Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
Quality, Health, Safety & Environment Amsterdamseweg 53 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Telefoon 033 - 467 15 11 Fax 033 - 467 17 88
[email protected] www.wolterendros.nl
Carbon Footprint Rapport 2011-Q1+Q2
Datum opgesteld
1 oktober 2011 Datum gewijzigd
27 januari 2012 Referentie
1103.00020r Blad Auteur(s)
J.P.T. Janssen
0437
1 van 37
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
Quality, Health, Safety & Environment Amsterdamseweg 53 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Telefoon 033 - 467 15 11 Fax 033 - 467 17 88
1
Management summary .......................................................................................3
[email protected] www.wolterendros.nl
2 Verantwoording ...................................................................................................7 2.1 Overeenstemming .......................................................................................7 2.2 Verwijzingsoverzicht rapportage en ISO 14064-1 .......................................7 3 Omschrijving van de organisatie.........................................................................8 3.1 Inleiding 8 3.2 Missie 9 3.3 Bedrijfshistorie .............................................................................................9 4
Beleid
10
5 Boundary 2011-Q1+Q2.....................................................................................11 5.1 Centrale Bedrijfsonderdelen ......................................................................12 5.2 Vestigingen ................................................................................................12 5.3 Dochteronderneming .................................................................................12 5.4 Deelnemingen............................................................................................12 5.5 C-aanbieders/concernrelaties....................................................................13
Datum opgesteld
1 oktober 2011 Datum gewijzigd
27 januari 2012 Referentie
1103.00020r 6 Energiegebruik 17 6.1 Soorten en hoeveelheden..........................................................................17 6.2 Alternatieve brandstoffen...........................................................................18 6.3 Aardgas 18 6.4 Elektriciteit19 7 De carbon footprint ...........................................................................................20 7.1 Carbon Footprint 2011-Q1+Q2 ..................................................................20 7.2 Verslagperiode en referentiejaar ...............................................................21 7.3 Verantwoordelijke persoon ........................................................................21 7.4 Contactpersoon .........................................................................................22 7.5 Uitsluitingen ...............................................................................................22 7.6 Correcties en wijzigingen...........................................................................22 7.6.1 Correcties ...........................................................................................22 7.6.2 Wijzigingen .........................................................................................22 7.7 Onzekerheden ...........................................................................................23 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren ........................................24 7.9 Verificatie 25 8 Doelen en maatregelen 2011............................................................................26 8.1 Doelstellingen ............................................................................................26 8.2 Maatregelen ...............................................................................................26 8.2.1 Scope 1 Directe emissie.....................................................................26 8.2.2 Scope 2 Indirecte emissie ..................................................................27 9 Voortgang en effect...........................................................................................28 9.1 Voortgang en effect reductiemaatregelen..................................................28 9.1.1 Vervangen van de VW Caddy door de Skoda Fabia ...............................28 9.1.2 Elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van de VW Caddy.........29 9.1.3 Verwarming 1 °C lager ................... ..........................................................30 9.1.4 Verlichting 1 uur per dag minder aan .......................................................30 9.1.5 Groene stroom .........................................................................................31 9.2 Evaluatie CO2 – emissie verandering per scope .......................................32 9.3 Voortgang doelstelling per scope en totale CO2 – emissie........................34 9.4 Vergelijking van de vestigingen onderling .................................................35 0437
Blad
2 van 37
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
3 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
10
Wijzigingen 36
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
4 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
1 Management summary In het kader van de CO2 – prestatieladder is de carbon footprint 2011-Q1+Q2 van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. opgesteld. De totale CO2 – emissie bedraagt 3.821 ton CO2 en is onderverdeeld in directe emissies (3.410 ton CO2) en indirecte emissies (411 ton CO2). Tabel 1 geeft de verandering in CO2 – emissie weer ten opzichte van 2010-Q1+Q2
Directe CO2 – emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
CF 2010-Q1+Q2
CF 2011-Q1+Q2
Verandering t.o.v. 2010-Q1+Q2
ton CO2
ton CO2
ton CO2
%
3.398,90
3.410,09
11,19
0,33%
1.224,69
411,19
-813,50
-66,43%
4.623,59
3.821,28
-802,31
-17,35%
Tabel 1: CO2-emissie 2010-Q1+Q2 in vergelijking met 2011-Q1+Q2
Uit tabel 1 kan worden geconcludeerd dat in scope 1 een toename in CO2 – emissie heeft plaats gevonden. Tevens moet worden opgemerkt dat een behoorlijke reductie in scope 2 is gerealiseerd. Dit is te wijten aan: • •
Reductie van het elektriciteitsverbruik door toepassing van de reductiemaatregel verlichting 1 uur per dag minder aan. Toepassing van reductiemaatregel groene stroom.
Het effect van de reductiemaatregelen per scope In het Carbon Footprint Rapport 2010 zijn doelstellingen voor CO2 – reductie in 2011 per scope omschreven samen met de maatregelen om deze doelstellingen te verwezenlijken. Binnen deze rapportage wordt de het effect van de maatregelen geprognosticeerd voor 2011. De maatregelen voor de doelstelling m.b.t. scope 1, 40 ton CO2 – reductie t.o.v. 2010, zijn als volgt: • • •
Vervanging VW Caddy door Skoda Fabia Elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van VW Caddy Verwarming 1°C lager
Het gewenste effect van de maatregel vervanging van de VW Caddy door Skoda Fabia wordt naar verwachting in 2011 niet gehaald. Circa 20% van de beoogde CO2 – reductie door toepassing van deze maatregel wordt, naar verwachting, in 2011 gerealiseerd. Enerzijds komt dit door een onjuist uitgangspunt anderzijds omdat niet alle lease contracten van de VW Caddy’s in 2011 aflopen. De elektrische scooters voor stadsverkeer in plaats van VW Caddy heeft zoals verwacht een te verwaarlozen effect op de reductie doelstelling voor scope 1. De CO2 – reductie in 2011 door toepassing van deze maatregel zal naar verwachting 0,35 ton bedragen.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
5 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
De maatregel verwarming 1°C lager zetten lijkt niet ov eral toegepast te worden binnen Wolter & Dros. Het gewenste effect van de maatregel wordt niet behaald. Er is zelfs sprake van een verwachte toename in CO2 – emissie van circa 25 ton i.p.v. een verwachte reductie van 20 ton CO2. De maatregelen voor de doelstelling m.b.t. scope 2, 140 ton CO2 – reductie t.o.v. 2010, zijn als volgt: • •
Verlichting 1 uur per dag minder aan Gebruik van groene stroom
Het gewenste effect van de verlichting 1 uur per dag minder aan wordt naar verwachting in 2011 geheel gerealiseerd. Er is zelfs sprake van een groter effect dan beoogd. Mogelijke oorzaak hiervan is dat vestigingen bewuster met de verlichting omgaan dan verwacht. Het gewenste effect van de maatregel groene stroom zal evenals de verlichtingsmaatregel worden behaald. Tabel 2 geeft het effect van de maatregel weer ten opzichte van het bekende elektriciteitsverbruik 2011-Q1+Q2. Tevens is het elektriciteitsverbruik van 2011 geprognosticeerd om het effect van de maatregel te vergelijken met zijn doelstelling. Groene stroom Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2)
-125,00
2011-Q1+Q2
-834,00
Prognose 2011
-1.602,00
Tabel 2: Voortgang en effect maatregel groene stroom
Uit tabel 2 kan worden afgeleid dat deze maatregel ruim wordt behaald indien de prognose voor het elektriciteitsverbruik van Wolter & Dros in 2011 met de werkelijkheid overeenkomt. Het grootte verschil tussen de doelstelling voor 2011 en de verwachte CO2 verandering is te wijten aan het toepassen van windkracht 220 certificaten. Bij gebruik van windkracht 220 certificaten mag een conversiefactor van 15 g CO2 / kWh worden gehanteerd. Tabel 3 geeft het effect van de maatregel groene stroom weer indien er geen winkracht certificaten toegepast waren. Groene stroom (zonder windkracht certificaten) Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2)
-125,00
2011-Q1+Q2
-359,00
Prognose 2011
-209,00
Tabel 3: Voortgang en effect groene stroom (zonder windkracht certificaten)
Tabel 3 toont aan dat ook zonder toepassing van windkracht certificaten de maatregel wordt behaald indien de prognose voor het elektriciteitsverbruik in 2011 met de werkelijkheid overeenkomt. De oorzaak hiervan is dat het elektriciteitsverbruik, naar verwachting, ten opzichte van 2010 zal afnemen. Toepassing van de maatregel verlichting 1 uur minder lang branden en de afname in koudevraag t.o.v. 2010 zijn hiervan een mogelijke oorzaak. Voortgang doelstelling per scope en totale CO2 - emissie
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
6 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Tabel 4 geeft de doelstelling en prognose voor 2011, zowel absoluut als relatief, per scope en voor de totale CO2 – emissie van Wolter & Dros weer. De CO2 – emissie per scope over 2011 is geprognotiseerd op basis van extrapolatie van de emissies in 2011-Q1+Q2 (tabel 1), en de uitgangspunten voor aardgas- en elektriciteitsverbruik conform analyse van de reductiemaatregelen.
