Verslag Nijmeegse vierdaagse 2013 Woensdag 10 juli (de camping gaat open) Met Marjolein en Simon heb ik afgesproken om 3:30 bij de bushalte bij het Bastion hotel aan de audioweg in Almere. Op een auto van een beveiligingsbedrijf na, is Almere uitgestorven. Om exact half vier komen Marjolein en Simon aangereden. In anderhalf uur rijden we naar de camping aan de Vossendijk in Nijmegen. Het is inmiddels vijf uur en licht. De man met de volgnummertjes is nergens te vinden, dus we wandelen even naar de receptie, waar we hem vinden. We hebben nummer 880 (ze beginnen bij 736). Langs het Maas-Waal kanaal staan al een boel caravans; in sommigen is een teken van leven te zien. We zoeken een plekje op het industrieterrein om onze voertuigen te parkeren en lopen naar de kantine van V.V. Hatert en nemen een bakje koffie. Om zes uur gaat de receptie open, maar omdat er vele voor ons zijn, zijn we uiteindelijk om negen uur aan de beurt. In de tussentijd maken we een rondje over de camping, omdat Simon en Marjolein hier voor het eerst zijn. Met onze fietsen hebben we al een plekje gereserveerd. Maar daar denken andere mensen anders over. Terwijl Marjolein ons plekje staat te verdedigen, halen Simon en ik de auto's op. Net op tijd komen we - met ons betalingsbewijs - terug om het plekje te bezetten. Naast ons staan oude bekenden van mij. Deze groep stond vorig jaar ook al op dezelfde plek op de camping. Het is een gezellig weerzien. Als de tent en caravan staan, gaan Simon en Marjolein weer terug naar Almere. 's Middags komt mijn gezin ook naar de camping, incl. ons konijn Kruimel. Deze heeft de tijd van zijn leven, omdat hij nu de hele dag van het gras kan eten. Iedereen op de camping komt even kijken bij Kruimel, want een konijn op de vierdaagse camping is toch wel uniek!
Donderdag 11 juli (pretpark) Nijmegen is niet zo ver van het pretpark Kalkar, net over de grens in Duitsland. Via internet hebben we al kaartjes gekocht. Kruimel kan natuurlijk niet mee en moet in de voortent blijven. We maken een schaduwplekje voor hem. Daarna gaan we onderweg naar deze nooit afgebouwde kerncentrale aan de Rijn. We moeten wel een stuk omrijden, omdat er geen rechtstreekse wegen zijn. Omdat het niet zo heel druk is, worden sommige attracties wel tien keer `bereden`; vooral de zweefmolen is erg in trek bij mijn dochters. En omdat in Kalkar de patat, ijsjes, koffie en thee en frisdrank inbegrepen is, wordt er flink gebunkerd. Als we ’s avonds om half zeven weer naar huis gaan, is er een verrassing: de rechterachterband van de auto is plat. Omdat dit de eerste keer is met deze auto, is het even puzzelen. De reserveband blijkt aan een metalen kabel onder de auto te hangen, die je door aan een bout te
draaien langer maakt, zodat de reserveband vrij komt. Met de reserve band rijden we terug naar de camping.
Vrijdag 12 juli (de stad) Bij de receptie vraag ik waar de dichtstbijzijnde banden winkel is. Het is zowiezo druk bij de receptie. Het is de enige plek op de camping waar er goede WiFi is. Er zitten op het bankje altijd wel iemand te wifiën. De kwikfit is vlak bij en ik geef opdracht mijn band te repareren. Met mijn vrouw en kinderen gaan we de binnenstad van Nijmegen bekijken. Ik ben al vele malen in deze binnenstad geweest, maar altijd tijdens de Nijmeegse vierdaagse. De stad is nu veel rustiger. Voor het stadhuis staat een bruidspaar. Ook ben ik op zoek naar een leuke gelegenheid om met de groep de maandag voor de Nijmeegse vierdaagse te gaan lunchen. Dat valt niet mee, de meeste Nijmeegse `herbergen` willen daar niet aan mee werken. Uiteindelijk vind ik een leuke gelegenheid: Sid en Liv in de van Welderenstraat, vlak bij de start- en finishlocatie van de Nijmeegse vierdaagse. Na de binnenstad gaan we naar museum het Valkhof. Het is een afwisselend museum, met oude en nieuwe kunst, wat geschiedenis van Nijmegen (een hele tentoonstelling over de `vrede van Nijmegen` waar ik tot dan toe nog nooit van had gehoord.) Na het museum bekijken we ook nog het park Valkhof. Daar wordt het festival terrein al opgebouwd. Als we de hele stad hebben bekeken, gaan we weer terug naar de camping. Inmiddels is de band gerepareerd en die halen we op.
