Nieuwe Nu beeldkwaliteitsplan november 2012 Zijaanzicht/clipL2R Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
1
2
INHOUD 1. INLEIDING 4 2. WELSTANDSBELEID 6 functie beeldkwaliteitsplan beleidsintentie 3. SFEER 8 landschap met geschiedenis beeldkwaliteitsplan Binnenveld monument van architect Blaauw 4. BESTAANDE BEBOUWING 14 geschiedenis richtlijnen bij herbestemming van hoofdgebouw (Laboratorium, Graanschuur en Bibliotheek) bijgebouwen (Trafohuis) 5. INRICHTINGSSCHETS principes voor inrichting terrein inrichtingsschets met alternatieven
22
6. WOONGEBIED 24 typologie verkaveling aantal woningen en bebouwingspercentage woningtypen wegen en paden straatbeeld parkeren verharding beplanting (regen)water duurzaamheid 7. KAVEL 32 plaats van het woongebouw plaats van het bijgebouw nokrichtingen erfafscheiding 8. WONING EN BIJGEBOUW 36 dakvorm bijgebouwen materialisatie
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
3
4
INLEIDING Aan de Lawickse Allee 166-168 in Wageningen verschijnt een nieuw buurtschap, de “Nieuwe Nu”, op het terrein waar vroeger de vakgroep Plantenveredeling van de WUR was gehuisvest. Het plangebied wordt op dit moment gekenmerkt door bestaande, historische bebouwing met daarachter landbouwgronden. Met de ontwikkeling van het plan “Nieuwe Nu” wordt deze locatie omgevormd tot een deel van de nieuwe stadsrand van Wageningen. Uitgangspunt is dat in dit grens- en overgangsgebied de sfeer en het karakter van zowel de bestaande bebouwing als van de bebouwing in het buitengebied blijft gehandhaafd. Het voorliggende beeldkwaliteitsplan bevat informatie over de beoogde kwaliteit van het ruimtelijke beeld in het nieuw te ontwikkelen woongebied.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
5
6
WELSTANDSBELEID Beeldkwaliteitsplan Dit beeldkwaliteitsplan maakt na vaststelling door de gemeenteraad deel uit van de Welstandsnota van de gemeente Wageningen. Het vormt een toetsingskader voor de beoordeling van de nieuw te bouwen woningen op het achterterrein en ten westen van het hoofdgebouw. Voor de herbestemming van het hoofdgebouw dient dit beeldkwaliteitsplan als inspiratiebron. De begrenzing van het gebied valt samen met het nieuwe bestemmingsplan “Plantenveredeling Lawickse Allee”. Met het beeldkwaliteitsplan wordt een integrale vormgeving van bestaande en nieuwe gebouwen in hun omgeving gestimuleerd. Het beeldkwaliteitsplan is leidend. Afwijkingen van de regels zijn alleen mogelijk wanneer dit een hoge architectonische kwaliteit oplevert en past binnen het stedenbouwkundig kader dat in het beeldkwaliteitsplan wordt beschreven. De toetsende rol van dit beeldkwaliteitsplan heeft alleen betrekking op bouwwerken waar een omgevingsvergunning voor vereist is. Voor bouwwerken waarvoor dit niet het geval is, de inrichting van private erven en het openbaar gebied, geldt dit beeldkwaliteitsplan veeleer als een inspiratiekader. Beleidsintentie De meeste woningen zullen vanuit individueel en collectief particulier opdrachtgeverschap worden gebouwd. Op de markt is veel vraag naar kavels die op deze wijze kunnen worden ontwikkeld. De ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en invloed bevordert de samenwerking tussen toekomstige bewoners die zo kenmerkend is voor buurtschappen als deze. Het beeldkwaliteitsplan vormt het kwaliteitskader waarbinnen de specifieke woonwensen kunnen worden gerealiseerd. In hoofdlijnen worden samenhang en kwaliteit van het bebouwingsbeeld vastgelegd. Daarbinnen is er veel ruimte voor eigen ideeën en wensen. De bestaande bebouwing aan de voorzijde van het plangebied is gedeeltelijk een Gemeentelijk Monument. Deze bebouwing kan via collectief opdrachtgeverschap worden ingevuld. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld (huur) appartementen, wooneenheden voor zorg en/of commerciële voorzieningen. Achter de bestaande bebouwing ligt het trafohuisje. Omdat dit gebouwtje bijdraagt aan de kenmerkende invulling van het plangebied kan het gehandhaafd worden. Eventueel kan de beheerderswoning ook behouden blijven.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
7
de besloten binnenwereld van buurtschap Oude Nu
zicht op het plangebied vanaf grote afstand
8
zicht op het open Binnenveld vanuit buurtschap Oude Nu
