Businessplan

Businessplan 2013 - 2015

Project ‘Leren & Werken Friesland’ (KOF 4)

Inhoudsopgave Management samenvatting

3

1

Inleiding en leeswijzer

4

1.1 1.2 1.3 1.4

Opzet van het businessplan Karakter en looptijd van het businessplan Contactpersoon voor het businessplan Leeswijzer voor het businessplan

4 4 5 5

2

Projectuitgangspunten en doelstellingen

6

2.1 2.2 2.3 2.5 2.6 2.7

Leren en werken Regionale bundeling van krachten Leerwerkloketten Nieuwe financieringsronde 2013 - 2015 Het project ‘Leren & Werken Friesland 2013-2015’ (KOF 4) Partners in het project ‘Leren & Werken Friesland’ (KOF 4)

6 6 6 8 9 10

3

Het fundament van Leren & Werken Friesland

11

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7

Even omkijken Terugblik op de start van het project; KOF 1 (2008 – 2009) KOF 2 (2009 – 2010) De periode 2010 - 2012; KOF 3 Samenwerking van het KOF met het Werkgevers Service Punt KOF in relatie tot andere regionale initiatieven Huidige positionering van het KOF

11 11 11 13 14 14 15

4

Arbeidsmarkt ontwikkelingen in Friesland

16

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

De economische ontwikkeling Gevolgen voor de werkgelegenheid Meer werkzoekenden Afnemend aantal vacatures De arbeidsmarkt in Friesland is te typeren als zeer ruim De vergrijzing schept op termijn kansen Aantal stages en leerbanen onder druk Samenvattend

16 16 17 17 18 18 19 20

5

SWOT analyse voor het KOF 4 project

21

5.1 5.2 5.3

SWOT analyse Uitwerking Algemene gevolgtrekking uit de SWOT analyse

22 22 23 1

Businessplan Leren & Werken Friesland 2013 - 2015 (KOF 4)

6

Visie en activiteitenplan KOF in komende periode

25

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15 6.16

Visie en strategie van het KOF4 Strategie op hoofdlijnen voor de periode 2013 - 2015 Kwantitatieve doelstellingen voor het KOF 4 project 2013 – 2015 De organisatie van het leerwerkloket per 1-1-2013 Beleidsmatige en operationele aansturing Vormgeving E-dienstverlening De huidige werkgeversdienstverlening in de regio Afstemming en verbinding met andere loketten, servicepunten De beoogde LWL dienstverlening aan werknemers in 2013-2015 De beoogde LWL dienstverlening aan bedrijven-werkgevers De beoogde LWL dienstverlening aan werkzoekenden zonder baan Competentie Test Centrum Leerwerkloket Friesland Het gehanteerde klantregistratiesysteem Kwaliteitsbewaking van de dienstverlening Het geraamde tijdsbeslag van het leerwerkloket Samenvatting van de deelactiviteiten KOF4

25 25 26 26 27 27 27 27 28 28 28 28 29 29 30 31

7

PR, communicatie en marktbenadering

32

7.1 7.2 7.3

Publiciteit over leerwerkloket, EVC, CTC en leerbanen Marktbenadering Samenvatting PR-, communicatie- en voorlichtingsactiviteiten

33 33 34

8

De projectorganisatie

36

8.1 8.2 8.3 8.4

Uitgangspunten voor de vormgeving van de projectorganisatie Strategische/beleidsmatige sturing Aansturing op uitvoerend niveau Organogram

36 36 37 38

9

Tijdsplanning voor de projectactiviteiten

40

9.1 9.2

De jaarplanning voor 2013 De overall planning voor de projectperiode 2013 - 2015

40 40

10

Projectbegroting en cofinanciering

44

10.1 Projectbegroting op basis van gedetailleerde projectactiviteiten 10.2 Het gedetailleerde begrotingsschema 10.3 Samenvatting van de projectkosten en de cofinanciering

44 44 46

11

Kwaliteits- en kostenbewaking

47

11.1 Voortgangsbewaking en – rapportages 11.2 Budgetbewaking

47 48

Bijlagen (zie de inhoudsopgave daarvan op pag. 45)

45

2 Businessplan Leren & Werken Friesland 2013 - 2015 (KOF 4)

Management samenvatting Het voorliggende regionale businessplan ‘Leren & Werken Friesland 2013 - 2015’ beschrijft de wijze waarop de (18) in het project samenwerkende Friese partijen inhoud willen geven aan ‘leren en werken’ in de periode 2013 tot en met 2015. Het betreft het geheel aan activiteiten rondom het Friese leerwerkloket, dus naast het fysieke loket ook de digitale en werkgeversdienstverlening en andere regionale activiteiten in het kader van leren en werken. Het project ‘Leren & Werken Friesland 2013 - 2015’ is een voortzetting van eerdere leren en werken projecten in de arbeidsmarktregio Friesland. Deze zijn vanaf 2008 onder de naam ‘Kennis Ontwikkeling Fryslân’ uitgevoerd (KOF1, 2 en 3). In dit businessplan wordt hierop een korte terugblik gegeven. Het huidige project zal in de wandelgangen worden aangeduid met de werknaam ‘KOF4’. De nijpende arbeidsmarktsituatie in Friesland vraagt om een brede bundeling van krachten. Het aantal banen krimpt, er ontstaan steeds minder vacatures en het aantal geregistreerde werkzoekenden stijgt. Daarnaast leidt de economische crisis in een aantal sectoren ook tot een (dreigend) tekort aan stages en leerbanen. De arbeidsmarkt in Friesland gaat naar verwachting (Regionale Arbeidsmarktschets 2012) pas vanaf 2014 herstellen. Ondanks de huidige zeer ruime arbeidsmarkt van Friesland ontstaan er - onder meer door de vergrijzing- op termijn voldoende kansen op (duurzame) uitstroom naar werk voor zowel gekwalificeerde werkzoekenden als voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een gezamenlijke beleidsagenda in Friesland richting herstel van de arbeids- en scholingsmarkt is daarom van groot belang. Vanaf 2013 wordt door het rijk opnieuw financiering beschikbaar gesteld om deze actuele problematiek aan te pakken door middel van Leren en Werken. Gebruikmakend van de nieuwe financieringsronde van de regionale leerwerkloketten zal het project ‘Leren & Werken Friesland’ voor de komende drie jaren een scala aan activiteiten uitvoeren. Deze activiteiten worden in het voorliggende businessplan beschreven wat betreft inhoud, projectorganisatie, planning, begroting, communicatie en kwaliteits- en budgetbewaking. Het businessplan heeft het karakter van een ontwikkeldocument, waarbij vooral wordt ingezoomd op de activiteiten in het jaar 2013. De activiteiten in de jaren 2014 en 2015 zullen nader worden gespecificeerd in jaarplannen, waarin eventuele (majeure) wijzigingen voor dat jaar ten opzichte van dit businessplan kenbaar zullen worden gemaakt.


1

Inleiding en leeswijzer

Het voorliggende regionale businessplan ‘Leren & Werken Friesland 2013 - 2015’ beschrijft de wijze waarop de samenwerkende Friese partijen inhoud willen geven aan ‘leren en werken’ in de periode 2013 tot en met 2015. Het businessplan is primair bedoeld om als partners in de regio tot een gezamenlijke visie te komen over het doel, de organisatie en de financiering van het project voor de komende drie jaar. Het betreft het geheel aan activiteiten rondom het Friese leerwerkloket, dus naast het fysieke loket ook de digitale en werkgeversdienstverlening en andere regionale activiteiten in het kader van leren en werken. Voorts is het businessplan opgesteld om het ministerie van SZW als subsidiegever over het project te informeren. 1.1

Opzet van het businessplan

Vanaf 2013 wordt door het rijk opnieuw financiering beschikbaar gesteld voor de leerwerkloketten in de verschillende arbeidsregio’s. Aan de toekenning van de Rijksbijdrage verbindt het ministerie van SZW een aantal voorwaarden. Zowel inhoudelijk, organisatorisch als financieel. Op deze voorwaarden wordt in het volgende hoofdstuk nader ingegaan. Het voorliggende plan volgt de indeling van een businessplan en bevat onder meer de informatie die is aangegeven in de notitie ‘Kader voor het Businessplan Leerwerkloket’ van het ministerie van SZW en de landelijke projectgroep LWL (d.d. januari 2013). 1.2

Karakter en looptijd van het businessplan

Het businessplan heeft betrekking op de periode 2013-2015 en heeft het karakter van een ontwikkeldocument. Niet alles is voor een periode van drie jaar (precies) vast te leggen. Bovendien kan het op basis van inzichten bij de verdere ontwikkeling van het project Leren & Werken Friesland noodzakelijk zijn tot aanpassingen van de in dit plan beschreven activiteiten over te gaan. Jaarlijks zal daarom per 1-1-2014 en 1-1-2015 een nader gespecificeerd jaarplan worden opgesteld, waarin eventuele (majeure) wijzigingen voor dat jaar ten opzichte van dit businessplan kenbaar zullen worden gemaakt. Alsmede de daaruit voortkomende voornemens van het samenwerkingsverband LWL ten aanzien van outcome en output (op strategisch, tactisch of uitvoerend niveau). Daarnaast kan aanpassing van het businessplan en/of de jaarplannen plaatsvinden naar aanleiding van de jaarlijkse monitoring van het project door het UWV.


1.3

Contactpersoon voor het businessplan

Naam:

Mevrouw Ria Akkersdijk

Functie:

Projectleider Leren & Werken Friesland 2013 – 2015 (KOF 4)

In dienst bij:

ROC Friesland College, Leeuwarden

Telefoon:

06 – 51 18 69 89

E-mailadres:

[email protected]

1.4

Leeswijzer voor het businessplan

In het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 2 van het businessplan, worden om te beginnen de uitgangspunten en de doelstellingen van dit project beschreven. Hoofdstuk 3 verschaft een korte terugblik op de oorsprong van het project (in 2007) en de daarop volgende ontwikkeling, zijnde het ‘fundament’ voor het huidige project. In hoofdstuk 4 wordt een schets gegeven van de huidige en toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in Friesland. Hoofdstuk 5 bevat een SWOT analyse voor het KOF 4 project. De projectactiviteiten die de komende tijd zullen worden ontwikkeld en uitgevoerd, worden beschreven in hoofdstuk 6. Hoe de aspecten PR, communicatie en marktbenadering binnen het project vorm krijgen, wordt uit de doeken gedaan in hoofdstuk 7. De op samenwerking en communicatie gestoelde projectorganisatie wordt beschreven in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 toont de planning van de projectactiviteiten in de tijd. Zowel voor de komende drie jaar, als voor het lopende jaar. Hoofdstuk 10 bespreekt de kostenbegroting en subsidiëring van het project, alsmede de wijze van cofinanciering door de projectpartners. Wat er gedaan zal worden om de kwaliteit en kosten tijdens de projectuitvoering te bewaken, wordt tenslotte uit de doeken gedaan in hoofdstuk 11.

Bijlagen Achterin dit businessplan treft de lezer tenslotte een gedeelte aan met bijlagen. Hierin wordt de meer specifieke of gedetailleerde projectinformatie weergegeven. In de tekst van het businessplan wordt hier op sommige plaatsen naar verwezen.


2

Projectuitgangspunten en doelstellingen

In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten en de doelstellingen van het project ‘Leren & Werken Friesland 2013 – 2015’ (KOF 4) beschreven. 2.1

Leren en werken

Leren wordt steeds meer een fundamenteel onderdeel van werken. Landelijk zijn er zo’n twee miljoen mensen die niet voldoen aan de startkwalificatie (niveau 2 van de WEB). Dit heeft als gevolg dat er een mismatch bestaat op verschillende niveaus ten aanzien van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt (zie hoofdstuk 4 ‘Arbeidsmarkt ontwikkelingen in Friesland’). Oplossingsrichtingen zijn ‘een leven lang leren’, leeftijdsbewust personeelsbeleid en arbeidsmobiliteit. Thema’s die vallen onder de noemer ‘sociale innovatie’. Werkzoekenden, werknemers en werkgevers moeten investeren in hun positie op de arbeidsmarkt. Niet alleen de toestroom vanuit het onderwijs naar de arbeidsmarkt moet versterkt worden. Ook is het van belang de aanwezige competenties bij mensen te erkennen en eventueel aan te vullen met scholing. 2.2

Regionale bundeling van krachten

Dit brengt voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers veel vragen met zich mee. Vaak is de kennis om deze vragen te beantwoorden verspreid over verschillende instanties. Ondernemers vinden het efficiënter wanneer zij op één plek terecht kunnen met vragen omtrent leren en werken. Om in te spelen op regionale vragen vanuit de arbeidsmarkt is het van belang om de doorstroom naar en op de arbeidsmarkt goed te structureren en te begeleiden vanuit regionale knelpunten. Instrumenten als EVC meting, competentie tests en het opstarten van leerwerktrajecten kunnen hiervoor ingezet worden. Regionale partijen als bedrijven, UWV, gemeenten en opleidingsinstituten spelen in dit proces een belangrijke rol. Goede samenwerking van partijen in de regio is essentieel om de arbeidsmarkt te versterken. Krachten moeten gebundeld worden waar kennis en expertise aanwezig zijn en waar werkzoekenden, werkenden en werkgevers begeleid en geadviseerd worden ten aanzien van werk en scholing (de één loket gedachte). 2.3

Leerwerkloketten

Vanuit deze 1 loket gedachte zijn de afgelopen jaren in Friesland een zestal Leerwerkloketten (LWL) opgezet (zie hoofdstuk 3) met het doel de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt te verbeteren. Dit doen de leerwerkloketten door in de regio een brug te slaan tussen arbeidsmarkt en onderwijs (makelaars- en schakelfunctie), zodat schaarse middelen tussen partners voor de gezamenlijke doelgroepen efficienter en effectiever ingezet kunnen worden.


Informatievoorziening over scholing, EVC en leerwerktrajecten kent door wegvallende en krimpende re-integratie budgetten een grotere noodzaak. De informatievoorziening en waar mogelijk de overige dienstverlening, zoals het bekendmaken van leerwerkvacatures, worden meer en meer digitaal aangeboden. Hiermee equipeert men werkzoekenden en werkenden om, tegen relatief lage kosten, zelf hun re-integratie ter hand te nemen. UWV wil een zichtbare rol spelen in de verbinding onderwijs en arbeidsmarkt en kan met de leerwerkloketten die rol invullen. De leerwerkloketten blijven in 2013 expertise leveren over her-/om- en bijscholingsmogelijkheden en willen met de landelijke partner Stichting Bedrijfsleven Beroepsonderwijs (SBB), gemeenten en ROC ’s scholingsvraagstukken in de regio oplossen door: -

Het aanbieden van informatie en advies over arbeidsmarktrelevante scholing, EVC en leerwerktrajecten.

