Carbon Footprint 2012 Emissie inventarisatie conform ISO-14064-1
Rapportage januari 2012 – december 2012 (CO2 Prestatieladder 1.A.1, 2.A.1, 3.A.1, 1.B.1, 2.B.1, 3.B.1)
Dit document bevat: -
De uitgewerkte CO2 emissie inventarisatie 2012 o de analyse van de emissie inventarisatie Het energie auditverslag 2012 o de analyse van energieaspecten Het energie management actieplan 2013 energie/CO2-reductiedoelstellingen en acties en maatregelen o de analyse van effectiviteit reductiemaatregelen
Colofon: Opgesteld Gecontroleerd Vrijgegeven Datum
: drs. M.J.C.H. de Ruijter : W. van Houten : W. van Houten : 11-2-2013
Carbon footprint 2012
versie 1.0
paraaf: paraaf: paraaf:
Pagina 1 van 16
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding .................................................................................................. 3 1.1 Beschrijving organisatie ........................................................................................... 3 1.2 Rapportageperiode .................................................................................................... 4 1.3 Verantwoordelijke persoon ....................................................................................... 4 1.4 Verificatie onafhankelijke instantie........................................................................... 4
Hoofdstuk 2 Aanpak & afbakening ............................................................................. 5 2.1 Aanpak ........................................................................................................................ 5 2.2 Referentiejaar ............................................................................................................. 5 2.3 Afbakening ................................................................................................................. 5
Hoofdstuk 3 Carbon footprint Heatpoint ..................................................................... 6 3.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) ..................................... 7 3.6 Overige indirecte CO2-emissies (scope 3) ............................................................... 7 3.7 Toerekening CO2-emissies aan projecten ................................................................ 7 3.8 Projecten behaald met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel ......................... 8
Hoofdstuk 4 Analyse energieaspecten / interne energie audit .................................... 9 4.1 Aanpak analyse Energieaspecten ............................................................................ 9 4.2 Afbakening ................................................................................................................. 9 4.3 Energiestromen.........................................................................................................10 4.4 Directe CO2-emissies (scope 1) ...............................................................................10 4.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) ....................................11
Hoofdstuk 5. Energie Management Actieplan........................................................... 13
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 2 van 16
Hoofdstuk 1 Inleiding Binnen Heatpoint staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen en maatschappelijke betrokkenheid (het leveren van een bijdrage in maatschappelijke vraagstukken). Extern maken we onze klant bewust van een duurzame oplossing voor hun railconstructies. De carbon footprint is een onderdeel van duurzaamheid, zowel intern als extern. Het is een maatstaf voor de invloed van menselijke activiteit op het milieu uitgedrukt in de hoeveelheid broeikasgassen. Heatpoint wil met deze carbon footprint inzicht krijgen en derden inzicht geven in het effect van haar activiteiten op de CO2-problematiek. 1.1 Beschrijving organisatie Heatpoint is een onderneming die zich richt op het ontwerpen, bouwen, leveren en installeren van wisselverwarmingssystemen en aanpalende technieken/systemen in de Europese railinframarkt. Deze aanpalende techniekvelden/systemen zijn o.a. kunststof kabelkokergoten, wisselglijstoelen en met name ook wisselisolatie (Europees gepatenteerde systeem van IsoBlock) Op basis van de binnen de organisatie aanwezige expertise verzorgt Heatpoint tevens steeds meer de engineering en het ontwerp waarbij wordt getracht om nieuwe inzichten op een innovatieve wijze te integreren met de bestaande producten waarbij de nieuw ontworpen systeemoplossing wel ten aller tijde blijft voldoen aan de hiervoor gelden de regelgeving en specificaties. 2.2 Cross reference ISO 14064-1 ISO 140641
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 5.3.2 4.3.3 4.3.3 4.3.5 5.4
§ 7.3 GHG report A B C D E F G H I J K L M N O P Q
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Beschrijving
Hoofdstuk
Reporting organization Person responsible Reporting Period Organizational boundaries Direct GHG emissions Combusion of biomass GHG removals Exlusion of sources or sinks Indirect GHG emissions Base year Changes or recalculations Methodologies Changes of methodologies Emission or removal factors used Uncertainties Statement in accordance with ISO 14064 Statement describing
1.1 1.3 1.2 2.3 4.4 3.3 3.2 3 3.5 2.2 2.2 2.1 2.1 3.5 3.11 2.1
Pagina 3 van 16
1.3 Rapportageperiode De rapportageperiode van onderhavige Carbon Footprint is 1-1-2012 t/m 31-12-2012. 1.4 Verantwoordelijke persoon De verantwoordelijke persoon voor de rapportage is de heer W. van Houten, kwaliteitsmanager en directeur van Heatpoint bv. 1.5 Verificatie onafhankelijke instantie De Carbon Footprint over 2012 is opgesteld in overeenstemming met de de NEN-ISO 14064-1 en in samenspraak met het bureau/kennisinstituut EasyRail. De Carbon Footprint is extern geverifieerd door Energie Consult Holland (ECH).
