J.P. van Eesteren B.V.
Postbus 1388 3000 BJ Rotterdam Zweth 2 2991 LH Barendrecht Telefoon 0180 - 69 70 00 Fax 0180 - 69 71 11 www.jpvaneesteren.nl
KvK Rotterdam 24094910
Carbon Footprint Analyse Rapport Periode: Januari – Juni 2012 J.P. van Eesteren B.V.
Datum opgesteld
16 november 2012 Datum gewijzigd
04 februari 2013* Referentie
1011-00022 Blad
1 van 20
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
2 van 20
Referentie
1011-00022
Inhoud 1
Directieverklaring
3
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Organisatie Rapporterende Organisatie Verantwoordelijke Persoon Organisatiegrenzen ISO 14064 verklaring
4 4 4 4 6
3 3.1
Footprint-analyse Grondslag van de analyse
7 7
4 4.1 4.2 4.3
Meetresultaten en Toelichting Gerapporteerde periode Scope 1: Directe CO 2 -emissie Scope 2: Indirecte CO 2 -emissie
8 8 8 9
5 5.1 5.2
Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden CO 2 -compensatie Categorie bedrijfsomvang
10 11 11
6 6.1 6.2
Voortgang ten opzichte van het referentiejaar Historisch basisjaar Normalisering meetresultaten
12 12 12
7 7.1 7.2
Berekeningsmodellen 13 Kwantificering methodes 13 Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes 13
8
Reductiedoelstellingen
14
9
CO 2 -emissies H1-2012 scope 1, 2 en 3
15
10
Conclusie
18
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
3 van 20
Referentie
1 Directieverklaring
1011-00022
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen betekent voor J.P. van Eesteren o.a. zuinig en vooral bewust omgaan met onze planeet met als speerpunten energie, grondstoffen en mensen. Binnen de organisatie is dit een bewustwordingsproces dat geruime tijd vanuit diverse invalshoeken in ontwikkeling is. Deze Carbon Footprint Analyse motiveert en stimuleert dit proces en geeft inzicht in de CO 2 -uitstoot. J.P. van Eesteren vindt de Carbon Footprint Analyse noodzakelijk bij het bepalen van de lange termijn doelstellingen rondom CO 2 reductie. J.P. van Eesteren B.V. is gevestigd in Barendrecht, Amsterdam en Bunnik en realiseert landelijk bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie en woningbouw, stadsvernieuwing, restauratie en verbouw/onderhoud/renovatie. Wij zijn gespecialiseerd in projecten met een bijzonder en complex karakter. Het milieu heeft al lange tijd een belangrijke plaats binnen de organisatie. Veel aandacht wordt besteed aan het duurzaam inkopen van materialen, afvalscheiding en energiebesparing. De P van Planet gaat bij J.P. van Eesteren hand in hand met de P van People. Mensen staan hoog in het vaandel; alles wat de mensen raakt, wordt binnen de organisatie centraal gesteld. Milieu, grondstoffen, de aarde en de omgeving waarin we leven en wonen; het is van belang hier zuinig mee om te gaan en een balans te vinden tussen de mens, haar omgeving en de economie, de P van Profit. Als organisatie nemen we hierin onze verantwoordelijkheid door zoveel mogelijk te werken met duurzame, milieuvriendelijke materialen en het verantwoord opslaan en gebruik van chemische stoffen. Dit is en blijft een bewustwordingsproces dat zich continu ontwikkelt, enerzijds vanuit het maatschappelijk belang en anderzijds vanuit het economische bestaansrecht van de organisatie. Een logische vervolgstap, en aanvulling op de kwaliteit- veiligheid- en milieucertificaten, is de Carbon Footprint Analyse. De insteek hierbij is het verminderen van energieverbruik en het verlagen van de CO 2 -emissie binnen het vakgebied waarin wij als aannemer acteren. Door de Carbon Footprint Analyse uit te voeren wordt het eenvoudiger en inzichtelijker om reële en controleerbare reductiedoelstellingen te benoemen en te formuleren. Met dit beleid dragen wij uit dat er bewust en zuinig moet worden omgegaan met de planeet en dat iedereen daaraan een bijdrage moet leveren. Uiteindelijk wordt er een gezamenlijk doel nagestreefd. ‘Samen bouwen aan CO 2 -reductie’, is het statement van J.P. van Eesteren. Tegelijkertijd is deze gerelateerd aan dé manier van werken binnen onze organisatie; elkaar versterken om uiteindelijk gezamenlijk en op een transparante manier een aanzienlijke verbetering te kunnen vinden en een bijdrage te kunnen leveren aan CO 2 -reductie.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
4 van 20
Referentie
2 Organisatie
1011-00022
2.1 Rapporterende Organisatie J.P. van Eesteren B.V., gevestigd te Barendrecht, Amsterdam en Bunnik, realiseert landelijk bouwwerken in de sectoren utiliteitsbouw, industrie, woningbouw, stadsvernieuwing, restauratie en verbouw-onderhoudrenovatie. Binnen J.P. van Eesteren ligt de nadruk op projecten met een grote omvang aangevuld met middelgrote en kleinere projecten. Bijzondere specialismen zijn hoogbouw en het werken met complexen die tijdens de bouwactiviteiten operationeel blijven. J.P. van Eesteren wordt veelal in een vroeg stadium betrokken bij de bouwplannen De rapporterende organisatie J.P. van Eesteren is een zelfstandige werkmaatschappij van TBI bouw B.V., een samenwerkingsverband van Era Contour, Hazenberg, Korteweg, Koopmans, MDB, Mobilis en Voorbij groep. De bouwactiviteiten van TBI omvatten project- en planontwikkeling, nieuwbouw, renovatie en onderhoud op het gebied van utiliteitsbouw, woningbouw, civiele betonbouw, funderings-, vloer- en vijzeltechnieken en glastoepassingen. TBI Bouw B.V. maakt deel uit van TBI Holdings B.V. Voor deze rapportage is het in Nederland opererende deel van J.P. van Eesteren in ogenschouw genomen. Binnen deze divisie is zij zelf financieel en technisch aansprakelijk. De bedrijfsactiviteiten van J.P. van Eesteren worden zowel vanuit Barendrecht, Amsterdam en, sinds februari 2012, in Bunnik uitgevoerd. Door de fusie is 2012 het nieuwe referentiejaar van J.P. van Eesteren B.V. 2.2 Verantwoordelijke Persoon De statutair verantwoordelijk persoon voor de rapporterende organisatie is de heer Th. Jansen. 