CONCEPT D.D. 29-4-2004 –MH–
JAARVERSLAG
S TICHTING GE-P ENSIOENFONDS
2003
S TICHTING GE-P ENSIOENFONDS
VERSLAG OVER HET 33E BOEKJAAR 1-1-2003 T/M 31-12-2003
INHOUD Pagina Bestuur en organisatie
5
Meerjarenoverzicht
9
Bestuursverslag Algemeen
11
Pensioenen
14
Beleggingen
21
Grootte en samenstelling van het pensioenvermogen per 31 december
28
Mutaties in het pensioenvermogen
29
Kasstroomoverzicht
30
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
32
Toelichting op de grootte en samenstelling van het pensioenvermogen per 31 december
34
Toelichting op de mutaties in het pensioenvermogen
42
Financiering
47
Uitvoering
47
Actuariële verklaring
48
Accountantsverklaring
49
Beleggingsoverzichten
51
Aangesloten ondernemingen
54
Begrippenlijst
55
Jaarrekening
Overige gegevens
Bijlagen
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
3
4
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
BESTUUR EN ORGANISATIE Stichting GE-Pensioenfonds Opgericht 1 januari 1971 Ingeschreven in het Stichtingenregister te Breda
P/a Akerstraat 92 Postbus 4471 6401 CZ Heerlen Telefoon 045 - 5763 333 Fax 045 - 5741 117
Bestuur O.M.H. Tant F. Bos J.W. Boesveld J.J.O. Aerts Y.M.M. den Bakker A.D. Rekveld A.J.L.M. Proost D. Hameetman
voorzitter plaatsvervangend voorzitter secretaris plaatsvervangend secretaris
5
Directeur Stichting GE-Pensioenfonds J.J.O. Aerts Beleggingscommissie J.J.O. Aerts (voorzitter) J.W. Boesveld A.D. Rekveld O.M.H. Tant Statutencommissie Y.M.M. den Bakker R. Dijkstra (Mercer)
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Communicatiecommissie J.W. Boesveld D. Hameetman O.M.H. Tant G. op den Dries (deelnemersraad) H. van den Durpel (deelnemersraad) Kwaliteitscommissie A.D. Rekveld Y.M.M. den Bakker F. Cremers (AZL) R. Faber (AZL)
voorzitter
WAO-commissie Y.M.M. den Bakker D. Hameetman A.J.L.M. Proost D.A.M. van Tilburg (GE)
6
Deelnemersraad H. van den Durpel G. op den Dries C. Heijnen P. Hunter V. de Leeuw H. Okker P. van Tilburg R. Caljé (secretariaat) Internetsite www.gepensioenfonds.nl
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
voorzitter secretaris
Externe dienstverlening Actuaris
Mercer Human Resource Consulting, Rotterdam / Amstelveen
Accountant
KPMG Accountants N.V., Rotterdam
Administratie Vermogensbeheerders
Custodian Herverzekering
Performancemeting beleggingen
AZL N.V., Heerlen ABN AMRO Asset Management, Amsterdam GE Asset Management Limited ABN AMRO Mellon, Breda Zwitserleven, Amstelveen Generali, Diemen The WM Company, Amsterdam
7
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
8
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
MEERJARENOVERZICHT 2003
2002
2001
2000
1999
Aantallen Deelnemers
2.265
2.613
2.691
2.732
2.656
Gewezen deelnemers
2.616
1.968
1.699
1.628
1.447
Pensioengerechtigden
367
319
288
270
185
370.945
309.841
278.105
278.137
258.559
345.968
296.054
250.850
220.709
194.984
29.403 –
30.315 –
24.596 –
17.398 -/- 820
14.953 -/- 618
– –
– 38.159
– –
– –
-/- 17.825 –
___________
___________
___________
___________
___________
29.403
68.474
24.596
16.578
-/- 3.490
4.262
3.551
2.964
2.240
1.808
318.516 20.916
250.581 -/- 40.686
254.259 -/- 21.901
264.112 5.032
286.054 49.882
7,6 %
-/- 13,9 %
-/- 8,4 %
1,7 %
22,4 %
Financiële gegevens (in duizenden euro) Pensioenvermogen • waarvan pensioenverplichtingen Bijdragen van werkgevers en werknemers • regulier • premiekorting • winstdeling aangesloten ondernemingen • Additionele stortingen
Pensioenuitkeringen Beleggingen • Belegd vermogen • Beleggingsopbrengsten • Rendement o.b.v. total return
9
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
10
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
BESTUURSVERSLAG ALGEMEEN
Inleiding Het pensioenfonds is een stichting die statutair gevestigd is in Bergen op Zoom. Overeenkomstig artikel 19 van de statuten wordt hierbij verslag uitgebracht over boekjaar 2003. De in het verslag vermelde bedragen zijn op basis van duizenden euro opgenomen.
Doelstelling Stichting GE-Pensioenfonds stelt zich tot doel pensioenvoorzieningen op te bouwen ten behoeve van (gewezen) deelnemers en uit die voorzieningen pensioenen uit te keren of te doen uitkeren aan gepensioneerden of nabestaanden van (gewezen) deelnemers, overeenkomstig de geldende voorwaarden van de pensioenregeling. Eventuele gehele of gedeeltelijke herverzekering kan slechts geschieden bij een verzekeraar.
Statuten De statuten ondergingen in 2003 geen wijziging. In 2003 heeft de statutencommissie gewerkt aan een algehele herziening van de statuten. Formele invoering van de nieuwe statuten is gepland in de eerste helft van 2004.
Organisatie van het fonds Het bestuur van Stichting GE-Pensioenfonds bestaat uit vier leden die zijn benoemd door de directies van de aangesloten ondernemingen en vier leden die zijn gekozen uit de deelnemers. In het verslagjaar werd de heer R. Muys opgevolgd door de heer O. Tant als werkgeversbestuurslid en tevens voorzitter van Stichting GE-Pensioenfonds. Verder is in 2003 de heer D. van Tilburg afgetreden als werknemersbestuurslid. Hij heeft zich niet herkiesbaar gesteld. De heer F. Bos is in 2004 benoemd tot zijn opvolger. Hij zal tevens de functie van plaatsvervangend voorzitter bekleden.
In januari 2004 is de heer F. van Tatenhove teruggetreden als werknemersbestuurslid. Hij wordt opgevolgd door mevrouw D. Hameetman. Bestuursleden worden voorafgaand aan (her)benoeming in het kader van de betrouwbaarheids- en deskundigheidstoetsing gemeld bij de Pensioen- & Verzekeringskamer. Tevens wordt de portefeuilleverdeling die behoort bij het geldende deskundigheidsplan van het bestuur aangepast aan de nieuwe situatie. De heer J. Aerts is directeur van Stichting GE-Pensioenfonds. De eindverantwoordelijkheid voor het beleid van Stichting GE-Pensioenfonds blijft onveranderd rusten bij het fondsbestuur, waar de heer Aerts tevens deel van uitmaakt. Ter behandeling van specifieke onderwerpen wordt het bestuur ondersteund door een aantal commissies, te weten de beleggingscommissie, de statutencommissie, de communicatiecommissie, de WAO-commissie en de kwaliteitscommissie. Deze laatstgenoemde commissie volgde 2003 de voormalige efficiencycommissie op. De kwaliteitscommissie bestaat uit vertegenwoordigers van fondsbestuur, GE en AZL. De kwaliteitscommissie zet de werkzaamheden van de efficiencycommissie voort en rapporteert regelmatig aan het fondsbestuur. Aan elk van de bestuursleden zijn specifieke aandachtsgebieden c.q. portefeuilles toegekend. Deze zijn als volgt verdeeld: Werknemersbestuurslid J.W. Boesveld A.J.M.L. Proost D. Hameetman F. Bos
Portefeuille secretariaat pensioen- & loonadministratie juridische zaken, projecten, internet plaatsvervangend voorzitter externe relaties
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
11
12
Werkgeversbestuurlid
Portefeuille
J.J.O. Aerts Y.M.M. den Bakker A.D. Rekveld O.M.H. Tant
financiën & beleggingen fiscale zaken kwaliteit en deskundigheid voorzitter, actuariële zaken
Beleid In het verslagjaar werden vijf reguliere bestuursvergaderingen gehouden. Daarnaast vonden diverse besprekingen plaats door het bestuur respectievelijk de commissies over specifieke onderwerpen. In 2003 werden de volgende belangrijke punten behandeld: • Per 1 januari 2003 is Stichting GE-Pensioenfonds overgegaan op de actuariële overlevingstafels 1995-2000. Daarvoor is in de vijf voorgaande jaren een voorziening gevormd. • Vanaf januari 2003 vindt maandelijkse invordering van pensioenpremie van de aangesloten ondernemingen plaats door de centrale GE-salarisadministratie in Nederland. • In 2003 vonden wijzigingen plaats in de aangesloten ondernemingen van Stichting GE-Pensioenfonds. Met ingang van 1 januari 2003 traden de ondernemingen LNP Engineering Plastics Europe B.V. en GE Medical Systems Information Technologies Nederland B.V. toe tot Stichting GE-Pensioenfonds. Per 1 oktober 2003 trad de onderneming GE Capital Finance B.V. toe tot Stichting GE-Pensioenfonds in het kader van een afsplitsing van GE Capital commercial Finance B.V. In vervolg op een verkoop door GE van de ondernemingen GXS International Inc. (voorheen: GEIS International Inc.) en Global eXchange Services B.V. (voorheen: General Electric Information Services B.V.) hebben deze beide ondernemingen per 1 januari 2003 een eigen pensioenregeling getroffen. De overdracht van de pensioenverplichtingen naar de nieuwe uitvoerder was eind 2003 nog niet afgerond.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
•
•
•
Bij de toe- en uittreding van aangesloten ondernemingen zijn mogelijkheden voor (collectieve) waardeoverdrachten en/of te treffen overgangsregelingen onderzocht. Met een aantal ondernemingen worden besprekingen gevoerd tot toetreding. De substantiële daling van de vermogenspositie van Stichting GE-Pensioenfonds ten gevolge van de beleggingsontwikkelingen leidde in 2002 tot een daling van de zogenaamde dekkingsgraad van Stichting GE-Pensioenfonds naar zo’n 93 %. Dit resulteerde in een situatie van onderdekking respectievelijk reservetekort volgens de geldende uitgangspunten van de Pensioen- & Verzekeringskamer. Het fondsbestuur heeft een herstelplan ingediend bij de Pensioen- & Verzekeringskamer ter opheffing van dit tekort binnen één jaar. De Pensioen- & Verzekeringskamer heeft dit korte termijn herstelplan, alsmede een addidioneel lange termijn plan goedgekeurd. Over de opheffing van de onderdekking van het pensioenfonds is apart met de aangesloten ondernemingen gecommuniceerd. Tevens is met het oog hierop een additionele premie in rekening gebracht aan de aangesloten ondernemingen ter hoogte van in totaal € 38,2 miljoen. Deze additionele premie diende in twee gelijke delen per 1 juli 2003 en 1 januari 2004 te worden voldaan aan Stichting GE-Pensioenfonds. In 2003 werd een kwartaalrapportage aan het bestuur over de ontwikkeling van de dekkingsgraad ingevoerd. De ontwikkeling van de dekkingsgraad was een belangrijk aandachtspunt in bijeenkomsten van zowel bestuur als beleggingscommissie. Ultimo 2003 bedroeg de dekkingsgraad circa 107,5 %, rekening houdend met de additionele stortingen van de aangesloten ondernemingen. Gelet op de financiële positie van het fonds werd de procedure voor de bepaling en bestemming van eventuele extra reserves van Stichting GE-Pensioenfonds aangescherpt. De financieringsovereenkomst tussen Stichting GE-Pensioenfonds en de aangesloten ondernemingen is in 2003 aangepast aan de actuele situatie, hetgeen resulteerde in een nieuwe door het fondsbestuur en de directie van GE goedgekeurde versie per december 2003.
