Bulletin van de Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten”
29e jaargang (2010), aflevering nr. 2. 1
Het BULLETIN is een uitgave van de Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten”. REDACTIECOMMISSIE Drs. W.M. Verschraegen (voorzitter-secretaris) R. van den Elshout Dr. J.H.J. de Kort Het Bulletin van de Oudheidkundige Kring ”De Vier Ambachten” is een uitgave die driemaal per jaar verschijnt en die bestemd is voor de leden van de Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten” en voor anderen die belangstelling tonen in de volkskunde, de taalkunde en de oudheidkunde, kortom: in de geschiedenis en haar hulpwetenschappen van Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen (voornamelijk de vroegere Vier Ambachten en het Land van Saeftinghe). Het Bulletin wil genoemde terreinen op een zowel informatieve als educatieve wijze onder de aandacht van zijn lezers brengen. Daarnaast wil het Bulletin fungeren als een forum voor zijn lezers om wederwaardigheden, vragen en bevindingen op genoemde terreinen d.m.v. het geschreven woord onder de aandacht te brengen. Voor het publiceren van artikelen, mededelingen, vragen, bijdragen e.d. voor het Bulletin (of artikelen voor het Jaarboek van de Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten”), wende men zich tot de secretaris van de Redactiecommissie: Drs. W.M. Verschraegen, Schoolstraat 10B, 4576 AB Koewacht, telefoon: 0114-720146, e-mail:
[email protected] . Kopij bestemd voor het Bulletin dient uitgetypt, zo mogelijk digitaal, te worden ingezonden. Voor artikelen bestemd voor het Jaarboek neme men eerst contact op met de secretaris.
INHOUDSOPGAVE
Van de Redactie ....................................................................................................................................................................................................................................................... 3 Van het Bestuur ......................................................................................................................................................................................................................................................... 3 Van de Werkgroep Archeologie ......................................................................................................................................................................................................... 4 Van de Excursiecommissie ......................................................................................................................................................................................................................... 4 Van de Stichting Museum “De Vier Ambachten” ...................................................................................................................................................... 5 De provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 ....................................................................................................... 5 Colofon Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten” ................................................................................................................................ 14 Advertenties ............................................................................................................................................................................................................................................................... 15
Foto omslag voorzijde: Auto met het Zeeuwse nummerbewijs Z 6 afgegeven 3 maart 1900 op de Benz Comfortable 3 pk uit 1900 van deurwaarder Johannes Adriaanse uit Hulst (bron: onbekend; collectie K.J.J. Waldeck, De Wijk). Foto omslag achterzijde: Het voormalige Gesticht ‘O.L.V. van Lourdes’ te Zuiddorpe (1929). De architect, J. Rouleau, stadsarchitect te Hulst, heeft de foto gesigneerd in 1931. Het klooster was door verbouwingen voor gebruik als bejaardentehuis (’t Lindenhof’) en asielzoekerscentrum ernstig verminkt en is in april 2010 volledig gesloopt. (collectie Jan Apers, Zuiddorpe.) 2
draad tijdens de Eerste Wereldoorlog’, ‘Notaris Van Dalsum en Hulst’ en ‘De Steense schilder Imandt en zijn werk’. Alle lezingen werden zeer goed bezocht. Wij streven er naar om u ook in het volgende seizoen weer een gevarieerd aanbod te kunnen doen.
Van de Redactie Zoals wij ook in de voorgaande Bulletins reeds hebben bericht, is het dit jaar vijfhonderd jaar geleden dat Cornelis Jansen, beter gekend als Cornelius Jansenius, Bijbelgeleerde en eerste bisschop van Gent, in Hulst werd geboren. Naar aanleiding hiervan heeft de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ het initiatief genomen een herdenking aan Jansenius te wijden. Het initiatief is mede omarmd door het R.K. Kerkbestuur van de Willibrordusparochie van Hulst. Zo is onder supervisie van zowel de Oudheidkundige Kring als het parochiebestuur een tweedaagse viering geprogrammeerd waarbij de gemeente Hulst de ontvangst verzorgt en de ondersteuning verleent. Komend najaar zal op zaterdag 6 november tijdens een academische zitting in de basiliek en op zondag 7 november, na de pontificale dienst, gecelebreerd door de bisschop van Gent, het herdenkingsboek, gewijd aan Jansenius, worden gepresenteerd. Dit boek is tevens het Jaarboek 2009-2010. De vorderingen verlopen volgens de planning en op het moment dat dit Bulletin bij u wordt bezorgd, werkt de drukker aan de eerste drukproef. In het volgende Bulletin zullen de Oudheidkundige Kring en het parochiebestuur u nader informeren met een gedetailleerd programma voor beide dagen.
Binnen de besturen, commissies en werkgroepen zijn onlangs enige wijzigingen opgetreden. Mevrouw M.J. Dankaart en de heer C. Buijsrogge hebben het bestuur verlaten. De heer Buijsrogge is ook teruggetreden uit de Bibliotheekcommissie. Het betuur dankt beide voor hun inzet binnen ‘De Vier Ambachten’. Mevrouw P. Bosmans en de heer J. Bleijenberg zijn de opvolgers in het bestuur, waarbij mevrouw Bosmans voorlopig de secretariaatswerkzaamheden voor haar rekening zal nemen totdat binnen het bestuur een nieuwe secretaris is aangetreden. De heer E. Verstraeten heeft zich om gezondheidsredenen teruggetrokken uit het bestuur van de Stichting Museum ‘De Vier Ambachten’. Het bestuur is ook de heer Verstraeten veel dank verschuldigd voor de vele werkzaamheden die hij in het verleden heeft verricht. Enige tijd geleden is de heer E. Groosman al toegetreden tot het bestuur van het Museum, waarin de heer G. Hiel nu de functie van secretaris vervult. In het vorige nummer heeft u kunnen lezen dat er een werkgroep Archeologie in het leven is geroepen die zal functioneren onder de Commissie Ruimtelijke Ordening. Voor de samenstelling van de Commissie en de Werkgroep verwijzen wij naar het colofon op pagina 14.
Naast de gebruikelijke informatievoorziening van de redactie, het bestuur en de commissies en werkgroepen, is in dit nummer een uitgebreid artikel opgenomen over de Zeeuwse nummerbordbewijzen uit de periode 1900 – 1906. Het is interessant om te lezen hoe in het begin van de vorige eeuw werd omgegaan met de introductie van het gemotoriseerde vervoer in onze provincie en welke rol onze regio daarin heeft gespeeld.
Tijdens de Algemene ledenvergadering is ingestemd met het voorstel om als Oudheidkundige Kring in bepaalde situaties samen te werken met de Stichting Behoud Stadsgezicht Hulst (SBSH). Deze samenwerking is met name bedoeld voor die gelegenheden waarbij de belangen en de te nemen acties van beide verenigingen overeenkomen. Het bestuur wil er evenwel op wijzen dat er een duidelijk verschil is in het karakter en de doelstelling van onze Kring en die van de SBSH.