-

Expertise in te brengen voor het maken van scholingsarrangementen in afstemming met de regionale werkgeversdienstverlening.

-

Werkzoekenden inzicht te geven in hun competenties. UWV adviseurs bieden via de leerwerkloketten competentietesten aan in het kader van intensieve dienstverlening en tegen betaling aan gemeenten en andere geïnteresseerden.

-

Aanbodgerichte informatie bieden voor het vo, mbo en hbo onderwijs.

2.4

Stimuleringsregeling leren en werken

De overheid stimuleert Leven Lang Leren en organiseert landelijk initiatieven. De regeling Leren en Werken is hier een voorbeeld van. Via het landelijk project Leren & Werken en de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’, opgezet door de ministeries van OCW en SZW, is de afgelopen jaren de samenwerking tussen verschillende partijen in diverse regio´s in Nederland gestimuleerd op het gebied van een leven lang leren. Op 27 november 2007 heeft een samenwerkingsverband van 17 Friese partners, waaronder de provincie Fryslân als initiatiefnemer, een aantal gemeenten, UWV, het toenmalige CWI, enkele mbo- en hbo instellingen en diverse werkgeversorganisaties, een eerste subsidie Leren en Werken verkregen, onder de naam ‘Kennis Ontwikkeling Fryslân’ (KOF). Als bijdrage in de kosten voor realisatie van (destijds) de volgende doelen: 1. het inrichten van in eerste instantie twee leerwerkloketten en gebruikmaking daarvan; 2. het werven van minimaal 300 deelnemers aan EVC-trajecten en de organisatie van het aanbod van EVC-trajecten; 3. het tot stand komen van 300 nieuwe duale trajecten en deelneming daaraan.


In de daaropvolgende jaren heeft het KOF project opnieuw subsidie verkregen. Over de resultaten van deze zogenoemde KOF 1, KOF 2 en KOF 3 projecten wordt kort teruggeblikt in het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 3. Uit recent onderzoek naar de toegevoegde waarde van Leren & Werken door Bureau Berenschot blijkt de toegevoegde waarde van de regionale samenwerkingsverbanden vooral te vinden te zijn in deskundigheid, laagdrempeligheid, doelgericht handelen en het netwerk. De omvang van de cofinanciering door de samenwerkingspartners bleek tevens een factor van doorslaggevende betekenis. De subsidieregeling Leren en Werken is dan ook conform eerdere afspraken door het nieuwe kabinet in stand gehouden. 2.5

Nieuwe financieringsronde 2013 - 2015

Vanaf 2013 wordt door het rijk opnieuw financiering beschikbaar gesteld voor Leren en Werken. Het betreft de periode tot en met 2015. Aan de toekenning van de Rijksbijdrage verbindt het ministerie van SZW de volgende voorwaarden. • Verbinding landelijke en regionale arbeidsmarkt- en scholingspartners door regionale samenwerkingsverbanden waarin minimaal kernpartners (die een bijdrage in euro’s of operationele uren leveren) UWV, gemeenten en scholingspartners (minimaal 1 ROC) deelnemen en optioneel partners die nodig zijn om het gehele scholingsaanbod (publiek en privaat) in beeld te brengen. • Maximale afstemming inzet werkgeversbenadering met de regionale werkgeversservicepunten van de arbeidsmarktregio’s (geen eigenstandige werkgeversbenadering door de leerwerkloketten). • Een laagdrempelige adviesfunctie voor werkgevers en burgers creëren, waarbij de bestaande eis wordt losgelaten van het inrichten van een fysieke leerwerkloketten-infrastructuur voor burgers op werkpleinen. De subsidiëring en cofinanciering voor de komende periode ziet er als volgt uit:

Subsidiëring en cofinanciering LWL periode 2013 tot en met 2015 (jaarlijks) Financiering op basis van::

Arbeidsmarktregio. Per regio: € 100.000

Eis cofinanciering als % van rijksbijdrage:

Minimaal 50% van regionale rijksbijdrage

CTC als cofinanciering vanuit UWV:

Max. 3 miljoen (30 fte)

Vanuit de Rijkssubsidiebijdrage zijn de volgende taken voor de regionale leerwerkloketten voor de periode 2013 – 2015 benoemd: - Opstellen regionaal businessplan 2013-2015 conform Model Businessplan 2013-2015. Dit plan wordt (in ieder geval) door de regionale kernpartners op bestuurlijk niveau getekend (zie par. 3.8).


- Aanstellen van een projectleider Leren en werken. - Alle kernpartners garanderen financiering tot en met 2015. - Transparant maken regionaal scholingsaanbod. - Productontwikkeling (aanbod op maat) stimuleren bij aanbieders van scholing. - Zorgdragen voor bekendheid met de mogelijkheden voor EVC en andere valideringsinstrumenten, Competentietests (CT) en duale trajecten voor werknemers, werkzoekenden en bedrijven via de regionale werkgeverservicepunten en werk.nl. - Ondersteuning van sociale partners om invulling te geven aan intersectorale mobiliteit door scholing en werknaar-werk-trajecten. - Samenwerking te bevorderen tussen vragende partijen en aanbieders van scholing en EVC. - Het werven van leerwerkbanen. - Het geven van informatie en advies over scholingsmogelijkheden/loopbaanadvies aan werkgevers, werknemers en werkzoekenden (via regionale werkgevers-dienstverlening dienstverlening).

en

e-

- Fungeren als BackOffice (expertise leren en werken en toeleverancier kansrijke arrangementen) voor de regionale werkgeversdienstverlening. - Het eventueel (door)ontwikkelen van regionale sites in aansluiting op de landelijke site. - Resultaatsverplichtingen (ontwikkelen concrete arrangementen voor tekortsectoren, ouderen, werkzoekenden zonder startkwalificatie, ontwikkelen van edienstverlening) en effectmeting (monitor) van adviezen, verwijzingen, EVC. 2.6

Het project ‘Leren & Werken Friesland 2013-2015’ (KOF 4)

Gebruikmakend van de nieuwe financieringsronde van de regionale leerwerkloketten zal in direct vervolg op de KOF 1, KOF 2 en KOF 3 projecten het project ‘Leren & Werken Friesland’ worden uitgevoerd in de periode 3013 – 3015. In de wandelgangen aangeduid als ‘KOF 4’. Het streven van het project voor de komende periode 2013 2015 is gericht op verduurzaming van de samenwerking van alle betrokken partners om het leren en werken in Fryslân op basis van de voorgaande KOF projecten duurzaam en structureel vorm en inhoud te geven. De activiteiten die daartoe zullen worden ontplooid, worden in dit businessplan uitgewerkt in hoofdstuk 7. Eerst zal het ‘fundament’ waarop deze activiteiten zijn gestoeld, te weten de KOF 1, KOF 2 en KOF 3 projecten worden beschreven (in hoofdstuk 3). Tevens zal aandacht worden besteed aan de economische en arbeidsmarktontwikkelingen in de regio (hoofdstuk 4).


2.7

Partners in het project ‘Leren & Werken Friesland’ (KOF 4)

De volgende regionale kernpartners en hun vertegenwoordigers hebben zitting in het bestuurlijk platform (zie hoofdstuk 8) en hebben vanuit die hoedanigheid het voorliggende businessplan met hun handtekening bekrachtigd:

Naam:

Functie:

Organisatie:

Hr. A. Ekhart

Wethouder Sociale Zaken

Gemeente Leeuwarden

Mw. D. Keizer

Vz. College van Bestuur

NHL Hogeschool Leeuwarden

Hr. J. Bok

Regiomanager

UWV

Mw. L. Vos

Vz. College van Bestuur

ROC Friesland College

Hr. R. van Gent

Directeur

MKB Noord

Daarnaast worden de volgende partijen actief betrokken bij het KOF 4 project: 1.

Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân, vertegenwoordigd door de heer M. van Dam;

2.

ROC Friese Poort, vertegenwoordigd door de heer P. Molenaar, directeur Bedrijfsopleidingen;

3.

MKB Noord, vertegenwoordigd door S. Fleurke;

4.

KvK Noord Nederland, vertegenwoordigd door mevrouw M. Bouma;

5.

Nordwin (AOC Friesland), vertegenwoordigd door de heer P. van de Werf;

6.

Stenden Hogeschool, vertegenwoordigd door mevrouw P. Karsten;

7.

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), vertegenwoordigd door mevrouw T. Sloothaak;

8.

Stichting OOM (Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaal) en Techniek Talent / TechNet, vertegenwoordigd door de heer M. Jansen

9.

Kenniscentrum ECABO, vertegenwoordigd door mevrouw G. Mulder;

10. Kenniscentrum Innovam, vertegenwoordigd door H. Siegersma; 11. Kenniscentrum SH&M (Hout en Meubelindustrie), vertegenwoordigd door de heer B. Galema; 12.

Kenniscentrum Calibris, met als vertegenwoordiger de heer D. de Jonge (tot eind 2011 projectleider KOF 1, 2 en 3);


13.

3

Kenniscentrum Kenteq, vertegenwoordigd door de heer H. Haring.

Het fundament van Leren & Werken Friesland

Om de context voor de toekomst vorm te geven, is het wenselijk om opgedane ervaringen uit het verleden te wegen in de verdere uitwerking. Onderstaand een korte beschrijving van deze KOF ervaringen vanaf de begintijd van het project. 3.1

Even omkijken

Als samenwerkingsverband van Ondernemers, Overheid en Opleiders, heeft het project KOF (KennisOntwikkeling Fryslân) zich in de voorgaande jaren tot doel gesteld, om als netwerkorganisatie en als uitvoerende organisatie, het leren te stimuleren onder werkenden en werkzoekenden en daarmee een bijdrage te leveren aan het verminderen van het tekort aan gekwalificeerd personeel. De afgelopen jaren heeft Kennis Ontwikkeling Fryslân (KOF) zich gepositioneerd als enerzijds een bestuurlijk platform op het snijvlak van arbeid en scholing en anderzijds als een samenwerkingsverband/netwerkorganisatie, dat/die naast de uitvoering van de reguliere werkzaamheden, gekoppeld aan de subsidieregelingen, een aantal innovatieve en creatieve projecten heeft uitgevoerd. 3.2

Terugblik op de start van het project; KOF 1 (2008 – 2009)

De start van het project kennis Ontwikkeling Fryslân viel op een ongelukkig moment; in 2008 deed de economische crisis in Nederland haar intrede met alle gevolgen van dien. Naast het inrichten en operationeel maken van een regionaal samenwerkingsverband van ondernemers, overheid en opleiders op het snijvlak van Arbeidsmarkt en scholing, is er focus gekomen op het instrument EVC en zijn duale leerwerktrajecten gerealiseerd. Tevens is er vanuit KOF 1 een stap gezet richting verduurzaming van Leren & Werken in de regio als uitvoeringsorganisatie van het thema een Leven Lang Leren. De samenwerkende partners hebben elkaar zowel op organisatieniveau als op individueel niveau beter leren kennen bij de uitvoering van tal van activiteiten. Er is een sterk netwerk ontstaan met veel kennis en doorzettingskracht om gezamenlijk afgesproken doelstellingen te behalen. 3.3

KOF 2 (2009 – 2010)

De strekking van KOF 2 lag in het verlengde van KOF 1. De doelgroep Werkende jongeren zonder startkwalificatie en de 45+ doelgroep met grote afstand tot de arbeidsmarkt, werden nu specifiek benoemd. Verder moest EVC opnieuw nadrukkelijk in de etalage gezet worden. In KOF 2 heeft opnieuw de crisis haar ‘sporen’ nagelaten. Het bleek lastig te zijn om vast te houden aan de oorspronkelijke doelstelling (het stimuleren van het leren bij werkenden) en er ontstond meer focus op schadebeperking (voorkomen van werkloosheid) en advisering van werkzoeken-


den om via scholing een nieuwe start te maken. KOF bleek als netwerk een betrouwbare partner bij verschillende crisismaatregelen en bleek het netwerk voldoende dynamisch om te kunnen anticiperen op nieuwe omstandigheden. Naast EVC werd EVP (ErVaringsProfiel, een onderdeel van het EVC traject) ontwikkeld. Beide instrumenten zijn met wisselend succes ingezet. EVC voor de doelgroep werkenden vanaf MBO niveau, bleek het meest effectief. EVP bleek als instrument voor de lager geschoolde doelgroep, geen echte toevoeging te zijn. Bus als mobiel LWL Tijdens KOF 2 is een mobiel Leren & Werken loket ingezet in de vorm van een speciaal ingerichte bus. Als instrument om contact te maken met doelgroepen die geen Werkplein binding hebben. In de praktijk bleek vooral de omgeving van de doelgroep (de partner van, of de ouder van…), het mobiele loket te bezoeken. Voor deze doelgroep die geen directe binding heeft met een Werkplein, was het een laagdrempelige voorziening. Ook werkenden, nugger’s (niet uitkeringsgerechtigden) bleken in de praktijk spontaan het mobiele loket te bezoeken. Als neveneffect heeft het mobiele loket een positieve bijdrage geleverd aan het onderling leren kennen van de professionals in dit veld. RMC, professionals, werkcoaches, casemanagers en bijvoorbeeld opleidingsadviseurs, hebben in wisselende samenstelling de bus bemand en elkaar leren kennen, vinden en waarderen. The Helix Daarnaast is binnen KOF 2 een instrument ontwikkeld en uitgetest voor de groep jongeren die niet geregistreerd zijn bij jongerenloketten, DUO of bijvoorbeeld RMC. Deze groep heeft nadrukkelijk het risico in zich van langdurige werkloosheid waardoor het belangrijk is met hen in gesprek te komen. Gekozen is voor een aanpak op basis van viral marketing, met een gepersonaliseerde trailer met een wake up call, onder de naam The Helix. Als back office werd er een (erkend) contactcentrum ingericht, om via MSN, mail en telefonisch jongeren van advies te dienen op het vlak van Leren & Werken. Het verwachtte viral effect, dat jongeren uit de doelgroep contact zouden leggen met het contactcentrum, bleef achterwege en daarmee ook het aantal (digitale) contacten met het contactcentrum. Wel succesvol was het gebruik van de trailer in klassen, op jongerenbijeenkomsten, maar ook in bijeenkomsten van de werkers in het veld. KWIK event voor HBO en WO werkzoekenden Voor de groep van werkzoekenden met een HBO en/ of WO opleiding (ca. 3.300 in Friesland in 2010) is een Event georganiseerd gericht op Kennis, Werk, Inspiratie


en Kansen (KWIK). Aanleiding hiervoor was het relatief grote aantal van hen met een gemiddelde lange uitkeringsduur, gekoppeld aan de zorg om de dreigende braindrain. Rond de 725 personen uit de doelgroep bezochten dit event. De lezingen en workshops werden ‘overtekend’ en aandacht bleek ook voor deze groep van groot belang. Er is veel onzekerheid over CV’s en presentaties en een grote groep bleek dolende op het vlak van kans verkenning en concrete aanpak. Verder bleek het Event een goede kapstok voor samenwerking tussen de drie hogescholen: NHL, Stenden en van Hall Larenstein. 3.4

