Beeldkwaliteitsplan Lelystad-Haven Werkeiland
1. Inleiding ......................................................................................................... 3 1.1 Kader en status van het beeldkwaliteitsplan (BKP) ...................................... 3 1.2 Welstandsbeleid ....................................................................................... 4 2. Toelichting ...................................................................................................... 5 2.1 Historie ................................................................................................... 5 2.2 Ligging en betekenis van het plangebied.................................................... 7 2.3 Stedenbouwkundige context ..................................................................... 9 3. Welstandscriteria ............................................................................................11 3.1 Criteria voor nieuwe bebouwing ...............................................................11 3.2 Criteria voor bestaande karakteristieke bebouwing ..........................................12 Stenen kamp ................................................................................................13 De Lange Jammer.........................................................................................18 Houten kamp ...............................................................................................20 4. Richtlijnen voor inrichting van de openbare ruimte en erven ..............................21 4.1 Openbare ruimte.....................................................................................21 4.2 Groenstructuur........................................................................................23 4.3 Erven .....................................................................................................24 5. BIJLAGE ........................................................................................................27 Lelystad-Haven; Welstandsnota...........................................................................27 Hoofdstructuur en onderverdeling ensembles .................................................27 Ensemble Werkeiland ....................................................................................28 Visie en Criteria Werkeiland ...........................................................................29
1
2
1. Inleiding 1.1 Kader en status van het beeldkwaliteitsplan (BKP) Het “Beeldkwaliteitsplan Werkeiland, Lelystad-Haven” vormt een aanvulling op het gelijknamige bestemmingsplan. In het bestemmingsplan is een groot aantal zaken over de wijze van inrichting en de massa van de op te richten bebouwing middels de plankaart, bebouwingsvoorschriften, gebruiksbepalingen en dwarsprofielen vastgelegd. Het beeldkwaliteitsplan heeft een afstemmingsfunctie en houdt zich vooral bezig met de nadere uitwerking van de openbare ruimte en met de sfeer en het karakter van de architectuur in samenhang met de ruimtelijke opzet. Het stedenbouwkundig beleid is bepalend en voorwaardenscheppend voor het welstandstoezicht. Voor de begeleiding van het bouwproces in de stad en de zorg voor ruimtelijke kwaliteit bestaan een aantal instrumenten: Bestemmingsplan = juridisch Stedenbouwkundig plan = ruimtelijk Beeldkwaliteitsplan = welstand 1) Welstandsbeleid neemt dus een plaats in binnen de Ruimtelijke Ordening en ander lokaal beleid (sectoren, zoals cultuurbeleid, architectuurbeleid, e.d. Omdat welstandsbeleid wordt gevoed door materiaal dat uit andere beleidsvelden afkomstig is, moet welstandsbeleid voortdurend in wisselwerking staan met het overig beleid. 1) Welstandszorg en monumentenzorg zijn verwante beleidsvelden. Beide hebben betrekking op de culturele waarde van de gebouwde omgeving. Bijzondere gebieden en bouwwerken zijn geïnventariseerd in het structuurplan. De Zuiderzeewijk en het Werkeiland zijn waardevolle gebieden, maar er is geen monumentale status aan verleend. Wel zal in de verdere planvorming rekening worden gehouden met de bijzondere kenmerken van deze gebieden. Die moet leiden tot zorgvuldigheid bij de verandering en aanpassing in een gebied of aan een gebouw. 1) Het opstellen van welstandscriteria voor (her)ontwikkelingsprojecten wordt voortaan een vast onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorbereiding. De criteria worden opgesteld door de stedenbouwkundige of de supervisor, in overleg met de welstandscommissie. De gemeenteraad stelt de welstandscriteria vervolgens vast ter aanvulling op de welstandsnota. De gemeenteraad kan dit delegeren aan de raadscommissie ruimtelijke ordening. 1) ( “1) bovenstaande uit Welstandsnota 2004” )