Wij wensen u veel leesplezier met dit nummer.
Van het Bestuur
Inmiddels is het Museum weer geopend met een interessante tijdelijke expositie ‘Heilige Boontjes’. De activiteiten van onze Kring zijn in deze zomerperiode vooral gericht op het Museum en de excursies en natuurlijk de voorbereiding voor het Janseniusweekeinde en de presentatie van het Jaarboek.
Het winterseizoen 2009 – 2010 is inmiddels afgesloten. In deze periode hebben we vier zeer interessante lezingen gehad op vier verschillende locaties, Axel, Koewacht, Hulst en Sint Jansteen, met uiteenlopende onderwerpen: ‘De bevrijding van de Scheldemonding in 1944’, ‘De Doden-
Wij wensen u een heerlijke zomer. 3
Van de Werkgroep Archeologie
namen, maar ook heel wat wetenswaardigheden boven water gekomen. Tijdens de laatste grote sloop aan de Vismarkt hebben we, na overleg met de gemeente, een oogje in het zeil gehouden. Interessant ogende putten of kelders zijn getekend, gefotografeerd en op ons verzoek afgedekt als bescherming tegen schatgraverij. Toen onlangs in het Verdronken Land van Saeftinghe bij een afslagrand een vloerrest te voorschijn kwam, hebben we die eveneens opgemeten, gefotografeerd en de vondst gemeld aan assistentprovinciaalarcheoloog H. Jongepier.
Jaarverslag 2009. Het postmiddeleeuwse schervenmateriaal dat bij de opgraving aan de Bierkaaistraat, mede door de leden van de werkgroep, uit de diverse waterputten en beerbakken was verzameld, is gedocumenteerd en voor zover dat mogelijk was weer samengevoegd tot herkenbare gebruiksvoorwerpen. Alles is geteld, genummerd en ingevoerd in een database. Van alle gevonden pijpenkoppen en -stelen is eveneens een database gemaakt. En tevens is een deelonderzoek opgestart naar het voorkomen van het witte of Maastrichts aardewerk. Verder is in samenwerking met aardewerkspecialist Sebastiaan Oskamp begonnen met het maken van een catalogus van alle mooie en/of bijzondere voorwerpen uit de collectie. Vooral het maken van goede foto’s kost daarbij veel energie en tijd. Tussen de bedrijven door is in het archief al heel wat informatie verzameld over wonen en werken aan de Hulsterse haven. Van diverse bedrijfjes, herbergen, huizen en hun bewoners zijn niet alleen de
(Mark Zwartelé)
Bierkaai, Hulst (Foto Eddy Verschraegen)
autoverkeer werd het centrum gekenmerkt door de vanouds smalle en door de laagbouw toch zonnige straatjes met kleine winkeltjes, terrassen en herkenbaar met zorg onderhouden en gerestaureerde gevels. Er heerste ook op de doordeweekse dag van ons bezoek een gezellige drukte. Eveneens gelegen in een soort uithoek, zal Brielle ongetwijfeld daartoe betere verbindingen hebben. Het kan blijkbaar dus wel. Hierdoor zijn wij gesterkt in onze veronderstelling dat, met hetzelfde doel, namelijk het aantrekken van meer en gezellige drukte in de binnenstad, de beleidskoers in onze eigen gemeente drastisch bijstelling behoeft. We moeten af van de massale hoogbouw en, in plaats daarvan, ons richten op herstel van de bebouwing en inrichting zoals in het verleden. In die vorm zal ook Hulst zijn aantrekkelijkheid als authentieke grensvestingstad, waarin zoveel eeuwen werkelijke geschiedenis ligt opgeslagen, aan gezelligheid winnen. Met uw deelname aan de reis kunt u zelf onze indrukken verifiëren.
Van de Excursiecommissie Eerste indrukken voor onze dagreis opgedaan in Brielle. In de vorige uitgave hebben we reeds het dagreisbezoek aan Brielle aangekondigd. Los bijgevoegd bij dit Bulletin vindt u het convocaat voor deelnameboeking aan deze reis. Bij ons recente bezoek ter voorbereiding van de reis werden wij aangenaam getroffen door de aanblik en de inrichting van deze ook oude vestingstad. Duidelijk in tegenstelling met wat wij nu al enige jaren ervaren in onze eigen binnenstad Hulst, troffen we er, beschermd verscholen achter de omwalling, laagbouw met in het centrum alleen als hoogbouw de monumentale kerk en toren. Binnen de wallen, buiten het centrum, is er bereikbaar voor verkeer ook een AH supermarkt. Ook is er een ruime kostenloze parkeergelegenheid. Vrij van 4
Van de Stichting Museum ‘De Vier Ambachten’ Oproep voor aanvulling van ons team van toezichthouders van het Museum
Tentoonstellingen De wisseltentoonstelling ‘Heilige Boontjes’, over de vergeten groenten, fruit en kruiden uit de abdijtuinen, mag zich verheugen op een grote belangstelling. Tot 3 juli a.s. kunt u deze tentoonstelling nog bezoeken.
Het aantal vrijwilligers, dat bereid is regelmatig toezicht te houden in het museum wordt steeds kleiner. Het kost mij dan ook de grootste moeite om steeds weer het toezichthoudersrooster rond te krijgen. Ik zou u willen vragen om ons vrijwilligersteam zou willen versterken. De huidige vrijwilligers zou ik willen vragen eens na te gaan of er in uw kennissenkring mensen zijn die als toezichthouder willen optreden. Misschien heeft u zelf ook nog wel eens een extra uurtje over? Neem eens contact op met één van onze bestuursleden of met mij (G.J.J. van Eeden 0114-316375) (G.J.J. van Eeden)
In het vorige bulletin vroegen wij u ons uw mooiste oude kerstkaarten te schenken. Wij willen daarmee een tentoonstelling inrichten tijdens het ‘midwinter festival’. Onze oproep was een overweldigend succes. U heeft ons bedolven onder massa’s kerstkaarten. Hartelijk dank hiervoor. U bent in december van harte welkom om deze kerstkaarten te komen bekijken. Er staan dit museumseizoen nog twee tentoonstellingen op de rol: • 10 juli - 17 oktober: Klederdrachten uit geheel Nederland getoond op poppen. • 22 oktober - 15 november: Cornelius Jansenius 500 jaar. (RvdE)
De provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 De victorie van het automobilisme in Zeeland begon in Hulst. (Hans Waldeck)
70 volgnummers hebben zowel een Nederlandse als (eerder of later) een buitenlandse eigenaar gehad. 4 In dat geval werden in die jaren dus 2065 -/- 1198 = 867 + 70 = 937 nummerbewijzen aan Nederlanders afgegeven.
