Concern verslag 2013
Concernverslag 2013
Inhoudsopgave A Jaarverslag Aanbieding 1. 1.1 1.2 1.3
Algemeen Samenstelling van bestuur Bestuurlijke hoofdlijn Financiële hoofdlijn
1 1 2 10
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Paragrafen Bedrijfsvoering Weerstandsvermogen en risicobeheersing Verbonden partijen en subsidierelaties Onderhoud kapitaalgoederen Grondbeleid Lokale heffingen Financiering en treasury Projecten Burgerjaarverslag
27 27 33 35 44 56 63 68 74 76
3.
Raadsprogramma’s
81
B Jaarrekening 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Jaarrekening Programmarekening Toelichting programmarekening Balans Toelichting Balans Specifieke uitkeringen en Brabantstad
5. Overig 5.1 Controle verklaring
117 117 120 124 126 137 139 139
Aanbieding Brainport maakt een transitie door van slimme naar sterke regio. Als onderdeel van Brainport heeft Eindhoven een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven. Dit blijft in het binnen- en buitenland niet onopgemerkt. Het grote aanbod van sport en cultuur trekt potentiële werknemers naar de regio. Gemiddeld is de Nederlandse economie in de crisisjaren 2008-2012 met 0,6 procent per jaar gekrompen. De provincie Noord-Brabant kromp met gemiddeld 0,4 procent het minst. Tegelijk verandert de wereld in sneltreinvaart. Vergrijzing, decentralisaties, verdergaande ontwikkelingen in de ICT en bezuinigingen vragen om een voortvarende aanpak. Het is zaak om nieuwe wegen te bewandelen voor het behalen van maatschappelijk resultaat. Stip op de horizon is de ‘toekomstbestendige stad’. Dat is een stad waarin de (sociale) basisbehoeften zijn gezekerd, de economie de motor is en innovatie het nieuwe denken. Een stad waarin de voorzieningen ook op de lange termijn betaalbaar zijn. Een stad die uitgaat van de eigen kracht van burgers. Een sprekend voorbeeld is de transitie WIJeindhoven, waarin we in 2013 grote stappen hebben gezet. En ondanks de stijging van het aantal bijstandsuitkeringen werpt ook hier onze aanpak zijn vruchten af. Dit alles heeft er toe bijgedragen dat we 2013 kunnen afsluiten met een positief resultaat van € 10,8 miljoen. Leeswijzer Het Concernverslag is onderverdeeld in het jaarverslag, de jaarrekening en de controleverklaring. Deze indeling volgt uit het Besluit Begroting en Verantwoording. In het jaarverslag leggen we verantwoording af over de voornemens van de programmabegroting. Dit wordt gevolgd door de feitelijke jaarrekening. In de controleverklaring geeft de accountant een oordeel hierover. Het Jaarverslag bestaat uit drie hoofdstukken. In het algemene deel – hoofdstuk 1 – leest u de bestuurlijke hoofdlijn met daarin kort aangegeven wat in 2013 is gerealiseerd met betrekking tot het werkprogramma 2011-2015 ‘Samen werkend aan morgen’. Verder treft u hier algemene informatie aan over het gemeentelijk bestuur en wordt in hoofdlijnen ingegaan op de jaarrekening. In hoofdstuk 2 wordt stilgestaan bij de verplichte paragrafen. Per onderwerp worden dwarsdoorsneden van de gehele begroting gemaakt. Voorgeschreven zijn de paragrafen: bedrijfsvoering; weerstandsvermogen en risicobeheersing; verbonden partijen; onderhoud kapitaalgoederen; grondbeleid; lokale heffingen en financiering. De paragraaf Burgerjaarverslag gaat in op dienstverlening en burgerparticipatie. In hoofdstuk 3 zijn de reguliere programma’s beschreven. Alle activiteiten van de gemeente Eindhoven behoren tot één van de programma’s van hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 staan de rekening van baten en lasten, de balans, de toelichtingen daarop en de verantwoording voor specifieke uitkeringen. Tot slot wordt het Concernverslag in hoofdstuk 5 afgesloten met de controleverklaring van de huisaccountant van onze gemeente. De bijlagen behorende bij dit Concernverslag bevat de verantwoording van de programma-onderdelen en de uitgebreidere cijfermatige toelichtingen als onderbouwing van de gegevens in het Concernverslag (onder andere een overzicht van de baten en lasten per collegeproduct). Daarnaast is hierin onder andere het overzicht van de risico’s opgenomen en het sociaal jaarverslag. Burgemeester en wethouders van Eindhoven 24 april 2014
1
Algemeen
Algemeen 1.1 Samenstelling bestuur Het college van burgemeester en wethouders is als volgt samengesteld en kent de volgende portefeuilleverdeling: De heer R. van Gijzel Burgemeester Integrale veiligheid, representatie, internationale acquisitie, externe betrekkingen en bestuursondersteuning. De heer ir. G.C.S.M. Depla (PvdA) Wethouder van financiën, organisatie en spoorzone Financiën, organisatie/personeel, bedrijfsvoering/ICT, minder regels/goed geregeld, inkoop, toezicht en handhaving (beleid), project Spoorzone. De heer ir. J.B. Helms (VVD) Wethouder van mobiliteit, milieu, sport en evenementen Mobiliteit, verkeer en vervoer, Eindhoven Airport, duurzaamheid en milieu, afvalstoffenbeleid, toerisme en evenementen, BrabantStad en GSB (coördinatie), sport en recreatie, citymarketing, communicatie. Mevrouw drs. M.-A. Schreurs (D66) Wethouder van innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Cultuur, design, innovatie, vastgoed en grondbedrijf, openbare ruimte (water, groen, licht inclusief onderhoud), cultureel erfgoed, monumenten en archeologie, project NRE. Mevrouw drs. H.T.M. Scholten (Groen Links) Wethouder van jeugd, welzijn en zorg Welzijn/WMO, armoedebeleid, gezondheidszorg, jeugdbeleid, primair en voortgezet onderwijs/voorschoolse educatie/Spil, diversiteit/inburgering en dierenaangelegenheden. De heer Y. Torunoglu (PvdA) Wethouder van wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Wonen, wijkvernieuwing, burgerparticipatie en wijkgericht werken, ruimtelijke ordening, stedelijke ontwikkeling (o.a. projecten Meerhoven, Strijp S, Stationsgebied), dienstverlening en burgerzaken, vergunningverlening, juridische zaken (beroep en bezwaar), Stratumseind 2.0. Mevrouw drs. M.C.T.M. List-de Roos (VVD) Wethouder van economie, werk en beroepsonderwijs Economische zaken, Brainport/MKB/marktzaken, beroeps- en hoger onderwijs, arbeidsmarktbeleid, sociale zaken, re-integratie en sociale werkvoorziening, externe ICT, BOR en studentenstad. Mevrouw drs. P.M. Pistor Gemeentesecretaris/Algemeen directeur
gemeente Eindhoven
-1-
Algemeen 1.2 Bestuurlijke hoofdlijn Onze toekomstbestendige stad is een ongedeelde stad. De economische kracht van Brainport is de aanjager daarvan. Een ongedeelde stad betekent dat we polarisatie tegengaan. We willen voorkomen dat er grote sociaaleconomische en sociaal-culturele verschillen ontstaan. We gaan dan ook voor ‘op’ èn ‘top’. We kiezen zo veel mogelijk voor positiebehoud en indien mogelijk positieverbetering van de meest kwetsbare groepen. En inzet op sociale stijging door mensen in hun kracht te zetten. Tegelijkertijd zetten we in op ‘top’ in onder meer onderwijs, sport- en culturele voorzieningen, leefomgeving en bereikbaarheid. Het jaar 2013 laat zien dat de crisis lang duurt en meer mensen raakt. Er zijn 943 mensen in de WW bij gekomen en 464 meer bijstandsontvangers. Maar er zijn ook signalen van sterke groei in de maakindustrie. En de bruto woningproductie ligt op 1.500. We hebben onze keuzes, kansen en opgaven in 2013 gedefinieerd langs een viertal domeinen:
Leren en werken in Eindhoven: de economische kracht van de stad. Samen leven in Eindhoven: een sociale, veilige en ongedeelde stad. Kwaliteit van Eindhoven: openbare ruimte en het voorzieningenniveau. Bestuur van Eindhoven: bestuur van de stad en de gemeentelijke organisatie.
Leren en werken in Eindhoven Citymarketing en evenementen, Arbeidsmarktbeleid, Economische ontwikkeling, Innovatie, Design In 2020 wil Eindhoven een vaste plek bemachtigen in de top 10 van de meest innovatieve regio’s van de wereld. Rond de drie pijlers Technologie, Design en Kennis vormt zich de strategie, de organisatie en de communicatie. Eindhoven was in 2013 met Maastricht en Amsterdam online het meest positief in het nieuws. Dat hebben we onder meer te danken aan belangrijke evenementen, zoals de marathon en de Solar Challenge, waaraan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) meedeed met een op zonne-energie gedreven auto. Ook andere evenementen waren succesvol. De twaalfde editie van de Dutch Design Week in Eindhoven heeft met bijna 250.000 belangstellenden ruim 20 procent meer bezoekers getrokken dan in 2012. De achtste editie van Glow is naar schatting door 520.000 mensen bezocht, een toename van 15%. Deze dynamiek vind je ook terug in ons nieuwe beeldmerk. Dit staat symbool voor de energie waarmee Eindhoven op allerlei vlakken een zo goed mogelijke toekomst tegemoet wil gaan. Met als doel een prettige, levendige stad en een nog sterkere economie. Werk is de beste manier om te participeren. Ook al kan iedereen die het nodig heeft een beroep doen op een bijstandsuitkering. Het aantal uitkeringsgerechtigden is in 2013 gestegen en ligt nu rond het landelijk gemiddelde. Maar ons doel blijft om meer mensen blijvend naar werk toe te leiden. De gemeente Eindhoven heeft, mede namens de gemeenten uit de arbeidsmarktregio Eindhoven, een plan van aanpak opgesteld dat een impuls moet geven aan de bestrijding van de werkloosheid onder jongeren van 18 tot 27 jaar in de regio. We zetten de Startersbeurs in voor jongeren die klaar zijn met hun opleiding, maar geen baan weten te vinden. Met de Startersbeurs krijgen ze de kans om zes maanden werkervaring op te doen bij een bedrijf naar keuze, om zo een start te maken op de arbeidsmarkt. Het plan is een aanvulling op bestaande maatregelen ter bestrijding van de (jeugd)werkloosheid, zoals de Werkcheque-subsidie. Met ‘Ondernemen040’ geven we aan wat ondernemend Eindhoven van de gemeente Eindhoven kan verwachten. Tijdens de Regio Business Dagen lanceerden we samen met acht regiogemeenten officieel het 1-LOKET. Doel van dit virtuele loket is om voornamelijk ondernemers van buiten de regio zo optimaal mogelijk te informeren over de vestigingsmogelijkheden in de regio Eindhoven. Het werkgelegenheidsteam is onze ingang voor bedrijven die op zoek zijn naar personeel.
gemeente Eindhoven
-2-
Algemeen Voor vragen van ondernemers werken we als publieke organisaties in de regio (UWV, Ergon en gemeenten) als één partij met één eenduidige werkgeversbenadering. Deze werkgeversbenadering geven we samen met ondernemers vorm. Vermeldenswaard is verder dat met ingang van 2013 zelfstandige ondernemers zonder personeel (zzp) kwijtschelding kunnen aanvragen van gemeentelijke belastingen. Prominent is ook de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in combinatie met het onderwijs. Op de High Tech Campus Eindhoven hebben we het Technologiepact Brainport overhandigd aan minister Kamp van Economische Zaken. Het pact doet een voorzet voor stimulerende maatregelen die regio en rijk kunnen oppakken om het tekort aan bètatechnisch talent te verminderen, zoals flexibele scholings- en arbeidsmarktmaatregelen. Daarnaast bevat het pact voorstellen om zowel in het basisonderwijs als voortgezet onderwijs de aandacht voor techniek echt te vergroten. Ook samenwerken en kennis uitwisselen op het gebied van talent, research & development, investeringen en strategische innovatie is voor onze Brainportregio belangrijk. Met de Canadese Waterloo Region hebben we een intentieverklaring getekend om samen met een regio uit Azië de eerste ‘Global Triangle for Intelligent Communities’ te vormen. Volgens het Amerikaanse zakenblad Forbes is Eindhoven momenteel de meest inventieve stad ter wereld. Uit een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) blijkt dat Eindhoven wereldwijd veruit de meeste patenten per hoofd van de bevolking heeft. En volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is Eindhoven op dit moment de meest internationaal georiënteerde stad van Nederland. De laatste jaren is de bevolkingsgroei van Eindhoven zeker ook het gevolg van de komst van kenniswerkers. Brainport is een hotspot op het gebied van High Tech en creatieve industrie en dat trekt mensen en bedrijven van buiten aan. Niet alleen uit de rest van Nederland of Europa, maar van over hele wereld. In september verwelkomden we officieel onze 220.000e inwoner, afkomstig uit India. Verreweg het grootste deel van de werkgelegenheid in Eindhoven is geconcentreerd op specifiek daarvoor ingerichte locaties. Naast campussen gaat het om ‘reguliere’ bedrijventerreinen, kantoorlocaties en winkelgebieden. Eindhoven telt in totaal zo’n 800 hectare bedrijventerreinen, 1,4 miljoen m² kantoorruimte en circa 400.000 m² winkelvoorzieningen. Daarmee is de stad in kwantitatieve zin koploper in Zuid Nederland en nemen we op landelijk niveau een positie in direct na de vier grote steden in de Randstad. Ongeveer 85% van de bedrijvigheid en 47% van de werkgelegenheid in Eindhoven behoort tot het midden- en kleinbedrijf (verenigd in o.a. Stichting Ondernemersverenigingen Eindhoven). Gerichte acquisitie van nieuwe horeca- en detailhandelsconcepten draagt bij aan een verbreding van de voorzieningenstructuur en daarmee aan de attractiviteit van Eindhoven als stad om te winkelen en verblijven. Onze stad is een Living Lab, een proeftuin waar we kijken hoe nieuwe vindingen uitwerken. In het Designhuis presenteerde Het Nieuwe Instituut ‘De Gezonde Mens’. Met deze tentoonstelling is aandacht gevraagd voor de belangrijke bijdrage die ontwerpers leveren en kunnen bieden aan het zorgvraagstuk in de samenleving. Het Stratumseind wordt samen met Philips, het bedrijfsleven en onderwijs ingezet als living lab. Met speciale meetapparatuur worden data verzameld zoals geluidsniveaus, temperatuur, incidenten, bezettingsgraad parkeergarages en bezoekersaantallen. Dit maakt het mogelijk om producten, apparatuur en ideeën te testen in een werkelijke gebruikssituatie. Momenteel verkennen VolkerWessels en de gemeente samen met Cisco de mogelijkheden om de informatie uit verschillende netwerken op gebiedsniveau te koppelen. Elk programma heeft een eigen glasvezelnetwerk. Verkend wordt hoe de informatie van de verschillende netwerken beschikbaar te maken, de netwerken als één netwerk te beheren en hier dienstverlening op te ontwikkelen. Een voorbeeld is het koppelen van mobiliteit aan openbare verlichting. Bijvoorbeeld door mensen bij een evenement via de smartphone naar een parkeergarage te begeleiden. En de bezoekersstromen van de parkeerplaats naar het evenement te regelen via verlichting. Onverlichte gebieden, bijvoorbeeld grenzend aan woningen, blijven zo gevrijwaard van geluidsoverlast. Commerciële exploitanten kunnen weer op die stroom bezoekers inspringen. Ook met Cisco en KPN gaan we samenwerken aan innovatie. En de aanleg van glasvezel in Stratum gaat door. Na een volledige aanleg in Stratum heeft Eindhoven ruim 65.000 glasvezelaansluitingen. Eindhoven is in Nederland de stad met het grootste aantal glasvezelaansluitingen en daarmee de grootste digitale proeftuin in Nederland.
gemeente Eindhoven
-3-
Algemeen Samen leven in Eindhoven WMO en welzijn, Leefbare wijken, Veiligheid en handhaving, Versterken jeugdbeleid, Armoede en schuldhulpverlening Voor de omslag binnen het sociaal domein zetten we in op de systeeminnovatie WIJeindhoven. Naast het versterken van sociale basisstructuur in de stad, richten we ons op de ontkokering van de professionele ondersteuning. Dit betekent dat we werken met wijkgerichte generalistenteams (WIJteams). Zij verzorgen de eerstelijns, tijdelijke ondersteuning op alle leefdomeinen voor mensen die dat nodig hebben. Is tijdelijke ondersteuning niet genoeg, dan schakelt de generalist tweedelijns, specialistische zorg in. Daarmee werken we vanuit het principe één huishouden, één plan, één contactpersoon. Een dik jaar zijn de WIJteams in Gestel en Tongelre nu bezig. Ze krijgen steeds meer voet aan de grond. Woningcorporaties, buurtbrigadiers, welzijninstellingen, maar ook steeds meer bewoners weten hen snel te vinden. De teams pakken signalen snel op en het aantal cases in de wijken is inmiddels zo groot, dat we (volgens planning) gaan uitbreiden. In de gesprekken met bewoners staan het eigen kunnen van mensen en wederkerigheid, twee van de uitgangspunten van WIJ, centraal. Inmiddels leveren veertien instellingen in de stad generalisten. Onder hen bestaat een groot draagvlak. Ook de nieuwe verantwoordelijkheden uit de decentralisaties van jeugdzorg, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de participatiewet organiseren we conform de uitgangspunten van WIJeindhoven. De overheveling van taken van rijk en provincie naar gemeenten gaat gepaard met substantiële verminderingen van bestaande budgetten. Per huidige inwoner die nu ondersteuning krijgt via AWBZ, jeugdzorg of de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong), zal vanaf 2015 minder ondersteuningsbudget beschikbaar zijn. We gaan noodzakelijke besparingen zoveel mogelijk realiseren met een andere werkwijze. We willen meer effect met minder professionele inspanningen sorteren. De nieuwe wetten zullen (zo is de ambitie) op 1 januari 2015 ingaan, en dan is de verbrede verantwoordelijkheid van de gemeente een feit. Het zal echter niet zo zijn dat per 1 januari 2015 de complete implementatie van het nieuwe sociaal domein een feit is. Ten behoeve van continuïteit van dienstverlening aan bestaande cliënten, en voldoende waarborgen voor kwaliteit van ondersteuning aan nieuwe cliënten (en overigens ook als gevolg van de huidige onduidelijkheid in wetgeving) hanteren we een groeimodel. Geleidelijk zal de systeeminnovatie WIJeindhoven gevuld worden met vernieuwing van maatschappelijke rolverdeling en dienstverlening. Met Wijeindhoven hebben we ook ingezet op een ‘zachte landing’ van de decentralisaties. Gecombineerd met de intensiveringen op WMO en armoede en de opbouw van de reserve Sociaal domein, komen we in Eindhoven tot een geleidelijke invoering van de wijzigingen:
Zachte landing decentralisaties 225
Beleid Eindhoven
x €1 miljoen
Beleid Rijk
175
125 2011
gemeente Eindhoven
2012
2013
2014
2015
-4-
2016
2017
2018
Algemeen Het Stedelijk Kompas is de naam die een aantal Nederlandse gemeenten hebben gegeven aan hun plan van aanpak voor Maatschappelijke Opvang. Ook Eindhoven heeft een Stedelijk Kompas. Hierin is vastgelegd hoe we samen met een aantal instellingen de maatschappelijke zorg en opvang hebben geregeld. Het Stedelijk Kompas in Eindhoven richt zich op een daling van het aantal dak- en thuislozen, doorstroming naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan en afname van de overlast en criminaliteit die een deel van de dak- en thuislozen veroorzaken omdat ze geen vaste woonplek hebben. De cijfers voor 2013 duiden erop dat de versnelling wordt doorgezet. De uitstroom naar werk is veelbelovend. Door toename van de gemiddelde verblijfsduur bij de instellingen is wel nog sprake van wachtlijsten. Op dit moment vindt de evaluatie van Stedelijk Kompas plaats omdat het project eind 2014 zal eindigen. Het beleid zal dan moeten indalen in WIJeindhoven. Daarom worden nu al, als dat qua problematiek mogelijk is, casussen overgedragen naar de generalisten in de WIJteams. In het kader van de transitie jeugdzorg hebben 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant een bestuursovereenkomst gesloten. De overeenkomst gaat over de ‘enkelvoudig ambulante jeugdzorg’. Dat is jeugdzorg die in de thuissituatie van ouders en kinderen wordt geboden. Dus als er geen opname in een instelling of in een pleeggezin nodig is. Ouders en kinderen die te maken hebben met flinke problemen met opvoeden en opgroeien komen in aanmerking voor deze vorm van zorg. Zij kunnen straks zelf om deze hulp vragen via de WIJteams. De Wet passend onderwijs wordt ook wel de vierde decentralisatie genoemd. De wet moet het voor elke leerling mogelijk maken om optimaal gebruik te maken van de onderwijsvoorzieningen en alle ondersteuning die nodig is. Dit wordt door scholen gerealiseerd op basis van een zorgplichtbepaling. Met die zorgplicht krijgt elk bestuur de opdracht om voor elke aangemelde of toegelaten leerling een passend onderwijsaanbod te bieden. Ouders hoeven dus niet meer zelf een ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen. Alle gemeenten in de regio zien graag dat het onderwijs werkt met een regionaal ondersteuningsplan dat uitgaat van ‘leerling centraal’ geformuleerde ambities. Hiervoor wordt een gemeenschappelijk referentiekader opgesteld. De wet treedt per 1 augustus 2014 in werking. In het kader van de doorontwikkeling van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is de instroomleeftijd verlaagd naar 2 jaar en 3 maanden. Hiermee wordt het risico op voortijdige uitval verkleind. Voor jongeren van 18 tot 23 jaar werkt ‘Straks.nu’ vanuit Eindhoven en Helmond in 22 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. De jongeren kijken met een eigen studieloopbaanadviseur naar hun mogelijkheden. Ook hiermee worden positieve resultaten behaald. In de Week van de Jeugd hebben we de Eindhovense Kinderlintjes geïntroduceerd. Een Kinderlintje is bestemd voor kinderen tussen de vier en twaalf jaar die iets heel bijzonders hebben gedaan. De eerste onderscheiding is voor een groep van zeven jongens uit de Woenselse Heide. Zij hebben het initiatief genomen een voetbaltoernooi in de wijk te organiseren. Daarmee hebben ze laten zien dat er in de buurt behoefte is aan een verhard trapveldje. Het tweede lintje is postuum toegekend aan Jasper de Weijert. Hij voerde actie voor zijn vriendje Faber die, net als Jasper, lijdt aan kanker. Meer veiligheid is één van onze topprioriteiten. Door inzet van technologie hebben we de afgelopen jaren succesvolle stappen gezet om de stad veiliger te maken. De (digitale) samenwerking tussen de partijen betrokken bij veiligheid en gezamenlijk optreden is van groot belang bij de bestrijding van misdaad. De veiligheidshuizen regio Eindhoven en Peelland zijn samengevoegd. Samen met politie, UWV, corporaties en Belastingdienst zijn ook weer grootscheepse controles uitgevoerd. We geven zo een signaal af dat iedereen zich aan de regels moet houden. De controles hebben er onder meer toe geleid dat achterstallig belastinggeld is geïnd, uitkeringen zijn beëindigd en illegale bouwwerken en kamerbewoning worden aangepakt. Uit de cijfers van de politie blijkt dat de overlast van groepen jongeren in Eindhoven sterk is verminderd. De JIB-aanpak (Jeugd in Beeld) heeft daar een bijdrage aan geleverd. Bij deze aanpak werken verschillende organisaties samen om de hinderlijke, overlastgevende en criminele (groepen) jongeren in beeld te krijgen, jongeren op het rechte pad te houden of te krijgen en toekomstperspectief te bieden. Sinds vorig jaar is er een JIB-samenwerking in alle Eindhovense wijken.
gemeente Eindhoven
-5-
Algemeen In 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Met de wijzigingen wil het Kabinet alcoholgebruik onder jongeren terugdringen en alcoholgerelateerde verstoring van de openbare orde aanpakken Dit geeft gemeenten nieuwe bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. De opgave ligt niet enkel bij de gemeente, maar wordt gedeeld met marktpartijen. Zo kunnen jongeren van wie niet goed duidelijk is of ze 18 jaar of ouder zijn, op het Stratumseind straks alleen alcoholhoudende drank kopen als ze zich legitimeren. De caféhouders voeren hiervoor in de loop van 2014 een polsbandjessysteem in. Als sociaalste stad van het land willen het geld laten landen waar het het hardste nodig is. Het beroep op onze armoedegelden neemt toe. In 2014 passen we de norm voor de Meedoenbijdrage aan. De Meedoenbijdrage is een financiële tegemoetkoming aan inwoners die moeten rondkomen van een laag inkomen. Kwamen dit jaar inwoners met een inkomen tot 110 procent van de bijstandsnorm in aanmerking voor de Meedoenbijdrage, voor 2014 is de inkomensgrens verhoogd naar 120 procent. Hierdoor hebben meer Eindhovenaren in 2014 recht op de Meedoenbijdrage.
Kwaliteit van de stad Openbare ruimte, Cultuur, Sport, Duurzaamheid en milieu, Vernieuwing maatschappelijk vastgoed, Gebiedsontwikkeling, Bereikbaarheid In de openbare ruimte willen we op vernieuwende wijze bijdragen aan de kwaliteit van leven in onze stad. Groen wordt ingezet voor het behouden en versterken van de Europese economische toppositie. Groen biedt een mooie leefomgeving en draagt daarmee bij aan een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. De waarde van groen vertaalt zich ook op andere terreinen, bijvoorbeeld gezondheid. Eindhoven experimenteert volop met het inzichtelijk maken van de maatschappelijke baten van groen. In ontwikkelingen zoals Landelijk Strijp en Meerhoven wordt vastgehouden aan de groene wiggen die kenmerkend zijn voor Eindhoven. Zo is groen altijd dichtbij en een onderdeel van de dynamiek van de stad. Eindhoven wordt ook als voorbeeldstad gezien op het gebied van slimme verlichting. Dat blijkt uit het rapport ‘Lighting the Cities’ dat is opgesteld door de Europese Commissie. Het rapport dient als inspiratie om solid state lighting te stimuleren in Europese steden. Onder solid state lighting vallen innovatieve vormen van verlichting, die tot wel 80% aan energiebesparing kunnen opleveren. Onder andere de toepassing van sensorgestuurd en gekleurd licht wordt als toonaangevend gezien. Gekleurd licht wordt ingezet om de veiligheid te vergroten, terwijl sensorgestuurd licht wordt toegepast om kosten te besparen. Een mooi voorbeeld is de dynamische fietspadverlichting aan de Velddoornweg. Op de toegangsweg naar de nieuwe campus Internationale School Eindhoven (ISE) en de Philips Fruittuin brandt ’s avonds amberkleurige verlichting. Dit is onderdeel van een pilot om de verlichting in Landelijk Strijp optimaal af te stemmen op natuur, mens en dier. Een veilige omgeving voor mensen, met op deze specifieke plek zo min mogelijk verstoring voor vleermuizen. De Oirschotsedijk is voorgoed afgesloten voor doorgaand autoverkeer. De weg wordt een groene fiets- en wandellaan en maakt onderdeel uit van de Groene Corridor, een groene route die gaat lopen van het centrum van Eindhoven tot aan het centrum van Oirschot. Ook onze visie op geo-informatie voorziening wordt breed gewaardeerd. Tijdens een jaarlijks evenement op het gebied van geografische informatiesystemen (gis) in Nederland, hebben we de ‘Enterprise GIS Award’ ontvangen. De award is een bekroning voor onze vooruitstrevende visie en aanpak. Ook op het gebied van cultuur staan vernieuwing en innovatie hoog in het vaandel: verbindingen naar bijvoorbeeld de wetenschap en verbindingen tussen mensen. Nu we niet zijn uitgeroepen tot Culturele Hoofdstad 2018, gaan we op zoek naar andere manieren om hier vorm aan te geven. Op Strijp S is het Natlab heropend. Het voormalige Natuurkundig Laboratorium van Philips biedt behalve aan filmhuis/theater Plaza Futura ruimte aan Broet Basement (filmproducties), Baltan (laboratorium waar kunst en technologie elkaar ontmoeten) en het Architectuurcentrum Eindhoven. Bij de bibliotheek wordt het sociale aspect van de wijkfilialen elders in de wijken ondergebracht, bijvoorbeeld in buurthuizen of seniorencomplexen. Vrijwilligers gaan hiermee aan de slag.
gemeente Eindhoven
-6-
Algemeen Sporten is gezond en draagt bij aan de sociale cohesie in de buurt, wijk en stad. Op het congres van de Vereniging Sport en Gemeenten heeft de gemeente Eindhoven heeft de eervolle titel ‘Sportgemeente van het Jaar 2013' in de wacht gesleept. De jury noemt Eindhoven een echte ‘innovatiegemeente', waarbij samenwerking met andere organisaties een belangrijk onderdeel is van het beleid. Ten opzichte van de andere genomineerde gemeenten scoort Eindhoven hoog op het aantal sportvoorzieningen, de grote diversiteit aan sporten, het hoge percentage van de bevolking die aan sport doet en een uitgebreid sportstimuleringsbeleid. Ook was de jury onder de indruk van de verschillende Fieldlabs waarin we samenwerken met diverse partijen werkt aan intelligente oplossingen om zoveel mogelijk mensen te kunnen laten sporten. Met als jongste initiatief het Fieldlab Aangepast Sporten voor kinderen en volwassenen met een handicap of beperking. Het InnoSportLab De Tongelreep heeft, in samenwerking met de technische universiteiten Delft en Eindhoven en de Vrije Universiteit Amsterdam, extra subsidie binnengehaald voor wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de zwem- en roeisport. In 2045 wil Eindhoven energieneutraal zijn. Dat betekent dat er niet meer energie gebruikt wordt dan duurzaam opgewekt kan worden. De eerste elektrische auto van de gemeente is beschikbaar gesteld aan de landmeetkundige medewerkers. De aanschaf van de auto markeert het begin van de verduurzaming van het gemeentelijke wagenpark. Op weg naar energieneutraliteit bieden met name zonnepanelen goede kansen voor Eindhoven om duurzame energie op te wekken. Op ‘www.zonatlas.nl/eindhoven’ kunnen bewoners, bedrijven en instellingen zien of hun dak geschikt is voor zonnepanelen en hoe snel de vereiste investering terugverdiend kan worden. Voor Eindhovenaren die energiebesparende en/of energieopwekkende maatregelen willen treffen, hebben we een aantrekkelijke lening. Op de ranglijst van gemeenten, die gebaseerd is op de totale hoeveelheid subsidie voor zonnepanelen verstrekt aan particulieren, neemt Eindhoven de tweede plek in. De landelijke norm voor duurzaam inkopen is behaald. We kopen zoveel mogelijk producten, diensten en werken in bij het midden- en kleinbedrijf uit de regio. Voor het opstellen van offertes krijgen bedrijven condities mee als duurzaamheid en sociaal ondernemerschap. We stellen ons vastgoed ten dienste van sociaal-maatschappelijke doelen. Dat doen we voor zowel gebouwen als sportvoorzieningen en onderwijshuisvesting. Er zijn belangrijke stappen gezet als het gaat om de huisvesting van het Primair Onderwijs en Kinderopvang. In co-creatie zijn we gekomen tot een gezamenlijke visie op de onderwijshuisvesting, leerlingenaantallen en de opgave per gebied. Om het proces af te kunnen ronden moeten nog businesscases worden opgesteld. In september is de nieuwe campus van de Internationale School Eindhoven (ISE) in gebruik genomen. De campus is niet alleen een school, maar dient ook als ontmoetingsplaats voor buitenlandse kenniswerkers en hun gezinnen. De school biedt voorzieningen zoals buitenschoolse opvang, een mediatheek, een restaurant en sport. Behalve een sporthal, die voldoet aan de eisen van de olympische organisatie NOC*NSF, is er op het terrein een atletiekbaan en een voetbalveld. We zijn ook gestart met de bouw van het nieuwe Spilcentrum Drents Dorp. Dit is een Brede School waarin naast onderwijs ook kinderopvang, sport en welzijnsfuncties worden ondergebracht. Verder biedt het nieuwe gebouw straks ook ruimte voor ontmoetingsactiviteiten voor alle buurtbewoners, een gymzaal, consultatiebureau en jongerenruimte. Onderzoek van de Eindhovense rekenkamercommissie heeft bevestigd dat effectievere sturing nodig is bij het maatschappelijk vastgoed om het inzicht en overzicht te verbeteren. Daarom zijn we gestart met het op orde brengen van onze vastgoedorganisatie. Eindhoven is een ambitieuze stad. Meest in het oog springend zijn natuurlijk Brainport Avenue en Strijp-S. De ontwikkeling van Strijp-S is een goed voorbeeld van samenwerking met marktpartijen. Het project blinkt ook architectonisch, stedenbouwkundig en commercieel uit en er is veel aandacht voor duurzaamheid, innovatie en maatschappelijke meerwaarde. Strijp S heeft daarvoor twee prijzen gewonnen. Van de Vereniging van Nederlandse Projektontwikkeling Maatschappijen ontvingen we de NEPROM aanmoedigingsprijs. En het Nationaal Renovatie Platform kende ons de prestigieuze Gulden Feniks toe, dé prijs voor hergebruik van de bestaande gebouwde omgeving.
gemeente Eindhoven
-7-
Algemeen Een denktank van deskundigen gaat onderzoeken hoe Eindhoven lokale regels kan schrappen om meer ruimte te bieden aan nieuwe initiatieven in de stad. Verder komt er een aantal proefgebieden in de stad om te experimenteren met minder regels. In die gebieden willen we in samenwerking met onder meer bewoners en ondernemers kijken wat het loslaten van bepaalde regels oplevert. Gemeenten zullen op termijn een meer sturend en coördinerend orgaan worden in plaats van een toetsende en toezichthoudende instantie. Private gespecialiseerde partijen zullen de inhoudelijke beoordelingen gaan uitvoeren. Een voorbeeld hiervan is al in ontwikkeling met de private bouwtoets, waarin we een voortrekkersrol nemen. Daarnaast blijven we, samen met de gemeenteraad, kritisch kijken naar de lokale regelgeving. We hebben veel regels gemaakt bovenop landelijke en Europese wetgeving. Deze regels belemmeren ontwikkelingen die we wenselijk vinden in de stad. We willen niet alle regels afschaffen, maar juist die regels die zorgen voor een suboptimaal resultaat, langere doorlooptijden en hoge maatschappelijke kosten. Het gaat daarbij om minder en andere regels, en om een andere verantwoordelijkheidsverdeling (de werkwijze). Ten slotte gaan we omwonenden een duidelijke stem geven in de aanvaardbaarheid van bepaalde wijzigingen, zoals we nu van plan zijn bij bijvoorbeeld de hervorming van welstand. Nu oordeelt de gemeente en handelt vervolgens de bewaren af. Een werkwijze waarin bewoners zelf meer verantwoordelijkheid krijgen, werkt effectiever en doet meer recht aan de kracht van de samenleving. Het programma Spoorzone is genomineerd voor de “Nu al eenvoudig beter”-trofee 2013. De trofee is een initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en bedoeld voor projecten die, vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet al werken in de geest van deze wet. Zo bestaat op Strijp-S de mogelijkheid om in afwijking van het geldende bestemmingsplan gebouwen of gebieden voor een langere periode een andere bestemming te geven. Mobiliteit en bereikbaarheid op Strijp-S is geclusterd in het programma Mobility-S. Met het oprichten van Mobility-S nemen we barrières weg op het gebied van parkeren. We stimuleren daarmee de gebiedsontwikkeling en voorkomen we dat stagnatie optreedt. Bij het Videolab op Strijp S komt een Chinees paviljoen te liggen. Het paviljoen is in 2005 symbolisch cadeau gegeven door de Chinese stad Nanjing ter ere van het 20-jarige bestaan van de zusterband met Eindhoven. De bouw van het paviljoen moet begin volgend jaar van start gaan. Ook de naamswijziging van station Eindhoven Beukenlaan in station Eindhoven Strijp-S gaat definitief door. De verandering maakt deel uit van een pakket aan maatregelen om de uitstraling en veiligheid van het station te verbeteren. Ondanks de malaise op de woningmarkt wordt er in Eindhoven ook op diverse andere plekken in de stad gebouwd. Blixembosch Buiten beleefde zijn bouwstart. In de eerste fase komen er 26 nieuwe woningen in deze nieuwe buurt, waarvan er bij de start al 21 verkocht waren. Een stadsbrede visie op mobiliteit en ruimte voor 2040 (als stip op de horizon) versterkt de ambities van onze stad. ‘Eindhoven op Weg’ bevat een set van richtinggevende keuzes als kader voor de concrete uitwerking in projecten die het wensbeeld dichterbij brengen. De visie is gericht op het verzilveren van kansen voor de ruimtelijke kwaliteit in de stad én het oplossen van knelpunten die met mobiliteit samenhangen. Met de vaststelling van deze visie worden geen concrete maatregelen, projecten of budgetten vastgelegd. De projecten op basis van Eindhoven op Weg worden jaarlijks geselecteerd en vastgesteld na een integrale afweging in het Meerjaren Investeringsprogramma (MIP) door de gemeenteraad. In 2013 is het gebied Beemdstraat/Meerenakkerweg weer toegankelijk geworden voor alle verkeer. Het eindresultaat van de fasegewijze herinrichting is een directe aansluiting op de N2 en een nieuwe toegangsweg naar bedrijventerrein De Hurk. De weg bestaat uit twee keer twee rijstroken en een vrij liggend fietspad, waardoor een goede doorstroming van het verkeer mogelijk is. Met de beplanting van meer dan 500 bomen heeft de weg een groene uitstraling gekregen. Door de langere groene golf op de Ring en de nieuwe groene golf op de Boschdijk verbetert ook daar de doorstroming aanzienlijk. We zijn gestopt met gratis openbaar vervoer voor alle kinderen en 65-plussers uit de regio. Per 1 januari 2014 bieden we opnieuw gratis openbaar vervoer aan, maar dan aan inwoners van Eindhoven met een inkomen tot maximaal 120% van het sociaal minimum.
gemeente Eindhoven
-8-
Algemeen Besturen in Eindhoven met een efficiëntere organisatie Participatie en zeggenschap, Samenwerking met medeoverheden, Publieke dienstverlening, Stroomlijnen gemeentelijke organisatie, Financiën op orde De verhuizing van woonwagens naar het Orgelplein, om ruimte te maken voor de nieuwbouwwijk Tongelresche Akkers, heeft in maart van 2013 geleid tot het aftreden van wethouder Mary Fiers. Ze werd opgevolgd door Yasin Toronoglu. Naar aanleiding van deze casus doorlopen we raadsverkenningen naar eigenaarschap, de bevoegdheid om initiatief te nemen en de aanspreekbaarheid om verantwoording af te leggen. Beide horen bij elkaar. De kern van de verantwoording is niet afrekenen, maar in control zijn. In een afrekencultuur worden rekeningen opgemaakt en vereffend. We zijn meer gebaat bij een open cultuur die in staat stelt om (bij) te sturen. De norm is dat wat relevant is op tafel komt en dat we elkaar aanspreken, waar dat niet gebeurt. Het realiseren van die cultuur is mensenwerk en vergt een veranderproces waar we de komende jaren met zorg en aandacht op sturen. We herijken de bestuurlijke samenwerking met omliggende gemeenten. Het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) heeft een planning vastgesteld voor de opbouw van de Metropoolregio Eindhoven (MRE). De nieuwe gemeenschappelijke regeling gaat per 1 januari 2015 van start. Voor de gezamenlijke opgave wordt een nieuwe Regionale Agenda opgesteld, waarin de visie op de toekomst van de regio is opgenomen en de doelen en acties zijn gespecificeerd. Informatiestromen van en naar de burger moeten efficiënt worden ingericht. Met de inzet van ict moet de zelfredzaamheid van de burger groter worden. De gemeentebladen van de gemeente Eindhoven zijn digitaal gegaan. In gemeentebladen maakt de gemeente onder andere verordeningen, beleidsregels en andere regels bekend. Dit gebeurde voorheen met papieren gemeentebladen die ter inzage lagen bij de servicebalie van het Inwonersplein (Stadskantoor). Nu zijn ze via ‘www.eindhoven.nl/gemeenteblad’ te raadplegen. De gemeente Eindhoven is ook erg actief in webcare. We beantwoorden de vragen die binnenkomen op Twitter en Facebook, net als het opnemen van de telefoon. Het merendeel van de tweets gaat over de openbare ruimte. Burgers krijgen op Twitter meteen bericht van wat er met de melding gebeurt. Vanaf eind april is er ook een open wifi-toegang beschikbaar voor zowel medewerkers als gasten in de panden Mercado, Stadskantoor, Stadhuistoren en Herman Witte Huis. Voor circa 400 werkplekken hebben we een zogeheten virtuele desktop-infrastructuur (VDI) geïmplementeerd. Onze medewerkers zijn hiermee in staat om vanaf een willekeurige werkplek en met een willekeurig apparaat hun werk op efficiëntie wijze uit te voeren. Er ligt een stevige opdracht om voor eind 2016 een bedrag van €12 miljoen euro aan personeelskosten (en daarmee ongeveer 400 formatieplaatsen) te bezuinigen. We geven vorm aan de transities op het sociaal domein, het ruimtelijk domein en de bedrijfsvoering. De ontwikkelingen onderstrepen de noodzaak dat de begroting sturend moet zijn voor zowel politiek en het bestuur als het management van de organisatie. De planning & control cyclus moet zo worden vormgegeven dat de begroting bepalend is voor wat er in een begrotingsjaar gedaan wordt en welk geld ervoor beschikbaar is. Eindhoven is de eerste gemeente in Nederland met een begrotingsapp, Met deze app willen we op een toegankelijke manier inzicht geven in de begroting. In de app is te zien welke doelen we nastreven en hoeveel geld die mogen kosten. In 2014 bouwen we verder aan de opzet, systematiek en het proces van de begroting. Alleen als de financiën helder en op orde zijn voorkomen we tekorten, kunnen we bijsturen als het nodig is (dan wel ruimte geven als het kan) en geven we ons geld uit aan die doelen waaraan we prioriteit hebben gegeven. De samenleving is constant in beweging, de behoeftes en vragen uit de stad stellen nieuwe uitdagingen. We zoeken meer en meer de samenwerking op met inwoners, bedrijven en andere partners in de stad. Burgers, ondernemers, zorginstellingen, woningcorporaties en vele andere organisaties nemen ook steeds vaker zelf het initiatief om zaken te regelen die voorheen altijd door de gemeente werden gedaan. Als gemeente nemen we een nieuwe rol aan. We spelen in op en sluiten aan bij maatschappelijke initiatieven. Mensen die zich inzetten voor een maatschappelijk initiatief moeten daarvoor erkenning en waardering krijgen.
gemeente Eindhoven
-9-
Algemeen 1.3 Financiële hoofdlijn In deze paragraaf geven wij inzicht in het financiële resultaat over 2013 van de gemeente Eindhoven, de belangrijkste verklaringen van het financiële resultaat en de realisatie van een aantal belangrijke posten in de begroting. Vervolgens gaan we in op de financiële positie.
Financieel resultaat Bedragen
Afwij-
Afwij-
Afwijking
Primitieve
Gewijzig-
Rekening
(x € 1.000)
king
king
2012
begroting
de begro-
2013
2010
2011
2013
ting 2013
Exploitatielasten
31.085 N
14.346 V
12.244 N
741.837
812.686
845.738
33.052 N
Exploitatiebaten
36.404 V
9.432 V
22.849 V
701.518
740.379
812.065
71.686 V
Exploitatiesaldo
5.319 V
23.778 V
10.605 V
40.319 N
72.307
N
33.673
N
38.634 V
Mutaties reserves*
5.587 N
21.004 N
11.494 V
40.319 V
72.307
V
44.473
V
27.834 N
268 N
2.774 V
22.099 V
10.800
V
10.800 V
Resultaat
*
0
0
Afwijking 2013
Bij de mutaties reserves is een N per saldo storting in de reserves en hiermee een last en dus nadeel voor het resultaat, een V is per saldo onttrekking aan de reserves en hiermee een baat en dus voordeel voor het resultaat.
Het jaar 2013 is gestart met een primitieve begroting waarbij we € 742 miljoen aan lasten hadden geraamd, € 702 miljoen aan baten en per saldo € 40 miljoen inzet vanuit reserves voor het uitvoeren van “extra” taken met middelen die we vanuit eerdere jaren destijds daarvoor hebben gereserveerd. In deze begroting (zowel primitieve als gewijzigde begroting) is een structureel bedrag van € 62,5 miljoen aan ombuigingen verwerkt. Om de begroting actueel te houden zijn tussentijdse begrotingswijzigingen in de loop van 2013 doorgevoerd. Deze zijn nodig omdat gedurende het jaar 2013 zich ontwikkelingen kunnen voordoen die vooraf, bij het opstellen van de primitieve begroting, niet zijn voorzien en dus als zodanig ook niet in de primitieve begroting zijn meegenomen. Omdat de (gewijzigde) begroting een zo actueel mogelijk beeld moet geven van de beleidsvoornemens en de financiële vertaling daarvan maakt de dynamiek van een gemeente dat aanpassing van de begroting een continue proces is. Er is eigenlijk altijd wel sprake van: 1. beleid dat wordt vastgesteld nog voorafgaand aan het jaar (in dit geval 2013) maar na aanbieding van de primaire begroting aan de raad (september 2012); 2. temporisering van bestaand beleid waarbij de niet uitgegeven (incidentele middelen) worden overgeheveld naar een volgend boekjaar; 3. bijsturing van bestaand beleid (bijvoorbeeld intensiveringen); 4. nieuw beleid omdat we bijvoorbeeld van het Rijk een nieuwe doeluitkering krijgen; 5. administratieve redenen (bijvoorbeeld overhevelen tussen twee reserves of middelen uit een reserve halen bij afronding van een project). Begrotingswijzigingen zijn om die redenen in 2013 gebundeld aangeboden op vaste momenten, zoals bij de tussentijdse rapportage. De lasten zijn door deze tussentijdse wijzigingen verhoogd met € 71 miljoen waarbij deze zijn uitgekomen op een raming van € 813 miljoen en de baten zijn met € 39 miljoen verhoogd naar € 740 miljoen. Daarnaast is de inzet aan middelen die we vanuit eerdere jaren hebben gereserveerd (hebben “gespaard”) met € 32 miljoen verhoogd naar € 72 miljoen (via onttrekking uit reserves hogere baten).
gemeente Eindhoven
- 10 -
Algemeen Grote wijzigingen die hebben plaatsgevonden zijn onder andere het afronden van de verkoop van Endinet waarbij ter afdekking van de hogere lasten € 3,1 miljoen is onttrokken uit reserves (categorie 5), een ontvangen doeluitkering van het Rijk ten behoeve van de uitvoering van het groene raamwerk landelijk Strijp van € 15 miljoen (categorie 4) en het tussentijds, in samenspraak met de opdrachtnemer, wijzigen van afspraken inzake het beschikbaar stellen van de bouwtermijnen ten behoeve van de realisatie van de Internationale School (€ 15,3 miljoen hogere lasten, € 15,3 miljoen dekking via onttrekking uit de reserve; categorie 5). Tevens zijn de middelen ingezet die eind 2012 zijn doorgeschoven naar 2013 omdat de in 2012 geplande activiteiten niet dan wel later zijn gestart of een langere doorlooptijd kennen (€ 29,5 miljoen hogere lasten, € 29,5 dekking via onttrekking uit in 2012 gevormde reserve reserveringen; categorie 2). Een ander moment was op het eind van 2013 waarbij een afweging is gemaakt in hoeverre middelen die nog niet waren besteed (eveneens omdat activiteiten niet dan wel later zijn gestart of een langere doorlooptijd kennen) konden vrijvallen of doorgeschoven moesten worden naar 2014 om zo de afgesproken taakstellingen in volgende jaren te kunnen realiseren. Eind 2013 is via dit reserveringsdossier €14,1 miljoen aan budgetten doorgeschoven naar 2014 en verder (€ 11,7 miljoen lagere lasten, € 2,4 miljoen hogere baten, per saldo € 14,1 gestort in reserve; categorie 2), onder andere voor de opbouw van de reserve sociaal domein. Andere begrotingswijzigingen hebben geresulteerd in € 20 miljoen hogere lasten, € 21 miljoen hogere baten en per saldo € 1 miljoen storting in reserves, in bijlage 7 is een overzicht opgenomen waarin de wijzigingen groter dan € 1 miljoen zijn toegelicht. Gedurende het jaar wordt gestuurd op deze (gewijzigde) begroting dat wil zeggen dat er tussentijds een strikte financiële sturing is waarbij wordt gesignaleerd waar knelpunten ontstaan. Hierbij worden via onder andere tussentijdse rapportages bijsturingsacties geformuleerd dan wel wordt via begrotingswijziging de begroting aangepast. Denk hierbij aan het terugdringen van de tekorten op leges en parkeerinkomsten en het actualiseren van de investeringsplanning. Ondanks dat zien we nu dat de realisatie op zowel de lasten, baten als mutatie reserves afwijkt van de (gewijzigde) begroting. Ten opzichte van de gewijzigde begroting zien we een nadeel bij de lasten; deze zijn € 33,1 miljoen hoger. Bij de baten zien we een voordeel van € 71,7 miljoen. De inzet van reserves was € 27,8 miljoen lager dan begroot. Per saldo ontstaat er hierdoor een voordelig jaarrekeningresultaat van € 10,8 miljoen. Het is goed om de afwijkingen die we nu zien en het jaarrekeningresultaat in perspectief te plaatsen. Bij de tussentijdse rapportage in juni is een voorlopige jaarrekeningprognose afgegeven van € 3,2 miljoen nadelig, in november werd dit bijgesteld naar € 4,5 miljoen positief. We zien dus afwijkingen tussen de (gewijzigde) begroting, prognose tussentijds en realisatie. Dit is enerzijds het gevolg van het feit dat er in het laatste kwartaal van het jaar ontwikkelingen voordoen die niet goed te voorspellen zijn of waar we zelf geen invloed op hebben en anderzijds doordat we tussentijds wel constateren dat we op onderdelen afwijkingen gaan zien maar dat het soms moeilijk is in te schatten hoe groot deze afwijkingen gaan worden. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de uitkeringen inzake de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening (BUIG), de hoogte van het rijksbudget in het kader van BUIG, middelen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en mate van onderuitputting van het participatiebudget. Het actueel houden van de begroting is een van de opdrachten vanuit het coalitieakkoord: Financiën helder en op orde. Bij beantwoording van de vraag of we aan die opdracht hebben voldaan kan een positief antwoord worden gegeven. Een positief antwoord ondanks dat we zowel op de lasten, als op de baten en mutaties reserves een forse afwijking ten opzichte van de gewijzigde begroting zien. Deze afwijkingen zijn voornamelijk te zien bij het raadsprogramma 8, waarbij onder andere twee belangrijke mutaties aan ten grondslag liggen: (1) Het overboeken van diverse panden van grond naar vastgoed en (2) het uitnemen van de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost uit de lopende exploitatie Meerhoven en overhevelen hiervan naar de materiële vaste activa. Beide mutaties zijn conform de richtlijnen vanuit het BBV via de exploitatie naar de balans gemuteerd waardoor in de exploitatie aan de batenkant een voordeel te zien is van € 93 miljoen en bij de lasten een nadeel van € 93 miljoen. Per saldo heeft deze overheveling geen effect voor het resultaat gehad. Wel was voor zowel de panden als de deelgebieden een afwaardering van de waarde noodzakelijk. Deze afwaardering van totaal € 40,4 miljoen kon echter nagenoeg voor het gehele bedrag uit de eerder hiervoor gevormde voorzieningen worden gedekt.
gemeente Eindhoven
- 11 -
Algemeen Als we deze mutaties en afwijkingen buiten beschouwing laten, kunnen we concluderen dat het ons inderdaad lukt om de begroting actueel te houden. Toch blijft de financiële positie continu onze aandacht vragen, gezien de ontwikkelingen die op ons afkomen. Een strikte financiële sturing, het tussentijds signaleren van afwijkingen, bijsturen en het goed prognosticeren blijft de komende tijd belangrijk. Een belangrijk financieel uitgangspunt voor het provinciaal toezicht is een reëel sluitende begroting. Dit houdt in dat bij de begroting aangegeven dient te worden of de begroting in evenwicht is, dat wil zeggen dat de jaarlijks terugkerende lasten zijn gedekt door jaarlijks terugkerende baten. Ook bij de jaarrekening moet hierin inzicht worden gegeven, oftewel de gerealiseerde baten en lasten dienen structureel in evenwicht te zijn. Is dit niet het geval dan roept dit vragen op over het reële gehalte van de begroting en is extra alertheid nodig bij (het vaststellen van) de nieuwe begroting. In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van incidentele baten en lasten. In onderstaand overzicht is hiervan een recapitulatie opgenomen.
Bedragen
Rekening 2013
Incidenteel
Structureel
Exploitatielasten
845.738
79.642
766.096
Exploitatiebaten
812.065
26.189
785.876
Exploitatiesaldo
33.673
N
53.453 N
19.780
V
Mutaties reserves
44.473
V
57.181 V
12.708
N
Resultaat
10.800
V
3.728 V
7.072
V
(x € 1.000)
Op de activiteiten die we structureel uitvoeren kunnen we zien dat in 2013 de baten € 19,8 miljoen hoger zijn dan de lasten en hieruit kan geconcludeerd worden dat de baten en lasten structureel in evenwicht zijn. Daarnaast is te zien dat bij de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves sprake is van (per saldo) een toevoeging aan de reserves. Per saldo worden de reserves dus niet ingezet om structurele lasten mee af te dekken. De inzet van reserves diende in 2013 voornamelijk voor het afdekken van incidentele posten (€ 57,2 miljoen). Het rekeningresultaat geeft weer wat er gerealiseerd is ten opzichte van de begroting. De BBV schrijft deze methode voor vanwege de eigenheid van gemeenten. Gemeenten zijn primair inkomensbestedend (niet inkomensvormend). Een duidelijk voorbeeld hiervan zijn onze investeringen in maatschappelijk nut, zoals de wegen. Deze investeringen zetten we niet als bezit op de balans. In 2013 hebben we voor deze en andere doelen per saldo € 44,5 miljoen aan de reserves onttrokken. Door toevoeging van het positieve rekeningresultaat van € 10,8 miljoen aan het eigen vermogen is de daling van de reserves beperkt gebleven tot € 33,7 miljoen. Eind 2013 bedraagt ons eigen vermogen nog ruim € 294 miljoen.
