o pi n i e
Cultuur, cultuurinformatie en cultuurtraining De Sectie CAI en het human terrain van het missiegebied Er bestaan binnen het Commando Landstrijdkrachten ongetwijfeld meer onderdelen die niet bij iedereen bekend zijn, maar de Sectie Cultuurhistorische Achtergronden & Informatie (hierna Sectie CAI genoemd) zal voor veel officieren een onbekend verschijnsel zijn. En toch zal elke militair in zijn/haar voorbereiding op een uitzending minstens één keer met het werk van deze sectie te maken krijgen. Lkol(R) Dr. Robèrt GOOREN
Hoofd Sectie CAI
Tijdens de MissieGerichte Informatie (MGI) op De Harskamp, of bij de MissieGerichte Opleiding (MGO) aan de School voor Vredesmissies (SVV) in Amersfoort wordt in een zgn. ‘CAI-les’ aandacht besteed aan de cultuur, godsdienst, sociale structuur en geschiedenis van de bevolkingsgroepen waar hij/zij in het inzetgebied mee te maken krijgt. Voor de ISAF-missie in Afghanistan komt daar nog een gedrags- en communicatietraining bij, waarin samen met een Afghaanse tolk en een Afghaanse acteur
een aantal scenario’s wordt uitgevoerd. Deze zijn gebaseerd op situaties en gesprekken die in de praktijk regelmatig voorkomen. Aangevuld met een bezoek aan een Islamitische moskee, vormen de CAI-presentatie en de Cultural Awareness Training (CAT) de missiegerichte culturele voorbereiding op de uitzending naar Afghanistan. Voor andere missies is het programma meestal minder uitvoerig. Het werk van de Sectie CAI, waarom en hoe cultuur in
Carré 7/8 - 2009 pagina
008_CA07.indd 8
22-7-2009 7:59:16
<< Afghaanse cultuur: Buzkashi in Kabul.
de MGI/MGO terecht is gekomen, en het belang van de culturele dimensie bij huidige militaire missies vormen het onderwerp van dit artikel. CDS Aanwijzing A-700
Iedere militair die deelneemt aan een MGO of MGI, doet dat om te kunnen voldoen aan de eindeisen die nodig zijn om adequaat te kunnen functioneren tijdens een militaire operatie in het buitenland. Deze eisen op het gebied van kennis en vaardigheden zijn in december 2004 vastgesteld door de CDS in de Aanwijzing A-700 bijlage C. De lessen en trainingen van de Sectie CAI zijn bedoeld om invulling te geven aan een aantal eindeisen uit de lijst van onderwerpen: kennis hebben van de geschiedenis en achtergronden van het conflict, van het cultureel erfgoed en de cultuurhistorische achter gronden in het missiegebied, en van lokale gewoonten, mentaliteit en gebruiken. De Cultural Awareness Training is daarbij vooral ontwikkeld om militairen kennis en vaardigheden bij te brengen “die benodigd zijn om met de, bij het conflict betrokken, partijen te communiceren.” Ook dit is een bijlage C eindeis. In samenwerking met het SVV en de Staf CLAS wordt voor alle uit te zenden eenheden en individuele militairen een lesprogramma opgesteld waarin het aantal lesuren, de te behandelen onderwerpen en de onderwijsvorm voor deze onderwerpen worden vastgesteld. Ervaringen uit de praktijk van de missie zijn mede bepalend voor de inhoud van het lesprogramma. Het doel van de MGO/ MGI is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de behoeften aan kennis en vaardigheden zoals die in het missiegebied worden gevoeld. De kwaliteit van de CAI-presentaties en CAT-trainingen worden door middel van evaluaties onder alle MGO/MGI-deelnemers voortdurend bewaakt. Door enquête-onderzoek en gesprekken met militairen die al zijn teruggekeerd van hun uitzending wordt de inhoud van het lesprogramma regelmatig aangepast aan actuele gebeurtenissen en gewijzigde omstandigheden in het missiegebied. Ook nieuwe kennis uit vakpublicaties en studies c.q. rapporten van internationale organisaties wordt in de presentaties opgenomen.