Rijksnummerbewijzen van 1898 tot 1906 Nog steeds wordt aangenomen, dat op 18 mei 1896 door de fotograaf Adolphe Zimmermans uit Den Haag de eerste auto in Nederland werd geïmporteerd. Het was een 3 pk Benz Viktoria, die op die dag in Arnhem werd ontscheept.1 Nog geen twee jaar later werden op 19 januari 1898 bij Koninklijk Besluit nieuwe bepalingen van politie van kracht voor het gebruik van rijkswegen en -paden. Wilde men met een motorvoertuig van 150 kilogram of zwaarder rijkswegen berijden, dan moest men in het bezit zijn van een vergunning, waaraan een nummer (zonder letter) was toegekend, dat op (de voorzijde van) het voertuig moest worden aangebracht. 2 In het totaal werden van 1898 tot 1906 door de Rijksoverheid 2065 nummerbewijzen afgegeven, waarvan 1198 vroeger dan wel later op naam van een buitenlandse ingezetene. 3 Ongeveer
Foto 1. Een Vivinus 3½ pk uit 19005 5
Provinciale nummerbewijzen van 1898 tot 1906 Voor sommige provincies was deze rijksregeling aanleiding daarnaast een overeenkomstige regeling voor provinciale wegen en paden af te kondigen. In ieder geval van Noord-Holland6, Drenthe7 en Noord-Brabant8, alsmede van Zeeland is een dergelijke regeling bekend9. In Zeeland werden van 6 januari 1900 tot 15 december 1905 krachtens paragraaf 2 van artikel 87bis van het Reglement op de wegen en voetpaden in
Zeeland op 10 januari 1900 bij besluit van 6 januari 1900 de eerste vergunning met Z 1 -dus zonder streepje- voor een motorrijtuig uitgereikt. 13 Hombach heeft zich in de vergaderingen van Provinciale Staten meerdere malen uitgelaten over het fenomeen automobiel. ‘Hij rekende zich in niet geringe mate onder de vrienden’ van dit voertuig, dat volgens hem ‘evenveel vijanden als vrienden’ telde. 14 Hij sprak zich desalniettemin ook uit over een verbod voor ‘wedstrijden met automobilen’.15 De laatste vergunning zou bij besluit van 16 december 1905 op 20 december 1905 worden uitgereikt aan M.J. Krijger uit Goes voor een motorrijwiel. 16
Zeeland van 14 juli 189810 aan de verzoeker tot wederopzegging ontheffing verleend van het in paragraaf 1 van dat artikel bedoelde verbod, namelijk om op algemeen bestemde wegen in Zeeland, niet in onderhoud zijnde bij het Rijk, met een motorrijtuig, waarvan de grootste lengte twee meter en de grootste breedte 1,25 meter bedraagt en welks motor wordt aangedreven met gazoline, te mogen rijden. Aan deze vergunning waren voorwaarden verbonden. De eerste voorwaarde was, dat aan de voor- én achterzijde van het voertuig het volgnummer in zwarte cijfers op een witte achtergrond of in witte cijfers op een zwarte achtergrond, aangebracht moest worden. De toegekende volgnummers werden voorafgegaan door de letter Z (van Zeeland). Zowel de letter als de cijfers moesten tenminste 12 cm hoog en 6 cm breed zijn, ook voor motorrijwielen. Tussen zonsondergang en zonsopgang moesten letter en cijfers aan de voorzijde helder verlicht zijn. Daarnaast werden eisen gesteld aan een lantaarn voor gebruik tussen zonsondergang en zonsopgang, een reminrichting en een bel of hoorn. De laatste moest nadrukkelijk gebruikt worden bij het achteroprijden van losse, aangespannen of bereden equipages, bij kruisingen, bochten en bruggen en bij iedere situatie waar de veiligheid daarom vroeg. Bovendien werden met de vergunning maximumsnelheden van 20 km per uur en bij gevaarlijke situaties en bij slecht weer van 8 km per uur voorgeschreven. Paarden en andere dieren mocht geen schrik worden aangedaan en zo nodig moest worden gestopt om een veilige passage van dieren mogelijk te maken. Het voertuig mocht aanvankelijk niet gebruikt worden voor het trekken van andere rij- of voertuigen. Overtreding van deze voorwaarden werd bestraft met al of niet tijdelijke intrekking van de vergunning. De voorwaarden werden nog eens aangepast bij besluit van 31 mei 1902 en bij besluit van 12 juli 1902. 11 De grootgrondbezitter Ferdinand Cornelis Octave Marie Hombach (*Hulst, 26 maart 1863 - †?) uit Hulst in Zeeuws-Vlaanderen -die ‘een grote staat voerde’12- kreeg als lid van Provinciale Staten van
Foto 2. Z 157 afgegeven op 12 juli 1902 aan A. van Delden uit Zaamslag voor een 1 pk Minerva motorfiets. De beenkappen had Van Delden naar eigen ontwerp laten vervaardigen (bron: De Auto, 1 januari 1904, pg 79; coll K.J.J. Waldeck, De Wijk).
