Griffie
Commissie Ruimte en Milieu Datum commissievergadering
:
DIS-stuknummer
: : : : : :
Behandelend ambtenaar Directie/afdeling Nummer commissiestuk Datum Bijlagen
1243504 M.P. Reinders E&M/SEB RM-0943 21 november 2006 4
Onderwerp:
Maintenance Valley
Voorstel van GS aan PS:
X
Ter kennisneming
X uitvoerende rol
Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Deze notitie is ook ter bespreking toegezonden aan de Commissie EMG. De Commissie RM wordt uitgenodigd aanwezig te zijn bij bespreking van deze notitie in de Commissie EMG d.d. 8 december 2006.
Griffier van Provinciale Staten, namens deze,
drs. W. van Deursen
Bijlage: 1. Overzicht van investeringen en personele gevolgen in Brabant 2. Startnotitie Platform Maintenance 3. Ruimtelijke en milieutechnische situatie vliegbasis Woensdrecht 4. Lijst met afkortingen
Notitie ten behoeve van de commissie voor Commissie Ruimte en Milieu 1
Inleiding
Op rijksniveau is het initiatief genomen om in Nederland te komen tot een ‘Maintenance Valley’. Dit initiatief heeft tot doel: ‘de duurzame versterking en uitbreiding van het internationale marktaandeel van de Nederlandse luchtvaart MRO1 door middel van een innovatieve combinatie van MRO-kennis op het vlak van onderhoudstechnologieën en –concepten, ICT-infrastructuur, logistieke dienstverlening, regelgeving en opleiding. De ambitie is om de Nederlandse luchtvaart MRO activiteiten internationaal als center of excellence te positioneren.’ 2 Deze ambitie kan belangrijke consequenties hebben voor de provincie Noord-Brabant. Onze provincie is de belangrijkste regio voor militaire luchtvaart; Woensdrecht is op dat vlak hét centrum voor onderhoud. Maar ook in andere relevante sectoren van de industrie is Brabant een sterke regio en is de aandacht voor MRO van strategisch belang voor het behoud en de versterking van die industrie. Recent is op rijksniveau een aantal besluiten genomen die relevant zijn voor Maintenance Valley, en voor de Brabantse belangen in het bijzonder. Deze notitie dient om de leden van de Commissie Economie, Mobiliteit en Grotestedenbeleid te informeren over recente ontwikkelingen. Daarnaast vraagt ons college advies aan de Commissie over de te volgen koers tot voorjaar 2007 en richting bouwstenen voor een volgend bestuursakkoord. Concreet vragen wij aan de leden van de Commissie het volgende: 1. Stemt u in met de doelstelling inzake Maintenance Valley zoals geformuleerd door ons college? a. Stemt u in met onze ambitie op economisch en sociaal-cultureel terrein, te weten versterking van het huidige cluster van bedrijven in de onderhoudsindustrie en het behoud en laten groeien van de werkgelegenheid in deze sector? b. Stemt u in met onze uitgangspunten op ecologisch vlak, te weten geen uitbreiding van de vergunde geluidruimte en waar mogelijk de economische ontwikkeling benutten als hefboom voor versterking van de natuurkwaliteit op de Brabantse Wal? 2. Stemt u in met de voorgestelde acties voor begin 2007? a. Bespreken van de ruimtelijke en milieutechnische situatie rond Woensdrecht; b. Vormgeven van een programmabureau ter ondersteuning van het Platform Maintenance 3. Tot slot vragen wij uw Commissie advies omtrent de strategie voor belangenbehartiging ten behoeve van Maintenance Valley. 2 2.1
Nationale en internationale ontwikkelingen tot nu toe Maintenance Valley op de landelijke agenda