Zaterdag 13 juli (lekker niets) Op deze dag besluiten we helemaal niets te doen. We blazen het zwembadje op. ’s Avonds eten we pannekoeken in het pannenkoeken restaurant de Duivelsberg in Berg en Dal. Dit is het enige stukje Nederland wat na de tweede wereldoorlog van Duitsland is afgepakt en nooit meer is teruggegeven.
Zondag 14 juli (inschrijven, Rowwen Hèze) Vandaag begint het echt. Samen met de rest van het gezin gaan we naar de Wedren – de start- en finishlocatie - om me voor de Nijmeegse vierdaagse te inschrijven. Als we op het terrein aankomen, staan er bij sommige loketten een rij van wel 25 meter. Daar heb ik dus geen zin in. Maar wanneer ik bij mijn `eigen` hokje aankom (50A) , staat er slechts één meneer voor me, die net klaar is. Bandje om, sponsor pakketje aanpakken en klaar is Martijn. Daarna weer terug uit de stad. Een aantal van de mensen naast ons op de camping werken bij een catering bedrijf (SAB catering) Het is traditie dat de zondag voor de Nijmeegse vierdaagse zij het eten organiseren. Dit jaar is het een Mexicaanse avond. Iedereen krijgt een sombrero op zijn hoofd en de tequila gaat rond (Gelukkig neem ik er maar twee, want een paar andere camping gasten zullen de dag erna een houten kop hebben). Uiteraard schalt de Zangeres zonder naam met haar bekendste hit over de camping.
Naast de Nijmeegse vierdaagse is er ook een `nachtprogramma`. Op het programma staat oa Rowwen Hèze. Samen met Peter ga ik daar heen. We spreken af bij het Keizer Karelplein en lopen vandaar samen naar de Waalkade. Daar is een podium in een tent, waar het heel erg warm is. Rowwen Hèze laat even op zich wachten, maar daarna barst het feest los. Net als bij Normaal wordt er met bier gegooid, maar omdat het heel erg warm is, is dat helemaal niet erg. Van de teksten versta ik niet zoveel, omdat het dialect in de Peel toch afwijkt van het Almeerse dialect. Maar de sfeer is er niet minder om.
Maandag 15 juli (Lunch) Vandaag komen Marjolein en Simon naar de camping. Zij hebben ook Marjan mee genomen, die voor het eerst op de camping is. Ook komen Anne-Mieke en Jan Carel even op de camping kijken. In de loop van de ochtend gaan mijn vrouw en kinderen weer terug naar Almere. Samen met Kruimel en zijn hok past het net in de auto. Met Marjolein, Simon en Marjan fiets ik naar de stad en laat ze de juiste fietsroute zien van de camping naar de stad en de fietsenstalling. Daarna schrijven Marjolein, Simon en Marjan zich in. Om half één verzamelen we met de hele club van TrimSlim bij `de beeldjes` en maken we een groepsfoto. Dan verstrekken we naar Sid en Liv, de lunchroom waar we welkom zijn. Het is een beetje krap aan tafel, maar het eten is lekker en de bediening is prettig en ongedwongen. Een aanrader voor volgend jaar.
