Commissie Algemeen Bestuur en Middelen donderdag 28 november 2002 Aanwezig: namens PvdA: namens Mayse Partij: namens Groen Drimmelen: namens GemeenteBelangen: namens CDA: namens Lijst Harry Bakker: namens CAB: namens VVD:
de heren B. van Dijk en L. Krischer de heren J. van Gurp en P. van Gurp de dames E. Prinse en C. Mampay de heer A. Verhulst de heren Th. Kwaaitaal en J. van Schie de heer H. Bakker de heer J. Rullens mevrouw A. Schets
Mevrouw M. Vos (voorzitter) De heer W. van Mourik (secretaris) Mevrouw W. Steine (verslag) Afwezig: De heer A. Smits (CAB) en de heer A. Goos (CDA) wordt vervangen door de heer Th. Kwaaitaal. ___________________________________________________________________ − Opening De voorzitter opent de vergadering en stelt voor om de portefeuille van de heer Elzinga naar voren te halen in verband met de aanwezigheid van de politie. De commissie stemt ermee in eerst agendapunt 13 en daarna 14 te behandelen. De voorzitter stelt vast dat van de publieke tribune niemand gebruik wenst te maken van het inspreekrecht. − Portefeuille burgemeester J. Elzinga 13. Uiteenzetting aan de hand van een beamer-presentatie door de heer F. Paans, teamchef van het politieteam Geertruidenberg-Drimmelen, vergezeld door de heren A. Franken, L. van Egmond en A. Luyten. Een handout van deze presentatie wordt toegevoegd aan dit verslag. De heer Van Dijk vraagt wat een eenvoudige aangifte is, komen de opbrengsten van de verkeersboetes ten goede aan de gemeente of aan het rijk en nadere toelichting op de 70% incidenten, die worden ingezien. De heer Krischer vraagt het internetadres. De heer Van Gurp sr. vraagt of er ook burgers worden ingezet voor bijvoorbeeld instructies op scholen Markttoezicht kan wat hem betreft achterwege blijven en die uren zouden aan jeugd (punten 3 en 4) besteed kunnen worden. De heer Van Gurp jr. informeert hoe de voorlichting aan burgers geschiedt. Mevrouw Prinse vraagt over welke punten in de gemeente Drimmelen de politie zich zorgen maakt, de taken bij punt 1 zouden door verkeersregelaars kunnen worden
1
gedaan, de voorgestelde politie-inzet voor loslopende honden en voor hygiëne woonomgeving lijken erg royaal, en zij pleit ervoor het wijkgericht werken als hoofdtaak op te vatten. De heer Verhulst vraagt hoe men van de politiezijde denkt het veiligheidsgevoel te verhogen, zou er meer aangifte gedaan worden als dat in de eigen kern mogelijk was, zou een coffeeshop een mogelijkheid zijn om de drugsoverlast terug te dringen, 50 uren markttoezicht kunnen wat gemeentebelangen betreft naar de punten 3 en 4. De heer Kwaaitaal vraagt of invoering van de 30 km zones het verkeer in Drimmelen veiliger heeft gemaakt; hoe verhouden 5 wijkagenten in de gemeente Drimmelen zich tot landelijke "wijkagent-dichtheid", ook het CDA wil de uren markt-toezicht en een deel van de uren hygiëne woonomgeving naar de punten 3 en 4. De heer Bakker wil weten hoe het zit met terugmelding na aangifte, kan aangifte ook aan huis gebeuren en is de wijkagent via het algemene nummer te bereiken; wat hem betreft kunnen alle uren naar 4, omdat daarmee alles afgedekt is. De heer Rullens informeert naar de "vrije inloop", is Drimmelen veiliger sinds de invoering van de 30 km zones, gaarne publicatie van de bereikbaarheid van de wijkagenten, resideert de Madese wijkagent op bepaalde uren in het gemeentehuis, ook CAB ziet de markttoezichturen en een gedeelte hygiëne woonomgeving graag verplaatst naar de punten 3 en 4, zijn 705 uren er misschien 350 vanwege surveilleren in koppels. Mevrouw Schets wil, in verband met het genoemde hoogstaande juridisch onderzoek, de toetsingscriteria weten en zij pleit voor zoveel mogelijk uren inzetten voor jeugd. De heer Van Schie vraagt of wijkagenten vervangen worden in hun vakantie. De heer Paans begint aan een lange lijst van antwoorden: Onder eenvoudige aangifte wordt verstaan aangifte van vernieling, vermissing documenten, fietsendiefstal e.d., waarbij bovendien geen opsporingsindicatie is. De vrije inloop is bedoeld voor het beantwoorden van vragen, het doen van schriftelijke aangiften, het maken van afspraken e.d.; Er is geen