Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
Quality, Health, Safety & Environment Amsterdamseweg 53 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Telefoon 033 - 467 15 11 Fax 033 - 467 17 88
[email protected] www.wolterendros.nl
Carbon Footprint Rapport 2012
Datum opgesteld
12 maart 2013 Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509 Blad Auteur(s)
J.P.T. Janssen N.R. Sandelowsky
0509
1 van 32
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
Quality, Health, Safety & Environment Amsterdamseweg 53 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Telefoon 033 - 467 15 11 Fax 033 - 467 17 88
1
Management summary
4
2 2.1 2.2
Verantwoording Overeenstemming Verwijzingsoverzicht rapportage en ISO 14064-1
7 7 7
3 3.1 3.2 3.3
Omschrijving van de organisatie Inleiding Missie Bedrijfshistorie
8 8 9 9
4
Beleid
10
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Boundary 2012 Centrale bedrijfsonderdelen Vestigingen Dochteronderneming Deelnemingen C-aanbieders/concernrelaties (nwe input Ronald)
12 12 12 13 13 13
6 6.1 6.2 6.3
Energiegebruik Soorten en hoeveelheden Aardgas Elektriciteit
16 16 17 18
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.6.1 7.6.2 7.7 7.8 7.9
De carbon footprint Carbon Footprint 2011 Verslagperiode en referentiejaar Verantwoordelijke persoon Contactpersoon Uitsluitingen Correcties en wijzigingen Correcties Wijzigingen Onzekerheden Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren Verificatie
19 19 20 20 20 20 20 20 21 21 23 24
8 8.1 8.2 8.2.1
Doelen en maatregelen 2012 Doelstellingen Maatregelen Scope 1 Te nemen maatregelen om directe emissie te beperken Scope 2 te nemen maatregel om indirecte emissie te verminderen
25 25 25
[email protected] www.wolterendros.nl
Datum opgesteld
12 maart 2013 Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
8.2.2
0509
25 25
Blad
2 van 32
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
3 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
9 9.1 9.1.1 9.1.2 9.1.3 9.2 9.2.1. 9.3 9.3.2 9.4 9.5
Voortgang en effect 26 Effect reductiemaatregelen voor scope 1 26 Vervangen van de VW Caddy door de Skoda Fabia 26 Extra inzetten van de elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van de auto 26 Verwarming 1 °C lager 27 Voortgang en effect reductiemaatregelen voor scope 2 28 Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting 28 Evaluatie CO2 – emissie verandering per scope 29 Evaluatie CO2 emissie verandering scope 2 29 Resultaat doelstelling per scope en totale CO2 – emissie 30 Vergelijking van de vestigingen onderling 31
10
Wijzigingen
32
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
4 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
1 Management summary In het kader van de CO2 – prestatieladder is de carbon footprint 2012 van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. opgesteld. De bedrijfsactiviteiten van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. zijn in 2012 toegenomen ten opzichte van 2010. Hierdoor is de CO2 – emissie bij ongewijzigd beleid toegenomen. Zie ook tabel 1. Tabel 1 geeft de verandering in CO2 – emissie weer ten opzichte van 2010 bij ongewijzigd beleid en bij toepassing van de reductiemaatregelen conform tabel 2. Naast de vermelde reductiemaatregelen zijn de volgende CO2 – emissies uit de carbon footprint 2012 gefilterd, omdat deze niet tot de scopes van Wolter & Dros behoren. CO2 – emissie ten gevolge van privé gebruik lease auto’s CO2 – emissie ten gevolge van woon-werkverkeer lease auto’s CO2 – emissie ten gevolge van koudemiddel gebruik CF 2010
CF 2012 bij ongewijzigd beleid
CO2 - reductie Doelstellingen 2012
CF 2012
Verandering t.o.v. 2010
Scope 1
6.614,48 ton CO2
7.006,18 ton CO2
-10,73 ton CO2
5.387,33 ton CO2
-1.227,15 ton CO2
-18,55%
Scope 2
2.396,45 ton CO2
2.346,61 ton CO2
-1,30 ton CO2
744,62 ton CO2
-1.651,83 ton CO2
-68,93%
Totaal
9.010,93 ton CO2
9.352,79 ton CO2
-12,03 ton CO2
6.131,95 ton CO2
-2.878,98 ton CO2
-31,95%
Tabel 1: CO2-emissie 2010 in vergelijking met 2012
De doelstelling van de reductiemaatregelen 2012 per scope zijn samen met het behaalde resultaat weergegeven in tabel 2. Scope
Reductiemaatregel 2012
1
Vervanging VW Caddy door Skoda Fabia
1
Inzetten van elektrische scooters voor stadsverkeer
1
Verwarming 1°C lager
2
Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting
Tabel 2: Doelstelling en resultaat per reductiemaatregel 2012
Doelstelling 2012
Resultaat 2012
-5,70 ton CO2
-47,42 ton CO2
-0,03 ton CO2
-0,04 ton CO2
-5,00 ton CO2
-61,60 ton CO2
-1,30 ton CO2
-8,50 ton CO2
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
5 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Uit tabel 1 kan worden geconcludeerd dat in scope 1 een reductie in CO2 – emissie heeft plaats gevonden. Dit is te verklaren door: Het verwijderen van emissies t.g.v. privé gebruik en woon-werkverkeer uit het totale wagenpark emissie. Het verwijderen van de emissies t.g.v. koudemiddel gebruik. Het koudemiddelen gebruik valt buiten de scope en wordt daarom niet meegenomen in de Carbon Footprint rapportage. De reductiemaatregel vervanging VW Caddy door Skoda fabia is ruimschoots gehaald. Het werkelijke effect is groter dan de prognose doordat in de prognose uitgaat van 18 vervangingen in 2012. In totaal zijn er in 2012 circa 70 skoda fabia’s bij gekomen. Oorzaak hiervan is dat er nieuwe medewerkers zijn aangetrokken welke een Skoda Fabia toegewezen hebben gekregen in plaats van een volkswagen Caddy. Daarnaast zijn er ook skoda fabia’s aangetrokken in de vrije categorie en is er meer gereden dan geprognotiseerd. De reductiemaatregel inzetten van elektrische scooters voor stadsverkeer is behaald. Desondanks is de bijdrage hiervan gering. De reductiemaatregel “verwarming 1oC lager” is ruimschoots gehaald. De prognose van deze maatregel bedraagt 20 ton CO2 reductie. Er is rekening gehouden met een foutmarge van 75% in het kader van het behaalde effect gedurende 2011. De doelstelling bedroeg dus 5 ton CO2. In tegenstelling tot 2011 is in 2012 deze reductiemaatregel vrijwel overal toegepast. Uit tabel 3 blijkt bij welke vestigingen sprake is geweest van een toename van CO2-emissie (betreft vestigingen Maastricht, Goes en de Fabriek). Gezien het verschil t.o.v. 2010 zal op sommige locaties de verwarming meer dan 1oC lager zijn gezet. Daarnaast wordt binnen de berekening van het gerealiseerde effect gecompenseerd met productie uren. Dit om het effect van overwerken mee te nemen. Zonder deze compensatie is er geen sprake van een reductie. Vestiging
Goes / Terneuzen Warnsveld, Arnhem, Enschede Rotterdam, Botlek, Haaglanden Groningen, Leeuwarden Comfort Partners Amsterdam, Den Helder Centrale Diensten Maastricht, Venlo Den Bosch Amersfoort CTB/BB Fabriek Totaal
Verschil t.o.v. 2010
Verschil t.o.v. 2010
444 m3 -5.686 m3
0,81 ton CO2 -10,38 ton CO2
-2.028 m3
-3,70 ton CO2
-6.452 m3
-11,78 ton CO2
-4.156 m3 -1.563 m3
-7,58 ton CO2 -2,85 ton CO2
-6.012 m3 739 m3 -10.073 m3 -1.803 m3
-10,97 ton CO2 1,35 ton CO2 -18,38 ton CO2 -3,29 ton CO2
-2.593 m3 5.433 m3 -33.751 m3
-4,73 ton CO2 9,91 ton CO2 - 61,60 ton CO2
Tabel 3: Effect van reductiemaatregel graadje lager per vestiging
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