CF 2010
Doelstelling 2011
Prognose 2011
Per scope ton CO2/jaar
Directe CO2 –emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
%
ton CO2 /jaar
Van totaal
Per scope
%
%
6.616,00
-0,60%
-40,00
-0,44%
2,58%
2.400,00
-5,83%
-140,00
-1,55%
-65,81%
-180,00
-2,00%
9.016,00
Van totaal ton CO2 /jaar
170,83
-1.408,55 -15,62%
Uit tabel 4 kan de conclusie worden getrokken dat de doelstellingen voor 2011 met betrekking tot scope 1 niet zal worden behaald indien de prognose voor de totale CO2 –emissie van 2011 uitkomt. De maatregelen om tot de doelstelling voor scope 1 te komen hebben allen een geringer effect op de CO2 – reductie dan omschreven binnen de doelstelling van de maatregelen in hoofdstuk 8. De maatregel 1°C lager st oken heeft in 2011 zelfs geen effect gehad. De verwachte toename in CO2 – emissie voor Scope 1 wordt veroorzaakt door:
•
De toename in CO2 – emissie ten gevolge van wagenpark gebruik. Oorzaak hiervan is de toename van het aantal service & onderhoud medewerkers Wolter & Dros. Deze medewerkers hebben allen een lease auto. Tevens zijn over de periode 2011-Q1+Q2 de productie uren, t.o.v. 2010-Q1+Q2 toegenomen. Dit leidt tot een toename van de gereden kilometers. Toename van CO2 – emissie ten gevolge van Airco en koeling. Onderhoud aan klimaatinstallatie is niet te vermijden. De verwachting is dat dit in 2011 frequenter plaatst vindt dan in 2010.
De doelstelling voor scope 2 en de totale emissie zal wel worden behaald indien de prognose voor de totale CO2 –emissie van 2011 uitkomt. De oorzaken hiervan zijn: • • •
1,89%
-1.579,38 -17,52%
Tabel 4: Evaluatie doelstellingen
•
%
Afname van het elektriciteitsgebruik door toepassing maatregel verlichting 1 uur per dag minder aan. Afname van het elektriciteitsgebruik door afname in koudevraag. Toepassing van de maatregel groene stroom.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
7 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Maatgevend voor de CO2 – emissie van Wolter & Dros zijn productie –uren. Het lijkt daarom ook raadzaam om de doelstelling voor 2012 te specificeren in CO2 per productie – uur.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
8 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
2 Verantwoording 2.1 Overeenstemming Deze rapportage voldoet aan de eisen zoals omschreven in ISO 14064-1, paragraaf 7.3.1. 2.2 Verwijzingsoverzicht rapportage en ISO 14064-1 Tabel 5 geeft weer waar de vereiste onderdelen van een carbon footprint rapportage conform ISSO 14064-1 in dit rapport terug te vinden zijn. ISO 14064-1, paragraaf 7.3.1
Rapportage, paragraaf
a) Beschrijving van de organisatie b) Verantwoordelijke persoon
3 Omschrijving van de organisatie 7.3 Verantwoordelijke persoon 7.4 Contactpersoon 7.2 Verslagperiode en referentiejaar 5 Boundary 7.1 Carbon Footprint 2011-Q1+Q2 7.5 Uitsluitingen 8.1 Doelstellingen 8.2 Maatregelen 9 Voortgang en effect 7.5 Uitsluitingen 7.1 Carbon Footprint 2011-Q1+Q2 7.2 Verslagperiode en referentiejaar 7.6 Correcties en wijzigingen 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren 7.6.2 Wijzigingen 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren 7.1 Carbon Footprint 2011-Q1+Q2 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren 7.7 Onzekerheden 2 Verantwoording 7.9 Verificatie
c) Verslagperiode d) Boundary e) Directe emissie f) Biomassa g) Reductie directe emissie
h) Uitsluitingen i) Indirecte emissie j) Basisjaar en referentiejaar k) Wijzigingen l) Kwantificeringsmethoden m) Wijzigingen in Kwantificeringsmethoden n) Conversiefactoren
o) Onzekerheden p) Verklaring van overeenstemming q) Verificatie
Tabel 5: Verwijzingsoverzicht Carbon Footprint Rapport en ISO 14064-1
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
9 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
3 Omschrijving van de organisatie 3.1 Inleiding Wolter & Dros is een technisch dienstverlener werkzaam in de utiliteit, de woningbouw, de zorg, het onderwijs en de industrie. Advies, integraal ontwerp, engineering, realisatie en beheer van technische installaties voor verwarming, ventilatie, koeling en sanitair vormen ons dienstenpakket. Met 1800 medewerkers en een netwerk van vestigingen in Nederland, behoort Wolter & Dros tot de top drie van technische dienstverleners in haar vakgebied. Wolter & Dros is een werkmaatschappij van vastgoed-, bouw- en adviesconcern TBI te Rotterdam. Figuur 1 geeft de vestigingen van Wolter & Dros weer samen met hun locatie.
Vestigingen Hoofdkantoor Amersfoort Regionale vestigingen Amersfoort Amsterdam Arnhem Botlek Den Helder Enschede Goes Groningen Haaglanden ‘s-Hertogenbosch Leeuwarden Maastricht-Airport Rotterdam Terneuzen Warnsveld
Figuur 1: Vestigingen Wolter & Dros
Woningbouw Groningen Houten Zoetermeer Zwaag
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
10 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
3.2 Missie Wolter & Dros laat zich inspireren door wat mensen in het dagelijks leven nodig hebben om zich goed en gezond te voelen. Wolter & Dros ontwikkelt daarvoor innovatieve comfortconcepten. Geïntegreerde totaal oplossingen voor optimaal comfort, veiligheid en gebruiksgemak. Duurzame oplossingen waar het gaat om energiegebruik, kwaliteit, levensduur, hergebruik en dus de exploitatiekosten. Zo ontstaat een rendabel evenwicht tussen ontwerp, leefbaarheid en duurzaamheid. 3.3 Bedrijfshistorie In het jaar 2000 heeft Wolter & Dros haar 125 - jarig bestaan gevierd. In 1875 werd het bedrijf in Amsterdam opgericht door de heer H.J. Wolter. Een eenmanszaak met een leveringsprogramma dat bestond uit het ontwerpen en leveren van centrale verwarmings- en ventilatiesystemen. In 1906 werd door de heer Wolter, de heer A. Dros aangetrokken als mededirecteur van het inmiddels naar Amersfoort verhuisde bedrijf. In 1916 ging de heer Wolter met pensioen en zette de heer Dros de zaak alleen voort. In 1963 werd Wolter & Dros overgenomen door de N.V. OGEM. Binnen OGEM groeide het aantal medewerkers van Wolter & Dros door fusies en overnames tot boven de 1200. Vanaf begin jaren tachtig tot en met 2002 verricht Wolter & Dros haar activiteiten als werkmaatschappij van TBI Holdings B.V. te Rotterdam. In 2003 wordt TBI Techniek B.V. opgericht, een samenwerkingsverband tussen zes installatietechnische zusterbedrijven van TBI. Tot op projectniveau zijn de kennis en expertise binnen de TBI-bedrijven optimaal gesynchroniseerd en gebundeld. Naast het hoofdkantoor in Amersfoort heeft Wolter & Dros in 2007 het Belevingscentrum geopend, een hypermodern centrum waar bezoekers comfort in de breedste zin van het woord kunnen beleven. Per 1 januari 2010 zijn de woningbouwactiviteiten van Wolter & Dros ondergebracht onder een nieuwe Besloten Vennootschap ‘Wolter & Dros Woningbouw B.V.’ met de handelsnaam ‘Comfort Partners’. Comfort Partners is ontstaan uit de vestigingen van Wolter & Dros Aquatherm in Groningen en Houten en de vestigingen van Wissink Installatietechniek B.V. in Zoetermeer en Zwaag.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
11 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
4 Beleid
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
12 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
5 Boundary 2011-Q1+Q2 De organizational boundary van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V is weergegeven in figuur 2.