2.3 Organisatiegrenzen De organisatiegrenzen van J.P. van Eesteren zijn in het kader van CO 2 (kooldioxide)-bewustzijn bepaald volgens het principe van de operationele invloedsfeer van het te certificeren bedrijf. Binnen het GHG protocol wordt dit omschreven als ‘operational boundary’. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van J.P. van Eesteren vallen, de verantwoording voor de CO 2 -productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat J.P. van Eesteren met de volgende groepsmaatschappijen: • • • • • • • • • • •
Nelis Uitgeest B.V. Nubouw, Uitgeest (100%) R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau B.V., Barendrecht (100%) Funderingsconstructies J.P. van Eesteren B.V., Barendrecht (100%) Huma Glas B.V., Barendrecht (100%) Materieeldienst Bergambacht B.V., Bergambacht (12,5%) Ontwikkelingscombinatie De Werven B.V., Rotterdam (16 2/3%) Inno-Home B.V. , Barendrecht (33 1/3%) Ecobuildings Nieuwegein B.V. , Utrecht (33 1/3%) Voormolen Bouw B.V. (100%) De Groene Bergen B.V. (100%) European City Development Company B.V. (100%)
Uit de bepaling van de boundary (laterale methode) is gebleken dat Materieel Dienst Bergambacht B.V. (MDB) binnen de boundary van J.P. van Eesteren valt. J.P. van Eesteren heeft een aandeel van 12,5% in MDB en dientengevolge zal ook 12,5% van de CO 2 -uitstoot van MDB meegenomen worden in de carbon footprint (scope 1 en 2) van J.P. van Eesteren. R.P.B. Research- en Planontwikkelingsbureau, Funderingsconstructies J.P. van Eesteren, Huma Glas en Voormolen zijn lege B.V’s. Dit betekent dat er geen middelen of mensen ingezet worden voor deze B.V’s. Ecobuildings is een beherend venoot van de C.V. Alle activiteiten voor de niet lege B.V’s worden verricht vanuit de kantoren Amsterdam, Barendrecht en Bunnik.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
5 van 20
Referentie
1011-00022 Onderstaand het organisatie organogram van J.P. van Eesteren.
In H1-2012 nam J.P. van Eesteren deel aan diverse vennootschappen onder firma. De activiteiten welke J.P. van Eesteren ontplooide ten behoeve van deze vennootschappen, vallen binnen de organisatiegrenzen welke zijn gesteld in het kader van het CO 2 -bewustzijn. De betreffende activiteiten zijn uitgevoerd middels de capaciteit en middelen die aanwezig waren binnen de vestigingen. Derhalve vallen emissies, welke binnen de vennootschappen aan de activiteiten van J.P. van Eesteren zijn toe te schrijven, binnen de emissiewaarden welke toe te schrijven zijn aan de vestigingsactiviteiten.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
6 van 20
Referentie
1011-00022 In H1-2012 nam J.P. van Eesteren B.V. deel aan de volgende vennootschappen: • • • • • • • • • • • • • • • • •
J.P. van Eesteren - Koninklijke Woudenberg Ameide v.o.f., Ameide (50%) Bouwcombinatie Van Eesteren/Heijmans v.o.f., Amsterdam (50%) Ontwikkelings- en Bouwcombinatie MICO v.o.f., Zoetermeer (33 1/3%) Ontwikkelings- en Bouwcombinatie Hofplein v.o.f., Rotterdam (50%) Bouwcombinatie BAM/TBI v.o.f., Bunnik (25%) Bouwcombinatie J.P. van Eesteren - Dura v.o.f., Barendrecht (50%) Schiestraat v.o.f., Hilversum (33 1/3%) Beagle v.o.f, Barendrecht (50%) Ecobuildings C.V. , Utrecht (33 1/3%) Bouwcombinatie J.P. van Eesteren – Korteweg v.o.f. , Breda (50%) Bouwcombinatie Visser & Smit Bouw/J.P. van Eesteren v.o.f. ,Papendrecht (50%) Bouwcombinatie Heijmerink – J.P. van Eesteren v.o.f. (100%) Bouwcombinatie Heijmans / J.P. van Eesteren v.o.f. (50%) TBI combinatie Reinier de Graaf v.o.f. CWJP v.o.f. Bouwcombinatie Heijmerink-Wolter&Dros-Croon v.o.f. (76%) Bouwcombinatie Heijmerink-Wolter&Dros-Croon II v.o.f. (70%)
De boundaries zijn nader omschreven in het door de directie bekrachtigde boundary document. 2.4 ISO 14064 verklaring Hierbij verklaart J.P. van Eesteren B.V. dat deze rapportage voor het CO 2 -bewustzijnscertificaat is opgesteld in overeenstemming met de richtlijnen in NEN-ISO 14064.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
7 van 20
Referentie
3 Footprint-analyse
1011-00022
3.1 Grondslag van de analyse Op basis van de vastgestelde operationele grenzen zijn de CO 2 -emissies en -absorpties door de activiteiten van de organisatie geïdentificeerd. Bij de identificatie van emissies wordt, conform het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (bekend als scopes) in twee categorieën: directe emissies en indirecte emissies. •
Scope 1 omvat de directe emissies die onder het beheer vallen en worden gecontroleerd door de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn de verbranding van brandstoffen in vaste machines, het zakelijk vervoer in voertuigen die eigendom zijn van de rapporterende organisatie en de emissies van koelapparatuur en klimaatinstallaties;
•
Scope 2 omvat de indirecte emissies door opwekking van gekochte elektriciteit, stoom of warmte;
•
Scope 3 omvat de andere indirecte emissies van bronnen als woon/werk verkeer, productie van aangekochte materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer.