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 4 van 16
Hoofdstuk 2 Aanpak & afbakening 2.1 Aanpak Deze carbon footprint is gebaseerd op de NEN-ISO 14064-1. Op basis van de norm NEN-ISO 14064-1 is een onderverdeling gemaakt van de CO2emissie in drie categorieën: directe CO2- emissies, indirecte CO2-emissies door energieproductie en overige indirecte CO2-emissies. Aan de hand van de CO2-Prestatieladder van SKAO (versie 2.1) zijn deze gegevens weer onderverdeeld in verschillende soorten emissies, deze zijn als volgt gecategoriseerd. Scope 1, directe emissiebronnen: • brandstofverbruik materieel; N.v.t. • brandstofverbruik auto’s; • aardgas. Scope 2, indirectie emissiebronnen: • elektriciteitsverbruik; • zakelijk gebruik privé auto; N.v.t. • zakelijke vluchten. Scope 3, overige indirecte CO2-emissies. • overige indirecte emissiebronnen, deze zijn in een aparte inventarisatie m.b.t. de scope 3 emissie categorieen meegenomen. Om de carbon footprint te bepalen van Heatpoint zijn gegevens verzameld over alle soorten emissies, op basis van deze gegevens en de conversiefactoren zijn de hoeveelheden CO2 bepaald. Voor het vaststellen van de footprint zijn met terugwerkende kracht de conversiefactoren zoals opgenomen in “De CO2-Prestatieladder” (SKAO versie 2.1 d.d. 18 juli 2012) gehanteerd. 2.2 Referentiejaar De carbon footprint van 2011 geldt als referentiejaar. Deze CO2- emissie inventarisatie is met terugwerkende kracht aangepast met de actuele conversiefactoren uit “De CO2 Prestatieladder” (SKAO versie 2.1 d.d. 18 juli 2012). Wijzigingen in de geïnventariseerde emissies zijn niet aan de orde. 2.3 Afbakening Deze carbon footprint betreft de onderneming en juridische entiteit Heatpoint b.v. In bijlage 1 is het organogram opgenomen van de organizational boundaries. Volgens de definitie van SKAO (hoofdstuk 2 van het handboek CO2-prestatieladder versie 2.1) valt Heatpoint bv in de categorie “kleine bedrijven”. De totale CO2- uitstoot is kleiner dan 500 ton voor wat betreft de vestiging en kleiner dan 2000 ton voor de werklocaties.
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 5 van 16
Hoofdstuk 3 Carbon footprint Heatpoint 3.1 Inleiding Op basis van de soorten CO2-emissies is de totale CO2-emissie van Heatpoint berekend. De totale CO2-emissie van Heatpoint in 2012 is gelijk aan (afgerond) 68 ton CO2. Het grootste aandeel hierin, 78%, is afkomstig van het brandstofverbruik van het wagenpark, dus auto’s (bedrijfsauto’s). In onderstaande tabel is de totale CO2-emissie onderverdeeld naar de verschillende soorten weergegeven.