•
•
•
•
•
De beleggingscommissie kwam in 2003 regelmatig bijeen. Met het oog op de beleggingsontwikkelingen vindt onder meer tot nader order geen automatische herallocatie van beleggingen in aandelen en vastrentende waarden plaats zonder voorafgaande toestemming van de beleggingscommissie. De beleggingscommissie heeft met het oog hierop de frequentie van bijeenkomsten aanzienlijk verhoogd. Verder zijn mogelijkheden voor alternatieve beleggingscategorieën onderzocht en wordt gewerkt aan een managers heroriëntatie. Het overleg over de actuele pensioenregeling is in 2003 met Pensioen- & Verzekeringskamer en belastingdienst voortgezet. In de pensioenreglementen zijn nog enige wijzigingen aangebracht, rekening houdend met de tussentijdse bevindingen. De definitieve versies van de reglementen zullen in de eerste helft van 2004 worden gepubliceerd. Gedurende 2003 is de invoering van de nieuwe pensioenregeling in de geautomatiseerde systemen van de pensioenadministratie, inclusief bijbehorende rapportage, afgerond in samenwerking met het fondsbestuur en GE. De pensioenopgave is qua opmaak en inhoud aangepast aan de nieuwe pensioenregeling en uitgebreid, rekening houdend met diverse (flexibiliserings)mogelijkheden die de regeling biedt. Medio 2003 ontvingen de deelnemers de nieuwe pensioenopgave op basis van de situatie per 1 januari 2002. Een groep deelnemers is bij wijze van steekproef verzocht om medewerking aan een enquête over de opgave. Vervolgens werd eind november 2003 de pensioenopgave op basis van de situatie per 1 januari 2003 verspreid. Het bestuur acht een goede communicatie met de deelnemers over de geldende pensioenregeling van belang. Dientengevolge werd doorlopend aandacht besteed aan heldere informatievoorziening aan de deelnemers, inclusief nieuwe uitgaven van het tijdschrift Pensioenpraat en actualisering van de internetsite www.gepensioenfonds.nl. Ook is gewerkt aan een communicatieplan voor Stichting GE-Pensioenfonds met het oog op een verbeterde communicatie naar de deelnemers.
•
•
•
•
•
•
Tevens is er een uitgebreide voorlichting gegeven aan de deelnemersraad en de human rescources managers over de inhoud van de pensioenregeling in de vorm van presentaties. Ook zijn presentaties gegeven aan personeel / ondernemingsraad van ondernemingen die wensen toe te treden. In mei 2003 namen de bestuursleden deel aan een training inzake de pensioenregeling, wet- en regelgeving en actuariële uitgangspunten. In september 2003 vond een periodiek onderzoek plaats van Stichting GE-Pensioenfonds door de Pensioen- & Verzekeringskamer. De uitkomsten daarvan waren ten tijde van het opmaken van dit rapport nog niet ontvangen. De kwaliteitscommissie zette in 2003 de werkzaamheden van de voormalige efficiencycommissie voort ten behoeve van verdergaande kwaliteitsverbetering en kostenbeheersing van het pensioenfonds. De commissie kwam regelmatig bijeen ter optimalisering van belangrijke fondsprocessen. Daartoe hoort mede de invoering van een systeem voor centrale digitale mutatie-uitwisseling in 2004. Er is doorlopend gewerkt aan de opzet en actualisering van relevante procedures ter uitvoering van de pensioenregeling. De deelnemersraad woonde tweemaal per jaar een (deel van een) bestuursvergadering bij en werd ter advisering betrokken bij relevante besluitvorming door het pensioenfonds. Daarenboven nam over en weer een vertegenwoordiger van fondsbestuur c.q. deelnemersraad (een deel van) aan elkaars vergaderingen. Ook zijn nadere afspraken over de uitwisseling van stukken gemaakt. Onderwerpen van gesprek waren onder meer de communicatie met de deelnemers, de vertegenwoordiging en samenstelling van de deelnemersraad, het jaarwerk en de wijziging van de statuten, reglementen en andere relevante stukken. Jaarlijks beziet het bestuur of de geldende ABTN (actuariële en bedrijfstechnische nota) dient te worden geactualiseerd. In 2003 kwam de eerste definitieve versie van de ABTN gereed.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
13
PENSIOENEN
Algemene ontwikkelingen Het jaarverslag is naar het oordeel van het bestuur een belangrijk medium, met behulp waarvan verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde beleid naar alle bij het pensioenfonds betrokken partijen. Het bestuur is zich hiervan bewust en streeft er dan ook naar dat de in het jaarverslag verstrekte informatie daarom steeds toegankelijk en begrijpelijk is. Het hoopt dat het onderhavige jaarverslag aan de hiervoor genoemde typeringen voldoet. Gegeven het feit dat aan eventuele gebrekkige voorlichting en communicatie naar deelnemers en gepensioneerden in toenemende mate onbedoelde juridische en financiële rechtsgevolgen worden verbonden, is het bestuur zich er meer en meer van bewust dat de gehanteerde communicatiemiddelen –zoals dit jaarverslag– van een goede kwaliteit moeten zijn.
14
Het bestuur beseft voorts dat goede contacten met de onderscheiden belangengroepen slechts één aspect betreffen van een breder onderwerp, aangeduid met een goede corporate governance. In dit verband is in het verslagjaar in Nederland de zogenaamde Code Tabaksblat tot stand gekomen die een set aanbevelingen bevat voor het management van ondernemingen. Aan de ondernemingsleiding wordt verzocht deze aanbevelingen in praktijk te brengen of anders in (onder meer) het jaarverslag te motiveren waarom ervan wordt afgeweken. Enkele van deze aanbevelingen en best practices richten zich echter tot de pensioenfondsen in hun hoedanigheid van aandeelhouder. Het bestuur zal zich in het volgende boekjaar beraden op de navolging van deze aanbevelingen. Hieraan verwant is de ‘eigen’ pension fund governance ofwel een goed pensioenfondsbestuur. Het bestuur verwacht in het komende boekjaar aan dit onderwerp meer aandacht te besteden.
TOEZICHT OP DE FINANCIËLE POSITIE
Het verslagjaar 2003 wordt gedomineerd door de berichtgeving en onrust over de financiële positie van de pensioenfondsen in Nederland. In dit opzicht is het ook een jaar geweest met twee gezichten. Aan de ene kant stond dit jaar in het teken van herstelplannen vanwege onderdekking en reservetekorten bij de pensioenfondsen, een en ander conform de aanwijzingen van de Pensioen- &
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Verzekeringskamer (PVK). Aan de andere kant werd het in de loop van het jaar steeds duidelijker dat de politiek en sociale partners op onderdelen wilden aansturen op een ander financieel toezicht. Het primaat voor de regelgeving op dit terrein verschoof van toezichthouder naar wetgever. Inmiddels is aan het begin van 2004 door het kabinet een definitief standpunt ingenomen over de uitgangspunten en inrichting van dit toezicht en zal naar verwachting de veel besproken circulaire van de PVK van 30 september 2002 worden ingetrokken. Totdat overigens het voornoemde kabinetsstandpunt getoetst is aan de opvattingen van de politieke partijen in de Tweede Kamer, blijft onzekerheid in de uitvoering bestaan over wat geldend en niet-geldend is. In dit jaarverslag kan, sprekend over het toezichtregime, de invoering van het zogenaamde effectentypisch gedragstoezicht door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) niet onvermeld blijven. Pensioenfondsen hebben in hun hoedanigheid van institutionele belegger er een tweede toezichthouder bij gekregen, terwijl de PVK zich voortaan toelegt op het prudentieel c.q. bedrijfseconomisch toezicht. Hierbij moet worden aangetekend dat vrijstelling van het toezicht door de AFM kan worden verkregen, indien het vermogensbeheer is uitbesteed. Een dergelijke vrijstelling is door het fonds onlangs aangevraagd.
FISCALE STIMULERING VAN ARBEIDSPARTICIPATIE OUDERE WERKNEMERS
Het onderhavige verslagjaar wordt voorts gemarkeerd door de aankondiging op Prinsjesdag van een pakket maatregelen door het kabinet Balkenende II op het aanvullende pensioenterrein. Deze maatregelen stonden in het teken van de bevordering en verhoging van de arbeidsparticipatie van oudere werknemers. Om een en ander te stimuleren, wilde het kabinet de fiscale ondersteuning van VUT- en prepensioenregelingen beëindigen, terwijl de mogelijkheden voor opbouw van levenslang ouderdomspensioen erop gericht moesten zijn dat uitbetaling niet eerder zou kunnen plaatsvinden dan op de pensioendatum van 65 jaar. Opvallend was dat de maatregelen werden gepresenteerd zonder een ordentelijke regulering van de overgang naar de nieuwe situatie. De pensioenuitvoeringsorganisaties zou daardoor amper de tijd worden gegund om zich op de veranderingen goed voor te bereiden. Gelukkig zijn
de beoogde maatregelen opgeschort in afwachting van nader overleg tussen kabinet en sociale partners over alternatieve oplossingen. Van het genoemde pakket is alleen de verlenging doorgegaan van de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever ten aanzien van zieke werknemers tot twee jaar, waardoor de pensioenfondsen het eerstkomende boekjaar met minder uitgaven zullen worden geconfronteerd in de vorm van aanvullend invaliditeitspensioen c.q. premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid.
KERNACTIVITEITEN EN VENNOOTSCHAPSBELASTING
Het voornemen van het kabinet Balkenende om vennootschapsbelasting bij pensioenfondsen te heffen over hun vermeende commerciële activiteiten, heeft de pensioenwereld alom verbaasd. Ook op dit terrein dreigde een ongekende voortvarendheid te ontstaan, maar de heffing in kwestie is opgeschort in afwachting van een onderzoek naar de activiteiten van pensioenfondsen. Zonder koppeling aan die heffing had al eerder in het verslagjaar een commissie de opdracht van het kabinet gekregen om te onderzoeken of en zo ja, in welke mate pensioenfondsen zich ‘bezondigen’ aan wezensvreemde activiteiten die althans geen verband houden met de uitvoering van pensioenen VUT-regelingen. De Commissie Staatsen heeft aan het einde van het jaar een rapport uitgebracht, waarover het kabinet in het begin van 2004 een standpunt heeft bepaald. Evenals het financieel toezichtkader is dit standpunt aan de Tweede Kamer ter beoordeling voorgelegd, alvorens een en ander in gang gezet zal worden. Het is de bedoeling nauwer te omschrijven wat de hoofdactiviteiten van pensioenfondsen zijn, welke nevenactiviteiten onder strikte voorwaarden mogen worden verricht en welke werkzaamheden als commercieel worden aangemerkt en dientengevolge in de heffing van vennootschapsbelasting worden betrokken.
NIEUWE PENSIOENWET
In het verslagjaar 2003 zijn opnieuw geen concrete wetgevende initiatieven openbaar gemaakt met betrekking tot de nieuwe Pensioenwet, die op termijn de bestaande Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) moet gaan vervangen. Wel bestaat thans de indruk dat dit wetgevingsproject bij de overheid inmiddels hoge prioriteit heeft gekregen.
Hoe langer de Pensioenwet op zich laat wachten, des te meer worden nieuwe onderwerpen daarmee in verband gebracht. De betreffende wetgevingswerkzaamheden zijn nu al uitgegroeid tot een omvangrijk project met vele aanpassingen en nieuwe beleidsvoornemens. Hoewel het de politiek eigen is om na een parlementaire behandeling de invoering direct daarop te laten plaatsvinden, bestaat wel in de uitvoeringswereld een groeiende zorg of er voldoende tijd wordt ingeruimd voor voorbereiding en implementatie van de nieuwe wetgeving. Het bestuur hoopt dat binnen het politieke besluitvormingsproces voldoende tijd wordt ingeruimd voor overleg over aspecten van meer uitvoeringstechnische aard. Het is in dit verband in ieder geval positief te noemen dat op politiek niveau van een grotere bewustwording sprake is met betrekking tot het uitdijen van regelgeving, de bureaucratische aspecten van een en ander en uiteindelijk de gevolgen ervan in termen van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. De pensioenwereld heeft er goede nota van genomen dat de nieuwe Pensioenwet zal worden getoetst aan noodzakelijkheid, doelmatigheid en primaire verantwoordelijkheid van sociale partners en op zijn gevolgen voor de administratieve lastendruk. In het verslagjaar zijn evenmin de beleidsregels van de PVK met betrekking tot de uitbesteding afgekomen. Deze uitbestedingsregels zullen bij uitstek op het pensioenfonds van toepassing worden. De totstandkoming heeft in januari 2004 uiteindelijk plaatsgevonden. In het eerstvolgende jaarverslag zal hieraan uiteraard meer aandacht worden besteed.