Deze Carbon Footprint -analyse omvat de CO 2 -uitstoot (één van de zes broeikasgassen) J.P. van Eesteren, betreffende scope 1 en 2 van het eerste half jaar van 2012. De CO 2 -uitstoot is geanalyseerd overeenkomstig de CO 2 –prestatieladder.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
8 van 20
Referentie
1011-00022
4 Meetresultaten en Toelichting
4.1 Gerapporteerde periode De gerapporteerde periode is gelijk aan het boekjaar. Het boekjaar voor J.P. van Eesteren loopt van 1 januari tot en met 31 december 2012. De gerapporteerde periode is de helft van het boekjaar (januari t/m juni 2012). 4.2 Scope 1: Directe CO 2 -emissie DIRECTE CO 2 -EMISSIE IN SCOPE 1: 1808,58 TON . Brandstofgebruik van het eigen wagenpark Een groot deel van deze emissie, te weten 849.6 ton CO 2 (46.98%), is toe te wijzen aan het brandstofgebruik van het eigen wagenpark. Het wagenpark van J.P. van Eesteren bestond eind juni 2012 uit 272 personenwagens waarvan 25 bestelwagens. In totaal is bij de leasemaatschappij 3.900.351 kilometer gerapporteerd door de werknemers met lease auto’s/bussen/bestelwagens middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Onderstaande tabel geeft aan hoe de verdeling is in het aantal auto-labels is over H1-2012. Duidelijk is dat er een gestage toename plaatsvind in het rijden met label A en B auto’s, de aantallen C- en D-label auto’s in het laatste half jaar iets zijn gestegen. Label E auto’s zijn aflopende contracten met de leasemaatschappij. Aantal Met Energielabel 2011Q1 2011Q2 2011Q3 2011Q4 Aantal met energielabel
2011 Q3
2011 Q4
2012 Q1
2012 Q2
Energielabel A
35
46
67
78
Energielabel B
81
78
113
109
Energielabel C
35
35
45
40
Energielabel D
12
11
17
16
Energielabel E
4
3
5
4
Energielabel F
1
0
1
0
gielabel 2010Q3 2010Q4 2011Q1 2011Q2
Lekkage van koelgassen In H1-2012 hebben er geen lekkages van de koelsystemen van J.P. van Eesteren plaatsgevonden. Stationaire verbrandingsapparatuur Door het gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur is er 895,88 ton CO 2 (49,53%) aan uitstoot veroorzaakt. Deze uitstoot is voornamelijk toe te schrijven aan het verbruik van diesel op de projectlocaties van J.P. van Eesteren. Zo heeft het project Transwijk Utrecht ruim 58.000 liter diesel verbruikt (25.7%) voor het verwarmen tijdens uitvoeren c.q. droogstoken van de op te leveren panden. Op de projecten Nieuwe Rijksmuseum Amsterdam en EMC onderwijscentrum Rotterdam zijn tevens grote hoeveelheden diesel verbruikt. Deelname C-aanbieder J.P. van Eesteren heeft een 12,5 % aandeel in het bedrijf Materieel Dienst Bergambacht B.V. Het aandeel CO 2 binnen scope 1 van de Materieel Dienst Bergambacht B.V. wat voor rekening komt voor J.P. van Eesteren is daarmee 63.1 ton CO 2 (3.5%). Verklaring van weggelaten CO 2 -bronnen of putten Alle geïdentificeerde bronnen en putten van CO 2 zijn verantwoord in de rapportage. Binding van CO 2 vindt niet plaats, waardoor geen sprake is van putten. CO 2 -emissie van verbranding biomassa De verbranding van biomassa heeft binnen J.P. van Eesteren niet plaatsgevonden.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
9 van 20
Referentie
1011-00022 4.3 Scope 2: Indirecte CO 2 -emissie INDIRECTE CO 2 -EMISSIE IN SCOPE 2: 209.16 TON Elektriciteitsgebruik Het grootste aandeel 197.8 ton CO 2 , (94.6%) kan worden toegeschreven aan ingekochte elektriciteit. De sterk verminderde bijdrage van elektriciteit aan de emissie in scope 2 wordt vnl. veroorzaakt doordat er op steeds meer bouwlocaties groene energie (windenergie) is ingekocht. Deze tendens zal de komende jaren doorzetten, met een positieve uitwerking op de CO 2 -emissie.