SFEER Het terrein van Plantenveredeling ligt als een baken in het landschap, net buiten de stad. In hoogte en massa, maar zeker ook door de eigenzinnige architectuur, onderscheidt het zich van de omringende bebouwing. Het is een enclave ingebed in een reeks van buurtschappen en boerenerven langs de Lawickse Allee. Buurtschap de “Oude Nu”, de huidige gebouwen van Plantenveredeling en het landschap met agrarische erven bieden veel inspiratie voor ontwikkeling van het gehele terrein. Al deze buurtschappen en boerenerven hebben een aantal kenmerken gemeen. Het zijn werelden op zich, met een eigen sfeer te midden van het open landschap. Doel van dit project is het realiseren van een “buurtschap”. De nabijgelegen buurtschap de “Oude Nu” staat hiervoor model. In ruimtelijke zin verenigt een buurtschap de volgende eigenschappen: geringe omvang, vrije ligging in het landschap, concentratie van gebouwen, individualisme in architectuur en verkaveling. Maar er is ook een sterke onderlinge samenhang tussen de gebouwen. Die samenhang komt tot stand door de plaatsing van de woningen en schuren ten opzichte van elkaar. Ook hebben de gebouwen gemeenschappelijke kenmerken. De straat is geen verkeerslijn, maar een tussenruimte die uitnodigt tot diverse vormen van gebruik en interacties tussen bewoners.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
9
Lawickse Allee met aanliggende erven en buurtschap
ligging plangebied
10
Landschap met geschiedenis Het gebouw van Plantenveredeling ligt op de rand van de Gelderse Vallei, in de laagte tussen de stuwwallen met de Grebbeberg en de Wageningse berg. Tussen deze stuwwallen is een oeverwal gevormd door afzettingen van de Rijn. Hierop ligt de oude weg van Utrecht naar Arnhem, die tegenwoordig de Lawickse Allee heet. Langs deze weg vestigden zich boeren met veelal kleine gemengde bedrijven met fruitteelt. Begin 19e eeuw was al sprake van buurtschap de “Oude Nu”, compleet met bakker en kruidenier. Zeer typerend voor het landschap zijn de lange smalle noordzuid gerichte percelen. Vroeger waren deze percelen beplant met boomgaarden en elzenbosjes. Veel boomgaarden zijn de afgelopen twintig jaar verdwenen. Nog steeds is er veel noord-zuid gerichte kavelgrensbeplanting aanwezig in de vorm van al dan niet geschoren hagen. Het landschap is open geworden door schaalvergroting in de landbouw en door toename van de proefvelden van de WUR tegen de rand van de stad. Beeldkwaliteitsplan Binnenveld In 2011 is het beeldkwaliteitsplan Binnenveld vastgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan, waaronder het plangebied valt, beschrijft de kenmerken en richtlijnen van het oeverwallenlandschap als volgt: De (agrarische) erven liggen aan weerszijden langs bomenlanen in strokenverkaveling. Tussen de afzonderlijke erven maken doorzichten vanaf de doorgaande weg het mogelijk het open landschap waar te nemen. De erven hebben vaak een besloten karakter, de randen aan de oost- en westzijde zijn beplant. De kopse kant aan de noordzijde (of zuidzijde) is open. De woonzone is beplant met kastanje, eik en fruitbomen. De bouwrichting is in de lengte van het perceel, hierdoor wordt de diepte benadrukt. In dit plan wordt het beeldkwaliteitsplan Binnenveld in grote lijnen ondersteund. Aangemerkt moet worden dat het bestaande gebouw van Plantenveredeling een bouwrichting heeft in de breedte van het perceel. Door het wegenpatroon van het achtergebied in noord-zuid richting te maken wordt toch de lengterichting van het perceel versterkt. Monument “Plantenveredeling” De nieuwe buurtschap komt achter het voormalige gebouw van Plantenveredeling te liggen. Dit gebouw bestaat uit een aantal gekoppelde en geschakelde bouwdelen. Het westelijk gelegen bouwdeel van het gebouw was een graanschuur. Het oostelijke bouwdeel was een laboratorium. Dit laboratorium is ontworpen door architect C.J. Blaauw in een versoberde Amsterdamse School-stijl. In de jaren ’50 werd achter het laboratorium een bibliotheek gebouwd in dezelfde stijl. Graanschuur en laboratorium zijn aangemerkt als Gemeentelijk Monument. Als reactie op deze architectuur van het monumentale hoofdgebouw zal de bebouwing van het achtergebied zich kenmerken door een hedendaagse architectonische vormgeving van 2010+.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
11
principes voor inrichting
Ontsluiting loodrecht op de Lawickse Allee
Een stevige groenstructuur in noord-zuid richting met beeldbepalende solitaire bomen
Informele woonpaden op het achterterrein
12
van het terrein
Optimaal zicht op het omringende landschap
^ || Een accent aan de noordrand
Zoveel mogelijk kavels grenzen aan het landschap en aan de binnenwereld Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
zicht op landschap 13
1925
14
