Beeldkwaliteitsplan Valleipark
“wonen met de natuur aan je voeten”
www.valleipark.nl
inhoudsopgave COLOFON Inleiding Stedenbouwkundig plan Landschappelijk beeld Groene straten Kappen zichtbaar achter de haag Ruimte voor, tussen en achter de woningen
Deze uitgave is tot stand gekomen in opdracht van de gemeente Leusden. bureau voor STEDEBOUW
Rotterdam, 29 augustus 2013
Boompjes 55 Postbus 21639 3001 AP Rotterdam
Dorps beeld Compositie van verschillende kappen Een informele relatie met de straat Specials op bijzondere plekken Een landschappelijke tuin Dorpse materialen, kleurtoepassing en details
T. 010 240 05 40 F. 010 413 55 74 E.
[email protected] I. www.bgsv.nl
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
3 5 10
19
12
INLEIDING Va lle
Gelderse Vallei
ik an aa
In dit beeldkwaliteitsplan worden uitgangspunten en randvoorwaarden voor het ontwerp van de woningen en erven beschreven. Er wordt ingegaan op de beeldkwaliteit van de architectuur en de wijze waarop het beoogde hoge kwaliteitsniveau kan worden bereikt en behouden.
l Plangebied en ligging Valleipark
Het beeldkwaliteitsplan, het bestemmingsplan ‘Herziening Valleipark 2013’ en de ‘kavelpaspoorten’ voor de vrije kavels, met de bebouwingsregels voor de afzonderlijke kavels vormen de kaders voor de realisatie van bouwplannen. Het toetsteam Valleipark voert de supervisie en toetst de bouwplannen aan de bovenstaande kaders. De kwaliteitsbewaking door het toetsteam vindt voornamelijk plaats in de vorm van het toetsen aan uitgangspunten en niet in het opleggen van regels. Belangrijk is dat de betrokken opdrachtgevers en architecten worden gestimuleerd en geïnspireerd tot het vormgeven aan een bijzondere woonbuurt waarin plaats is voor het realiseren van individuele woonwensen. * Ter illustratie wordt gebruik gemaakt van afbeeldingen van bestaande huizen. Deze voldoen niet in alle gevallen volledig aan de eisen uit het beeldkwaliteitsplan, maar dienen ter verduidelijking van een bepaald aspect hieruit. * Hardheidsclausule: in dit beeldkwaliteitsplan worden uitgangspunten gehanteerd die leiden tot een uit-gesproken architectonisch beeld van de bebouwing. Als een gebouw van goede architectonische kwaliteit is, maar niet voldoet aan de uitgangspunten van het beeldkwaliteitsplan, kan het toetsteam hiervan afwijken.
Leusden
2
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
3
wonen langs de rand
Valleikanaal
stedenbouwkundig PLAN Liniedijk
wonen aan de wiggen
wonen aan het Laantje
referentie wiggen
referentie Laantje
Het, ’buitendijkse’, achter de Liniedijk gelegen, Valleipark wordt een sterk met het aangrenzende landschap van de Gelderse Vallei verbonden woonbuurt. De Gelderse Vallei kent intieme, besloten boeren-erven afgewisseld met open weiden begrensd door houtwallen. Dit coulissenlandschap met de afwisseling van open en besloten ruimten is de inspiratie voor de verkaveling van Valleipark. De woningen zijn de belangrijkste smaakmakers in dit landschappelijk afwisselende woongebied. Ze liggen beschut door groene hagen en erfbeplanting op hun kavels. De kappen zijn bepalend voor het bebouwingsbeeld.