MEDEZEGGENSCHAP GEPENSIONEERDEN
Voor zover pensioenfondsen nog geen invulling hebben gegeven aan de doelstelling van meer medezeggenschap en betrokkenheid van gepensioneerden bij het reilen en zeilen van het pensioenfonds, is een tweede convenant tussen de Stichting van de Arbeid en het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) tot stand gekomen. Dit tweede convenant heeft overigens wel een minder vrijblijvend karakter dan het eerste convenant in die zin dat, indien de daarin gemaakte afspraken niet voldoende effect sorteren, nadere wetgeving op dit terrein te verwachten is.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
15
In dit kader is het verontrustend te noemen dat de politiek zich aan het convenant weinig gelegen laat liggen en de overeengekomen zelfregulering derhalve niet respecteert. Op initiatief van een Tweede Kamerlid is een wetsvoorstel gemaakt dat veel verder gaat dan de afspraken in het medezeggenschapsconvenant. Sociale partners, alsmede de vertegenwoordigende organisaties van pensioenfondsen, hebben dit wetsvoorstel ten sterkste afgewezen.
Voor de volledigheid wordt hier nog opgemerkt dat het proces van gelijke behandeling, dat aanvankelijk slechts betrekking had op de behandeling naar geslacht, later uitgebreid naar het criterium burgerlijke staat, inmiddels steeds meer dimensies heeft gekregen. De meeste daarvan zijn vanuit Brussel geïnitieerd. In het verslagjaar is in Nederlandse wetgeving uitvoering gegeven aan Europese richtlijnen met betrekking tot de gelijke behandeling van contracten voor bepaalde tijd met arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd, alsmede gelijke behandeling naar leeftijd.
EUROPESE ONTWIKKELINGEN
16
Het verslagjaar kan worden getypeerd als een jaar met opvallende ontwikkelingen en vooruitgang in het bereiken van een interne markt van pensioeninstellingen. Een dergelijke markt bestaat voor het verzekeringsbedrijf al vele jaren. Met de totstandkoming van een Europese richtlijn ter zake is een flinke stap in de goede richting gezet. Met deze richtlijn is bereikt dat binnen de groep van financiële dienstverleners de aparte status van pensioenfondsen wordt erkend en ook afzonderlijke, Europese wetgeving tot stand komt. Naast de wetgever heeft ook de Europese rechter, het Hof van Justitie te Luxemburg, zich niet onbetuigd gelaten. Met baanbrekende uitspraken krijgt de gelijke behandeling van lokale en buitenlandse pensioeninstellingen voor wat betreft de fiscale wetgeving steeds meer gestalte. Aan de gedane uitspraken zijn initiatieven in het kader van de zogenaamde inbreukprocedures (infringement proceedings) van de Europese Commissie vooraf gegaan. Deze procedures komen er in het kort op neer dat de Commissie toetst of de nationale wetgeving in strijd is met het vrije verkeer van werknemers, kapitaal, goederen en diensten. Ondertussen gaat de uitwisseling van informatie door de lidstaten over hun pensioenstelsels en hervormingsmaatregelen door en groeit begrip voor elkaars systemen. Van deze zogenaamde open coördinatiemethode wordt verwacht dat uiteindelijk in Europa consensus ontstaat over wat best practices zijn om de oudedagsvoorzieningen voldoende sociaal te houden, alsmede financieel haalbaar en beheersbaar, flexibel en steeds inspelend op maatschappelijke veranderingen.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Tenslotte vindt ook het toepassen van bepaalde, uniforme boekhoudregels (accounting standards) zijn oorsprong in internationale ontwikkelingen. IAS19 over personeelsbeloningen van de International Accounting Standards Board is via Europese wetgeving van toepassing geworden op Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen en inmiddels voor niet-beursgenoteerde ondernemingen vertaald in Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De hier bedoelde boekhoudregels hebben een duidelijke uitstraling naar de aan de onderneming verbonden pensioenfondsen. De financiële risico’s voor de onderneming die voortkomen uit het karakter c.q. type pensioentoezegging, dienen op de ondernemingsbalans zichtbaar gemaakt te worden. Dit heeft op zich zelf weer tot gevolg dat steeds meer ondernemingen ertoe neigen om die risico’s te beheersen of te beperken. Overigens kunnen pensioenfondsen ook als een ‘onderneming’ worden aangemerkt, zij het met afwijkende kenmerken, waarop in beginsel de IFRS standaarden zouden kunnen worden toegepast. Of pensioenfondsen verplicht worden IFRS in te voeren is nog steeds onduidelijk. Het bestuur blijft de ontwikkelingen op dit terrein nauwlettend volgen.
De Pensioenregeling
PENSIOENREGELING VANAF 1 JANUARI 2002
De pensioenregeling vanaf 1 januari 2002 is een zogenaamde geïndexeerde opbouwregeling. De pensioengrondslag is gelijk aan het bruto jaarsalaris verminderd met een franchise van € 11.214,(2003) c.q. € 11.366,- (2004). De franchise wordt jaarlijks aangepast overeenkomstig het bruto minimumloon. De franchise zal altijd minimaal gelijk zijn aan de geldende minimumfranchise volgens artikel 8a van de Wet op de Loonbelasting 1964. Afhankelijk van de gemaakte keuze door de aangesloten ondernemingen, geldt voor de desbetreffende medewerkers een pensioenleeftijd van 62 dan wel 65 jaar. Deelnemers bouwen tussen 22 jaar en 62 c.q. 65 jaar een ouderdomspensioen op ter hoogte van 2,1% van de voor het desbetreffende deelnemersjaar vastgestelde pensioengrondslag. De opgebouwde aanspraken van deelnemers worden jaarlijks verhoogd met de CBS index voor CAO lonen. Het ouderdomspensioen gaat in beginsel in op 62 jaar c.q. 65 jaar. Bij de regeling met pensioenleeftijd 62 jaar wordt tussen 62 en 65 jaar tevens een tijdelijk ouderdomspensioen toegekend ter compensatie van de AOW. De opbouw van het tijdelijk ouderdomspensioen vindt in deze regeling tijdsevenredig plaats vanaf 42 jaar. Daarnaast is er een nabestaandenpensioen op risicobasis voor gehuwden, geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden ter hoogte van 70 % van het te bereiken ouderdomspensioen. Het wezenpensioen bedraagt in beginsel 14 % van het te bereiken ouderdomspensioen. De WAO-excedentuitkering bedraagt 70 % van de salarisgedeelten boven € 43.065,- in 2003 en € 43.754,- in 2004. Tevens is er sprake van pensioendoorbouw en vrijstelling van premiebetaling bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en/of parttime dienstverband wordt de WAO-excedentuitkering naar rato vastgesteld.
Het fondsbestuur beslist jaarlijks over het verhogen van de pensioenen en (premievrije) aanspraken met de consumentenprijsindex. . Deze verhoging bedraagt 3,25 % in 2003 en 1,95 % in 2004. De opgebouwde pensioenaanspraken tijdens het deelnemerschap zijn in 2003 verhoogd met 3,35 % en in 2004 met 2,21 %. De nieuwe pensioenregeling bevat diverse flexibiliseringselementen, zoals mogelijkheden tot: • uitruil tussen het levenslange ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen; • eerdere of latere ingang van het levenslange en tijdelijke ouderdomspensioen met verlaging respectievelijk verhoging van het pensioen op basis van de toepasselijke actuariële grondslagen van het fonds; • tijdelijke verhoging c.q. verlaging van het pensioen binnen de wettelijke grenzen, op basis van de toepasselijke actuariële grondslagen van het fonds (hoog/laag-regeling). De jaarlijkse deelnemersbijdrage varieert per aangesloten onderneming. Naast de basispensioenregeling zal binnen de fiscale normen de mogelijkheid worden geboden tot pensioensparen door het storten van vrijwillige extra bijdragen. De kosten van de pensioenregeling die niet worden gedekt door deze bijdragen, worden door de werkgever gedragen. De Geflex-regeling is per 1-1-2002 beëindigd. De deelnemers hadden eenmalig de keuze om het per 1 januari 2002 opgebouwde Geflex-kapitaal bij Delta Lloyd bank te handhaven, dan wel volledig in te brengen in de nieuwe pensioenregeling in ruil voor additionele pensioenaanspraken. De Geflex gelden die bij Delta Lloyd zijn gebleven, worden bij pensionering of in geval van waardeoverdracht aangewend voor extra pensioenaanspraken. De per 1-1-2002 opgebouwde rechten onder Geflex collectief zijn, evenals de in de regeling van voor 1-1-2002 opgebouwde pensioenrechten, per die datum premievrij gemaakt en worden elk deelnemersjaar met vorengenoemde loonindex verhoogd. Voorts zijn bij de invoering van de nieuwe pensioenregeling diverse overgangsregelingen getroffen, onder andere met betrekking tot de zogenaamde overgangsmaatregel Geflex collectief en individueel.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
17
WAO-hiaat-regeling Onder bepaalde voorwaarden kunnen arbeidsongeschikte deelnemers in aanmerking komen voor een WAO-hiaat-uitkering als aanvulling op de WAO-vervolguitkering. GESAVE-regeling Naast de voorgaande regeling kunnen deelnemers vanaf 2002 eveneens vrijwillig deelnemen aan de ‘Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen’ (GESAVE-regeling). Deze regeling biedt deelnemers de mogelijkheid fiscaal gefacilieerd binnen de vastgestelde maximale grenzen, vrijwillig additionele pensioenpremie te storten. De deelnemers hebben de keuze uit een drietal modules, te weten de module voor aanvullend ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen dan wel prepensioen.
HERVERZEKERING
18
Het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico is, voor zover niet in eigen beheer, op stop-loss-basis ondergebracht bij Zwitserleven. Bovendien zijn premievrije aanspraken jegens de verzekeringsmaatschappij Generali door een aantal deelnemers gecedeerd aan het fonds in ruil voor gelijke pensioenrechten bij het fonds.
PENSIOENREGELING VAN VÓÓR 1 JANUARI 2002
De pensioenregeling van vóór 1 januari 2002 is in beginsel van toepassing op gewezen deelnemers en deelnemers van 55 jaar of ouder op 1 januari 2002 die tevens gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om deel te blijven nemen aan de op 31 december 2001 van toepassing zijnde pensioenregeling. De pensioenregeling van Stichting GE-Pensioenfonds van vóór 1-1-2002 bestaat uit een: • Basisregeling; • Geflex-regeling; • WAO-hiaat-regeling. Basisregeling vóór 1 januari 2002 Deelnemers van Stichting GE-Pensioenfonds bouwen tussen 25 en 65 jaar pensioen op over hun zogenaamde pensioengrondslag. De pensioengrondslag is gelijk aan het bruto jaarsalaris verminderd met een franchise. Het bruto jaarsalaris is inclusief ploegentoeslag en inclusief
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
schriftelijk aangewezen vaste (persoonlijke) toeslagen en vakantietoeslag vermenigvuldigd met een door het bestuur vastgestelde factor van 95 %. De franchise wordt elk jaar aangepast aan de ontwikkeling van de AOW voor gehuwden met een partner die ouder is dan 65 jaar. In 2003 bedraagt de franchise € 13.979,-. Per 1 januari 2004 is de reglementaire franchise verhoogd naar € 14.154,-. De basisregeling van Stichting GE-Pensioenfonds is een (gematigde) eindloonregeling. Het ouderdomspensioen wordt berekend door het gemiddelde van de pensioengrondslagen tussen 60 en 65 jaar achtereenvolgens te vermenigvuldigen met het jaarlijkse opbouwpercentage van 1,75 % en het totaal aantal deelnemersjaren. Tevens wordt bij de pensioenopbouw rekening gehouden met eventuele ploegentoeslag(percentages). Het weduwe- c.q. weduwnaarspensioen bedraagt 70 % van het maximaal te bereiken ouderdomspensioen. Het wezenpensioen bedraagt 14 % van het maximaal te bereiken ouderdomspensioen. Het invaliditeitspensioen bedraagt bij volledige arbeidsongeschiktheid 70 % van de salarisgedeelten boven € 43.065,- in 2003 en € 43.754,- in 2004. Tevens is er sprake van vrijstelling van premiebetaling bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. De pensioenleeftijd is 65 jaar. Bij voortijdige beëindiging van het deelnemerschap wordt een premievrij recht op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen verkregen. Het fondsbestuur beslist jaarlijks over het verhogen van de pensioenen en (premievrije) aanspraken met de CBS prijsindex. Deze verhoging bedroeg 3,25 % in 2003 en 1,95 % in 2004. De werkgeversbijdrage wordt door het fondsbestuur jaarlijks vastgesteld op de gegevens per 1 januari na advies door de actuaris van het fonds. De deelnemersbijdrage bedraagt 6 % boven de premievrije voet van € 74.933,- in 2003. De premievrije voet voor deelnemers is per 1 januari 2004 verhoogd naar € 76.394,-.