Vlnr: staand: Simon, Marjan, Els, Ans, de beeldjes met daar tussen in Jan, Rob, Inge, Anne-Mieke, Rinus en Marjolein zittend : Martijn en Geesken Niet op de foto: Annemiek, Peter, Michel en zoon van Geesken (de meneer op de foto met het grijze overhemd hoort er niet bij.) Links is het monument tbv de overleden wandelaars in 2006 nog te zien
Met een kleinere groep slenteren we door de stad. We kopen voor Marjolein’s verjaardag stiekem een T-shirt en Simon schaft nieuwe wandelschoenen aan. Daarna doen we een terras aan. Wanneer we ’s middags weer op de camping aankomen, doen Simon en ik nog de boodschappen voor de komende week. We doen dit op een hele luie wijze: met de auto. Na het eten ga ik even op bezoek bij een oud-collega, die ook op de camping staat. We hadden elkaar al tien jaar niet meer gezien. Omdat ik van hem wist dat hij ook een fervente Nijmeegse vierdaagse lopers was had ik hem via internet opgezocht. Het bleek dat we al drie jaar achter elkaar op nog geen honderd meter van elkaar op de camping stonden. ’s Avonds probeer ik niet eens meer vroeg naar bed te gaan. Ik zet twee wekkers op 2:45 en lees nog een boek in bed, met de radio op de achtergrond. De rugzak staat dan al helemaal klaar.
Dinsdag 16 juli (de dag van Elst) `Piep piep piep` zegt wekker nummer één. Een tiental seconden later mengt wekker twee zich ook in dit
concert. Ik sta op, zet het koffie apparaat aan en – luxe – ik scheer me in de caravan (een boilertje in de caravan is best wel lekker). Wanneer ik de caravan uitga, zie ik Simon ook. Ik heb een lampje buiten gezet en samen drinken we koffie. Wanneer we allebei klaar zijn, krabbel ik nog een succeswens voor de dames op een whiteboard en springen Simon en ik op de fiets, naar de start. Onderweg naar de start komen de nachtbrakers (soms wat letterlijker dan de andere) ons tegemoet. Nadat we onze fietsen hebben gestald, ontmoeten we Peter en Michel, die op de scouting overnachten. De komende week zullen we met z’n vieren lopen.
Even voor vieren houdt de marsleider van de Nijmeegse vierdaagse een toespraak. Iedereen is stil en luistert. Na de `hierbij verklaar ik …. voor geopend` zin, barst er een gejuich op. Daarna is de minister van volksgezondheid (Edith Schippers) aan de beurt. Aan haar de taak om het startschot te geven, maar uiteraard wil zij ook wat zeggen. Maar de menigte is blijkbaar niet zo onder de indruk vna de aanwezigheid van een minister, want iedereen begint door haar heen te praten. Dan klinkt het startschot. Een paar minuten later zijn we onderweg. Via de Waalbrug lopen we naar Lent, over een nieuw stuk weg. De weg is zo nieuw, dat de lantaarnpalen er nog niet staan. Toch wel donker om half vijf ’s ochtends. Via Lent gaan we naar Bemmel, waar iedereen wel wakker is. Daarna door naar Huissen (spreek uit: Huzen) Daar is het voor ons al jaren traditie om bij de lokale Hema een rookworst te kopen. Normaal neem ik ’s ochtends voor achten geen rookworst, maar dit is de Nijmeegse vierdaagse. Om half negen (we hebben vijfentwintig kilometer op de teller staan) stoppen we bij de manege, waar we eigenlijk elk jaar wel een keer stoppen. Koffie, broodje, ff faceboeken en daarna weer verder. Over de dijk langs de Rijn bereiken we Elden, waar we net als elk jaar een appel krijgen aangereikt. Ook zien we daar een meisje (ik schat haar zeventien jaar) langs de kant staan in lingerie, waarmee je op de foto kan. Vooral de wat oudere mannen maken hier gebruik van. Dan lopen we verder in de richting van Elst, waar de 40 km lopers ook bij ons op het parcour komen. In Elst staat er een naakte (gebodypainte) dame langs de weg die veel bekijks treft; het blijkt een reclame stunt te zijn voor chocola, maar dat ontgaat de meeste wandelaars. In de binnenstad van Elst komen ook de 30 kilometer en militaire lopers op het parcours waardoor het een beetje dringen wordt. Michel en ik hebben echter een vlag aan onze rugzak, zodat we elkaar niet kwijtraken in de drukte. Verderop in Elst krijgen we de jaarlijkste toastjes