Ruimtelijke opzet In het Valleipark is onderscheid gemaakt tussen het wonen aan de randen: het Valleikanaal en de Liniedijk, het wonen aan intieme woonstraatjes, de ‘Leusdense Laantjes’ en het wonen aan wigvormige plantsoenen die zicht bieden op het landschap van de Gelderse Vallei. De Leusdense Laantjes meanderen door het plangebied en verbinden de twee buurttoegangen aan de noordwestzijde en aan de zuidoostzijde. De plantsoenen strekken zich uit vanaf de Liniedijk tot aan het Valleikanaal. Tussen de Liniedijk en Valleipark ligt de Liniesloot. De Liniedijk is een rijksmonument en is ingericht met een informeel wandelpad over de kruin van de dijk. Voor de voetganger zijn er vanaf de Liniedijk twee toegangen. Deze zijn steeds gekoppeld aan de wiggen zodat bij binnenkomst van Valleipark er direct een doorzicht naar het omliggende landschap is. Langs het Valleikanaal ligt een bebouwingsvrije groenstrook die deel uitmaakt van een ecologische verbindingszone (EVZ) en op een natuurlijke wijze wordt ingericht, om zoveel mogelijk diversiteit in flora en fauna te genereren. In aansluiting op de EVZ krijgen de plantsoenen een natuurlijke beplanting. Bij de inrichting van de plantsoenen staat de bruikbaarheid voor verblijf, ontmoeting en sport en spel voorop. De EVZ en de plantsoenen liggen iets lager dan de Laantjes en de bouwkavels. Hiermee wordt het onderscheid onderstreept tussen de natuurlijke landschappelijke onderdelen en de meer cultuurlijke intieme Leusdense Laantjes in Valleipark. Een landschappelijke en dorpse sfeer De uitstraling van de buurt sluit aan bij de opvattingen over ’groen wonen’, samengevat in de begrippen ‘landschappelijk’ en ‘dorps’. Enerzijds profiteren de woningen van een prachtige landschappelijke omgeving. Anderzijds geven ze mede vorm aan de landschappelijke uitstraling van het gebied met een speels geordende bebouwing en groen omzoomde laantjes.
4
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
5
voorbeeld verkaveling
Het groen voert de boventoon In Valleipark komt de landschappelijkheid mede tot uiting in de verkavelingsopzet waarin de wigvormige plantsoenen én de meanderende stratenstructuur zorgen voor een divers en groen beeld en voor contrasten tussen een intieme sfeer (Leusdens Laantje met aan weerszijden bebouwing) en doorzichten naar de landschappen die Valleipark omringen (Liniedijk en Gelderse Vallei). Zowel in de straten, langs de plantsoenen, als tussen de woningen kan een juiste maatvoering en inrichting bijdragen aan het gevoel van landschappelijkheid. Daarbij is zowel de inrichting van het openbaar gebied (een smalle rijloper en groene bermen zonder formele trottoirs) als de inrichting van de kavel (met ruime voor- en zijtuinen) belangrijk. In Valleipark komt zo min mogelijk verharding in de straten, zoveel mogelijk parkeren op eigen terrein, veel bomen en tuinen rondom de woningen. Door toepassing van natuurlijke kleuren en materialen en van eenvoudige volumes, ondersteunen de woningen een landschappelijke sfeer. Vertrekpunt voor de architectuur van de bebouwing is dat de bebouwing niet domineert, maar dat het groen het beeld van de buurt bepaald. De toepassing van een eenvoudige kap als beeldbepalend onderdeel van het bouwvolume is uitgangspunt voor de bebouwing van Valleipark. Een speelse ordening van bebouwing Kenmerkend voor landschappelijke woonvormen is de dominantie van de kap in het beeld van de woning en de bijgebouwen (boerderij en schuren). Het dorpse aspect is gelegen in een ‘informele’ compositie van deze bebouwing. De plek van de gebouwen wisselt per kavel en nokrichtingen van gebouwen verschillen onderling. Ook is de bebouwing steeds anders van maat. Contrasten zijn een onderdeel van een dorpse sfeer, bijvoorbeeld door een wit gebouw in een omgeving van bakstenen gebouwen of een enorme schuur in een omgeving met kleinschalige bebouwing. Ondanks contrasten en afwisseling ademt de bebouwing een harmonieuze sfeer uit. Door een aantal gezamenlijke kenmerken vormen de woningen in het Valleipark een herkenbare eenheid, die zich tevens onderscheidt van andere (nieuwbouw) wijken in Leusden. Kenmerkend in het Valleipark is de relatie die de woning heeft met de straat (altijd met de tussenkomst van een tuin en haag), de vorm van de woning (meestal compact met een eenvoudige kap), maar ook in de keuze van hoogwaardige materialen, een beperkt kleurenpallet en bijzondere details, zoals veranda’s, erkers, serres en mooi vormgegeven woningentrees. Daarmee verbijzondert de buurt zich ten opzichte van de omgeving en behoudt zij op de lange termijn haar karakter. Uitgangspunt voor de beeldkwaliteit Het beeldkwaliteitsplan voor Valleipark kiest niet voor een bepaalde architectuurstijl, maar in de begrippen landschappelijk en dorps wordt de basis gelegd voor een woonbuurt met een grote variatie in woonhuizen met een duidelijk eigen karakter. In de twee volgende hoofdstukken worden onder deze noemers de ontwerpuitgangspunten verder uitgewerkt.