Na 1906 werden met de op 1 januari in werking getreden Motorrijtuigen- en Rijwielwet landelijk provinciale nummerbewijzen ingevoerd ook weer afgegeven door de Commissaris der Koningin. De nummers op de afgegeven nummerbewijzen gingen na 1906 steeds vooraf van een provincieletter, die in alfabetische volgorde - te beginnen bij de provincie Groningen (A) en voor Zeeland na de provincie Zuid-Holland (H) en voor de provincie Utrecht (L) - werden afgegeven. De nummerbewijzen afgegeven in de provincie Zeeland kregen op deze wijze dus de letter K. 17 6
Het aantal afgegeven provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 Tussen 1 januari 1900 en 31 december 1905 werden in Zeeland door Gedeputeerde Staten (GS) 608 vergunningen afgegeven (tabel 1). Van twee vergunningen (Z 53 en Z 54) uit 1901 zijn in het Zeeuws Archief geen gegevens (meer) teruggevonden. Van de overige 606 werden de afgegeven vergunningen in een tabel gezet, die te raadplegen is op de website van de Conam.18 De beschikbare gegevens per vergunning zijn het afgegeven nummer, de datum van afgifte, de naam van de vergunninghouder, alsmede zijn adresgegevens en de kenmerken van het voertuig, zoals met name het aantal paardenkrachten, de afmetingen en de toegepaste brandstof. Alleen bij de eerste 76 vergunningen werd zover bekend het beroep van de vergunninghouder en het merk en type van het voertuig vermeld. Tenslotte kon op enkele besluiten van GS intrekkingen van vergunningen en andere specifieke informatie gevonden worden. In het eerste jaar van afgifte (1900) werden 23 vergunningen afgegeven, waarvan een derde (7) in de bakermat van het Zeeuwse automobilisme: Hulst in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. De helft (11) van deze vergunningen werd afgegeven aan Belgen, waarvan 5 aan Brusselaars en 2 aan Antwerpenaren. In het tweede jaar (1901) werden al twee maal zoveel vergunningen afgegeven. In de drie daaropvolgende jaren (1902, 1903 en 1904) verdrievoudigde het aantal verstrekte vergunningen met een top in 1903 van 147. In 1900 - het eerste jaar van afgifte van de Zeeuwse provinciale vergunningen - werden 17 van de 23 vergunningen afgegeven voor automobielen.19 De eerste 14 waren zelfs uitsluitend voor automobielen. De eerste vergunning voor een motorrijwiel werd pas op 22 september 1900 voor een Minerva van de rijwielhandelaar Louis Fassaert uit Hulst afgegeven. In de jaren daarna was het aantal vergunningen voor automobielen en motorrijwielen redelijk in evenwicht met uitzondering van 1902, toen tweederde van de vergunningen bestemd was voor automobielen. In Nederland werden tenminste 2135 (2065 + 70; zie eerder) rijksnummerbewijzen afgegeven, waarvan dus 608 (28,5%) eigenaren ook een Zeeuwse vergunning hebben aangevraagd. Van eigenaren uit andere provincies is dit getal helaas (nog) niet bekend. Van de 1198 buitenlandse eigenaren van een Nederlands rijksnummerbewijs hadden mogelijk 340 (zie tabel 2) (eveneens 28,4%) ook een Zeeuwse vergunning. Dit gaf aanleiding voor het verplicht voeren van soms meer dan drie verschillende kentekenplaten. Bij de aanvraag van de ver-
Foto 3. Z 13 afgegeven 8 september 1900 aan George Bertrand uit Brussel voor een automobiel merk Germain type Daimler, maar later kennelijk in handen gekomen van dokter G.P. Ittman uit Axel voor zijn 1 pk Minerva motorfiets. Dokter Ittman had voor (dezelfde?) motorfiets ook rijvergunning Z 594 (bron: onbekend; coll K.J.J. Waldeck, De Wijk).
gunning Z 41 door de koopman in kleding Michel La Fontijn uit Bergen op Zoom verzocht hij om een overeenkomstig nummer (190) als op zijn rijksnummerbewijs (afgegeven 24 mei 1901) voor een Cudel systeem De Dion Bouton onder gelijktijdige intrekking van de eerder (23 juni 1900) aan hem afgegeven vergunning Z 12 voor zijn vorige automobiel, een Gelria. Hij motiveerde zijn verzoek met de zinsnede, dat ‘ook andere provinciale besturen voldeden aan dit verzoek, begrijpende dat het voeren van een nader nummer voor iedere provincie teveel moeilijkheden medebrengt, men zoude dan gedwongen zijn 12 nummers te voeren, wat zeker niet tot sieraad strekt’. Aan zijn verzoek werd niet voldaan, omdat men volgens GS ‘een ander nummer aan de auto kan hangen bij passage van de provinciegrens’.20 De beroepen van de eerste 76 voertuigeigenaren Van de eerste 76 voertuigeigenaren werd in 31 (29+2, waarvan helemaal geen gegevens aangetroffen) aanvragen geen beroep vermeld. Van de overige 45 aanvragers is het beroep of het ontbreken daarvan bekend. De fabrikanten spanden met acht vergunningen de kroon, gevolgd door de handelaren met zeven vergunningen. De fabrikanten waren van diverse pluimage, zoals een beetwortelfabrikant (suikerfabrikant) -Pierre Malotaux uit Sas van Gent (Z 11) 21 -, twee bierbrouwers - César Wauters uit Hulst (Z 19) en Jean Arthur Wo(a?)uters eveneens uit Hulst (Z 68) -, een distillateur - Adrianus van den Eelaert uit Schiedam (Z 69) -, een fabrikant van rijwielen A. Longueville uit Sint Laureijns (B) (Z 26) -, een 7
Tabel 1. Aantal afgegeven provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen per jaar van 1900 tot 1906. Jaar
Nummerbewijzen
Aantal nummerbewijzen
Aantal rijtuigen
1900 1901 1902 1903 1904 1905 Totaal
1 t/m 23 24 t/m 72 73 t/m 219 220 t/m 327 328 t/m 472 473 t/m 608
23 49* (47) 147 108 145 136 608* (606)
17 (74%) 26 (53%) 98 (67%) 57 (53%) 68 (47%) 69 (51%) 335 (56%)
Aantal motor-rijwielen 4 11 49 51 77 67 259
Aantal onbekende voertuigen 2 12 (10)
14 (12)
* van de nummerbewijzen 53 en 54 zijn geen gegevens in het Zeeuws Archief teruggevonden.
stoffenfabrikant - G. Goethals uit Eekloo (B) (Z 38) -, maar ook een hoedenfabrikant - Louis Rubbens uit Lokeren (B) (Z 52) -. Onder de handelaren bevonden zich twee autohandelaren: H.C.P. Déchamps22 uit Brussel (Z 65) en C. de Broeck uit Antwerpen (Z 67). Zes vergunningen werden afgegeven aan personen met een openbare functie, zoals burgemeester - Armand Poot Baudier uit Mechelen (B) (Z 14) -, wethouder - Karel Lodewijk Reepmaker uit Aardenburg (Z 24) 23 (foto 4) - of lid van een provinciale organisatie. Vijf personen waren zonder beroep en leefden dus meestal van hun geld (rentenierden). Drie vergunningen werden afgegeven aan rijwielhandelaren, waarvan twee in Hulst - Louis Fassaert (Z 15) en Petrus Johannes de Kort (Z 18) -. Ook aan artsen werd drie maal een vergunning afgegeven. De eerste, Jacob Schouten uit IJzendijke (Z 35), was feitelijk geen arts, maar medisch doctorandus. De tweede was de arts Dr. Reenko Petrus Offringa uit Axel (Z 43), ook uit Zeeuws-Vlaanderen dus. De derde Jan Hindrik Duijvis (Z 75) kwam uit Domburg op Walcheren. Ze bereden alle drie een motorrijwiel.