BESTAANDE BEBOUWING Geschiedenis In 1925 werd een aan de Lawickse Allee gelegen graanschuur van de toenmalige Landbouwhogeschool uitgebreid met een laboratorium, waarvoor architect C.J. Blaauw (1885-1947) het ontwerp maakte in de stijl van de Amsterdamse School. De horizontale indruk die het langgerekte gebouw geeft wordt doorbroken door de prominente, verticaal belijnde toren van de hoofdentree. De toren staat “uit het midden” van het door Blaauw ontworpen bouwdeel en markeert visueel de scheiding tussen graanschuur en laboratorium. Aan de noordzijde is in de jaren ’50 een bibliotheek aangebouwd. De graanschuur De graanschuur (1917) had vanaf de eerste verdiepingsvloer een zadeldak met aangekapte dakkapellen met sleepdaken, elk gelegen recht boven de grote schuurdeuren recht onder de lantaarns op de nok. Het interieur van de schuur bestond hoofdzakelijk uit in dwarsrichting gemetselde berghokken met enkele facilitaire ruimtes aan de westzijde. De graanschuur heeft in de jaren ´70 een dramatische verbouwing ondergaan. Er is een nieuwe stalen draagconstructie aangebracht achter de bestaande gevels, de daklijn is verdwenen door het aanbrengen van langgerekte dakkapellen en aan de kopse kant is een noodtrappenhuis aangebouwd. Genoemde verbouwingen waren indertijd functioneel, maar zijn aangebracht zonder respect voor de bestaande architectuur. Deze verbouwingen kunnen bij restauratie ongedaan gemaakt worden. Het laboratorium Blaauw heeft bij het ontwerp van het laboratorium gekozen voor een luchtig, smal en hoog opgetrokken bouwvolume. Hij benadrukt daarmee het verschil tussen laboratorium en graanschuur. Het laboratorium laat een plattegrond zien waarbij de L-vormige gang iets uit het midden ligt. De ruimtes aan de zuidzijde zijn daardoor groter dan die aan de noordzijde. Typische stijlkenmerken van de architect Blaauw 1. parabolisch vormgegeven hoofdentree en uitkragende vensterpartij in de toren. 2. de keuze van de baksteen: gemêleerde, vaak gesinterde baksteen met grote vorm- en kleurvariatie, met uitgeschraapte voegen waardoor de huid van het gebouw als expressiemiddel gebruikt wordt. 3. de gebogen vormgegeven, half verzonken ingangsmuren die leiden naar het souterrain. 4. een asymmetrische plattegrond. 5. de strokenramen met laddervensters, om de hoek doorgezet. 6. de lichtschacht als bekroning op het gebouw. 7. de fraaie uitvoering van goten en gootklossen bij de toren.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
15
1950
1990
16 16
Het laboratorium is in redelijk originele staat en kan als zodanig gerestaureerd en gerenoveerd worden. Het is wenselijk voor de herbestemming te kiezen voor een horizontale indeling, waarbij de centrale entree en het trappenhuis voor gemeenschappelijk gebruik beschikbaar blijven. De bibliotheek Uiterlijk vertoont de bibliotheek (jaren ’50) grote gelijkenis met het laboratoriumgebouw: dezelfde baksteen, strokenramen en eenzelfde geleding. Het gebouw is met zorg aangepast. Op de begane grond is de plattegrond ingedeeld in werkruimtes ten oosten en westen van een middengang. De draagstructuur loopt via gevels en gangmuren die ervoor zorgen dat de gehele bovenverdieping vrij indeelbaar is. Aanbevelingen voor herbestemming | algemeen Het laboratorium en de graanschuur zijn een Gemeentelijk Monument. Bij wijzigingen aan het exterieur of het interieur wordt de cultuurhistorische adviescommissie geraadpleegd alvorens een omgevingsvergunning kan worden afgegeven door de gemeente Wageningen. Van de bestaande bebouwing worden in ieder geval de gebouwen welke Gemeentelijk Monument zijn gehandhaafd, gerestaureerd, gerenoveerd en geschikt gemaakt voor herbestemming. Voor het stedenbouwkundig plan is het belangrijk dat het trafohuisje gehandhaafd blijft. Uit duurzaamheidsoogmerk is het raadzaam na te denken over herbestemming van de bibliotheek: dit gebouwdeel een goede basisplattegrond en goede bouwconstructieve eigenschappen voor (bijvoorbeeld) het realiseren van appartementen. Het beeld van het hoofdgebouw van 1925 zal een inspiratie zijn voor de restauratie van de gebouwdelen graanschuur en laboratorium en hun onderling verband. De tussenbouw tussen de bibliotheek en het laboratorium, die in 1977 gerealiseerd is kan worden verwijderd en vervangen door een moderne verbinding ter hoogte van de 1ste verdieping, uitgevoerd in bijvoorbeeld glas, hout en/of staal. In het hierna volgende overzicht worden per bouwdeel aanbevelingen gedaan voor herbestemming. Bij herbestemming is te denken aan woningbouw. Het is ook denkbaar dat keuzes gemaakt worden voor bijzondere woonvormen en bijzondere invulling op onderdelen, zoals: woonwerkateliers, gemeenschapsruimtes, zorgfunctie, seniorenwoningen, commerciële ruimtes, enz. In het souterrain is plaats voor een fietsenberging, werkplaats, CV opstelruimte, e.d.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