Verklaring afwijkingen en rekeningresultaat Op de lasten, baten en mutaties reserves zijn afwijkingen ontstaan ten opzichte van de gewijzigde begroting. Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de belangrijkste afwijkingen. Hierbij wordt eerst ingegaan op de afwijkingen die voor een belangrijk deel het jaarrekeningresultaat van € 10,8 miljoen hebben bepaald. Daarna wordt ingegaan op de posten die niet of nauwelijks effect hebben gehad op het jaarrekeningresultaat omdat (zoals hiervoor al aangegeven) bijvoorbeeld afwijkingen op de lasten gecompenseerd worden door hogere/lagere baten en of mutaties reserves. Vervolgens wordt kort ingegaan op de realisatie van enkele belangrijke posten in de begroting. Een uitgebreide toelichting is terug te vinden in hoofdstuk 3 van dit Concernverslag bij de financiële analyses van de programma’s.
gemeente Eindhoven
- 12 -
Algemeen Kort samengevat geeft de rekening het volgende resultaat per raadsprogramma. Programma’s (bedragen x € 1.000):
Afwijkingen Lasten
Baten
Reserves
Resultaat
1 Inkomen
1.099 V
5.286 V
1.065 N
5.320
V
2 Zorg en Welzijn
6.479 V
724 N
25 N
5.730
V
3 Onderwijs en Jeugd
2.946 V
200 V
355 N
2.791
V
455 N
1.543 V
1.345 N
257
N
4 Kunst, cultuur en sport 5 Openbare orde en veiligheid
18 N
376 N
0
395
N
1.639 V
247 N
3 V
1.396
V
7 Bedrijfsvoering en organisatie
14.203 N
9.792 V
3.909 V
502
N
8 Ruimtelijk
31.490 N
57.132 V
28.795 N
3.154
N
951 V
921 N
161 N
131
N
33.052 N
71.686 V
27.834 N
10.800
V
6 Burger en bestuur
9 Economische ontwikkeling Totaal
Afwijkingen (ten opzichte van de gewijzigde begroting) bepalend voor het rekeningresultaat Programma 1 Inkomen De gevolgen van de crisis op het aantal uitkeringen hebben zich nadrukkelijk gemanifesteerd in 2013. Het aantal WWB (Wet Werk en Bijstand) -uitkeringen is met 8,6% gestegen. Hiermee loopt de ontwikkeling van het bijstandbestand in de pas met het landelijke cijfer. Op basis van deze stijgende aantallen zijn de lasten hoger uitgevallen. Deze hogere lasten worden echter deels gecompenseerd door een lager gemiddeld uitkeringsbedrag (relatief hoog aantal alleenstaanden en een deel van het bestand heeft baten uit parttime werk) dan waarmee landelijk en in de begroting wordt gerekend. Uiteindelijk resteerde er nog een nadeel van € 0,9 miljoen. Bij de baten was het werkelijke rijksbudget BUIG-gelden (Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten) als gevolg van landelijke ontwikkelingen in 2013 € 4,2 miljoen hoger dan de initieel geraamde Rijksontvangsten. De stijging van het aantal bijstandsgerechtigden werkt door in het gebruik van de armoederegelingen. Voor zowel de bijzondere bijstand als de Meedoenbijdrage is een duidelijke stijging van het gebruik en lasten te zien met een nadeel van € 0,4 miljoen als resultaat. Een gedeelte hiervan is ook veroorzaakt door verhoging van de bijdrage van de meedoenregeling. Verdere voordelen zijn te zien bij de regeling Bbz (besluit bijstandverlening zelfstandigen) waarbij onder andere minder mensen aanspraak hebben gemaakt op de kapitaalsverstrekkingen (€ 0,5 miljoen) en afrekening van de ESF-fase 1 subsidie (€ 0,3 miljoen). WWB-uitkeringen
0,9
N
Rijksbudget BUIG-gelden
4,2
V
Armoederegelingen
0,4
N
Regeling Bbz
0,5
V
Afrekening ESF-fase 1 subsidie
0,3
V
Overige afwijkingen
1,6
V
Totaal
5,3
V
Programma 2 Zorg en welzijn Op basis van de Kadernota 2014-2017 hebben we via dit programma gedurende het jaar al een deel van de overschotten die op de programma’s 1, 2 en 3 geprognosticeerd werden, gereserveerd ten behoeve van de decentralisaties. Na deze reservering van € 9,1 miljoen zien we op diverse onderdelen voordelen op dit programma, onder andere bij Hulp bij het Huishouden. Hier is een trendbreuk ontstaan in 2013. Waar in het verleden de klanten en het gebruik per klant steeg is dit in 2013 gedaald en achtergebleven op de eerdere prognose. Mogelijke oorzaken hiervan zijn een aanpassing van het urenprotocol waarin een versobering van
gemeente Eindhoven
- 13 -
Algemeen het aantal toe te kennen uren heeft plaatsgevonden alsmede de combinatie economische omstandigheden in relatie tot de eigen bijdragen die gebruikers moeten betalen. Op deze activiteit is een voordeel te zien van € 1,6 miljoen. Het aantal verstrekkingen van voorzieningen is teruggelopen (voordeel € 0,6 miljoen). Dit wordt mede veroorzaakt door aangepast beleid waarbij ingezet is op alternatieven. Daarnaast zijn er middels aanbestedingen voor trapliften en medische advisering en de Europese aanbesteding voor het collectief vraagafhankelijk vervoer en aangepast beleid manieren gevonden om goedkoper in te kopen of alternatieven te bieden. Verder is een voordeel van € 0,9 miljoen te zien bij Werk & Activering doordat deze kosten ten laste van het participatiebudget konden worden gebracht. Daarnaast is er voor € 0,8 miljoen aan voordelen ontstaan in het kader van subsidies. Dit is voornamelijk het gevolg van strakkere sturing op de budgetten wat heeft geleid tot lagere vaststelling subsidies 2012. Hierbij zijn de beoogde doelstellingen niet in het geding gekomen. Hulp bij het Huishouden
1,6
V
Verstrekken van voorzieningen
0,6
V
Werk & activering ten laste van participatiebudget
0,9
V
Lagere vaststelling subsidies 2012
0,8
V
Overige afwijkingen
1,8
V
Totaal
5,7
V
Programma 3 Onderwijs en jeugd Bij voor- en vroegschoolse educatie is door complexe besluitvorming (leeftijd doelgroep, kostprijs en partnermodel) en door de Europese regelgeving met betrekking tot staatssteun vertraging opgetreden in de uitvoering van nieuwe projecten en de daarbij behorende financiering. De niet ingezette rijksmiddelen zijn gereserveerd voor 2014 en verder. De niet bestede gemeentelijke middelen (€ 0,8 miljoen) vallen vrij. Daarnaast is binnen dit programma, evenals bij programma 2, een voordeel van € 0,7 miljoen ontstaan op subsidies als gevolg van strakkere sturing. Voor- en vroegschoolse educatie
0,8
V
Lagere vaststelling subsidies 2012
0,7
V
Overige afwijkingen
1,3
V
Totaal
2,8
V
Programma 4 Kunst, cultuur en sport Gedurende de realisatie van de Fontys Sporthogeschool is er besloten om te kiezen voor een zogenaamde plusvariant met onder andere extra investeringen in onder meer een klimhal. Dit heeft geleid tot extra kapitaallasten (nadeel € 0,4 miljoen). Hiertegenover staat een voordeel op afschrijvingslasten als gevolg van getemporiseerde investeringen (€ 0,1 miljoen). Vanaf 2014 worden deze extra kapitaallasten deels structureel afgedekt middels aanwending van het voordeel van finale afwikkeling van de geraamde Fontys investeringen en deels middels aanwending van afschrijvingslasten van de in zijn totaliteit voor de sector Sport en Bewegen getemporiseerde investeringen. Extra kapitaallasten Fontys Sporthogeschool
0,4
N
Temporisering investeringen
0,1
V
Totaal
0,3
N
Programma 5 Openbare orde en veiligheid De belangrijkste afwijking binnen dit programma is terug te zien bij vergunningen. Door uitstel van de prostitutiewet en meer inzet op handhaving en minder op het vergunningentraject (leges worden geheven op het vergunningentraject) is een nadeel van € 0,5 miljoen ontstaan.
gemeente Eindhoven
- 14 -
Algemeen Programma 6 Burger en bestuur Onder dit programma vallen de onderdelen bestuur, externe bestuurlijke relaties, burgerparticipatie en publieke dienstverlening. Een ander onderdeel dat hieronder eveneens valt is het stadsdeelbudget. Door kritisch om te gaan met uitgaven ten laste van stadsdeelbudgetten is een voordeel ontstaan van € 0,3 miljoen. Dit ter voorkoming van extra onderhouds- en beheerskosten. Verdere voordelen zijn te zien bij de personeelslasten onder andere bij het klantcontactcentrum en gebiedsgericht werken, voornamelijk door het niet invullen van vacatureruimte en minder inhuur (€ 0,8 miljoen). Stadsdeelbudget
0,3
V
Personeelslasten
0,8
V
Overige afwijkingen
0,3
V
Totaal
1,4
V
Programma 7 Bedrijfsvoering en organisatie Binnen dit programma landen onder andere de resultaten in het kader van de bedrijfsvoering. Een aantal van deze resultaten zijn gedurende het jaar moeilijk in te schatten. Andere resultaten laten binnen dit programma een afwijking zien maar zijn op andere programma’s tegengesteld terug te vinden en zijn dus geen resultaat voor de gemeente. Wel zijn er afwijkingen in de kosten voor de langlopende en kortlopende leningen die we hebben bij commerciële banken en de opbrengsten inzake beleggingen. Voordelen zijn er daarbij te zien bij de werkelijke rente (€ 4,1 miljoen) als gevolg van minder nieuwe lange leningen door minder investeringen en beleggingen (€ 3,9 miljoen) door stijging van aandelenkoersen vlak voor moment van aflossing. De uitkering uit het gemeentefonds laat een voordeel zien van € 1,1 miljoen door positief nagekomen resultaten over 2011 en 2012. De kostendoorberekening van de ondersteunende sectoren resulteert in een voordeel van € 1,7 miljoen. Doordat er minder projecten worden uitgevoerd kunnen er minder kosten van de projectsectoren worden doorbelast. Dit leidt tot een nadeel van per saldo van € 4,9 miljoen. Voor de uitvoering van gemeentelijke heffingen is een nadeel te zien bij onroerende zaakbelasting door te lage tariefsberekening (€ 0,9 miljoen). Bij het onderdeel vastgoed is getracht om over de afgelopen 5 jaar een adequate afrekening van de servicekosten met de eindgebruikers van onder andere multifunctionele accommodaties te maken. Dit bleek niet mogelijk te zijn en het saldo van de afgelopen jaren van voorschotten en kosten is als nadeel meegenomen (€ 1,0 miljoen). Voor 2014 worden met de gebruikers aanvullende afspraken gemaakt om dit in de toekomst te voorkomen. In verband met duurzame waardevermindering heeft een afwaardering plaatsgevonden van de woningen Aquaveste van € 1,1 miljoen. Rente leningen
4,0
V
Beleggingen
3,9
V
Algemene Uitkering
1,1
V
Kostendoorberekening
1,7
V
Doorbelasting kosten naar projecten
4,9
N
Onroerende zaakbelasting
0,9
N
Afrekening servicekosten met eindgebruikers vastgoed
1,0
N
Afwaardering woningen Aquaveste
1,1
N
Overige afwijkingen
2,3
N
Totaal
0,5
V
Programma 8 Ruimtelijk Op het onderdeel gebiedsontwikkeling is de in de begroting abusievelijk geraamde dubbele onttrekking uit de reserve integrale wijkvernieuwing niet uitgevoerd (nadeel € 0,9 miljoen). De begroting 2014 is hierop aange-
gemeente Eindhoven
- 15 -
Algemeen past. Bij het onderhoud is er een overschrijding op de curatieve middelen van € 0,2 miljoen. Ten gevolge van de achterstanden op het gebied van onderhoud neemt de (financiële) druk op de curatieve middelen toe. Hierdoor is er sprake van onvoorziene, onuitstelbare werkzaamheden (bijv. reparatie gaten in wegdek) om de veiligheid te waarborgen. Daarnaast is er ook sprake van overschrijding van curatieve middelen ten gevolge van aanrijdingen, vandalisme en storten clandestien vuil. De overschrijding is uiteindelijk lager uitgevallen dan in eerste instantie voorzien als gevolg van het opnieuw aanbesteden van het onderhoudscontract voor open verharding. Overschrijdingen bij onderhoud zijn verder te zien bij gladheidsbestrijding door de koude winter in het begin van 2013 (nadeel € 0,6 miljoen) en hogere elektrakosten (nadeel € 0,3 miljoen) De overschrijding op deze onderdelen wordt grotendeels gedekt door de bewust geplande onderschrijding op de middelen voor groot onderhoud. Het aantal vergunningaanvragen, en daarmee de legesinkomsten, is op alle taakvelden achtergebleven op de begrote aantallen. De wegvallende baten zijn gedurende het jaar voor 56% opgevangen door reductie van de beïnvloedbare kosten. Uiteindelijk resulteert nog een nadeel van € 1,6 miljoen. Dubbele onttrekking uit reserve IWV
0,9
N
Curatieve middelen
0,2
N
Gladheidsbestrijding
0,6
N
Electrakosten
0,3
N
Middelen Groot onderhoud
0,8
V
Legesinkomsten
1,6
N
Overige afwijkingen
2,2
V
Totaal
3,2
N
Programma 9 Economische ontwikkeling Bij evenementen is er sprake van een nadelige afwijking als gevolg van het niet realiseren van een bezuinigingstaakstelling van € 0,2 miljoen. In begroting 2014 heeft hiervoor reeds aanpassing plaatsgevonden. Evenementen
0,2
N
Overige afwijkingen
0,1
V
Totaal
0,1
N
Overige grote afwijkingen met geen of nauwelijks effect op het resultaat Programma 1 Inkomen De rijksbijdrage participatiebudget bedraagt € 18,1 miljoen. De uitgaven bedragen € 15,7 miljoen. Als gevolg hiervan bedraagt de meeneemregeling naar 2014 € 2,4 miljoen. De afwijking in 2013 wordt veroorzaakt door de meeneemregeling vanuit 2012 (€ 1,2 miljoen voordeel) en anderzijds een afwijking in de rijksontvangsten (€ 1,2 miljoen nadelig). Er is € 1,1 miljoen meer aan rijksmiddelen inzake de WSW ontvangen. De rijksmiddelen worden conform afspraak volledig aan Ergon beschikbaar gesteld. Lasten
Baten
Mutaties
Afwijking
reserves Participatiebudget
1,2 V
1,2 N
-
0
Rijksmiddelen WSW
1,1 N
1,1 V
-
0
Programma 2 Zorg en welzijn In 2013 is de wet Inburgering beëindigd. De nog lopende trajecten worden nog afgerond. De lasten laten in 2013 een voordeel zien van € 0,7 miljoen. Omdat deze lopen via het participatiebudget heeft dit geen effect voor het resultaat.
gemeente Eindhoven
- 16 -
Algemeen Lasten
Baten
Mutaties
Afwijking
reserves Afronding lopende trajecten inburgering
0,7 V
0,7 N
-
0
Programma 3 Onderwijs en jeugd De investeringen in het kader van onderwijshuisvesting zijn afhankelijk van de aanvragen die door de schoolbesturen worden ingediend. Investeringen vinden geregeld later plaats dan gepland (o.a. vanwege planontwikkeling of vergunningsprocedures) waardoor zogenaamde temporisering optreedt, in totaal voor € 5,6 miljoen voor 2013. Ook bij de fysieke uitwerking van Spilcentra is om diverse redenen vertraging te zien in 2013. De daaruit voortvloeiende lagere lasten van € 0,8 miljoen zijn afgewikkeld met de reserve huisvesting onderwijs, evenals het nadeel van € 0,1 miljoen op de gebouwgebonden kosten. Ook de voordelen van € 0,9 miljoen die binnen dit programma te zien zijn als gevolg van onder andere aanbesteding en uitbesteding van werkzaamheden, zijn afgewikkeld met de reserve huisvesting onderwijs. De bouw van de Internationale School is in 2013 afgerond en de school is met ingang van september 2013 in gebruik genomen. De werkelijk gemaakte bouwkosten voor de school waren in 2013 € 0,9 miljoen hoger dan geraamd en zijn uit de voor de Internationale school ingestelde reserve onttrokken. Lasten
Baten
Mutaties
Afwijking
reserves Diverse voordelen onderwijs, onder andere
1,6 V
-
1,3 N
0,3V
0,9 N
0,1 V
0,9 V
0,1 V
vertraging investeringen, voordelen aanbesteding en uitbesteding werkzaamheden Bouwkosten Internationale School
Programma 4 Kunst, cultuur en sport Belangrijke afwijkingen binnen dit programma zijn te zien bij de exploitaties van met name de Tongelreep en in mindere mate het IJssportcentrum. Deze hebben in 2013 te kampen gehad met teruglopende recreatieve bezoekersaantallen. De bezettingsuren van de sporthallen en gymlokalen zijn ook teruggelopen ten opzichte van voorgaande jaren en ook de verhuur van tennisbanen blijft onder druk staan. De tegenvallende resultaten (nadeel op de baten van € 0,7 miljoen) zijn grotendeels binnen de totale exploitatie van Sport opgevangen. Het restant is afgewikkeld met de reserve. Voor 2014 zal de taakstellende bezettingsuren sporthallen en gymlokalen, evenals het aantal verhuurbare tennisbanen, binnen het sportcontract 2014 budget neutraal realistisch worden bijgesteld. Het recreatief bezoek van met name de Tongelreep wordt in samenhang met de toekomstscenario's van het golfslagbad beoordeeld en in 2014 aan het bestuur voorgelegd. Bij het Van Abbemuseum is een subsidie vanuit de Europese Unie eerder ontvangen dan geraamd en veel subsidiegelden zijn geworven gedurende 2013. Hierdoor is bij de baten een voordeel ontstaan van € 2,5 miljoen. Een gedeelte hiervan is ingezet voor de aankoop van kunst en het maken van tentoonstellingen (€ 1,6 miljoen). Uiteindelijk resulteerde een storting in de reserves (€ 0,9 miljoen) terwijl een onttrekking was geraamd. Voor het onderdeel Design heeft de aandacht in 2013 gelegen op de gezondmaking van Capital D, dit is ten koste gegaan van concrete programmering waardoor er sprake is van onderbesteding van € 0,5 miljoen. De niet bestede middelen zijn gereserveerd ten behoeve van inzet in 2014. Lasten
Baten
Mutaties
Afwijking
reserves Exploitatieresultaten Sportaccommodaties
0,5 V
0,7 N
0,2 V
0
Subsidie-ontvangsten en aankoop kunst en
1,6 N
2,5 V
0,9 N
0
0,5 N
0
maken tentoonstellingen van Abbemuseum Programmering Design
gemeente Eindhoven
0,5 V
- 17 -
Algemeen Programma 7 Bedrijfsvoering en organisatie Ter financiering van de frictiekosten boventalligen als gevolg van Route 2014 is een voorziening gevormd. Hierin is een eerste storting gedaan van € 6,1 miljoen vanuit het Eigen Kapitaal (hierbinnen is €15 miljoen als achtervang voor frictiekosten gereserveerd) op basis van het gedeelte van de Organisatie en Formatieplannen die eind 2013 waren opgeleverd en definitief waren vastgesteld. Voor de frictiekosten die (nog) niet binnen de voorgeschreven voorziening vallen, wordt aan de raad voorgesteld om een reserve van € 8,9 miljoen in te stellen, eveneens ten laste van het Eigen Kapitaal. De verkoop van panden heeft in 2013 geresulteerd in een opbrengst van € 8 miljoen. In de begroting was hiervoor een taakstelling van € 6,5 miljoen opgenomen. Per saldo resulteert dit in een voordeel van € 1,5 miljoen maar dit is volledig ingezet op de verkoopkosten en kosten van sanering van de boekwaarden van een drietal panden die niet waren begroot. Lasten
Baten
Mutaties
Afwijking
reserves Voorziening frictiekosten boventalligen
6,1 N
Verkoop van panden
1,6 N
6,1 V 1,5 V
0 0,1 N
Programma 8 Ruimtelijk Binnen dit programma zien we forse afwijkingen op lasten, baten en mutaties reserves. Dit is het gevolg van diverse (grote) mutaties die vooraf moeilijk waren in te schatten en daarom niet geleid hebben tot het tussentijds wijzigen van de begroting. Vooral bij het grondbedrijf hebben zich belangrijke mutaties voorgedaan welke niet van invloed zijn op het jaarrekeningresultaat maar wel resulteren in hogere lasten en baten dan waar in de begroting rekening mee is gehouden. De belangrijkste mutaties die hier genoemd dient te worden is het overboeken van diverse panden van grond naar vastgoed en het uitnemen van de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost uit de lopende exploitatie Meerhoven en overhevelen hiervan hiervan via de exploitatie naar de materiële vaste activa (voordeel op baten van € 93,2 miljoen). Andere belangrijke posten: Afsluiten diverse planexploitaties, incidentele grondverkopen en het niet hebben plaatsgevonden van strategische verwervingen. Een andere verklaring voor de forse afwijkingen zien we in de projectensfeer. Binnen de projecten grondbedrijf blijven de baten uit grondverkopen achter op de raming. Dit heeft geen effect voor het resultaat omdat activering van de baten en lasten (per saldo nadeel van € 36 miljoen) naar de balans plaatsvindt. Bij de projecten maatschappelijk nut zien we eveneens een afwijking op de baten. Deze positieve afwijking van € 21,4 miljoen is het gevolg van het feit dat in de projectenadministratie in de begroting bijdragen vanuit reserves op een andere wijze worden verwerkt dan in de realisatie. Per saldo hebben de afwijkingen in de projectensfeer geen effect op het uiteindelijke resultaat van de projecten omdat het veelal gaat om een verschuiving van de realisatie in de tijd. Tussentijds vindt afwikkeling plaats via reserves dan wel via de balans. Dit is ook te zien bij de projecten IWV (Integrale Wijkvernieuwing). Hier zijn door vertraging in de uitvoering minder lasten te zien maar ook lagere bijdrage derden (lasten voordeel € 9,7 miljoen; baten nadeel € 1,3 miljoen). Het saldo is afgewikkeld met de reserve IWV. Binnen het onderdeel milieu zien we dat de nieuwe Cure-organisatie (Centrum Uitvoering Reinigingstaken Eindhoven en omgeving) tot stand is gebracht en de tarieven reinigingsrecht konden worden verlaagd. Het aandeel nuttig hergebruikt afval is met 13% gestegen ten opzichte van 2012 door het feit dat inwoners hun afval beter gescheiden aanbieden. Voor- en nadelen zijn afgewikkeld met de reserve. Lasten
Baten
Mutaties
Afwijking
reserves Resultaten en projecten grondbedrijf
41,9 N
39,4 V
1,2 V
1,3 N
Projecten maatschappelijk nut
2,2 N
21,4 V
18,9 V
0,3 V
Projecten IWV
9,7 V
1,3 N
8,4 N
0
Afval
0,6 V
0,1 N
0,5 N
0
gemeente Eindhoven
- 18 -
Algemeen Belangrijke kosten- en opbrengstensoorten Hierna wordt kort ingegaan op de realisatie van een aantal belangrijke kosten en opbrengstensoorten in de jaarrekening. Dit geeft via een andere dwarsdoorsnede inzicht in de rekening. Personeelslasten De personeelslasten bestaan uit de lasten van eigen personeel en inhuur derden. Terughoudendheid bij de invulling van vacatures en inhuur heeft er voor gezorgd dat de bezuinigingsdoelstelling van € 5,3 miljoen op eigen personeel behaald werd. Het resultaat op personeel, zowel eigen personeel als inhuur, bedroeg in 2013 € 0,5 miljoen voordelig. Personeelslasten (bedragen x € 1.000)
2010
2011
2012
2013
126.877
128.048
132.043
132.041
Realisatie inhuur derden
34.648
21.161
17.073
18.054
Totaal personeelslasten
161.525
149.209
149.116
150.095
2.100
3.884
5.307
N 2.115
V 1.386
V 525
V 516
1.979
1.963
1.914
1.844
Realisatie eigen personeel
Bezuinigingsdoelstelling Resultaat (na bezuinigingsdoelstelling) Werkelijke bezetting in fte’s eigen personeel per 31-12
Kijkend naar de realisatie over een aantal jaren, dan zien we een dalende lijn in de werkelijke bezetting in fte’s. In 2013 bedroeg dit 70 fte’s. Ondanks het realiseren van de bezuinigingsdoelstelling en de terugloop in fte’s zien we geen daling in de lasten. Dit is het gevolg van hogere loonkosten (onder andere hogere afdracht werkgeverspremies). De inhuur is gestegen a.g.v. extra inzet van inhuur voor onder andere het oplossen van knelpunten en tijdelijke extra werkzaamheden ten behoeve van Route 2014. Kapitaallasten / investeringen materiële vaste activa (economisch nut) De realisatie van de kapitaallasten wijkt nauwelijks af van de gewijzigde begroting. Tussentijds is geconstateerd dat de geraamde investeringen niet conform planning konden worden uitgevoerd (temporisering) onder andere voor Spilcentra, huisvesting onderwijs en 2e sporthal Fontys Genneperparken. Dit heeft geleid tot een verlaging van de kapitaallasten in de begroting met € 5,1 miljoen. In de realisatie is ten opzichte van de gewijzigde begroting een voordeel te zien op de kapitaallasten van € 1,6 miljoen. Dit voordeel is gedeeltelijk teniet gedaan door extra afschrijvingen van € 1,8 miljoen welke slechts voor € 0,4 miljoen waren voorzien. Extra afschrijvingen waren nodig bij software als gevolg van interpretatieverschil van gebruik met de leverancier, verkoop buizen van het glasvezelnetwerk (hier staat een opbrengst tegenover), woningen in eigen beheer en sporthal Lievendaal. Per saldo resteert er een voordeel van € 0,2 miljoen. Over de afgelopen vier jaar zien we dat het niveau aan kapitaallasten nagenoeg gelijk blijft. Slechts door incidentele zaken, zoals een extra afschrijving, zijn de kapitaallasten soms eenmalig hoger. Kijken we naar het niveau van investeren in materiële vaste activa in 2013 dan zien we dat van het begrote bedrag aan netto investeringen van € 42,6 miljoen uiteindelijk € 30,5 miljoen is gerealiseerd. Grote investeringen zijn onder andere de renovatie/verbouwing Ventose flat, Natlab, software en verbouwing voormalig NRE pand. Kapitaallasten materiële vaste
Realisatie 2010
Realisatie 2011
Realisatie 2012
Realisatie 2013
Afschrijvingen
19.378
21.433
21.381
21.135
Rente
24.808
22.328
21.969
22.466
Totaal
44.186
43.761
43.350
43.601
724
3.739
1.848
44.485
47.090
45.449
activa (bedragen x € 1.000):
Extra afschrijving Totaal
gemeente Eindhoven
44.186
- 19 -
Algemeen
Kostendoorberekening Kosten en opbrengsten die niet direct toerekenbaar zijn naar de programma’s en projecten zijn evenals in voorgaande jaren per sector verzameld en vervolgens met verdeelsleutels doorbelast naar de programma’s en projecten. Het begrote saldo bedroeg in 2013 € 116,7 miljoen, de realisatie bedroeg € 116,0 miljoen, oftewel een voordelig resultaat van € 0,7 miljoen. Dit resultaat is opgebouwd uit voordelen van totaal ruim € 6 miljoen voordelig, onder andere indirecte personeelslasten (€ 2,7 miljoen), indirecte kosten inhuur (€ 1,8 miljoen) en diverse kleine posten zoals voordelen op papierverbruik, porti en repro (zie hoofdstuk 4 voor een meer gedetailleerde verklaring). De gekozen systematiek voor het doorbelasten van kosten naar de projecten via urenboekingen laat echter een nadeel zien van € 5,3 miljoen. Het nadeel ontstaat doordat er minder projecten worden uitgevoerd en hierdoor niet alle kosten kunnen worden doorbelast naar de projecten. Inmiddels is voor 2014 de systematiek en tarieven herzien. Bezuinigingen De belangrijkste conclusie die we voor onze bezuinigingstaakstelling 2013 mogen trekken, is dat we de taakstellende € 62,5 miljoen hebben gehaald. Hierin is ook de stelpost Route 2014 opgenomen van taakstellend € 5,3 miljoen. Gelet op de aanwezige vacatures in de ambtelijke organisatie en het hieraan gerelateerde financiële bezettingsverschil, kan geconcludeerd worden dat er voldoende financiële ruimte aanwezig was, om ook de taakstellende personele bezuiniging voor 2013 te financieren. In 2014 moet 70 miljoen aan bezuinigingen uit ‘Samen werkend aan morgen’ gerealiseerd zijn. Het gros van de bezuinigingen 2013 is structureel ingevuld, maar dit is niet voor alle posten mogelijk. Zo is het resultaat op de bijstand (vanaf 2014 begroot op € 7,5 miljoen) van jaar op jaar afhankelijk van onder meer de stijging van de werkeloosheid. Voor 2014 is de voorlopige beschikking van het rijk in elk geval gunstig. Daarnaast moet de verkoop van vastgoed (in 2014 € 4 miljoen en van 2015 t/m 2020 jaarlijks € 1 miljoen) elk jaar opnieuw worden ingevuld. Ook ten aanzien van huisvesting, cultuur, sport en de arbeidsvoorwaarden zijn er nog onzekerheden. Ook in 2014 zal er strakke sturing plaatsvinden op het realiseren van de bezuinigingstaakstelling. Algemene uitkering gemeentefonds De uitkering uit het gemeentefonds vertoont een positief resultaat van € 1 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een positief nagekomen resultaat over de uitkeringsjaren 2011 en 2012 van respectievelijk € 0,45 miljoen en € 2,7 miljoen. Voor 2011 is dit het gevolg van de definitieve vaststelling van onderliggende statistieken. Voor 2012 bestaat het resultaat uit de definitieve vaststelling van onderliggende statistieken (voordeel € 1,3 miljoen) en het terugdraaien van de voorlopige afrekening van het accres 2012 (voordeel € 1,4 miljoen). De definitieve afrekening van het accres 2012 heeft plaatsgevonden in 2013. Voor het uitkeringsjaar 2013 zijn de gevolgen van de decembercirculaire uitsluitend in de realisatie opgenomen. Een begrotingswijziging is op zo’n laat tijdstip niet meer mogelijk. We hebben bij de decembercirculaire geld gekregen voor maatschappelijke opvang, voorbereidingskosten ESF (Europees Sociaal Fonds) en uitvoeringskosten inburgering (voordeel € 0,5 miljoen). Dit geld is gestort in de reserve gemeentefonds, om besteding in 2014 mogelijk te maken (nadeel € 0,5 miljoen). Ook voor het uitkeringsjaar 2013 zijn statistieken en verdeelsleutels aangepast (voordeel € 1,7 miljoen). Bijvoorbeeld het aantal inwoners en de Omgevingsadressendichtheid zijn hoger vastgesteld. Ook heeft een andere definitie van de verdeelmaatstaf "lage inkomens" meer opgeleverd. Tenslotte is rekening gehouden met de afrekening van het accres 2012 in 2013 en de aanpassing van het accres 2013 (nadeel € 3,8 miljoen). Het tegenvallende accres is het gevolg van lagere rijksuitgaven. De groei (het accres) gemeentefonds is immers gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven via het "trap op-trap af-systeem". De structurele consequenties van het gemeentefonds komen terug in de eerstvolgende Kadernota.
gemeente Eindhoven
- 20 -
Algemeen
Jaarrekeningbeeld 2013 De baten en lasten verdeeld naar raadsprogramma’s: Lasten in 2013 Omschrijving
Begr.
Begr.
primair
gewijz.
181.919
2 Zorg en Welzijn 3 Onderwijs, Jeugd
(x € 1.000) 1 Inkomen
4
5
Rek.
primair
gewijz.
185.428
184.329
153.176
157.279
162.565
28.743
28.149
21.764
86.100
81.161
74.682
6.304
8.206
7.482
79.796
72.955
67.200
65.974
100.018
97.072
12.286
11.820
12.020
53.688
88.198
85.052
68.556
72.630
73.085
19.468
23.000
24.543
49.088
49.630
48.542
29.045
30.465
30.483
2.280
2.429
2.053
26.765
28.036
28.430
37.966
38.760
37.121
5.389
5.248
5.001
32.577
33.512
32.120
12.876
23.680
37.883
328.375
335.845
345.637
315.499
312.165
307.754
250.954
271.605
303.095
171.273
193.778
250.910
79.681
77.827
52.185
8.447
8.939
7.988
2.967
2.774
1.853
5.480
6.165
6.135
21.812
69.681
78.960
62.131
141.988
123.433
V40.319
V72.307
V44.473
763.649
882.367
924.698
763.649
882.367
935.497
-
-
V10.800
Kunst, cultuur en sport Openbare orde en veiligheid
Bedrijfsvoering en organisatie
8 Ruimtelijk 9
Economische ontwikkeling Reserves Totaal
Saldo in 2013
Begr.
6 Burger, bestuur 7
Baten in 2013 Begr.
Rek.
Begr.
Begr.
primair
gewijz.
Rek.
De baten en lasten verdeeld naar categorieën: Omschrijving
Lasten in 2013 Begroting
Begroting
primair
gewijzigd
150.731
Kapitaallasten (excl. GB) ¹ Subsidies en overdrachten
(Bedragen x € 1.000) Personeelslasten
Grondbedrijf Overig ² Storting in reserves Totaal
gemeente Eindhoven
Percentage Begroting
Begroting
Rekening
primair
gewijzigd
Rekening
158.914
149.601
20 %
18 %
16 %
76.772
72.454
69.868
10 %
8%
8%
260.608
271.412
275.134
34 %
31 %
30 %
78.356
88.501
130.412
10 %
10 %
14 %
175.370
221.405
220.723
23 %
25 %
24 %
21.812
69.681
78.960
3%
8%
8%
763.649
882.367
924.698
100 %
100 %
100 %
- 21 -
Algemeen Omschrijving
Baten in 2013
(Bedragen x € 1.000)
Begroting
Begroting
Percentage Begroting Begroting
primair
gewijzigd
Rekening
primair
gewijzigd
Rekening
Alg. Uitkering gemeentefonds
247.346
225.948
250.483
32 %
25 %
27 %
Overige rijksbijdragen
191.376
236.624
211.022
25 %
27 %
22 %
Belastingen en heffingen
111.152
111.469
108.206
15 %
13 %
12 %
Grondbedrijf
75.448
89.545
128.898
10 %
10 %
14 %
Overig ²
76.196
76.793
113.455
10 %
9%
12 %
Onttrekkingen aan reserves
62.131
141.988
123433
8%
16 %
13 %
763.649
882.367
935.497
100 %
100 %
100 %
Totaal
¹ betreft afschrijvingen, werkelijk betaalde en toegerekende rente ² onder andere doorbelaste of intern verrekende kosten en opbrengsten, goederen en diensten en werken van/voor derden.
Balansbeeld Op de balans staat enerzijds wat ons bezit is (activa) en anderzijds hoe we dit gefinancierd hebben (eigen vermogen en schulden). Op hoofdlijnen geeft de balans ultimo 2013 het volgende beeld: Activa
2012
2013
Passiva
2012
2013
Materiële vaste activa
544,8
605,3
Eigen vermogen
328,4
294,7
107,9
80,6
369,6
381,8
85,0
110,0
166,1
126,8
1.057,0
994,0
(grond, bedrijfsgebouwen)
(reserves)
Leningen aan derden
92,7
76,4
60,3
31,4
200,6
161,5
158,6
119,4
(woningbouwcorporaties)
Voorzieningen (risico’s, onderhoud)
Overige financiële vaste activa (deelnemingen, beleggingen)
Vaste schulden (looptijd langer dan 1 jaar)
Voorraden (bouwgronden)
Kasgeldleningen (looptijd korter dan 1 jaar)
Overige vlottende activa (bankrekeningen,vorderingen)
Overige vlottende passiva (crediteuren, vooruitontv. Rijk)
Totaal
1.057,0
994,0
Totaal
Over de afgelopen jaren ziet de ontwikkeling van de balans er als volgt uit:
eigen vermogen, activa en schulden eigen vermogen activa/bezit bruto schuld: lang+kort netto-schuld: lang+kort-vorderingen 800
x €1 miljoen
700 600 500 400 300 200 100 0 2010
gemeente Eindhoven
2011
2012
- 22 -
2013
Algemeen De omvang van het eigen vermogen is eind 2013, inclusief € 10,8 miljoen rekeningresultaat, € 294,7 miljoen. Ten opzichte van 2012 is de vermogenspositie per saldo met € 33,7 miljoen gedaald. Grote mutaties in 2013 zijn geweest: Internationale School -€ 16 miljoen, Investeringen maatschappelijk nut -€ 10 miljoen, Saldireserve specifiek -€ 9 miljoen (o.a. deel afwikkeling Endinet €3 miljoen), vorming voorziening frictiekosten -€ 6 miljoen en reserve Sociaal Domein + € 9 miljoen. Maar de reservepositie alleen is eigenlijk geen goede indicator voor een oordeel over de financiële positie. De stille reserves, zoals de kunst van het Van Abbemuseum (€151,5 miljoen) en vastgoed (€14,8 miljoen) tellen namelijk niet hier in mee. Voor een goed oordeel moet de blik ook worden gericht op de omvang van de schulden. De schulden zijn in 2013 per saldo gestegen. Deze toename wordt grotendeels verklaard door de afwikkeling van de verkoop van Endinet. De omvang van de vaste schulden komt eind 2013 uit op € 381,8 miljoen (+€ 12,1 miljoen). De kortlopende schulden liggen met € 110 miljoen ook hoger dan een jaar eerder (+€ 25 miljoen). De totale brutoschuld bedraagt € 491,8 miljoen. De netto-schuldpositie (na aftrek van de leningen aan derden) is €415,4 miljoen (+53,4 miljoen). Met deze groei hebben we rekening gehouden. De voorzieningen bevatten middelen voor specifieke risico’s en doelen en worden jaarlijks bij de jaarrekening gecontroleerd op toereikendheid voor het doel waarvoor deze zijn ingesteld. Het saldo van de voorzieningen is in 2013 met € 27,3 miljoen afgenomen tot € 80,6 miljoen. Belangrijkste mutatie hierin is de afwikkeling van de verkoop Endinet. Dit bedrag (totaal €27,5 miljoen) kon voor € 24,5 miljoen binnen de voorziening worden opgevangen. Sturen met normen De stresstest uit 2012 laat zien dat onze gemeente in verschillende crisissituaties kwetsbaar is. Onze organisatie moet wendbaarder worden om sneller te kunnen reageren op veranderingen. Enerzijds organisatorisch wendbaar om goed in te kunnen spelen op uitbreiding of juist inkrimping in ons takenpakket. Anderzijds financieel wendbaar door onze begroting op orde te houden, ons vermogen minder langjarig vast te leggen en een grotere financiële buffer aan te houden. Medio 2013 hebben wij vanuit het programma ‘Financiën helder en op orde’ het sturen met normen geïntroduceerd. Met het volgen van deze normen willen we financiële ontwikkelingen snel onderkennen en de sturingsmogelijkheden vergroten: 1) Voor de flexibiliteit van de begroting sturen we op de kapitaallastennorm (maximaal 10% van het begrotingstotaal). Daarnaast lenen we in principe alleen voor investeringen met economisch nut. 2) Voor de stabiliteit sturen we op een structureel sluitende begroting, zowel in het eerste als het laatste jaar van het vierjarenbeeld. 3) Voor de weerbaarheid sturen we op een minimum weerstandsvermogen van 10% van de vrij besteedbare baten (algemene uitkering + Onroerende Zaak Belasting) vermeerderd met het benodigd weerstandsvermogen voor grond en vastgoed. Daarnaast volgen we de verhouding vaste activa/leningen en (via de Vereniging Nederlandse Gemeenten) de schuldpositie van alle gemeenten in het algemeen en van Eindhoven in het bijzonder. 4) Voor de wettelijke kaders sturen we op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (respectievelijk 8,5% en 20% van het begrotingtotaal) De normen hebben zich als volgt ontwikkeld: Norm
2012
2013
Kapitaallastennorm
< 10%
8%
9%
Saldo exploitatie op structurele posten
> €0 mln
€11 mln
€7 mln
Weerstandsvermogen
> €75 mln
€109 mln
€114 mln
Kasgeldlimiet
< €65 mln
€32 mln
€85 mln
Renterisiconorm
< €153 mln
€38 mln
€36 mln
gemeente Eindhoven
- 23 -
Algemeen 1)
Flexibiliteit De kapitaallastennorm slaat terug op alle geactiveerde investeringen en heeft een tweeledige signaalfunctie. Voor het beoordelen van de gezondheid van een gemeente is het enerzijds belangrijk om te laten zien dat de ruimte voor kapitaallasten in tact wordt gelaten en dat de vrijval van kapitaallasten niet wordt benut voor lopende (andere) uitgaven. Daar staat tegenover dat te veel investeren leidt tot verdere afname van het al beperkte deel van de begroting dat beïnvloedbaar is. De kapitaallasten over 2013 bedragen € 69,9 miljoen. Dit bedrag bestaat uit: rentebetalingen aan banken (€6,9 miljoen), interne rente (€40,0 miljoen) en afschrijvingen (€23,0 miljoen). De kapitaallasten bedragen 8% van de totale lasten en valt binnen de norm. Een toelichting op de kapitaallasten voor de materiële vaste activa staat eerder in deze financiële hoofdlijn. Om de groei van de kapitaallasten te beteugelen hebben we in augustus van 2013 afgesproken om in principe alleen te lenen voor investeringen met economisch nut. Investeringen in maatschappelijk nut moeten – over een periode van enkele jaren gemeten – binnen de cashflow worden opgevangen. Uit de liquiditeitenontwikkeling concluderen we dat dit het geval is.
2)
Stabiliteit Norm is ook dat de gemeentelijke begroting reëel sluitend moet zijn. Dat wil zeggen: structureel in evenwicht, waarbij alle jaarlijks terugkerende lasten worden gedekt door jaarlijks terugkerende baten. In navolging van de begroting moet ook uit de jaarrekening blijken dat er sprake is van een reëel sluitende exploitatie. Hiervoor stellen we het overzicht van incidentele baten en lasten op (zie bijlage 4). Het overzicht laat zien dat we in 2013, conform de norm, de jaarlijks terugkerende lasten hebben gedekt met jaarlijks terugkerende baten. Een toelichting staat eerder in deze financiële hoofdlijn.
3)
Weerbaarheid Onze financiële weerbaarheid wordt in grote mate bepaald door onze buffer waarmee we onverwachte tegenvallers kunnen opvangen. Eind 2013 komt de norm voor het weerstandsvermogen uit op minimaal € 75 miljoen. Hiervan is € 27 miljoen voor algemene risico’s, € 44 miljoen voor de risico’s van de grondexploitaties en € 4 miljoen voor vastgoed. Beschikbaar is € 114 miljoen. De ruimte tussen het berekend en het beschikbaar weerstandsvermogen dient als achtervang voor ontwikkelingen. Dit wordt toegelicht in paragraaf 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De waarde van onze activa ligt ruim boven onze schulden. Onze schuldontwikkeling loopt in de pas met het landelijk beeld. In het meest recente VNGoverzicht van alle gemeentelijke schuldratio’s staan we (eind 2012) op een schuldratio van 59% (was 53%) en rangnummer 182 (was 179) van totaal ruim 400 gemeenten.
4)
Wettelijke kaders Via de kasgeldlimiet wordt voorkomen dat gemeenten veel kort lenen en daarmee vatbaar zijn voor renteschommelingen. De kasgeldlimiet mag drie achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. Onze kasgeldlimiet is in het 1e, 2e en 3e kwartaal onder de norm gebleven maar is in het 4e kwartaal overschreden. Dat is binnen de kaders toegestaan. Dat zal uiterlijk medio 2014 leiden tot het aantrekken van langlopende leningen wat gezien het bovenstaande is toegestaan. Met de renterisiconorm wordt het risico van rentestijgingen gespreid over de jaren. Ook voor de renterisiconorm zijn we in 2013 binnen de wettelijke kaders gebleven. Een nadere toelichting staat in paragraaf 2.7 Financiering en treasury.
Het belang van een tweede fase ‘Financiën helder en op orde’ blijft groot. We krijgen er veel taken bij, die gepaard gaan met forse kortingen. Tegelijk zullen ook de ontwikkelingen in onze omgeving zoals in het sociaal en ruimtelijk domein en de transities in onze organisatie veel impact hebben. In de afgelopen periode lag het zwaartepunt van de verbeteracties op het invoeren van financiële spelregels, het terugdringen van incidentele dekking en het administratieve proces van de begroting. We hebben daarmee meer grip gekregen op de ontwikkeling van onze financiële positie. Het weerstandsvermogen is toegenomen, de stijging van de schuldpositie is afgevlakt.
gemeente Eindhoven
- 24 -
Algemeen In de komende fase moet het zwaartepunt zodanig verschuiven dat begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages niet langer alleen maar instrumenten van specialisten zijn. In de begroting 2015 willen we een nieuwe opzet van de raadsprogramma’s en collegeproducten presenteren die goed aansluit bij de in gang gezette transities. Daarnaast willen we vernieuwen op het gebied van raming van personeelskosten, doorbelasting van overhead, investeringen en rente. Ook gaan we, onder meer met de app, de informatie toegankelijker maken. In het sturen met normen willen we, naast terugkijken, vooral ook inzetten op vooruitkijken. De reeks aan nieuwe taken die we met ingang van 2015 over krijgen vraagt allereerst om een herijking van de normen. Vervolgens betekent grip krijgen op de financiële positie niet automatisch ook grip houden. Dat vraagt keer op keer bewuste (integrale) afwegingen. Zo zal er altijd een spanningsveld zijn tussen investeren in de stad en flexibiliteit van de begroting. Dit spanningsveld moeten we vooraf inzichtelijk maken, om te beginnen in majeure dossiers.
gemeente Eindhoven
- 25 -
gemeente Eindhoven
- 26 -
2
Paragrafen
Paragrafen 2.1 Bedrijfsvoering Inleiding Voor het goed kunnen besturen en het effectief en efficiënt kunnen werken is actuele en betrouwbare informatie, gekoppeld aan adequate adviezen, nodig. In de huidige context met een hoog ambitieniveau, veel ontwikkelingen, toenemende gemeentelijke belangen (in verband met decentralisaties) en een lastige financiële situatie wordt gestreefd naar het nog sterker in de grip krijgen van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Het solide fundament wordt de komende jaren doorontwikkeld. Onder het motto “Financiën helder en op orde” is de omslag gemaakt van bedrijfsvoering in een context van overvloed naar bedrijfsvoering in een context van schaarste. Het Planning- & Control-instrumentarium is verder verbeterd (opzet begroting, turap, begrotingswijzigingen). Er is een basis gelegd om in de veranderde financiële context niet alleen in control te komen, maar om door te groeien naar de top-5 gemeenten op het gebied van bedrijfsvoering en transformatie naar een moderne en financieel gezonde organisatie. Daarnaast is de rol van concerncontrol versterkt en afgescheiden van de interne bedrijfsvoering. Tot en met directieniveau is de rol van bedrijfsvoering/CIO en concerncontrol afzonderlijk belegd. Om de daarbij horende nieuwe innovatieve blik op de eigen visie, strategie en bijbehorende processen vorm en inhoud te geven zijn we samen met de medewerkers op ruimtelijk- en sociaal gebied (bouwteams) de bedrijfsvoering aan het verbeteren. De wensen en eisen vanuit het primaire proces, de daarbij horende ambities, het huidige niveau van dienstverlening en de slagen die bedrijfsvoering nog moet maken zijn geïnventariseerd. In het vervolg van deze paragraaf wordt kort ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de bedrijfsvoering.
Financiën helder op orde De financiële positie van de gemeente verandert door een grote ombuigingsopdracht en toenemende risico’s, zoals de gewijzigde marktomstandigheden voor het grondbedrijf en de komende uitbreiding op sociaal gebied als gevolg van de decentralisaties. Het belang van ‘Financiën helder en op orde’ blijft daarmee ook de komende periode groot. We krijgen er veel taken bij, die onze inwoners rechtstreeks raken. En het geld hiervoor is beperkt. Gecombineerd met de reeds in gang gezette transities op het sociaal het ruimtelijk gebied en in onze eigen organisatie moet de begroting daarom nog meer een sturingsinstrument gaan worden voor alle lagen in de organisatie. Langs verschillende lijnen komen de financiën helder op orde. Zo zijn in 2013 aanvullende spelregels vastgesteld cq. toegepast zoals begrotingsspelregels, sturen met normen (zie ook 1.3 Financiële hoofdlijn), investeringen maatschappelijk nut, MKBA etc. De informatiestromen zijn aangescherpt door bijvoorbeeld op beleidsniveau de visie cyclische instrumenten vast te stellen en in de praktijk de begrotingsapp en managementinformatie-app te bouwen. Daarnaast is er ingezet op verbetering van de aansturing door onder andere het instellen van managementgesprekken, splitsing tussen concerncontrol en bedrijfsvoering, projectcontrol en risicobeheersing verbonden partijen, zie ook het rapport “Financiën helder en op orde” via www.eindhoven.nl. Verbetering cyclische instrumenten Belangrijk in het kader van verbetering van stuur- en beheersinformatie is de in 2013 door de gemeenteraad vastgestelde “Visie op de cyclische instrumenten”. Voor het begrotingsjaar 2014-2017 is daarvan afgeleid gewerkt met de nieuwe programma-indeling, resulterend in effectieve sturing- en verantwoordingsinstrumenten die efficiënt zijn op te stellen. Het betreft 9 programma's (eerder hoofdstukindeling) en 26 collegeproducten (voorheen de programma-indeling). De informatie wordt zo per bestuurslaag op het juiste abstractieniveau beschreven en niet meer herhaald. Eerder was ook al geïnvesteerd in de aanpak van effecten prestatie-indicatoren. Het steeds verder aanscherpen van de indicatoren is een belangrijke stap op weg naar een steeds doeltreffender en doelmatiger beleid. Uiteraard sluit dit aan op de transities die op het ruimtelijk en sociaal gebied zijn ingezet.
gemeente Eindhoven
- 27 -
Paragrafen Vanuit de businesscase “Optimalisatie processen cyclische instrumenten” (Slim Werken) wordt de procesgang rond de cyclische instrumenten verder geoptimaliseerd. Een en ander gebeurt in combinatie van de verdere doorontwikkeling van de P&C-cyclus zoals deze is verwoord in het op de “Visie op control” gebaseerde, “Programma Concerncontrol” (Rolversterking sectormanagement, invoering managementgesprekken,Verlichten en indikking P&C-cyclus). Managementinformatie Er is gewerkt aan het tot stand brengen van een (gerevitaliseerd) dashboard voor het periodiek beschikbaar hebben van tijdige, juiste en volledige (stuur)informatie op grond waarvan bestuur, Directieraad en sectorhoofden kunnen sturen. De hiervoor ontwikkelde “app” (de informatie is zowel op desktopniveau, als op een tablet en een smartphone beschikbaar) is gevuld met een - in 2013 nog beperkt - aantal gemeentebrede kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) binnen de bedrijfsvoering (Mobiliteit, Inhuur, Opleidingen en Ziekteverzuim) en wordt in 2014 verder uitgebreid met KPI’s uit de primaire processen. Sturen op liquiditeiten In verbanden met financiën helder op orde en sturen op normen heeft een verdere verfijning van de investeringsplanningen in jaarschijven plaatsgevonden, zodat een betere afweging en prioriteitsstelling gemaakt kan worden bij het opstellen van de liquiditeitsplanning en bepaling van de financieringsbehoefte. Hierdoor is er een beter inzicht in de aan te trekken kort en lang geld en voldoen wij aan de wet FIDO. Hierdoor kan beter ingesprongen worden op de wet HOF (Wet houdbare overheidsfinanciën), doelstelling van deze wet is om in EU verband gemaakte afspraken omtrent terugdringing van het toegestane EMU-tekort (tekort van Europese lidstaten die de euro hebben ingevoerd) van 3% naar uiteindelijk 0% voor de lidstaten in nationale regelgeving vast te leggen. Projectcontrol De in 2013 gestarte aanpak “Verbetering projectcontrol” met de ruimtelijke sectoren wordt uiteindelijk gemeentebreed uitgerold. Met een uniforme en kwalitatieve projectbeheersing worden projecten uitgevoerd met een gedegen maatschappelijke kosten baten analyse, een optimale beheersing van projectrisico’s en een transparante en betrouwbare informatievoorziening. De vastgestelde verbeteractiviteiten betreffen in grote lijnen de inbedding in het proces van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA-toets), de aanschaf in 2014 - en implementatie van een gemeentebreed informatiesystemen, het ontwikkelen van een systeem van urenregistratie en uurtarieven, professionaliseren van medewerkers, de vervaardiging van een Handboek Projecten, het vastleggen en doorvoeren van bij optimale projectbeheersing behorende taken, rollen en verantwoordelijkheden. Risicomanagement Het beheersen van de risico’s binnen de organisatie is één van de voornaamste opgaven voor een organisatie die in control wil zijn. Met de doorontwikkeling van de functie van Concerncontroller is het mogelijk geworden om binnen het daaraan gekoppelde organisatieonderdeel een risicomanager de daarbij horende expertfunctie te laten verzorgen. Deze speelt een belangrijke rol in het versterken van het bewustzijn van het belang van risicomanagement, het formuleren van normen, het ondersteunen met professionele standaarden en methoden. De nota risicomanagement is geactualiseerd. De verbijzonderde interne controle (VBIC) is het sluitstuk van het ‘in control zijn’ van de gemeente. In dit kader is verder gebouwd aan een risicogerichte aanpak op processen en projecten. Naast de reguliere werkzaamheden zijn ook pilots uitgevoerd met betrekking tot IT-audits en data-analyses. Het bewustzijn voor de beheersing van financiële processen is toegenomen. De VBIC heeft diverse bevindingen en aanbevelingen gedaan over de beheersing, die zijn overgenomen deels zijn opgevolgd en afgerond door en sectorhoofden. De voortgang zal VBIC blijven volgen.
Route 2014 / Het Nieuwe Werken Met route 2014 willen we op personeelsgebied een taakstelling van 12 miljoen middels een krimp met 400 fte realiseren. In 2013 is 60% van de 28 te realiseren Organisatie & Formatieplannen (O&F-plannen) opgeleverd. Van de daaraan gekoppelde plaatsingsplannen is 14% gereed en 46% wordt nog aangeleverd. Er wordt met
gemeente Eindhoven
- 28 -
Paragrafen een strakke planning gestuurd op afronding van de plaatsingsplannen voor uiterlijk 31 december 2014. Deze plannen geven inzicht in de inkrimping van de formatie en het reduceren van management en overhead. Vooruitlopend op de krimp middels de plaatsingsplannen wordt de personele taakstelling door handhaving van de vacaturestop al gerealiseerd. Eind 2013 zijn de eerste medewerkers boventallig geworden. We zetten maximaal in op ontwikkeling van alle medewerkers om de doorstroom en uitstroom te bevorderen. En met succes. Naast een forse interne doorstroom, hebben in 2013 124 medewerkers onze organisatie verlaten cq zijn met pensioen gegaan. De boventallige medewerkers worden op projecten geplaatst die hen optimaal kansen biedt op een nieuwe baan en worden daarbij via het mobiliteitsprogramma begeleid. Bij het veranderingsproces en uiteindelijk de plaatsingsprocedures hebben we ons te houden aan de afgesproken kaders en richtlijnen inzet sociaal statuut. De zorgvuldigheid die daarin is opgenomen leidt tot een forse doorlooptijd. Formatie De omvang van de gemiddelde formatie in 2013 bedraagt 1.976 fte; in 2012 was dat 2.064 fte. Een vermindering van 88 fte gemiddeld. Deze vermindering is evenredig over de sectoren verdeeld. In 2013 was sprake van een vacatureruimte van 104 fte, inclusief de inhuur goed voor een voordeel op de personeelslasten van € 5,8 miljoen. De bezuiniging van Route 2014 bedraagt voor 2013 taakstellend: € 5,3 miljoen. Gelet op de aanwezige vacatures en de hieraan gerelateerde bezettingsverschil kan geconcludeerd worden dat de taakstelling op personeel voor 2013 is gerealiseerd. Inhuur van derden Het budget voor inhuur 2013 is ten opzichte van 2012 (€ 22,392 miljoen ) met € 2,1 miljoen gestegen tot € 24,490 miljoen. De realisatie in 2013 is € 18,054 miljoen en dat was in 2012 € 17,073 miljoen; een toename van € 981.000. Deze stijging kan worden verklaard uit het feit dat als gevolg van de vacaturestop meer tijdelijke medewerkers worden aangetrokken, teneinde de reguliere werkzaamheden te kunnen verrichten en een deel van de tijdelijke extra werkzaamheden als gevolg van Route 2014 door extra inzet op inhuur wordt verricht. Ook de begeleiding van de grote transities in het sociaal (drie decentralisaties) en het ruimtelijk domein vraagt veel extra inzet van bedrijfsvoering die noodgedwongen deels wordt ingehuurd. De aanbesteding voor nieuwe raamovereenkomsten inhuren flexibele arbeid is gestart. De lopende contracten zijn in afwachting van de aanbesteding verlengd en de afspraken daaruit zijn gecontinueerd voor de duur van de aanbestedingsperiode. Slim werken Door het programma Slim Werken zijn samen met de betrokken sectoren, onder andere als bijdrage aan Route 2014, een 10-tal businesscases opgeleverd met in totaal een besparing van ruim € 3 miljoen euro. Naast financiële opbrengsten leveren de procesverbeteringstrajecten van Slim Werken ook kwalitatieve verbeteringen op die nagenoeg niet zijn uit te drukken in geld, maar van zeker evenveel waarde zijn voor onze organisatie. Het Nieuwe Werken (HNW) Er worden in deze programma’s 3 ontwikkelsporen onderscheiden. • Bricks (werkplek c.a.) Voor Het Nieuwe Werken is in 2013 het NRE-gebouw geschikt gemaakt voor de huisvesting van vooralsnog 5 sectoren. Daarnaast is gestart met het aanpassen van het Stadskantoor. Voor de renovatie van de Stadhuistoren (en de installaties van het Stadhuis) is gestart met het Europees gesubsidieerd SPEA-project (gericht op duurzaamheid en innovatief aanbesteden). • Bytes Er zijn 400 werkplekken opgeleverd op basis van Desktop virtualisatie (VDI-technologie) om plaats- en tijdsonafhankelijk te kunnen werken (onder andere thuiswerken). Alle toekomstig nog te gebruiken gebouwen zijn van WIFI voorzien. Er is gestart met de voorbereidingen voor de gemeentebrede complexe uitrol van Windows8 inclusief Office suite. Als gevolg van gewijzigde licentievoorwaarden moest het “eWerkplekconcept” worden herzien (een persoonlijk mobiel apparaat voor iedere medewerker). Het project
gemeente Eindhoven
- 29 -
Paragrafen Digitalisering Documenten verzorgd de implementatie van gedigitaliseerde post en documentenkast en het grootschalig opschonen van papier. • Behaviour Er zijn workshops “Leidinggeven aan Nieuwe Werkers” gegeven. Medewerkers zijn bekendgemaakt met HNW en in het bijzonder op het werken in een flexibel werkconcept. Er zijn pilots gefaciliteerd op gebied van digitaal werken (digitaal vergaderen, werken met mobile apparaten enzovoorts). Er zijn inmiddels 15 E-buddies, die collega’s op weg helpen met social media, tablets, etcetera.