De periode 2010 - 2012; KOF 3

Binnen KOF 3 periode is naast het realiseren van kwantitatieve doelstellingen en versterking van het samenwerkingsverband, vooral ingezet op de positionering van fysieke loketten en Leerwerkadviseurs op de (inmiddels zes) Friese Werkpleinen. Een front-Office in de regio, met als back-office het samenwerkingsverband. Naast bezetting vanuit subsidiebekostiging, werd ook door de (MBO) opleiders een substantieel aandeel geleverd aan Leerwerkadviseurs. Verder werd er gezocht naar en gewerkt vanuit alternatieve ‘vindplaatsen’ (zoals de Bibliotheek), campus of deelname aan decanen/mentoren overleg. In 2012 heeft Dirk de Jonge, de projectleider van KOF 1, 2 en 3, een functie aanvaard bij Kenniscentrum Calibris. Per 1 april 2012 is Ria Akkersdijk (zie par. 1.3) als projectleider benoemd. De projecten, die in het plan van aanpak van KOF 2012 staan, zijn door haar opgepakt en verder uitgebreid. Gefocust is op de inzet van de leerwerkadviseurs, die naast individuele adviezen aan bezoekers van het leerwerk loket hun taken hebben uitgebreid naar het geven van voorlichting aan studenten, mentoren en decanen binnen de MBO en HBO instellingen. Een overzicht van deze KOF 3 activiteiten treft u in de bijlage 1, achterin dit businessplan. Het jaar 2012 was ook het jaar waarin het voortbestaan van Leren en Werken ter discussie stond. In december 2012 kwam het verlossende woord vanuit het Ministerie dat de leerwerk loketten hun werkzaamheden kunnen voortzetten met een nieuwe rijksbijdrage voor de komende 3 jaren (zie par. 2.5). Hoewel de ingezette werkpleinkrimp en de omslag naar E-coaching door UWV Werkbedrijf en gemeenten, soms het gevoel geven van roeien tegen de stroom in, heeft KOF zich middels de bezetting op de werkpleinen goed gepositioneerd en zijn de adviseurs meer en meer en op het juiste moment gesprekspartner voor de doelgroepen.


Het economische tij en het wegvallen van de scholingsbudgetten, maakte in de afgelopen periode het concreet resultaat boeken lastig. Er werd daardoor een sterk appèl gedaan op creativiteit en doorzettingsvermogen van de projectmedewerkers. De gekozen organisatievorm (front office – back office) bewees hierbij zijn nut, resulterend in een effectief contact met de (Werkplein) partners en andere gelieerde organisaties/instellingen in de regio (bijvoorbeeld Jeugdzorg). In de plannen van het KOF project is, in lijn met de visie en het beleid van de overheid, verhoudingsgewijs veel aandacht en actie gericht op het stimuleren van leren onder werkenden. Door de toenemende werkloosheid is evenwel de focus meer verschoven van de werkenden naar de werkloze werkzoekenden. 3.5

Samenwerking van het KOF met het Werkgevers Service Punt

De werkgevers dienstverlening van het UWV Werkbedrijf en een aantal Friese Gemeenten, is in 2012 vorm worden gegeven vanuit het Werkgevers Service Punt. Naast dienstverlening vanuit een aantal wettelijke taken zoals het ontslagrecht, richt het Werkgevers Service Punt zich vooral op (zgn. preferente) ondernemers waarmee afspraken gemaakt kunnen worden omtrent inzet werkloze werkzoekenden uit eigen caseload. Een caseload gestuurde aanpak vanuit eigen verantwoordelijkheid op dit vlak. Vanuit KOF is niet een eigenstandige werkgeversdienstverlening ontwikkeld, maar is - ook in de toekomst- de samenwerking gericht op het creëren van kansen en ontwikkel mogelijkheden, vanuit de vraagkant, in de vorm van arrangementen tussen werkgever, uitkerende instantie en opleider. 3.6

KOF in relatie tot andere regionale initiatieven

Door de vertegenwoordiging in KOF vanuit overheid, opleiders en ondernemers, bleek KOF in veel gevallen een gewilde partner vanwege kennis, netwerk en de onafhankelijke rol. KOF is de afgelopen jaren in de rol van adviseur, verbindingsofficier of bijvoorbeeld kennisbrenger betrokken geweest bij een scala aan andere regionale, arbeidsmarkt gerelateerde initiatieven: Jonge Friezen Foarút, Sociaal Economisch Masterplan NO Fryslân, Verkenning bouw Fluitschip te Hindeloopen, Venturi project, het Actieplan Jeugdwerkloosheid en het Ondernemersplein A7Westergo. Het Ondernemersplein A7Westergo is een samenwerkingsverband tussen de Provincie, de Kamer van Koophandel, het MKB, Syntens en de NOM.


Voor KOF 4 ligt hier de mogelijkheid om werkgevers en werknemers te motiveren het leren te stimuleren. Binnen alle genoemde initiatieven wordt zoveel mogelijk gestreefd naar arrangementen die aansluiten bij de locale, regionale of sectorale vraag. In verschillende platforms waarin KOF heeft geparticipeerd, was de aansluiting onderwijs – bedrijfsleven onderwerp van gesprek. Een onderwerp dat ook continue een agendapunt dient te blijven in de dynamiek van de arbeidsmarkt. Binnen KOF is het de afgelopen jaren veelvuldig een agenda- en actiepunt geweest en is er, mede op initiatief van de betrokken ministeries, meer oog gekomen voor scholing in relatie tot de vraagkant van de arbeidsmarkt. De Stuurgroep KOF heeft in dat verband de ambitie uitgesproken om KOF te positioneren als het platform Arbeidsmarkt & Scholing in Fryslân. 3.7

Huidige positionering van het KOF

De afgelopen jaren heeft Kennis Ontwikkeling Fryslân (KOF) zich dus geprofileerd enerzijds als een platform op het snijvlak van arbeid en scholing en anderzijds als een netwerkorganisatie, die naast de uitvoering van de reguliere werkzaamheden gekoppeld aan subsidieregelingen, een aantal innovatieve en creatieve (deel) projecten heeft uitgevoerd. KOF blijkt als netwerk bij andere regionale initiatieven (bijvoorbeeld het actieplan Jeugdwerkloosheid) een gewilde partner te zijn. In dat kader kon de afgelopen jaren een gevoel van ‘samen sterk in moeilijke tijden’ tot ontwikkeling gekomen. Samenwerken en streven naar een gezamenlijk doel, met oog voor het eigen belang van individuele organisaties, moet ook in het toekomst het streven blijven, hoe weerbarstig deze processen soms ook zijn. De omvang van het samenwerkingsverband heeft wel het risico van stroperigheid in zich. Maar de gekozen aanpak om in werkgroepen op thema’s/deelprojecten (zie bijlage 1) samen te werken, is gebleken effectief te zijn en te voldoen aan de verwachtingen van de individuele partners.


4

Arbeidsmarkt ontwikkelingen in Friesland

In dit hoofdstuk wordt een schets gegeven van de economische ontwikkeling en een analyse van de huidige speerpunten en kansen voor de Friese arbeidsmarkt. 4.1

De economische ontwikkeling

Na een voorzichtig herstel van de economie in 2010 en de eerste helft van 2011, is in 2013 de Nederlandse – en Friese- economie volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (14 februari 2013) opnieuw in een recessie beland. Van een recessie is sprake als de economie twee opeenvolgende kwartalen krimpt. En dit is het geval, want in het vierde kwartaal van 2012 is de economie met 0,2 procent gekrompen ten opzichte van het derde kwartaal. En het derde kwartaal liet ook al een krimp zien van 1 procent ten opzichte van het tweede. Het is de derde keer sinds 2009 dat Nederland in recessie is. 4.2

Gevolgen voor de werkgelegenheid

Volgens het CBS is de krimp grotendeels toe te schrijven aan daling van de consumentenbestedingen. De consumptie van huishoudens lag in 2012 ten opzichte van 2011 2,3 procent lager. De investeringen kwamen 5,2 procent lager uit. De export is een lichtpuntje: die steeg met 3,2 procent. Maar landelijk waren er 93.000 banen minder. De krimp in de werkgelegenheid trof afgelopen jaar, zowel landelijk als in Friesland, vrijwel alle sectoren. Uitzonderingen zijn zorg/welzijn, met een relatief forse groei van 3,5%, en de verhoudingsgewijs kleine sector informatie en communicatie (ICT) met een groei van 1,0%. Zie de onderstaande grafiek van de door het UWV (verwachte) werkgelegenheidsontwikkeling over 2012, Nederland en Friesland:

Bron: UWV WERKbedrijf, arbeidsmarktprognose


4.3

Meer werkzoekenden

In Friesland wordt voor 2013 een verdere krimp van de werkgelegenheid verwacht (-0,2%, Regionale arbeidsmarktschets Friesland 2012). Eind december 2012 stonden 27.725 niet werkende werkzoekenden (NWW) ingeschreven in de arbeidsmarkt regio Friesland. Een jaar eerder waren dat er 22.923. Dit betekent een stijging met 4802 personen, ofwel 20.9 %. In geheel Nederland stonden eind december 2012 568.696 NWW ingeschreven bij het UWV werkbedrijf. Dit vergeleken met een jaar geleden is dit een stijging van 95.892 personen, ofwel 20.3 %. Het Friese werkloosheid % ligt dus iets hoger dan het landelijke %. Als gevolg van de recessie is het aantal geregistreerde werkzoekenden vanaf begin 2009 in de jaren daarop volgend gestegen. Het uitblijven van meer structureel herstel van de economie zorgt ervoor dat het percentage niet werkende werkzoekenden (NWW) in Friesland eind van dit jaar naar verwachting verder zal oplopen tot 8,5%. Landelijk komt het NWW dan op 6,8%. Het aantal niet werkende werkzoekenden in Friesland is het hoogst voor de beroepsgroepen productiemedewerkers, bouwvakkers, chauffeurs, hulpkrachten, horeca en verzorging, receptionisten en administratieve employees (Regionale arbeidsmarktschets Friesland 2012). 4.4

Afnemend aantal vacatures

Voor het vinden van werk is het aantal vacatures van groot belang. Voor 2013 wordt een voorzichtige groei van de omvang van de vacaturemarkt in de Friesland voorzien (+8,0%). Even sterk als landelijk. De meeste vacatures in Friesland zijn te vinden in de financiële en zakelijke diensten, gevolgd door horeca en detailhandel, zorg/welzijn en industrie (zie onderstaande grafiek). In Friesland zijn verhoudingsgewijs weinig vacatures in de collectieve sectoren openbaar bestuur en onderwijs. De vacature markt weerspiegelt hiermee de regionale werkgelegenheidsstructuur:

Bron: UWV


17

4.5

De arbeidsmarkt in Friesland is te typeren als zeer ruim

De afname van het aantal vacatures en de toename van het aantal werkzoekenden heeft tot gevolg dat de arbeidsmarkt in Friesland als zeer ruim kan worden aangeduid. Alleen voor de (para)medische en de informatica beroepen is de situatie iets gunstiger. Voor die beroepsgroepen is de arbeidsmarkt op dit moment ge-

Bron: UWV

middeld (niet krap/niet ruim): Duidelijk is dat door de moeilijke en onzekere economische omstandigheden momenteel de vraag naar nieuwe arbeidskrachten stagneert. Op middellange termijn ontstaan er wel uitstroommogelijkheden voor werkzoekenden. Dit is mede afhankelijk van het beroep waarvoor een werkzoekende staat ingeschreven. Een groot deel van de geregistreerde werkzoekenden in Friesland zoekt werk in conjunctuurgevoelige beroepen of is op zoek naar een baan waarvoor grote tot zeer grote knelpunten worden voorzien. Dit biedt op termijn kansen voor werkzoekenden. Het gaat dan vooral om verzorgend personeel en technische beroepen. 4.6

De vergrijzing schept op termijn kansen

De komende tien jaar verlaten in Friesland als gevolg van vergrijzing ruim 37.000 mensen de arbeidsmarkt. De komende jaren gaat de ‘babyboomgeneratie’ geleidelijk met pensioen. In de meest vergrijsde sector (onderwijs) gaat een kwart van de werknemers met pensioen. Vergrijzing kan in Friesland voor een aanzienlijke vervangingsvraag zorgen. De mate waarin deze vervangingsvraag leidt tot concrete vacatures, is echter onder meer afhankelijk van conjuncturele ontwikkelingen en overheidsbezuinigingen. De sector die het meest te maken krijgt met de gevolgen


van de vergrijzing is de zorg/welzijn. Niet alleen verlaten de komende jaren in Friesland bijna 9.000 55-65 jarigen deze sector, ook is er sprake van een toenemende zorgvraag als gevolg van de vergrijzing. Zie ook het rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2016’ van het Researchcentrum voor

Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Universiteit Maastricht. Daarbij komt dat volgens recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek de groei van de Nederlandse –en ook de Friese- bevolking op een laag pitje staat. De natuurlijke aanwas –geboorte minus sterfte- stond vorig jaar op het laagste peil sinds 1871. De Friese bevolking kromp t.o.v. 2011 met 462 (tot 642.817) personen. 4.7