6
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
7
Coulissenlanschap in de Gelderse Vallei
speelse ordening van de bebouwing in de Gelderse Vallei
Beeldbepalende kappen in de Gelderse Vallei
Beeldbepalende kappen in de Gelderse Vallei
8
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
9
Landschappelijk beeld
10
Het Valleipark kenmerkt zich door zijn landschappelijke opzet. Niet alleen de omgeving, het zicht op de Gelderse Vallei, maar ook de inrichting van het openbaar gebied en de inrichting van de kavel dragen bij aan het landschappelijke beeld. De belangrijkste thema’s zijn groene straten, kappen achter hagen en ruimte rondom de woning.
11
voorbeelden van hagen
In een open en groen (straat)beeld, zowel aan de plantsoenen als in het Leusdens Laantje, passen geen grote hoeveelheden geparkeerde auto’s. Het parkeren van auto’s wordt daarom voor een groot deel op de kavels zelf opgelost. Per kavel dienen daarom twee opstelplekken aangelegd te worden (buiten de even-tuele garage). De afmetingen van twee parkeerplaatsen naast elkaar is 5,5x4,5 meter. Voor twee achter elkaar moet 3x11 meter worden gereserveerd. De parkeerplaatsen liggen op de kavel zover mogelijk naar achteren, waardoor de haag (deels) voorlangs kan lopen en geparkeerde auto’s enigszins verscholen liggen op de kavel. Ten behoeve van de continuïteit van het groene straatbeeld krijgt iedere kavel een inrit met een breedte van maximaal 3,5 meter; tenzij de kavel 15 meter of breder is, dan is de maximale breedte van de inrit 5,5 meter. Hoekkavels hebben, als uitzondering hierop, een extra mogelijkheid voor een doorgang naar de voordeur.
ruimte voor groene voortuinen
Groene straten De straten in Valleipark zijn landschappelijk ingericht. Ter hoogte van de EVZ, de Liniedijk en de plantsoenen is het groene beeld evident. De woonstraten, de Leusdense Laantjes, zijn achteneenhalve meter breed en worden begrensd door de hagen van de aanliggende voor- en zijtuinen, zodat een groen beeld ontstaat.Daarnaast heeft de buurt een ontspannen karakter door de meanderende wegenstructuur, de inrichting als 30 km zone, waarbij fietsers en wandelaars gebruikmaken van dezelfde weg als de auto, en de a-symmetrische opbouw met veelal een verhard deel en een groenstrook met bomen. De haagbeplanting op de erfscheiding van het privéterrein draagt in belangrijke mate bij aan het groene straatbeeld. De haagbeplanting varieert in hoogte: circa 1,40 meter aan de Leusdense Laantjes en circa 1,00 meter waar voortuinen aan de plantsoenen liggen, of waar dat vanuit verkeersveiligheid / zichtbaarheid noodzakelijk is. Aan de EVZ en de Liniesloot bestaat de erfscheiding uit een passende lage erfscheiding van natuurlijke materialen, eveneens circa 1 meter hoog. Achter- en zijtuinen die aan de openbare ruimte liggen hebben een hoogte variërend van ca. 2,00 meter (privacygevoelig deel van de tuin) tot 1,00 à 1,40 meter (afhankelijk van de situering). De keuze voor de haagbeplanting wordt voorgelegd aan het toetsteam. In Nederland is er keuze uit een uitgebreid sortiment.