ële vorm in kenmerkende gebouwen, kleding, voeding en gebruiksvoorwerpen. Voorwerpen en bouwwerken met een bijzondere artistieke of historische waarde worden hierbij vaak als ‘cultureel erfgoed’ of ook wel als ‘culturele goederen’ omschreven. Het is voor elke missie belangrijk dat in de contacten tussen Nederlandse militairen en de bevolkingsgroepen in het operatiegebied geen onnodige ergernis en problemen worden veroorzaakt door een gebrek aan inzicht in de plaatselijke cultuur. Een goede onderlinge relatie biedt betere mogelijkheden om nuttige operationele informatie en inlichtingen te krijgen, en vormt vaak de basis voor acceptatie van onze militaire aanwezigheid. Kortom, aandacht voor cultuur in de voorbereiding van militairen op een militaire missie heeft onmiskenbaar een toegevoegde waarde. Een verplichting uit het Humanitair Oorlogsrecht
Het belang van cultuur en de wens om in de voorbereiding op uitzendingen aandacht te besteden aan culturele kenmerken van het operatiegebied zijn niet alleen vanuit de operationele praktijk onderkend. Er is ook een juridische grondslag. Nederland heeft zich verplicht uitvoering te geven aan de bepalingen die voortkomen uit het Humanitair Oorlogsrecht. Het gaat in dit geval om het Verdrag van Den Haag inzake de bescherming van culturele goederen in het geval van een gewapend conflict (1954), in 1999 aangevuld met een Tweede Protocol. Artikel 7.1 van het Verdrag stelt: “De hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich […] bij de leden van haar strijdkrachten een geest van eerbied aan te kweken voor de cultuur en culturele goederen van alle volken.” In Art. 7.2 staat de verplichting genoemd om hiervoor over voldoende expertise te beschikken: “De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich reeds in vredestijd bij haar strijdkrachten diensten
Waarom aandacht voor cultuur?
War among the People,Three-Block Warfare en de klassieke counter-insurgency zijn kernbegrippen die een type militaire operaties aangeven, waarbij het gevechtsterrein en de aard van de militaire activiteiten veel nadrukkelijker bepaald worden door interactie tussen alle sociale groepen (eigen militairen, bevolking, overheid, krijgs heren, gewapende tegenstanders, bondgenoten e.d.) die in een operatiegebied aanwezig zijn. Vooral de houding en medewerking van de bevolking zijn hierbij cruciale factoren voor het succes van de missie. Kennis van de cultuur van de bevolkingsgroepen in het operatiegebied is essentieel om op de juiste manier contact te leggen, uitleg te geven over militaire aanwezigheid en operaties, hulp- en ontwikkelingsprojecten uit te voeren en om acceptatie van de eigen overheid te bevorderen. Cultuur wordt in dit geval gezien als een samenstel van overtuigingen, normen & waarden, idealen, symbolen & rituelen, gedragsregels en gebruiken, die de identiteit van een groep bepalen. Cultuur kent daarnaast een materi-
Iraaks welkom voor de Nederlandse militairen.
in te stellen of deskundig personeel aan te stellen […] welke diensten of personeel tot taak zullen hebben te zorgen voor de eerbiediging van culturele goederen[…]” Hoewel bij een vredes-, stabiliteits- of crisisbeheersingsoperatie zelden iets over cultuur in officiële documenten wordt opgenomen, maakt Artikel V. sub3 van de Military Technical Agreement (2002) tussen ISAF en de toenmalige
Carré 7/8 - 2009 pagina
008_CA07.indd 9
22-7-2009 7:59:34
militairen te instrueren over de eigen verantwoordelijkheid op het gebied van de bescherming van cultureel erfgoed in het inzetgebied tegen oneigenlijk gebruik, diefstal, plundering, beschadiging of vernieling. De docenten die deze presentaties verzorgden kwamen van het Bureau Cultureel Erfgoed, een kleine mobilisabele eenheid van reserve-officieren die in 1953 was opgericht. Van Bureau Cultureel Erfgoed naar Sectie Cultuurhistorische Achtergronden & Informatie
Het Bureau Cultureel Erfgoed had tijdens de Koude Oorlog een duidelijke opdracht. Bij mogelijke oorlogsomstandigheden in Nederland moesten de zgn. ‘cultuurbeschermingsofficieren’ van het Bureau als liaison-officier en adviseur assisteren bij het in veiligheid brengen van het nationale cultureel erfgoed. Vandaar dat onder de hoger opgeleide reserve-officieren een klein aantal kunsthistorici, architecten, en historici werd geworven, die over voldoende kennis beschikten om deze taken ook te kunnen uitvoeren.