Aantal stages en leerbanen onder druk

Als gevolg van de economische crisis is het aantal bedrijfsfaillissementen verdubbeld. De crisis leidt daardoor niet alleen tot groeiende jeugdwerkloosheid maar ook in een aantal sectoren tot een dreigend tekort aan stages en leerbanen in het mbo. De teruggang van aanbod stages en leerbanen is vooral zichtbaar in de sectoren bouw en infra, hout en meubel, schilderen en afbouw en transport en mobiliteit. De meeste kansen blijven liggen in o.a. de detailhandel (supermarkten en


warenhuizen), horeca en gezondheidstechniek. Hier is juist voldoende aanbod (SBB Barometer). Op basis van de prognoses van aanmeldingen is de verwachting dat het aantal leerbanen voor bbl-studenten met 8% daalt in vergelijking met een jaar geleden (SBB Barometer). En dat terwijl het jaar daarvoor er landelijk ook al een daling van 10.000 leerbanen was. Ook de beschikbaarheid van stages loopt terug. De bezetting van bol-stage-plaatsen per leerbedrijf is in vergelijking met een jaar geleden met 5% teruggelopen. Dat betekent ongeveer landelijk 15.000 minder stageplaatsen. Zonder leerbaan of stage kunnen mbo’ers hun opleiding niet afronden. In de nabije toekomst hebben bedrijven deze gekwalificeerde vakmensen hard nodig. Daarom start SBB samen met de kenniscentra het stage- en leerbanenoffensief 2012-2013. Onderwijs en bedrijfsleven komen gezamenlijk in actie om de knelpunten op de stage- en leerbanenmarkt op te lossen. Het doel is om de ruim 500.000 mbo’ers in het land voldoende stages en leerbanen te bieden, ondanks de crisis. Het aantal leerbedrijven groeit ondanks de crisis licht tot 226.000. Leerbedrijven zijn dus terughoudend in het aanbieden van stageplaatsen en leerbanen, maar laten zich nog niet uitschrijven als leer bedrijf. Bij deze leerbedrijven zijn ongeveer 300.000 praktijkopleiders actief om stagiaires te begeleiden (SBB Barometer). 4.8

Samenvattend

In de arbeidsmarktregio Friesland krimpt het aantal banen, ontstaan er steeds minder vacatures en stijgt het aantal geregistreerde werkzoekenden. De arbeidsmarkt in Friesland gaat naar verwachting (Regionale Arbeidsmarktschets 2012) pas vanaf 2014 herstellen. Door de krimp van de vacaturemarkt en de toename van het aantal werkzoekenden kan de arbeidsmarkt in de Friesland als zeer ruim worden aangeduid. Op termijn gaat vergrijzing wel mogelijkheden bieden voor werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Een gezamenlijke beleidsagenda in Friesland richting herstel van de arbeids- en scholingsmarkt vanaf 2013 is van groot belang. Ondanks de huidige zeer ruime arbeidsmarkt van Friesland zijn er nu en straks genoeg kansen op (duurzame) uitstroom naar werk voor zowel gekwalificeerde werkzoekenden als ook voor werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt.


5

SWOT analyse voor het KOF 4 project

Zwakten KOF 4:

Bedreigingen KOF 4:

• KOF nog weinig gemonitord (resultaten, verbeterpunten, financiën)

• Bezuinigingen op subsidies als gevolg van de recessie

• Uitbouw mogelijkheden KOF daardoor nog niet geoptimaliseerd

• Bezuiniging door partners op ondersteuning KOF projecten

• Bekendheid KOF in regio nog onvoldoende (PR en communicatie)

• Focus op oorspronkelijke doelgroepen van KOF gaat verloren

• Rol van KOF in gezamenlijke projecten kan duidelijker

• Partners neigen zich terug te trekken op hun core business

• Regionale taakafbakening KOF moet verhelderd (wat wel, wat niet)

• Bijna geen inzet meer van EVC en EVP trajecten binnen KOF

• Afstemming met andere L&W projecten kan beter (good practices)

• Minder mogelijkheden voor duale leerwerktrajecten (BBL,

•Sterkten InhoudelijkeKOF kennis4: en ervaring regionaal (nog) te weinig gedeeld • • • •

Taken KOF partners zijn projectgebonden (situatie afhankelijk) Sterk fundament KOF 1-3 gelegd voor samenwerking (consensus) Taakomschrijving KOF medewerkers ontbreekt (bv. LW adviseurs) Samenwerking 3 O’s is gerealiseerd en geformaliseerd • ……… • Initiatieven 3 O’s zijn met elkaar verbonden (geen ‘eiland’ aanpak) • Veel ervaring is opgedaan in gezamenlijke activiteiten/projecten • Leerwerkloketten werken sterk verbindend tussen alle stakeholders • Dienstverlening LWL praktijkgericht (advisering, info, scholing) • KOF signaleert en reageert (tijdig) op ontwikkelingen maatschappij • Efficiëntie m.b.t. capaciteit en faciliteiten (gezamenlijke aanpak) • Goede uitwisseling van informatie en informatiebronnen • Praktische afstemming (beroeps) onderwijs en arbeidsmarkt • Breed scala aan doelgroepen (werkzoekenden, leerlingen, werken-

Kansen KOF 4:en kwantitatief) stage, kwantitatief

•• …… Versterken aanpalende regionale netwerken en platforms •• ……. ‘Losse’ initiatieven Leren & Werken signaleren en koppelen • KOF wordt gevraagd door externe partijen voor samenwerking • Regie rol meer benutten in regio (bijv. Arbeidsmarktanalyse) • Rol en inbreng (beroeps)onderwijs stimuleren op arbeidsmarkt • Focus onderwijs(deelnemers) richten op uitstroom naar werk • Adviesfunctie KOF naar onderwijs versterken (loopbaan info) • Instrumenten ontwikkelen t.b.v. aansluiting onderwijs-arbeid • Arbeidsmarkt relevante beroeps- en studiekeuze stimuleren • Professionalisering adviesfunctie door beroepskeuzetesten • Inspelen op actuele ontwikkelingen (healthy ageing, SBB,e.d.) • Focus meer op werkgeverskant arbeidsmarkt richten (KvK, SER) • Servicepunt voor informatievragen Leren & Werken vormen • Meerdere subsidiemogelijkheden benutten (SNN, ESF, e.d.) • …….

den, werkgevers) • Goede knowhow van de doelgroepen (bijvoorbeeld ‘3 voor werk’) • Innovatieve benadering werkgevers (oplossingsgericht, informatief) • KOF groeit sterk naar regionale netwerkorganisatie • ……

Om in het kader van in het vorige hoofdstuk beschreven ontwikkelingen de strategische positie van KOF4 in ogenschouw te kunnen nemen, wordt in dit hoofdstuk gebruik gemaakt van een zogenoemde SWOT analyse. De externe omgeving wordt hiermee geanalyseerd door de kansen en bedreigingen in kaart te brengen. Daartegenover wordt de interne situatie van KOF4 geanalyseerd om de sterkten


en zwakten van de KOF4 te onderkennen (SWOT: Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats): 5.1

SWOT analyse

Op basis van de bovengenoemde sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen van KOF4 kan de volgende SWOT analyse worden gemaakt. Hierbij dienen de volgende vragen te worden beantwoord:

Kansen

Bedreigingen

(Opportunities)

(Threats)

Kunnen door de sterkten de

Kunnen door de sterkten de

(Strenghts)

kansen goed worden benut?

bedreigingen worden afgeweerd?

Zwakten

Verhinderen de zwakten het

Verhinderen de zwakten het

(Weaknesses)

benutten van de kansen?

afweren van de bedreigingen?

Sterkten

5.2

Uitwerking

Bovenstaande vragen en afwegingen worden successievelijk onderstaand uitgewerkt: Verhinderen de geconstateerde zwakten het goed benutten van de kansen? Nee, niet direct. De zwakten die zich thans aftekenen voor KOF4, behoeven de geboden kansen niet te (ver)hinderen aangezien het zwakten zijn die door de partners stuk voor stuk kunnen worden beïnvloed. Ze worden voor een deel bepaald door interne factoren (toekomstige samenwerking en bestuurskracht, partnerstructuur, afspraken tussen partners) en voor een deel door externe factoren (ontwikkeling economie, imago KOF, samenwerking met andere partijen en platforms, e.d.). Om te voorkomen dat deze zwakten een verhindering gaan vormen voor de kansen, dienen ze tijdig en gericht aangepakt te worden. Dat kan het beste in nauwe samenwerking tussen alle partners worden gedaan, en zo weinig mogelijk separaat. Sommige zwakten kunnen dan worden geneutraliseerd of zelf omgebogen in sterkten. Verhinderen de geconstateerde zwakten het afweren van de bedreigingen?


Nee. Als het gaat om het afweren van de geconstateerde bedreigingen, wegen de zwakten (geen van alle) op tegen de sterkten van KOF. Dit is vooral van belang bij bedreigingen die beïnvloed kunnen worden door de projectpartners (bijv. slechte interne samenwerking partners binnen KOF4, e.d.). Bij bedreigingen die niet of nauwelijks door de projectpartners kunnen worden beïnvloed, zoals de invloed van de recessie, is het waarschijnlijk dat de sterkten een grotere rol spelen dan de zwakten van KOF. Door goed te anticiperen op bedreigingen kunnen sterkten tijdig worden gemobiliseerd en zwakten afdoende geneutraliseerd. Per saldo biedt het gezamenlijk initiatief voldoende ruggengraat om de meeste bedreigingen te kunnen afweren.

Kunnen door de sterkten de bedreigingen worden afgeweerd? Ja, grotendeels. De meeste bedreigingen kunnen door het gericht inzetten van de sterke kanten van het gezamenlijk initiatief worden afgeweerd. Het gaat om terreinen die beïnvloed kunnen worden door de projectpartners (bezuiniging op ondersteuning door partners van KOF4 activiteiten, focus op oorspronkelijke doelgroepen, e.d.). Andere bedreigingen zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden, zoals de bezuinigingen op subsidies en in het algemeen de invloed van de economie (met als gevolg bijvoorbeeld minder mogelijkheden voor duale leerwerktrajecten bij bedrijven). Belangrijk is dat pro-actief wordt geanticipeerd op ontwikkelingen die bedreigend zijn of kunnen worden. Er zijn in het algemeen genoeg sterkten in het gezamenlijk initiatief die hier tegenover gesteld kunnen worden.

Kunnen door de sterkten de kansen goed worden benut?

Ja. Dit is goed mogelijk omdat de sterkten van KOF zich manifesteren (en dus kunnen worden aangewend) op alle gebieden waar zich kansen voordoen; versterking van aanpalende regionale netwerken en platforms (zoals het platform Economie en Arbeidsmarkt), regierol versterken bij initiatieven, rol en inbreng onderwijs stimuleren op de arbeidsmarkt, e.d. Voorts heeft KOF4 sterke kanten en voordelen voor alle doelgroepen. Alle doelgroepen worden er op evenwichtige wijze beter van.

5.3

Algemene gevolgtrekking uit de SWOT analyse

De KOF4 partners concluderen uit de bovenstaande analyse dat verduurzaming van het KOF initiatief voldoende perspectief biedt om de benoemde zwakten en bedreigingen het hoofd te kunnen bieden. Dit omdat de geconstateerde sterkten en


kansen duidelijk de boventoon voeren in de SWOT analyse - zowel kwalitatief als kwantitatief - inzake de vraag of verduurzaming van KOF zinvol is om de actuele ontwikkelingen daadkrachtig aan te pakken.


6

Visie en activiteitenplan KOF in komende periode

In dit hoofdstuk wordt uitwerking gegeven aan de visie en strategie van het project ‘Leren & Werken Friesland 2013 -2015’ (KOF 4) en worden de daaruit voortvloeiende activiteiten concreet benoemd. Bij de beschrijving worden de vragen beantwoord uit de notitie ‘Kader voor het Businessplan Leerwerkloket’ van het ministerie van SZW en de landelijke projectgroep LWL (d.d. januari 2013). 6.1

Visie van het KOF4

Het KOF4 project wil op de in de voorgaande hoofdstukken geschetste actualiteit inspelen door verbindingen te leggen om gezamenlijk te kijken welke partners aan elkaar gekoppeld kunnen worden om aan deze problematiek te werken. Het leggen van verbindingen maakt dat de partners niet solistisch optreden, maar juist van elkaars krachten en kennis gebruik kunnen maken. De arbeidsmarktregio Friesland zal vooral de aansluiting tussen onderwijs en haar economische activiteiten goed moeten blijven monitoren en stimuleren. Op die wijze kunnen samenwerkende partijen ten allen tijde snel en efficiënt insteken op veranderende omstandigheden bij bedrijven, beroepen en opleidingen. Daartoe is in samenwerking met het KOF een bestuurlijk en een coördinerend platform opgericht waarin zich een aantal belangrijke marktpartijen hebben verenigd. Zie hoofdstuk 8. 6.2

Strategie op hoofdlijnen voor de periode 2013 - 2015

Uitgangspunt is dat de huidige werkwijze wordt voortgezet en waar mogelijk geoptimaliseerd. Daarnaast blijven de volgende kwalitatieve doelstellingen van het KOF project onverminderd van kracht in de periode 2013 - 2015: 9

Het verstrekken van informatie en advies inclusief advies over de financiering van scholing en EVC aan werkgevers, werknemers en werkzoekenden;

9

het actief plaatsen op een geschikt scholings-, EVC, of CTC traject en volgen van werkzoekenden en werknemers met een scholingsvraag, bij voorkeur in combinatie met werk.

9

informeren en adviseren van werkgevers bij scholingsvraagstukken;

9

het actief meewerken met werkgevers om oplossingen voor scholings- c.q. personeelstekort vraagstukken vorm te geven;

9

het (pro)actief benaderen van werkgevers (uitgangspunt: werkgeversvraag);

9

het (pro)actief benaderen van werknemers en werkzoekenden met advies over de arbeidsmarktrelevantie van bepaalde scholingsrichtingen en de noodzaak tot permanente scholing;

9

het mede ondersteunen van adviseurs, werkcoaches en andere medewerkers van de werkpleinen;

9

stimuleren en initiëren van leren en werken op de regionale arbeidsmarkt;

9

rol en inbreng (beroeps)onderwijs stimuleren op arbeidsmarkt;

9

focus onderwijs(deelnemers) richten op uitstroom naar werk (passende opleiding met perspectief).