Transities ruimtelijk en sociaal gebied Profilering van de stad Het bestuur en organisatie wordt ondersteund in de grote actuele bewegingen als de ‘schaalsprong’ van Eindhoven en de veranderende relatie tussen lokale overheid en samenleving. Er is een stevige bijdrage geleverd aan de vele, veelal positieve publiciteit over Eindhoven. In 2013 is Eindhoven gastheer geweest van het Genootschap van Hoofdredacteuren. Dat heeft veel waardevolle contacten opgeleverd. Er is een sterke relatie tussen inspanning en resultaat. Er is gewerkt aan de realisatie van de nieuwe stadshuisstijl. Het succes wordt op een budgetvriendelijke wijze geïmplementeerd en gefaseerd ingevoerd voor de gemeente. Decentralisaties Gemeenten krijgen met ingang van 2015 een reeks van nieuwe taken erbij. Deze taken worden nu nog uitgevoerd door onder meer het rijk en de provincie. Het gaat over de Participatiewet, de Jeugdwet en (uitbreiding van) de Wet maatschappelijke ondersteuning. Samen met de medewerkers van de inhoud op ruimtelijk- en sociaal gebied (bouwteams) de bedrijfsvoering voor hen aan het verbeteren, aan te laten sluiten met de transitie die zij door maken en klaar te maken voor de decentralisaties. De wensen en eisen vanuit het primaire proces, de daarbij horende ambities, het huidige niveau van dienstverlening en de slagen die bedrijfsvoering nog moet maken zijn geïnventariseerd. Zo is de nieuwe huisvesting en nieuwe manier van werken nodig maar ook aanpassingen op gebied van Communicatie, ICT-voorzieningen, organisatie (O&Fplannen) en financiën. Vanuit Control en P&O is de transitie op het ruimtelijke en sociaal gebied en WIJ-Eindhoven via de Bouwteams ondersteund. Vanuit diverse disciplines en in goede onderlinge afstemming is en wordt een bijdrage geleverd: Fuwa, competentieontwikkeling, advies op gebied van organisatie en control, opleidingscentrum, plaatsingsprocedures, inrichting begroting, risicomanagement etc. Dit heeft onder meer geleid tot plannen van aanpak m.b.t. persoonlijke/competentie ontwikkeling, opleiding, cultuur. En een plaatsingsprocedure die aansluit bij de verandering binnen het ruimtelijk en sociaal domein en deze ondersteunt. Samenwerking en verbinding binnen en buiten de eigen organisatie Voor het technisch ondersteunen van de ontwikkelingen in het sociale domein en het daarbij voorbereiden van de benodigde ICT-voorzieningen (informatie en communicatietechnologie voorzieningen), is onder andere een daarop geënt ontwerpplan opgesteld, een WIJeindhoven-portal ontwikkeld en wordt deelgenomen aan één van de 10 landelijke livinglabs (voorbeeldoplossingen). In het kader van de intergemeentelijke samenwerking is onder andere ingezet op het consolideren van de serviceverlening aan de gemeente Waalre, waarvoor een aantal administratieve taken inclusief ondersteuning is overgenomen. Er is gewerkt aan roadmaps in het kader van basisregistraties (GeoFundament), digitaal zaakgericht werken op basis van de Overheidsbrede standaarden (iNUP bouwstenen ), SEPA implementatie (Single Euro Payments Area), Huisstijl applicatie en New web upgrade website. De gemeente Eindhoven heeft tijdens Esri GIS Conferentie 2013, de ‘Enterprise GIS Award’ uitgereikt gekregen. De award is de bekroning van onze vooruitstrevende visie en aanpak, die gezorgd heeft voor een stevige basis voor de gemeentebrede geo-informatie. Vanuit GeoFundament kan ook gemeentelijke geo-informatie worden ontsloten als 'open data' en via www.eindhoven.nl gedeeld worden met geïnteresseerden.
gemeente Eindhoven
- 30 -
Paragrafen Systeemtechniek Het vermeerderde gebruik van ICT en de toegenomen bedreiging vanuit de omgeving (denk aan de DigiNotar affaire) leidt tot extra aandacht voor de informatiebeveiliging. Er is gestart met een “awareness-programma”, een DiGiD-audit is succesvol uitgevoerd (aanvullende maatregelen worden getroffen) en PaloAlto (beveiliging) implementatie zorgt voor vergroting van de veiligheid. Eindverantwoordelijkheid voor informatiebeveiliging is op directieniveau ingericht en de beveiligingsorganisatie is verder vormgegeven. Er worden storageconcepten voor digitalisering ontwikkeld om de grote (autonome) groei naar digitale opslagcapaciteit op te kunnen vangen. Er is gewerkt aan de doorontwikkeling, innovatie en verbetering van de gemeentebrede ondersteunende systemen en technieken zoals Topdesk en Windows 8. Dit alles is nodig om voorbereid te zijn op het nieuwe werken welke hoort bij de transities die de sectoren doormaken. ICT-dienstverlening De nadere invulling aan de reorganisatie en de herijking van de processen op basis van het eindrapport “Onderzoek I-functie gemeente Eindhoven” heeft het fundament gelegd voor de volgende fase van professionalisering van de ICT-dienstverlening. Klantteams leiden tot meer vraaggericht werken. Samen met de vorming van de CIO (Chief Information Officer) -functie gaat de Multiprojectboard ervoor zorgen dat de werkzaamheden in het kader van Informatisering en Beheersing (I&B) op business behoeften worden geprioriteerd en afgestemd. De systematiek is in 2013 ingevoerd en wordt in 2014 verder verbeterd. Het serviceconcept en demandmangement dragen bij aan het opdrachtgeverschap bij de sectoren. Het forecastproces leidt tot voorspelbaarheid over de inzet van capaciteit van I&B. Verbeterde financiële sturing is voorbereid middels een geherstructureerde en gedragen exploitatiebegroting 2014.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen De wetenschappelijke methodiek The Natural step is leidend bij de te nemen duurzaamheidmaatregelen op basis van de ISO 26.000 scan. Er is een zichzelf terugverdienende energiemanager aangesteld die aandacht vestigt en toeziet op het verduurzamen van de organisatie. Bij 8 sectoren zijn duurzaamheidtrainers ingezet om hieraan mede vorm en inhoud te geven. Een project ‘verduurzaming zakelijke kilometers’ is gestart. In het eerste jaaroverzicht Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (eindhoven.nl/duurzaamheid) is onder andere te lezen hoe intern meer duurzaam wordt ingekocht (telefonie, koffie, kantine), materialen worden hergebruikt en afval wordt gescheiden. Vastgoed bouwt en verbouwt duurzamer en ook sportverenigingen kunnen dankzij slimme energiemeters bewuster omgaan met hun energieverbruik. Inkoop en aanbesteding Er is veel aandacht besteed aan de nieuwe aanbestedingswet. Er zijn voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Het ingevoerde Tendernet (software voor aanbestedingen) leidt tot meer transparantie in het aanbestedingstraject. Met het toepassen van Best Value Procurement (prestatie inkoop) en Sociaal aanbesteden bij een aantal aanbestedingen loopt Eindhoven voorop in Nederland. Bij de ontwikkeling van de Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) is Inkoop nauw betrokken. Dit is een meetinstrument voor socialer ondernemen en heeft daarmee een bredere doelstelling dan sociale werkgelegenheid. Waar we naar toe willen groeien is dat we met een PSO certificering straks voldoen aan de Participatiewet en de besluitvorming van de gemeente daarop laten aansluiten. Daartoe is in 2013 certificering van de PSO voorbereid. Er zijn goede resultaten behaald voor Duurzaamheid en Social Return (vergroten van arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidmarkt) bij aanbestedingen conform de doelstellingen in het coalitieakkoord. De voorbereidingen voor een gemeentebreed bestelproces en een gemeentebrede contractmodule hebben door vertragingen in de oplevering van Topdesk en de daarin geconstateerde beperkingen, nog niet tot de gewenste resultaten geleid. Sociale werkgelegenheid Het aanname beleid met betrekking tot de sociale werkgelegenheid werpt zijn vruchten af. Onze organisatie heeft in 2013 2,8% van de medewerkers in dienst met een arbeidsbeperking. Afgezet tegen het streven van het rijk van 1% loopt Eindhoven voor op planning. Uitbouw naar 5% medewerkers met een arbeidsbeperking vindt plaats in de 5 jaar na afloop van de huidige vacaturestop. De Participatiewet en de daaraan gekoppelde Quotumregeling kan daaraan een positieve bijdrage leveren.
gemeente Eindhoven
- 31 -
Paragrafen Het afgelopen jaar 2013 zijn binnen de gemeentelijke organisatie 5 kandidaten geplaatst met een starterbeurs, hebben 12 BBL-ers (deeltijdstudie) stage gelopen, en 113 fulltime studerende stagiairs geplaatst, met een MBO (54), HBO (52), en WO (7)-opleiding. Daarnaast zijn er in 2013 nog 7 Werkervaringplaatsen gerealiseerd. Vooral het Sportleerbedrijf draagt hier bij tot verantwoord maatschappelijk ondernemen, dit wordt toegelicht in het Sociaal Jaarverslag 2013.
Mobiliteit / ziekteverzuim Mobiliteit Vanuit het programma “Mobiliteit” is er fors meer aandacht geweest voor de persoonlijke ontwikkeling en mobiliteit van medewerkers. Er heeft een verdere professionalisering en uitbreiding plaatsgevonden van het takenpakket en het aantal aan het Mobiliteitscentrum (“Carrière 2014”) gekoppelde adviseurs. Het netwerk met andere werkgevers is uitgebreid. De eerste groep van medewerkers die (aangekondigd) gedwongen mobiliteitskandidaat zijn geworden, zijn opgevangen en begeleid. Voor nadere detaillering over de concrete aantallen contactmomenten met het mobiliteitscentrum en aangeboden trajecten doorstroom (166 medewerkers), in- (23 medewerkers) en uitstroom (124 medewerkers) wordt verwezen naar het Sociaal Jaarverslag 2013. In 2013 zijn er gesprekken gevoerd door Carriere 2014 en P-advies met de 5 Brabantse gemeenten over een regionale samenwerking op het gebied van de flexibele arbeid. Deze gesprekken zijn bedoeld om voor de betrokken organisaties de inhuurkosten omlaag te krijgen, de kennis en ervaring van tijdelijke medewerkers (TPD-ers) binnen de gemeentelijke overheid te behouden, een aantrekkelijk werkgever te blijven door werkzekerheid en ontplooiingsmogelijkheden te bieden aan tijdelijke medewerkers. Wij hopen om in het voorjaar van 2014 de eerste resultaten van deze samenwerking te kunnen boeken Verzuimbeleid Het ingezette beleid op het terugdringen van het ziekteverzuim werpt zijn vruchten af. In 2013 (4,8%) is het ziekteverzuimpercentage wederom gedaald ten opzichte van 2012 (5,2%) en 2011 (5,5%) Om te kunnen behoren tot het beste kwartiel van vergelijkbare gemeenten wordt (aangepast) gestreefd naar een verzuimpercentage van 4,4% (was 4,6%) per eind 2016 (was 2017). Concrete activiteiten in dit kader: deelname leidinggevenden drie sectoren aan pilot Actief Verzuimbeleid, tweedaagse workshop voor personeelsadviseurs, beschikbaarheid gerichte managementinformatie (processen heringericht en ondersteuning geregeld), afspraken over de rol van de ARBO-dienst en de uitvoering van het Actief Verzuimbeleid, communicatie via PINO (intranet) en personeelsadviseurs, praktijkgerichte bijeenkomsten en inloopsessies voor leidinggevenden, personeelsadviseurs en medewerkers en het ontwikkelen van hulpmiddelen zoals werkdocumenten voor het management, brochure Actief Verzuimbeleid, formats (individuele) actieplannen, gesprekshandreikingen, en dergelijke.
gemeente Eindhoven
- 32 -
Paragrafen 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing De omvang van het eigen vermogen van de gemeente Eindhoven bedraagt eind 2013 € 294,7 miljoen. Ten opzichte van 2012 is de vermogenspositie per saldo met € 33,7 miljoen gedaald. Het eigen vermogen ligt nu op hetzelfde niveau als tien jaar geleden (voor de verkoop van NRE/Endinet), maar hoger dan in de jaren daarvoor:
Reserves 700,0
x €1 miljoen
600,0 500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 2013
2011
2009
2007
2005
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
1983
0,0
Een gezonde financiële positie van de gemeente is een absolute voorwaarde voor haar slagkracht. Dat vergt niet alleen een sluitende begroting, maar óók voldoende weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s. Het beschikbaar weerstandsvermogen is de belangrijkste buffer voor risico’s waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. Eind 2012 waren er 15 risico’s benoemd. Hiervan zijn nog 9 risico’s actueel, 6 risico’s zijn vervallen. Er zijn 8 nieuwe risico’s toegevoegd. In bijlage 5 worden deze risico’s nader toegelicht. In deze bijlage staat ook een nadere inschatting van de schadekans: waarschijnlijk, mogelijk, onwaarschijnlijk of onbekend. Waar mogelijk wordt van het risico een inschatting gemaakt van het eventueel financieel effect. Dit is lang niet in alle gevallen mogelijk. Deze posten nemen we ‘pm’ (pro memorie) mee. We hebben het Meerjaren Prognose Grondexploitatie (MPG) doorgerekend met nieuwe actuele uitgangspunten. Enkele panden en ontwikkellocaties zijn overgeheveld van de actieve grondexploitatie naar de passieve voorraad vastgoed en grond. De berekening van het benodigd weerstandsvermogen voor het MPG komt hierdoor per saldo lager uit. Voor de overgehevelde delen komt daar, in verband met het mogelijk niet sluitend krijgen van enkele vastgoedexploitaties, nog een bedrag bij. Eind 2013 berekenen we de norm voor het weerstandsvermogen op minimaal € 75 miljoen. Hiervan is € 44 miljoen specifiek voor de risico’s uit de grondexploitaties en € 4 miljoen voor vastgoed. Voor algemene risico’s is de buffer € 27 miljoen, waarvan € 20,1 miljoen specifiek is benoemd en € 6,9 miljoen resteert voor de pmposten.
gemeente Eindhoven
- 33 -
Paragrafen Eind 2013 is een beschikbaar weerstandsvermogen van € 114 miljoen. De ruimte tussen het berekend minimaal weerstandsvermogen en het beschikbaar weerstandsvermogen is op dit moment niet vrij besteedbaar. De ontwikkelingen zijn hiervoor te onzeker. In de kadernota hebben we al geconstateerd dat we een achtervang moeten hebben voor de frictiekosten eigen personeel, grondbedrijf en doorbelasting van kosten aan projecten. Deze (en nieuwe) ontwikkelingen staan niet stil en vragen continue aandacht. Voor frictiekosten personeel is in deze jaarrekening een voorziening gevormd van € 6,1 miljoen. Het is ons voornemen om voor het restant van de achtervang (€ 8,9 miljoen) in 2014 een nieuwe bestemmingsreserve te vormen. Voor het grondbedrijf bedraagt de extra achtervang € 14 miljoen. Hiervan is in de Programmabegroting 2014-2017 reeds € 3,1 miljoen verwerkt. Op de doorbelasting van kosten aan projecten zal zowel in 2014 als in 2015 een bedrag van € 2,5 miljoen worden ingezet. Grafisch ziet het verloop van het beschikbaar en berekend minimaal weerstandsvermogen er over de afgelopen jaren als volgt uit:
Weerstandsvermogen 140 beschikbaar
x € 1 miljoen
120 100 80
berekend (minimaal)
60 40 20 0 2009
2010
2011
2012
2013
Als we vooruitkijken naar de ontwikkeling van het weerstandsvermogen, dan voorzien we dat het weerstandsvermogen de komende jaren enerzijds weer gaat dalen richting het berekende minimum. De achtervang voor frictiekosten eigen personeel, grondbedrijf en doorbelasting van kosten zal uiteindelijk geheel of deels van het weerstandsvermogen af gaan. Anderzijds kunnen we naar verwachting ook weer de resultaten toevoegen die ontstaan door strakke(re) sturing. Ten aanzien van de totale reservepositie liggen ook al diverse stortingen en onttrekkingen in het verschiet. Zo hebben we bijvoorbeeld de afgelopen jaren een reserve Sociaal Domein opgebouwd en gaan we deze te zijner tijd (naar verwachting vanaf 2016) weer inzetten op een zachte landing van de decentralisaties. Ook andere reserves worden gevoed om er vervolgens aan te onttrekken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de reserves voor het MIP/investeringen in maatschappelijk nut. Tenslotte zijn er reserves waarvoor met name onttrekkingen zijn gepland, zoals de reserve Integrale Wijkvernieuwing en de Saldireserve specifiek (o.a voor bouw VMBO).
gemeente Eindhoven
- 34 -
Paragrafen 2.3 Verbonden partijen Een verbonden partij is een rechtspersoon waarin de gemeente zowel bestuurlijk, als financieel een belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur of een stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen beschikbaar stelt, die zij mogelijk kwijt is, in geval van faillissement van de verbonden partij. In praktijk is deelname in NV’s, BV’s, VOF’s, CV’s en Gemeenschappelijke Regelingen (per definitie) een verbonden partij. Ook stichtingen en (coöperatieve) verenigingen kunnen onder verbonden partijen vallen, indien de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt. Bovendien kan het zijn dat met de verbonden partij tevens een subsidierelatie bestaat. In dit verband kan bijvoorbeeld genoemd worden het Muziekgebouw en het Parktheater. Het deelnemingenbeleid van de gemeente Eindhoven bestond in 2013 nog uit de Nota Verantwoord Deelnemen en de Nota Verbonden Partijen. In beide nota’s is een bestuurlijk-juridisch, financieel en organisatorisch kader gegeven voor de (privaatrechtelijke) deelnemingen en de (publiekrechtelijke) openbare lichamen, waaraan de gemeente bevoegdheden en taken heeft overgedragen. Eind 2013 is het deelnemingenbeleid ambtelijk geëvalueerd, op basis waarvan door de raad op 18 februari 2014 een nieuw integraal beleidskader is vastgesteld. Het nieuwe deelnemingenbeleid “Op afstand verbonden” gaat uit van actief aandeelhouderschap om de publieke belangen binnen de verbonden partijen te borgen. Als aandeelhouder wil de gemeente op de volgende terreinen actief invloed uitoefenen: Strategie (o.a. koersbepalende investeringen), Beloningen in de (semi)publieke sector (Wet Normering Topinkomens), Maatschappelijk verantwoord ondernemen, waaronder ‘social return’, Risicobeheersing, Weerstandsvermogen en Benoemingen bestuurders en commissarissen. In 2013 is de risicobeheersing bij de verbonden partijen onderzocht. Op grond van het onderzoek werd geconcludeerd dat bij drie verbonden partijen de verhoogde gemeentelijke alertheid moet worden gehandhaafd. Bij twee verbonden partijen (Muziekgebouw en Veiligheidsregio) wordt aandacht gevraagd voor de financiële positie. Bij één verbonden partij (Capital D) is sprake van een negatief Eigen Vermogen, hetgeen aandacht heeft gevraagd in verband met de continuïteit van deze verbonden partij. De verhoogde gemeentelijke alertheid heeft ertoe geleid dat inmiddels (bijsturings)maatregelen zijn getroffen om de risico’s voor de gemeente zoveel mogelijk te beperken. Het bestuur wordt via een intern team van deskundigen (team verbonden partijen) voorzien van financieel, juridisch en beleidsinhoudelijk advies. In het verslagjaar 2013 is tijdens de AVA’s ingegaan op de bezoldiging van bestuurders. Als uitgangspunt voor de bezoldiging aan bestuurders van deelnemingen van de gemeente Eindhoven geldt dat deze op grond van de Wet Normering Topinkomens (WNT) niet boven de zogenaamde premiernorm mogen uitgaan. In 2 van de verbonden partijen (Eindhoven Airport en BNG) is vanwege een minderheidsbelang het niet gelukt om de bezoldiging aan bestuurders binnen deze premiernorm te laten uitkomen. Ook is tijdens de AVA’s de voortgang c.q. stand van zaken besproken inzake ‘social return’. In algemene zin kan ‘social return’ worden omschreven als het door leveranciers bijdragen aan de inzetbaarheid van mensen, die wat verder van de arbeidsmarkt staan - bij voorkeur in Eindhoven. Voorbeelden hiervan zijn het bieden van werk of werkervaringsplaatsen aan werkzoekenden en WSW’ers, maar ook het beschikbaar stellen van stageplaatsen, het aanbieden van traineeships en soms zelf om maatschappelijk relevante activiteiten. Op grond van artikel 15 van het gewijzigd besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) d.d. 25 juni 2013 wordt onderstaande informatie omtrent verbonden partijen nader uiteengezet.
gemeente Eindhoven
- 35 -
Paragrafen Financiële informatie verbonden partijen (peildatum 1 januari 2013, bedragen x € 1.000) Aandeel Naam Verbonden partij
Flight Forum B.V. Flight Forum C.V. Eindhoven Airport N.V. Breedband Regio Eindhoven B.V. Park Strijp Beheer B.V. Park Strijp C.V. Parktheater Eindhoven N.V.
Vreemd
Eigen
gemeente
vermogen
vermogen
Eindhoven
2012
31-12-2012
31-12-2012
in %
in €
deelneming
-5
52
18
50%
9
9
Resultaat
Boekwaarde
514
5.011
10.006
50,9%
5.093
4.660
6.761
33.922
44.500
24,5%
10.903
556
164
472
4.048
30,7%
1.242
1.242
15
120
82
50%
41
10
0
24.166
2.000
50%
1.000
1.000
236
3.994
2.640
100%
2.640
45
Muziekgebouw Eindhoven N.V.
- 198
3.610
242
100%
242
45
Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V.
- 152
4.037
1.462
12,5%
183
68
286
14.363
3.882
20%
776
113
- 468
1.921
3.616
14,52%
550
7
Twice Eindhoven B.V. Brainport Development N.V. Meerhoven Meerrijk B.V. Enexis Holding N.V. Attero Holding N.V. Bank Nederlandse Gemeenten N.V.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
100%
n.v.t.
-
229.100
3.682.600
3.244.100
0,015%
487
11
8.092
500.834
273.492
0,015%
41
-
332.000 139.476.000
2.752.000
0,3%
8.256
429
GR Werkvoorziening Regio Eindhoven (Ergon)
1.351
7.248
6.067
75%
4.550
-
GR SRE
2.792
213.750
15.023
30,2%
4.537
-
GR GGD Brabant Zuidoost
- 176
14.686
1.395
13,89%
194
-
GR Veiligheidsregio Zuidoost Brabant
1.351
14.028
4.030
28%
1.129
-
135
4.522
193
75%
145
-
(ODZOB)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
6%
n.v.t.
-
CV Brainport Design (Capital D)
- 665
2.192
- 1.088
-
-
-
GR CURE GR Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
De belangrijkste ontwikkelingen van de verbonden partijen worden onderstaand weergegeven. Ten aanzien van de financiële gegevens van de verbonden partijen over het jaar 2013 kon ten tijde van het samenstellen van deze concernrekening nog niet worden beschikt. Om die reden is volstaan met een verwijzing naar de jaarcijfers van voorgaand jaar, waarbij de beschikbare tussentijdse en prognosecijfers 2013 van verbonden partijen zijn gebruikt om risico’s, dan wel belangrijke ontwikkelingen betreffende het verslagjaar 2013 te monitoren.
Flight Forum B.V. / C.V., gevestigd te Eindhoven Gemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate participeren samen in Flight Forum BV. Flight Forum BV is beherend vennoot in de CV Flight Forum. Flight Forum CV is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Eindhoven en Schiphol Real Estate met als doelstelling een hoogwaardige, deels luchtvaart gerelateerd, businesspark te realiseren bij Eindhoven Airport. De verwachting was dat alle gronden van Flight Forum zouden zijn verkocht en dat de Flight Forum CV kon worden opgeheven. Vanwege de recessie loopt de verkoop van de gronden achter bij deze verwachting. Besloten is om de CV in stand te houden maar in
gemeente Eindhoven
- 36 -
Paragrafen afgeslankte vorm. Schiphol Real Estate trekt zich terug qua werkzaamheden maar blijft het risico mee dragen tot de markt beter is om de CV op te heffen. De oprichting van Parkmanagement Flight Forum is nagenoeg afgerond. Vanaf 1 januari 2014 is de nieuwe organisatie operationeel. Deze organisatie is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de openbaren ruimte, alsmede voor het financieel management, nodig voor het basis- en het plusonderhoud op het businesspark Flight Forum. Aan de hand van de tussentijdse cijfers t/m 3e kwartaal 2013 wordt verwacht dat het verslagjaar 2013 met een negatief resultaat zal worden afgesloten. In 2013 is gezien de huidige marktomstandigheden geen tussentijdse winstuitkering mogelijk. Ultimo 2013 is in totaal € 7 miljoen aan tussentijdse winstuitkering ontvangen (2008: € 2 miljoen en 2009: € 5 miljoen).
Eindhoven Airport N.V., gevestigd te Eindhoven Eindhoven Airport sluit het jaar 2013 af met een passagiersaantal van 3,4 miljoen. Dat is een groei van 14% ten opzichte van 2012 (circa 3 miljoen passagiers). De toename is vooral het gevolg van het aantal passagiers met lijndienstbestemmingen. Vanaf Eindhoven Airport kan worden gevlogen naar 53 lijndienstbestemmingen, hetgeen in 2012 er nog 45 waren. Voor het jaar 2014 ligt een groei in het aantal vliegreizigers tot circa 3,7 miljoen in het verschiet. Vorenstaande positieve ontwikkeling in het aantal passagiers betekent dat het jaar 2013 naar verwachting met een positief resultaat zal worden afgesloten. Eindhoven Airport wil als internationale luchthaven een bijdrage leveren aan het vergroten van de bereikbaarheid van de omliggende regio door het winstgevend en duurzaam exploiteren van een luchthaven. Eindhoven Airport mag in de komende jaren gaan groeien (kabinetsbesluit 14 december 2010 op basis van het Aldersadvies van 21 juni 2010). Het aantal vliegbewegingen (vertrek of aankomst) mag tot 2020 in twee stappen doorgroeien naar circa 43.000 vliegbewegingen. Tot 2016 mag de luchthaven circa 10.000 extra vliegbewegingen per jaar toestaan. Daarna komen er nog eens circa 15.000 vliegbewegingen bij tot ongeveer 43.000 vliegbewegingen in 2020. De luchthaven moet daarvoor wel een stevig pakket aan maatregelen nemen voor de beperking van hinder en de verduurzaming van de luchthaven. Ook zal de luchthaven landzijdig goed moeten worden ontsloten. De nieuwe terminal, met daarin geïntegreerd een hotel, is twee keer zo groot geworden. De uitbreiding bestaat uit een nieuwe voorzone van 2.000 m2 met extra retail- en horecafaciliteiten op de begane grond, 2.700 m2 extra ruimte voor de aankomsthal en 2.700 m2 kantoorruimte op de bovenverdieping. Het hotel biedt over acht verdiepingen plaats aan 120 kamers, een bar, ontbijtruimte en fitnessvoorzieningen. Restaurant en vergaderruimtes worden in het terminalgebouw aangeboden. Met de uitbreiding van de terminal en het hotel kan Eindhoven Airport tot 2020 de passagiersgroei faciliteren (circa 5 miljoen passagiers in 2020.
Breedband Regio Eindhoven B.V., gevestigd te Eindhoven Breedband (BRE) exploiteert een (dark Fiber) glasvezelnetwerk in Eindhoven en omgeving, daarmee draagt men zorg voor beheer, onderhoud, verleggingen en op verzoek van klanten uitbreidingen. Alle bedrijven en instellingen kunnen van dit openbaar netwerk tegen betaling gebruik maken. Hoewel BRE op zichzelf goed functioneert, is gegeven alle ontwikkelingen een herijking van de strategie (inbegrepen de governancestructuur) op zijn plaats, waarbij nadrukkelijk gekeken zal worden naar de dynamiek tussen de 23 (founding) aandeelhouders op het gebied van infrastructurele groei en (maatschappelijke) benutting. Eindhoven wordt conform de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst met Reggefiber via het FttHnetwerk ontsloten. Het netwerk biedt in principe veel mogelijkheden voor onze economische en maatschappelijke ambities. De benutting van het netwerk blijft achter als gevolg van o.a. marketing, minimale concurrentie, hoge toegangsdrempels en ontbrekende netwerkdiensten t.b.v. maatschappelijke benutting. De gemeente Eindhoven wil daarom komen met een initiatief gericht op de aanpak van bovenstaande uitdaging om via het BRE-netwerk de wijkcentrales van het Reggefiber-netwerk te ontsluiten via de EFX. Dit initiatief vereist medewerking en toezegging vanuit de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Park Strijp Beheer B.V./ C.V., gevestigd te Eindhoven Doel is het bestuurlijk belang bij de ontwikkeling van het Masterplan Strijp veilig te stellen; Park Strijp Beheer BV is de beherende vennoot van Park Strijp CV. De vennootschap Park Strijp CV heeft als doel de
gemeente Eindhoven
- 37 -
Paragrafen verwerving, (her-)ontwikkeling, exploitatie en vervreemding van registergoederen gelegen in plangebied Strijp S. Via Park Strijp Beheer B.V. is het bestuurlijk belang van de gemeente gewaarborgd. Naast het beheer en verhuur van gronden en panden en voorbereidende werkzaamheden is er ook in 2013 weer veel fysiek werk verricht in het plangebied (o.a. de verlengde Torenallee). Ook is de reconstructie van de Kastanjelaan en Glaslaan inmiddels gereed, en is het parkeerterrein bij de oude Essent-centrale gerealiseerd. De studie rondom station Beukenlaan is eveneens afgerond, en samen met NS en ProRail is er voor gekozen om een aantal quick wins uit te voeren. Net als andere projecten heeft Strijp-S te maken met effecten van de recessie. Binnen de gemeentelijke begroting komen deze effecten echter minder tot uitdrukking. Dit komt doordat op basis van contractuele afspraken gebouwen en bouwvelden volgens een vastgesteld tijdspad worden verkocht. Bovendien levert de mogelijkheid van tijdelijke verhuur van gebouwen die nog niet tot herontwikkeling komen, kansen om rentekosten deels te compenseren (naast de financiële voordelen, biedt de tijdelijke verhuur tevens de mogelijkheid voor bedrijven om door te stromen naar permanente huisvesting op Strijp S; meer dan de helft van die bedrijven geeft aan permanent in het gebied gehuisvest te willen blijven). Hierdoor ligt het project financieel redelijk op schema en is er nog steeds sprake van een kostendekkende exploitatie. Op basis van jaarlijkse risico-analyses is er binnen de exploitatie van Park Strijp CV een risicobuffer getroffen ter afdekking van de risico´s. Het risico van de grondexploitatie is relatief beperkt (28 van de 31 velden zijn voorverkocht). Voor de overige drie bouwvelden heeft KVWS een eerste recht van koop tegen kostprijs-plus (bouwvelden B, C en V). Deze bouwvelden zijn overigens pas in de laatste fase van de ontwikkeling van Strijp-S gepland om uitgevoerd te worden. Mocht bij afsluiting van het project het eindsaldo van de totale exploitatie desondanks negatief zijn, dan komt dit voor 50 % voor rekening van de gemeente. Vooralsnog wordt uitgegaan van een sluitende exploitatie. De feitelijke start van de nieuwbouw en herontwikkeling van de monumentale gebouwen door de opstalontwikkelaars loopt vertraging op als gevolg van de recessie. Om de voortgang in de opstalontwikkeling te ondersteunen is in 2013 Mobility-S opgericht; een innovatief mobiliteitsbedrijf dat o.a. een belangrijk deel van de parkeerinvesteringen voor de opstalontwikkelaars overneemt. Na de eerste ca. 200 woningen op bouwveld E zijn in 2013 inmiddels ook de ca. 300 lofts in de gebouwen Anton en Gerard bewoond. De plinten (begane grond) van deze gebouwen zijn inmiddels ook goeddeels van publieke functies voorzien. De verbouwing van een deel van het oude Natlab tot media- en artfilm-broedplaats is in het najaar van 2013 opgeleverd; naast de primaire functie van dit gebouw is de horeca een goede aanvulling op de horecavoorzieningen in het gebied. Het gebied is inmiddels ook volop in de belangstelling bij organisatoren van festivals/evenementen; Klokgebouw, Area 51, NatLab, en Ketelhuisplein en overige buitenruimte zijn erg in trek. Soms lukken initiatieven ook niet; zo hebben we in 2013 afscheid moeten nemen van het VOLT-initiatief; de economische situatie en reductie van de subsidiestroom naar Beeld & Geluid hebben tot dit besluit geleid. Desondanks blijft de behoefte aan een stevige multimedia-programma, ook als crowdpuller, overeind.
Parktheater Eindhoven N.V., gevestigd te Eindhoven Het Parktheater heeft in 2013 een pluriform theateraanbod verzorgd. De verschillende theatergenres zoals toneel, dans en opera, zijn aan bod gekomen. Vanaf 1 januari 2011 wordt de hogere huur niet langer gecompenseerd. Voor 2011 en 2012 is er dekking uit de incidentele middelen van 2008. Voor 2013 en ook 2014 dient de hogere huur binnen de exploitatie van het Parktheater opgevangen te worden. In 2014 neemt de gemeente een besluit over compensatie vanaf 1 januari 2015 voor de extra huurkosten tegen de achtergrond van de financiële situatie van de gemeente op dat moment. Verder wordt het Parktheater tot 2015 geen bezuiniging opgelegd binnen de context van het op 10 december 2010 gepresenteerde bezuinigingspalet.
Muziekgebouw Eindhoven N.V., gevestigd te Eindhoven Het Muziekgebouw heeft in 2013 bijgedragen aan een onderscheidend aanbod voor verschillende doelgroepen (zowel breedte, top als talent). Klassieke muziek, verzorgd door Het Brabants Orkest /
gemeente Eindhoven
- 38 -
Paragrafen Philharmonie Zuidnederland en uiteenlopende nationale en internationale muziekgezelschappen werden afgewisseld door popmuziek, wereldmuziek en jazz. Ook hierin een groot aandeel internationale artiesten. De exploitatie van het Muziekgebouw is onder druk komen te staan. In samenwerking met de gemeente zijn scenario’s onderzocht (incl. businesscase energiebesparende maatregelen) om te komen tot een (meerjaren) sluitende begroting. De financiële positie van het Muziekgebouw biedt onvoldoende mogelijkheden om voor langere tijd exploitatietekorten te kunnen opvangen. In dit verband vindt onder meer overleg plaats tussen gemeente en het Muziekgebouw om collectief op te treden naar de Provincie om financiële mogelijkheden voor cultuurimpuls in Brabant te verkennen.
Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V., gevestigd te Eindhoven Bedrijvencentra Regio Eindhoven BV (BRE) is een publiek-private samenwerking met als private aandeelhouders ABN AMRO Jonge Bedrijven Fonds BV, Dapifer II Holding BV, J.M.A.M. Aldenhoven en als publieke aandeelhouders Brainport Development NV en de gemeenten Eindhoven, Helmond en Nuenen. Deze samenwerking is destijds aangegaan om kleinschalige huisvesting met dienstverlening te realiseren voor jonge bedrijven, die hierdoor gemakkelijker konden starten of doorgroeien. De markt voor dergelijke generieke bedrijvencentra is echter sterk veranderd in de voorbije jaren. Een publieke rol is niet meer nodig. Reden waarom eind 2011 met Aldenhoven mondeling overeenstemming is bereikt de BRE-aandelen aan hem te verkopen. In november 2012 is deze overeenstemming met nadere voorwaarden geformaliseerd en is gelijktijdig de directievoering over BRE BV door Brainport Development NV overgedragen aan Aldenhoven. De in november 2012 gesloten overeenkomst richtte zich op levering van de door Aldenhoven gekochte aandelen uiterlijk per 1 november 2013. Deze termijn is nog verlengd onder aanscherping van de voorwaarden. Op 12 maart 2014 is de aandelentransactie bij de notaris daadwerkelijk geëffectueerd.
Twice Eindhoven B.V., gevestigd te Eindhoven Op het TUE terrein zijn een aantal nieuwe en oude technostarterscentra (Multi media Paviljoen, Twice en Catalyst) onder het gemeenschappelijk beheer van Twice Eindhoven B.V. ondergebracht. Anders dan bij de Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V. doen de thematische bedrijvencentra van Twice het uitstekend en voorzien nog steeds in een duidelijke behoefte. In de afgelopen jaren is het aantal thematische centra met succes uitgebreid en omvat inmiddels de incubators op de High Tech Campus (beta 1) en de campussen op de TUE-campus (Twinning Center Eindhoven en recent Catalist). Brainport Development realiseert in opdracht van Twice Eindhoven B.V. op de High Tech Campus Eindhoven inmiddels een nieuw bedrijvencentrum met de naam Mµ, gericht op bedrijven in Lifetec en New Energy. Mµ wordt naast het reeds bestaande en succesvolle R&D bedrijvencentrum Bèta gerealiseerd. Mµ gaat huisvesting, advies en begeleiding bieden aan groeiende bedrijven in de R&D sector met de focus op LifeTech en New Energy. Mµ biedt kleinschalige kantoorruimten en laboratoria aan voor circa 35 bedrijven met aantoonbare groeipotentie en innovatiekracht. De kantoor- en laboratoriumruimten worden ook in combinatie verhuurd. Brainport Development biedt huurders toegang tot relevante netwerken, bedrijfsadvies en begeleiding, diverse gezamenlijke faciliteiten. In het geval van Bèta en Mµ kunnen de bedrijven ook gebruik maken van de netwerken en faciliteiten van de High Tech Campus Eindhoven.
Brainport Development N.V., gevestigd te Eindhoven SRE, de gemeenten Eindhoven, Helmond, Veldhoven, Best enerzijds (aandeelhouders A) en stichting Brainport (aandeelhouder B) beschikken elk over 50% van de aandelen in NV Brainport Development. De gemeente Eindhoven heeft 14,52 % van de A-aandelen. De zeggenschapsrechten zijn zo verdeeld dat aandeelhouder B zeggenschap heeft in de strategie van de onderneming en in de voordracht van een 3-helix samengestelde Raad van Commissarissen. De aandeelhouders A hebben recht op het opgebouwde en op te bouwen vermogen van de vennootschap: het eigen vermogen, de waarde van haar deelnemingen en (als eerste) de verdeling van de winst. In de fusieovereenkomst uit 2010 is een contractuele voorziening getroffen die erop neerkomt dat de aandeelhouder B zich conformeert aan het stemgedrag van de aandeelhouders A, wanneer de algemene vergadering van aandeelhouders een voorstel wordt gedaan over de vaststelling van jaarrekening en –verslag.
gemeente Eindhoven
- 39 -
Paragrafen Begin 2012 heeft de gemeenteraad de meerjaren financiering Brainport Development NV voor de periode 2013-2016 vastgesteld. Hiermee is invulling gegeven aan de tweeledige opdracht van de raad om de financiering van Brainport Development NV met een langere looptijd aan te gaan en met meer nadruk op projecten. Aangezien de gestelde ambities in de triple helix onverminderd hoog zijn in een tijd dat de overheidsfinanciën onder druk staan, wordt gestreefd naar een grotere bijdrage van de andere partners (bedrijfsleven en kennisinstellingen).
Meerhoven Meerrijk B.V., gevestigd te Eindhoven Als onderdeel van het Stimuleringsplan Economische Herstel (mei 2009) heeft de gemeente Eindhoven voor het project Meerrijk een achtervang constructie opgezet. Mede hierdoor kon dit project, ondanks de crisis, in uitvoering worden gebracht, met de nodige positieve effecten voor de regionale werkgelegenheid in de bouw tot gevolg. Voor het project Meerrijk betekende dit dat de hoogstnoodzakelijke winkelvoorzieningen en het gezondheidscentrum van start konden gaan. Hierbij heeft de gemeente maximaal gebruik gemaakt van de financiële ondersteuningsmaatregelen van de Provincie en het Rijk, alsmede sturingsinstrumenten die we als gemeente zelf tot de beschikking hebben. Met de aankoop van deze 70 woningen, als ook voor de oprichting van Meerhoven Meerrijk BV heeft de Raad op 20 november 2012 ingestemd. De 70 woningen zijn op 3 december 2012 notarieel overgedragen aan Meerhoven Meerrijk BV. Uitgangspunt is om alle woningen zo spoedig mogelijk tegen acceptabele prijs te verkopen. Vanwege de huidige marktsituatie zal totale verkoop op korte termijn niet slagen en zal mogelijk overgegaan worden tot tijdelijke verhuur van de woningen. Verkoop van de woningen zal echter altijd de voorrang krijgen.
Enexis Holding N.V., gevestigd te Groningen Enexis is een onafhankelijk netbeheerder en zorgt voor de aanleg, onderhoud, beheer en ontwikkeling van de transport- en distributienetten, zodat een veilige en ononderbroken distributie van gas en elektriciteit door de energieleveranciers kan plaatsvinden. Energievoorziening is een basisbehoefte en daarmee een groot maatschappelijk belang. In de jaarrekening van Enexis zijn de belangrijkste risico's opgesomd. Met name veiligheid en storingen zijn dé risico's, die samenhangen met de primaire taak van Enexis. De Energiekamer van de Nma houdt toezicht op de tarieven voor energiedistributie. Ook bepaald de Energiekamer eens in de 3 jaar het percentage van de tariefstijging. Enexis is een van de netbeheerders van Nederland, en heeft de ambitie om te groeien tot dé leidende netbeheerder van Nederland.
Attero Holding N.V., gevestigd te Arnhem Attero verzorgt een grootschalige verwerking van huishoudelijk restafval, organisch afval, bedrijfsafval en mineraal afval. Attero richt zich op maximale terugwinning, hergebruik en nuttige toepassing van grondstoffen uit afval. Attero wil op een duurzame en innovatieve wijze omgaan met afval en een wezenlijke bijdrage leveren aan het maximaal produceren van nuttige grondstoffen en duurzame energie uit afvalstromen. In 2009 is Essent deels verkocht aan RWE. Het onderdeel Essent Milieu is echter als zelfstandige deelneming ondergebracht in Attero, met de intentie om deze deelneming op termijn te verkopen. Op 7 december 2013 hebben Raad van Bestuur, RvC en Aandeelhouderscommissie (AHC) besloten om in te stemmen met het voornemen om Attero te verkopen aan de beoogde overnamekandidaat, Waterland Private Equity Investments. Met de overname is een bedrag van € 170 miljoen gemoeid. Dit betekent dat het verkooptraject in een afrondende fase komt.
Bank Nederlandse Gemeenten N.V., gevestigd te Den Haag Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Kerntaak van de BNG betreft het maatschappelijk verantwoord ondernemen, financieren van publieke voorzieningen tegen zo laag mogelijke kosten. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. BNG wil haar kredietwaardigheid handhaven en behoud van een scherpe inkooppositie. In dit verband stuurt de BNG op een aantal kengetallen. Ook vanuit DNB, als ook de EU gelden er strenge (algemene) regels voor
gemeente Eindhoven
- 40 -
Paragrafen banken. Voor de komende jaren zal het dividend neerwaarts worden bijgesteld, mede vanwege de strengere Basel III afspraken (banken moeten meer solvabiliteit aanhouden). De BNG verwacht dat de economische ontwikkelingen en de nieuwe wetgeving in 2013 leidt tot lastenverzwaring. De bankenbelasting, verplichting tot het centraal afwikkelen van swaptransacties en toename van informatieverplichtingen leiden tot forse toename van kosten. Ook het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden heeft op termijn gevolgen voor BNG vermogensbeheer. In december 2013 is de rating van de staat der Nederlanden verlaagd naar AA+, hetgeen direct gevolgen heeft voor de rating van de BNG.
GR Werkvoorziening Regio Eindhoven (Ergon), gevestigd te Eindhoven De GRWRE Ergon voert in opdracht van de gemeenten de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) uit. In 2013 heeft een hogere realisatie plaatsgevonden dan de Rijkstaakstelling om de wachtlijst verder terug te dringen, een betere aansluiting te realiseren op de hogere Rijkstaakstelling in 2014 én meer bijstandsgerechtigden uit te laten stromen naar de Wsw. We hebben hiertoe 15 Sociale Equivalent (SE) van de gemeente Enschede overgenomen en een aantal mensen kunnen plaatsen vanuit het Participatiebudget (4 SE). De wachtlijst is in 2013 afgenomen van 307 naar 159 mensen. Voor 2013 was als doelstelling opgenomen dat minimaal 55% werkt onder extern ondernemerschap (via begeleid werken en detacheringen), de realisatie in 2013 was ruim 58%. Ook was een doelstelling om 75% van de doelgroep ‘buiten’ te laten werken en maximaal 25% ‘binnen’. In 2013 werkten ruim 77% buiten waarmee ook deze doelstelling is gerealiseerd. De doelstelling om van de nieuwe instroom 25% te plaatsen op begeleid werken is niet gerealiseerd, dit komt door de arbeidsmarktsituatie. De realisatie hiervan was 15%. Desondanks is het volume begeleid werkenplekken wel gehandhaafd. Het ziekteverzuim van 15% blijft een punt van aandacht, in 2014 wordt een nieuw ziekteverzuim preventieplan opgesteld. De begroting ging uit van een nulresultaat. Na onttrekking van € 1.271.000,- uit de bestemmingsreserve herstructurering is er sprake van een positief resultaat in 2013 van € 862.000,-. Dit positieve resultaat is met name te dank aan een hogere Rijkssubsidie én een hogere SE-realisatie. De onttrekking is in overeenstemming met het doel waartoe de reserve is gevormd. Daarnaast is sprake van een bijzondere last van € 420.000,- als gevolg van eenmalige huisvestingskosten in verband met de herstructurering. Eind 2013 is het totaal eigen vermogen ruim € 5,6 miljoen. Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De toegang tot de Wsw wordt dan afgesloten. De huidige Wsw-werknemers behouden hun wettelijke rechten en plichten. Gedurende de komende decennia neemt het bestand van Wsw-werknemers door natuurlijk verloop geleidelijk af. Ook wordt er bezuinigd op de Rijkssubsidie Wsw dat onderdeel wordt van het re-integratiebudget. Ergon heeft hierop geanticipeerd door het Herstructureringsplan 2012-2015.
GR Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), gevestigd te Eindhoven Op 26 juni 2013 heeft de Regioraad ingestemd met de transformatie van het SRE. 2013 is het laatste jaar dat het SRE in oude vorm bestaat. Vanaf 1 januari 2014 start de vernieuwde samenwerking Metropoolregio Eindhoven (MRE). 2014 is een overgangsjaar in deze transitie, waarin de juridische en organisatorische veranderingen daadwerkelijk uitgewerkt en vorm gaan krijgen. Deze vernieuwde samenwerking is geënt op een gedeelde agenda, een gedeeld belang en gedeeld besef dat wij allen gebaat zijn bij een sterke (Brainport)- regio Eindhoven. De focus ligt hierbij op een vergaande (flexibele) samenwerking op het terrein van economie en arbeidsmarkt, bereikbaarheid en gemeentegrens overstijgende ruimtelijke vraagstukken. In het dossier Zienswijze herziene Begroting SRE 2014 zijn de financiële consequenties voor de (herziene) begroting 2014 van het SRE in beeld gebracht. Tegelijkertijd zijn in dit dossier de uitgangspunten voor de nieuwe Gemeenschappelijk Regeling voor de Metropool Regio Eindhoven aangeboden. Hierin wordt de gemeenteraad gevraagd een zienswijze te formuleren op uitgangspunten voor ontwerp van de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Het kabinet heeft de afschaffing van de Wgr+ aangekondigd. In het huidige wetsvoorstel vervalt voor onze regio de verkeer- en vervoerstaak aan de provincie en komt er een einde aan het SRE (en dus ook MRE) als vervoersautoriteit. We verwachten dat de Tweede Kamer in de eerste helft van 2014 het wetsvoorstel voor afschaffing van de Wgr+ voorgelegd krijgt. Om recht te doen aan het nationale belang van de Brainportregio
gemeente Eindhoven
- 41 -
Paragrafen blijven wij ons inzetten voor continuering van bevoegdheden op het gebied van economie, ruimte en mobiliteit en zijn hierover met de provincie in gesprek.
GR GGD Brabant Zuidoost, gevestigd te Eindhoven De gemeente Eindhoven maakt samen met de 20 andere gemeenten in de regio Brabant Zuidoost deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling GGD BZO. Naast de financiering van de gemeenschappelijke taken middels een inwonersbijdrage neemt de gemeente Eindhoven bij de GGD BZO contract taken af in de vorm van een BCF subsidie. In 2013 heeft het college besloten een aanzienlijk pakket van deze contract taken niet meer af te nemen. Om deze reden ontstaan frictiekosten. Gezien het feit dat de GGD BZO een gemeenschappelijke regeling is waar de gemeente Eindhoven onderdeel van uitmaakt wordt op dit moment onderzocht op welke wijze met de ontstane frictiekosten moet worden omgegaan.
GR Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, gevestigd te Eindhoven Mede in verband met de bezuinigingsopdracht, die van het Eindhovense College van B&W is ontvangen eind 2010 (= financiële taakstelling van € 500.000,- in 2014 en € 975.000 vanaf 2015), is destijds gestart met het project Veiligheid & Rendement dat antwoord zou moeten geven op de vraag hoe de inverdienopdracht kon worden gerealiseerd. De achterliggende gedachte achter Veiligheid en Rendement is het verder verhogen van het maatschappelijk rendement van de brandweer in Eindhoven, terwijl de veiligheid van de burger gegarandeerd blijft. In 2014 start de implementatie van het project Veiligheid en Rendement. Per 1 januari 2014 is de brandweer volledig geregionaliseerd. Voor gemeente Eindhoven en Helmond was dit al het geval, maar voor 19 andere gemeenten in de regio nog niet. Het jaar 2014 wordt als overgangsjaar beschouwd. De begroting van 2014 is voor Eindhoven een voortzetting van de begroting van 2013. De verplichte regionalisering brengt de mogelijkheid met zich mee om een gezamenlijke toekomstvisie op te stellen. Via de bestuurlijke werkgroep toekomstvisie brandweerzorg is de gemeente Eindhoven betrokken bij de totstandkoming van deze toekomstvisie. Bij de regionalisering is met de 21 gemeente een verdeelsleutel afgesproken en is uitgegaan dat regionalisering kostenbesparing kan opleveren. Als de verwachte besparing vanaf 2015 niet (direct) wordt gerealiseerd, zal – vanwege de vastgestelde verdeelsleutel – het aandeel van Eindhoven toenemen. Naar verwachting zal de toekomstvisie in 2014 beschikbaar komen, inclusief een passende (meerjaren)begroting voor 2015 en verder.
GR Centrum Uitvoering Reinigingstaken Eindhoven en omgeving (CURE), gevestigd te Eindhoven De zorg voor de inzameling en het beheer van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeenten Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard worden per 1 januari 2014 uitgevoerd door een nieuwe organisatie. De drie gemeenten hebben besloten dat ze daarvoor een nieuwe gemeenschappelijke regeling oprichten. De gemeenten willen binnen deze nieuwe gemeenschappelijke regeling de afstand verkleinen tussen regie en uitvoering. Ook verwachten zij meer flexibiliteit bij aanpassingen van beleid en uitvoering. De nieuwe gemeenschappelijke regeling (Gemeenschappelijke regeling Cure) treedt in werking op 1 januari 2013. De taken gekoppeld aan de zorg voor de inzameling worden vanaf 1 januari 2014 uitgevoerd. In de nieuwe gemeenschappelijke regeling maakt de private partij (RRD BV) geen onderdeel meer uit van het bestuur.
GR Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB), gevestigd te Eindhoven De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) is een Openbaar Lichaam op basis van de Gemeenschappelijke Regeling (GR), gevormd door 21 regiogemeenten en de provincie Noord-Brabant. De Omgevingsdienst draagt zorg voor het inrichten en handhaven van een maatschappelijk gewenste en door de lokale overheden aangegeven fysieke leefomgeving in Zuidoost-Brabant. De Omgevingsdienst voert vanaf 1 juni 2013 taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op het taakveld milieu en in bredere zin verzoektaken uitvoert op het gebied van de fysieke leefomgeving. Landelijke wettelijke afspraken over de vorming van een dertigtal regionale uitvoeringsdiensten voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het taakveld milieu.
gemeente Eindhoven
- 42 -
Paragrafen CV Brainport Design (Capital D), gevestigd te Eindhoven Capital D is opgericht om de designkracht in de stad en regio te bundelen, om de design- en technologiegemeenschap in de Brainportregio naar een hoger plan te tillen (van nationaal leidend naar de Europese top). Capital D kampt met aanloopverliezen, onder andere vanwege onvoldoende basisfinanciering voor overhead, waardoor een aanzienlijk negatief Eigen Vermogen is ontstaan. In samenwerking met de belangrijkste stakeholders (founding fathers en de provincie) is onderzocht op welke wijze een gezonde doorstart kan worden gemaakt waarbij is ingezet op kapitalisatie van de Intellectual Property rechten. In dit verband wordt verwezen naar het Raadsbesluit van 25 maart 2014 inzake de continuïteit en borging van de Dutch Design Week.
gemeente Eindhoven
- 43 -
Paragrafen 2.4 Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft via een dwarsdoorsnede van de jaarrekening, inzicht in de mate van onderhoud en de daarmee gemoeide financiële lasten. Het onderhoud van de kapitaalgoederen behelst een substantieel deel van de middelen. De kapitaalgoederen zijn te verdelen in: Openbare ruimte: wegen en kunstwerken; Openbare ruimte: groen; Openbare ruimte: water; Onderhoud gebouwen. Het onderhouden van de kapitaalgoederen waarborgt de continuïteit van de voorzieningen. Het onderhoud is verdeeld in: Cyclisch onderhoud: dagelijks of cosmetisch onderhoud op basis van aanwezig onderhoudsplannen; Curatief onderhoud: de drie O’s Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar zijn hierbij van toepassing; Technisch meerjaarlijks onderhoud: bv: renoveren en vervangen riool, asfaltrenovaties, herinrichten, verlichting en verkeersinstallaties.