Nederlandse militairen in Mostar.
interim regering van Afghanistan wel degelijk melding van het feit dat […] religious, ethnic and cultural sensitivities in Afghanistan are appropriately respected by the ISAF.” Zowel de commandant van ISAF, als de Afghaanse autoriteiten wilden niet dat het gedrag van Westerse militairen, die niet afkomstig waren uit een Islamitische cultuur, problemen zou veroorzaken bij de Afghaanse bevolking. Het expliciet toevoegen van respect voor de Afghaanse cultuur in een dergelijke overeenkomst maakt duidelijk dat hier het nodige gewicht aan werd toegekend. Wanneer kwam cultuur bij Defensie in beeld?
Het is in eerste instantie vooral de juridische verplichting geweest, die het onderwerp cultuur in de militaire opleiding voor buitenlandse operaties heeft gebracht. Dat gebeurde vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw onder invloed van het oorlogsgeweld in het voormalige Joegoslavië. De opzettelijke vernietiging van het cultureel erfgoed door de strijdende partijen in Kroatië en BosniëHercegovina is door militaire waarnemers en journalisten uitvoerig gedocumenteerd; de beschieting van Dubrovnik, de vernietiging van de Nationale Bibliotheek, archieven en musea in Serajevo, de honderden vernielde moskeeën en kerkgebouwen en de verwoesting van Mostar zijn een duidelijke schending van het oorlogsrecht geweest. Voor de Nederlandse militairen die als OSCE/EU-waarnemer of als deel van de UNPROFOR-missie in dit gebied zijn ingezet, was in de voorbereiding behoefte aan informatie over het cultureel erfgoed dat door oorlogsgeweld bedreigd werd. Met presentaties over dit onderwerp werd tegelijkertijd aan de juridische verplichting voldaan om eigen
Na de Koude Oorlog komt hier een taak bij. Tijdens de oorlog in Bosnië (1992-95) wordt het Bureau Cultureel Erfgoed gevraagd om les te geven aan Nederlandse waarnemers en UNPROFOR-militairen over het cultureel erfgoed in het voormalige Joegoslavië. Ook na 1995 gaan de lessen over cultureel erfgoed in Bosnië en Kroatië door, nu voor opeenvolgende rotaties van IFOR en SFOR. Ondertussen verandert de informatiebehoefte. Vanuit de operationele praktijk komen steeds meer vragen over de gewoonten, mentaliteit, godsdienst en recente geschiedenis van de verschillende bevolkingsgroepen in het inzetgebied. Dit vereist een ander soort expertise, minder kunsthistorisch en meer antropologisch van aard. Slechts een paar reservisten van het Bureau Cultureel Erfgoed zijn hiervoor inzetbaar. Vanaf 1999 worden uit de universitaire wereld twee externe deskundigen binnen gehaald om de cultuurlessen aan te passen aan de nieuwe behoefte. Hoewel het cultureel erfgoed nooit helemaal uit de lessen verdwijnt, komt de nadruk bij nieuwe militaire missies in Afghanistan, Irak en Soedan sterk op de sociaal-culturele, religieuze en historische omstandigheden in het inzetgebied te liggen. De naam en organisatie van de eenheid worden eveneens aangepast. In 1999 ontstaat binnen de Operationele Staf BLS de Sectie Cultureel Erfgoed. In 2001 verandert de naam in Sectie Cultuurhistorische Achtergronden & Informatie. Momenteel is de Sectie CAI een zelfstandig onderdeel binnen de Ondersteuningsgroep CLAS. Hoe wordt invulling gegeven aan cultuurinformatie en cultuurtraining?