onderzoek gedaan naar een verschil in veiligheid tussen de situatie voor en na invoering van de 30 km zone, maar snelhedenonderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de gevolgen van een ongeval ernstiger zijn naarmate er harder gereden wordt. Beleid bij de politie is dat harddrugs altijd bestreden worden en men gaat er vanuit dat een coffeeshop in een gemeente met minder dan 40.000 inwoners niet wenselijk is. Een veiligheidsgevoel is een subjectief gegeven, maar aanwezigheid van politie bij markten en evenementen e.d. draagt wel positief bij een dergelijk gevoel. Als aan de gemeente 705 uren worden toegezegd, dan krijgt zij er ook 705, al is de bezetting van zo’n uur 2 personen. En de heer Franken beantwoordt de overgebleven vragen: De revenuen handhaving gaan via het CJIB naar de schatkist. Het internetadres is: www.politiemiddenwestbrabant.nl. Per maand spelen in Drimmelen 350-450 zaken; 70% moet de wijkagent beoordelen en besluiten of hij al dan niet actie moet ondernemen. Wat betreft het aangifte doen in de eigen kern: dat kan via de wijkagent, die zelfs bij voorkeur bij de mensen thuis komt, en na aangifte wordt zo veel mogelijk teruggekoppeld Het Openbaar Ministerie beslist of een zaak al dan niet recherchezaak is, de parketsecretaris beslist of er opsporingsmogelijkheden zijn.
2
Voor de politie is de jeugd het grootste zorgpunt, omdat de jeugd de toekomst is. Concluderend: PvdA, Gemeentebelangen en CAB stemmen in met het voorstel, inclusief de urenverdeling, Mayse Partij, Groen Drimmelen gaan akkoord met het voorstel, maar wel met een andere urenverdeling: hygiëne woonomgeving en verkeer elk 75 uur, jeugd 250 uur en preventieve aanwezigheid 305 uur. CDA, voorstel akkoord met dien verstande dat de 50 uren hondenoverlast naar de jeugd zouden moeten gaan en de uren voor woonhygiëne en verkeer zouden met 50 à 75 verminderd kunne worden ten gunste van preventieve aanwezigheid. Lijst Harry Bakker: markttoezicht 50 uur, jeugd 200, hygiëne woonomgeving en verkeersveiligheid elk 75, 380 uur preventief toezicht. VVD: geen prioriteit voor Evenementen en markttoezicht noch voor loslopende honden, wel extra uren voor preventieve aanwezigheid, mits via doelgroepenbeleid daar veel aandacht aan jeugd wordt toegekend. 14.
Verloop uitvoering werkplan brandweer, toegelicht door M. de Jong, brandweercommandant
Het beleidsplan 2002-2004 wordt vertaald in werkplannen, het werkplan 2003 wordt nog aangeboden aan deze commissie; ook wordt helder en correct gerapporteerd. De reorganisatie ligt op schema en de teams zijn weer op sterkte. Toegenomen personeelssterkte van 2 naar 4,5 is noodzakelijk vanwege toegenomen werkdruk (Volendam en Enschede). De brandweer heeft een goed voertuigenpark; een boot en personeel/materieelwagen staan nog op het wensenlijstje. Plannen voor nieuwe huisvesting aan de Nieuwelaan wachten op een herziene rapportage van de RMD. Regionale ontwikkelingen als de aankomende veiligheidsregio’s en geïntegreerde meldkamers zullen verschuivingen in werkzaamheden betekenen, precies hoe en hoeveel is op dit moment nog niet in te schatten. In het kader van de inmiddels in veiligheidsland algemeen gebezigde “veiligheidsketen” heeft de brandweer een aantal taken: o.a. risico-inventarisatie (proactie), gebruiksvergunningen, voorlichting (preventie), oefenen, opleiden en onderhoud (preparatie), daadwerkelijke hulpverlening (repressie) en volgcontacten met burgers en personeel (nazorg). Aan de commandant wordt een aantal vragen voorgelegd: − zijn mensen in opleiding al inzetbaar; brandweerman/-vrouw in opleiding mag na één jaar deelnemen aan uitrukken − levert die opleiding verplichtingen op; nee, want verhuizingen of verandering van werkgever maken het soms onmogelijk mensen vast te houden − het brandweer beleidsplan 2002-2004 in gecomprimeerde vorm (bijvoorbeeld 2 A4-tjes); wordt bij dit verslag gevoegd − worden in de risico-inventarisatie ook vliegtuigbomen opgenomen; neen, die beperkt zich tot objecten en transport
3