3
1.2 Welstandsbeleid Het welstandsbeleid is vastgelegd in de Welstandsnota (april 2004). Lelystad-Haven is een onderdeel (ensemble) dat valt onder het in de nota omschreven wooneiland 10. Achtereenvolgens wordt de hoofdstructuur beschreven met een nadere onderverdeling van ensembles. Een ensemble is een architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch geheel van meerdere panden. Daarna volgt een toelichting van de ensembles, uitmondend in visie en criteria, op basis waarvan een welstandscommissie haar oordeel omtrent een bouwplan vormt. In dit BKP wordt de betreffende tekst uit de welstandsnota overgenomen en is als bijlage toegevoegd. Aangezien het Werkeiland, in het kader van de veranderingen die nu ophanden zijn, is te beschouwen als een herontwikkelingsgebied, worden in dit beeldkwaliteitsplan specifieke criteria toegevoegd om de planontwikkeling te ondersteunen. In hoofdstuk 3 wordt het geheel van criteria geformuleerd voor de nieuwe toe te voegen bebouwingen en volgens de criteria en specifieke eisen die gesteld worden aan de bestaande bebouwing, waaraan een cultuurhistorische waarde wordt gehecht. De Lange Jammer, het oorspronkelijke hoofdgebouw wordt daarbij op een andere manier belicht omdat met het invullen van een nieuwe functie voor dit gebouw er naar gestreefd zal worden om door middel van ruimtelijke vormgeving het object beter te laten uitkomen (accentueren) in combinatie met nieuwe elementen naast het bestaande. Daar waar de oorspronkelijke opzet verloren is gegaan, worden aanbevelingen gedaan om die alsnog in ere te herstellen. Voor de karakteristieke buitenruimte, die bijdraagt aan het sociaal-culturele aspect van het geheel worden onder hoofdstuk 4 de criteria beschreven. Voorafgaand aan de richtlijnen en de criteria is in hoofdstuk 2 eerst de geschiedenis en een beschrijving van de stedenbouwkundige context gegeven. Daarmee wordt, indien nodig, ook een verklaring gegeven voor bouwkundige bijzonderheden van verschillende panden.
4
2. Toelichting 2.1 Historie De eerste pioniers van Oostelijk Flevoland waren de bewoners van perceel P, het werkeiland en startpunt, tegenwoordig het oudste gedeelte van Lelystad. De aanduiding P was de volgende in de reeks van aanbestedingen van dijkwerken. De kiem van perceel P was een dukdalf die op 31 oktober 1949 werd geplaatst middenin de wijde ruimte van het IJsselmeer. Op 28 april 1950 vond de aanbesteding plaats voor het maken van de dijkvakken P, Q en R van Oostelijk Flevoland. De speciaal opgerichte Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken (MUZ) meerde ter plaatse van perceel P het drijvende arbeidersverblijf “Malta” aan de dukdalf af. Er werd voortvarend gewerkt. Er werd een werkhaven aangelegd en men zette er vaste voet aan de grond. Op een verbreed stuk dijk van anderhalve kilometer lang en tachtig meter breed. Daarnaast kwam een bouwput voor een sluis en een gemaal/ Het werd een kunstmatig eilandje middenin het IJsselmeer. Al spoedig bouwde men een aantal houten barakken, later aangevuld met een stenen kamp met kantine, die werden bevolkt door polderarbeiders. De eersten kwamen in 1952, negentig man sterk. Het waren personeelsleden van aannemers en van de Dienst der Zuiderzeewerken en de Directie van de Wieringermeer. Het was een bont gezelschap zoals bouwvakkers bij het gemaal, dijk- en rijswerkers en ambtenaren. De vele uitersten verdroegen elkaar over het algemeen goed. Het moest wel, iedereen zat in hetzelfde schuitje. Wie uit de pas liep raakte buitenspel. Aanvankelijk was Lelystad-Haven, zoals het al spoedig heette, een echte mannengemeenschap. Vrijdagsmiddags liep de gemeenschap leeg. De mannen gingen huiswaarts tot maandagmorgen. Al was de werkweek dan kort, de werkdagen waren lang. Vooral voor de mannen die verbleven op de vaartuigen zoals baggermolens, zandzuigers enzovoorts. Dezen werkten van ’s morgens zes uur totdat het werk klaar was, omstreeks zeven uur ’s avonds, maar het kon ook wel tien uur worden wanneer er storing was opgetreden bij het verslepen van de bakken met keileem of zand naar of van de dijk. Later lieten de eersten hun gezinnen overkomen. Daarvoor was een lange rij houten woningen aan een straatje dat ironisch De Lange Jammer werd genoemd. Het straatje en de huisjes zijn nu verdwenen, maar de naam leeft nog voort in het stenen