Het nationale Innovatieplatform heeft in 2004 gerapporteerd over kansrijke gebieden om de internationale concurrentiepositie van Nederland in het buitenland te versterken3. Dit aan de hand van sleutelgebieden: combinaties van bedrijvigheid en kennis waarin ons land excelleert. Maintenance Valley is specifiek als kansrijke actie benoemd. De gedachte is dat MRO een competentie is waar Nederland sterk in is en waar in de toekomst meer toegevoegde waarde te behalen valt. Het Innovatieplatform ziet het beginpunt bij de luchtvaart, maar ziet goede mogelijkheden om ook andere delen van de Nederlandse industrie baat te laten hebben bij een steviger MRO-competentie: de procesindustrie (chemie, off-shore, voedings- en genotmiddelen), de scheepsbouw en de logistiek. Veel hangt samen met de deelname door Nederland aan de ontwikkeling van de Joint Strike Fighter (JSF), als vervanger voor de F-16. De JSF dient als katalysator om overheden, bedrijven en kennisinstellingen in Nederland op één lijn te brengen in de Nederlandse luchtvaartonderhoudsindustrie. Zodoende kan Nederland een unieke voorsprong krijgen, die zich niet beperkt tot de militaire luchtvaart, maar ook de civiele luchtvaart en andere MRO: Maintenance, Repair and Overhaul (onderhoud, revisie en reparatie) Bron: NIVR: Terms of Reference Haalbaarheidsstudie Civiele Luchtvaart MRO. 22 maart 2005. 3 Bron: Innovatieplatform: Voorstellen Sleutelgebieden-aanpak. Den Haag, 4 oktober 2004. 1 2
1/6
takken van de industrie, waarin onderhoud van kapitaalgoederen van strategisch belang is. In deze onderhoudsindustrie zit een groei van 7% per jaar. Het Ministerie van EZ stelde hierop een landelijke stuurgroep in, met als opdracht de business case Maintenance Valley nader uit te werken. Eind 2005 heeft deze stuurgroep gerapporteerd aan de Staatssecretarissen Van Gennip (EZ) en Van der Knaap (Defensie). Uitkomst was dat met name in de luchtvaart-MRO vele en concrete business kansen bestaan, maar dat het nog ontbreekt aan voldoende samenhang tussen de afzonderlijke bedrijven om Nederland als geheel stevig te positioneren. Op 30 januari 2006 heeft minister Brinkhorst de Tweede Kamer nader geïnformeerd over het luchtvaartsectorbeleid; voor het eerst werd Maintenance Valley daarin met name gekoppeld aan Woensdrecht. 2.2
Defensie reorganiseert
Een andere bepalende speler in het landelijke Maintenance Valley-initiatief is het Ministerie van Defensie, met name de Koninklijke Luchtmacht (KLu). Defensie heeft in het kader van haar reorganisatie sinds 2003 een aantal bases gesloten en en aantal functies geconcentreerd. Het blijkt dat de reorganisaties per saldo leiden tot investeringen in Brabant4. Met de sluiting van de vliegbases Soesterberg en Twenthe is Leeuwarden nog de enige operationele KLu-basis buiten Brabant. Op 18 september jongstleden is de Staf van de KLu verhuisd van Den Haag naar Breda. Defensie biedt in Brabant momenteel werk aan 16.000 personen. 2.3
Betrokkenheid Nederland bij JSF-project