6.3

Kwantitatieve doelstellingen voor het KOF 4 project 2013 – 2015

Naast de bovengenoemde kwalitatieve doelstellingen heeft het KOF 4 project voor de periode 2013-2015 de volgende kwantitatieve doelstellingen:

Kwantitatieve doelstellingen 2013 - 2015:

Aantallen:

Werven van Leerbanen:

± 150

Verwijzingen op EVC:

± 90

Realiseren competentietests (ca. 80 per jaar)

± 240

Adviseren Jeugd bij mbo, hbo, UWV, gemeenten

± 300

Adviseren Ouderen (55+)

± 550

Adviseren werkzoekenden zonder startkwalificatie

± 300

Adviseren zijinstromers (bv. procesoperators, zorg)

± 300

6.4

De organisatie van het leerwerkloket per 1-1-2013

Begin 2013 zijn er nog twee fysieke leerwerkloketten in Friesland, namelijk in Leeuwarden en Sneek. De locatie Sneek sluit volgens plan per 1 juli 2013. Per locatie is 1 leerwerkadviseur actief. Na 1 juli 2013 worden beide leerwerkadviseurs vanuit de locatie Leeuwarden werkzaam. In het kader van de veranderingen binnen de UWV organisatie krijgen de LWL adviseurs de functie van I-coach. Het LWL Fryslân houdt ook zitting in de centrale Bibliotheek Leeuwarden, Bibliotheek Akkrum, Bibliotheek Grou en Bibliotheek Burgum (biebWERK(t). Verder houdt in de Bibliotheek Leeuwarden Centrum Jongerenadviesbureau FSUJongeren een gratis spreekuur op iedere eerste donderdag van de maand, van 15.00-17.00 uur. Tijdens deze spreekuren bieden zij jongeren steun en maken hen wegwijs in de wirwar van regels, rechten en plichten waarmee ze te maken kunnen krijgen. Ook wordt door FSU-Jongeren een gratis workshop ‘Handle with or without money’ in spelvorm aangeboden over het slimmer (leren) omgaan met geld. Als jongeren (en hun ouders) vragen hebben over (aanstaande) studiefinanciering dan organiseert DUO (voormalige IB-groep) inloopspreekuren. De hier geschetste situatie wordt zoals thans bekend in 2013-2015 gehandhaafd.


6.5

Beleidsmatige en operationele aansturing

De wijze waarop de beleidsmatige aansturing van het KOF 4 project in het algemeen plaats vindt en hoe op uitvoerend niveau de aansturing van de KOF 4 activiteiten geregeld is, wordt beschreven in een apart hoofdstuk van dit businessplan, te weten hoofdstuk 8. 6.6

Vormgeving E-dienstverlening

Er is al enige tijd een regionale website Leren en Werken Friesland, die doorlinkt naar de landelijke Leren en Werken website. De komende periode wordt deze website verder met content gevuld. Er is een onderdeel frequent asked questions (FAQ’s) in ontwikkeling, die binnen KOF 4 verder operationeel zal worden gemaakt. Tevens is aan de regionale website Leren en Werken Friesland een informatiesite (met de naam Webinair) gelinkt waar decanen en mentoren van onderwijsinstellingen de laatste informatie kunnen ophalen over de arbeidsmarkt. Ook Webinair zal verder worden ontwikkeld in de komende periode. Daarnaast staat op de website een zogenoemde Talentplanner 3.0 die is bedoeld als community platform waar studenten Personeel en Arbeid van hogeschool Stenden afgestudeerde hbo’ers begeleiden naar werk. Ook deze vorm van edienstverlening wordt verder ontwikkeld en geoperationaliseerd de komende tijd. 6.7

De huidige werkgeversdienstverlening in de regio

Momenteel wordt de doelgroep werkgevers benaderd via de gemeente en het UWV middels het werkgeversservicepunt (WSP) in Leeuwarden, waarin gemeenten en UWV samenwerken. Het KOF voert geen eigenstandige werkgeversbenadering. Het LWL is wel vertegenwoordigd in het werkgeversservicepuntoverleg door een LWL adviseur in het WSP, waardoor vraag en aanbod beter afgestemd worden. Er is in principe sprake van een vraag gestuurde werkgeversbenadering. In het maandelijkse overleg worden de bedrijfsbezoeken zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. Vanaf 2013 wordt het regionale platform Economie & Arbeidsmarkt sterker betrokken bij de werkgeversbenadering, in nauwe samenwerking met het KOF4 project. Uitgangspunt is een gecoördineerde werkgeversbenadering, waardoor de werkgever door de deelnemende partijen niet met dezelfde vraag wordt bezocht. 6.8

Afstemming en verbinding met andere loketten, servicepunten

De afstemming met het Werkgeversservicepunt zal de komende periode worden geoptimaliseerd (door intensiever overleg en informatie-uitwisseling over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt). Afstemming met de drie Friese mbo- en hbo instellingen zal via het LWL worden geregeld. Overleg met SBB richt zich op actualisering van de arbeidsmarktgegevens.


Voorts werkt het LWL Fryslân samen met het PING loket binnen het UWV, waar het gaat om budgetvoorlichting. Het LWL Fryslân vormt tevens een operationele schakel tussen UWV en gemeentelijke coaches. Ook met het FSU (zie par. 6.4) en de Federatie Steunuitkeringsgerechtigden, i.v.m. loopbaan- en scholingsvoorlichting. Verder zijn er contacten met de brancheverenigingen, O&O fondsen en de KvK en MKB Noord. Ook met diverse scholingsaanbieders op de bedrijfsscholingsmarkt. En er is verbinding en afstemming met de 3 Friese RMC ’s, gericht op terugdringing van voortijdige schoolverlating (VSV). Tevens is het LWL betrokken bij Overleg Maatregel 3 dat zich richt op het behoud van leerwerkplekken. 6.9

De beoogde LWL dienstverlening aan werknemers in 2013-2015

•

Informeren over aanbod van loopbaangerichte trainingen.

•

Voorlichten over kansrijke beroepssectoren op de arbeidsmarkt.

•

Aanbieden competentietests.

•

Wijzen op en doorverwijzen naar EVC mogelijkheden en CTC tests (bij UWV).

•

Loopbaanadviezen verstrekken.

•

Wijzen op subsidiemogelijkheden voor om-, en bijscholing.

•

Vacatures onder de aandacht brengen i.s.m. het werkgeversservicepunt.

6.10

De beoogde LWL dienstverlening aan bedrijven-werkgevers

•

Wijzen op publieke en private (OTO) subsidiemogelijkheden (scholing, e.d.) en fiscale aftrekposten.

•


•

Coördineren en beantwoorden van vragen uit landelijke en regionale werkgeversorganisaties ( bijv. Defensie, zorg).

6.11

De beoogde LWL dienstverlening aan werkzoekenden zonder baan

•

Voorlichten over kansrijke beroepssectoren op de arbeidsmarkt.

•


•

Hulp bieden bij het vinden van een baan of een leerbaan.

•

Informeren over het aanbod van loopbaangerichte trainingen.

•

Adviseren bij het zoeken naar de juiste opleiding.

•

Wijzen op en doorverwijzen naar EVC mogelijkheden en CTC tests (bij UWV).

6.12

Competentie Test Centrum Leerwerkloket Friesland

Het LeerWerkLoket Friesland zal in de periode 2013 - 2015 gebruik maken van competentietests als bemiddeling ondersteunend instrument en streeft daarmee de volgende doelen na:


•

Werkzoekenden beter inzicht bieden in hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt (en eerder een geschikte baan laten vinden).

•

Werkzoekenden beter inzicht geven in hun afstand tot de arbeidsmarkt (en deze effectief verkleinen om hen sneller een geschikte baan te laten vinden).

•

Werkgevers meer inzicht verschaffen in de competenties van hun sollicitanten (en hierdoor sneller een geschikte kandidaat laten vinden).

Klanten die worden doorverwezen naar het CTC doorlopen (op basis van vrijwilligheid) de volgende stappen:

1. De LWL adviseur voert een intakegesprek met de klant. In dit gesprek wordt de klantvraag helder geformuleerd en worden één of meer tests geselecteerd. Het CTC beschikt over testen voor de meest voorkomende klantvragen:

-

Wat zijn mijn kwaliteiten?

-

Wat motiveert mij?

Welke beroepen passen bij mij? Kan ik werken op een bepaald niveau (bijv. mbo niveau)?

2. De klant maakt de competentietests thuis of in het testcentrum.

3. De testresultaten worden in het UWV registratieprogramma SONAR vastgelegd.

4. Op grond van de testresultaten geeft de LWL adviseur in de nabespreking advies aan de klant over de te nemen stappen richting scholing en/of werk. 6.13

Het gehanteerde klantregistratiesysteem

De LWL adviseurs maken gebruik van een standaard formulier om hun gesprekken met klanten te registreren. Deze formulieren (zie bijlage 2) worden digitaal ingevuld en opgeslagen in een database van het LWL. Monitoring van deze klantgegevens vindt iedere 2 maanden plaats (wat heeft ieder gesprek concreet opgeleverd?). Het UWV houdt alle communicatie met klanten bij middels het zogeheten SONAR programma. Hier worden onder andere ook de opleidingen en cursussen geregistreerd die klanten volgen. Ook de uitslagen van competentietests worden in SONAR geregistreerd. Voor adviseurs en coaches is zo zichtbaar of een klant ook daadwerkelijk gestart is met een opleiding of ander traject. 6.14

Kwaliteitsbewaking van de dienstverlening

•

Via het bestaande klantenregistratiesysteem (zie hiervoor)

•

Regelmatige monitoring van de werkprocessen en de onderlinge samenwerking tussen de projectpartners (2x per jaar); (zie ook par. 11.1).


•

Feedback verkrijgen van de klant (na 2 maanden telefonisch contact met de klant over effecten van de gegeven adviezen en verwachtingen).

•

Maandelijks afstemmingsoverleg door een LWL adviseur met het werkgeversservicepuntoverleg van de te bezoeken bedrijven, waarbij de bedrijfsbezoeken zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd en ook feedback wordt gegeven. Hierdoor is monitoring en evaluatie gewaarborgd.

•

Door UWV uitgevoerde budgetbewaking (2x per jaar).

•

Via regelmatige (terug) rapportages van de projectleider aan de stuurgroep.

•

Training van LWL adviseurs en projectleider (o.a. middels studiedagen van UWV en projectleidersbijeenkomsten Landelijke Leren en Werken, bezoek congressen en events, e.d.)

6.15

Het geraamde tijdsbeslag van het leerwerkloket

Onderstaande tabel geeft een raming van het tijdsbeslag dat procentueel met de verschillende LWL activiteiten zal zijn gemoeid:

Geschat tijdsbeslag leerwerkloket in 2013 - 2015:

Procentueel:

Geven van informatie en advies aan bezoekers:

± 25%

Begeleiding en monitoring bij EVC en scholing:

±

5%

Bezoeken bedrijven op verzoek of eigen initiatief:

±

1%

Werving van leerbanen:

±

2%

Competentietests:

± 25%

EVC:

± 10%

Organiseren van scholingsarrangementen:

± 10%

Voorlichtingsbijeenkomsten:

± 10%

Ontwikkelen e-dienstverlening en regionale site:

±

5%

Andere activiteiten: het volgen van trainingen, overleg m.b.t. WSP, RMC, Maatregel 3, SBB, 55+ overleg, deelname aan ontwikkelgroepen zoals Talentplanner 3.0, deelname landelijke expertgroep VSV en Wayong, e.d.

±

7%

Totale tijdsbesteding:

100 %


6.16

Samenvatting van de deelactiviteiten KOF4

Samenvattend worden de volgende deelactiviteiten ontwikkeld en uitgevoerd: −

In beeld brengen regionaal scholingsaanbod.

−

Door-ontwikkelen van de werkprocessen LWL (i.s.m. biebWERK(t), FSU, DUO, e.a.).

−

Inzetten van EVC en competentie tests CTC (i.s.m. UWV Werkplein).

−

LWL effectief aansluiten op de regionale werkgeversdienstverlening.

−

E-dienstverlening LWL door-ontwikkelen, afstemming op landelijke LWL site.

−

Ontwikkelen scholing voor werkzoekenden zonder startkwalificatie.

−

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Techniek ( i.s.m. Technet, ROC 's, e.a.).

−

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Zorg (i.s.m. Ventura Plus, Calibris, UWV).

−

Taal op de werkvloer (verkleinen afstand tot arbeidsmarkt, i.s.m. St Lezen en het CINOP).

−

Creëren leerbanen Leeuwarden Culturele hoofdstad (i.s.m. Ecabo, gemeente Leeuwarden, diverse mbo en hbo scholen).

−

HBO Talentplanner 3.0 (leerwerkbedrijf voor begeleiding HBO-ers naar werk).

−

Alumni beleid voor MBO-ers (begeleiding naar passend werk).

−

Arrangeren (om)scholing en leerbanen voor (200) nieuwe procesoperators

−

Opzetten Ondernemers denktank (i.s.m. Syntens/Ondernemersplein Fryslân).

−

Aansluiten Friese LWL op samenwerkingsverbanden van 35 arbeidsregio's.

−

Opzetten scholingsarrangement Jongeren & Ondernemerschap (i.s.m. KvK).

−

Opzetten Friese Arbeidsmarktanalyse (i.s.m. SBB, Provincie, UWV, KvK, e.d.)

−

Monitoring LWL en andere deelactiviteiten KOF 4 (i.s.m. het Kennis Centrum Sociale Innovatie van Stenden; effectmeting).

−

Evaluatie en evt. bijstelling van KOF 4 (nazorg en verduurzaming).

Naast de hiervoor genoemde activiteiten wordt binnen het KOF 4 project ook sterk ingezet op PR-, communicatie- en voorlichtingsactiviteiten. Die worden in het volgende hoofdstuk specifiek beschreven. Voor een gedetailleerd overzicht van ‘wie van de projectpartners wat doet’ bij deze projectactiviteiten, wordt verwezen naar het schema op bladzijde 41 (ureninzet voor deze projectactiviteiten per projectpartner). Op welk moment deze activiteiten worden opgepakt en binnen welke termijn ze worden uitgevoerd, is te zien in de planningsschema`s die op pagina 38 en 39 te vinden zijn.


7

PR, communicatie en marktbenadering In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop informatie over het regionale project Leren & Werken Friesland en haar activiteiten en resultaten wordt gedeeld en verspreid. Er zal in het projectproces veel aandacht worden besteed aan de communicatie met de doelgroepen en de ‘achterban’. Dit zijn zowel de direct betrokken ‘gebruikers’ van de leerwerkloket(ten), de EVC en CTC voorzieningen, leerbanen e.d., als de minder direct betrokken belanghebbenden en geïnteresseerden. Een (onvolledig) overzicht van het ‘veld’ met direct en indirect belanghebbenden bij het project biedt het onderstaande schema:

Scholings- & Arbeidsmarkt

Onderwijs

Leren & Werken

Ondernemers

- Afgestudeerden

- Werkenden

- Leerlingen/studenten - Alumni

- Werkgevers - Stagiairs, e.d.