aangereikt; haust is nl. gevestigd in Elst. Na Elst komt Valburg, waar onze controle kaart wordt geknipt. Bij de post van de KNBLO (we zijn dan zo’n 35 km onderweg) stoppen we even. Hier krijgen we iets te drinken aangeboden en laten we onze kuiten inspuiten met (sponsor) perskindol. Daarna gaan we weer verder. Via Slijk-Ewijk en Oosterhout gaan we de beroemde (beruchte) dijk op. Er wordt daar letterlijk aan de weg getimmerd: er wordt nl. een nieuwe brug gemaakt. Sommige wandelaars vinden dat bijzonder en stoppen midden tussen de andere wandelaars om een foto te maken. Toch wel vervelend. Er zijn 364 dagen in het jaar waarop ze deze foto’s kunnen maken zonder de andere wandelaars te storen. Via Lent gaan we de Waalbrug nogmaals over en komen we om twee uur ’s middags bij de finish aan, met 53 kilometer achter onze hielen. Na een paar biertjes gaan Michel en Peter terug naar de scouting. Simon en ik fietsen naar de camping. Even na vijven komen ook Marjan en Marjolein daar aan. Simon en ik koken een maaltijd en na een douche en een slaapmutsje ga ik naar bed. Uiteraard controleer ik de wekker nog een paar keer. De tas voor de volgende dag staat al klaar.
(Roze) Woensdag 17 juli (de dag van Wijchen) Het concert van de wekkers klinkt ook deze morgen. Het programma is hetzelfde als gisteren: scheren terwijl de koffie pruttelt. Met de fiets op gaan Simon en ik door een donker Nijmegen naar de start. De start gaat vandaag niet zo lekker; er zijn te weinig scanners en de persone n die scannen, doen dat langzaam. Als we bijna aan de beurt zijn, komt er dan ook een scanner bij. Om wwart over vier zijn we het startpoortje door en kunnen we opweg. We worstelen ons door een haag van studenten, in verschillende fases van dronkenschap. We lopen door Nijmegen en aan de rand van de stad komen we langs de eierboerderij. Via de Hatertse Venen bereiken we langs grote villa's Alverna. Na Alverna bereiken we de rand van Wijchen (spreek uit: Wiegen, maar met een zachte g). Ik voel dat er blaren op mijn voet zitten en ga daar een blarenpost binnen. Ik hoef niet te wachten; er staan tien hulpverleners klaar. Ik word geholpen door Eugene. Het is nogal relaxed. Ik lig lekker op een strecher terwijl er aan mijn voeten gefrummeld wordt. Op een gegeven moment heb ik het idee dat ik wakker word. Naast me komt een nieuwe `patient` aangelopen. Hij wordt geholpen door een jonge meid. Als deze jonge hulpverleenster vraagt wat hem mankeert, laat hij zijn broek zakken en wijst hem om een paar rode vlekken aan de binnenkant van zijn dijbeen. Ik probeer niet te lachen, maar zij houdt har hoofd koel: 'ik zal even een huisarts roepen'. Wanneer ik klaar ben krijg in nog vette watten mee voor de volgende dagen. Simon, Michel en Peter hebben tijdens het wachten al een paar koppen koffie op, dus we gaan snel verder. Tussen ons lopen nu ook al 40 kilometer lopers. Na Wijchen splitst de route van de 40 en 50 km lopers weer en wij lopen naar Balgooij. Daar zien we een jongen lopen met een complete golftas (later blijkt dit een weddenschap te zijn) van vele kilo's. Dan lopen we de dijk op langs de maas, tot aan Niftrik. Vlak voor Niftrik zie ik twee agenten die aan het wildplassen zijn. Daar moet natuurlijk een foto van genomen worden.