Figuur 2: Organizational Boundary Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. 2011-Q1+Q2
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
13 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
5.1 Centrale Bedrijfsonderdelen Centrale Bedrijfsonderdelen van Wolter & Dros zijn gevestigd op de hoofdlocatie Amersfoort. De hoofdlocatie bestaat uit Locatie 1 Hoofdkantoor, gelegen aan de Amsterdamseweg 53 te Amersfoort. Huisvesting van onder meer de Centrale Diensten (CD) en Fabriek/CMV. Onder CD vallen:
- Directie en Directiesecretariaat; - Controlling en Centrale Administratie (CA); - Presentatie en Marketing Communicatie (PMC); - Quality, Health, Safety & Environment (QHSE); - Personeel & Organisatie (P&O); - Facilitaire Zaken (FZ); - Informatie en Communicatie Technologie (ICT); - Technisch Advies en Ontwikkeling (TAO); - Centrale Inkoop (CI). Locatie 2 De Voorsprong, gelegen aan de Amsterdamseweg 51 te Amersfoort, naast het hoofdkantoor. Hier zijn een aantal landelijke opererende bedrijfsonderdelen gevestigd. 5.2 Vestigingen Naast vestiging Wolter & Dros Centraal Technisch Bureau (loc 1)en vestiging Amersfoort (loc 2) zijn er nog eens 14 vestigingen verspreid over 14 locaties in Nederland. 5.3 Dochteronderneming Met ingang van 1 januari 2010 zijn de activiteiten van "Wolter & Dros Aquatherm" en "Wissink Installatietechniek" samengevoegd in Wolter & Dros Woningbouw B.V., handelend onder de naam "Comfort Partners". Comfort Partners is een volle dochteronderneming van Wolter & Dros en realiseert en onderhoudt installaties in woningen. 5.4
Deelnemingen Projectvof’s
Wolter & Dros neemt deel in diverse projectvof’s. Deze vof’s zijn aangegaan met derden ten behoeve van de uitvoering van één project. De inzet van huisvesting, medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting wordt volledig vanuit de eigen al bestaande Wolter & Dros organisatie geleverd. Het aandeel verbruik en emissie is volledig opgenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros. In de laatste kolom van tabel 7 is aangegeven in welk deel van de Carbon Footprint de betreffende deelneming is opgenomen. Overige deelnemingen
Bij deelnemingen in de vorm van een BV of stichting wordt de inzet van medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting meestal vanuit een afzonderlijke afdeling of locatie van Wolter & Dros geleverd. Het aandeel verbruik en emissie is dan ook als afzonderlijk bedrijfsonderdeel opgenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros.
5.5 C-aanbieders/concernrelaties
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
14 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Op basis van de A/C-leveranciersanalyse volgens de laterale methode beschreven in de CO2-Prestatieladder zijn de relevante bedrijfsonderdelen weergegeven in tabel 7. Over 2010 is de organisatiegrens bepaald door een A/C-analyse van leveranciers, volgens de laterale methode beschreven in paragraaf 7.3 van de CO2-Prestatieladder. Gekeken is welke leveranciers in de eerste 80% van het inkoopvolume vallen en deel uitmaken van TBI Holdings B.V. Vervolgens is gekeken of er een zeggenschapsrelatie is van Wolter & Dros over die leveranciers. Naam
Opgenomen in de boundary van Wolter & Dros
ICR W&D/BAM Techniek v.o.f Croon Elektrotechniek BV WTH Vloerverwarming B.V. Acto Informatisering BV Hazenberg BV Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. HVL Elektrotechniek BV Koopmans Service & Onderhoud Comfort Partners (Wolter & Dros Woningbouw B.V.) TBI Holdings BV MDB B.V. J.P. van Eesteren BV TBI Direct BV Fri-Jado Super Service Baas Infra Services BV
Ja Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Nee, geen hiërarchische zeggenschap Nee, is voornemens zelf gecertificeerd te worden Ja Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Ja
Nee, geen hiërarchische zeggenschap Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Ja Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd
Tabel 6: C-leveranciers opgenomen in de boundary
In tabel 6 is weergegeven welke leveranciers uit de crediteurenadministratie van Wolter & Dros, door de A/C-analyse zijn aangemerkt als concernleverancier. Leveranciers die zelf gecertificeerd zijn voor de CO2-Prestatieladder worden door Wolter & Dros niet meegenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros omdat deze leveranciers hun eigen Carbon Footprint rapporteren. Leveranciers waar Wolter & Dros (gedeeltelijke) zeggenschap over heeft zijn meegenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros. Acto Informatisering B.V. en TBI Holdings B.V. zijn leveranciers die niet gecertificeerd zijn voor de CO2-Prestatieladder. Hierover heeft Wolter & Dros geen zeggenschap en deze zijn dus niet meegenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros. De omzet van Acto Informatisering B.V. komt voor ruim 15% voor rekening van Wolter & Dros. Acto Informatisering B.V. maakt ca. 0,8% van het jaarlijks inkoopvolume van Wolter & Dros uit. Wolter & Dros heeft geen zeggenschap over Acto Informatisering B.V. Beiden zijn gelijke dochters van TBI Techniek B.V. Uit de KvK blijkt dat geen medewerker van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. bestuurder is van Acto Informatisering B.V. Het spreekt voor zich dat Wolter & Dros als
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
15 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
dochteronderneming van TBI Holdings B.V. geen zeggenschap heeft over de holding. Daarnaast bedraagt de omzet van TBI Holdings B.V. bij Wolter & Dros slechts 0,02%.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
16 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Relevante bedrijfsonderdelen
Statutaire naam
KvK nr
BTW nr
van Wolter & Dros
Boundary
Voor 2011 Q1/Q2 in
2010
2011
CF als(naam), voor(%)
Centrale bedrijfsonderdelen Locatie 1:- Centrale diensten
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Fabriek/CMV,100
Wolter & Dros Amersfoort
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Amersfoort, 100
Wolter & Dros
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
CTB, 100
Locatie 2: - Belevingscentrum, -Technisch Facilitair Management -Duurzame Energie Projecten Locatie 1: - Fabriek/CMV Vestigingen
Centraal Technisch Bureau Wolter & Dros Arnhem
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Arnhem, 100
Wolter & Dros Amsterdam
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Amsterdam, 100
Wolter & Dros Botlek
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Botlek, 100
Wolter & Dros Den Helder
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Den Helder, 100
Wolter & Dros Enschede
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Enschede, 100
Wolter & Dros Groningen
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Groningen, 100
Wolter & Dros Goes
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Goes, 100
Wolter & Dros Haaglanden
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Haaglanden, 100
Wolter & Dros ‘s-Hertogenbosch
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
’s-Hertogenbosch, 100
Wolter & Dros Leeuwarden
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Leeuwarden, 100
Wolter & Dros Maastricht-Airport
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Maastricht, 100
Wolter & Dros Rotterdam
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Rotterdam, 100
Wolter & Dros Terneuzen
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Terneuzen, 100
Wolter & Dros Warnsveld
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Warnsveld, 100
Comfort Partners Houten
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Groningen
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Zoetermeer
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Zwaag
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
IDET *
Stichting IDET
11046054
NL808249903B01
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
TBI Direct *
TBI Direct B.V.
32129930
NL818876566B01
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
Blanxx *
Blanxx B.V.
17282938
nvt
Nee
Nee
Nvt
Croon Wolter & Dros Vastgoed **
Croon Wolter & Dros Vastgoed v.o.f.