12
Een groene inrichting van de tuin kan alleen gerealiseerd worden als de tuin voldoende diep is en zowel de haag als eventuele overige beplanting op voldoende afstand staat van de (voor) gevel. Een boom in de tuin vraagt om een diepte van minimaal 3 meter. Bij een lage goot heeft een boom relatief dicht op de gevel betere groeimogelijkheden dan bij een hoge goot. Met name aan het Leusdens Laantje, waar het groene beeld voornamelijk door tuinen wordt gemaakt, zijn voortuinen diep en zijn groeimogelijkheden voor opgaande beplanting mogelijk. Uitgangspunten voor een groen straatbeeld - Forse haag tussen openbaar gebied en tuin - Ruime afstand tussen erfgrens voorzijde en voorgevel - Minimale onderbreking van de haag voor de inrit - Opstelplaatsen voor auto’s, minimaal 2, op de kavel
hagen met minimale onderbreking
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
13
zicht op kappen
Kappen zichtbaar achter de haag De landschappelijkheid van Valleipark wordt versterkt door woonbebouwing met een eenduidige hoofdvorm en een forse kap, zoals de boerderijen en de schuren in de Gelderse Vallei. Aan de hoofdvorm van een gebouw kunnen bijbehorende bouwwerken en architectonische elementen, als erkers, trappen en balkons, worden toegevoegd, maar deze zijn in maat en schaal altijd ondergeschikt. De kap is bij alle bouwvolumes beeldbepalend. Toepassing van een lage goothoogte of een steile kap zijn middelen waarmee dit in Valleipark bereikt wordt. Aan de woning vast gebouwde bijgebouwen worden op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw gebouwd en mogen aan één zijde van de woning worden aangebouwd. Zodoende blijven zij vanaf de straat gezien in het beeld ondergeschikt. De bijbehorende bouwwerken hebben, net zoals het hoofdgebouw, een eenduidige hoofdvorm en een kap. De maximale goothoogte is 3 meter.
kappen en overstek
Voor tweekappers geldt dat ze als één bouwvolume worden ontworpen en de suggestie van een extra grote dorpswoning/schuur/boerenwoning wekken
Uitgangspunten voor een beeld van kappen - De kap is beeldbepalend
14
bijgebouw in volume of met kap
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
15
Ruimte voor, tussen en achter de woningen De woningen richten zich op de weg maar staan nadrukkelijk in de tuin. De ruimte rondom de woning draagt bij aan het landschappelijke beeld. Om dit te bereiken mag maximaal 35% van de kavel bebouwd worden (woning en bijbehorende bouwwerken) en is er voldoende open ruimte tussen de woning en de straat en de woningen onderling. Bij een beperkte breedte van de woning is de ervaring van een huis in de tuin het sterkst. De minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is 3 meter.
voorzijde
afmetingen bouwvlak
De situering op de kavel van de voorgevels van de woningen is afhankelijk van de plek in de buurt. Langs de EVZ, de Liniedijksloot en de plantsoenen is de afstand tot de erfgrens minimaal 2 meter. Er is sprake van een voortuin maar het groene beeld wordt vooral gemaakt door beplanting in het openbaar gebied. In het Leusdens Laantje, met aan weerszijden bebouwing, is de afstand tussen de voorgevel en de erfgrens afhankelijk van de goothoogte. Bij een goothoogte van maximaal 3 meter is de afstand tussen de 2 en 4 meter. Bij een goothoogte tussen de 3 en maximaal 6 meter is de afstand van de voorgevel tot de erfgrens groter dan 4 meter en bij voorkeur niet hoger dan 6 meter. De voortuinen voor de hogere verticale gevels geven ‘lucht’ aan het straatprofiel. De mogelijkheid voor opgaande beplanting, draagt bij aan het gewenste groene straatbeeld in het Leusdense Laantje. De achtertuinen die direct grenzen aan de EVZ of aan de Liniesloot dragen bij aan de ruimtelijke opzet van Valleipark door openheid in de overgang tussen tuin en deze elementen. In de eerste 3 meter grenzend aan EVZ en Liniesloot is daarom geen bebouwing toegestaan. Hagen of andere erfscheidingen van natuurlijke materialen kunnen hier toegepast worden tot een hoogte van maximaal 1 meter. De kavels zijn zo groot dat rondom de woning voldoende ruimte blijft voor een tuin. Op sommige plekken kunnen kavels worden samengevoegd ten behoeve van ‘superkavels’ met een aanzienlijke tuin. Dit mag echter niet ten koste gaan van de beleving van de buurt. Een groene én sociaal veilige woonomgeving is uitgangspunt. Het toetsteam geeft aan waar dit mogelijk is, indien noodzakelijk, welke nadere eisen daarbij gesteld worden aan de positie van de woning op de kavel.
