ons teksthoofdstuk: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt. Want die de Heere liefheeft, kastijdt Hij en Hij geselt een iegelijk zoon die Hij aanneemt. Hoort u dat, verdrukte pelgrim in ons midden? Is hier soms iemand met een bijzonder kruis in zijn of haar leven? Uw gezondheid misschien, uw gezin of uw werk? Weet u wat lijdzaam lopen is? Dat is stil worden onder je kruis, omdat de Heere het opgelegd heeft. Hij weet wat het beste voor ons is. Zou u dan toch een andere weg willen gaan dan die, welke de Heere u als loopbaan voorgesteld heeft? Laten wij toch met lijdzaamheid lopen! Het moge dan waar zijn dat de Heere ons wel eens hard kastijdt, maar Hij zal ons toch ter dood toe niet overgeven. Het kan zijn dat we geen uitweg meer zien om uit de moeilijkheden te raken. Het kan zijn dat alles ons terneerdrukt en dat het toch ruist in onze ziel: ‘In de grootste smarten blijven onze harten, in de Heer’ gerust. Al ging ik ook door een dal van de schaduwen des doods, ik zal geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij.’ Houd moed, ziende op die getrouwe God! Laten we dan toch met lijdzaamheid lopen. www.prekenweb.nl
6/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
Die lijdzaamheid is echter niet alleen nodig in het dragen van het kruis, maar ook in het verwachten van de toekomstige overwinning aan het eind van de loopbaan. Voor sommige pelgrims kan de weg wel eens wat lang gaan duren. Tegen hen echter zegt het derde vers van ons teksthoofdstuk: Aanmerkt Dezen, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen. Denk erom, we moeten bij het begin beginnen en tot het einde toe volhouden. Wie halverwege begint, ontvangt geen prijs en wie het vóór de eindstreep opgeeft evenmin. De loopbaan begint bij de vernieuwing van ons hart en eindigt bij onze laatste snik. En al die tijd moet gelopen worden. We mogen niet zitten, niet liggen, niet stilstaan en ook niet telkens achterom zien. Vooral dat laatste gebeurt nog al eens, met het gevolg dat de loper in zijn loop wordt vertraagd. Er zijn christenen die veel te veel achterom zien, naar wat gebeurd is in hun leven. Nu zeg ik natuurlijk niet dat dat nooit eens mag. Het kan wel eens tot vertroosting zijn om de trouw van God in je leven op te merken, bij het overdenken van je hele leven. Maar het is niet de bedoeling dat we geestelijk op het verleden gaan teren. Het doel van de baan ligt niet achter ons, maar voor ons. Al achteromkijkend kunnen we nooit snel lopen. En daarom: voorwaarts moet de blik gericht! Laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is. Voorgesteld reeds door die wolk der getuigen, die dezelfde loopbaan afgelegd hebben. Ook is die loopbaan voorgesteld in het Woord van God. Christus heeft duidelijk aan Zijn volgelingen geleerd: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. (Matth.16:24) Voorgesteld is die loopbaan ook in Gods voorzienige leiding in ons leven. Het is zeker waar dat de één een zwaardere weg heeft dan de ander. Voor de één duurt de loopbaan kort en voor de ander lang. Dat is naar Gods vrijmachtig welbehagen. De vraag is dan ook niet hoe zwaar en hoe lang onze loopbaan wel is, maar of wij met lijdzaamheid lopen. Want als dat het geval is, dan is alles goed wat de Heere doet. Hoe donker dan ooit Gods weg mag wezen, dan blijven we toch staande, omdat we het weten dat Hij in gunst neerziet op degenen die Hem vrezen. Maar, gemeente, alleen het getuigenis van de wolk der getuigen, buiten Christus om, kan ons in onze loop niet blijvend sterken. Daarom moeten de wedlopers, nadat zij even zijwaarts hebben gekeken naar de toeschouwers op de tribune, die hen proberen aan te vuren om vol te houden, hun blik weer voorwaarts richten naar het doel, namelijk de eindstreep, daar waar Jezus is, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Dus rondom de baan ligt de wolk der getuigen en vóór is de overste Leidsman. Aan het eind van de loopbaan staat de scheidsrechter, bij de eindpaal, waar de lauwerkrans klaar ligt voor de winnaar. Op hem moeten de lopers zien om hun doel te bereiken. Anders worden ze afgeleid en zal hun gang vertraagd worden. Dan gaat de prijs verloren. Daarom zegt onze tekst in het tweede vers: Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. We letten daar tenslotte op in onze derde gedachte: 3. Zien op de overste Leidsman
