december 2010
CONCEPT
BUSINESSPLAN 2010-2020 CENTRUM VOOR REUMA EN REVALIDATIE ROTTERDAM
Opgesteld ten behoeve van de dialoog met belanghebbenden over de toekomst van het RRR in relatie tot de nieuwbouw Tom Bank en Wim van Deventer
VAN BEETHOVENLAAN 60 3055 JD ROTTERDAM T 010 278 12 78 WWW.RRR.NL
[email protected]
INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 4 1.2. De oorsprong --------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5 2. Missie, visie en doelstelling --------------------------------------------------------------------------------------- 6 2.1 Visie-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 2.2 Missie ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 2.3 De doelstelling------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 3. Wat maakt het RRR uniek? ---------------------------------------------------------------------------------------- 8 4. Samenwerking ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 5. De ‘deur tot deur’ aanpak -----------------------------------------------------------------------------------------10 5.1 De opname -------------------------------------------------------------------------------------------------------------10 6. De behandeling -----------------------------------------------------------------------------------------------------------12 7.1 Een zinvolle dagbesteding -----------------------------------------------------------------------------------13 8. Kwaliteit----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------14 9. De noodzaak van nieuwbouw----------------------------------------------------------------------------------16 10. De medewerkers -----------------------------------------------------------------------------------------------------18 11. De nieuwbouw ----------------------------------------------------------------------------------------------------------21 12. De voorzieningen------------------------------------------------------------------------------------------------------23 13. Flexibiliteit en duurzaamheid---------------------------------------------------------------------------------24 14. Fasering ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------25 15. Marketing-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------26 15.1 Demografische analyse.-------------------------------------------------------------------------------------26 15.2 Waar wonen de patiënten ---------------------------------------------------------------------------------27 15.3 Diagnose groepen -----------------------------------------------------------------------------------------------28 15.4 Communicatie------------------------------------------------------------------------------------------------------29
16. Belanghebbenden (stakeholders) -------------------------------------------------------------------------31 16.1 De zorgverzekeraars ------------------------------------------------------------------------------------------31 17. Vraag en aanbod in perspectief -----------------------------------------------------------------------------32 18. De Patiëntenraad------------------------------------------------------------------------------------------------------33 19. De bedrijfsvoering----------------------------------------------------------------------------------------------------34 20. De financiering----------------------------------------------------------------------------------------------------------35 20.1 Eigen bijdragen ---------------------------------------------------------------------------------------------------36 20.2 Fondswerving ------------------------------------------------------------------------------------------------------36 21. Juridische structuur -------------------------------------------------------------------------------------------------37 22. Concurrentieanalyse ------------------------------------------------------------------------------------------------38 23. De resultaten ------------------------------------------------------------------------------------------------------------39 Bijlage 1 -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------40 Gebruikte afkortingen --------------------------------------------------------------------------------------------------------41
1. Inleiding Het businessplan 2010 – 2020 heeft dezelfde uitgangspunten en dezelfde ontwikkelingsrichting als het Strategische Beleidsplan 1990 en de Beleidsstrategie 2005-2015. Het plan houdt rekening met actuele in- en externe ontwikkelingen. Vanaf 1992 is het Strategisch Beleidsplan tijdens het college Strategisch Management in gezondheidszorg aan de Erasmusuniversiteit (BMG) gepresenteerd. Vrijwel jaarlijks is het plan daardoor bijgesteld en afgestemd op recente theoretische inzichten. In 2010 zijn delen van het businessplan o.a. gepresenteerd tijdens het jaarlijkse congres van de zorgverzekeraars in “St Paul de Vence”, Frankrijk1 en op uitnodiging van Microsoft tijdens de Himms in Atlanta (VS). De erkenning als revalidatiecentrum naast de erkenning als somatisch verpleeghuis is het resultaat van in het verleden gemaakte strategische keuzen en de gezamenlijke inspanning van medewerkers. Patiënten en medewerkers inspireren de bestuurders. Deze inspiratie in combinatie met kleinschaligheid en zelfstandigheid maken de eigen koers van het RRR mogelijk. Figuur I visualiseert de interactie tussen in- en externe ontwikkelingen en de structuur.
• Strategische analyse Extern:
Intern:
Structuur:
Voor de toekomst van het RRR zijn onderstaande externe ontwikkelingen belangrijk: • emancipatie van patiënten en medewerkers • vergrijzing, minder arbeidskrachten en meer ouderen • krimpende zorgbudgetten • meer aandacht voor preventie
1
Lijst van overige sprekers in St Paul de Vence: De heer drs. M.J. van Rijn, Voorzitter Raad van Bestuur PGGM; De heer drs. W.A. van der Meeren Voorzitter Raad van Bestuur CZ, De heer J.A.S. van Breda Vriesman Lid Raad van Bestuur Eureko; De heer drs. G.H.J. Huffmeijer Voorzitter Raad van Bestuur Haga Ziekenhuis; De heer drs. H. Feenstra Lid Raad van Bestuur Martini Ziekenhuis; De heer dr. C.B. Leerink Lid Raad van Bestuur Menzis; De heer mr.drs. T.W. Langejan Voorzitter Raad van Bestuur Nederlandse Zorgautoriteit; De heer prof.dr. P. Schnabel Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau; De heer M.J.W. Bontje Lid Raad van Bestuur Univé – VGZ – IZA – Trias; De heer drs. L.A.M. van Halder Directeur-generaal Curatieve Zorg, ministerie van VWS
Belangrijke interne ontwikkelingen zijn: • communicatie met medewerkers, patiënten en mantelzorgers • training en opleiding • aandacht voor kwaliteit • logistiek, planning en ICT • administratieve verantwoording. De belangrijkste structurele veranderingen hebben betrekking op: • de erkenning als aanbieder van gespecialiseerde revalidatie • zorg aan ouderen in combinatie met het “deur tot deur” concept, gericht op duurzaam herstel binnen een “healing environment”.
Hoewel de nieuwbouw nog moet starten worden de in het businessplan beschreven innovaties op het vlak van het revalideren van ouderen nu al geïmplementeerd. Zo zijn 2/3 van de revalidatiebedden op basis van reguliere productieafspraken al in gebruik. De polikliniek startte in 2009. In 2010 werden in totaal 24.000 RBU’s gedeclareerd.
1.2. De oorsprong Rond 1960 was Christina Brouwer jong, geëmancipeerd en afhankelijk vanwege een ernstige vorm van reuma. Zij stichtte het Rheumaverpleeghuis. Een centrum waar zij, samen met lotgenoten, onder gunstige omstandigheden oud kon worden. Aan het eind van de jaren zestig wandelde de eerste reumapatiënt binnen. Mw. Brouwer maakte zelf nooit gebruik van de voorziening. Ondanks haar lichamelijke beperkingen kon zij zelfstandig blijven wonen. De visie van mw. Brouwer is nog altijd de inspiratiebron van het RRR. Professionele behandeling die emancipatie, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van cliënten mogelijk maken staan nog steeds centraal in de visie van het RRR. Een aantrekkelijk werkklimaat en een gezonde financiële huishouding moeten dit, ook op lange termijn, mogelijk maken. Het RRR anno 2010 heeft een revalidatiefunctie en een woonfunctie mét behandeling. In eerste instantie werken cliënten aan zo lang mogelijk thuis wonen of terugkeer naar huis. Langdurige opname volgt alleen wanneer dit niet mogelijk blijkt. In dat geval kunnen patiënten rekenen op goede zorg met services en comfort.
2. Missie, visie en doelstelling Het RRR is een gezondheidscentrum dat open staat voor zijn directe omgeving en oog heeft voor de noden van de samenleving. In de directe omgeving wonen veel ouderen die te weinig bewegen. Op den duur maakt hen dat kwetsbaar en afhankelijk van de gezondheidszorg. De samenleving vergrijst. De zorgvraag neemt hierdoor toe terwijl er onvoldoende jonge arbeidskrachten zijn om de zorg te leveren. (zie ook hoofdstuk 15) De verwachting is dat de kosten van de zorg een te zware financiële last zijn voor de samenleving. Het RRR ontwikkelt samen met de eerstelijnszorg preventieve programma’s voor ouderen uit de directe omgeving. Hiertoe werd met onder andere de Consumentenbond, Ouderenorganisaties en NOC/NSF het initiatief genomen voor Fit for Life. De toename van het aantal ouderen heeft minder dramatische gevolgen dan verwacht als het RRR haar doel verwezenlijkt. 2.1 Visie Wanneer mensen ouder worden gaan zij steeds minder bewegen. Hierdoor neemt hun vermogen om te bewegen af. Het gevolg is een maatschappelijk isolement2. In de omgeving van de moderne mens is alles gericht op comfort (de sluipmoordenaar). Er zijn liften in plaats van trappen en tal van hulpmiddelen om maar zo min mogelijk te lopen. “Het gemak dient te mens en wordt tegelijkertijd zijn ondergang”. Onderzoek toont aan dat bij een verblijf in bed van 14 dagen de spiermassa afneemt met 15%. (oratie Prof. dr. Marijke Hopman-Rock) Voor ouderen geldt dat hun spierweefsel snel afneemt wanneer zij passief zijn. Hun mobiliteit vermindert. Ouderen hebben ook een groot herstellend én aanpassend vermogen. Dit geldt zowel voor de elasticiteit van de hersenen (Prof. dr. A. Hofman) als voor het bewegingsstelsel (Prof dr. H. Stam). Mensen blijken op hoge leeftijd veel vitaler dan waarvan tot voor kort werd uit gegaan.3 Problemen samenhangend met ouder worden zijn te voorkomen en omkeerbaar
2
De reumapatiënten vereniging onderschrijft deze stelling en draagt hem ook uit.