maatvoering goot en voortuin
16
Uitgangspunten voor een buurt met ‘lucht’ rondom de woningen - Woningen worden op minimaal 3 meter van de zijdelingse perceelsgrenzen gebouwd - Hoe hoger de goot, hoe verder de gevel van de erfgrens ligt
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
17
DORPS beeld De bebouwingsbeeld van het Valleipark is dorps. Niet alleen de architectuur van de woningen, maar ook de positie op de kavel, de ligging ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het openbaar gebied, dragen bij aan het dorpse beeld. De belangrijkste thema’s zijn compositie van kappen, de relatie met de straat, specials, een landschappelijke tuin en dorpse kleuren en materialen.
18
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
19
kappen in twee richtingen
Compositie van verschillende kappen Daken in de vorm van een kap zijn één van de meest beeldbepalende onderdelen van de architectuur van woningen. Dorpse kappen zijn eenvoudig van vorm maar hebben in alle gevallen een duidelijke rand in de vorm van een verfijnd en gedetailleerd overstek. Kappen van meer landelijke woningtypen (boerderij/schuur) zijn groot waarbij ramen ondergeschikt zijn in het dakvlak. Bij meer dorpse kappen zijn juist wel dakkapellen, schoorstenen en andere details in het dakvlak zichtbaar. Het dak en de kapvorm leveren een belangrijke bijdrage aan een luchtig beeld van de bebouwing. Een steile kap met een minimale helling van 40 graden en een nokrichting haaks op de straat leveren hieraan de grootste bijdrage. Meer dan twee woningen (in één straat) naast elkaar met een nokrichting evenwijdig aan de straat zijn niet wenselijk. Gezamenlijk moet gezocht worden naar een informele compositie van bebouwing en kappen. Door het toetsteam kunnen suggesties gedaan worden voor de nokrichting van een woning in relatie tot de nokrichting van omliggende woningen. Uitgangspunt is doorzicht en afwisseling - Woningen met eenvoudige steile kappen en verschillende nokrichtingen
20
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
21
hoge en lage goot
oriëntatie op zijtuin
Een informele relatie met de straat De woningen in Valleipark staan allen in de tuin, op afstand van de erfgrens. Met de voorzijde gericht naar de straat, maar veelal achter een relatief hoge haag. Een afwisseling in voortuindiepte, en dus positie van de rooilijn, is gewenst voor een informeel dorps karakter. Om dit in het straatbeeld te kunnen ervaren moet het verschil in rooilijn minimaal 2 meter zijn. Op specifieke plekken is het wenselijk de rooilijn af te stemmen op andere, naastgelegen, kavels. In dat geval zal het toetsteam dit aangeven en wordt gezamenlijk gezocht naar een goede oplossing. De woningen aan de grotere groene ruimten in Valleipark kunnen zich, ten opzichte van woningen aan het Leusdens Laantje, nadrukkelijker aan het openbaar gebied manifesteren door een minder diepe tuin of een hogere goot. Met daarnaast een verbijzondering in de vorm van een balkon, veranda, erker of dakterras is het mogelijk optimaal te profiteren van het uitzicht op deze plek. Daarmee wordt een gevarieerd bebouwingsbeeld gecreëerd, benadrukken ze de bijzondere woonkwaliteit van de plek en leveren ze een belangrijke bijdrage aan de sociale controle in het openbaar gebied. Woningen die aan twee zijden aan het openbaar gebied liggen moeten naar beide zijden worden georiënteerd. Over het algemeen is de bebouwing evenwijdig aan de voorste erfgrens gesitueerd, in het geval van een hoekkavel is deze richting echter niet altijd eenduidig. Door het meanderende stratenpatroon staan kavelgrenzen vaak niet haaks op elkaar. Door de woning evenwijdig te plaatsen aan de zijdelingse perceelsgrens in plaats van de voorste, ontstaat een gestaffelde voorgevelrooilijn in de straat. Variatie in voorgevelrooilijn versterkt de informele compositie. Op specifieke plekken en in bijzondere gevallen wordt de richting of rooilijn van een woning in het kavelpaspoort aangegeven.