Openbare ruimte (m.u.v. water en groen) Onderhoud Wegen (verharding/inrichtingselementen) Kerncijfers en overige gegevens Elementenverharding
8.624.828 m2
Asfaltverharding
4.234.355 m2
Halfverharding
264.447 m2
Aantal lichtpunten
47.060
Kosten onderhoud Begrote kosten onderhoud
€ 9.690.000
Werkelijke kosten onderhoud
€ 8.885.000
Werkelijke kosten onderhoud in 2013 ten opzichte van begrote kosten Voor onderhoud van kapitaalgoederen (groot onderhoud aan wegen, terreinen, verlichting, civieltechnische kunstwerken) is in de begroting 2013 een bedrag van € 9.690.000 begroot. In het kader van de bezuinigingen is, evenals in 2012, besloten om de overschrijdingen op de curatieve middelen en de overschrijding op elektra van de openbare verlichting te dekken uit het groot onderhoud. Dit is aangevuld met de opdracht om ook de overschrijding op gladheidbestrijding uit groot onderhoud te dekken. De overschrijding van de curatieve middelen, gladheidbestrijding en elektra bedroeg in 2013 € 1.122.000. Ter dekking van de overschrijding zijn voor € 805.000 minder groot onderhoudsprojecten uitgevoerd, de rest van de extra kosten is elders binnen het programma opgevangen. Verklaring afwijking werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten Na dekking van de overschrijding van de curatieve middelen met € 805.000 is er geen afwijking ten opzichte van het begrote bedrag voor 2013. Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2013 in relatie tot het geplande onderhoud 2013 Voor de kapitaalgoederen is het cyclisch onderhoud en het technisch meerjaarlijkse onderhoud relevant. In 2013 is o.a. groot onderhoud gepleegd aan de Muzenlaan, Broekakkersweg, Dr.Cuyperslaan, Trudostraat en
gemeente Eindhoven
- 44 -
Paragrafen Bisschop Bekkerslaan. Verder is er onderhoud uitgevoerd aan 8 civieltechnische kunstwerken. Op het gebied van openbare verlichting is in diverse straten is de verlichting (sterk verouderde armaturen) vervangen. Naast de middelen voor het feitelijk onderhoud van de kapitaalgoederen, zijn er ook curatieve middelen ten behoeve van de kapitaalgoederen. Deze middelen worden ingezet om de veiligheid van de openbare ruimte te garanderen oftewel om gevaarlijke situaties of afsluiting van wegen te voorkomen (gebaseerd op onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar). Inzet van deze middelen geeft een signaal over hoe het staat met het onderhoud van de stad. Tevens is inzet afhankelijk van hoe streng en nat de winter is omdat het wegdek dan veel meer te leiden heeft. In 2013 was er sprake van een overschrijding van € 233.000 (dit is 2,7% meer dan begroot). Voornaamste verklaring is de (curatieve) reparaties die aan de wegen uitgevoerd moesten worden ten gevolge van achterstallig onderhoud. Deze overschrijding werd in eerste instantie hoger ingeschat maar als gevolg van het aflopen van het onderhoudscontract voor open verharding is door het opnieuw aanbesteden het contract verbeterd wat een uiteindelijke besparing oplevert van € 150.000. Basiskwaliteit openbare ruimte Eind 2013, begin 2014 zijn alle wegen en terreinen opnieuw geïnspecteerd. Uit de inspecties blijkt dat de basiskwaliteit van de verharding een duidelijke positieve stijging laat zien (van 29,5% onder de basiskwaliteit in 2010 naar 17% onder basiskwaliteit in 2013). Dit is te verklaren door het feit dat de laatste inspectie begin 2010 heeft plaatsgevonden en de laatste jaren (met name als gevolg van de inzet van de NRE-middelen en de uitvoering van afkoppelprojecten (rioolprojecten waarbij een apart regenwaterriool is aangelegd, en waardoor ook de hele weg gelijktijdig is aangepakt, zoals in de Tempel en Genderbeemd) veel grootonderhoudsprojecten zijn uitgevoerd. Een aantal wegen bevindt zich echter wel op een omslagpunt, zij voldoen nog net aan de basiskwaliteit. Uit de inspecties van de civieltechnische kunstwerken blijkt dat slechts 2% niet voldoet aan de basiskwaliteit. Dit voldoet ruim aan de doelstelling van maximaal 10%. Openbare verlichting: in 2013 voldoet 29% van de armaturen niet aan de basiskwaliteit. 8% van de lichtmasten voldoet ook niet aan de basiskwaliteit. Ontwikkelingen Sinds 2011 zijn er geen NRE middelen meer beschikbaar voor onderhoud van de openbare ruimte. De beschikbare budgetten zijn niet voldoende om achterstanden verder weg te werken. Dit is de oorzaak van de overschrijding van de curatieve middelen. Door bezuinigingen zullen de onderhoudsachterstanden minder snel weggewerkt worden. Doordat er minder middelen beschikbaar zijn bestaat het risico dat kleine vervangingen die nu nodig zijn niet uitgevoerd worden, waardoor eerder een grote renovatie plaats moeten vinden. Dit leidt tot hogere kosten, waardoor er minder kan worden uitgevoerd van het beschikbare budget en de achterstanden verder toenemen. Verder kunnen de achterstanden leiden tot verhoging van het aantal meldingen/klachten en aansprakelijkheidsstellingen. Toename van achterstanden ontstaat ook doordat door nieuwe riooltechnieken (relinen; techniek waarbij een riool wordt voorzien van een nieuwe binnenkant) er minder meegelift kan worden met rioolprojecten. Ook het meeliften van onderhoudsprojecten bij projecten maatschappelijk- en economisch nut neemt aanzienlijk af. De laatste jaren zijn veel grote afkoppelprojecten uitgevoerd, waarbij gelijktijdig de bovenbouw werd opgeknapt. Deze projecten zijn echter bijna allemaal afgerond. Door bij groot onderhoud kritisch te kijken of de betreffende voorzieningen nog nodig zijn, integraal te programmeren, sober te ontwerpen en door zoveel mogelijk te ontharden wordt getracht de onderhoudskosten in de toekomst zo veel mogelijk te beperken. Om de noodzakelijke groot onderhoudsprojecten van onze infrastructuur en civieltechnische kunstwerken te kunnen realiseren, worden deze de komende jaren expliciet benoemd in het Meerjaren Investerings Plan (MIP). Hiermee kan worden voorkomen dat de onderhoudsachterstanden verder oplopen.
Risico civieltechnische kunstwerken Bij bruggen en viaducten die ouder zijn dan 20 jaar bestaat het risico dat de constructie niet meer voldoet aan de huidige verkeersintensiteiten. Ook het Rijk heeft hier middels een brief alle Nederlandse gemeenten hier op geattendeerd. Met de huidige visuele inspecties kan niet in beeld worden gebracht of de constructie voldoende is. Door middel van risicoanalyses dient hier duidelijkheid over te worden verkregen. De stand van zaken m.b.t. het herberekenen van de kunstwerken is als volgt:
gemeente Eindhoven
- 45 -
Paragrafen Van tien kunstwerken is uit een risico analyse gebleken dat geen nader onderzoek nodig is. Wel vergen deze kunstwerken een strikter monitoringsprogramma dan gebruikelijk, vanwege de leeftijd in combinatie met de verkeersintensiteit en/of de aanwezigheid van schadebeelden. Dit wordt in de werkprocessen opgenomen Momenteel zijn twee kunstwerken afgekeurd op basis van regelgeving, dat zijn de brug Wolvendijk (over de Kleine Dommel) en de Zeelsterbrug (Noord Brabantlaan, zuidelijke deel, over het Beatrixkanaal). Voor beide kunstwerken zijn inmiddels maatregelen getroffen om de veiligheid te waarborgen, op de brug Wolvendijk vindt periodiek veiligheidsmonitoring plaats en op de Zeelsterbrug geldt een gewichtsbeperking tot 45 ton per voertuig. In 2014 wordt voor de Zeelsterbrug bepaald welke fysieke maatregelen getroffen moeten worden, versterking of vervanging. De brug Wolvendijk dient in 2018 vervangen worden, in overleg met de gemeente Nuenen die voor 50% eigenaar is van deze brug. De Zeelsterbrug is in de begroting 2014-2017 meegenomen (geplande vervanging in 2015). Van drie geanalyseerde kunstwerken is gebleken dat zij voldoen aan de regelgeving, namelijk de Elzentbrug (Jan Smitzlaan, over de Dommel), Verdijkbrug (Vestdijk, over de Dommel) en viaduct Beukenlaan (over de Schootsestraat). Conform regelgeving is de restlevensduur van deze kunstwerken bepaald op 30 jaar. Van vier kunstwerken is na een globale of verfijnde herberekening gebleken dat nader onderzoek noodzakelijk is. Dat houdt in dat op basis van de herberekening het kunstwerk niet voldoet aan de regelgeving. De belangrijkste reden hiervoor is het ontbreken van gegevens, waardoor aannames met hoge veiligheidsmarges moeten worden gedaan. Door nader onderzoek te plegen, is de kans aanwezig dat door de extra informatie de invloed van de veiligheidsmarges verminderd wordt, waardoor het kunstwerk alsnog aan de regelgeving kan voldoen. Om dit risico duidelijk te krijgen worden de analyses uitgevoerd. Het risico op afkeur (en dus de noodzaak tot het treffen van maatregelen is groter bij de punten 2 en 3: uit de analyse is immers gebleken dat nader (rekenkundig) onderzoek nodig is. Het kan zijn dat uit het nader onderzoek blijkt dat het kunstwerk voldoet. Het kan echter ook zijn dat dit niet het geval is, zoals bij de Zeelsterbrug is gebleken. Omdat elk kunstwerk anders is, is hier geen inschatting van te maken. Via de P&C cyclus wordt u over de resultaten geïnformeerd.
Groen Kerncijfers en overige gegevens Stedelijke bomen Bomen buitengebied
107.000 stuks 12.000 stuks
Stedelijk groen
1170 (ha)
Buitengebied
360 (ha)
Speelplekken
742 stuks
Kosten Begrote kosten
€ 14.264.000
Werkelijke kosten
€ 13.980.000
Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2013 in relatie tot het geplande onderhoud 2013 Er heeft cyclisch jaarlijks onderhoud plaatsgevonden,aan beplantingsvakken, bomen, speelvoorzieningen en de kinderboerderij. Zo zijn onder meer het gras gemaaid, onkruid verwijderd, beplantingen gesnoeid Speelvoorzieningen zijn gecontroleerd en zo nodig op basis daarvan gerepareerd. Er is ongedierte bestreden. En de dieren in de kinderboerderij zijn verzorgd. Er heeft cyclisch meerjaarlijks onderhoud plaatsgevonden. Onder meer zijn bomen op kwaliteit gecontroleerd en zo nodig gesnoeid, beplantingvakken en bomen zo nodig ingeboet. Afgeschreven speelvoorzieningen zijn indien nodig in overleg met omwonenden vervangen.
gemeente Eindhoven
- 46 -
Paragrafen Er heeft gecombineerd met investeringen groot onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn in overleg met omwonenden speelplaatsen gerenoveerd, (al dan niet met riolerings- of verkeersprojecten gecombineerd) straten opnieuw ingericht met bomen, parkrenovaties voorbereid en zover de budgetten dat toelieten uitgevoerd. Er heeft curatief onderhoud plaatsgevonden. Zo zijn er veelal op basis van meldingen van bewoners schades gerepareerd, na storm zijn enkele bomen verwijderd en is er is ongedierte bestreden. Onderhoudsachterstanden Het cyclisch jaarlijks- en meerjarenonderhoud van het groen blijft ondanks de bezuinigingen nagenoeg op peil, waarmee een belangrijk deel van het groene kapitaal in de openbare ruimte zeker is gesteld. De lichte bezuinigingen hierop zijn opgevangen door op plaatsen waar dit mogelijk is beplantingen of onderhoudsvormen te kiezen die minder kostbaar zijn in onderhoud. Een inhaalslag op grootonderhoudsachterstanden is in de periode 2009-2012 in gang gezet en loopt qua uitvoering deels de komende jaren nog door dankzij de inzet van incidentele middelen voor investeringsprojecten uit deze periode (waarbij direct ook het achterstallig onderhoud wordt aangepakt). Deze investeringsmiddelen waren incidenteel. Met ingang van 2014 is het wegvallen van deze middelen ten dele gecompenseerd door jaarlijks in het MIP groen prioriteit te geven. Hierdoor zullen grootonderhoudsprojecten en investeringsprojecten die zich de komende jaren aandienen ook ten dele kunnen worden opgepakt. Uitvoering projecten maatschappelijk- en economisch nut ter verbetering van kapitaalgoederen Tot op heden zijn middelen uit de groenreserve aangewend voor vervangings- en renovatieprojecten. In 2013 werd onder meer gewerkt aan de uitvoering van de renovatie van het Ph. van Lenneppark en de realisatie van het ANWB-groenplain in het Henri Dunantpark. Voorbereiding en uitvoering van diverse verbeteringsmaatregelen ecologische structuur van de stad, voorbereiding en uitvoering revitalisering straatbomen. De voorbereiding van de revitalisering van de lanen van Sportpark Genneper Parken. Ontwikkelingen Met het preventief bestrijden van de eiken processierups zoals dat in 2012 en 2013 heeft plaatsgevonden, hebben de kosten voor de eikenprocessierupsbestrijding zich gestabiliseerd. Deze kosten zijn in het groenprogramma inmiddels regulier begroot, zodat budgetoverschrijdingen zoals die zich in de periode tot 2012 hebben voorgedaan tot het verleden horen. De jaarlijks beschikbare investeringsmiddelen zullen op langere termijn ontoereikend zijn om het bestaande groene kapitaalgoed op de huidige manier in stand te houden. Een rol hierbij spelen enerzijds naar verwachting aanhoudend krappe gemeentelijke budgetten en anderzijds het toenemend intensieve ruimtegebruik (ook ondergronds), dat om meer kostbare voorzieningen vraagt om bomen/groen de kans te geven weer (net zo) groot te worden.
Water Kerncijfers en overige gegevens Lengte riool
1.238 km
Aantal rioolkolken
81.270
Aantal gemalen
160
Lengte oppervlaktewater
57 km
Oppervlaktewater binnen bebouwingsgrens
850.082 m2
Kosten Begrote kosten
€ 4.928.000
Werkelijke kosten
€ 5.060.000
gemeente Eindhoven
- 47 -
Paragrafen Werkelijke kosten onderhoud in 2013 ten opzichte van begrote kosten Voor onderhoud van kapitaalgoederen (riolering, gemalen, oppervlaktewater) is in de begroting 2013 een bedrag van € 4.928.000 opgenomen. De werkelijke kosten bedragen € 5.060.000. Verklaring afwijking werkelijke kosten ten opzichte van begrote kosten Er zijn geen grote afwijkingen. De grootste afwijkingen zijn: aan reinigen en inspectie riolen (inlopen achterstand 2012) en aan curatief onderhoud is (ca. € 126.000) meer uitgegeven verder is er een aantal kleine afwijkingen Nadere toelichting over het uitgevoerde onderhoud in 2013 in relatie tot het geplande onderhoud 2013 Het onderhoud kan worden onderverdeeld in: cyclisch jaarlijks onderhoud: reinigen kolken en rioolgemalen; periodiek reinigen en onderhouden oppervlaktewateren curatief onderhoud: naar aanleiding van klachten. Dit is noodzakelijk voor het goed laten functioneren van het rioolstelsel en het oppervlaktewatersysteem meerjaarlijks onderhoud: reinigen en inspecteren (stam)riolen Er is volledig uitvoering gegeven aan de geplande onderhoudswerkzaamheden. Uitvoering projecten maatschappelijk- en economisch nut ter verbetering van kapitaalgoederen In 2013 zijn vervangings- en verbeteringsinvesteringen uitgevoerd. In totaal is netto (vanuit de voorziening riolen, dus exclusief subsidies en bijdragen) een bedrag van ca. € 16,2 miljoen geïnvesteerd (bruto investering is € 19,5 miljoen). Dit betreft ruim € 11,2 miljoen aan vervangingsprojecten en bijna € 5 miljoen aan verbeteringen zoals afkoppelen verhard oppervlak, aanleg waterstructuren en opheffen/voorkomen grondwateroverlast. Bij het vervangen van riolen wordt in een aantal gevallen zoals bij drukke wegen en diepliggende grote riolen, het riool mits mogelijk gerelined. Hierdoor wordt de overlast voor de omgeving tijdens de uitvoering beperkt en kan het riool goedkoper worden vervangen. In samenwerking met de waterpartners in de stad is de grondwateronttrekking Vredeoord en Aalsterweg is stand gehouden teneinde grondwateroverlast te voorkomen. In 2013 is met Brabant Water, waterschap De Dommel, Provincie NoordBrabant en gemeente Waalre een nieuw convenant opgesteld om de samenwerking te borgen. Voorts is in uitvoering het project opwaarderen Beatrixkanaal dat o.a. voorziet in het vernieuwen van de damwanden en het uitbaggeren van het kanaal. Specifiek voor riolering: GRP 2013 exploitatie Kengetallen/Prestatie-indicatoren met
Begroot 2013
Jaarrekening 2013
streefwaarden
Afwijking t.o.v. begroting
Exploitatie - Inspectie en reiniging riolen - Reiniging kolken - Reiniging en inspectie rioolgemalen - Financiële uitputting exploitatie activiteiten
125
160
35
162.500
162.500
0
160
160
0
€ 4.928.000
€ 5.060.000
€ 152.000
Ontwikkelingen In 2013 is er een landelijke benchmark riolering uitgevoerd. In 2014 wordt een nieuw Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2015-2018 opgesteld. Bij het opstellen van het GRP 2015-2018 wordt het kostendekkingsplan geactualiseerd/ opgesteld. Dit om de hoogte van de rioolheffing te bepalen. Hierbij komt duidelijkheid of de voorziening “riolen” toereikend is voor de geplande investeringen in de periode 2015-2018 of dat de investeringen voor een deel moeten worden gekapitaliseerd (kapitaallasten). Eind 2014 wordt het GRP 2015-2018 ter besluitvorming aan de gemeenteraad voorgelegd.
gemeente Eindhoven
- 48 -
Paragrafen Gemeentelijke gebouwen Inleiding In maart 2013 is een rekenkameronderzoek gestart naar het gemeentelijk vastgoed. Op 30 oktober 2013 heeft de Rekenkamercommissie gemeente Eindhoven het onderzoeksrapport “Vastgoed: Eigen huis op orde? Onderzoek naar gemeentelijk vastgoedbeleid” aan de raad aangeboden. De conclusies en de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie ondersteunen de eerder ingeslagen weg om het beheer rondom vastgoed duurzaam op orde te brengen. Mede op basis van aanbevelingen van de accountant met betrekking tot het duurzaam op orde houden van de vastgoedinformatie, risicobeheersing en ICT zijn daarom voor 2014 plannen van aanpak opgesteld voor structurele verbetering (proces- en risicobeheersing). Vastgoedportefeuille Van de 648 objecten in bezit van de gemeente zijn er voor 290 objecten planningen opgesteld. Voor de overige objecten geldt dat er geen planning gemaakt wordt in verband met geplande verkoop (184 objecten), geplande sloop (37 objecten), onderwijs objecten (61), herontwikkeling (61) en overige reden (15). De activiteiten uit de 290 aanwezige onderhoudsplanningen worden gedekt uit de daarvoor beschikbare onderhoudsvoorzieningen voor de komende 10 jaar. Deze onderhoudsvoorzieningen zijn ondergebracht in een drietal categorieën (hoofd voorzieningen) te weten: A. Onderhoudsvoorziening Eigen Huisvesting B. Onderhoudsvoorziening Maatschappelijk Vastgoed C. Onderhoudsvoorziening Overig Vastgoed Eens in de 5 jaar wordt beoordeeld of de aanwezige onderhoudsmiddelen voldoende zijn om de geplande activiteiten uit te voeren. Beoordeling heeft in 2013 plaatsgevonden waarbij de beoogde onttrekkingen voor de jaren 2013 tot en met 2032 zijn afgezet tegen de aanwezige voorzieningen en de beoogde stortingen ook voor de jaren 2013 tot en met 2032. Er is geconcludeerd dat er op dat moment geen knelpunten voorzien worden. Het onderhoud dat uitgevoerd wordt op objecten waar geen planning van aanwezig is wordt op verschillende wijze administratief verwerkt, namelijk: Het onderhoud dat verricht wordt voor onderwijs wordt ten laste gebracht van de onderhoudsvoorziening onderwijshuisvesting. Onderstaand wordt nog nader ingegaan op onderwijs panden in het onderdeel onderwijs. Het noodzakelijk uit te voeren onderhoud dat plaatsvindt op objecten welke bestemd zijn voor herontwikkeling wordt direct ten laste gebracht van het Grondbedrijf (reserve). Voor de overige objecten geldt dat er in principe geen onderhoud wordt uitgevoerd. In voorkomende gevallen (bijvoorbeeld als de veiligheid in het geding komt) wordt het uit te voeren onderhoud ten laste gebracht van de onderhoudsvoorziening diverse overig vastgoed.
A. Eigen huisvesting In de periode 2013 t/m 2017 vinden de nodige verbouwingen en verhuizingen plaats binnen de diverse panden bestemd voor ambtelijke huisvesting. Het betreffen het NRE-pand, het Stadskantoor en de Stadhuistoren. In 2014 worden een aantal huurpanden afgestoten, te weten de KBC-toren en Begijnenhof 27 en wordt een voormalig pand voor ambtelijke huisvesting toegevoegd aan de gemeentelijke vastgoedportefeuille (Herman Wittehuis). Daarmee zijn voor de korte termijn huisvesting de volgende panden bewoond door ambtenaren: NRE-pand, Stadskantoor, Mercado en Stadhuis. De Stadhuistoren is pas naar verwachting vanaf 2017 weer bewoonbaar. In 2015 en 2016 wordt de Stadhuistoren grondig gerenoveerd en ook daar wordt een inbouwpakket gerealiseerd dat flexwerken mogelijk maakt. Ten behoeve van de renovatie van de Stadhuistoren vindt op dit moment een marktconsultatie plaats (als onderdeel van het SPEA-project), waarbij diverse partijen betrokken worden om te beoordelen hoe de
gemeente Eindhoven
- 49 -
Paragrafen Stadhuistoren en het Stadhuis verder verduurzaamd kunnen worden c.q. hoe hierbij externe financiering plaats kan vinden (in combinatie met mogelijke uitbesteding van onderhoud, etc.). Het SPEA project is een Europees subsidie project op het gebied van duurzaamheid en innovatief aanbesteden. Hierin werkt de gemeente Eindhoven samen met de steden Barcelona en Birmingham. Voor alle investeringen uit het dossier korte termijn ambtelijke huisvesting, inclusief invoering van Het Nieuwe Werken, zijn MKBA's (Maatschappelijke kosten baten analyses) opgesteld en heeft de raad inmiddels de kredieten vrijgegeven. Uitzondering hierop zijn de investeringen voor duurzaamheid bij de renovatie Stadhuistoren. In het dossier zijn deze investeringen opgenomen onder voorbehoud van een positieve businesscase. De diverse verbouwingen die plaatsvinden worden voornamelijk gefinancierd uit investeringskredieten die daartoe specifiek gevormd zijn vanuit het raadsdossier Ambtelijke Huisvesting inclusief introductie HNW (vastgesteld juni 2012). Ten tijde van het opstellen van het dossier is er op basis van kengetallen per pand al een eerste doorvertaling gemaakt van de nieuwe jaarlijkse dotaties aan de onderhoudsvoorzieningen ten behoeve van toekomstig eigenaren- en gebruikersonderhoud. Deze dotaties zijn destijds bij vaststelling van het dossier al structureel verwerkt in de meerjarenbegroting van de diverse panden, vanaf het moment dat de verbouwingen in het desbetreffende pand gereed zijn Beoordeling uitgevoerde onderhoud en verklaring afwijkingen In 2013 is verder gegaan met de inpandige verbouwing van het NRE-pand ten behoeve van het mogelijk maken van flexwerken in dat pand. Deze verbouwing zal naar verwachting einde tweede kwartaal 2014 afgerond zijn. Daarnaast is in het vierde kwartaal 2013 gestart met het demonteren van het bestaande inbouwpakket in het Stadskantoor. De verdere verbouwing van het Stadskantoor zal in 2014 plaatsvinden. Door de eigenaar van het Stadskantoor (externe partij) is daarnaast in de tweede helft van 2013 gestart met het vernieuwen van het dak van de aanbouw aan het Stadskantoor (achterzijde). Stand van de onderhoudsvoorzieningen eind 2013 en beoordeling ervan voor toekomstig onderhoud De toereikendheid van de voorzieningen kan beoordeeld worden op het moment dat de verbouwingen gereed zijn en er nieuwe onderhoudsplanningen opgesteld zijn. In 2014 zal de toets opgesteld worden en die wordt meegenomen. Lopende nieuwbouwprojecten Renovatie/verbouw Nachtegaallaan 15 (NRE-gebouw). Stadskantoor, demonteren bestaande inbouwpakket. Stadskantoor, vernieuwen dak aanbouw door eigenaar (externe partij). Risico’s Opgevangen binnen het dossier en wordt in de loop van 2014 getoetst aan de ontwikkelingen.
B. Maatschappelijke huisvesting Het maatschappelijk vastgoed bij de gemeente Eindhoven is verdeeld in een aantal subcategorieën (op basis van doelgroepen): 1. Sportgebouwen Onderhoudsanalyse Het onderhoud is uitgevoerd conform de planningen. De standen van de eigenaar- en gebruikersvoorzieningen per 31-12-2013 en de toekomstige stortingen zijn voldoende voor het eigenaaronderhoud voor de komende 10 jaar. Voor de sportaccommodaties heeft een beoordeling plaatsgevonden op de toereikendheid van de onderhoudsvoorzieningen. Hierbij wordt voor het gebruikersdeel, beoordeeld over de periode van 10 jaar, een
gemeente Eindhoven
- 50 -
Paragrafen tekort en voor het eigenaarsdeel een overschot geconstateerd. Eigendom en gebruik liggen voor de sportaccommodaties beiden bij de gemeente Eindhoven en de scheidslijn tussen eigendom en gebruik ligt zeker bij deze accommodaties in eigen beheer dicht bij elkaar hetgeen legitimeert om deze voorzieningen in gezamenlijkheid te beoordelen. In gezamenlijkheid wordt op basis van de planningen een overschot voor de komende 10 jaar geconstateerd. Lopende nieuwbouwprojecten De lopende nieuwbouwprojecten zijn: Herontwikkeling Sportpark Strijp; Paviljoen Opnoord 2. Schoolgebouwen (incl. Spilcentra/brede scholen/bruikleenscholen) Dit betreft alle schoolgebouwen waarvoor de gemeente de wettelijke zorgplicht draagt. Schoolbesturen zijn in de meeste gevallen juridisch eigenaar van het schoolgebouw en zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de schoolgebouwen. In het geval dat de gemeente juridisch eigenaar is, spreken we van bruikleenscholen. Schoolbesturen ontvangen rechtstreeks van het Rijk een vergoeding, hierin zit ook een component voor onderhoud. Er zijn geen onderhoudsplanningen opgesteld voor deze schoolgebouwen. Momenteel loopt er een aanbesteding om de onderhoudsplanningen hiervan op te stellen. Voor een aantal onderhoudscomponenten kunnen de schoolbesturen een verzoek indienen bij de gemeente voor vergoeding van groot onderhoud. Een aantal onderhoudscomponenten komen namelijk voor rekening van de gemeente. Welke dat zijn, is vastgelegd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. Dit geldt overigens alleen voor de schoolgebouwen in het primair en speciaal onderwijs, bij het voortgezet onderwijs is de voorziening onderhoud doorgedecentraliseerd. Integrale huisvestingsplannen van voortgezet (speciaal) onderwijs en primair onderwijs (IHP) De afgelopen periode is sterk ingezet op een integrale benadering van het huisvestingsvraagstuk voor het primaire en het voortgezet (speciaal) onderwijs. De voordelen van een integrale benadering zijn evident: geen ad hoc oplossingen, efficiënte inzet van middelen, kostenbeheersing en optimaal gebruik van expertise. Maar voor schoolbesturen ligt er een eerste verantwoordelijkheid bij de eigen onderwijsinstelling. Dat maakte het proces om in 2013 tot een integraal huisvestingsplan te komen tot een uitdagende ambitie. Dankzij de samenwerking, waarbij de schoolbesturen niet zichzelf maar de educatie voor de kinderen centraal hebben gesteld, is in 2013 een doorbraak geweest. De pijlers van het nieuwe samenwerkingsmodel worden gevormd door de programmatische invulling van de onderwijshuisvesting, de financieringsstructuur en de governancestructuur om financiering en de investeringsopgave bij elkaar te brengen. Vanuit de samenwerking heeft de raad in september 2013 ingestemd met de rapportage en de intentieovereenkomst tussen de schoolbesturen en de gemeente. In 2014 zal het IHP verder besloten worden. Beoordeling uitgevoerde onderhoud en verklaring afwijkingen Bruikleenscholen Op basis van de onderhoudsplicht bij bruikleenscholen vanuit de gemeente vindt jaarlijks klein ‘dagelijks’ onderhoud plaats bij diverse bruikleenscholen. Bij het ontbreken van de onderhoudsplanningen is ter afdekking van de onderhoudskosten een reserve ingesteld. In 2013 is voor € 0,7 miljoen aan onderhoud gepleegd. Jaarlijks wordt een bedrag gestort in deze reserve, ad € 0,4 miljoen. Overig onderhoud schoolgebouwen De overige onderhoudskosten hebben betrekking op onderhoud welke middels het toekennen van diverse voorzieningen (conform Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs) via het jaarlijkse programma wordt vastgesteld. Schoolbesturen hebben hiervoor een aanvraag ingediend en zij zijn na deze toekenning verantwoordelijk voor de uitvoering. Dit houdt in dat de gemeente ook afhankelijk is van het schoolbestuur als het gaat om de financiële afrekening. Voor dit onderhoud is een voorziening ingesteld ter afdekking van deze kosten.
gemeente Eindhoven
- 51 -
Paragrafen Omdat schoolbesturen in de meeste gevallen verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de onderhoudsactiviteiten en ook verantwoordelijk voor de financiële afrekening ervan, is de gemeente afhankelijk van het schoolbestuur als het gaat om deze financiële afrekening. Hierdoor kunnen in een bepaald jaar de onderhoudskosten vele malen hoger liggen dan in andere jaren. Tevens worden de onderhoudsvoorzieningen die door de gemeente bekostigd worden, op basis van werkelijke kosten afgerekend (op basis van ingediende facturen). In de begroting gaat men uit van geraamde kosten. Jaarlijks vindt een storting plaats in de voorziening onderhoud buitenkant basisonderwijs. Dit is een begrote storting op basis van historische cijfers. Mede door deze jaarlijkse stortingen zijn voldoende middelen beschikbaar om toekomstig onderhoud uit te (laten) voeren. In 2013 is voor € 0,8 miljoen aan onderhoud uitgevoerd/gedeclareerd en de jaarlijkse storting bedraagt € 1,0 miljoen. Het deel van de dotatie is niet bepaald op basis van een onderhoudsplanning maar op basis van voorkoming van een negatieve stand van de onderhoudsvoorziening op korte termijn, dit in afwachting van toekomstige ontwikkelingen (doordecentralisatie onderhoud voor primair onderwijs). Aangezien genoemde ontwikkelingen zich nog steeds niet voordoen dient bezien te worden of de jaarlijkse dotaties toereikend zijn voor een wat langere periode. Onderhoud spilcentra Evenals voor de scholen is het schoolbestuur samen met de spilpartners verantwoordelijk voor het gebruikersonderhoud van de spilgebouwen. Voor het groot onderhoud (vervangen buitenkozijnen, dakbedekking, etc.) is de gemeente verantwoordelijk. In de huurstelling Spil is rekening gehouden met een component voor onderhoud. Deze component dient ter dekking van de toekomstige onderhoudskosten. Er is nog geen voorziening voor deze onderhoudskosten ingesteld voor Spilcentra. De Spilpartners betalen de huurpenningen waarin een onderhoudscomponent is opgenomen. Na het opstellen van de benodigde onderhoudsplanningen zal beoordeeld worden of de ontvangen onderhoudsmiddelen toereikend zijn voor het uitvoeren van de activiteiten. Risico’s Via de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven en overige bestaande beleidskaders vindt aan de hand van door schoolbesturen ingediende aanvragen, bekostiging plaats van huisvestingsvoorzieningen. Tot op heden is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het instellen van een bekostigingsplafond. Inmiddels zijn gemeentebreed, middels het meerjareninvesteringplan (MIP) en Maatschappelijke KostenBaten Analyse (MKBA) projecten geprioriteerd, gefaseerd en getemporiseerd en middelen geheralloceerd. Voor onderwijshuisvesting specifiek is naar aanleiding van het vaststellen van het projectplan IHP het startsein gegeven om te komen tot meerjarige investeringsplan en onderhoudsplan voor alle onderwijsgebouwen waarvoor de zorgplicht bij de gemeente ligt. Vanaf 2013 loopt de financiering van de onderwijshuisvesting niet langer via de reserve onderwijshuisvesting. Als gevolg hiervan komen de kapitaallasten van de nieuwe en eerder gedane investeringen rechtstreeks ten laste van de stelpost kapitaallasten, respectievelijk de onderhoudsvoorziening. Structurele uitgaven dienen te worden gedekt met structurele middelen. E.e.a. is besloten in de kadernota 2013 en vervolgens is de begroting 2013 aangepast. Incidentele uitgaven kunnen worden gedekt uit de reserve huisvesting onderwijs. Voor 2013 is het voordelig resultaat op onderwijshuisvesting gestort in de reserve huisvesting onderwijs. De raad heeft door aanpassing van de begroting meer directe invloed op het ambitieniveau bij de invulling van de zorgplicht onderwijshuisvesting. De raad bepaalt het totale financiële volume voor onderwijshuisvesting en het college kan, binnen die ruimte, een bekostigingsplafond vaststellen, desgewenst naar onderwijssoort of voorzieningensoort. Op deze wijze wordt het ambitieniveau voor onderwijshuisvesting door de raad bepaald in directe concurrentie met andere beleidsterreinen. Het college heeft vervolgens de mogelijkheid om te sturen
gemeente Eindhoven
- 52 -
Paragrafen op basis van bijvoorbeeld het integraal huisvestingsplan (IHP), waarvan in 2014 een dossier met de uitkomsten zal worden aangeboden. Een aantal van de volgende onderwerpen komen in het IHP aanbod: het uitvoeringsprogramma voor PO, (V)SO en VO hoe om te gaan met de reserve huisvesting onderwijs (incidentele uitgaven) is het instellen van een bekostigingsplafond noodzakelijk doorkijk naar de financiën van onderwijshuisvesting hoe om te gaan met bovennormatieve kosten, zoals locatie- en apparaatskosten en/of kosten afhankelijk van nog te maken (bestuurlijke) keuzes) Er is een wet in voorbereiding om over te gaan tot decentralisatie van de onderhoudsverantwoordelijkheid voor het primair onderwijs van de gemeenten naar de schoolbesturen. Inwerkingtreding van deze wet wordt voorzien in 2015. Met het verleggen van de verantwoordelijkheid wordt ook de bekostiging opgeheven. Daarmee is het zowel voor het schoolbestuur als de gemeente van belang om een beeld te hebben van de status van het onderwijsgebouw. Om dit in beeld te krijgen is een aanbesteding gestart voor het opstellen van onderhoudsplanningen. De opdracht zal worden uitgevoerd begin 2014 waarbij prioriteit gegeven wordt aan het opstellen van onderhoudsplanningen voor de bruikleenscholen. De verwachting is dat de planningen eind februari 2014 gereed zijn. Internationale School Eindhoven De stichting Primair en Secundair Onderwijs Zuid- Nederland en de gemeente hebben middels een DBFMO constructie de (ver)bouw van de Oirschotsedijk aanbesteed. Vanaf eind 2013 is de school in bedrijf en wordt het beheer en exploitatie door een consortium geregeld voor de komende 30 jaar. De school is opdrachtgever en de gemeente levert jaarlijks een bijdrage aan de Bruto Beschikbaarheids Vergoeding. In de contracten zijn ook vergoedingen voor aansprakelijkheid opgenomen. Een deel van de exploitatierisico’s is, gezien de lange looptijd van deze constructie, niet gedekt en opgenomen in het weerstandsvermogen van de gemeente Eindhoven. Lopende nieuwbouwprojecten De lopende nieuwbouwprojecten zijn: Realiseren VMBO’s Internationale school is in september 2013 in gebruik genomen 3. Welzijnsaccommodaties (o.a. Kinderdagverblijven, Vrijetijdsaccommodaties, Dynamo, etc): Projectplan Beheer Maatschappelijk Vastgoed Begin 2012 is het Projectplan Beheer Maatschappelijk Vastgoed vastgesteld met als doel te komen tot een meer efficiënte inzet van het maatschappelijk vastgoed in onze stad en de daarmee gepaard gaande bezuinigingsopdracht. Concreet voor vastgoed komt het neer op het toewerken naar een compacte maatschappelijke vastgoedportefeuille, de eigen huisvesting, het behouden van strategisch vastgoed tbv toekomstige ontwikkelingen en verkoop van “commercieel” vastgoed. Om de projectresultaten te realiseren is het Projectbureau Beheer Maatschappelijk Vastgoed (PBMV) gestart. Het projectbureau is vanaf het begin van oprichting vooral ingezet op bestuurlijk gevoelige majeure projecten en reguliere huisvestingsvragen en kon zich onvoldoende richten op de concrete opdrachten uit het projectplan. In het laatste kwartaal van 2013 is een gedegen plan van aanpak opgesteld en vervolgens is de uitvoering ter hand genomen. Dit heeft geresulteerd in de oplevering van twee gebiedsverkenningen (de basis voor het werk van PBMV) in december 2013. Beide gebiedsverkenningen zijn ontvangen en de afronding van de overige gebiedsverkenningen verloopt conform planning, in april 2014 zijn alle gebiedsverkenningen afgerond. De gebiedsverkenningen zijn de basis voor de cocreatie die met de buurt en partners wordt gestart.
gemeente Eindhoven
- 53 -
Paragrafen Kerngegevens en overige gegevens De meeste panden waarin een welzijnsorganisatie is opgenomen, worden door de gemeente verhuurd aan de betreffende instellingen. De gemeente verzorgt het eigenaaronderhoud, de instelling verzorgt het gebruikersonderhoud. Lopende (nieuwbouw)projecten Ten aanzien van de herontwikkeling van de Urkhovenseweg (’t Karregat) zal in 2014 bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden. Onderhoudsanalyse De onderhoudsvoorzieningen zijn toereikend voor de komende 10 jaar. 4. Kunst en cultuur gebouwen (waaronder Van Abbemuseum) Kerngegevens en overige gegevens De panden van kunst en cultuur die eigendom zijn van de gemeente worden verhuurd aan de instellingen. Voor het Van Abbemuseum heeft, als gemeentelijke instelling, wel een splitsing plaatsgevonden tussen eigenaars- en gebruikersonderhoud. Aan het Van Abbemuseum wordt een gebruiksvergoeding in rekening gebracht voor de eigenaarslasten. Deze vergoeding is gelijk aan alle eigenaarskosten op basis van de begroting (conform systematiek sector Sport en Bewegen). De raad is op 21 september 2010 akkoord gegaan met de nieuwe beheerssystematiek voor cultuur vastgoed (waarvan gemeente eigenaar is) en heeft deze van toepassing verklaard op al het cultuur vastgoed van de gemeente Eindhoven. De systematiek is in de periode 2010-2013 successievelijk ingevoerd bij de culturele instellingen. De systematiek houdt in dat de gemeente niet alleen verantwoordelijk is voor het onderhoud aan het pandeigendom, maar ook voor de fysieke onderdelen van de functie. Dit betekent dat de gemeente ook een gedeelte van het gebruikersonderhoud plant en uitvoert. In de loop van 2014 zal de systematiek integraal worden geëvalueerd. De systematiek is van toepassing op het Parktheater, PopEi, Effenaar, Muziekgebouw, Abbemuseum en recentelijk het Natlab. In 2013 is de verkoop van de Steentjeskerk overeengekomen. Levering en daadwerkelijke overdracht vindt plaats in 2014. Tevens zijn de culturele instelling Broet, Baltan en Plaza Futura verhuisd naar het Natlab. Sinds oktober 2013 is dit pand in gebruikgenomen. Binnen het Natlab wordt middels een beheercoöperatie invulling gegeven aan de bezetting van het pand. Middels dit construct wordt beoogd om een betere bezetting van het pand te creëren. Voor de Leenderweg wordt nu middels marktconsultatie gezocht naar een nieuwe bestemming. Onderhoudsanalyse De onderhoudsvoorzieningen zijn toereikend voor de komende 10 jaar. Lopende (nieuwbouw)projecten Natlab is in oktober 2013 in gebruik genomen
C.1. Vastgoed Ruimtelijke ordening Dit betreft vastgoed dat om redenen van Ruimtelijke Ontwikkeling tijdelijk behoort tot de vastgoedportefeuille. Een deel van de portefeuille ruimtelijke ordening, 55 panden, is verkocht in 2013. Daarnaast zijn eind 2013 een aantal objecten uit de grondexploitaties gehaald, omdat er geen ontwikkelingen op deze locaties (TD gebouw, TACgebouw, etc) gaan plaatsvinden. Over de invulling van deze panden zal in de loop van 2014 besluitvorming plaatsvinden.
gemeente Eindhoven
- 54 -
Paragrafen C.2 Overig Vastgoed Dit betreft alle overige vastgoed niet behorend tot voorgaande groepen, zoals woningen, begraafplaatsen, monumenten, dienstwoningen, overige bedrijfspanden. Hierbij is zoveel mogelijk sprake van marktconforme exploitatie op basis van functie, kwaliteit en locatie van het gebouw. Indien de objecten in deze categorie, niet meer bijdragen aan de realisatie van een inhoudelijke beleidsdoelstelling komen ze in aanmerking voor verkoop. Uitvoeringsplan Monumenten 2014-2018 In 2012 is de Integrale Visie Erfgoed Eindhoven vastgesteld en naar aanleiding hiervan is in 2013 eerst de Erfgoedverordening geactualiseerd en vervolgens is het Strategisch Verkoop- & Beheerplan van Monumenten in bezit van de gemeente Eindhoven in juni 2013 vastgesteld. Het Verkoop- & Beheerplan Monumenten geeft kaders mee voor het uitvoeringsplan o.a. instandhoudingskosten dekken uit gebouwexploitaties, instellen van een voorziening ter dekking van de kosten van de uitvoering (Revolving Fund monumenten). Door het strategische Verkoop- & Beheerplan Monumenten, voor de geselecteerde rijks- en gemeentelijke monumenten die eigendom zijn van de gemeente (27 objecten), tracht de gemeente de benodigde middelen beschikbaar te stellen voor de restauratie en de instandhouding van de monumenten die in eigendom blijven van de gemeente Eindhoven (beheer en onderhoud). Gezien de onzekerheid in de vastgoedmarkt is er voor gekozen om naast de lange termijn visie een uitvoeringsplan te gaan ontwikkelen voor de komende 4 jaar. Dit uitvoeringsplan 2014- 2018 is in januari 2014 door de Raad vastgesteld. In 2014 zal de uitvoering verder worden vormgegeven en zullen de Henri van Abbe stichting en het Nicolaas Clopper stichting hierbij betrokken blijven. Taakstellende bezuiniging verkoop vastgoed Middels verkoop van vastgoed wil de gemeente een taakstellende bezuinigingsopdracht van € 17 miljoen in de periode 2011 tot en met 2020 realiseren. Deze taakstelling is deels in de meerjarenbegroting vanaf 2011 tot en met 2014 opgenomen voor een te realiseren bedrag van € 11 miljoen. Het afgelopen jaar is uitvoering gegeven aan het plan van aanpak “Afstoten delen gemeentelijke vastgoedportefeuille”. Hierbij is de woningportefeuille eerst aangeboden aan woningcorporaties uit Eindhoven. Er zijn gedurende meerdere maanden onderhandelingen met twee corporaties gevoerd. Op 5 maart 2013 is aan de raad medegedeeld dat indien er geen overeenstemming met de woningcorporaties werd bereikt de openbare verkoop medio maart 2013 zou starten. Op 1 mei 2013 is de openbare inschrijving middels een advertentie aangekondigd en gestart. Eind 2013 is het verkoopresultaat gerealiseerd. De gerealiseerde verkoop is conform de taakstellende bezuiniging. Onderhoudsvoorzieningen Onderhoud van het overig vastgoed wordt betaald uit de diverse voorzieningen, zoals overige eigendommen, dienstwoningen en de voorziening monumenten. De totale stand van de voorziening was per 1 januari 2013 € 3.774.830. De stand onderhoud eind 2013 bedraagt € 3.544.002. De totale storting 2013 in de voorziening bedroeg € 535.000 en de totale onttrekking € 765.828. Onderhoud heeft plaatsgevonden conform de planningen. Er wordt geen tekort van de onderhoudsvoorziening voorzien in de komende 10 jaar.
gemeente Eindhoven
- 55 -
Paragrafen 2.5 Grondbeleid Missie en Doelstellingen De gemeente heeft en geeft overzicht over het (totale) grondeigendom en wil door het creatief inzetten van haar eigendom en haar eigendomspositie, gebruikmakend van de tot haar beschikking staande publiekrechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten, een doorslaggevende rol spelen in het realiseren van de ruimtelijke en maatschappelijke doelstellingen.
Doelstellingen grondbeleid De doelstellingen van het grondbeleid zijn: ■ Het zorgvuldig toedelen van de schaarse gronden aan gewenste functies, bekeken vanuit het maatschappelijk oogpunt; ■ Het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en het duurzaam gebruik van gronden stimuleren; ■ Het vergroten van de zeggenschap van burgers bij het gebruik van gronden, en ■ Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van de lasten en baten over de gebruikers, eigenaren, ontwikkelaars en overheid.
Wijze waarop het grondbeleid in 2013 is uitgevoerd De gemeentelijke eigendommen worden strategisch in positie gebracht om ambities waar te maken.. Het MPG, voorziet in de belangrijkste bestuursinformatie rond de grondexploitatieprojecten. Voor lopende planexploitaties maakt het MPG de volgende zaken inzichtelijk: ■ Planning uitgesplitst in jaarschijven; ■ Programma voor woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen; ■ Financiën, kosten-opbrengsten-plansaldi, gekapitaliseerd totaal van plansaldi en de voorziening verliesgevende exploitaties; ■ Projectrisico’s, projectspecifieke risico’s, marktrisico’s; ■ Het verloop van de reserve bouwgrondexploitaties. Daarnaast bepaalt het MPG de basis van de risico’s het benodigde weerstandvermogen voor de gemeente. Op basis van deze gegevens kan het bestuur vervolgens keuzes maken en zo nodig bijsturen.
Groepsindeling in de planexploitaties In het MPG 2014 zijn de planexploitaties primair op basis van importantie voor onze stad en secundair op het risicoprofiel in vier groepen onderverdeeld. Deze vier groepen zijn: Groep 1: Planexploitaties met een hoge importantie en hoog risicoprofiel; Groep 2: Planexploitaties met een hoge importantie en laag risicoprofiel (het ideale profiel); Groep 3: Planexploitaties met een lage importantie en hoog risicoprofiel; Groep 4: Planexploitaties met een lage importantie en laag risicoprofiel. Prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie Het MPG 2014 is op 18 maart 2014 bestuurlijk vastgesteld. Het totaal verwachte resultaat van de lopende planexploitaties bedraagt op basis van eindwaarde (EW) € 64,7 miljoen en op basis van netto contante waarde (NCW) € 41,4 miljoen. Dit resultaat zal naar verwachting en bij ongewijzigde omstandigheden, in de komende jaren vrijvallen via de Reserve Bouwgrondexploitaties. Ten tijde van de jaarrekening 2012 (gebaseerd op het MPG 2013) werd nog een EW verwacht van € 34,8 miljoen en een NCW van € 27,1 miljoen. In onderstaand overzicht is de opbouw van dit verwachte resultaat, uitgesplitst naar de groepen uit de Strategie Matrix Grondbedrijf, terug te vinden.
gemeente Eindhoven
- 56 -
Paragrafen Groep Strategie
Aantal plan-
Aantal plan-
Saldo EW
Saldo EW
Saldo EW
Saldo EW
Matrrix Grondbedrijf
exploitaties
exploitaties
MPG 2014
MPG 2013
MPG 2014
MPG 2013
MPG 2014
MPG 2013
(mln. €)
(mln. €)
(mln. €)
(mln. €)
Groep 1
4
4
15,6
-10,1
9,2
-9,1
Groep 2
3
3
Groep 3
3
4
0,8
0,7
0,6
0,6
9,9
10,3
6,4
8,2
Groep 4
30
Totaal
40
30
38,4
33,9
25,1
27,4
41
64,7
34,8
41,4
27,1
Correctie afgesloten (per saldo) winstgevende projecten
2,7
Totaal nog lopende exploitaties t.t.v. MPG 2014
64,7
32,1
2,5 41,4
24,6
Afgelopen jaar zijn er bij enkele planexploitaties veranderingen van enige omvang (lees: een bedrag van minimaal € 500.000 in NCW) opgetreden. Hieronder een overzicht van deze exploitaties. ( V= positief en gunstigere plansaldo t.o.v. MPG 2013, N = negatief en ongunstigere plansaldo t.o.v. MPG 2013) Naam exploitatie Meerhoven (035)
NCW MPG
NCW MPG
2014 (€)
2013 (€)
V 570.829
N 23.117.058
Mutatie V 23.687.888
Oorzaak Via het MPG 2014 is besloten om de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost uit de lopende exploitatie Meerhoven te nemen en deze op te nemen onder de Materiële Vaste Activa op de gemeentelijke balans. Door de verbetering van het geprognosticeerd resultaat van de resterende lopende planexploitaties van Meerhoven valt de verliesvoorziening van € 23,1 miljoen volledig vrij (zie ook hiervoor bij het onderdeel verliesvoorziening). Hierdoor neemt de reserve bouwgrondexploitaties evenredig toe. De afwaardering van de deelgebieden bedraagt € 22,6 miljoen (totaal voor Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost). Dit bedrag komt ten laste van de reserve bouwgrondexploitaties.
Tongelrese Akkers
N 8.330.916
N 6.011.670
N 2.319.246
Extrapolatie van de geboekte apparaatskosten leidt tot toename van de
(214-00)
geraamde kosten. Op basis van uitgevoerde onderzoeken aanvaart de gemeente geen aansprakelijkheid voor eventuele verzakkingen (bestuurlijk besluit). De hiervoor geraamde kosten nemen dus af. Een geraamde bijdrage van het programma openbare ruimte voor de herinrichting van het middenterrein Oude Doornakkersweg is vervallen. Daarnaast zijn de kosten BRM/WRM Orpheuslaan op basis van een nieuwe raming verhoogd.
gemeente Eindhoven
- 57 -
Paragrafen Naam exploitatie Tongelresche
NCW MPG
NCW MPG
2014 (€)
2013 (€)
V 9.950.488
Mutatie
V 10.650.162
N 699.674
Oorzaak De kostenstijging wordt voornamelijk
Akkers
veroorzaakt door hogere apparaatskosten
Woningbouw(214-
a.g.v. de langere looptijd.
01) Bedrijventerrein
V 5.892.870
V 7.426.891
N 1.534.021
Verhoging apparaatskosten door langere looptijd. Kosten pendelweg volgens
GDC Noord (079)
exploitatieovereenkomst met De Mispelaar (FG). Toename onvoorzien door kosten bluswatervoorziening. De langere looptijd van het project heeft negatieve renteeffecten. Woningbouw
V 13.700.377
V 14.275.898
N 575.521
tijdelijk beheer.
(Putten) (302-00) Blixembosch
De langere looptijd leidt tot hogere apparaatskosten en extra kosten van
Puttensedreef V 4.566.080
V 5.700.173
N 1.134.093
Het resultaat van de grondexploitatie staat onder druk door de slechtere
Noordoost (382)
marktomstandigheden. Meer in detail zijn de apparaatskosten sterk gestegen. Daarentegen staan fors lager geraamde kosten voor vrijmaken terreinen en civiele werken. Dit betreft deels behaalde aanbestedingsvoordelen en deels aanbestedingsvoordelen welke zijn doorgerekend in de prospecties. Stationsgebied
V 2.472.690
V 3.678.701
N 1.206.012
Restlocaties (686)
Positief saldo is ontstaan door gunstige aanbestedingen.
(520) V 1.572.230
V 2.600.305
N 1.028.075
In 2013 zijn een aantal restlocaties afgewikkeld door verkoop van restkavels. Dit betreft onder meer Smalle Haven, Winkelcentrum Woensel , woningbouw Ekkerstraat en Woningbouw Tongelresestraat.
Gerealiseerde winstneming ten opzichte van begroting en onderbouwing hiervan In onderstaande tabel is het totaal resultaat van de afgesloten planexploitaties toegelicht. Afsluiten planexploitaties en voorraadprojecten in 2013 Actie
Saldo exploitatie
In 2013 afgesloten nadelige exploitaties
- € 423.247
In 2013 afgesloten voordelige exploitaties Totaal afsluitingen 2013
Vrijval voorziening
Impact op Reserve Bouwgrondexploitatie
€ 349.527
- € 73.720
€ 3.070.658
-
€ 3.070.658
€ 2.647.411
€ 349.527
€ 2.996.938
Voorraad en strategische verwervingen In 2013 is er geen uitbreiding geweest van strategische verwervingen. Het saldo aan strategische verwervingen bedraagt circa € 13 miljoen. Momenteel vinden er geen strategische verwervingen plaats omdat
gemeente Eindhoven
- 58 -
Paragrafen er een stop op het verwervingsbudget zit. Dit komt doordat de rente ten laste komt van de reserve bouwgrondexploitatie en deze momenteel niet toereikend is.
Het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen1 geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de weerstandscapaciteit die de gemeente heeft om de (eventueel) bijkomende niet begrote kosten op te kunnen vangen. Het betreft risico’s die nog niet voorzien zijn in projecten en dus niet financieel vertaald zijn in de planexploitaties. Ten behoeve van het MPG 2014 zijn op basis van adviezen van Deloitte in haar rapport van d.d. 2 juli 2013, “Analyse waardering en sturing grondbedrijf gemeente Eindhoven”, zowel de methode als de uitgangspunten om te komen tot de benodigde weerstandscapaciteit verbeterd. De wijzigingen ten opzichte van het MPG 2013 zijn te herleiden tot 3 onderdelen: parameters, correctie met positieve plansaldo’s en een differentiatie van aanpak. In onderstaande tabel wordt de update gegeven van de analyse zoals deze gemaakt is voor het MPG 2014 en geeft een verwachting weer voor de benodigde weerstandscapaciteit bij de jaarrekening 2013. Dit betreft een bedrag van circa €44,0 miljoen. In het proces van risicomanagement is met name aandacht voor risico’s in het project vóór het vaststellen van de planexploitatie van groot belang. In deze fase kunnen risico’s nog vaak het beste beïnvloed en gestuurd worden. Dit is na vaststelling van het project minder goed mogelijk aangezien kaders dan inmiddels zijn vastgesteld. De benodigde weerstandscapaciteit wordt als volgt bepaald: Benodigde weerstandscapaciteit MPG 2014
Benodigde weerstandscapaciteit MPG 2014
Benodigde weerstandcapaciteit marktrisico’s
€ 30.800.000
€ 31.350.000
Benodigde weerstandcapaciteit projectrisico’s
€ 21.000.000
€ 24.000.000
Correctie post onvoorzien
- € 2.800.000
- € 8.700.000
Correctie projecten met positief saldo
- € 7.800.000
Benodigde weerstandscapaciteit lopende projecten
Benodigde weerstandscapaciteit Totaal benodigde weerstandscapaciteit
€ 41.200.000
€ 46.650.000
€ 2.800.000
€ 4.800.000
€ 44.000.000
€ 51.500.000
In het MPG 2013 was de benodigde weerstandscapaciteit nog berekend op circa € 51,5 miljoen. Een positieve bijstelling van de benodigde weerstandscapaciteit van circa € 7,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door: ■ In het MPG 2014 is een voorstel gedaan om te besluiten de nieuwe methode van het berekenen van de benodigde weerstandscapaciteit goed te keuren. De diverse methodewijzigingen (andere parameters marktrisico’s, wijziging toepassing post onvoorzien en correctie projecten met positief saldo) zorgen enerzijds voor extra risico’s en anderzijds voor verlaging van benodigde capaciteit. Per saldo is € 5,9 miljoen extra weerstandscapaciteit benodigd; ■ Wijzigingen in de planexploitaties en voorraadprojecten waardoor minder weerstandscapaciteit nodig is (door uitnemen van de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost uit de lopende exploitatie Meerhoven en overhevelen daarvan vanuit de actieve grondexploitatie naar de passieve
1
Definitie uit artikel 11 BBV.
gemeente Eindhoven
- 59 -
Paragrafen
■
voorraad grond) , risico’s die inmiddels zijn opgetreden in de projecten of in de exploitatie worden meegenomen, of risico’s die zich niet meer voordoen: Per saldo € 11,0 miljoen minder weerstandscapaciteit benodigd De benodigde weerstandscapaciteit voor (voorraad) projecten (panden) waarvoor bij de jaarrekening een interne overdracht van voorraden naar materieel vast actief vastgoed heeft plaatsgevonden, wordt geen benodigde weerstandscapaciteit meer binnen het MPG ingeschat. Het betreft een daling van de benodigde weerstandscapaciteit binnen het MPG van € 2,4 miljoen. Bij het vaststellen van de vastgoedexploitaties voor deze overgehevelde panden zal bekeken worden wat het benodigd weerstandsvermogen dient te zijn. Vooralsnog is binnen het Eigen Kapitaal rekening gehouden met € 4 miljoen.