17
18
Aanbevelingen voor herbestemming | graanschuur Aanbevelingen voor verbouwing ten behoeve van herbestemming: 1. De zuid- en westgevel van de graanschuur zo authentiek mogelijk restaureren, refererend aan het ontwerp uit 1925. 2. Uit- en aanbouwen aan de zuid- en westzijde zo veel mogelijk voorkomen. 3. Het gebint wordt op plekken waar dat wenselijk is gerestaureerd. Spantconstructie en gebint blijven zo mogelijk in het zicht. 4. De te realiseren woningen en/of (werk)ruimtes zijn niet identiek: iedere woning en iedere werkruimte heeft een eigen karakter, inspelend op ligging, maatvoering, lichttoetreding, ontsluiting en wensen. De oorspronkelijke geleding is een leidraad voor de indeling in (woon)eenheden. 5. De zuidzijde blijft zo veel mogelijk vrij van hoofdontsluitingen. Er kan gebruik gemaakt worden van bestaande mogelijkheden: via de hoofdentree van het laboratorium, via een te realiseren toegangsdeur in de kopgevel aan de westzijde en via ontsluitingen aan de noordzijde. Aan de noordzijde is het ook denkbaar dat potentiële bovenwoningen via een externe trapontsluiting toegankelijk worden gemaakt. 6. Er is een relatief grote ontwerpvrijheid aan de noordzijde, waarbij de volgende punten worden aanbevolen: a. de rooilijn van de noordgevel ligt op 0,5 m. van de gevel, waarbij (nood)trappenhuizen een uitzondering hierop vormen. b. het dakvlak tussen h=9,5 m. en de nok wordt niet onderbroken. c. het dakvlak wordt tenminste links (oost) en rechts (west) doorgezet tot aan de dakgoot (h=4500+P) met een reconstructie van de goot. Aanbevelingen voor herbestemming | laboratorium Aanbevelingen voor verbouwing ten behoeve van herbestemming: 1. Architectonische elementen en stijlkenmerken van het ontwerp van C.J. Blaauw zo veel mogelijk behouden en restaureren. 2. Het ontwerp van het laboratorium uit 1925 kan voor genoemde onderdelen uitgangspunt voor de restauratie van dit gebouwdeel zijn: gevelaanzichten zuid, oost en noord (exterieur), het trapportaal, de dakconstructie met lichtlantaarn en de hoofdindelingsprincipes, die ten grondslag liggen aan de plattegrond (interieur). 3. De oorspronkelijke hoofdontsluiting aan de zuidzijde als enige hoofdontsluiting laten dienen. 4. Indien aanpassingen aan de plattegrond nodig zijn, deze met zorg maken. In grote lijnen de oorspronkelijke indeling behouden: L-vormige middengang met aan weerszijde ruimtes, waarbij de ruimtes aan de zuidzijde breder zijn dan die aan de noordzijde. Op de kop van het pand komen de ruimtes samen en is een bijzondere ruimte “aangeschoten”: de serre/secundaire entree. 5. Opwaardering bij herbestemming: de twee kleine ruimtes aan de bordessen in de toren een (bijzondere) functie geven, afhankelijk van de herbestemming van het pand
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
19
Aanbevelingen voor herbestemming | bibliotheek Bij behoud van de bibliotheek gelden de volgende aanbevelingen voor verbouwing ten behoeve van herbestemming: 1. Aanzicht van het gebouw zo authentiek mogelijk laten, refererend naar jaren ’50. 2. De aanbouw aan de noordzijde verwijderen.
20
Aanbevelingen voor herbestemming | trafohuisje Voor het trafohuisje valt te denken aan een gemeenschappelijke recreatieruimte of atelierruimte.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
21
wadi 250 m2
4 nader te ontwerpen gebied
9
directe omgeving van hoofdgebouw en bibliotheek nader te ontwerpen gebied
20 pp
retentieveld 335 m2
18 pp
voorkeursplan
Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS 0
5
10
25
50 m
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 19 november 2012
in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
22
INRICHTINGSPLAN De principes zoals omschreven in hoofdstuk 3 zijn uitgangspunt bij de inrichtingsschetsen die voor de nieuwe buurtschap zijn gemaakt. Omdat de buurtschap voor een groot deel in particulier (en collectief) opdrachtgeverschap wordt ontwikkeld is het verkavelingsplan nog niet vastgelegd. Het voorkeursplan wordt in dit beeldkwaliteitsplan als model gebruikt. In de volgende drie hoofdstukken wordt de beeldkwaliteit per schaalniveau omschreven. Eerst op het niveau van het hele woongebied, dan op het niveau van de kavel en tenslotte wordt ingezoomd op de beeldkwaliteit van woning en bijgebouw.