overgangszone openbaar-prive
In het kavelpaspoort wordt bij hoekwoningen die naar twee zijden zijn georiënteerd, aangegeven wat als de voorzijde van de woning wordt opgevat en waar een verbijzondering moet komen. De (zij)tuin die grenst aan het openbaar gebied maar niet als voorzijde wordt aangeven, is vrij van bijgebouwen. Een garage en een gesloten gevel zijn hier onwenselijk, een serre of erker wordt door het toetsteam wel gewaardeerd.
Uitgangspunt is een woning die de ruimtelijke structuur ondersteunt - De woning oriënteert zich met de voorzijde op het openbaar gebied. - Daar waar de woning prominent in het zicht ligt (hoekkavel) heeft de voorzijde een verbijzondering in bouwmassa of gevel die de woning binnen de buurt herkenbaar en uniek maakt.
(overhoekse) oriëntatie op de straat
22
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
23
Specials op zichtlocaties Positie bij mogelijke verkaveling van een eerste fase van Valleipark
Specials op bijzondere plekken In Valleipark komt een aantal kavels voor die extra opvallen door hun bijzondere ligging: de specials. Deze bevinden zich op een mooie hoek, in een zichtlijn vanuit de straat of hebben een wijds uitzicht. Door hun prominente karakter wordt voor de ‘specials’ extra of afwijkende ontwerpinspanning gevraagd. Dit kan door een bepaald architectonisch aspect naar keuze te benadrukken en uit te buiten, zoals de kap, een groot balkon, of een afwijkende positie of vorm zodat ze bijzondere verschijningen zijn in Valleipark. Bij de ‘specials’ kunnen afwijkende niet-kleuren zoals wit, zwart en grijs worden toegepast en afwijkende natuurlijke materialen zoals beplanting of leem. Ook hiermee kan het opvallende karakter worden onderstreept. De woningen moeten worden ontworpen door een, in het architectenregister ingeschreven, architect.
afwijkende kleur en/of bouwmassa van specials
24
Uitgangspunt is een woning die de ruimtelijke structuur ondersteunt - Een special is een architectonisch uitgesproken woning - Een special is een aantrekkelijk en herkenbaar oriëntatiepunt binnen de buurt
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
25
positie en maatvoering bijgebouwen
bijgebouwen met kap
hoge en lage haag
inspiratie voor overbrugging hoogteverschil tussen tuin en water aan de Liniesloot
26
Een landschappelijke tuin Om het groene ruimtelijke beeld zo goed mogelijk te bereiken is het gewenst om losse bijgebouwen, zoals de garages en bergingen, minimaal 1 meter achter de rooilijn van het hoofdgebouw, maar liefst zo ver mogelijk achter op de kavel, te plaatsen. De garage achter op de kavel geeft vanaf de straat gezien diepte aan de tuin. Ook een garage opgenomen in het hoofdvolume laat de kavel zoveel mogelijk open en laat daarmee ruimte voor een groene inrichting van het erf. Een uitzondering zijn de bijgebouwen op de kavels waarvan de achtertuinen aan de EVZ of de Liniesloot grenzen. Hier wordt juist een groene overgang voorgestaan waarbij bijgebouwen niet wenselijk of niet toegestaan zijn. Het hoogteverschil op de grens tussen de achtertuinen en het waterpeil van de Liniesloot mag niet meer dan 60 centimeter bedragen. Een beschoeiing van 30 cm wordt aangelegd, dit mag worden verhoogd, maar een hoge beschoeiing ten behoeve van een vlakke tuin is niet toegestaan. In de ruimte tussen de achtergevel van de woningen en de sloot moet een hoogteverschil van ca. 1,25 meter overbrugd worden. Suggesties worden gegeven voor een manier van inrichten met een groen eindbeeld. De inrichting van tuinen levert een belangrijke bijdrage aan het dorpse en landschappelijke beeld van Valleipark. Wanneer deze aansluit bij de meer natuurlijke beplanting van het openbaar gebied en ook afstemming wordt gezocht met de buurkavels, kan een harmonieus groenbeeld ontstaan. Het