hoofdgebouw, de oorspronkelijke kantine. Om te voorzien in de behoefte aan voedsel en andere zaken voer het directievaartuig “Ir. C. Lely” tweemaal per dag naar Harderwijk. Op zaterdag werden de bewoners in de gelegenheid gesteld om mee te varen naar de markt in Harderwijk. Wanneer het stormde of als er ijs lag was het werkeiland onbereikbaar. Er werd dan voedsel aangevoerd door de lucht. Toen de Knardijk gereed en bestraat was werden de verbindingen beter. Men kon nu zelf naar Harderwijk rijden, al was de weg dan soms bijna onbegaanbaar en gevaarlijk, een smalle baan aan weerszijden gelegen in het water. Wie autopech had moest afwachten of er hopelijk iemand anders langskwam. Er kwam toen zelfs een busverbinding met Harderwijk, tweemaal per dag. Ook toeristen kwamen een kijkje nemen. Voor hen werd een voorlichtingscentrum ingericht in een barak. Een heuse jonkheer Bergh van Middelburg, een wat alternatieve, kunstzinnige en erudiete figuur, zwaaide er de scepter. Dit centrum werd de moeder van het Nieuw Land Poldermuseum. Andere toeristen kwamen met de rondvaarten van de Verenigde Toeristen Bedrijven in Harderwijk. Minder gewaardeerde bezoekers waren de steekvliegjes en muggen die bij miljoenen een broedplaats vonden in de droogvallende grond binnen de dijk. Ze bezorgden zoveel overlast dat er een grote lap grond met spoed in cultuur werd gebracht. Intussen was de gemeenschap gegroeid tot enkele honderden personen. Het was een primitieve maar idyllische gemeenschap. Er was een huisarts, dokter Bekius, die zich in dit polderdorpje nuttiger voelde dan in militaire dienst. Later werd hij huisarts in Dronten. De kinderen moesten onderwijs hebben, dus werd een schooltje opgericht, beheerd door onder meer een onderwijzeres met pioniersmentaliteit en kunstenaarskwaliteiten. Ook het geestelijke leven kreeg aandacht, er werden regelmatig kerkdiensten gehouden. De kantine had een centrale plaats in het gemeenschapsleven gekregen. Tot genoegen van de spelers en nog meer van de bewoners werd een toneelvereniging opgericht die geregeld een voorstelling gaf. Wat is er nou mooier dan je man/vrouw, buurman of buurvrouw op de planken te zien? De huisvrouwen richtten een vereniging op voor onderling contact en voorlichting. En zo ging het door. Sommige clubs hebben de overgang naar het huidige Lelystad meegemaakt. Want degenen die in 1967 naar de nieuwe stad verhuisden, brachten ook daar hun pioniersmentaliteit over. Bovenstaand verhaal is ontleend aan een beschrijving (die ook in de krant is verschenen) door de heer Aalt Selles, inwoner van Lelystad.
5
6
2.2 Ligging en betekenis van het plangebied Het plangebied ligt aan de zuidwestzijde van de stad. Het wordt begrensd door het water van het Markermeer in het westen en de Houtribweg aan de oostkant. Het plangebied ligt hoog ten opzichte van het verdere bebouwde gebied van Lelystad-Haven ten oosten van de Houtribweg. Het Werkeiland bestaat uit een bebouwd gedeelte en een aan de oostzijde gelegen gedeelte, dat onbebouwd zal blijven. Het Werkeiland met de eerste bebouwing uit 1954 is, historisch gezien, een markant begin voor de realisatie van Oostelijk-Flevoland en vormt het oudste deel van Oostelijk Flevoland. De oorspronkelijke inrichting en bebouwing van het gebied zijn tot op heden grotendeels bewaard gebleven met een eigen karakteristiek voor wat betreft architectuur en daarmee samenhangende beeldkwaliteit. Het eiland was een opvangplaats van waaruit de per schip aangevoerde dijkwerkers maandagochtend vroeg op hun werk begonnen en een plek voor vaste bewoners die betrokken warenbij de aanleg van de polder. Bewoners, zoals stafpersoneel met hun gezinnen, een arts en een onderwijzer vormden in de daarvoor opgerichte gebouwen een bijzondere gemeenschap. Door deze achtergrond heeft het Werkeiland een specifieke sociaal-culturele betekenis voor de stad Lelystad. Voor het gebied is het stedenbouwkundig ontwerp “Werkeiland Lelystad-Haven” (22-01-2004) vastgesteld door het gemeentebestuur in het voorjaar van 2004.
7
huidige situatie (luchtfoto´s)
8
2.3 Stedenbouwkundige context Voorop staat een herontwikkeling van dit gebied, waarbij het cultuurhistorische erfgoed in ere wordt hersteld en de nieuw te ontwikkelen bebouwing in harmonie met de oorspronkelijke karakteristieke bebouwing tot stand wordt gebracht. Door deze herontwikkeling met daaraan gerelateerde functies op het gebied van wonen en recreatie kan het Werkeiland een eigen plaats innemen binnen de verder te ontwikkelen en uit te bouwen kustzone.