- ROC Friese Poort - Friesland College - Nordwin College - NHL - Stenden Hogeschool - Kenteq - ECABO - Calibris - SH&M - Innovam (en andere praktijkopleiders)

- Vmbo-scholen - VO-scholen - Kennisintermediairs

Overheid e.a. - Werkzoekenden - Werklozen - Herintreders, e.d. - Provincie Friesland - Gemeente Leeuwarden - Ver. Friese Gemeenten - UWV - Ministerie SZW & OCW - Projectdirectie L&W - RMC ‘s - GGZ - Cliëntenraden - SNN, EU, e.d.

- MKB-Noord - KvK/Ondernemingsplein Fan Fryslân - Individuele bedrijven - Brancheorganisaties - OOM - Empatec - Caparis, - NOM - Syntens - Vakbonden - Re-integratie bedrijv. - Verzekeraars - Arbeidsintermediairs

Verspreiding van informatie over het samenwerkingsverband en de bereikte projectresultaten is van belang voor zowel de primaire doelgroepen (werkenden, werklozen, leerlingen/studenten) als de stakeholders (de 3 O’s, het Onderwijs, de Ondernemers en de Overheid) en alle andere betrokkenen bij Leren en Werken. Ontwikkelingen op het terrein van bijvoorbeeld innovatieve scholingstrajecten zijn cruciaal in deze tijd van recessie en spanningen op de arbeidsmarkt. Vanuit dat oogpunt zullen de leereffecten die dit project met zich mee brengt, breed gecommuniceerd dienen te worden. Hieronder valt ook informatie over ervaringen en over de ondersteuning die vanuit de projectpartners kan worden geboden aan andere instellingen die de projectresultaten willen gaan gebruiken. Tevens zal worden zorg


gedragen voor een goede afstemming met aanpalende projecten en initiatieven (zie hoofdstuk 3). 7.1

Publiciteit over leerwerkloket, EVC, CTC en leerbanen

Om het netwerk te informeren over de opzet en resultaten van het project zullen er lopende het project jaarlijks één of meer netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd. De belangrijkste doelgroep van deze bijeenkomsten zijn de ‘accountmanagers’ van de verschillende projectpartners, die regelmatig contacten onderhouden met het bedrijfsleven, brancheorganisaties en andere relevante partijen. Het doel is de boodschap van het project uit te dragen en over te brengen op de mensen die in het veld actief zijn. Ook vanuit medewerkers van de op te zetten leerwerkloketten zelf zullen er structureel publicitaire acties worden uitgezet en georganiseerd om de leerwerkloket activiteiten onder de aandacht van de doelgroepen te brengen. Met name het virtuele leerwerkloket zal hier via de ‘digitale snelweg’ een waardevolle bijdrage in kunnen leveren. Informatieverspreiding over het project en de projectresultaten zal verder plaatsvinden via de volgende kanalen: •

De bestaande communicatiekanalen van de projectpartners, zoals hun websites en nieuwsbulletins. Hierin zal regelmatig nieuws bekend worden gemaakt over het project en de bereikte resultaten. Ook op de landelijke website Leren en Werken zal regelmatig informatie te vinden zijn over dit project.

•

De projectleiding (zie par. 8.3) geeft met een zekere regelmaat een eigen digitaal nieuwsbulletin uit. Hiermee kan een aantal malen (ca. 4 keer per jaar) in de projectperiode een ‘tussenverslag’ worden gegeven over de stand van zaken van het project.

•

Informatie- en kennisverspreiding vindt tijdens het project ook plaats via bijscholing en training van leerwerkadviseurs, I-coaches, docenten en praktijkbegeleiders in het gebruik van EVC-instrumenten, CTC competentietests, e.d.

•

Vanuit het project zullen één of meerdere presentaties en workshops (bijvoorbeeld de Dag van de Zorg op 14 maart 2013) over scholingsarrangementen, de leerwerkloket aanpak, het Werkgeversservicepunt, de EVC procedure en duale trajecten worden georganiseerd voor het management en werknemers van werkgevers in Fryslân.

•

Tevens zal het project en haar resultaten voor het voetlicht worden geplaatst tijdens (regionale) congresdagen, die door opleiders, werkgevers en werknemers veelvuldig worden bezocht.

7.2

Marktbenadering

Ten behoeve van de regionale arbeidsmarktbenadering (bijv. voor het verkrijgen en organiseren van EVC trajecten en nieuwe duale trajecten) zal door de betrok-


ken projectpartners worden geïnvesteerd in relatieversterking met de markt, PR en marketing. Dit houdt in: • Acquisitie richting werkgevers met betrekking tot bij-, om- en opscholing van werknemers, alsmede de beschikbaarstelling van leerwerkplekken. • Acquisitie richting werknemers en werkzoekenden. • Open dagen (mbo en hbo; speed dates). • Publiciteitsacties. • Beursbezoek (-deelname). • Organiseren van specifiek op leren en werken gerichte themabijeenkomsten. Het aanboren van nieuwe relaties met branche- en werkgeversorganisaties en het versterken van bestaande netwerken is in dit verband cruciaal. Met de branches die al hebben aangegeven in leren en werkentrajecten te willen deelnemen, zal in de projectperiode nadere afstemming plaatsvinden. Richting branches die nog weinig investeren in leren en werken zal er extra inspanning nodig zijn. De leerwerkadviseurs en andere ‘accountmanagers’ van de betrokken projectpartijen zullen met name via individuele contacten acquireren en daarnaast vanuit deelname aan bijeenkomsten en beurzen voor onderwijs en bedrijfsleven. 7.3

Samenvatting PR-, communicatie- en voorlichtingsactiviteiten

Samenvattend kunnen de volgende communicatieactiviteiten worden benoemd: • Informatie en advies geven aan bezoekers LWL(en) (individuele bezoekers) • Werven, informeren en verwijzen deelnemers EVC en CTC • Wijzen op publieke en private (OTO) subsidiemogelijkheden voor scholing, e.d. • Vacatures onder aandacht brengen i.s.m. het werkgeversservicepunt. • Organiseren van bijeenkomsten voor doelgroepen (bijv. Open dagen LWL). • Houden van netwerkbijeenkomsten t.b.v. accountmanagers van projectpartners (bijv. Dag van de Zorg op 14 maart 2013). • Vormgeving en productie informatiematerialen t.b.v. doelgroepen • Beursbezoek en presentatie samenwerkingsverband KOF t.b.v. doelgroepen. • Tekstschrijven persberichten, (thema)brochures, nieuwsbrief KOF, e.d. • Leggen/onderhouden van perscontacten. • Uitvoeren free publicity acties (mond tot mond reclame door medewerkers van projectpartners, en anticiperen op nieuwsberichten en redactionele kolommen in regionale kranten en op internet). Doel is het stelselmatig bevorderen van bekendheid van de leren en werken activiteiten bij de doelgroepen in de regio.


Voor een gedetailleerd overzicht van ‘wie van de projectpartners wat doet’ bij deze projectactiviteiten, wordt verwezen naar bladzijde 41 (begroting projectactiviteiten per projectpartner). Zie ook het planningsschema op pagina 39 en bijlage 3.


8

De projectorganisatie

In dit hoofdstuk beschrijven we de wijze waarop het project wordt georganiseerd. Hierbij worden vragen beantwoord als: • •

Op welke wijze vindt de strategische/beleidsmatige aansturing plaats? Wie zijn er allemaal betrokken bij het project?

• Hoe is de aansluiting op het bestuurlijk overleg in de arbeidsmarktregio. • Wie nemen deel in dit bestuurlijk overleg (naam, functie en organisatie). •

Hoe sluit de bestuurlijke aansturing aan op het operationele loket.

• Hoe is op uitvoerend niveau de aansturing geregeld? • Hoe verhoudt deze projectorganisatie zich tot de bestaande organisaties van de projectpartners en de omgeving? Kortom: Wie doet wat; hoe liggen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden en hoe vindt besluitvorming plaats? Dit wordt in het navolgende van dit hoofdstuk onder meer verduidelijkt door middel van een organogram. 8.1

Uitgangspunten voor de vormgeving van de projectorganisatie

Het project zal zodanig worden georganiseerd dat de belangen van de verschillende betrokkenen zo goed mogelijk tot hun recht komen. Het betreft belangen zowel op strategische niveau (beleidsbepalers) als op uitvoerend niveau. Om de strategische kant van het project te dienen, moet ‘sturing van bovenaf’ door managementvertegenwoordigers van de projectpartners plaatsvinden. De operationele kant wordt vooral bediend door de inbreng van projectmanagement projectmedewerkers en klanten om bijvoorbeeld de leerwerkloketten zo goed mogelijk te organiseren (‘participatie van onderaf’). Vanuit dat oogpunt zal in de projectorganisatie een evenwichtige verhouding worden aangebracht van de elementen ‘sturing van bovenaf’ en sturing participatie ‘participatie van onderaf’: 1. Sturing van bovenaf; vanuit de strategische belangen kaders aangeven waarbinnen gewerkt moet worden. Tussentijds doorhakken van knopen (top-down).

Evenwicht

2. Participatie van de operationeel betrokkenen bij de daadwerkelijke ontwikkeling en implementatie van de projectactiviteiten (bottom-up). Het betreft loketmedewerkers, LWL adviseurs, docenten, teamverantwoordelijken, opleidingscoördinatoren, praktijkopleiders uit bedrijven, leerstofontwikkelaars, en anderen. 8.2

Strategische/beleidsmatige sturing

In 2011 is door de bestuurlijke vertegenwoordigers van zowel onderwijs, werkgevers, werknemers als overheden aangegeven dat het moment was aangebroken


om zoveel mogelijk synergie te creëren tussen verschillende initiatieven, zoals het KOF, de O3 samenwerkingsverbanden en de regionale werkgeversdienstverlening Fryslân. Dat heeft geleid tot de oprichting van een bestuurlijk platform en een coordinerend platform. Nieuw is dat Friese gemeenten gezamenlijk en in samenwerking met onderwijsveld, bedrijfsleven en provincie, willen inspelen op de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt. Doelstelling van het bestuurlijk platform Economie – Arbeidsmarkt Het activeren en motiveren van projecten op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en economie. Het wegnemen van hindernissen en zorg te dragen voor een goed samenwerkend apparaat met concrete doelstellingen. Zij komen 4x per jaar bijeen. Het bestuurlijk platform is voor de eerste maal bijeen gekomen op 21 juni 2012, onder voorzitterschap van Andries Ekhart, wethouder Sociale Zaken van de gemeente Leeuwarden. Zie voor de samenstelling van dit bestuurlijk platform het organogram op de volgende pagina. Doelstelling van het coördinerend platform Economie – Arbeidsmarkt In dit overleg is het KOF platform opgenomen en getransformeerd naar een breder platform dat als doel heeft diverse initiatieven op het terrein van arbeidsmarkt en economische ontwikkeling te coördineren/monitoren. Dit coördinerend platform is voor de eerste maal op 13 juni 2012 bijeengekomen en komt 4x per jaar bijeen, onder voorzitterschap van de directeur van ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen, Paul Molenaar. Paul Molenaar is tevens de verbindingspersoon tussen het bestuurlijk en coördinerend platform. Zie voor de samenstelling van het coördinerend platform het organogram op de volgende pagina. 8.3

Aansturing op uitvoerend niveau

Op uitvoerend niveau wordt de aansturing van het project Leren & Werken Friesland 2013 - 2015 (KOF 4) geregeld via een projectleider. Zoals in paragraaf 1.3 al aangegeven, is projectleider Ria Akkersdijk gedetacheerd in het KOF 4 project vanuit projectpartner ROC Friesland College (voor 0,8 fte). Zij was voordien o.a. landelijk projectleider vanuit MBO diensten voor het project ‘MBO-HBO Arbeidsmarktaansluiting’ (dat onder LOB, Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding valt). Taken: leidinggeven aan het totale project (projectcoördinatie en -beheersing). Verder het regisseren en faciliteren van de werkzaamheden van zowel het bestuurlijke als coördinerend platform. En het aansturen van alle deelactiviteiten (zie hoofdstuk 6 en 7). Daarnaast worden door de projectleider ook uitvoerende werkzaamheden verricht, zoals het organiseren en voeren van overleg met arbeidsmarktorganisaties en het voorbereiden en uitwerken van uitvoeringsplannen, vergaderagenda’s e.d. Voor de ontwikkeling en implementatie van deelactiviteiten binnen het KOF 4 project worden medewerkers ingezet uit de organisaties van de bij deze activiteiten betrokken projectpartners. Voor deze deelactiviteiten worden coördinatoren aangesteld, die rapporteren aan de projectleider. De projectleider en de coördinatoren kunnen bij specialistische taken en problemen een beroep doen op inhoudelijk deskundigen. Dit zijn externe deskundigen of specialisten op operationeel niveau uit de organisaties van betrokken projectpartners.


8.4

Organogram

Uit het vorenstaande komt het volgende organogram naar voren van de projectorganisatie en de personele invulling daarvan:

Bestuurlijk niveau

Bestuurlijk platform Economie & Arbeidsmarkt (sturing op strategische aspecten)

• • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Paul Molenaar, vz. dir. Friese Poort Bedrijfsopleidingen Selma Altena, projectleider reg. werkgeversbenadering Magriet Bouma, O3 samenwerkingsverbanden Meine van Dam, provincie Fryslân Hans Peters, werkgeversservicepunt UWV Jannie Lania, NHL Hogeschool Hans Haring, Kenteq CoördinerendPaul Hesseling, Kenteq platform Tamara Sloothaak, SBB Economie & Klaus Boonstra, Venturaplus Arbeidsmarkt Paula Karsten, Stenden Hogeschool Pieter vd Werf, Nordwin College (AOC) KOF platform Karin Brookhuis, Empatec werkvoorziening Wilco de Vreeze, Caparis werkvoorziening Rommy van Lingen, ROC Friesland College Michiel Jansen, Techniek Talent/Technet Renate Westdijk, projectl. Regionale arbeidsmarktben. Ria Akkersdijk, projectleider KOF 4, rapporteert Op uitnodiging: in- en externe deskundigen

Uitvoerend niveau

Projectleiding KOF 4 (management en ondersteuning)

• • • • • • • • • • • • •

Andries Ekhart, vz. namens Ver. Friese Gemeenten Sander Rispens, bestuursadvis. weth. SZ L’warden Hans Konst, gedeputeerde provincie Fryslân Jitze Bok, regiomanager UWV Ron van Gent, directeur MKB Noord Paul Molenaar, dir. ROC Friese Poort Bedrijfsopleidingen. Verbinding met Coördinerend overleg Diane Keizer, vz. CvB NHL Hogeschool Liesbeth Vos, vz. CvB ROC Friesland College Philippe Hondelink, vert. Technische sector/Technet Bram Bonnema, wethouder EZ, namens VFG Houkje Rijpstra, wethouder W&I, namens VFG Harm Roeten, namens het FNV en CNV Ria Akkersdijk, projectleider KOF 4, rapporteert

Min. SZW UWV L&W

Contacten met subsidiegevers Voortgangsrapportages en financiële verantwoording

• Ria Akkersdijk, algemeen projectleider KOF 4 • Coördinatoren deelactiviteiten KOF 4 • Op afroep in- en externe deskundigen (PR, e.d.)

uitvoering van deelactiviteiten Deelactviteit A1

Deelactiviteit A2

Deelactiviteit A3

Deelactiviteit A4

Deelactiviteit A5

Deelactiviteit A6

Deelactiviteit A7

Deelactiviteit A enz.