www.prekenweb.nl
7/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
De overste Leidsman en Voleinder van het geloof is voor de lopers niet alleen het Voorbeeld voor het lopen, maar Hij is ook als Voorloper ingegaan en heeft de kroon verworven voor alle wettige lopers. Dat is toch wel het genadige van het lopen op de christelijke loopbaan, dat niet één man de prijs ontvangt, alleen degene die het allersnelst gelopen heeft, maar dat alle wettige lopers de prijs ontvangen. In de wereld gaat het om het recht van de sterkste, maar in het koninkrijk van God ontvangen kreupelen en blinden de prijs. Denk dus niet, ijverige pelgrim, dat als u straks aan het eind van de baan komt, u de prijs zult ontvangen omdat u zo geweldig gelopen hebt. Want in de eerste plaats was het genade dat u op de loopbaan kwam en in de tweede plaats is het Christus Die de prijs heeft verdiend. Ziende op Jezus! Dat zien betekent een zien van het geloof. Dat houdt in dat we afzien van alles wat buiten Hem is, zelfs van die wolk der getuigen, want zij kunnen de zaligheid niet schenken. Dat zien houdt in een heen zien naar Hem, niet maar terloops, maar met volledige overgave van onszelf aan Hem. De vrouw van Lot zag ook naar Zoar, maar ze kon het toch niet laten om achterom te zien naar Sodom. Het was wel duidelijk waar haar hart lag. Ze kwam om, met de inwoners van Sodom. Dat wil voor ons zeggen: zolang ons hart nog met alle vezels aan deze aarde is gehecht, zolang kunnen we nooit recht op Jezus zien. Dat afzien van de wereld en dat heen zien naar Hem gaat samen op. Jezus alleen is het rustpunt van het geloof. Hij is de Bron van alle geestelijke levenskracht. Hij is de Ark der behoudenis en de ware Steenrots. Wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd van Zijn weldadigheên. Hij is het, die hinkende pelgrims en voorstrompelende lopers moed inspreekt en kracht verleent. Zijn naam is Jezus. We weten allemaal wat die naam betekent: Zaligmaker! Op de catechisatie leren de kinderen al wat zalig maken is: het verlossen van het grootste kwaad en brengen tot het hoogste goed. Het grootste kwaad is de zonde en het hoogste goed is de heerlijke gemeenschap met God. Maar dat kun je uit het hoofd leren en waar het te pas komt opzeggen, zonder ooit echt, met heel je hart, gehunkerd te hebben naar die dierbare Heere Jezus. We hebben allen nodig dat die overste Leidsman ons hart gaande maakt naar Hem. Door middel van Zijn ambtelijke bediening doet Hij dat. In Zijn profetische bediening laat Hij het peillood zakken in de onmetelijke diepte van ons zondig bestaan. Dan komen we er wel achter hoe zwaar we gezondigd hebben en hoe groot onze schuld is. Dat is een smartelijke ontdekking, als Hij je laat zien dat je God niet lief hebt en dat je de dood verdiend hebt. In Zijn priesterlijke bediening opent Hij onze ogen voor Zijn dierbaar borglijden, waardoor we gaan verlangen om Hem te kennen als onze Zaligmaker, Die ons van al onze zonden verlost. En als Hij in Zijn koninklijke heerschappij over ons leven regeert, willen we niet anders meer dan als Zijn getrouwe onderdanen tegen de zonde strijden en Hem aanbidden en eren. Kent u die Zaligmaker al? En jullie, meisjes en jongens? Dat geeft zo’n diepe vrede in je hart, die je voor heel de wereld niet meer zou willen ruilen. Ken je die tijden niet in je leven, terwijl je voor God in het stof gebogen ligt om het berouw over je zonden voor Hem uit te snikken, dat daar opeens, onverwacht en onverdiend, een lichtstraal doorbreekt van de Zon der gerechtigheid? Heeft het u nooit tot in het diepst van uw ziel www.prekenweb.nl