Wat de Sectie CAI probeert te doen, is in hoofdlijnen niet ingewikkeld. De lesdoelen van de presentaties zijn: • informatie te geven over de cultuur, religie en geschiedenis van de bevolkingsgroepen in het operatiegebied; • militairen bewust te maken van cultuurverschillen en van het feit dat eigen opvattingen, gedrag, normen en waarden niet altijd door iedereen gedeeld of gewaardeerd worden;
Carré 7/8 - 2009 pagina 10
008_CA07.indd 10
22-7-2009 7:59:49
• vooroordelen, stereotype opvattingen en simplificaties die vaak onbewust bij militairen over bevolkingsgroepen in het operatiegebied aanwezig zijn, tegen te gaan. Voor het trainingsdeel in de MGI/MGO ISAF komt hier nog bij: • militairen te oefenen d.m.v. scenario’s in het voeren van een gesprek met een Afghaanse burger op een manier die rekening houdt met culturele verschillen en gevoeligheden. In de beschikbare lestijd kan nooit meer dan een eerste kennismaking met de Afghaanse cultuur worden aangeboden. De uitleg over de achtergronden van bepaalde leefgewoonten, over de armoede, het gebrek aan onderwijs en werk, over het isolement van de dorpen op het platteland, over eer, status en schaamte, over de sociale structuur van families, clans en stammen, en over de houding tegenover vreemden, bieden de militair enig houvast om te functioneren te midden van de plaatselijke bevolking. De aangereikte informatie moet zoveel mogelijk relevant zijn voor wat de militair aantreft als hij in Afghanistan buiten het kamp komt. Door zich bewust te zijn van cultuurverschillen zal hij/zij in contacten met Afghanen voor zover mogelijk rekening houden met culturele gevoeligheden, bijvoorbeeld op het gebied van gender, bij het betreden van woningen, of bij de inzet van speurhonden. Het zal evenmin mogelijk zijn om in anderhalve lesdag een einde te maken aan eventuele vooroordelen en stereotype opvattingen van militairen over de leefgewoonten, mentaliteit en religie van andere volken. Wat de docenten van CAI proberen, is duidelijk te maken dat andere culturen niet in termen van ‘slechter’ of ‘beter’ dan onze eigen cultuur moeten worden gezien. Elke cultuur heeft een uniek karakter. De wereld kent een grote verscheidenheid aan culturen. Onze cultuur is er één te midden
van vele. In de praktijk blijken de meeste militairen voldoende open te staan voor deze relativering. Daarmee staan zij ook open om informatie op te nemen over de cultuur van hun operatiegebied. En om aandacht te hebben voor algemeen menselijke eigenschappen die niet aan een specifieke cultuur gebonden zijn: de behoefte aan een veilig bestaan, een toekomst voor de eigen kinderen, voldoende eten, kleding en onderdak om te overleven, en het gevoel van verbondenheid met familie en groepsgenoten.
Rabies muurschildering voor ongeletterde Afghanen.
Enkele waarschuwende woorden
De CAI-presentaties en de CAT-trainingen zijn bedoeld als hulpmiddelen. Ze ondersteunen militairen in het uitvoeren van hun militaire taken. Wanneer de militair beschikt over een zekere basiskennis van de plaatselijke cultuur en op een respectvolle manier kan communiceren met de bevolking, dan kan dit leiden tot een effectiever optreden. In Afghanistan, waar de ISAF operaties voor een groot deel gericht zijn op het winnen van hearts and minds, zijn goede contacten met de bevolking van groot belang. Maar deze kennis en vaardigheid zijn geen tovermiddelen. Hoe respectvol onze benadering van de bevolking ook is, de houding van de individuele Afghaan in Uruzgan tegenover ISAF en tegenover de Afghaanse overheid wordt door veel meer factoren bepaald. Om bewust te zijn van de Afghaanse cultuur moet er meer gebeuren dan het toepassen van een Afghan Culture Smart Card , een standaardlijst met Do’s & Don’ts, of een lijst van de belangrijkste gedragsregels uit de Pashtunwali. Onze detailkennis van bijzonderheden uit de Afghaanse cultuur zal nooit voldoende zijn om met alle praktijksituaties om te kunnen gaan. Elke militair die in contact komt met bevolking in Uruzgan moet daarom ook in houding en gedrag laten merken dat hij/zij
Overleg met Afghanen in het veld.
Carré 7/8 - 2009 pagina 11
008_CA07.indd 11
22-7-2009 13:18:44
Irakese bevolking wordt als een serieus probleem onderkend. Daarna gaat het in de Verenigde Staten snel vooruit. De missie-voorbereiding wordt sterk vernieuwd, met een groot aandeel voor cultuurinformatie en crosscultural communicatie-training, en met grootschalige oefeningen in een nagebouwde Irakese stadswijk waar tientallen acteurs actief zijn. Bovendien komt er in de Verenigde Staten geld beschikbaar voor de oprichting van kenniscentra. Het U.S. Army opent in 2004 het TRADOC Culture Center waar missiegerichte onderwijs- en trainingsprogramma’s worden ontwikkeld. De andere krijgsmachtdelen volgen kort daarna. Ook in het ontwikkelen van doctrine gaan de Amerikaanse strijdkrachten voorop. Met de Field Manual 3-24 Counter-Insurgency uit december 2006 worden nieuwe ervaringen uit de operaties in irak en Afghanistan ondergebracht in wat nu al een toonaangevend handboek voor dit type operaties is geworden.