Onderstaand een overzicht van de verdeling van het elektraverbruik naar activiteit. De meeste elektriciteit wordt door J.P. van Eesteren verbruikt op de bouwplaats door bijvoorbeeld bouwkranen en bouwdroogapparatuur. Op het project B-toren Rotterdam is verreweg de meeste grijze elektriciteit verbruikt 73 ton (37%) van het totale verbruik. In vergelijk: op project Transwijk Utrecht is de meeste groene elektriciteit verbruikt nl. 3.5 ton (1.8%) van het totale verbruik. Voor het meetellen van de elektriciteit (grijs/groen) van bouwplaatsen in de carbon footprint, is de keuze gemaakt alleen die elektriciteit mee te tellen waar J.P. van Eesteren in voorziet en waar J.P. van Eesteren voor wordt gefactureerd. Vliegreizen voor zakelijke doeleinden In het eerste half jaar van 2012 zijn er geen vliegreizen voor zakendoeleinden geweest, derhalve heeft er geen CO 2 uitstoot plaatsgevonden.
Privé-auto’s voor zakelijk verkeer De overige 10,8 ton CO 2 (5.2%) komt voor rekening van het gebruik van privéauto’s voor zakelijk verkeer. In totaal is er door de medewerkers 50.636 kilometer zakelijk gereden met een privé auto. Deelname C-aanbieder Het aandeel CO 2 binnen scope 2 van de Materieel Dienst Bergambacht B.V. wat voor rekening komt voor J.P. van Eesteren is 0.5 ton CO 2 (0.2%).
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
10 van 20
Referentie
1011-00022
5 Invloed van meetonnauwkeurigheden en onzekerheden Uit de voorgaande cijfers blijkt dat het overgrote deel van de CO 2 -uitstoot wordt veroorzaakt door gebruik van stationaire verbrandingsapparatuur en het wagenpark. SCOPE 1: De meetgegevens van het brandstofgebruik van het eigen wagenpark zijn aangeleverd door de leasemaatschappij. De gegevens zijn op basis van een brandstofpas, die bij het betreffende voertuig is gekoppeld, verkregen. De kilometerregistratie is minder nauwkeurig aangezien niet elke werknemer zorgvuldig de gereden kilometers bijhoudt middels invoer van de kilometerstand bij het tanken. Daarom is gekozen om op basis van de brandstofgegevens de CO 2 -emissie te bepalen. De meetgegevens van het gasverbruik zijn verzameld via foto’s van gasmeterstanden en via de facturen van de gasleverancier. Beide aangeleverde gegevens worden als voldoende betrouwbaar geacht. Via de inkoop zijn overzichten opgevraagd bij de leverancier van (las)gassen. Bij de verbranding van deze gassen komt CO 2 vrij. In de uitvoering van CFA’s heeft J.P. van Eesteren vastgesteld dat voor een aantal gasvormige brandstoffen geen conversiefactoren gegeven worden. Om toch voor deze brandstoffen de CO 2 emissie te kunnen vaststellen, heeft J.P. van Eesteren op basis van de molverhouding bij stochoimetrische verbranding voor een aantal brandstoffen een conversiefactor berekend. Voor een aantal gassen is het aandeel CO 2 in volume % opgenomen wat volgens leverancier in de gassen zit. Dit zijn de zogenaamde dekgassen. SCOPE 2: De meetgegevens van het elektriciteitsverbruik zijn verzameld van facturen welke op basis van meterstanden van elektriciteitsmeters zijn samengesteld. Deze worden voldoende betrouwbaar geacht. De meetgegevens van het brandstofgebruik van privévoertuigen zijn verzameld op basis van door werknemers gedeclareerde kilometers. De meetgegevens (voor zover van toepassing) van het vliegverkeer zijn aangeleverd door de financiële administratie. Zij hebben deze inzichtelijk gemaakt op basis van agenda’s en overzichten van reisbureaus. ALGEMEEN: In algemene zin moet worden opgemerkt dat, wegens het op projectbasis doorgeven van werkzaamheden aan onderaannemers, mogelijk sprake is van overheveling van CO 2 -emissie naar scope 3.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
11 van 20
Referentie
1011-00022 SCOPE 3: Indirecte overige CO 2 -emissie Een volledige emissie-inventaris voor niveau 3, scope 3 valt buiten de prestatieladder. Vooruitlopend hierop heeft J.P. van Eesteren, op basis van de huidige inzichten, voor 2012 een scope 3 inventaris gemaakt. Hierbij neemt het woon-werkverkeer met prive auto’s alle CO 2 -uitstoot voor zijn rekening. De emissie van uitbestede diensten (derden) zal in de Carbon Footprint Analyse over geheel 2012 gemeten worden. In het kader van uitbestede diensten zijn er steeds meer zakelijke relaties van J.P. van Eesteren die over zijn gegaan om jaarlijks de CO 2 -emissie te inventariseren op een bepaald niveau van de CO 2 -prestatieladder. 5.1 CO 2 -compensatie Er vindt geen compensatie plaats van CO 2 -emissies. Beschikbare middelen worden aangewend om verbetering te bewerkstelligen binnen het eigen machinepark om hiermee de bedrijfsmiddelen optimaal te laten presteren in het kader van de CO 2 -emissie. 5.2 Categorie bedrijfsomvang In overeenstemming met de definities van de CO 2 prestatieladder zijn de vastgestelde scope 1 en scope 2 emissies geanalyseerd om de bedrijfsomvang vast te stellen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de totale CO 2 uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten en de totale CO 2 uitstoot van alle bouwlocaties en productielocaties. De totale uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten bedraagt over H1-2012 voor de bedrijfslocaties (kantoren) 1162,41 ton CO 2 , en de totale CO 2 -uitstoot van alle bouw- en productielocaties bedraagt 855.3 ton CO 2 . H1-2012 (ton CO 2 ) Scope 1