Geflex-regeling vóór 1 januari 2002 Afhankelijk van de gemaakte keuze door de aangesloten ondernemingen, nemen de desbetreffende medewerkers tussen 42 en 62 jaar deel aan de Geflex-regeling. De Geflex-regeling stelt deelnemers in staat reeds vanaf 62 jaar vervroegd met (Geflex-) pensioen te gaan. De Geflex-regeling bestaat uit een collectieve en een individuele module. Tevens is er een overgangsregeling getroffen. WAO-hiaat-regeling vóór 1 januari 2002 Onder bepaalde voorwaarden kunnen arbeidsongeschikte deelnemers in aanmerking komen voor een WAO-hiaat-uitkering als aanvulling op de WAO-vervolguitkering.
RELEVANTE ONTWIKKELINGEN IN 2004
•
•
•
De onderneming GE Distribution Finance B.V. heeft verzocht om toetreding tot Stichting GE-Pensioenfonds in januari 2004. Het verzoek is in behandeling. In januari 2004 is de heer F. van Tatenhove afgetreden als werknemersbestuurslid van Stichting GE-Pensioenfonds. In 2004 is in de opvolging voorzien door de benoeming van mevrouw D. Hameetman. In 2004 wordt apart bezien welke gevolgen kunnen voortvloeien uit door de overheid aangekondigde wijzigingen in wet- en regelgeving omtrent arbeidsongeschiktheid en fiscale faciliëring van (pre)pensioenregelingen. In de eerste helft van 2004 wordt hierover meer duidelijkheid verwacht.
19
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Verzekerdenbestand Gewezen deelnemers
Deelnemers Stand per 31 december 2002 Mutaties door: • Nieuwe toetredingen • Herintreding • Ontslag met premievrije aanspraak • Waarde-overdracht • Ingang pensioen • Overlijden • Afloop • WAO • Andere oorzaken
2.613
1.968
319
407 3 -/- 568 – -/- 19 -/- 4 – -/- 1 -/- 166
-/- 3 568 -/- 41 -/- 18 – – – 142
40 -/- 5 – – 13
___________
___________
___________ Mutaties per saldo
-/- 348
648
___________ Stand per 31 december 2003
Pensioengerechtigden
2.265
___________ *)
2.616
48 ___________ 367
20 *)
Waarvan deelnemers met (gedeeltelijke) vrijstelling van premiebetaling
84
Gemiddelde deelnemersleeftijd
41,54
Gemiddelde deelnemerstijd
18,84
Specificatie pensioengerechtigden Ouderdomspensioen Geflex
2003
2002
202
166
9
11
Invaliditeitspensioen
49
44
Partnerpensioen
89
82
Wezenpensioen
18
16
___________ Totaal
367
*)
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
___________ 319
BELEGGINGEN
Beleggingsomgeving 2003 Het beleggingsjaar 2003 was op beleggingsgebied een jaar met twee gezichten, waarbij uiteindelijk een in zekere mate meevallend beleggingsresultaat werd behaald, zeker in vergelijking tot de voorgaande twee jaren. In het eerste kwartaal waren de aandelenmarkten nog duidelijk in mineur, waarbij de wereldindex daalde tot bijna 10 % onder het niveau van eind 2002. De stemming op de financiële markten werd in die periode grotendeels bepaald door de toenemende politieke spanningen en het uitbreken van Figuur 1.
de oorlog in Irak, die leidden tot bezorgdheid over de economische vooruitzichten. De daaruit resulterende rentedaling, die tot eind mei duurde, had een positief effect op het rendement van de vastrentende portefeuille. De voorspoedige afloop van de oorlog in Irak bracht een kentering teweeg, die gaandeweg het jaar werd ondersteund door een verbetering van de economische vooruitzichten. Op de aandelenmarkten stegen de koersen, gesteund door een positieve winstontwikkeling, fors, zodat de wereldindex voor geheel 2003 uiteindelijk een plus van ruim 10 % liet zien en de reeks van drie jaar met negatieve resultaten op de aandelenmarkten duidelijk werd doorbroken.
Performance MSCI Wereldindex (in Euro; %)
21
Bron: MSCI
Binnen de vastrentende beleggingen trad na mei een duidelijke stijging van de rente op onder invloed van de verbeterende economische vooruitzichten. Uiteindelijk eindigde de rente op de obligatiemarkten in euroland zelfs licht hoger dan in het begin van het jaar. In 2003 werd het renteverschil tussen bedrijfsobligaties en staatsobligaties aanzienlijk kleiner.
De dollarkoers daalde in 2003 met maar liefst 16,8 % onder invloed van de combinatie van enerzijds groeiende tekorten op de lopende rekening van de Verenigde Staten en anderzijds een afnemende bereidheid van buitenlandse investeerders om deze te financieren. De performance van de categorie onroerend goed was in 2003 sterk positief: relatief hoge directe rendementen bleken dit jaar een voldoende buffer tegen de negatieve conjunctuurinvloeden te vormen.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Beleggingsbeleid De beleggingen van het pensioenfonds worden beheerd door twee asset managers, te weten ABN AMRO Asset Management (AAAM) en GE Asset Management (GEAM). De belegde waarden (inclusief liquiditeiten en te vorderen interesten / dividenden) bij beide managers was als volgt: AAAM
GEAM
Totaal
x € 1 mln.
x € 1 mln.
x € 1 mln.
Begin 2003
171,9
82,9
254,8
Eind 2003
193,1
129,6
322,7
AAAM
GEAM
Totaal
%
%
%
De behaalde rendementen waren als volgt:
22
6,8
15,9
10,2
Benchmark
Aandelen
15,3
15,3
15,3
Obligaties
4,8
3,8
4,4
Benchmark
4,0
4,0
4,0
Totaal
6,2
9,4
7,4
Benchmark
9,9
9,9
9,9
De benchmarkcijfers die zijn opgegeven betreffen voor aandelen voor 60 % de MSCI euro en voor 40 % de MSCI world index exclusief de euro en voor vastrentende waarden (obligaties) de EGBI index. De benchmark bestaat voor 50 % uit aandelen en 50 % vastrentende waarden. Een andere vergelijkingsmaatstaf voor de performance is het gemiddelde rendement behaald door Nederlandse pensioenfondsen. Dat was voor aandelen: 12,8 % en vastrentende waarden 3,5 %. Het totale rendement voor Nederlandse pensioenfondsen bedroeg 10,7 %.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
De belangrijkste oorzaak voor de naar verhouding teleurstellende rendementen van ons pensioenfonds zijn gelegen in een zeer slechte aandelen performance van AAAM. Het bestuur bezint zich op corrigerende maatregelen met betrekking tot het uitbesteden van de beleggingsmandaten. Het is momenteel daarmee in een vergevorderd stadium.
Beheer van de beleggingen Het beleggingsbeleid is erop gericht om een goed rendement te behalen terwijl de risico’s die met het beleggen verbonden zijn binnen de perken gehouden worden. Het fonds heeft tot dusver twee ALM studies laten verrichten. De laatste ALM studie dateert van eind 2001. Deze studies dienen de gewenste beleggingsmix aan te geven, gegeven de verwachte en/of mogelijke ontwikkeling van de toekomstige pensioenverplichtingen van het fonds. Het bestuur heeft voorts een beleggingscommissie, bestaande uit een delegatie van bestuursleden en eventuele derden. Ook heeft de beleggingscommissie thans een beleggingsdeskundige/adviseur. De beleggingscommissie komt tenminste vier maal per jaar bijeen met de vermogensbeheerders. Tijdens deze bijeenkomsten dienen de vermogensbeheerders verantwoording af te leggen van het gevoerde beleggingsbeleid en aan te geven wat de beleidsplannen voor de toekomst zijn en wordt daarover van gedachten gewisseld. Voorts wordt gebruik gemaakt van de diensten van WM-Company, die de resultaten van de beleggingen vergelijkt met de strategische benchmarks die door het bestuur van het fonds op advies van de beleggingscommissie en na overleg met de portefeuillebeheerders zijn vastgesteld. Ook worden de beleggingsresultaten eens per jaar vergeleken met het z.g. WM-universum. De beleggers hebben een duidelijk beleggingsmandaat, dat aangeeft binnen welke grenzen in zakelijke en in rentedragende waarden mag worden belegd. Dit beleggingsmandaat is opgesteld door de beleggingscommissie, in overleg met de beleggers en is goedgekeurd door het bestuur. Het beleggingsmandaat wordt ondertekend namens het bestuur en de portefeuillebeheerders. Eens per jaar wordt dit mandaat opnieuw herzien en zonodig aangepast. Het beleggingsmandaat geeft de z.g. benchmarks aan waartegen de beleggers worden gemeten en legt de beleggers restricties op die erop gericht zijn de risico’s verbonden aan de beleggingen binnen aanvaardbare grenzen te houden (zie bijlage 6).
De belangrijkste punten opgenomen in de mandaten zijn: • Zakelijke waarden maken voor tenminste 40 % en maximaal 60 % deel uit van de beleggingen. Tenminste 45 % van de zakelijke waarden dienen in Euro waarden te worden geïnvesteerd. • Vastrentende waarden maken voor tenminste 40 % en maximaal 60 % deel uit van de beleggingen. Minstens 90 % van de vastrentende waarden moet belegd worden in Euro. Bovendien heeft tenminste 50 % van de vastrentende waarden een AAA rating, 80 % tenminste een AA en 100 % tenminste een A- rating. • Liquiditeiten mogen maximaal 10 % van het belegd vermogen bedragen. • Benchmarks: 50 % zakelijke waarden (MSCI Euro 60 % en MSCI world 40 %) en 50 % vastrentende waarden (Salomon Smith Barney Euro Government Bond Index). • Beleggen in emerging markets is niet toegestaan, met uitzondering van emerging market fondsen van goede reputatie. • Derivaten zijn niet toegestaan zonder toestemming van het bestuur, met uitzondering van valuta termijntransacties ter afdekking van valutarisico’s. • Beleggen met geleende gelden is niet toegestaan. • Randvoorwaarden met betrekking tot de mate waarin een enkele onderneming mag worden belegd en met betrekking tot de duration van zakelijke waarden. • Verplichting alleen te beleggen in zeer solide ondernemingen en maandelijks ratings te rapporteren, alsmede een procedure hoe te handelen bij geïnvesteerde waarden die niet meer aan bovenstaande eisen omtrent ratings voldoen. Het fonds heeft thans drie vermogensbeheerders. Twee beheerders hebben betrekking op de basispensioenregeling en hebben een globale portefeuille onder beheer. Het fonds werkt thans nog niet met gespecialiseerde beleggingsopdrachten. Beide portefeuillebeheerders hebben een nagenoeg zelfde mandaat, hetgeen de vergelijkbaarheid van de ‘performance’ bevordert. Daarnaast is er een derde belegger, die middelen belegt ten behoeve van de vroegere prepensioenregeling en de huidige vrijwillige pensioenspaarregeling.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
23
24
Het betreft hier beleggingen in beleggingsfondsen en de deelnemers kunnen binnen zekere, in een beleggingsreglement vastgestelde, grenzen zelf hun portefeuille van beleggingsfondsen bij de beleggingsinstelling samenstellen. Het beleggingsbeleid van het fonds is erop gericht een zo hoog mogelijk rendement te behalen, maar dan wel met de beperkende bepaling dat het weerstandsvermogen van het fonds zo goed mogelijk moet voldoen aan de bepalingen van de extra reserve procedure van het fonds en aanwijzingen van de actuaris. De beleggingscommissie en het bestuur zitten een maal per jaar bij elkaar en in deze vergadering presenteren de portefeuillebeheerders hun verantwoording over het beleid in het afgelopen jaar en het voorgenomen beleid in het komende jaar. In deze vergadering worden ook mandaatwijzigingen vastgesteld. De beleggingscommissie evalueert ook of de portefeuillebeheerder voldoende succesvol is en stelt zich tot doel zonodig een beheerder met structureel teleurstellende beleggingsresultaten te vervangen. Het bestuur heeft op voordracht van de beleggingscommissie een professionele bewaarnemer voor de beleggingsportefeuille geselecteerd, die in staat is Figuur 2.
het bestuur op elk gewenst moment elektronisch te informeren over de actuele toestand van de beleggingen. De bewaarnemer voert ook de beleggingsadministratie uit.
