Buurtsportcoaches en de grote transformaties van het sociale domein
Robby Aldenkamp.
Drie decentralisaties in het sociale domein:
1. AWBZ
WMO
2. Participatiewet 3. Jeugdwet
Wat verandert er met ingang van 1 januari 2015 AWBZ • • • •
WMO:
overgang van Rijk naar gemeente AWBZ-taken begeleiding, dagbesteding, (persoonlijke verzorging) huishoudelijke hulp gemeente compenseert mensen met belemmeringen in dagelijks functioneren
Wat verandert er met ingang van 1 januari 2015
Jeugdzorg: • nu al bij gemeente jeugd- en jongerenwerk en preventie • straks alle jeugdzorg: b.v. ook geestelijke gezondheidszorg en jeugddetentie • gemeente kan integraal beleid maken
Wat verandert er met ingang van 1 januari 2015
PARTICIPATIEWET • • • • •
nu mensen met bijstanduitkering of sociale werkvoorziening er bij komen jongeren met beperkingen (WAJONG) opheffing sociale werkvoorziening huidige stijl plaatsing bij bedrijven /instellingen, evt. met looncompensatie Iedereen doet mee, met (aangepast) werk of als vrijwilliger
Opdracht: Vijf minuten.
• Uit welke ‘potjes’ komt jouw salaris? • Wie merkt bij de gemeente waar hij/zij werkt dat ‘er’ wat gaande is? • Heeft dit al invloed op jouw eigen werk? • Bijvoorbeeld in de wijze waarop je aangesteld wordt/bent? Beantwoord deze vragen – kort – in groepjes van 3 á 4! Centrale terugkoppeling.
De burger als vertrekpunt Primair: • meer gebruik maken van de eigen kracht – zelfredzaamheid • kracht van omgeving inzetten: familie, buren, dorp, wijk • dus: de participatiesamenleving Secundair: • professionele hulp van overheid en instellingen • wel begeleiding (steun eigen kracht) en presentie • zoveel mogelijk meedoen: als het kan een baan, ook anders • integraal beleid gemeente: verbinden !
Bron: gemeente Apeldoorn
We laten het op ons inwerken: • Nieuwe verhouding tussen burger en overheid • Urgentie om beleid te maken • Lokaal worden besluiten in het sociale domein leidend • Bezuiniging door integraal en efficiënt werken/organiseren: € worden leidend • • • •
Sport is geen onderdeel van beleidstermen Sport als organisatievorm wordt minder belangrijk Sport als maatschappelijk fenomeen positief Maatschappelijke organisaties meer entrepeneur: prestaties laten zien
• Drie domeinen: zorg, jeugd en werk.
Wat kan sport bijdragen aan transities?
Wat zijn de nieuwe termen? • • • • • • • • • •
Structuur in leven geven Gezondheid Regelmaat in dagbesteding Deelname aan sociaal leven Leren omgaan met anderen Vergroten eigenwaarde Levenszingeving Bestrijding en voorkomen eenzaamheid Brug naar onderwijs en buurtwerk Opstap naar werk en vrijwilligerswerk
Voor wie in het bijzonder? Die groepen die traditioneel door welzijn worden bereikt Die groepen die baat hebben bij preventieve gezondheidszorg Maar ook: • mensen zonder werk • uitkeringsgerechtigden • mensen met een beperking • jongeren (in brede zin) • oudere mensen • vrouwen die thuiszitten • allochtonen
En wat draagt het bij aan de sport? • • • • •
Versterking van de overlevingskans van eigen organisatie Verbreding naar lokale samenleving Versterking relatie met gemeente Nieuwe aanwas, nieuwe leden Extra inkomsten voor de organisatie
Opdracht 2:
Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt! Albert Einstein
Groepje van 4: twee voorstanders en twee tegenstanders! 1. 2.
Het aantal inwoners dat zich erg eenzaam voelt neemt af. Betere participatie van inwoners door deelname aan georganiseerde activiteiten. 3. Minder kinderen maken gebruik van jeugdzorg. 4. Het aantal inwoners met overgewicht neemt af. 5. Meer inwoners functioneren zelfstandig. 6. Meer zelf-organiserend vermogen in de wijken en dorpen. 7. Meer kwetsbare burgers doen actief mee in de samenleving. 8. Inwoners besteden meer uren aan mantelzorg en vrijwilligerswerk. 9. Meer inwoners met een uitkering zijn aan het werk en/of actief als vrijwilliger. 10. Inwoners met een beperking nemen in toenemende mate deel aan georganiseerde activiteiten. Ga uit van wat al bestaat en voeg toe. Denk in termen van ondernemen en niet in termen van projecten! .