In 2002 heeft het kabinet besloten deel te nemen aan de ontwikkeling en productie van de JSF. Dit toestel is beoogd als opvolger van de huidge F-16 vloot. In 2007 gaat het JSF-project over van de ontwikkelingsfase naar de productiefase. In 2006 is de deelname aan dit project geëvalueerd. Het kabinet heeft op 29 september dit jaar besloten door te gaan met deelname. Op 24 oktober heeft een Kamermeerderheid ingestemd met dit kabinetsvoorstel. Op 14 november tekende Staatssecretaris Van der Knaap namens Nederland een Memorandum of Understanding5. In de onderhandelingen heeft Nederland niet alleen ingezet op zo veel mogelijk betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de productie, maar heeft het zich ook als eerste gepositioneerd voor de onderhoudsfase. Bij de JSF is (evenals in de civiele luchtvaart) de trend waarneembaar dat onderhoud steeds meer wordt gezien als strategische kostenfactor. Door te investeren in hoogwaardig en efficiënt onderhoud wordt de exploitatie van het kapitaalgoed (het vliegtuig) gunstiger. Door te concentreren worden schaalvoordelen en kostenefficiency behaald. De verwachting is dat er slechts ruimte is voor één à twee regionale onderhoudscentra in Europa. Dit in tegenstelling tot de F-16, waarvoor elk land een eigen (publiek) onderhoudsbedrijf heeft. Met het Maintenance Valley-concept wil Nederland invulling geven aan het Europese regionale onderhoudscentrum. Momenteel is het Nederlandse onderhoudscentrum voor militaire luchtvaart gevestigd in Woensdrecht. Tegen de achtergrond van bovenstaande ontwikkeling staat het Logistiek Centrum van de KLu (LC-KLu) voor de strategische keuze: óf het positioneert zich als Europees onderhoudscentrum, óf het doet dat niet, met als gevolg dat het onderhoud in Nederland op den duur niet voldoende exploitabel zal zijn en de basis in Woensdrecht afgebouwd of gesloten zal worden. De KLu-staf heeft gekozen voor de eerste optie. Daartoe heeft Nederland met Italië reeds overeenstemming bereikt over het onderhoud van Italiaanse JSF’s in Nederland, terwijl Nederlandse JSF’s in Italië worden geassembleerd. Met de andere Europese JSF-partners wordt momenteel op een soortgelijke wijze onderhandeld. Het is kansrijk dat de Noorse en Deense, alsmede de in Europa gestationeerde Amerikaanse toestellen in Nederland worden onderhouden. Dit Europese onderhoudscentrum heeft tot doel om het militair luchtvaartonderhoud kostenefficiënter te organiseren. Hierdoor kunnen belangrijke spin-off effecten worden bereikt. Naast de JSF is het de ambitie om ook andere toestellen en helikopters in onderhoud te hebben. 4 5
Zie bijlage 1 De andere landen zijn VS, Canada, Australië, Groot-Brittanië, Italië, Turkije, Noorwegen en Denemarken.
2 /6
De nabijheid van Gilze-Rijen is in dat verband van belang. Naast onderhoud op Woensdrecht6 bevinden zich ook elders in de regio luchtvaart-MRO-bedrijven. Door concentratie in Brabant ontstaat een clustering waar ook Tilburgse7, Eindhovense8 en Zeeuwse bedrijven deel van uit maken. Met de aanwezigheid van specialistische kennisinstellingen op alle niveau’s9 kan tevens een kenniscluster van formaat ontstaan. Dit is reden geweest voor ons college om Maintenance Valley als speerpunt op te nemen in het Pieken in de Delta-beleid voor Zuidwest-Nederland. 3
Activiteiten van de provincie Noord-Brabant
Medio 2004 hebben gedeputeerde Hoes en burgemeester Fränzel van Woensdrecht voor het eerst kennis genomen van bovenstaande ontwikkelingen. Ons college heeft, samen met B&W van Woensdrecht en het bestuur van het SES West-Brabant op 21 december 2004 een brief gestuurd aan Minister Brinkhorst en Staatssecretaris Van Gennip (EZ) waarin deze aandacht vragen voor de kansen voor Maintenance Valley in Woensdrecht. Tot dan toe leefde bij EZ de verwachting dat het onderhoud met name op Schiphol zou worden geconcentreerd. De brief was aanleiding voor EZ om Brabant een plek te geven in de landelijke stuurgroep. Dit heeft geleid tot een expliciete positionering van Brabant binnen het landelijke Maintenance Valley-initiatief. 3.1