Foto 4. De Linon voiturette uit 1900 met Z 24 van wethouder Karel Lodewijk Reepmaker uit Aardenburg in de grote tuin achter zijn huis in de Weststraat, die tot de Burchtstraat doorliep, met v.l.n.r. de advocaat mr. Anthonie van den Broecke met zijn vrouw Justina Hussem. Op het derde zitje zit hun dochter Nellie van den Broecke. Naast Reepmaker (midden op de foto met pet) zit mejuffrouw Dina Schultz. Het gezelschap wordt gecompleteerd met Christina Hendrika Sophia Reepmaker (*10 februari 1876), die getrouwd was met de naast haar staande dominee Hendrik Vermaas. Zij was een halfzuster van Karel Lodewijk uit het vierde huwelijk van Pieter Lodewijk met Akke Cornelia van Oppen (*17 augustus 1840-†27 maart 1900). 24
De voertuigen werden in die tijd voornamelijk gebruikt om clientèle te bezoeken, maar ook voor inspectiereizen naar landgoederen of voor jachtpartijen op die landgoederen. Op het laatste wijzen de Mors dogcart (Z 7) van Geo Spindler uit Vlissingen, de break (Z 11) van onbekend merk van Pierre Malotaux - de suikerfabrikant uit Sas van Gent - en de Peugeot jachtwagen (Z 58) van de jonkheren W.A. en H. Baud uit Maartensdijk (Utrecht). Getuige een aanvraag van Hombach voor een Vivinus voiturette van A. Poot Baudier uit Mechelen (Z 14) ook voor ‘een ontworpen toertocht’. Dergelijke merkgebonden toertochten werden in die jaren
vermoedelijk wel vaker georganiseerd. Het bezoek aan clientèle heeft ongetwijfeld ook een rol gespeeld bij de aanvragen van de bekende Nederlandse pionier-automobielhandelaren B.A. Jansen uit ’s-Hertogenbosch (Z 92) en M.W. Aertnijs uit Nijmegen (Z 151), alsmede de autofabrikant J. Spijker uit Amsterdam (Z 81). De auto- en motorrijwielmerken van de eerste 76 voertuigeigenaren De eerste vijf vergunningen (twee in Hulst en drie in Brussel) werden allemaal afgegeven voor een Vivinus voiturette met overigens diverse cilinder8
Aan het eind van de raadsvergadering van 11 april van dat jaar vroeg het raadslid Pompe van Meerdervoort, die ook kantonrechter te Goes was, het woord. Hij betoogde dat hij niet met de voortzetting van de vergunningen kon instemmen, omdat de meeste wegen in Zeeland slechts zeven meter breed waren en dan was het berijden van deze wegen met een gemotoriseerd voertuig een hachelijke onderneming. De gemeenteraad stemde in met een brief aan Gedeputeerde Staten waarin om intrekking van de reeds verleende vergunningen werd gevraagd voor het grondgebied van de gemeente Kapelle. 27 Op 29 december 1900 werd nog afwijzend beschikt op een verzoek van de vergunninghouders Z 15, Z 18, Z 19 en Z 20 om een kleinere nummerplaat voor motorrijwielen. Een half jaar later, op 6 juli 1901, werd op verzoek van Geo Spindler uit Vlissingen voor zijn ‘Automobiel velocipède systeem Singer’ met Z 33 (afgifte vergunning 18 mei 1901) wel toegestaan een kleinere nummerplaat voor vergunninghouders van motorrijwielen te voeren. De letters en cijfers mochten nu 4 cm hoog en 2 cm breed zijn. Dit besluit werd ook medegedeeld aan alle voorgaande vergunninghouders van een nummerbewijs voor een motorrijwiel. Aan een verzoek van de koopman in kleding Michel la Fontijn uit Bergen op Zoom van 15 juni 1901 om een overeenkomstig nummer als op zijn landelijk nummerbewijs, werd - zoals we reeds zagen - niet voldaan. In dat zelfde jaar werd een vergunning geweigerd aan Piere Baron de Caters uit Antwerpen voor een F.N. (Fabrique Nationale de Herstal) van 2000 kg, 60 pk en een afmeting van 4.00 x 1.40 cm. De aanvraag was gedaan door de grootgrondbezitter Hombach uit Hulst, die hiervoor zelfs voordrukte aanvraagformulieren beschikbaar had. De provincie had eerst nog gevraagd of de 60 pk geen schrijffout was. De vergunning werd onthouden wegens ‘ernstig gevaar voor het verkeer’. De baron mocht echter wel op rijkswegen rijden, omdat hij eerder op 18 november 1901 een rijksvergunning met nummer 544 had gekregen. 28 Overigens waren niet alleen afwijzingen reden voor correspondentie met GS. Hombach vroeg na verkrijging van zijn vergunning Z 29 of GS bezwaar had tegen het besturen van zijn Gobron Brillié door zijn chauffeur Cornelis Michielsen, waartegen geen bezwaar was. De vergunning Z 52 van de hoedenfabrikant Louis Rubbens werd een jaar na de aangifte op 27 juli 1902 ingetrokken in verband met de overtreding van de snelheid.
inhouden van 2, 3 en 3½ pk (foto 1). Behalve de 3 pk (350 kg) wogen ze alle vijf 250 kg en waren allemaal 2 meter lang en 1.25 cm breed. In het totaal bevonden zich onder de eerste 76 vergunningen 10 Vivinus voiturettes. Op dat moment dus kennelijk een populair merk, maar ook een populair licht type automobiel. Mogelijk had de eerder genoemde Hombach de hand in de introductie van dit merk in de regio, alhoewel hij ook voor eigenaren van andere merken bemiddelde in een vergunning. Germain was met 8 automobielen ook goed vertegenwoordigd. Het waren in tegenstelling tot de lichte Vivinus voiturettes zware automobielen met een gewicht van tussen de 800 en 1000 kg. Twee werden aangeduid met ‘type Daimler’, vanwege hun Daimler-motor. De Dion Bouton was een goede derde met vier automobielen op dit tableau. De fameuze Benz Comfortable was bij deze eerste automobielen nog maar twee maal vertegenwoordigd, evenals Delahaye. Twee bekende merken in die jaren - Peugeot en Darracq - waren tot 1906 slechts eenmaal van de partij. De koopman in kleding Michel la Fontijn uit Bergen op Zoom was de enige die voor een automobiel van Nederlandse makelij - een Gelria - een vergunning (Z 12) aanvroeg (foto 5).