9
10
3. Welstandscriteria 3.1 Criteria voor nieuwe bebouwing Voor de nieuw toe te voegen bebouwing gelden de volgende welstandscriteria. Relatie met de omgeving Stedenbouwkundige context De verkavelingsprincipes en schakelingen van bestaande gebouwen of bouwdelen hebben een karakteristiek patroon en moeten bij de plaatsing van nieuw toe te voegen bebouwing als leidraad dienen. Uitstraling naar de openbare ruimte De nieuw toe te voegen bebouwing moet bijdragen aan het herstellen of versterken van de relatie tussen bebouwing en openbare ruimte. Openbaar, privé, erfafscheidingen Gebouwde erfafscheidingen en/of in combinatie met haagbeplantingen wordt sterk aanbevolen. Uitgangspunt is dat nieuwe erfafscheidingen een bijdrage leveren aan het groene beeld van de openbare ruimte. Bouwwerk op zichzelf Uitstraling Tezamen met de bestaande bebouwing dienen de nieuwe bouwwerken bij te dragen aan een opwaardering van het totale beeld. Voor de nieuwe bebouwing is een eigentijdse vormgeving voorwaarde (geen retro-stijlen) juist een eigentijdse architectonische benadering doet ook recht aan de bestaande bebouwing, doordat door middel van een dergelijke accentuering de “oude en nieuwe objecten herkenbaar kunnen worden ten opzichte van elkaar en ook voelbaar is in welke periode ze gebouwd zijn. Massa opbouw, maat en schaal De hoofdvormen van nieuw toe te voegen bebouwingen dienen “familie” te zijn van de aanwezige gebouwen. Een zorgvuldige benadering waarin een overigens een verschil kan worden aangetroffen tussen de nieuwe bebouwing die zich voegt in het totaal patroon en de zogenaamde accenten, die juist een andere en eigenwijze vormgeving kunnen krijgen. Compositie gevel Gevelcomposities dienen op eenzelfde wijze benaderd te worden voor de verschillende nieuwe bebouwingen, zoals hierboven geldt voor maat en schaal. Dat wil zeggen dat het voor de hand ligt om te werken met vlakken, waar gaten voor kozijnen en deuren in zijn uitgesneden. Dakvormen Afdekkingen voor gebouwen zijn voorgesteld in kapvorm, verwant met de sfeer op het Werkeiland, met uitzondering van de zogenaamde accenten waar juist een platte afdekking kan plaatsvinden. Eén en ander afhankelijk van de bouwhoogtes. In het bestemmingsplan is dit vastgelegd als uitvloeisel van het stedenbouwkundig plan, dat voor dit gebied is vastgesteld. Detaillering – materialisering – en kleurgebruik Materialisering Er wordt geen dwingende materialisering voorgeschreven. Van belang is dat samenhang van blokken of ensembles tussen het “oude” en nieuwe kan ontstaan, ondersteund door de aard van het materiaalgebruik. Als richting geldt dat ambachtelijke materialen, zoals baksteen en hout het meest voor de hand liggen. Kleurgebruik Ook het kleurgebruik zal worden beoordeeld in de context van het geheel. Er worden dus geen dwingende voorwaarden gesteld. Het sobere kleurpalet van de bestaande bebouwing geldt als referentie. Geen felle en schreeuwende kleuren. Bijzondere details De specifiek details in de bestaande gebouwen (b.v. metselwerk) zouden aanleiding kunnen vormen voor specifieke en/of bijzondere details, die zelfs als een soort (eigen)aardigheid een extra herkenbaarheid opleveren. Dit is geen verplichting, maar wordt hier aangereikt als suggestie.
11
3.2 Criteria voor bestaande karakteristieke bebouwing De bebouwing met een sociaal-culturele waarde valt uiteen in twee gedeelten. Bij die gedeelten behoort ook een geheel verschillende beeldkwaliteit als gevolg van de ontwerpopvattingen waarmee de gebouwen tot stand zijn gekomen. Het betreft hier: • Stenen kamp: De bebouwing rondom de Lange Jammer gelegen, zijnde karakteristieke bebouwing met een architectuur die refereert aan het tijdstip van ontstaan in het midden van de vijftiger jaren van de vorige eeuw. • Houten kamp: De woonbebouwing, meer gelegen aan de noordzijde van het Werkeiland, voortgekomen uit de oorspronkelijke woonbarakken, maar die door eigenbouw en huisvlijt inmiddels een zodanig karakteristieke uitstraling hebben gekregen dat hier waarachtige “woonpaleisjes” zijn ontstaan.