beeldkwaliteitsplan legt op zich niets vast over de inrichting van de tuin. Maar in overleg met het toetsteam kan worden gezocht naar landschappelijke en samenhangende oplossingen. Zo kan worden aangesloten op de beplantingssoorten die voorkomen in de EVZ en op de Liniedijk en die van nature in de streek voorkomen. Soorten die een gunstig effect hebben op de aanwezigheid en diversiteit van beestjes in de buurt. Vlinders, libelles, bijen, etc. dragen bij aan een speciale landschappelijke sfeer in Valleipark. Uitgangspunt voor de tuin - Bijgebouwen vanuit de openbare ruimte zoveel mogelijk uit het zicht - Groene overgangen naar EVZ en Liniesloot - Afstemmen beplantingskeuze
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
27
Dorpse materialen, kleurtoepassing en details Een harmonieuze kleur- en materiaaltoepassing en toepassing van gelijke details, zoals een overstekende dakrand, dragen bij aan de gewenste ruimtelijk samenhangende bebouwing in het Valleipark. Dorpse woningen en landelijke woningen onderscheiden zich door natuurlijk en duurzaam materiaalgebruik. De materialen zijn hoogwaardig en worden mooier naarmate ze verouderen. Een eigentijdse toepassing van natuurlijke materialen wordt gestimuleerd. Het kleurgebruik aan de buitenzijde van de woningen is terughoudend, de uitstraling wordt vooral bepaald door het uiterlijk van de toegepaste materialen. Dit geldt zowel voor de steen als voor de kozijnen. De gevels zijn van baksteen in natuurlijke kleuren, geel-bruin tot bruin-paars, of uitgevoerd in hout, naturel of zwart/grijs, ter onderstreping van het landschappelijke/dorpse karakter. Als uitzondering zijn bij de specials wit of zwart stucwerk/keimwerk toegestaan of andere natuurlijke materialen zoals leem en beplanting. Kleurcontrasten worden beperkt. De kappen bestaan uitgebakken pannen, riet, zink, lei of hout in natuurlijke tinten, antraciet of zwart. Glimmende pannen passen niet in een dorpsbeeld waarbij de bebouwing zich niet uitbundig manifesteert. Kozijnkleuren zijn wit, zwart/antraciet of ton sur ton met de gevelkleur. Bijbehorende bouwwerken aan het hoofdgebouw vastgebouwd zijn gemaakt van hetzelfde materiaal als het hoofdgebouw. Voorts gelden voor de overige gebouwen dezelfde algemene uitgangspunten wat betreft kleur en materialisering. Kenmerkend voor landschappelijke en dorpse woningen is een ambachtelijke detaillering met duurzame en solide materialen. Voorbeelden voor een dergelijke benadering zijn: gedetailleerde uitgetimmerde dakranden, toepassing van speciale metselverbanden, ambachtelijk vervaardigde hekwerken en voordeuren bestaande uit een halve boven- en halve onderdeur. Dakdoorvoeren, hemelwaterafvoeren, de woningentrees en de raamkozijnen worden goed gedetailleerd in materialen die mooi verouderen. Duurzaam bouwen wordt gestimuleerd. De gemeente stelt hiervoor GPR gebouw (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen) beschikbaar. Hierbij wordt onder meer aandacht besteed aan materialen en energieverbruik. Wanneer zonnepanelen toegepast worden is het uitgangspunt dat deze onderdeel uitmaken van de architectonische vormgeving van de woningen en dat matzwarte panelen worden toegepast in combinatie met zwarte dakpannen. Bij voorkeur worden de zonnepanelen op daken van de vaak lagere, bijbehorende bouwwerken op de kavel geplaatst. In plaats van zonnepanelen kunnen ook in de dakpannen geïntegreerde fotovoltaïsche cellen toegepast worden. Hiermee wordt de meest optimale architectonische integratie bereikt. Uitgangspunt bij de uitstraling van de woningen - Gebruik duurzame materialen, met oog voor detaillering - Terughoudend kleurgebruik bij de woning
28
Valleipark “wonen met de natuur aan je voeten”
29
“wonen met de natuur aan je voeten”
www.valleipark.nl