Kantoren en bedrijfsruimten 1085.88
Bouwplaatsen en productielocaties 722.7
Scope 2
76,53
132.6
1162,41
855.3
Totaal
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
12 van 20
Referentie
6 Voortgang ten opzichte van het referentiejaar
1011-00022
6.1 Historisch basisjaar Deze meting is een nieuwe referentiemeting (0-meting) in het kader van de ISO 14064-norm. Door de fusie met Heijmerink Bouw in februari 2012 is het kalenderjaar 2012 voor J.P. van Eesteren het nieuwe referentiejaar voor CO 2 -emissie metingen. Er kunnen o.b.v. deze gepubliceerde halfjaarcijfers (nog) geen conclusies worden getrokken c.q. vergelijkingen worden gemaakt met voorgaande (half)jaarcijfers. Het jaar 2009 kan in deze niet meer als ons referentiejaar worden gezien voor de toen opgestelde reductiedoelen. Op pagina 14 is een tabel met nieuwe reductiedoelstellingen (2012-2015) opgenomen. 6.2 Normalisering meetresultaten De omvang van de CO 2 -emissie heeft een duidelijke relatie met de omvang van de activiteiten welke door J.P. van Eesteren zijn ontplooid. Ten behoeve van vergelijking van de emissie in 2009, is daarom een maatstaf bepaald op basis waarvan de gerapporteerde meetresultaten kunnen worden genormaliseerd. Voor onze organisatie is de omvang van bedrijfsactiviteiten te meten a.d.h.v. de gerealiseerde projecturen. In het eerste halfjaar van 2012 (tot 30 juni 2012) zijn er 429.377 projecturen gerealiseerd en waren 564 medewerkers werkzaam bij J.P. van Eesteren. De Materieel Dienst Bergambacht (MDB) heeft in scope 1 een hogere en in scope 2 een lagere CO 2 -uitstoot gerealiseerd.
Scope 1 Factor Projecturen
H1- 2012 429.377
Kg CO 2 Scope 1 Kg CO 2 uitstoot per projectuur
1.808.580 4.21
Factor
H1-2012
Gemiddeld aantal medewerkers
564
Kg CO 2 Scope 1 Kg CO 2 per medewerker
1.808.580 3206,70
Scope 2 Factor
H1-2012
Projecturen
429.377
Kg CO 2 Scope 2
209.160
Kg CO 2 uitstoot per projectuur
0.48
Factor
H1-2012
Gemiddeld aantal medewerkers
564
Kg CO 2 Scope 2 Kg CO 2 per medewerker
* aanpassing na verificatie KEMA
209.160 370.9
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
13 van 20
Referentie
7 Berekeningsmodellen
1011-00022
7.1 Kwantificering methodes De kwantificering van grondstoffen naar CO 2 -emissiewaarden is telkens gedaan door geregistreerde volumeeenheden van de gebruikte brandstoffen te benutten. De omrekening van volume naar emissiewaarden is eenduidig en geeft de meest betrouwbare vergelijking. In die situaties waar geen volume-eenheden van brandstof beschikbaar waren, is gebruikgemaakt van de meest betrouwbare informatie die beschikbaar was. In het geval van voertuigkilometers is gebruik gemaakt van kilometers of tonkilometers in de betreffende gewichtklasse van de voertuigen. Het elektriciteitsgebruik is genomen aan de hand van geijkte meters en/of aan de hand van de facturen van het energiebedrijf. Vanwege de geldende wetgeving is dit de meest betrouwbare informatiebron die beschikbaar is. 7.2 Verklaring voor veranderingen in de kwantificeringsmethodes Ten opzichte van het historisch jaar zijn er geen veranderingen in de kwantificeringsmethodes.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
14 van 20
Referentie
8 Reductiedoelstellingen
1011-00022
Op basis van het verslag duurzaam ondernemen 2011 van TBI en doorlopende doelstellingen zijn een aantal kritische prestatie indicatoren (KPI’n) c.q. reductiedoelstellingen gedefinieerd om maatregelen te nemen om de uitstoot van CO 2 binnen J.P. van Eesteren te reduceren. KPI*/reductiedoelstelling Energieverbruik*
Meeteenheid/Actie
2012
2015
Verbruikte energie (GJ) per miljoen euro
-2%
-8%
omzet CO 2 -emissies*
ton CO 2 per miljoen euro omzet
-5%
-20%
Opbouw leasewagenpark naar
Gemiddelde CO 2 -emissie per auto per
-5%
-20%
emissie*
km
Reductie energie verbruik
ton CO 2 per project t.o.v. traditionele
-1%
-5%
a.g.v. bouwdrogen
methodiek(en)
Energiebewust rijden door
Inzet “nieuwe rijden” door cursus “het
Uitvoeren
n.v.t.
leasewagen bezitters
nieuwe rijden” voor leasewagen bezitters
Locaties Barendrecht en
Plaatsen van een TWIN oplaadpaal
4e kwartaal
n.v.t.
Uitvoeren
n.v.t.
Bunnik voorzien van laadpaal t.b.v. elektrisch aangedreven auto’s Vanuit het J.P. van Eesteren
Het i.o.m. de MDB de bouwketen laten
CO 2 initiatiefoverleg met div.
voldoen aan het bouwbesluitregels.