2011 (1-1 t/m 31-12)
Categorie
Onderdeel
Scope 1
Gasverbruik
Verwarming
4,03
Heftruck Overige Brandstofverbruik Scope 2
Auto's
Categorie
Onderdeel
Scope 1
Gasverbruik
Verwarming
3,87
0,00
Heftruck
0,00
0,00
Overige Brandstofverbruik
41,76
Zakelijke vluchten Elektriciteitsverbruik
2012 (1-1 t/m 31-12)
Ton C02
2,14 Elektriciteit
Scope 2
9,82
Ton C02
Auto's
Zakelijke vluchten Elektriciteitsverbruik
1,28 Elektriciteit
57,75
3.2 Uitsluiting Binnen de rapportage zijn de CO2-emissies geïdentificeerd. Geen van de bronnen zijn uitgesloten. Het binden of compenseren van scope 1 emissies heeft niet plaatsgevonden.
3.3 Biomassa In het jaar 2012 heeft de organisatie geen biomassa verbrand.
3.4 Directe CO2-emissies (scope 1) De directe CO2-emissies bestaan uit de emissies veroorzaakt door het brandstofverbruik van het eigen materieel (0), het brandstofverbruik van het eigen wagenpark en het gasverbruik op de vestigingslocatie. Brandstofverbruik wagenpark De totale CO2-emissie van het brandstofverbruik eigen wagenpark is gelijk aan 53,39 ton CO2. Dit is gelijk aan 78 % van de gehele CO2-emissie in 2012.
versie 1.0
9,55 68,09
Vanaf 2012 vindt er een analyse van de verschillen plaatsvinden tussen 2011 (het referentiejaar) en 2012.
Carbon footprint 2012
0,00 53,39
Pagina 6 van 16
Enkele medewerkers die in het bezit zijn van een bedrijfsauto gebruiken de auto ook voor privé-doeleinden. Het is aldus niet goed mogelijk een zuivere splitsing aan te brengen in het aantal verbruikte liters voor zakelijk gebruik. De medewerkers rekenen de brandstof af m.b.v. een MKB brandstofpas. Op de kantoorvestiging zijn alle afschriften aanwezig. Bij de CO2emissieberekening is gekeken naar het brandstofverbruik. Gasverbruik Het gas wordt op onze vestigingslocatie verbruikt voor de verwarming van het kantoor en het magazijn. Het gasverbruik is verantwoordelijk voor 3,87 ton CO2-emissie met 5,6% van de totale CO2- emissie. Het gasverbruik is bepaald aan de hand van de BVO van huurder Heatpoint t.a.v. het gehele bedrijfsverzamelpand. Jaarlijks vindt deze verrekening plaats tussen verhuurder en huurder.
3.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) De indirecte CO2-emissies bestaan uit de emissies veroorzaakt door de inkoop van elektriciteit, zakelijke vluchten en zakelijk gebruik van privéauto’s. Elektriciteitsverbruik Het elektriciteitsverbruik van de vestiging Denenmarkenweg 17, 2411 RK Bodegraven, is met een emissie van 9,55 ton CO2, verantwoordelijk voor 14 % van de totale CO2-uitstoot van de organisatie. In 2012 is er op gemiddelde basis gewerkt op kantoor en in het magazijn. Het elektriciteitsverbruik is bepaald aan de hand van de BVO van huurder Heatpoint t.a.v. het gehele bedrijfsverzamelpand. Jaarlijks vindt deze verrekening plaats tussen verhuurder en huurder. Zakelijke vluchten Door de aard van de dienstverlening binnen Heatpoint en de diversiteit aan leveranciers/ fabrikanten is er regelmatig sprake van zakelijke vluchten. Deze vluchten worden geboekt m.b.v. een zakelijke creditcard. Alle vluchten worden in een spreadsheet bijgehouden en op basis van km’s van begin- en eindbestemming via google maps ingedeeld conform de indeling uit de de CO2 Prestatieladder. Zakelijk gebruik privé auto Binnen Heatpoint worden er geen zakelijke km’s gereden met privé auto’s.