6 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Tabel 1 geeft tevens een behoorlijke reductie weer voor scope 2. Dit is te verklaren door: Een reductie van het elektriciteitsverbruik door toepassing van de reductiemaatregel gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting i.p.v. T8 TL. Het gewenste effect van deze maatregel is in 2012 geheel gerealiseerd. Er is zelfs sprake van een groter effect dan beoogd. De oorzaken hiervoor liggen bij: o De feitelijke verdeling van het elektriciteitsverbruik in koeling en verlichting kan afwijken; o Bedrijfstijd verlichting is hoger dan geprognotiseerd. Een behoorlijke reductie in elektriciteitsgebruik. Oorzaak hiervan is dat in 2012 gebruik is gemaakt van windkracht certificaten. Hierdoor wordt de emissiefactor 15 gram CO2/kWh. Indien geen gebruik wordt gemaakt van windkracht certificaten moet worden gerekend met emissiefactoren voor grijze stroom a 455 gram CO2/kWh. Voortgang doelstelling per scope en totale CO2 - emissie Tabel 4 geeft de doelstelling voor 2012 zowel absoluut als relatief, per scope en voor de totale CO2 – emissie van Wolter & Dros weer. CF 2010
Doelstelling 2012 Per scope
ton CO2/jaar
Directe CO2 – emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
%
ton CO2 /jaar
Resultaat 2012 Van totaal
Per scope
%
%
Van totaal ton CO2 /jaar
%
6.614,48 ton CO2
-0,16%
- 10,73 ton CO2
-0,12%
-18,55%
-1.227,15 ton CO2
-13.62%
2.396,45 ton CO2
-0,05%
-1,30 ton CO2
-0,01%
-68,93%
-1.651,83 ton CO2
-18,33%
-12,03 ton CO2
-0,13%
-2.878,98 ton CO2
-31,95%
9.010,93 ton CO2
Tabel 4: Evaluatie doelstellingen
Uit tabel 4 kan de conclusie worden getrokken dat de doelstellingen voor 2012 zijn gehaald.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
7 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
2 Verantwoording 2.1 Overeenstemming Deze rapportage voldoet aan de eisen zoals omschreven in ISO 14064-1, paragraaf 7.3.1. 2.2 Verwijzingsoverzicht rapportage en ISO 14064-1 Tabel 5 geeft weer waar de vereiste onderdelen van een carbon footprint rapportage conform ISSO 14064-1 in dit rapport terug te vinden zijn. ISO 14064-1, paragraaf 7.3.1
Rapportage, paragraaf
a) Beschrijving van de organisatie b) Verantwoordelijke persoon
3 Omschrijving van de organisatie 7.3 Verantwoordelijke persoon 7.4 Contactpersoon 7.2 Verslagperiode en referentiejaar 5 Boundary 7.1 Carbon Footprint 20127.5 Uitsluitingen 8.1 Doelstellingen 8.2 Maatregelen 9 Voortgang en effect 7.5 Uitsluitingen 7.1 Carbon Footprint 2012 7.2 Verslagperiode en referentiejaar 7.6 Correcties en wijzigingen 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren 7.6.2 Wijzigingen 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren 7.1 Carbon Footprint 2012 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren 7.7 Onzekerheden 2 Verantwoording 7.9 Verificatie
c) Verslagperiode d) Boundary e) Directe emissie f) Biomassa g) Reductie directe emissie
h) Uitsluitingen i) Indirecte emissie j) Basisjaar en referentiejaar k) Wijzigingen l) Kwantificeringsmethoden m) Wijzigingen in Kwantificeringsmethoden n) Conversiefactoren
o) Onzekerheden p) Verklaring van overeenstemming q) Verificatie
Tabel 5: Verwijzingsoverzicht Carbon Footprint Rapport en ISO 14064-1
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
8 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
3 Omschrijving van de organisatie 3.1 Inleiding Wolter & Dros is een technisch dienstverlener werkzaam in de utiliteit, de woningbouw, de zorg, het onderwijs en de industrie. Advies, integraal ontwerp, engineering, realisatie en beheer van technische installaties voor verwarming, ventilatie, koeling en sanitair vormen ons dienstenpakket. Met 1800 medewerkers en een netwerk van vestigingen in Nederland, behoort Wolter & Dros tot de top drie van technische dienstverleners in haar vakgebied. Wolter & Dros is een werkmaatschappij van vastgoed-, bouw- en techniekconcern TBI te Rotterdam. Figuur 1 Locaties Wolter & Dros
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
9 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
3.2 Missie Wolter & Dros laat zich inspireren door wat mensen in het dagelijks leven nodig hebben om zich goed en gezond te voelen. Wolter & Dros ontwikkelt daarvoor innovatieve comfortconcepten. Geïntegreerde totaal oplossingen voor optimaal comfort, veiligheid en gebruiksgemak. Duurzame oplossingen waar het gaat om energiegebruik, kwaliteit, levensduur, hergebruik en dus de exploitatiekosten. Zo ontstaat een rendabel evenwicht tussen ontwerp, leefbaarheid en duurzaamheid. 3.3 Bedrijfshistorie In het jaar 2000 heeft Wolter & Dros haar 125 - jarig bestaan gevierd. In 1875 werd het bedrijf in Amsterdam opgericht door de heer H.J. Wolter. Een eenmanszaak met een leveringsprogramma dat bestond uit het ontwerpen en leveren van centrale verwarmings- en ventilatiesystemen. In 1906 werd door de heer Wolter, de heer A. Dros aangetrokken als mededirecteur van het inmiddels naar Amersfoort verhuisde bedrijf. In 1916 ging de heer Wolter met pensioen en zette de heer Dros de zaak alleen voort. In 1963 werd Wolter & Dros overgenomen door de N.V. OGEM. Binnen OGEM groeide het aantal medewerkers van Wolter & Dros door fusies en overnames tot boven de 1200. Vanaf begin jaren tachtig tot en met 2002 verricht Wolter & Dros haar activiteiten als werkmaatschappij van TBI Holdings B.V. te Rotterdam. In 2003 wordt TBI Techniek B.V. opgericht, een samenwerkingsverband tussen zes installatietechnische zusterbedrijven van TBI. Tot op projectniveau zijn de kennis en expertise binnen de TBI-bedrijven optimaal gesynchroniseerd en gebundeld. Naast het hoofdkantoor in Amersfoort heeft Wolter & Dros in 2007 het Belevingscentrum geopend, een hypermodern centrum waar bezoekers comfort in de breedste zin van het woord kunnen beleven. Per 1 januari 2010 zijn de woningbouwactiviteiten van Wolter & Dros ondergebracht onder een nieuwe Besloten Vennootschap ‘Wolter & Dros Woningbouw B.V.’ met de handelsnaam ‘Comfort Partners’. Comfort Partners is ontstaan uit de vestigingen van Wolter & Dros Aquatherm in Groningen en Houten en de vestigingen van Wissink Installatietechniek B.V. in Zoetermeer en Zwaag.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
10 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
4 Beleid
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
11 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
12 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
5 Boundary 2012 De organizational boundary van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V is weergegeven in figuur 2. Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. 5.1 Centrale bedrijfsonderdelen Locatie 1: Amsterdamseweg 53 Centrale Diensten Fabriek/CMV
5.2 Vestigingen Locatie 1: Amsterdamseweg 53 Wolter & Dros Centraal Technisch Bureau Fabriek/CMV
Locatie 2: Amsterdamseweg 51, De Voorsprong Belevingscentrum Technisch Facilitair Management
Locatie 2: Amsterdamseweg 51, De Voorsprong Wolter & Dros Amersfoort Overige vestigingen Wolter & Dros Amsterdam Wolter & Dros Arnhem Wolter & Dros Enschede Wolter & Dros Groningen Wolter & Dros Goes Wolter & Dros Haaglanden Wolter & Dros 's-Hertogenbosch Wolter & Dros Maastricht-Airport Wolter & Dros Rotterdam Wolter & Dros Rotterdam-Industrie (vh Botlek) Wolter & Dros Terneuzen Wolter & Dros Venlo Wolter & Dros Warnsveld
5.3 Dochteronderneming Comfort Partners met de vestigingen: Comfort Partners Groningen Comfort Partners Houten Comfort Partners Maastricht (per 1-3-2012) Comfort Partners Zoetermeer Comfort Partners Zwaag