3
Michael R. Rose, Scientific American, special edition: the Science of staying young, page 25
2.2 Missie Uit bovenbeschreven visie volgt de missie van het RRR. Het RRR wil • samen met patiënten met ernstige beperkingen werken aan zo lang mogelijk ‘thuis’ wonen en dezelfde activiteiten blijven ondernemen als in het verleden. • dit duurzaam bereiken met een minimale inzet van professionele hulp. • een kwalitatief hoogwaardige verblijfsfunctie aanbieden in combinatie met verpleging, verzorging en behandeling, als thuis wonen tijdelijk of structureel niet mogelijk is. 2.3 De doelstelling Het RIVM toont aan dat een gezond leven leidt tot een langer leven maar niet tot hogere zorgkosten. Mede op grond hiervan is de samengevatte doelstelling van het RRR:
Gezondheidswinst voor ouderen
3. Wat maakt het RRR uniek? Van oudsher financierde de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) het RRR. Vanwege het algemene karakter bood de AWBZ onvoldoende mogelijkheden om de ambitie van het RRR (waardetoevoeging vanuit het perspectief van de cliënt) te ondersteunen. Het RRR investeerde in een groot behandelteam. Groot in vergelijking met behandelteams in andere somatische verpleeghuizen. De laatste tien jaar werden in het RRR meer dan 3000 patiënten behandeld na een beroerte (ofwel: CVA cerebraal vasculair incident). Een vergelijkbaar aantal werd behandeld voor een reumatische aandoening in combinatie met andere zorgvragen (w.o. diabetes, kanker, neurologische aandoeningen en hart- en vaatziekten). Vanaf 2006 is het RRR voor het leveren van (poli)klinische revalidatie toegelaten als ziekenhuisvoorziening. Hierdoor is het mogelijk de aard en omvang van revalidatie af te stemmen op de specifieke behoefte van de patiënt. De revalidant is niet meer afhankelijk van een ZZP (zorgzwaarte pakket). Het RRR maakt sinds 2006 met zorgverzekeraars ACHMEA en DSW een substantiële productieafspraak voor (poli)klinische revalidatie. Zorgverzekeraars Nederland ondersteunt deze productieafspraak. Met deze ontwikkeling heeft het RRR een bijzondere en vooruitgeschoven positie in de gezondheidszorg voor ouderen. Hiermee wordt geanticipeerd op de nieuwe Zorgverzekeringswet (2012/2012) die kortdurende zorg financiert. Door aanzienlijke investeringen ontwikkelde het RRR zich op het gebied van: logistiek, administratie, planning en automatisering. Door de combinatie van kleinschaligheid en specialisatie kreeg het RRR kennis van duurzame revalidatie en behandeling van ouderen. Enkele verpleeghuizen, waaronder Antonius Binnenweg en Antonius IJsselmonde functioneren als ‘proeftuin’ binnen de AWBZ. Hierdoor kunnen ook zij meer behandeling aanbieden. Maar de omvang van deze extra behandelingen blijft nog beperkt.
4. Samenwerking Het RRR werkt in Rotterdam samen met het Sint Franciscus Gasthuis, het IJssellandziekenhuis, het Havenziekenhuis en het Erasmus Medisch Centrum. In Schiedam met het Vlietlandziekenhuis. De samenwerking met vier ziekenhuizen maakt het RRR onafhankelijk. In Nederland zijn verpleeghuizen veelal gekoppeld aan één ziekenhuis waardoor de afhankelijkheid toeneemt. In Rotterdam zijn de zorghotels hiervan een voorbeeld. Het Erasmus Medisch Centrum neemt een bijzondere plaats in door de intensieve samenwerking met diverse afdelingen w.o.: neurologie, reumatologie, geriatrie, epidemiologie en revalidatiegeneeskunde. Met het Haven ziekenhuis wordt samengewerkt op het vlak van de geriatrie. Andere samenwerkingspartners zijn: het Revalidatiecentrum Rijndam, de Stichting Afasie Rotterdam, Thuiszorgorganisaties, Collega zorgaanbieders en huisartsen.
Het RRR is partner in het Geriatrisch netwerk Rotterdam. Kennisuitwisseling vindt ook internationaal plaats. Werkbezoeken werden afgelegd aan ziekenhuizen en universiteiten in Rome, New York en Montréal. Ziekenhuizen streven er naar om het verblijf te verkorten, Zij willen hun patiënten vier dagen na opname ontslaan.
5. De ‘deur tot deur’ aanpak Uit onderzoek blijkt dat ouderen zolang mogelijk thuis willen blijven wonen4. Bij opname in een ziekenhuis vragen ouderen steeds ‘kan ik hierna weer terug naar huis?’. Helaas is dit niet altijd mogelijk. Uit onderzoek van Medisch Centrum Utrecht blijkt dat meer dan één op de drie ouderen met meer beperkingen het ziekenhuis verlaten dan waarmee zij werden opgenomen. Dit kan betekenen dat ouderen na ziekenhuisopname nog langdurig aanvullende zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld in een verpleeghuis, een verzorgingshuis om van een thuiszorgorganisatie. Het RRR wil ouderen beter voorbereiden op een ziekenhuisopname maar ook daarna begeleiding aanbieden. De kans op terugkeer naar huis zonder langdurige aanvullende hulp neemt hierdoor aanzienlijk toe. Deze aanpak wordt ‘deur tot deur’ genoemd. De patiënt gaat weg en komt terug via dezelfde deur. Zijn eigen deur. Op dit moment komen patiënten vooral in contact met het RRR als zij bijna ontslagen worden uit het ziekenhuis. Of na een medische ingreep waarna zij in een invaliderende spiraal terecht zijn gekomen. Veelal is er sprake van multiple problematiek. In de toekomst wil het RRR al voorafgaand aan een ziekenhuisopname afspraken maken met alle behandelaars in de keten. Het hele zorgpad dat de patiënt aflegt – van behandelaar tot behandelaar – kan dan geëffend worden.
5.1 De opname Het RRR trieert (beoordeelt/selecteert) patiënten in een op herstel gerichte omgeving. De gesprekken met de patiënt hebben tot doel hem te inspireren om te kiezen. Zijn keuze is wel of niet samenwerken met het RRR. In het RRR is passief blijven geen keuze. Ouderen moeten (soms) leren leven met beperkingen zoals kinderen omgekeerd in hun ontwikkeling leren leven met nieuwe mogelijkheden. Ouderenrevalidatie is net als kinderrevalidatie een specialisme. is geldt dat evenzeer voor de revalidatie voor ouder wordende mensen. Multidisciplinair werkende teams waaraan ook wordt deelgenomen door medisch specialisten voeren gestandaardiseerde behandelprogramma’s uit.
4
het onderzoek naar vragen, wensen en behoeften van huidige en toekomstige 65-plussers in de provincie
Noord-Brabant is uitgevoerd onder begeleiding van het lectoraat gerontologie van Avans Hogeschool in opdracht van het VBOB/Brabants Ouderen Platform
Uit wetenschappelijke publicaties was al bekend dat groepsgewijze behandeling, met name bij ouderen, heel effectief kan zijn. Het RRR koos er bewust voor om niet langer stil te staan bij waar de patiënt vandaan komt (op basis van de diagnose5). Het RRR kijkt naar waar de patiënt naar toe wil. Zijn persoonlijke doelstelling en het niveau van functioneren zoals gedefinieerd in het ICF-model (International Classification of Functioning, Disability and Health). De WHO ( World Health Organisation) ontwikkelde dit model. Het ICF-model maakt het mogelijk de context van de patiënt in kaart te brengen in plaats van te focussen op klachten, symptomen en medische problemen. Het RRR ontwikkelde enkele modules waaraan de patiënt groepsgewijs kan deelnemen. De motivatie van de patiënt is uitgangspunt van de groepsindeling6). Belangrijke vernieuwing in dit behandelconcept is de combinatie van individuele training en groepsgewijze interactieve educatie. De educatie richt zich op gedragsaspecten van bewegen en andere belangrijke gezondheidsaspecten zoals valpreventie, voeding en rouw- en verliesverwerking.