3.6 Overige indirecte CO2-emissies (scope 3) Deze overige indirecte emissies zijn apart geïnventariseerd. Hiervoor wordt verwezen naar het document “inventarisatie scope 3 emissie categorieën”.
3.7 Toerekening CO2-emissies aan projecten De scope 1 emissiebron gas is volledig toe te schrijven aan “bedrijfsvoering kantoor Heatpoint”. T.a.v. het brandstofgebruik van de zakelijke bedrijfsauto’s is een reële inschatting gemaakt dat dit voor ongeveer 25% aan projecten is toe te schrijven.
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 7 van 16
De scope 2 emissiebronnen elektriciteit, zakelijke vluchten en zakelijke kilometers privé auto (n.v.t.) zijn volledig toe te schrijven aan “bedrijfsvoering kantoor Heatpoint”. Uit het bovenstaande kan worden afgeleid dat circa 13,34 ton (0,25 X 53,39 ton) CO2emissie is toe te rekenen aan projecten. Dit is 15% van de gehele CO2 emissie.
3.8 Projecten behaald met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel In 2012 heeft Heatpoint geen projecten, die zijn aangenomen met CO2-bewust certificaat gunningsvoordeel, uitgevoerd.
3.9 Uitsluiting Binnen de rapportage zijn de CO2-emissies geïdentificeerd. Geen van de bronnen zijn uitgesloten. Het binden of compenseren van scope 2 emissies heeft niet plaatsgevonden.
3.10 Referentiejaar De carbon footprint van 2011 geldt als het referentiejaar. Wijzigingen in de geïnventariseerde emissies zijn niet aan de orde.
3.11 Onzekerheden De informatie behorende bij de Carbon Footprint betreft feitelijk afgelezen informatie aan de hand van facturen, eindafrekeningen, meterstanden e.d. De conversiefactoren zijn bekend vanuit de CO2-Prestatieladder” (SKAO versie 2.1 d.d. 18 juli 2012). Hierdoor is er een hoge mate van waarschijnlijkheid dat de scope 1 en 2 emissies op een correcte wijze zijn geïnventariseerd en in deze Carbon Footprint opgenomen. Opmerking: gereden privé kilometers met zakelijke wagens zijn meegerekend in het totale brandstofverbruik. Hier is geen splitsing in aangebracht.
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 8 van 16
Hoofdstuk 4 Analyse energieaspecten / interne energie audit Deze analyse van de energieaspecten vormt het interne energie auditverslag conform het Energie Management Actieplan waarbij de Plan-Do-Check-Act stuurcyclus is omschreven. Conform de ISO 50001 gaat het hierbij in eerste instantie om het identificeren van de emissieveroorzakers en beoordelen van de energieaspecten die voortvloeien uit de activiteiten binnen Heatpoint. De analyse is opgezet om kansen te identificeren en reductiemaatregelen / vervolgacties op te stellen. Deze rapportage is een vervolg energieaspecten analyse. De analyse heeft betrekking op het jaar 2012. De analyse is vooral een kwalitatieve beschouwing. De analyse zal jaarlijks geactualiseerd worden en van verdere informatie (onderzoek) worden voorzien. 4.1 Aanpak analyse Energieaspecten De energiestromen zijn geïdentificeerd. Deze energiestromen zullen in deze rapportage behandeld worden. De indelingen van de rapportage is gebaseerd op de carbon footprint. Op basis van de norm NEN-ISO 14064-3 is een onderverdeling gemaakt van de CO2emissie in drie categorieën: directe CO2-emissies, indirecte CO2-emissies door energieproductie en overige indirecte CO2 emissies. Aan de hand van de CO2-Prestatieladder van SKAO zijn deze gegevens weer onderverdeeld in zes soorten emissies, deze zijn als volgt gecategoriseerd. Scope 1, directe emissiebronnen: • brandstofverbruik materieel; N.v.t. • brandstofverbruik auto’s; • aardgas; Scope 2, indirectie emissiebronnen: • elektriciteitsverbruik; • zakelijke vlieg kilometers • zakelijk gebruik privé auto; N.v.t. Scope 3: • scope 3 overige indirecte emissiebronnen, deze zijn in een apart scope 3 emissie inventarisatie meegenomen. De CO2-emissie wordt veroorzaak door de verschillende energieaspecten, welke binnen de organisatie aanwezig zijn. Conform ISO 50001 wordt een energieaspect benoemd als: “een element van activiteiten, goederen of diensten van de organisatie dat het energiegebruik of het energieverbruik kan beïnvloeden”. Binnen de rapportage wordt gericht op de significante energieaspecten. Een energieaspect is significant wanneer dit gerelateerd is aan een groot deel van het energieverbruik. Resultaten uit de analyse worden besproken in het managementoverleg.