5.5. C-aanbieders
5.4 Deelnemingen Locatie 2: Amsterdamseweg 51, De Voorsprong TBI Direct B.V.
Figuur 2: Organizational Boundary Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. 2012
5.1 Centrale bedrijfsonderdelen Centrale Bedrijfsonderdelen van Wolter & Dros zijn gevestigd op de locatie Amersfoort. Deze bestaat uit Locatie 1 Hoofdkantoor, gelegen aan de Amsterdamseweg 53 te Amersfoort. Huisvesting van onder meer de Centrale Diensten (CD) en Fabriek/CMV. Onder CD vallen: - Directie en Directiesecretariaat; - Controlling en Centrale Administratie (CA); - Presentatie en Marketing Communicatie (PMC); - Quality, Health, Safety & Environment (QHSE); - Personeel & Organisatie (P&O); - Facilitaire Zaken (FZ); - Informatie en Communicatie Technologie (ICT); - Technisch Advies en Ontwikkeling (TAO); - Inkoop coördinatie (IC). Locatie 2 De Voorsprong, gelegen aan de Amsterdamseweg 51 te Amersfoort, naast het hoofdkantoor. Hier zijn een aantal landelijke opererende bedrijfsonderdelen gevestigd. 5.2 Vestigingen Naast vestiging Wolter & Dros Centraal Technisch Bureau (loc 1)en vestiging Amersfoort (loc 2) zijn er een aantal vestigingen verspreid over diverse locaties in Nederland.
ICR/W&D BAM techniek v.o.f. Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. TBI Direct B.V.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
13 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
5.3 Dochteronderneming Comfort Partners is een volle dochteronderneming van Wolter & Dros en realiseert en onderhoudt installaties in woningen. Comfort Partners opende in maart 2013 een vijfde vestiging in Maastricht in het pand van Wolter & Dros vestiging Maastricht. 5.4 Deelnemingen Projectvof’s
Wolter & Dros neemt deel in diverse projectvof’s. Deze vof’s zijn aangegaan met derden ten behoeve van de uitvoering van één project. De inzet van huisvesting, medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting wordt volledig vanuit de eigen al bestaande Wolter & Dros organisatie geleverd. Het aandeel verbruik en emissie is volledig opgenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros. In de laatste kolom van tabel 7 is aangegeven in welk deel van de Carbon Footprint de betreffende deelneming is opgenomen. Overige deelnemingen
Bij deelnemingen in de vorm van een BV of stichting wordt de inzet van medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting meestal vanuit een afzonderlijke afdeling of locatie van Wolter & Dros geleverd. Het aandeel verbruik en emissie is dan ook als afzonderlijk bedrijfsonderdeel opgenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros. 5.5 C-aanbieders/concernrelaties Op basis van de A/C-leveranciersanalyse volgens de laterale methode beschreven in de CO2-Prestatieladder zijn de relevante bedrijfsonderdelen weergegeven in tabel 6. Naam
Opgenomen in de boundary van Wolter & Dros
Croon Elektrotechniek B.V. HVL Elektrotechniek BV Building Technologies Maintenance V.O.F. Koopmans Service & Onderhoud B.V. Acto Informatisering B.V. WTH Vloerverwarming B.V. TBI Direct BV Hazenberg BV MDB B.V. Aannemingmij. JP van Eesteren BV Fri-jado super service Comfort Partners TBI Holdings B.V.
Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Ja Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Ja Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Nee, is zelf gecertificeerd Ja Nee, geen hiërarchische zeggenschap
Tabel 6: C-leveranciers opgenomen in de boundary
In tabel 6 is weergegeven welke leveranciers uit de crediteurenadministratie van Wolter & Dros, door de A/C-analyse zijn aangemerkt als concernleverancier. Leveranciers die zelf gecertificeerd zijn voor de CO2-Prestatieladder worden door Wolter & Dros niet meegenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros omdat deze leveranciers hun eigen Carbon Footprint rapporteren. Leveranciers waar Wolter & Dros (gedeeltelijke) zeggenschap over heeft zijn meegenomen in de Carbon Footprint van Wolter & Dros.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
14 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
TBI Holdings B.V. is een leverancier die niet gecertificeerd is voor de CO2Prestatieladder. Het spreekt voor zich dat Wolter & Dros als dochteronderneming van TBI Holdings B.V. geen zeggenschap heeft over de holding. Daarnaast bedraagt de omzet van TBI Holdings B.V. bij Wolter & Dros slechts 0,03%. Relevante bedrijfsonderdelen
Statutaire naam
KvK nr
BTW nr
van Wolter & Dros
Boundary
Voor 2012 Q1/Q2 in
2011
2012
CF als(naam), voor(%)
Centrale bedrijfsonderdelen Locatie 1:- Centrale diensten
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Fabriek/CMV,100
Wolter & Dros Amersfoort
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Amersfoort, 100
Wolter & Dros
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
CTB, 100
Wolter & Dros Arnhem
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Arnhem, 100
Wolter & Dros Amsterdam
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Amsterdam, 100
Wolter & Dros Rotterdam
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Rotterdam Industrie,
Wolter & Dros Den Helder
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Nee
nvt
Wolter & Dros Enschede
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Enschede, 100
Wolter & Dros Groningen
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Groningen, 100
Wolter & Dros Goes
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Goes, 100
Wolter & Dros Haaglanden
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Haaglanden, 100
Wolter & Dros ‘s-Hertogenbosch
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
’s-Hertogenbosch, 100
Wolter & Dros Leeuwarden
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Leeuwarden, 100
Wolter & Dros Maastricht-Airport
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Maastricht, 100
Wolter & Dros Rotterdam
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Rotterdam, 100
Wolter & Dros Terneuzen
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Terneuzen, 100
Wolter & Dros Warnsveld
Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V.
31006867
NL001739244B01
Ja
Ja
Warnsveld, 100
Comfort Partners Houten
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Groningen
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Maastricht
Wolter & Dros Woningbouw B.V
32157437
NL821152282B01
Nee
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Zoetermeer
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
Comfort Partners Zwaag
Wolter & Dros Woningbouw B.V.
32157437
NL821152282B01
Ja
Ja
Comfort Partners, 100
IDET *
Stichting IDET
11046054
NL808249903B01
Ja
Nee
nvt
TBI Direct *
TBI Direct B.V.
32129930
NL818876566B01
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
Blanxx *
Blanxx B.V.
17282938
nvt
Nee
Nee
Nvt
Croon Wolter & Dros Vastgoed **
Croon Wolter & Dros Vastgoed v.o.f.
32076581
nvt
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
CWI **
Croon Wolter & Dros Infratechniek v.o.f
24292689
nvt
Ja
Ja
Centrale Diensten, 100
CWF **
Croon Wolter & Dros Facilities v.o.f.
31006867
nvt
Nee
Nee
nvt
Building Technologies
Building Technologies Maintenance v.o.f.
52717909
nvt
Nee
Nee
nvt
Maintenance **
(opgericht 1-4-2011)
ICR W&D/BAM Techniek **
ICR W&D/BAM techniek v.o.f.
32127929
nvt
Nee
Nee
nvt
Installatiecombinatie Jeroen
Installatiecombinatie Jeroen Bosch
17215249
nvt
Nee
Nee
nvt
Bosch Ziekenhuis **
Ziekenhuis v.o.f.
Locatie 2: - Belevingscentrum, -Technisch Facilitair Management -Duurzame Energie Projecten Locatie 1: - Fabriek/CMV Vestigingen
Centraal Technisch Bureau
Industrie (v/h Botlek)
100
Dochteronderneming Comfort Partners
Deelnemingen (St. /BV) Locatie II, Amsterdamseweg 51
Deelnemingen (projectvof’s)
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
15 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Relevante bedrijfsonderdelen
Statutaire naam
KvK nr
BTW nr
van Wolter & Dros Installatiecombinatie New
Boundary
Voor 2012 Q1/Q2 in
2011
2012
CF als(naam), voor(%)
Installatiecombinatie New Babylon v.o.f.