1 3 3 2 3 4
- stenen kamp 1. voormalig gebouw voor geestelijke verzorging nu bekend als jeugdherberg 2. Lange Jammer 3. voormalige woonbarakken 4. voormalige ziekenboeg - houten kamp
12
Stenen kamp De gebouwen, tezamen vormend “het stenen kamp”zijn, zoals de naam al zegt in metselwerk uitgevoerd. De massaopbouw is merendeels enkelvoudig, de Lange Jammer en de jeugdherberg wijken hier enigszins van af. De dakvorm bestaat uit een zadeldak of schilddak. De compositie van de gevel is heel kenmerkend door de verhouding open - gesloten, de “betonnen” kozijnelementen en robuuste houten kozijnen. Daar draagt ook het metselwerk bovendien nog aan toe bij, door het gebruikte metselverband. Detaillering van kozijnen, goten, schoorstenen e.d. dragen bij aan het specifieke karakter. Al met al betekent het dat zowel bij renovatie als vernieuwing met deze elementen rekening moet worden gehouden. Zo ligt het voor de hand om bij het verkrijgen van een betere muurisolatie de constructie aan de binnenzijde van de gebouwen op te lossen. Aan de hand van bijgaande foto’s en tekeningen wordt een impressie van het huidige beeld opgeroepen.
13
14
15
Naast de in hoofdstuk 3.1 reeds genoemde welstandscriteria omtrent “relatie met de omgeving”, “bouwwerk op zichzelf”, en “detaillering, materialisering en kleurgebruik” gelden in verband met de sociaal historische context voor alle gebouwen van het “ Stenen kamp” een aantal aanvullende criteria. Het gebouw van de Lange Jammer, dat als hoofdgebouw is op te vatten binnen de compositie van het geheel, wordt hierna nog apart beschreven. De aanvullende criteria betreffen: Massa • De hoofdvormen zijn enkelvoudig of vormen combinaties met strenge basisvormen, afgedekt met zadeldaken of schilddaken. Dit moet als uitgangspunt behouden blijven. • Het toepassen van dakkapellen is toegestaan zij het op een wijze dat het dakvlak in zijn beleving behouden blijft en de dakkapellen klein van afmeting zijn, passend bij de schaal en materiaalgebruik van de gebouwen. De afmeting van de dakkapellen van de jeugdherberg vormen wat dat betreft een goede referentie. Er worden dus strengere eisen gesteld op dit punt, dan in de sneltoetscriteria (Welstandsnota) wordt vermeld. Metselwerk • Metselwerk is toegepast in halfsteensverband en als klampmetselwerk in een patroon (als een soort blokverband) gemetseld. Dit metselverband moet in principe gehandhaafd blijven en daar waar, met name op de kopgevels, het blokverband ontbreekt is te overwegen dit alsnog te herstellen of toe te voegen.
Kozijnen (beton) • Er zijn betonnen kozijnen als entrees voor de oorspronkelijke logiesgebouwen toegepast. Deze zijn zodanig kenmerkend dat ze absoluut behouden moeten blijven. De voordeuren zijn als gladde houten deuren uitgevoerd, waarbij in de oorspronkelijke opzet voorzien was in een vierkant raampje. De nu voorkomende ronde, vierkante of overhoekse raapjes in de deuren zijn denkbaar als ontwerpmotieven. • Het aanbrengen van eventueel dubbel glas zal zorgvuldig moeten worden uitgevoerd om het oorspronkelijke karakter te handhaven. Grappig is de, weliswaar overbodige, neut aan de onderzijde van de kozijnen ter plaatse van de voordeur. Handhaven als kenmerkend detail.
16
Kozijnen (hout) • Stijlen en dorpels van de houten kozijnen zijn van een robuuste maatvoering. Deze afmeting dient te worden gehandhaafd. De kruisroedeverdeling is origineel en dient te worden gehandhaafd, dan wel te worden hersteld.
Dakgoten • De dakgoten met omtimmering en gootklossen dienen op dezelfde wijze te worden uitgevoerd als aanwezig. • Hemelwaterafvoeren kunnen “in het zicht “, zoals ook nu het geval is worden uitgevoerd. Het toepassen van donkere gekleurde pijpen heeft de voorkeur om de compositie van de lichtgekleurde kozijnen zo min mogelijk te verstoren. Dakafdekking • Kenmerkend is de toepassing van rode dakpannen. Alle gebouwen dienen met deze rode dakpannen te worden afgedekt, inclusief de benodigde hulpstukken, eindpannen e.d.
Schoorstenen • De gemetselde schoorstenen, inclusief de rollaag als beëindiging, dienen te worden gehandhaafd. • Indien het nodig is om extra dakdoorvoeren te maken, dienen deze ondergeschikt te zijn en een strakke uitvoering te hebben in een donkere of zwarte kleur.