Wanneer we in Niftrik zijn, zijn we over de helft. We stoppen voor een broodje, soep en facebook. De schoonmakers van de lokale toiletten hebben een overall aan, waar achterop met grote letters `shitservice` staat. Langs het spoor bereiken we weer Wijchen, waar de 40 km lopers er ook weer bijkomen. In de `binnenstad` van Wijchen komen ook de 30 km lopers erbij. Omdat de weg wat smaller is, staan we een paar minuten vast. Een stukje verderop komen we Ron en Carla tegen, de buren van de camping. Zij melden ons dat we bij SAB catering - die ijsthee uitdelen aan de wandelaars - kunnen melden en zeggen dat we `van Sasha` zijn (een andere buurvrouw van de camping) zodat we worden vertroeteld. Net na het bordje `einde Wijchen` staat SAB. Wij worden enorm verwend. Wil je cola, wil je appeltaart, wil je een broodje worst. Wat wel opvalt, is dat de medewandelaars enorm graaien naar iets wat gratis is. Als alles op is, gaan we verder. We stoppoen even kort bij de halte van de KNBLO, die tussen Wijchen en Beuningen staat. IN vorie vierdaagsen was dit altijd een saai (en zwaar) stuk, maar dat is de laatste jaren niet meer zo. Beuningen is gezellig: de burgemeester staat er met zijn glimmende ketting. Na Beuningen nog een klein stukje tussen de weilanden door en daar zien we Weurt al liggen. Het begint al erg warm te worden. VIa de brug bij de sluisen in het Maas-Waal kanaal bereiken we Nijmegen, maar het eerste deel is over een industrie terrein. Dan komen we in het Waterkwartier, eenberuchte maar ook gezellige volkswijk van Nijmegen. Wanneer ik een kind met een supersooker (een heel groot waterpistool) zie, roep ik `op hem, op hem` en wijs naar Michel, maar omdat Michel hetzelfde doet, eindigen we allebei nat. Dan komen we in de binnenstad van Nijmegen aan. Het is roze woensdag. Iedereen langs de kant is roze. Via de waalkade lopen we langs de Waal, dan gaan we omhoog de `bovenstad` in en even na tweeen komen we bij de finish aan. Van de vorige dag weten we nog waar de bierpomp staat, dus gaan we daar strategisch naast zitten. Helaas is het vat leeg, zodat we even moeten wachten, Mijn beruchte borrelnoten haal ik uit de tas. Wanneer het vat nog een paar keer is verwisseld voor een nieuwe, besluiten we toch maar te vertrekken. Michel en Peter laten zich ophalen door het busje wat hen naar de scouting brengt. Simon en ik fietsen, met een bezoek aan een bekende supermarkt (hamsteren!) terug naar de camping. Daar drinken we nog wat met onze buren. Om vijf uur komen de dames daar ook aan. De dames klagen dat ze niet kunnen koken, omdat ze zo veel hebben gelopen. Het argument dat Simon en ik toch echt tien kilometer meer hebben gelopen maakt geen indruk, dus waken Simon en ik een maaltijd voor ons vieren. De krietljes en het vlees worden gebakken op de scottelbraai.
Donderdag 18 juli (de dag van Groesbeek) Ook op deze dag klinkt om 2:45 het concert van twee wekkers. Het vroege opstaan, wordt al een beetje routine: scheren, koffie, fietstochtje naar de start. De scan bij de start gaan voorspoedig, de studenten staan ons weer toe te juichen en we zijn weer onderweg. Voor de tweede keer lopen we langs de donkere campus. Aan het einde van de Heijendaalse weg staat weer de `goedenmorgenman`. Omdat hij (hij was de vorige avond op TV Gelderland) dezelde achternaam heeft als Michel, maken we even een praatje met hem. Het blijkt dat de achternamen toch niet helemaal gelijk zijn. In Michel's achternaam zit een g, terwijl de goedenmorgenman een ch heeft. Op de opmerking van de goedenmorgenman dat