27314917
nvt
Nee
Nee
nvt
Bouwcombinatie J.P van
Bouwcombinatie J.P van Eesteren – TBI
34245945
nvt
Nee
Nee
nvt
Eesteren – TBI Techniek **
Techniek vof
Installatiecombinatie Komfort **
Installatiecombinatie Komfort v.o.f.
24464440
nvt
Nee
Nee
nvt
ICP (Instandhoudingscombinatie
Instandhoudingscombinatie Prinsenhof v.o.f
32092180
nvt
Nee
Nee
nvt
CSWE **
Combinatie Croon-Spie Wolter & Dros v.o.f.
24484402
nvt
Nee
Nee
nvt
Bouwcombinatie Heijmerink -
Bouwcombinatie Heijmerink - Wolter & Dros – nvt
nvt
Nee
Nee
nvt
Wolter & Dros - Croon **
Croon v.o.f.
Croon Wolter & Dros Vastgoed
Croon Wolter & Dros Vastgoed v.o.f.
32076581
nvt
Nee
Nee
nvt
CWI **
Croon Wolter & Dros Infratechniek v.o.f
24292689
nvt
Nee
Nee
Nvt
Maincontracting CWJP **
Maincontracting CWJP VOF
55184324
nvt
Nee
Nee
Nvt
RUN Services vof
nvt
nvt
Nee
Nee
nvt
Babylon **
Prinsenhof)* *
(per 15 -4-2012) RUN Services ** (per 1-1- 2012)
Tabel 7: Boundary 2012-Q1+Q2 *) Stichting of BV die gelieerd is aan Wolter & Dros, met eigen huisvesting, medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting, en waarvan de Carbon Footprint verdisconteerd is in de Carbon Footprint van de eigen Wolter & Dros organisatie en/of participanten wordt geleverd. **) Projectvof waarvan Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. penvoerder is en waarvoor huisvesting, medewerkers, outillage, materieel en technische uitrusting geheel vanuit de eigen Wolter & Dros organisatie en/of participanten wordt geleverd.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
16 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
6
Energiegebruik
6.1 Soorten en hoeveelheden Elke vestiging van Wolter & Dros verbruikt elektriciteit voor verlichting en ICT. Ook worden de gebouwen verwarmd. Hiervoor wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van aardgas. Een aantal gebouwen maken gebruik van een warmtepomp al dan niet in combinatie met aardgasketels voor piekbelasting. Het gebouw van vestiging Comfort Partners Houten is aangesloten op een collectief verwarmingssysteem met warmtepompen. Voor deze locaties geldt dat de hiervoor benodigde elektrische energie is meegenomen in het elektriciteitsverbruik van de vestigingen. Tabel 8 geeft een overzicht van de gebruikte energiesoorten per vestiging. Figuren 3 en 4 geven inzicht in het elektriciteit- en aardgasverbruik per vestiging.
x
x x
x
x
Tabel 8: Energiesoorten per vestiging
x x
x x
Energiestromen zakelijk vliegen kerosine
LPG
x x x x
x
Energiestromen scooters
Benzine
x x x x
x
Energiestromen auto's
Diesel
x x x
x x x x x
Noodstroom
x
WKO Opslag
x x x x x x x x x x x x x x x x x
Stadsverwarming
x x x x x x x x x x x x x x x x x
Wind
Elektriciteit
Vestigingen Amersfoort Hoofdkantoor (CTB) Amersfoort Amsterdam Arnhem Botlek Den Helder Enschede Goes Groningen Haaglanden Leeuwarden s-Hertogenbosch Maastricht Venlo Rotterdam Terneuzen Warnsveld Dochterondernemingen Comfort partners Groningen Comfort partners Houten Comfort partners Zoetermeer Comfort partners Maastricht Comfort partners Zwaag Deelnemingen/ Samenwerking TBI Direct Belevingscentrum TFM DEP
Aardgas
Energiestromen t.b.v. bedrijfsactiviteiten
Elektriciteit
Energiestromen ingenieursbureau Wolter & Dros B.V
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x X
x
x x x x x x x x x x x x x x x x x
Opmerkingen
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
17 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
6.2 Alternatieve brandstoffen Als alternatieve brandstoffen (energiebronnen) zijn aan te merken: windenergie, bodemenergie (warmte- en koudeopslag) en elektrisch vervoer met scooters. 6.3 Aardgas 2012 Q1
Aardgas
2012 Q2 2012 Q3 2012 Q4
18.000 16.000
14.000
m³
12.000 10.000 8.000
6.000 4.000 2.000
Figuur 3: Aardgasverbruik per vestiging
Fabriek/CMV hebben in 2012 samen 141.205 mn3 aardgas verstookt. Dit getal valt buiten figuur 3.Figuur 3 geeft voor 201 het aardgasverbruik per kwartaal per vestiging weer in mn3. In de grafiek is duidelijk te zien dat elke vestiging in Q1 en Q4 een hoger aardgasverbruik hebben dan in Q2/Q3. De verklaring hiervoor is dat de gemiddelde buitentemperatuur in Q1 een stuk lager ligt dan in Q2. Dit zorgt ervoor dat meer aardgas is verbruikt om de gebouwen te verwarmen. Vestigingen Groningen, Comfort Partners Groningen en Comfort Partners Zwaag, beschikken over een warmte- en koudeopslag systeem (WKO) met elektrisch gedreven warmtepompen. Hierdoor is het aardgasgebruik in verhouding met een andere vestiging van gelijke omvang (bijv. Goes) met name in Q1 en Q4 lager. Hier tegenover staat een hoger elektriciteitsverbruik in Q1 en Q4. Het kantoor in Amersfoort beschikt ook over een WKO, maar deze wordt gebruikt voor koeling, waardoor het gebruik ervan niet bijdraagt aan de reductie van het aardgasverbruik. Voor de vestigingen Venlo en Botlek geldt dat verwarming plaatsvindt door middel van warmtepompen, waardoor geen aardgas wordt verbruikt. Voor de vestiging CP Houten geldt dat gebruik wordt gemaakt van stadsverwarming en dus dat geen aardgas wordt verbruikt (stadsverwarming wordt verrekend met Eneco). Per 1 februari 2012 is de vestiging CP Den Helder gesloten, waardoor een minimaal verbruik zichtbaar is. Per 1 april 2012 is de vestiging CP Maastricht opgericht.
Afdelingen*
CP Maastricht
CP Zwaag
CP Zoetermeer
CP Houten
CP Groningen
Warnsveld
Venlo
Terneuzen
Rotterdam
Maastricht
s-Hertogenbosch
Leeuwarden
Haaglanden
Groningen
Goes
Enschede
Den Helder
Botlek
Arnhem
Amsterdam
Amersfoort
CTB
Fabriek / CMV
Centrale Diensten*
-
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
18 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
6.4 Elektriciteit
2012 Q1
Elektriciteit
2012 Q2 2012 Q3 2012 Q4
100.000 90.000 80.000 70.000
kWh
60.000
50.000 40.000 30.000 20.000 10.000
Figuur 4: Elektriciteitsverbruik per vestiging
De Fabriek/CMV hebben samen in Q1 236.091 kWh, in Q2 211.951 kWh, in Q3 214.910 kWh en in Q4 211.236 kWh elektriciteit verbruikt. Deze getallen vallen buiten het bereik van figuur 4. Figuur 4 geeft voor 2011, het elektriciteitsverbruik per kwartaal per vestiging weer in kWh. Het elektriciteitsverbruik is bij het overgrote deel van de vestigingen vrijwel onafhankelijk van het kwartaal. Daar waar een relatief grote afwijking tussen de kwartalen bestaat, wordt dit veroorzaakt door o.a.: • levering van warmte door WKO in combinatie met een warmtepomp (vestigingen Groningen, Comfort Partners Groningen en Comfort Partners Zwaag); • levering van warmte door stadsverwarming waarbij het elektriciteitsverbruik van de warmtepomp van Eneco wordt verrekend (vestiging Comfort Partners Houten). • Levering van warmte door een elektrisch gevoede warmtepomp (vestiging Botlek). De vestigingen Groningen en Comfort Partners Groningen laten in Q2 en Q3 juist een vermindering van het elektriciteitsverbruik zien aangezien gebruik wordt gemaakt van een warmtepomp in combinatie met de WKO. Vestiging Botlek laat ook een vermindering zien van het elektriciteitsverbruik in Q2. Oorzaak hiervan is dat Botlek elektrisch verwarmd met behulp van de warmtepomp.