32076581
nvt
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
CWI **
Croon Wolter & Dros Infratechniek v.o.f
24292689
nvt
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
CWF **
Croon Wolter & Dros Facilities v.o.f.
31006867
nvt
Nee
Nee
nvt
Building Technologies
Building Technologies Maintenance v.o.f.
52717909
nvt
Nee
Nee
nvt
Maintenance **
(opgericht 1-4-2011)
ICR W&D/BAM Techniek **
ICR W&D/BAM techniek v.o.f.
32127929
nvt
Nee
Nee
nvt
Installatiecombinatie Jeroen
Installatiecombinatie Jeroen Bosch
17215249
nvt
Nee
Nee
nvt
Bosch Ziekenhuis **
Ziekenhuis v.o.f.
Installatiecombinatie New
Installatiecombinatie New Babylon v.o.f.
27314917
nvt
Nee
Nee
nvt
Dochteronderneming Comfort Partners
Deelnemingen (St. /BV) Locatie II, Amsterdamseweg 51
Deelnemingen (projectvof’s)
Babylon **
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
17 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Relevante bedrijfsonderdelen
Statutaire naam
KvK nr
BTW nr
Boundary
Bouwcombinatie J.P van
Bouwcombinatie J.P van Eesteren – TBI
34245945
nvt
Nee
Nee
nvt
Eesteren – TBI Techniek **
Techniek vof
Installatiecombinatie Komfort **
Installatiecombinatie Komfort v.o.f.
24464440
nvt
Nee
Nee
nvt
Instandhoudingscombinatie
Instandhoudingscombinatie Prinsenhof v.o.f
32092180
nvt
Nee
Nee
nvt
CSWE **
Combinatie Croon-Spie Wolter & Dros v.o.f.
24484402
nvt
Nee
Nee
nvt
Bouwcombinatie Heijmerink -
Bouwcombinatie Heijmerink - Wolter & Dros – nvt
nvt
Nee
Nee
nvt
Wolter & Dros - Croon **
Croon v.o.f.
van Wolter & Dros
Voor 2011 Q1/Q2 in CF als(naam), voor(%)
Prinsenhof**
Croon Wolter & Dros Vastgoed
Croon Wolter & Dros Vastgoed v.o.f.
32076581
nvt
Nee
Nee
nvt
CWI **
Croon Wolter & Dros Infratechniek v.o.f
24292689
nvt
Nee
Nee
nvt
Tabel 7: Boundary 2011-Q1+Q2 *) Stichting of BV die gelieerd is aan Wolter & Dros, met eigen huisvesting, medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting, en waarvan de Carbon Footprint verdisconteerd is in de Carbon Footprint van de eigen Wolter & Dros organisatie en/of participanten wordt geleverd. **) Projectvof waarvan Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. penvoerder is en waarvoor huisvesting, medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting geheel vanuit de eigen Wolter & Dros organisatie en/of participanten wordt geleverd.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
18 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
6 Energiegebruik 6.1 Soorten en hoeveelheden Elke vestiging van Wolter & Dros verbruikt elektriciteit voor verlichting en ICT. Ook worden de gebouwen verwarmd. Hiervoor wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van aardgas. Het gebouw van vestiging Botlek wordt elektrisch verwarmd met een warmtepomp. Het gebouw van vestiging Comfort Partners Houten is aangesloten op een collectief verwarmingssysteem met warmtepompen. Voor beide locaties geldt dat de hiervoor benodigde elektrische energie is meegenomen in het elektriciteitsverbruik van de vestigingen. Tabel 8 geeft een overzicht van de gebruikte energiesoorten per vestiging. Figuren 3 en 4 geven inzicht in het elektriciteit- en aardgasverbruik per vestiging.
Tabel 8: Energiesoorten per vestiging
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
19 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
6.2 Alternatieve brandstoffen Als alternatieve brandstoffen (energiebronnen) zijn aan te merken: windenergie, bodemenergie (warmte- en koudeopslag) en elektrisch vervoer met scooters. 6.3 Aardgas
Figuur 3: Aardgasverbruik per vestiging
Fabriek/CMV hebben in 2011 Q1, samen 68.313 mn3 aardgas verstookt. Dit getal valt buiten figuur 3. Figuur 3 geeft voor 2011-Q1+Q2 het aardgasverbruik per kwartaal per vestiging weer in mn3. In de grafiek is duidelijk te zien dat elke vestiging in Q1 een hoger aardgasverbruik hebben dan in Q2. De verklaring hiervoor is dat de gemiddelde buitentemperatuur in Q1 een stuk lager ligt dan in Q2. Dit zorgt ervoor dat meer aardgas is verbruikt om de gebouwen te verwarmen. Vestiging Groningen en de vestiging Comfort Partners Groningen, beschikken over een warmte- en koudeopslag systeem (WKO) met elektrisch gedreven warmtepompen. Hierdoor is het aardgasgebruik in verhouding met een andere vestiging van gelijke omvang (bijv. Goes) met name in Q1 lager. Hier tegenover staat een hoger elektriciteitsverbruik in Q1.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
20 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
6.4 Elektriciteit
Figuur 4: Elektriciteitsverbruik per vestiging
Fabriek/CMV hebben samen in Q1 244.247 kWh elektriciteit verbruikt en in Q2 228.475 kWh. Deze getallen vallen buiten figuur 4. Figuur 4 geeft voor 2011 Q1-Q2, het elektriciteitsverbruik per kwartaal per vestiging weer in kWh. Het elektriciteitsverbruik is bij het overgrote deel van de vestigingen vrijwel onafhankelijk van het kwartaal. Daar waar een relatief grote afwijking tussen de kwartalen Q1-Q2 bestaat, wordt dit veroorzaakt door o.a.: • levering van warmte door WKO in combinatie met een warmtepomp (vestigingen Groningen en Comfort Partners Groningen); • levering van warmte door stadsverwarming waarbij het energieverbruik van de warmtepomp Eneco wordt verrekend (vestiging Comfort Partners Houten). In enkele vestigingen is in Q2 een lichte stijging van het elektriciteitsverbruik waarneembaar. Dit is goed zichtbaar bij de vestiging ‘s-Hertogenbosch en enkele afdelingen1. Het gaat hier om gebouwen die voorzien zijn van elektrisch gedreven koelmachines. De vestigingen Groningen en Comfort Partners Groningen laten juist een vermindering van het elektriciteitsverbruik zien aangezien de koude uit de eerder omschreven WKO wordt gehaald. Vestiging Botlek laat ook een vermindering zien van het elektriciteitsverbruik in Q2. Oorzaak hiervan is dat Botlek elektrisch verwarmd.
1
TBI Direct, Belevingscentrum, TFM, DEP en IDET
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
21 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
7 De carbon footprint 7.1 Carbon Footprint 2011-Q1+Q2 Figuur 5 geeft de carbon footprint weer voor 2011-Q1+Q2
Figuur 5: Carbon Footprint 2011-Q1+Q2
Bronnen: 1 2 3 10
Handboek CO2 – prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011 BI conversieberekeningen maart 2010 Senter novem ‘’koudemiddelen voor industriële koeling’’ Diesel t.b.v. NSA 68 kVA gebruik o.b.v. nodige testen
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
22 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Scope 1 omvat de directe CO2-emissie, waartoe worden gerekend brandstoffen voor verwarming en generatoren, koudemiddelen voor airco en koeling, en het wagenpark van zakelijke auto’s. De directe CO2-emissie bedraagt 3.410 ton. Scope 2 omvat het elektriciteitsverbruik, het zakelijk gebruik van privé auto’s en zakelijk vliegverkeer. De indirecte CO2-emissie (scope 2) bedraagt 411 ton CO2. De CO2-emissie van scope 1 en 2 tezamen over 2011 bedraagt 3.821 ton CO2, verdeeld over de onderdelen zoals aangegeven in figuur 6. Uit figuur 6 kan worden opgemerkt dat het wagenpark van Wolter & Dros het overgrote deel van de CO2-emissie veroorzaakt, gevolgd door privé auto’s voor zakelijk verkeer en gebruik van brandstoffen.