Werkveld en organisaties van projectpartners



9

Tijdsplanning voor de projectactiviteiten

In dit hoofdstuk beschrijven we de wijze waarop het beheersingsaspect ‘tijd’ wordt ingevuld voor dit project. De verschillende projectactiviteiten die in de voorgaande hoofdstukken 6 en 7 zijn benoemd, worden in dit hoofdstuk ‘in de tijd’ uitgezet en weergegeven in een (stroken)planning. Hierbij worden vragen beantwoord als: •

Hoe is de tijdsplanning in het eerste jaar, 2013? Gedetailleerd voor alle projectactiviteiten. Zie de donkergroene balk in onderstaand schema.

•

En hoe is globaal de tijdsplanning van het project over de totale doorlooptijd van 2013 - 2015? De okergele balk in het schema: Einde project periode 31 december 2015

9.1 De 2013 jaarplanning voor 2013 Subsidie LWL 2014 Subsidie LWL

Tijdplanning jaar 2013

Businessplan 2013 - 2015

Planning jaar 2014

Jaarplan 2014

Subsidie LWL 2015

Planning jaar 2014

Jaarplan 2015

Overall planning voor de periode 2013 tot en met 2015

Op de volgende pagina worden in de vorm van een strokenschema de projectactiviteiten van het project KOF 4 gepresenteerd zoals die zijn gepland in het jaar 2013. 9.2

De overall planning voor de projectperiode 2013 - 2015

Op de daaropvolgende pagina is de overall jaarplanning voor de komende drie jaar weergegeven. Ook als strokenschema.


Planning van het project 'Leren & Werken Friesland' (KOF 4), voor het jaar 2013 Projectactiviteiten

Tijdpad:

2013 jan

feb

mrt

apr

mei

jun

jul

aug

sept

okt

nov

dec

A Deelactiviteiten; ontwikkeling en uitvoering 1

In beeld brengen regionaal scholingsaanbod

2

Doorontwikkelen werkprocessen leerwerkloket(ten) (i.s.m. biebWEKRK(t), FSU, DUO, e.d.)

3

Inzetten van EVC en competentie tests (i.s.m. UWV Werkplein)

4

Verzorgen effectieve aansluiting LWL op regionale werkgeversdienstverlening

5

E-dienstverlening LWL verder ontwikkelen, afstemmen Friese website op landelijke site L&W

6

Ontwikkelen scholingsarrangementen voor werkzoekenden zonder startkwalificatie

7

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Techniek ( i.s.m. Technet, ROC's, e.a.)

8

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Zorg (i.s.m. Ventura plus , Calibris, UWV)

9

Taal op de werkvloer (verkleinen afstand tot de arbeidsmarkt, i.s.m. St Lezen en CINOP)

10

Creëren leerbanen Leeuwarden Culturele hoofdstad (i.s.m. Ecabo, gemeente, scholen, e.d.)

11

HBO Talentplanner 3.0 (leerwerkbedrijf voor begeleiding HBO-ers naar passend werk)

12

Allumni beleid voor MBO-ers (begeleiding naar passend werk)

13

Arrangeren (om)scholing en leerbanen (200) nieuwe procesoperators (Heerenveen)

14

Opzetten Ondernemers denktank (i.s.m. Syntens/Ondernemersplein Fryslân)

15

Aansluiting LWL Friesland op samenwerkingsverbanden van de 35 arbeidsregio's

16

Ontwikkelen scholingsarrangementen Jongeren en Ondernemerschap (i.s.m. KvK)

17

Opzetten Friese Arbeidsmarktanalyse (i.s.m. SBB, Provincie, UWV, MKB, KvK, e.d.)

18

Monitoring LWL en deelprojecten KOF 4 (i.s.m. Kennis Centrum Sociale Innovatie (effectmeting)

19

Evaluatie en eventuele bijstelling van de leerwerkloket structuur (nazorg en verduurzaming)

B

PR-, communicatie- en voorlichtingsactiviteiten

1

Het geven van informatie en advies aan bezoekers Leerwerkloket(ten)

2

Promotioneel verspreiden informatie over EVC trajecten t.b.v. bewustmaking doelgroepen

3

Maken voorlichtingsmateriaal om leren en werken trajecten te promoten bij de doelgoepen

4

Werven, informeren en verwijzen deelnemers EVC en CTC

5

Organisatie Zorg evenement (i.s.m. Ventura Plus, ROC's, Stenden, NHL, provincie, Calibris, e.a.)

6

Voorlichtingsbijeenkomst 50 onderneemsters (i.s.m. Syntens/Ondernemersplein)

7

Overige (nog te plannen) voorlichtingsbijeenkomsten en events vanuit KOF 4

8

Geven (en volgen) van trainingen door KOF/LWL medewerkers

C 1

Algemeen: Projectorganisatie en verduurzaming Bestuurlijk en Coördinerend overleg KOF4 (beide ca. 4 keer per jaar)

x

2

Overleg werkgroepen KOF 4 (projectoverleg met projectmedewerkers)

o

o o

o o

3

Begeleiding en facilitering stuurgroep en werkgroepen (projectbureau KOF 4, secretarieel, financieel)

o

o o

o o

4

Tussen- en eindrapportages opstellen t.b.v. subsidiegever en projectpartners

5

Jaarplan KOF 2014 opstellen


x o o

o o

o o

x o

[]

x

o

o o

o o

o o

o o

o

o o

o o

o o

o o

[]

41

[]

Planning van het project 'Leren & Werken Friesland' (KOF 4), voor de periode 2013 - 2015 Projectactiviteiten:

Tijdpad:

2013 jan

feb

mrt

o

o o

o o

oo

o o

o o

apr

mei

jun

o o

o o

o

jul

2014 aug sept okt

nov dec

jan

feb

mrt

o o

o o

o o

o o

o o

o o

jul

2015

apr

mei

jun

aug sept okt

nov dec

o o

o o

o o

o

o

o

o o

o o

o o

o o

o o

o o

o

o

o

o o

o o

o o

jan

feb

mrt

apr

mei

jun

o o

o o

o o

o o

o o

o o

jul

aug sept okt

nov dec

o o

o o

o o

o

o

o

o

o o

o o

o o

o o

o o

o

o

o

o

o o

o o

A Deelactiviteiten; ontwikkeling en uitvoering 1


2

Doorontwikkelen werkprocessen leerwerkloket(ten) (i.s.m. biebWEKRK(t), FSU, DUO, e.d.)

3

Inzetten van EVC en competentie tests (i.s.m. UWV Werkplein)

4

Verzorgen effectieve aansluiting LWL op regionale werkgeversdienstverlening

5

E-dienstverlening LWL verder ontwikkelen, afstemmen Friese website op landelijke site L&W

6

Ontwikkelen scholingsarrangementen voor werkzoekenden zonder startkwalificatie

7

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Techniek ( i.s.m. Technet, ROC's, e.a.)

8

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Zorg (i.s.m. Ventura plus , Calibris, UWV)

9

Taal op de werkvloer (verkleinen afstand tot de arbeidsmarkt, i.s.m. St Lezen en CINOP)

10

Creëren leerbanen Leeuwarden Culturele hoofdstad (i.s.m. Ecabo, gemeente, scholen, e.d.)

11


12


13

Arrangeren (om)scholing en leerbanen (200) nieuwe procesoperators (Heerenveen)

14


15

Aansluiting LWL Friesland op samenwerkingsverbanden van de 35 arbeidsregio's

16

Ontwikkelen scholingsarrangementen Jongeren en Ondernemerschap (i.s.m. KvK)

17


18

Monitoring LWL en deelprojecten KOF 4 (i.s.m. Kennis Centrum Sociale Innovatie (effectmeting)

19

Evaluatie en eventuele bijstelling van de leerwerkloket structuur (nazorg en verduurzaming)

B


1

Het geven van informatie en advies aan bezoekers Leerwerkloket(ten)

2

Promotioneel verspreiden informatie over EVC trajecten t.b.v. bewustmaking doelgroepen

3

Maken voorlichtingsmateriaal om leren en werken trajecten te promoten bij de doelgoepen

4


5

Organisatie Zorg evenement (i.s.m. Ventura Plus, ROC's, Stenden, NHL, provincie, Calibris, e.a.)

6


7


8


C

Algemeen: Projectorganisatie en verduurzaming

1

Bestuurlijk en Coördinerend overleg KOF4 (beide ca. 4 keer per jaar)

2


3

Begeleiding en facilitering stuurgroep en werkgroepen (projectbureau KOF 4, secretarieel, financieel)

4

Tussen- en eindrapportages opstellen t.b.v. subsidiegever en projectpartners

5

Jaarplannen KOF 2014 en 2015 opstellen

x

x

x o

o

o o

o o

o

o

o o

o o

[]

x

[]

x

x

[]

x

x

[]

[]

schoolvakantie


x

o

x

x

[]

o

[]

[]

schoolvakantie

x o

42 schoolvakantie


10

Projectbegroting en cofinanciering

In dit hoofdstuk wordt de projectbegroting gepresenteerd, alsmede de cofinanciering door de projectpartners, na aftrek van de gevraagde rijkssubsidie. Om te beginnen wordt een toelichting gegeven op de begrotingsopzet. Vervolgens worden de begrote kosten per projectactiviteit en per projectpartner gepresenteerd. Tenslotte volgt een totaaloverzicht van de projectkosten en cofinanciering. De begroting heeft betrekking op de activiteiten in het jaar 2013. Voor de jaren 2014 en 2015 zal een aparte begroting worden opgesteld in het kader van de betreffende jaarplannen. 10.1

Projectbegroting op basis van gedetailleerde projectactiviteiten

De projectbegroting 2013 die is weergegeven op de volgende bladzijde, is tot stand gekomen op basis van de gedetailleerde projectactiviteiten die in de voorgaande hoofdstukken zijn benoemd. De activiteiten zijn voor de overzichtelijkheid in drie hoofdgroepen ingedeeld: A.

Deelactiviteiten; ontwikkeling en uitvoering,

B.

PR-, communicatie- en voorlichtingsactiviteiten, en

C.

Algemeen; projectorganisatie en verduurzaming.

Per activiteit binnen deze groepen is een inschatting gemaakt van het aantal uren dat aan die activiteit door de daarbij betrokken projectpartners in 2013 besteed wordt. Op grond daarvan was het mogelijk voor iedere projectactiviteit de kosten te begroten voor de personele inzet (uren x uurtarief) van medewerkers van alle projectpartners. Zie de volgende bladzijde voor het op deze wijze opgezette en ingevulde projectbegrotingsschema. Er is uitgegaan van een gemiddeld uurtarief voor een projectmedewerker, docent e.d. van € 45,-. Dit zijn directe werkgeverslasten, inclusief indirecte kosten (overhead). Dit tarief is ook aangehouden voor de beide (via projectpartner UWV) in te zetten leerwerkadviseurs. Voor de algemeen projectleider is een uurtarief gehanteerd van € 65. Daarnaast zijn per projectactiviteit de externe (out of pocket) kosten begroot, te weten de materiële kosten (bijv. drukwerk brochures, eventkosten, e.d.) en overige externe kosten (zoals websiteadvies, ontwerpadvies, informatie- en communicatiematerialen, ICT, e.d.). Bovenstaande kosten zijn inclusief niet-verrekenbare BTW, omdat project penvoerder UWV niet BTW-plichtig is en om die reden de omzetbelasting over BTW belaste projectkosten niet kan verrekenen. 10.2

Het gedetailleerde begrotingsschema

Op de volgende pagina is de gedetailleerde projectbegroting weergegeven:


Begrotingsoverzicht van het project 'Leren & Werken Friesland' (KOF4), voor het jaar 2013 Loonkosten personele inzet UWV

Projectpartners: Projectactiviteiten:

A

UWV Friesland Werkplein College Friesland

uren

HBO instellingen

ROC 's

uren

Friese Poort

Nordwin (AOC )

NHL

Stenden

uren

uren

uren

uren

Gemeenten & regioplatform LeeuPlatform warden Economie & Arbeidsmarkt uren

uren

Provincie

Werkgeversorganisaties

Kenniscentra / O&O fondsen

Fryslân

SBB

ECABO Calibris

OOM

SH&M Innovam Kenteq

uren

uren

uren

uren

uren

uren

12

6

6

6

6

uren

uren

MKB Noord

KvK

uren

uren

Inzet in uren van de

Inzet in uren van de

medewer2 kers van leerwerkde project adviseurs partners

Uurtarief: Uurtarief: Uurtarief: €45 € 45 € 65

€

Incl. BTW

Totalen:

Materiële kosten (brochures accommodaties, catering, e.d.)

Totaal van de projectkosten in 2013:

Incl. BTW

Incl. BTW

Deelactiviteiten; ontwikkeling en uitvoering

1


10

6

6

6

6

6

6

6

2

Doorontwikkelen werkprocessen leerwerkloket (i.s.m. biebWEKRK(t), FSU, DUO, e.a.)