wadi 250 m2
4 nader te ontwerpen gebied
9
directe omgeving van hoofdgebouw en bibliotheek nader te ontwerpen gebied
20 pp
retentieveld 335 m2
18 pp
Plantenveredeling Wageningen variant INRICHTINGSCHETS 0
5
10
25
50 m
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 19 november 2012
in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
23
Twello de Veldjes
24
WOONGEBIED Typologie verkaveling Zo veel mogelijk kavels zijn oost-west gericht en hebben één kant grenzend aan het landschap en één kant grenzend aan de middenweg. De grootte van de kavels varieert in dit plan van 300 tot 600 m2. Aantal woningen en bebouwingspercentage Het maximale aantal woningen op het achterterrein bedraagt 28. Het maximale bebouwingspercentage is 40 % per bouwperceel. Woningtypen De meeste kavels ten noorden van het bestaande gebouw zullen bebouwd worden met vrijstaande woningen. Op enkele kavels kunnen twee-onder-één kap woningen gebouwd worden. Aan de noordzijde van de buurtschap kunnen één of twee grotere volumes gerealiseerd worden. In deze zogenaamde schuurwoningen passen meerdere woningen, die bijvoorbeeld door een groep in Collectief Opdrachtgeverschap worden ontwikkeld. Deze woonschuren hebben een groter volume, waardoor ze refereren aan de agrarische schuren in de omgeving en aan het gebouw van Plantenveredeling.
4
9
DEELGEBIEDEN woningen langs binnenstraat woningen langs rand
Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS 0
5
10
25
50 m
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 11 mei 2012
in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
Q
woningen op de noordelijke kop
25
* 12
4
12
* *
3
3,5 3,5
*
4
3
9
WEGEN EN PADEN
3,5
ontsluitingsweg met rabatstroken woonpad fietspad (toegankelijk voor hulpdiensten)
6
wandelpad Locatie Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS 0
0
5
10
25
50 m
5
10
25
50 m
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 24 mei 2011 Plantenveredeling Wageningen in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV INRICHTINGSCHETS
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 11 mei 2012 in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
Deelgebieden Het achtergebied is in drie deelgebieden te onderscheiden. De oostelijke en westelijke randen, de binnenstraat en de noordrand. De gebieden verschillen in de mate waarin ze op het landschap gericht zijn en in de mate waarin ze in een buurtschap-achtige setting liggen. Wegen en paden Ontsluitingsweg De ontsluitingsweg vanaf de Lawickse Allee ontsluit het achterliggend terrein en zal een profielbreedte hebben van maximaal 6 meter. Door een rijbaan te maken van 3,5 meter met aan weerszijden 1.25 meter brede rabatstroken oogt de weg smaller. Deze twee-richtingsverkeersweg buigt voor het hoofdgebouw langs en gaat er ten westen langs. De weg, die ten oosten van het hoofdgebouw loopt, is een éénrichtingsverkeersweg met een breedte van 3,5 meter. De bestaande westelijke toegangsweg behoudt het bestaande smalle profiel en wordt afgesloten voor autoverkeer door middel van een paaltje. Deze toegang zal gebruikt worden door voetgangers, fietsers en hulpdiensten. De paden door het nieuwe buurtschap Deze paden hebben een verblijfsfunctie. De ruimte wordt 26
Impressie woonpad met rabatstrook
gevormd door de aanliggende huizen. De woningen en tuinen bepalen het beeld langs de woonpaden. Deze paden hebben een verkeersluw karakter en zullen alleen door bestemmingsverkeer worden gebruikt. Het bochtige karakter en het smalle profiel dwingen tot langzaam rijden. Het pad middendoor het gebied heeft een breedte van 4 meter. Plaatselijk kunnen verbredingen worden gemaakt. Het pad aan de westzijde van het gebied heeft een breedte van 3.5 meter. Dit pad loopt langs de bomen en biedt zicht op het open landschap rondom de buurtschap. Verharding Als bestratingsmateriaal zullen gebakken klinkers op de wegen en paden worden toegepast. Gedacht wordt aan antraciet en donkerrode kleuren. In kleur, materiaal en bestratingsverband wordt het onderscheid tussen ontsluitingsweg en woonpaden verduidelijkt. Langs de wegen komen geen trottoirs. Parkeerplaatsen worden niet met een ander materiaal aangegeven om het informele beeld te versterken. De rabatstrook langs de hoofdontsluitingsweg zal in een andere kleurnuance worden uitgevoerd met een ander bestratingsverband
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
27
* 12
12
* *
3
*
4
4
4
9
9 9
55 pp openbaar gebied 48 pp eigen terrein (27 w)
PARKEREN
4
op eigen erf 38
op openbaar terrein Locatie Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS 0
0
5
10
25
5
50 m
10
25
Plantenveredeling Wageningen ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 24 mei 2011 in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV INRICHTINGSCHETS
50 m
(halfsteensverband).