VASTRENTENDE WAARDEN
Als gevolg van de renteverlagingen in maart en juni door de ECB daalde de officiële rente van 2,75 % naar 2 % en verschoof het korte segment van de rentecurve in 2003 in neerwaartse richting. De verbeterende economische vooruitzichten zorgden per saldo evenwel voor een beperkte opwaartse verschuiving van de rentekromme in euroland. Deze rentestijging leidde per saldo tot enige koersdaling in de vastrentende portefeuille, maar als gevolg van de couponopbrengsten resulteerde voor het gehele jaar uiteindelijk een duidelijk positief resultaat. De verbetering van de financiële positie van vele ondernemingen leidde tot een aanzienlijke afname van de vereiste opslag voor niet-staatsleningen (credits), waardoor dit onderdeel van de vastrentende markt beter presteerde dan staatsleningen. In het algemeen gold in 2003 dat de afname van de rente-opslag groter was naarmate de credit rating van de onderneming lager was.
Amerikaanse en Nederlandse kapitaalmarktrente sinds start 2003
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
AANDELEN
De verbetering van de wereldwijde economische vooruitzichten en de stijgende bedrijfswinsten leverden in 2003, ondanks de zeer zwakke start in het eerste kwartaal, uiteindelijk een stijging van de MSCI Wereldindex op met 11 %. De geografische verschillen waren onder invloed van de dalende Figuur 3.
dollar aanzienlijk: de Europese index steeg met ruim 15 %, terwijl de stijging van de index in de Verenigde Staten in euro’s gemeten beperkt bleef tot een kleine 7 %. Figuur 3 geeft de ontwikkeling per sector weer. In deze cijfers is de gestegen koers van de euro verwerkt.
Performance Wereldindex 2003 per sector (in euro; %)
25 Bron: MSCI
In 2003, zeker sinds eind maart, heeft de markt een krachtig herstel laten zien. In het tweede kwartaal nam de risicobereidheid danig toe en realiseerden de meest cyclische en sterkst afgestrafte fondsen een outperformance. Deze trend duurde in het derde en vierde kwartaal voort. De lijst van best presterende aandelen in 2003 telt veel bedrijven met een zwakke
balans die in een moeilijke situatie verkeren. De waarderingsverschillen tussen de meer risicovolle segmenten van de markt en duurzame groeibedrijven zijn afgenomen. Beleggers zouden daarom op een bepaald moment weer oog moeten krijgen voor meer duurzame groei.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Vooruitzichten 2004 De Amerikaanse economie zal dit jaar niet de rugwind ondervinden die zij in 2003 heeft gehad. Het is daarom van belang vast te stellen of de economische versnelling voldoende is om de groei tot ver in het eerste kwartaal van 2004 te continueren. Tegen het einde van dat kwartaal zal de volgende ronde belastingverlagingen de consumptieve bestedingen weer een impuls geven. De prognoses voor de tweede helft van 2004 lopen sterk uiteen. Optimisten verwachten dat de wereldwijde economische opleving zich zal verbreden en verdiepen tot een ‘normaal’ herstel dat zichzelf in stand houdt. Naar hun mening bevinden de aandelenmarkten zich slechts in de aanloopfase van een nieuwe hausseperiode. Pessimisten huldigen de opvatting dat macro-economische onevenwichtigheden uit de luchtbeljaren onvoldoende zijn afgebouwd en niet houdbaar zullen blijken. Deze onevenwichtigheden moeten
volgens hen vroeg of laat een domper zetten op de economische groei. De tweede helft van 2004 lijkt een periode waarin deze afbouw zou kunnen plaatsvinden. Het effect van de economische stimuleringsmaatregelen ebt dan weg, waardoor de zwakke werkgelegenheidssituatie en geringe groei van het reëel inkomen de consumptieve bestedingen in de Verenigde Staten zouden kunnen ondermijnen. Het jaar 2003 was het jaar van aandelen van lage kwaliteit. Ook kleine bedrijven en waardeaandelen deden het goed. Dit proces werd voornamelijk aangedreven door een enorme verkrapping van de credit spreads, die weer een gevolg was van de meevallende economische groei. Wij zien geen potentieel voor een vergelijkbare afname van de credit spreads in 2004. Volgens ons zijn de omstandigheden dan ook gunstig voor een herstel van kwalitatief hoogwaardige groeiaandelen.
26 Bergen op Zoom, 23 april 2004 Het bestuur,
O.M.H. Tant, voorzitter
F. Bos, plaatsvervangend voorzitter
J.W. Boesveld, secretaris
J.J.O. Aerts, plaatsvervangend secretaris
Y.M.M. den Bakker
A.D. Rekveld
D. Hameetman
A.J.L.M. Proost
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
JAARREKENING
27
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
GROOTTE EN SAMENSTELLING VAN HET PENSIOENVERMOGEN PER 31 DECEMBER (in duizenden euro) 2003 € Beleggingen • Onroerende Zaken – Aandelen vastgoed • Financiële beleggingen – Aandelen – Obligaties – Leningen op schuldbekentenis – Deposito’s
28
2002 €
€
€
497
–
159.332 150.738 3.065 4.884
107.422 135.637 3.388 4.134
___________
___________ 318.516
250.581
Beleggingen inzake Geflex/Gesave
13.057
12.077
Herverzekering
20.983
20.319
Vorderingen en overlopende activa
32.772
47.591
5.862
79
Langlopende schulden
-/- 1.025
-/- 1.087
Kortlopende schulden en overlopende passiva
-/- 2.493
-/- 4.004
Liquide middelen
Overige voorzieningen • WAO-hiaat • Invaliditeitsrisico’s • Geflex/Gesave
-/- 2.048 -/- 1.622 -/- 13.057
-/- 2.277 -/- 1.361 -/- 12.077
___________
___________ -/- 16.727
-/- 15.715
___________
___________
Totaal pensioenvermogen
370.945
309.841
Totaal pensioenverplichtingen *)
345.968
296.054
*)
Bij de berekening van de pensioenverplichtingen is rekening gehouden met het treffen van een voorziening ter dekking van de kosten die gemoeid zijn met een mogelijke aanpassing van de overlevingstafel in de toekomst. In 2003 bedroeg deze voorziening € 858 (2002: € 3.640).
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN (in duizenden euro) 2003 € Toevoegingen aan het pensioenvermogen • Directe beleggingsopbrengsten • Indirecte beleggingsopbrengsten • Bijdragen van werkgevers en werknemers • Saldo van overdrachten en rechten • Herverzekering • Overige voorzieningen • Overige baten
2002 €
€
€
10.378 10.538 29.403 15.358 1.210 229 22
8.618 -/- 49.304 30.315 7.129 493 1.529 38.175
___________
___________ 67.138
Onttrekkingen aan het pensioenvermogen • Pensioenuitkeringen • Overige voorzieningen • Kosten van vermogensbeheer • Pensioenuitvoerings- en administratiekosten • Overige lasten
Saldo mutaties in het pensioenvermogen Stand pensioenvermogen per 31 december vorig boekjaar
Stand pensioenvermogen per 31 december lopend boekjaar
36.955
4.262 260 623
3.551 – 538
888 1
1.118 12
___________
___________
29
6.034
5.219
___________
___________
61.104
31.736
309.841
278.105
___________
___________
370.945
309.841
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
KASSTROOMOVERZICHT (in duizenden euro) 2003 €
2002 €
€
€
Pensioenactiviteiten Ontvangsten • Bijdragen van werkgevers en werknemers • Uitkeringen uit herverzekering • Wegens overgenomen pensioenverplichtingen • Overige
46.545 601
33.205 528
13.326 22
8.957 23
___________
___________ 60.494
30
Uitgaven • Uitgekeerde pensioenen – Pensioenen – Loonheffing – Sociale premies en andere inhoudingen • Wegens overgedragen pensioenverplichtingen • Premies herverzekering • Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
42.713
-/- 3.091 -/- 944 -/- 251
-/- 2.645 -/- 756 -/- 85
-/- 1.390 -/- 71
-/- 1.142 –
-/- 403
-/- 1.155
___________
___________ -/- 6.150
-/- 5.783
Beleggingsactiviteiten Ontvangsten • Directe beleggingsopbrengsten • Verkopen en aflossingen beleggingen • Overige
10.269 226.344 –
9.442 357.152 269
___________
___________ 236.613
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
366.863
2003 € Uitgaven • Aankopen beleggingen • Kosten van vermogensbeheer
Mutatie geldmiddelen Saldo geldmiddelen 1 januari
Saldo geldmiddelen 31 december
2002 €
€
-/- 283.981 -/- 1.193
-/- 402.759 -/- 250
___________
___________
€
-/- 285.174
-/- 403.009
___________
___________
5.783
784
79
-/- 705
___________
___________
5.862
79
31
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Waardering
ALGEMENE GRONDSLAGEN
Alle activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij hierna een andere waarderingsgrondslag wordt vermeld.
BUITENLANDSE VALUTA
Activa en passiva in buitenlandse valuta zijn omgerekend tegen de ultimo jaar geldende koersen.
BELEGGINGEN
De beleggingen worden, met uitzondering van de deposito’s, tegen de actuele waarde per 31 december op de balans weergegeven. Voor de beleggingen die ter beurze zijn genoteerd wordt de beurskoers per 31 december genomen. Voor de beleggingen die niet ter beurze zijn genoteerd wordt de intrinsieke waarde genomen. De leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige termijnen van rente en aflossing; de contante waarde wordt bepaald op basis van een rentevoet die gelijk is aan de geldende marktrente van soortgelijke leningen met een gelijke looptijd. De deposito’s worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
32 PENSIOENVERPLICHTINGEN
Stichting GE-pensioenfonds rapporteert volgens de pensioenvermogenmethode. Bij deze methode staat het gehele pensioenvermogen ter beschikking voor het nakomen van de pensioenverplichtingen. Informatie omtrent de grootte en het verloop van het pensioenvermogen wordt verstrekt in de toelichting. De pensioenverplichtingen worden volgens de netto methode berekend als de contante waarde van de op de berekeningsdatum verkregen pensioenrechten. De verplichting voor de uitgestelde wezenpensioenen is op nul gesteld. De berekeningen zijn erop gebaseerd dat de uitkeringen continu (zullen) geschieden. Bij de berekening van de contante waarden gehanteerde grondslagen zijn met name: • een rekenrente van 4 %; • sterftetafel Gehele Bevolking Mannen 1995 - 2000 met 2 jaar leeftijdsterugstelling; • sterftetafel Gehele Bevolking Vrouwen 1995 - 2000 met 1 jaar leeftijdsterugstelling; • sterftekansen van wezen, aan wie een wezenpensioen wordt uitgekeerd, worden verwaarloosd; • de leeftijd van de verzekerde is in jaren en maanden nauwkeurig bepaald. Hierbij is de geboortedatum gesteld op de eerste van de maand samenvallend of volgend op de werkelijke geboortedatum. De toekomstige duur is gelijk aan het verschil van de pensioengerechtigde leeftijd en de op boven omschreven wijze vastgestelde leeftijd; • het leeftijdsverschil tussen echtgenoten is gefixeerd op drie jaar, waarbij de man altijd ouder is verondersteld dan de vrouw. Ter dekking van de beheerskosten zijn de netto koopsommen, uitgezonderd invaliditeitspremies, met 1 % verhoogd. Er wordt een “voorziening voor toekomstige beheerskosten” gevormd ter grootte van 1 % van de netto verplichting.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Resultaatbepaling
DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN
Onder de directe beleggingsopbrengsten worden alle intrest- en dividendopbrengsten van de beleggingen verantwoord alsmede alle overige intrestopbrengsten van liquide middelen, rekeningen-courant en waarde-overdrachten.
INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN
Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden de volgende resultaten opgenomen: • Gerealiseerde en niet-gerealiseerde koersverschillen van aandelen, aandelen vastgoedmaatschappijen, obligaties, leningen op schuldbekentenis en deposito’s; • Boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op schuldbekentenis; • Valutaverschillen met betrekking tot deposito’s en bankrekeningen in buitenlandse valuta en valutatermijntransacties.
OVERIGE MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN
De overige mutaties in het pensioenvermogen, genoemd onder toevoegingen en onttrekkingen, worden opgenomen voor de aan het boekjaar toe te rekenen bedragen.
33
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
TOELICHTING OP DE GROOTTE EN SAMENSTELLING VAN HET PENSIOENVERMOGEN PER 31 DECEMBER (in duizenden euro)
Beleggingen
Categorie
Stand ultimo 2002
Aankopen/ verstrekkingen
Verkopen/ uitlotingen/ (af)lossingen
Gerealiseerde koersverschillen
Nietgerealiseerde koersverschillen
Stand ultimo 2003
€
€
€
€
€
€
Onroerende zaken Aandelen vastgoedmaatschappijen
–
447
–
–
50
497
__________
__________
__________
__________
__________
__________
–
447
–
–
50
497
Aandelen
107.422
86.993
-/- 46.239
8.915
2.241
159.332
Obligaties
135.637
125.865
-/- 110.258
1.645
-/- 2.151
150.738
3.388
–
-/- 284
-/- 10
-/- 29
3.065
Financiële beleggingen
34
Leningen op schuldbekentenis Deposito’s
4.134
70.608
-/- 69.858
–
–
4.884
__________
__________
__________
__________
__________
__________
250.581
283.466
-/- 226.639
10.550
61
318.019
__________
__________
__________
__________
__________
__________
250.581
283.913
-/- 226.639
10.550
111
318.516
Totaal belegd vermogen
Voor een toelichting inzake het beleggingsbeleid en het risicoprofiel, zie het bestuursverslag.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
RECHTEN UIT HERVERZEKERING
2003
2002
€
€
20.983
20.319
Generali Voor de per 1 januari 1990 toegetreden ex-Borg Warner deelnemers, die ingestemd hebben met de overdracht van de rechten van de bij de Generali ondergebrachte pensioenpolissen, worden de backservice pensioenen per 1 januari 1990 als herverzekerde pensioenverplichtingen in aanmerking genomen. Bovendien zijn premievrije aanspraken jegens de verzekeringsmaatschappij Generali gecedeerd door een aantal deelnemers. Zwitserleven Het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico (op stop-loss-basis) is in 2003 ondergebracht bij Zwitserleven.
35 VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA
Vorderingen Dividendbelasting Premies: • Actuarieel benodigde premies • Koopsommen afvloeiingsregelingen • Financiering dekkingsgat • FVP • Koopsommen • Reguliere premie • Interest te laat betaalde premies • Premie WAO-hiaat Verzekeringsmaatschappijen
155
161
593 3.324 19.664 – 417 -/- 192 15 5
3.051 793 38.159 18 – – – 16
942
950
Beleggingstransacties
53
155
Waarde overdrachten
3.550
–
3
4
___________
___________
28.529
43.307
Overige debiteuren
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
2003
2002
€
€ l
Lopende intrest en dividenden Aandelen
122
59
Obligaties
3.963
3.998
119
133
7
4
Leningen op schuldbekentenis Deposito’s Banken
18
6
___________
___________
4.229
4.200
Overlopende activa Dit betreft een vooruitbetaalde post inzake administratiekosten
Totaal vorderingen en overlopende activa
14
84
___________
___________
32.772
47.591
36 LIQUIDE MIDDELEN
ABN AMRO Bank N.V.
5.078
61
Postbank N.V.
31
2
ING Bank N.V.
746
8
7
8
___________
___________
5.862
79
ABN AMRO Mellon
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
2003
2002
€
€
LANGLOPENDE SCHULDEN
Dit betreft twee posten: • Het suppletiefonds waarin tekorten en overschotten van de premieinhouding van overlijdensrisicoverzekering van werknemers worden verrekend. General Electric Plastics B.V. (GEP) heeft bij Generali Levensverzekeringsmaatschappij N.V. (Generali) een collectieve overlijdensrisicoverzekering afgesloten ten behoeve van haar werknemers. De premie voor deze verzekering is vastgelegd in een collectief contract tussen GEP en Generali en is afhankelijk van leeftijd en geslacht en wordt op jaarbasis door de verzekeraar per faktuur aan GEP berekend. Om administratieve redenen worden de individuele premies niet integraal doorbelast aan de werknemers, maar is gekozen voor een gelijk premiepercentage dat bij iedereen wordt toegepast. Afhankelijk van het technisch resultaat van de collectieve verzekering keert Generali jaarlijks een aandeel in de winst uit. Indien het uiteindelijk te betalen bedrag aan Generali lager is dan de totaal bij de werknemers ingehouden premies zal het positieve verschil worden gestort in het suppletiefonds dat beheerd wordt door stichting GE-Pensioenfonds. Daartegenover zal een eventueel tekort aan GEP uit datzelfde fonds worden onttrokken. • Afrekening overgenomen pensioenverplichtingen
Totaal langlopende schulden
37 449 576
535 552
___________
___________
1.025
1.087
–
569
KORTLOPENDE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA
Kortlopende schulden ABN AMRO Asset Management ABN AMRO Mellon
54
16
1.165
1.187
Ondernemingen
272
142
Beleggingstransacties
111
453
Verzekeringsmaatschappijen
Uitkeringen
9
11
Loonheffing
133
125
Sociale lasten Overige crediteuren
59
91
139
26
___________
___________
1.942
2.620
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
2003
2002
€
€
Overlopende passiva Kosten actuaris
43
–
Kosten accountant
45
45
253
1.300
45
–
165
23
–
16
___________
___________
FVP-premies afvloeiingsregeling ABS Nog te verwerken koopsommen Diversen Nog te verwerken waardeoverdrachten
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
551
1.384
___________
___________
2.493
4.004
2.277
3.806
OVERIGE VOORZIENINGEN
38 Voorziening WAO-hiaat Deze voorziening betreft de WAO-aanvullingsregeling. Met deze voorziening wordt het tekort van de WAO-uitkering, ten opzichte van de oorspronkelijke uitkering van 70 %, aangevuld. De voorziening wordt berekend door de ingelegde premies (plus toegerekend rendement) te verminderen met de benodigde voorziening voor ingegane WAO-hiaat pensioenen. Het verloop van de voorziening is als volgt: Stand per 1 januari Gestorte premies
132
146
Interest
323
-/- 1.016
Uitkeringen
-/- 184
-/- 159
Mutatie voorziening
-/- 500
-/- 500
___________
___________
2.048
2.277
Stand per 31 december Naar zijn aard is de voorziening langlopend.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Voorziening invaliditeitsrisico’s
2003
2002
€
€
1.622
1.361
370.945
309.841
Ter bescherming tegen grote verliezen uit hoofde van sterfte en arbeidsongeschiktheid heeft het fonds risico’s ondergebracht bij een herverzekeraar. Vanaf 1 juli 2002 is een herverzekeringscontract gesloten bij Zwitserleven. Bij Zwitserleven is sprake van een integrale (stop-loss) prijsstelling voor het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. De stop-loss grens, ook wel eigen behoud genoemd, bedraagt 125 % van de verwachte schade ten gevolge van overlijden en arbeidsongeschiktheid bij volledige herverzekering. Dit betekent dat indien de totale schade in het jaar meer bedraagt dan € 1.622.000, door de herverzekeraar uitgekeerd zal worden.
PENSIOENVERMOGEN
Het pensioenvermogen is het vermogen dat per 31 december ter beschikking staat voor de dekking van op dezelfde datum bestaande pensioenverplichtingen. Pensioenvermogen per 31 december Pensioenverplichtingen per 31 december
Bedrag waarmee het pensioenvermogen de pensioenverplichtingen overtreft
345.968
296.054
___________
___________
24.977
13.787
19.121
8.040
Verdeling pensioenvermogen Het pensioenvermogen is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Algemene reserve Beleggingsreserve zakelijke waarden
2.290
0
Beleggingsreserve vastrentende waarden
3.566
5.747
Voorziening Pensioenverplichtingen eigen rekening
324.127
272.095
Voorziening Pensioenverplichtingen herverzekering
20.983
20.319
Voorziening omrekening nieuwe sterftetafels
858
3.640
___________
___________
370.945
309.841
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
39
2003
2002
€
€
324.985
275.735
Dekkingsgraad De dekkingsgraad ultimo 2003 bedroeg ca. 107,5 %. Op 31 december 2003 is er wel sprake van een reservetekort volgens de geldende uitgangspunten van de Pensioen- & Verzekeringskamer. Dit tekort zal, in overeenstemming met het lange termijn herstelplan, in de komende jaren worden ingelopen. Pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen bedroegen per 31 december 2003 € 345.967.957,- (31 december 2002 € 296.053.990,-). De verplichtingen zijn als volgt samengesteld: Voorziening eigen rekening *) Voorziening herverzekering
20.983
20.319
___________
___________
345.968
296.054
147.391 152.959 44.760 858
179.934 75.384 37.096 3.640
___________
___________
345.968
296.054
40 *)
Bij de berekening van de pensioenverplichtingen is rekening gehouden met het treffen van een voorziening ter dekking van de kosten die gemoeid zijn met een mogelijke aanpassing van de overlevingstafel in de toekomst. In 2003 bedroeg deze voorziening € 858 (2002: € 3.640).
De voorziening pensioenverplichtingen is als volgt verdeeld over de categorieën: • Deelnemers • Gewezen deelnemers • Pensioengerechtigden • Omrekening nieuwe overlevingstafels
Voor een specificatie per aangesloten onderneming wordt verwezen naar pagina 54.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
2003
2002
€
€
Het verloop van de pensioenverplichtingen eigen rekening gedurende het boekjaar was: Stand per 1 januari
275.735
230.375
Rentetoevoeging op basis van 4 %
11.818
10.276
Toevoeging inzake verworven aanspraken
14.967
15.554
7.953
3.811
Toevoeging in verband met indexatie Toevoeging in verband met backservice Waarde-overdrachten Uitkeringen eigen rekening Vrijval excasso-opslag Sterfte
197
8.379
13.909
-/- 824
-/- 3.230
-/- 2.716
-/- 38
-/- 32
-/- 1.824
-/- 914
Overige mutaties
4.017
10.669
Voorziening omrekening nieuwe overlevingstafel
2.471
1.157
111
–
Aanpassing leeftijdsterugstelling Vrijval solvabiliteit
Stand per 31 december
-/- 1.101
–
___________
___________
324.985
275.735
Voorziening omrekening nieuwe overlevingstafel De voorziening dient ter dekking van de kosten die zijn gemoeid met de mogelijke aanpassing van de overlevingstafel in de toekomst respectievelijk per 1-1-2003. De voorziening wordt in 5 jaar opgebouwd tot 1,25 % van de pensioenverplichtingen. Ultimo 2003 bedraagt de voorziening 0,25 % van de pensioenverplichtingen, zijnde € 858 (2002: € 3.640)
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
41
TOELICHTING OP DE MUTATIES IN HET PENSIOENVERMOGEN (in duizenden euro) 2003
2002
€
€
OMZET
Voor het begrip omzet dienen pensioenfondsen de in enig jaar verantwoorde premie-inkomsten en de genoten directe beleggingsopbrengsten te hanteren. Indien deze gedurende twee opeenvolgende boekjaren, de helft of meer bedraagt van het in artikel 2:396, lid 1, onder b BW genoemde omzetcriterium (voor 2003 € 7,0 miljoen) is de Richtlijn voor de verslaggeving van pensioenfondsen van de Raad voor de Jaarverslaggeving van toepassing. Directe beleggingsopbrengsten
10.378
Bijdragen van werkgevers en werknemers
42
8.618
29.403
30.315
___________
___________
39.781
38.933
–
3
Aandelen
2.516
1.749
Obligaties
6.978
6.160
Leningen op schuldbekentenis
173
278
Deposito’s
108
150
Banken
174
257
Waarde-overdrachten
464
-/- 58
Langlopende schulden
-/- 63
71
30
8
Stichting GE-Pensioenfonds voldoet aan het omzetcriterium en is derhalve verplicht de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW na te leven.
DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN
Aandelen vastgoedmaatschappijen
Bijdragen van werkgevers en werknemers Overige
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
-/- 2
–
___________
___________
10.378
8.618
2003
2002
€
€
INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN
Gerealiseerde resultaten • Aandelen vastgoedmaatschappijen • Aandelen • Obligaties • Leningen op schuldbekentenis • Valutaverschillen
– 8.915 1.645 -/- 10 -/- 123
-/- 47 -/- 20.184 -/- 554 204 -/- 34
Niet-gerealiseerde resultaten • Aandelen vastgoedmaatschappijen • Aandelen • Obligaties • Leningen op schuldbekentenis
50 2.241 -/- 2.151 -/- 29
– -/- 33.857 5.431 -/- 263
___________
___________
10.538
-/- 49.304
Totaal indirecte beleggingsopbrengsten
43
BIJDRAGEN VAN WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Periodieke premies: • Werknemers en werkgevers • WAO-hiaat • FVP Premies ineens
24.191 122 141
27.709 146 61
4.949
2.399
___________
___________
29.403
30.315
16.733
8.265
SALDO VAN OVERDRACHTEN VAN RECHTEN
Overgenomen pensioenverplichtingen Overgedragen pensioenverplichtingen
-/- 1.375
-/- 1.136
___________
___________
15.358
7.129
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
2003
2002
€
€
HERVERZEKERING
Premies •
Premie kapitaalverzekering
-/- 48
-/- 256
505 89 –
456 74 232
___________
___________
594
762
–
143
Uitkeringen uit herverzekering • • •
Ouderdomspensioen Weduwe- / weduwnaarspensioen Kapitaal bij overlijden
Uitgekeerde sterftewinst
44
Mutatie VPV herverzekering
Totaal herverzekering
664
-/- 156
___________
___________
1.210
493
-/- 132 -/- 323 184 500
-/- 146 1.016 159 500
___________
___________
229
1.529
–
38.159
OVERIGE VOORZIENINGEN
Voorziening WAO hiaat • • • •
Gestorte premies Interest Uitkeringen Mutatie voorziening
OVERIGE BATEN
Bijdragen dekkingsgat Diversen
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
22
16
___________
___________
22
38.175
2003
2002
€
€
PENSIOENUITKERINGEN
Pensioenen: • Ouderdomspensioen • Invaliditeitspensioen • Weduwe- / weduwnaarspensioen • Wezenpensioen • WAO-hiaatpensioen • GEFLEX • Afkopen
2.589 103 731 47 183 608 1
2.076 83 656 46 159 519 12
___________
___________
4.262
3.551
OVERIGE VOORZIENINGEN
Voorziening invaliditeitsrisico’s
45
Verhoging eigen behoud herverzekering
260
–
KOSTEN VAN VERMOGENSBEHEER
623
538
888
1.118
Onder de kosten van vermogensbeheer zijn opgenomen de kosten inzake het externe vermogensbeheer en bewaring van effecten.
PENSIOENUITVOERINGS- EN ADMINISTRATIEKOSTEN
Onder deze kosten zijn opgenomen de kosten van de administratie, directie, externe adviseurs, bestuurs- en overige kosten. Het bestuur van de Stichting ontvangt geen beloning.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Bergen op Zoom, 23 april 2004 Het bestuur,
O.M.H. Tant, voorzitter
F. Bos, plaatsvervangend voorzitter
J.W. Boesveld, secretaris
J.J.O. Aerts, plaatsvervangend secretaris
Y.M.M. den Bakker
A.D. Rekveld
D. Hameetman
A.J.L.M. Proost
46
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
OVERIGE GEGEVENS FINANCIERING De premiebijdragen van de aangesloten ondernemingen worden zodanig vastgesteld dat het fonds aan haar verplichtingen kan voldoen, conform wettelijke regelingen, de statuten, het reglement en de actuariële nota.
UITVOERING De bevoegdheden van het bestuur zijn vastgesteld in de statuten en in het reglement van Stichting GE-Pensioenfonds. De financiële en pensioenadministratie van Stichting GE-Pensioenfonds is opgedragen aan AZL N.V. te Heerlen. Het vermogensbeheer wordt door ABN AMRO Bank N.V. te Amsterdam en GE Asset Management LTD te London verzorgd. De bewaarneming van de effectenportefeuille en de beleggingsadministratie wordt uitgevoerd door ABN AMRO Mellon te Breda. De controle van de jaarrekening 2003 is uitgevoerd door KPMG Accountants N.V. De verantwoordelijkheid voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen berust bij Mercer Human Resource Consulting, actuaris van het pensioenfonds.
47
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
ACTUARIËLE VERKLARING (Bedragen in duizenden euro)
Actuariële verklaring voor publicitair jaarverslag Wij hebben de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2003 van de Stichting GE-Pensioenfonds vastgesteld. De voorziening pensioenverplichtingen is vastgesteld op € 345.968, waarvan een bedrag van € 20.983 is herverzekerd. De voorziening pensioenverplichtingen is vastgesteld overeenkomstig de in dit jaarverslag vermelde methoden en grondslagen.
Toets volgens Actuariële Principes Pensioenfondsen De voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2003 is als geheel op voldoende voorzichtige grondslagen berekend. Wij zijn van oordeel dat deze voorziening op basis van de 4% norm een juist beeld geeft van de omvang van de per 31 december 2003 op het fonds rustende pensioenverplichtingen. Naar ons oordeel zijn de aanwezige middelen gelijk aan de ondergrens als bedoeld in de Actuariële Principes Pensioenfondsen, zoals die bij brief van 30 september 2002 door de Pensioen- & Verzekeringskamer zijn vastgesteld. Het fonds verkeert derhalve niet in een situatie van onderdekking.
48
Daarnaast dient het fonds te beschikken over een reserve beleggingsrisico's. De reserves bij het fonds voldoen per 31 december 2003 niet aan de norm als bedoeld in de Actuariële Principes Pensioenfondsen conform de hiervoor aangehaalde brief. Het fonds heeft derhalve reservetekort. Door het fonds is bij de Pensioen- & Verzekeringskamer ( in combinatie met het herstelplan met betrekking tot de onderdekking) een plan van aanpak ingediend, teneinde de situatie van reservetekort (zo veel als mogelijk) op te heffen.
Toets op basis van Marktwaarde benadering De voorziening pensioenverplichtingen van het fonds is per 31 december 2003 tevens vastgesteld op basis van marktwaarde. Met behulp van een scenario-analyse is onderzocht in welke mate de middelen van het fonds naar verwachting toereikend zijn om de pensioenverplichtingen af te wikkelen: • De middelen zijn voldoende om met 99% zekerheid de pensioenverplichtingen zonder indexering af te wikkelen. • De middelen zijn onvoldoende om de op basis van prijsontwikkeling geïndexeerde pensioenverplichtingen met 95% zekerheid te kunnen afwikkelen. Op basis van de Marktwaarde benadering kan de financiële positie van het fonds als voldoende worden aangemerkt. De gegevens voor onze berekeningen zijn ontleend aan de administratie van het fonds en als juist aangenomen. Deze gegevens zijn door de accountant gecontroleerd.
Amstelveen, 23 april 2004 MERCER Human Resource Consulting B.V. Drs. A.J. de Jong AAG
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
ACCOUNTANTSVERKLARING
Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2003 van Stichting GE-Pensioenfonds te Bergen op Zoom, zoals opgenomen op pagina 27 tot en met 46, gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle opdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaglegging die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van het pensioenfonds daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat deze jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en samenstelling van het pensioenvermogen van de Stichting op 31 december 2003 en van de wijzigingen daarin in 2003 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening, zoals opgenomen in titel 9 Boek 2 BW.
Den Haag, 23 april 2004 KPMG Accountants N.V.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
49
50
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
BIJLAGEN BELEGGINGSOVERZICHTEN (in duizenden euro)
Belegd vermogen per 31 december 2003
Zakelijke waarden • Aandelen vastgoedmaatschappijen • Aandelen
2002
€
%
€
%
497 159.332
0,2 50,0
– 107.422
– 42,9
___________
___________
___________
___________
Totaal zakelijke waarden
159.829
50,2
107.422
42,9
Vastrentende waarden • Obligaties • Leningen op schuldbekentenis • Deposito’s
150.738 3.065 4.884
47,3 1,0 1,5
135.637 3.388 4.134
54,1 1,4 1,6
___________ Totaal vastrentende waarden
158.687 ___________
Totaal belegd vermogen
318.516
___________ 49,8 ___________ 100,0
___________ 143.159 ___________ 250.581
Stichting GE-Pensioenfonds
___________ 57,1 ___________ 100,0
J A A R V E R S L A G 2003
51
Geografische verdeling zakelijke waarden 2003 %
€
%
€
Nederland
14.497
9,1
13.672
12,7
Overige euro-landen
71.134
44,5
45.047
42,0
___________ Totaal euro-landen
85.631
Overige Europese landen Noord Amerika
___________
___________
___________
53,6
58.719
54,7
15.236
9,5
13.736
12,8
50.237
31,4
29.514
27,5
Japan
6.584
4,1
4.904
4,5
Overige Verre Oosten
2.070
1,3
57
0,1
Australië
71 ___________
Totaal
74.198 ___________
52
2002
Totaal zakelijke waarden
Stichting GE-Pensioenfonds
159.829
J A A R V E R S L A G 2003
0,1 ___________ 46,4 ___________ 100,0
492 ___________ 48.703 ___________ 107.422
0,4 ___________ 45,3 ___________ 100,0
Sectorale verdeling zakelijke waarden 2003 %
€ Voedings- en genotmiddelenindustrie
2002 %
€
9.572
6,0
10.759
10,0
Chemie / Farmacie
19.958
12,4
14.045
13,1
Mijnbouw en olie-industrie
15.818
9,9
14.884
13,9
2.750
1,7
1.742
1,6
13.702
8,6
9.017
8,4
918
0,6
1.730
1,6
Electronica Informatiesystemen Bouwnijverheid Papierindustrie Metaalindustrie Overige industrie
266
0,2
266
0,2
1.632
1,0
790
0,7
538
0,3
421
0,4
Groothandel
12.562
7,9
7.462
6,9
Detailhandel
7.931
5,0
6.798
6,3
Overige handel
3.321
2,1
–
–
Transport
321
0,2
592
0,6
32.254
20,2
18.697
17,4
Beleggingsmaatschappijen
5.801
3,6
4.042
3,8
Energie
1.914
1,2
1.680
1,6
18.524
11,6
10.620
9,9
5.643
3,5
3.096
2,9
Banken en verzekeringsmaatschappijen
Media en telecommunicatie Dienstverlening Overige
6.404
4,0
___________ Totaal
___________
159.829
100,0
781
0,7
___________
___________
107.422
100,0
Vastrentende waarden naar valuta 2003 %
€
157.257
99,1
140.926
98,4
1.430
0,9
2.233
1,6
€ Euro Deense kronen
___________ Totaal
2002
158.687
___________ 100,0
%
___________ 143.159
Stichting GE-Pensioenfonds
___________ 100,0
J A A R V E R S L A G 2003
53
AANGESLOTEN ONDERNEMINGEN
Specificatie voorziening pensioenverplichtingen Onderneming
VPV actieven
Azdel B.V.
579
GE Betz B.V.
79
GE Capital Commercial Finance B.V. GE Capital Finance B.V.
1.054 78
Consolidated Financial Insurance Group B.V. GE Bayer Silicones B.V.
45 5.480
GE Capital B.V.
187
GE Capital Fleetservices B.V.
961
GE Capital Modular Space Europe B.V.
311
GE Fanuc Automation Europe SA - Neth.Branch
603
GE Fanuc Benelux B.V. GE Fanuc Eberle Automation Gmbh - Neth.Branch GE International Benelux B.V.
54
184 484
GE International Inc.
5.076
GE Medical Systems Nederland B.V. GE Plastics ABS B.V.
1.814 18.731
GE Power Controls Nederland B.V. GE Medical Systems Information Technologies Nederland B.V. General Electric Plastics B.V.