Voorziening Nadelige resultaten grondexploitaties De gemeente Eindhoven kent naast een aantal planexploitaties met een verwacht positief financieel resultaat ook planexploitaties met een verwacht nadelig financieel resultaat. De noodzakelijke investeringen zijn soms nodig om de gemeentelijke ambities en doelstellingen te verwezenlijken. Als uitgangspunt geldt dat voor een planexploitatie met een verwachte negatieve exploitatie direct een voorziening moet worden getroffen. Hiermee wordt recht gedaan aan het voorzichtigheidsbeginsel2 dat vergt dat verwachte verliezen direct tot uitdrukking komen in een voorziening. Het realiteitsgehalte van de verwachte verliezen moet hoog zijn. In feite moet er sprake zijn van een onafwendbare situatie. In onderstaand overzicht is het verloop van de voorziening nadelige resultaten planexploitaties in 2013 weergegeven. Beginstand voorziening (jaarrekening 2012)
Verwachte eindstand voorziening (jaarrekening 2013
Saldo Mutatie voorziening 2013
Lopende planexploitaties
€ 24.391.142
€ 1.107.344
- € 23.283.798
Voorraad grondbedrijf
€ 17.271.977
€ 1.814.097
- € 15.457.880
Totaal 2013
€ 41.663.119
€ 2.921.441
- € 38.741.678
De voorziening voor de benodigde verliesvoorziening daalt met € 38,7 miljoen in 2013, waardoor nog een voorziening van € 2,9 miljoen over blijft. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door 2 gebeurtenissen: ■ Splitsing van Meerhoven, waardoor € 23,1 miljoen van de voorziening vrijvalt ■ Overheveling vastgoedpanden van onderhanden werk naar materiële vaste activa waardoor € 17,4 miljoen van de voorziening vrijvalt Ook voor de navolgende jaren dient er rekening mee gehouden te worden dat de voorziening verder dient te worden gevoed, en daarmee de Reserve Bouwgrondexploitaties verder belast gaat worden. Dit gezien de risico’s binnen de planexploitaties die in het benodigde weerstandsvermogen worden benoemd. Het verwachte toekomstig totaalresultaat, het benodigd weerstandsvermogen, de voorziening nadelige planexploitaties en de Reserve Bouwgrondexploitaties zijn communicerende vaten. Het voorziene resultaat wordt immers, evenals de berekeningen voor de voorziening nadelige planexploitaties en de raming van de ontwikkeling van de Reserve Bouwgrondexploitaties, bepaald door inputfactoren waar al rekening gehouden mee kan/moet worden. Daarnaast zijn er inputfactoren die (nog) te onzeker zijn om al rekening mee te houden en deze bepalen de omvang van de risico’s en daarmee het benodigd weerstandsvermogen. Bij een volgende herijking kunnen deze inputfactoren echter van zekerheidsstatus veranderen waardoor er wel rekening gehouden mee kan/moet worden. Ze worden dan overgeheveld van het benodigd weerstandsvermogen naar de exploitatie van het project. Iedere nieuwe herijking kan daardoor voor grote afwijkingen zorgen die zowel positief als negatief kunnen uitpakken. In het volgende figuur wordt e.e.a. schematisch voorgesteld:
2
Het voorzichtigheidsbeginsel komt uit het BBV; uitgangspunten gemodificeerd stelsel van baten en lasten.
gemeente Eindhoven
- 60 -
Paragrafen Communicerende vaten inputfactoren grondexploitaties
Reserve Bouwgrondexploitaties De Reserve Bouwgrondexploitaties zorgt ervoor dat de financiële resultaten en risico’s gescheiden worden van de financiële huishouding voor de overige gemeentelijke taken. De reserve vormt een buffer voor de financiële risico’s die samenhangen met de grondexploitaties. Samenvattend muteert de Reserve Bouwgrondexploitaties jaarlijks op basis van de volgende componenten: 1. Op basis van de herijking van de planexploitaties worden de nadelige exploitaties in beeld gebracht. De wijzigingen (positief dan wel negatief) ten opzichte van het vorige jaar worden verantwoord in de Voorziening nadelige planexploitaties. De mutatie in deze voorziening ten opzichte van het voorgaand jaar wordt ten bate of ten laste van de Reserve Bouwgrondexploitaties gebracht 2. De resultaten (positief dan wel negatief) van de afgesloten planexploitaties en voorraadprojecten 3. Het beheerresultaat van collegeproduct 8.7 (Ruimtelijke ontwikkeling) “overig” 4. Rechtstreekse mutaties in de Reserve Bouwgrondexploitaties als gevolg van doteren of afromen van of naar de Algemene Middelen. 0,1
Beginstand reserve (jaarrekening 2012) Mutaties reserve:
onttrekkingen
Resultaten afgesloten projecten en incidentele grondverkopen
6,1
Voorziening nadelige resultaten grondbedrijf
3,0
Overig beheerresultaat
5,4
Totaal:
8,4
Verwachte eindstand reserve (jaarrekening 2013)
dotaties
1,4 7,6 -0,8
Er heeft een dotatie plaatsgevonden van € 0,8 miljoen ten laste van het jaarrekeningresultaat om de reserve bouwgrondexploitaties aan te vullen tot nul. In het MPG 2014 wordt voor de Reserve Bouwgrondexploitatie weer een doorkijk gegeven naar de toekomst. Daarbij geldt dat dit gedaan wordt aan de hand van huidige uitgangspunten en inzichten en dat er vele factoren zijn die het uiteindelijke verloop van de reserve zullen veranderen. Wanneer bijvoorbeeld later blijkt dat een winstgevend project in een later jaar wordt afgesloten dan heeft dat direct consequenties voor onderstaande verwachtingen. Ook voor de komende jaren wordt, door naar verwachting minder positief af te sluiten projecten (dus minder hoge winstnemingen), verwacht dat de dekking voor eventueel extra benodigde verliesvoorzieningen en het overig beheerresultaat onvoldoende is waardoor het aannemelijk is dat er jaarlijks een bijdrage benodigd zal zijn uit de algemene reserve. Dit betreffen bedragen tot maximaal circa € 5,5 miljoen in het jaar 2016. Binnen het Eigen Kapitaal is rekening gehouden met een achtervang van € 14 miljoen om deze tekorten in de reserve bouwgrondexploitatie op te kunnen vangen.
gemeente Eindhoven
- 61 -
Paragrafen Een en ander blijkt ook uit onderstaand overzicht waarin het meerjarig verloop van de reserve Bouwgrondexploitaties wordt weergegeven. De uitschietende positieve kolom in 2023 wordt veroorzaakt door beoogde afsluiting van GDC Noord en Blixembosch; 2 grote projecten dus. Latere afsluiting en/of 3 planaanpassingen heeft directe invloed op deze storting in de reserve.
20
Miljoenen euro 15 10
5
0 2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
-5
-10
jaar
Te verwachten jaardonatie uit algemene middelen
Stand reserve na donaties uit algemene middelen
Op basis van bovenstaande verwachtingen dient er al rekening gehouden te worden met dotaties vanuit de algemene middelen om de reserve in de navolgende jaren niet onder nul te krijgen. Wat echter niet in de prognose van de reserve meegenomen is (en kan worden) zijn eventueel benodigde onttrekkingen uit de reserve ten behoeve van de voorziening nadelige resultaten planexploitaties, indien een volgende prognose een (extra) verliesgevend plan laat zien. Verliezen die bijvoorbeeld ontstaan omdat risico’s meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen ook daadwerkelijk gaan optreden. De ruimte die de reserveontwikkeling dan in bovenstaand overzicht laat zien is maar zeer beperkt en de Reserve Bouwgrondexploitaties staat dus (nog steeds) onder druk.
3
In dit overzicht is wel rekening gehouden met de rentetoerekening t.l.v. Programmaonderdeel 8.7 voor de afgesplitste deelgebieden van Meerhoven en het genomen besluit dat jaarlijks € 1,2 miljoen niet-projectgebonden apparaatskosten worden toegerekend aan projecten (zie toelichting bij apparaatskosten). Dit laatste gebeurt middels een rechtstreekse toerekening van deze kosten aan de reserve.
gemeente Eindhoven
- 62 -
Paragrafen 2.6 Lokale heffingen Werkelijke versus geraamde inkomsten en verklaring afwijkingen (bedragen x € 1.000): Belastingsoort
Gewijzigde
Realisatie
begroting
2013
Afwijking Nadere toelichting **
2013 Onroerende zaakbelasting
44.300
43.376
924 N Als gevolg van een fout in de tariefberekening voor
(OZB)
2013 is de begrote opbrengst onroerende zaakbelastingen 2013 niet gehaald (nadelig resultaat €742.000). Daarnaast ontstaat als gevolg van waardeverminderingen - n.a.v. het (gedeeltelijk) gegrond verklaren van ingediende bezwaarschriften tegen de vastgestelde WOZ-waarde van voorgaande belastingjaren - een nadelig resultaat van €182.000.
Precariobelasting
805
794
11 N
Hondenbelasting
932
937
5V
Baatbelasting Toeristenbelasting Standplaatsgeld autobussen Kanaalrechten Parkeerbelasting
10
11
1V
2.250
2.251
1V
12
12
-
44
39
5N
9.041
9.221
180 V De parkeerheffing bestaat uit drie verschillende heffingen: parkeerinkomsten uit de automaten, naheffingsaanslagen en inkomsten uit vergunningen. Deze gezamenlijke inkomsten hebben een voordeel van € 180.000, wat als volgt is opgebouwd: Op de parkeerinkomsten bestaat een nadelig resultaat van €188.000. Dit resultaat is minder negatief dan, zoals bij de tussentijdse rapportage ingeschat. In de laatste maanden van 2013 zijn de parkeerinkomsten meer gestegen dan verwacht. Het voorzichtig aantrekken van de economie is hier mogelijk de oorzaak van. Voor wat betreft de naheffingsaanslagen parkeren is een voordeel gerealiseerd van € 411.000. Reden is dat in 2013 meer naheffingsaanslagen zijn opgelegd. Daarnaast zijn de inkomsten voor wat betreft de naheffingsaanslagen buitenlandse kentekens (en dan met name die van Belgische kentekens) ten opzichte van 2012 gestegen. Nadelig resultaat vergunningen: € 43.000.
Leges*
11.375
9.049
2.326 N Drank en horecavergunning, bouwvergunningen en bouwtoezicht en kapvergunningen: De algemene tendens is dat de afname van het aantal vergunningen vooral veroorzaakt wordt door de economische crisis, dit leidt tot een tekort op de leges (N € 1,852 miljoen). BIBOB Achterblijvende legesopbrengsten
gemeente Eindhoven
- 63 -
Paragrafen (N € 188.000): Er heeft een verschuiving op de inzet plaatsgevonden, er is meer ingezet op handhaving en minder op het vergunningstraject. De leges worden geheven op het vergunningstraject. Diverse overige afwijkingen € 286.000 nadelig Afvalstoffenheffing en
24.167
23.925
242 N De daadwerkelijke opbrengst afvalstoffenheffing ligt
reinigingsrechten
lager dan begroot (N € 125.000). Reden is dat het bedrag aan verminderingen ten opzichte van 2012 is toegenomen. Voor wat betreft de opbrengst reinigingsrecht ligt de daadwerkelijke opbrengst eveneens lager dan begroot (N € 117.000). Belangrijkste reden is dat voor circa € 80.000 verminderingen hebben plaatsgevonden naar aanleiding van opgelegde kohieren van voorgaande belastingjaren.
Rioolrechten
16.689
16.826
137 V
Begraafplaatsrechten
707
662
45 N
Marktgelden
589
542
47 N
Reclamebelasting
598
560
38 N
* Het betreft de leges, inclusief de leges burgerzaken. ** Afwijkingen groter dan € 250.000 of groter dan 10% van het begrote bedrag en groter dan € 100.000 zijn toegelicht.
Beleid en tarifering Beleid en tariefstelling Met de vaststelling van de Kadernota 2013-2016 is ervan uitgegaan dat er bij de inkomsten geen andere dan autonome tariefsverhogingen zullen plaatsvinden. Als zodanig is in 2013 in het algemeen sprake geweest van een gemiddelde verhoging van 2% (de algemene prijsindex) ten opzichte van 2012. Onroerende zaakbelastingen Bij de onroerende zaakbelastingen is de herwaardering ingevolge de Wet waardering onroerende Zaken (Wet WOZ) van belang. Deze WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld. Voor belastingjaar 2013 gaat het daarbij om de waarde naar peildatum 1 januari 2012. De uitkomsten van deze herwaardering zijn mede bepalend geweest voor de tarieven onroerende zaakbelastingen voor 2013. Toeristenbelasting Zowel het aantal hotelbedden als het aantal overnachtingen heeft de afgelopen jaren een stijgende trend laten zien. Hierdoor werd jaarlijks een behoorlijk positief resultaat geboekt. Daarom is de begroting voor 2013 aangepast naar een realistisch opbrengstenniveau, derhalve kon het tarief gehandhaafd blijven. Leges Uitgangspunt is dat de tarieven maximaal 100% kostendekkend zijn, mits dit maatschappelijk verantwoord is. De afgelopen jaren is gekeken naar kostenbeperking door het efficiënter inrichten van de werkprocessen en het vereenvoudigen van regels. Vervolgens wordt rekening gehouden met nieuwe werkwijzen door een andere verantwoordelijkheidsverdeling te bewerkstelligen tussen overheid en burger (van zorgen voor naar zorgen dat). Ook in 2013 zijn hierin flinke stappen gezet (private kwaliteitstoets, invoering nieuwe drank- en horecaverordening en legesdossier 2014). In 2013 was er sprake van een flinke afname van het aantal vergunningenaanvragen. Lager aantal aanvragen leidt tot lagere legesinkomsten. Om het effect hiervan zoveel mogelijk te beperken is bijgestuurd op de beïnvloedbare kosten (voornamelijk personele kosten).
gemeente Eindhoven
- 64 -
Paragrafen Voor wat betreft de leges burgerzaken zijn in 2013 diverse maatregelen doorgevoerd. Bij de huwelijken is onder andere de eenvoudige huwelijksvoltrekking afgeschaft, zijn de tarieven die op zaterdag gelden ook voor vrijdag gaan gelden en zijn de overige tarieven voor huwelijken, geregistreerd partnerschappen en omzettingen met meer dan de index verhoogd. Voor de reisdocumenten zijn in 2013 de van rijkswege gemaximeerde tarieven vastgesteld (afrondingsverschillen daargelaten) en het tarief voor rijbewijzen is in 2013 met € 5,- verhoogd ten opzichte van 2012. Het tarief voor een uittreksel persoonsregister is in 2013 gedifferentieerd. Een digitaal aangevraagd uittreksel kost € 10,- en een niet digitaal aangevraagd uittreksel (balie) kost € 12,50 (in 2012 € 8,-). Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten In 2013 zijn aanpassingen in de kostenstructuur en kostentoerekening van de afvalstoffenheffing doorgevoerd. Ten opzichte van de tarieven, zoals deze vastgesteld zijn in 2012 heeft dit geleid tot een stijging van de aanslag voor één- en tweepersoonshuishoudens en een daling voor het vierpersoonshuishouden (meerpersoonshuishouden). Elk huishouden betaalt de vaste component en de variabele kosten worden naar rato van één-, twee, drie en meerpersoonshuishoudens verdeeld. Achterliggende reden hiervan is het zoveel mogelijk recht doen aan het principe "de vervuiler betaalt". Ten opzichte van de tarieven, zoals deze vastgesteld zijn in 2012 zijn de vaste kosten gestegen, maar minder hard dan dat de variabele kosten zijn gedaald. Dit heeft geleid tot een stijging van de aanslag voor één en tweepersoonshuishoudens en een daling voor het meerpersoonshuishouden. Parkeerbelastingen De tarieven voor betaald parkeren bij parkeerapparatuur zijn niet geïndexeerd omdat vanwege de muntinworp de tarieven afgerond moeten worden. De eerste maanden van het jaar was er nog steeds een afname van het aantal parkeerders. Waarschijnlijk als gevolg van de economische tegenwind. Deze trend is niet met eenvoudige maatregelen bij te sturen. Er zijn echter wel maatregelen getroffen om het tekort op de parkeerbegroting in te lopen. Kentekenparkeren is ingevoerd en op het parkeerterrein bij het TD-gebouw en in een aantal woonstraten is betaald parkeren ingevoerd. Uiteindelijk is er in de laatste maanden van het jaar een inhaalslag geweest, waardoor de totale parkeerinkomsten van 2013 ongeveer overeenkwamen met de inkomsten van 2012. Ook is de handhaving in het najaar geïntensiveerd wat tot extra inkomsten heeft geleid. In 2013 is besloten om de betaaltijden in het centrumgebied met ingang van 1 januari 2014 te wijzigen naar zeven dagen per week van 9.00 - 21.00 uur en is besloten om met ingang van 1 januari 2014 betaald parkeren in te voeren op het parkeerterrein bij het Parktheater. Reclamebelasting Per 1-1-2011 is in de binnenstad van Eindhoven reclamebelasting ingevoerd. De pilot heeft een looptijd van vier jaar. Voor 2013 zijn geen aanpassingen in de Verordening op de heffing en invordering van e reclamebelasting doorgevoerd. In 2013 is voor een 2 gebied, Kruisstraat-Woenselse Markt, een reclamebelasting ingevoerd.
Tarieven De tarieven van de belastingsoorten waarmee nagenoeg alle huishoudens en bedrijven van doen hebben worden hier weergegeven.
Belastingsoort
Tarief in 2011 Tarief in 2012 Tarief in 2013
Onroerende zaakbelasting* Woningen - eigenaar
0,07474
0,07727
0,08254
- gebruiker
0,12730
0,13152
0,14059
- eigenaar
0,15920
0,16449
0,17634
Niet-woningen
gemeente Eindhoven
- 65 -
Paragrafen Belastingsoort
Tarief in 2011 Tarief in 2012 Tarief in 2013
Rioolheffing - eigenaar
140
142
145
- gebruiker
193
197
201
- eenpersoonshuishouden
190
183
189
- tweepersoonshuishouden
235
223
226
- driepersoonshuishouden
280
263
263
- vierpersoonshuishouden (of meer)
320
327
314
- reinigingsrecht bedrijfspanden**
313,00
391,00
405,35
Gemiddelde woonlasten per jaar***
596,17
582,64
591,96
Afvalstoffenheffing
Reinigingsrechten
* Het betreft hier de vastgestelde tarieven Onroerende zaakbelasting als een % van de WOZ-waarde; ** De tarieven reinigingsrecht bedrijfspanden zijn weergegeven incl BTW; *** De gemiddelde woonlasten per jaar zijn gebaseerd op de gegevens zoals opgenomen in het COELO-rapport.
Vergelijking overige gemeenten Net als in 2012 betalen Eindhovenaren in 2013, in vergelijking met 34 andere grote gemeenten, minder dan gemiddeld aan woonlasten (onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en reinigingsheffing). Dit is te lezen in het rapport Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2013 van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere overheden (COELO). Van de 35 deelnemende gemeenten zijn er 3 met lagere gemiddelde woonlasten. In de grote gemeenten wordt gemiddeld € 673,- betaald. Dit is in Eindhoven € 592,-.
Uitvoering kwijtscheldingsbeleid Kwijtscheldingsbeleid De voorwaarden waarbinnen de gemeente kwijtschelding van belastingen en heffingen kan verlenen zijn geregeld in de Invorderingswet 1990. De beleidsmatige regeling is beschreven in de Leidraad Invordering Gemeente Eindhoven. Kwijtschelding is in de gemeente Eindhoven mogelijk voor de volgende heffingen: afvalstoffenheffing, rioolheffing (eigenaar), onroerende zaakbelastingen woningen, hondenbelasting en begraafplaatsrechten. De overige gemeentelijke belastingen en/of heffingen komen niet voor kwijtschelding in aanmerking.
Er wordt geen kwijtschelding verleend indien 1 er voldoende betalingscapaciteit is om de aanslag te kunnen voldoen; er sprake is van overwaarde van de eigen woning; dit bedrag wordt meegenomen in de berekening vermogen; er sprake is van in het bezit zijn van een auto of saldo bankrekening waarvan de waarde/saldo hoger is dan de gestelde norm.
1
De betalingscapaciteit wordt bepaald door berekening van het netto besteedbare inkomen waarvan de kosten van bestaan worden afgetrokken. Als kwijtscheldingsnorm hanteert de gemeente Eindhoven de maximaal toegestane norm van 100% van de bijstandsnorm + netto ziektekosten + netto huurkosten. Is de aldus vastgestelde betalingscapaciteit positief, dan mag 80% hiervan voor de belastingbetaling worden opgeëist. De rest kan worden kwijtgescholden.
gemeente Eindhoven
- 66 -
Paragrafen Met ingang van 2013 kunnen ook zelfstandig ondernemers in aanmerking komen voor kwijtschelding. Dit geldt alleen voor de privé aanslag gemeentelijke belastingen op voorwaarde dat de zelfstandig ondernemer een uitkering ontvangt op grond van de Bbz-regeling. In de begroting over 2013 was een bedrag van € 1,947 miljoen geraamd aan kwijtschelding afvalstoffenheffing en 72.000 kwijtschelding hondenbelasting. De realisatie over 2013 bedroeg respectievelijk € 1,249 miljoen voor kwijtschelding afvalstoffenheffing en 76.856 voor kwijtschelding hondenbelasting.
gemeente Eindhoven
- 67 -
Paragrafen 2.7 Financiering en treasury Algemeen Deze paragraaf informeert de raad over het treasurybeleid en het risicobeheer van de financieringsportefeuille. De kaders hiervoor zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is het beheersen van de (mogelijk) uit de treasuryfunctie voortvloeiende risico’s. Het wettelijk kader is verder uitgewerkt in het treasurystatuut van de gemeente Eindhoven. Hierin staan de doelstellingen, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en de administratieve organisatie rond het beheer van liquiditeiten van de gemeente op korte en lange termijn. Renteontwikkelingen In 2013 is de kans op een goede afloop van de Europese schuldencrisis verder toegenomen. Spanje en Ierland hebben geen noodsteun meer nodig van Europa. In de Eurozone was sprake van economisch herstel na een lange periode van negatieve groei. De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagde de beleidsrente van 0,75% naar 0,25% (de laagste stand ooit). De ECB gaat uit van verdere verbetering van de economie. De rentes op de kapitaalmarkt zijn in 2013 gestegen. De lange rente (10-jaars swap) steeg van 1,63% eind 2012 naar 2,16% eind 2013. Korte kapitaalmarktrentes en geldmarktrentes zijn minder gestegen. De korte rente (voor 3 maanden) steeg van 0,19% naar 0,29%. De rente die de gemeente gemiddeld betaalde op kasgeldleningen was in 2013 historisch laag (0,05%). Liquiditeiten ontwikkeling
Trendontwikkeling liquiditeiten gecorrigeerd voor vrijval beleggingen en verkoop endinet 20 0 01-jan
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
-20 -40 -60
2011 -80
2010 2009
-100
2012 2013
-120 -140
De gemeente werkt vanuit totaalfinanciering. Kenmerk van totaalfinanciering is dat de (tijdelijke of structurele) tegoeden dan wel schulden van sectoren niet separaat maar gebundeld worden aangehouden bij commerciële banken. Dit bundelen van middelen leidt er toe dat alle tijdelijke of structurele kastekorten of – overschotten gesaldeerd worden voordat de gemeente zich op de geld- of kapitaalmarkt begeeft. Evenals in e voorgaande jaren was de liquiditeitenuitstroom groter dan de inkomsten. Op basis van de cijfers in de 1 turap was een liquiditeitenuitstroom van € 151 miljoen voorzien, grotendeels door geplande investeringen. Gedurende het jaar is de planning van de investeringen naar beneden bijgesteld. De netto uitstroom in 2013 is daardoor slechts € 70 miljoen. Hiervan is € 27 miljoen in verband met de eenmalige afwikkeling van de Endinet transactie. Zie bijlage 6 voor meer details over de realisatie van liquiditeiten.
gemeente Eindhoven
- 68 -
Paragrafen De gemeentelijke liquiditeitsbehoefte werd zo veel mogelijk gefinancierd met korte leningen (kasgeld). De te betalen rente op 1 tot 4 weeks kasgeld was historisch laag. De wet Financiering decentrale overheden (FIDO) stelt echter een grens aan het bedrag dat maximaal met kort geld mag worden gefinancierd. In de wet is bepaald dat de gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal de kasgeldlimiet (€64,9 miljoen) niet mag overschrijden. De wet bepaalt tevens dat de gemeente aanvullende maatregelen moet nemen wanneer de kasgeldlimiet in 3 achtereenvolgende kwartalen wordt overschreden. Onderstaande tabel geeft de netto liquiditeitsbehoefte (netto-vlottende schuld) in 2013 weer. Daaruit blijkt dat de kasgeldlimiet in het vierde kwartaal 2013 is overschreden. Uiterlijk medio 2014 dient de overschrijding opgeheven te zijn. Indicator
kw1
kw2
kw3
kw4
Kasgeldlimiet (norm)
64,9
64,9
64,9
64,9
Liquiditeitsbehoefte (x 1 miljoen)
64,6
52,9
51,2
85,2
Ontwikkeling leningenportefeuille De renterisiconorm dwingt af dat openbare lichamen tot een dusdanige opbouw van de leningenportefeuille komen, dat tegenvallers als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering in voldoende mate worden beperkt. Het totaal aan aflossingen van leningen en renteherziening op leningen in één jaar mag niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Voor Eindhoven is dat in 2013 EUR 152,7 miljoen. Het totaal bruto bedrag aan aflossingen bedroeg EUR 36,2 miljoen. Er waren geen renteherzieningen. Indicator Renterisiconorm
(* €1 miljoen)
2011
2012
2013
20% van begrotingstotaal
169,0
153,2
152,7
stand
22,6
37,6
36,2
De gemeente Eindhoven heeft ultimo 2013 voor een totaalbedrag van ca. € 379 miljoen aan langlopende geldleningen opgenomen. Dit is € 13 miljoen meer dan eind 2012. De toename wordt met name veroorzaakt door het aantrekken van € 50 miljoen lange leningen voor eigen reguliere financiering, die deels (€ 16,25 miljoen) is gebruikt voor de aflossing van aflopende leningen. In november 2013 zijn drie fixe leningen (aflossing aan het einde van de looptijd) aangetrokken met looptijden van 6 jaar en 9 jaar (2x). De leningenportefeuille bevat € 43 miljoen aan leningen, die zijn doorgeleend aan Eindhovense woningbouwcorporaties. Hiervan is €30 miljoen afgesloten met zogenaamde WSW garantie; in geval de tegenpartij in gebreke blijft, kan de gemeente haar lening via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) terug krijgen. Een bedrag van €28 miljoen betreft de projectfinanciering voor de herontwikkeling van Strijp S. Hierop wordt jaarlijks €7 miljoen afgelost. De opgenomen leningenportefeuille laat over 2013 het volgende verloop zien: Opgenomen leningen (x €1 miljoen)
01-01-2013
Projectfinanciering Strijp S
Mutatie
31-12-2013
35
-7
28
213
+34
246
49
0
49
297
+27
323
Voor doorlening aan woningbouw
56
-13
43
Renteloze leningen van rijk en provincie
12
0
12
2
-1
1
366
+13
379
Eigen financiering Lening tbv aankoop gronden PSV Totaal eigen financiering
BWS restant schuld Totaal opgenomen leningen
gemeente Eindhoven
- 69 -
Paragrafen De verstrekte leningenportefeuille laat over 2013 het volgende verloop zien: Verstrekte leningen (x €1 miljoen)
01-01-2013
Mutatie
31-12-2013
Leningen aan woningbouw
56
-13
43
Leningen aan Meerhoven Meerrijk BV
15
-1
14
Lening aan Park Strijp S CV
11
-1
10
Overige verstrekte leningen (Bibliotheek Eindhoven, Woonbedrijf
11
0
11
93
-15
78
ivm Gerritsonlaan, startersleningen, bijstand etc) Totaal verstrekte leningen
Het totaal bedrag aan verstrekte leningen komt ultimo 2013 uit op € 78 miljoen. De belangrijkste mutaties op een rij: Evenals in 2012 is begin 2013 een door gemeente versterkte lening aan Vitalis Residentiële Woonvormen van bijna € 6 miljoen afgelost. Deze lening is geherfinancierd bij de BNG met 80% gemeentegarantie. Daarnaast is voor € 7 miljoen aan reguliere aflossingen ontvangen op verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties. De BV Meerhoven Meerrijk heeft ruim €1 miljoen afgelost op de lening van de gemeente Eindhoven, vanwege de ontvangst van teruggevorderde BTW op de aankoop van de woningen. Door Park Strijp Beheer CV is €1,1 miljoen afgelost binnen de overeenkomst van achtergestelde lening. De terugbetalingen zijn afhankelijk van de verkoop van de bouwvelden. Op basis van de afgesloten raamovereenkomst voor de overname van het project Gerritsonlaan door Woonbedrijf is een voor dit doel verstrekte lening van bijna €3,0 miljoen in 2012 overgegaan naar Woonbedrijf. In 2013 is het tweede deel afgelost door Woonbedrijf. Het restant (€0,4 miljoen) wordt begin 2014 terugbetaald na oplevering van het project. De VNG rapporteert jaarlijks over alle gemeentelijke schuldratio’s. Onze schuldontwikkeling loopt in de pas met het landelijke beeld. De tabel hierna laat de ontwikkeling zien van het percentage bruto schuld t.o.v. de totale inkomsten gedurende de afgelopen jaren; ruim onder het door de VNG bepleite maximum (130%). Indicator Bruto schuld (lang en kort) / inkomsten (exclusief mutaties reserves)
2010
2011
2012
2013
VNG-max.
130%
130%
130%
130%
Stand
43%
57%
59%
61%
De rentedruk (de te betalen rente als percentage van de totale uitgaven) is één van de factoren die de beïnvloedbaarheid van de begroting weergeeft. De rentedruk is illustratief voor de ontwikkeling van de leningenportefeuille. De rentedruk is licht afgenomen ten opzichte van 2012. Indicator
2011
2012
2013
Netto Rentekosten (* € 1 miljoen)
3,74
4,54
4,21
0,5%
0,6%
0,5%
Rentedruk (rentekosten/totale kosten)
Renteresultaten De treasury-afdeling is de interne bank van de gemeente. Alleen deze afdeling opereert op de geld- en kapitaalmarkt. De met de financiering van investeringen in economische nut en grondexploitaties samenhangende rentelasten worden doorberekend aan de gemeentelijke sectoren. Over het kapitaalbeslag ten behoeve van deze investeringen wordt aan de interne sectoren het omslagpercentage in rekening gebracht. Dit percentage is een mix van de kosten voor eigen vermogen, aangetrokken langlopende geldleningen en de kosten voor kortlopende middelen voor zover deze zijn gebruikt voor de voorfinanciering van investeringen. Voor 2013 bedraagt de begrote omslagrente 4,5%. Uitzondering hierop vormen de verliesgevende planexploitaties binnen het grondbedrijf waarvoor een rentepercentage van 1,5% wordt
gemeente Eindhoven
- 70 -
Paragrafen gehanteerd. Het nacalculatorisch omslagpercentage komt in 2013 uit op 3,1%. Op basis van het begrote omslagpercentage werd een financieringsresultaat begroot van € 5,5 miljoen. Het gerealiseerde renteresultaat voor de “interne bank” bedraagt € 6,1 miljoen: een voordeel van € 0,6 miljoen positief ten opzichte van de begroting. De netto werkelijke rentekosten voor de gemeente Eindhoven zijn € 4,2 miljoen lager dan begroot: dit incidentele voordeel is met name ontstaan doordat pas eind november lange financiering is aangetrokken (doordat de kasgeldlimiet niet overschreden werd door lagere netto uitgaven). Daardoor drukken de rentekosten van deze leningen nog nauwelijks op budget 2013. Daarnaast zijn de rentekosten voor kasgeldleningen lager dan begroot, doordat het rentetarief extreem laag was. De ontvangen omslagrente (interne rente afgedragen door sectoren over hun activa) is € 2,1 miljoen lager dan begroot (dit is een voordeel bij de andere programmaonderdelen). De betaalde interne rente op reserves en voorziening is € 1,4 miljoen hoger dan begroot: de reserves en voorzieningen zijn gemiddeld hoger dan begroot (minder onttrekkingen). Onderstaande wordt een vergelijking gemaakt tussen het begrote en het nacalculatorisch omslagpercentage in de afgelopen vijf jaar: Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
Begroot
4,75
4,75
4,50
4,50
4,50 /1,50
Nacalculatorisch
3,61
3,55
3,22
3,36
3,10
Ontwikkeling garantieportefeuille Per ultimo 2013 (stand) is voor een bedrag van €43 miljoen aan leningen direct gegarandeerd door de gemeente aan instellingen, die actief zijn op het gebied van gezondheidszorg, welzijn, sport en cultuur. De garanties zijn deels verstrekt met hypothecaire zekerheid. Een substantieel deel van de garanties stamt van voor 2009. B&W is terughoudend in het verstrekken van nieuwe garanties of leningen. In geval van materiële bedragen wordt vooraf advies ingewonnen van de raad. Verstrekte garanties (x €1 miljoen) Garanties aan derden
01-01-2013
Mutatie
31-12-2013
38,9
+3,7
42,6
Belangrijke mutaties in 2013 In april 2013 heeft de gemeente een 80% garantie verstrekt op een lening van €1,4 miljoen, die Capital D heeft aangetrokken bij De Lage Landen. Dit was noodzakelijk omdat Capital D, de organisator van de Dutch Design Week (DDW), in financiële problemen verkeerde en de organisatie van de DDW in gevaar dreigde te komen. Een nieuwe directeur is aangetrokken en gestart met een herstelplan voor Capital D, met als doel het zorg dragen voor een gezonde meerjarenbegroting. Zoals eerder vermeld is een lening van ruim € 6 miljoen aan Vitalis Residentiële Woonvormen omgezet in een 80% gemeentegarantie (€4,8 miljoen). De gemeente heeft eind 2013 voor een bedrag van ca. €1,2 miljard aan garanties en leningen uitstaan waarvan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) primair het risico draagt. Voor deze leningen en garanties geldt dat samen met het Rijk de achtervang positie wordt ingenomen. Indien het garantievermogen van het WSW te laag is (bijv. doordat vanwege problemen bij corporaties in andere steden een beroep op het WSW moet worden gedaan) moeten alle deelnemende gemeenten en het Rijk aan het WSW renteloze leningen verstrekken. Momenteel zijn er geen signalen dat deze achtervangpositie wordt aangesproken. Op de uitstaande leningen en garanties loopt de gemeente risico. Ter afdekking van dit risico is de voorziening algemene risico’s garanties en geldleningen gevormd die gevoed wordt met een risicopremie die over een deel van de lopende leningen en garanties in rekening wordt gebracht bij de geldnemer.
gemeente Eindhoven
- 71 -
Paragrafen Op basis van de Europese regelgeving is dit voor nieuwe garanties ten minste 0,4% per jaar over de restantschuld. Indien de gemeente wordt aangesproken op haar garantie, of een lening niet wordt afgelost, komt dit verlies ten laste van deze voorziening. In 2013 zijn er geen tegenpartijen in de financiële problemen geraakt, zodat er geen bedragen ten laste van de voorziening zijn gebracht. De hoogte van de voorziening eind 2013 is € 3,65 miljoen. Om de minimale hoogte van de voorziening te bepalen wordt een relatie gelegd met het risico van de uitstaande leningen en garanties. Jaarlijks wordt de financiële positie van de geldnemers individueel beoordeeld. De solvabiliteit van de geldnemer in combinatie met de zekerheden voor de gemeente bepaalt de noodzakelijke buffer in de voorziening. Eind 2013 is deze berekend op € 3,32 miljoen. Dit is exclusief de separate risicovoorziening voor de leningen en garantie i.v.m. Meerhoven Meerrijk BV.
Beleggingen en schatkistbankieren De gemeente Eindhoven heeft in 2006 naar aanleiding van de verkoop Endinet diverse beleggingen gedaan. In de beleggingsportefeuille resteren eind 2013 drie garantieproducten. In november 2013 is één garantieproduct vrijgevallen, waarop een resultaat over de gehele looptijd van ruim €4 miljoen is gerealiseerd, (waarvan €1,009 miljoen in 2013 dankzij stijgende aandelenkoersen in de laatste maanden). Per 31 december 2013 resteren nog drie garantieproducten. Deze bestaan voor een groot deel uit obligaties (90%), maar een klein deel van de inleg (10%) is belegd in aandelengerelateerde producten. Bij een garantieproduct wordt, conform de wettelijke eisen, aan het einde van de looptijd tenminste de inleg terugontvangen. De resterende garantieproducten vallen vrij in de jaren 2014 en 2015. Per 31 december 2013 geeft de beleggingsportefeuille van de gemeente Eindhoven het volgende beeld: Beleggingsportefeuille van de gemeente Eindhoven Waarde per 31-12-2012
x €1 miljoen 72,561
Bij: marktwaardeverschil (=ongerealiseerd koersresultaat)
2,072
Bij: gerealiseerd koersresultaat
1,009
Af: aflossing garantieproduct
-18,179
Waarde per 31-12-2013
57,464
Ontvangen in 2013:
18,291
Waarvan ontvangen aflossing garantieproduct
18,179
Waarvan ontvangen dividend
0,102
Naast de aflossing van een garantieproduct is in 2013 een bedrag aan dividend ontvangen van € 0,1 miljoen. De garantieportefeuille laat een positieve marktwaarde ontwikkeling zien in 2013, met name dankzij gestegen aandelenkoersen in 2013. De portefeuille is gekocht om aan te houden tot de einddatum. Daardoor wordt het marktwaardeverschil van elk garantieproduct pas gerealiseerd op de einddatum. De gehele beleggingsportefeuille staat tegen nominale (eind)waarde op de balans. Voor één garantieproduct geldt een gegarandeerd minimumrendement, dat jaarlijks wordt toegevoegd aan de balanswaardering. De totale portefeuille heeft qua risico’s een zeer gespreid karakter. Het risico op onze uitzettingen volgen we onder meer aan de hand van ‘ratings’, een maatstaf voor kredietwaardigheid. Vanuit ons treasurystatuut is voor de kredietwaardigheid van tegenpartijen de status ‘AA’ minimaal vereist. Bij twee garantieproducten, met daarin de Britse banken HBOS en Barclays, zijn de ratings in voorgaande jaren onder de norm gezakt. In 2013 was de rating stabiel. Het vertrouwen in de grote banken lijkt toegenomen, mede door de diverse vangnetten die zijn opgetuigd om banken die in de problemen komen te kunnen steunen/redden. Op 10 december 2013 heeft de eerste kamer het wetsvoorstel voor de invoering van verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden aanvaard. Alle (structurele en incidentele) tegoeden moeten verplicht worden aanhouden bij de Nederlandse Staat tegen een minimale rentevergoeding. Indien het saldo gemiddeld per kwartaal boven de limiet (ca € 4,3 miljoen voor Eindhoven) uitkomt dient dit afgestort te worden bij de Staat. Nieuwe beleggingen zijn niet meer mogelijk, maar oude beleggingen mogen wel aangehouden worden tot de einddatum. Aangezien Eindhoven geen structurele tegoeden heeft (vrijvallende beleggingen worden ingezet voor de aflossing van kasgeldleningen), zijn de renteconsequenties beperkt.
gemeente Eindhoven
- 72 -
Paragrafen Per 16 december is de verplichting tot schatkistbankieren daadwerkelijk ingegaan. Het monitoren van het saldo en het aantrekken van kasgeld zijn een dagelijkse activiteit geworden. Evenals de overboekingen naar en van de Staat indien het saldo de gemiddelde norm overschrijdt. Gaandeweg 2014 moet blijken of het lukt om binnen de bandbreedte te blijven met het overtollige saldo.
gemeente Eindhoven
- 73 -
Paragrafen 2.8 Projecten Projecten leggen een groot financieel beslag op de beschikbare middelen. Bij de behandeling in 2012 van de begroting 2013 - 2016 is geconstateerd dat het huidige investeringsvolume de beschikbare kasmiddelen overstijgt. Deze constatering heeft geleid tot een aanzet tot scherpere prioritering in de projectportefeuille. Sinds enkele jaren worden investeringen integraal afgewogen in het Meerjaren Investeringsprogramma (MIP). Dit wordt jaarlijks vastgesteld. Hierin wordt inzichtelijk welke investeringen er voor een periode van 4 jaar geprognotiseerd zijn. Tijdens het proces van voorbereiding van het MIP worden de investeringen voorzien van een quick scan maatschappelijke kosten/baten analyse (mkba). Per investering wordt gekeken naar de legitimatie, effectiviteit, efficiency en risico's. Op deze manier wordt kritisch gekeken of investeringen nu en op de voorgestelde wijze uitgevoerd moeten worden. Daarnaast wordt gepoogd om gelijksoortige investeringen ten opzichte van elkaar af te wegen. Hiermee zijn we in 2012 gestart. In het analysekader van het MKBA staan vier hoofdcriteria centraal: Legitimiteit: moet de gemeente het doen en in welke mate? Effectiviteit: in hoeverre draagt het bij aan de ontwikkelingen en doelen die de gemeente heeft gesteld? Efficiency: doen we het zo doelmatig mogelijk? Risico’s: zijn alle risico’s in beeld? In 2012 zijn een aantal projecten in afwachting van de uitkomsten van de maatschappelijke kosten/baten analyse on hold gezet, waardoor er een aantal projecten vertraagd zijn ten opzichte van de oorspronkelijke planning. In 2013 is de economie nog niet aangetrokken. Verwacht wordt dat in 2014 de eerste tekenen van herstel zichtbaar worden. Om de werkgelegenheid op gang te houden was het belangrijk om projecten in 2013 te realiseren. Eindhoven is dus blijven investeren. Er is daarom prioriteit gegeven aan projecten die in 2013 in uitvoering zijn of konden worden genomen. In het dossier ‘Meerjaren Investeringsprogramma 2013 na MKBA’ dat is behandeld in de raad van januari e 2013, is besloten om de projecten uit de categorieën ‘niet te beïnvloeden’ en ‘voort te zetten’ (1 tranche) te continueren. In de maanden december 2012 en januari 2013 zijn de projecten uit de categorieën ‘te optimaliseren’ en ‘te herijken’ uit het MKBA aanvullend getoetst en zijn de investeringen doorgelicht en geactualiseerd. Er is gekeken of de projecten door moeten gaan en zo ja, op welke wijze de projecten verder kunnen worden versoberd en/of gefaseerd. Hiertoe is een screeningsproces doorlopen waar zowel de portefeuillehouders als de ambtelijk verantwoordelijken zijn betrokken. Dit heeft geleid tot diverse aanpassingen en tot versobering/fasering, met als belangrijkste: integrale wijkvernieuwing, ambtelijke huisvesting , Spilcentra en Milieu en Duurzaamheid. Indien positief zijn deze projecten in de categorie “voort te zetten” geplaatst. De raad e e heeft deze 2 tranche vastgesteld op 23 april 2013. De 3 tranche ging over instemming van investeringen uit de categorie ‘later te beoordelen’ vanuit de 2e tranche. Deze projecten zijn aanvullend getoetst en de investeringen zijn doorgelicht en geactualiseerd. Voor deze investeringen geldt dat in 2013 gestart zou e worden met de uitvoering. De investeringen die in de 2 tranche op later beoordelen stonden en starten in 2015 en 2016 zijn niet meegenomen. Deze zijn in het reguliere begrotingsproces 2014-2017 meegelopen. Het e onderhoudsprogramma openbare ruimte 2014 is aan de 3 tranche toegevoegd. Deze projecten zijn reeds betrokken in het MKBA. In dit proces wordt ook gekeken naar de capaciteitsplanning. Zijn we in staat om de investeringen die we voorstellen ook daadwerkelijk uit te voeren. Dit om een stuwmeer aan investeringen te voorkomen. Ook is afgesproken dat die investeringen die niet in oorspronkelijke jaar starten heroverwogen worden. Dit betekent concreet dat investeringen niet zonder meer van het ene naar het andere jaar doorgeschoven worden. Aangetoond moet zijn dat de investeringen nog voldoende noodzakelijk zijn en dat er een legitieme reden is waarom de investering is doorgeschoven. Immers, één van de reden om te blijven investeren is het bevorderen van de werkgelegenheid. Er wordt daarom ook gestuurd op realisatie.
gemeente Eindhoven
- 74 -
Paragrafen Door het volgen van bovenstaand proces in 2013 kunnen wij periodiek besluiten over de doorgang van projecten in relatie tot de beschikbare liquiditeiten. Hierdoor worden de liquiditeiten beter beheerst en wordt er realistischer gepland. Kijkend naar de realisatie schuiven we vanuit 2013 en eerdere jaren voor € 67 miljoen aan investeringen door. Hierbij gaat het onder andere om investeringen in onderwijshuisvesting aangezien het IHP nog niet is vastgesteld en om investeringen van 2012 en eerder die nog niet in uitvoering zijn genomen (stuwmeer aan projecten). Voor de overige projecten geldt dat er vertragingen zijn opgetreden door het pas gedurende het jaar vaststellen van het MIP 2013-2016 en door bezwaarprocedures. Hierdoor zijn de aanbestedingen later gestart dan gepland. Dit heeft niet geleid tot het laten vervallen van investeringen. In 2013 is er voor € 137 miljoen aan investeringen uitgevoerd.
gemeente Eindhoven
- 75 -
Paragrafen 2.9 Burgerjaarverslag Er is wederom voor gekozen om het burgerjaarverslag op te nemen in het concernverslag. In deze paragraaf wordt kort ingegaan op dienstverlening, burgerparticipatie, klachten en bezwaarschriften.
Dienstverlening 2013 Om de klanttevredenheid en het imago van de gemeentelijke dienstverlening op peil te houden is het noodzakelijk mee te bewegen met de klantwensen en (technologische) ontwikkelingen in de maatschappij. Inwoners willen hun zaken met de gemeente goed en eenvoudig kunnen regelen. Snel (los van openingstijden), op het moment én op de wijze die hen het beste uitkomt. Zij verwachten betrouwbare informatie in duidelijke taal, één aanspreekpunt en geen overbodige vragen, regels en procedures. De gemeente Eindhoven speelt in op deze behoefte en wil haar dienstverlening verbeteren door zoveel mogelijk 24/7 toegankelijk te zijn voor informatie en diensten. Het doel is een klantvriendelijke, compacte, effectieve en efficiënte overheid. Een gemeente die dicht bij haar inwoners staat. 1 In voorgaande jaren werd de klanttevredenheid gemeten op basis van de benchmark Publiekszaken . In 2013 2 is niet deelgenomen aan deze benchmark. Reden is dat in 2012 een commissienotitie is vastgesteld, waarin de uitgangspunten van de vernieuwde gemeentelijke visie op dienstverlening en een aantal ontwikkelingen op dit gebied zijn vastgesteld. De onderdelen waarop in de benchmark wordt getoetst passen niet bij de in de commissienotitie vastgestelde uitgangspunten. Daarnaast wordt door andere ‘grote’ gemeenten niet 3 deelgenomen aan de benchmark , waardoor resultaten moeilijk vergelijkbaar zijn. Als gevolg hiervan is de klanttevredenheid in 2013 niet gemeten. Wel is in 2013 continue aandacht geweest voor klanttevredenheid en zijn geen noemenswaardige signalen (klachten) ontvangen waaruit bleek dat deze onder druk stond.
4 In 2012 heeft de gemeente Eindhoven de hostmanshipaward ontvangen . Hostmanship is de kunst om mensen het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Het inleven in de klantwens, het tonen van verantwoordelijkheid en het aandragen van oplossingen en ideeën zijn belangrijke onderdelen van hostmanship. In 2013 zijn aan het gastteam trainingen gegeven om hostmanship te waarborgen. Interventies en observaties zijn onderdeel van deze training.
Dienstverlening aan de balie Vanaf 1 januari 2012 zijn de openingstijden op het Inwonersplein gewijzigd. Burgers kunnen zonder afspraak dagelijks terecht tot 13.00 uur. Na 13.00 uur en tijdens de avondopenstelling wordt er alleen op afspraak gewerkt. De nieuwe openingstijden hebben geleid tot een toename van het aantal afspraken. Als gevolg hiervan is de gemeente beter in staat de zogenaamde vrije inloop aan de balie te beheersen, wat bijdraagt aan een goede dienstverlening aan burgers. Het totaal aantal bezoekers op het Inwonersplein bedroeg in 2013 178.549. Ten opzichte van 2012 (210.529 bezoekers) is dit een flinke afname. Het aantal afspraken voor bezoeken aan het Inwonersplein in 2013 was 40.487. Ten opzichte van 2012 is dit een toename. In 2012 bedroeg het aantal 35.350. De norm bij het werken op afspraak is dat 80% van de klanten binnen 5 minuten wordt geholpen. Deze norm is in 2013 gehaald; 86% van de klanten die via een afspraak een bezoek aan het Inwonersplein hebben gebracht werd binnen 5 minuten geholpen. Ten opzichte van 2012 is dit een flinke verbetering.
1
Benchmarking Publiekszaken is een gezamenlijk initiatief van de VNG, NVVB, (voorheen) Stichting Rekenschap, SGBO en Totta Research.
2
Commissienotitie: Kader gemeentelijke dienstverlening aan inwoners
3
In het laatste jaar van deelname namen 2 andere ‘grote’ gemeenten deel aan de benchmark.
4
Onderzoek TNS Nipo onder inwoners van de 20 grootste gemeenten.
gemeente Eindhoven
- 76 -
Paragrafen Elektronische dienstverlening Digitaal loket Het digitaal loket trok in 2013 gemiddeld ruim 29.501 unieke bezoekers per maand. Dit aantal bedroeg in 2012 28.156. De gemeente Eindhoven werkt er hard aan om de digitale dienstverlening via het digitaal loket optimaal te benutten en verder te ontwikkelen. Zo worden er steeds meer producten via het digitale loket aangeboden. Daarnaast is er het afgelopen jaar enorm veel geïnvesteerd in de digitale dienstverlening, om onze klant dagelijks te voorzien van de juiste en meest recente informatie. We streven naar dienstverlening welke aansluit bij de klantwens, en de behoefte om processen te vereenvoudigen om het gebruikersgemak en de klantvriendelijkheid te vergroten. Een goed voorbeeld van een proces dat in 2013 volledig digitaal is ingericht is de melding openbare ruimte (MOR). Meldingen kunnen via de website worden ingediend, waarna de burger via de website zelf de status van zijn melding kan inzien of via de mail op de hoogte wordt gebracht, dat de melding in behandeling is genomen of is afgehandeld. Tevens zijn restricties (kanaalsturing) ingevoerd. Voor een aantal producten is het niet langer mogelijk om een afspraak te maken en een aantal producten zijn wanneer deze digitaal aangevraagd worden goedkoper (prijsdifferentiatie). Social media De toepassing van social media (onder andere twitter en facebook) begint steeds meer ingeburgerd te raken binnen de gemeentelijke (digitale) dienstverlening. Twitter wordt hierbij als een volwaardig communicatiekanaal beschouwd. Zo worden er vanuit de gemeente regelmatig mededelingen over onder andere de gemeentelijke dienstverlening getwitterd. Overig Door middel van zogenaamde doe-het-zelf-balies op het Inwonersplein en klantpanels worden inwoners van de gemeente Eindhoven meer bekend gemaakt met de digitale dienstverlening van de gemeente Eindhoven. Bij de klantpanels wordt specifiek aandacht besteed aan de digitale vaardigheden van inwoners en laaggeletterdheid. Om de dienstverlening ook in de Engelse taal te kunnen laten plaatsvinden zijn in 2013 alle voorbereidende maatregelen getroffen. Het digitale kanaal is in januari 2014 ingericht met de Engelse taal. Telefonische dienstverlening Het aantal telefoontjes dat van burgers en bedrijven binnenkwam op 14040 was in 2013 207.084. In 2012 bedroeg dit aantal 203.557. Het overgrote deel van deze telefoontjes was afkomstig van burgers. Het aandeel bedrijven is laag. Voor de telefonische dienstverlening hanteert de gemeente Eindhoven een normstelling dat 80% van de binnengekomen telefoontjes binnen 25 seconden wordt opgenomen. De norm is in 2013 niet gerealiseerd (62%) en is vergelijkbaar met de gerealiseerde norm in 2012 (63%). Onder andere door technische storingen is het call center minder goed bereikbaar geweest. Daarnaast worden de telefoongesprekken die binnenkomen via 14040 steeds inhoudelijker van aard. Dit leidt tot een toename van de gesprekstijd. Schriftelijke dienstverlening 5 Tot en met november 2013 zijn er 54.956 poststukken ontvangen en officieel geregistreerd. Het totale aantal over 2012 bedroeg 73.381. De norm is dat 80% van de ontvangen poststukken binnen de wettelijk of vastgestelde behandeltermijn afgehandeld wordt. Deze norm is gedurende het jaar 2013 ruimschoots gehaald. De norm waarop tussentijdse informatie wordt verschaft over de voortgang van afhandeling (bijvoorbeeld ontvangstbevestigingen) is in 2013 niet gerealiseerd. Als norm hanteren we dat binnen 5 werkdagen een ontvangstbevestiging wordt verzonden. Het aantal door het callcenter afgehandelde mails in 2013 bedraagt 5.203. Ten opzichte van 2012 (17.895) is dit een flinke afname. Deze afname wordt veroorzaakt door de invoering van de melding openbare ruimte (digitaal).
5
In december is gestart met een digitale aanlevering. Over deze maand zijn nog geen gegevens bekend.
gemeente Eindhoven
- 77 -
Paragrafen Burgerparticipatie Het coalitieakkoord “Samen werken aan morgen” is de basis voor het programma Burgerparticipatie 2011-2014. Het programma kent 4 kernthema’s: samenspraak, zeggenschap, actief burgerschap en gemeentelijke participatie bij burgerinitiatieven. Uit het derde rapport op dit onderwerp ( Interactie in actie 3) van de Universiteit van Tilburg (februari 2013) blijkt dat voor samenspraak en burgerparticipatie de afgelopen zes jaren een stevige basis is gelegd. De positieve ontwikkeling op het gebied van burgerparticipatie, die in 2009 ten opzichte van 2006 werd geconstateerd, is in 2013 geconsolideerd. Zowel beleidsmatig als ten aanzien van de uitvoeringspraktijk heeft een verrijking van burgerparticipatie plaatsgehad. Samen met een nadrukkelijker inzet op activering zijn via verschillende instrumenten betere voorwaarden voor burgerparticipatie gecreëerd (beleid, training, uitvoeringsprogramma’s verordeningen en subsidies). Ten opzichte van de voorgaande 2 onderzoeken blijkt dat de verhoudingen tussen de gemeente (incl. ambtelijk apparaat) en bewoners, ondernemers, professionals van maatschappelijke instellingen en corporaties verbeterd zijn. Men vindt elkaar beter, trekt beter met elkaar op en durft elkaar aan te spreken op zaken die beter moeten. Ambtenaren worden vaardiger in het vormgeven en omgaan met participatieprocessen.. Hierbij blijkt dat zij steeds beter in staat zijn om maatwerk per thema en per gebied te leveren. De afgelopen tijd heeft de gemeente de bal meer bij de bewoners gelegd. Het lijkt er op dat bewoners ook daadwerkelijk steeds meer aan zet zijn. Soms is dat lastig en is dat wennen, want het betekent voor de gemeente ook loslaten en voor de burger meer verantwoordelijkheid. De grondhouding van de gemeente verandert van het zelf willen doen en meedoen richting kaderstellend en loslaten (meer maatschappelijk ondernemend). De aanpak van burgerparticipatie blijkt volgens de onderzoekers ook effect te hebben op actief burgerschap en de sociale cohesie. Zo laat het lerend vermogen van bewoners en de verbetering van de sociale samenhang in de buurt ten opzichte van 2009 een stijging zien (10 à 20%). Toch is een kanttekening op zijn plaats. Naast een meer fundamentele herbezinning op de relatie burger – overheid wordt de roep om initiatief vanuit de samenleving ook gevoed door de actuele bezuinigingen. Het doet de roep om een doe-democratie groter te worden. Van belang voor die doe-democratie is een tweetal elementen: . Een of enkele bewoners die opstaan en een initiatief nemen voor activiteiten die iets betekenen voor buurt en buren kunnen medebewoners mobiliseren, maar optimale facilitering van dit soort initiatieven vanuit gemeente en instellingen is in veel gevallen randvoorwaardelijk en moet prioriteit krijgen en zal bijdragen in vertrouwen bij de inwoners en ondernemers in onze stad. Op 5 domeinen zien we zeggenschap door bewoners(organisaties). Genoemd kunnen worden 1. De aanbesteding van welzijnswerk in Woensel in 2013 De bewoners hadden hierbij de meerderheid. In de verschillende selectiecommissies 2. De aansturing van stadstoezicht door de bewonersorganisatie in heeft een vervolg gekregen voor de andere actiegebieden in de stad. E.e.a. is vastgelegd in de buurtcontracten 2013 en wordt uitgevoerd. 3. De Verordening subsidiëring gebiedsgericht werken in bestuurlijk aangewezen gebieden draagt bij aan een groter vertrouwen van bewoners in de overheid. Deze vorm van zeggenschap richt zich op het zelf als bewonersorganisatie beslissen over het inzetten van middelen. Deze vorm van zeggenschap maakt onderdeel uit van de jaarlijkse buurtcontracten. Het verstrekken van waardebonnen voor bewonersinitiatieven door regiegroepen is een ander voorbeeld van zeggenschap. Inmiddels hebben visitatiecommissies, bestaande uit elk 3 bewoners, gesprekken gevoerd over de met subsidie bereikte resultaten in 2012 in de bestuurlijk aangewezen gebieden. Het doel hiervan is delen en leren. 4. Wat betreft de openbare ruimte zijn op verschillende terreinen inmiddels zeggenschapsvormen ontwikkeld. Dit varieert van “blik opzij, dan kan de veger erbij”, zeggenschap bij aanbestedingen onderhoud en beheer openbare ruimte tot S(l)imcity, waarbij bewoners zeggenschap hebben over de mate van onderhoud per onderwerp (, bijv. acceptatie meer onkruid, maar sterker inzetten op zwerfafval, of burgerinitiatieven m.b.t. de invulling en het beheer van de openbare ruimte).
gemeente Eindhoven
- 78 -
Paragrafen 5. In het sociale domein zien we vooral door WIJ Eindhoven ontwikkelingen waarbij eigen initiatief meer omvang krijgt. Bewoners nemen zelf initiatief en dus zeggenschap als het handelt om een zorgzame buurt zoals in Prinsejagt 3. De participatie van de overheid krijgt door de in 2013 te wijzigen inrichting van het sociale en ruimtelijke domein een belangrijke impuls. Als uitgangspunten gelden hierbij: meer kijken van buiten naar binnen, minder regels, loslaten en faciliteren daar waar nodig. Dit cultuuraspect begint dan ook steeds meer vorm te krijgen. Belangrijke inspiratiebronnen hierbij zijn de in 2013 opgestelde concept koers bewonersparticipatie door de BewonersBeweging Eindhoven en het VNGrapport “van eerste overheid naar eerst de burger”.