TBI bedrijven komen tot
Werken met een rekenmodel om te
energiezuinige oplossingen op
komen tot een juiste brandstofkeuze
de bouwplaats
voor bouwkeetverwarming
* TBI kritische prestatie indicator (KPI)
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
15 van 20
Referentie
1011-00022
9 CO 2 -emissies H1-2012 scope 1, 2 en 3 CO 2 -emissie factor1 Hoeveelheid Eenheid
Hoeveelheid
H1-2012 Eenheid
Scope 1: Directe emissie
CO 2 -emissie [ton] 1808,58
Stationaire verbrandingsapparatuur
895,88 3
3
- Aardgas
1825
g CO 2 / Nm
94.894
Nm
- Aardgas (projectlocaties)
1825
g CO 2 / Nm3
10.536
Nm3
19.2
- Propaan
1530
g CO 2 / liter
-
liter
-
- Diesel (projectlocaties)
3135 3135
g CO 2 / liter g CO2 / liter
224.421
liter
703.5
-
liter
-
- Diesel (vaste kantoorlocaties) Airco en koelingapparatuur -
173,18
-
-
-
kg
Gebruik eigen wagenpark (lease)
849.6
- Benzine
2780
g CO 2 / liter
229.016
liters
636.7
- Diesel
3135
g CO 2 / liter
65.349
liters
204.9
- LPG Kilometers eigen wagenpark2 (lease)
1860
g CO 2 / liter
4308
liters
8
- Benzine-auto, klasse <1,4 liter
-
-
506.548
km
-
- Benzine-auto, klasse 1,4 - 2,0 liter
-
-
1.913.671
km
-
- Benzine-auto, klasse >2,0 liter
-
-
25.970
km
-
- Benzine-auto, klasse onbekend
-
-
386.862
km
-
- Diesel-auto, klasse <1,7 liter
-
-
373.918
km
-
- Diesel-auto, klasse 1,7 - 2,0 liter
-
-
460.826
km
-
- Diesel-auto, klasse >2,0 liter
-
-
20.745
km
-
- Diesel-auto, klasse onbekend
-
-
47.377
km
-
- LPG-auto
-
-
62.580
km
-
- Hybride-auto midden klasse
-
-
88.768
km
-
- Hybride-auto hogere klasse
-
-
13.086
km
-
Scope 1 emissie deelnemingen MDB (12,5%)
63.1 -
-
-
Scope 1 overzicht Stationaire verbrandingsapparatuur
895,88 ton CO 2
49.53%
Eigen wagenpark
849.6 ton CO 2
46.98%
MDB deelneming
63.1 ton CO 2
3.5%
Totaal scope 1
* aanpassing na verificatie KEMA
1808.58 ton CO 2
-
63.1
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
16 van 20
Referentie
1011-00022
CO 2 -emissie factor1 Hoeveelheid Eenheid
Hoeveelheid
H1-2012 Eenheid
CO 2 -emissie [ton]
Scope 2: indirecte emissie
209.16
Elektriciteitsgebruik1
197.8
- Nuon (vaste locaties) grijs
455
g CO 2 / kWh
129.690
kWh
59
- Nuon (projectlocaties) grijs
455
g CO 2 / kWh
9.010
kWh
4.1
- Nuon (projectlocaties) groen
15
g CO 2 / kWh
114.275
kWh
1.7
- Eneco (projectlocaties) grijs
455
g CO 2 / kWh
235.843
kWh
107.3
- Eneco (vaste locaties) groen
15
g CO 2 / kWh
1.944
kWh
0.03
- Eneco (projectlocaties) groen
15
g CO 2 / kWh
236.328
kWh
3.5
- Essent (projectlocaties) groen
15
g CO 2 / kWh
310.019
kWh
4.7
- Essent (vaste lokaties) groen
15
g CO 2 / kWh
340.809
kWh
5.1
- Greenchoice (projectlocaties) groen
15
g CO 2 / kWh
1.924
kWh
0.03
- Andere Leverancier (vaste locaties) grijs
455
g CO 2 / kWh
3.479
kWh
1.6
- Andere Leverancier (projectlocaties) grijs
455
g CO 2 / kWh
23.678
kWh
10.8
- Benzine-auto, klasse <1.4 liter
185
g CO 2 / voertuigkm
4.393
km
0.8
- Benzine-auto, klasse 1.4 - 2.0 liter
220
g CO 2 / voertuigkm
11.373
km
2.5
- Benzine-auto, klasse >2.0 liter
305
g CO 2 / voertuigkm
1.295
km
0.4
- Benzine-auto, klasse onbekend
210
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Diesel-auto, klasse <1.7 liter
155
g CO 2 / voertuigkm
183
km
0.03
- Diesel-auto, klasse 1.7- 2.0 liter
195
g CO 2 / voertuigkm
4.455
km
0.9
- Diesel-auto, klasse >2.0 liter
265
g CO 2 / voertuigkm
1.420
km
0.4
- Diesel-auto, klasse onbekend
210
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- LPG-auto
175
g CO 2 / voertuigkm
28
km
0.005
- Hybride-auto, middenklasse
125
g CO 2 / voertuigkm
152
km
0.02
- Hybride-auto, middenklasse - Personenauto brandstof type onbekend
225
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
210
g CO 2 / voertuigkm
27.337
km
5.7
- Afstand < 700 km
270
g CO 2 / reizigerskm
0
reizigerskm
0
- Afstand 700 - 2.500 km
200
g CO 2 / reizigerskm
0
reizigerskm
0
- Afstand > 2.500 km
135
g CO 2 / reizigerskm
0
reizigerskm