8/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
ontroerd, toen de Heere aan u, ellendige en verloren zondaar, een weg ter ontkoming van het verderf openbaarde door het dierbare bloed van Zijn eigen lieve Zoon? Bent u toen de Heere Jezus niet gaan zoeken en hoogachten? Werd Hij toen niet alles voor U? Welnu, op die dierbare Zaligmaker, op die heerlijke Jezus moeten de lopers hun oog gericht houden, zegt onze tekst. Ziende op Jezus, de overste Leidsman. Hij leidt Zijn volk. Hij brengt voor het eerst op de baan en Hij houdt Zijn kinderen ook telkens weer opnieuw in het rechte spoor. Hij is de overste Leidsman, de Eerste en de Laatste, Die nooit zal laten varen het werk van Zijn handen. In al onze benauwdheden is Hij mede benauwd. Wij hebben geen Hogepriester, Die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden. Hijzelf is ook in alles verzocht geweest. En onder Zijn trouwe leiding en bescherming gaan alle lopers van kracht tot kracht steeds voort. Laten we daar samen eerst van zingen uit Psalm 84 het vierde vers: Zij gaan van kracht tot kracht steeds voort; Elk hunner zal, in ‘t zalig oord Van Sion, haast voor God verschijnen. Let, HEER’ der legerscharen, let Op mijn ootmoedig smeekgebed; Ai, laat mij niet van druk verkwijnen; Leen mij een toegenegen oor, O, Jakobs God, geef mij gehoor. Gemeente, we hebben eerst gezien hoe we alle ballast, alle zonden moeten afleggen, om de christelijke loopbaan naar behoren te kunnen lopen. In de tweede plaats zagen we hoe daarbij lijdzaamheid nodig is. Die lijdzaamheid is een genadegave, want die bezitten we van nature niet. Tenslotte zagen we hoe alle lopers op de renbaan het grote doel voor ogen moeten houden, namelijk: Jezus. Ziende op Jezus, de overste Leidsman. Van Hem wordt echter ook in onze tekst gezegd dat Hij de Voleinder van het geloof is. Wat betekenen deze woorden? Ze zijn voor tweeërlei uitleg vatbaar. Het kan slaan op de Heere Jezus Zelf. Het kan ook slaan op het werk dat Hij door Zijn Geest verricht in de Zijnen. Laat ik over beide betekenissen iets zeggen. Jezus voleindt het geloof in de harten van Zijn kinderen. Dat wil zeggen: Hij brengt het geloof tot zijn doel. Hij schenkt het niet alleen, maar Hij voedt het ook, Hij onderhoudt het en brengt het tot overwinning. Hij heeft immers Zelf de loopbaan gelopen die de Vader Hem voorgesteld had en de kroon verworven voor Zijn onderdanen. Hij werd gebonden en gesmaad om al de Zijnen tot de overwinning van het geloof te brengen. Als de Voleinder van het geloof staat Hij Zelf bij de eindpaal en zo wijst Hij Zelf de weg. Hij houdt de kroon omhoog en wenkt alle lopers tot de eeuwige glorie. Hij bemoedigt hen: ‘Kom, vermoeide strijders, nog even volhouden! Het is nog een verdrukking van tien dagen en dan bent u bij de eindstreep. Laat het gezicht op de kroon de last van uw kruis opheffen, zodat u volvaardig het pad van Gods geboden kunt lopen!’ Ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus. Al ziende op Hem komen we al nader tot ons doel. Wat zal dat eenmaal zijn om Hem straks te ontmoeten aan het eind van de baan! Wat zal het zijn om Hem te zien van aangezicht tot aangezicht! Wat www.prekenweb.nl
9/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
moet dat heerlijk zijn om de Koning te zien in Zijn werkelijke schoonheid! Wat moet dat heerlijk zijn, om dan onze eerste treden te gaan zetten in dat vergelegen land van Vorst Immanuël! O gemeente, als we daar op zien, laat ons dan toch afleggen alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is. Is hier soms een vermoeide loper, misschien nog wel aan het begin van de baan, die zich moet waarnemen zoals de christen uit Bunyan’s Christenreis, met het pak van zonden op zijn rug en dat boek in zijn hand, waarin geschreven staat: ‘Ontvlied de toekomende toorn’? Moet u het uitroepen: ‘O God, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?’ Voelt u zich zo ongelukkig, omdat u God kwijt bent? Wend uw blik eens af van uzelf en van alle stenen en dorens langs de weg en zie eens op Jezus! Hij is de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Dat betekent niet alleen dat Hij het geloof tot voleinding, tot voltooiing, tot de overwinning brengt in de harten van Zijn kinderen, maar ook dat Hij Zelf de Voleinder van het geloof is. Hij is het grote Voorbeeld in het lopen. Hij liep volmaakt. Hij deed alleen wat de Vader welbehaaglijk was. Het was Zijn spijze om de wil van Zijn Vader te doen. Zijn geloof, Zijn liefde en Zijn lijdzaamheid waren volmaakt. Laat zo uw geloof geoefend worden, ziende op Jezus en wat Hij verwierf voor de Zijnen. Zie ook eens op Zijn volharding in het lijden. Wij zijn, als we Hem volgen, wel kruisdrager, maar Hij was boven alles vloekdrager. Hij droeg de vloek van Gods wet. Zie eens op Zijn kruis, als uw kruis zwaar gaat drukken. Want dat is juist het geheim van de loopbaan. Daarom lezen we in vers twee: Dewelke, voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen. Voor de vreugde! Weet u wat dat woordje ‘voor’ hier betekent? Dit slaat niet op de heerlijkheid die Hij door Zijn lijden en sterven voor de Zijnen verwierf. Dat is op zichzelf natuurlijk wel een waarheid, maar het woordje ‘voor’ betekent hier: in plaats van. Lees de kanttekeningen er maar eens op na. Hier staat dat Jezus, in plaats van de vreugde, in ruil voor de vreugde en de heerlijkheid, die Hem in de hemel bij Zijn Vader en de heilige engelen omringde, geheel vrijwillig koos voor het kruis en de schande. Geheel eigener beweging, gehoorzaam ook aan de volmaakte wil van Zijn Vader, verliet Jezus die hemelse vreugde en daalde in de kerstnacht neer op deze vervloekte wereld, verloren in schuld, om het kruis en de schande te kunnen dragen. En in dat dragen van die vloek en die toorn verwierf Hij de overwinning, de kroon voor alle lopers op de christelijke loopbaan. Onze tekst spreekt hier dus over de zelfontlediging van Christus, over de diepe smaad en schande waarmee Hij Zich liet overladen, plaatsbekledend voor de Zijnen. Hij, Die in de gestaltenis Gods was, heeft Zichzelf vernietigd en heeft de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen. Hij is vrijwillig arm geworden, opdat Hij ons door Zijn armoede zou rijk maken. Wat een ruil! En voor wie? Vult u het zelf maar in, als Hij u dierbaar geworden is in uw leven! Hij deed het voor zondaren, voor haters van God, voor opstandelingen tegen God, voor verbondsbrekers en verachters van Gods wet. Niet voor vrienden, maar voor vijanden. Voor hen heeft Hij het kruis gedragen.
www.prekenweb.nl
10/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, (…) alwaar zij Hem kruisten. (Joh.19:17-18) Daar hangt Hij dan, de Man van smarten, met Zijn doorboorde handen en voeten, met Zijn opengegeselde rug en Zijn bebloede gelaat. Zijn krachten vloeien weg, Zijn wonden schrijnen en de koorts jaagt Hem door het lichaam. En dat is nog het ergste niet. Ook niet dat Zijn vrienden Hem verlaten hebben. Het allerergste voor Hem is, dat Zijn God en Vader Hem verlaten heeft. Mocht Hij Zijn hele leven lang steunen op Zijn God, nu is God van Hem geweken. Nu grijpt Hij vergeefs in de duisternis om Zich heen naar steun: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Matth.27:46) Hier hangt Hij, tot zonde gemaakt. Hier wordt Hij, die gezegende Heiland, door de Vader verbrijzeld. Daarvoor had Hij gewillig gekozen. Toen Hij kiezen mocht tussen de vreugde van het hemelleven en dit vervloekte kruis, koos Hij voor het laatste. Waarom? Omdat Hij het recht van Zijn Vader zo liefhad, omdat Hij Zijn schapen zo liefhad. Het kruis heeft verdragen, dat wil zeggen: tot het bittere einde toe, tot Hij Zijn hoofd boog en de geest gaf. Het kruis heeft verdragen en de schande veracht. Door de farizeeën werd