Foto 5. Een overeenkomstige Gelria jachtwagen zou van Michel La Fontijn geweest kunnen zijn. 25
Afwijzingen van vergunningen Een globaal onderzoek van het Provinciaal Zeeuws Archief leverde een aantal interessante afwijzingen van de gevraagde vergunningen op. 26
Zo werd op 16 juni 1900 een verzoek van de gemeenteraad van het Bevelandse Kapelle tot een verbod voor motorvoertuigen in hun gemeente door Gedeputeerde Staten afgewezen omdat er strenge voorwaarden aan zo’n vergunning werden verbonden. Er waren op die dag al elf vergunningen door Gedeputeerde Staten afgegeven. 9
Het aantal afgegeven provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 per land van de ingezetene Het aantal Belgen, dat een vergunning voor het berijden van wegen en paden in Zeeland aanvroeg was 1¼ keer hoger dan van het aantal Nederlanders (tabel 2). De Belgen vroegen in driekwart van de gevallen een vergunning aan voor een automobiel, terwijl de Nederlanders dat juist deden voor een motorrijwiel. Hadden de Belgen meer geld voor een automobiel of waren de Zeeuwen sportiever of soberder? Beide vergunningen voor Engeland waren voor D. Mackenzie uit Londen. De vijf voor Frankrijk voor drie Parijzenaars, een inwoner van Lille en één uit Roubaix. De vergunning voor Duitsland was voor een motorrijwiel van de heer Kind - mogelijk van oorsprong een Zeeuws-Vlaming - uit Haspe (bij Keulen) en tenslotte de vergunning voor Birma voor een motorrijwiel voor mr. F. Stork woonachtig in Rangoon. Land Nederland België Engeland Frankrijk Duitsland Birma Totaal
Nummerbewijzen 266 (43,9%) 331 (54,6%) 2 5 1 1 606
Foto 6. Z 336 afgegeven op 4 maart 1904 aan A. van Delden en mevrouw S.M.C. van Delden-Okon uit Zaamslag voor een Royal Star van 8 pk en 700 kg (bron: coll K.J.J. Waldeck, De Wijk).
Rijtuigen 75 (28,2%) 245 (74,0%) 2 5
327 (54%)
Motorrijwielen 187 (70,3%) 72 (21,8%)
Onbekend 4 14
1 1 261 (43%)
18 (3%)
Tabel 2. Afgifte per land van de provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906. Het aantal afgegeven provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 per Nederlandse provincie De verdeling van de afgegeven vergunningen aan Nederlandse ingezetenen laat bijna als vanzelfsprekend een hoge bijdrage (70,3%) uit de eigen provincie zien, waarbij die vanuit de andere provincies in het niet vallen. Grote afstanden werden in die jaren begrijpelijkerwijs nog niet afgelegd. De veraf gelegen provincies, zoals de drie noordelijke, waren nog helemaal niet vertegenwoordigd, evenmin als Limburg. Opvallend is dat de Zeeuwen in die jaren voornamelijk voor het motorrijwiel kozen (80,7%).
motorvoertuigen voor Zeeland overduidelijk in Hulst in Oost-Zeeuws-Vlaanderen begon. Het aantal afgegeven vergunningen in Hulst was veruit het grootst van Zeeland met 29 (15,5%). In het Land van Hulst29 werd in die periode bijna een vijfde (37: 19,8%) van alle Zeeuwse vergunningen verstrekt. De grootgrondbezitter F.C.O.M. Hombach zal hier om één of andere reden ongetwijfeld de hand in hebben gehad. Hij was - net als in mindere mate L. Schalk, expediteur uit Terneuzen (Z 27 en Z 28), G. Boel, administrateur uit Hulst (Z 70) en J. van Rompu uit Terneuzen (Z 9) - later zelfs met voorgedrukte formulieren behulpzaam bij het aanvragen van een veertiental vergunningen voor zowel Nederlanders als Belgen, waaronder de ingenieur en autofabrikant Alexis Vivinus uit Brussel (Z 4). Hombach was behalve wethouder van Hulst (van 1905 tot 1913) 30 ook enige tijd lid van Provinciale Staten (van 1895 tot 1919) en bezat van 1917 tot 1919 ook tenminste één gerenommeerd zeiljacht: een Regenboog. 31 Een bemiddeld man dus, die
Het aantal afgegeven provinciale Zeeuwse Znummerbewijzen van 1900 tot 1906 per plaats in de provincie Zeeland Bijna de helft van de vergunningen (85: 45,5%) werd aan inwoners van Zeeuws-Vlaanderen afgegeven, waarbij de victorie van het gebruik van 10
Tabel 3. Afgifte aan Nederlanders per provincie van provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906. Provincie Nummerbewijzen Rijtuigen Motorrijwielen Groningen Friesland Drenthe Overijssel 3 1 2 Gelderland 7 3 4 Utrecht 18 12 6 Noord-Holland 19 14 5 Zuid-Holland 15 8 7 Zeeland 187 (70,3%) 33 151 (80,7%) Noord-Brabant 17 4 12 Limburg Totaal Nederland 266 75 187
onbekend
3 1 4
van Prins Albert (Z 158) heeft nooit een formele aanvraag plaatsgevonden. Op een handgeschreven notitie in het Zeeuws Archief wordt vermeld: ‘De Commissaris der Koningin deelt mede, dat 12 Juli, na afloop der vergadering, namens Z.K.H. Prins Albert van België, een mondeling verzoek is gedaan om vergunning voor een motorvoertuig en dat toen de hierbij gevoegde beschikking genomen is. Voorstel: vergunning verlenen. Kenn.(isgeving) aan gemeentebesturen.’ 32 Hij wilde ongetwijfeld voor een jachtpartij naar Zeeuws-Vlaanderen kunnen komen.
toch nog in nevelen gehuld gaat. Waren verkeerde investeringen, die hem financieel in moeilijkheden brachten, en mogelijk een onnatuurlijke dood zijn deel? Het Land van Axel deed niet veel onder voor het Land van Hulst met 30 (16%) vergunningen met (Ter)neuzen met 16 (8,6%) als belangrijkste kern. Behalve in het katholieke en meer Bourgondische Hulst waren in Zeeuws-Vlaanderen de motorrijwielen het meest in trek. Op de andere (voormalige) eilanden zien we evenals in Zeeuws-Vlaanderen concentraties van verstrekte vergunningen in Middelburg (25: 13,4%) op Walcheren (38: 20,3%), in Goes en de Zak van Zuid-Beveland (21: 11,2%) op de Bevelanden (29: 15,5%), in Zierikzee (11: 5,9%) op SchouwenDuiveland (21: 11,2%) en in Tholen (10: 5,4%) op Tholen (13: 7,0%). Overal met een overweldigende meerderheid van de vergunningen voor motorrijwielen van in totaal 151 (80,7%).