5
Met name met het Erasmus Medisch Centrum wordt samengewerkt met de afdelingen Neurologie (dr. D. Dippel en prof. dr. P. Koudstaal, Geriatrie (dr. T. vd Cammen en dr. F. Mattace-Raso) en Reumatologie (Prof. dr. M. Hazes). 6 In samenwerking met Smart Agent
6. De behandeling Patiënten doorlopen een traject met een aantal fasen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
algemene preventie: meer bewegen en gezonder eten specifieke conditieverbetering ter voorbereiding op een medische ingreep informatie voor en overleg met de behandelend medisch specialist kortdurende verpleging en verzorging als vervolg op een ziekenhuisopname kortdurende klinische of poliklinische revalidatie waardoor zelfstandig wonen mogelijk blijft begeleiding en instructie van de partner/mantelzorger nazorg en begeleiding vanuit de directe woonomgeving periodieke evaluatie
In iedere fase wordt multidisciplinaire behandeld. Hiervoor ontwikkelde het RRR modules. Belangrijke kenmerken hiervan zijn: de aansluiting op de individuele doelstelling van de patiënt, de focus die ligt op de volgende fase en het duurzame karakter van het herstel.
7. Facilitaire diensten en services Het RRR heeft een ‘healing environment’. Dat wil zeggen dat de patiënt een zinvolle en stimulerende dagbesteding heeft in een de gezondheid bevorderende omgeving. De dagbesteding is aanvullend op de behandeling. Patiënten kunnen veel voor zichzelf en voor andere patiënten betekenen. Professionele begeleiding is hiervoor niet persé noodzakelijk. Professionals zijn altijd in de buurt om, als dat nodig is, te ondersteunen. De tuin, de ateliers, de restaurants, en het sportcentrum zijn plaatsen waar het aangenaam vertoeven is en men tegelijkertijd samen met anderen wordt gestimuleerd tot activiteiten. Zowel AWBZ, ZVW en WMO kunnen het RRR financieren. Verrichtingen die kwalitatief of kwantitatief boven de AWBZ uitstijgen, kunnen hierdoor worden vergoed. Dit geldt ook voor het laatste deel van de revalidatie, dat zoveel mogelijk poliklinisch plaatsvindt. De wetenschap heeft grote belangstelling voor het objectiveren van de vraag hoeveel en welke zorg noodzakelijk of wenselijk is. Kennis nemen van onderzoek, deze overbrengen en toepassen in een multidisciplinaire context én het publiceren van de bereikte resultaten vormt een waardevolle aanvulling op de reguliere ouderenzorg, die in het RRR gestalte krijgt. Het eigen onderzoek kan een bijdrage leveren aan de kennis over het ontstaan en beloop van de ziekten die in het RRR behandeld worden en zal zich richten op de effectiviteit van de behandeling en de kwaliteit van het leven na ontslag. Het basispakket zorg wordt in Nederland kritisch bekeken met het oog op kostenbeheersing. Het basispakket wordt in omvang en verscheidenheid beperkt. Voor aanvullende zorg is een aanvullende verzekering nodig of moet worden bijbetaald. Ook aanvullende service en voorzieningen die geen directe relatie hebben met de reden van opname vallen buiten het basis pakket. De naoorlogse generatie wil gebruik kunnen maken van extra service en voorzieningen en is bereid hiervoor extra te betalen. Het RRR wil hierop inspelen. Haar locatie leent zich hiervoor bijzonder goed. De Van Beethovenlaan ligt aan de rand van Hillegersberg in het koopkrachtigste deel van Rotterdam. Bij de opzet van dit Businessplan is niet uitgegaan van een aanvullende eigen bijdrage. Het RRR wil hierop wel anticiperen. 7.1 Een zinvolle dagbesteding Het inzicht dat een zinvolle dagbesteding in een stimulerende, positief ervaren omgeving bijdraagt aan herstel wint aan erkenning. De natuurlijke omgeving draagt bij aan stressreductie, verliesverwerking en biedt mogelijkheden om verloren vaardigheden weer aan te leren. Zowel actieve als passieve vormen van sportbeoefening en culturele activiteiten vormen voor vele patiënten een bron van inspiratie. De bereiding, presentatie en het gebruik van maaltijden krijgt veel aandacht. De maaltijden vormen dan ook een integraal onderdeel van de dagbesteding.
8. Kwaliteit Het RRR werkt gestructureerd aan kwaliteit van zorg en bedrijfsvoering. Het kwaliteitsmanagementsysteem ondersteunt en borgt het beleid. In alle processen is de verbetercyclus van toepassing. Ook op de bedrijfsvoering. Alle medewerkers werken met de intentie om het nóg beter te doen. Alle diensten, clusters en commissies maken jaarlijks plannen. Het bestuur geeft daarvoor de koers aan. Elk voor- en najaar vinden evaluaties plaats. De verantwoording van de bereikte resultaten wordt op diverse websites gepubliceerd, bijvoorbeeld Kiesbeter.nl. De doelstelling van het kwaliteitsbeleid is om optimaal aan te sluiten bij de wensen en verwachtingen van onze belanghebbenden. De belangrijkste prestatie-indicator is de patiënt- en klanttevredenheid. De patiëntenraad is intensief betrokken bij vele facetten van de bedrijfsvoering en heeft een duidelijke stem in het beleid. Voor het management is de mening van de patiënt van vitale betekenis. Het bestuur baseert zich ook op andere informatiebronnen te weten: -
gestructureerde onderzoeken naar patiëntervaringen en zorgprestaties tevredenheidsonderzoek onder medewerkers MIC meldingen, incidenten in de patiëntenzorg KAM-meldingen, kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu Klachten Auditresultaten Eigen waarneming en opvattingen
Sinds 2008 is eveneens een intern auditteam actief dat op basis van een jaarplan de uitvoering van de zorg in het RRR toetst aan protocollen en werkinstructies. Ieder auditresultaten worden opgevolgd met een verbeterplan. Het RRR participeert in verschillende externe onderzoekstrajecten zoals het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg (CQ-index en zorgindicatoren), het Benchmarkonderzoek van Actiz (brancheorganisatie), Cliëntervaringen van NPCF en Gastvrijheidszorg.
Het RRR kreeg in 2007 het Bronzen Keurmerk van Perspekt en kreeg in 2009 drie sterren van Gastvrijheidszorg.
Momenteel werkt het RRR aan HKZ-certificering voor het verpleeghuis én voor het revalidatiecentrum. Het HKZ-keurmerk (Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) maakt zichtbaar dat het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan eisen die vanuit de sector worden gesteld en door financiers, patiënten/consumenten en de overheid. Dit is vastgesteld door een onafhankelijke certificatie-instelling. Andere kwaliteitsresultaten van het RRR zijn zichtbaar op: links naar publicaties en/of naar websites met publieke informatie (zie bijlage: RRR kwaliteit openbaar, versie 7 juli 2010).
9. De noodzaak van nieuwbouw De voorgaande positieve en negatieve kenmerken van het RRR zijn samengevat in onderstaande sterkte/zwakte analyse.
Intern
Sterkte
Zwakte
Opgebouwde kennis, kunde
Privacy en preventie
Technische hulpmiddelen
afwezigheid van een Therapeutisch zwembad
Patiënt oriëntatie Kleinschaligheid Logistiek Eigen vermogen
Extern
Polikliniek Services Arbeidsomstandigheden
Kansen
Bedreigingen
Erkenning als ziekenhuisvoorziening.
Bureaucratie en regelgeving Traagheid
Rente + bouwmarkt Koopkracht Het pand van het RRR werd 40 jaar geleden opgeleverd. Het is gebouwd volgens de inzichten van die tijd. Toen werd gekozen voor een indeling die aansloot bij de inrichting van ziekenhuizen. Lange gangen met aan de ene kant meerbedskamers en aan de andere kant facilitaire ruimten. Sindsdien verbeterde de kwaliteit van de gezondheidszorg door inhoudelijke veranderingen. De belangrijkste zijn: 1. de toegenomen aandacht voor de privacy van de patiënten. 2. de aandacht voor het voorkomen van infectieziekten 3. de uitbreiding van het aantal elektrische rolstoelen en tilliften 4. de aandacht voor arbeidsomstandigheden 5. de schaalgrootte van instelling in relatie tot het budget 6. de wens van patiënten om terug te keren naar de thuissituatie en het toegenomen belang van revalidatie. 7. het belang van een healing environment 8. de toegenomen lengte van mensen 9. de noodzaak van preventie
Voor deze veranderingen zijn meer vierkante meters nodig. Alleen dan kan een organisatie verantwoord en innovatief zorg en behandeling blijven geven.