− controleert de brandweer op bereikbaarheid bij wegafsluitingen; de gemeente informeert de brandweer daarover − is er nog een achterstand op het gebied van gebruiksvergunningen; ja, maar per 1 april 2004 moet achterstand ingelopen zijn − wordt er al geanticipeerd op mogelijke klimaatveranderingen (meer wind en water); nee, daar wordt nog geen rekening mee gehouden − nazorg op langere termijn (opruimen terrein); het opruimen van puinhopen na een brand behoort niet tot de taken van de brandweer − verantwoordelijkheid voor brandpreventie; preventiemedewerkers adviseren eigenaren van objecten en in geval van vergunningen stellen zij verplichtingen, ook het controleren draagt bij aan preventie. De voorzitter stelt voor om de punten 4, 9 en 11 van de agenda te verschuiven naar de december-vergadering: die agenda is nog niet zo vol en het dreigt nu erg laat te worden. De commissieleden gaan hiermee akkoord. 6. Verslag van de vergadering van 24 oktober 2002 Het verslag wordt goedgekeurd en conform vastgesteld. 7. Lijst van toezeggingen Punt 2 wordt doorgeschoven naar 2003. 8. Ingekomen stukken 8.1 Tarieven CAI: de heer Rullens vraagt de publicatie van 1998 te herhalen en daarbij te benadrukken dat de verhoging telkens niet verder gaat dan de index. De heer Kwaaitaal meent dat de verhoging niet geheel in de pas loopt met de index, antwoord komt via het verslag of de volgende vergadering, tevens hoort hij regelmatig klachten over de kwaliteit en hij verzoekt de gemeente actie richting Casema te ondernemen teneinde hier ook internet via de kabel te krijgen. De heer Van Gurp sr. verzoekt ook aan Casema te vragen de drie plaatselijke netten te koppelen. 8.2 Streekarchivariaat: mevrouw Schets geeft aan dat haar partij hoopt dat aansluiting bij Breda kan worden gevonden. 8.3 GHOR jaarverslag 2001 wordt voor kennisgeving aangenomen. 8.4 Evaluatie Inkoopbureau: mevrouw Schets verwacht in het eerste kwartaal 2003 een evaluatie, waarbij de resultaten worden afgezet tegen de besparingsverwachting van 5%. De heer Kwaaitaal verzoekt om – indien de resultaten goed blijken – ook de onderdelen civiele techniek en bouwkunde (en energie?) te betrekken bij de activiteiten Inkoopbureau. 10. Gemeentelijk Rampenplan De heer Verhulst informeert hoe de bevolking bij een ramp gewaarschuwd wordt. Zijn er financiële gevolgen te verwachten bij de volgende versie rampenplan, vraagt of de draaiboeken ook in orde zijn. De heer Rullens informeert naar de dekking van de gevraagde €16.500 voor opleiden. De heer Elzinga antwoordt dat het waarschuwen van de bevolking gebeurt via een vast protocol, dat u in het rampenplan terug kunt vinden, de €16.500 staan in de begroting, die in oktober nog niet was vastgesteld en de volgende versie van het plan
4
zal niet zo afwijken van deze dat er rekening gehouden moet worden grote financiële gevolgen. Unaniem stemt de commissie ermee in om dit voorstel met een * naar de raad te laten gaan. 11. Instellen regionale programmaraad Omdat weer die onduidelijkheid speelt over de juiste portefeuillehouder en/of commissie, zegt de heer Elzinga dat er bewust voor gekozen is de portefeuilleverdeling in het college niet gelijk te laten lopen met de portefeuilleverdeling in de commissies. Cultuur valt onder de commissie ABM, mediabeleid is cultuur en daarom is dit punt hier geagendeerd. Dit punt zal echter wel in het presidium besproken worden. Mevrouw Schets en de heer Van Dijk merken op dat er geen dekking is voor de in het stuk genoemde €1500 en dat is tegen de afspraken in. De heer Rullens vraagt naar de situatie als er maar een kandidaat gevonden kan worden. De heer Van Schie vraagt waarom het zolang geduurd heeft voor dit voorstel aan de gemeenteraad wordt aangeboden en is er sprake van een uniforme tekst voor heel Nederland of voor dit cluster van dorpen. De heer Verhulst vraagt zich af hoe de maatschappelijke spreiding in de programmaraad bereikt wordt. De heer Van Gurp sr. acht het betalen van presentiegeld eigenlijk overbodig. Burgemeester Elzinga antwoordt dat de dekking er niet zo toe doet, omdat het om een verplichte uitgave gaat, maar in het raadsvoorstel zal de dekking worden aangegeven. Als er nu geen tweede kandidaat gevonden wordt, blijft dat een vacature die op termijn wel