Afdelingen*
CP Maastricht
CP Zwaag
CP Zoetermeer
CP Houten
CP Groningen
Warnsveld
Venlo
Terneuzen
Rotterdam
Maastricht
s-Hertogenbosch
Leeuwarden
Haaglanden
Groningen
Goes
Enschede
Den Helder
Botlek
Arnhem
Amsterdam
Amersfoort
CTB
Fabriek / CMV
Centrale Diensten*
-
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
19 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
7 De carbon footprint 7.1 Carbon Footprint 2012 Figuur 5 geeft de carbon footprint weer voor 2012 factor
CO2-em issie factor eenheid
bron
hoeveelheid
eenheid
2012 bron
Scope 1: Directe emissie
CO2-emissie [ton] 5387,33
Brandstoffen
641,20
- Aardgas
1.825,00 g CO2 / mn3
1
341.754,29 mn3
- Diesel
3.135,00 g CO2 / liter
4
120,00 liter
(C2H2)
3.145,00 g CO2 / kg
2
2.040,00 kg
Airproducts Linde gas
6,42
- Koolzuur dekgassen (CO2)
1.000,00 g CO2 / kg
2
10.305,00 kg
Airproducts Linde gas
10,31
- Propaan
2.990,00 g CO2 / kg
3
134,00 kg
Airproducts Linde gas
- Acetyleen
(C3H8)
Opgave W&D Aanname W&D
Wagenpark
623,70 0,38
0,40 4746,13
- Benzine
2.780,00 g CO2 / liter
1
141.302,15 liter
Athlon
392,82
- Diesel
3.135,00 g CO2 / liter 1.860,00 g CO2 / liter
1
1.388.546,57 liter
Athlon
4353,09
1
116,64 liter
Athlon
- LPG Scope 2: indirecte emissie Elektriciteitsgebruik - Groene stroom
0,22 744,62 46,01
15,00 g CO2 / kWh
1
3.067.657,61 kWh
Opgave W&D
Privé auto's voor zakelijk verkeer
46,01 693,54
- Benzine-auto, klasse <1,4 liter
185,00 g CO2 / km
1
7.128,00 km
Opgave W&D
1,32
- Benzine-auto, klasse 1,4 - 2,0 liter
220,00 g CO2 / km
1
128.878,00 km
Opgave W&D
28,35
- Benzine-auto, klasse >2,0 liter
305,00 g CO2 / km
1
0,00 km
Opgave W&D
0,00
- Diesel-auto, klasse <1,7 liter
155,00 g CO2 / km
1
20.057,00 km
Opgave W&D
3,11
- Diesel-auto, klasse 1,7 - 2,0 liter
195,00 g CO2 / km
1
194.110,00 km
Opgave W&D
37,85
- Diesel-auto, klasse > 2,0 liter
265,00 g CO2 / km
1
79.832,00 km
Opgave W&D
21,16
- LPG-auto
175,00 g CO2 / km
1
18.799,00 km
Opgave W&D
3,29
- Personenauto, brandstoftype niet bekend
210,00 g CO2 / km
1
2.849.835,17 km
Opgave W&D
598,47
- Afstand < 700 km
270,00 g CO2 / reizigers km
1
2.534,84 km
Opgave W&D
0,68
- Afstand 700 - 2.500 km
200,00 g CO2 / reizigers km 135,00 g CO2 / reizigers km
1
9.782,70 km
Opgave W&D
1,96
1
17.954,68 km
Opgave W&D
2,42
Zakelijk vliegen
- Afstand > 2.500 km
5,06
Figuur 5: Carbon Footprint 2012
Bronnen: 1. Handboek CO2 - prestatieladder 2.1 18 juli 2012 2. BI conversieberekeningen maart 2010 3. Conversiefactor SKAO 4. Diesel t.b.v. NSA 68 kVA gebruik o.b.v. nodige testen. Scope 1 omvat de directe CO2-emissie, waartoe worden gerekend brandstoffen voor verwarming en generatoren, koudemiddelen voor airco en koeling, en het wagenpark van zakelijke auto’s. De directe CO2-emissie bedraagt 5387,33 ton. Binnen de CF 2012 is prive / woon-werk verkeer uit wagenpark gefilterd. Daarnaast zijn de koudemiddelen verwijderd. Dit omdat deze niet tot de scope van W&D horen Scope 2 omvat het elektriciteitsverbruik, het zakelijk gebruik van privé auto’s en zakelijk vliegverkeer. De indirecte CO2-emissie (scope 2) bedraagt 744,62 ton CO2. De CO2-emissie van scope 1 en 2 tezamen over 2012 bedraagt 6131,95 ton CO2, verdeeld over de onderdelen zoals aangegeven in figuur 6. Uit figuur 6 kan worden opgemerkt dat het wagenpark van Wolter & Dros het overgrote deel van de CO2-emissie veroorzaakt, gevolgd door privé auto’s voor zakelijk verkeer en gebruik van brandstoffen.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
20 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Privé auto's voor zakelijk verkeer 11%
Zakelijk vliegen 00%
Brandstoffen 10%
Elektriciteitsgebruik 01%
Wagenpark 77%
Figuur 6: Verdeling CO2-emissie 2012 naar soort emissie
7.2 Verslagperiode en referentiejaar Dit Carbon Footprint rapport over 2012 omvat de periode vanaf 01 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Het referentiejaar is 2010. 7.3 Verantwoordelijke persoon De verantwoordelijke persoon voor de Carbon Footprint is de heer ir. J.M. Kuling, directeur. 7.4 Contactpersoon De contactpersoon voor de Carbon Footprint is de heer ing. J.P.T. Janssen, exploitatiebeheerder duurzame energieprojecten. Amsterdamseweg 53 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Telefoon 033 - 467 15 11 Telefax 033 - 461 17 88 mail
[email protected]
7.5 Uitsluitingen Biomassa wordt niet toegepast. 7.6 Correcties en wijzigingen 7.6.1
Correcties
De volgende correcties zijn toegepast op eerdere rapportages:
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
21 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
• In de rapportages over 2008 en 2009 was scope 3 emissie opgenomen in “De Carbon Footprint”, terwijl scope 3 geen deel uitmaakt van de Carbon Footprint. Scope 3 is verwijderd uit de rapportages en uit de Carbon Footprint. • Koudemiddelen die door Wolter & Dros worden geleverd aan klanten waren in de rapportages over 2008 en 2009 ten onrechte toegekend aan scope 1. • Carbon Footprint 2010-Q1: toevoeging van groene stroom en wijziging van de conversiefactoren voor elektriciteit van de opgaven van de leveranciers naar ‘andere leverancier’ conform de CO2 ladder. Dit tezamen heeft een verlaging van de CO2-uitstoot tot gevolg van 2.504 ton naar 2.499 ton. • Carbon Footprint 2010-Q2: toevoeging van groene stroom en wijziging van de opgave van brandstofverbruik voor het wagenpark door Athlon. Dit tezamen heeft een verlaging van de CO2-uitstoot tot gevolg van 2.171 ton naar 2.126 ton. • Carbon Footprint 2008, 2009 en 2010 Q1 tot en met Q4: wijziging van conversiefactoren conform CO2 – prestatieladder 2.0 versie 23 juni 2011 en toevoeging van groene stroom. • Er is een nota van wijzigingen opgesteld voor Carbon Footprint rapport 2010, 2011Q1+Q2, 2011. 7.6.2
Wijzigingen
De volgende wijzigingen zijn opgetreden na 2008: • Het gebouw van de vestiging Haaglanden is uitgebreid per 1 augustus 2010. • Het gebouwen van de vestigingen Groningen Comfort Partners en Zwaag Comfort Partners hebben een WKO met elektrische warmtepomp. • Stadsverwarming voor het gebouw van Comfort Partners in Houten is in 2008 en 2009 niet opgenomen in de Carbon Footprint. Dit is een afwijking van ca. 0,1% op de totale Carbon Footprint van heel Wolter & Dros wat verwaarloosbaar is geacht. Vanaf 2010 is dit aandeel wel verdisconteerd. • Wolter & Dros heeft groencertificaten van Essent ingekocht voor de periode 1 januari 2011 tot en met 1 januari 2012. Het betreft windkracht 220 waarbij een conversiefactor van 15 g CO2/kWh van kracht is. • Met ingang van 2011-Q2 is de locatie Venlo operationeel. • Met ingang van 2012- Q2 is locatie Botlek verhuisd van de Venkelweg naar de Eemhavenweg.