Figuur 6: Verdeling CO2-emissie 2011-Q1+Q2 naar soort emissie
7.2 Verslagperiode en referentiejaar Dit Carbon Footprint rapport over 2011 omvat de periode vanaf 01 januari 2011 tot en met 30 juni 2011. Het referentiejaar is 2010. 7.3 Verantwoordelijke persoon De verantwoordelijke persoon voor de Carbon Footprint is de heer ir. J.C. Kattemölle, directeur.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
23 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
7.4 Contactpersoon De contactpersoon voor de Carbon Footprint is de heer ing. R.L. Gersdorf, manager QHSE. Amsterdamseweg 53 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Telefoon 033 - 467 15 11 Telefax 033 - 461 17 88 Internet www.wolterendros.nl E-mail
[email protected]
7.5 Uitsluitingen Biomassa wordt niet toegepast. 7.6 Correcties en wijzigingen 7.6.1
Correcties
De volgende correcties zijn toegepast op eerdere rapportages: • In de rapportages over 2008 en 2009 was scope 3 emissie opgenomen in “De Carbon Footprint”, terwijl scope 3 geen deel uitmaakt van de Carbon Footprint. Scope 3 is verwijderd uit de rapportages en uit de Carbon Footprint. • Koudemiddelen die door Wolter & Dros worden geleverd aan klanten waren in de rapportages over 2008 en 2009 ten onrechte toegekend aan scope 1. • Carbon Footprint 2010-Q1: toevoeging van groene stroom en wijziging van de conversiefactoren voor elektriciteit van de opgaven van de leveranciers naar ‘andere leverancier’ conform de CO2 ladder. Dit tezamen heeft een verlaging van de CO2-uitstoot tot gevolg van 2.504 ton naar 2.499 ton. • Carbon Footprint 2010-Q2: toevoeging van groene stroom en wijziging van de opgave van brandstofverbruik voor het wagenpark door Athlon. Dit tezamen heeft een verlaging van de CO2-uitstoot tot gevolg van 2.171 ton naar 2.126 ton. • Carbon Footprint 2008, 2009 en 2010 Q1 tot en met Q4: wijziging van conversiefactoren conform CO2 – prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011 en toevoeging van groene stroom. 7.6.2
Wijzigingen
De volgende wijzigingen zijn opgetreden na 2008: • Daar waar Wolter & Dros panden in eigen beheer heeft, wordt in 2010/2011 gefaseerd de inkoop van groene stroom (leverancier Electrabel) doorgevoerd. In de gebouwen van de volgende vestigingen is nu groene stroom van Electrabel in gebruik: Amsterdam, Arnhem, Botlek, Den Helder, Enschede, Haaglanden, Leeuwarden, ’s-Hertogenbosch, Maastricht, Warnsveld; en van Comfort Partners Houten en Zwaag. • De Voorsprong wordt gehuurd. De verhuurder koopt vanaf 1 januari 2010 hiervoor groene stroom in bij leverancier Main Energie. • Het gebouw van de vestiging Haaglanden is uitgebreid per 1 augustus 2010.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
24 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
• Het gebouw van de vestiging Groningen van Comfort Partners heeft een WKO met elektrische warmtepomp. • Stadsverwarming voor het gebouw van Comfort Partners in Houten is in 2008 en 2009 niet opgenomen in de Carbon Footprint. Dit is een afwijking van ca. 0,1% op de totale Carbon Footprint van heel Wolter & Dros wat verwaarloosbaar is geacht. Vanaf 2010 is dit aandeel wel verdisconteerd. • Wolter & Dros heeft groencertificaten van Essent ingekocht voor de periode 1 januari 2011 tot en met 1 januari 2012. Het betreft windkracht220 waarbij een conversiefactor van 15 g CO2/kWh van kracht is. 7.7 Onzekerheden 1.
De windmolen op het dak van De Voorsprong is een demonstratiemodel. De energieproductie is < 0,1% van het jaarverbruik van De Voorsprong en is verwaarloosbaar ten opzichte van het totale verbruik, deze is niet meegenomen in de Carbon Footprint.
2.
Van de warmte- en koudeopslaginstallaties (WKO) voor de gebouwen van Groningen, Comfort Partners Groningen en De Voorsprong is verondersteld dat deze emissieloos zijn, maar de benodigde elektriciteit om de warmte of koude in de grond op te slaan en weer op te pompen is wel meegenomen in het energieverbruik.
3.
Stadsverwarming Houten wordt afgerekend op verbruikte m3 warm water. Het energieverbruik en de emissie zijn berekend in de vorm van elektriciteit welke door de warmtepomp van Eneco is gebruikt.
4.
Aflees, schrijf- en communicatiefouten kunnen niet worden uitgesloten. Het effect op langere termijn zal gering zijn omdat zulke fouten bij een volgende opnamecyclus weer worden gecompenseerd. Tevens vindt een jaarlijkse controle plaats met de jaarlijkse energieafrekeningen van de energiebedrijven.
5.
De gegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn verkregen op basis van de brandstofpassen die aan de betreffende voertuigen zijn gekoppeld. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke berijder na het tanken de kilometerstand consequent invoert. Daarom is gekozen om op basis van de door de leasemaatschappij aangeleverde brandstofgegevens de CO2-emissie te bepalen.
6.
Voertuigen uit het wagenpark mogen ook privé worden gebruikt. De emissie die dit veroorzaakt hoeft niet te worden toegerekend aan het bedrijf. Wolter & Dros heeft dit wel gedaan.
7.
De meetgegevens van het aardgas- en elektriciteitsgebruik komen van de comptabele aardgasmeter zoals door de netwerkleverancier is aangebracht. Deze worden betrouwbaar geacht.
8.
De meterstanden worden vanaf 1 juni 2010 per gebouw maandelijks afgelezen van de comptabele meter door de contactpersoon en doorgegeven voor de verwerking in de Carbon Footprint berekening. Jaarlijks worden de opgeven maandstanden getoetst aan de ontvangen jaarafrekening van de betreffende leverancier.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
25 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
9.
De maandelijkse meterstanden voor 1 juni 2010 worden voor aardgas gevonden door het totaal verbruik van het voorgaande jaar te vergelijken met het aantal graaddagen van dat jaar. Hieruit volgt een factor uitgedrukt in de hoeveelheid aardgas per graaddag. Door per maand deze factor te vermenigvuldigen met het aantal graaddagen van die maand, volgt het aardgasgebruik voor die maand.
10. Voor elektriciteit is het totaal gebruik van een vorig jaar genomen en in twaalf gelijke stukken verdeeld. 11. Er zit een onnauwkeurigheid in de onderlinge verdeling van de verschillende bedrijfsactiviteiten in de panden aan de Amsterdamseweg 51 en 53 te Amersfoort. Op basis van het geschatte aandeel in vloeroppervlak is het maandelijks aardgasgebruik toegerekend. Deze methodiek gaat niet op voor elektriciteit, hier is op basis van het opgesteld elektrisch vermogen de verdeling gemaakt. 12. De meetgegevens van de privévoertuigen zijn verzameld op basis van de door de werknemers gedeclareerde kilometers. In ca. 20 gevallen zijn door werknemers die een leaseauto ter beschikking heeft tevens kilometers gedeclareerd. Mogelijk zijn dubbele kilometers opgegeven en verwerkt in de Carbon Footprint berekening. 13. Medewerkers die hun privé auto inzetten voor Wolter & Dros ontvangen hiervoor een vergoeding per zakelijk gereden kilometer. Op basis van de door de salarisadministratie opgeven gereden kilometers en de door de eigenaar opgeven autoklasse is berekend tot hoeveel CO2-emissie dit heeft geleid. Nieuwe medewerkers wordt gevraagd naar de motorinhoud en brandstofsoort van hun privé auto. Deze inventarisatie wordt jaarlijks geactualiseerd. 14. Voor het maandelijks testen van het NSA voor TBI Direct en TFM wordt diesel gebruikt. Het verbruikte aantal liters diesel wordt niet geregistreerd maar door een berekening geschat. Basis van de berekening is de tijdsduur van de test en het gemiddelde verbruik van de noodstroomaggregaten tijdens de testen. 15. Voor de gebruikte gassen is er een raamovereenkomst afgesloten met Air Products en Linde gas. Deze leveranciers geven periodiek op hoeveel zij per gassoort hebben geleverd, deze hoeveelheden worden verwerkt in de Carbon Footprint. Incidenteel kan voorkomen dat iemand bij een andere leverancier een flesje gas koopt ‘om een klusje af te maken’ en deze kosten declareert, dan is deze hoeveelheid niet bekend en wordt dit niet meegerekend in de Carbon Footprint. Per 1 juli 2011 wordt de afgenomen hoeveelheid gassen van Linde gas herleid vanuit de afnamelijst welke online kan worden geraadpleegd. 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren De conversiefactoren zijn volgens de opgaaf uit de CO2-Prestatieladde 2.0 d.d. 23 juni 2011 toegepast, met uitzondering van de volgende posten.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
26 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Lasgassen Tabel 9 geeft een overzicht van de gehanteerde conversiefactoren voor het gebruik van lasgassen weer.