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 11 mei 2012 in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
Parkeren Parkeren voor bewoners (en andere gebruikers) van het hoofdgebouw gebeurt ten oosten van de bibliotheek en op het voorterrein. Nabij de Lawickse Allee zullen twee parkeerhoven komen. Een gemengde haag, met een hoogte van 1,20 meter, rondom de parkeerhoven onttrekt de auto’s zo veel mogelijk aan het zicht. Bij de nieuwbouw wordt het parkeren kleinschalig opgelost. In de meeste gevallen zijn twee parkeerplaatsen op eigen erf mogelijk. Bezoekers kunnen rond het hoofdgebouw parkeren of op enkele plekken tussen de woningen. Eventueel kunnen langs het westelijke woonpad tussen de bomen enkele parkeerplaatsen komen. Voor het groene beeld is het wenselijk dat deze parkeerplaatsen uitgevoerd worden met grasstenen of een ander vergelijkbaar materiaal. Beplanting Alle waardevolle bomen op het terrein worden zo veel mogelijk in de plannen ingepast. Op strategische plekken worden bomen van de eerste of tweede orde (paardenkastanje, noot, eik) aangeplant op openbaar terrein en op (de erfgrenzen van) eigen terrein. Zij spelen een cruciale rol in het straatbeeld. Hun kroon draagt bij aan de sfeer van het straatje, dat een afwisseling van gebouwen en bomen te zien zal geven. Van verder weg gezien (Lawickse Allee, Huppelpad) zorgen de bomen voor een gemengd 28
GROEN groen nader in te vullen bestaande boom aan te planten (tweede orde) bomen aan te planten (eerste orde) boom aan te planten haag
Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS 0
5
10
25
50 m
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 11 mei 2012 in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
32
Twello de Veldjes - Habets Stdeenbouw / Zijaanzicht Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
29
silhouet van huizen en bomen. De bomen langs de oost- en westranden zullen zo groot mogelijk worden aangeplant. Aan de westzijde wordt gedacht aan fruitbomen of bomen die qua habitus en bloei de verschijning hebben van een fruitboom (Prunus avium of Prunus lodense). De keuze kan in overleg met de gemeente en de bewoners worden gemaakt. De bomen staan in bloemrijk gras. Aan de oostzijde komt een wadi met langs de rand wilgen. Tussen de bomen door loopt een pad (in halfverharding). De noordzijde zal ook van beplanting voorzien worden. Langs de rand van het terrein komt een geschoren haag met een hoogte van 0.80 meter, die zorgt voor een rustig beeld van de buurtschap gezien vanuit het omliggende landschap. Auto’s, vuilniscontainers en dergelijke worden door de haag aan het beeld onttrokken. Zowel aan de noordzijde als aan de zuidzijde van het hoofdgebouw komt openbaar groen. Deze groene ruimte wordt in nauw overleg met de toekomstige bewoners en de gemeente ontworpen. Regenwater Het regenwater van de woningen en de percelen zal op de locatie geïnfiltreerd worden. Dit wordt door een wadi in de groenzone aan de noordzijde gerealiseerd. Bij veel regen zal de wadi vollopen en stroomt ook het retentieveld aan de zuidzijde vol. Wanneer de waterhoeveelheid nog verder toeneemt zal de sloot aan de noordzijde als overstort dienen. Duurzaamheid Duurzaamheid in functie en bouwtechniek zal aangemoedigd worden. 30
Samenvatting van richtlijnen woongebied Typologie verkaveling
Zo veel mogelijk oost-west gerichte kavels Kavelgrootte variërend
Aantal woningen
Max. 28 woningen
Bebouwingspercentage
Max. 40 %
Situering
Oriëntatie op de weg, met de nokrichting parallel, loodrecht of in een hoek van 9˚ t.o.v. de weg
Woningtypen
Voornamelijk vrijstaande woningen Enkele twee-onder-één-kap woningen Schuurwoningen aan noordzijde toegestaan
Wegen en paden
Ontsluitingsweg 5,5 -6 meter breed, onderverdeeld in rijbaan van 3 – 3,5 meter met aan weerszijden 1,25 meter rabatstrook Woonpaden zijn 3 tot 4 meter breed Geen trottoirs
Parkeren
Volgens de parkeernorm Op openbaar terrein voornamelijk aan voorzijde hoofdgebouw Op eigen erf 2 parkeerplaatsen per woning
Materiaalkeuze verharding
Wegen en woonpaden: gebakken klinker antraciet/ donkerrood Parkeerplaatsen: idem of gebakken grasstenen
Materiaalkeuze beplanting
Langs de wegen: bomen van de 1ste en 2de orde : paardenkastanje, noot, eik Langs de westrand: Prunus (nader te bepalen) Langs de oostrand: wilg
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