Michel de arme tak van de familie is, roepen we gevat terug: `Nee hoor, de wandelende tak`. Via de Nijmeegse wijk Grootstal lopen we de stad uit, tussen de aarbeien velden door. Net als elk jaar worden hier beschuit met aarbeiden verkocht. Daarna gaan we Malden binnen, waar al vele jaren het 'met de soep van Jo, ben je er zo' spandoek hangt. Via de buitenwijken van Malden komen we op de dijk (alweer een dijk!) langs het Maas-Waalkanaal. Hier is een nieuwe sluis te zien, die vorig jaar nog gebouwd werd. Bij Mook gaan we de dijk weer af en lopen we Mook binnen. Na Mook heb ik een gesprek met een jonge dame die werkzaam is in de (zee)transport. Dit soort gesprekken zijn altijd leuk, vooral omdat ik nu weet hoe containers op schepen worden vastgemaakt; ze worden aan de achterkant van de container vastgeklikt, maar op de achterzijde van het schip gaat dat weer anders dan op de voorkant van het schip omdat anders het schip dan zal breken. In Plasmolen (we hebben ongeveer 20 kilometer achter de kiezen en het is even voor achten) gaan we op een terras zitten. Van vorig jaar weten we dat op dit terras bediening is. Wanneer we onze koffie hebben, komt er opeens een jonge dame met een ijsje in haar hand bij ons staan. Ze vraagt of we een ijsje willen. De andere heren zeggen nee, maar ik neem het aanbod graag aan. Het blijkt een soort promotie te zijn van de lokale ijsboer die te vergelijken is met Mariola. Als ik de andere heren dat vertel en de jonge dame nogmaals aan onze tafel staat, willen ze opeens wel een ijsje. De avond ervoor heb ik een SMS-je ontvangen dat Pascal van het vierdaagse forum deze dag jarig is. Ik stuur een felicitatie SMS en krijg bijna meteen een reactie terug. Dat is nou leuk aan de Nijmeegse vierdaagse gemeenschap. Je kent elkaar niet, maar je bent toch een grote familie. Na onze stop in Plasmolen steken we de rijksweg over. Gelukkig zijn er verkeersregelaars die alles in goede banen leiden. Door het dorp Milsbeek bereiken we de splitsing met de 40 km lopers. Wij - de 50 km lopers maken dan een lus van anderhalf uur om 500 meter verder weer in Milsbeek uit te komen. In de lus komen we door Otersum. Voor de kerk gaan we even zitten om onze boterhammen op te eten. Naast me zit een meisje die niet met de Nijmeegse vierdaagse meeloopt, en daar heel veel spijt van heeft. Na een kwartiertje (van langer stilzitten worden we toch alleen maar stijf) gaan we verder. Nadat we Otersum en haar bankje voor de kerk weer verlaten hebben, lopen we door een saai stuk. Bij een boerderij worden Michel en ik nog bespoten ('Op hem, op hem!') maar voor de rest gebeurt er hier niet zoveel. Aan onze rechterhand zien we een beboste heuvel, dat is Duitsland (voor de puristen: het Reichswald). Na een stukje komen de 40 km lopers weer op ons parcour. En dan komt de eerste heuvel. De berm van de weg is dan tevens de grens met onze oosterburen. Aan de rand van Breedeweg staat wederop de tent van SAB catering. Daar zitten weer een paar campingburen. We stoppen hier even en worden weer volgestopt met allerlei lekkers. Na wat klein relief (mensen uit West Nederland noemen dit bergen, de rest van de wereld noemen dit heuveltjes) komen we aan in Groesbeek. Daar is het enorm druk langs de kant. Bij de rustpost van de KNBLO stoppen we even en krijgen een yoghurt toetje aangereikt. Ook treffen we daar een dame die er nogal koninklijk uitziet. Op mijn vraag of ze Maxima heet en incognito is, ishet antwoord bevestigend. Na Groesbeek wordt er weer van alles uitgedeeld: graaien maar. En dan gaan we rechts af, de beroemste weg van de hele Nijmeegse vierdaagse: de zevenheuvelenweg. Voor mensen die van tellen houden: de weg gaat over vier heuvels, maar het hele gebied waar deze weg doorheen gaat, heeft zeven heuvels. Langs de hele zevenheuvelen weg staan campers, maar er staat ook een groep jongeren die een groot zwembad hebben neergezet en deze
hebben volgeschuimd. Het is er warm genoeg voor, maar ik wil toch wel mijn voeten droog houden. Dan komen we in Berg en Dal aan. Dit is letterlijk het hoogtepunt van de Nijmeegse vierdaagse: 91 meter boven NAP. De start en finishlocatie ligt op zon’n 20 meter boven NAP, dus vanaf hier is het alleen maar dalen. In Nijmegen aangekomen staan de mensen langs de kant te dansen en ik kan het niet laten om mee te doen. Om ongeveer twee uur komen we aan bij de finish. Daar nemen we er één (en nog één, en nog één,…) Op de camping komen de dames ook binnenfietsen. Omdat we geen eten `in huis` hebben, bezoeken we de snackbar.