Eerste standpuntbepaling door ons college
Eind 2005 heeft ons college diverse malen gesproken over de ontwikkelingen rond Maintenance Valley. Wij hebben geconcludeerd: Maintenance Valley is in eerste aanleg een landelijk initiatief, waar bij diverse dossiers (o.a. JSF) de provincie geen speler is. In Noord-Brabant bevinden zich echter vele belanghebbenden. Naast de rol van de KLu zijn in Brabant belangrijke bedrijven en onderwijsinstellingen in de luchtvaartindustrie gevestigd; Brabant heeft de keuze om zich hier negatief, neutraal of positief tegenover op te stellen. Wij kiezen voor een positieve en pro-actieve houding ten aanzien van Maintenance Valley, vanwege de kansen op economisch en sociaal-cultureel vlak (werkgelegenheid en innovatie). De rol van de provincie is vooral verbindend van aard; Gezien het feit dat de provincie al vroeg in het traject betrokken is, bestaat nu de kans om alle relevante belangen in dit project integraal erbij te betrekken. Daar waar sprake is van ruimtelijke en milieutechnische knelpunten op en rond de vliegbasis, moet nu reeds worden nagedacht over natuurcompensatie en aspecten van geluid, grondwaterbescherming, luchtkwaliteit, externe veiligheid, cultuurhistorie etc. De doelstelling van ons college is dan ook om het goed mogelijk in Noord-Brabant (Woensdrecht en ruime omgeving) tot ontwikkeling brengen van Maintenance Valley. Deze doelstelling valt uiteen in de volgende subdoelen: Het organiseren van het bedrijfsleven in de regio, zodat deze bedrijven behouden blijven voor Brabant en zich verder kunnen versterken tot een ‘center of excellence’, zowel binnen de luchtvaartsector als in andere relevante sectoren. Het Programma Pieken in de Delta voor Zuidwest-Nederland vormt hiervoor het kader; Het organiseren van onderwijsinstellingen in de regio, zodat deze de instroom en uitstroom van scholieren in technische opleidingen kunnen verhogen en een goede aansluiting kunnen maken met het regionale bedrijfsleven. Het programma Kennis = Meedoen vormt hiervoor het kader; Het beïnvloeden van de besluitvorming op nationaal niveau zodat, indien Nederland zich daadwerkelijk positioneert voor Maintenance Valley, de provincie Noord-Brabant hiervan zo veel mogelijk werkgelegenheid en innovatieve bedrijvigheid weet aan te trekken;
Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht (LC-KLu) en Stork Fokker Aerospace Services o.a. Standard Aero, Chromalloy, Daedalus, Goodyear, AaBee 8 o.a. Dutch Aero, Thales, TNO 9 ROC’s Midden-Brabant en West-Brabant, Avans Hogeschool en Hogeschool Zeeland, KMA te Breda, TUe, Universiteit van Tilburg 6 7
3 /6
Het door middel van een pro-actieve betrokkenheid bewerkstelligen dat de ontwikkeling van Maintenance Valley in en rond Woensdrecht niet alleen positieve effecten voor het economische en sociaal-culturele kapitaal kent, doch ook waar mogelijk voor het ecologische kapitaal. Uitgangspunt van het college is dat er geen sprake kan zijn van uibreiding van de vergunde geluidruimte ter plaatse. Het Streekplan 2002 vormt het meest prominente kader. Hieronder volgt een overzicht van de bereikte resultaten op elk van deze subdoelen tot nu toe. 3.1.1