17
De Lange Jammer De Lange Jammer is binnen het “Stenen kamp”het belangrijkste gebouw, maar tevens het minst origineel. De bouwaanvraag (in 2 fasen) laat wat dat betreft een interessante ontwikkeling zien. Het eerste ingediende bouwplan uit 1954 voorzag in een samengestelde kapvorm en architectuur met houten kozijnen eb “geblokt”metselwerk, zodat het een duidelijke referentie had met de jeugdherberg en de woonverblijven/ Het oorspronkelijke ingediende bouwplan zou, nu we voor een hersteloperatie staan en een andere functietoekenning voor het gebouw, de inspiratiebron kunnen vormen voor een hernieuwde aanpak. De samengestelde oorspronkelijke kapvorm biedt nu de mogelijkheid voor een nieuwe functie met appartementen die ook ruimten voor slapen met volwaardige slaapkamers onder de kap vinden. Verder wordt de mogelijkheid gegeven om de oorspronkelijke beheerderswoning te slopen, waarbij het vrijkomende materiaal aan bakstenen, kozijnen, dakpannen e.d. gebruikt kan worden voor restauratie van de overige gebouwen in het “Stenen kamp”. Met het vrijkomen van die hoek t.p.v. de beheerderswoning kan een goede verkeersafwikkeling (éénrichting) voor auto’s worden bereikt en tevens een oplossing ontstaan waarbij de totale openbare ruimte kwalitatief goed wordt verzorgd. De hiervoor beschreven criteria omtrent massa, metselwerk, kozijnen, goten, dakafdekking en schoorstenen zijn eveneens van kracht voor het gebouw van de Lange Jammer. Voor wat betreft een in te dienen bouwaanvraag met een aangepaste opzet moet referentie worden gezocht met de oorspronkelijke beeldvorming. Het bestemmingsplan voorziet daarin door een wijzigingsbevoegdheid.
18
Het voorgedeelte is 10 jaar later deels gesloopt en vervangen door een grotere kantine met afwijkende architectuur met o.a. toepassing van stalen kozijnen.
19
Houten kamp De woningen hier genoemd vormen het zogenaamde “Houten kamp”. Door de bewoners is hier in de loop der jaren zodanig vertimmerd dat de woningen een gerieflijk oord vormen met een eigen sfeertje. De welstandscriteria in hoofdstuk 3.1 geven voldoende houvast bij bouwaanvragen van bewoners, indien zij veranderingen aan hun panden wensen. Aanvullende aspecten zijn hier niet zozeer benoembaar. Indien in de geest van het huidige patroon (zowel als het gaat om hoofdvormen, materiaalgebruik als detaillering) wordt gewerkt, kunnen er geen missers plaatsvinden.
20
4. Richtlijnen voor inrichting van de openbare ruimte en erven 4.1 Openbare ruimte De openbare ruimte is zeer belangrijk voor het Werkeiland. De informele en intieme sfeer van het binnengebied wordt voornamelijk bereikt door de structuur van langzaam verkeersroutes door het gebied en de informele, vooral semi-openbare ruimten. Aan de waterzijde van het plangebied vormt de kademuur de fysieke grens tussen het Werkeiland en de haven. De laaggelegen kade is bereikbaar vanaf de zuidzijde van het plangebied en verschaft tevens de toegang naar de schepen en biedt ook parkeermogelijkheid voor de havenbezoekers. Dit punt is tevens het begin- / eindpunt van de boulevardroute langs de kust van Lelystad. Dit punt zou dan ook ruimtelijk herkenbaar moeten worden en van een informatiebord worden voorzien. Aan de binnenzijde van de kademuur ligt een smalle voetgangersstrook die van de rijweg wordt gescheiden door betonnen “poefs”. Deze voetgangersstrook kan iets verhoogd en verbreed worden aangelegd en door een hoge band van de rijweg worden gescheiden. De band dient dan gelijk als antiparkeervoorziening op het trottoir. Door deze oplossing zijn de poefs niet meer nodig en kan deze voetgangersstrook optimaal worden gebruikt. De inrichting dient conform het “boulevard”profiel gedetailleerd te worden. Parkeren in parkeervakken langs de straten dient zorgvuldig en vooral op een kleinschalige wijze vormgegeven te worden. Extra aandacht voor dit aspect is van belang om de belangrijkste sfeervolle elementen niet in het gedrang te laten komen door een grotere parkeerdruk. Op 24 meter van de kademuur ligt de voorgevelrooilijn van de nieuw te plaatsen bebouwing. De zone biedt plaats voor parkeerplaatsen voor het kadefront. Voor de kadebebouwing langs kan een aantrekkelijke “houten” looproute gerealiseerd worden. Onderdeel van het plangebied is het sluiscomplex tussen het Oostvaardersdiep en de Lage Dwarsvaart. De sluis is een interessante locatie binnen het plangebied. Het is een plek waar activiteit is, waar “spannende”dingen gebeuren, waar men direct geconfronteerd wordt met de verschillende waterstanden tussen het Markermeer en de Flevopolder, kortom een aantrekkelijke plaats om te verpozen. In de huidige situatie ligt de sluis tamelijk verscholen en is er geen directe relatie tussen de sluizen en het plangebied. Dit gebied wordt meer toegankelijk en onderdeel van de boulevardroute. In het ontwerp moet rekening gehouden worden met het plaatsen van bankjes en een hekwerk langs de sluis. Dit hekwerk kan dienen voor de veiligheid van bezoekers, maar tevens ook om tegenaan te leunen bij het kijken naar activiteiten in de sluis.