4.2 Afbakening Voor de analyse van de energieaspecten zijn de organizational boundaries van Heatpoint aangehouden. Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 9 van 16
De vestiging ter adres Denenmarkenweg 17, 2411 RK Bodegraven (kantoor en magazijn) van Heatpoint valt binnen de scope van deze emissie inventaris. 4.3 Energiestromen De volgende energiestromen zijn te onderkennen bij: • brandstofverbruik materieel: o gasolie; N.v.t. o benzine; N.v.t. o propaan; N.v.t. o acethyleen;N.v.t. • brandstofverbruik bedrijfaauto’s: o benzine; o diesel; • elektriciteitsverbruik: o vestiging Bodegraven; o projectlocatie (van derden); N.v.t. • aardgas: o vestiging Bodegraven; • overige energieaspecten bij Heatpoint: o verbruik brandstof voertuigen personeel die op KM-basis rijden; N.v.t. o kilometers vliegverkeer; Per energiestroomaspect is er een Plan uitgewerkt waarbij inzichtelijk moet worden wat de bijdrage is geweest van de omschreven actie aan het geheel van reductiedoelstellingen die de organisatie heeft gesteld. Bij het Plan gaat het mede om de aspecten: Kwaliteit, Informatie, Onkosten (geld), Tijd en Organisatie (KIOTO). 4.4 Directe CO2-emissies (scope 1) Gasverbruik vestiging Het gas wordt door de vestiging in Bodegraven verbruikt voor de verwarming. Bij het gasverbruik worden geen grote reductiemogelijkheden gezien het feit dat er geen zuiver inzicht mogelijk is in het daadwerkelijke verbruik en de wens van de organisatie om op korte termijn naar een nieuwe vestiging over te gaan. Om deze reden zal het verwarmingsvraagstuk worden meegenomen in het onderzoek in het kader van het good housekeeping, d.w.z. verwarming niet onnodig gebruiken, uitdoen in ruimtes waar niemand is, etc. Conclusie: voor 2012 heeft de directie middels interne overleggen structureel aandacht besteed aan de discipline om CO2 bewust om te gaan met deze energiestroom. In geval dat de discipline zou verslappen worden de medewerkers hier direct op aangesproken. Op deze wijze zal er eind 2012 inzicht moeten zijn of het gasverbruik verder omlaag kan in het nieuwe bedrijfspand (zie hoofdstuk 5.2 Actieplan). Brandstofverbruik bedrijfsauto’s De meest materiële scope 1 emissie categorie is het brandstofverbruik van het wagenpark. Het Actieplan omvat dat er begin 2011is gestart met het opzetten van een inventarisatie van het bestaande wagenpark waarbij afhankelijk van de technische en economische (rest-) levensduur er een opzet is gemaakt t.a.v. de vervangingsregeling zoals daar momenteel over wordt gedacht door de directie. De kwaliteitsmanager beheert deze lijst en werkt deze jaarlijks bij. Op basis van deze inventarisatie krijgt Heatpoint per jaar inzichtelijk of de voorCarbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 10 van 16
gestelde reductie als gevolg van investeringen in steeds zuinigere auto’s ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd per jaar. De aspecten Kwaliteit (zuinigheid motor), Informatie (inventarisatie), Onkosten (vervangingsinvesteringskosten), Tijd (uitgezet in meerjarenplan) en Organisatie (Directie beslissingsbevoegd, kwaliteitsmanager beheert het overzicht). Bedrijfsauto’s De organisatie beschikt over 7 bedrijfsauto’s (eind 2012) (personenauto’s) in eigendom. Deze auto’s worden als geheel als energieaspect gezien.