Het is op basis van (1) maximaal toelaatbaar om twee patiënten op 1 kamer te verplegen. Als het verblijf langer duurt heeft een eenpersoonskamer de voorkeur. Ook op basis van (2) gaat de voorkeur uit naar één persoonkamers. Op basis van (3) is er meer manoeuvreerruimte nodig en opslagruimte. Hulpmiddelen in brede zin (4) vereisen extra ruimte en voorzieningen om de kwaliteit van het werkmilieu te verbeteren (temperatuur en luchtkwaliteit). Uit economisch oogpunt (5) is een schaalgrootte van 180 bedden op één locatie optimaal. Revalidatie (6) is arbeidsintensief. Er zijn meer behandelaars en meer behandelruimten nodig. Een zwembad is een noodzakelijke voorziening. In een healing environment (7) ontbreken hinderlijke zaken zoals geluidsoverlast en zijn veel aangename voorzieningen aanwezig zoals planten en een goede luchtkwaliteit. De bedden zijn aangepast aan de lengte van de patiënten (8). Hierdoor is meer manoeuvreerruimte nodig. Het RRR is mede initiatiefnemer van “fit for life”. Dit is een Europees initiatief om de gezondheid van mensen te verbeteren door meer te bewegen (9). De toekomstige voorzieningen in het RRR (SPA faciliteiten, ateliers) zijn ook beschikbaar voor mensen uit de directe omgeving. De kosten voor onderhoud en energie zijn momenteel hoog (10).
Vertaald in m2 levert dit het volgende beeld op: verblijf en verpleging
Bouwdeel 1970
9000
Bouwdeel 1999
3000
centrum voorzieningen
SPA, behandeling en fitnes
Bruto totale totale oppervlakte
Nieuwbouw fase 1
12.000
Nieuwbouw
5.000
5.000
3.000
Fase 2 Situatie 2018
20.000
3.000
4.000
10. De medewerkers De vraag naar personeel neemt in de komende jaren toe door de vergrijzing. Dit stelt het CBS. Jaarlijks stijgt de vraag met 1,2 % per jaar tot 300.000 fulltimers in 2030. De beroepsbevolking krimpt. Daardoor is het onduidelijk of er in de toekomst voldoende zorg beschikbaar is. Minder medewerkers zullen meer werk moeten verrichten. De productiviteit van medewerkers moet omhoog. Gebruik van technische hulpmiddelen, ICT en e-health biedt mogelijkheden net als standaardisatie, intensivering van het proces en meer directe patiëntenzorg. De organisatiestructuur van het RRR is plat. Er zijn 3 hiërarchische niveaus. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Zorg en behandeling zijn rondom de cliënt georganiseerd. Alle medewerkers onderschrijven de waarden: respect, vertrouwen en openheid. Het personeelsbeleid stimuleert medewerkers om actief bij te dragen aan het bereiken van de doelstellingen en ambities.
Organogram RRR RvT
bestuur
OR / BR / VR
revalidatiearts
staf
vertrouwenspersoon
behandeling
medisch
paramedisch
zwo
Psycho soc
222
revalidatie
Facilitair
ZWO-staf
financien
administratie
hotelmatig
intensieve zorg
Toelichting: Ondernemingsraad (OR), Bewonersraad (BR) en Vrijwilligersraad (VR) overleggen direct met het bestuur. 222 groep gediplomeerd verpleegkundigen van af nivo 4, die volcontinu de verpleegkundige eindverantwoordelijkheid draagt. Oktober 2009
Het RRR wil een goed werkgever zijn zonder voorbij te gaan aan het feit dat iedereen hard moet werken. Bijna altijd is dat in teamverband. De positieve motivatie van de medewerkers is van groot belang. Het RRR heeft een laag ziekteverzuim (4,5%) en vacatures kunnen vrijwel onmiddellijk worden vervuld. In de visie van het RRR is 'Zich gewaardeerd voelen' en 'eigen talenten kunnen ontplooien' belangrijk. Oudere medewerkers blijven gewaardeerde krachten en krijgen als dat nodig is individuele ondersteuning.
Het RRR telt momenteel (2010) ruim 320 medewerkers. Dat zijn ongeveer 200 fulltimers. De medewerkers hebben circa 30 verschillende landen van herkomst. Ruim 50 van hen hebben ten minste een HBO opleiding afgerond. De personeelsformatie in de periode 2008 tot 2015 groeit tot ongeveer 280 fte. Dat is een toename met 100 fte. Vooral het aantal behandelaars zal aanzienlijk groeien. De medische staf bestaat uit revalidatieartsen, specialisten ouderenzorg, basisartsen en een specialist ouderenzorg in opleiding. De medische staf werkt daarnaast ook samen met diverse andere specialisten w.o. reumatologen en geriaters. Deze specialisten werken veelal op consultbasis voor het RRR. De specialismen Specialist Ouderen Geneeskunde en Revalidatiearts zijn schaars. Beide specialismen worden efficiënt ingezet. Veel van het werk wordt ook nu al gedelegeerd. Dit stelt hoge eisen aan alle hierbij betrokken medewerkers. In de toekomst zal hiertoe ook het aantal nurse practitioners7 en physical assistances8 worden uitgebreid. Het RRR is een kleinschalige organisatie, een leerbedrijf van Calibris (zorg, welzijn en sport), Ecabo (administratief en facilitair), Kenwerk (Kenniscentrum voor Horeca, Bakkerij, Reizen en Recreatie), KOC (Kennis Ontwikkeling en Uiterlijke verzorging). Ook studenten van de Hogescholen en Universiteiten lopen in het RRR stage. Jaarlijks worden nu al zeker 100 stagiaires begeleid. Nieuwe medewerkers solliciteren vaak spontaan na een inspirerende stageperiode. Het management verwacht dan ook weinig hinder te hebben van de schaarste op de arbeidsmarkt. Vacatures zullen relatief snel vervuld zijn.
Een betrokken en goed functionerende ondernemingsraad is in het belang is van de totale organisatie. Voorstellen uit de RIE (Risicoinventarisatie) worden meegenomen in het ontwerp van de nieuwbouw en verbeteren de kwaliteit van de toekomstige werkomstandigheden. Naast de OR zullen ook de medewerkers worden geconsulteerd over de en de daarmee samenhangende keuzes. Speerpunt van beleid is het voorkomen van duurzame belasting van medewerkers. 7
Nurse practitioners zijn zorgprofessionals met een relatief nieuwe functie in het huidige gezondheidszorgstelsel. Nurse practitioners integreren als zelfstandig behandelaar of medebehandelaar medische en verpleegkundige zorg, waardoor de zorg voor patiënten beter en toegankelijker wordt. 8
Het beroep PA is gepositioneerd in het medisch continuüm. De PA werkt onder supervisie van de specialist en biedt professionele medische zorg. Verwacht wordt dat de introductie van het beroep PA in Nederland zal leiden tot meer continuïteit en kwaliteit in de gezondheidszorg en tot een verhoging van efficiency en arbeidsproductiviteit in zowel de eerste- als in de tweedelijns zorg.
Elektrische hulpmiddelen zoals bedden, tilliften en douchestoelen zijn nu al voldoende beschikbaar maar zullen dat in de toekomst zeker ook zijn. Door het gebruik van zgn. plafondliften zal de belasting van medewerkers verder afnemen. De administratieve belasting van medewerkers is gereduceerd door het gebruik van Caretracker, een softwareprogramma in combinatie met een touchscreen. Het RRR participeert in verschillende Nationale projecten op het gebied van: decubitus pre Het RRR heeft goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers. In de zorg verschoof de laatste jaren het accent van niveau 2 naar niveau 3 (verpleeghuiszorg) en 4 (revalidatie). De samenwerking met Regionale Opleidingscentra (ROC) wordt in de toekomst uitgebreid.