31
5
5
7
14 5
14
5
4
9
BOUWVLAKKEN EN ROOILIJNEN
9
14
5
mogelijk bouwvlak van een woongebouw mogelijk bouwvlak van een bijgebouw
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 24 april 2012 in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
2,5
Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS
3
5
Plantenveredeling Wageningen INRICHTINGSCHETS 10
25
50 m
ZIJAANZICHT/ CLIPL2R 24 april 2012 in opdracht van Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV
50 m
5
4
0
5
32
KAVEL Plaats van het woongebouw De woningen staan direct aan het middenpad op de kavel of direct langs de buitenste paden, zodat in het straatbeeld bebouwing en tuinen elkaar afwisselen. Er is een zone van 14 meter diep vanaf de woonpaden waar het woongebouw geplaatst mag worden. Alle bebouwing dient binnen dit bebouwingsvlak geplaatst te worden. De voorgevel van het hoofdvolume dient op 0 tot 2 meter vanaf de erfgrens te komen, behoudens de kavels aan de noordzijde. Maximaal 40 % van het bouwperceel mag bebouwd worden. De zijdelingse afstand van woongebouw tot perceelsgrens is minimaal 2 meter. De woning richt zich steeds op het pad waar het langs staat. Plaats van het bijgebouw Voor de buitenste rand is een zone van 5 meter vanaf kavelgrens uitgesloten van bijgebouwen, ten einde een rommelig beeld vanuit de omgeving tegen te gaan. Oriëntatie nokrichting De woningen staan loodrecht, langs of tot 9° gedraaid ten opzichte van de weg waarlangs ze staan. 9° is een schuintemaat die veel door Blaauw werd gebruikt. De oriëntatie van de woningen heeft veel invloed op de sfeer langs de woonstraten. Stelregel is dat de nokrichtingen van de woningen om-en-om evenwijdig en loodrecht op de weg gericht zijn. Tijdens de planontwikkeling moet dus gereageerd worden op de woningen die grenzen aan de te bebouwen kavel waarvoor reeds een omgevingsvergunning is verkregen. Erfafscheiding De kavels worden met een haag van beuk, haagbeuk, liguster of meidoorn op de grens van privé - openbaar opgeleverd. De hagen staan op de kavels, het onderhoud is voor de eigenaren van de woningen.
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
33
K2 Architecten, Lemele
buro 2, mooiste schuur ooit
Cor Kalsbeek, schuurwoning
Aat Vos
INSPIRATIEFOTO’S VOOR DE WONINGEN
Onix, zorgboerderij Haren
34
Onix, schuur Haarlem
Barn House van Buro II uit België
Schuurhuis in Paterswolde van Cor Kalfsbeek
Cedar House, North Elmham, Norfolk Engeland, Hudson Architects.
19 Het Atelier architecten, Raalte
Onix, Villa Wittenberg
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
Thomas Kemme, passief huis
35
mogelijke vormgeving van daken
WONING EN BIJGEBOUW Algemeen Voor alle bouwplannen zal een omgevingsvergunning aangevraagd moeten worden. Elk bouwplan zal afzonderlijk door de gemeente beoordeeld worden, waarbij dit beeldkwaliteitsplan onderlegger zal zijn voor de beoordeling van de aanvragen. De architectuur van de nieuwe woningen geeft een eigentijdse reactie op de architectuur van het hoofdgebouw van architect Blaauw. De nieuwbouw is duidelijk onderscheidend, de architectuur is modern en experimenteel. De buurtschap vormt qua architectuur een eenheid, “de woningen zijn familie van elkaar”. In overleg met architecten wordt gezocht naar overeenkomsten in vorm, materiaal, kleur, etc. Onderlinge afstemming en overleg in de ontwerpfase is wenselijk. Dakvorm De basisvorm is een kap. Meerdere dakvormen zijn mogelijk: zadeldak, kapschuur-dak en stolpdak. Dakoverstekken zijn alleen toegestaan ter plaatse van de kopgevels, wanneer er sprake is van een aantoonbaar functionele overstek ten behoeve van parkeren, terras e.d. met een minimale afmeting van 2 meter uit de kopgevel. Bij de stolpdaken is er een duidelijke verwantschap tussen muur en dak (monolithisch bouwwerk). Dakkapellen en loggia’s zijn toegestaan, mits deze ondergeschikt zijn aan het dak. 36
mogelijke vormgeving van overstekken