21
Uitgangspunten voor materiaalgebruik • Kade langs het water gelegen deel: zwarte basaltkeien of gelijkwaardig; • Kademuur te schilderen – voorstel osserood – met anti graffiti coating; • Doorgaande route (Oostvaardersdijk) klinkers, handvorm, rood (hergebruik) • Overige straten klinkers, handvorm, rood • Parkeerplaatsen zwarte “matjes”, in betonstraatstenen • Boulevard profiel trottoir langs kademuur uitvoeren in gele gebakken klinkers, idem als toegepast in het centrale gedeelte van de kustboulevard en te voorzien van hoge (zwarte) trottoirband om ongewenst parkeren te voorkomen • “Houten” looproute en terrassen binnen de zone “waterstaats doeleinden” hardhout, waterbouwkundige detaillering; (vlonders) • Bankjes 6 tot 10 banken in zwart beton, idem als elders op de boulevard; plaatsen nader te bepalen. • Hekwerken op kademuur eenvoudig, strak, wit te schilderen • Informatie bebording incidenteel te ontwerpen. • Verlichting lichtmasten, idem als boulevard, of qua vormgeving als familie daarvan te ontwerpen.
22
4.2 Groenstructuur De bomen spelen op het Werkeiland eveneens een beeldbepalende rol Binnen de nieuwe ontworpen stedenbouwkundige structuur blijft de “Groene geleding” van de hoofdlijnen een belangrijke beeldbijdrage leveren. Wellicht met vervangende soorten die minder kwetsbaar zijn voor ziekten, dan wel minder onstuimig groeien. Tussen de bebouwing wordt de groene sfeer bepaald door heesters en kleine boomsoorten die daarmee bijdragen aan het binnentuin karakter. Bomen in de nieuwe hoofdstructuur moeten in nauwe samenwerking met stedenbouwkundige en architect worden ingepast. Ook het nemen van maatregelen in de ondergrond (bodemsamenstelling/kabels en leidingen) zijn hierbij van groot belang. Uiteraard geldt dit ook voor bomen die gehandhaafd blijven. Concreet levert dat de volgende richtlijnen op: • Het eiland-idee moet worden geaccentueerd. Het Werkeiland dient van alle richtingen als eiland herkend te worden. Het huidige grasveld tussen de Houtribweg en het Werkeiland moet hiertoe zijn open karakter behouden. • De Beatrix-Lindeboom wordt gehandhaafd als markant punt voor het “dijklichaam”, zij het dat de boom zoals oorspronkelijk was bedoeld zal worden herplant op een kleine terp. • De bomenstructuur aan de zijde van de Oostvaardersdijk is beeldbepalend. Waar mogelijk zal deze behouden of herplant worden, hoewel er uitval is geweest door iepziekte. In ieder geval speelt de samenhang met de kustboulevard hier een belangrijke rol.
23
4.3 Erven De semi-openbare ruimte tussen de (oorspronkelijke bebouwing) is van een bijzondere kwaliteit. In het bestemmingsplan is voor het gebiedje van het Stenen Kamp, ook een apart erf met de bestemming T (tuinen) aangegeven, dat als waardevol is te beschouwen/ Daarnaast zijn er nog enkele kleinschalige groene plekken, die een zorgvuldige aanpak vereisen. Er is sprake van enige verwaarlozing, maar de oorspronkelijke structuur met hagen, grasperken en karakteristieke bomen is nog goed herkenbaar. Daar waar nodig zullen hagen hersteld en aangevuld worden om het privé of semi-openbare karakter te benadrukken, tezamen met de wijze waarop voetpaden daarin achteloos zijn geprojecteerd. Voor die binnentuinen zal het beeld qua sfeer en soortenkeuze dus nauwelijks wijzigen. Richtlijnen die hier dus gelden zijn als volgt: • hagen herstellen en completeren; • grasperken met herkenbare vormen als uitgangspunt kiezen; • voetpaden, uitgevoerd in kleur rood van handvormklinkers, in duidelijke en eenvoudige opzet meenemen; • heester- en bomenbeplanting herstellen of aanvullen, rekening houdend • met de ruimtelijke opzet en bezonning; • binnen de bestemming T (tuinen) zijn rondom de woningen uitsluitend halfhoge hagen als erfafscheiding toegestaan.