11. De nieuwbouw Nieuwbouw is mogelijk direct naast het huidige gebouw op een stuk grond van 2 ha dat hiervoor is aangekocht. Het nieuwe RRR vervangt op termijn het gebouw dat 40 jaar geleden werd gebouwd. In het nieuwe gebouw is behandeling en revalidatie mogelijk mét en zonder verblijf. De periode kan variëren van enkele weken tot 12 maanden. Patiënten worden in deze periode bij voorkeur naar de thuissituatie ontslagen Voor langere perioden is ook verblijf (wonen) mogelijk. Deze vorm heet momenteel behandeling met verblijf (of verpleeghuiszorg). Na realisatie van de tweede fase zijn er 180 eenpersoonskamers elk met een oppervlakte van 45 m². De inrichting is vergelijkbaar met een hotel met 4 sterren. Iedere afdeling telt tien kamers per unit. Geschikt voor tien tot twintig patiënten. Speciaal ingerichte ruimten zijn geschikt voor behandeling en invulling van dagprogramma´s. Het nieuwe RRR heeft ongeveer 20.000 m² vloeroppervlak. De nieuwe kamers voldoen aan de hoogste privacyeisen en zijn aanzienlijk groter dan nu gangbaar is in de zorg. Na de eerste bouwfase is het mogelijk dat een kamer door twee of meer patiënten wordt gebruikt. Het betreft hier niet alleen patiënten die ter revalidatie zijn opgenomen na ontslag uit het ziekenhuis maar ook mensen met een verpleeghuisindicatie die de voorkeur uitspreken om een kamer te delen. De tweede bouwfase start naar verwachting in 2016.
Oude situatie
Nieuwbouw fase 1
Nieuwbouw fase 2
1 pers kamers
43
68
180
2 pers kamers
32
56*
0
Meerpersoonskamers
23
0
0
Capaciteit in bedden
130
180
180
* van dit aantal worden 28 nieuwe 1 persoonskamers tijdelijk ingezet als 2 persoonskamer
Het is nog niet duidelijk hoe, na oplevering van de eerste fase, het oude gebouw wordt gebruikt. Verschillende opleidingsinstituten zijn geïnteresseerd in het gebruik van de ruimten. Vooralsnog gaat het RRR ervan uit dat de kosten voor instandhouding van het gebouw gecompenseerd worden door de opbrengsten. De 180 kamers zijn identiek, met uitzondering van enkele details. De kamers kunnen zijn geschikt voor verpleeghuiszorg of voor revalidatie. Bij berekeningen wordt uitgegaan van 120:60. Dit is een voorzichtige aanname. Eind 2010 zijn er al 55 revalidatiebedden. Het is de ambitie om het gebouw cradle to cradle (C2C), te bouwen. Zowel bouw- en milieutechnisch als in het gebruik. Cradle to cradle wil zeggen duurzaam. Dit komt tot uitdrukking in: de stadparkachtige omgeving (ontworpen door Piet Oudolf) het overleg met omwonenden de ondergrondse warmte en koude opslag Hygiëne, licht, ruimte en toegang tot het hebben een belangrijke rol. Als de nieuwbouw klaar is zijn ook een aantal ruimtelijke ordenings problemen aangepakt (parkeeroverlast). Het RRR maakt afspraken met toeleveranciers over het duurzaam maken van hun dienstverlening. Het RRR koos voor een gebouw dat ook voor andere doeleinden is te gebruiken. Het koos niet voor een langere afschrijvingstermijn dan de gebruikelijke 30 jaar. Flexibiliteit en duurzaamheid rechtvaardigen wel een hogere restwaarde (10%) dan alleen de grondprijs (5 miljoen). Hogere efficiency moeten de meerkosten terugverdienen van de healing environment (tuin en inrichting) en privacy (sanitair en vierkante meters).
12. De voorzieningen De leidende vraag voor het bepalen van de omvang en diversiteit van het RRR is: “Wat heeft toegevoegde waarde voor de patiënt uit de doelgroep?”. De technische en economische levensduur van de nieuwbouw is 10 a 20 jr langer dan de gekozen afschrijvingsperiode (30 jr).De vooroorlogse generatie is veelal zuinig en spaarzaam. Pas tien jaar na ingebruikname van de nieuwbouw verwachten patiënten méér van het gebouw. Dat is lastig bij de behoefte bepaling. De nieuwbouw van het RRR onderscheidt zich van andere aanbieders door meer comfort en privacy te realiseren. De behandelruimten en outillage zijn van vergelijkbare kwaliteit zijn. De investeringskosten kunnen lager zijn omdat voorzieningen die niet op de doelgroep zijn afgestemd (arbeidsreïntegratie) niet gebouwd worden. Bij revalidatiecentra is een zwembad gebruikelijk. Het RRR kiest voor een SPA centrum. Conditieverbetering en stimulans tot activiteit staan hier centraal. Sommige voorzieningen zijn ook beschikbaar voor derden. Bijvoorbeeld tuin, fitness, zwembad. Een grote patiënten met reumatisch aandoeningen wil hiervan graag gebruikmaken. Ook omwonenden zijn geïnteresseerd in periodieke preventieve lichamelijke controles en coaching in combinatie met fitness en zwemen. Het businessplan houdt nog geen rekening met de mogelijke inkomsten hieruit. Het RRR is mede initiatiefnemer van ‘Fit for Life’, een internationale organisatie. Doelstelling is ouderen actief te laten blijven. Het RRR stimuleert ook op Rotterdams niveau “Fit for Life”. Dit initiatief past bij bovengenoemde mogelijkheden. Een goed restaurant behoort ook tot het geheel aan voorzieningen. Presentatie en sfeer krijgen veel aandacht in de nieuwbouw. Voor patiënten geeft ook dit invulling en betekenis aan de dag. In het RRR wordt al 25 jaar een Galerie geëxploiteerd. Iedere 6 weken wordt een nieuwe expositie gepresenteerd waarvoor grote belangstelling bestaat bij het publiek en bij professionele kunstenaars. In de nieuwbouw worden ook voorzieningen getroffen om kunst te presenteren. In verschillende ateliers kan muziek worden gemaakt, gekookt, geschilderd en kunnen andere activiteiten worden ondernomen.
13. Flexibiliteit en duurzaamheid Het ontwerp van de nieuwbouw geeft hoge prioriteit aan flexibiliteit en duurzaamheid. Flexibiliteit komt tot uitdrukking in scheidingsmogelijkheden tussen gebouwen en verschillende indelingsmogelijkheden van kamers. De standaardoppervlakte van 45 m² maakt het mogelijk om van 2 kamers één appartement te maken van ca 90 m². In de eerste jaren na oplevering worden de kamers door twee personen gebruikt. De 180 kamers zijn allemaal gelijk op enkele details na. Hierdoor kan verpleging en revalidatie in elke verhouding plaatsvinden. Naast de verhouding van 120 : 60 is ook berekend wat de gevolgen zijn bij een verhouding van 90 : 90 en van 60 : 120. De afmetingen van de kamers maakt het mogelijk het gebouw als dat nodig is een heel andere bestemming te geven. Bijvoorbeeld die van een hotel. Duurzaamheid komt uitdrukking in: de keuze voor de architect (Jan Plesman van CPEZED) en de buitenruimten (Piet Oudolf), de stadsparkachtige omgeving, het gebruik van materialen, de betrokkenheid van de patiënten en medewerkers, het overleg met de omwonenden, de ondergrondse warmte en koude opslag.
14. Fasering Realisatie van de nieuwbouw vindt plaats in twee fases. Volgens plan start de bouw in 2011. Privacywinst vindt gefaseerd plaats. De oplevering vindt plaats in 2013. Een deel van de eenpersoonskamers van 45 m² wordt tot de oplevering van de 2e fase door twee personen gebruikt. De omvang van behandelruimten is gekoppeld aan de klinische capaciteit. Deze gaat uit van een behandelintensiteit van gemiddeld 1,7 uur per dag. Van de behandelingen vindt 80% in groepen plaats. De omvang van de poliklinische capaciteit gaat uit van een toename van het aantal modules. Per week moeten gemiddeld vier in plaats van twee nieuwe modules starten. Op jaarbasis zijn dat ca 800 patiënten. Een module duurt gemiddeld 14 weken. Wekelijks vindt zes uur therapie plaats. Wanneer 90% van de modules gevuld zijn met patiënten worden jaarlijks 60.000 RBU gerealiseerd. Het RRR rekent erop dat deze toename geleidelijk aan plaatsvindt. Het businessplan gaat ervan uit dat de doelstelling voor 75% wordt gehaald. Stijgt de vraag naar poliklinische revalidatie sterker dan nu verwacht dan kunnen in de tweede fase patiëntenkamers ingeruild worden voor behandelruimten.