1.219 43 116.642
LNP Engineering Plastics Europe B.V. General Electric Medical Systems Information Technologies N.V. Stichting GE Pensioenfonds
8.995 6 794
TIP Services B.V.
1.517
TIP Trailer Rental B.V.
618
TIP Trailer Rental (Key Leasing)
8
Uittredende ondernemingen
1.197 ___________ 166.705
Handmatige toevoeging extra VPV VPV afvloeiers
10.003 -/- 36.843
Arbeidsongeschikten
7.526
Voorziening omrekening nieuwe overlevingstafels
858 ___________
Totale VPV actieven
Stichting GE-Pensioenfonds
148.249
J A A R V E R S L A G 2003
BEGRIPPENLIJST
Accounting standaarden Raamwerk van verslaggevingsregels voor het opstellen van een jaarrekening en jaarverslag. Met ingang van het verslagjaar 2005 moeten alle beursgenoteerde ondernemingen, banken en verzekeringsmaatschappijen hun geconsolideerde jaarrekening volledig inrichten op basis van International Accounting Standards (IAS), door de IAS Board omgedoopt in International Financial Reporting Standards (IFRS). Het doel van IFRS is om de transparantie en internationale vergelijkbaarheid van de externe financiële verslaggeving te verbeteren. Niet beursgenoteerde rechtspersonen hebben de keuze om of IFRS toe te passen, of de Nederlandse Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
Actuaris De actuaris is de specialist die, met behulp van levensverzekeringswiskunde, de premie, koopsommen en de voorziening pensioenverplichtingen berekent.
Asset Liability Model (ALM) ALM is een model dat gebruikt kan worden om de optimale asset-mix te bepalen in relatie tot de verplichtingen van een bepaald pensioenfonds. In het model worden op basis van bepaalde aannames projecties gemaakt van de in de toekomst door het pensioenfonds te verrichten uitkeringen. Kansverdelingen worden gedefinieerd voor de ontwikkeling van variabele zoals loonstijging, inflatie en rentevoet. De ontwikkeling van grote aandelenmarkten en onroerend goedfondsen worden er ook bij betrokken. Met ALM kan het optimale beleggingsbeleid van een pensioenfonds worden bepaald, gegeven het verwachte verloop van de uitkeringen op lange termijn. Een optimale asset-mix wordt bereikt bij een zo hoog mogelijke opbrengst, bij een zo laag mogelijk risico. Hoe groter de spreiding rond het gemiddelde, hoe groter het risico.
Asset-Mix Onder asset-mix wordt verstaan de verdeling van het vermogen over de verschillende beleggingscategorieën: aandelen, vastrentende waarden, onroerende zaken en liquide middelen (lopende banksaldi en deposito’s korte termijn).
ANW De Algemene Nabestaandenwet is per 1 juli 1997 in de plaats gekomen van de AWW (Algemene Weduwe- en Wezenwet). Het recht op een uitkering is in deze nieuwe wet aanzienlijk gewijzigd voor wat betreft de weduwe-uitkering. Die is in veel gevallen lager geworden.
Backservice Pensioenaanspraken (of de waarde ervan) die betrekking hebben op de achterliggende dienstjaren en die ontstaan door veranderingen in de pensioengrondslag.
Bereikbaar of in uitzicht gesteld pensioen Het pensioen dat een deelnemer kan behalen in geval deze tot de pensioenleeftijd aan de pensioenregeling blijft deelnemen. Uitgangspunt daarbij is, dat de berekeningsgrondslag gelijk blijft.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
55
Bijzonder Weduwe- en Weduwnaarspensioen De rechten die zijn gereserveerd voor ex-echtgenoten van (ex)deelnemers.
Het circuit Het circuit is een samenwerkingsverband tussen het zogenaamde SDS-circuit en het 4%-circuit om met vaste regels de waardeoverdracht bij verschillende pensioenfondsen op een eenvoudige wijze te kunnen doen plaatsvinden. Pensioenfondsen kunnen zich aansluiten bij het circuit.
Eindloonregeling Dit is een regeling waarbij de hoogte van het (in uitzicht gestelde) ouderdomspensioen wordt bepaald op basis van het salaris dat de deelnemer geniet op de pensioendatum, op het gemiddeld salaris over de laatste 5 jaar. De eindloonregeling is per 1 januari 2002 opgehouden te bestaan voor het fonds.
Evenredige aanspraak bij ontslag Als bij ontslag sprake is van een tijdsevenredige pensioenaanspraak wordt bedoeld een aanspraak op basis van de verstreken deelnemerstijd.
56
Franchise Het stuk van de bijdragegrondslag dat bij de berekening van het pensioen en van de premie buiten beschouwing wordt gelaten. Dit deel wordt door de AOW van pensioen voorzien door de overheid.
Geflex GEFLEX is de flexibele pensioenregeling van GE Plastics die per 1 januari 2002 ophield te bestaan. Ze stelde GEP-medewerkers in staat te stoppen met werken op hun 62ste in plaats van hun 65ste wanneer hun gewone ouderdomspensioen in gaat. De regeling is ingegaan op 1 januari 1995.
Geïndexeerde opbouwregeling De per 1 januari 2002 ingevoerde pensioenregeling waarin jaarlijks een pensioenlaag wordt opgebouwd, die tevens jaarlijks wordt geïndexeerd met de CBS loonindex.
Gesave Gesave is de per 1 januari 2002 door het fonds ingevoerde vrijwillige pensioenspaarregeling. Binnen aangegeven grenzen kunnen deelnemers een deel van hun salaris aanwenden voor extra pensioen en / of vroegere pensionering dan volgens de basis pensioenregeling.
Groei- en Stabiliteitspact Een pakket maatregelen die door de Europese Unie zijn getroffen in het kader van de oprichting van de Europese Monetaire Unie (EMU). Het pakket bevat voorschriften met betrekking tot het hanteren van een begrotingsdiscipline door de nationale overheden. Deze discipline is vertaald in enkele criteria ten aanzien van het begrotingstekort, overheidsschuld en inflatie. Alle maatregelen zijn gericht op een stabiele euro. Deze doelstelling is van groot belang voor de op kapitaaldekking gebaseerde pensioenstelsels, zoals het Nederlandse.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Groenboek Een groenboek is een term voor een beleidsstuk van de Europese Commissie, waarin over het algemeen vrij uitvoerig wordt ingegaan op een bepaald onderdeel van het uit te voeren beleid, zoals pensioen. Daarin worden bepaalde problematieken geïnventariseerd, maar kunnen ook beleidsaanbevelingen bevatten. Vaak worden bepaalde instanties, bedrijven en organisaties gevraagd hun mening te geven over datgene wat de Europese Commissie in het Groenboek aan de orde stelt. In vele gevallen wordt een Groenboek gevolgd door voorstellen voor wetgeving al dan niet vervaardigd in een zgn. Witboek.
Herverzekering Het door een pensioenfonds geheel of gedeeltelijk onderbrengen van een pensioenregeling in een levensverzekeringsovereenkomst en / of het door een pensioenfonds onderbrengen van (extra hoge) risico’s bij een levensverzekeraar, zoals het overlijdensrisico en invaliditeitsrisico van deelnemers.
Levensloopverzekering Een spaarfaciliteit die overeenkomsten vertoont met de pensioenverzekering: de mogelijkheid om kapitaal opzij te zetten, fiscaal aftrekbaar, dat later in de vorm van periodieke uitkeringen kan worden aangewend om periodes van verlof te overbruggen.
Nabestaandenpensioen Hieronder vallen weduwe-, weduwnaars- en wezenpensioen alsmede partnerpensioen.
57 Indexatie Hieronder wordt verstaan de aanpassingen van de ingegane pensioenen en / of premievrije aanspraken (voor pensioeningang) op basis van de stijging of daling van een indexcijfer dan wel een vast percentage. Veelal worden daarvoor de prijsindexcijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) gehanteerd.
Koopsom Eenmalige betaling die aan de uitvoerder van de pensioenregeling is verschuldigd en waarvoor een bepaalde pensioenaanspraak wordt ingekocht. In beginsel is een koopsom dus een eenmalige betaling.
Lijfrente Het begrip lijfrente wordt gebruikt in de individuele levensverzekeringsmarkt. Technisch gesproken is een lijfrente hetzelfde als een ouderdomspensioen. Het belangrijkste verschil is dat een lijfrenteverzekering privé wordt gesloten, terwijl bij pensioen altijd sprake is van een werkgever-werknemer relatie.
Partnerpensioen Benaming voor een vorm van nabestaandenpensioen ten behoeve van de ongehuwde partner met wie een ongehuwde deelnemer aan de pensioenregeling een gezamenlijke huishouding voert. Bij ministeriële resolutie van 23 maart 1988, Nr. DB/7016, zijn partnerpensioenregelingen aangewezen als pensioenregelingen in de zin van de wet op de loonbelasting, mits voldaan wordt aan de in de Resolutie gestelde voorwaarden.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003
Partnerregistratie De Wet Partnerregistratie is per 1 januari 1998 in werking getreden. Deze wet opent de mogelijkheid voor partners die niet willen of kunnen huwen hun relatie te laten registreren bij de burgerlijke stand van de gemeente, waar U samen Uw wens kenbaar moet maken. Partnerregistratie is gelijkgesteld met het huwelijk en geldt ook voor partners van gelijke sekse. De groep bloedverwanten valt er buiten.
Pensioenfondsenrichtlijn Een voorstel van de Europese Commissie om ook met betrekking tot het aanvullende pensioenterrein te komen tot een interne markt zonder barrières. Doelstellingen zoals een vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal moeten op voornoemd beleidsterrein hun vertaling nog krijgen. Vrij verkeer van personen moet zich uiten in de mogelijkheid van grensoverschrijdende waardeoverdracht bijvoorbeeld, het vrije kapitaalverkeer dient te worden omgezet in volledige beleggingsvrijheid.
Pensioenwet Een nieuwe wet die de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) moet gaan vervangen. De PSW die dateert van 1952 is aan een algehele, technische herzieningen c.q. modernisering toe. Naast een technische herziening zullen allerlei, nieuwe beleidsonderwerpen in de nieuwe wet een plaats moeten krijgen. Tenslotte wordt niet uitgesloten dat trendzettende jurisprudentie in de Pensioenwet wordt gecodificeerd. Door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt thans aan een concept-wet gewerkt.
58 Performance Benchmark Een performance benchmark is een standaard waartegen de wijze van beleggen van een fonds wordt gemeten en succes of falen wordt beoordeeld. Zonder een goede benchmark is het onmogelijk een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van het behaalde rendement op beleggingen te maken.
Principes interne beheersing Door de Pensioen- & Verzekeringskamer gemaakte principes waaraan elk pensioenfonds moet voldoen en die betrekking hebben op de interne beheersing. Onder interne beheersing wordt verstaan dat het bestuur van het pensioenfonds zijn risico's heeft beschreven c.q. geanalyseerd en deze vervolgens ook beheerst. Indien deze risico's kunnen worden gelocaliseerd bij externe partijen waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed –zoals de administrateur en vermogensbeheerders– trekt het bestuur zijn beheersingsmaatregelen naar die partijen door.
Prudentieel toezicht Bedrijfseconomisch toezicht dat zich met name richt op de handhaving c.q. waarborging van de financiële soliditeit van het pensioenfonds. Dit type toezicht berust bij De Nederlandsche Bank en de Pensioen- & Verzekeringskamer. Prudentieel toezicht onderscheidt zich van effectentypisch gedragstoezicht dat vooral betrekking heeft op de gedragingen van verantwoordelijke directies en besturen van financiële instellingen, zoals de naleving van gedragscodes, corporate governance e.d. Het gedragstoezicht wordt uitgeoefend door de Autoriteit-Financiële Markten. Een ander onderwerp van aandacht van het gedragstoezicht is de consumentenbescherming.
Sterftetafels / overlevingstafels Sterftetafels geven aan wat de levens- en sterftekansen zijn van mannen en vrouwen in Nederland afhankelijk van de bereikte leeftijd. Ze worden gebruikt bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen door de actuaris. Tegenwoordig worden de sterftetafels ook wel overlevingstafels genoemd.
Stichting GE-Pensioenfonds
J A A R V E R S L A G 2003