Vrijdag 19 juli (de dag van Cuijk) Ook deze dag treedt duo wekker en wekker weer op, gevolgd door een concert voor koffieapparaten. Simon en ik hebben de routine nu helemaal onder de knie. Wanneer we door de St. Anna straat fietsten, kunnen we een boel onder stoelen en banken steken. Deze staan namelijk allemaal al klaar. Na een vlotte start gaan we het eerste deel via dezelfde route als woensdag. Tot de eierboerderij is hij gelijk, maar dan gaan we na de brug over de snelweg linksaf. Er wordt flink getoeterd naar de karavaan. In Overasselt moet ik enorm naar de WC, daarom zoeken we daar een kroeg op. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, staat er een rij bij de heren en bij de dames wc is het leeg. Ik speel een beetje vals en doe net of ik een meisje ben. De andere heren hebben al koffie besteld. Naast het cafe is de splitsing met de 30 en 40 km lopers. Wij gaan door de uiterwaarden van de Maas naar Nederasselt. Door het koude voorjaar staat de mais nog niet zo hoog als andere jaren en we kunnen er nu overheen kijken. In de verte zien we de brug bij Grave al, die steeds groter worden. In Nederasselt komen ook de militaire lopers weer op ons parcours. Dan steken we de eerder genoemde brug over. Dit is één van de vier bruggen van operatie Market Garden in september 1944. Het water van de Maas stroomt hier best wel snel. Onder de brug is ook een vistrap te zien. In Grave lopen we over kinderkopjes wat onaangenaam voelt onder onze iets vermoeide voeten. Na Grave lopen we weer langs de maas, maar nu aan de andere kant als ’s ochtends. Na Grave komen we in Gassel, wat maar een klein dorpje is; we zijn er in een paar minuten doorheen. Na Gassel besluiten we even te zitten op dezelfde plek als vorig jaar wanneer we op de helft (25 km) zijn. Over het platteland van Brabant komen we in Beers aan. Daar komt de 40 km route er weer bij en staat de muziek lekker hard. Maar de samenkomst is van korte duur, omdat de 50 km lopers na een paar honderd meter de 40 km lopers weer verlaat om een klein lusje te maken. Wie denkt dat er in Nederland maar één Vianen is, heeft het mis. We lopen door Vianen naar het industrie gebied van Cuijk. Daar moet ik weer naar de WC en weer is er een wachtrij bij de heren. Weer doe ik even of ik een meisje ben, hoewel mijn achternaam niet echt meewerkt. Bij Cuijk moeten we even wachten op de trein bij een spoorwegovergang. In Cuijk is het gezelligheid allom. Overal is muziek en sommige stukken zijn zelfs overdekt. Na Cuijk lopen we naar de Maas toe en gaan via een ponton brug deze rivier over. Aan de overkant wil ik een foto maken van de pontonbrug. Ik stap een rood lint over om een betere positie in te nemen, maar een brede militair met heel veel strepen op zijn uniform stuurt me boos weg. Uiteindelijk lukt het toch om een foto te maken. (de militair op de foto is niet de
man met veel strepen) Na de brug lopen we over een dijk naar Mook, daar waren we gisteren ook. Na Mook is de route heel simpel: als maar rechtdoor. We moeten nog 15 km. Langs de weg worden `free hugs` uitgedeeld. De dames die deze hugs uitdelen, beloven me dat ze niets aan mijn vrouw zullen vertellen. Via Molenhook, komen we in Malden aan, de laatste etappeplaats voor de finale. Daar komen ook de 30 km lopers op het parcours. Ik koop een sixpack bier langs de kant van de weg. Maar omdat we maar met z’n vieren zijn hebben we twee biertjes over. Voor ons lopen