0
-
-
-
-
Privé auto's voor zakelijk verkeer
10.8
Zakelijk vliegen1a
0
Scope 2 emissie deelnemingen - MDB (12,5%)
0.5
Scope 2 overzicht Elektriciteitsgebruik
197.8 ton CO 2
94.6%
Privé auto's voor zakelijk verkeer
10.8 ton CO 2
5.2%
0 ton CO 2
0.%
0.5 ton CO 2
0.2%
Zakelijk vliegen MDB deelneming Totaal scope 2 * aanpassing na verificatie KEMA
209.16 ton CO 2
0.5
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
17 van 20
Referentie
1011-00022
CO 2 -emissie factor1 Hoeveelheid Eenheid
Hoeveelheid
H1-2012 Eenheid
CO 2 -emissie [ton]
Scope 3: Overige indirecte emissie
327.3
Woon-werkverkeer met niet bedrijfsvoertuigen
327.3
Woon-werkverkeer met privé auto's - Benzine-auto, klasse <1.4 liter
185
g CO 2 / voertuigkm
106.804
km
19.8
- Benzine-auto, klasse 1.4 - 2.0 liter
220
369.206
km
87.1
- Benzine-auto, klasse >2.0 liter
305
g CO 2 / voertuigkm g CO 2 / voertuigkm
47.225
km
14.4
- Benzine-auto, klasse onbekend
210
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- Diesel-auto, klasse <1.7 liter
155
g CO 2 / voertuigkm
30.174
km
4.7
- Diesel-auto, klasse 1.7- 2.0 liter
195
g CO 2 / voertuigkm
277.791
km
54.2
- Diesel-auto, klasse >2.0 liter
265
g CO 2 / voertuigkm
103.835
km
27.5
- Diesel-auto, klasse onbekend
210
g CO 2 / voertuigkm
-
km
-
- LPG-auto
175
g CO 2 / voertuigkm
61.408
km
10.7
- Hybride auto, middenklasse - Personenauto, brandstoftype niet bekend
125
g CO 2 / voertuigkm
7.582
km
0.9
210
g CO 2 / voertuigkm
514.513
km
108
Afvalverwerking3
-
- Papier en karton
-
g CO 2 / kg
6.785
kg
-
- Puin
-
g CO 2 / kg
1.562.750
kg
-
- Hout (A, B en C)
-
g CO 2 / kg
379.576
kg
-
- Overig afval
-
g CO 2 / kg
11.058
kg
-
- Ongesorteerd bouw- en sloopafval
-
g CO 2 / kg
3.093.818
kg
-
- Bedrijfsafval
-
g CO 2 / kg
33.534
kg
-
- Kopieer/print/plotterpapier
-
g CO 2 / kg
8529.5
kg
-
- Drukwerk (enveloppen, schrijfblokken)
-
g CO 2 / kg
470
kg
-
-
g
-
kg
3
Papier
-
Emissies door uitbestede diensten Wordt gemeten over heel 2012
CO2
/ kg
-
Scope 3 overzicht Woon-werkverkeer met niet-bedrijfsvoertuigen
327.3 ton CO 2
Totaal scope 3
327.3 ton CO 2
100%
1 : Bron document “CO 2 -conversiefactoren SKAO handboek CO 2 -prestatieladder 2.1 versie 18 juli 2012. 2 : De bijdrage aan de CO 2 uitstoot van het eigen wagenpark wordt bepaald aan de hand van de brandstofopgave. De opgave van gereden kilometers worden derhalve niet gebruikt voor berekening van de CO 2 – uitstoot. 3 : Bijdrage aan CO 2 -emissie wordt momenteel niet meegenomen.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
18 van 20
Referentie
1011-00022
10
Conclusie
De CO 2 -uitstoot in scope 1 en 2 kan in het hernieuwde referentiejaar 2012 nog niet vergeleken worden met eerdere metingen gezien de reeds eerder genoemde fusie tussen Heijmerink Bouw en J.P. van Eesteren B.V. De totale uitstoot over H1-2012 is uitgekomen op 2017,71 ton CO 2 . Opvallend is wel dat, ondanks de fusie, de CO 2 -uitstoot lager is dan in het 1e half jaar van 2011.
Scope 1 en 2 CO 2 -uitstoot
Uitstoot ton CO 2 1
2009
Uitstoot ton CO 2
Uitstoot ton CO 2
H1-2011 (voor fusie)
H1-2012* (na fusie)
Kantoor - Aardgas
Scope 1
193.7
198.8
173,18
- Wagenpark (lease)
Scope 1
1376.7
692.9
849.6
- Bijdrage MDB
Scope 1
120.0
49.1
63.1
- Zakelijk gebruik prive auto's
Scope 2
24.8
11.9
10.8
- Vliegen
Scope 2
5.3
16.6
0
- Elektra
Scope 2
301.7
125.1
65,73
- Diesel
Scope 1
10.6
8.72
0
2032.8
1103.1
1162,14
Totaal kantoor
Projecten - Aardgas project
Scope 1
16.6
36.1
19.2
- Propaangas
Scope 1
2.9
1.8
0
- Bijdrage MDB
Scope 2
45.4
9.3
0.5
- Diesel Projecten
Scope 1
222.5
407
703.5
- Elektra projecten
Scope 2
795.9
678.8
132.1
1083.3
1133
855.3
3116.1
2236.1
2017,71
Totaal projecten
Totale uitstoot
* Bron document: CO 2 -conversiefactoren uit het SKAO handboek CO 2 -prestatieladder 2.1 versie 18 juli 2012. 1
Oorspronkelijk referentiejaar vóór de fusie met Heijmerink Bouw (februari 2012).