7.7 Onzekerheden 1.
Van de warmte- en koudeopslaginstallaties (WKO) voor de gebouwen van Groningen, Comfort Partners Groningen, Hoofdkantoor en Comfort Partners Zwaag is verondersteld dat deze emissieloos zijn, maar de benodigde elektriciteit om de warmte of koude in de grond op te slaan en weer op te pompen is wel meegenomen in het energieverbruik.
2.
Stadsverwarming Houten wordt afgerekend op verbruikte m3 warm water. Het energieverbruik en de emissie zijn berekend in de vorm van elektriciteit welke door de warmtepomp van Eneco is gebruikt.
3.
Aflees, schrijf- en communicatiefouten kunnen niet worden uitgesloten. Het effect op langere termijn zal gering zijn omdat zulke fouten bij een volgende opnamecyclus weer worden gecompenseerd. Tevens vindt een jaarlijkse controle plaats met de jaarlijkse energieafrekeningen van de energiebedrijven.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
22 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
4.
De gegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn verkregen op basis van de brandstofpassen die aan de betreffende voertuigen zijn gekoppeld. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke berijder na het tanken de kilometerstand consequent invoert. Daarom is gekozen om op basis van de door de leasemaatschappij aangeleverde brandstofgegevens de CO2emissie te bepalen.
5.
De meetgegevens van het aardgas- en elektriciteitsgebruik komen van de comptabele aardgasmeter zoals door de netwerkleverancier is aangebracht. Deze worden betrouwbaar geacht.
6.
De meterstanden worden vanaf 1 juni 2010 per gebouw maandelijks afgelezen van de comptabele meter door de contactpersoon en doorgegeven voor de verwerking in de Carbon Footprint berekening. Jaarlijks worden de opgeven maandstanden getoetst aan de ontvangen jaarafrekening van de betreffende leverancier.
7.
In november 2012 is gestart met het op afstand uit leesbaar maken van de hoofd elektriciteit- en aardgasmeters van de Wolter & Dros vestigingen. Van een aantal meters wordt vanaf november 2012 het verbruik digitaal uitgelezen via een web portal. De gegevens van de web portal worden betrouwbaar geacht.
8.
De maandelijkse meterstanden voor 1 juni 2010 worden voor aardgas gevonden door het totaal verbruik van het voorgaande jaar te vergelijken met het aantal graaddagen van dat jaar. Hieruit volgt een factor uitgedrukt in de hoeveelheid aardgas per graaddag. Door per maand deze factor te vermenigvuldigen met het aantal graaddagen van die maand, volgt het aardgasgebruik voor die maand.
9.
Voor elektriciteit is het totaal gebruik van een vorig jaar genomen en in twaalf gelijke stukken verdeeld.
10. Er zit een onnauwkeurigheid in de onderlinge verdeling van de verschillende bedrijfsactiviteiten in de panden aan de Amsterdamseweg 51 en 53 te Amersfoort. Op basis van het geschatte aandeel in vloeroppervlak is het maandelijks aardgasgebruik toegerekend. Deze methodiek gaat niet op voor elektriciteit, hier is op basis van het opgesteld elektrisch vermogen de verdeling gemaakt. 11. Medewerkers die hun privé auto inzetten voor Wolter & Dros ontvangen hiervoor een vergoeding per zakelijk gereden kilometer. Op basis van de door de salarisadministratie opgeven gereden kilometers en de door de eigenaar opgeven autoklasse is berekend tot hoeveel CO2-emissie dit heeft geleid. Nieuwe medewerkers wordt gevraagd naar de motorinhoud en brandstofsoort van hun privé auto. Deze inventarisatie wordt jaarlijks geactualiseerd. 12. Voor het maandelijks testen van het NSA voor TBI Direct en TFM wordt diesel gebruikt. Het verbruikte aantal liters diesel wordt niet geregistreerd maar door een berekening geschat. Basis van de berekening is de tijdsduur van de test en het gemiddelde verbruik van de noodstroomaggregaten tijdens de testen. 13. Voor de gebruikte gassen is er een raamovereenkomst afgesloten met Air Products en Linde gas. Deze leveranciers geven periodiek op hoeveel zij per gassoort hebben geleverd, deze hoeveelheden worden verwerkt in de Carbon Footprint.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
23 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Incidenteel kan voorkomen dat iemand bij een andere leverancier een flesje gas koopt ‘om een klusje af te maken’ en deze kosten declareert, dan is deze hoeveelheid niet bekend en wordt dit niet meegerekend in de Carbon Footprint. Per 1 juli 2011 wordt de afgenomen hoeveelheid gassen van Linde gas herleid vanuit de afnamelijst welke online kan worden geraadpleegd. 7.8 Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren De conversiefactoren zijn volgens de opgaaf uit de CO2-Prestatieladde 2.1 d.d. 18 juli 2012 toegepast, met uitzondering van de volgende posten. Lasgassen Tabel 9 geeft een overzicht van de gehanteerde conversiefactoren voor het gebruik van lasgassen weer. (emissie factor propaan is conform het prestatieladder handboek).
Tabel 9: Conversiefactoren lasgassen Bron: Business Improvement Conversieberekening, 09 maart 2010.
Stadsverwarming Houten Uitgangspunten: • De WKO met warmtepomp wordt geëxploiteerd door Eneco. • Eneco betrekt de benodigde elektriciteit uit eigen net. • Het rendement van een dergelijke installatie > 10 kW bedraagt COP 3,66 (bron: Cijfers en tabellen 2007, Senternovem, blz. 40, tabel “Kentallen van warmtepompen”). • Gemiddeld specifiek vermogen van kantoren is 38 W/m³ bij een gemiddeld aantal vollasturen van 1250 uur/jaar (bron: Cijfers en tabellen 2007, Senternovem, blz. 32, tabellen “Ketelvermogen op basis van gebouwinhoud” en “Vollasturen op basis van ketelvermogen”). • Een kantoor heeft een gemiddelde verdiepingshoogte van 2,7 meter. • Conversiefactor grijze stroom is 455 g/kWh (Bron: ProRail CO2-Prestatieladder). Conversiefactor • Per m² vloeroppervlak is 38*2,7*1250= 128,3 kWh/jaar aan warmte nodig. • Om deze warmte met de WKO/WP te maken is 128,3/3,66=35,1 kWh/m2 elektriciteit nodig. • De conversiefactor van de stadsverwarming in Houten is 35,1 kWh/(m2.jaar) * 455 g/kWh = 15.971 g/(m2.jaar)
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
24 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
7.9 Verificatie De Carbon Footprint Rapportage 2012 is niet geverifieerd door een externe partij. De laatst geverifieerde rapportage is het Carbon Footprint Rapport 2011.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
25 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
8 Doelen en maatregelen 2012 8.1 Doelstellingen Door toenemende bedrijfsactiviteiten zal de CO2 – emissie van Wolter & Dros een stijgende lijn vertonen t.o.v. 2010. Om de toename in CO2 – emissie te beperken worden jaarlijks reductiedoelstellingen geformuleerd met bijbehorende maatregelen. De reductiedoelstelling van Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. voor 2012 ten opzichte van 2010 zijn weergegeven in tabel 10. CF 2010 Doelstelling 2012 Per scope
Directe CO2 –emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 –emissie
Van totaal
ton CO2/jaar
%
ton CO2 /jaar
%
6.614,48
-0,16%
-10,73
-0,12%
2.396,45
-0,05%
-1,30
-0,01%
-12,03
-0,13%
9.010,93
Tabel 10: reductiedoelstelling 2012
8.2 Maatregelen Het totale maatregelen pakket die Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. neemt in 2012 om de reductiedoelstelling te realiseren zijn gericht op: • Het wagenpark, wat ca. 65% van de totale emissie veroorzaakt in 2010; • De verwarming, wat ca. 8% van de totale emissie veroorzaakt in 2010; • Het elektriciteitsgebruik inclusief verlichting, wat ca. 18% van de totale emissie veroorzaakt in 2010. 8.2.1
Scope 1 Te nemen maatregelen om directe emissie te beperken
1 Vervangen van de VW Caddy door de Skoda Fabia Dit levert ten opzichte van 2010 bij de in 2012 te verwachte vervangingen, een besparing op van 5,7 ton CO2; een bijdrage van 0,085% aan de reductiedoelstelling van 0,16% voor scope 1. 2 Extra inzetten van elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van de auto Dit levert ten opzichte van 2010 bij de in 2012 te verwachte extra inzet, een besparing op van 0,03 ton CO2; een bijdrage van 0,00045% aan de reductiedoelstelling van 0,16% voor scope 1. 3 Verwarming 1 °C lager Dit levert ten opzichte van 2010 een besparing op van 5 ton CO2; een bijdrage van 0,075% aan de reductiedoelstelling van 0,16% voor scope 1. 8.2.2
Scope 2 te nemen maatregel om indirecte emissie te verminderen
4 Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting Dit levert ten opzichte van 2010 bij de in 2012 verwachte vervangingen een besparing op van 1,30 ton CO2, een bijdrage van 0,05 % aan de reductiedoelstelling van 0.05% voor scope 2.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
26 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
9 Voortgang en effect 9.1 Effect reductiemaatregelen voor scope 1 9.1.1
Vervangen van de VW Caddy door de Skoda Fabia
Tabel 11 geeft het effect van deze maatregel weer.