Bijgebouwen Een bijgebouw of overkapping is een grondgebonden gebouw van één bouwlaag met kap. Een bijgebouw staat los op het erf of tegen het hoofdgebouw aan en is meestal bedoeld als schuur, tuinhuis of garage. Een overkapping staat los op het erf of tegen het hoofdgebouw aan en is meestal bedoeld als carport of luifel boven een deur of raampartij. Bijgebouwen moeten qua uitstraling en volume ondergeschikt zijn aan het oorspronkelijke hoofdgebouw en afgestemd worden op het karakter van het hoofdgebouw of de erfinrichting. Dit betekent dat ze meedoen in het stedenbouwkundig beeld. Als de bijgebouwen zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, zijn ze voor het straatbeeld zeer bepalend. In het plan de “Nieuwe Nu” zullen de bijgebouwen van zowel de voorzijde als de achterzijde zichtbaar zijn. De uitstraling van de bijgebouwen dient ‘stoer’ te zijn. Omdat er maximaal één bijgebouw is toegestaan kunnen bijgebouw en overkapping (schuur en carport) samen tot één groter volume gebundeld worden, waardoor ze onder één kap komen. Ook is het wenselijk dat schuren van buren, die tegen elkaar aan liggen, samen onder één kap komen of een samengestelde kap hebben. De totale maximale oppervlakte voor de bijgebouwen is 50 m2 per bouwperceel. Dakkapellen in bijgebouwen zijn niet toegestaan. Schuren en garages horen in een buurtschap. Ze verdienen het om gezien te worden en zullen dus ook met aandacht ontworpen worden. De richtlijnen voor de vormgeving en materialisatie van de bijgebouwen komt overeen met de richtlijnen die opgesteld zijn voor de hoofdvolumes. Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
37
Schuur Wageningen Suzan van der Schenk
Schuur nabij Lawickse Allee
kaswoning Culemborg
Kashuis Niki Almere
INSPIRATIE VOOR BIJGEBOUWEN
Onix, multifunctionele schuur Noordlaren 38
Glas, met een vormgeving die refereert aan de kassen heeft een voorkeur. Voor alle bijgebouwen geldt een goothoogte van max. 3 m. en een nokhoogte van max. 5 m., met een hellingshoek van 45 tot 60 graden. Materialisatie Gevels kunnen in verschillende materialen worden uitgevoerd: in gemetselde bakstenen, hout, keramische pannen, leem, glas of zink. Kleurstelling antraciet, grijs, (bruin/paars)rood. Dakbedekking van de woningen wordt gerealiseerd in keramisch ongeglazuurde pannen (kleur rood/ grijs/antraciet), glas (verwijzing naar de kassen), PV-panelen/dakpannen, sedum, hout, aluminium of zink. De daken van de woningen aan de noordrand van de buurtschap krijgen bij voorkeur een dak dat refereert aan het (rode) dak van het oude gebouw van Plantenveredeling. Dakbedekking in de vorm van bitumen en riet worden niet toegepast.
Samenvatting van bouwrichtlijnen Bouwmassa
Eén hoofdbouwmassa één bijgebouw
Hoofdgebouw
Eenduidig volume zonder toevoegingen max. 800 m3
Bijgebouw
Eenduidig volume. Uitvoering:”stoer” Maximaal 50 m2
Situering
Oriëntatie op de weg, met de nokrichting parallel, loodrecht of in een hoek van 9˚ t.o.v. de weg
Kapvorm
Toegestane dakvormen: zadeldak, stolpdak, kapschuurdak Geen wolfseinden Hellende daken min. 45 graden en max. 60 graden; asymmetrisch dak is toegestaan (kapschuur model) Langsgevel geen overstekken toegestaan
Kaprichting
Afwisselend in straatbeeld: parallel, loodrecht of in een hoek van 9˚t.o.v. de weg
Nokhoogte
Maximaal 9 meter Aan de noordrand maximaal 10,5 meter
Goothoogte
Maximaal 5 meter Uitzondering voor woningen bij noordrand: goothoogte eenzijdig 7 meter (geldt voor zuidzijde woning)
Gevelopbouw
Vrij
Gevelaanzicht
Vrij
Materiaalkeuze dak
Keuze uit: keramische pannen (kleur rood / roodbruin, grijs of antraciet), zink, glas en PV-cellen/dakpannen, sedum, hout, aluminium
Materiaalkeuze gevels
Keuze uit: baksteen (rood/bruin/paarsrood spectrum), hout (naturel, zwart gebeitst of vergrijsd), zink, aluminium, doorgetrokken keramische pannen (bij stolpdak)
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
39
materialen gevelbekleding
glas gesinterde baksteen
hout (natuurtint, zwart of vergrijsd baksteen bruinrood - donkerpaars)
leem keramische dakpan
natuurleien zink
40
materialen dakbedekking
sedum houten dakbedekking (latten/shingles)
energieopwekkende dakpan rode keramische dakpan
antraciet kleurige keramische dakpan natuurleien
zink glas
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
41
42
Vastbouw Vastgoedontwikkeling BV Röntgenweg 2 Postbus 125, 3750 GC BUNSCHOTEN t 033 2992150 e
[email protected] i www.vastbouw-vastgoedontwikkeling.nl
ZIJAANZICHT LANDSCHAPSARCHITECTEN Amsterdamseweg 21 Postbus 247, 6800 AE ARNHEM t 026 4459503 e
[email protected] i www.zijaanzicht.nl
clipL2R interieurarchitecten v.o.f. Beatrixlaan 14, 6706 AX WAGENINGEN Graafsedwarstraat 14G, 6512 ES NIJMEGEN t 0317 419467 e
[email protected] i www.clipL2R.nl
Beeldkwaliteitsplan Nieuwe Nu november 2012
43
44