Organiseren van het bedrijfsleven
In december 2005 hebben wij het Brabantse bedrijfsleven uitgenodigd voor een bijeenkomst, waarin het Maintenance Valley-initiatief is gepresenteerd. Door alle aanwezigen werd geconstateerd dat Brabant hierin zeer kansrijk is, mits de regio erin slaagt om een gezamenlijke positie in te nemen. Een verbindende rol door de provincie werd hiertoe zeer verwelkomd. Zoals hierboven aangegeven, heeft ons college het Maintenance Valley-initiatief een prominente plaats gegeven in het Programma Pieken in de Delta voor Zuidwest-Nederland. In dat kader hebben NV BOM en NV Rewin in opdracht van de Programmacommissie (o.l.v. de Bredase burgemeester Van der Velden) een consortium10 van bedrijven opgericht die met elkaar gaan samenwerken om de onderhoudsindustrie in Brabant en Zeeland beter te ontwikkelen. Ook is – naar analogie van het Zuid-Oost-Brabantse Automotive Technology Center – een netwerk11 gesmeed waarin bedrijven en opleidingsinstellingen met elkaar een beter samenwerking verkrijgen. In Tilburg vindt onder leiding van het college van B&W van Tilburg intensief overleg plaats tussen de bedrijven in die regio. Op ons initiatief is dit sterke Tilburgse cluster nu gekoppeld aan de initiatieven in West-Brabant en Zeeland, zodat deze elkaar kunnen versterken. Voorts hebben wij ons ingespannen om het initiatief Maintenance Boulevard naar Brabant te halen. Eindhoven is op dit moment in de race, samen met Twente en Maastricht. Op dit moment is nog geen uitsluitsel te geven over de keuze van de in Maintenance Boulevard verenigde bedrijven. Het LC-KLu wil met een marktpartij een PPS aan gaan voor het onderhoud van de F16-motor. Deze casus dient als proef op de som voor de latere samenwerking voor de JSF-motor. Op 24 maart j.l. heeft Defensie gekozen voor DutchAero uit Eindhoven, een voormalige dochter van Philips. Deze ontwikkeling kan uitermate gunstig zijn voor Brabant, aangezien DutchAero zal gaan investeren in de locatie Woensdrecht. De haalbaarheid van deze PPS wordt momenteel onderzocht. 3.1.2
Organiseren van onderwijsinstellingen
Na een eerste aanzet door NV Rewin en de provincie is op bijzonder pro-actieve wijze een consortium M@intenance ontstaan, waarin de ROC’s van West-Brabant (voorzitter), MiddenBrabant, Zeeland, Westerschelde en Zadkine (Rijnmond), de Hogescholen Avans en Zeeland en Kenteq de krachten bundelen om zowel de instroom als de uitstroom in technische opleidingen te verhogen. Het imago van de luchtvaart werkt daarbij als katalysator om jongeren in de toekomst meer te interesseren voor techniek. Onderling spreken de scholen af wie welk curriculum invult en worden gezamenlijk lectoraten ontwikkeld. Onder onze leiding is daarnaast regulier overleg met de ROC-Collegedirecteuren Techniek van Brabant, om eventuele doorvertalingen naar andere delen van Brabant te kunnen maken. Op 4 oktober j.l. werd de samenwerking in onderwijsland onderstreept door een werkbezoek van Sts. Van der Knaap aan het ROC Midden-Brabant. 3.1.3
Behartiging van Brabantse belangen in nationale en internationale gremia
De provincie Noord-Brabant is intensief betrokken bij de Maintenance Valley-netwerken op rijksniveau. Als enige niet-nationale partij maakt de provincie (samen met NV Rewin) deel uit van de stuurgroep en wordt door sleutelfiguren gezien als relevante speler; Woensdrecht wordt gezien als vertrekpunt voor Maintenance Valley.