Klachten Indien een burger zich niet correct behandeld voelt door een bestuurder of gemeentelijk medewerker, dan heeft hij de mogelijkheid om hierover een klacht in te dienen. De Algemene wet bestuursrecht stelt een aantal voorwaarden waar een klacht aan moet voldoen. Zo moet een klacht bijvoorbeeld gericht zijn tegen een persoon en mag de klager niet langer dan een jaar wachten met het indienen ervan. Daarnaast is het van belang dat duidelijk omschreven wordt om welke gedraging het gaat en wie het betreft. Klachten over de laatste 5 jaar 2008
2009
2010
2011
204
265
360
288
338
100%
276
100%
Afgehandeld binnen 6 weken
72%
63%
72%
79%
287
84%
227
82%
Afgehandeld binnen 10 weken
88%
83%
87%
89%
317
94%
255
92%
Informeel afgehandeld
74%
85%
89%
89%
316
93%
258
93%
Formeel afgehandeld, waarvan:
26%
15%
11%
11%
22
7%
18
7%
(Deels) gegrond
57%
36%
36%
29%
7
31%
10
56%
Ongegrond
39%
56%
61%
65%
12
55%
6
33%
4%
8%
3%
6%
3
14%
2
11%
Aantal in behandeling genomen klachten
Geen oordeel
2012
2013
Aantal Klachten / analyse In 2013 zien we een daling van het aantal klachten ten opzichte van 2012. Het aantal klachten in 2013 komt overeen met de aantallen van 2009 en 2011. Het aantal klachten kan sterk afhankelijk zijn van factoren als wetswijzigingen en een economische recessie. In 2012 was er een wetswijziging waardoor de geldigheid van kinderbijschrijvingen in paspoorten was komen te vervallen. Hierdoor ontstond intern extra drukte waardoor niet altijd de normen van de doorlooptijden en afspraken konden worden gehaald. De opgelegde bezuinigingen van het Rijk aan gemeenten beperken de inhuur van extra capaciteit. In 2013 ondervonden nog veel burgers de gevolgen van de economische recessie waardoor zij een beroep moesten doen op de sectoren Werk en Zorg & Inkomen. Een toename van klantvragen en contacten heeft invloed op de gemeentelijke medewerkers die belast zijn met de uitvoering hiervan. Als niet altijd aan de vraag, verwachtingen of behoefte kan worden voldaan dan kan dit spanningen met zich meebrengen voor zowel de burgers als de medewerkers. Afhandeling klachten De gemeente richt zich bij het afhandelen van klachten op een informele afhandeling. Daarbij wordt het contact tussen de burger en de betrokken medewerker gestimuleerd, om een onheuse ondervonden bejegening uit de wereld te helpen. Deze informele afhandeling wordt door de betrokken burger erg op prijs gesteld. Als gevolg hiervan wordt maar in een beperkt aantal gevallen een klacht op een formele wijze afgedaan. Het is in 2013 gelukt om het hoog percentage klachten dat op informele wijze is afgehandeld op peil te houden en daarmee te voldoen aan de wensen van de klager. Als klagers niet tevreden zijn kunnen zij alsnog om een formele afhandeling vragen. Dit is nauwelijks voorgekomen.
gemeente Eindhoven
- 79 -
Paragrafen De percentages (deels)gegrond, ongegrond en geen oordeel betreffen de formeel afgehandelde klachten waarover het college van burgemeester en wethouders een oordeel geeft. In 2013 ging het om 18 formeel afgehandelde klachten. Blijft een klager daarna bedenkingen houden bij de manier waarop de gemeente met zijn klacht om is gegaan dan kon hij tot 1 januari 2014 terecht bij de Ombudscommissie Zuidoost-Brabant. In 2013 hebben 12 klagers dit gedaan. In 2012 ging het om 13 klagers. De Ombudscommissie ZuidoostBrabant is opgeheven waardoor de gemeente op zoek moest naar een andere oplossing voor een externe onafhankelijke klachtafhandeling. Vanaf 1 januari 2014 kunnen burgers terecht bij de Ombudscommissie Eindhoven. De wet stelt een termijn aan de afhandeling van klachten. In principe dient een klacht binnen 6 weken afgehandeld te zijn. Er is een mogelijkheid om deze termijn met opgave van reden met 4 weken te verlengen naar 10 weken. In 2013 is het aantal klachten dat binnen de wettelijke termijnen is afgehandeld nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2012. In overleg en met toestemming van de klager is de behandeling van 21 klachten na de 10 weken termijn verder uitgesteld, omdat dit voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk was.
Bezwaarschriften Het aantal bezwaarschriften dat in 2013 is ingediend is opnieuw hoog. Met name het aantal bezwaren dat met betrekking tot de sociale regelgeving is ingediend, is ten opzichte van voorgaande jaren opnieuw toegenomen. Dit met name het gevolg van de uitvoering bezuinigingen (w.o. hulp bij het huishouden), de rechtmatigheidstoetsen en het strikt opleggen van maatregelen. De hoge instroom heeft gevolgen voor het tijdig af kunnen doen van de bezwaarschriften, welk percentage verder is gedaald. Het percentage bezwaarschriften dat informeel wordt afgedaan is licht gedaald. Daar staat tegenover dat het percentage bezwaren dat gegrond wordt verklaard de afgelopen twee jaren sterk is gestegen. Een verklaring hiervoor is dat in bezwaar geconstateerd wordt dat besluiten onvoldoende gemotiveerd zijn. Bij de beslissing op bezwaar wordt dit hersteld, maar leidt tot een gedeeltelijk gegrond verklaring. Het aantal ingediende gerechtelijke procedures is het afgelopen jaar aanzienlijk gestegen. Hierbij ligt een duidelijke relatie met de toename van het aantal bezwaarschriften met betrekking tot de sociale regelgeving. Daarentegen daalt het percentage van het aantal gerechtelijke procedures, waarbij gemeentelijke besluiten door de rechter zijn vernietigd, nog steeds. Bezwaarschriften Jaar
Ingekomen
Afgedaan
Gegrond
Tijdig
Andere aanpak
2009
1765
1601
8,5%
75%
37,5%
2010
1755
1780
8,4%
79%
35%
2011
1962
1681
11,7%
76 %
33%
2012
2130
2060
16%
60%
37,5%
2013
2070
1860
17%
50%
35%
Gerechtelijke procedures Jaar
Ingekomen
Afgedaan
Gegrond
Ingetrokken
2009
276
232
61 (27%)
63 (27%)
2010
309
248
58 (23%)
61 (24%)
2011
331
305
54 (18%)
46 (15%)
2012
388
356
63 (17%)
84 (23%)
2013
482
365
60 (16,5%)
65 (18%)
gemeente Eindhoven
- 80 -
3
Raads programma’s
Raadsprogramma 1 Inkomen Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Economie en werk Maatschappij en cultuur Economie en Mobiliteit
Sector
Zorg & Inkomen Werk
Wat hebben we bereikt? Effecten Economische zelfredzaamheid Economische zelfredzaamheid is een belangrijke voorwaarde voor volwaardige deelname aan de maatschappij. Vanuit de Wet Werk en Bijstand (WWB) wordt daarom ook ingezet op het maximaal benutten van het arbeidspotentieel van uitkeringsgerechtigden. Beschikbare re-integratie middelen worden maximaal ingezet voor het uitstromen naar werk en het verstevigen en verhogen van de positie op de participatieladder. De beschreven inspanningen vertalen zich in bereiken van uitkeringsonafhankelijkheid, bij voorkeur door middel van werkaanvaarding, dan wel een verminderde uitkering doordat betrokkenen parttime werk verrichten. Door de economische crisis is het beroep op de WWB toegenomen. De ontwikkeling van het aantal uitkeringen wordt beïnvloed door uitstroom naar werk en door de wijze waarop handhaving plaatsvindt. Door strikte handhaving wordt verstrekken van uitkering aan personen die hier geen recht op hebben beperkt. De gemeente Eindhoven streeft naar bestandsontwikkeling die beter is dan het landelijke gemiddelde. In 2013 is een begin gemaakt met de voorbereidingen op de wetswijziging van de WWB en de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015, waarin de eigen verantwoordelijkheid van burgers op het gebied van het bereiken van economische zelfredzaamheid verder wordt uitgewerkt. Meedoen Naast het optimaliseren van de (economische) zelfredzaamheid is optimale maatschappelijke participatie van burgers een doelstelling. Ter bevordering van deze participatie van burgers die dit tijdelijk niet op eigen kracht kunnen, zijn verschillende voorzieningen beschikbaar. WIJeindhoven In 2013 zijn de eerste WIJteams gestart. De WIJteams bieden een integrale aanpak met betrekking tot stimuleren van zelfredzaamheid en participeren van burgers. Er wordt een beroep gedaan op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de burger die wordt gestimuleerd om voorkomende problematiek in eerste instantie zelf of met anderen op te lossen. Indien dit niet mogelijk is, wordt gezocht naar een maatwerk oplossing. Met deze integrale aanpak wordt een begin gemaakt met de voorgenomen ontkokering van dienstverlening.
Effectindicatoren Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
- volledig
500-600
567
- parttime
500
580
Uitstroom bijstandsgerechtigden naar betaald werk
Een bestandsontwikkeling van bijstandsgerechtigden die beter is dan het landelijke
EHV + 1,8%
1% beter dan
EHV 8,6%
NL + 3,4%
het landelijk
NL + 8,6%
gemiddelde* % van Eindhovenaren met een laag inkomen dat
gemiddelde
8%
9%
8%
7%
5,9
5,5
niet meedoet ** De schaalscore sociale cohesie *** * ** ***
Bron landelijk gemiddelde: CBS/benchmark; eigen bestandsontwikkeling wordt maandelijks gemonitord Bron: Inwonersenquête Bron: Buurtthermometer; Enquête bewoners over hoe zij hun eigen woonomgeving beleven (saamhorigheid, thuis voelen, elkaar kennen); score op schaal 0 tot 10
gemeente Eindhoven
- 81 -
Raadsprogramma 1 Inkomen Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Economie en werk Maatschappij en cultuur Economie en Mobiliteit
Sector
Zorg & Inkomen Werk
Toelichting afwijking effectindicatoren In 2013 werd in 567 gevallen uitkeringsonafhankelijkheid bereikt door middel van werkaanvaarding. Daarnaast zijn een aantal cliënten gedeeltelijk bijstandsonafhankelijk omdat hun inkomsten uit arbeid onvoldoende zijn om zelfstandig in het levensonderhoud te kunnen voorzien. In deze gevallen wordt het inkomen aangevuld tot de voor de cliënt geldende bijstandsnorm. In 2013 was dit gemiddeld in 580 gevallen het geval. De bestandsontwikkeling van bijstandsgerechtigden in 2013 is +8,6%. Deze stijging is gelijk aan de landelijke stijging van 8,6%. De stijging van het aantal bijstandsgerechtigden werkt ook door in het gebruik van de armoederegelingen. Voor zowel de bijzondere bijstand als de Meedoenbijdrage is een duidelijke stijging van het gebruik en uitgaven te zien. Uit de effectindicator is op te maken dat Eindhovenaren met een laag inkomen wel meer zijn gaan meedoen in de maatschappij. De buurtthermometer geeft een score van 5,5 op sociale cohesie en is vergelijkbaar met de 4 grote gemeenten (5,6).
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties Een van de belangrijkste taken van de gemeente bestaat uit het rechtmatig verstrekken van uitkeringen en voorzieningen. Teneinde de toename van het aantal (bijstands)uitkeringen zoveel mogelijk te beperken wordt ingezet op het beperken van de instroom en optimaliseren van de uitstroom. De realisatie van deze doelstelling wordt bereikt via een aantal wegen: ▪
het optimaliseren van de uitstroom naar werk;
▪
het strikt uitvoeren van de poortwachtersfunctie;
▪
het toepassen van hoogwaardig handhaven;
▪
het adequaat uitvoeren van het gemeentelijke sanctiebeleid;
Voor burgers die desondanks een beroep moeten doen op een (bijstands)uitkering wordt ingezet op het afhandelen van aanvragen levensonderhoud binnen de wettelijke termijn en het tijdig betaalbaar stellen van de uitkering. Om de minima, zowel uitkeringsgerechtigden als overige minima, te ondersteunen wanneer het financieel nodig is, voert de gemeente Eindhoven verschillende regelingen uit. Middels de langdurigheidstoeslag (LDT) en Bijzondere Bijstand biedt de gemeente de financieel zwaksten ondersteuning bij het invullen van de basisbehoefte. Daarnaast wordt middels de Meedoenbijdrage gezorgd voor financiële ruimte om mee te doen in de samenleving door bijvoorbeeld sport en cultuur.
gemeente Eindhoven
- 82 -
Raadsprogramma 1 Inkomen Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Economie en werk Maatschappij en cultuur Economie en Mobiliteit
Sector
Zorg & Inkomen Werk
Wat heeft het gekost? Exploitatie bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2013 Exploitatielasten Exploitatiebaten Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekkingen reserves Resultaat
Rekening 2013
185.428
Afwijking
184.329
V 1.099
157.279
162.565
V 5.286
N 28.149
N 21.764
V 6.385
V 2.425
V 1.360
N 1.065
N 25.724
N 20.404
V 5.320
Toelichting afwijking exploitatie Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Bundeling uitkeringen inkomensvoorzieningen aan gemeenten
Lasten
Baten
N 851
V 4.183
Lasten Begrote uitgaven inclusief extra taakstelling bedraagt € 87,9 miljoen. Werkelijke lasten bedragen € 88,8 miljoen hetgeen een nadelige afwijking betreft ad € 0,9 miljoen. De begroting is opgesteld in een periode waarin de ambitie 10% bestandsdaling was. Deze ambitie is gezien de landelijke crisis niet meer realistisch. We zijn als gemeente Eindhoven lang in staat geweest om deze daling te realiseren. Tot eind 2012 daalde het Eindhovense cliëntenbestand. Vanaf eind 2012 is Eindhoven meegegaan in de landelijke stijging. Deze stijging heeft zich in 2013 voorgezet. Op basis van de stijgende aantallen zijn de uitgaven hoger uitgevallen. Deze hogere uitgaven worden echter deels gecompenseerd door een lager gemiddeld uitkeringsbedrag dan waarmee landelijk en in de begroting wordt gerekend. Het Eindhovense bedrag is lager als gevolg van een relatief hoog aantal alleenstaanden. De uitkering van een alleenstaande is lager dan die van een alleenstaande ouder of gehuwde. Daarnaast heeft een deel van het cliëntenbestand inkomsten uit parttime werk. Hierdoor behoeven zij slechts een gedeeltelijke aanvulling vanuit de WWB. Baten Begrote baten inclusief extra taakstelling bedraagt € 95 miljoen. Werkelijke Rijksontvangsten bedragen € 99,2 miljoen hetgeen een voordeel betreft ad € 4,2 miljoen. De hogere Rijksontvangsten worden deels veroorzaakt door de conjunctuur, deels als gevolg van wet- en regelgeving.
gemeente Eindhoven
- 83 -
Toev./onttr. reserves
Resultaat Structureel V 3.332
Raadsprogramma 1 Inkomen Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Economie en werk Maatschappij en cultuur Economie en Mobiliteit
Sector
Lasten
Baten
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) Minder mensen hebben aanspraak gemaakt op de kapitaalsverstrekkingen in de regeling BBZ (voordeel € 0,6 miljoen). Daarnaast is meer uitgegeven op het onderdeel levensonderhoud van de regeling BBZ (nadeel € 0,1 miljoen). Per saldo betreft dit een voordeel van € 0,5 miljoen. Van de BBZ is 75% declarabel bij het Rijk. Hiervoor zijn reeds tranistorische posten gemaakt (en dus verwerkt). Het voordeel dat nu in de jaarrekening staat is een voordeel voor ons.
V 570
N 73
V 497
Participatiebudget De Rijksbijdrage Participatiebudget (exclusief educatie) bedraagt € 18,1 miljoen. De uitgaven bedragen € 15,7 miljoen. Als gevolg hiervan bedraagt de meeneemregeling € 2,4 miljoen (€ 2 miljoen reintegratie, € 0,4 miljoen inburgering). Afwijking wordt veroorzaakt door enerzijds de meeneemregeling en anderzijds afwijking in de Rijksontvangsten
V 1.214
N 1.209
V5
WSW De afwijking ten aanzien van de WSW middelen wordt veroorzaakt doordat de rijksmiddelen WSW ten opzichte van de begroting € 1,1 miljoen afwijken. Conform gemaakte afspraken uit het verleden worden de rijksmiddelen volledig aan Ergon beschikbaar gesteld en heeft Ergon deze in haar begroting opgenomen. Daarom is het effect voor de gemeente Eindhoven nihil. Een eventueel resultaat ten aanzien van de WSW komt terecht in de reserves van de Ergon.
N 1.068
V 1.068
Werkcheques Conform het vastgestelde reserveringsdossier zijn de niet in 2013 bestede middelen inzake werkcheques gereserveerd t.b.v. inzet in 2014/2015.
V 175
N 11
Actieplan jeugdwerkloosheid In de septembercirculaire 2013 was € 0,68 miljoen opgenomen i.v.m. actieplan jeugdwerkloosheid. Bij Preventie en Uitstroombevordering (PO 1.3) is hiervan € 0,6 miljoen begroot in 2013. Conform het vastgestelde reserveringsdossier zijn de niet in 2013 bestede middelen gereserveerd t.b.v. inzet na 2013.
V 563
N 563
Begeleiding doorstarters en zzp-ers De voor ‘Begeleiding doorstarters en zzp-ers’ en ‘Intensivering ondernemersbenadering’ resterende middelen zijn conform vastgesteld reserveringsdossier gereserveerd.
V 197
N 197
ESF In boekjaar 2013 heeft administratieve afwikkeling plaatsgevonden n.a.v. de vaststelling van ESF (fase I)-
N 204
gemeente Eindhoven
- 84 -
V 581
Toev./onttr. reserves
Zorg & Inkomen Werk
Resultaat Structureel
N 164
N 50
V 327
Raadsprogramma 1 Inkomen Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Economie en werk Maatschappij en cultuur Economie en Mobiliteit
Sector
Lasten
Baten
Toev./onttr. reserves
Zorg & Inkomen Werk
Resultaat Structureel
subsidie. Per saldo is sprake van een voordelige afwijking. Conform eerdere besluitvorming heeft er storting plaatsgevonden ten behoeve van de reserve sociaal domein. In bovenstaande resultaten is reeds rekening gehouden met de verwerking van de storting.
gemeente Eindhoven
- 85 -
Raadsprogramma 2 Zorg en Welzijn Portefeuille
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie
Maatschappij en cultuur
Sector
Mens & Maatschappij Werk Zorg & Inkomen
Wat hebben we bereikt? Effecten De visie WIJeindhoven is in april 2012 door u vastgesteld. Het meest in het oog springend zijn de WIJteams waarmee we in 2012 zijn gestart in twee gebieden. In 2013 heeft een verdere uitrol plaatsgevonden, waardoor er in 2013 vier teams waren. Medio 2013 is de quick-scan uitgevoerd waarin de eerste ervaringen van de twee startgebieden staan beschreven. Middels de opdracht Sociaal Domein is het subsidietraject verbreed en zijn de eerste stappen gezet in een andere vorm van opdrachtgeverschap. Verder zijn de voorbereidingen getroffen op het programma Transformatie Sociaal Domein, waarbinnen de onderdelen van WIJeindhoven worden geborgd, inclusief de bedrijfsvoeringskant. Zelfredzaamheid en eigen kracht waren basis voor de opdracht Sociaal Domein 2013 en 2014 en zijn tevens onderdeel van de Nadere Regels (onderdeel van de ASV) binnen MM. De ontwikkelingen en inzet binnen WIJeindhoven en het Sociale Domein dragen volledig bij aan het stimuleren van zelfredzaamheid en eigen kracht. Het streven naar een aantrekkelijke leefomgeving wordt gemeten in de jaarlijkse inwonersenquête, het gaat daarbij o.a. om stimulering van samenkracht middels mantelzorg en vrijwilligerswerk.
Effectindicatoren Realisatie 2011 De schaalscore sociale cohesie* *
Realisatie 2012
Begroting 2013
Realisatie 2013
5,9
5,5
Bron: Buurtthermometer; Enquête bewoners over hoe zij hun eigen woonomgeving beleven (saamhorigheid, thuis voelen, elkaar kennen); score op schaal 0 tot 10.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties Middels het bieden van individuele WMO voorzieningen, zoals Hulp bij het Huishouden en rolstoelvoorzieningen, wordt inwoners de kans geboden om nog zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij. Deze zelfstandigheid is mogelijk door ondersteuning met WMO individuele voorzieningen. Bij de WMO wordt de collectieve voorziening als voorliggende voorziening voor de individuele voorziening beschouwd. Gratis Openbaar Vervoer voor ouderen en kinderen is in 2013 afgebouwd. In 2014 is Gratis Openbaar Vervoer voor minima ingevoerd. De notitie Taal telt! inclusief het uitvoeringsprogramma zijn afgerond. Het uitvoeringsprogramma beschrijft diverse acties die vanaf eind 2013 tot 2016 zullen worden ingezet met als doel om laaggeletterdheid onder de aandacht te krijgen en te houden. Er is sprake van een toename in het gebruik van het taalaanbod.
gemeente Eindhoven
- 86 -
Raadsprogramma 2 Zorg en Welzijn Portefeuille
Jeugd, welzijn en zorg
Commissie
Maatschappij en cultuur
Sector
Mens & Maatschappij Werk Zorg & Inkomen
Wat heeft het gekost? Exploitatie bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel Begroting 2013 Exploitatielasten
Rekening 2013
81.161
Exploitatiebaten Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekkingen reserves Resultaat
Afwijking
74.681
V 6.480
8.206
7.482
N 724
N 72.955
N 67.200
V 5.755
N 8.669
N 8.694
N 25
N 81.624
N 75.894
V 5.730
Toelichting afwijking exploitatie Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel Lasten Werk & activering Een deel van de kosten van werk & activering zijn ten laste van het participatiebudget gekomen.
V 922
Wet Inburgering Als gevolg van het beëindigen van de Wet Inburgering hebben de uitgaven slechts nog betrekking op (af)lopende inburgeringstrajecten. Daarnaast is de gemeente enkel nog verantwoordelijk voor het geven van voorlichting en handhaving.
V 714
Baten
Toev./onttr. reserves
Resultaat V 922
N 714
Wet Inburgering is een onderdeel van het participatiebudget. De Rijksbijdrage Participatiebudget (exclusief educatie) bedraagt € 18,1 miljoen. De uitgaven bedragen € 15,7 miljoen. Als gevolg hiervan bedraagt de meeneemregeling € 2,4 miljoen (€ 2 miljoen re-integratie, € 0,4 miljoen inburgering). Salariskosten Vanaf 2013 wordt inburgering een eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar. Afdeling Inburgering vervult daarom de vrijgevallen vacatures niet meer op. Dit leidt tot een voordelige afwijking in de salariskosten.
V 441
V 441
V 1.628
V 1.628
Voorzieningen (Vervoersvoorzieningen, Rolstoelen, Woonvoorzieningen) De algehele tendens bij voorzieningen is dat het aantal aanvragen en verstrekkingen terugloopt. Daarnaast zijn er middels aanbestedingen en aangepast beleid manieren gevonden om goedkoper in te kopen of alternatieven te bieden.
V 612
V 612
Vrijval reserve Woontussenvoorziening De reserve woontussenvoorziening is niet meer nodig omdat de WTV-regeling in een sterfhuis-constructie wordt uitgevoerd. Tekorten hoeven dus niet meer gedekt te worden uit de reserve. Derhalve valt de reserve vrij.
V 450
V 450
Hulp bij het Huishouden Het voordeel ontstaat doordat de in 2010 en 2011 ingezette groei van het aantal klanten HbH en de gedeclareerde uren per klant achterblijft op de eerdere prognose.
Conform eerdere besluitvorming heeft er storting plaatsgevonden ten behoeve van de reserve sociaal domein. In bovenstaande resultaten is reeds rekening gehouden met de verwerking van de storting.
gemeente Eindhoven
- 87 -
Structureel
Raadsprogramma 3 Onderwijs en Jeugd Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur Ruimte en vastgoed
Sector
Mens en Maatschappij Grond & Vastgoed
Wat hebben we bereikt? Effecten: Met het per januari 2013 stadsbreed beschikbaar komen van VVE-gecertificeerde voorzieningen behoren wachtlijsten tot het verleden; de inzet van HBO-opgeleide medewerkers in de voorschool is in overeenstemming met het aantal dat in de met het Rijk gemaakte bestuursafspraken werd genoemd; datzelfde geldt voor het percentage medewerkers dat aan de hogere opleidingseis dient te voldoen (>50% beschikt aantoonbaar over taalniveau 3F). Afname van het aantal kinderen dat zonder achterstand aan het basisonderwijs begint. Toename van kinderen die met passende ondersteuning thuisnabij onderwijs kunnen volgen en daling instroom speciaal onderwijs. Schooluitval voorkomen en meer startkwalificaties behaald. Veilige leefomgeving bevorderd doordat de overlast van jeugd is afgenomen.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
11,5%
1 mei
Daling van het aantal jeugdigen (0-18) met een
11,9%
jeugdbeschermingsmaatregel (OTS of
beschikbaar
voogdijmaatregel) * Afname % voortijdig schoolverlaters per
Niet
onderwijssoort en niveau
Afname van
MBO 1 – 37%
gemonitord in
vsv volgens
MBO 2 - 20%
2012
richtlijnen van
MBO ¾ -24%
OCW voor VO
VMBO on - 66%
en MBO
VMBO bo -45% Ha/VWO - 59%..
De schaalscore sociale cohesie **
5,9
Afname aantal meldingen van overlast door jeugd tov peiljaar 2010 (1875) ***
5,9
5,9
5,5
-
30% van
44% van
1.875
1.875
Bron* Bron**
Jeugdbalans (provincie); gelet op decentralisatie Jeugdzorg en uitwerking daarvan, zijn streefwaarden nog niet te noemen Buurtthermometer; Enquête bewoners over hoe zij hun eigen woonomgeving beleven (saamhorigheid, thuis voelen, elkaar kennen); score op schaal 0 tot 10 Bron*** Buurtthermometer
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties: Hoger bereik van doelgroepkinderen VVE door: ▪
herinrichten van procedure van indiceren en actief toeleiden in samenspraak met jeugdgezondheidszorg en kinderopvang;
▪
beter zicht op non-bereik door subsidieverantwoording en monitoring.
Optimaliseren van de ononderbroken ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar door: ▪
harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en een partner voor de voor- tussen- en buitenschoolse opvang;
gemeente Eindhoven
- 88 -
Raadsprogramma 3 Onderwijs en Jeugd Portefeuille Commissie
▪
Jeugd, welzijn en zorg Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur Ruimte en vastgoed
Sector
Mens en Maatschappij Grond & Vastgoed
versterken van de sociale basisstructuur door te investeren in vroegsignalering en deskundigheidsbevordering (o.a. VVE).
In kader van de wet passend onderwijs de groei van het speciaal onderwijs terugdringen, door het (zoveel als mogelijke) binnen het reguliere onderwijs bieden van passende ondersteuning. Hiertoe ▪
in samenwerking/samenspraak met het regionale samenwerkingsverband passend onderwijs invulling geven aan het ondersteuningsplan en de hiermee verbonden gemeentelijke thema's als onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer;
▪
voorbereiding van het verplicht op overeenstemming gericht overleg met het onderwijs (OOGO).
Verschuiving van de aanpak VSV van curatie en terug leiden naar probleem voorkomen; verzuimbeleid en binnenschools ingrijpen. Vermindering overlast door uitvoering Centrumaanpak en inbedding Jeugd in beeld Versterking generalistische aanpak door ▪
uitvoering van opvoed- en opgroeiondersteuning door Wijteams;
▪
aansluiting van generalisten op de zorgstructuur op Spilcentra;
▪
vormgeven aan de Versnelling; gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van enkelvoudige, ambulante begeleiding, vooruitlopend op de Jeugdwet 2015 en uitgevoerd door de WIJteams;
▪
overdracht van taken van CJG naar WIJteams.
Voorbereiding transitie Jeugdzorg door samenstelling regionaal plan 21 voor de jeugd en de lokale uitwerking in samenhang met de drie decentralisaties en transformatie Sociaal Domein. Onderwijshuisvesting Zorgdragen voor adequate huisvesting t.b.v. primair, speciaal en voortgezet onderwijs op basis van de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs gemeente Eindhoven, overige beleidskaders en beschikbare middelen. Hiertoe wordt jaarlijks het Programma & Overzicht vastgesteld en wordt de uitvoering daarvan bekostigd en bewaakt c.q. begeleid. IHP In de afgelopen periode hebben de besturen PO (primair onderwijs), KO (kinderopvang), VO (voortgezet onderwijs) en SO (speciaal onderwijs) in cocreatie met de gemeente gewerkt aan een integraal onderwijshuisvestingsplan (IHP) teneinde alle leerlingen duurzaam een goede leeromgeving te kunnen bieden. In het PO/KO heeft dit geleid tot een gezamenlijke visie op onderwijshuisvesting, tot overeenstemming op hoofdlijnen over de ontwikkeling van de leerlingenaantallen in de verschillende gebieden en tot een gezamenlijke analyse van de opgave per gebied en de opgave voor het onderwijsaanbod op stedelijk niveau. M.b.t. het VO/SO heeft de Raad in september 2013 ingestemd met de rapportage IHP VO/SO 2014-2026 en de intentieovereenkomst onderwijshuisvesting VO (13.26.451). Vervolgens is nadere invulling gegeven aan de doorrekening van het uitvoeringsprogramma, de financieringsopgave, de financieringsmogelijkheden en de governance in cocreatie met de schoolbesturen. Bestuurlijke besluitvorming hierover wordt verwacht in 2014. VMBO’s De realisatie van de 2e vmbo (vmbo SCE op Sportpark Eindhoven Noord) verloopt voortvarend en oplevering is voorzien voor de zomervakantie van 2014. Het ontwerp van de 3e vmbo (vmbo Piuslaan) is in 2013 gereed
gemeente Eindhoven
- 89 -
Raadsprogramma 3 Onderwijs en Jeugd Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur Ruimte en vastgoed
Sector
Mens en Maatschappij Grond & Vastgoed
gemaakt voor aanbesteding en de bouwvergunning is verleend. Aanbesteding wordt verwacht in 2014. Er zal naar verwachting sprake zijn van een gefaseerde oplevering in 2016. De realisatie van de gymvoorziening bij de 3e vmbo is afhankelijk van een businesscase die in de maak is. Internationale Campus Met ingang van september 2013 is de school in bedrijf.
Wat heeft het gekost? Exploitatie: Bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking
Exploitatielasten
100.018
97.072
V 2.946
Exploitatiebaten
11.820
12.020
V 200
Totaal saldo van baten en lasten
N 88.198
N 85.051
V 3.147
Toevoegingen / onttrekkingen reserves
V 40.166
V 39.811
N 355
Resultaat
N 48.032
N 45.241
V 2.791
Toelichting afwijking exploitatie Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Toev./onttr.
Resultaat
reserves V 803
V 803
Lagere vaststellingen Strakkere sturing op de budgetten heeft ertoe geleid dat subsidies 2012 lager zijn vastgesteld. De beoogde doelstellingen zijn hierdoor niet in het geding gekomen. Het voordeel valt vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat.
V 680
V 680
Ontwikkeling sociaal Domein Bijsturing om diverse ontwikkelingen ten behoeve van sociaal domein te bekostigen (o.a. onderzoekskosten) bleek minder dan verwacht.
V 333
V 333
Indirecte kosten Positief resultaat wegens lagere doorbelasting.
V 297
V 297
VVE – gemeentelijke middelen Door de complexe besluitvorming ( leeftijd doelgroep, kostprijs en partnermodel) en de Europese regelgeving m.b.t. staatssteun is er een vertraging opgetreden in de uitvoering van nieuwe projecten en de daarbij behorende financiering. Ouderbijdrage die geraamd was heeft niet geleid tot uitgaven. De niet ingezette rijksmiddelen worden gereserveerd voor 2014 en verdere jaren. De niet bestede gemeentelijke middelen vallen vrij ten gunste van het jaarrekeningresultaat.
Onderwijshuisvesting en spil De investeringen zijn in aantal en omvang afhankelijk zijn van de aanvragen die door de schoolbesturen worden ingediend en vinden geregeld later plaats dan gepland (o.a. vanwege
gemeente Eindhoven
V 1.627
- 90 -
V 12
N 1.320
V 319
Structureel
Raadsprogramma 3 Onderwijs en Jeugd Portefeuille Commissie
Jeugd, welzijn en zorg Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur Ruimte en vastgoed
Sector
Lasten
Baten
Mens en Maatschappij Grond & Vastgoed
Toev./onttr.
Resultaat
Structureel
reserves planontwikkeling of vergunningsprocedures) waardoor 1 zogenaamde temporisering van investeringen optreedt. Voor de diverse spilcentra geldt dat deze meestal in het verlengde liggen van de investeringen onderwijshuisvesting. Voor het egalisatieresultaat 2013 is per saldo een storting gedaan in de reserve huisvesting onderwijs. N 860
Internationale Campus Voor de realisatie van de Internationale School Eindhoven worden de werkelijk gemaakte kosten onttrokken uit de voor de Internationale school ingestelde reserve. Uit deze reserve worden de bouw-, advies- en overige kosten alsmede de exploitatie kosten voor de komende 30 jaar onttrokken. De reserve is gevoed met bijdragen van derden en gemeente.
V 98
V 839
V 77
Conform eerdere besluitvorming heeft er storting plaatsgevonden ten behoeve van de reserve sociaal domein. In bovenstaande resultaten is reeds rekening gehouden met de verwerking van de storting.
1
Het verschil tussen begroting en realisatie ontstaat door de zogenaamde ‘temporisering’ van uitgaven/investeringen. Tijdens de uitvoering/realisatie van deze voorzieningen doen zich ontwikkelingen voor waardoor de uitgaven/investeringen latere worden gedaan dan begroot. Een voorbeeld van zo’n ontwikkeling is de vergunningprocedure waarbij zienswijzen een belangrijke rolspelen. Het effect van de ‘vertragende’ nagenoeg niet te beïnvloeden ontwikkelingen wordt aangeduid met ‘temporisering’ van de uitgaven/investeringen. Concreet heeft dit tot gevolg dat de investering weliswaar begroot in jaar X, maar de uitgaven pas feitelijk plaats vinden in (bijv.) jaar X+2. Het feit dat deze temporisering op voorhand niet is in te schatten, maakt het onmogelijk om begroting en realisatie van uitgaven exact op elkaar af te stemmen
gemeente Eindhoven
- 91 -
Raadsprogramma 4 Kunst, Cultuur, Design en Sport Portefeuille: Commissie:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen Van Abbemuseum Strategie Economie & Cultuur
Wat hebben we bereikt? Effecten: Kunst en cultuur, sport en design dragen bij aan Brainport 2020. De Eindhovense voorzieningen en activiteiten op het gebied van kunst en cultuur, sport en design dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de Brainport-regio en aan de leefbare stad. De voorzieningen zijn grotendeels aanwezig en voldoende aantrekkelijk, Eindhoven werd in 2013 bijvoorbeeld uitgeroepen tot Sportgemeente van het jaar, ondanks de gerealiseerde bezuinigingen en de stabilisatie (sport) en afname (Kunst en cultuur) in de participatie door Eindhovenaren. In hoeverre de leefbaarheid in de stad als gevolg van de aanwezigheid van de voorzieningen op peil is gebleven, is lastig te meten. De stabilisatie van sportparticipatie en de afname van cultuurparticipatie kan erop wijzen dat het bestedingsniveau van de Eindhovenaren door de crisis lager is en er andere prioriteiten worden gesteld. De maatschappelijke tendens vraagt dat de culturele- en sportvoorzieningen extra doordacht met de beschikbare middelen omgaan, (cultureel) ondernemerschap verder te ontplooien en meer vraaggericht te werken. Samenwerking en verbindingen leggen worden steeds belangrijker.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
7,1
7,2
7
7,2
7
7,5
7,5
Aantrekkelijkheid: Tevredenheidcijfer Sport Tevredenheidcijfer Kunst en cultuur Leefbaarheid: Sportparticipatie
67%
66%
70%
67%
Cultuurparticipatie
65%
65%
65%
60%
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties Het bevorderen van woon-, leef- en verblijfs/vestigingsklimaat en daarmee het realiseren van de aantrekkelijke stad en leefbare stad is de belangrijkste doelstelling van dit programmaonderdeel. Hieronder per programma onderdeel de prestaties in 2013: Sport Eindhoven werd Sportgemeente 2013! In 2013 is ingezet op Sportstimulering, Vitale sportclubs en Netwerk Sportstimulering. De sportparticipatie is stabiel gebleven maar er zijn zorgen over de terugloop van de bezoekersaantallen van de voorzieningen. Er is hoop op groei wanneer de economie aantrekt. Sport kwam in 2013 meer tot in de haarvaten van de stad door bijvoorbeeld Sportformule/ Buurt(sport)coach in scholen en wijken en de inzet van het Sportleerbedrijf met de Fontys sporthogeschool (stages studenten). Beheer, onderhoud en renovatie van bestaande sportvelden is doorgegaan en daarnaast was er ook in 2013 aandacht voor spreiding en openstelling van accommodaties in relatie tot de veranderende behoeftes van
gemeente Eindhoven
- 92 -
Raadsprogramma 4 Kunst, Cultuur, Design en Sport Portefeuille: Commissie:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen Van Abbemuseum Strategie Economie & Cultuur
verenigingen en van de bezuinigingen (bv sporthal Haagdijk dicht in 2012 en sportzalen Fontysgebouw (Genneper Parken) in avonduren en weekenden beschikbaar voor verenigingen). Bovenstaande droeg met name bij aan de Leefbare stad In het kader van de aantrekkelijkheid en uitstraling van de stad en de profilering van Eindhoven als Sportstad zijn een aantal (internationale) sportevenementen georganiseerd (o.a. NK Atletiek, Swimming Worldcup 2013, Ladiesrun, Nieuwjaarsloop, World Combat Cup, Supercup zaalvoetbal, Internationaal E-hockeytoernooi). Ook het stimuleren van sporttechnologie en –innovatie kreeg in 2013 aandacht in de vorm van een subsidie voor Stichting Sports and Technology teneinde samenwerkingsverbanden en innovatieprojecten tot stand te brengen. Het derde fieldlab is officieel geopend (Fieldlab aangepast sporten in revalidatiecentrum Bliksembosch). Van Abbemuseum Het Van Abbemuseum stelt zich op als transparant en betrokken museum voor moderne en hedendaagse kunst gericht op een bestaand en nieuw publiek. Het museum hoort bij de vooraanstaande musea voor hedendaagse kunst in Europa en gaat lokaal, nationaal en internationaal relaties aan met een divers publiek, nieuw talent, topkunstenaars en samenwerkingspartners. Het Van Abbemuseum functioneert als een vruchtbare plaats voor nadenken en co-creatie voor een actief, divers, lokaal en globaal publiek. Het museum draagt zo bij aan de Leefbare stad en maakt de stad aantrekkelijk. Het Van Abbemuseum bracht in 2013 diverse tentoonstellingen van nationale en internationale topkunstenaars en met diverse thema’s. Ook de eigen collectie werd in de spotlight gezet. In 2013 opende de grote collectietentoonstelling “Er was eens…” met meer dan 600 werken uit de eigen collectie. Een van de vele lokale en internationale samenwerkingsverbanden was de tentoonstelling Self Unself in samenwerking met de Design Academy tijdens de Dutch Design Week. In 2013 werkte het Van Abbemuseum o.a. samen met Glow, Piet Hein Eek, het Maxima Medisch Centrum en met het Stedelijk museum Amsterdam (project voor mensen met Alzheimer en hun mantelzorgers) en zette de buurtsamenwerking met Woensel West voort. Er is gestart met een Europees samenwerkingsverband L’Internationale. De door het Van Abbemuseum ontwikkelde tentoonstelling LissitzkyKabakov was gedurende het Nederland-Rusland jaar eerst in het Van Abbemuseum een groot succes en toert sinds medio 2013 door Rusland en gaat begin 2014 verder reizen naar Oostenrijk. Design Het programma Design draagt bij aan Aantrekkelijke stad en Leefbare stad doordat het programma het profiel van Eindhoven als Designstad en vooruitstrevende stad versterkt én met de activiteiten concreet bijdraagt aan de leefbaarheid in de stad, ook in 2013 weer. Met name de Dutch Design Week geeft Eindhoven profiel, de waardering voor het evenement en het aantal bezoekers was weer groter dan het voorgaande jaar. Er zijn minder projecten/ activiteiten uitgevoerd in 2013 door de lastige financiële situatie bij Capital D. Deze projecten zijn ‘on hold’ gezet, hierdoor is sprake van onderbesteding, in 2014 zal een inhaalslag worden gemaakt. Er wordt steeds vaker binnen bestaande budgetten van projecten rekening gehouden met design. De gewenste beweging is dus op gang aan het komen. Er is in 2013 intensief samengewerkt met Het Nieuwe Instituut (landelijk sector instituut voor de creatieve industrie). In het kader van de versterking van de relatie met sterke designregio’s in de wereld is een roadmap ontwikkeld met Taipei (Taiwan), World Design Capital in 2016, gericht op gezamenlijke projecten, het uitwisselen van kennis en talent.
gemeente Eindhoven
- 93 -
Raadsprogramma 4 Kunst, Cultuur, Design en Sport Portefeuille: Commissie:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur
Sector:
Sport & Bewegen Van Abbemuseum Strategie Economie & Cultuur
Kunst en Cultuur Kunst en Cultuur dragen bij aan de Aantrekkelijke en Leefbare stad met de activiteiten die ontplooid worden door de verschillende culturele instellingen en de bijdrage aan de ontwikkeling van StrijpS. De uitstraling van de stad en haar duidelijke profiel met vooruitstrevende kunst en cultuur en een link met technologie en media is extra voor het voetlicht gebracht in het project Het Wonder van Eindhoven begin 2013. Het niet behalen van de titel Culturele Hoofdstad 2018 is een domper maar feit is ook dat Eindhoven door de kandidatuur veelvuldig in de landelijke media is geweest bovendien kan het mogelijke vervolg heel interessant worden. Vanuit de Metavisie is doorgedacht over de belangrijkste aandachtspunten voor de komende jaren en de gewenste ontwikkelingen. Dit heeft geleid tot het bewustzijn dat er duidelijkheid moet komen naar de toekomst toe. Duidelijkheid met name voor de Raad en de culturele instellingen in de stad maar ook voor de ambtelijke organisatie (hoe gaan we om met budgetten en vastgoed maar ook met ambities). Momenteel (begin 2014) wordt er een ‘foto’ en een analyse gemaakt van het Eindhovense culturele veld waarin aanknopingspunten staan voor een toekomstbestendig cultuurbeleid. De opening in 2013 van het Natlab op StrijpS met daarin gehuisvest Baltan, Broet en Plaza Futura is een mooie toekomstgerichte ontwikkeling.
Wat heeft het gekost? Exploitatie: bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel Begroting 2013 Exploitatielasten
72.630
Exploitatiebaten Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekkingen reserves Resultaat
Rekening 2013
Afwijking
73.085
N 455
23.000
24.543
V 1.543
N 49.630
N 48.542
V 1.088
V 1.301
N 44
N 1.345
N 48.329
N 48.586
N 257
Toelichting afwijking exploitatie Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Toev./onttr.
Resultaat
Structureel
reserves Contractresultaat sector Sport en Bewegen Dit bedrijfsresultaat komt tot stand door enerzijds afwijkingen op (genormeerde) kostenbudgetten en anderzijds gerealiseerde opbrengsten en gemiddelde opbrengsten per bezoeker. Fontys Sporthogeschool Gedurende de realisatie van de Fontys Sporthogeschool zijn er bestuurlijke afwegingen gemaakt om extra investeringen te doen (de zogenaamde plusvariant, met extra investeringen in klimhal, een grotere zaal 4 i.c. tribunecapaciteit en parkeervoorziening). Dit heeft geleid tot extra ongedekte kapitaallasten. Naar aanleiding van opvolgende besluitvorming in het college zijn in 2013 enkel de voordelen op afschrijvingslasten van getemporiseerde investeringen ter dekking van het tekort op
gemeente Eindhoven
- 94 -
V 528
N 689
V 94
N 381
V 122
N 39
N 287
N 287
Raadsprogramma 4 Kunst, Cultuur, Design en Sport Portefeuille: Commissie:
Mobiliteit, milieu, sport en evenementen Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Maatschappij en cultuur
Sector:
Lasten
Baten
Sport & Bewegen Van Abbemuseum Strategie Economie & Cultuur
Toev./onttr.
Resultaat
reserves de kapitaallasten Fontys Sporthogeschool ingezet. Hiermee wordt slechts een gedeelte van de stelpost opgelost met de inzet van vrijvallende afschrijvingslasten binnen de sector. De resterende stelpost bedraagt € 287.000. Centrum voor Topsport en Onderwijs Pas eind december 2013 zijn de formele beschikkingen van zowel de Provincie Noord-Brabant € 200.000 als Sportservice Noord-Brabant (€ 100.000) ontvangen. Deze subsidietoekenningen zijn niet meer in de begroting verwerkt, terwijl de hieraan verbonden uitgaven wel zijn gedaan.
N 272
Van Abbemuseum De bezuinigingsopdracht is behaald en de exploitatie van het museum sluit conform begroting. De baten en lasten mbt het verwerven van kunstwerken en het organiseren en realiseren van tentoonstellingen verlopen via twee egalisatiereserves en zijn begrotingstechnisch gesaldeerd verwerkt en laten een zeer actief beleid zien. Er zijn veel subsidies geworven om extra budget te creëren, waardoor de mutaties sterk afwijken van de begroting. Door de ontvangst van een groot voorschot van EU-subsidie wordt er in de reserves gestort in plaats van onttrokken. Conform het amendement van de gemeenteraad van 3 juni 2013 is het tekort in de jaarrekening 2012, veroorzaakt door de CAO-aanpassing, extra onttrokken uit de reserve en laat derhalve een positief resultaat zien van € 41.000 De jaarschijf Design 2013 is in het najaar van 2012 aan de raad aangeboden. In verband met de perikelen bij Capital D is een aantal beoogde projecten tijdelijk on hold gezet. De aandacht heeft in 2013 gelegen op de gezondmaking van Capital D en dit is ten koste gegaan van concrete programmering. Daardoor is er sprake van onderbesteding. Conform het raadsbesluit ‘reserveringen bij jaarrekening 2013’ worden de niet bestede middelen gereserveerd t.b.v. inzet in 2014.
N 1.588 V 2.548
V 548
Europees (Smart Culture) project dat loopt tot 2016
V 132
Subsidies welke in 2013 lager zijn vastgesteld ten opzichte van de oorspronkelijke subsidieverlening uit eerdere jaren
V 124
gemeente Eindhoven
- 95 -
V 272
N 919
V 41
N 548
N 116
V 16 V 124
Structureel
Raadsprogramma 5 Openbare orde en Veiligheid Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector: Veiligheid en Bestuur Vergunning, Toezicht en Handhaving
Wat hebben we bereikt? In 2013 is het beleidskader Integrale Veiligheid voor de periode van 2014-2017 door de Raad vastgesteld. Hierbij is samengewerkt met in- en externe partners, de Raad, bewoners en ondernemers. Door middel van het intensiveren van integraal samenwerken, zowel in- als extern, hebben wij in 2013 invulling gegeven aan het coalitieakkoord 2010-2014: “werken aan morgen”. Immers “veiligheid maak je samen”. De daarbij behorende aanpak is gericht geweest op de gedachte dat overlast en criminaliteit bestaat bij de aanwezigheid van een gemotiveerde dader, een aantrekkelijk doelwit en een gelegenheid. Wij hebben oog gehad voor alle drie factoren. Daarnaast kiezen wij voor actieve participatie en verbinding tussen bewoners, ondernemers en professionals. Aan de hand van het actieplan Integrale Veiligheid 2013 zijn de resultaten uitgevoerd. De resultaten op het gebied van Veiligheid hebben wij bereikt door middel van: Integraal Samenwerken: De geïntegreerde aanpak is uitgangspunt geweest bij de aanpak van veiligheidsproblemen en is toegepast op basis van het principe ‘Integraal, tenzij…’ De benodigde samenwerking werd zowel ‘intern’ als ‘extern’ gerealiseerd (diverse sectoren, politie, justitie, zorg-en welzijnsinstellingen, woningcorporaties, bewoners en ondernemers). Tevens werd gebruik gemaakt van de samenwerkingsverbanden: Veiligheidsregio, RCF Kenniscentrum Handhaving, Veiligheidshuis, Regionaal informatie en expertisecentrum, Taskforce B5 en DITSS (Dutch Institute for Technology, Safety & Security) om de doelstellingen te bereiken. Bovendien is intensief gebruikt gemaakt van de diensten van de Veiligheidsregio. Bestuurlijke weerbaarheid: Georganiseerde criminaliteit is aangepakt door gebruik te maken van het strafrecht en/of bestuursrecht. Immers op bepaalde momenten heeft het lokaal bestuur meer slagkracht om barrières op te werpen en criminele activiteiten onmogelijk te maken. Informatiegestuurd werken aan veiligheid: Met behulp van het cluster Intelligence hebben wij informatiegestuurd gewerkt aan veiligheid. Met deze manier van werken konden wij gebeurtenissen, signalen en trends op wijk-, buurt- en mogelijk zelfs op straatniveau in kaart brengen. Deze informatie is gebruikt om gericht maatregelen te nemen en onze mensen en middelen in te zetten. Niet alleen om de objectieve veiligheid te verbeteren, maar juist ook om de veiligheidsbeleving van onze inwoners positief te beïnvloeden. (Technische) innovatie: De gemeente Eindhoven staat bekend om techniek, licht, design en innovatie. Brainport Regio Eindhoven werd bovendien in 2011 uitgeroepen tot de slimste regio ter wereld. Op het gebied van veiligheid komen deze werelden en mogelijkheden samen in het Dutch Institute for Technology, Safety & Security (DITSS). Deze kennis en kunde uit onze regio is benut bij het behandelen van onze veiligheidsvraagstukken. Daar waar technologische ontwikkelingen een oplossing biedt is er gebruik gemaakt van de aanwezige samenwerkingsverbanden binnen onze regio.
gemeente Eindhoven
- 96 -
Raadsprogramma 5 Openbare orde en Veiligheid Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector: Veiligheid en Bestuur Vergunning, Toezicht en Handhaving
Evenementen: In 2013 is het nieuwe evenementenbeleid geïmplementeerd. Hierbij is de focus met name gelegd op de openbare orde en veiligheid en vergunningverlening. Het imago en de positie als bruisende evenementenstad is hierbij niet uit het oog verloren. De resultaten op het gebied van Handhaving hebben wij bereikt via: Zorgdragen voor een veilige en leefbare stad door o.a. het stellen van regels en het verbeteren van het naleefgedrag van burgers en bedrijven van deze regels. Bij vergunningverlening staan onze klanten centraal: de aanvragers, maar ook hun buren. Het vergunningverleningproces is efficiënt ingericht en er wordt actief gecommuniceerd met klanten. De sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) zorgt samen met andere sectoren voor leefbaarheid en veiligheid. Het werkveld en het toetsingskader van vergunningverlening zijn gebaseerd op wetgeving en bestuurlijke kaders. Wij wegen het belang van alle betrokkenen op een transparante en integrale wijze. Door middel van een vooruitstrevende legesverordening, een koploperspositie in de verantwoordelijkheidsverdeling en een heldere visie op de keuzes die de stad kan maken indien zij iets wil ondernemen onderscheidt Eindhoven zich op dit vakgebied. De behaalde resultaten zijn: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
Woninginbraken
1.663
1.634
1.609
Auto-inbraak
1.995
3.500
3.005
Fietsdiefstal
2.976
3.000
3.179
40/204
60/200
25/180
60%
60%
56,7%
8,32%
10%
8,45% 1
8,3%
33,14%
10%
50,17%2
Aantal zaken eergerelateerd geweld
19
49
40
28 3
Zorgmeldingen jeugdprostitutie
38
45
90
43
Overval/ beroving Geweldsratio (verhouding aangiften politie en OMverdachten) Percentage recidive huiselijk geweld naar beneden
Werkwijze is opgezet, 0meting is in 2012 verricht
Percentage doorverwijzen slachtoffers huiselijk geweld naar hulpverlenende instanties
4
1
Het gaat hierbij om recidive volgens het Steunpunt huiselijk geweld waarbij eerder een traject op een pleger is ingezet
2
Het Steunpunt huiselijk geweld is zich in 2013 meer gaan richten op kortere interventies waarbij de directe veiligheid voorop
(Eindhoven). staat. Waar voorheen hulp die niet gericht was op veiligheid ook door het SHG werd uitgevoerd (bijvoorbeeld hulp bij schulden, mediation, relatiegesprekken als geweld gestopt is), is dat conform de visie van WIJ nu de taak van het voorliggend veld 3
Het gaat hierbij om zaken (meldingen en consultaties) regio Eindhoven
gemeente Eindhoven
- 97 -
Raadsprogramma 5 Openbare orde en Veiligheid Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector: Veiligheid en Bestuur Vergunning, Toezicht en Handhaving
Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
1
1
1
Woonoverlast: Jeugd
1.394
1.333
1.053
Woonoverlast: Drank
543
519
n.n.b.
Woonoverlast: Drugs
240
230
n.n.b.
Woonoverlast: Geluid
1.745
1.669
n.n.b.
0-meting nog
20%
Aantal criminele jeugdgroepen
Minder uitgaansgeweld
uit te voeren Incidenten woonoverlast (drugs, drank en geluid) worden sinds 2011 niet meer op de meldkamer bijgehouden maar komen nu in het registratiesysteem BVH van de politie. Hier hebben we eerder niet op verantwoord gezien de doelstelling gebaseerd was op het aantal meldingen vanuit de meldkamer. M.b.t.:
■ Aantal meldingen drugs/drank: Sinds 2012 zijn de categorieën melding overlast drank en melding overlast drugs samengevoegd tot één categorie feitsoort. Daarnaast wordt er door de opheffing van het POV op een andere manier geregistreerd. M.a.w. deze cijfers geven geen reëel beeld.
■ Aantal meldingen overlast geluid: hierop zouden we kunnen monitoren. Echter de doelstelling is gebaseerd op meldingen vanuit de meldkamer.