zal moeten worden ingevoerd. Het late tijdstip van behandeling hier wordt veroorzaakt door de tijd die nodig is geweest om de wet uit te voeren. Als met betrekking tot de presentiegelden de mening van de heer Van Gurp gedeeld wordt, dan kan dat standpunt in het advies worden opgenomen. Dit stuk gaat zonder * naar de raad. 15. Evaluatie pilot Wijkbesturen De heer Kwaaitaal is van mening dat gaandeweg het proces de structuur verloren ging en hij vraagt daar scherp op te letten in het vervolg/in andere kernen, hij vraagt of er veel gebruik is gemaakt van het wijkspreekuur, wat zijn de ervaringen van de wijkcoördinator en de wijkopzichter, zijn kritiek: laat het geen verlengd meldpunt worden. De heer Verhulst verzoekt om in het vervolg geen twee bijzondere/belangrijke bijeenkomsten op het zelfde tijdstip te melden en hij wil weten of raadsleden zich tijdens zo’n avond in de discussie mogen mengen. Mevrouw Prinse vindt het voorliggende stuk meer beschrijvend, dan een evaluatie, er zijn geen beoordelingscriteria omschreven. De heer Van Gurp sr. is ook van mening dat wijkgericht werken geen verlengd meldpunt moet worden en ook hij hoopt op een zorgvuldige planning. De heer Krischer spreekt zijn waardering uit voor de betrokken ambtenaren en hij stelt een aantal vragen over de gevolgde procedure bij de evaluatie; wat is de rol van de duale gemeenteraad bij het wijkbesturen en hoe is de keuze voor Lage Zwaluwe als volgende kern tot stand gekomen. Mevrouw Schets meent dat het nog te vroeg is om de pilot af te sluiten en de start in een andere kern af te wachten, ook zij ervaart het voorliggende stuk als beschrijvend
5
en scherpe conclusies ontbreken; ook de VVD is van mening dat er voor gewaakt dient te worden dat de wijkbijeenkomsten klachtenpunt worden. De heer Rullens betreurt het dat voorafgaand aan de pilot geen doelstellingen geformuleerd zijn, waardoor nu een heldere evaluatie onmogelijk is; de conclusie dat de pilot geslaagd is kan hij dus niet verifiëren. De tekst is hier en daar erg negatief richting politiek. Het CAB pleit ook voor een voortzetten van de pilot met in plaats van een bestuurder een ambtenaar als regisseur. Bovendien: wat is de status van dit stuk? De heer Bakker vindt dat er te veel ambtenaren aanwezig zijn bij de bijeenkomsten, in dit evaluatiestuk mist hij een kostenplaatje en hij heeft het gevoel dat er met de kritiek op de tweede bijeenkomst niets gedaan wordt. De voorzitter zegt dat de status van dit stuk “discussiestuk” is. Burgemeester Elzinga verwachtte dat naar aanleiding van dit stuk deze commissie kaders zou stellen en hij vindt het jammer dat dat nu niet gebeurd. Wat voor u ligt is de evaluatie van het team dat met het wijkbesturen bezig is geweest. Dat er in de bijeenkomsten weinig structuur zat is inherent aan de algemene uitnodiging die aan de Terheijdense bevolking is gedaan. Er waren bij de aanvang van het wijkbesturen 3 uitgangspunten geformuleerd, te weten, herstel van het contact met burgers, bevordering van de sociale cohesie en verhoging van het democratisch gehalte op lokaal niveau. Op die drie punten beoordeeld, kan het project wel degelijk als succesvol worden aangemerkt. Met betrekking tot het kostenplaatje kan worden gesteld dat het voornamelijk om kosten gaat, die kosten lijken; ze zijn namelijk al in de begroting opgenomen; één ambtenaar is goeddeels vrijgesteld om wijkcoördinator te worden. Het college is van mening dat er niet moet worden doorgegaan met de pilot, maar integendeel, er zou snel mogelijk met een volgende wijk gestart moeten worden. Daarbij hebben B&W slechts gesuggereerd om Lage Zwaluwe de volgende wijk te laten zijn, omdat de indruk bestaat dat daar behoefte is aan meer contact; de raad neemt echter de beslissing. In tweede termijn wordt geopperd in een volgende commissievergadering uitgebreid te discussiëren over beleidskaders en randvoorwaarden. Aangezien alle commissieleden het hiermee eens zijn, komt Wijkbesturen op de agenda van de vergadering van 19 december a.s. terug. Met deze conclusie en constaterend dat niemand iets voor de rondvraag heeft, sluit de voorzitter de vergadering.
6