10 11
Het World Class Maintenance Consortium. Het Maintenance Competence Center
4 /6
Door middel van een aantal werkbezoeken (aan LC-KLu, Stork Fokker Services en eind mei aan Lockheed Martin in Fort Worth, VS) is bereikt dat enerzijds nationale en internationale partijen de regio Brabant/Zeeland herkennen als de plek waar Maintenance Valley concreet gerealiseerd kan worden, en anderzijds dat de overheden in Brabant en Zeeland elkaar hard nodig hebben om samen de ambities rond Maintenance Valley gerealiseerd te krijgen. 3.1.4
Ruimtelijke en milieutechnische implicaties van Maintenance Valley voor Woensdrecht
Het is nog niet bekend wat de ruimtelijke en milieutechnische consequenties van Maintenance Valley voor de omgeving van de vliegbasis Woensdrecht is. Omdat het gaat om een netwerk van bedrijven, houden wij rekening met een ruimtelijke spreiding van functies over de regio West- en Midden-Brabant. Niettemin lijkt het waarschijnlijk dat diverse bedrijven zich bij de vliegbasis Woensdrecht willen vestigen; hetzij binnen het hek van de KLu, hetzij aan het hek, met toegang tot het vliegveld. Ons college heeft, samen met B&W van Woensdrecht het bureau Royal Haskoning opdracht gegeven om een locatiestudie uit te voeren, met als doel om meer inzicht te krijgen in de te verwachten ruimteclaims op en direct aan de vliegbasis, en de gevolgen voor geluid, natuur, luchtkwaliteit, etc. Deze studie zal op korte termijn gereed komen en wordt aangeboden aan uw commissie en aan de commissie Ruimte en Milieu. Voorafgaand aan de opdracht aan Royal Haskoning hebben wij het planologische kader op hoofdlijnen geïnventariseerd voor de vliegbasis Woensdrecht. Op grond daarvan heeft ons college de volgende vertrekpunten geformuleerd: Ruimtelijke ordening: in de stedelijke regio’s (incl. het bovenregionale bedrijventerrein Moerdijk en Moerdijkse Hoek) moet het merendeel van de ruimtebehoefte aan bedrijventerreinen worden opgevangen. Woensdrecht is gelegen in de landelijke regio, waarvoor de provincie ernaar streeft alleen bedrijven te laten vestigen die daarin qua aard, schaal en functie als passend kunnen worden beschouwd; Natuur en landschap: het gebied rond de vliegbasis Woensdrecht maakt deel uit van de Regionale Natuur- en Landschapseenheid (RNLE) Brabantse Wal. Delen ervan zijn Groene Hoofdstructuur (GHS-natuur) of Vogelrichtlijngebied. In de subzone RNLE-landschapsdeel zijn slechts beperkte afrondingen van stads- en dorpsranden toegestaan; Grondwater: De Brabantse Wal is onderhevig aan verdroging. In het waterhuishoudingsplan is het gebied aangegeven als natte natuurparel. Provincie, waterschap en terreinbeheerders werken samen aan projecten om de verdroging op de Brabantse Wal tegen te gaan; Geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid: op en rond de vliegbasis ligt een contour van 35 Ke (ex. Luchtvaartwet). Voor de inrichting van de Luchtmacht is het Ministerie van VROM bevoegd gezag; voor de inrichting Fokker is de provincie bevoegd gezag. Inzake de luchtvaartgerelateerde geluidhinder verwachten wij op zeer korte termijn exacte gegevens te ontvangen van het Ministerie van Defensie. Het uitgangspunt van ons college is dat er geen sprake kan zijn van uitbreiding van de vergunde geluidruimte ter plaatse. Bij de bespreking van het Haskoning-rapport informeren wij uw commissie nader; Cultuurhistorie: de Brabantse Wal is aangewezen als Belvedère-gebied. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet met de cultuurhistorische waarden rekening worden gehouden. In bijlage 3 is een meer uitgebreid overzicht opgenomen omtrent de huidige situatie. Zowel bestuurlijk als ambtelijk wordt integraal en zeer pro-actief gewerkt, teneinde alle aspecten in een vroeg stadium van het planproces mee te kunnen nemen. Er worden momenteel verkenningen uitgevoerd in hoeverre en op welke wijze het Maintenance Valley initiatief kan worden benut als hefboom voor verbetering van de natuur- en landschapskwaliteiten van de Brabantse Wal. Te denken valt aan beperkte locatieontwikkeling met groen-voor-rood constructies, waardoor de landschapskwaliteit wordt versterkt of middelen gegenereerd om verdrogingsbestrijding te plegen. Maintenance Valley kan zo een versterking vormen voor zowel het economische, sociaal-culturele en ecologische kapitaal van de Telos-duurzaamheidsdriehoek. Een en ander hangt sterk af van de omvang van eventuele ruimtelijke ingrepen in het gebied. 5 /6
Figuur 1: Maintenance Valley in het perspectief van de Telos-driehoek
Sociaal-cultureel: Onderwijscapaciteit Arbeidsplaatsen Cultuurhistorie
Economisch: Economische ontwikkeling Werkgelegenheid Innovatiekracht
Ruimtelijk domein: Streekplan
Ecologisch: Natuurwaarden, Grondwaterbescherming, Geluidhinder, Ext. veiligheid en luchtkwaliteieit
Ook de gemeente Woensdrecht en andere regiogemeenten werken actief mee. Maintenance Valley is opgenomen in het Ontwikkelingsprogramma West-Brabant, om ook via die weg tot ontwikkelingsplanologische oplossingen te komen. Gemeente Woensdrecht voert thans samen met de provincie overleg met de natuur- en milieuorganisaties Namiro, Benegora, BMF en Brabants Landschap, met als doel om elkaar in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren en de besluitvorming te verrijken. In de Haskoning-studie is de inbreng van deze organisatie verwerkt. 3.2
Realisatie doelen in relatie tot organisatie
Teneinde een goede onderlinge afstemming te verkrijgen tussen de overheden, is eerder dit jaar een Platform Maintenance12 opgericht, waarin de overheden samen afstemmen hoe zij bedrijven en onderwijsinstellingen zo goed mogelijk kunnen ondersteunen en zodoende gezamenlijk naar buiten kunnen treden. In bijlage 2 is de Startnotitie voor dit Platform opgenomen. De rol van ons college is met nadruk het verbinden van de diverse deelbelangen in de regio’s en van bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. NV BOM en NV Rewin werken als opdrachtnemer van dit Platform, met name richting bedrijfsleven. Uit de staande begroting is dekking gevonden voor het vervaardigen van communicatiemateriaal. 4
Acties Provincie Noord-Brabant tot en met voorjaar 2007
Wij zien voor de komende periode in elk geval de volgende acties: afronding van de locatiestudie door Haskoning. Op basis van het nadere inzicht dat door deze studie wordt geboden, zal ons college een standpunt innemen over de te volgen strategie voor realisatie van Maintenance Valley op en rond de vliegbasis Woensdrecht. Indien dit aan de orde is, zal ons college een voorstel aan de Staten doen over een ontwikkelingsstrategie en het daarbij behorende planologische traject; vormgeven van een programmabureau dat uitvoering geeft aan de afspraken die worden gemaakt in het Platform Maintenance. Dit programmabureau is beperkt van omvang en zal voor een deel worden vormgegeven met bestaande capaciteit in overleg met BOM en Rewin; voorts lopende activiteiten gericht op het behartigen van de belangen van Noord-Brabant in landelijke netwerken rondom Maintenance Valley. 's-Hertogenbosch, 21 november 2006 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Hierin hebben zitting: gedeputeerden Hoes (Noord-Brabant, voorzitter) en Le Roy (Zeeland), burgemeester Fränzel (Woensdrecht), wethouder Adank (Breda, mede namens SES) en Janssen (Tilburg), ROC-bestuurders Franken (ROC West-Brabant) en Van Ierland (ROC Midden-Brabant), dhr. Nijskens (REWIN), dhr. Van Oorschot (BOM), dhr. Stevens (Fokker Services). Koninklijke Luchtmacht is agendalid. 12
6 /6