Wat heeft het gekost? Exploitatie: Begroting 2013
bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel Rekening 2013 Afwijking
Exploitatielasten
30.465
30.483
N 18
Exploitatiebaten
2.429
2.053
N 376
N 28.036
N 28.431
N 395
V 1.119
V 1.119
V0
N 26.917
N 27.312
N 395
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekingen reserves Resultaat
4
Het gaat hierbij om meldingen regio Eindhoven
gemeente Eindhoven
- 98 -
Raadsprogramma 6 Burger en Bestuur Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector: Veiligheid en Bestuur Strategie Gebiedsontwikkeling Publiekscontacten Vergunning, Toezicht en Handhaving
Wat hebben we bereikt? Het programma beoogt het goed functioneren van de bestuursorganen en bevordert het contact tussen burger en bestuur, evenals het actief informeren en het betrekken van burgers, ondernemers en bezoekers. Het programma bevordert de kwaliteit van de dienstverlening. Doelstelling van het onderdeel bestuurlijke samenwerking is de inhoudelijke advisering en ondersteuning van het College van B&W en de afzonderlijke leden, de gemeentesecretaris en de Directieraad ten aanzien van externe (bestuurlijke) samenwerkingsrelaties. Dit alles ten behoeve van het extern behartigen van de belangen van de stad Eindhoven. Dit doen wij door middel van: Burgerparticipatie Op basis van het programma burgerparticipatie focussen we op een viertal thema’s, te weten: samenspraak verbeteren, zeggenschap uitbreiden, actief burgerschap stimuleren en gemeentelijke participatie bij burgerinitiatieven. Zowel beleidsmatig als ten aanzien van de uitvoeringspraktijk heeft een verrijking van burgerparticipatie plaatsgehad via beleid, scholing en training van medewerkers, uitvoeringsprogramma’s, verordeningen en subsidies. Daarnaast is ingezet op activering van bewoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen en ambtenaren. De basis voor burgerparticipatie is, zoals gesteld in het burgerjaarverslag (zie § 2.9) daarmede veel steviger geworden. Publieke dienstverlening Om de gemeentelijke dienstverlening op peil te houden is het noodzakelijk mee te bewegen met de klantwensen en (technologische) ontwikkelingen in de maatschappij. Inwoners willen hun zaken met de gemeente goed en eenvoudig kunnen regelen. Snel (los van openingstijden), op het moment én op de wijze die hen het beste uitkomt. Zij verwachten betrouwbare informatie in duidelijke taal, één aanspreekpunt en geen overbodige vragen, regels en procedures. De gemeente Eindhoven speelt in op deze behoefte en verbetert haar dienstverlening door zoveel mogelijk 24x7 uur toegankelijk te zijn voor informatie en diensten. Daarnaast werkt de gemeente Eindhoven aan de digitale dienstverlening via het digitaal loket. Het doel is een klantvriendelijke, compacte, effectieve en efficiënte overheid. Een gemeente die dicht bij haar inwoners staat. Zie tevens het burgerjaarverslag (§ 2.9 ) voor meer informatie over de dienstverlening in 2013. Strategie In 2013 heeft de verdere professionalisering van de public affairsfunctie verder vorm gekregen. Met name gericht op netwerkvorming, positionering en belangenbehartiging op nationaal en provinciaal niveau en in nauwe samenwerking met partners, zoals Brainport Development. Op Europees niveau is in 2013 voorgesorteerd op de nieuwe 7-jaars begrotingsperiode. Het gaat daarbij om inzet op het optimaal gebruik van de structuurfondsen (zoals EFRO, ESF en Interreg) als communitaire fondsen (o.a. Horizon 2020, EIP Health en EIP Smart City). Via actieve inzet in de G32 werkgroep Europa vindt ook nationale beïnvloeding plaats op Europese thema’s. De focus ligt daarbij op de Brainport-agenda waarbij inzet primair gaat naar de Europese speerpuntthema’s mobiliteit, energie, gezondheid en veiligheid. De E3-samenwerking met de Noordvleugel en Zuidvleugel van de Randstad is in 2013 doorontwikkeld, onder andere door uitvoering van het gezamenlijke project SLIM (innovatief inkopen i.r.t. stedelijke verlichting). Het versterken van het verdienvermogen van Nederland zal de komende periode het centrale thema worden. In 2013 heeft de transformatie van het SRE naar Metropoolregio Eindhoven inhoudelijk zijn beslag gekregen. De basis hiervoor is de Regionale Agenda met een inhoudelijke focus op het realiseren van de Brainport-agenda en
gemeente Eindhoven
- 99 -
Raadsprogramma 6 Burger en Bestuur Portefeuille:
Burgemeester
Commissie:
Financiën en Bestuur
Sector: Veiligheid en Bestuur Strategie Gebiedsontwikkeling Publiekscontacten Vergunning, Toezicht en Handhaving
waarbij het principe van multilevel governance geïntroduceerd wordt. De Metropoolregio is primair een bestuurlijk netwerk met een focus op het realiseren van resultaten op het gebied van economie, ruimte en mobiliteit. De meer uitvoerende taken worden al dan niet in gewijzigde vorm overgedragen naar het subregionale niveau. Implementatie en formalisering middels besluitvorming over de nieuwe gemeenschappelijke regeling vindt plaats in 2014. Samenwerking op subregionaal niveau heeft in 2013 een impuls gekregen doordat een nieuwe convenant in het Stedelijk Gebied tot stand is gekomen als opvolger van het BOR-convenant met afspraken op het gebied van wonen en werken (o.a. 1-loket voor bedrijfshuisvesting). De ondersteuning van de samenwerking wordt vanaf 2014 door de gemeente Eindhoven van het SRE overgenomen als onderdeel van de transfer van taken in het kader van de transformatie tot Metropoolregio. Hetzelfde geldt voor de ondersteuning van Brainport Avenue. In het kader van de Campussamenwerking zijn in 2013 goede stappen gezet om te komen tot een gezamenlijke internationale desk, o.a. voor branding, acquisitie en economische diplomatie.
Wat heeft het gekost? Exploitatie: bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking
Exploitatielasten
38.760
37.121
V 1.639
Exploitatiebaten
5.248
5.001
N 247
N 33.512
N 32.119
V 1.393
N 2.938
N 2.935
V3
N 36.450
N 35.054
V 1.396
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekkingen reserves Resultaat
Toelichting afwijking exploitatie Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel Lasten
Baten
Toev./onttr. reserves
Resultaa Structureel
Subsidies stadsdeelgericht Werken: Een aantal bewonersorganisaties hebben het geld wat ze overhadden van de subsidie voor 2012 teruggestort naar de gemeente. Dit is conform afspraak in de subsidieregeling.
V 159
t V 159
Stadsdeelbudget: Dit jaar is strenger gekeken naar nut en noodzaak van de bestedingen ten laste van het stadsdeelbudget, m.n. als het gaat om uitbreidingen in de openbare ruimte, vanwege het kostenverhogende effect hiervan op het beheer en onderhoud. Daarnaast is een extra bezuiniging van € 50.000 doorgeschoven naar 2014. Deze komt in 2014 bovenop de reguliere bezuiniging van € 50.000 en in 2015 wordt nog een keer € 50.000 bezuinigd. Afwijking op personeels- en doorbelaste kosten, zie de algemene toelichting hierop
V 325
V 325
V 792
V 792
gemeente Eindhoven
- 100 -
V 100
Raadsprogramma 7 Organisatie en Bedrijfsvoering Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Beheer
Sector:
Control, Communicatie, Personeel & Organisatie, Informatisering en Beheer, Facilitaire en Administratieve Ondersteuning, Publiekscontacten, Veiligheid en Bestuur
Wat hebben we bereikt? Effecten Ontwikkelingen bedrijfsvoering De bedrijfsvoering is verder ontwikkeld en geprofessionaliseerd aan de hand van het ontwikkelde – concept “Meerjarenplan Bedrijfsvoering”, de opvolger van de in 2012 vastgestelde nota bedrijfsvoering. Hierin staan acties ten aanzien van cultuur en competenties, gedrag en ontwikkeling, verbetering van kwaliteit en (risico)beheersing, samenwerking en verbinding binnen en buiten de eigen organisatie. De plannen sluiten nauw aan bij de eerder vastgestelde organisatie- en HRM visie “Weet Wat Werkt” en de realisatie van Route 2014 (bezuiniging en kwaliteitsverbetering). Voldoen aan algemene en wettelijke eisen In 2013 zijn de nodige stappen gezet in het programma ‘Financiën helder en op orde’. Medio 2013 zijn de normen afgesproken waarop gestuurd wordt in het kader van flexibiliteit, stabiliteit, weerbaarheid en wettelijke kaders (zie ook paragraaf: 1.3 “Financiële hoofdlijn”). Verander- en verbetervermogen van organisatie Talloze veranderingen binnen onze gemeente vragen van Bedrijfsvoering (Interne Dienstverlening) een nieuwe innovatieve blik op de eigen visie, strategie en bijbehorende processen. In de loop van 2013 is een onderzoek uitgevoerd binnen de bedrijfsvoeringsectoren. Er is geïnventariseerd wat, gerelateerd aan de wensen en eisen vanuit het primaire proces, de ambities zijn, wat het huidige niveau van dienstverlening is en welke slagen er nog in de bedrijfsvoering gemaakt moeten worden om de ambities te bereiken. Verder vertaald in het hierboven genoemde concept “Meerjarenplan Bedrijfsvoering”. Dit plan wordt in 2014 vastgesteld.
Strategische programma’s (zie bedrijfsvoeringsparagraaf – programma’s) Slim werken Met de uitvoering hiervan wordt een bijdrage geleverd aan het invullen van de bezuinigingstaakstellingen in het kader van Route 2014. Naast financiële opbrengsten leveren de procesverbeteringstrajecten van Slim Werken ook kwalitatieve verbeteringen op die nagenoeg niet zijn uit te drukken in geld, maar van zeker evenveel waarde zijn voor de organisatie. Het Nieuwe Werken (HNW)/Huisvesting(HV) Deze programma’s hebben als doel een aantal belangrijke strategische organisatiedoelstellingen mede te realiseren, namelijk: een professionele en flexibele organisatie, aantrekkelijk werkgeverschap, kostenbesparingen en duurzaamheid. Er worden 3 ontwikkelsporen onderscheiden: werkplek (“Bricks”: gebouw, inrichting, bureaus, etc.), ICT ondersteuning (“Bytes”: kantoorautomatisering, thuiswerkfaciliteiten, WIFI, smartphones/tablets, etc.) en mens & organisatie (“Behaviour”: leiderschap, medewerkers ontwikkeling, cleandesk, etcetera). 2013 heeft vooral in het teken gestaan van de uitvoering. Mobiliteit Het programma “Persoonlijke ontwikkeling en mobiliteit” (voorheen: “Mobiliteit”) heeft een stormachtige groei doorgemaakt in 2013. Uitbreiding vond plaats in de omvang van het daaraan gekoppelde mobiliteitscentrum (“Carrière 2014”), door ondersteuning van extra adviseurs en in de verdere professionalisering van het takenpakket van het centrum zelf. De gemeente Eindhoven heeft zijn plek in het netwerk met andere werkgevers in 2013 gehandhaafd ten dienste van de mobiliteitsopgave. Het najaar 2013 heeft tevens in het teken gestaan
gemeente Eindhoven
- 101 -
Raadsprogramma 7 Organisatie en Bedrijfsvoering Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Beheer
Sector:
Control, Communicatie, Personeel & Organisatie, Informatisering en Beheer, Facilitaire en Administratieve Ondersteuning, Publiekscontacten, Veiligheid en Bestuur
van het opvangen en begeleiden van de eerste groep medewerkers (28) die ten gevolge van Route 2014 gedwongen mobiliteitskandidaat zijn geworden (of daartoe een voorlopig besluit hebben ontvangen).
Wat hebben we daarvoor gedaan? Realiatie
Realiatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
18,8
41,0
62,5
62,5
11,63
41,0
62,5
62,5
7,17
0,0
0,0
0,0
33,8%
34,9%
31,8%
35.06% *
Norm is gemiddelde van de 100+ groep
33,2%
33,2%
33,2%
33,2%
Gemiddelde beste 25% van de 100+ groep
31,6%
31,6%
31,6%
31,6%
N/A
N/A
N/A
152 fte
94 fte
51 fte
21 fte
16 fte
-110 fte
-120 fte
-95 fte
-86 fte
-16 fte
-69 fte
-74 fte
-70 fte
Bezuinigingsdruk Doel: financiën op orde Totaal bezuinigingen Realisatie Nog in te vullen conform maatregelen in werkprogramma Overhead Doel: efficiënte organisatie Het betreft percentage overhead to.v. de totale formatie
Mobiliteit Doel: klaar zijn voor de toekomst Doorstroom Instroom Uitstroom Saldo uitstroom-instroom
* Vertraagde uitvoering route 2014
Wat heeft het gekost? Exploitatie:
bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking
Exploitatielasten
23.680
37.883
N 14.203
Exploitatiebaten
335.845
345.637
V 9.792
V 312.165
V 307.754
N 4.411
V 10.653
V 14.562
V 3.909
V 322.818
V 322.316
N 502
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekkingen reserves Resultaat
gemeente Eindhoven
- 102 -
Raadsprogramma 7 Organisatie en Bedrijfsvoering Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Beheer
Sector:
Toelichting afwijking exploitatie
Control, Communicatie, Personeel & Organisatie, Informatisering en Beheer, Facilitaire en Administratieve Ondersteuning, Publiekscontacten, Veiligheid en Bestuur
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel Baten Toev./onttr. Resultaat Structureel reserves V 887 V 5.087 V 5.974
Lasten Het saldo van de werkelijke rentekosten en opbrengsten voor de gemeente Eindhoven laat een voordeel van € 4,1 miljoen zien: minder nieuwe lange leningen door minder investeringen; incidenteel rentevoordeel uit verstrekte kredieten, extreem lage rente % op korte leningen. De ontvangen omslagrente (interne rente afgedragen door sectoren over hun activa) is € 2 miljoen lager dan begroot (dit is een voordeel bij de andere programmaonderdelen). Beleggingen: V € 3,9 miljoen. vrijval belegging heeft extra rendement opgeleverd door stijging van aandelenkoersen vlak voor moment van aflossing. De uitkering uit het gemeentefonds vertoont een positief resultaat. Dit komt door een positief nagekomen resultaat over de uitkeringsjaren 2011 en 2012 van € 0,5 miljoen en € 2,7 miljoen als gevolg van de definitieve vaststelling van statistieken en de verschuiving van de afrekening van het accres 2012 naar 2013. Voor het uitkeringsjaar 2013 hebben we in december geld gekregen voor maatschappelijke opvang, voorbereidingskosten ESF en uitvoeringskosten inburgering (V € 0,5 miljoen). Dit geld is gestort in de reserve gemeentefonds (N € 0,5 miljoen). Ook voor 2013 zijn statistieken aangepast (V € 1,7 miljoen) en zijn de accressen 2012 en 2013 aangepast (N € 3,8 miljoen).
V 1.603
Kosten van de project sectoren worden via urenboekingen doorbelast naar de projecten. De kosten op projecten worden afgedekt met projectbudgetten. Door tarief-, hoeveelheids- en prijsverschillen worden niet alle kosten doorbelast naar de projecten. Dit leidt tot een verschil van € 5,3 miljoen. Hiervan komt € 0,4 miljoen ten laste van de hiervoor bestemde reserve (via PO 8.7 Ruimtelijke Ontwikkeling). Resteert een verschil van € 4,9 miljoen.
N 4.913
Voordeel bedrijfsvoering ondersteunende sectoren, personele aangelegenheden en Overige resultaten 5-rubriek (o.a. loonkosten): V € 3.3 miljoen, voordelig saldo HV/ HNW (nadeel bij reservering): V € 0,2 miljoen. Stelposten bezuinigingsdoelstelling route 2014: N € 5 miljoen. Deze wordt gerealiseerd middels de voordelen bij eigen personeel en inhuur. Conform afspraak in dossier ambtelijke huisvesting wordt het voordeel op bedrijfsvoering (€ 1,6 miljoen) en het voordeel op de projecten onder de programma’s Huisvesting en HNW (€ 0,2 miljoen) toegevoegd aan de specifiek daarvoor opgerichte reserve Huisvesting/HNW
N 1.845
Vrijval voordelig saldo in de jaarrekening naar aanleiding van correctiedossier 4de kwartaal 2013: - V € 1,3 miljoen actualisatie kapitaallasten (uitgestelde investeringen) - V € 2,1 miljoen dossier MPG2013 (interne rentecomponent)
V 3.408
Vrijval voorziening wachtgeld sector MM. De toekomstige verplichting is afgenomen waardoor de voorziening deels kan vrijvallen (rechthebbenden op het wachtgeld genereren meer eigen inkomsten): V € 0,3 miljoen Vrijval reserve Slim werken (dekking voor geplande projecten in 2014 reeds opgenomen in de begroting): V € 0,2 miljoen.
gemeente Eindhoven
- 103 -
N 518
V 1.085
N 4.913
N 1.813
N 3.658
V 3.408
V 494
V 494
Raadsprogramma 7 Organisatie en Bedrijfsvoering Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Beheer
Sector:
Lasten Onroerende zaakbelastingen Als gevolg van een fout in de tariefberekening voor 2013 is de begrote opbrengst onroerende zaakbelastingen voor belastingjaar 2013 niet gehaald (N € 0,8 miljoen). Voor wat betreft voorgaande belastingjaren (2012 en eerder) bestaat als gevolg van waardeverminderingen (n.a.v. het (gedeeltelijk) gegrond verklaren van ingediende bezwaarschriften tegen de vastgestelde WOZ-waarde) eveneens een nadelig resultaat (N € 0,2 miljoen). In verband met een gunstige aanbesteding van de verzekeringsportefeuille is een stelpost voor verzekering opgenomen in de begroting van de sector GV. Door onder andere de stijging van de assurantiepremie wordt een gedeelte van de bezuiniging te niet gedaan. Middels begroting op orde wordt getracht om deze stelpost structureel te verwerken in de meerjarenbegroting, maar leidt nu hier tot een eenmalig nadeel. Niet verrekenbare servicekosten over de afgelopen 5 jaar. Voor 2014 wordt onderzocht om hierover aanvullende afspraken te maken om dit in de toekomst te voorkomen. Deze kosten en opbrengsten zijn niet begroot. - een bedrag van € 247.000 is verlies op het pand Kanaalstraat. Dit pand is bestuurlijk om niet beschikbaar gesteld aan de gebruikers. Het gaat hier om een structureel tekort zolang het pand om niet beschikbaar wordt gesteld aan de gebruikers. - een bedrag van € 120.000 wordt veroorzaakt door kosten die we a.g.v. leegstand pand aan de Kronehoefstraat, niet kunnen invorderen bij de gebruikers. Het gaat hier om een pand dat onder de eigen huisvesting valt. Gezocht wordt naar nieuwe huurders voor dit pand. - Een bedrag van € 561.000 wordt veroorzaakt door niet verrekenbare kosten van Spilcentrum Meerbosch. Het gaat hier om door te berekenen energielasten, servicekosten e.d. waarvoor geen overeenstemming is met de gebruikers. En derhalve nog geen contractuele afspraken zijn vastgelegd. Het gaat hier om kosten die we vanaf 2008 hebben gemaakt. En waarvan we nu op grond van het voorzichtigheidsprincipe, ons verlies nemen. In 2014 wordt beoordeeld of we de gemaakte kosten alsnog kunnen invorderen. Waardoor er mogelijk een incidenteel voordeel gaat ontstaan. - Overige verschillen € 17.000
Baten
Control, Communicatie, Personeel & Organisatie, Informatisering en Beheer, Facilitaire en Administratieve Ondersteuning, Publiekscontacten, Veiligheid en Bestuur
Toev./onttr. reserves
N 924
Resultaat N 924
N 445
N 445
N 2.525 V 1.580
N 945
De bezuinigingstaakstelling (o.a. verkooppanden) van de sector GV is netto in de begroting verwerkt. Als gevolg van verkoopkosten en sanering boekwaarden zijn er kosten gemaakt, deze zijn gecompenseerd door de hogere verkoopopbrengsten.
N 1.573 V 1.508
N 65
Ter financiering van de frictiekosten boventalligen als gevolg van Route 2014 is een voorziening gevormd. Hierin is een eerste storting gedaan van € 6,1 miljoen vanuit het Eigen Kapitaal (hierbinnen is € 15 miljoen als achtervang voor frictiekosten gereserveerd) op basis van het gedeelte van de Organisatie en Formatieplannen die eind 2013 waren opgeleverd en definitief waren vastgesteld. Voor de frictiekosten die (nog) niet binnen de voorgeschreven voorziening vallen, wordt aan de raad voorgesteld om een reserve van € 8,9 miljoen in te stellen, eveneens ten laste van het Eigen Kapitaal.
N 6.143
gemeente Eindhoven
- 104 -
V 6.143
Structureel
Raadsprogramma 7 Organisatie en Bedrijfsvoering Portefeuille:
Financiën, dienstverlening en organisatie
Commissie:
Financiën en Beheer
Sector:
Lasten Afwaardering woningen Aquaveste: Boekwaarde van de woningen staat op dit moment te hoog in de boeken. De waarde moet conform BBV-regelgeving op marktwaarde zijn gewaardeerd oftewel conform waarde in verhuurde staat. Afwaardering is dan nodig van € 0,7 miljoen voor de woningen en € 415.000 voor parkeerplaatsen en bergingen (zullen komende periode geen inkomsten genereren).
gemeente Eindhoven
- 105 -
N 1.115
Baten
Toev./onttr. reserves
Control, Communicatie, Personeel & Organisatie, Informatisering en Beheer, Facilitaire en Administratieve Ondersteuning, Publiekscontacten, Veiligheid en Bestuur
Resultaat N 1.115
Structureel
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we bereikt? Algemeen Het programma Ruimtelijk faciliteert om Eindhoven te behouden en te versterken als aantrekkelijke stad om te wonen, werken, recreëren, of te bezoeken. Het programma maakt de sociaal-maatschappelijke en economische ontwikkelingen in de stad voor de doorontwikkeling van Brainport fysiek-ruimtelijk mogelijk. Daarvoor willen we de ruimtelijke inrichting (wonen, ruimtelijke ordening), de bereikbaarheid (verkeer en vervoer) en de openbare ruimte (inclusief groen en recreatievoorzieningen en water) in de stad op een duurzame manier (uitgangspunten vanuit milieubeheer en duurzaamheid) borgen. Dit doen we op drie manieren: ▪ Eén samenhangend ruimtelijk programma, door verbinding tussen ruimtelijke inrichting, openbare ruimte en duurzaamheid, én door de verbinding met (majeure) gebiedsprogramma’s zoals Meerhoven, Spoorzone en Eindhoven Noord-West. ▪ Samen met en ten dienste van andere programma’s. Zo draagt onderwijshuisvesting vanuit het programma Ruimtelijk bij aan de doelstellingen voor het programma onderwijs en jeugd, en is er een sterke relatie tussen de openbare ruimte en het programma openbare orde en veiligheid voor de leefbaarheid en veiligheid in de stad. ▪ Samen met en ten dienste van onze partners: bewoners, woningbouwcorporaties, kennisinstellingen, andere overheden en bedrijven.
Effecten: I Ruimtelijke inrichting Eindhoven wil een stad zijn met een aantrekkelijke en duurzame woon- en leefomgeving voor de huidige en nieuwe bewoners. De woningbouwproductie in Eindhoven is beter dan verwacht. De ondertekening van het Bestuursconvenant Stedelijk Gebied Eindhoven en de voorbereiding van de Woonvisie 2014, zijn van belang als beleidskader. Er is gewerkt aan wijkvernieuwingsprojecten en actiegebieden zijn aangewezen. In 2013 hebben we gewerkt aan nieuwe manieren om de markt te verkennen en een nieuwe manier van inrichten van beleid en instrumenten. Bij de actualisatie van de verouderde bestemmingsplannen is een grote inhaalslag gemaakt. Bij vergunningverlening is de dienstverlening voor de burgers verbeterd: zo zijn er meer zaken vergunningsvrij gegeven en wordt er meer met flitsvergunningen gewerkt. Bij het ruimtelijk beleid is een nieuwe opzet voor het welstandsbeleid geformuleerd. De Meerjaren Prognose Grondbedrijf (MPG) is mede op basis van het rapport van Deloitte opgesteld volgens de nieuwe werkwijze. De invloed van de economische crisis voelbaar. Het aantal vergunningen is afgenomen en daarmee de legesinkomsten. Met de vaststelling van de legestarieven 2014 is rekening gehouden met de terugloop van het aantal aanvragen/legesinkomsten. Gebiedsontwikkelingen worden gefaseerd en later uitgevoerd. Dit zien we ook terug bij de MPG 2013 en de daarin niet gedekte projecturen. II Bereikbaarheid Op basis van diverse beleidsplannen zijn maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid uitgevoerd. Voorbeelden zijn de vervanging van verkeerslichten, de realisatie van groene golven en de aanleg van fietspaden en de HOV2. Om het autogebruik terug te dringen en het fiets- en OV gebruik te stimuleren (verbetering van de modal split) zijn diverse projecten uitgevoerd, zoals de Slowlane en de HOV2. De verkeersveiligheid is vergroot door het zoveel mogelijk opheffen van black spots, het inrichten van duurzaam veilige woonwijken en systematisch aandacht besteden aan kwetsbare verkeersdeelnemers in onze projecten.
gemeente Eindhoven
- 106 -
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
III Openbare ruimte a. Duurzame openbare ruimte We willen zorgen voor een duurzame openbare ruimte, die in alle wijken voldoet aan de basiskwaliteit en waar bewoners tevreden zijn en betrokkenheid voelen met hun leefomgeving. Door uitvoering van diverse projecten en onderhoud, is een bijdrage geleverd aan deze doelstelling. De tevredenheid van de bewoners voldoet aan de doelstellingen en is redelijk stabiel. b. Ontwikkeling en instandhouding groen Centraal staan het ontwikkelen en behouden van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende gebruiks- en natuurfuncties, én het bouwen aan en beheren van groen als essentieel en karakteristiek onderdeel van de aantrekkelijke woon- en werkomgeving van Eindhoven. De ruimtelijke groene structuur van de stad en de gebruiksmogelijkheden van groen zijn gehandhaafd en versterkt door te werken aan verschillende projecten. De natuur is versterkt door voorbereiding en uitvoering van diverse soortspecifieke verbeteringsmaatregelen en versterking van de ecologische structuur van de stad en verbindingen met het buitengebied. Daarbij vindt een meerjarig natuurmeetprogramma plaats. c. Inrichting en beheer van een duurzaam stedelijk watersysteem In 2013 is uitvoering gegeven aan activiteiten en projecten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de doelstelling: Beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage en het in stand houden en verbeteren van een goede leefomgeving. Er is invulling gegeven aan het reguliere beheer en onderhoud van het rioolstelsel. Daarnaast is uitvoering gegeven aan het reguliere beheer en onderhoud van het oppervlaktewateren die onder de zorgplicht van de gemeente vallen. IV Milieu en duurzaamheid a. Het beperken van de belasting van de leefomgeving en van het milieu Het aandeel nuttig hergebruikt afval is met 13% gestegen ten opzichte van 2012. De kwaliteit en beleving van de fysieke leefomgeving is voor de milieuthema’s in de stad gemonitord door middel van berekening, meting en peiling van beleving van inwoners. Er is uitvoering gegeven aan met het rijk gemaakte saneringsafspraken ter beperking van de risico’s, belasting en hinder(beleving) ten aanzien van Bodem, Geluid, Lucht, Externe veiligheid en elektromagnetische straling. e De Aldersafspraken t.a.v. Leefbaarheid zijn uitgevoerd: De resultaten van de 1 peiling Gezondheidbelevingsonderzoek zijn gerapporteerd en de voorziening voor klachten en informatie is met de website Samen op de hoogte medio 2013 toegankelijk gemaakt b. Duurzame energie, duurzaam ondernemen stimuleren en samen werken aan duurzaamheid Duurzaamheid is verankerd in onze stad. Onze partners werken samen met de gemeente aan de duurzaamheid en burgers weten wat duurzaamheid is wat zij zelf kunnen doen. Ook hierbij geven wij als gemeente het goede voorbeeld.
Effectindicatoren: Realisatie
Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
887/737
1600/1431
757/557
1500/1366
75/25
60/40
-
65/35
n.v.t.
>75%
Gegevens
n.v.t.
1,05
I Ruimtelijke Inrichting A1Woningbouwproductie ( bruto/netto) A2 Verhouding sociaal en vrije sector
1
2
A3 % actiegebieden met hogere score buurthermometer t.o.v. voorgaande jaar
gemeente Eindhoven
vanaf 2014
- 107 -
Gegevens
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Realisatie 2011 A4 Verhouding kernvoorraad en doelgroep van beleid
Realisatie 2012
Begroting 2013
2
Realisatie 2013 vanaf 2014
II Bereikbaarheid A1Rapportcijfer bereikbaarheid centrum per auto
6,1
6,2
≥ 6,0
6,3
A2 Rapportcijfer bereikbaarheid centrum per fiets
7,9
7,9
≥ 7,0
7,9
A3 Rapportcijfer bereikbaarheid centrum per bus
7,5
7,5
≥ 7,0
7,6
B1 % te voet in de modal split
12%
13%
≥ 13%
12%
B2 % auto in de modal split
41%
42%
≤42%
40%
B3 % fiets in de modal split
40%
40%
≥ 40%
42%
B4 % openbaar ververvoer in de modal split
7%
5%
≥ 5%
6%
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b.
42%
31%
≤ 39%
32%
72%
65%
72%
A2 Onderhoud: rapportcijfer schoon en netjes
6,6
6,5
6,5
A3 Onderhoud: rapportcijfer: heel en veilig
6,7
6,5
6,6
C1 Aantal verkeersslachtoffers
3
C2 % Dat zich wel eens onveilig voelt in het verkeer III Openbare ruimte A1 Onderhoud: % Eindhovenaren (zeer) tevreden
A4 Inrichting: % Eindhovenaren (zeer) tevreden B1 % tevreden over inrichting en onderhoud van het
75%
65%
77%
86%
87%
70%
87%
72%
72%
70%
77%
+/-
+/-
+/-
66%
≥70%
≥ 70%
88%/86%
≥80%
≥ 80%
2
1
0
40
53
groen in de woonomgeving B2 % inwoners dat jaarlijks een van de grote stadsparken bezoekt B3 Biodiversiteit soortgroepen blijft gemiddeld gelijk (+/-), 4
neemt toe (+/++) of af(-/--)
C1 % inwoners tevreden over regenwater afvoer / functioneren riolering C2 % inwoners tevreden over de inrichting / resp. de kwaliteit van het oppervlaktewater C3 Aantal resterende gebieden met maatregelen tegen grondwateroverlast III Milieu en duurzaamheid A1 Afval: % nuttig hergebruik (SW>90%) A2 % tevreden over afvalinzameling (SW >80%) A3 % woningen en kwetsbare functies met onvoldoende gezondheidssituatie door bodem, geluid, lucht, risico’s (SW<10%)
90
90
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b
1,41
Nog niet
5
A5 % inwoners met hinder/zorgen/ ontevredenheid over kwaliteit van bodem, geluid, lucht en risicobronnen( 2 of meer; SW<20%)
5
B1Eindhovense Stedelijke Energieneutraliteits-Index
gemeente Eindhoven
90
5
A4 % inwoners met hinder/zorgen/ ontevredenheid over bodem, geluid, lucht of risicobronnen (SW<25%)
90
- 108 -
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Realisatie
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Realisatie
2011
Begroting
2012
Realisatie
2013
2013 beschikbaar gesteld door Agentschap NL
B2Hoeveelheid gebruikte energie in Eindhoven in PJ/jaar
17,7
Nog niet beschikbaar gesteld door Agentschap NL
B3 Gemiddeld energielabel van de bestaande woningen
1.87 (D)
Nog niet beschikbaar gesteld door Agentschap NL
D % inwoners tevreden over informatie over duurzaamheid 1.
66%
Woningbouwproductie t/m 2014 gebaseerd op het Programma Wonen 2010-2015. De verdeling over de jaarschijven is een theoretische verdeling van het totaal programma voor de periode over de jaarschijven. Voor de periode 2015 t/m 2012 zijn de aantallen gebaseerd op het Regionaal Woningbouwprogramma. Daarin is alleen de netto toevoeging bepaald.
2.
De kernvoorraad zijn alle huurwoningen tot de liberalisatiegrens (€ 681 p/m; prijspeil 2013). De doelgroep van beleid zijn huishoudens met een huishoudinkomen tot max. € 34.229 (prijspeil 2013).
3.
Vanaf 2010 is het aantal verkeersslachtoffers slecht geregistreerd, o.a. door automatiseringsproblemen bij de politie. In 2010 zijn er in Eindhoven 67 verkeersslachtoffers geregistreerd en 2011 waren dat er 23. Deze cijfers lijken niet betrouwbaar en zijn daarom niet opgenomen in de tabel met effectindicatoren.
4.
De resultaten van de natuurmonitor zijn in 2013 voor de eerste keer beschikbaar voor ¼ ( na 4 jaar meten stadsbreed).
5.
De meetresultaten van de indicatoren milieu A3,A4,A5 komen in 2014 beschikbaar.
Toelichting afwijking effectindicatoren: I Ruimtelijke Inrichting De totale gewenste/verwachte bruto productie 2010-2015 volgens Programma Wonen bedraagt 3.785 wooneenheden. Tot en met 2013 is de bruto productie in totaal ruim 4.700 wooneenheden. Gezien de situatie in Eindhoven is de productie dus op peil gebleven en zelfs hoger dan verwacht. II Bereikbaarheid Verkeersveiligheid: vanaf 2010 is het aantal verkeersslachtoffers slecht geregistreerd, door onder andere automatiseringsproblemen. De cijfers die bekend zijn geven geen reëel beeld en worden om die reden niet opgenomen in de tabel. De verwachting is dat er vanaf 2014 betrouwbare cijfers zijn.
gemeente Eindhoven
- 109 -
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties: I Ruimtelijke Inrichting a. Woningbouw Voor het afspraken- en beleidskader zijn verschillende stappen gezet, zoals de vaststelling van het Bestuursconvenant Stedelijke Gebied Eindhoven en het Convenant huisvesting studenten 2012-2020. Ondanks de situatie op de woningenmarkt zijn er 2013 in Eindhoven 1.500 nieuwbouwwoningen gerealiseerd. Zelfbouw en specifiek het samen bouwen (Collectief (particulier) opdrachtgeverschap CPO) zijn gestimuleerd door o.a. het verstrekken van een lening opstartkosten. De uitgifte van kavels voor samenbouwen in Blixembosch-Buiten en Meerhoven verloopt nog moeizaam. Op diverse plekken wordt optimaal gebruik gemaakt van leegstaand vastgoed door het hergebruik te stimuleren en de transformatie naar woningbouw (bijv. Strijp S). Ook voor studenten is de huisvesting verbeterd. Vooral leegstaande kantoorpanden worden getransformeerd naar zelfstandige eenheden. De prestatieafspraken met de corporaties om 200 eenheden voor arbeidsmigranten te realiseren, is niet behaald. Wel zijn voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd voor de realisatie van 50 eenheden. b. Inzet van instrumentarium Met de corporaties zijn afspraken gemaakt over het verduurzamen van de woningvoorraad. In de Prestatieafspraak 2013 zijn, op basis van ‘The Natural Step’ gezamenlijke strategische doelen geformuleerd en drie deelthema’s bepaald (energiecoöperatie, duurzaamheid in nieuwbouw en duurzaamheid in de buurt). Binnen die thema’s vallen de projecten Aireywoningen (woonbedrijf, Genderdal), Energie Exploitatie Maatschappij (nieuwbouw Vredesplein door Thuis) en Vredeoord (Trudo). II Bereikbaarheid Ondanks forse bezuinigingen op het infrastructuurfonds zijn de belangrijkste hoofdwegenprojecten (Ruit en A58) overeind gebleven. De steun van Rijk en Provincie voor verbetering van internationale bereikbaarheid per spoor is verbeterd. Er zijn stappen gezet om te komen tot intercityverbindingen naar Düsseldorf en Aachen. Het aantal bestemmingen en het aantal passagiers op Eindhoven Airport is wederom sterk gegroeid. Eind 2013 is de visie ‘Eindhoven op Weg’ vastgesteld. De maatregelen uit deze visie vormen de basis voor de verandering van de modal split. Op het gebied van openbaar vervoer is de HOV2 het project dat de meeste invloed heeft op de groei van het openbaar vervoergebruik. In 2013 is gewerkt aan de uitvoering van HOV2 in de Sterrenlaan, Churchillaan en Kastanjelaan. Er zijn diverse projecten uitgevoerd voor de verbetering van het fietsnetwerk, zoals de aanleg van vrij liggende fietspaden in de Mercuriuslaan en de Muzenlaan en een deel van de Slowlane. III Openbare ruimte a. Duurzame openbare ruimte Het uitgevoerde onderhoud levert een bijdrage om in de gehele stad tot de afgesproken basiskwaliteit te komen. Er is echter sprake van achterstanden, waardoor er sprake is van overschrijdingen op de curatieve middelen. Er is minder geld voor groot onderhoud en de achterstanden zullen langzaam verder oplopen. Om de noodzakelijke onderhoudsprojecten van onze infrastructuur en civieltechnische kunstwerken te kunnen realiseren, worden deze de komende jaren expliciet genoemd in het MIP. b. Ontwikkeling en instandhouding groen Onderhoud en beheer aan groen in de stad is uitgevoerd conform planning. Kaders voor beheer van bomen zijn vastgesteld in het bomenbeheerplan 2013. Voor de revitalisering van bomen is een aantal projecten uitgevoerd. Omdat het beschikbare budget taakstellend is, moeten er keuzes gemaakt worden. Gekozen is voor uitvoering van
gemeente Eindhoven
- 110 -
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
het integraal onderhoudsprogramma en voor de noodzakelijke revitaliserings tranches van bomen. Het Henri Dunant park is deels vernieuwd met het door de ANWB gefinancierde ANWB-groenplein. Er is geïnvesteerd in Landelijk Strijp. Investeringen in de recreatieve ontsluiting van De Karpen vinden vooralsnog niet plaats. Het Catharinaplein bevindt zich in de nazorgfase. Begin mei 2013 heeft de gemeente ingestemd met een herstelplan van de aannemer voor de problemen op het Catharinaplein. De aannemer heeft zijn herstelplan in mei 2013 uitgevoerd en er zijn tijdelijke bomen geplant. Het bodemprofiel en daarmee de groeiplaats voor de bomen is eind 2013 vooralsnog te vochtig. De aannemer heeft herstel van de groeiplaats van de bomen en aanplant van definitieve bomen per uiterlijk mei 2015 gegarandeerd. c. Inrichting en beheer van een duurzaam stedelijk watersysteem De doelstelling bereiken we door 1. Goed functioneren van de riolering Inzamelen en afvoeren afvalwater (afvalwaterzorgplicht) Inzamelen en afvoeren overtollig regenwater (hemelwaterzorgplicht) 2. Een goede structuur van oppervlaktewater Beheer en onderhoud oppervlaktewateren, goede waterkwaliteit en -kwantiteit en belevingswaarde 3. Een beheersbaar grondwatersysteem Voorkomen en bestrijden grondwateroverlast (grondwaterzorgplicht) Er is een meerjarig programma vastgesteld waarin de activiteiten die volgen uit het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2011-2014 en het baggerplan zijn opgenomen. In het GRP zijn vrijwel alle wateractiviteiten ondergebracht en van een dekkingsplan voorzien. De activiteiten zijn in 2013 uitgevoerd. Algemeen kan worden gesteld dat de uitvoering van de rioolvervangings- en afkoppelprojecten iets minder snel gaan dan gepland. Dit komt door personele capaciteit en door de benodigde tijd voor afstemming met bewoners en bedrijven over herinrichtingen. IV Milieu en duurzaamheid a. Het beperken van de belasting van de leefomgeving en van het milieu Afval: De nieuwe CURE organisatie is tot stand gebracht en de tarieven reinigingsrecht zijn per 2014 met €20/aansluiting verlaagd ten opzichte van 2013. Bodem: In 2013 zijn, in het kader van de uitvoering van milieuwetgeving, de VTH(Vergunningen, Toezicht en Handhaving) taken overgedragen aan de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. De taken voor beleid, monitoren, informatievoorziening e.d. blijven bij de gemeente. Geluid: Er is een aanvang gemaakt van sanering van spoorweglawaai in de wijk Tongelre. Er is ten behoeve van HOV2 Montgomerylaan besloten tot het aanbrengen van geluidreducerend asfalt op de rijbaan. Lucht: Het Innovatieve Luchtmeetsysteem AiREAS is in september 2013 gerealiseerd en ingeregeld. T.a.v. schone brandstoffen zijn diverse maatregelen genomen zoals: een proef met elektrische dienstvoertuigen, het bijplaatsen van elektrische laadpalen in de openbare ruimte en het laten rijden van enkele bussen van Hermes op waterstof. Op het gebied van milieukwaliteit is de monitoringsrapportage 2012 vastgesteld waardoor het saneringsprogramma door het rijk is verlengd tot 2017. Koerswijziging MEC (Milieu Educatie Centrum): Er is een marktconsultatie uitgevoerd. In de loop van 2014 wordt bezien hoe inhoudelijk en financieel kan worden voldaan aan de gestelde kaders. b. Duurzame energie, duurzaam ondernemen stimuleren en samen werken aan duurzaamheid Ter vergroting van de bewustwording van duurzaamheid bij zowel eigen medewerkers als partijen in de stad, zijn bij diverse sectoren trainingen gegeven en is met de partners gewerkt aan duurzame projecten. Ook wordt op verzoek voorlichting gegeven over duurzaamheid. Tevens wordt samenwerking gezocht met partners om in te zetten op duurzame energieopwekking en energiebesparing, bijvoorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen. Duurzame mobiliteit is gestimuleerd door het plaatsen van elektrische laadpalen op verschillende punten in de stad.
gemeente Eindhoven
- 111 -
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Vanuit de bovenstaande onderdelen (ruimtelijke inrichting, bereikbaarheid, openbare ruimte, en milieu en duurzaamheid) wordt tevens invulling gegeven aan de drie majeure gebiedsontwikkelingen: ■ Eindhoven Noordwest: Bij Brainport Park zijn bij het groene raamwerk de eerste resultaten zichtbaar, onder andere met de aanleg van de Groene Corridor. In opdrachtgeverschap met het rijk is het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) onderzoek gestart. ■ Spoorzone: Er is gestart met de realisatie van de verbreding van de OV-knoop. Op Strijp S zijn de wooncomplexen Anton en Gerard opgeleverd, winnaar van de Drik Roosenburg prijs. ■ Meerhoven: Meerrijk nadert zijn afronding en de ontwikkeling van Landhof Noord is voorbereid.
Wat heeft het gekost? Exploitatie: bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking
Exploitatielasten
271.605
303.095
N 31.490
Exploitatiebaten
193.778
250.910
V 57.132
Totaal saldo van baten en lasten
N 77.827
N 52.185
V 25.642
Toevoegingen / onttrekkingen reserves
V 27.854
N 941
N 28.795
Resultaat
N 49.973
N 53.127
N 3.154
Toelichting afwijking exploitatie
Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel
Lasten
Baten
Toev./onttr.
Resultaat
Structureel
reserves Subsidie goedkope koopwoningen provincie wordt ingezet
V 532
N 532
voor CPO-regeling. Deze middelen zijn niet geheel ingezet in 2013 en schuiven door naar 2014 e.v. Afwikkeling projecten IWV gebeurt via CP 8.7.(Ruimtelijke
N 900
N 900
Ontwikkeling) Ten onrechte is in de begroting een dubbele onttrekking opgenomen. Dit is in de begroting van 2014 gecorrigeerd. Curatieve middelen: Overschrijding curatieve middelen
N 233
N 233
Ja
N 250
N 250
Ja
(verhardingen, verlichting, clandestien vuil, straatmeubilair). De overschrijding op de curatieve middelen wordt gedekt door de bewust geplande onderschrijding op de middelen voor groot onderhoud Electra openbare verlichting: Overschrijding elektra: Door de toename van het accres (Meerhoven, Tongelrese Akkers etc.) worden er meer kilowatt uur verbruikt. De overschrijding wordt gedekt door de bewust geplande onderschrijding op de middelen voor groot onderhoud
gemeente Eindhoven
- 112 -
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Lasten
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Baten
Toev./onttr.
Resultaat
reserves Onderschrijding middelen groot onderhoud: Ter dekking van
V 805
V 805
de overschrijdingen binnen het programma curatief en electra zijn minder groot onderhoudsprojecten uitgevoerd. Gladheidbestrijding: door de strenge winter begin 2013 zijn in
N 639
V 89
Afval totaal – resultaat wordt afgewikkeld via de voorziening
V596
N134
In het voorjaar werd een tekort op de leges gemeld. Specifiek
V 147
N 1.756
N 422
V 3.075
N 550
totaal 39 strooiacties uitgevoerd. Standaard worden 20 acties begroot. N462
N 1.609
voor de bouwleges werd een tekort geprognosticeerd van € 2,3 miljoen. Om dit tekort op de bouwleges op te vangen is € 1,15 miljoen aan beïnvloedbare kosten gereduceerd. De andere helft betreft vaste kosten die niet meeademen. Van het uiteindelijke resterende tekort op de inkomsten bouwleges van € 1,8 miljoen is € 1,5 miljoen te verklaren a.g.v. de wegvallende dekking van deze vaste kosten. Het resterende additionele tekort van € 0,2 miljoen wordt voor € 0,1 miljoen opgevangen a.g.v. minder uitgaven. Op andere plekken binnen de onderdelen van Vergunningen, Toezicht en Handhaving zijn tevens kosten gereduceerd om het totale tekort op de leges zoveel mogelijk op te vangen. Daarmee is ruim 56% van het totale legestekort opgevangen en neemt het niet beïnvloedbare deel het grootste aandeel in van het tekort. Resultaten afgesloten planexploitatie en incidentele
N 2.653
grondverkopen Mutatie voorziening nadelige planexploitatie
N 1.611
Dit betreft de boekingen inzake de projecten grondbedrijf. De
V1.611
N 61.552
N 61.552
kosten en opbrengsten hiervan in 2013 worden via de exploitatie verwerkt en met een saldoboeking geactiveerd in de onderhanden werkpositie op de balans totdat het project uiteindelijk financieel wordt afgesloten. De specificatie hiervan is: -
boekingen t.b.v. in exploitatie genomen bouwgronden
V 8.483
N 44.479
N 35.996
V 93.215
V 93.215
planexploitaties, betreft achterblijvende opbrengsten uit grondverkopen (wonen, bedrijventerreinen en kantoren). Tussentijds is de begroting 2013 niet geactualiseerd o.b.v. herijking MPG. -
Uit exploitatie nemen van 3 deelgebieden van Meerhoven
gemeente Eindhoven
- 113 -
Structureel
Raadsprogramma 8 Ruimtelijk Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie Innovatie, design, cultuur en openbare ruimte Mobiliteit, milieu, sport en evenementen
Commissie:
Ruimte en Vastgoed Economie en Mobiliteit
Lasten
Sector: Gebiedsontwikkeling Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Baten
Toev./onttr.
Resultaat
reserves Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost. Zie paragraaf grondbeleid voor nadere toelichting. (€ 58 miljoen) Overheveling vastgoedpanden van onderhanden werk naar materiële vaste activa (€ 35 miljoen) Strategische verwervingen: er hebben geen strategische
V 11.725
N 12.750
V 1.025
V 2.217
N 1.900
N 317
aankopen plaatsgevonden; de rente last over de strategische verwervingen is ten laste gebracht van de reserve bouwgrondexploitaties Voorbereidingskosten: de voorraadprojecten die zijn afgesloten in 2013 worden opgenomen in “resultaat van afgesloten planexploitaties” Kostenverhaalprojecten: de kosten mogen niet geactiveerd
N 850
V 850
worden. Het betreffen rente en apparaatskosten Bebouwde eigendommen: Lagere huuropbrengst bebouwde
N 694
N 350
V 1.044
eigendommen dan geraamd. Tegelijkertijd nemen ook de beheerskosten voor de bebouwde eigendommen toe. Met name het (achterstallig) onderhoud aan een aantal panden zorgt voor hogere kosten. Stortingen en onttrekkingen in reserve bouwgrondexploitatie
V 3.728
Incidentele grondverkopen. Deze worden niet geraamd
V 3.480
Bijdrage grondexploitaties uit reserves: MIP en MNIO:
V 3.728
N 3.480
N 900
N 900
€ 0,4 miljoen t.b.v. Slowlane uit MNIO € 0,5 miljoen t.b.v. Landelijk Strijp uit MIP Op projecten Maatschappelijk nut is een positieve afwijking
N 2.226
V 21.412
N 18.915
V 9.670
N 1.329
N 8.341
van € 21,4 miljoen op de baten te zien. Deze afwijking is alleen het gevolg van het feit dat in de projectenadministratie in de begroting bijdragen vanuit reserves op een andere wijze worden verwerkt dan in de realisatie. Per saldo heeft dit voor het resultaat op de projecten geen effect. IWV: Saldo Lasten en baten uit de IWV wordt afgeleid uit de reserve IWV. Door vertraging in projecten zijn kosten lager dan begroot. Tevens hogere bijdrage derden. Daardoor minder beslag op reserve IWV
gemeente Eindhoven
- 114 -
V 271
Structureel
Raadsprogramma 9 Economische ontwikkeling Portefeuille: Commissie:
Economie, werk en onderwijs Mobiliteit, Milieu, Sport en Evenementen Economie en Mobiliteit
Sector:
Economie en Cultuur Vergunningen, toezicht en handhaving Strategie
Wat hebben we bereikt? Effecten: Brainport 2020 Verdere ontwikkeling van de regio/stad als kenniseconomie Minder conjunctuurgevoelige economische groei Transitie van industriële mainport naar toptechnologie- en designregio Toename werkgelegenheid Inzet beschikbare ruimte
Effectindicatoren: Realisatie
Begroting
Realisatie
2011
2012
2013
2013
- 1,7%
Economische groei regio ZO Brabant Aantal starters/startende ondernemingen Werkgelegenheidsontwikkeling (banen) *
Realisatie
*
1.950
2.000
*
144.200
145.000
143.400
Deze cijfers zijn nog niet bekend. Halverwege/einde van het jaar zijn deze beschikbaar.
Wat hebben we daarvoor gedaan? Prestaties: In Brainport 2020 staat de ontwikkeling van een positief vestigingsklimaat met daarbij het stimuleren van werkgelegenheid centraal, waarbij ook aandacht voor de onderkant van de arbeidsmarkt is. Uitgegaan wordt van de vraag van de ondernemer en de kracht van mensen, zodat zoveel mogelijk mensen mee kunnen doen. De werkgelegenheidsontwikkeling is vanwege de slechtere economische omstandigheden licht gedaald en de werkloosheid is toegenomen. Toch zijn er ook positieve punten. Zo is de jeugdwerkloosheid het afgelopen jaar minder sterk gestegen dan was voorspeld. Langs meerdere (financierings)lijnen wordt ingezet op het verkleinen van de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Dat doen we door programma’s en projecten te koppelen aan geldstromen, bijvoorbeeld ESF, Asscher middelen voor regionale plan jeugdwerkloosheid en BUIG. De maatschappelijke tendens is niet meer een overheid die alles voorschrijft maar we werken met opdrachtgeverschap richting derden en samenwerkingsverbanden. Zoals met de citymarketingorganisatie Eindhoven 365 die het afgelopen jaar het merk Eindhoven verder heeft vormgegeven. De organisatie Brainport Development is in 2013 gestart met het stresstesten van de actuele strategie om zo bewust te kunnen inspelen op de snel veranderende wereld om ons heen. Tussen de organisaties Eindhoven 365 en Brainport Development zijn op hoofdlijnen afspraken gemaakt over de co-branding van de regio/stad. Deze worden in het komend jaar verder vorm gegeven. Zo is de samenwerking in het kader van de C4 verder vormgegeven, vooral op het onderdeel ‘economische structuurversterking’. Dit door het vaststellen van de internationaliseringsstrategie, in gezamenlijkheid met de Stichting Brainport. Deze strategie krijgt nu handen en voeten door het verder vormgeven van een internationaliseringsdesk met daarin een bundeling van personen/organisaties die op dit vlak werkzaam zijn.
gemeente Eindhoven
- 115 -
Raadsprogramma 9 Economische ontwikkeling Portefeuille: Commissie:
Economie, werk en onderwijs Mobiliteit, Milieu, Sport en Evenementen Economie en Mobiliteit
Sector:
Economie en Cultuur Vergunningen, toezicht en handhaving Strategie
Binnen het stedelijk gebied heeft het 1-loket een goed jaar achter de rug. Hier werken de randgemeenten met Eindhoven samen om bedrijven te helpen een goede plek te vinden. Om het vestigingsklimaat voor ondernemers en werknemers te verbeteren is veel energie gestoken in de veranderende rol van gemeenten. De gemeente schrijft niet meer alles voor, ondernemers kunnen zelf mee bepalen. Afgelopen jaar is dit aan de orde geweest in de discussie over de koopzondagen en in de horeca.
Wat heeft het gekost? Exploitatie: bedragen x € 1.000, V = Voordeel, N = Nadeel
Begroting 2013
Rekening 2013
Afwijking
Exploitatielasten
8.939
7.988
V 951
Exploitatiebaten
2.774
1.853
N 921
N 6.165
N 6.135
V 30
V 396
V 235
N 161
N 5.769
N 5.900
N 131
Totaal saldo van baten en lasten Toevoegingen / onttrekkingen reserves Resultaat
Toelichting afwijking exploitatie Afwijking in € 1.000, V = voordeel, N = Nadeel Lasten
Baten
Toev./onttr.
N 65
V 150
reserves N 85
Betreft correctieboekingen t.b.v. juiste administratieve vastlegging. Per saldo geen sprake van afwijking.
V 882
N 882
Inzake evenementen is sprake van een nadelige afwijking i.v.m. de in 2013 niet gerealiseerde bezuinigingstaakstelling (€ 156.000). In begroting 2014 heeft hiervoor reeds aanpassing plaatsgevonden. Daarnaast zijn er met name extra kosten gemaakt inzake Koninginnedag.
N 297
N 11
Lokaal innovatieprogramma: Budget i.v.m. cofinanciering voor de eerste fase van het project‘Stimulering opschaling en innovatie van maatschappelijke diensten door laagdrempelige toegang tot het FttHglasvezelnetwerk is niet volledig benut in 2013. Conform reserveringsdossier zijn de niet in 2013 bestede middelen gereserveerd t.b.v. inzet in 2014.
V 76
Storting in reserve Smart City van de boekwinst n.a.v. de verkoop MDF-buizen aan Endinet (conform B&W-besluit dd 17 december 2013).
gemeente Eindhoven
- 116 -
Resultaat
N 308
N 76
Structureel
4
Jaar rekening
Jaarrekening In dit hoofdstuk wordt de jaarrekening van de gemeente Eindhoven weergegeven. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening met toelichting en de balans met toelichting. De jaarrekening is opgesteld conform de op 1 januari 2004 in werking getreden wettelijke voorschriften en alle wijzigingen daarin tot en met 1 juli 2013 zoals vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
4.1 Programmarekening Hierna wordt de programmarekening van de gemeente Eindhoven weergegeven. Per programmaonderdeel zijn hier de cijfers van de gewijzigde begroting (begroting nadat hierin de begrotingswijzigingen zijn verwerkt) en de rekeningcijfers weergegeven. In paragraaf 4.2 wordt vervolgens een korte toelichting gegeven. Hierbij wordt ingegaan op een aantal kosten- en opbrengstensoorten die invloed hebben op de baten en lasten van de rekening.
gemeente Eindhoven
- 117 -
Jaarrekening Gewijzigde begroting 2013
Lasten
X €1.000 Euro
1 Inkomen 1.1 inkomensondersteuning 1.3 werk en inkomen
Saldo voor Baten bestemming 2
3=1+2
Rekening 2013
Mutaties Reserves 4
Saldo na bestemming 5=3+4
Lasten 6
Saldo voor Baten bestemming 7
8= 6+7
185.428 20.841 164.587
157.2791.874155.405-
28.149 18.967 9.182
2.4252.425-
25.724 18.967 6.757
184.329 21.021 163.308
162.5652.327160.238-
21.764 18.694 3.070
81.161 18.130 4.629 52.183 6.219
8.2065471.9715.688-
72.955 17.583 2.658 46.495 6.219
8.669 381119 8.466 465
81.624 17.202 2.777 54.961 6.684
74.681 16.575 3.431 48.970 5.706
7.4825631.2575.64319-
67.200 16.012 2.174 43.327 5.687
Onderwijs en jeugd 100.018 3.1 ononderbroken ontwik.lijn jeugd&jongeren 43.136 3.2 pedagogische infrastructuur fysiek 56.882
11.8209.7882.032-
88.198 33.348 54.850
40.1664.76935.397-
48.032 28.579 19.453
97.072 40.914 56.158
12.0209.8912.129-
85.051 31.022 54.029
Kunst, cultuur en sport 4.3 sportparticipatie eindhovense bevolking 4.5 culturele basisinfrastructuur 4.6 laboratorium- en designstad 4.7 cultuur totaal
72.630 38.050 5.498 1.505 27.577
23.00021.246774980-
49.630 16.804 4.724 1.505 26.597
1.30172415030397-
48.329 16.080 4.574 1.475 26.200
73.085 37.814 7.086 999 27.187
24.54320.4373.32270714-
48.542 17.376 3.764 929 26.473
Openbare orde en veiligheid 5.1 parate dienstverlen. en crisisbeheersing 5.2 veiligheid en handhaving
30.465 13.251 17.214
2.4291622.267-
28.036 13.089 14.947
1.119282837-
26.917 12.807 14.110
30.483 13.361 17.123
2.0532921.761-
28.431 13.069 15.361
Burger en bestuur 6.2 bestuur 6.3 publieke dienstverlening
38.760 25.842 12.918
5.2482794.969-
33.512 25.563 7.949
2.938 2.792 146
36.450 28.355 8.095
37.121 24.844 12.277
5.0012884.714-
32.119 24.557 7.563
Bedrijfsvoering en organisatie p073 organisatie en bedrijfsvoering
23.680 23.680
335.845335.845-
312.165312.165-
10.65310.653-
322.818322.818-
37.883 37.883
345.637345.637-
307.754307.754-
Ruimtelijk 8.1 wonen 8.2 openbare ruimte 8.3 groen en recreatievoorzieningen 8.4 water 8.5 milieu 8.6 verkeer en vervoer 8.7 ruimtelijke kwaliteit 8.8 duurzaamheid
271.605 2.453 28.176 14.264 17.850 32.912 8.726 163.681 3.543
193.7788743.51773617.16926.11011.598131.4312.343-
77.827 1.579 24.659 13.528 681 6.802 2.87232.250 1.200
27.854131 361 5641502051.06926.38729
49.973 1.710 25.020 12.964 531 6.597 3.9415.863 1.229
303.095 1.682 27.776 13.955 17.516 32.170 8.751 198.058 3.189
250.9103623.61760516.97626.04511.888189.0672.350-
52.185 1.320 24.159 13.350 540 6.124 3.1378.991 839
8.939 8.939
2.7742.774-
6.165 6.165
396396-
7.988 7.988
1.8531.853-
6.135 6.135
812.686
740.379-
72.307
72.307-
845.738
812.065-
33.673
Zorg en welzijn 2.3 maatschappelijke zorg 2.4 inburgering, diversiteit en emancipatie 2.5 welzijn 2.8 één in gezondheid
Economische ontwikkeling 9.1 economische ontwikkelingen TOTAAL
gemeente Eindhoven
- 118 -
5.769 5.769 -
Jaarrekening Rekening 2013
X €1.000 Euro
Mutaties reserves 9
Afwijking rekening – gewijzigde begroting 2013
Saldo na bestemming 10 = 8 + 9
Lasten
Baten
11 = 1 – 6 12 = 2 – 7
Saldo voor bestemming 13 = 11 + 12
Mutaties Saldo na reserves bestemming 14 = 4 – 9
15 = 13 + 14
Inkomen 1.1 inkomensondersteuning 1.3 werk en inkomen
1.3601.360-
20.404 18.694 1.710
1.099 V 180 N 1.279 V
5.286 V 453 V 4.833 V
6.385 V 273 V 6.112 V
1.065 N 1.065 N
5.320 V 273 V 5.047 V
Zorg en welzijn 2.3 maatschappelijke zorg 2.4 inburgering, diversiteit en emancipatie 2.5 welzijn 2.8 één in gezondheid
8.694 279119 8.389 465
75.894 15.733 2.293 51.716 6.152
6.480 V 1.555 V 1.198 V 3.213 V 513 V
724 N 16 V 714 N 45 N 19 V
5.755 V 1.571 V 484 V 3.168 V 532 V
25 N 102 N 77 V -
5.730 V 1.469 V 484 V 3.245 V 532 V
39.8114.88534.926-
45.241 26.137 19.103
2.946 V 2.222 V 724 V
200 V 103 V 97 V
3.147 V 2.326 V 821 V
355 N 116 V 471 N
2.791 V 2.442 V 350 V
Kunst, cultuur en sport 4.3 sportparticipatie eindhovense bevolking 4.5 culturele basisinfrastructuur 4.6 laboratorium- en designstad 4.7 cultuur totaal
44 846769 518 397-
48.586 16.530 4.533 1.446 26.076
455 N 236 V 1.588 N 506 V 390 V
1.543 V 809 N 2.548 V 70 V 266 N
1.088 V 572 N 960 V 576 V 124 V
1.345 N 122 V 919 N 548 N -
257 N 450 N 41 V 29 V 124 V
Openbare orde en veiligheid 5.1 parate dienstverlen. en crisisbeheersing 5.2 veiligheid en handhaving
1.119282837-
27.312 12.787 14.524
18 N 110 N 91 V
376 N 130 V 506 N
395 N 20 V 414 N
-
395 N 20 V 414 N
Burger en bestuur 6.2 bestuur 6.3 publieke dienstverlening
2.935 2.791 144
35.054 27.348 7.707
1.639 V 998 V 641 V
247 N 9V 255 N
1.393 V 1.006 V 386 V
3V 1V 2V
1.396 V 1.007 V 388 V
Bedrijfsvoering en organisatie p073 organisatie en bedrijfsvoering
14.56214.562-
322.316322.316-
14.203 N 14.203 N
9.792 V 9.792 V
4.411 N 4.411 N
3.909 V 3.909 V
502 N 502 N
Ruimtelijk 8.1 wonen 8.2 openbare ruimte 8.3 groen en recreatievoorzieningen 8.4 water 8.5 milieu 8.6 verkeer en vervoer 8.7 ruimtelijke kwaliteit 8.8 duurzaamheid
941 1.031 361 56458 207 1.069634 283
53.127 2.351 24.520 12.786 598 6.331 4.2069.625 1.122
31.490 N 771 V 400 V 309 V 334 V 742 V 25 N 34.377 N 354 V
57.132 V 512 N 100 V 131 N 193 N 65 N 290 V 57.636 V 7V
25.642 V 259 V 500 V 178 V 141 V 678 V 265 V 23.259 V 361 V
28.795 N 900 N 208 N 412 N 27.021 N 254 N
3.154 N 641 N 500 V 178 V 67 N 266 V 265 V 3.762 N 107 V
951 V 951 V
921 N 921 N
30 V 30 V
161 N 161 N
131 N 131 N
33.052 N
71.686 V
38.634 V
27.834 N
10.800 V
Onderwijs en jeugd 3.1 ononderbroken ontwik.lijn jeugd&jongeren 3.2 pedagogische infrastructuur fysiek
Economische ontwikkeling 9.1 economische ontwikkelingen TOTAAL
23523544.473-
gemeente Eindhoven
5.900 5.900 10.800-
- 119 -
Jaarrekening 4.2 Toelichting programmarekening Verklaring afwijkingen en rekeningresultaat Voor een uitgebreide toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Raadsprogramma’s, onderdeel “Wat heeft het gekost?” en naar de in het Concernverslag Bijlagen opgenomen Programmaonderdelen.