Energielabel
Zuinigheid tov gemiddelde auto uit dezelfde grootteklasse
A
Minstens 20 procent zuiniger
B
20 tot 10 procent zuiniger
C
maximaal 10 procent zuiniger
D
maximaal 10 procent onzuiniger
E
10 tot 20 procent onzuiniger
F
20 tot 30 procent onzuiniger
G
meer dan 30 procent onzuiniger
Energieaspect Kans
Maatregel
Energiereductie Tot ca. 20% (circa 2-4% per jaar over doorlooptijd)
Doorlooptijd
Bedrijfsauto
Omzetting wagenpark naar zuinigere modellen (label A-B)
Aanpassen inkoopbeleid
Geschatte Kosten:
Maatregel: € nieuwwaarde auto’s bij vervanging Na maatregel circa – 20% op brandstofkosten (na doorlooptijd)
5 jaar (na maatregel)
Door bij de aanschaf van nieuwe auto’s alleen nog maar te kiezen voor A of B label auto’s is een aanzienlijke reductie mogelijk. Dit zal dan ook als verbetermaatregel voor de komende jaren worden opgenomen. Conclusie: In 2012 zijn er 3 nieuwe bedrijfsauto bijgekomen. Deze auto beschikken over een A en 2x een B label en zijn dus energiezuiniger dan de bestaande bedrijfsauto’s die zijn vervangen. (zie hoofdstuk 5.2 Actieplan). 4.5 Indirecte CO2-emissies door energieopwekking (scope 2) Elektriciteitsverbruik vestiging Het elektriciteitsverbruik van de vestigingen wordt voornamelijk gebruikt voor kantoor. Bij het elektriciteitsverbruik worden geen grote reductiemogelijkheden gezien het feit dat er geen zuiver inzicht mogelijk is in het daadwerkelijke verbruik en de wens van de organisatie om op korte termijn naar een nieuwe vestiging over te gaan. Momenteel is geen gedetailleerd inzicht in de het verbruik per apparaat of apparaten groep. Hiernaar kan onderzoek gedaan worden in het kader van het complete huisvestingsvraagCarbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 11 van 16
stuk (in kaart brengen van mogelijke bezuinigingen door energiezuinige apparatuur, verlichting en verwarming). Tevens worden in het magazijn af en toe werkzaamheden uitgevoerd. Voor het gebruik van gereedschap is elektriciteit benodigd. De inschatting is dat dit aandeel beperkt is geweest in 2011. Conclusie: de doelstelling om te besparen op deze energiestroom d.m.v. de omschakeling naar groene stroom is voorzien vanaf ingangsdatum betrekken van het nieuwe pand. In tweede instantie kan er gekeken worden naar een inventarisatie van de middelen die stroom verbruiken om op basis van dit inzicht doelstellingen en actieplannen met evt. vervangingsinvesteringen verder vorm te geven (zie hoofdstuk 5.2 Actieplan). Zakelijke vluchten Het totaal aantal zakelijke vliegkilometers is afgenomen van 10.705 (2011) naar 6.390 (2012). Dit betreft een afname van 40%. Deze daling is het gevolg van het ingevoerde managementbeleid waarbij eerst wordt onderzocht van mogelijkheden t.a.v. gebruik van alternatieve communicatiemiddelen zijn i.p.v. vliegen om onnodige CO2 emissie te voorkomen. Zakelijk gebruik privé auto Deze energiestroom komt niet voor binnen Heatpoint bv.