Biddende ANAmilitairen in Uruzgan.
de Afghaanse culturele gevoeligheden voldoende respecteert. Algemeen fatsoenlijk gedrag moet voorop staan, zoals wij dat ook in Nederland van een professionele militair mogen verwachten. In de operationele praktijk van Uruzgan is het al lastig genoeg om dit gedrag tijdens risicovol optreden buiten de poort vol te kunnen houden. Aangevuld met inzicht in de Afghaanse leefwereld en met de nodige basiskennis over begroetingen en de manier van communiceren, kan door fatsoenlijk gedrag een zo goed mogelijk contact met de plaatselijke bevolking worden opgebouwd. Uit de waardering die internationaal met grote regelmaat wordt uitgesproken over het optreden van Nederlandse militairen in Afghanistan mogen we voorzichtig concluderen dat de cultuurles en cultuurtraining in de missiegerichte voorbereiding effect sorteren. Een aantal jaren was de Nederlandse krijgsmacht tamelijk uniek in deze aanpak. De laatste jaren zijn enkele belangrijke NAVOpartners dezelfde weg opgegaan. Internationale ontwikkelingen
Tot 2004 was Nederland het enige lid van de NAVO dat met de Sectie CAI beschikte over een gespecialiseerde eenheid die alle aspecten van cultuur in de missiegerichte voorbereiding onder de aandacht kon brengen. Andere landen maakten voornamelijk gebruik van ingehuurde specialisten, veelal afkomstig uit de academische wereld, die incidenteel lezingen gaven wanneer militaire eenheden zich voorbereidden op uitzending. Vanaf 2004 komt daar verandering in, vooral door de ervaringen van de Amerikaanse en Britse strijdkrachten in Irak. In beide landen, maar vooral in de Verenigde Staten, ontstaat in relatief korte tijd een grote belangstelling voor het vakgebied Cultural Awareness. In de Verenigde Staten worden de moeizame pogingen om in Irak stabiliteit en wederopbouw tot stand te brengen onder meer verbonden aan de gebrekkige voorbereiding van Amerikaanse militairen op het optreden in een voor hen onbekende en vreemde cultuur. Het onvermogen om effectief contact te leggen met de
Ook in Groot-Brittannië wordt sinds enkele jaren serieus aandacht besteed aan het nut van cultuur bij hedendaagse militaire operaties. Hier staat in eerste instantie het ontwikkelen van expertise centraal en blijft de voorbereiding op uitzending een verantwoordelijkheid voor de uit te zenden eenheid. De recente oprichting van het Culture Institute binnen de United Kingdom Defence Academy is vooral een poging om door middel van onderzoek eigen kennis en opleidingsprogramma’s te ontwikkelen. Het DI Human Factors ondersteunt de UK Defence Intelligence Staff met relevante kennis van culturele factoren die het contact van Britse militairen met bevolkingsgroepen in andere landen kunnen beïnvloeden. In een Britse doctrine-publicatie uit januari 2009, The Significance of Culture to the Military wordt het belang van cultuur nog eens duidelijk toegelicht. Ontwikkelingen in de toekomst
Aandacht voor cultuur bij de voorbereiding en uitvoering van buitenlandse missies is tegenwoordig vanzelfsprekend. Daar hebben de medewerkers van de Sectie CAI de afgelopen tien jaar ook een duidelijke bijdrage aan geleverd. Door de groeiende samenwerking met nietmilitaire organisaties in het inzetgebied ligt de nadruk van militaire operaties steeds meer bij de plaatselijke bevolking. De aanwezigheid van een “cultad” (cultural advisor) in Uruzgan bij TF-U en in Kandahar bij de staf van RCSouth is een eerste stap naar een meer operationele toepassing van cultuur-expertise. Kennis van de culturele achtergrond is voor diverse activiteiten op het gebied van CIMIC, Humint en InfoOps/PsyOps onmisbaar. Het belang van het human terrain wordt binnen de krijgsmacht nu wel in brede kring erkend. De samenwerking tussen de afzonderlijke eenheden die zich met deze activiteiten bezighouden is echter nog niet in de Defensieorganisatie verankerd. Misschien dat in de toekomst vanuit een gemeenschappelijk operationeel hoofdkwartier een bundeling van cultuurkennis en praktijkervaring kan worden ingezet voor toekomstige militaire operaties in een andere culturele omgeving.
Carré 7/8 - 2009 pagina 12
008_CA07.indd 12
22-7-2009 8:00:21