Bovenstaande tabel geeft de totale cijfers weer gerangschikt in scope 1 of 2 naar kantoor of projecten. Scope 1 directe emissie: Door de fusie heeft een forse toename plaatsgevonden in CO 2 -uitstoot a.g.v. dieselverbruik op de projecten (meer projectlocaties). Op deze projectlocaties is het verbruik in diesel sterk afhankelijk van de aantallen projecten waarbij diesel wordt ingezet en bij een gebrek aan andere alternatieven. Aardgasverbruik op projectlocaties is sterk afhankelijk in hoeverre J.P. van Eesteren zelf of via de opdrachtgevende partij in zijn energie voorziening dient te voorzien. Aardgasverbruik op kantoorlocaties is sterk weersafhankelijk met name in de winterperiode. Tenslotte is de CO 2 -uitstoot als gevolg van ons wagenpark is omhoog gegaan door een toename in het aantal auto’s en verreden kilometers.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
19 van 20
Referentie
1011-00022
Scope 2 indirecte emissie: Doordat J.P. van Eesteren er een vestiging in Bunnik heeft bijgekregen heeft er een toename plaatsgevonden in elektraverbruik en CO 2 -uitstoot op kantoorlocatieniveau. De inzet van groene stroom (windenergie) op onze projectlocaties heeft gezorgd voor een enorme afname in CO 2 -uitstoot. Dit ondanks de toename in het aantal projectlocaties. Op alle nieuw op te starten projecten zal standaard groene stroom (windenergie) worden toegepast. Dit zal in 2013 nog meer van positieve invloed zijn op de CO 2 -uitstoot in scope 2.
CO2-uitstoot kantoor/projecten (scope 1 en 2) H1-2011 en H1-2012)
2236,1
2500
CO2-uitstoot in tonnen
2017,71 2000
1500
1103,1
1133
1162,41 855,3
1000
Kantoor
Projecten
Totaal
500
0 H1-2011
H1-2012
Scope 3 overige indirecte emissies: De uitbestede emissies zijn niet in dit halfjaarlijkse rapport opgenomen maar zullen in de Carbon Footprint rapportage 2012 worden meegenomen. Het woon-werkverkeer met prive-auto’s geeft, net als het beeld in scope 1 met het wagenpark (lease), een toename in CO 2 -uitstoot te zien. Voortgang reductie doelstellingen: Het lichtplan in kantoor Barendrecht is in december 2011 opgeleverd. In 2012 zal de energie- inventarisatie eerder uitgevoerd op de vestiging Bunnik worden samengevoegd met de energie-inventarisatie van de vestigingen Barendrecht en Amsterdam en worden vastgelegd in een energieverslag. E.e.a. zoals verwoord in het VGM jaarplan 2012. Vanuit het “bouwstroomloket” is i.s.m. de MDB op met name de nieuw op te starten projecten groene stroom (windenergie) ingezet. Door deze actie is de CO 2 -uitstoot vermindering a.g.v. groene stroom in scope 2 reeds duidelijk waarneembaar en zal in de toekomst verder afnemen. Het streven is om geen projecten meer op te starten waarbij “grijze stroom” wordt ingezet.
* aanpassing na verificatie KEMA
Datum opgesteld
Status
16 november 2012 Rev. 0 Datum gewijzigd
Blad
04 februari 2013*
20 van 20
Referentie
1011-00022
Door de fusie met Heijmerink Bouw B.V. zijn de CO 2 -emissiecijfers in deze Carbon footprint Analyse inmiddels samengevoegd. De eerder gestelde CO 2 -reductiedoelstelling over 2012 (-10%), is hierdoor niet reëel. De reductie doelstelling over 2012 (scope 1 en 2) wordt op -5% gesteld, gebaseerd op de doelstelling vanuit het TBI duurzaamheidsverslag 2011. Het jaar 2012 zal als gevolg van de genoemde fusie als nieuw referentiejaar gaan gelden. De leidraad voor de CO 2 -reductiedoelstellingen in de jaren 2013-2015 zullen een afgeleide zijn van de kritische prestatie indicatoren zoals deze in het TBI duurzaamheidsverslag 2011 en het verslag Evaluatie Meetsystemen Kwaliteit (EMK) 2011 zijn opgenomen. Voortgang ketenanalyses in H1-2012: Bouwdrogen: Er heeft in de eerste helft van 2012 geen onderzoek plaatsgevonden naar het bouwdrogen in relatie tot CO 2 emissie. De reden hiervan is dat er in de eerste helft van 2012 geen projecten zijn geweest waarbij bouwdrogen is toegepast. Er zijn een aantal projecten die, doorlopend vanuit 2011 in 2012 het bouwdroogproces hebben voortgezet. Aluminium kozijnen: Met betrekking tot de externe partijen in de keten die verzocht zijn om de Carbon Footprint over 2011 aan te leveren met hun CO 2 -doelstellingen zijn de firma’s Vogt, AKS en Oskomera de met hun gemaakte afspraken nagekomen. Ondanks herhaalde verzoeken is er van de andere externe partij (Schelde Bouw) geen invulling gegeven aan onze vraag. Voor de inkopers is het zaak om tijdens toekomstige inkoopgesprekken vóór contractvorming de eisen die wij aan leveranciers in deze stellen mee te nemen en te laten meewegen bij de uiteindelijke contractvorming.
* aanpassing na verificatie KEMA