15. Marketing De omvang van de Nederlandse bevolking neemt nog steeds toe en bedraagt op 1 januari 2010: 16,6 miljoen inwoners. Aanduiding: Groen Productief Grijs
leeftijd Tot 20 jr 20 – 65 jr Boven 65 jr
1980 55 25 20
2010 39 36 25
Tussen 2003 en 2008 is de levensverwachting toegenomen met 2 jr. De levensverwachting van mensen zonder lichamelijke beperkingen met een lage opleiding is 14 jr lager dan die van hoog opgeleiden (bron Medisch Contact, 01.04.2010). 15.1 Demografische analyse. Het RRR richt door: 1) 2) 3) 4)
zich op: “ouderen met complexe zorgvragen”. Deze doelgroep neemt in omvang toe de toename van het aantal ouderen de toename van de levensverwachting de bewustwording dat de levenskwaliteit van ouderen kan worden verbeterd (zowel preventief als curatief). daling van de leeftijd waarop aanvullende ondersteuning nodig is
sub 1) In Rotterdam neemt het percentage 65+ binnen tien jaar toe van 15 tot 20 % (bron COS). sub 2) Iedere vijf jaar neemt in Nederland de levensverwachting met een jaar toe. sub 3) Passiviteit van ouderen leidt snel tot afname van spierkracht maar het omgekeerde is ook het geval waardoor in korte tijd de mobiliteit kan worden verbeterd. sub 4) De gemiddelde leeftijd in een somatisch verpleeghuis bedraagt 80 jaar. In het RRR is de gemiddelde leeftijd van een (poli)klinische revalidatiepatiënt ongeveer 75 jaar. Een dalende trend is zichtbaar. In de groep ouderen voltrekken zich grote veranderingen. De verwachtingen die men van het leven heeft veranderen. De babyboomers van na de oorlog hebben een hogere opleiding, meer koopkracht en uitgebreide internationale kennis (internet) en ervaring. Zij beïnvloeden de inrichting en de organisatie van de gezondheidszorg. Van de 4,5 miljoen mensen die ouder zijn dan 65 jr heeft een op de drie meerdere ziekten. Feitelijke gezondheid en draagkracht van betrokkenen lijken een wisselwerking te hebben. Dit komt tot uitdrukking in de ervaren kwaliteit van leven. Ontwikkelingen die de draagkracht beïnvloeden zijn: toenemende individualisering een groter aantal één persoons huishoudens een afnemend incassering- en aanpassingsvermogen een wankel sociaal netwerk. Juist deze omstandigheden spelen een rol wanneer de last van ziek zijn zwaarder wordt.
15.2 Waar wonen de patiënten Rotterdam telt 600.000 inwoners. Ongeveer 145.000 mensen zijn 55+. De gemeente heeft vijf 5 gebieden (het centrum, noordwest, noordoost, zuidwest en zuidoost). Het RRR ligt aan de rand van het noordoosten. Het verzorgingsgebied strekt zich uit van de Deelgemeenten: Hillegersberg-Schiebroek, Alexanderpolder en Kralingen tot en met de oude 3 B hoek, (het nieuwe Lansingerland), Capelle a/d IJssel en Pijnacker-Nootdorp.
Het primaire verzorgingsgebied van het RRR De omliggende Gemeenten Het RRR Deelgemeenten van Rotterdam
In het Noordoostelijk deel van de Gemeente Rotterdam stijgt het aantal 65+ nauwelijks. In de omringende gemeenten van het noordoostelijke Rijnmondgebied neemt het aantal 65+ toe.
Totaal aantal inwoners en 65+ in de regio Rotterdam Noordoost (bron COS)
2010 * 000
totaal
2015 totaal
2020
Rotterdam
240
w.v. 65+ 36
totaal
232
w.v. 65+ 37
230
w.v. 65+ 38
Aangrenzende Gemeenten
165
20
177
25
191
30
Totaal
400
56
409
62
421
68
Het RRR baseert toename van behandelingen op de emancipatie van ouderen. Zij accepteren vermijdbare of herstelbare restinvaliditeit niet. Omdat de doelgroep jonger wordt neemt het aantal toe. Er zijn vier keer zoveel ouderen 65+ dan 80+. De vraag naar intramurale verpleeghuiszorg neemt naar verwachting nauwelijks af. Het is mogelijk om lang(er) thuis te wonen omdat de mogelijkheden daartoe beter zijn. Maar het sociale netwerk van het toenemend aantal eenpersoonshuishoudingen is zwakker. Frictie ontstaat doordat het aanbod van intramurale capaciteit nog steeds afneemt. De behoefte aan polklinische revalidatie neemt sterk toe doordat ouderen de mogelijkheid op herstel gaan gebruiken. Op basis van de emancipatie van ouderen ontstaat een nieuwe markt en nieuw inzicht in het aanpassend vermogen van lichaam en geest.
15.3 Diagnose groepen De groep ouderen boven de 65 dragen bijna de helft van de totale ziektelast in de bevolking (47%). Beroerte, kanker, diabetes en artrose zijn hiervoor vooral verantwoordelijk. Een aantal zeer invaliderende aandoeningen stijgt spectaculair in de komende jaren. Deze is in de onderstaande tabel samengevat. De stijging komt bijna in alle gevallen voor rekening van demografische ontwikkelingen. Dat wil zegen, de genoemde aandoeningen hangen voor samen met leeftijd. De levensverwachting stijgt in combinatie met een groeiend of gelijkblijvend aantal ouderen.
Aandoening
Stijging 2005 – 2025 (bron RiVM)
CVA (beroerte)
+ 44%
Reuma
+ 22%
Osteoporose
+ 33%
Diabetes
+ 32%
Parkinson
+ 47%
MS
+ 5%
Artrose
+ 37%
Heup fracturen
+ 40%
Kanker
+ 40%
COPD
+ 38%
Bij ongewijzigd beleid neemt het aantal aandoening van de vergrijzende samenleving toe. Het RRR heeft een alternatief. Een wetenschappelijk ondersteunde aanpak die al langer in praktijk wordt gebracht. Centraal staan de beperkingen van de ouderen waardoor zij hun doelen niet kunnen realiseren. Bij een traditionele aanpak staat de onderliggende diagnose centraal. Een voorbeeld van zo’n doel is: zelfstandig thuis wonen. In het RRR werkt de patiënt veelal in groepen. Het is de ambitie om duurzaam herstel na te streven. 15.4 Communicatie Het RRR heeft een eigen WEB-site en onderhoudt deze actief. Daarnaast maakt het RRR gebruik van sociale netwerken (face-book, twitter etc). Traditioneel verwijst de huisarts naar de medisch specialist. Het ziekenhuis ontslaat en de patiënt naar het RRR. Het RRR benadert huisartsen en ouderen direct om te bevorderen dat al in een vroeg stadium voor revalidatie in het RRR wordt gekozen. In 2010 is hiermee een begin gemaakt. Al snel bleek dat de vraag het aanbod overtrof en ontstonden lange wachtlijsten. Inmiddels is de procedure aangepast en zijn er meer revalidatieartsen beschikbaar waardoor de wachttijd is terug gebracht tot 2 weken.
Het RRR deed veel marktonderzoek. Behalve een motivatie onderzoek door SMART-agent is ook onderzoek gedaan naar de tevredenheid van zowel medewerkers als patiënten. Het cliënt tevredenheidonderzoek wordt ieder kwartaal uitgevoerd en heeft stelselmatig geleid tot verbeteringen. Het ontwerp van de nieuwbouw houdt rekening met wensen van medewerkers en patiënten. Het accenten liggen op: -
de healing environment de privacy de kwaliteit variëteit van de services (maaltijden, behandelfaciliteiten en leef- en werkklimaat).
Het medewerkers tevredenheidonderzoek was positief. De gesignaleerde onvrede had vooral betrekking op de bebouwde omgeving. In het nieuwe ontwerp is daarmee rekening gehouden. Consumentenorganisaties en andere zorgaanbieders zijn geïnteresseerd in het concept van het RRR. De vragen om rondleidingen/werkbezoeken en lezingen zijn groot. Het stelt zich open op. Het RRR initieert en neemt deel in lokale netwerken die samenwerken om de cliënt vanuit zijn eigen perspectief van dienst te zijn. De zorgpaden die het consumentenplatform gepropageerd sluiten hierop naadloos aan. Naast een succesvolle record op het vlak van free publicity in dagbladen lokale bladen en RTV startte het RRR ook met advertising. De maandelijkse advertentie in de “de Oud Rotterdammer” is hiervan een succesvol voorbeeld.
16. Belanghebbenden (stakeholders) Het RRR heeft intern en externe belanghebbenden. De interne belanghebbenden zijn: - patiënten hun familieleden en mantelzorgers, - medewerkers, personeel, stagiaires en vrijwilligers, - klachtencommissie, in- en externe vertrouwenspersonen (van medewerkers en patiënten) en - de Raad van Toezicht. Daarnaast heeft het RRR ook te maken met externe belanghebbenden. Dit zijn o.a.: - Patiënten organisaties, - De Inspecties van Volksgezondheid, milieu en veiligheid en de arbeidsinspectie, - De Deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek, - De Gemeente Rotterdam, - Openbaar vervoer, Politie, Brandweer en Ambulance diensten, - Financiers (Banken) en daaraan gerelateerde organen (WfZ, NZa), - Subsidieverstrekkers en Fondsen, - Toeleveranciers, collega zorgaanbieders, sponsors, - Universiteiten en Roc’s en - Zorgverzekeraars en het Zorgkantoor.