10

3

3

3

3

3

3

5

3

Inzetten van EVC en competentie tests CTC (i.s.m. UWV Werkplein)

440

220

4

LWL effectief aansluiten op regionale werkgeversdienstverlening

60

20

20

3

6

5

5

5

5

5

5

6

6

151

5

E-dienstverlening LWL verder ontwikkelen, afstemmen website op landelijke site L&W

20

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

6

Ontwikkelen scholing voor werkzoekenden zonder startkwalificatie

12

13

13

13

13

13

7

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Techniek ( i.s.m. Technet, ROC's)

15

22

22

22

40

8

Ontwikkelen scholingsarrangementen Topsector Zorg (i.s.m. Ventura, Calibris, UWV)

24

22

22

9

Taal op de werkvloer (verkleinen afstand tot arbeidsmarkt, i.s.m. St Lezen en CINOP)

20

10

10

10

Creëren leerbanen Leeuwarden Culturele hoofdstad (i.s.m. Ecabo, gemeente, scholen)

15

20

20

20

11


12


16

16

16

13

Arrangeren (om)scholing en leerbanen (200) nieuwe procesoperators (H'veen)

20

20

32

14


15

Aansluiten Friese LWL op samenwerkingsverbanden van 35 arbeidsregio's

16

Ontwikkelen scholingsarrangement Jongeren en Ondernemerschap (i.s.m. KvK)

17


18

Monitoring LWL en deelprojecten KOF 4 (Kennis Centrum Sociale Innovatie (effectmeting))

3

19

Evaluatie en evt. bijstelling van de leerwerkloket structuur (nazorg en verduurzaming)

3

Subtotaal deelprojecten: B

Overige kosten

Inzet in Kosten personele Exte rn advies uren van inzet (we bdesign, de PR, events, rapportages, ICT, e.d.) projectleider KOF 4 (Ria A.)

420

6

6

3

4

32

€

7.030

€

7.030

40

€

33.155

€

33.155

€

29.700

€

29.700

225

20

€

18.220

€

18.220

71

125

40

€

11.420 € 2.000

13

103

50

40

€

10

10

497

80

40

10

10

174

23

32

3

3

22

3

22

3

22

13 10

22

40

60

4 10

20

25

30

30

10

20

60

60

60

60 44

10

40

10

6

10

10

32

32

4

2

2

2

2

2

2

701

140

3

140

3

127

27

135

30

121

15

€ 2.000

€

15.420

€ 1.000

€ 1.000

€

11.485

€

28.565 € 1.000

€ 1.000

€

30.565

€

10.945

€

10.945

40

€

7.730

€

7.730

40

€

12.725 € 1.000

€

14.725

€

13.985

9.485

€ 1.000

63

130

20

€

9.985

74

50

20

€

6.880

€

6.880

42

32

€

11.710

€

11.710

18

€

1.890

12

170

40

€

10.790

16

32

€

4.150

€

5.650

60

€

10.425

€

10.425

8

172

6

6

16

€ 4.000

€

2

2

5

5

30

15

5

5

5

5

5

5

5

5

145

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

3

105

20

20

€

6.925

€

6.925

3

3

3

3

15

20

20

€

2.875

€

2.875

107

142

91

104

2541

1826

586

82

82

82

114

82

83

€ 234.605 € 6.000

500

2.090 10.790

15

102

€

€ €

2

106

€ 1.000

200

15

60 3

210

8

12 2

640

114

26 2

110 39

20

3

12

6

€ 9.700

€ 250.305


1

Informatie en advies geven aan bezoekers LWL(ten) (individuele bezoekers)

0

1040

€

46.800

€

46.800

2

Promotioneel verspreiden informatie over EVC trajecten (bewustmaking doelgroepen)

0

120

€

5.400

€

5.400

3

Maken voorlichtingsmateriaal Leren en Werken trajecten (promoten bij de doelgoepen

0

40

€

3.100

€

500

€

7.100

4


0

120

€

5.400

€

400

5

Organisatie Zorg evenement (i.s.m. Ventura, ROC's, HBO's, provinc, Gouden Driehoek, Calibris)

5

16

16

€

5.255

6


1

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

7


1

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

4

8


3

3

3

3

10

20

10

12

10

27

27

11

34

28

34

20

Subtotaal PR en Communicatie:

C

16

16

16

85

4

4

4

4

48

8

24

4

4

4

4

22

€ 3.500

€ 2.400

€

5.800

€

7.655

€

5.735

4

4

53

8

46

€

5.735

4

4

69

8

16

€

4.505

€

400

€ 2.000

€

6.905

104

8

59

€

8.875

€

900

€ 2.000

€

11.775

311

1344

163

€

85.070 € 2.200

€ 9.900

€

97.170

32

€

8.020

€

8.020

40

€

13.760

€

13.760

40 8

20

8

8

Algemeen: Projectorganisatie en verduurzaming

1

Bestuurlijk en Coördinerend overleg KOF4 (beide ca. 4 keer per jaar)

8

8

12

8

8

8

12

8

8

8

8

8

12

8

132

2


12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

12

216

32

3

Facilitering stuurgroep en werkgroepen (projectbureau KOF 4, secretarieel)

0

80

80

€

8.800

4

Jaarplan KOF 2014 opstellen (businessplan 2014)

2

1

1

1

1

1

2

1

2

1

1

1

1

1

1

1

1

1

21

4

40

€

3.725

€ 5.500

5

Tussen- en eindrapportages opstellen t.b.v. subsidiegever + projectpartners

€ 7.500

Subtotaal: Projectorganisatie en verduurzaming Totalisering personele inzet in uren naar projectpartner Totalisering loon- en overige kosten:

8

2

1

1

1

1

1

2

1

2

1

1

1

1

1

1

1

1

1

21

4

30

€

3.075

24

22

26

22

22

22

28

22

24

22

14

14

22

14

22

22

26

22

390

120

222

€

37.380 € 13.000 €

735

189

193

160

191

171

169

184

123

174

128

140

108

100

108

140

116

113

3242

3290

971

€

8.800

€

9.225

€

10.575

- €

50.380

€ 357.055 € 21.200 € 19.600 € 397.855 € 100.000

Rijksbijdrage voor 2013: € 100.000 (totaal in de periode 2013 - 2015: € 300.000)

€ 297.855

Co-financiering projectpartners (minimaal € 100.000)

45

10.3

Samenvatting van de projectkosten en de cofinanciering Recapitulatie projectkosten KOF 4 in 2013:

Totaal

Loonkosten van personele inzet partners

€

357.055

Extern advies (webdesign, PR, events, ICT, e.d.)

€

21.200

Materiële kosten (accommodaties, catering, e.d.)

€

19.600

Totaal

€

397.855

De eigen projectbijdrage of ‘cofinanciering’ door de projectpartners omvat in het algemeen de uren inzet van medewerkers die bij het KOF 4 project zijn betrokken. De penvoerder, UWV Friesland (Leeuwarden) zet -naast projectmedewerkers- tevens twee leerwerkadviseurs in en betaalt de kosten voor CTC tests als cofinanciering. Verder wordt de projectleider mevr. Ria Akkersdijk vanuit het Friesland College gedetacheerd bij het UWV. Tevens worden bij het UWV als penvoerder (en ontvanger van de subsidie) ook de externe kosten gedeclareerd. Deze out of pocket) kosten (€ 40.800) worden in principe volledig uit het te ontvangen subsidiebedrag (€ 100.000) gefinancierd. De rest van de subsidie (€ 100.000 - € 40.800 = € 59.200) is gelijkelijk verdeeld over de 18 projectpartners, als subsidiebijdrage voor hun personele inzet (ieder: € 3.289). Dit leidt tot het volgende financieringsplaatje: Financieringsoverzicht KOF 4 in 2013:

Cofinanciering per partner

UWV (incl. 2 leerwerkadviseurs, projecleider en out of pocket kosten)

€

240.951

ROC Friese Poort

€

5.216

ROC Friesland College

€

5.396

Nordwin College (AOC )

€

3.911

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

€

5.306

Stenden Hogeschool Leeuwarden

€

4.406

Gemeente Leeuwarden

€

4.316

Platform Economie & Arbeidsmarkt Ver. Friese Gem.

€

4.991

Provincie Fryslân

€

2.246

SBB

€

4.541

ECABO

€

2.471

Calibris

€

3.011

OOM

€

1.571

SH&M

€

1.211

Innovam

€

1.571

Kenteq

€

3.011

MKB-Noord

€

1.931

KvK Ondernemingsplein

€

1.796

Totaal cofinanciering partners (min. 100.000):

€

297.855

Gevraagde subsidie min. SZW:

€

100.000

Totaal projectfinanciering:

€

397.855

46 Businessplan Leren & Werken Friesland 2013 – 2015 (KOF 4)

11

Kwaliteits- en kostenbewaking

In dit laatste hoofdstuk wordt toegelicht wat er gedaan zal worden om de kwaliteit en kosten tijdens de projectuitvoering te bewaken. De kwaliteitsbewaking (of projectborging) dient om tussentijds te beoordelen of de uitvoering van het project nog steeds voldoet aan de vereisten die de geformuleerde projectresultaten eraan stellen. Het gaat dan om de bewaking van de voortgang, de gevolgde procedures, de kwaliteitseisen en het budget. Ook om te zien of het project (blijft) voldoen aan de gestelde subsidievoorwaarden. 11.1

Voortgangsbewaking en – rapportages

De volgende mechanismen worden toegepast om te waarborgen dat het project beheersbaar is en blijft: Bijeenkomsten en vergaderingen Eens per twee à drie maanden komen het coördinerend en bestuurlijk platform bijeen om door de projectleider te worden geïnformeerd over de voortgang van het project en haar deelactiviteiten. Dit gebeurt waar nodig aan de hand van tussenrapportages. Bespreekpunten zijn dan: -

Welke activiteiten zijn uitgevoerd?

-

Hoe zijn deze verlopen, inhoudelijk en financieel?

-

Wat is de stand van zaken met betrekking tot de beheersaspecten tijd, kosten, organisatie, informatie en kwaliteit? -

Welke activiteiten worden in de volgende fase(n) ondernomen (vooruitblik)?

Waar mogelijk worden bestuurlijke knelpunten opgelost en andere ‘knopen doorgehakt’. Voorts krijgt de projectleider feedback van de beleidsbepalers en eventuele opdrachten mee. Hierdoor kan tijdig in het proces bijsturing plaatsvinden. Daarnaast voert op uitvoerend niveau de projectleider regelmatig overleg met de leerwerkadviseurs en degenen die de deelactiviteiten coördineren, om de voortgang van de activiteiten te bespreken. In dit projectoverleg (zie ook par. 8.3) vindt de terugkoppeling plaats op het vlak van voortgang en resultaten/producten. Monitoring en evaluatie De projectleider stelt regelmatig over de voortgang van het project rapportages op voor de bestuurlijk verantwoordelijken, zowel als voor de subsidiegevers. Het is de bedoeling dat iedere zes maanden door de projectpartners de voortgang, aanpak en resultaten van het project tussentijds wordt geëvalueerd. Dit gebeurt i.s.m. het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Stenden Hogeschool (zie deelactiviteit A18). Daarnaast zal door het UWV een jaarlijkse monitoring van het project worden uitgevoerd (zie blz. 5 van de notitie ‘Kader voor het Businessplan LWL’). De projectleider stelt op


basis van de evaluaties een tussenrapportage op t.b.v. het bestuurlijk en coördinerend overleg en de projectdirectie Leren en Werken (zie deelactiviteit A19). Bovendien zullen op basis van inzichten bij de ontwikkeling van het project Leren & Werken Friesland de eventuele aanpassingen van de in het businessplan beschreven activiteiten worden gerapporteerd in de jaarplannen 2014 en 2015. Registratie van de gerealiseerde klantcontacten, EVC en CTC trajecten Het aantal uitgevoerde klantcontacten, EVC, tests en duale trajecten zal worden bijgehouden tijdens het project. Zie paragraaf 6.13 (klantregistratiesysteem) en 6.14 (kwaliteitsbewaking van de dienstverlening LWL). Het zal een taak van de projectleider zijn om dit bij de start van het project goed te regelen. Dit geldt ook voor de tijdregistratie van de partners (bijhouden aan het project bestede uren). Projectdocumentatie De projectdocumentatie is toegankelijk voor alle projectleden en (uiteraard) de projectleider. Een deel van de bestanden is fysiek opgeslagen in ordners en een deel zal uitsluitend elektronisch worden bewaard. De documentatie en de elektronische bestanden zijn in beheer bij de projectleider, dan wel het Leerwerkloket. Algehele projectevaluatie en nazorg Aan het eind van de projectperiode (2015) vindt evaluatie plaats van de gevolgde werkwijze en de beheersing daarvan binnen het project. Naast de bereikte ‘output' van het project, wordt aandacht besteed aan de wijze van continuering van de resultaten. 11.2

Budgetbewaking

Op basis van de planning van het project en de begroting, is een tijd-kostenplan (of ‘liquiditeitsplan’) gemaakt, waarin voor ieder kwartaal in 2013 een procentuele inschatting is gemaakt van de kosten die voor dat kwartaal gemaakt kunnen worden. Deze liquiditeitsbehoefte is berekend op basis van de geraamde tijdsbesteding per kwartaal voor de uitvoering van de verschillende projectactiviteiten: Liquiditeitsbehoefte:

Kwartaal 1 2013

Kwartaal 2 2013

Kwartaal 3 2013

Kwartaal 4 2013

20%

25%

30%

25%

100%

Totalen 100%

Totale projectkosten

€

397.855

€

79.571

€

99.464

€ 119.357

€

99.464

€ 397.855

Subsidie

€

100.000

€

20.000

€

25.000

€

€

25.000

€ 100.000

30.000

Voor de projectleider is dit schema, onder verantwoordelijkheid van het coördinerend en bestuurlijk platform, het basisinstrument om de kosten te bewaken gedurende de projectperiode (i.c. het eerste jaar 2013). Verder is het een goed hulpmiddel om de subsidiegevers op gezette tijden van adequate kosteninformatie te voorzien. Uren- en kostenregistratie Gedurende de projectperiode zal een controleerbare tijdregistratie worden bijgehouden van de uren die door medewerkers worden besteed aan het project. Ook de out of


pocket kosten van het KOF 4 project zullen zorgvuldig worden geadministreerd. Bewaking vindt plaats aan de hand van het projectbegrotingsschema op pagina 41.



14. Bijlagen

De volgende bijlagen zijn achterin dit plan opgenomen:

1. Evaluatie deelactiviteiten uit 2012 die gecontinueerd worden in KOF 4

2. Formulier gespreksverslag door LWL adviseur

3. Overzicht en korte beschrijving van deelactiviteiten KOF 4.


Bijlage 1

Evaluatie van KOF deelactiviteiten uit 2012 die in KOF 4 worden gecontinueerd

Businessplan 2013 - 2015 ‘Leren en Werken Friesland’ 52 Businessplan Leren & Werken Friesland 2013 – 2015 (KOF 4)

Bijlage 2

Verslagformulier voor gesprek met klant door LWL adviseur

Businessplan 2013 - 2015 ‘Leren en Werken Friesland’


Bijlage 3

Overzicht en korte beschrijving van van deelactiviteiten KOF4

Businessplan 2013 - 2015 ‘Leren en Werken Friesland’ 54 Businessplan Leren & Werken Friesland 2013 – 2015 (KOF 4)

Businessplan

Recommend Documents