echter twee soldaten van opperbevelhebber Obama, dus dat probleem is opgelost. Ook weet ik nu waar de uitdrukking `soldaat maken` vandaan komt. Het valt me dit jaar toch al op dat er weer meer VS soldaten aan de Nijmeegse vierdaagse mee doen. Een verklaring is dat de oorlogen in Irak en Afghanistan `afgelopen` zijn. Een stukje verder krijgen we van voorbijgangers ook nog een biertje in onze handen gedrukt. Vlak voor Nijmegen ligt Charlemagne. Dat is de plek waar de militaire lopers hun beloning ( de Nijmeegse vierdaagse term voor het kruisje) krijgen. Aan de overkant is een filiaal van een bekend hamburger restaurant en daar zou Jan Carel (de man van Anne-Mieke) staan, samen met Joke. Joke is ’s ochtends vroeg opgestaan om met de trein vanuit Almere naar Nijmegen te gaan. Helaas zien we hen niet en we lopen door. Simon heeft echter daar afgesproken met Marjolein en besluit daar op haar te wachten. Met z’n drieen doen we het laatste stukje: de via gladiola. Deze is weer enorm druk en heel gezellig. Om half drie is onze Nijmeegse vierdaagse afgelopen. We blussen de Nijmeegse vierdaagse af met heel veel bier. Ik heb nog een leuk gesprek met een mevrouw die in Rotterdam bij de archeologische dienst werkt en met een stel dames, waarvan er een ook in Almere woont. Rond 17:00 verlaat ik lichtelijk aangeschoten het finish terrein. Tot volgend jaar! Het is de eerste Nijmeegse vierdaagse sinds 2003 (de eendaagse van 2006 niet meegeteld) dat het de hele week niet geregend heeft. Ook is het me dit jaar opgevallen dat er onderweg veel minder gebeld wordt dan in andere jaren. Waarschijnlijk heeft facebook en whatsapp het overgenomen. Op de camping is de traditie om op de laatste dag van de Nijmeegse vierdaagse met het straatje chinees te eten. Dit wordt dan ook besteld. In plaats van Marjan, komt Joke met Marjonlein aangefietst. Marjan is meteen na de finish naar Almere vertrokken ivm een sterfgeval in haar familie. Joke wordt later opgehaald door Jan Carel en Anne-Mieke om naar Almere te gaan. Op de camping worden de drankvoorraden nog even opgemaakt. ’s Avond is het wachten tot Marjolein gaat slapen. Wanneer het zover is, zetten Simon en ik de Sarah voor haar tent en versieren deze met een Sarah slinger.
Zaterdag 20 juli (naar huis) De wekker gaat niet en ik word pas om acht uur wakker. Marjolein – ik doe niets aan mijn verjaardag – is verrast door de Sarah. (Helaas ben ik vergeten een foto te maken.) Van de campingburen krijgt ze een fles champage. Dan is het opruimen geblazen. De camping loopt al snel leeg. Marjolein en Simon zijn
eerder klaar dan ik, maar om half een hangt de caravan achter mijn auto. Marjan’s fiets moet in de caravan, maar haar stuur is te breed. Om haar stuur een kwartslag te draaien, moet het mandje van haar stuur. Gelukkig heb ik gereedschap bij me, maar het is wel even werk. Na het `tot volgend jaar` rijd ik terug naar Almere. (daar blijkt mijn achterband van mijn auto weer lek, ik heb meteen maar nieuwe gekocht). Ik zet het stuur van Marjan’s fiets weer recht en breng hem naar haar huis. Ze is niet thuis dus ik zet de fiets in de voor tuin e ngooi het sleuteltje door de brievenbus. Als alles is uitgepakt en opgeruimd, ga ik in bad om de tweehonder gelopen kilometers af te spoelen. En om mij te verheugen op de Nijmeegse vierdaagse van 2014.
Naschrift Op vrijdag 2 augustus is ons konijn Kruimel tijdens onze vakantie overleden; hij was ziek.