16.1 De zorgverzekeraars Sinds de invoering van de basisverzekering op 1 januari 2006 proberen de zorgverzekeraars zich te onderscheiden van de concurrenten. Door schaalvergroting is het aantal zorgverzekeraars gereduceerd. Belangrijke veranderingen die aan de inkoopzijde plaats vinden betreffen: • productfinanciering i.p.v. instellingsfinanciering • resultaatverplichting i.p.v. inspanningsverplichting • selectieve inkoop met een gedifferentieerd tarief i.p.v. administratieve contracten • ketenzorg i.p.v. geïsoleerde verstrekkingen. ACHMEA verzekert, direct of indirect, 78 % van de Rotterdamse bevolking. Een andere belangrijke ziektekostenverzekeraar is DSW. Zij hebben in de noordoost regio een marktaandeel van ruim 10%. Met beide zorgverzekeraars wil het RRR lange termijn productieafspraken maken. Op initiatief van ACHMEA stemde de koepelorganisatie van verzekeraars (Zorgverzekeraars Nederland) ermee in dat het RRR met beide verzekeraars overeenkomsten kan afsluiten die algemeen bindend zijn. Achmea en DSW hebben de intentie uitgesproken om op lange termijn complementaire productieafspraken te maken met het RRR voor de AWBZ en de ZVW.
17. Vraag en aanbod in perspectief De verwachting is dat na realisatie van de nieuwbouw de vraag naar intramurale verpleeghuiszorg sterk toeneemt. Kwaliteit, comfort en positieve publiciteit rond een nieuwe voorziening beïnvloeden de vraag positief. Op basis van het inzicht dat herstel ook op hogere leeftijd mogelijk is, zal ook de vraag naar poliklinische revalidatie toenemen. De verlaging van de leeftijdsgrens tot 60 – 65 jaar zal grote gevolgen hebben omdat er zoals al eerder is gesignaleerd 4x zoveel mensen 65+ zijn dan 80+. Nu al melden mensen zich voor revalidatie aan die woonachtig zijn in andere EU landen.
18. De Patiëntenraad De patiëntenraad bestaat uitsluitend uit patiënten. Zij hebben een ambtelijk secretaris en een eigen budget. Ieder besluit dat het bestuur neemt wordt voorgelegd aan de patiëntenraad. In de afgelopen tien jaar is het diverse malen voorgekomen dat een eenmaal genomen besluit door de patientenraad is terug gedraaid en omgekeerd is het nimmer gebeurd dat het bestuur een besluit heeft genomen waarvan zij de patiëntenraad niet heeft kunnen overtuigen van het nut of de noodzaak van dat besluit. De patiëntenraad heeft daarnaast een eigen vermogen dat hen in staat stelt uitgaven te doen waarin het reguliere budget niet voorziet. Zij hebben zelf aanvullende domotica en extra fitnessapparatuur aangeschaft. De patiëntenraad is en voelt zich nauw betrokken bij de nieuwbouw. In het verleden was de patiëntenraad ook nauw betrokken bij de bouw van de “Mozart – vleugel” dit heeft er zelfs toe geleid dat het College Bouw die betrokkenheid als voorschrift is gaan hanteren. Een voorbeeld van een initiatief dat door de cliëntenraad is gestart betreft de ontwikkeling van de inmiddels gepatenteerde “universele rolstoelkantelaar” waarmee het mogelijk is om mensen met ernstige beperkingen toch de juiste tandheelkundige zorg te bieden. Ook het idee voor de aanleg van een bijzondere tuin met oefenmogelijkheden is ontstaan in de bewonersraad. Deze tuin in ontworpen door Piet Oudolf en maakte onderdeel uit van Rotterdam Culturele Hoofdstad van Europa in 2001.
19. De bedrijfsvoering Het RRR heeft voorafgaand aan de formele erkenning langdurig zeer efficiënt moeten werken om met een beperkt budget toch intensief te kunnen behandelen. Wanneer er met grote vertraging alsnog een aanvullend budget werd verkregen is dit benut om of het comfort van de cliënt te verbeteren of investeringen te doen die de kwaliteit of efficiency ten goede kwamen. Voorbeelden daarvan zijn: de healing environment, de actieve participatie in landelijke prevalentie metingen, het gebruik van planningsinstrumenten en ICT voor de administratieve ondersteuning (Care Tracker). De capaciteitsverruiming en de toepassing van nieuwe (ICT) technologieën maken het mogelijk de efficiency nog verder te verbeteren. Wanneer de nieuwbouw in gebruik is genomen zal, stapsgewijze de efficiency kunnen worden verhoogd. Dit komt de kwaliteit van zorg en het plezier in het werk ten goede. De verbetering van logistieke processen, het wennen aan centrale planning en het inrichten van een administratief systeem om DBC te kunnen declareren (Ecaris) hebben veel aandacht gekregen. Het elektronisch patiënten dossier is grotendeels ingevoerd. De sociale lasten zijn en blijven de voornaamste kostenpost in de exploitatie. De inzet van medewerkers zal veel meer dan voorheen de productie moeten volgen. Vanaf 2011 wordt de bedrijfstijd verlengd worden om de behandelruimten efficiënt te gebruiken.
20. De financiering De noodzaak om op korte termijn een besluit te nemen over nieuwbouw is overduidelijk. De vraag naar revalidatie is groot en de beschikbare ruimten en privacy zijn onvoldoende. Het tempo waarin maatschappelijk wenselijke veranderingen kunnen worden uitgevoerd is onduidelijk. Daarom kiest het RRR voor een aanpak in twee fasen. In één keer wordt de capaciteit vergroot tot 180 bedden. Aanzienlijke privacyverbetering vindt plaats in fase twee. Vijftig éénpersoonskamers worden nog enkele jaren door twee patiënten gedeeld. Deze kamer is groter dan de huidige éénpersoonskamer. In het businessplan zijn negen parameters opgenomen. Hiermee kunnen effecten van aannames worden berekend. Met behulp van een “Monte Carlo” analyse zijn duizenden combinaties van aannamen doorgerekend. Het meest kwetsbaar zijn de totale investering en de rekenrente voor het lang krediet. Voor patiënten is de toegevoegde waarde van een ondergrondse parkeergarage beperkt. Daarom is besloten deze niet aan te leggen.
Parameters Rekenrente lang krediet Rekenrente kort krediet Index investeringen Prijsstijging opbrengsten Prijsdruk Prijsstijging personeelskosten Prijsstijging materiele kosten Kapitaallasten ZZP Kapitaallasten DBC Het RRR onderzoekt momenteel verschillende financieringsconstructies. Toetreding tot het Waarborgfonds lijkt op basis van een eerste bespreking realistisch. Toch duurt integrale beoordeling van het nieuwbouw project (inclusief Businessplan) door het Waarborgfonds enkele maanden. Daarom wordt het businessplan tegelijkertijd aan relevante marktpartijen aangeboden.
Naast de traditionele financiers zoals De Waterschapbank, De Bank Nederlandse Gemeenten, Triodos, RABO, ING en ABN-AMRO (= huisbankier) worden ook andere constructies onderzocht. Hierbij zou het onroerend goed gedurende een bepaalde periode niet het eigendom zijn van het RRR maar wordt van een andere partij worden gehuurd. Het ministerie van Financiën promoot een aanpak waarbij de partijen die te maken hebben met: bouwen, onderhouden, exploiteren en financieren een samenwerkingverband aangaan. Ook hierover is het RRR in gesprek. 20.1 Eigen bijdragen De Rotterdamse bevolking heeft geringe koopkracht. Daarbij komt dat velen van Niet Nederlandse geboorte zijn waardoor zij gedeeltelijke AOW-rechten hebben en misschien een klein pensioen opbouwde. Het RRR ligt in het noordoostelijk deel van Rotterdam. Daar wonen veel mensen met een boven gemiddeld inkomen. Datzelfde geldt voor de mensen in de randgemeenten. Al jaren trekt Rotterdam mensen met lage inkomens aan en stoot het mensen met hoge inkomens af. Het RRR biedt een welkome aanvulling op het Rotterdamse beleid om deze ontwikkeling te keren. Het eigen vermogen van mensen kan gebruikt worden voor aanvullende zorg of extra services. 20.2 Fondswerving De tuin en het zwembad lenen zich prima voor fondswerving. Met de Rotterdamse kunstenaar Jos Looijse en zijn vrouw Beatrijs is de actie “beter gezicht” gestart. Een groot aantal mensen worden geportretteerd. Deze actie voorziet in een opbrengst van ruim € 200.000. Hiervoor hebben zich tot nu toe 70 mensen aangemeld waar onder beroemde persoonlijkheden zoals de huidige en voormalige burgemeester van Rotterdam de heren Opstelten en Aboutaleb alsmede Mies Bouwman. Met de opbrengst uit fondsen is in het businessplan geen rekening gehouden.