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 12 van 16
Hoofdstuk 5. Energie Management Actieplan 5.1 Rapportage voortgang reductiedoelstellingen 2012 Onze meetbare hoofddoelstelling was om diverse energiebesparingsmaatregelen te nemen en daarmee de CO2- uitstoot in 2012 met 2% verlagen ten opzichte van 2011 (referentiejaar), uitgedrukt in fte. Het beleid, vastgesteld door de directie, gaat uit van een totale CO2 emissie afname van 10% in drie jaar t.o.v. het basisjaar. Omdat het de verwachting is dat in het tweede jaar (2013) na de verhuizing naar het nieuwe bedrijfspand met een groene stroomaansluiting de grootste besparing mogelijk is, zijn we respectievelijk uitgegaan van een besparing van 2% in 2012, 5% in 2013 en 3% in 2014 (uitgedrukt in fte). Voor 2012 wilden wij de reductie bereiken door diverse subdoelstellingen op te stellen voor de verschillende CO2 emissie categorieën. De totaal gerealiseerde CO2 reductie bedroeg in 2012 t.o.v. referentiejaar 2011: 4,4% per fte Scope 1 emissies Reductiedoelstelling 1: Het beperken van het brandstofverbruik behorend bij het wagenpark door middel van indien mogelijk carpoolen en/of reizen met andere vervoersmodaliteit zoals de trein indien het werk dit mogelijk maakt Evaluatie: In absolute zin is het brandstofverbruik toegenomen. Dit is ook logisch door de uitbreiding in personeel, uitgedrukt in fte. De toename betrof van 5,6 fte in 2011 naar 6,9 in 2012. Stand per 31-12-2012 met betrekking tot brandstofverbruik: De CO2 uitstoot is 28% gestegen t.o.v. 2011. 53,39 i.p.v. 41,76 TCO2; Per auto is de CO2 uitstoot gedaald met 6%!! (8,61 8,03TCO2 per auto) (2011:5,2 auto’s en 2012: 6,2 auto;s) Reductiedoelstelling 2: Het beperken van het brandstofverbruik behorend bij het wagenpark door middel van Bij aanschaf van nieuwe personenauto’s kiezen voor een A of B label Evaluatie: doelstelling is gerealiseerd. In 2012 zijn er 3 nieuwe bedrijfsauto bijgekomen. Deze auto beschikken over een A en 2x een B label en zijn dus energiezuiniger dan de bestaande bedrijfsauto’s die zijn vervangen. De directie heeft de beleidslijn toegepast om ingeval van nieuwe auto’s te kiezen voor energiezuinigere modellen. Reductiedoelstelling 3: Good housekeeping d.w.z. verwarming uitdoen in ruimtes waar niemand is etc. Het doel is een besparing van 2% t.a.v. de CO2 emissie behorende bij de energiestroom “gasverbruik” Evaluatie: doelstelling is gerealiseerd. Het gasverbruik is in 2012 4% lager dan in 2011. T.a.v. deze energiestroom is het verdere reductiepotentieel gering. Wel is het zaak om de discipline om bewust hiermee om te gaan op het gewenste peil te houden. De meterstanden worden vanaf 1-1-2013 per kwartaal afgelezen. Ingeval hieruit opvallende zaken voortdoen kan de directie/kwaliteitsmanager hier direct op sturen. Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 13 van 16