Nabeschouwing De provincie Zeeland heeft - net als bijvoorbeeld Noord-Holland, Drenthe en Noord-Brabant - al voor de landelijke invoering van provinciale nummerbewijzen in 1906 - van 1900 tot 1906 naast de rijksnummerbewijzen (van 1898 tot 1906) provinciale vergunningen voor het berijden van wegen en paden uitgegeven. Zij was twee jaar na de eerste verschijning van automobielen in Nederland in 1898 opmerkelijk snel met de invoering van een vergunningstelsel voor het berijden van wegen en paden door motorvoertuigen, vermoedelijk omdat het gemotoriseerd verkeer ook uit België een grote vlucht in de provincie nam. De nummers van deze vergunningen werden voorafgegaan door de letter Z (na 1906 werd dat een K). Mogelijk een derde van de Nederlandse en buitenlandse eigenaren van een Nederlands rijksnummerbewijs had ook een Zeeuwse vergunning. De victorie van het gebruik van gemotoriseerde voertuigen in Zeeland (en in Nederland?) begon zonder twijfel in Hulst in Zeeuws-Vlaanderen, mogelijk aangemoedigd door de Belgische buren, die bovendien het grootste aantal vergun-
Het aantal afgegeven provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 aan buitenlandse ingezetenen De grote afgifte van vergunningen in Zeeland aan Belgen zal gezien de geografische ligging en hun belangen (grondeigendom en fabrikanten) in met name Zeeuws-Vlaanderen niemand verwonderen (tabel 5). We zagen al dat het aantal afgiftes aan Belgen (331: 54,6%) dat aan de Nederlanders (266: 43,9%) overtrof en dat het grootste aantal vergunningen werd afgegeven voor automobielen (245: 74,0%) in tegenstelling tot deze afgiftes aan Nederlanders. Meer dan de helft van de vergunningen voor Belgische houders werd afgegeven aan inwoners van de drie grote steden Antwerpen (72: 21,5%), Gent (50 (15,1%) en Brussel (46 (13,9%). Voor de vergunning 11
Tabel 4. Afgifte aan Zeeuws-Vlaamse ingezetenen per plaats van provinciale Zeeuwse Z-nummerbewijzen van 1900 tot 1906 Plaats Nummerbewijs Zeeuws-Vlaanderen Hulst (LvH) 29 (15,5%) (Ter)neuzen (LvA) 16 (8,6%) Zaamslag (LvA) 7 IJzendijke (WZVl) 6 Axel (LvA) 4 Hontenisse (LvH) 4 Sas van Gent (Gst) 3 Hoek (LvA) 3 Aardenburg 2 (WZVl) Sluis (WZVl) 2 Stoppeldijk (LvH) 2 Breskens (WZVl) 1 Clinge (LvH) 1 Hoofdplaat (WZVl) 1 Koewacht (Gst)) 1 Schoondijke 1 (WZVl) Sluiskil (WZVl) 1 Zuidzande (WZVl) 1 Totaal West15 (8,0%) Zeeuws-Vlaanderen Totaal Land van 30 (16,0%) Axel Totaal Land van 36 (19,3%) Hulst Totaal Zeeuws85 Vlaanderen
Rijtuigen
Motorrijwielen
onbekend
15 4 3
12 12 4 6 4 4 2 3 1
2
1 1
2 2 1 1 1 1 1 1 1
7
23
15
19
2
24
59
2
(Gst = grensstreek; LvA = Land van Axel; LvH = Land van Hulst; WZVl = West-Zeeuws-Vlaanderen) ningen kregen. Deze Belgen vroegen meer vergunningen aan voor automobielen dan voor motorrijwielen in rechtevenredige tegenstelling tot de Nederlanders.
de website van de Conam: www.conam.info en dan naar kentekens. 4 Bos, Ariejan -, Hans van Groningen, Gijs Mom (red) en Vincent van der Vinne: Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden, Deventer – 1996, pg 32. 5 Georgano, Nick - : The Beaulieu Encyclopaedia of the Automobile, Volume 2, M-Z, London 2000, pg 1684. 6 Bos, Ariejan -, Hans van Groningen, Gijs Mom (red) en Vincent van der Vinne: Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden, Deventer – 1996, pg 30. 7 Collectie Nederlands Automobiel Archief (K.J.J. Waldeck), waarin ondergebracht de cartotheek van J. van Groningen. 8 Archief J. van Groningen, ondergebracht in het
Noten 1 Bos, Ariejan -, Hans van Groningen, Gijs Mom (red) en Vincent van der Vinne: Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden, Deventer – 1996, pg 85. 2 Bos, Ariejan -, Hans van Groningen, Gijs Mom (red) en Vincent van der Vinne: Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden, Deventer – 1996, pg 27 ev. 3 Voor een volledig overzicht van de afgegeven rijksnummerbewijzen aan Nederlanders en buitenlanders tussen 1898 en 1906 verwijzen we u naar 12
Nederlands Automobiel Archief (K.J.J. Waldeck). 9 Voor een volledig overzicht van de afgegeven beschikkingen voor Zeeuwse nummerbewijzen tussen 1900 en 1906 verwijzen we u naar de website van de Conam: www.conam.info en dan naar kentekens. 10 Het Reglement op de wegen en paden in Zeeland werd voor het eerst vastgesteld op 19 november 1886 en gewijzigd bij besluit van 6 juli 1894, 12 juli 1895 en nog eens op 14 juli 1898. 11 Archief van het Provinciaal Bestuur van Zeeland 1851-1910 (toegang 6.2), Provinciaal Zeeuws Archief (Hans Schwartz), Middelburg. 12 Brand, J. - : De familie Hombach, Jaarboek xxxx, Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’Hulst, xxxx, pg xx. 13 Zierikzeesche Nieuwsbode, Berijden van wegen met een motorrijtuig, 56(1900): 7334 (1), 16 januari 1900 (www.krantenbankzeeland.nl). 14 Zierikzeesche Nieuwsbode 56(1900): 7410 (2), 17 juli 1900 (www.krantenbankzeeland.nl). 15 Goessche Courant 87(1900): 133 (3), 10 november 1900 (www.krantenbankzeeland.nl). 16 In dit artikel werden de schrijfwijze van de namen van personen en plaatsen ongewijzigd overgenomen van de schrijfwijze, zoals voorkomend op de vergunningen. In die schrijfwijzen zijn ongetwijfeld al verschrijvingen voorgekomen. In de huidige tijd zullen diverse van deze namen ook anders gespeld worden, met name die in België, zoals bijvoorbeeld Wijneghem (nu Wijnegem) en Temsche (nu: Temse). 17 Bos, Ariejan -, Hans van Groningen, Gijs Mom (red) en Vincent van der Vinne: Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden, Deventer – 1996, pg 32 ev. Zie ook: www.conam. info > kentekens (Contactgroep Automobiel- en Motorrijwielhistorie). 18 www.conam.info > kentekens. 19 In de tabellen is steeds sprake van rijtuigen, omdat de afgegeven vergunningen slechts onderscheid maken tussen ‘rijtuigen’ en ‘motorrijwielen’. In de tekst heb ik echter gekozen voor automobielen om verwarring met door paarden getrokken rijtuigen te vermijden. 20 www.conam.info, dan naar kentekens > Zeeuwse kentekens > Z 41 > bijzonderheden. 21 Waldeck, Hans - : Een F.N. in Zeeuws-Vlaanderen, ter publicatie aangeboden – 2009. 22 Déchamps noemde zichzelf in de aanvraag autohandelaar, maar hij handelde niet alleen in automobielen, maar fabriceerde ze van 1899 tot 1904 ook onder eigen naam. Leonard Lang was rond 1901 enige tijd vertegenwoordiger van dit merk in Nederland (Bos, Ariejan -, Hans van Gro-