Tabel 9: Conversiefactoren lasgassen Bron: Business Improvement Conversieberekening, 09 maart 2010.
Stadsverwarming Houten Uitgangspunten: • De WKO met warmtepomp wordt geëxploiteerd door Eneco. • Eneco betrekt de benodigde elektriciteit uit eigen net. • Het rendement van een dergelijke installatie > 10 kW bedraagt COP 3,66 (bron: Cijfers en tabellen 2007, Senternovem, blz. 40, tabel “Kentallen van warmtepompen”). • Gemiddeld specifiek vermogen van kantoren is 38 W/m³ bij een gemiddeld aantal vollasturen van 1250 uur/jaar (bron: Cijfers en tabellen 2007, Senternovem, blz. 32, tabellen “Ketelvermogen op basis van gebouwinhoud” en “Vollasturen op basis van ketelvermogen”). • Een kantoor heeft een gemiddelde verdiepingshoogte van 2,7 meter. • Conversiefactor grijze stroom Eneco Energie Levering is 590 g/kWh (Bron: ProRail CO2-Prestatieladder). Conversiefactor • Per m² vloeroppervlak is 38*2,7*1250= 128,3 kWh/jaar aan warmte nodig. • Om deze warmte met de WKO/WP te maken is 128,3/3,66=35,1 kWh/m2 elektriciteit nodig. • De conversiefactor van de stadsverwarming in Houten is 35,1 kWh/(m2.jaar) * 590 g/kWh = 20709 g/(m2.jaar) 7.9 Verificatie De Carbon Footprint Rapportage 2011-Q1+Q2 is niet geverifieerd door een externe partij. De laatst geverifieerde rapportage is het Carbon Footprint Rapport 2010.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
27 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
8 Doelen en maatregelen 2011 8.1 Doelstellingen De reductiedoelstelling van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. voor 2011 ten opzichte van 2010 is weergegeven in tabel 10. CF 2010
Doelstelling 2011 Per scope
ton CO2/jaar
Directe CO2 –emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
%
Van totaal ton CO2 /jaar
%
6.616,00
-0,60%
-40,00
-0,44%
2.400,00
-5,83%
-140,00
-1,55%
-180,00
-2,00%
9.016,00
Tabel 10: doelstelling 2011
8.2 Maatregelen De maatregelen die Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. neemt in 2011 om de reductiedoelstelling te realiseren zijn gericht op: • wagenpark, wat ca. 65% van de totale emissie veroorzaakt in 2010; • verwarming, wat ca. 8% van de totale emissie veroorzaakt in 2010; • elektriciteitsgebruik inclusief verlichting, wat ca. 18% van de totale emissie veroorzaakt in 2010. 8.2.1
Scope 1 Directe emissie
1 Vervangen van de VW Caddy door de Skoda Fabia Dit levert ten opzichte van 2010 bij de in 2011 te verwachte vervangingen, een besparing op van 300 GJ energie en een reductie van 20 ton CO2; een bijdrage van 0,30% aan de reductiedoelstelling van 0,60% voor scope 1. 2 Elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van de VW Caddy Dit levert een te verwaarlozen bijdrage aan het behalen van de reductiedoelstelling, deze is derhalve niet meegerekend. 3 Verwarming 1 °C lager Dit levert ten opzichte van 2010 een besparing op van 420 GJ energie en een reductie van 20 ton CO2; een bijdrage van 0,30% aan de reductiedoelstelling van 0,60% voor scope 1.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
28 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
8.2.2
Scope 2 Indirecte emissie
4 Verlichting 1 uur per dag minder aan Dit levert ten opzichte van 2010 een besparing op van 100 GJ energie en een reductie van 13 ton CO2; een bijdrage van 0,54% aan de reductiedoelstelling van 5,83% voor scope 2. 5 Groene stroom Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. heeft een contract met Electrabel voor groene stroom. Door het ontbreken van SMK keur dient na 01 juli 2011 te worden gerekend met de hoogste conversiefactor, 615 g/kWh. Hierdoor blijft ten opzichte van 2010 de reductie beperkt tot 125 ton CO2; een bijdrage van 5,21% aan de reductiedoelstelling van 5,83% voor scope 2.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
29 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
9 Voortgang en effect 9.1 Voortgang en effect reductiemaatregelen 9.1.1 Vervangen van de VW Caddy door de Skoda Fabia
Tabel 11 geeft de voortgang en het effect van deze maatregel weer. Vervangen van VW Caddy door Skoda Fabia Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,60%)
2011-Q1+Q2
Prognose 2011
-20,00
-1,01
-4,06
-0,30%
-0,03%
-0,06%
Tabel 11: Voortgang en effect vervangen van VW Caddy door Skoda Fabia
Op het moment van schrijven waren de wagen-aantallen tot en met september 2011 bekend. Er is geëxtrapoleerd tot het eind van 2011 met de verwachtte einddata van de leasecontracten. Uit tabel 11 kan de conclusie worden getrokken dat de doelstelling van de maatregel in 2011 niet wordt behaald. Het volgende ligt hieraan ten grondslag: •
De uitgangspositie van het één op één vervangen van de Volkswagen Caddy’s door Skoda Fabia’s, is niet geheel juist. Er wordt namelijk een onderscheid gemaakt tussen wagens met een grijs- en een geelkenteken. De VW Caddy’s met een grijskenteken zullen worden vervangen door de nieuwe en zuiniger VW Caddy Bluemotion ( deze auto is enkel niet zo zuinig als een Skoda Fabia). De VW Caddy’s met een geelkenteken zullen worden vervangen door een Skoda Fabia.
•
Aan het einde van 2011 is ongeveer een derde van de oude VW Caddy’s vervangen door een Skoda Fabia, dan wel een Volkswagen Caddy Bluemotion. In de doelstelling werd ervan uit gegaan dat alle VW Caddy’s vervangen zouden worden. De wagens worden pas vervangen na het aflopen van hun leasecontract. Het vervangen van de Caddy’s zal de komende jaren nog duren, in ieder geval tot 2016, mits het beleid hieromtrent niet veranderd.
Voor een meer realistisch vergelijk zal de uitgangspositie bijgesteld moeten worden op basis van het feit dat enkel VW Caddy’s met geelkenteken worden vervangen door Skoda Fabia’s. De uitgangspositie is dan als volgt: •
Vervanging van VW Caddy’s door Skoda Fabia’s leidt tot een CO2 – reductie van 7,20 ton; een bijdrage van 0,11% aan de reductiedoelstelling van 0,60% voor scope 1.