Scope 2 emissies Reductiedoelstelling 4: Beperken van het aantal zakelijke vluchten door op een alternatieve wijze intensief contact met de partner-bedrijven te onderhouden d.m.v. de inzet van communicatiemiddelen zoals bijv. e-mail, telefoon, meer gebruik van conference calls, etc.. Evaluatie: doelstelling is ruimschoots gerealiseerd. Het totaal aantal zakelijke vliegkilometers is afgenomen van 10.705 (2011) naar 6.390 (2012). Dit betreft een afname van 40%. Reductiedoelstelling 5: good housekeeping, d.w.z. verlichting uitdoen in ruimtes waar niemand is, etc. (lopende actie). Evaluatie: doelstelling is gerealiseerd. De totale hoeveelheid verbruikte kWh is met 3% afgenomen t.o.v. 2011. In absolute getallen: een afname van 9,82 kWh naar 955kWh. Per fte is het gebruik gedaald met 19%! (1,71 kWh -> 1,38kWh per fte). Algehele conclusie: De CO2 Inventarisatie van Heatpoint over 2012 m.b.t. de scope 1 en 2 emissies is afgenomen met 4,4% (per fte) t.o.v. de CO2 Inventarisatie uit het referentiejaar 2011! Bodegraven, 11 februari 2013
Wolter van Houten Kwaliteitsmanager/directie
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 14 van 16
5.2 Energie Actieplan 2013 Onze meetbare hoofddoelstelling is om diverse energiebesparingsmaatregelen te nemen en daarmee de totale CO2- uitstoot voor scope 1 en 2 emissies in 2013 weer met 5% verder te verlagen ten opzichte van 2011. Deze verdere reductie willen wij bereiken door diverse subdoelstellingen op te stellen. Scope 1 emissies Reductiedoelstelling 1: Nog meer benadrukking van het toepassen van bewust rijgedrag onder het personeel waardoor een lager brandstofverbruik mogelijk is. Dit zal in 2013 wederom via een toolboxmeeting uitvoerig worden besproken en verder toegelicht. Reductiedoelstelling 2: Bij aanschaf van nieuwe personenauto’s kiezen voor een A of B label of nog zuinigere modellen. Reductiedoelstelling 3: Good housekeeping d.w.z. verwarming uitdoen in ruimtes waar niemand is etc. Het doel is voor 2013 om de CO2 emissie behorende bij de energiestroom “gasverbruik” t.o.v. basisjaar 2011 op hetzelfde niveau te houden voor Heatpoint ondanks dat het personeelsbestand per 2013 is uitgebreid met 1,3 fulltime medewerkers t.o.v. 2011. Scope 2 emissies Reductiedoelstelling 4: Het overstappen van grijze stroom naar groene stroom (Nederlandse windenergie). Dit leidt door de veel lagere conversiefactor tot een enorme reductie van de CO2 emissie inventarisatie. Reductiedoelstelling 5: Het installeren van een aparte meter waardoor het daadwerkelijke verbruik voor Heatpoint is vast te stellen. Deze informatie geldt als vertrekpunt voor het ontwikkelen van verdere acties gericht op energiebesparing Scope 3 emissies Reductiedoelstelling 6: Scope 3 ketenanalyse Wisselisolatie: vanuit ketenuitwerking CO2 besparing d.m.v. samenwerking met partner ProRail, GVB, RET Het streven voor 2013 is om in Nederland in totaal 30 wissels te voorzien van wisselisolatie. Dit leidt tot CO2 reductiedoelstelling van 30 X 10m1 X 0,66ton CO2 = 198ton CO2 emissie (voor een periode van 10 jaar). Reductiedoelstelling 7: Scope 3 ketenanalyse Kunststof goot: Vanuit ketenuitwerking CO2 besparing d.m.v. samenwerking met partner Cooiman (transporteur)Belading optimaliseren van transport tussen fabrikant/leverancier en HP. Besparingsdoelstelling: 2% minder CO2 uitstoot door hogere belading (minder transporten) Carbon footprint 2012
versie 1.0
Pagina 15 van 16
Tussentijdse evaluatie 2 maal per jaar zal er een tussentijdse evaluatie worden uitgevoerd om vast te stellen of de organisatie bezig is om de reductiedoelstellingen te realiseren. Dit proces is verder beschreven in het Energie Management Systeem. Verantwoordelijk Evaluatie I: Q1 en Q2 voortgangsrapportage Evaluatie II: Q3 en Q4 voortgangsrapportage
Carbon footprint 2012
versie 1.0
Kwaliteitsmanager 01-07-2013 31-12-2013
Pagina 16 van 16