Nadere toelichting belangrijke posten resultatenrekening Personeelskosten Het totaal van de personeelkosten wordt binnen de Gemeente Eindhoven bepaald door de kosten van eigen personeel en inhuur derden. Over 2013 zijn de gerealiseerde personeelskosten binnen de Gemeente Eindhoven € 516.000 lager dan begroot. Dit is inclusief de nadelige stelpost bezuinigingen personeel (€ 5,3 miljoen). Begroting
Realisatie
Verschil
actueel Eigen personeel Inhuur derden Totaal personeelskosten Stelpost bezuinigingen Totaal personeelskosten
Waarvan geen
Waarvan wel
resultaat
resultaat
134.424
132.041
2.383
445 N
2.828 V
24.490
18.054
6.436
3.441 V
2.995 V
158.914
150.095
8.819
2.996 V
5.823 V
-5.307 153.607
-5.307 150.095
3.512
5.307 N 2.996 V
516 V
In 2013 heeft het niet invullen van vacatures geleid tot een voordelig bezettingsverschil, van de 1.976 fte’s formatie (gemiddeld over geheel 2013) werden 104 fte’s niet ingevuld. Toelichting resultaat € 516.000 Door terughoudendheid bij het invullen van vacatures en bij inhuur ontstond een voordeel van € 7,5 miljoen, bestaande uit een bezettingsverschil bij eigen personeel van € 4,5 miljoen voordelig (het saldo van vacatures en overbezetting bedraagt 104 fte’s voordelig) en € 3 miljoen lagere inhuur. Hier staat een bezuinigingsdoelstelling van € 5,3 miljoen tegenover waardoor een voordelig saldo van € 2,2 miljoen overblijft. Daarnaast was sprake van de volgende niet beïnvloedbare verschillen. Hogere afdracht ABP, € 1,2 miljoen nadelig. De ABP-premies zijn met zo’n 5% verhoogd. Dit is echter gebeurd nadat de begroting voor 2013 was vastgesteld. ZVW-bijdrage, € 0,5 miljoen nadelig. De regeling inkomensafhankelijke bijdrage ZVW is aangepast. WAO-afdracht, € 0,3 miljoen voordelig, a.g.v. de verlaging van de basispremie voor WAO/WIA. Ouderschapsverlof, € 0,4 miljoen voordelig. Overige afwijkingen, € 0,7 miljoen nadelig. Van het verschil tussen begroot en realisatie heeft een bedrag van € 3 miljoen geen invloed op het eindresultaat. Om redenen: Levensloopregeling eigen personeel € 1 miljoen nadelig. Dit is volledig vergoed door banken en verzekeraars. € 3,4 miljoen betreft een voordelige afwijking doordat minder projecten zijn uitgevoerd. Dit leidt niet tot een resultaat aangezien dit voordeel wordt verrekend met projectgelden. € 0,6 miljoen inhuur betreft inbesteding ten laste van het participatiebudget, dit voordeel vloeit terug naar het participatiebudget.
gemeente Eindhoven
- 120 -
Jaarrekening Jaarrekening 2013 ten opzichte van de jaarrekening 2012 Realisatie 2012
Realisatie 2013
132.043
132.041
17.073
18.054
149.116
150.095
Eigen personeel Inhuur derden Totaal personeelskosten
Ondanks een teruglopende bezetting (over geheel 2013 bedroeg dit gemiddeld 79 fte’s) zijn de kosten voor eigen personeel gelijk gebleven. De voornaamste redenen hiervoor zijn gestegen ABP-premies (€ 1,2 miljoen), uitbetaling van de levensloopregeling in 2013 (€ 1 miljoen) en vertrekregelingen voor Route 2014 om te komen tot een reductie in fte’s (€ 0,8 miljoen). Voor het eerst in jaren laat de realisatie op inhuur een hoger bedrag zien dan het voorgaande jaar, er is sprake van een stijging van € 1 miljoen. Het niet invullen van vacatures leidt tot knelpunten die opgelost worden door inzet van inhuur. Ook tijdelijke extra werkzaamheden t.b.v. Route 2014 veroorzaakten een extra inzet op inhuur. Kapitaallasten materiële vaste activa De kapitaallasten over de materiële vaste activa binnen de gemeente Eindhoven laten over 2013 het volgende beeld zien. (bedragen x
Realisatie 2012
€ 1.000):
Primitieve
Gewijzigde begroting
Realisatie 2013
Afwijking
begroting 2013
2013 (1)
(2)
(3=1-2)
Afschrijvingen
21.381
24.543
22.043
21.135
908 V
Rente
21.969
25.798
23.209
22.466
743 V
43.350
50.341
45.252
43.601
1.651 V
3.739
0
386
1.848
1.462 N
47.089
50.341
45.638
45.449
189 V
Totaal kapitaallasten Extra afschrijving Totaal
De realisatie van de kapitaallasten wijkt nauwelijks af van de gewijzigde begroting. Tussentijds is geconstateerd dat de geraamde investeringen niet conform planning konden worden uitgevoerd (temporisering) onder andere voor Spilcentra, huisvesting onderwijs en 2e sporthal Fontys Genneperparken. Dit heeft geleid tot een verlaging van de kapitaallasten in de begroting met € 5,1 miljoen waarvan € 2,5 miljoen aan afschrijvingen en € 2,6 miljoen aan rente. In de rekening is nu ten opzichte van de gewijzigde begroting een voordeel te zien van € 1,6 miljoen. Dit voordeel is gedeeltelijk teniet gedaan door extra afschrijvingen van € 1,8 miljoen welke slechts voor € 0,4 miljoen waren voorzien. Extra afschrijvingen waren nodig bij software office als gevolg van interpretatie verschil van gebruik met de leverancier, verkoop buizen van het glasvezel netwerk (hier staat een opbrengst tegenover), woningen in eigen beheer en sporthal Lievendaal. Deze laatste twee waren wel voorzien en dus ook begroot. Per saldo resteert er een voordeel van € 0,2 miljoen ten gunste van het resultaat.
Niet direct aan programmaonderdelen toerekenbare kosten en opbrengsten Binnen de gemeente Eindhoven worden kosten en opbrengsten zowel in de begroting als realisatie, die niet direct toerekenbaar zijn naar de programmaonderdelen en projecten, per sector verzameld en vervolgens met verdeelsleutels doorbelast naar de programmaonderdelen en projecten. De niet direct aan een programmaonderdeel toerekenbare kosten en opbrengsten worden evenals de direct toerekenbare kosten en opbrengsten begroot. In de realisatie kunnen deze kosten en opbrengsten afwijken van de begrote bedragen en leiden tot een resultaat op de programmaonderdelen dan wel projecten. Voor 2013 is het beeld:
gemeente Eindhoven
- 121 -
Jaarrekening
gewijzigde
PO 11
Inkomensondersteuning
PO 13
Werk en inkomen
PO 23 PO 24
begroting
realisatie
2013
2013
afwijking
doorber. nr
ten laste van/
budg.neutr
ten gunste van
Collegeprod
exploitatie
6.529.000
6.489.512
39.488
39.488
13.230.000
12.804.281
425.719
425.719
Maatschappelijke zorg
2.103.000
2.022.238
80.762
80.762
Inburgering, div. en
2.265.000
2.221.430
43.570
43.570
emancipatiebeleid PO 25
Welzijn
3.963.000
3.925.397
37.603
37.603
PO 28
Publieke gezondheid
1.052.000
1.010.119
41.881
41.881
PO 31
Ononderbroken ontw.
7.562.000
7.264.681
297.319
297.319
1.873.000
1.818.955
54.045
54.045
1.381.000
1.514.479
-133.479
-133.479
115.000
115.000
0
0
2.653.000
2.587.382
65.618
65.618
58.000
58.031
-31
-31
8.539.000
8.514.332
24.668
24.668
10.422.000
10.003.175
418.825
418.825
6.767.000
6.683.042
83.958
83.958
12.176.000
13.322.652
-1.146.652
-1.146.652
jeugd/jongeren PO 32
Pedagogische infrastructuur fysiek
PO 43
Sportparticipatie Eindh. bevolking
PO 45
Museum voor hedendaagse kunst
PO 47
Cultuur totaal
PO 51
Parate dienstverl. & crisisbeheersing
PO 52
Veiligheid en handhaving
PO 62
Bestuur
PO 63
Publieke dienstverlening
PO 73
Organisatie en bedrijfsvoering
PO 81
Wonen
1.017.000
956.687
60.313
60.313
PO 82
Openbare ruimte (muv
5.654.000
5.420.914
233.086
233.086
3.607.000
3.467.371
139.629
139.629
water en groen) PO 83
Groen en recreatievoorzieningen
PO 84
Water
1.913.000
1.848.308
64.692
56.280
PO 85
Milieu
4.269.000
4.246.086
22.914
22.914
PO 86
Verkeer e vervoer
3.594.000
3.681.361
-87.361
-87.361
PO 87
Ruimtelijke kwaliteit
11.718.000
11.911.227
-193.227
PO 88
Duurzaamheid
479.000
478.001
999
999
PO 91
Economische
3.755.000
3.666.373
88.627
88.627
116.694.000 116.031.033
662.967
-251.635
8.412
58.408
ontwikkeling TOTAAL
-195.355
858.322
Het begrote saldo van de niet direct aan een programmaonderdeel toerekenbare kosten en opbrengsten bedraagt in 2013 € 116.694.000; de realisatie bedraagt per saldo € 116.031.000. Hierdoor ontstaat op de programmaonderdelen een resultaat, omdat in de realisatie ten opzichte van de begroting een afwijkend bedrag wordt doorbelast. In 2013 bedraagt het voordelige resultaat op de niet direct toerekenbare kosten en
gemeente Eindhoven
- 122 -
Jaarrekening opbrengsten € 663.000. Dit voordeel wordt conform de begrote verdeelsleutel voor € 195.000 doorbelast naar collegeproducten , waarvan het saldo grotendeels wordt verrekend met reserves en voorzieningen. Na verrekening met reserves en voorzieningen resulteert een voordelig exploitatieresultaat 2013 ad € 858.000. Het voordeel ad € 663.000 is als volgt opgebouwd (bedragen x € 1.000): Indirecte personeelslasten: 2.721 V Indirecte kosten inhuur personeel van derden: 1.787 V Opleidingskosten 315 N Flexibel belonen 252 V Saldo projecten: 5.274 N - Kosten van de projectsectoren worden via urenboekingen doorbelast naar de projecten. De kosten op projecten worden afgedekt met projectbudgetten. Door tarief-, hoeveelheids- en prijsverschillen worden niet alle kosten doorbelast naar de projecten. Dit leidt tot een verschil van € 5,274 miljoen. Hiervan komt € 361.000 ten laste van de hiervoor bestemde reserve. Resteert een verschil van € 4,913 miljoen ten laste van het exploitatieresultaat Overige: 1.491 V Betreft opsomming van saldi voor- en nadelen van diverse grootboekrekeningen, zowel aan de kostenals aan de opbrengstzijde; - De vacaturestop resulteert in voordeel op kosten werving en selectie (114 V); - Extra inkomsten projectleiders IB (98 V) en uitbestede werkzaamheden BIO (64 V); - Arbogerelateerde kosten (85 V); - Netwerkkosten (63 N); - Nadeel kapitaallasten (585 N) bestaat uit een voordeel op de rentelasten (285 V) en een nadeel op de afschrijvingslasten (870 N). Dit nadeel wordt met name veroorzaakt door een extra inhaalafschrijving op Microsoft Office (1,3 miljoen); - Vertraagde uitrol smartphones (146 V); - Vertraging projecten IB (99 V); - Softwarelicenties (173 V); - Accountantskosten (64 V); - Nadeel dwangsommen (97 N); - Advieskosten (335 V) en communicatiekosten (103 V); - Catering; winst restauratieve dienst en meer evenementen (80 V); - Bibliotheek (90 V); - Reis- en verblijfkosten (122 N); - Kosten papierverbruik, porti en repro (271 V); - Bijdrage participatiebudget voor werk en activering (168 V); - Overige (468 V).
gemeente Eindhoven
- 123 -
Jaarrekening 4.3 Balans Activa (Bedragen x € 1.000)
31-12-12
31-12-13
494.611
555.113
Vaste activa Materiële vaste activa economisch nut, algemeen Materiële vaste activa economisch nut, in erfpacht B02
Totaal materiële vaste activa
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Af: voorziening afwaardering netwerkbedrijven
50.155
50.155
544.766
605.268
8.144
8.194
0
0
B0311
Kapitaalverstrekking aan deelnemingen gesaldeerd
8.144
8.194
B0312 B0313
Kapitaalverstrekking aan gemeenschappelijke regelingen
0
0
Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen
0
0
B0321
Leningen aan woningbouwcorporaties
B0322
Leningen aan deelnemingen
56.254
43.290
0
0
B0323
Leningen aan overige verbonden partijen
0
0
B033
Overige langlopende leningen
36.503
33.163
B034
Overige uitzettingen
52.179
23.162
B035
Bijdragen aan activa in eigendom van derden
0
0
B036
Kapitaalverstrekking aan vakdiensten
0
0
B038
Belegde waarborgsommen
0
0
B03
Totaal financiële vaste activa
153.080
107.809
697.846
713.077
33.331
20.781
Totaal vaste activa
Vlottende activa B3111
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
B3112
Grond- en hulpstoffen
B312
Onderhanden werk
B313
Gereed product en handelsgoederen
B314
Vooruitbetalingen
B31
Totaal voorraden
B111
Vorderingen op openbare lichamen
B112
Verstrekte kasgeldleningen
B113
Rekening-courant met niet-financiële instellingen
4.448
1.749
B114
Overige vorderingen
32.184
30.308
B115
Overige uitzettingen
14.000
29.187
B11
Totaal uitzettingen
84.129
102.670
B12
Totaal liquide middelen
63.320
8.011
B14
Rekening courant saldo tussen vakdiensten
0
0
B21
Overlopende activa (inclusief voorschotten)
11.188
8.743
359.206
280.886
1.057.052
993.963
38.895
42.609
Totaal vlottende activa
TOTAAL ACTIVA Garanties uit waarborgstellingen: - borgstellingen
gemeente Eindhoven
- 124 -
19.992
15.456
147.169
125.151
77
74
0
0
200.569
161.462
33.497
41.426
0
0
Jaarrekening
Passiva (Bedragen x € 1.000)
31-12-12
31-12-13
87.060
103.217
Vaste passiva B0411
Algemene reserves
B0412
Bestemmingsreserves (t.b.v. tarieven)
0
0
B0413
Diverse overige bestemmingsreserves
203.182
170.847
B0414
Reserves t.b.v. investeringen/afdekken kapitaallasten
16.078
9.883
B041
Reserves totaal
306.320
283.947
B042
Het gerealiseerd resultaat
22.099
10.800
B04
Totaal eigen vermogen
328.419
294.747
B05
Totaal voorzieningen
107.879
80.602
B0621
Onderhandse leningen van binnenlandse
2.339
2.053
301.414
315.487
Pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen B0622
Onderhandse leningen binnenlandse banken en overige instellingen
B0624
Overige binnenlandse sectoren
14.044
13.187
B0625
Overige leningen buitenland inst fondsen banken
48.600
48.600
B063
Door derden belegde gelden
1.326
1.349
B064
Ontvangen waarborgsommen van derden
B067
Door CS ontv res + vz vakdienst
B06
Totaal vaste schulden
Totaal vaste passiva
740
752
1.165
342
369.628
381.770
805.926
757.119
Vlottende passiva B131
Kasgeldleningen
85.000
110.000
B133
Banksaldi
59.627
0
B134
Overige schulden
B13
Totaal netto-vlottende schulden
B22
Totaal overlopende passiva
Totaal vlottende passiva
TOTAAL PASSIVA Verplichtingen uit waarborgstellingen: - borgstellingen
gemeente Eindhoven
- 125 -
46.051
41.300
190.678
151.300
60.448
85.544
251.126
236.844
1.057.052
993.963
38.895
42.609
Jaarrekening 4.4 Toelichting balans Specificatie per balansrekening – Vaste activa Specificatie van de vaste activa Omschrijving
Boekwaarde 31-12-12
Gronden en terreinen Strategische grondverwerving Gronden en terreinen (opbouw met afs) Woonruimten Bedrijfsgebouwen
Investeringen
Desinvesteringen
Bijdragen van derden
Afschrijving/ aflossing
Boekwaarde 31-12-13
89.767.370
-7.575
89.759.795
-
35.926.085
35.926.085
16.171.866
1.005.613
252.875
1.220.753
15.703.850
182.632
282.152
4.186.473
10.215.544
318.029.359
18.277.281
1.542.663
78.525.420
106.619
1.049.026
464.784 307.512.550
24.918.825
Strategisch vastgoed
-
17.410.424
80.068.083
18.277.281
1.111.899
43.746
49.669.810
9.524.886
178.670
570.193
9.864.173
48.581.618
544.766.366
107.099.285
178.670
23.286.822
23.132.384
605.267.729
8.144.479
50.000
Grond-, weg-, waterbouw-kundige werken met heffing Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Totaal materiële vaste activa
(bedragen in euro’s)
Kapitaal verstrekking aan deelnemingen Leningen aan woningbouwcorporaties
56.253.430
Overige langlopende leningen
36.503.349
237.387
Overige uitzettingen *)
52.179.196
992.000
Totaal financiële vaste activa
153.080.455
1.279.387
Totaal vaste activa
697.846.822
108.378.672
17.410.424
8.194.479
29.250.000
29.428.670
23.286.822
12.963.188
43.290.241
3.577.996
33.162.740
759.184
23.162.012
17.300.368
107.809.474
40.432.752
713.077.167
*) Bij de financiële vaste activa betreffen de in de kolom desinvesteringen opgenomen bedragen overboekingen naar andere leningnummers c.q. verstrekte kortlopende leningen.
Stille reserve De kunstvoorwerpen van het Van Abbemuseum zijn niet in de balans opgenomen (de verzekerde waarde per 31 december 2013, inclusief bruiklenen, bedraagt circa € 151,5 miljoen). Tevens is sprake van een stille reserve (opbrengstwaarde is hoger dan de boekwaarde) met betrekking tot niet bedrijfsgebonden activa (zoals woningen en diverse overige eigendommen) van € 14,8 miljoen. Investeringen De investeringen in de materiële vaste activa in 2013 bedragen per saldo € 107,1 miljoen. Dit bedrag wordt gevormd door een groot aantal mutaties van welke hierna een beperkte opsomming volgt Investeringen in bedrijfsgebouwen. Dit betreft aankoop NatLab. (€ 7,6 miljoen) en verbouwing NRE pand (€ 5,6 miljoen). Investeringen in grond-, weg- en waterbouw: rioleringen (€ 10,2 miljoen) en Beatrixkanaal (€ 8,1 miljoen).
gemeente Eindhoven
- 126 -
Jaarrekening Daarnaast zijn vanwege aanscherping van de wet- en regelgeving (BBV) gronden en panden overgeheveld vanuit de voorraadportefeuille naar strategische grondverwerving en strategisch vastgoed: vanuit de voorraadportefeuille (B3111 “Niet in exploitatie genomen bouwgronden” en B3112 “Grond- en hulpstoffen”) zijn voor € 17,4 miljoen panden overgeheveld naar strategisch vastgoed, dit betreft o.a. het TD-gebouw (€ 6,7 miljoen), Begijnenhof (€ 3,3 miljoen), Deken van Somerenstraat (€ 2,8 miljoen), Urkhovenseweg (€ 2,6 miljoen) en TAC-gebouw (€ 0,9 miljoen). uit de lopende exploitatie Meerhoven (B312 Onderhanden werk) zijn de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost overgeheveld naar strategische grondverwerving (€ 35,9 miljoen). Kapitaalverstrekking aan derden Hieronder wordt een overzicht gegeven van de aandelen in gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen: (bedragen in euro’s) Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-12
31-12-13
Verschil
Omvang Deelneming
Specificatie deelnemingen Muziekgebouw Eindhoven N.V.
45.378
45.378
0
100 %
Parktheater Eindhoven N.V.
45.378
45.378
0
100 %
Wonen Boven Winkels Eindhoven N.V.
0
0
0
100 %
Meerhoven Meerrijk B.V.
1
1
0
Meerderheidsdeelneming in nom kapitaal
90.757
90.757
Enexis Holding NV (voorheen Essent)
11.345
11.345
0
0,02 %
0
0
0,02 %
555.880
555.880
0
24,5 %
67.500
67.500
0
12,5 %
112.500
112.500
0
20,0 %
6.843
6.843
0
14,52 %
429.000
429.000
0
0,30 %
1.000.000
1.000.000
0
50,0 %
10.000
10.000
0
50,0 %
1.278.615
1.278.615
0
30,7 %
-87.000
- 37.000
50.000
Minderheidsdeelneming in nom kapitaal
3.384.683
3.434.683
50.000
Flight Forum BV/CV (035-09-13)
4.669.039
4.669.039
0
Totaal deelnemingen
8.144.479
8.194.479
50.000
Attero Holding NV Eindhoven Airport NV Bedrijvencentra Regio Eindhoven B.V. Twice Eindhoven B.V. N.V. Brainport Development BNG Park Strijp CV Park Strijp Beheer BV Breedband Regio Eindhoven B.V. Af: voorziening waardevermindering Breedband *)
*) Conform de gedragslijn voorgaande jaren is voor de duurzame waardevermindering in Breedband is een voorziening van € 37.000 gevormd. De (lagere) marktwaarde van de deelneming in Breedband is afgeleid van de meest recente jaarcijfers 2012 van deze vennootschap.
gemeente Eindhoven
- 127 -
50,9 %
Jaarrekening Leningen aan woningbouwcorporaties Van de aan woningbouwcorporaties verstrekte leningen (€ 43,3 miljoen) is € 30 miljoen ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het WSW staat garant indien een woningbouwcorporatie in gebreke blijft met betrekking tot rente- en aflossingsverplichtingen. Overige langlopende leningen De grootste langlopende leningen betreft een lening van € 13,5 miljoen aan Meerrijk BV. Overige uitzettingen De gehele beleggingsportefeuille staat tegen nominale waarde op de balans en de hoofdsom van de beleggingen is gegarandeerd op het einde van de looptijd. Voor twee garantieproducten geldt een minimum gegarandeerd rendement. (Bedragen x € 1.000)
Boekwaarde 31-12-13
Effecten in verband met duurzame beleggingen Beleggingen:
48
Betreft 1 garantiebeleggingsproduct van € 14 miljoen. In 2013 zijn 2 garantie
14.000
beleggingsproducten overgeboekt naar kortlopende verstrekte leningen i.v.m. vrijval in 2014. In 2012 is de belegging SOT-NRF 265 opgenomen. Dit betreft een belegging ter dekking van uit te keren subsidies op termijn. Obligatie:
In 2013 zijn de vastrentende staatsobligaties en obligaties van banken
294 0
overgeboekt naar kortlopende verstrekte leningen i.v.m. vrijval in 2014. Nog te ontvangen opbrengsten in verband met garantiebeleggingsproducten. Totaal BA034 Overige uitzettingen
8.820 23.162
Specificatie per balansrekening - Vlottende activa Voorraden B3111 Niet in exploitatie genomen bouwgronden In de voorraden zijn begrepen de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden van het Grondbedrijf voor een waarde van € 20,8 miljoen. De voorraad niet in exploitatie genomen voorraad gronden bedroeg ultimo 2013 € 21,9 miljoen; ter dekking van mogelijke verliezen is een voorziening van € 1,1 miljoen gevormd. In 2013 zijn panden vanuit de voorraden overgeheveld naar materiële vaste activa. Per saldo is er € 13,3 miljoen overgeheveld naar Strategisch vastgoed, dit betreft een brutoverlaging van € 30,7 miljoen, waarbij sprake is van een afwaardering van € 17,4 miljoen gedekt uit de voorziening verwachte nadelen grondexploitatie. Het betreft hier o.a. TD-gebouw (€ 6,7 miljoen), Begijnenhof (€ 3,3 miljoen) en Urkhovensweg (€ 2,6 miljoen). B3112 Grond- en hulpstoffen Dit betreft aangekochte grond en panden waar in de nabije toekomst geen ontwikkeling wordt voorzien. In 2013 zijn panden vanuit de grond- en hulpstoffen overgeheveld naar materiële vaste activa. Per saldo is er € 4,1 miljoen overgeheveld naar Strategisch vastgoed, dit betreft een brutoverlaging van € 4,4 miljoen waarbij sprake is van een afwaardering van € 0,3 miljoen gedekt uit de voorziening verwachte nadelen grondexploitatie. Het betreft hier o.a. Deken van Somerenstraat (€ 2,8 miljoen) en TAC-gebouw (€ 0,9 miljoen). B 312 Onderhanden werk De balanspost ‘Onderhanden werk’ heeft per 31-12-2013 een saldo van € 125,2 miljoen. De stand van de grondexploitaties ultimo 2013 bedraagt € 124,8 miljoen.
gemeente Eindhoven
- 128 -
Jaarrekening
In de prospecties (toekomstige opbrengsten) voor diverse planexploitaties is een aantal verliesgevende exploitaties naar voren gekomen De voorziening verliesgevende planexploitaties (stand per 31-12-2013 € 1,7 miljoen) is in mindering gebracht op de boekwaarde. Vervolgens is nog een bedrag ten behoeve van de onderhanden projecten (€ 2,1 miljoen) opgenomen. Er is sprake van een daling doordat uit de lopende exploitatie Meerhoven de deelgebieden Landforum, Trade Forum en Park Forum Oost zijn overgeheveld naar de materiële vaste activa (Strategische grondverwerving). Per saldo is er € 35,9 miljoen overgeheveld. Dit betreft een brutoverlaging van € 58,6 miljoen, waarbij sprake is van een afwaardering van € 22,7 gedekt uit de voorziening verwachte nadelen grondexploitatie. Daarnaast is sprake van een afwaardering inzake woningen Aquaveste van € 1,1 miljoen. In voorgaande jaren is de voorziening verliesgevende planexploitaties opgenomen tegen eindwaarde. In 2010 is ervoor gekozen om de berekende voorziening niet meer tegen eindwaarde maar tegen contante waarde op te nemen. De voorziening is contant gemaakt met de verwachte rentevoet. De voorziening zal in de komende jaren jaarlijks met de rentecomponent verhoogd worden om aan het einde van de looptijd het verwachte verlies te kunnen afdekken. Uitzettingen
B111 Vorderingen op openbare lichamen De vordering heeft voornamelijk betrekking (€ 32 miljoen) op de met de fiscus te verrekenen BTW (waaronder de vordering op het landelijke BTW-compensatiefonds) Daarnaast staat er nog voor een bedrag van ongeveer € 9,4 miljoen open op het rijk, provincie, gemeentes en andere overheidsinstellingen.
B114 Overige vorderingen Eind 2013 was de stand van deze vorderingen € 42 miljoen. Dit is opgebouwd uit 3 soorten vorderingen, namelijk cliëntdebiteuren, belastingdebiteuren en overige debiteuren. De inschatting is dat niet alle bedragen ontvangen zullen worden. Daarvoor is een voorziening dubieuze debiteuren opgenomen van € 11,7 miljoen. Dit resulteert in een netto bedrag van € 30,3 miljoen. De vorderingen op cliëntdebiteuren is opgebouwd uit diverse soorten regelingen, zoals bijstandsvorderingen, geldleningen, voorschotten en boetes. De aflossing is vaak verspreid over vele jaren vanwege de lage inkomens. De voorziening voor cliëntdebiteuren wordt berekent op basis van wel of geen aflossingsverplichting, lopende aflossingen en percentages per status van de vordering. Door ondernomen acties is de oninbaarheid van debiteuren gedaald, wat tot uitdrukking komt in een lagere voorziening dubieuze debiteuren. Tot en met 2012 is het rijksaandeel van 75% met betrekking tot de inkomensregeling Besluit Bijstand zelfstandigen (Bbz) gepresenteerd als debiteurenvorderingen gemeente Eindhoven en tevens verwerkt in de voorziening dubieuze debiteuren. In 2013 heeft een herrubricering plaats gevonden ten aanzien van het Rijksaandeel 75% Bbz. Het door het Rijk te ontvangen aandeel en de doorbetaling aan het Rijk is gerubriceerd onder respectievelijk “vorderingen openbare lichamen”, “nog te ontvangen bijdrage bbz Rijk” en “overige schulden Door te betalen bbz Rijk”. De vorderingen op de belastingdebiteuren zijn opgebouwd uit openstaande belastingaanslagen voor gemeentelijke belastingen. Alle vorderingen worden nauwgezet gevolgd en grotendeels via de eigen belastingdeurwaarders geïnd. Voor de belastingdebiteuren is vanuit het verleden geen voorziening opgesteld. De oninbare vorderingen worden jaarlijks rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. De overige debiteuren bestaan uit vorderingen op basis van verhuur woningen of accommodaties, leges, vergunningen, grondverkopen, enz. Alle vorderingen worden permanent gevolgd en waar nodig doorgezet naar een gerechtsdeurwaarder of de eigen belastingdeurwaarder. Voor de overige vorderingen wordt jaarlijks een berekening opgesteld waarbij grote vorderingen individueel worden ingeschat en aan de rest percentages zijn gekoppeld op basis van de ouderdom van de vordering.
gemeente Eindhoven
- 129 -
Jaarrekening (bedragen x € 1 miljoen)
31-12-12 Totaal
Voorziening
31-12-13 Te ontvangen
debiteuren
Totaal
Voorziening
Te ontvangen
debiteuren
Clientdebiteuren
33,2
20,3
12,9
24,4
10,3
14,1
Belastingdebiteuren
2,9
0
2,9
2,3
0
2,3
Overige debiteuren
18,3
2,0
16,3
15,3
1,4
13.9
Totaal
54,4
22,3
32,1
42
11,7
30,3
B115 Overige uitzettingen Het saldo ‘overige uitzettingen’ ultimo 2013 heeft alleen betrekking op verstrekte kortlopende leningen. In 2013 zijn 2 garantie beleggingsproducten (€ 29 miljoen) overgeboekt naar kortlopende verstrekte leningen i.v.m. vrijval in 2014. Verder is er in 2013 een garantieproduct van € 14 miljoen afgelost.
B12 Liquide middelen (Bedragen x € 1.000)
B121
Kassen
B122
Postbankrekeningen
B1247
Kruisposten
B123
Banksaldi
B12
Totaal liquide middelen
31-12-12
31-12-13
78
61
63.192
0
50
65
0
7.885
63.320
8.011
In 2013 zijn de Postbankrekeningen B122 (positief saldo) en Banksaldo B133 (negatief saldo ) samengevoegd tot B123, per saldo is hier sprake van een positief saldo van € 7,9 miljoen. Reden voor deze samenvoeging is dat dit allen ING-rekeningen betreft en in samenhang bezien moet worden. Overlopende activa (Bedragen x € 1.000) 31-12-12
31-12-13
B211
Overlopende activa publiekrechtelijke lichamen
1.089
988
B213
Overige overlopende activa
9.782
7.353
B215
Voorschotten
89
60
B224
Tussenrekening
228
342
B21
Totaal overlopende activa
11.188
8.743
Het saldo ‘overlopende activa publiekrechtelijke lichamen’ ultimo 2013 heeft vnl. betrekking op nog te ontvangen subsidies van het Rijk en provincie voor o.a . Centra voor talentontwikkeling. Onder de 'overige overlopende activa' vallen de vooruitbetaalde bedragen voor een bedrag van totaal € 4,7 miljoen, waarvan de grootste posten betrekking hebben op huren (1,5 miljoen), erfpacht transactie PSV (€ 1,4 miljoen) en vooruitbetalingen inzake SISA subsidies (€ 1 miljoen). Verder valt daar onder nog te ontvangen rente leningen u/g voor een bedrag van € 0,9 miljoen. Een andere grote post onder de overig overlopende activa betreft de categorie "overige nog te ontvangen bedragen" voor totaal € 2,2 miljoen, waarbij de grootste posten nog te ontvangen subsidies betreffen inzake energie van De Tongelreep (€ 0,4 miljoen) en
gemeente Eindhoven
- 130 -
Jaarrekening Biomassacentrale Meerhoven (€ 0,2 miljoen) en een bedrag inzake toeristenbelasting (€ 0,4 miljoen). Bij de voorschotten zijn de grootste posten depotbedrag PTT post (€ 32.500) en voorschotten personeel (€ 28.000).
Specificatie per balansrekening – Passiva Eigen vermogen/reserves De stand van de reserves is in 2013 met € 22,4 miljoen afgenomen tot een bedrag van € 283,9 miljoen. In de staat van reserves (zie de bijlagen) is een volledig overzicht van de mutaties in de reserves en een bijbehorende toelichting opgenomen. Onderstaand zijn de mutaties in de reserves groter dan € 5 miljoen vermeld.
(bedragen x € 1 miljoen)
Mutatie 2013 -/- = onttrekking
Omschrijving
+ = storting -/- 9,2
Reserve financieringsfonds MIP Een bedrag van € 17,4 miljoen is onttrokken voor realisatie VMBO/SEN. Daarnaast is sprake van diverse stortingen van beperkte omvang.
-/- 5,0
Reserve uitvoeringsprogramma WMO Deze reserve van € 5,0 miljoen is overgeboekt naar de reserve sociaal domein
+ 14,1
Reserve sociaal domein Een bedrag van € 14,1 miljoen is gestort in deze reserve. € 5,0 miljoen komt uit de reserve uitvoeringsprogramma WMO en € 9,1 miljoen betreft overschotten 2013 sociaal domein.
+ 16,2
Eigen kapitaal In het Eigen kapitaal is het rekeningresultaat 2012 van € 22,1 miljoen gestort. Daarnaast is € 6,1 miljoen overgeheveld naar de voorziening “frictiekosten ombuigingen”.
-/- 13,2
Reserve Internationale School Eindhoven Ten behoeve van de realisatie van de internationale school is een bedrag aan deze reserve onttrokken van € 16,9 miljoen.
Voorzieningen (Bedragen x € 1.000) Specificatie van de voorzieningen
31-12-12
31-12-13
- onderhoudsvoorzieningen
19.284
19.851
- risicovoorzieningen
16.795
23.930
70.337
3.914
-
31.205
106.416
78.900
- overige voorzieningen
1)
- vervangingsvoorzieningen
1)
B050 Overige voorzieningen B051 Onderwijsvoorzieningen B05 Totaal voorzieningen
1.463
1.702
107.879
80.602
1)
Conform gewijzigde BBV-richtlijnen is de voorziening riolen sinds 2013 apart gerangschikt als vervangingsvoorziening (gevormd wegens de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven). In 2012 stond deze voorziening (€ 41,5 miljoen) opgenomen bij “overige voorzieningen”.
Het saldo van de voorzieningen is in 2013 met € 33,4 miljoen afgenomen. In de staat van voorzieningen (zie de bijlagen) is een volledig overzicht van de mutaties in de voorzieningen en een bijbehorende toelichting opgenomen. Onderstaand worden de mutaties in de voorzieningen groter dan € 5 miljoen vermeld.
gemeente Eindhoven
- 131 -
Jaarrekening (Bedragen x € 1 miljoen) Omschrijving
Mutatie 2013 -/- 10,3
Voorziening riolen De storting in de voorziening van € 5,8 miljoen is conform de begroting. De onttrekking van € 16,1 miljoen betreft de vervangingsinvesteringen in het kader van het GRP.
-/- 24,4
Voorziening afwaardering netwerkbedrijven Deze voorziening is in 2013 ingezet voor de afwikkeling van de definitieve verkoop Endinet.
-/- 39,4
Voorziening verwachte nadelen grondexploitatie Deze voorziening maakt geen onderdeel uit van “B05 Totaal voorzieningen” maar wordt in mindering gebracht op “BA312 Onderhanden werk”. Een bedrag van € 40.4 miljoen is uit deze voorziening onttrokken ter afdekking van afwaarderingen panden en gronden.
+/+ 6,1
Voorziening frictiekosten ombuigingen Vorming van deze voorziening t.b.v. de toekomstige loon- en ww-verplichtingen in het kader van Route 2014. De voorziening wordt vooralsnog eenmalig gevoed met € 6,1 miljoen, als gedeelte van het door de gemeenteraad in de Begroting 2014-2017 beschikbaar gestelde bedrag (€ 15 miljoen) voor frictiekosten eigen personeel.
Vaste schulden Het saldo van de vaste schulden per 31 december 2013 bedraagt € 381,8 miljoen. In 2013 is € 37,9 miljoen op de vaste schulden afgelost en voor € 50 miljoen aan nieuwe leningen opgenomen. De rentelasten van de vaste schulden bedragen € 9,8 miljoen voor het jaar 2013. Hierna volgt het gespecificeerde overzicht onderverdeeld naar opgenomen langlopende geldleningen, door derden belegde reserves en ontvangen waarborgsommen. (bedragen in euro’s) Omschrijving
BP 0621 OL van binnenlandse
09208
pensioenfondsen en verzekeringen BP 0622 OL van binnenlandse
09206
banken en overige instellingen
BP 0624 OL van overige
Restantbedrag
Vermeerdering
Aflossing in
Restantbedrag
per 31/12/12
in 2013
2013
per 31/12/13
2.339.013
285.621
2.053.392
53.914.418
12.677.567
41.236.851
23.250.000
274.250.000
857.078
1.501.220
09209
247.500.000
50.000.000
09216
7.000.000
09217
2.358.298
09218
4.685.800
4.685.800
09219
48.600.000
48.600.000
binnenlandse sectoren *)
BP 0625 OL buitenland inst fondsen banken BP 062 Totaal onderhandse
366.397.529
50.000.000
37.070.266
379.327.263
1.325.768
23.059
1.348.827
1.325.768
23.059
1.348.827
09200
19.960
5.000
15.000
9.960
09201
509.788
58.750
41.857
526.681
leningen
BP 0631 Door derden belegde
09207
gelden BP 063 Totaal door derden belegde reserves
BP 064 Ontvangen waarborgsommen van derden
gemeente Eindhoven
- 132 -
Jaarrekening (bedragen in euro’s) Omschrijving
Restantbedrag
Vermeerdering
Aflossing in
Restantbedrag
per 31/12/12
in 2013
2013
per 31/12/13
09203
54.258
09205
1.418
09211
154.800
67.460
54.001
168.259
740.224
131.360
119.043
752.541
1.164.848
823.288
341.560
1.164.848
823.288
341.560
38.012.597
381.770.191
BP 064 Totaal ontvangen
150
8.18
46.223 1.418
waarborgsommen van derden
BP 0651 Overige vaste schulden
09220
BP 065 Totaal overige vaste schulden
Totaal generaal
369.628.369
50.154.419
*) Onder langlopende geldleningen worden geldleningen verstaan met een oorspronkelijke looptijd van 1 jaar of langer.
Netto-vlottende schulden (Bedragen x € 1.000) 31-12-12
31-12-13 110.000
B131
Kasgeldleningen
85.000
B133
Bankrekeningen *)
59.627
0
B1341
Schulden aan publiekrechtelijke lichamen
6.034
1.337
B1345
Afdrachtposten
10.933
7.797
B1346
Overige schulden
29.084
32.166
B13
Totaal netto-vlottende schulden
190.678
151.300
*) Eind 2012 dient het bedrag € 59,6 miljoen van B133 bankrekeningen bezien te worden in samenhang met de activapost B122 Postbankrekeningen. Per saldo was sprake van een positief saldo van € 3,6 miljoen. In 2013 zijn de B122 Postbankrekeningen en B133 Bankrekeningen samengevoegd tot B123 Banksaldi, per saldo € 7,8 miljoen positief, waardoor de post B133 vervalt. Reden hiervoor is dat dit allen ING-rekeningen betreffen en in samenhang bezien moeten worden.
Overlopende passiva (Bedragen x € 1.000) 31-12-12
31-12-13
B221
Overlopende passiva publiekrechtelijke lichamen
30.862
46.297
B223
Overige overlopende passiva
28.112
37.104
B224
Tussenrekeningen
1.474
2.143
B22
Totaal overlopende passiva
60.448
85.544
B221 Overlopende passiva publiekrechtelijke lichamen Onder de balanscodering B221 zit de grootboekrekening 19411 (Vooruitontvangen van publiekrechtelijke lichamen). Onder deze grootboekrekening zijn onder ander de overlopende posten inzake niet bestede middelen van het Rijk verantwoord, voor een totaalbedrag van € 39,4 miljoen. Hieronder volgt het verloopoverzicht inzake het jaar 2013.
gemeente Eindhoven
- 133 -
Jaarrekening (bedragen in euro’s) Niet bestede middelen van het Rijk
Saldo begin
Ontvangen
Vrijgevallen
Saldo einde
Jaar 2013
Bedragen
bedragen
Jaar 2013
Afwik proj MNio 2009 Plan van aanpak luchtkwaliteit
1.206.541
1.206.541
121.811
121.811
Afwik proj MNio 2010 Geluidssanering - schermen
2.304.575
2.304.575
Afwik proj MNio 2010 Plan van aanpak luchtkwaliteit
8.226.346
8.226.346
310.000
310.000
90.385
90.385
Afwik proj Mnio 2012 Mensen wensen budget
100.285
100.285
Afwik Proj Mnio 2012 Deklaagvervanging
102.500
102.500
331.494
331.494
65.877
65.877
638.611
638.611
185.000
185.000
Afwik proj MNio 2010 Geluidsbelastingkaarten
Afwik proj MNio 2010 RoCK - WP 1/1 Openbaar Vervoersvrz Afwik proj MNio 2010 Verkeersveiligheid
Marathonloop Afwik proj Mnio 2012 Herinr.OR Kanaalzone(bedr.terr. De Kade) Afwik proj Mnio 2012 Herinrichting Donizettiln/Mendelsohnln Afwik proj Mnio 2012 Verkeersmaatregelen werkplannen Afwik proj Mnio 2012 Verkeersveiligheid 2005-2006 Afwik proj MNio 2013 Fietsbrug Kennedylaan
446.829
446.829
Afwik proj MNio 2013 Black Spot
123.321
123.321
Montpellierlaan/Fransebaan Afwik proj MNio 2013 Geluidsbelastingkaarten
112.868
112.868
Afwik proj MNio 2013 Geluidssaneringschermen
2.006.370
2.006.370
Afwik proj MNio 2013 Landschapsontw
1.022.604
1.022.604
140.000
140.000
10.346.827
10.346.827
305.250
305.250
67.238
67.238
Dommeldal/De Hogt Afwik proj MNio 2013 Ombouw bestaande trace naar slowlane norm Afwik proj MNio 2013 Plan van aanpak luchtkwaliteit Afwik proj MNio 2013 RoCK - WP 1/1Openbaar Vervoersvrz Europa Smart Culture projecten Gemeente Tilburg STR kennisconf. B5 Talent van
70.000
70.000
8.474
8.474
80.000
80.000
Brabant Gemeente Tilburg Virtueel Brabant Ministerie Binnenlandse Zaken ketenintensiveringsregio Ministerie OCW Regionale Meld-en
582.000
454.000
582.000
454.000
Coordinatiecentra Ministerie OCW voor- en vroegschoolse Educatie
3.554.000
3.554.000
(VVE) Ministerie SoZaWe bijdr OCW
366.467
Ministerie SWZ 1e tranche ESF-project
580.776
186.096
366.467
186.096
580.776
(jeugdwerkeloosheid) Ministerie SZW meeneemregeling Inburgering
gemeente Eindhoven
1.522.385
- 134 -
432.104
1.522.385
432.104
Jaarrekening (bedragen in euro’s) Niet bestede middelen van het Rijk
Saldo begin
Ontvangen
Vrijgevallen
Saldo einde
Jaar 2013
Bedragen
bedragen
Jaar 2013
Ministerie SZW meeneemregeling Integratie
1.949.288
2.002.934
1.949.288
2.002.934
Ministerie V & J Trendbreuk woninginbraak
240.000
240.000
Provincie NBr Innosportlab
200.000
200.000
Provincie NBr Leren&Werken
114.443
46.086
Provincie NBr Brabant Culturele Hoofdstad
114.443
17.908
Provincie NBr BrabantStad deltaplan VSV
57.462
17.908 57.462
Provincie NBr De beweegwinkel
18.669
Provincie NBr krachtsportcentrum Provincie NBr regeling goedk.won. Provincie NBr Servicepunt Zorg&Welzijn
18.669
86.207
86.207
86.207
86.207
2.449.000
534.489
2.449.000
534.489
10.000
10.000
Provincie NRB Expat Center Brabant'13
150.000
SRE Breedband Stedelijk Gebied
46.086
1.323.065
1.863.540
SRE Groene Raamwerk
150.000 1.323.065
15.000.000 22.882.992
39.357.340
1.863.540 15.000.000
22.882.992
39.357.340
B223 Overige overlopende passiva (Bedragen x € 1.000) Specificatie B223
31-12-12
31-12-13
16.772
24.248
2.709
6.356
19413
Overige nog te betalen bedragen
19414
Overige vooruitontvangen bedragen
19416
Aanbetalingen grondverkopen
294
347
19421
Nog te betalen rente leningen
4.162
3.902
19427
SRE projecten
665
673
diverse
Overige posten
B223
Overige overlopende passiva
3.510
1.578
28.112
37.104
Niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen Specificatie van de gewaarborgde geldleningen (Bedragen x € 1.000) Restant per
Restant per
31-12-12
31-12-13
Mutatie 2013
21.631
25.059
3.428
Gezondheidszorg
7.768
7.374
-394
Cultuur
Woningbouwgaranties gemeente
7.165
8.083
918
Sport
677
689
12
Welzijn
987
975
-12
Kabeltelevisie
159
0
-159
Overige gewaarborgde geldleningengaranties
508
429
-79
38.895
42.609
3.714
Totaal borgstellingen
gemeente Eindhoven
- 135 -
Jaarrekening Voor een nadere specificatie van de gewaarborgde geldleningen wordt verwezen naar de staat van borgen garantstellingen in de bijlagen. Overige niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen / rechten Huurverplichtingen/lease- en huurcontracten Overige niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen betreffen langlopende huurverplichtingen in verband met gebouwen voor 2014 € 7,5 miljoen , voor 2015 en 2016 getotaliseerd € 8,9 miljoen en € 41,8 miljoen voor de daarna volgende jaren. Financiële verplichtingen inzake meerjarige lease- en huurcontracten (zoals lease printers en programmatuur) bedragen voor 2014 € 0,6 miljoen, voor 2015 en 2016 getotaliseerd € 1 miljoen en € 0,3 miljoen voor de volgende jaren. Stichting Waarborgfonds Eigen Woning (Nationale Hypotheek Garantie) Op 10 oktober 1993 is de gemeente een overeenkomst aangegaan om tot zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van de stichting jegens geldgevers achtergestelde, renteloze leningen aan de stichting te verstrekken. Uit een persbericht van het NHG is gebleken dat het garantievermogen van het waarborgfonds is in 2013 met € 4 miljoen gedaald tot € 778 miljoen. Voor de komende jaren wordt rekening gehouden met nog oplopende verliezen en, vanwege de verdere afbouw van de NHG-kostengrens, met minder nieuwe garanties. In de Liquiditeitsprognose 2013-2018 is dan ook de verwachting dat het NHG-garantiefonds de komende jaren verder zal dalen. Op basis van de actuele inzichten in de ontwikkeling van de economie en in het bijzonder de koopwoningmarkt, is de verwachting dat vanaf 2018 sprake zal zijn van een snel herstel. Mede door de premieverhoging vanaf 1 januari 2014 voor nieuwe garanties (van 0,85% naar 1,00 % worden geen aanspraken op de achtervang van het Rijk verwacht. Derivaat De gemeente Eindhoven heeft in het verleden een lening (o/g) met een variabele rente afgesloten voor de herontwikkeling van Strijp S. In 2004 is besloten om de te betalen rente te fixeren door de aankoop van een renteswap (payer swap). De rente is daarmee voor de hele looptijd van de lening gefixeerd op 4,095%. Elk kwartaal betaalt de gemeente Eindhoven de contractueel vastgelegde variabele rente (3 maands Euribor) voor de lening aan de bank. In verband met de afgesloten swap betaalt de gemeente elk kwartaal het verschil tussen de variabele rente (3 maands euribor) en 4,095%. Per saldo betaalt de gemeente in totaal altijd 4,095% rente over de hoofdsom van de lening. De lening en de swap, met identieke hoofdsom, lopen beiden tot 2017. De bank (tegenpartij van de swap) heeft geen breaking clause (ontbindingsmogelijkheid) voor de swap. De gemeente zal de swap aanhouden tot einde looptijd, omdat deze gekoppeld is aan de lening. Dankzij de swap loopt de gemeente geen renterisico meer op de afgesloten lening.
gemeente Eindhoven
- 136 -
Jaarrekening 4.5 Specifieke uitkeringen en Brabantstad Specifieke uitkeringen Met ingang van het verantwoordingsjaar 2006 is door het rijk ten aanzien van specifieke uitkeringen het principe van single information single audit (sisa) geïntroduceerd. Sisa heeft als doel om de verantwoording over en de controle op specifieke uitkeringen van het rijk naar medeoverheden fors te vereenvoudigen. Single information houdt in dat het Rijk bij het vragen van informatie zoveel mogelijk aansluit bij de verantwoordingsmomenten van de medeoverheden zelf. Dit betekent dat in een bijlage bij de jaarrekening de verantwoordingsinformatie dient te worden opgenomen over specifieke uitkeringen. Met single audit wordt bedoeld dat voor de controle door de accountant gebruik wordt gemaakt van de reguliere controle van de jaarrekening door de accountant. SISA is van toepassing op ruim 15 specifieke uitkeringen. Hiervan zijn de volgende uitkeringen voor de gemeente Eindhoven van toepassing. De regelingen worden verantwoord in de bijlagen. D1
Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (AOB)
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai)
E6
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009
E10
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma mooi Nederland
E11B
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)
E27B
Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer
E28C
Rente-Inkomsten Regionaal Mobiliteitsfonds
E30
Quickwins binnenhavens (RIJK)
G1-G1A
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
G2
Gebundelde Uitkering
G3
Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen 2004
G5
Wet participatiebudget (WPB)
G7
Verzameluitkering Sociale Zaken en Werkgelegenheid
H1
Ministeriele regeling heroïnebehandeling
Brabantstad In december 2007 hebben het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de B5 steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg een intentieverklaring getekend. Zij spreken hiermee af dat zij samen gaan investeren in een duurzame toekomst van de grote Brabantse steden. De zes partners investeren samen in projecten waarmee zowel gemeentelijke als Provinciale doelen worden gerealiseerd. De gemeente Eindhoven investeerde samen met de Provincie in de volgende projecten (aflopend in 2013): ■ E1.01 Meerenakkerweg ■ E1.05 Eindhoven één in werk ■ E1.06 / E2010 Internationale School Eindhoven ■ E1.16 Biomassacentrale Ottenbad ■ E1.17 / E2017 Verbinding Groene Woud ■ E2002 Brabant Schoolnet ■ E2003B Herstructurering fysieke Infrastructuur (Strijp S) ■ E2012 Strijp S ■ E2018 Biomassacentrale Meerhoven ■ E2019 Verduurzamen Openbare Verlichting (Ledverlichting) (loopt nog 1 jaar door, eindigt per 31-12-2014)
gemeente Eindhoven
- 137 -
Jaarrekening De Provinciale subsidie is in twee tranches verstrekt en wordt jaarlijks bevoorschot conform geplande inzet. Op twee momenten in het jaar vindt er verantwoording plaats. Verantwoording gebeurt op sisa-achtige wijze. Dit houdt in dat in de jaarrekening van iedere gemeente een overzicht wordt opgenomen met daarin de geraamde en gerealiseerde bestedingen. Voor de verantwoording over het jaar 2013 wordt verwezen naar de bijlagen.
gemeente Eindhoven
- 138 -
5
Overig
Overig Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Gemeenteraad van gemeente Eindhoven
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van gemeente Eindhoven gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SISA-bijlage en bijlage Brabantstad.
Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)’alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365, 5600 HJ Eindhoven T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 13, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial& Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
gemeente Eindhoven
- 139 -
Overig Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Voor de in de toelichting opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de in de ‘Beleidsregels toepassing WNT’, inclusief het controleprotocol WNT opgenomen controletoleranties gehanteerd. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Eindhoven een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de ‘Beleidsregels toepassing WNT’. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen.
Geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van externe niettopfunctionarissen In overeenstemming met de aanvullende beleidsregels van 12 maart 2014, hebben wij geen controlewerkzaamheden verricht ten aanzien van de functionarissen zoals genoemd in art. 4.2 lid 2 letter c WNT (externe niet-topfunctionarissen).
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Eindhoven, 24 april 2014, PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: Drs. A.E. Gerritsma RA
gemeente Eindhoven
- 140 -
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Bezoekadres Stadskantoor Stadhuisplein 10 5611 EM Eindhoven Telefoon: 14 040 E-mail:
[email protected] Internet: www.eindhoven.nl