Tabel 12 geeft de voortgang en effect weer voor deze maatregel o.b.v. het bijgestelde uitgangspunt.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
30 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Vervangen van VW Caddy met geelkenteken door Skoda Fabia Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,60%)
2011-Q1+Q2
Prognose 2011
-7,20
-1,01
-4,06
-0,11%
-0,03%
-0,06%
Tabel 12: Voortgang en effect vervangen van VW Caddy met geelkenteken door Skoda Fabia
Uit tabel 12 kan worden geconcludeerd dat de doelstelling van de bijgestelde maatregel niet wordt behaald. Oorzaak hiervan is dat de lease contracten van de aanwezige VW Caddy’s met geelkenteken niet allemaal in 2011 aflopen. 9.1.2 Elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van de VW Caddy
Wolter & Dros maakt gebruik van enkele elektrische scooters. Hierdoor wordt gebruik van auto’s voor stadsverkeer vermeden. De vermeden kilometers bestaan uit een mix van verschillende auto’s opdat ook medewerkers welke geen VW Caddy rijden de scooter mogen gebruiken. De verwachting is dat de scooters samen ongeveer 1.600 kilometer rijden in 2011. Met behulp van wagenparkoverzichten, welke worden aangeleverd door de leasemaatschappij, kan de verhouding tussen het gebruik van benzine- en diesel auto’s in 2011 worden achterhaald. Hieruit blijkt dat van de 1.600 vermeden auto kilometers er 1.350 met diesel auto’s zijn gereden en 250 met benzine auto’s. Tabel 13 geeft de geprognosticeerde vermeden CO2 – emissie in 2011 weer door gebruik van elektrische scooters. Elektrische scooters voor stadsverkeer i.p.v. VW Caddy Prognose 2011 diesel auto
Vermeden CO2 - emissie t.o.v. 2010 (ton/jaar) CO2 - emissie door opladen scooter [ton/jaar] Netto vermeden CO2 emissie t.o.v. 2010 (ton/jaar) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,60%)
0,31
benzine auto
0,04
totaal
0,35 0,105
0,25
0,0038%
Tabel 13: Vermeden CO2 – emissie door gebruik van elektrische scooters
Bij beschouwing van tabel 13 kan de conclusie worden getrokken dat het inzetten van elektrische scooters een te verwaarlozen effect heeft op het behalen van de reductiedoelstelling voor scope 1. Dit is in lijn met de verwachting zoals omschreven binnen paragraaf 8.2.1. 9.1.3 Verwarming 1 °C lager
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
31 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Het resultaat van de maatregel wordt, op vestiging Houten na, geëvalueerd naar aanleiding van het aardgas verbruik. (Vestiging Houten maakt gebruik van elektriciteit ten behoeve van verwarming) Op het moment van schrijven was het aardgas – en elektriciteitsverbruik (Houten) bekend tot augustus 2011. Het verbruik van de overige maanden is geëxtrapoleerd om een prognose voor 2011 te verkrijgen. Om het aardgas- en elektriciteitsverbruik (Houten) van 2010 en 2011 goed met elkaar te kunnen vergelijken, wordt er gecompenseerd met graaddagen en productie-uren. 2010 was namelijk een kouder jaar dan 2011, maar in 2011, daarentegen, zijn meer productie-uren gemaakt. Onder een productie-uur wordt verstaan: Het werkelijk aantal gewerkte uren voor alle werknemers van Wolter & Dros. Dit zijn dus alle beschikbaar uren verminderd met alle verlofdagen, roostervrijdagen, fondsdagen, ziekte, sociaal arbeidsongeschikt, WIA, vorstverlet en/of stakingen van alle werknemers. De productie-uren zijn maatgevend voor de CO2 – emissie van Wolter & Dros. Tabel 14 geeft de voortgang en het effect van de maatregel weer. Verwarming 1°C lager Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,60%)
2011-Q1+Q2
Prognose 2011
-20,00
7,14
25,44
-0,30%
0,21%
0,38%
Tabel 14: Voortgang en effect verwarming 1°C lager.
Volgens bovenstaande tabellen is er in 2011 naar verwachting geen sprake van een CO2 – reductie ten gevolge van de maatregel verwarming 1°C lager. Er is zelfs sprake van een toename in CO2 – emissie. Mogelijke verklaring is dat de maatregel nog niet overal is ingevoerd. 9.1.4 Verlichting 1 uur per dag minder aan
Deze maatregel wordt geëvalueerd aan de hand van het elektriciteitsverbruik van Wolter & Dros verminderd met elektriciteit ten behoeve van koeling en verwarming. Vergelijking van het overgebleven elektriciteitsverbruik met 2010 zal het effect van de maatregel ‘’verlichting 1 uur per dag minder aan’’ in 2011 moeten weergeven. Het elektriciteitsverbruik ten behoeve van koeling en verwarming zijn voor 2011 gecompenseerd met behulp van graad- en koeldagen om de invloed van het klimaat in 2011 t.o.v. 2010 te neutraliseren. Tevens is het totale elektriciteitsverbruik in 2011 gecompenseerd met behulp van productie uren om het effect van de verhoogde bedrijfsactiviteiten in 2011 te neutraliseren Op het moment van schrijven was het verbruik tot en met Q3 bekend. Aangenomen is dat het verbruik in 2011 dezelfde beweging maakt als het verbruik in 2010. Met behulp van deze aanname is een prognose voor het totale elektriciteitsverbruik in 2011 gemaakt. Tabel 15 geeft de voortgang en het effect van de maatregel weer.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
32 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Verlichting 1 uur per dag minder aan Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 2 (-5,83%)
2011-Q1+Q2
Prognose 2011
-13,00
-11,85
-45,67
-0,54%
-0,97%
-1,90%
Tabel 15: Voortgang en effect verlichting 1 uur per dag minder aan
Tabel 15 laat zien dat het doel van deze maatregel in 2011 ruim wordt gehaald, mits de prognose correct is. Er is zelfs een verhoogd effect waarneembaar. Mogelijke oorzaak hiervan is dat vestigingen bewuster met de verlichting omgaan dan verwacht. 9.1.5 Groene stroom
Om het effect van de maatregel groene stroom, zoals omschreven binnen paragraaf 8.2.2, te evalueren is een prognose van het totale elektriciteitsverbruik van Wolter & Dros in 2011 noodzakelijk. Tabel 16 geeft het effect van de maatregel groene stroom weer. Groene stroom Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 2 (-5,83%)
2011-Q1+Q2
Prognose 2011
-125,00
-834,00
-1.602,00
-5,21%
-68,19%
-66,75%
Tabel 16: Voortgang en effect maatregel groene stroom
Uit tabel 16 kan worden afgeleid dat deze maatregel ruim wordt behaald indien de prognose voor het elektriciteitsverbruik van Wolter & Dros in 2011 met de werkelijkheid overeenkomt. Het grootte verschil tussen de doelstelling voor 2011 en de verwachte CO2 verandering is te wijten aan het toepassen van windkracht 220 certificaten. In tegenstelling tot de omschrijving van de maatregel in paragraaf 8.2.2 heeft Wolter & Dros ervoor gekozen om winkracht 220 certificaten toe te passen in 2011. Bij gebruik van windkracht 220 certificaten mag een conversiefactor van 15 g CO2 / kWh worden gehanteerd. Tabel 17 geeft het effect van de maatregel groene stroom weer indien er geen winkracht certificaten toegepast waren. Groene stroom (zonder windkracht certificaten) Doelstelling 2011
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 2 (-5,83%)
2011-Q1+Q2
Prognose 2011
-125,00
-359,00
-209,00
-5,21%
-29,35%
-8,71%
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
33 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Tabel 17: Voortgang en effect groene stroom (zonder windkracht certificaten)
Tabel 17 toont aan dat ook zonder toepassing van windkracht certificaten de maatregel wordt behaald indien de prognose voor het elektriciteitsverbruik met de werkelijkheid overeenkomt. De oorzaak hiervan is dat het elektriciteitsverbruik, naar verwachting, ten opzichte van 2010 zal afnemen. Toepassing van de maatregel verlichting 1 uur minder lang branden en de afname in koudevraag t.o.v. 2010 zijn hiervan een mogelijke oorzaak. 9.2 Evaluatie CO2 – emissie verandering per scope Tabel 18 geeft de CO2 – emissie en verandering in CO2 – emissie weer over 2011Q1+Q2 in vergelijking met 2010-Q1+Q2 in ton CO2. CF 2010-Q1+Q2