ningen, Gijs Mom (red) en Vincent van der Vinne: Het paardloze voertuig: de auto in Nederland een eeuw geleden, Deventer – 1996, pg 60 en 131). 23 Waldeck, Hans - : Een Linon in Zeeuws-Vlaanderen, Conam Bulletin 14(2004): 1 (28-32). 24 Vooren, G.A.C. van - : Aardenburg in oude ansichten, Zaltbommel - 1971, foto 29. Dezelfde foto bevindt zich ook in het fotoarchief van de Zeeuwse Bibliotheek (www.zebi.nl); op die foto is het kenteken zo goed als onleesbaar. 25 Collectie K.J.J. Waldeck, De Wijk 26 Archief van het Provinciaal Bestuur van Zeeland 1851-1910 (toegang 6.2), Provinciaal Zeeuws Archief (Hans Schwartz), Middelburg. 27 Barth, A.J. - : Auto verovert Zeeland, www.goes. nl/gemeentearchief. 28 Voor een volledig overzicht van de afgegeven beschikkingen voor rijksnummerbewijzen aan buitenlanders tussen 1898 en 1906 verwijzen we u naar de website van de Conam: www.conam.info en dan naar kentekens. 29 Zeeuws-Vlaanderen laat zich op basis van de gesproken dialecten verdelen in West- en OostZeeuws-Vlaanderen. De natuurlijke grens werd gevormd door de Braakman, een voormalige zeearm van de Westerschelde, die in 1952 werd afgedamd. Oost Zeeuws-Vlaanderen laat zich om dezelfde reden verdelen in het Land van Axel en het Land van Hulst. Na de tachtigjarige oorlog (1568-1648) verstaat men onder het Land van Axel het dialectgebied tussen Braakman, Westerschelde, Hellegat, Axelse Gat en de Rijksgrens met België en dus de plaatsen (Ter)neuzen, Axel, Hoek en Zaamslag. Het Land van Hulst is minder goed te omschrijven; de aangegeven verdeling is een arbitraire. Sas van Gent en Koewacht worden tot de Grensstreek gerekend.
Brand, J. - : De familie Hombach, Jaarboek xxxx, Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’Hulst, xxxx, pg xx. 31 www.regenboogclub.nl 32 Archief van het Provinciaal Bestuur van Zeeland 1851-1910 (toegang 6.2), Provinciaal Zeeuws Archief (Hans Schwartz), Middelburg. 30
De definitieve tekst van dit artikel kwam tot stand met de waardevolle hulp van Hans van Groningen (Leiderdorp), Jan Platteeuw (Hoek), Hans Schwartz (Middelburg) en George Sponselee (Hulst). 13
Samenstelling bestuur en commissies
OUDHEIDKUNDIGE KRING “DE VIER AMBACHTEN” TE HULST OPGERICHT 22 MAART 1928 SECRETARIAAT: Postbus 102, 4560 AC HULST, tel.nr. 0114-319463
BESTUUR OUDHEIDKUNDIGE KRING “DE VIER AMBACHTEN” Mr. H.M. de Jonge, Hulst, voorzitter R.G.A. van den Elshout, Hulst, penningmeester J. Bleijenberg Mevr. P. Bosmans (neemt tijdelijk het secretariaatschap waar) Ir. G.J.J. van Eeden, Hulst P. Hageman, Hulst Dr. J.H.J. de Kort, Hulst Dr. H.C.E.M. Rottier, Sint Jansteen Drs. W.M. Verschraegen, Koewacht
DOELSTELLINGEN • de kennis van de volkskunde, taalkunde en oudheidkunde, kortom: van de geschiedenis en haar hulpwetenschappen van de vroegere Vier Ambachten en het Land van Saeftinghe te bevorderen en te verspreiden; • het zoveel mogelijk bijdragen tot het bewaren en herstellen van de nog aanwezige natuur- en cultuurmonumenten.
STICHTING MUSEUM ‘De Vier Ambachten’ (www.museumhulst.nl) P. Hageman (voorzitter) G. Hiel (secretaris) R. van den Elshout (penningmeester) Mevr. M.C.G.Tobé-Swan Mevr. J. Stam-Wartena E. Bogaert E. Groosman
ACTIVITEITEN • het doen inrichten en exploiteren van het museum “De Vier Ambachten”; • het beleggen van bijeenkomsten, over het werkgebied verspreid, waarop voordrachten worden gehouden door eigen leden of door deskundigen van elders over de geschiedenis van onze streek; • het uitgeven van een jaarboek e.d.; • het uitwisselen van publicaties met gelijkgerichte verenigingen en instellingen in binnenen buitenland; • organiseren van excursies; • het inrichten en openstellen van een bibliotheek; • het instellen en activeren van commissies en werkgroepen betreffende de diverse onderdelen van de doelstellingen.
EXCURSIECOMMISSIE Ir. G.J.J. van Eeden (voorzitter) E.P.E.M. Kroes (secretaris) G.M.P. Sponselee G.D.M. Hermans REDACTIECOMMISSIE Drs. W.M. Verschraegen (voorzitter en secretaris) R. van den Elshout Dr. J.H.J. de Kort COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING C.E.M. Buijsrogge Ir. G.J.J. van Eeden Mr. H.M. de Jonge Dr. H.C.E.M. Rottier
LIDMAATSCHAP De contributie bedraagt € 18,60 per kalenderjaar (m.i.v. 2011: € 20,60), te voldoen door het afgeven van een incassomachtiging. Bij een eigen betaling wordt € 1.- kosten in rekening gebracht.
WERKGROEP ARCHEOLOGIE E.J.M. Bogaert W.A.A.A.M. Ivens P. Graaf Mevr. D. de Koning Mevr. H. Stam F. Verwaal M. Zwartelé
* Secretariaat Postbus 102 4560 AC HULST Tel.nr. 0114-319463 E-mail:
[email protected]
BIBLIOTHEEK VAN DE OUDHEIDKUNDIGE KRING Postbus 102, 4560 AC HULST BIBLIOTHEEKCOMMISSIE: Dr. J.H.J. de Kort (voorzitter) Mevr. R. Sponselee-van Geertruij (1e bibliothecaris) Mevr. J. Enklaar (2e bibliothecaris)
* Financiële administratie, ledenadministratie en websitebeheer Postbus 102 4560 AC HULST E-mail:
[email protected]
Bezoekadres: Gemeentehuis, Grote Markt 21, Hulst (toegang via de Gemeentewinkel)
* Website en actuele informatie www.devierambachten.nl
Openingsuren: maandag t/m donderdag 9.00 tot 17.00 uur 14
Heeft u af en toe nog even tijd? Wij zoeken vrijwilligers om toezicht te houden in ons museum. Bel met 0114-316375 of kijk op onze website www.museumhulst.eu
Museum “De Vier Ambachten” 15
16