“Stenen kamp” huidige situatie met haagstructuur
doorsnede over hof
24
“Stenen kamp” nieuwe situatie, haagstructuur in ere hersteld
doorsnede over hof
25
26
5. BIJLAGE Lelystad-Haven; Welstandsnota Hoofdstructuur en onderverdeling ensembles Deze buurt is enigszins geïsoleerd in het zuidwesten van Lelystad gestitueerd. De buurt is gelegen aan de Oostvaardersdijk. Buitendijks is het oudste deel van de buurt gelegen, dit is het voormalig Werkeiland van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Het binnendijkse deel is rondom en aan het Bovenwater opgebouwd. Het binnendijkse deel is in de periode 1980-2000 gerealiseerd. Het beeld in de buurt is hierdoor relatief divers. Het algemene beeld wordt bepaald door een relatief sobere architectuur, rijwoningen opgetrokken uit baksteen met een zadelkap. De oudere delen hebben geen relatie met het Bovenwater. In de recentelijk gerealiseerde delen van de buurt is de architectuur divers en expressief en is een relatie met het water nagestreefd. Ter plekke van de buurtentree is een centrum gesitueerd, opgebouwd uit winkels en gestapelde woningen. De openbare ruimte van het centrum heeft geen relatie met het Bovenwater. In de buurt komt een grote variatie aan woningtypes voor; rijwoningen, 2 onder 1 kapwoningen, vrijstaande woningen en gestapelde woningen.
27
Ensemble Werkeiland Algemeen Dit ensemble bestaat uit een grote diversiteit aan bebouwing op het voormalig Werkeiland voor de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. In het ensemble komen onder meer rijwoningen en vrijstaande houten woningen voor. Voor dit historische deel van Lelystad is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding, waarin de nadruk wordt gelegd op de sociale historie. Kenmerken Relatie met de omgeving • Stedenbouwkundige context bebouwing langs woonstraten, informele en groene structuur • Woonschakeling en Typologie rijwoningen en vrijstaande woningen • Rooilijnen verspringende rooilijnen • Uitstraling naar openbare ruimte relatie bebouwing – openbare ruimte is aanwezig • Overgang openbaar – privé informele overgang openbaar en privé, geen gebouwde erfafscheidingen Bouwwerk op zichzelf • Uitstraling traditionele architectuur • Bouwhoogte 1 tot 2 lagen met kap • Dakvorm schilddak en zadeldak • Massaopbouw eenduidige bouwmassa • Compositie gevel geen bijzondere compositie Detaillering, materialisering en kleurgebruik • Materialisering hoofdzakelijk baksteen metselwerk, dakbedekking hellende dakvlakken met gebakken pan of betonpan, toepassing van bijzondere metselverbanden • Kleurgebruik rode baksteen, gebakken pan rood • Bijzondere details zakelijke, heldere detaillering, toepassing van bijzondere metselverbanden (klampmuur)
28
Visie en Criteria Werkeiland Dynamiek Afhankelijk van de ouderdom van de delen van Lelystad Haven is sprake van veel of weinig dynamiek. Met name in een van de oudere delen van de buurt (het Werkeiland) is sprake van veel dynamiek. Met name door schuttingen, bergingen en verrommelingen van binnenterreinen wordt de beeldkwaliteit aangetast. Waardering en visie Het beeld van de buurt is relatie divers. Het buitendijkse deel heeft een geheel eigen karakter door de informele structuur en bebouwing, het groen en het zicht op het IJsselmeer. De beeldkwaliteit is goed. Het voormalig Werkeiland is een bijzonder gebied dat is verbonden met de vroegste ontwikkeling van Lelystad/ Hier zal een vrij conservatief beleid worden gehanteerd ten aanzien van ontwikkelingen die de huidige kwaliteit aantasten. Welstandscriteria De welstandscriteria uit de welstandsnota 2004 zijn geïntegreerd in de criteria voor de bebouwing van de herontwikkeling van het Werkeiland. Ze zijn terug te vinden onder hoofdstuk 3.
29