CF 2011-Q1+Q2
Verandering t.o.v. 2010-Q1+Q2
ton CO2
ton CO2
ton CO2
Directe CO2 – emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
%
3.398,90
3.410,09
11,19
0,33%
1.224,69
411,19
-813,50
-66,43%
4.623,59
3.821,28
-802,31
-17,35%
Tabel 18: Verandering CO2 – emissie per scope t.o.v. 2010-Q1+Q2
Uit tabel 18 kan worden herleid dat in scope 1 een toename in CO2 – emissie heeft plaats gevonden. Tabel 19 geeft de verandering in CO2 – emissie weer voor de emissie posten in scope 1 over 2011- Q1+Q2 in vergelijking met 2010-Q1+Q2. Indirecte emissies
CF 2010-Q1+Q2
CF 2011-Q1+Q2
Verandering t.o.v. 2010 Q1+Q2
Scope 1
ton CO2
ton CO2
ton CO2
%
Brandstoffen 426,93
364,41
-62,52
-14,64%
50,72
66,49
15,77
30,92%
2.921,25 3.398,90
2.979,19 3.410,09
57,94 11,19
0,38% 0,33%
Airco en koeling Wagenpark Totaal
Tabel 19: Verandering CO2 – emissie scope 1 t.o.v. 2010-Q1+Q2
Uit tabel 19 kan worden herleid dat de toename in CO2 – emissie voor scope 1 te wijten is aan het wagenpark en gebruik van koudemiddelen. Het gebruik van koudemiddelen zorgt voor een CO2 –emissie waar Wolter & Dros vrijwel geen invloed op kan uitoefenen. De koelmachines en warmtepompen ten behoeve van klimaatinstallaties vergen onderhoud waarbij in sommige gevallen koudemiddel wordt toegevoegd. 2010-Q1+Q2 is een periode waarin vrijwel geen onderhoudswerkzaamheden gepland waren. Dit in tegenstelling tot 2011-Q1+Q2. De toename in CO2 – emissie door het wagenpark is te wijten aan de toename van het aantal service & onderhoud medewerkers van Wolter & Dros. Deze medewerkers hebben allen een lease auto. Tevens zijn over de periode 2011Q1+Q2 de productie-uren, t.o.v. 2010-Q1+Q2 toegenomen. Dit weegt zwaarder dan de reductie door de maatregel vervanging VW Caddy door Skoda Fabia. De CO2 – emissie door het gebruik van brandstoffen heeft geleid tot een reductie in CO2 - emissie. Oorzaak van deze reductie is het aardgasgebruik ten behoeve van, hoofdzakelijk, ruimteverwarming. 2010-Q1+Q2 was een koudere periode dan 2011-
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
34 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Q1+Q2. Hierdoor is de CO2 – emissie ten gevolge van aardgasgebruik gereduceerd. Toepassing van de maatregel verwarming 1°C lager kan het aardgasverbruik verder reduceren. Het effect van deze maatregel is nog niet waarneembaar in 2011. Tabel 18 geeft een opmerkelijk hoge reductie in CO2 – emissie weer voor scope 2. Tabel 20 geeft de verandering in CO2 – emissie weer voor de emissie posten in scope 2 over 2011- Q1+Q2 in vergelijking met 2010-Q1+Q2. Indirecte emissies
CF 2010-Q1+Q2
CF 2011-Q1+Q2
Verandering t.o.v. 2010 Q1+Q2
Scope 2
ton CO2
ton CO2
ton CO2
%
Elektriciteitsgebruik Privé auto’s voor zakelijk gebruik Zakelijk vliegen Totaal
859,25
23,13
-836,12
-97,31%
351,17
369,31
18,14
5,17%
14,27 1.224,69
18,75 411,19
4,48 -813,50
31,40% -66,43%
Tabel 20: Verandering CO2 – emissie scope 2 t.o.v. 2010-Q1+Q2 Uit tabel 20 kan worden herleid dat de reductie in CO2 – emissie voor scope 2 veroorzaakt wordt door een reductie in de CO2 – emissie ten gevolge van elektriciteitsgebruik. De volgende oorzaken liggen hieraan ten grondslag: •
Toepassing van de maatregel groene stroom met gebruik van windkracht 220 certificaten.
•
Reductie van het elektriciteitsverbruik door toepassing maatregel verlichting 1 uur per dag minder aan.
Tabel 20 geeft een toename in CO2 – emissie weer voor privé auto’s voor zakelijk gebruik en zakelijk vliegen. Stijging van de CO2 – emissie voor privé auto’s is te wijten aan de toename in productie-uren. Zakelijk vliegen is een emissiepost welke verspreid over het jaar plaatsvindt zonder enige regelmaat. Er is meer zakelijk gevlogen in 2011-Q1+Q2 ten opzichte van 2010-Q1+Q2. 9.3 Voortgang doelstelling per scope en totale CO2 – emissie Tabel 21 geeft de doelstelling en prognose voor 2011, zowel absoluut als relatief, per scope en voor de totale CO2 – emissie van Wolter & Dros weer. De CO2 – emissie per scope over 2011 is geprognotiseerd op basis van extrapolatie van de emissies in 2011-Q1+Q2, en de uitgangspunten voor aardgasen elektriciteitsverbruik conform analyse van de reductiemaatregelen.
CF 2010
Doelstelling 2011
Prognose 2011
Per scope ton CO2/jaar
Directe CO2 –emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2
%
ton CO2 /jaar
Van totaal
Per scope
%
%
Van totaal ton CO2 /jaar
6.616,00
-0,60%
-40,00
-0,44%
2,58%
2.400,00
-5,83%
-140,00
-1,55%
-65,81%
170,83
%
1,89%
-1.579,38 -17,52%
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
35 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Totale CO2 – emissie
9.016,00
-180,00
-2,00%
-1.408,55 -15,62%
Tabel 21: Evaluatie doelstellingen
Uit tabel 21 kan de conclusie worden getrokken dat de doelstellingen voor 2011 met betrekking tot scope 1 niet zal worden behaald indien de prognose voor de totale CO2 –emissie van 2011 uitkomt. De maatregelen om tot de doelstelling voor scope 1 te komen hebben allen een geringer effect op de CO2 – reductie dan omschreven binnen de doelstelling van de maatregelen in hoofdstuk 8. De maatregel 1°C lager st oken heeft in 2011 zelfs geen effect gehad. De verwachte toename in CO2 – emissie voor Scope 1 wordt veroorzaakt door: •
•
De toename in CO2 – emissie ten gevolge van wagenpark gebruik. Oorzaak hiervan is de toename van het aantal service & onderhoud medewerkers Wolter & Dros. Deze medewerkers hebben allen een lease auto. Tevens zijn over de periode 2011-Q1+Q2 de productie uren, t.o.v. 2010-Q1+Q2 toegenomen. Dit leidt tot een toename van de gereden kilometers. Toename van CO2 – emissie ten gevolge van Airco en koeling. Onderhoud aan klimaatinstallatie is niet te vermijden. De verwachting is dat dit in 2011 frequenter plaatst vindt dan in 2010.
De doelstelling voor scope 2 en de totale emissie zal wel worden behaald indien de prognose voor de totale CO2 –emissie van 2011 uitkomt. De oorzaken hiervan zijn: • • •
Afname van het elektriciteitsgebruik door toepassing maatregel verlichting 1 uur per dag minder aan. Afname van het elektriciteitsgebruik door afname in koudevraag. Toepassing van de maatregel groene stroom.
Maatgevend voor de CO2 – emissie van Wolter & Dros zijn productie –uren. Het lijkt daarom ook raadzaam om de doelstelling voor 2012 te specificeren in CO2 per productie – uur. 9.4 Vergelijking van de vestigingen onderling Figuur 7 geeft de totale CO2-uitstoot van scopes I en II met uitzondering van de lasgassen (welke centraal worden ingekocht) per vestiging per productie-uur weer. Op basis van dit resultaat kunnen vestigingen onderling met elkaar worden vergeleken. De fabriek met het centrale magazijn zorgen samen met comfort partners voor de hoogste CO2- emissie per productie-uur.
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
36 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
Oorzaak voor de fabriek is de verhouding tussen productie-uren en energiegebruik. Het energiegebruik is hoog in vergelijking met andere vestigingen en de productieuren laag. Comfort partners heeft een hoge uitstoot per productie-uur. De oorzaak hiervan is de hoge uitstoot door gebruik van lease auto’s en een relatief laag aantal productie – uren. Figuur 7: Totale CO2 – emissie per productie – uur
Datum opgesteld
Blad
1 oktober 2011
37 van 37
Datum gewijzigd
27 januari 2011 Referentie
1103.00020r
10
Wijzigingen
Na de publicatie van versie 16-12-2011 zijn in dit rapport geen wijzigingen aangebracht.