Vervangen van VW Caddy door Skoda Fabia Doelstelling 2012
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,16%)
Resultaat 2012
-5,70 ton CO2
-47,42 ton CO2
-0,085%
-0,72%
Tabel 11: Effect vervangen van VW Caddy door Skoda Fabia
Uit tabel 11 kan de conclusie worden getrokken dat de doelstelling van de maatregel in 2012 ruim is gehaald. Het volgende ligt hieraan ten grondslag: Het werkelijke effect is groter dan de prognose doordat in de prognose uitgaat van 18 vervangingen in 2012. In totaal zijn er in 2012 circa 70 skoda fabia’s bij gekomen. Oorzaak hiervan is dat er nieuwe medewerkers zijn aangetrokken die een Skoda Fabia toegewezen hebben gekregen in plaats van een volkswagen Caddy. Daarnaast zijn er ook skoda fabia’s aangetrokken in de vrije categorie en is meer gereden dan geprognotiseerd. 9.1.2
Extra inzetten van de elektrische scooter voor stadsverkeer in plaats van de auto
Wolter & Dros maakt gebruik van enkele elektrische scooters. Hierdoor wordt het gebruik van auto’s voor stadsverkeer vermeden. De vermeden kilometers bestaan uit een mix van verschillende auto’s opdat ook medewerkers welke geen VW Caddy rijden de scooter mogen gebruiken. Uit de km standen van 2012 blijkt dat de scooters ruim 16% meer gebruikt worden dan in 2011. Tabel 12 geeft de vermeden CO2 – emissie in 2012 weer door gebruik van elektrische scooters. Bij de beschouwing van tabel 12 kan de conclusie worden getrokken dat het inzetten van de scooters een te verwaarlozen effect heeft op het behalen van de reductiedoelstelling voor scope 1. Extra inzet van elektrische scooters voor stadsverkeer Doelstelling 2012
CO2 verandering t.o.v. 2010 (ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,16%)
2012
-0,03 ton CO2
-0,04 ton CO2
-0,00045%
-0,00061%
Tabel 12: Vermeden CO2 – emissie door gebruik van elektrische scooters
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
27 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
9.1.3
Verwarming 1 °C lager
Het resultaat van de maatregel wordt geëvalueerd naar aanleiding van het aardgas verbruik. Om het aardgasverbruik van 2010 en 2012 goed met elkaar te kunnen vergelijken, wordt gecompenseerd met graaddagen en productie-uren. 2010 was namelijk een kouder jaar dan 2012. In 2012 zijn echter meer productie-uren gemaakt. Onder een productie-uur wordt verstaan: Het werkelijk aantal gewerkte uren voor alle werknemers van Wolter & Dros. Dit zijn dus alle beschikbaar uren verminderd met alle verlofdagen, roostervrijdagen, fondsdagen, ziekte, sociaal arbeidsongeschikt, WIA, vorstverlet en/of stakingen van alle werknemers. De productie-uren zijn maatgevend voor de CO2 – emissie van Wolter & Dros. Tabel 13 geeft het effect van de maatregel weer. Verwarming 1°C lager Doelstelling 2012
CO2 verandering t.o.v. 2010(ton CO2) Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 1 (-0,16%)
Resultaat 2012
-5,00 ton CO2
-61,60 ton CO2
-0,075%
-0,93%
Tabel 13: Effect verwarming 1°C lager.
Aan de hand van tabel 13 is te concluderen dat de maatregel verwarming 1°C lager heeft geleid tot een sterke reductie van de CO2-emissie. De doelstelling van 2012 voor deze maatregel is ruimschoots gehaald. De mogelijke oorzaken liggen hiervoor bij: De forse stijging van de productie uren (indien niet wordt gecompenseerd met productie uren stijgt het aardgasverbruik). De stijging van de productie uren is groter dan verwacht waardoor het effect van de maatregel groter is dan verwacht. De vestigingen voeren de maatregel ambitieus uit. I.p.v. 1 graad lager bv 2 graden. De toename van de productie uren verloopt niet recht evenredig met de toename in aardgasverbruik. Tabel 14 geeft het effect van de maatregel weer per vestiging. Hieruit kan worden geconcludeerd dat enkele vestigingen de maatregel niet toepassen, zoals Goes/Terneuzen, Maastricht/Venlo en de Fabriek. Vestiging
Goes / Terneuzen Warnsveld, Arnhem, Enschede Rotterdam, Botlek, Haaglanden Groningen, Leeuwarden Comfort Partners Amsterdam, Den Helder Centrale Diensten Maastricht, Venlo
Verschil t.o.v. 2010
Verschil t.o.v. 2010
444 m3 -5.686 m3
0,81 ton CO2 -10,38 ton CO2
-2.028 m3
-3,70 ton CO2
-6.452 m3
-11,78 ton CO2
-4.156 m3 -1.563 m3
-7,58 ton CO2 -2,85 ton CO2
-6.012 m3 739 m3
-10,97 ton CO2 1,35 ton CO2
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
28 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Vestiging
Den Bosch Amersfoort CTB/BB Fabriek Totaal
Verschil t.o.v. 2010
Verschil t.o.v. 2010
-10.073 m3 -1.803 m3
-18,38 ton CO2 -3,29 ton CO2
-2.593 m3 5.433 m3 -33.751 m3
-4,73 ton CO2 9,91 ton CO2 - 61,60 ton CO2
Tabel 14: Effect van reductiemaatregel graadje lager per vestiging
9.2 Voortgang en effect reductiemaatregelen voor scope 2 9.2.1. Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting
Deze maatregel wordt geëvalueerd aan de hand van het elektriciteitsverbruik van Wolter & Dros verminderd met elektriciteit ten behoeve van koeling en verwarming. Vergelijking van het overgebleven elektriciteitsverbruik met 2010 zal het effect van de maatregel ‘’Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting’’ in 2012 moeten weergeven. Het blijft echter wel een benadering. Indien in 2012 ten opzichte van 2010 energiezuinigere kantoorapparatuur wordt gebruikt, zal dit het elektriciteitsverbruik ook reduceren. De vestigingen Warnsveld en Comfort Partners Zoetermeer hebben aangegeven dat zij in 2012 de verouderde T8 TL verlichting hebben vervangen door energiezuinige T5 TL verlichting. Het elektriciteitsverbruik ten behoeve van koeling en verwarming zijn voor 2012 gecompenseerd met behulp van graad- en koeldagen om de invloed van het klimaat in 2012 ten opzichte van 2010 te neutraliseren. Tevens is het totale elektriciteitsverbruik in 2012 gecompenseerd met behulp van productie uren om het effect van de verhoogde bedrijfsactiviteiten in 2012 te neutraliseren Tabel 15 geeft het effect van de maatregel weer. Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting Doelstelling 2012
CO2 verandering t.o.v. 2010(ton CO2)
Resultaat 2012
-1,30 ton CO2
-8,50 ton CO2
-0,05%
-0,35%
Bijdrage aan reductiedoelstelling scope 2 (-0,05%) Tabel 15: Het gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting
Tabel 15 laat zien dat het doel van deze maatregel in 2012 ruim is gehaald. Er is zelfs een verhoogd effect waarneembaar. Mogelijke oorzaken hiervan zijn: T8 TL verlichting is eerder vervangen dan verwacht. Meer verlichting vervangen door energiezuinige Energiezuinigere kantoor apparatuur (PC en dergelijke) waardoor elektra verbruik in 2012 t.o.v. 2010 is gereduceerd. Bedrijfstijd verlichting is hoger dan geprognotiseerd
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
29 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
9.3 Evaluatie CO2 – emissie verandering per scope Tabel 16 geeft de CO2 – emissie en verandering in CO2 – emissie weer over 2012 in vergelijking met 2010 in ton CO2. CF 2010 ton CO2
CF 2012 ton CO2
6.614,48 ton CO2 2.396,45 ton CO2 9.010,93 ton CO2
5.387,33 ton CO2 744,62 ton CO2 6.131,95 ton CO2
Verandering t.o.v. 2010 ton CO2
Directe CO2 – emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
%
-1.227,15 ton CO2 -1.651,83 ton CO2 -2.878,98 ton CO2
-18,55% -68,93% -31,95%
Tabel 16: Verandering CO2 – emissie per scope t.o.v. 2010
Uit tabel 16 kan worden herleid dat scope 1 en 2 een daling van de CO2-emissie laten zien. Tabel 17 geeft de verandering in CO2 – emissie weer voor de emissie posten in scope 1 over 2012 in vergelijking met 2010. Indirecte emissies
CF 2010 ton
Scope 1
CO2
Brandstoffen
745,30 ton CO2 96,17 ton CO2 5.773,02 ton CO2 6.614,48 ton CO2
Airco en koeling Wagenpark Totaal
CF 2012 ton CO2
Verandering t.o.v. 2010 ton CO2
641,20 ton CO2 0 ton CO2 4.746,13 ton CO2 5.387,33 ton CO2
-104,10 ton CO2 -96,17 ton CO2 -1.026,89 ton CO2 -1.227,15 ton CO2
%
-13,97% -100,00% -17,79% -18,55%
Tabel 17: Verandering CO2 – emissie scope 1 t.o.v. 2010
Uit tabel 17 kan worden herleid dat binnen scope 1 bij alle emissie posten een reductie in CO2 – emissie waarneembaar is. Het volgende ligt hieraan ten grondslag: Het verwijderen van emissies t.g.v. privé gebruik en woon-werkverkeer uit de totale wagenpark emissie. Deze emissie behoren niet tot de footprint van W&D. Deze emissies zijn uit de totale footprint verwijderd omdat deze emissie ook niet in het nieuwe basisjaar, 2011, worden meegenomen. Het verwijderen van de emissies t.g.v. koudemiddel gebruik. Het koudemiddelen gebruik valt buiten de scope en wordt daarom niet meegenomen in de Carbon Footprint rapportage. De reductiemaatregel vervanging VW Caddy door Skoda fabia is ruimschoots gehaald. De reductiemaatregel inzetten van elektrische scooters voor stadsverkeer is behaald. Desondanks is de bijdrage hiervan gering. 2010 was een kouder jaar dan 2012. Hierdoor is het aardgasverbruik in 2012 lager dan in 2010. De reductiemaatregel verwarming 1oC lager is ruimschoots gehaald. 9.3.2 Evaluatie CO2 emissie verandering scope 2
Tabel 16 geeft een opmerkelijk hoge reductie in CO2 – emissie weer voor scope 2.Tabel 18 geeft de verandering in CO2 – emissie weer voor de emissie posten in scope 2 over 2012 in vergelijking met 2010.
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
30 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Indirecte emissies
CF 2010 ton CO2
CF 2012 ton CO2
Scope 2
Verandering t.o.v. 2010 ton CO2
%
Elektriciteitsgebruik
Privé auto’s voor zakelijk gebruik
Zakelijk vliegen Totaal
1.647,67 ton CO2
46,01 ton CO2
-1.601,66 ton CO2
-97,21%
708,01 ton CO2
693,54 ton CO2
-14,47 ton CO2
-2,04%
40,76 ton CO2 2.396,45 ton CO2
5,06 ton CO2
- 35,70 ton CO2 -1.651,83 ton CO2
-87,59%
744,62 ton CO2
-68,93%
Tabel 18: Verandering CO2 – emissie scope 2 t.o.v. 2010
Uit tabel 18 kan worden herleid dat de reductie in CO2 – emissie voor scope 2 hoofdzakelijk veroorzaakt wordt door een reductie in de CO2 – emissie ten gevolge van elektriciteitsgebruik en zakelijk vliegen. De volgende oorzaken liggen hieraan ten grondslag: Reductie van het elektriciteitsverbruik door toepassing van de reductiemaatregel gebruik van energiezuinige T5 TL verlichting i.p.v. T8 TL. In 2012 gebruik is gemaakt van windkracht certificaten. Hierdoor wordt de emissiefactor voor elektriciteit 15 gram CO2/kWh. Indien er geen gebruik wordt gemaakt van windkracht certificaten moet er worden gerekend met emissiefactoren voor grijze stroom a 455 gram CO2/kWh. Zakelijk vliegen is een emissiepost welke verspreid over het jaar plaatsvindt zonder enige regelmaat. Er is meer zakelijk gevlogen in 2010 ten opzichte van 2012. Tabel 18 geeft een tevens een reductie in CO2 – emissie weer voor privé auto’s. De afname van de CO2 – emissie voor privé auto’s is te danken aan de toename in flexwerken en het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer. 9.4 Resultaat doelstelling per scope en totale CO2 – emissie Tabel 19 geeft de doelstelling en het resultaat voor 2012, zowel absoluut als relatief, per scope en voor de totale CO2 – emissie van Wolter & Dros weer.
CF 2010
Doelstelling 2012 Per scope
ton CO2/jaar
Directe CO2 –emissie, scope 1 Indirecte CO2 – emissie, scope 2 Totale CO2 – emissie
%
6.614,48 ton CO2
-0,16%
2.396,45 ton CO2
-0,05%
9.010,93 ton CO2
ton CO2 /jaar
Resultaat 2012 Van totaal
Per scope
%
%
-10,70 ton CO2
-0,12%
-1,30 ton CO2
-0,01%
-12,00 ton CO2
-0,13%
Van totaal ton CO2 /jaar
%
-18,55%
-1.227,15 ton CO2
-13,62%
-68,93%
-1.651,83 ton CO2
-18,33%
-2.878,98 ton CO2
-31,95%
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
31 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
Tabel 19: Evaluatie doelstellingen
Uit tabel 19 kan de conclusie worden getrokken dat de doelstellingen voor 2012 ruimschoots zijn gehaald. De reductie maatregelen voor zowel scope 1 en scope 2 zijn allemaal behaald. 9.5 Vergelijking van de vestigingen onderling Figuur 7 geeft de totale CO2-uitstoot van scopes 1 en 2 met uitzondering van de lasgassen (welke centraal worden ingekocht) per vestiging per productie-uur weer. Op basis van dit resultaat kunnen vestigingen onderling met elkaar worden vergeleken. De fabriek met het centrale magazijn zorgen samen met comfort partners voor de hoogste CO2- emissie per productie-uur. Oorzaak voor de fabriek is de verhouding tussen productie-uren en energiegebruik. Het energiegebruik is hoog in vergelijking met andere vestigingen en de productieuren laag. Comfort partners heeft een hoge uitstoot per productie-uur. De oorzaak hiervan is de hoge uitstoot door gebruik van lease auto’s en een relatief laag aantal productie – uren.
Figuur 7: Totale CO2 – emissie per productie – uur
Datum opgesteld
Blad
12 maart 2013
32 van 32
Datum gewijzigd
25 april 2013 Referentie
0509
10
Wijzigingen
Na de publicatie van versie 25-04-2013 zijn in dit rapport geen wijzigingen aangebracht.