Hij wel Beëlzebul genoemd en als een godslasteraar is Hij gekruisigd. Geen wonder dat Jesaja profeteert: Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen. (…) Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. (Jes.53:5) Hoe diep heeft Hij in Zijn reine middelaarsziel de hoon en de schimp doorvoeld. Hoe is Hij belasterd en met de zwaarste zonden besmet! En Hij droeg dat alles gewillig en geduldig, volgzaam en gehoorzaam. Als een lam is Hij ter slachting geleid. Lijdzaam liep Hij de loopbaan, die de Vader Hem voorgesteld had, tot de verheerlijking van Zijn Naam en de zaligheid van zondaren. Wat heeft God toch bewogen om Zijn enig geliefde Zoon zo over te geven tot in de dood? Wat heeft Christus bewogen om Zich zo over te geven tot aan het kruis en in de schande? Hoe zullen wij ooit woorden vinden om Zijn weergaloze liefde te prijzen! Die liefde gaat alle kennis te boven. En wanneer er dan, geliefde christenen en medelopers in de loopbaan, soms een kleine druppel uit die onpeilbare lijdenskelk van Christus gemengd wordt in de beker,die wij te drinken krijgen, om ons te leren wat het Hem heeft gekost, laten we dan toch niet klagen. Integendeel, reken het u tot een eer, dat u lijden en strijden mag onder Zijn kruisbanier. U behoeft nergens een voetstap te zetten, waar die van de Koning niet heeft gestaan. De weg van elke loper is immers de weg van de Koning. Hij is ons voorgegaan, door lijden tot heerlijkheid. Ja, tot heerlijkheid, want het slot van onze tekst zegt: En is gezeten aan de rechterhand van de troon van God. Zo kwam Hij tot eer en heerlijkheid, door een weg van kruis en schande. Hij is diep vernederd, maar God heeft Hem ook uitermate verhoogd en Hem een naam gegeven, die boven alle naam is. Na het kruis ontving Hij de kroon. Hij is gezéten aan Gods rechterhand. Een priester in de schaduwdienst mocht nooit zitten, omdat zijn werk eigenlijk nooit af was. Maar het werk van deze Hogepriester is voltooid. Met één offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden. Zijn werk is af. Daarom voer Hij ten hemel op vol eer. Hij werd met eer en
www.prekenweb.nl
11/12
Ds. C.G. Vreugdenhil – De christelijke loopbaan
heerlijkheid gekroond. Voor Hem stonden de Vader en alle heilige engelen gereed om Hem aan het eind van de baan de kroon op het hoofd te drukken. Hij is daar nu gezeten aan de rechterhand van de troon van God. Dat is de plaats der ere! Daar vertegenwoordigt Hij de Zijnen voor God. Daar is Hij als de grote Overwinnaar voor Zijn Kerk. Daarom zoeken wij de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods. Daar is Hij als Hogepriester ten goede voor Zijn gemeente. Zo staat Hij daar ook als die overste Leidsman en Voleinder van het geloof bij de eindpaal van onze loopbaan, met de kroon der overwinning in Zijn doorboorde middelaarshanden. Ziende op Jezus… En als we dan geen geloof meer hebben, vermoeide pelgrims, dan kijken we omhoog naar Jezus. Zo wordt ons geloof opnieuw in vlam gezet. Hij is het zo waard, gemeente, dat we ons leven in Zijn dienst besteden. Daarom dan ook: laten we met lijdzaamheid lopen, ziende op Jezus! Dan mag het ook onze troost zijn, dat aan onze aardse loopbaan een keer een einde komt. Dan zullen allen die wettig gelopen hebben en geleefd hebben uit Vorst Immanuël, de prijs ontvangen: het eeuwige leven. Dat doet ons hart instemmen met Groenewegen: Hoe dichter ik nader aan ‘t huis van mijn Vader, hoe sterker ik hijg naar de eeuwige woning, waar ‘t heil van mijn Koning mij wacht na de krijg. Amen.
Slotzang: Psalm 89:8 Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht; Wij steken ‘t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen, Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen; Want God is ons ten schild in ‘t strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven.
Deze preek is eerder gepubliceerd in de prekenserie ‘Een zaaier ging uit…’ (deel 8)
www.prekenweb.nl
12/12