21. Juridische structuur Het RRR is een zelfstandige stichting. De Raad van Bestuur bestuurt onder toezicht van een Raad van Toezicht. De “Zorgbrede Governance code 2010” wordt onderschreven. De innovatieve ontwikkeling van het RRR is mede mogelijk geweest door de combinatie van specialisatie en kleinschaligheid. De collega instellingen zijn tal van fusies aangegaan. Hierdoor zijn er nog enkele grote spelers. Door efficiënt te produceren hebben zij vooral geprobeerd Eigen Vermogen op te bouwen. Het is denkbaar dat het RRR op termijn een andere juridische constructie nodig heeft om de visie te kunnen realiseren. Ook een vorm van samenwerking met bijvoorbeeld een ziekenhuis, revalidatiecentrum, zorgcentrum of woningcorporatie is denkbaar.
22. Concurrentieanalyse De collega zorgaanbieders kozen allemaal voor schaalvergroting door fusie en het extramuraliseren van intramurale zorg. Het RRR bleef kleinschaligheid en zelfstandig en specialiseerde zich in de behandeling van ouderen met complexe aandoeningen. Vergelijking van het nieuwe RRR met andere zorgaanbieders aan de hand van criteria, die specifiek voor het revalideren van ouder wordende mensen belangrijk zijn RRR Traditioneel Humanitas Zorghotel Reva Verpl. Huis centrum Privacy **** ** ***** *** ** Behandelklimaat ***** *** ** *** ** voor ouderen Deskundigheid **** ** ** *** **** Behandel ***** ** ** *** **** intensiteit Healing ***** ** ***** *** ** environment Medewerkers ***** *** *** **** *** tevredenheid Het RRR speelt samen met collega aanbieders in op belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. Een uiteenlopend zorgaanbod komt de kwaliteit van de gezondheidszorg ten goede. Aandacht voor privacy, een behandelklimaat dat is afgestemd op ouderen, een intensieve behandeling en een healing environment leveren een uniek concept op. Dit wordt verduidelijkt aan de hand van De bovenstaande tabel. Hierin worden zes dimensies vergeleken die relevant zijn voor het door het RRR ontwikkelde concept. Met dit overzicht wordt de unieke positie geïllustreerd die het RRR gaat innemen. De vergelijking is niet bedoeld als diskwalificatie voor de zorgaanbieders met wie het RRR wordt vergeleken: Rijndam revalidatie centrum, De Stromen/Aafje, Laurens en Humanitas. Deze zorgaanbieders hebben allemaal een meer generieke taak en doelstelling. Zij moeten dit realiseren in gedeeltelijk verouderde centra. Rijndam is veel omvattender dan het RRR maar daarin ligt ook hun zwakte. Het behandelklimaat is minder toegesneden op ouderen. Antonius Binnenweg (Laurens), ligt in het centrum van Rotterdam en is recent ingrijpend gerenoveerd en heeft een eigen zwembad. De ambities op het vlak van ouderenrevalidatie stemmen overeen met het RRR. Antonius werkt samen met het Rijndam Revalidatiecentrum. Het zorghotel van Aafje en Humanitas bieden veel comfort maar minder behandeling. Het RRR biedt onder één dak zowel (poliklinische en klinische) revalidatie als intensieve zorg op basis van een AWBZ indicatie. Voor patiënten die intensieve zorg behoeven gelden er andere criteria en levert de vergelijking met deels andere instellingen ook een ander beeld op. Maar ook hier onderscheidt het RRR zich in positieve zin door: de privacy, de service verlening, het comfort, de healing environment en de medewerkers tevredenheid.
23. De resultaten Het initiatief van het RRR vergroot de diversiteit van het zorgaanbod. Structurele gezondheidswinst voor ouderen tegen lagere kosten lijkt mogelijk. Ondanks een forse investering blijft het duurzaam en flexibel ontworpen gebouw compact en gericht op de toegevoegde waarde voor de cliënt. De afschrijvingsperiode is 30 jaar, de restwaarde (10%) gaat alleen uit van de grondprijs. Door de schaalvergroting is efficiënter werken mogelijk en neemt de budgettaire druk op bijvoorbeeld de verpleging af. De resultaten op revalidatie zijn vooralsnog beperkt omdat rekening is gehouden met aanloopproblemen van een nieuw administratief systeem. Alleen in de eerste twee jaar na oplevering van de eerste fase wordt rekening gehouden met een klein negatief resultaat. In de eerste tien jaar zijn cashflow en solvabiliteit positief. De keuze voor lineaire afschrijving zorgt voor een gunstig perspectief voor de periode daarna.
Bijlage 1 Binnen de groep hart- en vaatziekten wordt voor de prevalentie van een doorgemaakt hartinfarct een toename verwacht met 55.000 gevallen (+18%), voor beroerte met 105.000 gevallen (+57%) en voor hartfalen met 90.000 gevallen (+54%). De relatiefgeringe stijging in het aantal doorgemaakte hartinfarcten is het gevolg van de dalende trend in deze ziekte in het verleden. Voor diabetes wordt een toename met ongeveer 320.000 gevallen verwacht (+58%) en wanneer de prevalentie van overgewicht in het huidige tempo door blijft stijgen, wordt zelfs een toename met 390.000 gevallen verwacht (+71%) (methode 3). Binnen de groep kanker valt met name de relatief grote stijging van longkanker met 3.500 gevallen(+81%) bij vrouwen op, tegenover een stijging met 6.000 gevallen (+38%) bij mannen. Dit wordt veroorzaakt door de veranderde rookpatronen bij vrouwen ten opzichte van mannen: de rookprevalentie is bij mannen de afgelopen decennia gedaald, terwijl deze bij vrouwen is gestegen. De prevalentie van borstkanker bij vrouwen stijgt met 34.000 gevallen (+30%).Voor colonkanker wordt een toename met bijna 20.000 gevallen verwacht (volgens methode 1) (+45%). Voor astma is de toename naar verwachting ongeveer 12%. Voor COPD wordt een stijging met bijna 90.000 gevallen verwacht (+19%), waarbij de stijging bij pag. 10 van 98 RIVM rapport 260401004 vrouwen relatief groot is (+31%) ten opzichte van die bij mannen (+12%). Dit is wederom het gevolg van de veranderde rookpatronen bij vrouwen ten opzichte van mannen. Voor osteoporose wordt, volgens methode 1, een sterke toename met ongeveer 350.000 gevallen verwacht (+41%) bij mannen en vrouwen van 55 jaar en ouder. Conclusie Demografische ontwikkelingen zijn de dominante factor in de sterke stijging van de toekomstige chronische ziektelast. In zowel absolute als relatieve zin, is de stijging in de prevalentie van diabetes en osteoporose het grootst. Daarnaast valt op, dat het verschil in de ontwikkeling van de rookgewoonten tussen mannen en vrouwen in de afgelopen decennia, zijn weerslag zal hebben op de toekomstige ziektelast. De prevalentie van rookgerelateerde ziekten stijgt bij vrouwen sterker, en bij mannen juist minder sterk, dan op grond van demografische ontwikkelingen alleen zou worden verwacht. Dit geldt met name voor longkanker en COPD. De invloed van leefstijlfactoren op toekomstige ziektelast wordt duidelijk uit het berekende effect van een verdere toename in de prevalentie van overgewicht, waarbij met name een effect op het aantal toekomstige diabeten wordt gezien. * **
= oplevering fase 1 in 2013 = oplevering fase 2 in 2017/2018
Gebruikte afkortingen AOW
Algemene Ouderdomswet
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BMG
Beleid en Management Gezondheidszorg
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
COPD
Chronic obstructive pulmonary disease
C2C
cradle to cradle
CQ-index
Consumer Quality Index
CVA
Cerebraal Vasculair Accident
DBC
Diagnosebehandelingcombinatie
EU landen
Europese Unie landen
Fte
fulltime-equivalent
HKZ
Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector
ICF-model
International Classification of Functioning, Disability and Health
KAM-meldingen
Kwaliteit, Arbeidsomstandigheden en Milieu
MS
Multiple Sclerose
NZa
Nederlandse Zorgautoriteit
OR
Ondernemingsraad
RBU’s
Revalidatiebehandeluren
RIVM
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne
RRR
centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam
WfZ
Waarborgfonds voor de Zorgsector
WHO
World Health Organisation
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
ZVW
Zorgverzekeringswet
ZZP
ZorgZwaarte Pakket